NordicTrack NETL15713.0 Handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Sticker met
serienummer
Modelnr. NETL14712.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
www.iconeurope.com
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie
hieronder) of neem contact op met
de winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
+4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00
GMT; Zaterdag: 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
2
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
DE HARTSLAG MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
GEBRUIK EN BIJSTELLEN ..................................................................17
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN ............................................25
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE ........................................................Laatste pagina
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn
met dit product inbegrepen. Plak de stickers
op de aangegeven plaatsen over de Engelse
waarschuwingen heen. De hier getoonde sticker(s)
met waarschuwing is/zijn op de aangegeven
plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker
ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een
vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s) wor-
den niet op ware grootte weergegeven.
DE-323073
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
INHOUD
3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar zich ervan te overtuigen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals beschre-
ven is.
4. Deze loopband is alleen voor gebruik in huis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel of voor verhuur.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen of
luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder
de loopband om uw vloer of de vloerbedek-
king te beschermen.
7. Gebruik de loopband niet waar spuitbus-
sen gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
9. De loopband kan alleen door mensen die 159
kg of minder wegen worden gebruikt.
10. Laat nooit meer dan één persoon de loop-
band gebruiken.
11. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die
verstrikt kan raken in de loopband. Atletisch
ondersteunende kleding wordt aanbevolen
voor zowel mannen als vrouwen. Draag altijd
trainingschoenen. Gebruik de loopband nooit
met blote voeten, sokken of met sandalen.
12. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 17). Geen enkel ander
apparaat moet zich op dezelfde groep
bevinden.
13. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm
2
)
snoer van 1,5 m of korter.
14. Houd de stekker bij hete oppervlaktes
vandaan.
15. Loop nooit op de loopband wanneer de
elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de
loopband niet wanneer het elektrische snoer
of de stekker beschadigd is. Gebruik de
loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie
PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 26 als
de loopband niet goed werkt.)
16. Lees de noodstopprocedure grondig door
en test de procedure voordat u de loopband
gebruikt (raadpleeg DE ELEKTRICITEIT
INSCHAKELEN op pagina 19).
17. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houd u altijd vast aan de
handleuningen wanneer u de loopband
gebruikt.
18. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
19. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren, waaronder
bewegingen van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de metingen beïnvloe-
den. De hartslagmonitor dient slechts om de
hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij
uw oefeningen.
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico op
brandwonden, brand, elektrische schok of ernstig letsel aan personen te verminderen. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
20. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Haal altijd de sleutel eruit, druk de
aan/uit-toets in de uit-stand (zie de tekening
op pagina 5 voor de locatie van de aan/uit-
toets) en haal de stekker van de loopband
uit het stopcontact wanneer deze niet wordt
gebruikt.
21. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE op
pagina 7 en DE LOOPBAND INKLAPPEN EN
VERPLAATSEN op pagina 25.) U moet op
veilige wijze in staat zijn om De loopband (20
kg) te verplaatsen.
22. Bij het vouwen of verschuiven van de
loopband dient u erop te letten dat de
opbergvergrendeling het onderstel stevig in
de opslagstand houdt.
23. Verander de hellingstand van de loopband
niet door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
24. Steek geen enkel voorwerp in een opening
van de loopband.
25. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
26. GEVAAR: Trek de stekker altijd
direct na gebruik van de loopband uit het
stopcontact. Doe dit ook bij het schoonma-
ken van de loopband, voor het plegen van
onderhoud en voor het afstellen zoals staat
beschreven in deze handleiding. Verwijder
nooit de motorkap tenzij een technicus dat
aangeeft. Onderhoud, anders dan de proce-
dures in deze handleiding, dient uitsluitend
te worden uitgevoerd door een erkende
onderhoudsvertegenwoordiger.
27. Te veel oefeningen doen, kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u
onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u heeft gekozen voor de revolutionaire
NORDICTRACK
®
T 17.2 loopband. De T17.2 loopband
biedt een reeks indrukwekkende mogelijkheden die
ontwikkeld zijn om het oefenen thuis doeltreffender en
prettiger te maken. Als u geen oefeningen doet, kunt
u deze unieke loopband opvouwen, waardoor deze
minder dan de helft van de ruimte inneemt van andere
loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Noteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Handleuning
Staander
Lade
Sleutel/Clip
Aan/uitschakelaar
Loopband
Kussen van het loopvlak
Voetleuning
Stroomsnoer
Ruststandrol
Afstelschroeven
Bedieningspaneel
Hartslagmonitor
VOORDAT U BEGINT
Lengte: 213 cm
Breedte: 94 cm
Gewicht: 105 kg
6
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
#8 x 1/2"
Schroef
(1)–14
3/8" x 1 1/4" Schroef
(8)–4
3/8" x 2 3/4" Schroef
(7)–4
3/8" x 2" Bout
(3)–2
#8 x 1/2"
Aardingsschroef
(10)–1
#8 x 3/4" Schroef
(2)–17
3/8" Sterring
(13)–4
3/8" Moer
(12)–2
#10 Sterring
(32)–4
1/4" Sterring
(5)–4
5/16" x 2 1/2" Schroef
(37)–4
#8 x 1/2" Schroef met
platte kop
(31)–2
5/16" Sterring
(11)–4
#10 x 3/4" Schroef
(9)–4
7
• De montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
• Er kan zich een vettige substantie op de buiten-
kand van de loopband bevinden na verzending.
Dit is normaal. Mocht er wat vettige substantie
op de loopband bevinden, veeg dit dan met een
zachte lap en wat niet-schurend reinigingsmiddel
weg.
• De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven
met “R” of “Right”.
• Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op pagina 6.
• Voor montage heeft u het volgende gereedschap
nodig:
de meegeleverde inbussleutel
een instelbare sleutel
een Philips schroevendraaier
Om schade aan de onderdelen te vermijden,
dient u geen gebruik te maken van elektrisch
gereedschap.
2. Zorg ervoor dat het snoer uit het stopcontact
getrokken is.
Maak de Linker Wielkap (96) aan de Basis (94)
vast met twee #8 x 3/4" Schroeven (2).
Bevestig de Rechter Wielkap (niet afgebeeld)
vast aan de Basis (94) zoals hierboven
beschreven is.
2
96
94
2
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw compu-
ter en registreer uw product.
•activeertuwgarantie
•bespaartutijdalsuooitcontactmoetopnemen
met de Klantenservice
•hiermeekunnenwijuopdehoogtestellenvan
upgrades en aanbiedingen
Let op: Indien u geen internettoegang heeft, belt
u met de KLANTENSERVICE (zie de voor-
kant van deze handleiding) om uw product te
registreren.
1
MONTAGE
8
4. Zoek naar de Linker Staander (89). Laat een
tweede persoon de Linker Staander naast de
Basis vasthouden (94).
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band in de Linker Staander (89) stevig rond
het uiteinde van de Draad van de Staander
(81) vast. Trek dan aan het andere eind van de
draadband totdat de Draad van de Staander
door de Linker Staander is getrokken.
81
4
81
89
Binddraad
Binddraad
89
94
81
3. Trek de Draad van de Staander (81) en de
Aardingsdraad van de Basis (A) door het aan-
gegeven gat in de Basis (94) met de plastic
binddraad.
Bevestig de Aardingsdraad van de Basis (A)
vast aan de Basis (94) met een #8 x 1/2"
Aardingsschroef (10).
Plaats de Doorvoerhuls (77) in het vierkante gat
in de Basis (94).
Raadpleeg de inzet-tekening. Snij de plas-
tic draadband van de Draad van de Staander
(81) los. Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander niet bekneld raakt.
81
3
Bandje
94
Gat
Vierkant
Gat
10
A
77
Snijden
81
Bandje
9
6. Zoek naar de Linker Basiskap (82) en de
Rechter Basiskap (83). Schuif de Linkerkap van
de Basis (80) op de Linker Staander (89). Schuif
de Rechterkap van de Basis (80) op de Rechter
Staander (90). Druk de Kapjes van de Basis
nog niet op hun plaats.
Schuif de achterkant van de Basis van het
Bedieningspaneel (93) op de Staanders (89, 90).
89
82
90
83
6
93
5. Houd de Linker Staander (89) tegen de Basis
(94) vast. Zorg ervoor dat de draden niet
bekneld raken. Steek dan twee 3/8" x 2 3/4"
Schroeven (7) en twee 3/8" x 1 1/4" Schroeven
(8) met twee 3/8" Sterringen (13) in de Linker
Staander.
Draai de 3/8" x 2 3/4" Schroeven (7) en de 3/8"
x 1 1/4" Schroeven (8) gedeeltelijk totdat de kop-
pen van de Schroeven de Linker Staander (89)
raken. Draai de Schroeven nog niet te vast.
Maak de Rechter Staander (niet getoond) op
dezelfde manier vast. Let op: Er zitten geen
draden aan de rechterkant.
94
89
5
8
7
13
13
10
8. Draai vier #10 x 3/4" Schroeven (9) vast met vier
#10 Sterringen (32) in de sensorstang (112) en
de Handleuningen (87).
Schuif de Sensorstang (112) zover mogelijk in
de getoonde richting en draai vervolgens de #10
x 3/4" Schroeven (9) vast. Draai de schroeven
niet te vast aan.
Verwijder de draadband uit de Draad van de
Staander (81).
Steek de draad van de hartslagsensor (E)
van de Sensorstang (112) door de lus van de
Kabelband (99) op de rechterhandleuning (C).
Zie stap 7. Draai alle vier 5/16" x 2 1/2"
Schroeven (37) vast.
9
32
Binddraad
81
9
32
8
112
E
99
87
87
C
7. Bevestig de Linker Handleuning (B) op de Linker
Staander (89) met twee 5/16" x 2 1/2" Schroeven
(37) en twee 5/16" Sterringen (11). Zorg ervoor
dat de Draad van de Staander (81) niet
bekneld raakt. Draai alle zes de Schroeven
aan, maar niet vast.
Maak de Rechter Handleuning (C) op dezelfde
manier vast. Let op: Er is geen draad aan de
rechterkant.
Verwijder en gooi de vier aangegeven schroe-
ven (D) weg.
7
89
C
37
37
11
11
B
D
D
81
11
10. Verwijder de twee #8 x 1 1/4" Schroeven (107)
en schuif de kap van de Linkerhandleuning (79)
er ongeveer 2,5 cm in. De schroeven worden
later bevestigd. Let op: Het is niet nodig om het
inzetstuk van de Linkerhandleuning te verplaat-
sen (84).
Houd het bedieningspaneel met de hulp van een
tweede persoon dichtbij de Linker Handleuning
(B).
Leid de draad van de Staander (81) rond de
achterkant van het Bedieningspaneel zoals
aangegeven en steek het uiteinde van de draad
van de Staander door de aangegeven lus van de
Kabeldband (99).
Bedieningspaneelmodule
79
107
81
99
10
B
84
9. Plaats het bedieningspaneel met de bovenkant
op een zachte oppervlakte zodat het bedienings-
paneel niet bekrast wordt.
Verwijder de vier 1/4" x 1" Schroeven (4) uit het
Onderstel van het Bedieningspaneel (104). Deze
worden in een latere stap gebruikt.
Bevestig de Linker en Rechter tashouders (36,
27) met vacht 8" x 1/2" Schroeven (1). Draai de
schroeven niet te vast aan.
Bedienings-
paneelmodule
1
9
4
4
1
1
104
1
27
36
12
12. Zet het bedieningspaneel op de beugels op de
Handleuningen (87). Zorg ervoor dat de dra-
den niet bekneld raken.
Maak het bedieningspaneel vast met de vier 1/4"
x 2" Schroeven (4) die u heeft verwijderd in stap
9 en vier 1/4" Sterringen (5). Draai alle vier de
schroeven en draai ze vast.
12
87
87
4
5
5
Bedieningspaneelmodule
4
11. Verwijder de twee #8 x 1 1/4" Schroeven (107)
en schuif de kap van de Rechterhandleuning
(80) er ongeveer 2,5 cm in. De schroeven
worden later bevestigd. Let op: Het is niet nodig
om het inzetstuk van de Rechterhandleuning te
verplaatsen (85).
Houd het bedieningspaneel met de hulp van een
tweede persoon dichtbij de Rechterhandleuning
(C).
Zorg ervoor dat de draad van de hartslagsensor
(E) door de lus van de Kabelband (99) op de
rechterhandleuning (C) is gestoken.
Leid de draad van de hartslagsensor (E) rond
de achterkant van het Bedieningspaneel zoals
aangegeven en steek het uiteinde van de draad
van door de andere Kabeldraad (99).
Bedienings-
paneelmodule
107
80
99
99
E
E
11
C
85
13
14. Sluit de aardingsdraden (G), de 8-pen draden
(F), de 10-pen draden (E), en de vier draden van
de luidsprekers (H) van het Bedieningspaneel
(103) aan. Let op: De Draad van de Staander
(81) heeft 8 pennen, de draad van de hartslag-
sensor (E) heeft 10 pennen en de draden van de
luidsprekers (H) hebben 2 pennen.
Raadpleeg de inzet-tekening. De connecto-
ren zouden makkelijk samen moeten glijden
en op hun plaats moeten klikken. Als dit niet
gebeurt, dient u een van de verbindingsstukken
te draaien en het nog eens te proberen. ALS
U DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED
VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL
BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM
WORDT AANGEZET.
Nadat alle draden zijn aangesloten, trekt u de
draden strak en bindt u de Kabeldraden (99)
rond de draden. Zorg ervoor dat er geen draden
leunen op andere buizen dan de buizen met
binddraden. Snij het uiteinde van de binddraden af.
H
G
14
103
E
81
81
99
99
99
Draad van
het Bedie-
nings-
paneel
F
13. Plaats het Bedieningspaneel (103) op de Basis
van het Bedieningspaneel (64). Zorg ervoor dat
er geen draden van het Bedieningspaneel
zijn vastgeklemd.
Maak het bedieningspaneel (103) vast aan de
Basis van het Bedieningspaneel (64) met zes #8
x 1/2" Schroeven (1).
13
1
1
103
1
64
1
Draden
14
16. Draai negen #8 x 3/4" Schroeven (2) vast
in de achterkant van de Basis van het
Bedieningspaneel (93) inde aangegeven loca-
ties; begin met de middelste schroef.
Let op: Een aantal van de #8 x 3/4" Schroeven
(2) zijn ontworpen om te worden ingedraaid
vanaf verschillende hoeken.
2
16
2
2
2
2
2
2
93
Begin eerst
15. Steek de achterkant van de Basis van het
Bedieningspaneel (93) in het gat in het bedie-
ningspaneel en op de bovenkant van de
aangegeven beugel. Zorg ervoor dat de dra-
den niet bekneld raken.
Maak de twee #8 x 1/2" Schroeven met platte
kop (31) vast in de houder op de achterkant van
de Basis van het Bedieningspaneel (93).
15
Bedienings-
paneelmodule
93
Beugel
31
15
19. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen plastic op de loop-
bandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Let op: Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Berg de meegeleverde
inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband mee af te stellen (zie pagi-
na’s 27 en 28).
18. Breng daarna het Onderstel (56) omhoog, tot de
positie die is afgebeeld.
Richt de Opbergvergrendeling (53) zo dat de
grote loop en de vergrendelingsknop zich in de
afgebeelde posities bevinden.
Bevestig het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (53) aan de Basis (94) met
een 3/8" x 2" Bout (3) en een 3/8" Moer (12).
Bevestig het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (53) aan de Basis (56) met
een 3/8" x 2" Bout (3) en een 3/8" Moer (12).
Breng het Onderstel (56) naar beneden (zie
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR
GEBRUIK op pagina 25).
18
53
56
3
Groot
Loop
Vergrendelknop
12
3
94
12
17. Schuif de kapjes van de handleuning (79, 80)
naar voren tot ze uitlijnen met de Basis van het
Bedieningspaneel (64). Maak de kapjes van
de handleuningen vast met de vier #8" x 1 1/4"
Schroeven (107) die u heeft verwijderd in stap
10 en 11. Draai de schroeven niet te vast aan.
Draai vier #8 x 3/4" Schroeven (2) vast in het
Bedieningspaneel op de aangegeven locaties.
Let op: Een aantal van de #8 x 3/4" Schroeven
(2) zijn ontworpen om te worden ingedraaid
vanaf verschillende hoeken.
Breng de kapjes van de Basis (82, 83) omhoog
en draai de vier 3/8" x 2 3/4" Schroeven (7)
eerst stevig vast en draai daarna de 3/8" x 1 1/4"
Schroeven (8) (alleen één kant wordt getoond)
goed vast. Druk dan Kapjes van de Basis op hun
plaats.
17
Bedienings-
paneel-
module
107
107
82
83
8
2
2
80
79
64
7
16
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor
heeft een borstkas-
band en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de
borstkas-band in het
ene uiteinde van de
sensor, zoals afge-
beeld in de tekening.
Druk dan het uit-
einde van de sensor
onder de gesp van
de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant
van de sensor.
De hartslag moni-
tor moet onder uw
kleding gedragen
worden, strak tegen
uw huid. Draag de
hartslag monitor
in de aangegeven
plaats rond uw borst-
kas. Zorg ervoor dat
de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uit-
einde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de
lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en
zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes.
Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof,
zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen.
Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
•Droogdesensorgoedafnaiedergebruik.Door
vocht blijft de sensor langer dan nodig branden en
zodoende zullen de batterijen sneller leeg lopen.
•Bewaardehartslagmonitoropeenwarmeendroge
plaats. Bewaar de harslag monitor niet in een plastic
zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
•Steldehartslagmonitornietlangdurigblootaan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
•Buigenrekdesensortijdenshetgebruikofhet
opbergen van de hartslag monitor niet te veel.
•Maakdesensorschoonmeteenzachtedoekeneen
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een
zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit
schuurmiddelen, alcohol of chemische producten
om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkas-
band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wan-
neer de hartslag monitor niet goed werkt.
•Zorgervoordatudehartslagmonitorgoeddraagt
zoals hier links is beschreven. Verplaats de hartslag
monitor wat naar boven of naar beneden wanneer u
de borstkas-hartslag monitor niet goed werkt.
•Maakdeelektrodesopnieuwwatnatwanneerde
hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te
transpireren.
•Voordegoedeweergavevandehartslagmetingen
moet de gebruiker zich op minder dan een armlengte
van het bedieningspaneel bevinden.
•Alserzicheenbatterijdekseltjeaandeactherkant
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met
een batterij van hetzelfde type.
•Dehartslagmonitorisontwikkeldvoormensenmet
een normale hartslag. Problemen met de hartslag-
meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin-
gen, of aritmie.
•Dewerkingvandehartslagmonitorkanbeïnvloed
worden door magnetische storingen die door hoog-
spanningsdraden en andere elektromagnetische
bronnen veroorzaakt kunnen worden. Verplaats het
tness-apparaatalsuvermoedtdatditdeoorzaakis.
Gesp
Flap
Borstkas-
band
Flaps
Sensor
Sensor
DE HARTSLAG MONITOR
17
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke
regelingen.
UK
DU
GR
RU
HU
FR/
SP/
PL
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
UK
DU
GR
RU
HU
FR/
SP/
PL
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
18
ETNE14712
NETL14712
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie-
ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen
in andere talen op het meegeleverde stickervel.
Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een
indrukwekkende keuze uit functies die zijn ontwikkeld
om uw oefeningen effectiever en prettiger te maken. U
kunt wanneer u de handmatige instelling gebruikt de
snelheid en de hellingstand van de loopband verande-
ren door een druk op een toets. Tijdens de oefening
zal het bedieningspaneel directe feedback over uw
oefening geven. U kunt zelfs uw hartslag meten door
gebruik te maken van de ingebouwde handgreep
met hartslagmonitor of door middel van de borstkas
hartslagmonitor.
Het bedieningspaneel heeft bovendien tweeëndertig
oefeningen—acht calorie oefeningen, acht hellin-
goefeningen, acht intensiteitsoefeningen en acht
snelheidsoefeningen. Elke oefening regelt automatisch
de snelheid en de helling van de loopband wanneer
het u door een effectieve oefeningsessie begeleidt.
Het bedieningspaneel heeft een iFit-modus zodat de
loopband op uw draadloze netwerk aangesloten kan
worden door middel van een optionele iFit-module.
U kunt, met de iFit-modus, persoonlijke oefeningen
downloaden, uw eigen oefeningen samenstellen,
resultaten van uw oefening bijhouden, tegen andere
iFit-hardlopers racen en vele andere keuzes raadple-
gen. Voor aankoop van de iFit Live module gaat u
naar www.ifit.com of belt u met het telefoonnum-
mer op de voorkant van deze handleiding.
U kunt tevens naar uw favoriete oefeningmuziek of
audioboek via het stereogeluidssysteem van het bedie-
ningspaneel terwijl u oefeningen doet.
Om het apparaat aan te zetten, kijkt u op pagina 19.
Hoe de handmatige instelling te gebruiken, kijkt u op
pagina 19. Voor gebruik van een vooraf ingstelde
oefening, kijkt u op pagina 21. Voor gebruik van een
iFit-oefening, zie pagina 22. Voor gebruik van een
oefening met een vooraf ingesteld doel, zie pagina
23. Voor gebruik van een het stereogeluidsysteem
kijkt u op pagina 23. Voor gebruik van de onder-
houdsmodus kijkt u op pagina 24.
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid
en de afstand in kilometers of mijlen weergeven.
Om te zien welk meetsysteem is gekozen, zie DE
INFORMATIEMODUS op pagina 24. Om het een-
voudig te houden, verwijzen alle instructies in deze
paragraaf naar kilometers.
BELANGRIJK: Als er een stuk plastic op het bedie-
ningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag
alleen schone schoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopvlak te voor-
komen. De eerste keer dat u de loopband gebruikt,
dient u de uitlijning van de loopband te bestude-
ren en het midden van de loopband aan te passen
indien dit nodig is (zie pagina 28).
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
19
DE ELEKTRICITEIT INSCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische compo-
nenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
het stopcontact (zie pagina
17). Zoek vervolgens naar
de aan/uit-schakelaar op
het onderstel van de loop-
band bij het stroomsnoer.
Druk de aan/uitschakelaar
in de reset stand staat.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel toont een
demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de
loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als de
displays oplichten als het stroomsnoer wordt inge-
stoken en de aan/uitschakelaar in de resetstand is
gezet, gaat de demostand aan. Om de demostand
uit te schakelen, houdt u de Stop-knop enkele
seconden ingedrukt. Raadpleeg DE INFORMATIE
MODUS op pagina 24 om de demostand uit te scha-
kelen wanneer de displays blijven branden.
Ga op de voetleuning van
de loopband staan. Zoek
naar de clip die aan de
sleutel vastzit en schuif de
clip aan de tailleband van
uw kleding. Plaats de sleu-
tel in het bedieningspaneel.
Kort daarna zal de display
oplichten. BELANGRIJK:
Bij een noodsituatie kunt u aan de sleutel van
het bedieningspaneel trekken, zodat de loopband
vertraagt en tot stilstand komt. Test de clip door
voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten
totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt
getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspa-
neel komt, stel dan de lengte van de clip bij.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT AAN TE ZETTEN hierboven.
2. Selecteer de handmatige modus.
Indien de handmatige modus niet is geselecteerd,
drukt u op de Manual Control (handmatige) toets
op het bedieningspaneel.
3. Start de loopband.
Om met de loopband te beginnen drukt u op de
toets Start, de toets Speed (Snelheid) verhogen of
op een van de genummerde 1 Step Speed (1-staps
snelheidtoetsen).
Als de toets Start of Speed verhogen wordt inge-
drukt dan zal de loopband beginnen te bewegen
met een snelheid van 2 Km/u. U kunt tijdens de
oefening de snelheid van de loopband naar wens
veranderen door te drukken op de toetsen Speed
increase and decrease (Snelheid Verhogen en
Verlagen). Steeds als u een van de toetsen indrukt
zal de snelheidsinstelling met 0,1 Km/u aanpas-
sen; als u een toets ingedrukt houdt verandert de
snelheid met stapjes van 0,5 Km/u. Let op: Na het
drukken op de toets kan het even duren voordat
de loopband de geselecteerde snelheidsinstelling
bereikt.
Indien u drukt op een van de genummerde toetsen
1 Step Speed, zal de snelheid van de loopband
geleidelijk aangepast worden tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets.
De tijd zal op de display knipperen. Om de loop-
band opnieuw te starten, drukt u op de toets Start
of op de toets Speed increase.
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te veranderen,
op de toets Incline (Helling) verhogen of verlagen
of een van de genummerde 1 Step Incline buttons
(Stap hellingstoetsen). Elke keer als u op een van
de toetsen drukt, zal de helling geleidelijk verande-
ren tot de geselecteerde hellinginstelling is bereikt.
5. Volg uw voortgang op de displays.
De display zal de volgende oefeninginformatie
tonen als u op de loopband loopt of rent:
• Deverstrekentijd
• Deafstanddieuhebtgewandeldofhardgelopen
• Deintensiteitsbalkvandeoefening
• Hetgeschatteaantalcalorieëndatuheeft
verbrand
• Dehellingstandvandeloopband
• Hetaantalverticalegeklommenmeters
• Desnelheidvandeloopband
• Uwhartslag(ziestap6oppagina20)
• Dematrix
Resetten
ETNE14712
NETL14712
Sleutel
Clip
20
Het scherm heeft meerdere display keuzes. Druk op
de toets verhogen en verlagen naast de Enter-toets
totdat het gewenste tabblad wordt weergegeven.
Het tabblad Incline (Helling) zal een profiel van de
hellingsinstellingen van de oefening aangeven. Een
nieuw segment zal aan het einde van ieder minuut
verschijnen. Het tabblad Speed (Snelheid) zal een
profiel van de snelheidsinstellingen van de oefening
aangeven.
Het My Trail (mijn route)-tabblad zal een route van
400 meter aangeven. De witte rechthoek geeft uw
vordering aan. Het My Trail-tabblad zal het aantal
rondjes aangeven dat u voltooit.
Het Tabblad Calorie zal het bij benadering aantal
calorieën dat u verbrand heeft aangeven. De hoogte
van ieder segment geeft het aantal verbrande
calorieën aan dat tijdens dat segment verbrand
is. De calorie display zal bij benadering het aantal
verbrande calorieëen per uur aangeven wanneer de
Calorieën keuze gekozen is.
Als u oefeningen doet, zal de oefeningintensiteits-
niveaubalk het geschatte intensiteitsniveau van uw
oefening aangeven.
Druk op de Home (thuis)-toets om naar het
standaardmenu terug te keren (raadpleeg de
INFORMATIE MODUS op bladzijde 24 om het
standaardmenu in te stellen). Druk, indien nodig,
nogmaals op de Home toets.
Het symbool “draadloos” aan
de bovenkant van de display
zal, wanneer een iFit-module
aangesloten is, de sterkte van
het draadloze signaal weerge-
ven. Vier staafjes geeft volle
sterkte aan.
Om de displays te resetten drukt u op de toets Stop,
haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel er weer
in.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Let op: Als u de borstkas hartslagmonitor draagt
en tegelijkertijd de hartslagsensor van de hand-
greep gebruikt, geeft het bedieningspaneel uw
hartslag niet nauwkeurig weer. Zie pagina 16 voor
meer informatie over de borstkas hartslagmonitor.
Voordat u de
handgreep
hartslagmo-
nitor gebruikt,
verwijdert u het
plastic laagje
van de metalen
contactpunten op
de sensorstang.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleu-
ning staan en houdt u de sensorstang met de
metalen contactpunten op uw handpalmen onge-
veer tien seconden vast – beweeg uw handen niet.
Het hartsymbooltje in het calorieënscherm zal met
elke hartslag knipperen, een of twee streepjes zullen
verschijnen en uw hartslag wordt aangegeven. Voor
de meest nauwkeurige hartslagwaarde, dient u
de contactpunten gedurende 15 seconden vast
te houden.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator toont meerdere snelheidsinstellingen
en een stand automatisch. Als de stand automatisch
is geselecteerd, zal de snelheid van de ventilator
automatisch verhogen en verlagen als de snelheid
van de loopband verhoogt en verlaagt.
Druk herhaalde-
lijk op de toets
Ventilator Manual
(Handmatig) om een
ventilatorsnelheid te
kiezen of om de ventilator uit te zetten. Druk her-
haaldelijk op de toets Ventilator Auto (Automatisch)
om de automatische stand te kiezen of om de venti-
lator uit te zetten.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleu-
tel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetleuning staan, druk op de toets Stop
en stel de helling van de loopband in op de
laagste positie. De helling van de loopband moet
zich in de laagste stand bevinden wanneer u de
loopband wilt opbergen anders kan de loopband
beschadigd worden. Haal vervolgens de sleutel
uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een
veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te
gebruiken, zet u de aan/uitschakelaar in de off
(uit)-stand en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
Contact-
punten
ETNE14712
NETL14712
21
EEN INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Raadpleeg HET APPARAAT AANZETTEN op
pagina 19.
2. Kies een ingestelde oefening.
Om een vooraf ingestelde oefening te selecteren
drukt u herhaaldelijk op de toets Calorie, Incline
(Helling), Intensity (Intensiteit) of Speed (Snelheid)
totdat de gewenste oefening op het scherm
verschijnt.
De display zal, wanneer u een oefening kiest, de
tijdsduur van de oefening en de naam van de oefe-
ning aangeven. Bovendien zal er een profiel van
de snelheidsinstellingen van de oefening op het
scherm verschijnen. Wanneer u voor een calorie-
enoefening kiest, dan zal bij benadering het aantal
calorieën dat u zult verbranden in de naam van de
oefening verschijnen.
3. Begin met de oefening.
Druk op de toets Start of de toets Speed increase
(Snelheidstoename) verhogen om met de oefe-
ning te beginnen. Kort nadat u op de toets heeft
gedrukt, zal de loopband zich automatisch aanpas-
sen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling
van de oefening. Houd de handleuningen vast en
begin met wandelen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er is één
hellinginstelling en één tempo-instelling gepro-
grammeerd voor elk segment. Let op: Dezelfde
snelheid en/of hellingsinstelling kan worden gepro-
grammeerd voor opeenvolgende segmenten.
Tijdens de
oefening
wordt uw
profiel op de
snelheid en
de helling
keuze aange-
geven zodat
u uw vordering kunt volgen. De knipperende balk
van het profiel stelt het huidige oefeningsegment
voor. De hoogte van het knipperende segment
geeft de weerstandsinstellingen van het huidige
segment aan. Aan het einde van elk segment, is
een serie geluiden te horen en begint het volgende
segment van het profiel te knipperen. Als een
andere tempo-instelling en/of hellinginstelling is
geprogrammeerd voor het volgende segment, dan
zal de nieuwe tempo- en/of hellinginstelling in het
display knipperen en zal de loopband zich auto-
matisch aanpassen aan de nieuwe tempo- en/of
hellinginstelling.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display en
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal vertra-
gen tot deze halt houdt.
Opmerking: Het na te streven caloriedoel is
een schatting van het aantal calorieën dat u
tijdens de oefening verbranden zult. Het feite-
lijke aantal calorieën dat u verbrandt hangt af
van verschillende factoren zoals uw gewicht.
Daarnaast heeft een handmatige wijziging van
de snelheid of de helling van de loopband tij-
dens de oefening effect op het aantal calorieën
dat u zult verbranden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de
instelling handmatig overschrijven door te drukken
op de toetsen Speed en Incline, als het volgende
segment van de oefening begint, dan zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de
snelheid en hellinginstellingen voor het vol-
gende segment.
Druk op de Stop toets om de workout wanneer u
dat wilt te stoppen. De tijd zal op de display knippe-
ren. Druk op de Starttoets of op de Speed increase
toets om de oefening te hervatten. De loopband zal
met een snelheid van 2 km/u beginnen te draaien.
Echter, als het volgende onderdeel van de oefening
begint, zal de loopband zich automatisch aanpas-
sen aan de snelheid en hellinginstellingen voor het
volgende onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 19. De display zal, wanneer u
een vooraf ingestelde oefening kiest, de resterende
tijd in plaats van de verlopen tijd aangeven.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 20.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 20.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 20.
Huidig segment
22
HET GEBRUIK VAN EEN IFIT-OEFENING
Let op: Voor gebruik van een iFit-oefening dient u
toegang te hebben tot een computer met een internet-
verbinding en een USB-poort. Daarnaast dient u ook
toegang te hebben tot een draadloos netwerk inclusief
een 802.11b/g/n router met geactiveerde SSID broad-
cast (verborgen netwerken worden niet ondersteund).
Een iFit.com-lidmaatschap is ook vereist.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Raadpleeg HET APPARAAT AANZETTEN op
pagina 19.
2. Plaats de iFit module in het bedieningspaneel.
Zie de instructies van de iFit-module om de iFit-
module in te steken.
BELANGRIJK: Om te voldoen aan de blootstel-
lingsvereisten, dienen de antenne en de zender
in de iFit-module minstens 20 cm afstand te
hebben van alle personen en mogen ze niet
vlakbij of aangesloten zijn op een andere
antenne of zender.
3. Kies een gebruiker.
U kunt, als er meer dan één gebruiker geregis-
treerd is, vanuit het iFit-hoofdscherm van gebruiker
wisselen. Druk op de toetsen verhogen en verlagen
naast de Enter-toets om een gebruiker te kiezen.
4. Kies een iFit -oefening.
Om een iFit-oefening te selecteren, drukt u op een
van de iFit-toetsen. U moet, voordat oefeningen
worden gedownload, ze aan uw lijst op
www.iFit.com toevoegen.
Druk op de toets Map (Kaart), Train (Training) of
Lose Wt. (Gewicht verliezen) om de volgende oefe-
ning van dat type op uw lijst te downloaden. Druk
op de Compete (competitie) toets om aan een race
deel te nemen die u al eerder gepland heeft.
Om een recente iFit-oefening uit uw schema
opnieuw te rennen drukt u eerst op de toets
Track (Route). Gebruik vervolgens de toetsen
Increase en Decrease (verhogen en verlagen) om
de gewenste oefening te selecteren. Druk op de
Entertoets om de oefening te laten beginnen.
Opmerking: Indien er geen oefeningen zijn van het
geselecteerde type in uw planning, dan wordt de
volgende oefening in uw planning gedownload.
Voor meer informatie over de iFit-oefeningen
kijkt u op www.iFit.com.
De display zal, wanneer u een iFit-oefening kiest,
de duur van de oefening, de afstand die u zult wan-
delen of lopen, het geschatte aantal calorieën dat
u zult verbranden, de naam van de oefening en de
maximale snelheid en helling aangeven. De display
zal, als u een competitie oefening kiest, aftellen
totdat de race begint.
Opmerking: Een aantal iFit-toetsen kunnen ook
twee demo-oefeningen uitvoeren. Om de demo-
oefeningen te gebruiken, haalt u de iFit-module van
het bedieningspaneel af en drukt u op een van de
iFit-toetsen.
5. Begin met de oefening.
Zie stap 3 op pagina 21.
Tijdens sommige oefeningen zal de stem van
een persoonlijke trainer u begeleiden. U kunt een
audio-instelling voor uw persoonlijke trainer kiezen
(zie DE INFORMATIE MODUS op bladzijde 24).
Druk op de Stop toets om de workout wanneer
u dat wilt te stoppen. De tijd zal op de display
knipperen. Druk op de Starttoets of op de Speed
increase (Snelheidstoename) toets om de oefening
te hervatten. De loopband zal met de snelheidsin-
stelling van het eerste segment van de oefening
beginnen te draaien. Echter, als het volgende
onderdeel van de oefening begint, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de snelheid en
hellinginstellingen voor het volgende onderdeel.
6. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 19.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 20.
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 20.
9. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 20.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit-modus.
23
EEN OEFENING MET EEN VAST DOEL GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Raadpleeg HET APPARAAT AANZETTEN op
pagina 19.
2. Selecteer een set-a-goal workout (ingesteld
doel).
Voor het selecteren van een oefening met een
ingesteld doel, drukt u lichtjes op de toets Set A
Goal (Ingesteld Doel) op het bedieningspaneel.
Gebruik de toetsen Increase/Decrease (Verhogen
en verlagen) naast de toets Enter om een calorie-,
tijd- of afstandsdoel in te stellen. Druk vervolgens
op de toetsen Increase/Decrease naast de toets
Enter om een doel te kiezen. Druk op de toetsen
Speed (Snelheid) en Incline (Helling) om een snel-
heid en helling voor de oefening te selecteren. Het
scherm toont de duur en afstand van de oefening
en het geschatte aantal calorieën dat u tijdens de
oefening zal verbranden.
3. Begin met de oefening.
Druk op de Starttoets om het programma te laten
beginnen. Kort nadat u op de toets heeft gedrukt,
begint de loopband te bewegen. Houd de handleu-
ningen vast en begin met wandelen.
De oefening werkt op dezelfde wijze als de hand-
matige modus (zie pagina's 19 en 20).
De oefening duurt zolang tot u uw instelde doel
bereikt. De loopband zal vertragen tot deze halt
houdt.
Opmerking: Het na te streven caloriedoel is een
schatting van het aantal calorieën dat u tijdens
de oefening verbranden zult. Het feitelijke
aantal calorieën dat u verbrandt hangt af van
verschillende factoren zoals uw gewicht.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 19.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 20.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 20.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 20.
DE GELUIDSINSTALLATIE GEBRUIKEN
Om muziek of audioboeken via de stereoluidspre-
kers van het bedieningspaneel af te spelen, moet u
uw MP3-speler, CD-speler, of andere persoonlijke
audiospeler via de audio-aansluiting op het bedienings-
paneel aansluiten.
Voor gebruik van de audio-aansluiting, steekt u de
audiokabel in de audio-aansluiting. Steek dan het
audiosnoer in een aansluiting op uw MP3-speler,
CD-speler of andere persoonlijke audiospeler. Zorg
dat het audiosnoer volledig is aangesloten.
Druk dan op de toets
Afspelen op uw MP3-
speler, CD-speler of andere
persoonlijke audio-speler.
Pas het volume aan op uw
persoonlijke audio-speler, of
druk op de toetsen volume
verhogen en verlagen op
het bedieningspaneel.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de
CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer
of een ander vlak oppervlak in plaats van op het
bedieningspaneel.
Verlagen
Verhogen
24
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatie-instelling
die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw
eigen bedieningspaneel-instellingen laat invoeren.
1. Selecteer de informatiemodus.
Om de informatiemodus te selecteren, houdt u
de toets Stop ingedrukt terwijl u de sleutel terug-
plaatst in het bedieningspaneel en daarna de
toets Stop weer loslaat. Als de informatiemodus is
geselecteerd, zal de volgende informatie worden
afgebeeld:
De Time (tijd) display zal het totaal aantal uren dat
de loopband gebruikt is aangeven.
De Distance (afstand) display zal het totaal aantal
kilometers (of mijlen) dat de loopband gedraaid
heeft aangeven.
Het onderste gedeelte van de display zal de
status van de iFit module aangeven. Als een iFit
module wordt aangesloten, toont de display de
woorden WIFI MODULE. De display zal, als een
USB-module aangesloten is, de woorden USB/
SD MODULE aangeven. Als er geen module is
aangesloten, toont de display de woorden NO IFIT
MODULE.
2. Selecteer de optionele schermen.
Als de informatiemodus is geselecteerd, zal
het scherm verschillende optionele schermen
weergeven. Druk op de toets verlagen naast de
Enter-toets om elk van de volgende schermen te
selecteren:
UNITS—Druk op de Enter-toets om de meet-
eenheid te wijzigen. Om de afstand in mijlen te
bekijken, selecteert u ENGLISH. Om de afstand in
kilometers te bekijken, selecteert u METRIC.
DEMO—Het bedieningspaneel toont een demo-
stand, die ontwikkeld is voor gebruik als de
loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Terwijl
de demostand is aangezet, kunt u het bedienings-
paneel normaal gebruiken wanneer u het snoer in
het stopcontact steekt, de stroomonderbreker in
de resetpositie geplaatst wordt, en de sleutel in het
bedieningspaneel gestoken wordt. Als u de sleutel
eruit haalt, dan blijven de displays verlicht hoewel
de toetsen niet werken. Het woord ON (aan) zal
op het scherm verschijnen wanneer de demostand
aan is. Om de demostand aan of uit te zetten, kunt
u op de Enter-toets drukken.
CONTRAST LVL—Druk op de toetsen Incline
(Helling) verhogen en verlagen om het contrastni-
veau van de display aan te passen.
Als een module is aangesloten, kunt u ook het
volgende scherm selecteren:
TRAINER VOICE: Druk op de Enter-toets om
de stem van de persoonlijke trainer aan of uit te
zetten.
Als een iFit module is aangesloten, kunt u ook
de volgende schermen selecteren:
DEFAULT MENU: Het standaardmenu zal verschij-
nen wanneer u de sleutel in het bedieningspaneel
steekt, of wanneer u de Home toets indrukt. Druk
herhaaldelijk op de Enter-toets om het handmatige
hoofdscherm of de iFit-scherm als standaardmenu
te kiezen.
CHECK WIFI STATUS: Druk op de Enter-toets
om de status van uw iFit module te bekijken. Het
onderste scherm toont het softwareversienummer,
de netwerk-SSID, het netwerkcoderingstype, de
verbindingsstatus, de draadloze signaalsterkte, het
IP-adres van de module, het aantal geregistreerde
gebruikers en hun namen, de resultaten van de
DNS zoekopdracht en de status van de iFit server.
SEND/RECEIVE DATA: Druk om oefeningen, de
oefeninglogboeken en de updates te verzenden
en te ontvangen op de Enter-toets. Wanneer het
proces voltooid is zullen de woorden TRANSFERS
DONE (overdrachten uitgevoerd) op het scherm
verschijnen.
3. Verlaat de informatiemodus.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de
informatie instelling te verlaten.
25
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de
loopband opbergt om schade aan de loopband te
voorkomen. Verwijder dan de sleutel en trek het
stroomsnoer uit het stopcontact. LET OP: U moet
op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen
optillen, of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
LET OP: Houd het onderstel niet vast bij de
plastic voetleuningen. Buig uw knieën en houd
uw rug recht.
2. Til het onderstel omhoog tot de vergrendelknop in
de opslagpositie vergrendelt. LET OP: Zorg dat
de vergrendelknop vastzit.
Leg een matje onder de loopband om uw vloer-
bedekking te beschermen. Houd de loopband uit
direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst
in te klappen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
LET OP: Zorg dat de vergrendelknop in de opslag-
positie is vergrendeld. Er kunnen twee mensen
voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een wiel.
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan
voorzichtig naar de gewenste locatie. LET OP:
Verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te leunen, trek niet aan het onderstel en
verplaats de loopband niet over een ongelijke
ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR
GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houd het bovenste uiteinde van
het loopbandonderstel vast met uw rechterhand.
Trek vervolgens de vergrendelknop naar links.
BELANGRIJK: Draai niet aan de vergrendel-
knop. Druk, indien nodig, het onderstel iets naar
voren. Draai het onderstel naar onderen en laat de
vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onder-
stel stevig met beide handen vast en laat zakken
op de vloer. LET OP: Houd het onderstel niet
vast bij de plastic voetleuningen en laat het
onderstel niet los. Buig uw knieën en houd uw
rug recht.
Handleuning
Onderstel
Wiel
Onderstel
1
1
Vergrendelknop
2
Onderstel
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
26
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen worden
opgelost. Vind het symptoom dat van toepassing
is en volg de vermelde stappen. Als u verdere
hulp nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
SYMPTOOM: HET apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten
in een geaard stopcontact (zie pagina 17 ). Mocht
een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een
3 conductor, maat 14 (1 mm
2
) snoer van 1,5 m of
korter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u
het snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de aan/uit-schakelaar op het onder-
stel van de loopband bij het stroomsnoer. Als de
schakelaar zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de
schakelaar afgeslagen. Om de stroomschakelaar
opnieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt
u de schakelaar weer in.
SYMPTOOM: Stroomuitval tijdens gebruik
a. Controleer de stroomschakelaar (zie de tekening
hierboven). Als de schakelaar is uitgeschakeld,
wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer
in.
b. Zorg dat het snoer is aangesloten op het stopcon-
tact.Als het is aangesloten op het stopcontact, haal
het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek
het weer in het stopcontact.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wan-
neer de loopband nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: Het scherm van het bedieningspaneel
blijft verlicht als u de sleutel uit het bedieningspa-
neel haalt
a. Het bedieningspaneel beschikt over een demo-
modus. Deze modus wordt gebruikt als de
loopband in een winkel wordt tentoongesteld.
Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel ver-
wijdert, is de demostand ingeschakeld. Om de
demostand uit te schakelen, houdt u de Stop-knop
enkele seconden ingedrukt. Als de schermen nog
steeds verlicht zijn, raadpleegt u de INFORMATIE-
MODUS op pagina 24 om de demostand uit te
zetten.
SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel
werken niet naar behoren
a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
TREK HET SNOER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder de vijf #8 x 3/4" Schroeven (118). Draai
dan voorzichtig de Motorkap (65) eraf.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Resetten
Doorgeslagen
c
65
118
a
118
118
27
Zoek de Snelheidssensor (52) en de Magneet
(50) aan de linkerkant van de Katrol (49). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3mm
is. Indien nodig maakt u de #8 x 3/4" Tekschroef
(14) losser, beweegt u de Snelheidssensor licht-
jes en maakt u de schroef weer vast. Maak de
Motorkap (niet afgebeeld) vast met de vijf #8 x 3/4"
Schroeven (niet afgebeeld) en laat de loopband
een paar minuten draaien om de snelheidsmeting
na te kijken.
SYMPTOOM: De helling van de loopband wijzigt
niet goed
a. Druk de toetsen Stop en Speed (Snelheid) verho-
gen in, plaats de sleutel in het bedieningspaneel
en laat de toetsen Stop en Speed verhogen dan
los. Druk op de toets Stop en druk dan op de toets
Incline (Helling) verhogen of verlagen. De loopband
stijgt automatisch naar het maximale hellingsni-
veau en keert dan terug naar het minimumniveau.
Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw geka-
libreerd. Als de helling niet kalibreert, druk dan op
de toets Stop en druk opnieuw op de toets Helling
vergroten of verkleinen. Als de helling is gekali-
breerd, dient u de sleutel uit het bedieningspaneel
te halen.
SYMPTOOM: DE loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm
2
) snoer van
1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden.
Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT
HET STOPCONTACT. Draai beide afstelschroeven
van de ruststandrol een kwartslag naar links met
de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet
u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopvlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loop-
band in het midden zit. Haal dan de stekker uit het
stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband
een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband
goed vastzit.
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behan-
deld. BELANGRIJK: Behandel de band of het
loopvlak nooit met siliconenspray of enig
ander middel tenzij dit is opgegeven door een
bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger.
Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit van
de loopband verslechteren en leiden tot over-
matige slijtage. Als u vermoedt dat de loopband
aanvullende smering nodig heeft, raadpleegt u de
omslag van deze handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
Schroeven van de Ruststandrol
5–7 cm
b
50
14
52
3 mm
49
Boven
Weergave
28
SYMPTOOM: De loopband is niet gecentreerd
tussen de voetleuningen. BELANGRIJK: Als de
loopband tegen de voetleuningen schuurt, dan kan
de loopband beschadigd raken.
a. Als eerste verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Als de
loopband naar links is verschoven, kunt u de
inbussleutel gebruiken om de linker Schroef van de
ruststandrol een halve slag naar rechts te draaien;
als de loopband naar rechts is verschoven kunt
u de linker schroef van de ruststandrol een halve
slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband niet
te vast draait. Haal dan de stekker uit het stopcon-
tact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar
minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed in het
midden zit.
SYMPTOOM: De loopband slipt wanneer er op
gelopen wordt
a. Als eerste verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide
afstelschroeven van de ruststandrol een kwartslag
naar rechts met de inbussleutel. Als de loopband
goed vastzit moet u elke rand van de loopband
5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg
ervoor dat de loopband in het midden zit. Steek
dan de stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel
en laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed vastzit.
SYMPTOOM: Er lopen lijnen over de display van
het bedieningspaneel
a. Als er lijnen verschijnen in het scherm van het
bedieningspaneel, raadpleegt u de INFORMATIE-
MODUS op pagina 24 en past u het contrastniveau
van het scherm aan.
a
a
Voetleuningen
29
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan-
bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri-
oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
30
1 20 #8 x 1/2" Schroef
2 48 #8 x 3/4" Schroef
3 2 3/8" x 2" Bout
4 4 1/4" x 1/2" Schroef
5 4 1/4" Sterring
6 1 Contactpunt
7 4 3/8" x 2 3/4" Schroef
8 4 3/8" x 1 1/4" Schroef
9 4 #10 x 3/4" Schroef
10 13 #8 x 1/2" Aardingsschroef
11 4 5/16" Sterring
12 2 3/8" Moer
13 4 3/8" Sterring
14 17 #8 x 3/4" Tekschroef
15 2 Ruststandrolschroef
16 1 3/8" x 1 1/2" Bout
17 2 3/8" x 1 3/4" Wielbout
18 2 #8 x 1 3/4" Schroef
19 4 #8 x 7/16" Schroef
20 2 5/16" Motorschroef
21 2 3/8" Pen
22 2 3/8" x 1" Bout
23 4 5/16" x 1 3/4" Schouderbout
24 1 1/4" x 1" Schroef
25 4 #8 x 1" Schroef
26 2 1/4" x 1 1/2" Schroef
27 1 Rechter Tashouder
28 2 Luidspreker
29 1 3/8" x 2" Inbusbout
30 4 5/16" Platte Tussenring
31 2 #8 x 1/2" Schroef met platte Kop
32 4 #10 Sterring
33 6 3/8" Slotmoer
34 4 5/16" Moer
35 1 1/4" Sterring
36 1 Linker Tashouder
37 4 5/16" x 2 1/2" Schroef
38 8 Bovenkant van de Isolator
39 8 Isolator
40 8 Onderkant van de Isolator
41 8 Veer van de Isolator
42 1 Linker Voetleuning
43 1 Waarschuwingssticker
44 1 Loopoppervlak
45 1 Loopband
46 2 Loopbandgeleider
47 2 Achtervoet
48 4 Kabelband
49 1 Aandrijfrol/Katrol
50 1 Magneet
51 1 Clip van de Snelheidsensor
52 1 Snelheidsensor
53 1 Opslagvergrendeling
54 1 Aandrijfmotor
55 1 Motorriem
56 1 Onderstel
57 1 Motorisolator
58 1 Kap van Onderstel sluitdop
59 4 Rubberkussen
60 1 Rechter Voetleuning
61 1 Ruststandrol
62 1 Onderstel Sluitdop
63 6 #10 x 1/2" Schroef
64 1 Basis van het Bedieningspaneel
65 1 Motorkap
66 1 Kapaccent
67 2 Inzetstuk van het Hellingonderstel
68 3 Kapklem
69 1 Hellingmotor
70 1 Hellingonderstel
71 2 Tussenstuk van het Onderstel
72 1 Controller
73 1 Controllerplaat
74 2 Kapstang
75 1 Aan/Uit-Schakelaar
76 1 Stroomsnoer
77 1 Doorvoerhuls
78 1 Onderpan
79 1 Kap van de Linker Handleuning
80 1 Kap van de Rechter Handleuning
81 1 Draad van de Staander
82 1 Kap van de linker Basis
83 1 Kap van de rechter Basis
84 1 Inzetstuk van de Linker Handleuning
85 1 Inzetstuk van de Rechter Handleuning
86 14 #8 Tekschroef
87 2 Handleuning
88 1 #8 x 1/2" Schroef met pankop
89 1 Linker Staander
90 1 Rechter Staander
91 2 Waarschuwingssticker
92 4 Kussen van de Basis
93 1 Achterkant van de basis van het
Bedieningspaneel
94 1 Basis
95 1 Rechter Wielkap
96 1 Linker Wielkap
97 2 Wiel
98 1 Sleutel/Klem
99 9 Kabelband
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. NETL14712.0 R1212A
31
100 1 Achterkap van de Linker Luidspreker
101 1 Kap van de Linker Luidspreker
102 1 Kap van de Rechter Luidspreker
103 1 Bedieningspaneel
104 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
105 2 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel
106 2 Klem van het Bedieningspaneel
107 4 #8 x 1 1/4" Schroef
108 8 #3 Schroef
109 10 #6 x 1/2" Schroef
110 1 Stopbeugel
111 1 Achterkant van de Sensorstang
112 1 Sensorstang
113 1 Achterkap van de Rechter
Luidspreker
114 2 Inzetstuk van de Hellingmotor
115 1 Ventilator
116 1 Borstriem
117 1 Borstsensor
118 5 #8 x 3/4" Schroef met Trusskop
119 6 #8 x 5/8" Schroef
120 2 Motorbus
121 1 Beugel van de Elektronica
122 1 #8 x 3/4" Machinebout
123 1 #8 Moer
124 1 Filter
125 1 Aardingsbeugel
* Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
32
53
23
49
56
24
18
18
54
60
34
30
59
23
52
55
3
12
3
46
19
50
14
51
21
35
26
45
12
10
48
23
15
34
30
59
61
15
30
34
59
38
39
41
39
41
39
41
38
39
41
38
38
23
19
46
43
42
44
21
118
118
41
39
38
39
41
38
39
41
38
39
41
38
34
30
59
119
119
119
119
119
119
26
14
40
14
40
14
40
14
40
40
14
40
14
40
14
40
14
10
121
122
123
57
47
86
47
86
10
20
120
120
10
124
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. NETL14712.0 R1212A
33
66
74
2
68
75
10
2
73
65
118
118
118
72
74
2
2
2
78
62
86
2
2
86
86
86
86
2
86
58
63
63
63
63
63
68
68
2
67
67
33
29
69
33
70
16
114
71
33
33
71
10
125
10
76
6
110
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. NETL14712.0 R1212A
34
89
92
2
95
17
17
97
96
33
92
92
7
13
8
90
77
7
13
81
82
83
14
92
8
2
33
91
97
14
14
14
94
7
7
91
22
22
10
81
4
32
9
37
4
37
107
87
87
79
112
1
107
1
111
1
1
1
1
32
9
84
11
5
107
98
88
105
80
85
11
5
86
86
GEDETAILLEERDE TEKENING C
Modelnr. NETL14712.0 R1212A
35
25
106
106
104
105
10
103
109
115
1
64
93
27
1
1
1
1
36
1
1
1
1
101
2
100
108
28
113
28
1
109
109
2
99
2
2
2
2
1
102
25
31
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
99
2
116
117
108
108
108
108
108
109
109
109
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnr. NETL14712.0 R1212A
Onderdeel Nr. 338120 R1212A Gedrukt in de VS © 2012 ICON IP, Inc.
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden
gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet
worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• hetmodelnummerenhetserienummervanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
• denaamvanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
• hetnummervanhetonderdeelendebeschrijving(zieLIJSTMETONDERDELENenGEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

NordicTrack NETL15713.0 Handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor