NordicTrack T 12.2 Handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKERSHANDLEIDING
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
Modelnr. NETL12812.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
www.iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie
hieronder) of neem contact op met
de winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00 GMT;
Zaterdag: 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
2
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn
met dit product inbegrepen. Plak de stickers
op de aangegeven plaatsen over de Engelse
waarschuwingen heen. De hier getoonde sticker(s)
met waarschuwing is/zijn op de aangegeven
plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker
ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een
vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s) wor-
den niet op ware grootte weergegeven.
252913
English Translation:
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
DE HARTSLAG MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
GEBRUIK EN BIJSTELLEN ..................................................................16
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN ............................................25
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
GEDETAILLEERDE TEKENING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
INHOUD
French
Spanish
Italian German
Dutch
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar zich ervan te overtuigen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven
is.
4. Deze loopband is alleen voor gebruik in
huis bedoeld. Gebruik de loopband niet
commercieel of voor verhuur.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke
ondergrond met minstens 2,4 m ruimte
rondom, ruimte achter de loopband en 0,6 m
ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg
ervoor dat de loopband geen luchtopeningen
of luchtroosters blokkeert. Leg een matje
onder de loopband om uw vloer of de
vloerbedekking te beschermen.
7. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
9. De loopband kan alleen door mensen die 150
kg of minder wegen worden gebruikt.
10. Laat nooit meer dan één persoon de
loopband gebruiken.
11. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die
verstrikt kan raken in de loopband. Atletisch
ondersteunende kleding wordt aanbevolen
voor zowel mannen als vrouwen. Draag altijd
trainingschoenen. Gebruik de loopband nooit
met blote voeten, sokken of met sandalen.
12. Steek de stekker alleen in een geaard
stopcontact (zie pagina 16). Geen enkel
ander apparaat moet zich op dezelfde groep
bevinden.
13. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm
2
)
snoer van 1,5 m of korter.
14. Houd de stekker bij hete oppervlaktes
vandaan.
15. Loop nooit op de loopband wanneer de
elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de
loopband niet wanneer het elektrische snoer
of de stekker beschadigd is. Gebruik de
loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie
PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 26 als
de loopband niet goed werkt.)
16. Lees de noodstopprocedure grondig door
en test de procedure voordat u de loopband
gebruikt (raadpleeg HOE HET APPARAAT
AAN TE ZETTEN op pagina 18).
17. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houd u altijd vast aan de
handleuningen wanneer u de loopband
gebruikt.
18. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
WAARSCHUWING: lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
loopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
door het gebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
19. De hartslagmonitor is geen medisch
instrument. Verschillende factoren,
waaronder bewegingen van de gebruiker,
kunnen de nauwkeurigheid van de metingen
beïnvloeden. De hartslagmonitor dient
slechts om de hartslag globaal te meten, als
hulpmiddel bij uw oefeningen.
20. Laat de loopband nooit zonder toezicht
ronddraaien. Haal altijd de sleutel eruit,
druk de schakelaar in de uit-stand (zie de
tekening op pagina 5 voor de locatie van
de schakelaar) en haal de stekker van de
loopband uit het stopcontact wanneer deze
niet wordt gebruikt.
21. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE op
pagina 7 en HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN
EN VERPLAATSEN op pagina 25). U moet op
veilige wijze in staat zijn om de loopband 20
kg te verplaatsen.
22. Bij het vouwen of verschuiven van de
loopband dient u erop te letten dat de
opbergvergrendeling het onderstel stevig in
de opslagstand houdt.
23. Steek geen enkel voorwerp in een opening
van de loopband.
24. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
25. GEVAAR: trek de stekker altijd
direct na gebruik van de loopband uit
het stopcontact. Doe dit ook bij het
schoonmaken van de loopband, voor het
plegen van onderhoud en voor het afstellen
zoals staat beschreven in deze handleiding.
Verwijder nooit de motorkap tenzij een
technicus dat aangeeft. Onderhoud, anders
dan de procedures in deze handleiding, dient
uitsluitend te worden uitgevoerd door een
erkende onderhoudsvertegenwoordiger.
26. Te veel oefeningen doen, kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u
onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u heeft gekozen voor de revolutionaire
NORDICTRACK
®
T 12.2 loopband. De T12.2 loopband
biedt een aantal indrukwekkende functies die zijn
ontwikkeld om uw trainingen thuis effectiever en leuker
te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Noteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Sleutel/Clip
Schakelaar
Loopband
Motorkap
Wiel
Voetleuning
Ruststandrol
Afstelschroeven
Accessoireshouder
Kussen van het loopvlak
Hartslagmonitor
Lengte: 183 cm
Breedte: 86 cm
Gewicht: 95 kg
Handleuning
VOORDAT U BEGINT
6
#8 x 3/4" Screw
(6)–12
3/8" x 2" Bout (2)–2
3/8" x 3 1/2" Screw (9)–4
3/8" x 4" Schroef (3)–6
5/16" x 1"
Screw (7)–2
5/16" x 2 3/4" Schroef (12)–4
5/16" Flat
Washer (XX)–4
5/16" Sterring
(8)–4
#8 x 3/4" Tek
Screw (13)–8
10" Sterring (5)–4
3/8" Sterring
(10)–6
3/8" Moer (9)–4
#8 x 1/2" Schroef
(1)–14
#10 x 3/4" Schroef
(4)–4
3/8" x 2 1/2" Bout (7)–2
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
7
2. Zorg ervoor dat het snoer uit het stopcontact
getrokken is.
Zoek de Draad van de Staander (91) die is
gebundeld rond de voorkant van de Basis (29).
Snij de plastic draadband van de Draad van
de Staander los. Leid dan de Draad van de
Staander uit het aangegeven gat.
Raadpleeg de inzet-tekening. Snij de plastic
draadband van de Draad van de Staander
(91) los. Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander niet bekneld raakt.
91
29
Gat
Snijden
91
Bandje
Snijden
2
• De montage moet door twee mensen gebeuren.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
• Er kan zich een vettige substantie op de
buitenkant van de loopband bevinden na
verzending. Dit is normaal. Mocht er wat vettige
substantie op de loopband bevinden, veeg dit
dan met een zachte lap en wat niet-schurend
reinigingsmiddel weg.
• De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven
met “R” of “Right.”
• Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op pagina 6.
• Voor montage heeft u het volgende gereedschap
nodig:
de meegeleverde inbusleutels
een instelbare sleutel
een Philips schroevendraaier
schaar
punttang
Om schade aan de onderdelen te vermijden, dient
u nooit elektrisch gereedschap te gebruiken.
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
•activeertuwgarantie
•bespaartutijdalsuooitcontactmoetopnemen
met de Klantenservice
•hiermeekunnenwijuopdehoogtestellenvan
upgrades en aanbiedingen
Aandacht: indien u geen internettoegang heeft,
belt u met de KLANTENSERVICE (zie de
voorkant van deze handleiding) om uw product
te registreren.
1
MONTAGE
8
4. Zoek naar de Linker Staander (84). Laat een
tweede persoon de Linker Staander naast de
Basis (29) vasthouden.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de
draadband in de Linker Staander (84) stevig rond
het uiteinde van de Draad van de Staander (91)
vast. Steek dan de Draad van de Staander in het
onderste uiteinde van de Linker Staander terwijl
u het andere uiteinde van het binddraad door de
Linker Staander trekt.
4
91
84
84
Bind-
draad
91
Bind-
draad
29
5. Houd de Linker Staander (84) tegen de
Basis (29) vast. Zorg dat u de bedrading
niet beklemt. Draai nog eens twee 3/8" x
4" Schroeven (3) gedeeltelijk met twee 3/8"
Sterringen (10) in de Linker staander en de
Basis; draai de Schroeven nog niet volledig
vast.
84
5
10
3
29
Draden
3. Druk een Basiskapje (87) in elke kant van het
Basis (29).
87
87
29
3
9
6. Houd de Rechter Staander (85) tegen de
Basis (29) vast. Draai nog eens twee 3/8" x
4" Schroeven (3) gedeeltelijk met twee 3/8"
Sterringen (10) in de Rechter staander en de
Basis; draai de Schroeven nog niet volledig
vast.
85
6
10
3
29
7. Zoek de Linker en Rechter Kapjes van het Basis
(88, 89). Schuif de Linker en Rechter kapjes van
de Basis op de Linker en Rechter Staanders (84,
85) zoals afgebeeld.
89
85
84
88
7
10
8. Zoek naar de linker handleuning (A). Indien er
een draad zit in de linker handleuning, dient u
deze eraf te halen en weg te gooien.
Houd de linker handleuning (A) bij de Linker
Staander (84) vast. Steek het binddraad op de
Draad van de Staander (91) in de onderkant en
uit de buitenkant van de linker Handleuning (79)
zoals afgebeeld. Steek dan het Draad van de
Staander door de linker Handleuning.
Bevestig de linker Handleuning (79) op de Linker
Staander (84) met twee 5/16" x 2 3/4" Schroeven
(12) en twee 5/16" Sterringen (8). Zorg ervoor
dat de Draad van de Staander (91) niet
bekneld raakt. Draai alle zes de Schroeven
aan, maar niet vast.
Verwijder de twee aangegeven schroeven (B) uit
de linker Handleuning (79) en gooi ze weg.
12
8
A
84
Draad
Bandje
91
8
B
9. Bevestig de rechter Handleuning (79) op de
Rechter Staander (85) met twee 5/16" x 2 3/4"
Schroeven (12) en twee 5/16" Sterringen (8).
Draai alle zes de Schroeven aan, maar niet
vast.
Verwijder de twee aangegeven schroeven (B) uit
de rechter Handleuning (79) en gooi ze weg.
9
85
79
B
12
8
79
11
98
81
11
11
C
10
10. Plaats de Basis van het Bedieningspaneel (98)
naar beneden gericht op een zacht ondervlak om
krassen op de Basis van het Bedieningspaneel
te voorkomen.
Verwijder de twee schroeven (C) uit de
Hartslagdwarsstang (81). Verwijder de
Hartslagdwarsstang en gooi de schroeven weg.
Verwijder de vier 5/16" x 5/8" Schroeven (11)
uit het Onderstel van het Bedieningspaneel
(101). De Schroeven worden gebruikt in een
volgende stap.
101
98
96
95
101
1
1
11
11. Zoek de Linker en Rechter Houders (95, 96).
Maak de Houders (95, 96) vast aan de Basis
van het Bedieningspaneel (98) met acht #8 x
1/2" Schroeven (1). Aandacht: het is misschien
handiger om de twee binnenste Schroeven vast
te draaien, de houders dan op hun plaats te
schuiven voordat u de andere zes schroeven
vastdraait.
Aandacht: het kan nodig zijn om het Onderstel
van het Bedieningspaneel (101) omhoog te
draaien bij het bevestigen van de houders (95,
96).
1
1
1
12
12. BELANGRIJK: gebruik geen groot
gereedschap en draai de #10 x 3/4"
Schroeven (4) niet te vast, om de
Hartslagdwarsstang (81) niet te beschadigen.
Draai de Hartslagdwarsstang (81) zoals
afgebeeld. Maak de Hartslagdwarsstang vast
aan de Handleuningen (79) met vier #10 x 3/4"
Schroeven (4) en vier #10 Sterringen (5). Draai
alle vier de schroeven en draai ze vast.
Zorg ervoor dat de Draad van de Staander
(91) niet beklemd is. Draai de vier 5/16" x 2 3/4"
Schroeven (12) goed vast.
12
4
4
5
5
12
12
79
81
79
91
13. Met de hulp van een tweede persoon, houd het
bedieningspaneel vast bij de Handleuningen (79)
(slechts één is afgebeeld).
Verbind de aardingsdraad van het
bedieningspaneel met de Aardingsdraad (80) op
de Hartslagdwarsstang (81).
Verbind de Draad van de Staander (91) met de
draad van het bedieningspaneel. Raadpleeg
de inzet-tekening. De connectoren zouden
makkelijk samen moeten glijden en op hun
plaats moeten klikken. Als dit niet gebeurt,
dient u een van de verbindingsstukken te
draaien en het nog eens te proberen. ALS U
DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED
VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL
BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM
WORDT AANGEZET. Verwijder het binddraad
uit de Draad van de Staander.
13
Bedienings-
paneelmodule
91
91
Binddraad
Draad
van het
Bedienings-
paneel
Draad
van het
Bedienings-
paneel
79
80
Aardingsdraad
81
13
14. Plaats de bedieningspaneelmodule op de
Handleuningen (79). Zorg dat bedrading niet
beklemd raakt. Steek het overschot aan Draad
van de Staander (91) achter het Onderstel van
het Bedieningspaneel (101).
Bevestig het bedieningspaneel op de beugels op
de Handleuningen (79) met de vier 5/16" x 5/8"
Schroeven (11) die u heeft verwijderd in stap 10.
Draai alle vier de schroeven aan, maar niet
vast.
14
79
Bedieningspaneelmodule
11
11
91
79
101
15. Maak de Hartslagdwarsstang (81) vast aan het
Bedieningspaneel met zes #8 x 1/2" Schroeven
(1). Draai alle zes de schroeven en draai ze
vast.
Draai de vier 5/16" x 5/8" Schroeven (11) goed
vast.
16. Draai dan alle zes de 3/8" x 4" Schroeven (3)
vast.
15
16
81
Bedieningspaneelmodule
11
11
1
3
1
3
1
14
19. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen plastic op de
loopbandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Plaats een mat onder de loopband om de
vloer of het vloerkleed te beschermen. Aandacht: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Berg de
inbussleutel goed op; de inbussleutel wordt gebruikt om de loopband mee af te stellen (zie pagina’s 27 en 28).
17. Breng daarna het Onderstel (57) omhoog, tot de
positie die is afgebeeld. Zorg dat een tweede
persoon het Onderstel vasthoudt tot deze
stap is voltooid.
Richt de Opbergvergrendeling (54) zo dat de
grote loop en de vergrendelingsknop zich in de
afgebeelde posities bevinden.
Verwijder alle draadjes aan het uiteinde van de
Opbergvergrendeling (54). Bevestig het onderste
uiteinde van de Opbergvergrendeling aan de
Basis (29) met een 3/8" x 2" Bout (2) en een 3/8"
Moer (9).
Bevestig het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (54) aan de Onderstel (57)
met een 3/8" x 2" Bout (2) en een 3/8" Moer (9).
17
57
54
9
2
Grote
loop
Vergrendel-
knop
2
9
29
18
93
93
29
57
7
7
9
9
18. Maak een Wiel (93) vast aan de Basis (29) met
een 3/8" x 2 1/2" Bout (7), en een 3/8" Moer (9).
Draai de Moer niet te vast. Het wiel moet vrij
kunnen draaien.
Maak het andere Wiel (93) op dezelfde manier
aan de andere kant van de Basis (29) vast.
Zie DE LOOPBAND INKLAPPEN op pagina 25.
Laat het Onderstel (57) naar de vloer zakken.
15
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor
heeft een borstkas-
band en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de
borstkas-band in het
ene uiteinde van de
sensor, zoals afge-
beeld in de tekening.
Druk dan het uit-
einde van de sensor
onder de gesp van
de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant
van de sensor.
De hartslag moni-
tor moet onder uw
kleding gedragen
worden, strak tegen
uw huid. Draag de
hartslag monitor
in de aangegeven
plaats rond uw borst-
kas. Zorg ervoor dat
de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uit-
einde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de
lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en
zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes.
Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof,
zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen.
Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
•Droogdesensorgoedafnaiedergebruik.Door
vocht blijft de sensor langer dan nodig branden en
zodoende zullen de batterijen sneller leeg lopen.
•Bewaardehartslagmonitoropeenwarmeendroge
plaats. Bewaar de harslag monitor niet in een plastic
zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
•Steldehartslagmonitornietlangdurigblootaan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
•Buigenrekdesensortijdenshetgebruikofhet
opbergen van de hartslag monitor niet te veel.
•Maakdesensorschoonmeteenzachtedoekeneen
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een
zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit
schuurmiddelen, alcohol of chemische producten
om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkas-
band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wan-
neer de hartslag monitor niet goed werkt.
•Zorgervoordatudehartslagmonitorgoeddraagt
zoals hier links is beschreven. Verplaats de hartslag
monitor wat naar boven of naar beneden wanneer u
de borstkas-hartslag monitor niet goed werkt.
•Maakdeelektrodesopnieuwwatnatwanneerde
hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te
transpireren.
•Voordegoedeweergavevandehartslagmetingen
moet de gebruiker zich op minder dan een armlengte
van het bedieningspaneel bevinden.
•Alserzicheenbatterijdekseltjeaandeactherkant
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met
een batterij van hetzelfde type.
•Dehartslagmonitorisontwikkeldvoormensenmet
een normale hartslag. Problemen met de hartslag-
meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin-
gen, of aritmie.
•Dewerkingvandehartslagmonitorkanbeïnvloed
worden door magnetische storingen die door hoog-
spanningsdraden en andere elektromagnetische
bronnen veroorzaakt kunnen worden. Verplaats het
tness-apparaatalsuvermoedtdatditdeoorzaakis.
Gesp
Flap
Borstkas-
band
Flaps
Sensor
Sensor
DE HARTSLAG MONITOR
16
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke
regelingen.
UK
DU
GR
RU
HU
FR/
SP/
PL
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
UK
DU
GR
RU
HU
FR/
SP/
PL
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
17
ETNE12812
(NETL12812 )
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedieningspa-
neel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere talen
op het meegeleverde stickervel. Plak de Nederlandse
waarschuwingssticker op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een
indrukwekkende keuze uit functies die zijn ontwikkeld
om uw oefeningen effectiever en prettiger te maken.
U kunt wanneer u de handmatige instelling gebruikt
de snelheid en de hellingstand van de loopband
veranderen door een druk op een toets. Tijdens de
oefening zal het bedieningspaneel directe feedback
over uw oefening geven. U kunt zelfs uw hartslag
meten wanneer u de handgreep van de hartslagmonitor
gebruikt.
Bovendien heeft het bedieningspaneel vierentwintig
oefeningen—zes calorieënoefeningen, zes
hellingsoefeningen, zes intensiteitsoefeningen, zes
snelheidsoefeningen. Elke oefening regelt automatisch
de snelheid en de helling van de loopband wanneer het
u door een effectieve oefeningsessie begeleidt.
Het bedieningspaneel heeft een iFit-modus zodat de
loopband op uw draadloze netwerk aangesloten kan
worden door middel van een optionele iFit-module.
U kunt, met de iFit-modus, persoonlijke oefeningen
downloaden, uw eigen oefeningen samenstellen,
resultaten van uw oefening bijhouden, tegen andere iFit-
hardlopers racen en vele andere keuzes raadplegen.
Voor aankoop van de iFit module gaat u naar
www.iFit.com of belt u met het telefoonnummer op
de voorkant van deze handleiding.
U kunt tevens naar uw favoriete oefeningmuziek of
audioboek via het stereogeluidssysteem van het
bedieningspaneel terwijl u oefeningen doet.
Om het apparaat aan te zetten, kijkt u op pagina 18.
Hoe de handmatige instelling te gebruiken, kijkt u op
pagina 18. Voor gebruik van een vooraf ingstelde
oefening, kijkt u op pagina 21. Voor gebruik van een
oefening met een vooraf ingesteld doel, zie pagina
22. Voor gebruik van een iFit-oefening, zie pagina
22. Voor gebruik van een het stereogeluidsysteem
kijkt u op pagina 23. Voor gebruik van de
onderhoudsmodus kijkt u op pagina 24.
Aandacht: het bedieningspaneel kan de snelheid en de
afstand in kilometers of mijlen weergeven. Om te zien
welk meetsysteem is gekozen, zie DE INFORMATIE
MODUS op pagina 24. Om het eenvoudig te houden,
verwijzen alle instructies in deze paragraaf naar
kilometers.
BELANGRIJK: als er een stuk plastic op het
bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic.
Draag alleen schone schoenen wanneer u de
loopband gebruikt om beschadiging aan het
loopvlak te voorkomen. De eerste keer dat u de
loopband gebruikt, dient u de uitlijning van de
loopband te bestuderen en het midden van de
loopband aan te passen indien dit nodig is (zie
pagina 28).
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
18
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat
u de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet,
kunt u het bedieningspaneel of andere elektrische
componenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
het stopcontact (zie pagina
16). Zoek vervolgens naar
de aan/uit-schakelaar
op het onderstel van
de loopband bij het
stroomsnoer. Druk de
schakelaar in de reset stand.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel toont een
demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als
de loopband wordt geëtaleerd in een winkel.
Als de displays oplichten als het stroomsnoer
wordt ingestoken en de aan/uitschakelaar in de
resetstand is gezet, gaat de demostand aan. Om
de demostand uit te schakelen, houdt u de Stop-
knop enkele seconden ingedrukt. Raadpleeg
DE INFORMATIE MODUS op pagina 24 om de
demostand uit te schakelen wanneer de displays
blijven branden.
Ga op de voetleuning van
de loopband staan. Zoek
naar de clip die aan de
sleutel vastzit en schuif de
clip aan de tailleband van
uw kleding. Plaats de sleutel
in het bedieningspaneel.
Kort daarna zal de display
oplichten. BELANGRIJK:
bij een noodsituatie kunt u aan de sleutel van het
bedieningspaneel trekken, zodat de loopband
vertraagt en tot stilstand komt. Test de clip
door voorzichtig een paar stappen achteruit te
zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het
bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van de
clip bij.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
de linkerkant.
2. Selecteer de handmatige modus.
Indien de handmatige modus niet is geselecteerd,
drukt u op de toets Manual (handmatig) om de
handmatige modus te selecteren.
3. Start de loopband.
Druk, om de loopband te starten, op de toets Start,
Speed (Snelheid) verhogen, of op een van de
toetsen KM/H (Snel Km/U), genummerd van 2 t/m
20.
Als de toets Start of Speed verhogen wordt
ingedrukt dan zal de loopband beginnen te
bewegen met een snelheid van 2 Km/u. U kunt
tijdens de oefening de snelheid van de loopband
naar wens veranderen door te drukken op
de toetsen Snelheid Verhogen en Verlagen.
Steeds als u een van de toetsen indrukt zal de
snelheidsinstelling met 0,1 Km/u aanpassen; als
u een toets ingedrukt houdt verandert de snelheid
met stapjes van 0,5 Km/u. Aandacht: na het
drukken op de toets kan het even duren voordat
de loopband de geselecteerde snelheidsinstelling
bereikt.
Indien u drukt op een van de genummerde toetsen
Km/H (Km/U), zal de snelheid van de loopband
geleidelijk aangepast worden tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stop
toets. De tijd zal op de display knipperen. Om de
loopband opnieuw te starten, drukt u op de toets
Start of op de toets Snelheidstoename.
Resetten
ETNE12812
(NETL12812 )
Sleutel
Clip
19
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te veranderen,
op de toets Incline (helling) verhogen/verlagen
of op een van de genummerde toetsen % Grade
(hellingsgraad). Elke keer als u op een van de
toetsen drukt, zal de helling geleidelijk veranderen
tot de geselecteerde hellinginstelling is bereikt.
5. Volg uw voortgang op de displays.
De display zal de volgende oefeninginformatie
tonen als u op de loopband loopt of rent:
•Deverstrekentijd
•Deafstanddieuhebtgewandeldofhardgelopen
• Deintensiteitsbalkvandeoefening
•Hetgeschatteaantalcalorieëndatuheeft
verbrand
•Dehellingstandvandeloopband
•Hetaantalverticalegeklommenmeters
•Desnelheidvandeloopband
•Uwhartslag(ziestap6oppagina20)
• Dematrix
Dmatrix biedt verschillende weergavetabbladen.
Druk op de toets verhogen en verlagen naast de
Enter-toets totdat het gewenste tabblad wordt
weergegeven.
HettabbladIncline(helling)zaleenproelvande
hellingsinstellingen van de oefening aangeven.
Een nieuw segment zal aan het einde van ieder
minuut verschijnen. Het tabblad Speed (snelheid)
zaleenproelvandesnelheidsinstellingenvande
oefening aangeven.
Het My Trail (mijn route)-tabblad zal een route van
400 m (1/4 mijl) aangeven. De witte rechthoek
geeft uw vordering aan. Het My Trail-tabblad zal
het aantal rondjes aangeven dat u voltooit.
Het Tabblad Calorie zal het bij benadering
aantal calorieën dat u verbrand heeft aangeven.
De hoogte van ieder segment geeft het aantal
verbrande calorieën aan dat tijdens dat segment
verbrand is.
Als u oefeningen doet, zal de
oefeningintensiteitsniveaubalk het geschatte
intensiteitsniveau van uw oefening aangeven.
Druk op de Home-toets om naar het
standaardmenu terug te keren (raadpleeg de
INFORMATIE MODUS op bladzijde 24 voor het
instellen van het standaard menu). Druk, indien
nodig, nogmaals op de Home (thuis) toets.
Wanneer een draadloze iFit
module is aangesloten, zal
het symbool draadloos aan
de boenkant van het scherm
de sterkte van het draadloze
signaal aangeven. Vier
staafjes geeft volle sterkte aan.
Om de displays te resetten drukt u op de toets
Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel
er weer in.
ETNE12812
(NETL12812 )
20
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Voordat u de
handgreep
hartslagmonitor
gebruikt,
verwijdert u het
plastic laagje
van de metalen
contactpunten op
de sensorstang.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op de
voetleuning staan en houdt u de sensorstang
met de metalen contactpunten op uw handpalmen
ongeveer tien seconden vast – beweeg
uw handen niet. Het hartsymbooltje in het
calorieënscherm zal met elke hartslag knipperen,
een of twee streepjes zullen verschijnen en uw
hartslag wordt aangegeven. Voor de meest
nauwkeurige hartslagwaarde, dient u de
contactpunten gedurende 15 seconden vast te
houden.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft
meerdere snelheids-
instellingen. Druk
herhaaldelijk op de
Coolaire ventilatortoe-
name en de -afname
toetsen om een ventilatorsnelheid te kiezen of om
de ventilator uit te zetten.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetleuning staan, druk op de toets
Stop en stel de helling van de loopband in op
de laagste positie. De helling van de loopband
moet zich in de laagste stand bevinden
wanneer u de loopband wilt opbergen anders
kan de loopband beschadigd worden. Haal
vervolgens de sleutel uit het bedieningspaneel en
bewaar deze op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te
gebruiken, zet u de aan/uitschakelaar in de off (uit)-
stand en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen
de elektrische onderdelen van de loopband
voortijdig slijten.
Contactpunten
21
EEN INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 18.
2. Kies een ingestelde oefening.
Om een vooraf ingestelde oefening te selecteren
drukt u herhaaldelijk op de toets Calorie, Incline
(Helling), Intensity (Intensiteit) of Speed (Snelheid)
totdat de gewenste oefening op het scherm
verschijnt.
De onderste display zal, wanneer u een oefening
kiest, de tijdsduur van de oefening en de naam
van de oefening aangeven. Het bovenste
display toont ook de duur en de afstand van
uw oefening. Bovendien zal er een profiel van
de snelheidsinstellingen van de oefening op
het scherm verschijnen. Wanneer u voor een
calorieënoefening kiest, dan zal bij benadering het
aantal calorieën dat u zult verbranden in de naam
van de oefening verschijnen.
3. Begin met de oefening.
Druk op de toets Start of de toets Speed (snelheid)
verhogen om met de oefening te beginnen. Kort
nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de eerste
snelheid en hellingsinstelling van de oefening.
Houd de handleuningen vast en begin met
wandelen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er
is één hellinginstelling en één tempo-instelling
geprogrammeerd voor elk segment. Aandacht:
dezelfde snelheid en/of hellingsinstelling kan
worden geprogrammeerd voor opeenvolgende
segmenten.
Tijdens de
oefening
wordt uw
profiel op de
snelheid en
de helling
keuze
aangegeven
zodat u uw vordering kunt volgen. De
knipperende balk van het profiel stelt het
huidige oefeningsegment voor. De hoogte van
het knipperende segment geeft de geschatte
snelheids- of hellingsinstelling van het huidige
segment aan. Aan het einde van elk segment,
is een serie geluiden te horen en begint het
volgende segment van het profiel te knipperen.
De loopband zal, als er een andere snelheids- en/
of hellingsinstelling voor het volgende segment
geprogrammeerd is, automatisch de nieuwe
snelheids- en/of hellingsinstelling instellen.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display
en het laatste onderdeel stopt. De loopband zal
vertragen tot deze halt houdt.
Aandacht: het na te streven caloriedoel is een
schatting van het aantal calorieën dat u tijdens
de oefening verbranden zult. Het feitelijke
aantal calorieën dat u verbrandt hangt af van
verschillende factoren zoals uw gewicht.
Daarnaast heeft een handmatige wijziging
van de snelheid of de helling van de loopband
tijdens de oefening effect op het aantal
calorieën dat u zult verbranden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens
de oefening te hoog of te laag staat, dan kunt
u de instelling handmatig overschrijven door te
drukken op de toetsen Speed en Incline, als het
volgende segment van de oefening begint, dan
zal de loopband zich automatisch aanpassen
aan de snelheid en hellinginstellingen voor het
volgende segment.
Druk op de Stop toets om de workout wanneer
u dat wilt te stoppen. De tijd zal op de display
knipperen. Druk op de toets Start of Speed
verhogen om de oefening te hervatten. De
loopband zal bewegen met een snelheid van 2
Km/U. Echter, als het volgende onderdeel van de
oefening begint, zal de loopband zich automatisch
aanpassen aan de snelheid en hellinginstellingen
voor het volgende onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 19. De display toont de
resterende tijd in de oefening weergeven in plaats
van de verlopen tijd.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 20.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 20.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 20.
Huidig segment
22
EEN OEFENING MET EEN VAST DOEL GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 18.
2. Selecteer een set-a-goal workout (ingesteld
doel).
Voor het selecteren van een oefening met een
ingesteld doel, drukt u lichtjes op de toets Set A
Goal (Ingesteld Doel) op het bedieningspaneel.
Gebruik de toetsen Verhogen en verlagen naast de
toets Enter om een calorie-, tijd- of afstandsdoel in
te stellen. Druk vervolgens op de toetsen increase/
decrease (verhogen en verlagen) naast de toets
Enter om een doel te kiezen. Druk op de toetsen
Speed (Snelheid) en Incline (Helling) om een
snelheid en helling voor de oefening te selecteren.
Het scherm toont de duur en afstand van de
oefening en het geschatte aantal calorieën dat u
tijdens de oefening zal verbranden.
3. Begin met de oefening.
Druk op de Starttoets om het programma te
laten beginnen. Kort nadat u op de toets heeft
gedrukt, begint de loopband te bewegen. Houd de
handleuningen vast en begin met wandelen.
De oefening werkt op dezelfde wijze als de
handmatige modus (zie pagina's 18 tot 20).
De oefening duurt zolang tot u uw instelde doel
bereikt. De loopband zal vertragen tot deze halt
houdt.
Aandacht: het na te streven caloriedoel is een
schatting van het aantal calorieën dat u tijdens
de oefening verbranden zult. Het feitelijke
aantal calorieën dat u verbrandt hangt af van
verschillende factoren zoals uw gewicht.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 19.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 20.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 20.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 20.
HET GEBRUIK VAN EEN IFIT-OEFENING
Aandacht: voor gebruik van een iFit-oefening dient
u toegang te hebben tot een computer met een
internetverbinding en een USB-poort. Daarnaast dient
u ook toegang te hebben tot een draadloos netwerk
inclusief een 802.11b/g/n router met geactiveerde
SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet
ondersteund). Een iFit.com-lidmaatschap is ook
vereist.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 18.
2. Plaats de iFit module in het bedieningspaneel.
Zie de instructies van de iFit-module om de iFit-
module in te steken.
BELANGRIJK: om te voldoen aan de
blootstellingsvereisten, dienen de antenne en
de zender in de iFit-module minstens 20 cm
afstand te hebben van alle personen en mogen
ze niet vlakbij of aangesloten zijn op een
andere antenne of zender.
3. Kies een gebruiker.
U kunt, als er meer dan één gebruiker
geregistreerd is, vanuit het iFit-hoofdscherm van
gebruiker wisselen. Druk op de toetsen verhogen
en verlagen naast de Enter-toets om een gebruiker
te kiezen.
4. Kies een iFit -oefening.
Om een iFit-oefening te selecteren, drukt u op een
van de iFit-toetsen. U moet, voordat oefeningen
worden gedownload, ze aan uw lijst op
www.iFit.com toevoegen.
23
Druk op de toets Map (Kaart), Train (Training)
of Lose Wt. (Gewicht verliezen) om de volgende
oefening van dat type op uw lijst te downloaden.
Druk op de Compete (competitie) toets om aan een
race deel te nemen die u al eerder gepland heeft.
Om een recente iFit-oefening uit uw schema
opnieuw te rennen drukt u eerst op de toets
Track (Route). Gebruik vervolgens de toetsen
verhogen en verlagen om de gewenste oefening te
selecteren. Druk op de toets Enter om de oefening
te laten beginnen.
Aandacht: indien er geen oefeningen zijn van het
geselecteerde type in uw planning, dan wordt de
volgende oefening in uw planning gedownload.
Voor meer informatie over de iFit-oefeningen
kijkt u op www.iFit.com.
De display zal, wanneer u een iFit-oefening kiest,
de duur van de oefening, de afstand die u zult
wandelen of lopen, het geschatte aantal calorieën
dat u zult verbranden, de naam van de oefening
en de maximale snelheid en helling aangeven. De
display zal, als u een competitie oefening kiest,
aftellen totdat de race begint.
Aandacht: een aantal iFit-toetsen kunnen ook
twee demo-oefeningen uitvoeren. Om de demo-
oefeningen te gebruiken, haalt u de iFit-module van
het bedieningspaneel af en drukt u op een van de
iFit-toetsen.
5. Begin met de oefening.
Zie stap 3 op pagina 21.
Tijdens sommige oefeningen zal de stem van
een persoonlijke trainer u begeleiden. U kunt een
instelling voor uw persoonlijke trainer kiezen (zie
DE INFORMATIE MODUS op bladzijde 24).
Druk op de Stop toets om de workout
wanneer u dat wilt te stoppen. De tijd zal op
de display knipperen. Druk op de Starttoets
of op de Snelheidstoename toets om de
oefening te hervatten. De loopband zal met de
snelheidsinstelling van het eerste segment van
de oefening beginnen te draaien. Echter, als het
volgende onderdeel van de oefening begint, zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan de
snelheid en hellinginstellingen voor het volgende
onderdeel.
6. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 19.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 20.
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 20.
9. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 20.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit-modus.
DE GELUIDSINSTALLATIE GEBRUIKEN
Om muziek of audioboeken af te spelen via de
stereoluidsprekers van het bedieningspaneel, moet
u uw MP3-speler, CD-speler, of andere persoonlijke
audio-speler op het bedieningspaneel aansluiten via de
MP3-aansluiting.
Voor gebruik van de MP3-aansluiting, steekt u het
audiosnoer in de MP3-aansluiting. Steek dan het
audiosnoer in een aansluiting op uw MP3-speler,
CD-speler of andere persoonlijke audiospeler. Zorg
dat het audiosnoer volledig is ingestoken.
Druk dan op de toets Play
(Afspelen) op uw MP3-
speler, CD-speler of andere
persoonlijke audio-speler.
Pas het volume aan op uw
persoonlijke audio-speler, of
druk op de toetsen volume
verhogen en verlagen op
het bedieningspaneel.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de
CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer
of een ander vlak oppervlak in plaats van op het
bedieningspaneel.
Verlagen
Verhogen
24
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatie-instelling
die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw
eigen bedieningspaneel-instellingen laat invoeren.
1. Selecteer de informatiemodus.
Om de informatiemodus te selecteren, houdt
u de toets Stop ingedrukt terwijl u de sleutel
terugplaatst in het bedieningspaneel en daarna de
toets Stop weer loslaat. Als de informatiemodus is
geselecteerd, zal de volgende informatie worden
afgebeeld:
De time (tijd) display zal het totaal aantal uren dat
de loopband gebruikt is aangeven.
De distance (afstand) display zal het totaal aantal
kilometers (of mijlen) dat de loopband gedraaid
heeft aangeven.
Het onderste gedeelte van de display zal de
status van de iFit module aangeven. Als een iFit
module wordt aangesloten, toont de display de
woorden WIFI MODULE. De display zal, als een
USB-module aangesloten is, de woorden USB/
SD MODULE aangeven. Als er geen module is
aangesloten, toont de display de woorden NO IFIT
MODULE.
2. Selecteer de optionele schermen.
Als de informatiemodus is geselecteerd, zal
de matrix verschillende optionele schermen
weergeven Druk op de toets verlagen naast de
Enter-toets om elk van de volgende schermen te
selecteren:
UNITS—Druk op de Enter-toets om de
meeteenheid te wijzigen Om de afstand in mijlen te
bekijken, selecteert u ENGLISH. Om de afstand in
kilometers te bekijken, selecteert u METRIC.
DEMO—Het bedieningspaneel toont een
demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als
de loopband wordt geëtaleerd in een winkel.
Terwijl de demostand is aangezet, kunt u het
bedieningspaneel normaal gebruiken wanneer
u het snoer in het stopcontact steekt, de
stroomonderbreker in de resetpositie geplaatst
wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel
gestoken wordt. Als u de sleutel eruit haalt, dan
blijven de displays verlicht hoewel de toetsen niet
werken. Het woord ON (aan) zal op het scherm
verschijnen wanneer de demostand aan is. Om de
demostand aan of uit te zetten, kunt u op de Enter-
toets drukken.
CONTRAST LVL—Druk op de toetsen Incline
increase/decrease (Helling verhogen en verlagen)
om het contrastniveau van de display aan te
passen.
Als een module is aangesloten, kunt u ook het
volgende scherm selecteren:
TRAINER VOICE—Druk op de Enter-toets om
de stem van de persoonlijke trainer aan of uit te
zetten.
Als een iFit module is aangesloten, kunt u ook
de volgende schermen selecteren:
DEFAULT MENU—Het standaardmenu
zal verschijnen wanneer u de sleutel in het
bedieningspaneel steekt, of wanneer u de Home
toets indrukt. Druk herhaaldelijk op de Enter-toets
om het handmatige hoofdscherm of het iFit scherm
als het standaard menu.
CHECK WIFI STATUS—Druk op de Enter-toets
om de status van uw iFit module te bekijken. Het
onderste scherm toont het softwareversienummer,
de netwerk-SSID, het netwerkcoderingstype, de
verbindingsstatus, de draadloze signaalsterkte, het
IP-adres van de module, het aantal geregistreerde
gebruikers en hun namen, de resultaten van de
DNS zoekopdracht en de status van de iFit server.
SEND/RECEIVE DATA (gegevens verzenden/
ontvangen)—Druk om oefeningen, de
oefeninglogboeken en de updates te verzenden
en te ontvangen op de Enter-toets. Wanneer het
proces voltooid is, zullen de woorden TRANSFERS
DONE (transfers uitgevoerd) op het scherm
verschijnen.
3. Verlaat de informatiemodus.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de
informatie instelling te verlaten.
25
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de
loopband opbergt om schade aan de loopband
te voorkomen. Verwijder dan de sleutel en trek
het stroomsnoer uit het stopcontact. OPGELET:
u moet op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te
kunnen optillen, of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
OPGELET: houd het onderstel niet vast bij de
plastic voetleuningen. Buig uw knieën en houd
uw rug recht.
2. Til het onderstel omhoog tot de vergrendelknop in
de opslagpositie vergrendelt. OPGELET: zorg dat
de vergrendelknop vastzit.
Leg een matje onder de loopband om uw
vloerbedekking te beschermen. Houd de loopband
uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze
eerst in te klappen zoals aan de linkerkant staat
beschreven. OPGELET: zorg dat de vergrendelknop
in de opslagpositie is vergrendeld. Er kunnen
twee mensen voor nodig zijn om de loopband te
verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een wiel.
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan
voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te leunen, trek niet aan het onderstel en
verplaats de loopband niet over een ongelijke
ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR
GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houd het bovenste uiteinde van
de loopband vast met uw rechterhand. Trek de
Vergrendelknop naar links en houd deze vast.
BELANGRIJK: draai de vergrendelknop niet.
Druk, indien nodig het onderstel iets naar voren.
Draai het onderstel naar onderen en laat de
vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen
onderstel stevig met beide handen vast en
laat zakken op de vloer. OPGELET: houd het
onderstel niet vast bij de plastic voetleuningen
en laat het onderstel niet los. Buig uw knieën
en houd uw rug recht.
Vergrendel-
knop
2
Onderstel
Onderstel
1
Handleuning
Onderstel
Wiel
1
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
26
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen worden
opgelost. Zoek het symptoom dat van toepassing
is en volg de vermelde stappen. Als u verdere
hulp nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
SYMPTOOM: het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat het stroomsnoer is aangesloten
op een stroomstootonderdrukker en dat de
stroomstootonderdrukker is aangesloten op een
goed geaard stopcontact (zie pagina 16). Gebruik
alleen een stroomstootonderdrukker die voldoet
aan alle voorschriften zoals beschreven op
pagina 16. BELANGRIJK: de loopband is niet
compatibel met GFCI-uitgeruste stopcontacten
en kan mogelijk niet compatibel zijn met AFCI-
uitgeruste stopcontacten.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u
het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de schakelaar op het onderstel van de
loopband bij het stroomsnoer. Als de schakelaar
zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de schakelaar
afgeslagen. Om de schakelaar opnieuw in
te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de
schakelaar weer in.
SYMPTOOM: stroomuitval tijdens gebruik
a. Controleer de schakelaar (zie de tekening
hierboven). Als de schakelaar is uitgeschakeld,
wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer
in.
b. Zorg dat het snoer is aangesloten op het
stopcontact. Als het is aangesloten op het
stopcontact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf
minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing
wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: het scherm van het bedieningspaneel
blijft verlicht als u de sleutel uit het
bedieningspaneel haalt
a. Het bedieningspaneel beschikt over een demo-
modus. Deze modus wordt gebruikt als de
loopband in een winkel wordt tentoongesteld. Als
het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert,
is de demostand ingeschakeld. Om de demostand
uit te schakelen, houdt u de Stop-knop enkele
seconden ingedrukt. Als de schermen nog steeds
verlicht zijn, raadpleegt u de INFORMATIE-
MODUS op pagina 24 om de demostand uit te
zetten.
SYMPTOOM: de displays van het bedieningspaneel
werken niet naar behoren
a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK HET SNOER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder de vijf #8 x 3/4" Schroeven (15). Schuif
dan voorzichtig de Motorkap (65) eraf.
65
15
15
15
15
PROBLEMEN OPLOSSEN
27
Zoek de Snelheidssensor (52) en de Magneet
(51) aan de linkerkant van de Katrol (50). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3mm
is. Indien nodig maakt u de #8 x 3/4" Tekschroef
(13) losser, beweegt u de Snelheidssensor
lichtjes en maakt u de schroef weer vast. Maak de
Motorkap (niet afgebeeld) vast met de vijf #8 x 3/4"
Schroeven (niet afgebeeld) en laat de loopband
een paar minuten draaien om de snelheidsmeting
na te kijken.
SYMPTOOM: de helling van de loopband wijzigt
niet goed
a. Druk de toetsen Stop en Speed (Snelheid)
verhogen in, plaats de sleutel in het
bedieningspaneel en laat de toetsen Stop en
Speed (Snelheid) verhogen dan los. Druk op
de toets Stop en druk dan op de toets Incline
(Helling) verhogen of verlagen. De loopband stijgt
automatisch naar het maximale hellingsniveau en
keert dan terug naar het minimumniveau. Hierdoor
wordt het hellingsysteem opnieuw gekalibreerd. Als
de helling niet kalibreert, druk dan op de toets Stop
en druk opnieuw op de toets Helling vergroten of
verkleinen. Als de helling is gekalibreerd, dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
a. Gebruik alleen een stroomstootonderdrukker die
voldoet aan alle voorschriften zoals beschreven op
pagina 16.
b. Als de loopband te strak is functioneert de
loopband minder en kan zelfs beschadigd worden.
Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT
HET STOPCONTACT. Draai beide afstelschroeven
van de ruststandrol een kwartslag naar links met
de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit
moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van
het loopvlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de
loopband in het midden zit. Haal dan de stekker
uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de
loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de
loopband goed vastzit.
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: behandel de band of het
loopvlak nooit met siliconenspray of enig
ander middel tenzij dit is opgegeven door een
bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger.
Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit
van de loopband verslechteren en leiden
tot overmatige slijtage. Als u vermoedt dat
de loopband aanvullende smering nodig heeft,
raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
Schroeven van de Ruststandrol
5–7 cm
b
Boven
Weergave
52
3 mm
13
51
50
28
SYMPTOOM: de loopband is niet gecentreerd
tussen de voetleuningen. BELANGRIJK: als de
loopband tegen de voetleuningen schuurt, dan kan
de loopband beschadigd raken.
a. Als eerste, verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Als de
loopband naar links is verschoven, kunt u de
inbussleutel gebruiken om de linker Schroef van de
ruststandrol een halve slag naar rechts te draaien;
als de loopband naar rechts is verschoven kunt
u de linker schroef van de ruststandrol een halve
slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband
niet te vast draait. Haal dan de stekker uit het
stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband
een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband
goed in het midden zit.
SYMPTOOM: de loopband slipt wanneer er op
gelopen wordt
a. Als eerste verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide
afstelschroeven van de ruststandrol een kwartslag
naar rechts met de inbussleutel. Als de loopband
goed vastzit moet u elke rand van de loopband
5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg
ervoor dat de loopband in het midden zit. Steek
dan de stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel
en laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed vastzit.
a
a
Voetleuningen
29
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
30
1 14 #8 x 1/2" Schroef
2 2 3/8" x 2" Bout
3 6 3/8" x 4" Schroef
4 4 #10 x 3/4" Schroef
5 4 10" Sterring
6 12 #8 x 1/2" Aardingsschroef
7 2 3/8" x 2 1/2" Bout
8 4 5/16" Sterring
9 4 3/8" Moer
10 6 3/8" Sterring
11 4 5/16" x 5/8" Schroef
12 4 5/16" x 2 3/4" Schroef
13 13 #8 x 3/4" Tekschroef
14 33 #8" x 3/4" Schroef met pankop
15 11 #8 x 3/4" Schroef
16 2 1/4" Schroef van de rol
17 1 Sleutel/klem
18 2 #8 x 1 3/4" Schroef
19 4 #8 x 7/16" Schroef
20 2 5/16" x Motorschroef
21 6 #10" Platte tussenring
22 2 3/8" x 1" Bout
23 4 5/16" x 1 3/4" Schouderbout
24 1 1/4" x 1 1/4" Schroef
25 4 #8 x 1" Schroef
26 12 #8 x 3/4" Pan Tek schroef
27 1 3/8" x 1 1/2" Bout met inbuskop
28 1 3/8" x 3" Inbusbout
29 1 Basis
30 1 1/4" Sterring
31 4 5/16" Platte tussenring
32 2 Tussenring van het Hellingonderstel
33 4 5/16" Moer
34 3 Kapklem
35 4 Doorvoerhuls van het loopvlak
36 4 3/8" Slotmoer
37 2 Dik kussen van de Basis
38 4 Bovenkant van de isolator
39 4 Isolator
40 4 Veer
41 4 Onderkant van de isolator
42 1 Linker voetleuning
43 1 Waarschuwingssticker
44 1 Loopoppervlak
45 1 Loopband
46 1 Rechter voetleuning
47 2 Loopbandgeleider
48 2 1/2" x 2 1/4" Bout
49 1 Clip van de snelheidsensor
50 1 Aandrijfrol/katrol
51 1 Magneet
52 1 Snelheidsensor
53 4 Kabelband
54 1 Opslagvergrendeling
55 1 Aandrijfmotor
56 1 Motorriem
57 1 Onderstel
58 2 Achtervoet
59 1 #8 x 3/4" Machinebout
60 1 Rechter Achterkap
61 1 Linker Achterkap
62 1 Ruststandrol
63 1 #8 Moer
64 2 Motorbus
65 1 Motorkap
66 1 Kapaccent
67 1 Hellingmotor
68 2 Inzetstuk van het Hellingonderstel
69 1 Hellingonderstel
70 1 Controller
71 1 Beugel van de elektronica
72 2 Kapstang
73 1 Schakelaar
74 1 Stroomsnoer
75 1 Doorvoerhuls van het stroomsnoer
76 1 Onderpan
77 1 Kap van de Linker handleuning
78 1 Inzetstuk van de Linker handleuning
79 1 Handleuning
80 1 Aardingsdraad
81 1 Hartslagdwarsstang
82 1 Inzetstuk van de Rechter
handleuning
83 1 Kap van de Rechter handleuning
84 1 Linker Staander
85 1 Rechter Staander
86 2 Klem van het bedieningspaneel
87 4 Kap van de Basis
88 1 Kap van de linkerbasis
89 1 Kap van de rechterbasis
90 1 Doorvoerhuls
91 1 Draad van de Staander
92 2 Dun kussen van de Basis
93 2 Wiel
94 2 Waarschuwingssticker
95 1 Linkerhouder
96 1 Rechterhouder
97 1 #8 x 1/2" Aardingsschroef van het
bedieningspaneel
98 1 Basis van het Bedieningspaneel
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. NETL12812.0 R1212A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
31
99 1 Binddraad
100 1 Bedieningspaneel
101 1 Onderstel van het bedieningspaneel
102 1 Beugel van de elektronica
103 1 Filter
104 1 Motorisolator
105 1 Aardingsbeugel
106 1 Contactpunt
107 1 Borstriem
108 1 Sensor
109 2 1/2” Moer
110 6 #8 Sterring
* Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
32
43
44
45
38
39
40
41
26
38
39
40
41
26
42
15
13
52
51
50
49
23
48
35
31
33
47
19
18
6
6
18
15
23
24
30
35
31
33
53
47
19
9
2
54
55
56
26
26
2
9
57
35
31
33
13
14
14
60
16
23
46
23
62
16
35
31
33
61
13
14
38
39
40
41
38
39
40
41
20
6
102
6
103
64
64
59
63
104
58
26
58
26
48
21
15
21
15
21
15
21
15
21
15
21
15
110
110
110
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. NETL12812.0 R1212A
33
66
15
15
15
65
36
28
67
27
6
70
36
14
71
14
72
14
34
14
26
26
14
34
72
14
73
34
76
26
75
74
6
105
6
106
32
68
69
68
109
109
22
22
32
110
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. NETL12812.0 R1212A
34
13
9
87
93
7
92
13
92
9
93
87
7
6
87
87
88
3
10
85
10
3
3
10
90
91
29
4
4
83
82
79
77
78
79
12
11
8
11
12
8
89
97
80
81
1
1
1
1
94
37
13
37
94
14
14
84
5
5
13
36
36
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. NETL12812.0 R1212A
35
25
25
86
14
99
86
98
1
1
1
95
1
1
1
14
14
14
14
14
14
96
101
100
14
14
17
14
14
14
108
107
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnr. NETL12812.0 R1212A
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden
gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet
worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
•hetmodelnummerenhetserienummervanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•denaamvanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•hetnummervanhetonderdeelendebeschrijving(zieLIJSTMETONDERDELENenGEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Onderdeel Nr. 338982 R1212A Gedrukt in in China © 2012 ICON IP, Inc.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

NordicTrack T 12.2 Handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor