Belangrijke opmerkingen
VIMA JM-8
r
5
Voordat externe USB-opslagapparaten worden
gebruikt
• Gebruik een USB-geheugen van Roland. Een juiste werking kan
niet gegarandeerd worden wanneer een ander USB-geheugen
wordt gebruikt.
• Wanneer een USB-opslagapparaat wordt aangesloten, steekt u het
stevig helemaal in de EXTERNAL MEMORY poort.
• Raak de pinnen van de EXTERNAL MEMORY poort niet aan, en zorg
dat deze niet vies worden.
• Wanneer een USB-opslagapparaat wordt gebruikt, neemt u de vol-
gende punten in acht voor de behandeling daarvan:
• Om schade door statische elektrische ladingen te voorkomen,
moet u statische elektriciteit die mogelijk op uw lichaam aan-
wezig is ontladen, voordat u een USB-opslagapparaat gaat
gebruiken.
• Raak de terminals niet met uw vingers of met een metalen
object aan.
• Een USB-opslagapparaat mag niet gebogen worden. Laat het
niet vallen en stel het niet aan zware schokken bloot.
• Bewaar een USB-opslagapparaat niet in direct zonlicht of op
locaties, zoals een afgesloten auto.
• Laat het USB-opslagapparaat niet nat worden.
• Een extern USB-opslagapparaat mag niet uit elkaar gehaald of
gewijzigd worden.
• Als u een USB-opslagapparaat aansluit, richt u het horizontaal met
de EXTERNAL MEMORY poort van de JM-8, en steekt u het zonder
overmatige kracht in. De EXTERNAL MEMORY poort kan beschadi-
gen als u een USB-opslagapparaat met te veel kracht aanbrengt.
• Plaats niets anders dan een USB-opslagapparaat (zoals snoeren,
munten, andere apparaten) in de EXTERNAL MEMORY poort. Hier-
door zal de EXTERNAL MEMORY poort beschadigen.
• Behandel het aangesloten USB-opslagapparaat en de EXTERNAL
MEMORY poort niet met overmatige kracht.
• Een USB-opslagapparaat mag nooit via een USB-hub op de JM-8
worden aangesloten.
Voordat de CD-drive wordt gebruikt
Behandeling van de CD-R/RW-drive
• Installeer het apparaat op een solide, waterpas oppervlak dat niet
aan trillingen blootstaat.
• De disk in de drive van de JM-8 dient altijd verwijderd te worden,
voordat de JM-8 wordt uitgeschakeld.
• Gebruik het apparaat niet direct nadat het naar een locatie is ver-
plaatst waar de vochtigheidsgraad sterk verschilt van de vorige
locatie. Plotselinge veranderingen in de omgeving kunnen vero-
orzaken dat condensatie binnen de drive wordt gevormd, hetgeen
toto storing leidt en/of de disks kan beschadigen. Nadat het appa-
raat is verplaatst, laat u het aan de nieuwe omgeving wennen
voordat u het in gebruik neemt (dit duurt een aantal uren).
• Om een disk te plaasten duwt u deze voorzichtig maar stevig in de
drive – de drive zal de disk opnemen en volledig laden. Om een disk
te verwijderen, drukt u stevig op de ejectknop.
• Als u probeert een CD uit de drive te verwijderen, terwijl de drive in
werking is, kan een storingsboodschap in het interne beeldscherm
verschijnen.
• Om beschadigingen aan de CD-drive te voorkomen, probeert u de
CD altijd op een waterpas niveau te houden (niet gekanteld in welk
richting dan ook) terwijl u deze in de drive steekt. Druk de disk ste-
vig maar voorzichtig naar binnen. Gebruik nooit overmatige
kracht.
• Plaats niets anders (snoeren, munten, andere mediatypes) in de
diskhouder dan disks die het ‘ ’ logo dragen. Hierdoor kan de
CD-drive storing vertonen.
• Stel de JM-8 niet aan vibratie of schokken bloot terwijl deze wordt
gebruikt, en verplaats het apparaat niet terwijl het is ingeschakeld.
• Het element is bestand tegen stof. Gebruik geen elementreiniger
of soortgelijke producten, aangezien deze storingen kunnen ver-
oorzaken.
Behandeling van CD-R/RW & CD-rom
• Wanneer u met de disks gaat werken, let u op het volgende:
• Raak het opnameoppervlak van de disk niet aan.
• Gebruik de disk niet op stoffige locaties.
• Bewaar de disk niet in direct zonlicht of in een afgesloten voer-
tuig.
• Vermijd het aanraken of krassen van de glanzende onderkant
(gecodeerd oppervlak) van de disk. Beschadigde of vuile CD-rom-
disks kunnen niet goed gelezen worden. Zorg dat disks schoon blij-
ven, met een in de winkel verkrijgbaar CD reinigingsproduct.
• Bewaar de CD’s in een hoes wanneer ze niet worden gebruikt.
• Laat een CD niet gedurende langere tijd in de CD-drive zitten.
• Wanneer een CD wordt gebogen, kan deze onleesbaar worden en
storingen veroorzaken.
• Om een CD vast te houden steekt u een vinger in
het middengat en pakt u de disk tussen het gat
en de buitenrand vast. Zorg dat het opname-
oppervlak van de CD niet beschadigt door vinger-
afdrukken of krassen.
• Laat CD’s niet vallen en stapel deze niet op.
• Plaats geen zware objecten op een CD en stel deze niet aan zware
schokken bloot.
• Bevestig geen plakkende etiketten op de etiketzijde van een CD. Er
kunnen krassen op de CD komen wanneer u deze met een opge-
plakt etiket gebruikt.
• Om een titel op de etiketzijde van de CD te schrijven, gebruikt u
een pen met een zachte punt.
• Lees de waarschuwingen die op de CD-hoes zijn gedrukt voordat u
een CD gebruikt.
Behandeling van de harddisk
• Wanneer een harddisk niet meer normaal functioneert, kan alle
data die daarin werd opgeslagen mogelijk verloren gaan.
Alle harddisks slijten op den duur. We adviseren u om de harddisk
niet als een permanente opslaglocatie te beschouwen, maar als
een plaats waar data tijdelijk wordt opgeslagen. We raden u ook
aan om belangrijke uitvoerings- en beelddata, die niet opnieuw
opgenomen kan worden, in een extern USB-opslagapparaat op te
slaan.
• Neem notie van het feit dat Roland niet verantwoordelijk is, en
geen financiële compensatie biedt, voor het verlies van opgeno-
men inhoud in het geval van een storing van of fysieke schade aan
de harddisk of voor alle rechtstreekse of incidentele beschadigin-
gen die uit dit soort dataverlies voortkomen.
• Bepaalde harddisk instellingsprocedures en gebruikersvoorwaar-
den kunnen resulteren in beschadiging van opgenomen data, sto-
ringen of fysieke beschadiging van de harddisk. Neem daarom de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
• Zet de JM-8 nooit uit terwijl iets wordt afgespeeld of opgenomen
of terwijl er data van de harddisk wordt gelezen of daarop wordt
opgeslagen.
• Stel de harddisk niet aan vibraties of schokken bloot, in het bijzon-
der wanneer het apparaat in werking is.
• Plaats het apparaat niet op een locatie waar het door vibraties van
andere bronnen beïnvloed kan worden. Plaats het niet op een
oppervlak dat niet stabiel en waterpas is.
• Zorg dat de luchtroosters op de onder- en bovenpanelen onbelem-
merd zijn.
• Bewaar het apparaat niet in omgevingen die aan temperatuur-
schommelingen onderhevig zijn, bijvoorbeeld in de zomer in een
afgesloten voertuig of buiten in de winter.
• Gebruik het apparaat niet in extreme temperaturen en vochtigheid
of op een locatie die aan temperatuurschommelingen onderhevig
is.