Roland RG-1F de handleiding

Categorie
Muziekinstrumenten
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gefeliciteerd met uw keuze voor de Roland RG-1F/RG-3F Digital Grand Piano.
Deze gebruikershandleiding is voor zowel de RG-1F als de RG-3F.
201b
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld 'Belangrijke veiligheidsinstructies' (p.4),
‘Het apparaat op een veilige manier gebruiken’(p.5-6), en ‘Belangrijke opmerkingen’(p. 7-8).
In deze secties vindt u belangrijke informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien
kunt u de gebruikershandleiding in zijn geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat dit te
bieden heeft.
Bewaar deze handleiding, zodat u er later aan kunt refereren.
202
Copyright © 2010 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze publicatie mag in welke vorm dan
ook gereproduceerd worden zonder schriftelijke toestemming van ROLAND
CORPORATION.
Roland is een geregistreerd handelsmerk van Roland Corporation in de
Verenigde Staten van Amerika en/of andere landen.
4
IMPORTANT SAFETY INSTRUCTIONS
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION: RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een
gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te
waarschuwen voor de aanwezigheid van niet geïsoleerd,
’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig
genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te
veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is
bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de
aanwezigheid van belangrijke bedienings- en
onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het
product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN
ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
inclusief de volgende:
1. Lees deze instructies.
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen serieus.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden.
Installeer in overeenstemming met de instructies van de
fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen,
zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere
apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan
worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers,
stopcontactdozen en op het punt waar zij uit het apparaat
komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
10. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde
aanhangsels of accessoires.
11. Gebruik het apparaat met een door de
fabrikant gespecificeerde of bij het
apparaat geleverde kar, standaard,
statief, console of tafel. Voorzichtigheid is
geboden tijdens het verplaatsen van de
kar/apparaat combinatie, zodat deze niet
kan omvallen en daardoor stuk gaat.
12. Tijdens onweer of wanneer het apparaat gedurende een
langere periode niet gebruikt zal worden, haalt u de stekker
uit het stopcontact.
13. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel
over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op
enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer
of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het
apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen
of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert
of is gevallen.
5
USING THE UNIT SAFELY
002a
Maak het apparaat of de adapter niet open en voer geen
interne modificaties uit.
..................................................................................................................................
003
Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het
apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke
instructies in de handleiding staan). Ga voor alle onderhoud
naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service
Centrum of een erkende Roland distributeur die u op de
“Informatie” pagina kunt vinden.
..................................................................................................................................
004
Het apparaat mag nooit geïnstalleerd worden op plaatsen
die:
aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoorbeeld
direct zonlicht in een afgesloten voertuig, dichtbij een
warmtekanaal of bovenop warmte genererende
apparatuur of die
vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes,
natte vloeren of
aan stoom of rook blootstaan, of
aan zout blootstaan, of
aan regen blootstaan of
stoffig of zanderig zijn of
aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
..................................................................................................................................
add 7
(RG-3F)
Tijdens het installeren van de piano dient het wiel met
gebruik van de bijgeleverde wielhouders vastgezet te
worden.
..................................................................................................................................
007
Zorg dat het apparaat altijd zo wordt geplaatst, dat het
waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op
standaards die kunnen wiebelen of op hellende
oppervlakken.
..................................................................................................................................
008a13
Bescherm het apparaat tegen zware schokken.
(Laat het niet vallen!)
..................................................................................................................................
002a
Het apparaat mag alleen op het type voeding dat in de
bedieningsinstructies wordt vermeld of op het jackpaneel
van het apparaat wordt aangegeven worden aangesloten.
..................................................................................................................................
009
Gebruik alleen het aan het apparaat bevestigde netsnoer.
Ook mag het bijbehorende netsnoer niet met een ander
apparaat worden gebruikt.
..................................................................................................................................
009
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er geen
zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer
beschadigen, elementen kunnen afbreken en kortsluiting
kan ontstaan. Beschadigde snoeren brengen risico’s van
brand en schok met zich mee!
..................................................................................................................................
010
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een
versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan
geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies
kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet gedurende
langere tijd op een hoog of oncomfortabel volumeniveau.
Indien u last heeft van enig gehoorsverlies of een piep in de oren, moet
u het apparaat niet meer gebruiken en een oorarts raadplegen.
..................................................................................................................................
011
Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water,
frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
..................................................................................................................................
011
In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene
toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels die
essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat
op te volgen.
..................................................................................................................................
013
HET
APPARAAT
OP
EEN
VEILIGE
MANIER
GEBRUIKEN
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
6
USING THE UNIT SAFELY
014
Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het
stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw
handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of
een erkend Roland distributeur, te vinden op de "Informatie"
pagina, indien:
het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
er rook of een ongewone geur optreedt
er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn gekomen, of
het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere wijze nat is
geworden), of
het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of een duidelijke
verandering in werking laat zien.
..................................................................................................................................
015
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact
waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van
maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van
verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle
aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de
stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer
overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer
verhit raken, en uiteindelijk smelten.
..................................................................................................................................
016
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken,
neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde
Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur.
Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
..................................................................................................................................
023
Speel GEEN CD-ROM disk op een conventionele audio
CD-speler af. Het resulterende geluid kan van een zodanig
niveau zijn dat permanent gehoorsverlies kan veroorzaken.
Dit kan tot beschadigingen aan luidsprekers of andere
systeemcomponenten leiden.
..................................................................................................................................
026
Plaats niets dat water bevat (bijvoorbeeld bloemenvazen)
op dit apparaat. Ook dient het gebruik van insecticiden,
parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen enz. in de buurt van
het apparaat vermeden te worden. Vloeistof die op het
instrument is gelekt kan met een droge, zachte doek
worden afgenomen.
..................................................................................................................................
101a
Dit apparaat dient zo geplaatst te worden dat de locatie of
positie de benodigde ventilatie niet belemmert.
..................................................................................................................................
102b
Als u de stekker van de adapter in het apparaat of een
stopcontact steekt of eruit haalt, houdt u deze of de
behuizing van de adapter vast.
..................................................................................................................................
103a
U dient de adapter met enige regelmaat uit het stopcontact
te halen en deze schoon te maken met een droge doek om
stof en andere opeenhopingen tussen de vorken van de
stekker uit te halen. Ook haalt u de stekker uit het
stopcontact wanneer het apparaat gedurende langere tijd
niet gebruikt zal worden. Ophoping van stof tussen de twee stekkers
kan slechte isolatie veroorzaken, dat tot brand kan leiden..
..................................................................................................................................
104
Probeer het in de war raken van snoeren te voorkomen.
Tevens dienen alle snoeren buiten het bereik van kinderen
te blijven.
..................................................................................................................................
101a
(RG-3F)
Aangezien het instrument een gevaar kan vormen wanneer
het beweegt, moeten alle gietijzeren wielen worden
geblokkeerd of op hun plaats worden vastgezet nadat het
instrument op de gewenste locatie is geplaatst of nadat het in een
voertuig is geladen
..................................................................................................................................
106
Ga nooit op het apparaat zitten of staan en plaats er geen
zware objecten op.
..................................................................................................................................
107b
Raak het netsnoer en de stekkers nooit met natte handen
aan, als u deze in dit apparaat of een stopcontact steekt of
eruit haalt.
..................................................................................................................................
108d: Selection
Aangezien dit product bijzonder zwaar is, moet u zorgen dat
er voldoende mensen zijn die u kunnen helpen het veilig op
te tillen en te verplaatsen, zonder overmatige belasting.
Zorg dat u het stevig vast heeft, om uzelf tegen
verwondingen en het instrument tegen beschadigingen te
beschermen.
Als het apparaat verplaatst moet worden, neemt u notie van de
hieronder genoemde voorzorgsmaatregelen.
Controleer of de schroeven waarmee het apparaat aan de standaard
wordt bevestigd niet zijn losgekomen. Zet deze opnieuw stevig vast
als u bemerkt dat deze losser zijn geworden.
Ontkoppel het netsnoer.
Ontkoppel alle snoeren van externe apparaten.
(RG-1F) verhoog de regulateur op de standaard (p.20).
Sluit de bovenkant.
Sluit het deksel.
Vouw de muziekstandaard in.
..................................................................................................................................
109a
Voordat het apparaat wordt schoongemaakt, zet u de
stroom uit en haalt u het netsnoer uit het stopcontact (p.19).
..................................................................................................................................
110a
Wanneer u onweer in uw omgeving verwacht, haalt u de
stekker uit het stopcontact.
..................................................................................................................................
116
Wees voorzichtig tijdens het openen/sluiten van het deksel,
zodat uw vingers niet beklemd raken (p.18). Een volwassene
dient toezicht te houden wanneer kleine kinderen het
apparaat gebruiken.
..................................................................................................................................
add1
Let op dat uw vingers niet beklemd raken tijdens het
behandelen van bewegende delen, zoals de volgende. Een
volwassene dient toezicht te houden wanneer kleine
kinderen het apparaat gebruiken.
Bewegende delen
Bovenkant (p.16)
Deksel (p.18)
Muzieksteun (p.16)
Klepstok (p.16-p.18)
..................................................................................................................................
118a
Wanneer u kleine onderdelen verwijdert, bewaart u deze op
een veilige plaats buiten het bereik van kinderen. Op die
manier kunnen deze niet per ongeluk door hen worden
ingeslikt.
Schroeven
Snoerklemmen
Een vleugelmoer voor het vastzetten van de koptelefoonhaak.
..................................................................................................................................
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
7
Belangrijke opmerkingen
Stroomvoorziening
Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een
elektrisch apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt
(zoals een koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of
dat een motor bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat
wordt gebruikt, kan de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat
dit apparaat storingen gaat vertonen of hoorbare ruis produceert.
Wanneer het niet mogelijk is om een apart stopcontact te gebruiken,
plaatst u een ruisfilter tussen dit apparaat en het stopcontact.
Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit, moeten alle
apparaten worden uitgeschakeld, om storingen en/of schade aan
luidsprekers te voorkomen.
Hoewel de LCD en LEDs uitgeschakeld worden als de POWER schakelaar
wordt uitgezet, betekent dit niet dat het apparaat volledig van de
stroombron is ontkoppeld. Als u de stroom geheel moet uitschakelen,
zet u eerst de POWER schakelaar uit, en vervolgens haalt u de stekker uit
het stopcontact. Daarom moet het stopcontact waarin u het netsnoer
steekt gemakkelijk te bereiken zijn.
Plaatsing
Wanneer het apparaat in de buurt van eindversterkers (of andere
apparatuur die grote transformators bevat) wordt gebruikt, kan ruis
worden opgewekt. Om dit probleem te verzachten verandert u de
richting van dit apparaat of plaatst u het verder weg van de
storingsbron.
Dit apparaat kan storingen in de ontvangst van televisie en radio
veroorzaken. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van dit soort
ontvangers.
Ruis kan geproduceerd worden als draadloze communicatieapparaten,
zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit apparaat worden gebruikt.
Dit soort ruis kan optreden als u gebeld wordt of zelf belt of tijdens een
gesprek. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u dit soort
draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat te plaatsen of
deze uit te zetten.
Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de
buurt van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgesloten
voertuig achter en onderwerp het niet aan temperatuur extremen. Laat
ook geen verlichting, die normaalgesproken met de lichtbron dicht op
het apparaat wordt gebruikt (zoals een pianolamp) of sterke
schijnwerpers gedurende langere tijd op dezelfde plaats op het
instrument schijnen. Door overmatige hitte kan het apparaat
vervormen of verkleuren.
Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur
en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels
(condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het
apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade en storingen
ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt,
enige uren laten staan totdat de condensatie volledig is verdampt.
Laat rubber, vinyl of soortgelijke materialen niet gedurende langere tijd
op het apparaat liggen. Door dit soort objecten kan de lak verkleuren of
beschadigen.
Laat geen objecten boven op het klavier liggen. Hierdoor kunnen
storingen worden veroorzaakt, zoals toetsen die geen geluid
voortbrengen.
Plak geen plakplaatjes, etiketten of dergelijke op dit instrument.
Wanneer dit soort materiaal van het instrument moet worden
verwijderd, kan de afwerking beschadigen.
Onderhoud
•(
RG-1F
)
Om het apparaat schoon te maken, gebruikt u een zachte, droge doek
of één die licht vochtig is. Veeg het gehele oppervlak met gelijkmatige
sterkte, met de nerf van het hout mee. Als u te hard op één plek wrijft,
kan de lak beschadigen.
•(
RG-3F
)
Omdat uw piano een gepolijste afwerking heeft, die net zo kwetsbaar is
als die van ambachtelijk vervaardigd houten meubilair, is zorgvuldig
onderhoud op geregelde tijden noodzakelijk. Een aantal belangrijke
suggesties wat betreft het juiste onderhoud van het instrument volgt
hieronder.
Voor het afstoffen van het instrument gebruikt u een zachte, schone
doek en/of een piano plumeau. Veeg het oppervlak voorzichtig af.
Zelfs de kleinste korrels zand of vuil kunnen krassen op het
oppervlak achterlaten wanneer u te hard veegt. Gebruik geen
poetsmiddelen of schoonmaakmiddelen, aangezien deze het
oppervlak van de kast kunnen beschadigen, en scheuren kunnen
veroorzaken.
Als het oppervlak van de kast zijn glans verliest, neemt u deze
grondig af met een zachte doek die met wat polijstvloeistof
bevochtigd is. Gebruik geen poetsmiddelen of schoonmaakmid-
delen, aangezien deze het oppervlak van de kast kunnen bescha-
digen, en scheuren kunnen veroorzaken. Gebruik geen stofdoeken
die chemicaliën bevatten.
Gebruik geen benzeen, thinner, alcohol of oplosmiddelen, omdat deze
vervorming of kleurverandering kunnen veroorzaken.
De pedalen van dit apparaat zijn gemaakt van koper.
Koper wordt op den duur donkerder, door het natuurlijke
oxidatieproces.
Als het koper verbleekt, poetst u dit met een in de winkel verkrijgbaar
poetsmiddel voor metalen.
Reparaties en data
Wees er op bedacht dat alle data in het geheugen van dit apparaat
verloren kunnen gaan wanneer het apparaat ter reparatie wordt
aangeboden. Sla belangrijke data altijd in een USB-geheugen op of
maak er een notitie van (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt altijd
geprobeerd om de inhoud van het geheugen in tact te houden, maar in
bepaalde gevallen kan de opgeslagen inhoud niet meer hersteld
worden (bijvoorbeeld als het circuit voor de geheugensectie een
storing heeft vertoond). Roland is niet aansprakelijk voor dit soort
verlies van data.
USB-geheugen gebruiken
(Met gebruik van een optioneel USB-geheugen)
Het USB-geheugen mag niet verwijderd of aangesloten worden terwijl
het wordt gelezen of tijdens opslaan (d.w.z. terwijl de USB-geheugen
toegangsindicator knippert).
Steek het USB-geheugen voorzichtig helemaal in, totdat het stevig op
zijn plaats zit.
Raak de aansluiting van het externe geheugen nooit aan, en laat de
terminals niet vies worden.
USB-geheugens worden met gebruik precisiecomponenten
vervaardigd, daarom dient u de volgende punten in acht te nemen bij
de behandeling ervan.
Om schade door statische elektriciteit te voorkomen, ontlaadt u
statische elektriciteit die mogelijke in uw lichaam aanwezig is,
voordat u met het USB-geheugen gaat werken.
Metaal mag niet in contact komen met het contactgedeelte van de
USB-geheugens.
Het USB-geheugen mag niet gebogen worden, laat het niet vallen
en stel het niet aan schokken bloot.
Bewaar het USB-geheugen niet in direct zonlicht, in afgesloten
voertuigen en soortgelijke locaties.
Zorg dat het USB-geheugen niet nat wordt.
Haal het USB-geheugen niet uit elkaar, en breng geen wijzigingen
aan.
8
Belangrijke opmerkingen
Behandeling van CD-ROMs
(Met gebruik van optionele CD-ROMs)
Vermijd het aanraken of krassen van de glanzende onderkant
(gecodeerd oppervlak) van de disk. Beschadigde of vuile disks kunnen
niet goed gelezen worden. Zorg dat uw disks schoon blijven, met een in
de winkel verkrijgbaar CD reinigingsproduct.
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
Wees ervan bewust dat de inhoud van het geheugen onherstelbaar
verloren kan gaan, door een storing in het apparaat of door onjuiste
bediening. Om te voorkomen dat u belangrijke data verliest, adviseren
wij u regelmatig een reservekopie van belangrijke data die u in het
geheugen van het apparaat heeft opgeslagen op een USB-geheugen te
maken.
Helaas kan het soms onmogelijk zijn om de inhoud van data die in een
intern geheugen, een USB-geheugen of een extern geheugen werd
opgeslagen te herstellen nadat deze verloren is gegaan. Roland
Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
Behandel de knoppen, schuifregelaars en andere regelaars voorzichtig.
Dit geldt ook voor het gebruik van de Jacks en aansluitingen.
Ruw gebruik kan tot storingen leiden.
Sla nooit op het beeldscherm en voer er geen druk op uit.
Het beeldscherm kan een geringe hoeveelheid ruis afgeven tijdens
normale werking.
Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze
bij de aansluiting zelf vast – trek nooit aan de kabel. Op deze manier
vermijdt u kortsluiting of schade aan de interne elementen van de
kabel.
Tijdens normale werking zal het apparaat een geringe hoeveelheid
warmte afgeven.
Om te vermijden dat u uw buren stoort, gebruikt u dit apparaat op een
passend volumeniveau. U kunt een koptelefoon gebruiken, zodat u zich
niet om anderen hoeft te bekommeren (in het bijzonder laat op de
avond en ‘s nachts).
Als u het apparaat moet transporteren, verpakt u het met voldoende
schokabsorberend materiaal. Krassen, beschadigingen of storingen
kunnen veroorzaakt worden als het zonder de juiste
verpakkingsmaterialen wordt getransporteerd.
Pas geen overmatige kracht op de muziekstandaard toe, wanneer deze
in gebruik is.
Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik voor het
aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstanden hebben. Bij
gebruik van dit soort kabels kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs
niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de
fabrikant van de kabel verkrijgen.
Voordat het deksel geopend of gesloten wordt, moet u altijd
controleren of er geen huisdieren of andere kleine dieren boven op het
instrument zitten (ze moeten in het bijzonder van het toetsenbord en
het deksel worden weggehouden). Kleine huisdieren of andere dieren
kunnen door het ontwerp van dit instrument binnenin klem komen te
zitten. In een dergelijk situatie moet u direct de stroom uitschakelen en
het netsnoer uit het stopcontact halen. Dan neemt u contact op met de
winkel waar u het instrument heeft gekocht of met het dichtstbijzijnde
Roland Service Centrum.
De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die afbeelden wat er
normaalgesproken in het scherm wordt getoond. Uw apparaat kan
echter een nieuwere, verbeterde versie van het systeem bevatten (het
kan bijvoorbeeld nieuwere geluiden bevatten), dus dat wat u
daadwerkelijk in het scherm ziet, hoeft niet altijd overeen te komen met
hetgeen in de handleiding wordt getoond.
Copyright
203
* GS ( ) is een geregistreerd handelsmerk van Roland
Corporation.
220
* XGlite ( ) is een geregistreerd handelsmerk van Yamaha
Corporation.
220
* MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar een patent
portfolio dat zich bezighoudt met microprocessor architectuur,
ontwikkeld door Technology Properties Limited (TPL). Roland heeft
deze technologie van de TPL Group onder licentie.
220
* Alle in dit document genoemde productnamen zijn handelsmerken
of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke
eigenaars.
9
Inhoud
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES .................................................. 4
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN ............................. 5
Belangrijke opmerkingen ........................................................................... 7
Paneelbeschrijvingen................................................................................ 13
Voorpaneel....................................................................................................................................... 13
Jackpaneel (RG-1F/RG-3F paneel links aan de onderkant) .......................................................... 14
Externe geheugenaansluiting (RG-1F/RG-3F paneel rechts aan de onderkant) ........................ 15
Voorbereidingen........................................................................................ 16
De bovenklep openen/sluiten ........................................................................................................ 16
De klavierklep openen/sluiten ....................................................................................................... 18
Het pedaalsnoer en het netsnoer aansluiten ................................................................................ 19
De stroom aan/uitzetten ................................................................................................................. 19
Het volume en de helderheid van het geluid aanpassen ............................................................. 20
De pedalen gebruiken ..................................................................................................................... 20
Koptelefoons aansluiten ................................................................................................................. 21
De koptelefoonhaak gebruiken...............................................................................................................................21
Het contrast van het scherm bijstellen ..........................................................................................21
Spelen ......................................................................................................... 22
Verschillende klanken spelen......................................................................................................... 22
Twee klanken stapelen (Dual Performance).................................................................................. 23
Weerkaatsing toevoegen (Reverb).................................................................................................24
De diepte van de Reverb aanpassen .....................................................................................................................24
Verschillende klanken met de rechter- en linkerhanden spelen (Split Performance)............... 25
Het splitspunt van het klavier veranderen ..........................................................................................................26
De toonhoogte van het klavier veranderen (Transpose) ............................................................. 27
Spelen met de metronoom ............................................................................................................. 28
De gevoeligheid van het klavier veranderen (Key Touch) ........................................................... 30
10
Inhoud
Het pianogeluid aan uw smaak aanpassen (Piano Designer) ................ 31
Wat is Piano designer? .................................................................................................................... 31
Piano designer gebruiken............................................................................................................... 31
Piano Designer instellingen............................................................................................................ 32
User programma registratie ..................................................................... 33
De uitvoeringsinstelllingen opslaan (User Program) ................................................................... 34
Opgeslagen User programma-instellingen oproepen ................................................................. 35
Een set User programma’s opslaan ................................................................................................36
Een set User programma’s laden.................................................................................................... 38
Een set User programma’s verwijderen......................................................................................... 40
Een pedaal gebruiken om van User programma te veranderen.................................................. 42
Een song beluisteren ................................................................................. 43
Een song afspelen ............................................................................................................................ 43
De afspeelinstellingen voor interne songs of SMF-muziekbestanden veranderen................... 45
Individuele gedeeltes afspelen (Track Mute)......................................................................................................45
Het volume waarop een song wordt afgespeeld veranderen (Song Volume).......................................46
Het songtempo veranderen .....................................................................................................................................46
De toonsoort van de song veranderen (Playback Transpose)......................................................................47
De afspeelinstellingen voor geluidsbestanden of muziek-CD’s veranderen ............................. 48
Het volume van een geluidsbestand of muziek-CD veranderen ................................................................48
Het tempo van een song veranderen ...................................................................................................................48
De afspeeltoonsoort van een song veranderen (Playback Transpose).....................................................48
Het afspeelvolume van geluiden in het midden minimaliseren (Center Cancel) .................................49
Uw uitvoering opnemen ........................................................................... 50
Uw uitvoering opnemen ................................................................................................................. 50
Een opgenomen uitvoering afspelen............................................................................................. 51
Een opgenomen uitvoering verwijderen....................................................................................... 51
Een opgenomen uitvoering opslaan.............................................................................................. 52
11
Inhoud
Diverse instellingen maken ...................................................................... 54
Voorkomen dat de huidige instellingen veranderen (Panel Lock).............................................. 55
Voorkomen dat een song wordt afgespeeld (Playback Lock)...................................................... 55
Instellingen voor het stemmen....................................................................................................... 56
De toonhoogte met die van een ander instrument overeen laten komen (Master Tuning) ............56
Changing the Tuning (Temperament)..................................................................................................................56
De stemmingscurve veranderen (Stretch Tuning) ...........................................................................................57
Equalizerinstellingen....................................................................................................................... 58
Het geluid aanpassen om de gewenste klankkwaliteit te bereiken (Equalizer) ....................................58
File Menu .......................................................................................................................................... 59
Een song kopiëren........................................................................................................................................................59
Een song uit ‘Favorites’ of USB-geheugen verwijderen .................................................................................60
User-geheugen of USB-geheugen formatteren ................................................................................................61
uitvoeringsinstelllingen.................................................................................................................. 62
Het geluid van een specifiek Part als leidraad gebruiken (Mute Volume)...............................................62
De methode voor het afspelen van een song veranderen (Play Mode)...................................................62
Het Part dat een elke track voor SMF afspelen is toegewezen veranderen (Track Assign) ...............63
Aanbevolen klanken voor een VIMA CD-ROM aan/uitzetten.......................................................................63
Het type CD dat gespeeld wordt specificeren (CD/Audio Type).................................................................64
De timing van de piano de automatische begeleiding overeen laten komen ......................................64
MIDI-instellingen ............................................................................................................................. 65
Verdubbelde noten voorkomen wanneer een sequencer is aangesloten (Local Control)................65
Het MIDI-zendkanaal instellen.................................................................................................................................66
Opgenomen uitvoeringsdata naar een MIDI-apparaat sturen (Composer MIDI Out).........................66
De V-LINK functie gebruiken ....................................................................................................................................67
Boodschappen voor klankselectie verzenden
(Program Change/Bank Select MSB/Bank Select LSB).....................................................................................68
Overige instellingen ........................................................................................................................ 68
De volumebalans voor Dual Performance aanpassen (Dual Balance) ......................................................68
Selecteren wat er getransponeerd wordt (Transpose Mode).......................................................................69
Het pedaaleffect veranderen (Damper Pedal Part) ..........................................................................................69
Een functie aan de pedalen toewijzen..................................................................................................................70
De toonhoogte van de klank in stappen van octaven veranderen (Octave Shift)................................71
De USB-geheugen communicatie-instellingen veranderen (External Memory Mode)......................71
Instellingen voor de USB-driver maken................................................................................................................72
Instellingen behouden als de stroom wordt uitgezet (Memory Backup) ................................................72
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) ...........................................................................................73
12
Inhoud
Andere apparaten aansluiten................................................................... 74
De CD-drive aansluiten.................................................................................................................... 74
Aansluiten op geluidsapparatuur .................................................................................................. 75
Luidsprekers op de RG-1F/RG-3F aansluiten en geluiden uitvoeren.........................................................75
Geluiden van een geluidsapparaat via de RG-1F/RG-3F spelen..................................................................76
MIDI-apparaten aansluiten............................................................................................................. 77
Een MIDI-sequencer op de RG-1F/RG-3F aansluiten .......................................................................................77
Geluiden van een MIDI-geluidsmodule produceren door het bespelen van de RG-1F/RG-3F........77
Een computer aansluiten ................................................................................................................ 78
Appendix .................................................................................................... 79
Probleemoplossing.......................................................................................................................... 79
Storingsmeldingen .......................................................................................................................... 81
Klankenlijst....................................................................................................................................... 82
Lijst met interne songs .................................................................................................................... 85
Parameters die in het interne geheugen worden opgeslagen .................................................... 86
Parameters die in Memory Backup worden opgeslagen ...............................................................................86
Parameters die zonder gebruik van Memory Backup worden opgeslagen............................................87
Onderdelen die als User-programma’s worden opgeslagen .......................................................................87
Muziekbestanden die de RG-1F/RG-3F kan gebruiken................................................................. 88
Hoofdspecificaties ........................................................................................................................... 89
Over het Ivory Feel (ivoorgevoel) klavier ................................................ 91
Index ........................................................................................................... 92
13
Paneelbeschrijvingen
fig.FrontPanel_e.eps
1.
[Power] schakelaar
Zet de stroom aan/uit (p.19).
2.
[Volume] knop
Past het algehele volumeniveau aan (p.20).
3.
[Brilliance] knop
Past de helderheid van de klank aan (p.20).
4.
Klankknoppen
Deze worden gebruikt voor het kiezen van de verschillende
soorten klanken (klankgroepen) die op het klavier worden
gespeeld (p.22).
[Piano] knop
[E. Piano] knop
[Strings] knop
[Others] knop
5.
[Reverb] knop
Voegt weerkaatsing toe, gelijkend op de galm die hoorbaar
is wanneer u in een concertzaal speelt (p.24).
6.
Beeldscherm
Klanknamen, songnamen en verscheidene instellingen
worden hier getoond,
7.
[Piano Designer]/[Exit] knop
Schakelt naar een scherm waar u verscheidene instellingen
kunt maken (p.54).
Deze knop wordt ook gebruikt om naar het vorige scherm
terug te keren of een instelling te annuleren.
8.
[Play/Stop]/[
] knop
Speelt/stopt een interne song of een opgenomen
uitvoering (p.43).
Start/stopt het opnemen van uw uitvoering (p.50).
Selecteert een onderdeel in het instellingenscherm.
9.
[Rec]/[
] knop
Neemt uw eigen uitvoering in de RG-1F/RG-3F op (p.50).
Selecteert een onderdeel in het instellingen scherm.
10.
[+]/[ ], [–]/[ ] knoppen
Verandert een waarde in een instellingenscherm.
Selecteert de klank die door het klavier wordt gespeeld
(p.22).
Selecteert een song (p.43).
Een song vooruitspoelen/terugspoelen (p.43).
11.
[Song]/[Enter] knop
Toont het song selectiescherm.
Bevestigt een instelling die u heeft veranderd.
Voorpaneel
7 8 9 10 11
6
4 532
1
14
Paneelbeschrijvingen
fig.JackPanel1_e.eps
1.
Phone Jacks
Sluit een koptelefoon op deze Jacks aan (p.21).
2.
Input Jacks (RCA Phone type) (L/Mono, R)
Hier kunt u een geluidsapparaat of ander elektronisch
muziekinstrument aansluiten, en het geluid daarvan via de
luidsprekers van de RG-1F/RG-3F beluisteren (p.76).
3.
MIDI In/Out aansluitingen
U kunt externe MIDI-apparaten op deze Jacks aansluiten
om uitvoeringsdata uit te wisselen (p.77).
4.
USB (MIDI) aansluiting
U kunt dit met een computer verbinden om
uitvoeringsdata uit te wisselen (p.78).
fig.JackPanel2_e.eps
5.
LCD Contrast knop
Past de helderheid van het beeldscherm op het voorpaneel
aan (p.21).
6.
Input Jacks (Phone type) (L/Mono, R)
U kunt hier een geluidsapparaat of ander elektronisch
muziekinstrument aansluiten, en het geluid daarvan via de
luidsprekers van de RG-1F/RG-3F beluisteren (p.76).
7.
Output Jacks (Phone type) (L/Mono, R)
U kunt deze Jacks met een geluidssysteem verbinden en
van krachtige geluiden genieten (p.75).
8.
Pedal aansluiting
Sluit hier het pedaalsnoer aan (p. 19).
9.
AC ingang
Sluit het bijgeleverde netsnoer hier aan (p.19).
Jackpaneel (RG-1F/RG-3F paneel links aan de onderkant)
21
3 4
7 986
5
15
Paneelbeschrijvingen
fig.ExtMemory.eps
1.
Externe geheugenaansluiting
U kunt een USB-geheugen of CD-drive hier aansluiten, en
deze gebruiken om opgeslagen songs af te spelen (p.43).
Songs die u op de RG-1F/RG-3F opneemt, kunnen ook in
USB-geheugen worden opgeslagen (p.52).
Door de voet te draaien kunt u een USB-geheugen en
USB-kabel netjes opbergen.
* Wanneer een USB-kabel op de externe geheugenaansluiting
wordt aangesloten, moet deze in de correcte richting,
helemaal in de aansluiting worden gestoken. Gebruik geen
overmatige kracht.
* Voordat u een nieuw USB-geheugen gebruikt, dient dit op
de RG-1F/RG-3F geïnitialiseerd (geformatteerd) worden.
Voor details kijkt u bij ‘Het User geheugen of USB-geheugen
formatteren’ (p.61).
* Gebruik een USB-geheugen van Roland. De werking kan niet
gegarandeerd worden wanneer een ander USB-geheugen
wordt gebruikt.
Externe geheugenaansluiting (RG-1F/RG-3F paneel rechts aan de onderkant)
1
16
Voorbereidingen
De muzieksteun opzetten
Verhoog de muzieksteun voordat u de bovenklep opent.
Sluit de bovenklep voordat u de muzieksteun verlaagt.
1.
Breng de muzieksteun voorzichtig omhoog en zet deze
op zijn plaats vast.
2.
Om de muzieksteun op te vouwen ondersteunt u deze
met uw hand, buigt u de metalen spanners en verlaagt u
de muzieksteun tot de opgevouwen positie.
fig.music-rest1_e.eps
De muziekhouders gebruiken (voor de RG-3F)
Door de muziekhouders omhoog te brengen kunt u een
muziekboek op de gewenste pagina openhouden.
Als u de muziekhouders niet gebruikt, vouwt u deze op.
fig.music-rest2_e.eps
De bovenklep openen (voor de RG-1F)
De bovenklep mag alleen door een volwassene geopend of
gesloten worden.
3.
Pak de rechterkant van de bovenklep (aan de kant van de
hoge noten: positie A in de illustratie) met beide handen
stevig vast, en breng deze voorzichtig omhoog.
fig.LidOpen1_e.eps
Wanneer de bovenklep wordt geopend, moet u opletten dat
deze niet te ver wordt geopend. Een hoek van ongeveer 30
graden is geschikt. Als de bovenklep aanzienlijk verder
wordt geopend kan de piano beschadigen of de bovenklep
kan vallen. Voordat u de bovenklep opent, zorgt u dat
niemand zich in de richting bevindt waarin de bovenklep
opent.
Vervoer de piano nooit terwijl de bovenklep geopend is.
Hierdoor kan de klepstok uit zijn houder komen, waardoor
de bovenklep kan vallen.
4.
Terwijl u de bovenklep met één hand ondersteunt, tilt u
de klepstok op en plaatst u deze in zijn houder.
De bovenklep openen/sluiten
VOORZICHTIG
(2)
(2)
(2)
(2)
(1)
Indrukken
WAARSCHUWING
A
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
17
Voorbereidingen
5.
Breng het eind van de klepstok naar positie B van de
houder, en zet deze op zijn plaats vast.
De klepstok moet in de houder worden vastgezet om te
voorkomen dat de bovenklep valt.
Laat het eind niet los voordat de klepstok veilig vastzit.
fig.TopstickLock_e.eps
* Om de bovenklep te sluiten voert u de procedure waarmee u
deze heeft geopend in omgekeerde volgorde uit.
De bovenklep openen (voor de RG-3F)
De bovenklep moet door een volwassene geopend en
gesloten worden.
3.
Pak de rechterkant van de bovenklep (daar waar de hoge
noten zich bevinden: positie A in de illustratie), met
beide handen stevig vast, en breng deze voorzichtig
omhoog.
fig.LidOpen2_e.eps
Wanneer de bovenklep wordt geopend, moet u opletten dat
deze niet te ver wordt geopend. Een hoek van ongeveer 30
graden is geschikt. Als de bovenklep aanzienlijk verder
wordt geopend, kan de piano beschadigen of de bovenklep
kan vallen. Voordat u de bovenklep opent, zorgt u dat
niemand zich bevindt in de richting waarin de bovenklep
opent.
Vervoer de piano nooit terwijl de bovenklep geopend is.
Hierdoor kan de klepstok uit zijn houder komen, waardoor
de bovenklep kan vallen.
4.
Terwijl u de bovenklep met één hand ondersteunt, tilt u
de klepstok op en plaatst u deze in zijn houder.
Over de klepstokken en houders
De RG-3F heeft twee klepstokken van verschillende lengtes.
Met deze klepstokken kunt u de mate van opening van de
bovenklep variëren.
fig.tsukiage2_e.eps
De klepstokken passen als volgt in de houders.
Lange klepstok: binnenste houder (locatie B).
Korte klepstok: buitenste houder (locatie C).
fig.tsukiage_e.eps
B
WAARSCHUWING
A
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Lange klepstok
Korte klepstok
B C
18
Voorbereidingen
5.
Breng het eind van de klepstok naar positie D van de
houder, en zet deze op zijn plaats vast.
De klepstok moet in de houder worden vastgezet om te
voorkomen dat de bovenklep valt.
Laat het eind niet los voordat de klepstok veilig vastzit.
fig.TopstickLock2_e.eps
* Om de bovenklep te sluiten voert u de procedure waarmee u
deze heeft geopend in omgekeerde volgorde uit.
Voor de RG-1F
fig.OpenLid.eps
1.
Om de klavierklep te openen pakt u de klep met beide
handen vast. Til de klep lichtjes op en schuif deze naar
achteren.
2.
Om de klavierklep te sluiten gebruikt u beide handen om
de klep langzaam naar u toe te trekken. Wanneer deze
niet verder naar u toe kan bewegen, verlaagt u de klep
voorzichtig.
Pas op dat uw vingers niet beklemd raken tijdens het
openen of sluiten van de klavierklep. Als een klein kind de
piano gebruikt, moet een volwassene daarbij helpen.
Voor de veiligheid dient de klavierklep gesloten te worden
voordat de piano wordt verplaatst.
Sluit de klavierklep niet wanneer er bladmuziek en dergelijke
op het klavier is geplaatst.
Voor de RG-3F
fig.OpenLid2.eps
1.
Om de klavierklep te openen gebruikt u beide handen om
de klep omhoog te brengen.
2.
Om de klavierklep te sluiten verlaagt u de klep
voorzichtig met beide handen.
Als u de voorkant van de klavierklep te ver vastpakt, kunnen
uw vingers beklemd raken. Pak alleen de voorkant vast
tijdens het openen of sluiten van de klep.
Pas op dat uw vingers niet beklemd raken tijdens het
openen of sluiten van het deksel. Als een klein kind de piano
gebruikt, moet een volwassene daarbij helpen.
Voor de veiligheid dient de klavierklep gesloten te worden
voordat de piano wordt verplaatst.
Sluit de klavierklep niet wanneer er bladmuziek en dergelijke
op het klavier is geplaatst.
De klavierklep openen/sluiten
D
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
19
Voorbereidingen
fig.ACPdlConnect.eps
1. Sluit het pedaalsnoer op de Pedal aansluiting van het
jackpaneel aan, dat zich links op onderkant de van de
piano bevindt.
2. Verbind het netsnoer met de AC ingang van het
jackpaneel.
3. Gebruik de snoerklemmen (met dubbelzijdig tape) om
het pedaalsnoer en het netsnoer op locaties A, B en C, die
hieronder worden getoond, vast te zetten (aanbevolen).
4. Het netsnoer vastzetten.
Voor de RG-1F:
Bevestig de snoerklemmen (met schroeven) op de hieronder
getoonde locaties D, E en F, en gebruik deze om de kabel
vast te zetten.
Voor de RG-3F:
Bevestig snoerklemmen (met dubbelzijdig tape) op de
hieronder getoonde locaties D, E en F (aanbevolen), en
gebruik deze om de kabel vast te zetten.
fig.CordClamp_e.eps
5. Sluit het netsnoer op een stopcontact aan.
941
Nadat de aansluitingen zijn gemaakt (p.19), zet u de
stroom van de verscheidene apparaten in de
gespecificeerde volgorde aan. Wanneer apparaten in de
verkeerde volgorde worden aangezet, riskeert u
storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers en
andere apparaten.
De stroom aanzetten
1. Draai de [Volume] knop op het voorpaneel helemaal
naar links.
Zorg dat het volume altijd helemaal laag is gedraaid
voordat de stroom wordt aangezet. Zelfs als het volume
helemaal laag is ingesteld, kan er nog steeds geluid te
horen zijn wanneer de stroom wordt aangezet. Dit is
normaal en duidt niet op een storing.
2. Druk op de [Power] schakelaar.
De stroom wordt aangezet, en in het beeldscherm op het
voorpaneel wordt het volgende getoond.
fig.d-PowerOn.eps
Na korte tijd is geluid hoorbaar als u het klavier bespeelt.
Gebruik de [Volume] knop om het volume aan te passen.
Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit.
Daarom duurt het na opstarten korte tijd (enkele
seconden) voordat het apparaat normaal zal werken.
De stroom uitzetten
1. Draai de [Volume] knop op het voorpaneel helemaal
naar links om het volume te minimaliseren.
2. Druk op de [Power] schakelaar.
Het beeldscherm op het voorpaneel wordt donker, en de
stroom wordt uitgezet.
Als u de stroom volledig uit moet zetten, zet u eerst de
[Power] schakelaar uit. Daarna haalt u het netsnoer uit
het stopcontact. Zie ‘Stroomvoorziening’(p.7).
Het pedaalsnoer en het netsnoer
aansluiten
A
A
B
B
C
C
A
B
C
D
D
E
E
F
F
D
E
F
Snoerklemmen (RG-1F:
met schroeven, RG-3F:
met dubbelzijdig tape)
Snoerklemmen (met dubbelzijdig tape
)
De stroom aan/uitzetten
20
Voorbereidingen
1. Draai aan de [Volume] knop om het algehele volume aan
te passen.
2. Draai aan de [Brilliance] knop om de helderheid van het
geluid aan te passen.
fig.Vol_adjust_e.eps
De markering boven de [Volume] knop geeft het
volumeniveau aan dat kenmerkend door een
akoestische piano wordt geproduceerd. Dit is
normaalgesproken het meest geschikte volume voor
uw piano-uitvoeringen.
De pedalen voeren de volgende functies uit. U zult deze
hoofdzakelijk gebruiken wanneer u piano speelt.
fig.pedalName_e.eps
Demperpedaal (rechterpedaal)
Gebruik dit pedaal om het geluid door te laten klinken.
Terwijl dit pedaal is ingedrukt blijven noten langer
doorklinken, zelfs als u uw vingers van het klavier neemt.
De lengte van het doorklinken (sustain) verandert op
subtiele wijze, afhankelijk van hoe diep het pedaal wordt
ingedrukt.
Als het demperpedaal van een akoestische piano wordt
ingedrukt, is een lichte ruis hoorbaar wanneer de demper de
snaren loslaat, en een rijke, ruimtelijke resonantie wordt
toegevoegd door de snaren die met de snaren van noten die
u speelt meetrillen. Het geluid dat gecreëerd wordt wanneer
de demper de snaar loslaat (‘demperruis’) en de natuurlijke
vibratie (‘demperresonantie’) wordt door de RG-1F/RG-3F
nagebootst.
Het geluid van de demper die de snaar loslaat en het
geluid van de natuurlijke vibratie kan gewijzigd worden
(p.32).
Sostenuto pedaal (middelste pedaal)
De noten die u speelt terwijl dit pedaal is ingedrukt zullen
doorklinken.
Soft pedaal (linkerpedaal)
De pedaal wordt gebruikt om het geluid zachter te maken.
Als u speelt terwijl het Soft pedaal is ingedrukt, wordt een
geluid geproduceerd dat niet zo sterk is als het geluid dat
anders met gelijke sterkte gespeeld zou worden. Dit is
dezelfde functie als het linkerpedaal van een akoestische
piano.
De zachtheid van de klank kan subtiel gevarieerd worden
door het pedaal dieper of minder diep in te drukken.
De functies van het Sostenuto pedaal en het Soft pedaal
kunnen veranderd worden (p.70).
Als u de piano verplaatst (RG-1F)
Als u de piano naar een andere
locatie verplaatst, moet de
reguleerknop onder de pedalen
worden bijgesteld.
Draai aan de regulateur om deze te
verlagen, zodat deze stevig in contact
met de vloer staat.
Als er ruimte tussen de regulateur en de vloer is, kan de piano
instabiel zijn of het pedaal beschadigd raken. In het bijzonder
wanneer de piano op een tapijtvloer wordt geplaatst, moet de
regulateur stevig op de vloer drukken.
Het volume en de helderheid van het
geluid aanpassen
De pedalen gebruiken
Min Max Mellow
Bright
Soft pedaal
Sostenuto pedaal
Demperpedaal
Adjuster knob
21
Voorbereidingen
Dit instrument heeft twee koptelefoonjacks.
Omdat twee personen gelijktijdig een koptelefoon kunnen
gebruiken, is dit zeer praktisch voor lessen of voor het spelen van
duetten.
Hiermee kunt u ook laat op de avond spelen, zonder andere
mensen te storen.
fig.Phones.eps
1. Sluit de koptelefoon op een Jackaansluiting in het
jackpaneel links op de onderkant van de piano aan.
Wanneer een koptelefoon is aangesloten wordt er geen
geluid via de luidsprekers van de piano geproduceerd.
Gebruik de [Volume] knop op het voorpaneel om het
volume van de koptelefoon aan te passen.
Gebruik koptelefoons met een stereo Jack.
Om schade aan de interne geleiders van het snoer te
voorkomen behandelt u de koptelefoon voorzichtig. Pak de
koptelefoon alleen bij de stekker of de oorschelpen vast.
De koptelefoon kan beschadigen als het volume van een
apparaat reeds hoog is ingesteld wanneer u de koptelefoon
aansluit. Minimaliseer het volume voordat u de koptelefoon
aansluit.
Overmatige invoer belast niet alleen de koptelefoon, maar
kan ook uw gehoor beschadigen. Geniet alstublieft op een
passend volume van muziek.
Wanneer u de koptelefoon(s) niet gebruikt, kunt u deze op de
koptelefoonhaak van de RG-1F/RG-3F hangen.
1. Druk en draai de koptelefoonhaak behorend bij de
RG-1F/RG-3F in het gat linksonder op de RG-1F/RG-3F
(zie het figuur hieronder).
2. Draai aan de vleugelmoer van de koptelefoonhaak om
de haak vast te zetten.
RG-1F
fig.Hook_e.eps
RG-3F
fig.Hook_3F_e.eps
Hang niets anders dan koptelefoons op de
koptelefoonhaak. Hierdoor kan het instrument of de
haak beschadigen.
1. Draai aan de [LCD Contrast] knop in het jackpaneel links
op de onderkant van de RG-1F/RG-3F om de helderheid
van het scherm bij te stellen.
fig.Contrast.eps
Koptelefoons aansluiten
De koptelefoonhaak gebruiken
Het contrast van het scherm bijstellen
Koptelefoonhaak
Vleugelmoer
om vast te
zetten
Koptelefoonhaak
Vleugelmoer
om vast te
zetten
22
Spelen
Op de RG-1F/RG-3F kunt u een verscheidenheid aan geluiden spelen (meer dan
300 in totaal), waaronder pianoklanken en andere klanken.
Elk van deze geluiden wordt een ‘klank’ genoemd. De klanken zijn in vier
groepen ondergebracht, waarbij elke groep aan een klankknop is toegewezen.
fig.Buttons.eps
Een klankgroep selecteren
1
Druk op één van de klankknoppen.
De indicator van de knop die u indrukte licht op.
Bespeel het klavier en u zult de geselecteerde klank horen.
Variatieklanken selecteren
2
Gebruik de [+] [-] knoppen om een klank te selecteren.
In het scherm wordt de naam van de geselecteerde klank getoond.
fig.d-GrandPiano1.eps
Speel op het klavier en u zult de geselecteerde klank horen.
Verschillende klanken spelen
Over de beschikbare klanken
* Bij sommige klanken zijn er toetsen die geen geluid produceren.
* Meer over de klanken vindt u in de ‘Klankenlijst’ (p.82).
Knop Omschrijving
[Piano] knop
Deze knop selecteert een verscheidenheid aan instrumenten uit de geschiedenis van
de piano, variërend van concertvleugel tot honky-tonk.
[E. Piano] knop
Deze knop selecteert een verscheidenheid aan elektrische pianoklanken die in pop en
rock worden gebruikt, en diverse instrumenten die met hameraanslag worden
gespeeld.
[Strings] knop
Deze knop selecteert orkestinstrumenten zoals viool en andere snaarinstrumenten,
alsmede instrumenten die geschikt zijn voor een tweevoudige uitvoering samen met
pianoklanken (p.23).
[Others] knop
Deze knop selecteert een verscheidenheid aan klanken, waaronder orgel, bas en GM2
geluiden (p.88).
* Als klanknummers 35-42 worden geselecteerd, werkt het klavier als een drumset.
* Als u een klank heeft geselecteerd waarop het Rotary-effect is toegepast, kunt u
op de [Others] knop drukken om de modulatiesnelheid van het Rotary-effect te
veranderen.
23
Spelen
U kunt twee klanken gelijktijdig met één enkele toets spelen.
Dit wordt ‘Dual Performance’ genoemd.
Hier volgt een voorbeeld, wanneer piano en strijkersklanken samen worden
gespeeld.
1
Houd de [Piano] knop ingedrukt en druk op de [Strings] knop.
Beide knoppen lichten op.
Als u het klavier bespeelt, zullen de piano en strijkersklanken samen klinken.
fig.d-Dual.eps
Als u op één van de klankknoppen drukt, worden de Dual
uitvoeringsinstelllingen geannuleerd en zal alleen de klank van de knop die u
indrukte te horen zijn.
Over de klanken
* Dual Performance is niet mogelijk als Split Performance is ingeschakeld (p.25).
* Afhankelijk van de combinatie van klanken zullen er gevallen zijn waarbij een
klank anders klinkt, omdat er geen effect op klank 2 wordt toegepast.
Twee klanken stapelen (Dual Performance)
Klanknaam Corresponderende knop Hoe u van geluid verandert
Tone 1 De linker klankknop Gebruik de [+] [-] knoppen.
Tone 2 De rechter klankknop
Houd de knop van klank 2 (de rechter van
de twee verlichte klankknoppen)
ingedrukt en gebruik de [+] [-] knoppen.
Klank 1
Klank 2
De toonhoogte van klank 2
kan in stappen van octaven
worden veranderd (p.71).
Als u het demperpedaal
indrukt terwijl Dual
Performance wordt gebruikt,
wordt het effect op zowel
klank 1 als klank 2 toegepast.
U kunt deze instelling echter
veranderen, zodat het effect
op slechts één klank wordt
toegepast (p.69).
U kunt de volumebalans van
de twee klanken aanpassen
(p.68).
24
Spelen
U kunt een prettige galm aan de geluiden die u via het klavier speelt toevoegen.
Dit geeft de illusie dat u in een concertzaal speelt.
Dit effect wordt ‘Reverb’ genoemd.
1
Druk op de [Reverb] knop.
fig.Rev-Button.eps
De [Reverb] knop licht op. Reverb wordt op de klanken die u op het klavier
speelt toegepast.
Om het Reverbeffect op te heffen drukt u nogmaals op de [Reverb] knop, zodat
zijn verlichting uitdooft.
1
Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de [+] of [-] knop.
De Reverb diepte-instelling wordt in het scherm aangegeven.
fig.d-RevDepth.eps
Hogere waardes produceren een diepere Reverb.
* De Reverbdiepte kan niet voor elke klank individueel worden ingesteld. Elke
klank heeft dezelfde Reverbdiepte.
* De diepte van de Reverb die op het afspeelgeluid van een song wordt
toegepast zal niet veranderen.
Weerkaatsing toevoegen (Reverb)
De diepte van de Reverb aanpassen
Reeks 1–10
Met gebruik van de Memory
Backup functie kunt u deze
instelling in het geheugen
van de RG-1F/RG-3F opslaan
(p.72).
25
Spelen
‘Split Performance’ is een eigenschap waarmee u het klavier op een specifieke
noot kunt splitsen en u met de rechter- en linkerhanden verschillende klanken
kunt spelen. Wanneer Split Performance wordt gebruikt, noemt men de noot
waarop het klavier wordt gesplitst het ‘splitspunt’.
De splitspunt noot behoort tot de linkerhandsectie van het klavier.
fig.Split-KBD_e.eps
1
Selecteer een klank (p.22).
De klank die u selecteert is de klank voor de rechterhand.
2
Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator is verlicht.
3
Gebruik de [] [] knoppen om ‘9. Function’ te selecteren.
fig.d-PD9-Function.eps
4
Druk op de [Enter] knop.
5
Gebruik de [] [] knoppen om ‘Split’ te selecteren.
fig.d-split.eps
6
Druk op de [+] knop om de instelling op ‘On’ te zetten.
Het klavier wordt in linkerhand en rechterhandsecties verdeeld.
De rechterhandsectie van het klavier speelt de klank die u speelde voordat Split
Performance werd geselecteerd.
Houd de klankknop van de klank die u in de linkerhandsectie wilt spelen
ingedrukt. De klanknaam wordt in het scherm aangegeven. Nu kunt u de [+] [-]
knoppen gebruiken om de gewenste variatie voor de klank van de linkerhand te
selecteren.
* Om de Splitfunctie op te heffen drukt u op de [-] knop om de Split instelling op
‘Off’ in te stellen.
7
Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
uitdooft.
Verschillende klanken met de rechter- en linkerhanden
spelen (Split Performance)
Splitspunt (de fabrieksinstelling is ‘F#3’ ).
C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1A0 B0 C2 C3 C4 C5 C8B7
Linkerhandklank Rechterhandklank
U kunt het splitspunt
veranderen.
Kijk bij ‘Het splitspunt van het
klavier veranderen’ (p.26).
Om de Splitfunctie aan/uit te
zetten houdt u een
klankknop ingedrukt en
drukt u op de [Song] knop.
Wanneer de Splitfunctie is
ingeschakeld, zal een scherm
als het volgende worden
getoond.
fig.d-split1.eps
Houd de klankknop van de
linkerhandsectie ingedrukt
en gebruik de [+] [-] knoppen
om de gewenste variatie
voor de klank van de
rechterhand te selecteren.
26
Spelen
Hier ziet u, hoe het splitspunt veranderd kan worden wanneer Split
Performance wordt gebruikt.
1
Druk op de [Piano designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
2
Gebruik de [] [] knoppen om ‘9. Function’ te selecteren.
fig.d-PD9-Function.eps
3
Druk op de [Enter] knop.
4
Gebruik de [] [] knoppen om ‘Split Point’ te selecteren.
fig.d-SplitPoint.eps
5
Gebruik de [+] [-] knoppen om het splitspunt te specificeren.
6
Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
uitdooft.
Het splitspunt van het klavier veranderen
Range B1–B6
Met gebruik van de Memory
Backup functie kunt u deze
instelling in het geheugen
van de RG-1F/RG-3F opslaan
(p.72).
Op het moment dat u het
instrument aanschaft is dit
op ‘F#3’ ingesteld.
27
Spelen
‘Transpose’ is een functie waarmee u de toonhoogte kunt verschuiven, zonder
dat de vingerzettingen waarmee u het klavier bespeelt veranderen.
Als een song bijvoorbeeld in een moeilijke toonsoort met talloze kruizen ( ) of
mollen ( ) staat, kunt u met gebruik van de Transpose functie de song in een
gemakkelijkere toonsoort spelen.
Als u een zanger begeleidt, kunt u op eenvoudige naar een toonsoort
transponeren die comfortabel voor de stem is, terwijl dezelfde vingerzettingen
behouden blijven (d.w.z. terwijl de muziek zoals geschreven gespeeld wordt).
1
Druk op de [Piano designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
2
Gebruik de [] [] knoppen om ‘9. Function’ te selecteren.
fig.d-PD9-Function.eps
3
Druk op de [Enter] knop.
4
Gebruik de [] [] knoppen om ‘Transpose Value’ te selecteren.
fig.d-TransposeValue.eps
5
Gebruik de [+] [-] knoppen om de toonsoort waarnaar u wilt transponeren
te specificeren.
Elke keer dat u op de [+] of [-] knop drukt, verandert de toonhoogte van het
klavier met een halve toon.
Door de [+] [-] knoppen tegelijk in te drukken kunt u de transpositie op zijn
oorspronkelijke instelling (0) terugzetten.
* Als u van song verandert keert de transpositie-instelling naar ‘0’ terug.
Voorbeeld:
De song staat in E Majeur, maar u wilt deze met de vingerzettingen van de
C-ladder spelen.
Deze instelling is aan de grondtoon (C) van de C-ladder gerelateerd. Omdat E
vier chromatische stappen boven C is, stelt u de transpositie-instelling op ‘4’ in.
fig.Ex-Trnspse_e.eps
6
Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
uitdooft.
De toonhoogte van het klavier veranderen (Transpose)
Instelling Omschrijving
-6–0–+5
Stappen van halve tonen.
Met een instelling van ‘0’ wordt de Transpose functie opgeheven.
Met de RG-1F/RG-3F kunt u
kiezen hoe u wilt
transponeren. U kunt alleen
het klavier, zowel het klavier
als de song of alleen de song
transponeren. In de
fabrieksinstellingen worden
zowel het klavier als de song
getransponeerd (p.69). Als u
deze instelling verandert,
zodat alleen de song wordt
getransponeerd, wordt de
Transpose functie niet op het
klavier toegepast.
dan klinkt
E G
#
B
Als u
speelt
C E G
28
Spelen
U kunt de metronoom laten klinken terwijl u speelt.
Het volume en de maatsoort van de metronoom kunnen veranderd worden.
Als een song speelt, klinkt de metronoom op het tempo en in de maatsoort van
de betreffende song.
1
Druk op de [Piano designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
2
Gebruik de [] [] knoppen om ‘4. Metronome’ te selecteren.
fig.d-PD4-Metronome.eps
3
Druk op de [Enter] knop.
4
Gebruik de [] [] knoppen om ‘Metronome’ te selecteren.
fig.d-Metronome.eps
5
Druk op de [+] knop om de instelling op ‘On’ te zetten.
De metronoom begint te spelen.
Om de metronoom te stoppen zet u de instelling uit (Off).
Het tempo van de metronoom veranderen
6
Gebruik de [] [] knoppen om ‘Tempo’ te selecteren.
7
Gebruik de [+] [-] knoppen om het tempo in te stellen.
Correspondentie tussen maat en tempoweergave
Spelen met de metronoom
Maatsoort 2/2
0/4, 2/4,
3/4, 4/4,
5/4, 6/4,
7/4
3/8
6/8, 9/8,
12/8
Tempowaarde
=5–250 =10–500 =20–999 =7–333
29
Spelen
De maatsoort van de metronoom veranderen
8
Gebruik de [] [] knoppen om ‘Beat’ te selecteren.
9
Gebruik de [+] [-] knoppen om de maatsoort in te stellen.
Het volume van de metronoom veranderen
10
Gebruik de [] [] knoppen om ‘Metronome Vol’ te selecteren.
11
Gebruik de [+] [-] knoppen om het metronoomvolume in te stellen.
12
Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
uitdooft.
Instelling Omschrijving
2/2, 0/4, 2/4, 3/4,
4/4, 5/4, 6/4, 7/4,
3/8, 6/8, 9/8, 12/8
Als u ‘0/4’ kiest, is alleen het geluid van de zwakke maten
hoorbaar.
Instelling Omschrijving
0–10
De metronoom is niet hoorbaar als u het metronoomvolume op ‘0’
instelt.
Als een song wordt
afgespeeld, wordt de
metronoom op de maatsoort
van die song ingesteld.
U kunt de maatsoort van de
metronoom niet veranderen
terwijl een song wordt
afgespeeld.
30
Spelen
Hier ziet u, hoe de gevoeligheid waarmee het klavier op uw spel reageert
veranderd kan worden.
1
Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
2
Gebruik de [] [] knoppen om ‘1. Piano Designer’ te selecteren.
fig.d-PD1-PDesigner.eps
3
Druk op de [Enter] knop.
De klank ‘Grand Piano 1’ wordt geselecteerd.
4
Gebruik de [] [] knoppen om ‘Key Touch’ te selecteren.
fig.d-KeyTouch.eps
5
Gebruik de [+] [-] knoppen om de Key Touch instelling te kiezen.
6
Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
uitdooft.
De gevoeligheid van het klavier veranderen (Key Touch)
Instelling Omschrijving
Fixed
Noten klinken op een vaststaand volume, ongeacht hoe
sterk u het klavier bespeelt.
S.Light (Super Light) Zeer licht
Light Licht
Medium Standaard
Heavy Zwaar
S.Heavy (Super Heavy) Zeer zwaar
Met gebruik van de Memory
Backup functie kunt u deze
instelling in het geheugen
van de RG-1F/RG-3F opslaan
(p.72).
Met een lichtere instelling kunt u fortissimo (ff) produceren met een lichtere
aanslag, hetgeen het klavier lichter aan doet voelen. Deze instelling is geschikt
voor kinderen, die hun vingersterkte nog niet volledig ontwikkeld hebben.
Met een zwaardere instelling moet u sterker dan anders spelen om fortissimo
(ff) te produceren, hetgeen het klavier zwaarder doet aanvoelen. Met deze
instelling kunt u expressiever spelen als u uw speeldynamiek varieert.
Met de ‘Medium’ instelling kunt u met de meest natuurlijke aanslag spelen.
Deze instelling lijkt het meest op die van een akoestische piano.
31
Het pianogeluid aan uw smaak aanpassen
(Piano Designer)
De RG-1F/RG-3F stelt u in staat het pianogeluid naar uw smaak aan te passen,
door verscheidene aspecten van het geluid van een concertvleugel te wijzigen.
Hieronder vallen resonanties van snaren, pedalen en klavier, alsmede de
gevoeligheid van het klavier.
Deze functie wordt ‘Piano designer’ genoemd.
1
Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
2
Gebruik de [] [] knoppen om ‘1. Piano designer’ te selecteren.
fig.d-PD1-PDesigner.eps
3
Druk op de [Enter] knop.
De klank ‘Grand Piano 1’ wordt geselecteerd.
4
Druk op de [] [] knoppen om het onderdeel dat u wilt bewerken te
selecteren (p.32).
fig.d-KeyTouch.eps
5
Gebruik de [+] [-] knoppen om de waarde aan te passen.
6
Herhaal stappen 4-5 om het pianogeluid naar uw smaak aan te passen.
7
Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
uitdooft.
Wat is Piano designer?
Piano designer gebruiken
Met gebruik van de Memory
Backup functie kunt u deze
instelling in het geheugen
van de RG-1F/RG-3F opslaan
(p.72).
32
Het pianogeluid aan uw smaak aanpassen (Piano Designer)
Piano Designer instellingen
Parameter Waarde Omschrijving
Key Touch
Fixed,
S.Light (Super Light),
Light,
Medium,
Heavy,
S.Heavy (Super Heavy)
Past de aanslaggevoeligheid van het klavier aan.
Als u ‘Fixed’ selecteert, klinken noten op een gelijk volume, ongeacht hoe sterk u het klavier
bespeelt.
Key Touch Offset -10–0–9
Hiermee kunt u verdere gedetailleerde aanpassingen in de klaviergevoeligheid maken,
passend bij de sterkte van uw vingers.
Hogere instellingen produceren een zwaarder aanslaggevoel.
Lid 0–6
Past de mate waarmee de bovenklep van de piano is geopend aan.
Lagere waardes produceren een zachter geluid.
Hogere instellingen produceren een helderder geluid.
Tone Character -5–0– +5
Grote waardes produceren een harder geluid, en lage waardes produceren een zachter
geluid.
Damper
Resonance
Off, 1–10
Hiermee wordt de demperresonantie van het akoestische pianogeluid aangepast (de
natuurlijke vibratie die optreedt bij snaren van noten die u niet speelt wanneer u het
demperpedaal indrukt).
Hogere instellingen maken de natuurlijke vibratie luider.
String
Resonance
Off, 1–10
Hiermee wordt de snaarresonantie van het akoestische pianogeluid aangepast (de
natuurlijke vibraties van snaren van eerder gespeelde noten die optreden wanneer u een
andere noot speelt).
Hogere instellingen maken de natuurlijke vibratie luider.
Key Off
Resonance
Off, 1–10
Hiermee worden natuurlijke vibraties, zoals het key-off geluid van een akoestische piano
(het subtiele geluid dat optreedt als u een noot loslaat) aangepast.
Hogere instellingen maken de natuurlijke vibratie luider.
Cabinet
Resonance
Off, 1–10
Past de klankkastresonantie van de concertvleugel zelf aan.
Hogere waardes produceren een grotere klankkastresonantie.
Hammer Noise -2–0– +2
Dit past het geluid aan dat geproduceerd wordt wanneer de hamer van een akoestische
piano de snaar aanslaat.
Hogere instellingen produceren een luider geluid van de hamer die de snaar aanslaat.
Hammer
Response
Off, 1–10
Hiermee wordt de tijd vanaf het moment dat u een toets aanslaat, totdat het pianogeluid
hoorbaar wordt aangepast.
Hogere instellingen produceren een tragere respons.
Duplex Scale Off, 1–10
Dit past de natuurlijke vibraties van de Duplex schaal van een akoestische piano aan.
Hogere instellingen maken de natuurlijke vibratie luider.
Damper Noise Off, 1–10
Hiermee wordt de demperruis van het akoestische pianogeluid (het geluid van de demper
die de snaren loslaat als u het demperpedaal indrukt) aangepast.
* Als demperresonantie op ‘Off’ is ingesteld, is de demperruis niet hoorbaar.
Wat is de Duplex schaal?
De Duplex schaal is een systeem van natuurlijk vibrerende snaren, die soms in
concertvleugels wordt aangetroffen.
Deze natuurlijk vibrerende snaren worden niet rechtsreeks met hamers aangeslagen, maar
klinken doordat deze met de vibraties van andere snaren meetrillen. Doordat deze met de
boventonen resoneren, maken deze snaren het geluid rijker en meer briljant. Deze
meetrillende snaren worden alleen aan het hoge register, boven ongeveer C4 toegevoegd.
Aangezien deze geen demper hebben (een mechanisme dat zorgt dat het geluid van de
snaren stopt), blijven deze doorklinken, zelfs nadat u een noot speelt en deze dan loslaat om
het geluid van de snaar die feitelijk werd aangeslagen te stoppen.
33
User programma registratie
Instellingen zoals de op dat moment geselecteerde klankknop, transpositie en
volumebalans kunnen als een ‘User programma’ worden opgeslagen.
U kunt uw opgeslagen favoriete instellingen op elk gewenst moment
oproepen.
Het is handig om uw veelgebruikte instellingen als een User programma op te
slaan, zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken.
fig.favorites_e.eps
Meer over de inhoud die op
deze manier wordt
opgeslagen vindt u bij
‘Onderdelen die als User
programma’s worden
opgeslagen’ (p.87).
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30
31 32 33 34 35 36
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30
31 32 33 34 35 36
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30
31 32 33 34 35 36
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30
31 32 33 34 35 36
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30
31 32 33 34 35 36
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30
31 32 33 34 35 36
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30
31 32 33 34 35 36
36 User programma's
(1 User programmaset)
1 User Program
Performance instellingen
Max. 99 User programmasets
RG-1F/RG-3F
User-geheugen
Tijdelijk geheugen
.....
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30
31 32 33 34 35 36
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30
31 32 33 34 35 36
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30
31 32 33 34 35 36
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30
31 32 33 34 35 36
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30
31 32 33 34 35 36
Max. 99 User programmasets
USB-geheugen
.....
1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24
25 26 27 28 29 30
31 32 33 34 35 36
Opslaan
Schrijven
Opslaan
Laden
Laden
34
User programma registratie
Dit instrument stelt u in staat tot het opslaan van 36 verschillende User
programma’s.
1
Maak de gewenste instellingen door een klank, enz. te selecteren.
2
Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
3
Gebruik de [] [] knoppen om ‘6. User Program’ te selecteren.
fig.d-PD6-UserProgram.eps
4
Druk op de [Enter] knop.
5
Gebruik de [] [] knoppen om ‘WRITE’ te selecteren.
fig.d-UP-write.eps
6
Druk op de [Enter] knop.
Het volgende scherm zal verschijnen.
fig.d-UP-write1.eps
7
Gebruik de [+] [-] knoppen om het bestemmingsnummer (UPG 01-UPG 36)
te selecteren.
fig.d-UP-write2.eps
8
Druk op de [Enter] knop.
Een bevestigingsboodschap zal in het scherm verschijnen.
fig.d-UP-write3.eps
* Om naar het vorige scherm terug te keren zonder uw instellingen op te slaan,
drukt u op de [EXIT] knop.
9
Druk nogmaals op de [Enter] knop.
De huidige uitvoeringsinstelllingen worden opgeslagen, en u keert naar het
User PROGRAM scherm terug.
10
Druk een aantal malen op de [Piano Designer] knop, totdat de indicator is
uitgedoofd.
De uitvoeringsinstelllingen opslaan (User Program)
35
User programma registratie
De opgeslagen User programma-instellingen kunnen snel en gemakkelijk
worden opgeroepen.
1
Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
2
Terwijl u de [Piano Designer] knop ingedrukt houdt, gebruikt u de [+] [-]
knoppen om een User programma (User Program 01-User Program 36) te
selecteren.
fig.d-UP-call.eps
De knoppen en overige uitvoeringsinstelllingen zullen veranderen in de
instellingen die u heeft opgeslagen.
De onderste regel van het scherm geeft de naam van het geluid dat in de User
programma-instellingen is opgeslagen aan.
Het User programma annuleren
Hier ziet u, hoe de User programma-instellingen geannuleerd kunnen worden.
1
Bij stap 2 van bovenstaande procedure kiest u ‘User Program 01’.
fig.d-UP-call.eps
1
Terwijl u de [Piano Designer] knop ingedrukt houdt, drukt u op de [-] knop.
De User programma-instellingen worden geannuleerd.
Opgeslagen User programma-instellingen oproepen
Het is ook mogelijk om een
pedaal te gebruiken om uw
opgeslagen User
programma-instellingen op
te roepen.
Voor details kijkt u bij ‘Een
pedaal gebruiken om van
User programma te
veranderen’ (p.42).
36
User programma registratie
De 36 User programma’s die in dit instrument zijn opgeslagen kunnen als één
enkele set in het User-geheugen (p.44) of USB-geheugen (apart verkrijgbaar)
worden opgeslagen.
* Als u in USB-geheugen wilt opslaan, sluit u het USB-geheugen op de externe
geheugenaansluiting aan (p.15).
1
Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
2
Gebruik de [] [] knoppen om ‘6. User Program’ te selecteren.
fig.d-PD6-UserProgram.eps
3
Druk op de [Enter] knop.
4
Gebruik de [] [] knoppen om ‘SAVE’ te selecteren.
fig.d-UP-save.eps
5
Druk op de [Enter] knop.
6
Gebruik de [+] [-] knoppen om de bestemming, waar u de set User
programma’s wilt opslaan, te selecteren.
fig.d-UP-save1.eps
Een set User programma’s opslaan
Instelling Omschrijving
User Memory De set User programma’s wordt in het User-geheugen opgeslagen.
Ext Memory De set User programma’s wordt in USB-geheugen opgeslagen.
37
User programma registratie
7
Druk op de [] knop om de onderste regel van het scherm te selecteren, en
gebruik dan de [+] [-] knoppen om het nummer van de opslagbestemming
voor de set User programma’s te selecteren.
fig.d-UP-save2.eps
* Om naar het vorige scherm terug te keren zonder de User programmaset op te
slaan, drukt u op de [EXIT] knop.
8
Druk op de [Enter] knop.
De set User programma’s wordt opgeslagen.
9
Druk een aantal malen op de [Piano Designer] knop, totdat de indicator is
uitgedoofd.
Instelling UPG Set 01 – UPG Set 99
Zet nooit de stroom uit
terwijl ‘Executing…’ in het
scherm wordt weergegeven.
Hierdoor kan het USB-
geheugen of User-geheugen
beschadigen, waardoor het
onbruikbaar kan worden.
Nummers waarin geen data is opgeslagen, worden als ‘2: (Empty)’ in het scherm
getoond.
fig.d-UP-save3.eps
Als u een nummer selecteert waarin al uitvoeringsinstelllingen zijn opgeslagen,
en dan probeert op te slaan, zal het volgende scherm verschijnen.
fig.d-UP-save4.eps
Als u data opslaat in een nummer dat reeds data bevat, zal de eerder
opgeslagen data gewist worden.
Als u de eerder opgeslagen data wilt wissen en deze door de nieuwe data die u
opslaat wilt vervangen, drukt u op de [Enter] knop.
Als u de eerder opslagen data niet wilt wissen, drukt u op de [Exit] knop om de
Save operatie te annuleren.
Als u een opgeslagen set
User programma’s wilt
verwijderen, kijkt u bij ‘Een
set User programma’s
verwijderen’ (p.40).
38
User programma registratie
Hier ziet u, hoe een volledige set User programma’s die u in het User-geheugen
(p.44) of USB-geheugen (apart verkrijgbaar) heeft opgeslagen kunt laden.
Als u een set User programma’s die in USB-geheugen is opgeslagen wilt laden,
sluit u het USB-geheugen op de externe geheugenaansluiting aan (p.15).
1
Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
2
Gebruik de [] [] knoppen om ‘6. User Program’ te selecteren.
fig.d-PD6-UserProgram.eps
3
Druk op de [Enter] knop.
4
Gebruik de [] [] knoppen om ‘LOAD’ te selecteren.
fig.d-UP-load.eps
5
Druk op de [Enter] knop.
6
Gebruik de [+] [-] knoppen om de ‘LOAD from’ instelling (de locatie van de
set User programma’s die u wilt laden) te veranderen.
fig.d-UP-load1.eps
Een set User programma’s laden
Instelling Omschrijving
User Memory
Laadt een set User programma’s die in het User-geheugen is
opgeslagen.
Ext Memory
Laadt een set User programma’s die in het USB-geheugen is
opgeslagen.
Wees ervan bewust dat alle
User programma’s die in dit
instrument zijn opgeslagen
verloren zullen gaan als u een
set User programma’s laadt.
39
User programma registratie
7
Druk op de [] knop om de onderste regel van het scherm te selecteren, en
gebruik de [+] [-] knoppen om het nummer van de User programmaset die
u wilt laden te selecteren.
8
Druk op de [Enter] knop.
Een bevestigingsboodschap verschijnt in het scherm.
fig.d-UP-load2.eps
* Om naar het vorige scherm terug te keren zonder de User programmaset te
laden, drukt u op de [Exit] knop.
9
Druk nogmaals op de [Enter] knop.
De geselecteerde User programmaset zal geladen worden.
10
Druk een aantal malen op de [Piano Designer] knop, totdat de indicator is
uitgedoofd.
Als u data laadt die in een
USB-geheugen is
opgeslagen, mag het USB-
geheugen niet ontkoppeld
worden voordat het laden is
voltooid.
40
User programma registratie
Hier ziet u, hoe een volledige set User programma’s, die in het User-geheugen
(p.44) of USB-geheugen (apart verkrijgbaar) is opgeslagen, verwijderd kan
worden.
* Als u een set User programma’s die in een USB-geheugen is opgeslagen wilt
verwijderen, sluit u het USB-geheugen op de externe geheugenaansluiting aan
(p.15).
1
Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
2
Gebruik de [] [] knoppen om ‘6. User Program’ te selecteren.
fig.d-PD6-UserProgram.eps
3
Druk op de [Enter] knop.
4
Gebruik de [] [] knoppen om ‘DEL’ te selecteren.
fig.d-UP-del.eps
5
Druk op de [Enter] knop.
6
Gebruik de [+] [-] knoppen om de locatie van de User programmaset die u
wilt verwijderen te selecteren.
fig.d-UP-del1.eps
Een set User programma’s verwijderen
Instelling Omschrijving
User Memory
Verwijdert een User programmaset die in User-geheugen is
opgeslagen.
Ext Memory
Verwijdert een User programmaset die in USB-geheugen is
opgeslagen.
41
User programma registratie
7
Druk op de [] knop om de onderste regel van het scherm te selecteren, en
gebruik de [+] [-] knoppen om het nummer van de User programmaset die
u wilt verwijderen te selecteren.
8
Druk op de [Enter] knop.
Een bevestigingsboodschap zal in het scherm verschijnen.
fig.d-UP-del2.eps
* Om naar het vorige scherm terug te keren zonder de User programmaset te
verwijderen, drukt u op de [Exit] knop.
9
Druk nogmaals op de [Enter] knop.
De geselecteerde User programmaset wordt verwijderd.
10
Druk een aantal malen op de [Piano Designer] knop, totdat de indicator is
uitgedoofd.
Instelling UPG Set 01 – UPG Set 99
Als u data die in USB-
geheugen is opgeslagen
verwijdert, mag het USB-
geheugen niet verwijderd
worden voordat het
verwijderen geheel is
voltooid.
Zet nooit de stroom uit
terwijl ‘Executing…’ in het
scherm wordt weergegeven.
Hierdoor kan het USB-
geheugen of User-geheugen
beschadigen, zodat het
onbruikbaar wordt.
42
User programma registratie
De functie van het selecteren van verschillende User programma’s kan aan een
pedaal worden toegewezen. Nadat de toewijzing is ingesteld, kunt u het pedaal
indrukken om in numerieke volgorde als volgt door de User programma’s te
lopen: 1, 2, 3…36, en dan terug naar 1.
1
Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
2
Gebruik de [] [] knoppen om ‘6. User Program’ te selecteren.
fig.d-PD6-UserProgram.eps
3
Druk op de [Enter] knop.
4
Gebruik de [] [] knoppen om ‘DEL’ te selecteren.
fig.d-UP-del.eps
5
Druk op de [] knop.
6
Gebruik de [+] [-] knoppen om het pedaal dat u voor het veranderen van
User programma’s wilt gebruiken te selecteren.
fig.d-UP-PShift.eps
7
Druk een aantal malen op de [Piano Designer] knop, totdat de indicator is
uitgedoofd.
Elke keer dat u het pedaal dat voor het veranderen van User programma’s
wordt gebruikt indrukt, zal het User programma veranderen.
Een pedaal gebruiken om van User programma te
veranderen
Instelling Omschrijving
Off
Er wordt geen pedaal gebruikt om van User programma’s te
veranderen.
Left
U kunt met het linkerpedaal van User programma veranderen. De
functie die daarvoor aan het pedaal was toegewezen is niet
beschikbaar.
Center
U kunt met het middelste pedaal van User programma veranderen. De
functie die daarvoor aan het pedaal was toegewezen is niet
beschikbaar.
43
Een song beluisteren
De RG-1F/RG-3F bevat een verscheidenheid aan ingebouwde songs. Hier ziet u,
hoe deze songs beluisterd kunnen worden.
U kunt ook de volgende types songs (data) afspelen.
1
Als u een song van een extern medium (muziek CD/CD-ROM/USB-
geheugen) wilt afspelen, maakt u het betreffende externe medium gereed.
Sluit het USB-geheugen op de externe geheugenaansluiting aan (p.15).
Plaats de muziek CD of CD-ROM in de CD-drive.
2
Druk op de [Song] knop, zodat de indicator oplicht.
3
Houd de [Song] knop ingedrukt en gebruik de [+] [-] knoppen om het
geheugen te selecteren dat de song bevat die u wilt afspelen.
fig.d-Song1.eps
Wanneer USB-geheugen/CD-drive
is aangesloten
SMF muziekdata (p.88).
Geluidsbestanden
Bestandsnaamextensie ‘.wav’ 1
6-bit lineair
Samplesnelheid van ’44.1 kHz’
Wanneer een CD-drive is
aangesloten
Muziek CD
Een song afspelen
Waarde Omschrijving
Song Kies dit als u een nieuwe song wilt opnemen (p.50).
Ext Memory
Een song uit een extern geheugen afspelen.
* U kunt dit niet selecteren als er niets op de externe
geheugenaansluiting is aangesloten of als er geen songs in het
externe geheugen zijn opgeslagen.
CD
Een muziek CD of muziekdata of geluidsbestanden die op CD-ROM zijn
opgeslagen afspelen.
* U kunt dit niet selecteren als er geen songs op de CD-ROM zijn
opgeslagen.
Favorites
Een song die in de Favorieten is opgeslagen afspelen (p.44).
* U kunt dit niet selecteren als er geen songs in de favorieten zijn
opgeslagen.
Preset Song
Een interne song afspelen.
* Voor de titels van de interne songs raadpleegt u de ‘Lijst van
interne songs’ (p.85).
De volgende functies kunnen
niet gebruikt worden
wanneer een geluidsbestand
wordt afgespeeld.
Kopiëren naar ‘Favorieten’
(p.59).
Trackdemping (Mute)
(p.45).
Als opgenomen songdata al
bestaat, wordt in het scherm
gevraagd: ‘Delete User Song
OK?” Als u de opgenomen
song wilt verwijderen, drukt
u op de [Enter] knop.
Als u de opgenomen song
niet wilt verwijderen, drukt u
op de [Exit] knop. Sla dan de
song in de ‘Favorieten’ of in
USB-geheugen op (p.52).
44
Een song beluisteren
4
Gebruik de [+] [-] knoppen om de song die u wilt afspelen te selecteren.
fig.d-Song2.eps
Een song binnen een map selecteren
(1) Gebruik de knoppen om de map te selecteren
(2) Druk op de [Play/Stop] knop.
De eerste song in die map zal weergegeven worden.
(3) Gebruik de knoppen om de song die u wilt afspelen te
selecteren.
* Dit kan even duren, afhankelijk van het aantal songs in de map.
Een map verlaten
(1) Druk een aantal malen op de knop totdat ‘ Up’ in het scherm
verschijnt.
(2) Druk op de [Play/Stop] knop.
5
Druk op de [Play/Stop] knop.
Om te pauzeren drukt u nogmaals op de [Play/Stop] knop.
De volgende keer dat u op de [Play/Stop] knop drukt, gaat het afspelen verder
vanaf het punt waarop u bent gepauzeerd.
Operatie Button
Naar het begin van de
volgende song gaan
Druk op de [Play/Stop] knop terwijl de song speelt. Als u
nogmaals op de [Play/Stop] knop drukt, wordt er verder
afgespeeld vanaf het punt waarop u bent gepauzeerd.
Naar het begin van de
huidige song gaan
Druk op de [ ] knop.
De song
vooruitspoelen
Druk op de [ ] knop.
De song terugspoelen
Houd de [ ] knop ingedrukt terwijl de song wordt
afgespeeld.
Naar het begin van de
volgende song gaan
Houd de [ ] knop ingedrukt terwijl de song wordt
afgespeeld.
Als een map 500 of meer
bestanden of mappen
bevat, worden sommige
van deze mappen
mogelijk niet
weergegeven.
Bestanden waarvan de
naam met een ‘.’(punt)
begint worden niet
weergegeven.
Als u heeft gespecificeerd dat
er slechts één song per keer
wordt afgespeeld (p.62), zal
het afspelen automatisch
eindigen wanneer de song
eindigt.
Wat zijn ‘Favorieten’?
De RG-1F/RG-3F heeft een User-geheugen (intern geheugen) waarin ‘Favorieten’ en ‘User programma’s
worden opgeslagen.
‘Favorites’ verwijst naar een gebied waar u uitvoeringsdata die u op de RG-1F/RG-3F heeft opgenomen
kunt opslaan of waarnaar u songs van CD-ROM of USB-geheugen kunt kopiëren. Als u een song naar
‘Favorieten’ heeft gekopieerd, kunt u die song gemakkelijk oproepen, door slechts de [Song] knop in te
drukken en ‘Favorites’ te kiezen.
45
Een song beluisteren
Hier ziet u, hoe alleen de geselecteerde gedeeltes van een song afgespeeld
kunnen worden.
Op deze manier kunt u oefenen door met één hand tegelijk met een song mee
te spelen.
1
Druk op de [Play/Stop] knop om een song af te spelen.
2
Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
3
Gebruik de [] [] knoppen om ‘7. Composer’ te selecteren.
fig.d-PD7-Composer.eps
4
Druk op de [Enter] knop.
5
Gebruik de [] [] knoppen om het gedeelte dat u wilt dempen te
selecteren.
6
Gebruik de [+] [-] knoppen om de Mute-instelling te specificeren.
De functie die het geluid van een specifiek gedeelte tijdelijk dempt wordt ‘Track
Mute’ genoemd.
* De instelling is ‘On’ als u naar een andere song overschakelt.
7
Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
uitdooft.
De afspeelinstellingen voor interne songs of
SMF-muziekbestanden veranderen
Individuele gedeeltes afspelen (Track Mute)
Parameter Omschrijving
Right Track Rechterhandgedeelte
Left Track Linkerhandgedeelte
Accomp Track Begeldingsgedeelte
Waarde Omschrijving
Mute
Er is geen geluid te horen.
* U kunt het Mute Volume (p.62) veranderen, zodat het gedeelte op een
laag volume wordt afgespeeld, en u het als leidraad voor uw eigen spel
kunt gebruiken.
On Er is geen geluid hoorbaar.
- - - - Geen data aanwezig.
U kunt deze instelling niet
voor geluidsbestanden
gebruiken.
Als u bijvoorbeeld de
rechterhand wilt oefenen,
stelt u Right Track op Mute in.
46
Een song beluisteren
Hier wordt uitgelegd hoe het afspeelvolume van songs die in de RG-1F/RG-3F
zijn opgeslagen of SMF-muziekbestanden die via een extern geheugen (USB-
geheugen/CD-ROM) worden gespeeld, aangepast kunnen worden.
Als u oefent door met een song mee te spelen, kunt u hiermee de volumebalans
tussen uw spel op het klavier en het afspeelgeluid van de song aanpassen.
1
Houd de [Play/Stop] knop ingedrukt en druk op de [+] of [-] knop.
Het afspeelvolume van de song wordt weergegeven terwijl u de [Play/Stop]
knop ingedrukt houdt.
fig.d-Song-volume.eps
Hier ziet u, hoe het tempo waarop de song wordt gespeeld veranderd kan
worden.
Dit is gemakkelijk als u een moeilijke song op een comfortabeler tempo wilt
spelen.
1
Selecteer de song die u wilt afspelen (p.43).
2
Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
3
Gebruik de [] [] knoppen om ‘4. Metronome’ te selecteren.
fig.d-PD4-Metronome.eps
4
Druk op de [Enter] knop.
5
Gebruik de [] [] knoppen om ‘Tempo’ te selecteren.
fig.d-Metro-tempo.eps
Het volume waarop een song wordt afgespeeld veranderen
(Song Volume)
Waarde 0–10
Het songtempo veranderen
Met gebruik van de Memory
Backup functie (p.72) kunt u
deze instelling in het
geheugen van de RG-1F/RG-
3F opslaan.
47
Een song beluisteren
6
Gebruik de [+] [-] knoppen om het tempo aan te passen.
Hoe maatsoort en tempo-indicaties corresponderen
7
Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator uitdooft.
U kunt het afspeelgeluid van een SMF-muziekbestand of uw eigen opgenomen
uitvoering transponeren.
Het afspeelgeluid van een muziek-CD of geluidsbestand kan ook
getransponeerd worden.
1
Selecteer de song die u wilt afspelen (p.43).
2
Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
3
Gebruik de [] [] knoppen om ‘9. Function’ te selecteren.
fig.d-PD9-Function.eps
4
Druk op de [Enter] knop.
5
Gebruik de [] [] knoppen om ‘Transpose Value’ te selecteren.
fig.d-TransposeValue.eps
6
Gebruik de [+] [-] knoppen om de instelling te veranderen.
De song wordt in stappen van halve tonen getransponeerd.
* Als u een andere song selecteert, keert de transpositie-instelling naar ‘0’ terug.
7
Druk een aantal malen op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
uitdooft.
Maatsoort 2/2
0/4, 2/4, 3/4,
4/4, 5/4, 6/4,
7/4
3/8 6/8, 9/8, 12/8
Tempowaarde
=5–250 =10–500 =20–999 =7–333
De toonsoort van de song veranderen (Playback Transpose)
Waarde -6-0-+5 (stappen van halve tonen)
Om naar het oorspronkelijke
tempo terug te keren, drukt u
de [+] [-] knoppen gelijktijdig
in.
Als een muziek-CD of
geluidsbestand is
geselecteerd, is de reeks ’75-
100-125 (%)’ (p.48).
Als u een song van een
muziek-CD of geluidsbestand
heeft geselecteerd, kan het
gebruik van Playback
Transpose het klankkarakter
beïnvloed worden.
Om naar de oorspronkelijke
waarde terug te keren drukt
u de [+] [-] knoppen
gelijktijdig in.
Met de RG-1F/RG-3F kunt u
kiezen hoe u wilt
transponeren. U kunt alleen
de song, zowel het klavier als
de song of alleen het klavier
transponeren (p.69). In de
fabrieksinstellingen worden
zowel het klavier als de song
getransponeerd.
48
Een song beluisteren
Hier ziet u, hoe het volume van een song van een geluidsbestand of een
muziek-CD veranderd kan worden.
1
Speel het geluidsbestand of de muziek-CD af (p.43).
2
Houd de [Play/Stop] knop ingedrukt en gebruik de [+] [-] knoppen om het
volume aan te passen.
U kunt het song afspeeltempo van een geluidsbestand of muziek-CD song
veranderen (p.46). In dit geval is de reeks instellingen als volgt.
U kunt de afspeeltoonsoort van een muziek-CD song of een geluidsbestand
veranderen (Playback Transpose) (p.47).
De afspeelinstellingen voor geluidsbestanden of muziek-
CD’s veranderen
Het volume van een geluidsbestand of muziek-CD veranderen
Waarde 0–10
Het tempo van een song veranderen
Waarde 75–100–125 (%)
De afspeeltoonsoort van een song veranderen (Playback Transpose)
Met gebruik van de Memory
Backup functie (p.72) kunt u
deze instelling in het
geheugen van de RG-1F/RG-
3F opslaan.
49
Een song beluisteren
U kunt het volume van geluiden (vocalen, sommige melodie-instrumenten,
enz.) die in het midden van het stereo geluidsveld zijn te horen, minimaliseren
wanneer een geluidsbestand of song van een muziek-CD wordt gespeeld.
1
Speel het geluidsbestand of een muziek-CD af (p.43).
2
Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
3
Gebruik de [] [] knoppen om ‘7. Composer’ te selecteren.
fig.d-PD7-Composer.eps
4
Druk op de [Enter] knop.
5
Gebruik de [] [] knoppen om ‘Center Cancel’ te selecteren.
fig.d-Cmp_CCancel.eps
6
Gebruik de [+] [-] knoppen om de Center Cancel functie aan/uit te zetten.
* Center Cancel wordt uitgeschakeld als u naar een andere song overschakelt.
7
Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
uitdooft.
Het afspeelvolume van geluiden in het midden minimaliseren (Center
Cancel)
Waarde Omschrijving
On Het volume van de melodie of vocaal zal afnemen.
Off Center Cancel wordt niet gebruikt.
Bij sommige songs kan het
effect moeilijk te bemerken
zijn.
50
Uw uitvoering opnemen
Neem dit is acht wanneer u gaat opnemen
U kunt uw opgenomen uitvoering in ‘Favorites’ opnemen (p.44). Als u de
stroom uitzet zonder dat de opgenomen uitvoering in de ‘Favorites’ is
opgeslagen, zal de opgenomen inhoud verloren gaan.
Om uw opgenomen uitvoering te behouden moet u deze in ‘Favorites’ opslaan.
U kunt uitvoeringsdata ook in USB-geheugen opslaan (p.52).
1
Selecteer de klank die u wilt spelen (p.22).
2
Maak de gewenste metronoominstellingen (p.28).
3
Druk op de [Rec] knop.
De [Play/Stop] knop knippert.
De opname starten
4
Druk op de [Play/Stop] knop of speel op het klavier om de opname te
starten.
Als u de opname heeft gestart door de [Play/Stop] knop in te drukken, zal de
opname na een aftelling van twee maten beginnen.
Als u de opname heeft gestart door het klavier te bespelen, zal er geen aftelling
worden gespeeld.
Tijdens de opname knippert ‘Recording…’.
fig.d-Song_recording.eps
De opname stoppen
5
Druk op de [Play/Stop] knop.
De opname zal stoppen.
Het volgende scherm zal verschijnen.
fig.d-Song_new.eps
Uw uitvoering opnemen
Gebruik een door Roland
verkocht USB-geheugen.
Een juiste werking kan niet
gegarandeerd worden
wanneer een ander USB-
geheugen wordt gebruikt
(p.15).
51
Uw uitvoering opnemen
1
Druk op de [Play/Stop] knop.
De opgenomen uitvoering wordt afgespeeld.
Om het afspelen te stoppen, drukt u nogmaals op de [Play/Stop] knop.
1
Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Rec] knop.
Een bevestigingsboodschap zal in het scherm verschijnen.
fig.d-RECORD-c1.eps
2
Druk op de [Enter] knop.
De opgenomen uitvoering zal verwijderd worden.
Indien u besluit de uitvoering niet te verwijderen, drukt u op de [Exit] knop.
Een opgenomen uitvoering afspelen
Een opgenomen uitvoering verwijderen
Als de volgende indicatie verschijnt
Wanneer u probeert een andere song te selecteren wanneer een opgenomen
uitvoering reeds bestaat, zal het volgende scherm verschijnen.
fig.d-RECORD-c1.eps
Als het OK is om de uitvoering te verwijderen, drukt u op de [Enter] knop.
Indien u de uitvoering niet wilt verwijderen, drukt u op de [Exit] knop en gaat u
verder volgens de beschrijving in ‘Een opgenomen uitvoering opslaan’ (p.52).
52
Uw uitvoering opnemen
Hier ziet u, hoe uw opgenomen uitvoering in het ‘Favorites’ gebied van het
interne geheugen of in USB-geheugen opgeslagen kan worden.
Als u de stroom uitzet zonder dat de uitvoering in ‘Favorites’ of USB-geheugen
is opgeslagen, zal de opgenomen uitvoering verloren gaan. Indien u de
uitvoering die u heeft opgenomen wilt behouden, moet deze in ‘Favorites’ of in
USB-geheugen worden opgeslagen.
1
Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator verlicht is.
2
Gebruik de [] [] knoppen om ‘5. File Menu’ te selecteren.
fig.d-PD5-File.eps
3
Druk op de [Enter] knop.
4
Gebruik de [] [] knoppen om ‘SAVE’ te selecteren.
fig.d-File-save.eps
5
Druk op de [Enter] knop.
6
Gebruik de [] [] knoppen om ‘SAVE Dest’ te selecteren, en gebruik de
[+] [-] knoppen om de opslagbestemming voor de uitvoeringsdata te
selecteren.
7
Gebruik de [] [] knoppen om de onderste regel van het scherm te
selecteren, en gebruik de [+] [-] knoppen om het nummer van de
opslagbestemming, waarin de uitvoeringsdata opgeslagen zal worden, te
selecteren.
8
Druk op de [Enter] knop.
De uitvoeringsdata zal opgeslagen worden.
9
Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
uitdooft.
Een opgenomen uitvoering opslaan
Parameter Omschrijving
Favorites Slaat de uitvoeringsdata in ‘Favorites’ op.
Ext Memory Slaat de uitvoeringsdata in USB-geheugen op.
Als u een nieuw USB-
geheugen gebruikt, moet dit
eerst op de RG-1F/RG-3F
geformatteerd worden.
Voor details kijkt u bij ‘User-
geheugen of USB-geheugen
formatteren’ (p.61).
Gebruik een door Roland
verkocht USB-geheugen.
Een juiste werking kan niet
gegarandeerd worden als u
een ander USB-geheugen
gebruikt.
Als u in USB-geheugen
opslaat, mag het USB-
geheugen niet verwijderd
worden voordat het opslaan
is voltooid.
53
Uw uitvoering opnemen
Nummers waarin geen song is opgeslagen worden als ‘4: (Empty)’ in het scherm
weergegeven.
fig.d-File-save5.eps
Als u probeert een nummer te selecteren waarin al een song is opgeslagen, en
daar in op te slaan, zal het volgende scherm verschijnen.
fig.d-FILE-Save-c2.eps
Als u de eerder opgeslagen song wilt verwijderen en deze met de huidige song
wilt vervangen, drukt u op de [Enter] knop.
Indien u de eerder opgeslagen song niet wilt verwijderen, drukt u op de [Exit]
knop om de Save operatie te annuleren.
uitvoeringsdata die eerder in
‘Favorites’ werd opgeslagen
kan naar USB-geheugen
gekopieerd worden.
uitvoeringsdata die in USB-
geheugen is opgeslagen kan
naar het interne ‘Favorites’
gebied worden gekopieerd
(p.59).
Als u uitvoeringsdata uit de
‘Favorites’ of een USB-
geheugen wilt verwijderen,
kijkt u op p.60.
54
Diverse instellingen maken
De RG-1F/RG-3F biedt een verscheidenheid aan instellingen die uw spel nog plezieriger kunnen maken.
U kunt de volgende instellingen maken.
Instelling Pagina
Paneelinstellingen
Voorkomen dat de huidige instellingen veranderen
(Panel Lock)
p. 55
Voorkomen dat een song wordt afgespeeld
(Playback Lock)
p. 55
1. Piano Designer p. 32
2. Tuning p. 56
De toonhoogte met die van een ander instrument
overeen laten komen (Master Tuning)
p. 56
De stemming veranderen p. 56
De stemmingscurve veranderen (Stretch Tuning) p. 57
3. Equalizer p. 58
4. Metronome
Spelen met de metronoom p. 28
Het tempo van de metronoom veranderen p. 28
De maatsoort van de metronoom veranderen p. 29
Het volume van de metronoom veranderen p. 29
5. File Menu
Een opgenomen uitvoering opslaan p. 52
Een song kopiëren p. 59
Een song uit ‘Favorites’ of USB-geheugen
verwijderen
p. 60
Het User-geheugen of USB-geheugen formatteren p. 61
6. User Program-instellingen p. 34
7. Composer (uitvoeringsinstelllingen)
Individuele gedeeltes afspelen (Track Mute) p. 45
Het geluid van een specifiek gedeelte als leidraad
gebruiken (Mute Volume)
p. 62
De methode voor het afspelen van een song
veranderen (Play Mode)
p. 62
Het Part veranderen dat aan elke track voor SMF
afspelen is toegewezen (Track Assign)
p. 63
Aanbevolen klanken voor een VIMA CD-ROM aan/
uitzetten
p. 63
Het afspeelvolume van geluiden in het midden
minimaliseren (Center Cancel)
p. 49
Het type CD dat wordt gespeeld specificeren (CD/
Audio Type)
p. 64
De timing van de piano en de automatische
begeleiding overeen laten komen
p. 64
Instelling Pagina
8. MIDI
Verdubbelde noten voorkomen wanneer een
sequencer is aangesloten (Local Control)
p. 65
Het MIDI-zendkanaal instellen p. 66
Opgenomen uitvoeringsdata naar een MIDI-
apparaat sturen (Composer MIDI Out)
p. 66
De V-LINK functie gebruiken p. 67
Klankselectie boodschappen verzenden (Program
Change/ Bank Select MSB/Bank Select LSB)
p. 68
9. Function (overige instellingen)
Met de rechter- en linkerhand verschillende
klanken spelen (Split Performance)
p. 25
Het splitspunt van het klavier veranderen p. 26
De volumebalans voor Dual Performance
aanpassen (Dual Balance)
p. 68
De toonhoogte van het klavier veranderen
(Transpose)
p. 27
Selecteren wat er getransponeerd wordt
(Transpose Mode)
p. 69
Het pedaaleffect veranderen (Damper Pedal Part) p. 69
Een functie aan de pedalen toewijzen p. 70
De toonhoogte van een klank in stappen van
octaven veranderen (Octave Shift)
p. 71
De USB-geheugen communicatie-instellingen
veranderen )External Memory Mode)
p. 71
Instellingen voor de USB-driver maken p. 72
Instellingen behouden wanneer de stroom wordt
uitgezet (Memory Backup)
p. 72
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset) p. 73
55
Diverse instellingen maken
De ‘Panel Lock’ knop schakelt alle knoppen uit. Op die manier
kunt u voorkomen dat de instellingen zullen veranderen wan-
neer een knop per ongeluk wordt ingedrukt.
Instelling
1. Maak de gewenste klankinstellingen en andere
instellingen.
2. Houd de [Piano Designer] knop ingedrukt en druk op de
[Song] knop.
Panel Lock wordt geactiveerd, en het volgende scherm zal
verschijnen.
fig.d-PanelLock.eps
* Als u deze operatie uitvoert terwijl een song wordt
afgespeeld of opgenomen, zal het afspelen of opnemen
stoppen.
Terwijl Panel Lock actief is, kunt u op het klavier spelen, de
[Volume] knop gebruiken om het volume aan te passen en
de [Brilliance] knop gebruiken om de helderheid aan te
passen.
Opheffen
1. Om Panel Lock op te heffen houdt u wederom de [Piano
Designer] knop ingedrukt en drukt u op de [Song] knop.
De ‘Playback Lock’ instelling voorkomt dat een song wordt afge-
speeld wanneer de [Play/Stop] knop wordt ingedrukt.
Op deze manier kunt u voorkomen dat een ongewenste song
wordt gespeeld, wanneer de knop per ongeluk wordt ingedrukt
als u op het klavier speelt.
Instelling
1. Houd de [Piano Designer] knop ingedrukt en druk op de
[Play/Stop] knop.
Playback Lock wordt geactiveerd.
Als u de [Play/Stop] knop in deze staat indrukt, zal het
volgende scherm verschijnen.
fig.d-PlayLock.eps
* Als u deze operatie uitvoert terwijl een song wordt
afgespeeld of popgenomen, zal het afspelen of opnemen
stoppen.
Opheffen
1. Om Playback Lock op te heffen, houdt u de [Piano
Designer] knop nogmaals ingedrukt en drukt u op de
[Play/Stop] knop.
Voorkomen dat de huidige instellingen
veranderen (Panel Lock)
Voorkomen dat een song wordt
afgespeeld (Playback Lock)
56
Diverse instellingen maken
Als u samen met andere instrumenten speelt, kunt u de referen-
tietoonhoogte van de RG-1F/RG-3F met die van het andere
instrument overeen laten komen.
De referentietoonhoogte wordt meestal uitgedrukt als de toon-
hoogte van de middelste A noot.
“Tuning’ betekent het overeen laten komen van de referentie-
toonhoogte met die van een ander instrument.
U kunt deze instellingen in het geheugen van de RG-1F/
RG-3F opslaan, met gebruik van de Memory Backup
functie (p.72).
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘2. Tuning’ te selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Master Tune’ te
selecteren.
fig.d-MasterTune.eps
5. Druk op de [+] of [-] knop om de referentietoonhoogte te
veranderen.
* Vanuit de fabriek is dit op ‘440.0’ ingesteld.
6. Als u de instelling in het interne geheugen wilt opslaan,
drukt u op de [Enter] knop.
Een bevestigingsboodschap zal in het scherm verschijnen.
fig.d-MasterTune2.eps
7. Druk nogmaals op de [Enter] knop.
De Mater Tune instelling wordt in de RG-1F/RG-3F
opgeslagen.
8. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
U kunt klassieke stijlen, zoals Barok, met gebruik van historische
temperaturen (stemmingmethodes) spelen.
De meeste moderne songs worden gecomponeerd voor, en
gespeeld in de gelijkzwevende stemming, de meest gangbare
stemming vandaag de dag. Echter, lang geleden, was er een
grote verscheidenheid aan andere stemmingsystemen.
Als u speelt in de temperatuur (stemming) die gebruikt werd op
het moment dat een compositie werd gecreëerd, kunt u de klan-
ken van akkoorden die oorspronkelijk voor de betreffende song
waren bedoeld ervaren.
U kunt deze instellingen in het geheugen van de RG-1F/
RG-3F opslaan, met gebruik van de Memory Backup
functie (p.72).
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘2. Tuning’ te selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Temperament’ te
selecteren.
fig.d-Temperament.eps
5. Druk op de [+] of [-] knop om de stemming te selecteren.
U kunt uit de volgende acht stemmingen kiezen.
Instellingen voor het stemmen
De toonhoogte met die van een ander
instrument overeen laten komen (Master
Tuning)
Waarde 415.3–440.0–466.2 (Hz)
Changing the Tuning (Temperament)
Waarde Kwaliteiten
Equal
In deze stemming is elk octaaf in twaalf
gelijke stappen verdeeld. Elk interval
produceert ongeveer dezelfde
hoeveelheid lichte dissonantie.
Just Maj
(Just Major)
Deze stemming elimineert
tweeslachtigheid in de kwinten en
tertsen. Dit is niet geschikt voor het
spelen van melodieën en kan niet
getransponeerd worden, maar kan
prachtige klanken voortbrengen.
Just Min
(Just Minor)
De Reine stemmingen verschillen van
majeur en mineur toonsoorten. U kunt
met de mineur ladder en de majeur
ladder hetzelfde effect verkrijgen.
Arabic
Deze stemming is geschikt voor
Arabische muziek.
57
Diverse instellingen maken
De tonica (grondtoon) instellen
Als u met andere stemmingen dan de gelijkzwevende speelt,
moet u de grondtoon voor het stemmen van de song die wordt
uitgevoerd specificeren (dat betekent de noot die met C corres-
pondeert voor een majeur toonsoort of met A voor een mineur
toonsoort).
Als u de gelijkzwevende stemming selecteert, hoeft de grond-
toon niet geselecteerd te worden.
U kunt deze instellingen in het geheugen van de RG-1F/
RG-3F opslaan, met gebruik van de Memory Backup
functie (p.72).
6. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Temperament Key’ te
selecteren.
fig.d-TemperamentKey.eps
7. Druk op de [+] of [-] knop om de grondtoon te selecteren.
Als u samen met andere instrumenten speelt, kan er
afhankelijk van de toonsoort enige verschuiving van de
toonhoogte optreden.
Stem de RG-1F/RG-3F op de fundamentele toonhoogte
van de andere instrumenten.
8. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Een piano is normaalgesproken zo gestemd dat de lage noten
iets lager dan de gelijkzwevende stemming zijn, en de hogere
noten iets hoger zijn. Deze stemmingsmethode is kenmerkend
voor de piano, en wordt ‘Stretch Tuning’ genoemd.
Het verschil tussen de gelijkzwevende toonhoogtes en de werke-
lijke toonhoogtes wordt de ‘stemmingscurve’ genoemd. Als de
stemmingscurve wordt veranderd, beïnvloedt dit de manier
waarop akkoorden resoneren op subtiele wijze.
U kunt deze instellingen in het geheugen van de RG-1F/
RG-3F opslaan, met gebruik van de Memory Backup
functie (p.72).
Deze instelling wordt alleen op pianoklanken toegepast.
Dit kan niet voor andere geluiden worden ingesteld.
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘2. Tuning’ te selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Stretch Tune’ te
selecteren.
fig.d-StretchTune.eps
5. Druk op de [+] knop of de [-] knop om de Stretch Tuning
instellingen te veranderen.
6. Als u ‘User’ heeft geselecteerd, drukt u op de [Enter]
knop.
7.
Speel de noot waarvan u de instelling wilt aanpassen, en
gebruik de [+] [-] knoppen om zijn stemming aan te passen.
fig.d-StretchTune1.eps
De waardereeks verschilt, afhankelijk van de toonsoort.
8. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
uitdooft.
Kirnbrgr
(Kirnberger)
Dit is een verbetering van de
Middentoon en Reine stemmingen, en
biedt een hoge mate aan
modulatievrijheid. Uitvoeringen zijn in
alle toonsoorten mogelijk (III).
Meantone
Deze schaal is een compromis van de
Reine stemming, waardoor
transpositie naar andere toonsoorten
mogelijk is.
Pythagor
(Pythagorean)
Deze stemming, uitgedacht door de
filosoof Pythagoras, elimineert
dissonantie in kwarten en kwinten.
Dissonantie wordt door tertsinterval
akkoorden geproduceerd, maar
melodieën zijn euforisch.
Werckmst
(Werckmeister)
In deze stemming worden de
Middentoon- en Pythagorische
stemmingen gecombineerd.
Uitvoeringen zijn in alle toonsoorten
mogelijk (eerste techniek, III).
Waarde C, C#, D, Eb, E, F, F#, G, Ab, A, Bb, B
Waarde Kwaliteiten
De stemmingscurve veranderen (Stretch Tuning)
Waarde Omschrijving
Off Stretch Tuning wordt niet gebruikt.
Preset
De kenmerkende methode voor het stemmen
van de piano (Stretch Tuning) wordt gebruikt,
waarbij hoge noten iets hoger, en lage noten
iets lager zijn. Als u ‘Preset’ kiest, zal de
standaard stemmingscurve van de RG-1F/RG-
3F worden gebruikt.
User
Hiermee kunt u uw eigen Stretch Tuning
instellingen specificeren. Ga verder naar stap 6.
58
Diverse instellingen maken
De RG-1F/RG-3F heeft een ingebouwde vierbands digitale Equali-
zer. U kunt ook vier sets equalisatie-instellingen opslaan, waarbij
elk de instellingen bevat die u heeft gekozen om een gewenste
klankkwaliteit te bereiken.
Een Equalizer duwt specifieke geluidstoonhoogtes (frequentie-
reeksen) omhoog of kapt deze af, om de geluidsbalans aan te
passen.
U kunt bijvoorbeeld het hoog omhoogduwen om een meer knis-
perig geluid te verkrijgen of het laag omhoogduwen voor een
krachtiger geluid.
U kunt het geluid ook aanpassen, zodat de akoestische kenmer-
ken van de uitvoeringsruimte gecompenseerd worden.
Als het geluid vervormt wanneer aparte frequenties worden ver-
hoogd, kunt u de ‘Master Gain’ gebruiken om dit soort vervor-
ming te regelen.
U kunt deze instellingen in het geheugen van de RG-1F/
RG-3F opslaan, met gebruik van de Memory Backup
functie (p.72).
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘3. Equalizer’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
fig.d-Equalizer.eps
4. Druk op de [+] knop of de [-] knop om het Equalizer
setnummer te selecteren.
Als u een andere instelling dan ‘Off’ selecteert, zal de [Enter]
knop knipperen.
fig.d-Equalizer1.eps
5. Druk op de [Enter] knop.
Het instellingenscherm voor de Equalizer verschijnt.
fig.d-Equalizer2.eps
6. Gebruik de [] [] knoppen om het onderdeel dat u wilt
instellen te selecteren.
7. Druk op de [+] of [-] knop om de waarde te veranderen.
8. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Equalizerinstellingen
Het geluid aanpassen om de gewenste
klankkwaliteit te bereiken (Equalizer)
Waarde Off, Set1–Set4
Parameter Waarde Omschrijving
Low Gain
-12 –
+12dB
Past het niveau van de lage
frequentiereeks aan.
Low Freq
100 –
1.0k (Hz)
Frequentiepunt in de lage
frequentiereeks.
Normaalgesproken verandert
dit het niveau op en onder
deze frequentie.
Lo Mid
Gain
-12 –
+12dB
Past het niveau van de lage
frequentiereeks tot
middenreeks aan.
Lo Mid
Freq
16 –
16.0k (Hz)
Frequentiepunt in de lage
frequentiereeks tot
middenreeks. Dit verandert
het niveau van de
gespecificeerde bandbreedte
die zich in het midden van
deze frequentie bevindt.
Lo Mid Q
0.5, 1.0,
2.0, 4.0,
8.0
Verandert de bandbreedte
van de lage frequentiereeks
tot middenreeks.
De bandbreedte die door de
regeling wordt beïnvloed,
wordt smaller naarmate de
waarde toeneemt.
Hi Mid
Gain
-12 –
+12dB
Past het niveau van de
midden- tot hoge
frequentiereeks aan.
Hi Mid
Freq
16 –
16.0k (Hz)
Frequentiepunt in de midden
tot hoge frequentiereeks. Dit
verandert het niveau van de
specifieke bandbreedte die
zich in het midden van deze
frequentie bevindt.
Hi Mid Q
0.5, 1.0,
2.0, 4.0,
8.0
Verandert de bandbreedte
van de midden- tot hoge
frequentiereeks.
De bandbreedte die door de
regeling wordt beïnvloed
wordt smaller naarmate de
waarde toeneemt.
High Gain
-12 –
+12dB
Past het niveau van de hoge
frequentiereeks aan.
High Freq
1.25k –
16.0k (Hz)
Frequentiepunt in de hoge
frequentiereeks.
Normaalgesproken verandert
dit het niveau op en boven
deze frequentie.
Master
Gain
-12 –
+12dB
U kunt de vervorming in het
geluid temperen door het
niveau te verlagen. Als het
niveau teveel verhoogd wordt
kan het geluid vervormd raken.
59
Diverse instellingen maken
Een uitvoering die in ‘Favorites’ is opgeslagen kan naar USB-
geheugen gekopieerd worden. Een song die in USB-geheugen of
op een CD-ROM is opgeslagen kan naar het ‘Favorites’ gebied
van de RG-1F/RG-3F worden gekopieerd.
Als u veelgebruikte songs naar de ‘Favorites’ kopieert, kunt u
deze op elk gewenst moment gemakkelijk selecteren en spelen.
Een song van een muziek-CD of een geluidsbestand kan
niet naar de ‘Favorites’ worden gekopieerd.
1. Als u een song van CD-ROM of USB-geheugen kopieert,
maakt u de CD-ROM of het USB-geheugen gereed.
Sluit het USB-geheugen op de externe geheugenaansluiting
aan.
Steek de CD-ROM in de CD-drive.
2. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
3. Gebruik de [] [] knoppen om ‘5. File Menu’ te
selecteren.
4. Druk op de [Enter] knop.
5. Gebruik de [] [] knoppen om ‘COPY’ te selecteren.
fig.d-File-Copy.eps
6. Druk op de [Enter] knop.
7. Gebruik de [+] [-] knoppen om de kopieerbron te
selecteren.
fig.d-File-Copy1.eps
8. Druk op de [] knop om de onderste regel van het
scherm te selecteren, en gebruik de [+] [-] knoppen om
het nummer van de song die u wilt kopiëren te
selecteren.
fig.d-File-Copy2.eps
9. Druk op de [Enter] knop.
10. Gebruik de [+} [-] knoppen om het songnummer van de
kopieerbestemming te specificeren.
fig.d-File-Copy4.eps
11. Druk op de [Enter] knop.
Een bevestigingsboodschap zal in het scherm verschijnen.
fig.d-File-Copy5.eps
12. Druk nogmaals op de [Enter] knop.
De song wordt gekopieerd.
Om naar het vorige scherm terug te keren zonder de song te
kopiëren, drukt u op de [Exit] knop.
Als u een song kopieert met gebruik van een USB-
geheugen, mag het USB-geheugen niet losgekoppeld
worden voordat het kopiëren geheel is voltooid.
13. Druk een aantal malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
File Menu
Een song kopiëren
Waarde Omschrijving
PresetSong
Een song van het interne geheugen naar
de ‘Favorites’ kopiëren.
Favorites
Een song van de ‘Favorites’ naar USB-
geheugen kopiëren.
CD
Een song van een CD-ROM naar
‘Favorites’ kopiëren.
Ext Memory
Een song van USB-geheugen naar
‘Favorites’ kopiëren.
Nummers waarin geen song is opgeslagen, worden als ‘4:
(Empty)’ in het scherm weergegeven.
fig.d-File-Copy6.eps
Als u probeert een nummer dat reeds een song bevat te
selecteren en daarin op te slaan, zal het volgende scherm
verschijnen.
fig.d-File-Copy7.eps
Als u de eerder opgeslagen song wilt verwijderen en deze
door de gekopieerde song wilt vervangen, drukt u op de
[Enter] knop.
Als u de eerder opgeslagen song niet wilt verwijderen,
drukt u op de [Exit] knop om de kopieeroperatie te annu-
leren.
60
Diverse instellingen maken
Hier ziet u, hoe een song die in ‘Favorites’ of een USB-geheugen
werd opgeslagen verwijderd kan worden.
1. Als u een song uit een USB-geheugen wilt verwijderen,
sluit u het USB-geheugen op de externe
geheugenaansluiting aan.
2. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
3. Gebruik de [] [] knoppen om ‘5. File Menu’ te
selecteren.
4. Druk op de [Enter] knop.
5. Gebruik de [] [] knoppen om ‘DEL’ te selecteren.
fig.d-File-Del.eps
6. Druk op de [Enter] knop.
7. Gebruik de [+] [-] knoppen om de locatie die de te
verwijderen song bevat te selecteren.
fig.d-File-Del2.eps
8. Druk op de [] knop om de onderste regel van het
scherm te selecteren, en gebruik de [+] [-] knoppen om
het nummer van de song die u wilt verwijderen te
selecteren.
fig.d-File-Del3.eps
9. Druk op de [Enter] knop.
Een bevestigingsboodschap zal in het scherm verschijnen.
fig.d-FILE-Del-5.eps
10. Druk nogmaals op de [Enter] knop.
De geselecteerd song zal verwijderd worden.
Als u in plaats daarvan op de [Exit] knop drukt, keert u naar
het vorige scherm terug, zonder dat de song wordt
verwijderd.
Als u een song uit een USB-geheugen verwijdert, mag
het USB-geheugen niet losgekoppeld worden voordat
het verwijderen geheel is voltooid.
11. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Een song uit ‘Favorites’ of USB-geheugen
verwijderen
Waarde Omschrijving
Favorites Een song uit ‘Favorites’ verwijderen.
Ext Memory
Een song uit USB-geheugen
verwijderen.
61
Diverse instellingen maken
Hier ziet u, hoe de gehele inhoud van het User-geheugen of USB-
geheugen gewist kan worden, en het opnieuw op de vanuit de
fabriek ingestelde (geïnitialiseerde) status wordt ingesteld.
De RG-1F/RG-3F voorziet in een intern geheugengebied waarin u
data als opgenomen uitvoeringen kunt opslaan. Dit gebied
wordt het ‘User-geheugen’ genoemd.
De inhoud die u in ‘Favorites’ opslaat en de User programma’s die
u opslaat, worden in het User-geheugen opgeslagen.
* Als deze procedure wordt uitgevoerd, worden geen andere
instellingen dan de inhoud van het User-geheugen
geïnitialiseerd. Als u andere instellingen dan die van het
User-geheugen opnieuw op de fabrieksinstellingen wilt
terugzetten, moet u de Factory Reset operatie uitvoeren
(p.73).
1. Als u een USB-geheugen wilt formatteren, sluit u het
USB-geheugen op de externe geheugenaansluiting aan.
2. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
3. Gebruik de [] [] knoppen om ‘5. File Menu’ te
selecteren.
4. Druk op de [Enter] knop.
5. Gebruik de [] [] knoppen om ‘FORMT’ te selecteren.
fig.d-File-Format.eps
6. Druk op de [Enter] knop.
7. Gebruik de [+] [-] knoppen om het geheugen dat u wilt
formatteren te selecteren.
fig.d-File-Format1.eps
8. Druk op de [Enter] knop.
Een bevestigingsboodschap zal in het scherm verschijnen.
fig.d-FILE-FMT-3.eps
9. Druk nogmaals op de [Enter] knop.
De inhoud van het User-geheugen of USB-geheugen wordt
gewist.
Als u in plaats daarvan op de [Exit] knop drukt, keert u naar
het vorige scherm terug, zonder de inhoud van het User-
geheugen of USB-geheugen te wissen.
Zet nooit de stroom uit terwijl de ‘Executing…’ indicatie
in het scherm wordt weergegeven.
10. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
User-geheugen of USB-geheugen formatteren
Waarde Omschrijving
User Memory Inhoud van het User-geheugen.
Ext Memory
Inhoud van het USB-geheugen dat op
de externe geheugenaansluiting is
aangesloten.
62
Diverse instellingen maken
Bij het veranderen van de Track Mute instelling (p. 45) in ‘Mute’,
kunt u specificeren dat het volume gereduceerd zal worden, in
plaats van het geluid volledig te dempen.
Met deze instelling kunt u het volume van een Part verlagen, en
het als een leidraad voor uw eigen spel gebruiken.
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘7. Composer’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Mute Volume’ te
selecteren.
fig.d-Cmp-MuteVol.eps
5. Druk op de [+] of [-] knop om de waarde te veranderen.
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Als u de stroom uitzet, keert het Track Mute volume
naar ‘0’ terug.
Wanneer songs op de RG-1F/RG-3F worden afgespeeld, kunt u
specificeren of songs individueel worden gespeeld of dat alle
songs opeenvolgend worden afgespeeld.
U kunt deze instelling in het geheugen van de RG-1F/
RG-3F opslaan, met gebruik van de Memory Backup
functie (p.72).
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘7. Composer’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Play Mode’ te
selecteren.
fig.d-Cmp-PlayMode.eps
5. Gebruik de [+] [-] knoppen om de Play Mode voor de
song te selecteren.
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
uitvoeringsinstelllingen
Het geluid van een specifiek Part als leidraad
gebruiken (Mute Volume)
Waarde Omschrijving
0–10 Hogere waardes maken het geluid luider.
De methode voor het afspelen van een song
veranderen (Play Mode)
Waarde Omschrijving
All Song
Alle songs in de categorie worden
opeenvolgend afgespeeld, beginnend bij
de geselecteerde song.
Wanneer de laatste song binnen de
geselecteerde categorie is afgespeeld,
gaat het afspelen automatisch verder
vanaf de eerste song binnen die categorie.
One Song
Alleen de geselecteerde song wordt
gespeeld.
Als de song is afgespeeld, zal het afspelen
stoppen.
63
Diverse instellingen maken
Normaalgesproken, als u een SMF-muziekbestand afspeelt (p.88)
dat compatibel is met Roland Digitale Piano’s, wordt het linker-
handgedeelte aan de Left track toegewezen, en het rechterhand-
gedeelte aan de Right track toegewezen.
Sommige SMF-muziekbestanden gebruiken echter andere track-
toewijzingen voor de rechter- en linkerhandgedeeltes.
Als dit op ‘Auto’ is ingesteld, en de rechter- en linkerhandgedeel-
tes niet correct zijn toegewezen, kunt u deze instelling verande-
ren.
U kunt deze instelling in het geheugen van de RG-1F/
RG-3F opslaan, met gebruik van de Memory Backup
functie (p.72).
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘7. Composer’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Track Assign’ te
selecteren.
fig.d-Cmp-TrackAsgn.eps
5. Gebruik de [+] [-] knoppen om de toewijzingsinstellingen
van de track te veranderen.
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Deze instelling wordt toegepast als u een song
selecteert nadat de instelling is veranderd.
Elke song op een VIMA CD-ROM (VIMA TUNES) specificeert ‘aan-
bevolen klanken’ die bij de betreffende song passen.
Als u een song selecteert, wordt een aanbevolen klank aan de
klanknoppen van de RG-1F/RG-3F toegewezen, en die klankknop
zal dan knipperen.
Als u de knipperende klankknop indrukt, wordt de aanbevolen
klank geselecteerd, zodat u met een geschikte klank met de song
mee kunt spelen.
De RG-1F/RG-3F laat u kiezen of de aanbevolen klank automa-
tisch (On) of niet (Off) wordt toegewezen.
U kunt deze instelling in het geheugen van de RG-1F/
RG-3F opslaan, met gebruik van de Memory Backup
functie (p.72).
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘7. Composer’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Recommended Tone’ te
selecteren.
fig.d-Cmp-Recommend.eps
5. Druk op de [+] of [-] knop om de instelling voor de
aanbevolen klank aan of uit te zetten.
* De fabrieksinstelling is ‘On’.
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Het Part dat een elke track voor SMF afspelen is
toegewezen veranderen (Track Assign)
Waarde Omschrijving
Auto
Parts worden automatisch, volgens de
songdata, aan de tracks toegewezen.
2/1
Part 1 wordt aan de Right Track
toegewezen, Part 2 wordt aan de Left Track
toegewezen en overige Parts worden aan
de Accomp (begeleiding) track
toegewezen.
3/4
Part 4 wordt aan de Right Track
toegewezen, Part 3 aan de Left Track en
overige Parts worden aan de Accomp
(begeleiding) track toegewezen.
Aanbevolen klanken voor een VIMA CD-ROM
aan/uitzetten
Waarde Omschrijving
On
De aanbevolen klank wordt automatisch
aan de klankknoppen van de RG-1F/RG-3F
worden toegewezen.
Off
De aanbevolen klank wordt niet
automatisch aan de klankknoppen van de
RG-1F/RG-3F toegewezen.
64
Diverse instellingen maken
Bij sommige CD’s kan de piano het CD-type mogelijk niet vast-
stellen. In dit geval kunt u het CD-type handmatig specificeren.
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘7. Composer’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘CD/Audio Type’ te
selecteren.
fig.d-Cmp-CDType.eps
5. Druk op de [+] of [-] knoppen om het CD-type dat u gaat
afspelen te specificeren.
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Onthoud dat sommige commercieel verkrijgbare Player
Piano CD's niet gespeeld kunnen worden.
Op sommige Player Piano CD’s kan het geluid van de piano
mogelijk niet met de timing van de begeleiding overeenkomen.
In dat geval ziet u hier hoe het geluid van de piano en de begelei-
ding gesynchroniseerd kan worden.
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘7. Composer’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘CD/Audio Sync’ te
selecteren.
fig.d-Cmp-CDSync.eps
5. Druk op de [+] of [-] knoppen om de timing van de piano
aan te passen.
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Het type CD dat gespeeld wordt specificeren
(CD/Audio Type)
Waarde Omschrijving
Auto
Het CD-type wordt automatisch
gedetecteerd.
Type A Typische CD's voor Player Piano bevatten
geluidsdata en MIDI-data, en het
dataformaat verschilt per CD.
Als het dataformaat niet met de instellingen
van de RG-1F/RG-3F overeenkomt, zal een
‘pieptoon’ worden gespeeld. Sommige
Player Piano CD's kunnen niet gespeeld
worden.
Type B
Stereo
Commercieel verkrijgbare muziek CD's (geen
Player Piano CD's).
De timing van de piano de automatische
begeleiding overeen laten komen
Waarde Omschrijving
0–100
Hogere instellingen vertragen de timing
waarop de piano hoorbaar is.
65
Diverse instellingen maken
Wanneer een MIDI-sequencer is aangesloten, moet u de Local
Control instelling op ‘Off’ zetten. Als u de stroom aanzet, is dit op
‘On’ (Local On) ingesteld.
Gewoonlijk is de ‘Thru’ functie van een sequencer ingeschakeld,
zodat data van het klavier en data die door de Recorder worden
afgespeeld via twee routes (1) en (2) in de illustratie naar de
geluidsgenerator worden gestuurd, waardoor noten verdubbeld
of onverwacht onderbroken worden.
Om dit te voorkomen kunnen we route (1) ontkoppelen. Dit is de
‘Local Off’ instelling.
fig.Local1_e.eps
Local On:
Het klavier en de Recorder zijn met de interne
geluidsgenerator verbonden.
fig.Local2_e.eps
Local Off:
Het klavier en de Recorder zijn niet met de interne
geluidsgenerator verbonden. Wanneer u op het klavier
speelt of een song afspeelt, zal er geen geluid te horen zijn.
fig.Local3_e.eps
Als de RG-1F/RG-3F op een apparaat uit de Roland
MT-serie is aangesloten, hoeft de Local instelling niet
uitgezet te worden.
Instrumenten uit de MT-serie verzenden een Local Off
boodschap wanneer deze worden aangezet. Als u de
RG-1F/RG-3F eerst aanzet, en dan het apparaat uit de
MT-serie, wordt de RG-1F/RG-3F automatisch op de
Local Off instelling ingesteld.
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘8. MIDI’ te selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Local Control’ te
selecteren.
fig.d-MIDI-LocalC.eps
5. Druk op de [+] of [-] knoppen om Local Control aan of uit
te zetten.
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
MIDI-instellingen
Verdubbelde noten voorkomen wanneer een
sequencer is aangesloten (Local Control)
(1) Local On
MIDI
IN
MIDI
IN
MIDI
OUT
MIDI
OUT
(2)
Sequencer
Geheugen
Geluids-
generator
Geluidsgenerator
Soft Thru On
Local On
Geluid wordt geproduceerd
Geluidsgenerator
Local Off
Er wordt geen geluid geproduceerd
Geluidsgenerator
Waarde Omschrijving
On Local Control is ingeschakeld.
Off Local Control is uitgeschakeld.
66
Diverse instellingen maken
Hier ziet u, hoe het MIDI-kanaal, dat de RG-1F/RG-3F voor verzen-
den gebruikt, wordt ingesteld.
MIDI gebruikt zestien kanalen, genummerd 1-16. Wanneer MIDI-
apparaten zijn aangesloten, kunnen klanken gespeeld of geselec-
teerd worden als de MIDI-kanalen van beide apparaten overeen-
komen.
De RG-1F/RG-3F ontvangt alle kanalen 1-16.
U kunt deze instellingen in het geheugen van de RG-1F/
RG-3F opslaan, met gebruik van de Memory Backup
functie (p.72).
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘8. MIDI’ te selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘MIDI Tx Channel’ te
selecteren.
fig.d-MIDI-TxCh.eps
5. Druk op de [+] of [-] knoppen om het MIDI-zendkanaal in
te stellen.
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Voor details over het aansluiten van MIDI-apparaten
kijkt u bij ‘MIDI-apparaten aansluiten’ (p.77).
Als de ‘Composer MIDI Out’ instelling op ‘On’ staat, kan uitvoe-
ringsdata die op de RG-1F/RG-3F is opgenomen naar een aange-
sloten MIDI-apparaat of een computer worden verzonden.
U kunt deze instelling in het geheugen van de RG-1F/
RG-3F opslaan, met gebruik van de Memory Backup
functie (p.72).
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘8. MIDI’ te selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Composer MIDI Out’ te
selecteren.
fig.d-MIDI-MIDIOut.eps
5. Druk op de [+] of [-] knop om de Composer MIDI Out
instelling aan of uit te zetten.
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Het MIDI-zendkanaal instellen
Waarde Off, 1–16
Opgenomen uitvoeringsdata naar een MIDI-
apparaat sturen (Composer MIDI Out)
Waarde Omschrijving
On
De met de RG-1F/RG-3F opgenomen
uitvoeringsdata kan naar het aangesloten
MIDI-apparaat of een computer worden
verzonden.
Off
De met de RG-1F/RG-3F opgenomen
uitvoeringsdata kan niet naar het
aangesloten MIDI-apparaat of een computer
worden verzonden.
67
Diverse instellingen maken
Wanneer de RG-1F/RG-3F op een V-LINK-compatibel beeldappa-
raat wordt aangesloten, kunt u de beelden met de RG-1F/RG-3F
besturen.
V-LINK
V-LINK ( ) is een functie waarmee muziek en afbeel-
dingen samen uitgevoerd kunnen worden. Als MIDI wordt
gebruikt om twee of meer V-LINK-compatibele apparaten met
elkaar te verbinden, kunt u op eenvoudige wijze genieten van
een brede reeks visuele effecten, die aan de expressieve elemen-
ten van een muzikale uitvoering zijn gekoppeld.
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘8. MIDI’ te selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘V-LINK’ te selecteren.
fig.d-MIDI-VLink.eps
5. Druk op de [+] of [-] knop om de V-LINK functie in of uit te
schakelen.
* Dit is op ‘Off’ ingesteld wanneer u de stroom aanzet.
Terwijl V-LINK is ingeschakeld, wordt er geen geluid
geproduceerd als u één van de twaalf toetsen aan de
linkerkant van het klavier indrukt.
6. Druk op de [] knop om ‘V-LINK Channel’ te selecteren.
fig.d-MIDI-VLinkCh.eps
7. Gebruik de [+] [-] knoppen om het V-LINK zendkanaal te
specificeren.
8. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Als V-LINK is ingeschakeld, wordt het V-LINK icoon
( ) in het scherm weergegeven.
De V-LINK functie gebruiken
Waard
e
Omschrijving
On
De V-LINK functie is ingeschakeld.
Met de twaalf toetsen aan de linkerkant van
het klavier kunt u beelden besturen.
Off De V-LINK functie is uitgeschakeld.
Waarde 1–16
68
Diverse instellingen maken
Hier wordt uitgelegd hoe Program Change (PC), Bank Select MSB
en Bank select LSB boodschappen naar een MIDI-apparaat ver-
zonden kunnen worden. U kunt het zendkanaal (Tx PC Channel)
ook specificeren.
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘8. MIDI’ te selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om het onderdeel dat u wilt
instellen te selecteren. Gebruik de [+] [-] knoppen om de
waarde te veranderen.
fig.d-MIDI-TxPC.eps/fig.d-MIDI-BankSel.eps
5. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Hier ziet u, hoe de volumebalans tussen de twee klanken (klank 1
en klank 2) verandert kan worden wanneer Dual Performance
wordt gebruikt.
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘9. Function’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Dual Balance’ te
selecteren.
fig.d-Func-DBalance.eps
5. Druk op de [+] of [-] knop om de waarde te veranderen.
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Boodschappen voor klankselectie verzenden
(Program Change/Bank Select MSB/Bank Select LSB)
Parameter Waarde Omschrijving
Tx PC
Channel
Off, 1–16
Specificeert het zendkanaal
voor Program Changes.
PC
001 (00)–
128 (7F)
Specificeert de Program
Change.
Bank MSB,
Bank LSB
000 (00)–
127 (7F)
Specificeert de Bank Select
MSB/LSB.
Overige instellingen
De volumebalans voor Dual Performance
aanpassen (Dual Balance)
Waarde
1:9 (klank 2 is luider)-
5:5 (hetzelfde volume)-
9:1 (klank 1 is luider)
69
Diverse instellingen maken
U kunt specificeren wat er getransponeerd wordt wanneer u de
Transpose functie (p.27) of de Playback transpose functie (p.47)
gebruikt.
U kunt zowel de song als het klavier transponeren, alleen de song
transponeren of alleen het klavier transponeren.
U kunt deze instelling in het geheugen van de RG-1F/
RG-3F opslaan, met gebruik van de Memory Backup
functie (p.72).
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘9. Function’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Mode’ te selecteren.
fig.d-Func-TMode.eps
5. Druk op de [+] of [-] knop om de transpositiemodus in te
stellen.
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Als u het rechterpedaal indrukt terwijl Dual Performance of Split
Performance wordt gebruikt, wordt het pedaaleffect gewoonlijk
op beide klanken toegepast. Indien gewenst kunt u ervoor kiezen
dit op slechts één klank toe te passen.
U kunt deze instelling in het geheugen van de RG-1F/
RG-3F opslaan, met gebruik van de Memory Backup
functie (p.72).
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘9. Function’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Damper Pdl Part’ te
selecteren.
fig.d-Func-DamperP.eps
5. Druk op de [+] of [-] knop om de Parts waarop het
rechterpedaal van invloed is te specificeren.
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Selecteren wat er getransponeerd wordt
(Transpose Mode)
Waarde Omschrijving
Keyboard Klaviernoten
Song Afspeelgeluid van de song
Keyboard&Song
Klaviernoten en afspeelgeluid van
de song
Het pedaaleffect veranderen (Damper Pedal
Part)
Waarde Omschrijving
R&L Wordt op beide klanken toegepast.
R
Wordt alleen op klank 1 toegepast (bij Dual
Performance)/rechterhand klank (bij Split
Performance).
L
Wordt alleen op klank 2 toegepast (bij Dual
performance)/linkerhand klank (bij Split
Performance).
70
Diverse instellingen maken
U kunt functies aan het linkerpedaal en het middelste pedaal toe-
wijzen, zodat de toegewezen functie geactiveerd wordt wanneer
u het corresponderende pedaal indrukt.
U kunt deze instelling in het geheugen van de RG-1F/
RG-3F opslaan, met gebruik van de Memory Backup
functie (p.72).
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘9. Function’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om het pedaal waarvoor u
instellingen wilt maken te selecteren.
fig.d-Func-PedalC.eps
5. Gebruik de [+] [-] knoppen om de functie die aan het
pedaal wordt toegewezen te selecteren.
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Een functie aan de pedalen toewijzen
Parameter Omschrijving
Pedal Cent
Een functie aan het middelste pedaal
toewijzen.
Pedal Left
Een functie aan het linkerpedaal
toewijzen.
Waarde Omschrijving
Sostenuto
Het pedaal werkt als een Sostenuto
pedaal (p.20).
Soft
Het pedaal werkt als een Soft pedaal
(p.20).
Play/Stop Het pedaal start of stopt het afspelen.
Pedal EX
Wanneer Dual Performance (p.23) wordt
gebruikt, en het pedaal niet wordt
gebruikt, klinkt alleen de klank van de
klankknop aan de linkerkant. Als u speelt
terwijl het pedaal wordt ingedrukt, wordt
de andere klank op die klank gestapeld.
Het volume van de toegevoegde klank is
afhankelijk van de manier waarop u het
pedaal indrukt.
* Een pedaal dat aan de ‘Pedal EX’
functie is toegewezen doet niets als u
Dual Performance niet gebruikt.
Octave
Wanneer u het klavier bespeelt terwijl het
pedaal wordt ingedrukt, worden noten
één octaaf boven de toetsen die u speelt
aan de noten die u speelt toegevoegd.
Het volume van het toegevoegde hogere
octaaf hangt af van de diepte waarmee
het pedaal wordt ingedrukt.
Waarde Omschrijving
71
Diverse instellingen maken
U kunt de toonhoogte van klank 2 in Dual Performance (p.23) en
de linkerhandklank in Split Performance (p.25) met één octaaf
tegelijk veranderen.
Het veranderen van de toonhoogte in eenheden van een octaaf
wordt ‘Octave Shift’ genoemd.
U kunt in Split Performance bijvoorbeeld de toonhoogte van de
linkerhandklank naar dezelfde toonhoogte als die van de rechter-
handklank verhogen.
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘9. Function’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Octave Shift’ te
selecteren.
fig.d-Func-Octave.eps
5. Druk op de [+] of [-] knop om de waarde te veranderen.
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Wanneer u een USB-geheugen op de externe geheugenaanslui-
ting aansluit, kan het in sommige gevallen even duren voordat
data gelezen wordt of data kan mogelijk niet correct gelezen
worden.
In dit geval kunt u het probleem oplossen door de communica-
tie-instelling van het USB-geheugen te veranderen.
* Normaalgesproken hoeft deze instelling niet veranderd te
worden.
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘9. Function’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘EXT Memory Mode’ te
selecteren.
fig.d-Func-EXTMem.eps
5. Druk op de [+] of [-] knop om de waarde te veranderen.
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
U moet de stroom uitzetten, en dan weer aan, om de
veranderde instelling in werking te laten treden.
Deze instelling wordt onthouden nadat de stroom is
uitgezet.
De toonhoogte van de klank in stappen van
octaven veranderen (Octave Shift)
Waarde -2 – 0 – +2
De USB-geheugen communicatie-instellingen
veranderen (External Memory Mode)
Waarde 1, 2
72
Diverse instellingen maken
Normaalgesproken hoeft u geen driver te installeren om de
RG-1F/RG-3F op de computer aan te sluiten. Echter, als er een
probleem optreedt of de uitvoering matig is, kan het gebruik van
de Roland originele driver het probleem mogelijk oplossen.
Specificeer de USB-driver die u wilt gebruiken, en installeer dan
de driver.
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘9. Function’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘USB Driver’ te
selecteren.
fig.d-Func-USBDrv.eps
5. Druk op de [+] of [-] knop om de USB-driver te
selecteren..
6. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Als u deze instelling verandert, zet u de stroom opnieuw aan.
Deze instelling wordt onthouden, ook nadat de stroom is
uitgezet.
Voor details over het downloaden en installeren van de
Roland originele driver kijkt u op de Roland website.
Roland website:
http://www.roland.com/
Voor details over het aansluiten van de computer via de
USB-aansluiting kijkt u bij ‘Een computer aansluiten’ (p.78).
Gewoonlijk, als u de stroom uitzet, keren de verscheidene instel-
lingen die u heeft gemaakt naar hun oorspronkelijke staat terug.
U kunt instellingen echter opslaan, zodat deze gehandhaafd blij-
ven wanneer de stroom wordt uitgezet, en dan weer wordt aan-
gezet.
Dit wordt de ‘Memory Backup’ functie genoemd.
Details over de instellingen die met de Memory Backup
functie opgeslagen kunnen worden vindt u bij
‘Parameters die in Memory Backup worden opgeslagen’
(p.86).
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘9. Function’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Memory Backup’ te
selecteren.
fig.d-Func-MemBack.eps
5. Druk op de [Enter] knop.
Een bevestigingsboodschap verschijnt in het scherm.
fig.d-Func-MemBack1.eps
Als u in plaats daarvan op de [Exit] knop drukt, keert u naar
het vorige scherm terug zonder de instellingen op te slaan.
6. Druk nogmaals op de [Enter] knop.
De Memory Backup wordt uitgevoerd.
Zet nooit de stroom uit terwijl ‘Executing…’ in het
scherm wordt getoond.
Wanneer de Memory Backup is voltooid, keert u naar het
vorige scherm terug.
7. Druk meerdere malen op de [Piano Designer] knop,
zodat de indicator uitdooft.
Instellingen voor de USB-driver maken
Waarde Omschrijving
Generic
Kies dit als u de standaard USB-driver die
bij de computer behoort wilt gebruiken.
Normaalgesproken dient u deze mode te
gebruiken.
Original
Kies dit als u een USB-driver wilt gebruiken
die van de Roland website wordt
gedownload.
Instellingen behouden als de stroom wordt
uitgezet (Memory Backup)
73
Diverse instellingen maken
Hier ziet u, hoe de instellingen die u met gebruik van de Memory
Backup functie heeft opgeslagen (p.72) opnieuw op de fabriek-
sinstellingen kunt terugzetten.
Dit wordt de ‘Factory Reset’ functie genoemd.
Als u de ‘Factory Reset’ functie uitvoert, worden alle
opgeslagen instellingen gewist en opnieuw op die van
de fabriek ingesteld.
Als u de inhoud van het User-geheugen opnieuw op de
fabrieksinstelling wilt terugzetten, kijkt u bij ‘User-
geheugen of USB-geheugen formatteren’ (p.61).
1. Druk op de [Piano Designer] knop, zodat de indicator
verlicht is.
2. Gebruik de [] [] knoppen om ‘9. Function’ te
selecteren.
3. Druk op de [Enter] knop.
4. Gebruik de [] [] knoppen om ‘Factory Reset’ te
selecteren.
fig.d-Func-Factory.eps
5. Druk op de [Enter] knop.
Een bevestigingsboodschap verschijnt in het scherm.
fig.d-Func-Factory1.eps
Als u in plaats daarvan op de [Exit] knop drukt, keert u naar
het vorige scherm terug zonder de Factory Reset uit te
voeren.
6. Druk nogmaals op de [Enter] knop.
De Factory Reset zal uitgevoerd worden.
Nadat de Factory Reset is voltooid en het volgende scherm
verschijnt, zet u de stroom uit, en dan weer aan.
fig.d-Func-Factory2.eps
Zet nooit de stroom uit voordat dit scherm verschijnt.
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory
Reset)
74
Andere apparaten aansluiten
Wanneer u een CD-drive aansluit, kunt u muziek CD’s of CD-ROM
disks waarop SMF-muziekdata is opgeslagen afspelen.
U kunt ook songs op VIMA CD-ROMs (VIMA TUNES) van
Roland afspelen.
Gebruik een CD-drive van Roland. De werking kan niet
gegarandeerd worden als een andere CD-drive wordt
gebruikt.
Voorzorgsmaatregelen betreffende gebruik van
de CD
CD’s die zowel muziektracks als data bevatten zullen niet
correct worden gespeeld.
De RG-1F/RG-3F kan alleen commerciële CD's spelen, die
voldoen aan de officiële standaard. Dit zijn de CD’s die het
‘COMPACT disc DIGITAL AUDIO’ logo dragen.
De bruikbaarheid en geluidskwaliteit van geluidsdisks met
beveiligingstechnologie voor auteursrecht en andere niet-
standaard CD’s kan niet gegarandeerd worden.
U kunt geen songs op CD’s opslaan, en songs die op CD zijn
opgenomen kunnen niet verwijderd worden. Bovendien
kunnen CD’s niet geformatteerd worden.
1. Zet de stroom van de RG-1F/RG-3F en de CD-drive uit.
2. Zoals in de illustratie wordt getoond, gebruikt u de gaten
in de onderkant van de piano om de CD-drive te
bevestigen.
* Voor details raadpleegt u de gebruikershandleiding van de
(apart verkrijgbare) CD-drive.
fig.CDD.eps
3. Sluit de bij de CD-drive behorende USB-kabel op de
externe geheugenaansluiting van de RG-1F/RG-3F aan.
fig.ExtUSB-Connect.eps
Wanneer de USB-kabel wordt aangesloten moet u deze
in de juiste richting plaatsen, en stevig helemaal in de
aansluiting duwen. Gebruik geen overmatige kracht.
4. Zet de stroom van de aangesloten CD-drive aan.
5. Zet de stroom van de RG-1F/RG-3F aan.
Voor informatie over het aan en uitzetten van de
CD-drive en de manier waarop een CD wordt geplaatst
of verwijderd, raadpleegt u de gebruikershandleiding
die bij de CD-drive hoort.
De CD-drive aansluiten
75
Andere apparaten aansluiten
Als u de RG-1F/RG-3F aansluit op actieve luidsprekers of op een
geluidssysteem dat lijninvoer Jacks heeft, kunt u het geluid van
de RG-1F/RG-3F via de actieve luidsprekers of het geluidssysteem
beluisteren. Als u een draagbare geluidsspeler of ander afspeel-
apparaat voor geluid op de RG-1F/RG-3F aansluit, kunt u het
geluid daarvan via de RG-1F/RG-3F beluisteren.
Gebruik geluidskabels (in de winkel verkrijgbaar) om aanslui-
tingen te maken.
Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden
gebruikt, kan het volume van apparatuur die op de
invoerjacks is aangesloten laag zijn. Als dit gebeurt,
gebruik dan aansluitkabels die geen weerstanden
bevatten.
Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of
andere apparaten te voorkomen, minimaliseert u het
volume en zet u de stroom van alle apparaten uit
voordat u aansluitingen maakt.
fig.Output-SP_e.eps
1. Stel het volume van de RG-1F/RG-3F en de luidspreker op
de minimale stand in.
2. Zet de stroom van de RG-1F/RG-3F en de luidsprekers uit.
3. Gebruik geluidskabels (in de winkel verkrijgbaar) om de
aansluiting te maken.
4. Zet de RG-1F/RG-3F aan.
5. Zet de aangesloten luidsprekers aan.
6. Pas het volumeniveau op de RG-1F/RG-3F en de
aangesloten luidsprekers aan.
Als u het klavier van de RG-1F/RG-3F bespeelt, wordt het
geluid via de RG-1F/RG-3F en de aangesloten luidsprekers
gespeeld.
De stroom uitzetten
1. Stel het volume van de RG-1F/RG-3F en de luidspreker op
de minimale stand in.
2. Zet de aangesloten luidsprekers uit.
3. Zet de RG-1F/RG-3F uit.
Aansluiten op geluidsapparatuur
Luidsprekers op de RG-1F/RG-3F aansluiten en
geluiden uitvoeren
Geluidsinstallatie, enz.
76
Andere apparaten aansluiten
fig.Input-Audio2_e.eps
fig.Input-Audio_e.eps
1. Stel het volume van de RG-1F/RG-3F en het
geluidsapparaat op de minimale stand in.
2. Zet de stroom van de RG-1F/RG-3F en het
geluidsapparaat uit.
3. Gebruik geluidskabels (in de winkel verkrijgbaar) om de
aansluiting te maken.
4. Zet het aangesloten geluidsapparaat aan.
5. Zet de RG-1F/RG-3F aan.
6. Pas het volume van de RG-1F/RG-3F en het aangesloten
geluidsapparaat aan.
De geluiden van het aangesloten geluidsapparaat worden
door de RG-1F/RG-3F gespeeld.
Pas het volume met gebruik van de regelaars van het
geluidsapparaat aan.
De stroom uitzetten
1. Stel het volume van de RG-1F/RG-3F en het
geluidsapparaat op de minimale stand in.
2. Zet de RG-1F/RG-3F uit.
3. Zet het aangesloten geluidsapparaat uit.
Geluiden van een geluidsapparaat via de
RG-1F/RG-3F spelen
Draagbare
geluidsspeler, enz.
RCA PIN
Input connector
Geluidsinstallatie, enz.
77
Andere apparaten aansluiten
Door een extern MIDI-apparaat aan te sluiten en uitvoeringsdata
uit te wisselen, kunt u één apparaat vanaf het andere besturen.
U kunt bijvoorbeeld geluid vanaf het andere apparaat uitvoeren
of op het andere instrument van klank veranderen.
* Externe MIDI-apparaten kunnen niet gebruikt worden voor
het op afstand veranderen van klanken die via het klavier
van de RG-1F/RG-3F worden gespeeld.
Wat is MIDI?
MIDI, een afkorting van ‘Musical Instrument Digital Interface’,
werd als een universele standaard ontworpen voor het uitwisse-
len van uitvoeringsdata tussen elektronische instrumenten en
computers. De RG-1F/RG-3F is met MIDI-aansluitingen uitgerust,
zodat uitvoeringsdata met externe apparaten uitgewisseld kan
worden. Deze aansluitingen kunnen gebruikt worden om de
RG-1F/RG-3F op een extern apparaat aan te sluiten, voor een nog
grotere veelzijdigheid.
Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of
andere apparaten te voorkomen, minimaliseert u het
volume en zet u de stroom van alle apparaten uit
voordat u aansluitingen maakt.
fig.MIDI-MT_e.eps
Wanneer de RG-1F/RG-3F op een MIDI-sequencer is
aangesloten, zet u deze op ‘Local Off’. Zie ‘Dubbele
noten voorkomen wanneer een sequencer is
aangesloten (Local Control)’(p.65).
fig.MIDI-OUT_e.eps
1. Minimaliseer het volume op de RG-1F/RG-3F en het
MIDI-apparaat.
2. Zet de RG-1F/RG-3F en het MIDI-apparaat uit.
3. Gebruik MIDI-kabels (in de winkel verkrijgbaar) om de
MIDI-aansluitingen met elkaar te verbinden.
4. Zet de RG-1F/RG-3F en het aangesloten MIDI-apparaat
aan.
5. Pas het volumeniveau op de RG-1F/RG-3F en het
aangesloten MIDI-apparaat aan.
6. Indien nodig dient het MIDI-zendkanaal te worden
ingesteld.
Details over het MIDI-zendkanaal vindt u bij ‘Het MIDI-
zendkanaal instellen’ (p.66).
MIDI-apparaten aansluiten
Een MIDI-sequencer op de RG-1F/RG-3F
aansluiten
OUT
MIDI
IN
MIDI-sequencer
Geluiden van een MIDI-geluidsmodule
produceren door het bespelen van de
RG-1F/RG-3F
THRU OUT
MIDI
IN
MIDI-geluidsmodule
78
Andere apparaten aansluiten
Als u een commercieel verkrijgbare USB-kabel gebruikt om de
USB-aansluiting van de RG-1F/RG-3F met een USB-aansluiting op
de computer te verbinden, kunt u de volgende dingen doen.
De RG-1F/RG-3F gebruiken om een SMF-muziekbestand te
spelen dat door de MIDI-compatibele software afgespeeld
wordt.
MIDI-data uitwisselen tussen de RG-1F/RG-3F en de
sequencer software voor meer geavanceerde
muziekproductie en bewerkingsmogelijkheden.
Sluit de RG-1F/RG-3F op de computer aan, op de hieronder
getoonde wijze.
fig.USB-PC_e.eps
* Raadpleeg de Roland website voor systeemvereisten.
Roland website:
http://www.roland.com/
Als de verbinding met de computer niet succesvol
is…
Normaalgesproken hoeft u geen driver te installeren om de
RG-1F/RG-3F met de computer te verbinden. Echter, als er een
probleem optreedt of de uitvoering matig is, kan het gebruik van
de Roland originele driver het probleem mogelijk oplossen.
Voor details over het downloaden en installeren van de Roland
originele driver kijkt u op de Roland website.
Roland website:
http://www.roland.com/
Specificeer de USB-driver die u wilt gebruiken, en installeer dan
de driver. Voor details, zie ‘De instellingen voor de USB-driver
maken’ (p.72).
Een computer aansluiten
Computer
USB-
aansluiting
Let op
Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of
andere apparaten te voorkomen, minimaliseert u het
volume en zet u de stroom van alle apparaten uit
voordat u aansluitingen maakt.
Alleen MIDI-data kan met gebruik van USB worden
verzonden.
USB-kabels zijn niet inbegrepen. Raadpleeg uw Roland
handelaar wanneer u deze wilt aanschaffen.
Zet de stroom van de RG-1F/RG-3F aan voordat MIDI-
toepassingen op de computer worden gestart. Zet de
RG-1F/RG-3F niet aan of uit terwijl een MIDI-toepassing
actief is.
79
Appendices
Probleemoplossing
Probleem Oorzaak/Oplossing
Stroom gaat niet aan Is het netsnoer correct aangesloten? (p.19)
Pedaal werkt niet of ‘blijft hangen’
Is het pedaal correct aangesloten?
Zorg dat het pedaal secuur op de pedaalaansluiting is aangesloten (p.19).
Is er een andere functie aan het pedaal toegewezen?
Zie ‘Een functie aan de pedalen toewijzen’ (p.70).
Het volume van het instrument
dat op de invoerjacks is
aangesloten is te laag
Gebruikt u een aansluitkabel die een weerstand bevat?
Gebruik een aansluitkabel die geen weerstand bevat.
Een ‘zoem’ is vanaf externe
apparaten hoorbaar
Zijn de externe apparaten op meer dan één stopcontact aangesloten?
Als u externe apparaten aansluit, moeten deze allemaal op hetzelfde stopcontact worden
aangesloten.
Kan niet lezen van/opslaan in
USB-geheugen
Gebruikt u een (optioneel) USB-geheugen?
Een betrouwbare werking kan niet gegarandeerd worden als u andere USB-geheugenproducten
dan die van Roland gebruikt.
Probeer de communicatie-instellingen van het USB-geheugenapparaat te veranderen (p.71).
Kan de CD niet uitwerpen
Probeer de volgende procedure. Als u na deze stappen de CD nog steeds niet kunt uitwerpen, leest
u de gebruikershandleiding van de CD-drive.
1. Zet alle aangesloten apparaten uit.
2. Zet de CD-drive aan.
3. Zet de RG-1F/RG-3F aan.
4. Wacht een moment nadat de stroom is aangezet, en druk dan stevig op de ejectknop.
Scherm flikkert wanneer het
apparaat wordt uitgezet
Dit treedt op als gevolg van de aard van een Liquid Crystal beeldscherm, en duidt niet op een
storing.
Geen geluid
Geen geluid
Kan het volume van de RG-1F/RG-3F of het volume van de aangesloten apparatuur laag zijn
gedraaid? (p.20).
Is een koptelefoon aangesloten? (p.21). Is er een plug in de Jack gestoken?
De luidsprekers produceren geen geluid als een koptelefoon of plug op de Jack-aansluitingen is
aangesloten.
Zijn de niveaus van alle frequentiereeksen geheel laag gedraaid in de equalizerinstellingen? (p.58).
Is V-LINK ingeschakeld? Terwijl V-LINK is ingeschakeld wordt er geen geluid geproduceerd als u één
van de twaalf toetsen aan de linkerkant van het klavier indrukt (p.67).
Geen geluid
(wanneer een MIDI-apparaat is
aangesloten)
Zijn alle apparaat aangezet?
Zijn de MIDI-kabels op juiste wijze aangesloten? (p.77).
Komt het MIDI-kanaal met dat van het aangesloten instrument overeen? (p.66).
Geen geluid hoorbaar wanneer
het klavier wordt bespeeld of een
song wordt afgespeeld
Is Local Control op ‘Off’ ingesteld?
Wanneer Local Control op ‘Off’ staat, wordt er geen geluid geproduceerd als het klavier wordt
bespeeld en een song wordt afgespeeld. Zet Local Control op ‘On’ (p.65).
Niet alle gespeelde noten klinken
De maximale gelijktijdige polyfonie is 128 stemmen.
Als u met een song meespeelt en zwaar gebruikmaakt van het demperpedaal, kan het aantal noten
dat de RG-1F/RG-3F probeert te produceren de maximale polyfonie mogelijk overschrijden. Dit
betekent dat sommige noten uit kunnen vallen.
Noten klinken niet juist
Geluiden zijn twee keer
(verdubbeld) te horen wanneer
het klavier wordt bespeeld
Als de RG-1F/RG-3F op een externe sequencer is aangesloten, zet u Local Control op ‘Off’ (p.65).
Anders moet de sequencer zo worden ingesteld dat zijn Soft Thru functie op ‘Off’ staat.
Toonhoogte van het klavier of de
song is onjuist
Heeft u transpositie-instellingen gemaakt? (p.27, p.48).
Zijn de instellingen voor ‘Temperament’ en ‘Stretch Tuning’ correct? (p.56, p.57).
Is de Master Tune instelling juist? (p.56).
Galm is nog steeds hoorbaar
nadat Reverb is uitgeschakeld
Het pianogeluid van de RG-1F/RG-3F simuleert de diepte en resonantie van een akoestische piano
op getrouwe wijze, en dit kan de indruk van galm geven, zelfs als u het Reverb-effect heeft
uitgeschakeld.
U kunt enige galm mogelijk ook elimineren door de waarde die voor ‘Cabinet Resonance’ is
ingesteld te reduceren (p.32).
80
Probleemoplossing
Het geluid van de hogere noten
verandert plotseling vanaf een
bepaalde toets
Op een akoestische piano blijven de noten binnen ongeveer het bovenste anderhalve octaaf op het
klavier doorklinken, ongeacht het demperpedaal. Deze noten hebben ook een enigszins ander
klankkarakter. De RG-1F/RG-3F simuleert dit kenmerk van akoestische piano’s op getrouwe wijze.
Op de RG-1F/RG-3F verandert de reeks die niet door het demperpedaal wordt beïnvloed volgens de
Key Transpose instelling.
Een hoog rinkelend geluid is
hoorbaar
Als u dit in de koptelefoon hoort:
Pianogeluiden met een helder en knisperig karakter bevatten aanzienlijke hoge
frequentiecomponenten, die kunnen klinken alsof een metaalachtig gerinkel is toegevoegd. Dit
komt doordat het karakter van een akoestische piano op getrouwe wijze wordt gereproduceerd, en
is geen storing. Dit gerinkel is meer indringerig als het Reverb-effect zwaar wordt toegepast, dus u
kunt het minimaliseren door de Reverb te verminderen.
Als u dit niet in de koptelefoon hoort:
Er is waarschijnlijk een andere oorzaak (zoals resonanties binnen het apparaat). Neem contact op
met een handelaar of een Roland Service Centrum.
Lage noten klinken verkeerd of
zijn brommerig
Als u dit niet in de koptelefoon hoort:
Het spelen op hoge volumes kan veroorzaken dat de luidsprekers of objecten in de buurt van de
RG-1F/RG-3F resoneren.
Fluorescerende lampen of glazen deuren kunnen ook meetrillen. Dit gebeurt vaker bij lage noten en
hoge volumes. U kunt de volgende maatregelen nemen om resonanties te minimaliseren.
Plaats de luidsprekers 10-15 cm van muren of andere oppervlakken.
Speel op een lag volume
Plaats het apparaat verder weg van objecten die resoneren.
Als u dit in de koptelefoon hoort:
Er is waarschijnlijk een andere oorzaak. Neem contact op met een handelaar of een Roland Service
Centrum.
De song wordt niet correct afgespeeld
Song wordt niet afgespeeld
Wordt ‘Delete User Song OK?’ in het scherm weergegeven? (p.51).
De interne songs kunnen niet worden afgespeeld terwijl opgenomen uitvoeringsdata in het
geheugen van de RG-1F/RG-3F aanwezig is.
Wis de uitvoeringsdata of sla deze in de ‘Favorites’ of in een USB-geheugen op voordat u de song
afspeelt.
Is de ‘Playback Lock’ instelling (p.55) geactiveerd?
Wanneer de Playback Lock instelling is geactiveerd, functioneert de [Play/Stop] knop niet langer als
de knop voor het starten en stoppen van het afspelen van een song, en kan niet gebruikt worden
om de song af te spelen.
U moet Playback Lock opheffen.
Als de [ ] knop wordt
ingedrukt, wordt er niet naar het
begin van de song teruggekeerd
Sommige muziekbestanden bevatten instellingen die het afspelen halverwege de song stopzetten.
Druk meerdere malen op de [ ] knop om naar het begin van de song terug te keren.
De [ ] en [ ] knoppen
werken niet.
Als u probeert uitvoeringsdata af te spelen die meer data bevat dan de totale capaciteit van het RG-
1F/RG-3F geheugen, kan het voorkomen dat andere operaties dan afspelen (zoals terugspoelen of
vooruitspoelen) niet langer beschikbaar zijn.
Er is geen geluid hoorbaar
wanneer een song wordt
afgespeeld
Is Local Control op ‘Off’ ingesteld?
Als Local Control op ‘Off’ staat, wordt er geen geluid geproduceerd wanneer een song wordt
afgespeeld. Stel Local Control op ‘On’ in.
Is het afspeelvolume van de song (p.46) of voor het geluidsbestand of muziek CD (p.48) te laag
ingesteld?
Kan niet opnemen/kan niet afspelen
De opgenomen uitvoering is
verdwenen
Elke uitvoering die is opgenomen wordt verwijderd als de stroom van de RG-1F/RG-3F wordt
uitgezet of een andere song wordt geselecteerd.
Een uitvoering kan niet hersteld worden nadat deze is verwijderd. Sla deze in een USB-geheugen of
User-geheugen op, voordat u de stroom uitzet (p.52).
Kan geen song van CD afspelen
Het lezen van data van de CD begint wanneer de CD in de drive is geplaatst.
Het kan even duren voordat het lezen van de data is voltooid.
Probleem Oorzaak/Oplossing
81
Storingsmeldingen
Indicatie Betekenis
Error 01: Het muziekbestand kan alleen gelezen worden. Het kan niet opgeslagen worden.
Error 02:
Een storing is opgetreden tijdens het opslaan. De beveiligingstab van het medium kan zich in de ‘Protect’ positie
bevinden (beveiligd tegen opslaan) of het opslagmedium kan mogelijk nog niet geïnitialiseerd zijn.
Error 10: Er is geen opslagmedium aangebracht. Plaats het opslagmedium en probeer het opnieuw.
Error 11:
Er is niet voldoende vrij geheugen in de opslagbestemming.
Plaats een ander opslagmedium of verwijder onnodige bestanden en probeer het opnieuw.
Error 14:
Tijdens het lezen is een storing is opgetreden .
Het opslagmedium kan beschadigd zijn. Plaats een ander opslagmedium en probeer het opnieuw.
Anders kunt u het opslagmedium initialiseren.
Error 15:
Het bestand is onleesbaar.
Het dataformaat is niet compatibel met de RG-1F/RG-3F.
Error 16:
Data werd niet op tijd opgeroepen voor het afspelen van de song.
Nadat u enkele seconden heeft gewacht, kunt u de song mogelijk afspelen door de [Play/Stop] knop nogmaals in
te drukken.
Error 18:
Dit geluidsformaat wordt niet ondersteund.
Gebruik 44.1 kHz 16-bit lineaire WAV formaat geluidsbestanden.
Error 30: De interne geheugencapaciteit van de RG-1F/RG-3F is vol.
Error 40:
De RG-1F/RG-3F kan de overmatige hoeveelheid MIDI-data die vanaf het externe MIDI-apparaat wordt verzonden
niet verwerken.
Reduceer de hoeveelheid MIDI-data die naar de RG-1F/RG-3F wordt verzonden.
Error 41:
Een MIDI-kabel is losgekoppeld.
Sluit deze correct en secuur aan.
Error 43:
Er is een storing in de MIDI-overdracht opgetreden.
Controleer de MIDI-kabel en het aangesloten MIDI-apparaat.
Error 51:
Er kan een probleem met het systeem zijn. Herhaal de procedure vanaf het begin.
Als dit niet is opgelost nadat u het meerdere malen heeft geprobeerd, neemt u contact op met het Roland Service
Centrum.
Error 65:
De externe geheugenaansluiting heeft een stroomstoot gehad.
Controleer het opslagmedium om te controleren of dit niet beschadigd is.
82
Klankenlijst
Piano
E. Piano
Strings
* Klanken die met ‘*’ worden aangegeven
zijn geschikt om samen met een
pianoklank gestapeld te worden.
Others
Nr. Naam
1 Grand Piano1
2 Piano + Str.
3 Harpsichord
4 Grand Piano2
5 Piano + Pad
6 Grand Piano3
7 MagicalPiano
8 Rock Piano
9 Piano+Choir
10 Honky-tonk
11 Coupled Hps.
Nr. Naam
1 Pop E.Piano
2 Vintage EP
3 FM E. Piano
4 Vibraphone
5 EP Belle
6 Celesta
7 ’60s E.Piano
8 Clav.
9 Mallet Isle
10 Morning Lite
11 Marimba
12 Stage Phaser
13 Ballad Bells
14 ’70s E.Piano
15 E.Grand
Nr. Naam
1 Rich Strings
2 OrchestraStr
3 Orchestra
4 ChamberWinds
5 Harp
6 Violin
7 Velo Strings
8 Flute
9 Cello
10 OrchestraBrs
11 PizzicatoStr
12 DecayStrings *
Nr. Naam
1 ChurchOrgan1
2 ChurchOrgan2
3 Combo Jz.Org
4 Ballad Organ
5 Accordion
6 Nason flt 8’
7 Gospel Spin
8 Full Stops
9 Mellow Bars
10 Light Organ
11 Lower Organ
12 ’60s Organ
13 Aerial Choir
14 Jazz Scat
15 Harpvox
16 Glass Pad
17 Angels Choir
18 Beauty Vox
19 Soft Pad
20 Female Aahs
21 Male Aahs
22 Thum Voice
23 Lunar Strngs
24 Decay Choir *
25 Dcy ChoirPad *
26 Nylon-str.Gt
27 Steel-str.Gt
28 Jazz Guitar
29 AcousticBass
30 A.Bass+Cymbl
31 FingeredBass
32 BrassSection
33 Alto Sax
34 Tenor Sax
GM2
35 STANDARD Set
36 ROOM Set
37 POWER Set
38 ELEC.Set
39 ANALOG Set
40 JAZZ Set
41 BRUSH Set
42 ORCH.Set
43 SFX Set
* 35–42 are drum sets.
44 Piano 1
45 Piano 1w
46 Piano 1d
47 Piano 2
48 Piano 2w
49 Piano 3
50 Piano 3w
51 Honky-tonk
52 Honky-tonk w
53 E.Piano 1
54 Detuned EP 1
55 Vintage EP
56 ’60s E.Piano
57 E.Piano 2
58 Detuned EP 2
59 St.FM EP
60 EP Legend
61 EP Phase
62 Harpsichord
63 Coupled Hps.
64 Harpsi.w
65 Harpsi.o
66 Clav.
67 Pulse Clav.
68 Celesta
69 Glockenspiel
70 Music Box
71 Vibraphone
72 Vibraphone w
73 Marimba
74 Marimba w
75 Xylophone
76 TubularBells
77 Church Bell
78 Carillon
79 Santur
80 Organ 1
81 TremoloOrgan
82 ’60s Organ
83 Organ 2
84 Perc.Organ 1
85 Chorus Organ
86 Perc.Organ 2
87 Rock Organ
88 Church Org.1
89 Church Org.2
90 Church Org.3
91 Reed Organ
92 Puff Organ
Nr. Naam
83
Klankenlijst
93 Accordion 1
94 Accordion 2
95 Harmonica
96 Bandoneon
97 Nylon-str.Gt
98 Ukulele
99 Nylon Gt o
100 Nylon Gt 2
101 Steel-str.Gt
102 12-str.Gt
103 Mandolin
104 Steel+Body
105 Jazz Guitar
106 Hawaiian Gt
107 Clean Guitar
108 Chorus Gt 1
109 Mid Tone Gt
110 Muted Guitar
111 Funk Guitar1
112 Funk Guitar2
113 Chorus Gt 2
114 Overdrive Gt
115 Guitar Pinch
116 DistortionGt
117 Gt Feedback1
118 Dist.Rtm Gt
119 Gt Harmonics
120 Gt Feedback2
121 AcousticBass
122 FingeredBass
123 Finger Slap
124 Picked Bass
125 FretlessBass
126 Slap Bass 1
127 Slap Bass 2
128 Synth Bass 1
129 WarmSyn.Bass
130 Synth Bass 3
131 Clav.Bass
132 Hammer
133 Synth Bass 2
134 Synth Bass 4
135 RubberSyn.Bs
136 Attack Pulse
137 Violin
138 Slow Violin
139 Viola
140 Cello
141 Contrabass
Nr. Naam
142 Tremolo Str.
143 PizzicatoStr
144 Harp
145 Yang Qin
146 Timpani
147 Strings
148 Orchestra
149 ’60s Strings
150 Slow Strings
151 Syn.Strings1
152 Syn.Strings3
153 Syn.Strings2
154 Choir 1
155 Choir 2
156 Voice
157 Humming
158 Synth Voice
159 Analog Voice
160 OrchestraHit
161 Bass Hit
162 6th Hit
163 Euro Hit
164 Trumpet
165 Dark Trumpet
166 Trombone 1
167 Trombone 2
168 Bright Tb
169 Tuba
170 MuteTrumpet1
171 MuteTrumpet2
172 French Horn1
173 French Horn2
174 Brass 1
175 Brass 2
176 Synth Brass1
177 Synth Brass3
178 AnalogBrass1
179 Jump Brass
180 Synth Brass2
181 Synth Brass4
182 AnalogBrass2
183 Soprano Sax
184 Alto Sax
185 Tenor Sax
186 Baritone Sax
187 Oboe
188 English Horn
189 Bassoon
190 Clarinet
Nr. Naam
191 Piccolo
192 Flute
193 Recorder
194 Pan Flute
195 Bottle Blow
196 Shakuhachi
197 Whistle
198 Ocarina
199 Square Lead1
200 Square Lead2
201 Sine Lead
202 Saw Lead 1
203 Saw Lead 2
204 Doctor Solo
205 Natural Lead
206 SequencedSaw
207 Syn.Calliope
208 Chiffer Lead
209 Charang
210 Wire Lead
211 Solo Vox
212 5th Saw Lead
213 Bass+Lead
214 Delayed Lead
215 Fantasia
216 Warm Pad
217 Sine Pad
218 Polysynth
219 Space Voice
220 Itopia
221 Bowed Glass
222 Metallic Pad
223 Halo Pad
224 Sweep Pad
225 Ice Rain
226 Soundtrack
227 Crystal
228 Synth Mallet
229 Atmosphere
230 Brightness
231 Goblins
232 Echo Drops
233 Echo Bell
234 Echo Pan
235 Star Theme
236 Sitar 1
237 Sitar 2
238 Banjo
239 Shamisen
Nr. Naam
84
Klankenlijst
* Als u in de klankgroep ‘Others’ de [+] of [-]
knop ingedrukt houdt om opeenvolgend
van klank te veranderen, zullen de klanken
op nummer 35 en nummer 44 niet meer
veranderen.
Om het volgende geluid te selecteren, laat
u de [+] knop of [-] knop los en drukt u
deze daarna weer in.
240 Koto
241 Taisho Koto
242 Kalimba
243 Bagpipe
244 Fiddle
245 Shanai
246 Tinkle Bell
247 Agogo
248 Steel Drums
249 Woodblock
250 Castanets
251 Taiko
252 Concert BD
253 Melodic Tom1
254 Melodic Tom2
255 Synth Drum
256 TR-808 Tom
257 Elec.Perc.
258 Reverse Cym.
259 Gt FretNoise
260 Gt Cut Noise
261 BsStringSlap
262 Breath Noise
263 Fl.Key Click
264 Seashore
265 Rain
266 Thunder
267 Wind
268 Stream
269 Bubble
270 Bird 1
271 Dog
272 Horse Gallop
273 Bird 2
274 Telephone 1
275 Telephone 2
276 DoorCreaking
277 Door
278 Scratch
279 Wind Chimes
280 Helicopter
281 Car Engine
282 Car Stop
283 Car Pass
284 Car Crash
285 Siren
286 Train
287 Jetplane
288 Starship
Nr. Naam
289 Burst Noise
290 Applause
291 Laughing
292 Screaming
293 Punch
294 Heart Beat
295 Footsteps
296 Gun Shot
297 Machine Gun
298 Laser Gun
299 Explosion
Nr. Naam
85
Lijst met interne songs
* Songs die met een asterisk (*) worden aangegeven zijn originele
songs die voor de Roland Corporation zijn gecomponeerd. Het
auteursrecht van deze songs is in eigendom van de Roland
Corporation.
* Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van dit materiaal
voor andere doeleinden dan strikt privé is een overtreding van de
hierop toepasbare wetgeving.
Nr. Songnaam Componist
1 Polonaise op.53 Fryderyk Franciszek Chopin
2 Valse, op.34-1 Fryderyk Franciszek Chopin
3 Nocturne No.20 Fryderyk Franciszek Chopin
4 Die Forelle Franz Peter Schubert = Franz Liszt
5 Reflets dans l’Eau Claude Achille Debussy
6 My Pleasure * Masashi Hirashita
7 La Fille aux Cheveux de Lin Claude Achille Debussy
8 La Campanella Franz Liszt
9 Trio Grande * John Maul
10 Scherzo No.2 Fryderyk Franciszek Chopin
11 Étude, op.10-12 Fryderyk Franciszek Chopin
12 Liebesträume 3 Franz Liszt
13 Étude, op.10-3 Fryderyk Franciszek Chopin
14 Je te veux Erik Satie
15 Valse, op.64-1 Fryderyk Franciszek Chopin
16 Golliwog’s Cakewalk Claude Achille Debussy
17 Fantaisie-Impromptu Fryderyk Franciszek Chopin
18 Arabesque 1 Claude Achille Debussy
19 An der schönen, blauen Donau Johann Strauss, Sohn
20 Auf Flügeln des Gesanges Felix Mendelsshon
21 Mazurka No.5 Fryderyk Franciszek Chopin
22 Gymnopédie 1 Erik Satie
23 Étude, op.25-1 Fryderyk Franciszek Chopin
24 Clair de Lune Claude Achille Debussy
25 Étude, op.10-5 Fryderyk Franciszek Chopin
26 Dr. Gradus ad Parnassum Claude Achille Debussy
27 Grande Valse Brillante Fryderyk Franciszek Chopin
28 La prière d’une Vierge Tekla Badarzewska
29 Course en Troïka Peter Ilyich Tchaikovsky
30 Valse, op.64-2 Fryderyk Franciszek Chopin
31 Radetzky Marsch Johann Baptist Strauss
32 Träumerei Robert Alexander Schumann
33 Moments Musicaux 3 Franz Peter Schubert
34 Prèlude, op.28-15 Fryderyk Franciszek Chopin
35 Ungarische Tänze 5 Johannes Brahms
36 Nocturne No.2 Fryderyk Franciszek Chopin
37 Frühlingslied Felix Mendelsshon
38 Für Elise Ludwig van Beethoven
39 Türkischer Marsch Wolfgang Amadeus Mozart
40 Humoreske
Antonín Dvořák
41 Blumenlied Gustav Lange
42 Brautchor Wilhelm Richard Wagner
43 Gavotte François Joseph Gossec
44 Windy Afternoon * Masashi Hirashita
45 Scrambled Egg * Masashi Hirashita
46 One Down And Easy * John Maul
47 Bop On The Rock * John Maul
48 Fly Free * John Maul
49 Late Night Chopin * John Maul
50 Wedding Song * John Maul
51 Yesterday’s Dream * John Maul
52 Sun Daze * John Maul
53 Keepers Tale * John Maul
54 Kismet’s Salsa * John Maul
55 Roll Over Ludwig * John Maul
56 A Prelude To ... * John Maul
57 From Matthew’s Passion * John Maul
58 Hungarian Rag * John Maul
59 Paganini Boogie * John Maul
60 L’éveil de l’amour * Masashi Hirashita
Nr. Songnaam Componist
86
Parameters die in het interne geheugen worden opgeslagen
Parameters die in Memory Backup worden opgeslagen
Parameter Omschrijving Pagina
Key Touch Aanslaggevoeligheid p. 30
Key Touch Offset Aanslaggevoeligheid Offset p. 32
Lid Deksel p. 32
Tone Character Klankkarakter p. 32
Damper Resonance Demperresonantie p. 32
String Resonance Snaarresonantie p. 32
KeyOff Resonance Key Off resonantie p. 32
CabinetResonance Klankkast resonantie p. 32
Hammer Noise Hamerruis p. 32
Hammer Response Hamerrespons p. 32
Duplex Scale Duplex schaal p. 32
Damper Noise Demperruis p. 32
Master Tune Master Tuning p. 56
Temperament Temperatuur p. 56
Temperament Key Grondtoon p. 57
Stretch Tune Stretch Tune p. 57
Equalizer Equalizer setnummer p. 58
EQ Low Gain Niveau van de lage frequentiereeks
p. 58
EQ Low Freq Frequentiepunt in de lage frequentiereeks
EQ Lo Mid Gain Niveau van de midden tot lage frequentiereeks
EQ Lo Mid Freq Middenfrequentie van de midden tot lage frequentiereeks
EQ Lo Mid Q Bandbreedte van de midden tot lage frequentiereeks
EQ Hi Mid Gain Niveau van de midden tot hoge frequentiereeks
EQ Hi Mid Freq Middenfrequentie van de midden tot hoge frequentiereeks
EQ Hi Mid Q Bandbreedte van de midden tot hoge frequentiereeks
EQ High Gain Niveau van de hoge frequentiereeks
EQ High Freq Frequentiepunt in de hoge frequentiereeks
Equalizer Master Gain Equalizer Masterniveau
Play Mode Song afspeelmethode p. 62
Track Assign Track Assign p. 63
Recommended Tone Aanbevolen klank functie aan/uit p. 63
CD/Audio Type Af te spelen CD-type p. 64
MIDI Tx Channel MIDI-zendkanaal p. 66
Componist MIDIOut Composer MIDI Out p. 66
V-LINK Channel V-LINK zendkanaal p. 67
Split Point Splitspunt p. 26
Dual Balance Dual Balance p. 68
Transpose Mode Transpose mode p. 69
Damper Pdl Part Damper Pedal Part p. 69
Pedal Cent De functie die aan het middelste pedaal is toegewezen
p. 70
Pedal Left De functie die aan het linkerpedaal is toegewezen
Song Volume Afspeelvolume van een song p. 46
Audio Volume Audio CD/geluidsbestand afspeelvolume p. 48
Reverb Reverbinstellingen (on/off, depth) p. 24
87
Parameters die in het interne geheugen worden opgeslagen
Parameters die zonder gebruik van Memory Backup worden opgeslagen
Onderdelen die als User-programma’s worden opgeslagen
Parameter Omschrijving Pagina
EXT Memory Mode De communicatie-instellingen voor USB-geheugen veranderen p. 71
USB Driver Instellingen voor de USB-driver p. 72
Parameter Omschrijving Pagina
- Geselecteerde klank p. 22
- Klank 1/klank 2 (Dual Performance) p. 23
- Rechterhandklank/linkerhandklank (Split Performance) p. 25
- Dual Performance aan/uit p. 23
Split Split Performance aan/uit p. 25
Split Point Splitspunt p. 26
Dual Balance Dual Balance p. 68
Transpose Waarde Transpositiewaarde p. 27
Transpose Mode Transpose mode p. 69
Damper Pdl Part Damper Pedal Part p. 69
Pedal Cent De functie die aan het middelste pedaal is toegewezen
p. 70
Pedal Left De functie die aan het linkerpedaal is toegewezen
Octave Shift Octave Shift (toonverbuiging) p. 71
Tx PC Channel MIDI-kanaal voor het verzenden van Program Changes
p. 68
PC Program Change
Bank MSB Bank Select MSB
Bank LSB Bank Select LSB
Song Volume Afspeelvolume van een song p. 46
Audio Volume Audio CD/geluidsbestand afspeelvolume p. 48
Reverb Reverbinstellingen (on/off, depth) p. 24
88
Muziekbestanden die de RG-1F/RG-3F kan gebruiken
Wat zijn muziekbestanden?
Muziekbestanden bevatten muzikale informatie zoals hoe lang de toets van een corresponderende toonhoogte wordt gespeeld, de
sterkte waarmee de gespeelde toets wordt aangeslagen en meer van dien aard. uitvoeringsdata wordt naar de RG-1F/RG-3F verzon-
den van muziekbestanden die in USB-geheugen zijn opgeslagen, en onveranderd als songs worden afgespeeld. Dit is anders dan een
audio CD, aangezien het muziekbestand geen opname van het geluid zelf bevat. Dit maakt het mogelijk om bepaalde gedeeltes te
wissen of instrumenten, tempo’s en toonsoorten vrijelijk te veranderen, zodat u het op veel verschillende manieren kunt gebruiken.
Over auteursrecht
Gebruik van de songdata die bij dit product wordt geleverd voor andere doeleinden dan strikt privé, zonder toestemming van de hou-
der van het auteursrecht is bij de wet verboden. Bovendien mag deze data niet gekopieerd worden, noch in een tweede auteursrech-
telijk beschermd werk gebruikt worden zonder toestemming van de houder van het auteursrecht.
Wees ervan bewust dat als u afgeleide werken creëert die op bestaand auteursrechtelijk beschermd materiaal zijn gebaseerd, zoals
commercieel verkrijgbare SMF-muziekbestanden, dit soort werken de wet op het auteursrecht overtreden wanneer gebruikt voor
andere doeleinden dan strikt privé. Roland is niet aansprakelijk voor mogelijke overtredingen van auteursrecht die u mogelijk begaat
wanneer u dit soort werken creëert.
Met de RG-1F/RG-3F kunnen de volgende muziekbestanden worden gebruikt
VIMA TUNES
VIMA TUNES is een Roland specificatie voor muziekbestan-
den die beeld- en geluidsdata bevatten, zodat geluiden met
teksten en beeldmateriaal gelijktijdig gespeeld kunnen wor-
den. Wanneer data met het ‘VIMA TUNES’ logo op een appa-
raat dat hetzelfde logo draagt wordt afgespeeld, kunnen de
teksten in een scherm van een aangesloten beeldscherm of
televisie worden weergegeven, zodat u Karaoke kunt uitvoe-
ren of een foto voorstelling kunt afspelen.
* Dit instrument (RG-1F/RG-3F) kan geen VIMA TUNES afbeel-
dingen en tekstdata afspelen.
SMF muziekbestanden
SMF’s (Standard MIDI Files) gebruiken een standaard for-
maat voor muziekbestanden, dat zo ontworpen is dat
bestanden die muziekbestanden bevatten zeer breed uitwis-
selbaar zijn, ongeacht de fabrikant van het afluisterapparaat.
Er is een enorme variëteit aan muziek beschikbaar om naar
te luisteren, voor het leren bespelen van muziekinstrumen-
ten, voor Karaoke, enz.
General MIDI
De General MIDI is een serie aanbevelingen die tot doel
heeft een manier te bieden om de beperkingen van merkge-
bonden ontwerpen te ontstijgen, en de MIDI mogelijkheden
van geluidsgenererende apparaten te standaardiseren.
Geluidsgenererende apparaten en muziekbestanden die aan
de General MIDI standaard voldoen, dragen het General
MIDI logo. Muziekbestanden met het General MIDI logo kun-
nen op elk General MIDI geluidsgenererend apparaat wor-
den afgespeeld, waarbij op ieder apparaat vrijwel dezelfde
muzikale uitvoering wordt geproduceerd.
General MIDI 2
De opwaarts compatibele General MIDI 2 aanbevelingen
gaan verder waar de originele General MIDI ophield, en bie-
den verbeterde expressieve mogelijkheden en een nog gro-
tere compatibiliteit. Zaken die niet door de originele Gene-
ral MIDI aanbevelingen werden ondervangen, zoals de
manier waarop geluiden worden bewerkt, en hoe effecten
behandeld dienen te worden, zijn nu nauwkeurig gedefini-
eerd.
Bovendien zijn de beschikbare geluiden uitgebreid. General
MIDI 2 geluidsgeneratoren kunnen muziekbestanden die het
General MIDI of General MIDI 2 logo dragen op betrouwbare
wijze afspelen.
In sommige gevallen wordt de conventionele vorm van
General MIDI, welke de nieuwe verbeteringen niet bevat,
‘General MIDI 1’ genoemd, ter onderscheiding van General
MIDI 2.
GS Format
Het GS formaat is de serie specificaties van Roland voor stan-
daardisering van de uitvoering van geluidsgenererende
apparaten.
Naast ondersteuning voor alles dat door General MIDI is
gedefinieerd, biedt het uitermate compatibele GS formaat
een groter aantal geluiden, de geluiden kunnen bewerkt
worden en vele details voor een brede reeks extra mogelijk-
heden, waaronder effecten als Reverb en Chorus. Ontwor-
pen met de toekomst in gedachten, kan het GS formaat
nieuwe geluiden direct onderbrengen en nieuwe hardware
mogelijkheden ondersteunen wanneer deze gereed zijn.
Omdat dit naar omhoog compatibel is met General MIDI, kan
het GS formaat van Roland GM-scores op betrouwbare wijze
afspelen, evenals het uitvoeren van GS muziekbestanden
(muziekbestanden die met het GS formaat in gedachten zijn
gecreëerd). Dit product ondersteunt zowel het General MIDI
2 als het GS formaat, en kan gebruikt worden voor het afspe-
len van muziekbestanden die één van deze logo’s dragen.
XGlite
XG is een geluidsgenerator formaat van YAMAHA Corpora-
tion, dat de manieren waarop stemmen worden uitgebreid
of bewerkt, en de structuur en het type van effecten defini-
eert, ter aanvulling op de General MIDI 1 specificatie. XGLite
is een vereenvoudigde versie van het XG geluidsgeneratie
formaat. U kunt XG muziekbestanden met gebruik van een
XGLite geluidsgenerator afspelen. U moet echter onthou-
den dat sommige muziekbestanden in vergelijking met de
originele bestanden anders worden afgespeeld , door het
gereduceerde aantal regelingsparameters en effecten.
89
Hoofdspecificaties
RG-1F/RG-3F
<Keyboard>
Klavier 88 toetsen (PHA III Ivory Feel klavier met echappement)
Aanslaggevoeligheid
Aanslag: 100 niveaus, vaststaande aanslag
Hamerrespons: Uit, 1-10
Keyboard Mode Whole, Dual (aanpasbare volumebalans), Split (aanpasbaar splitspunt)
<Geluidsgenerator> in overeenstemming met GM2/GS/XGlite
Pianoklank SuperNATURAL pianoklank
Max. polyfonie 128 stemmen
Klanken 337 klanken (inclusief 8 drumsets, 1 SFX set)
Temperatuur 8 types, selecteerbare toonsoorten
Stretched Tuning Off, Preset, gebruikersstemming (aanpasbaar in individuele noten)
Master Tuning 415.3-466.2 Hz (aan te passen met toenames van 0.1 Hz)
Transpositie
Key Transpose: -6-+5 (in halve tonen)
Playback Transpose (met Audio CD/geluidsbestand): -6-+5 (in halve tonen)
Effecten
Reverb (Uit, 1-10)
Alleen voor pianoklanken:
Klep openen/sluiten (7 niveaus), Hammer Noise (5 niveaus), klankkarakter (-5-+5), Demperresonantie (Off,
1-10), snaarresonantie (Off, 1-10), Key Off resonantie (Off, 1-10), klankkastresonantie (Off, 1-10), Hammer
Noise (5 niveaus), Duplex schaal (Off, 1-10), Damper Noise (Off, 1-10)
Alleen voor orgelklanken:
Roterende luidspreker effect (Slow/Fast)
Equalizer 4-band digitale equalizer
<Metronoom>
Tempo Kwartnoot = 10 tot 500
Maatsoort 2/2, 0/4, 2/4, _, 4/4, 5/4, 6/4, 7/4, 3/8, 6/8, 9/8, 12/8
Volume 11 niveaus
<User-programma’s>
Intern 36
User-geheugen Max. 99 User programmasets
USB-geheugen Max. 99 User programmasets
<Recorder>
Track 1 track
Song Recorder sectie: 1 song
Nootopslag Ongeveer 30.000 noten
Tempo Kwartnoot = 10 tot 500
Resolutie 120 tikken per kwartnoot
Regelaars
Song selectie, Play/Stop, terugspoelen naar begin van de song, terugspoelen, vooruitspoelen, Track Mute,
Mute Volume, Tempo, All Songs Play, Count-In (alleen voor het afspelen van muziekbestanden), Song
Volume, Center Cancel (alleen voor het afspelen van geluid)
90
Hoofdspecificaties
962a
* In het belang van productverbetering kunnen de specificaties en/of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande mededeling
veranderen.
<Intern geheugen>
Songs Max. 99 songs
Save Song Standaard MIDI-bestanden (Formaat 0)
<Extern geheugen>
Externe opslag USB-geheugen (apart verkrijgbaar)
Speelbare software Standaard MIDI-bestanden (Formaat 0/1)
Roland Original Format (i-Format)
Geluidsbestand (WAV 44.1 kHz / 16-bit lineair formaat)
Audio CD’s (CD-DA) (wanneer een USB CD-drive wordt gebruikt)
Save Song Standaard MIDI-bestanden (Formaat 0)
<Overige>
Internal songs 60 songs
Nominaal
uitgangsvermogen
RG-1F: 40 W x 2
RG-3F : 60 W x 2
Luidsprekers 20 cm x 2.5 cm x 2
Beeldscherm 20 tekens, 2 regels LCD
Regelingen Volume, Brilliance, LCD Contrast
Pedalen Demper (progressief demper actie pedaal, doorlopende detectie mogelijk),
Soft (doorlopende detectie mogelijk, toewijsbare functie),
Sostenuto (toewijsbare functie)
Overige functies Panel Lock, Playback Lock, V-LINK
Aansluitingen
AC ingang, Pedal-aansluiting, Input Jacks (L/Mono, R), Input Jacks (RCA phono type) (L/Mono, R), Output
Jacks (L/Mono, R), USB (MIDI) aansluiting, MIDI-aansluitingen (IN, OUT), koptelefoon Jack (stereo) x 2,
externe geheugenaansluiting (USB)
Stroomverbruik
RG-1F: 95 W
RG-3F: 140 W
Afmetingen
RG-1F:
1.420 (B) x 730 (D) x 1.270 (H) mm (bovenklep geopend)
1.420 (B) x 730 (D) x 890 (H) mm (bovenklep gesloten)
RG-3F:
1.490 (B) x 950 (D) x 1.540 (H) mm (bovenklep geopend)
1.490 (B) x 950 (D) x 920 (H) mm (bovenklep gesloten)
Gewicht
RG-1F: 75 Kg
RG-3F: 110 Kg
Accessoires
Gebruikershandleiding, netsnoer, koptelefoonhaak, beugels (RG-1F), onderhoudskit (RG-3F),
toetsenafdekking (RG-3F), meubelrollen (RG-3F)
RG-1F/RG-3F
91
Over het Ivory Feel (ivoorgevoel) klavier
In de oppervlakken zijn strippen vochtabsorberend materiaal aangebracht, voor een betere aanslag
en speelbaarheid.
De toetsen hebben een subtiele glans en bescheiden kleuring, die het voorkomen en de elegantie
versterkt.
De witte toetsen zijn met een lichtgeelachtige tint afgewerkt, zodat deze op ivoor lijken.
We weten zeker dat u een voorliefde voor de karakteristieke textuur van deze toetsen zult
ontwikkelen, die beter aanvoelen hoe meer u speelt.
Behandeling
Schrijf niet op het klavier met pennen of ander gereedschap, en breng geen merktekens op het
instrument aan. Inkt sijpelt in de groeven van het oppervlak en kan niet meer verwijderd worden.
Plak geen etiketten op het klavier. Etiketten met een sterke kleefstof kunnen mogelijk niet meer
verwijderd worden, en de kleefstof kan verkleuring veroorzaken.
Verzorging en onderhoud
Neem de volgende punten in acht. Het negeren hiervan kan resulteren in krassen in de afwerking,
beschadigde glans of andere verkleuring of vervorming.
Voor het verwijderen van vuil gebruikt u een zachte doek.
Met een vochtige en stevig uitgewrongen doek veegt u het vuil voorzichtig af.
Wrijf niet hard.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil gebruikt u een in de winkel verkrijgbare klavierreiniger die
geen schuurmiddelen bevat.
Begin met het licht afnemen van het instrument.
Als het vuil niet wordt verwijderd, wrijft u gaandeweg met meer druk. Hierbij moet u opletten dat de
toetsen niet bekrast raken.
Gebruik geen benzeen, thinner of alcohol op het instrument.
Traditionele pianotoetsen worden van de beste materialen vervaardigd - ivoor (voor witte
toetsen) en ebbenhout (voor zwarte toetsen). Het Ivory Feel (ivoorgevoel) klavier maakt
gebruik van de nieuwste technologie voor het reproduceren van het gevoel van deze
materialen.
Opmerking: om u van gebruik in optimale omstandigheden te verzekeren
92
Index
A
Aanbevolen klank .......................................................................... 63
Aansluiten
Geluidsapparatuur ................................................................... 75
CD-drive ....................................................................................... 74
Computer..................................................................................... 78
Extern geheugen....................................................................... 15
Koptelefoons .............................................................................. 21
MIDI-apparaten.......................................................................... 77
AC ingang .................................................................................. 14, 19
B
Beeldscherm .................................................................................... 13
Contrast........................................................................................ 21
Bestand.............................................................................................. 59
[Brilliance] knop....................................................................... 13, 20
C
Cabinet Resonance........................................................................ 32
CD ........................................................................................................ 59
CD/Audio Sync................................................................................ 64
CD/Audio Type................................................................................ 64
CD-ROM............................................................................................. 59
Center................................................................................................. 42
Center Cancel .................................................................................. 49
Composer MIDI Out ...................................................................... 66
D
Damper Noise.................................................................................. 32
Damper Pdl Part .............................................................................69
Demperpedaal ................................................................................ 20
Demperresonantie ........................................................................ 32
Driver........................................................................................... 72, 78
Dual Balance .................................................................................... 68
Dual Performance.......................................................................... 23
Duplex schaal .................................................................................. 32
E
[E. Piano] knop ................................................................................13
[Enter] knop...................................................................................... 13
Equalizer............................................................................................ 58
[Exit] knop......................................................................................... 13
Ext Memory .............................................36, 38, 40, 43, 52, 59-61
EXT Memory Mode ........................................................................ 71
Externe geheugenaansluiting................................................... 15
External Memory Mode ............................................................... 71
F
Factory Reset ................................................................................... 73
Favorites...............................................................................44, 59-60
Fixed ................................................................................................... 30
G
Gelijkzwevende stemming......................................................... 56
General MIDI .................................................................................... 88
General MIDI 2................................................................................. 88
GS......................................................................................................... 88
H
Hamerruis..........................................................................................32
Hamerrespons .................................................................................32
Hi Mid Freq........................................................................................58
Hi Mid Gain .......................................................................................58
Hi Mid Q .............................................................................................58
High Freq...........................................................................................58
High Gain...........................................................................................58
I
Ingangsjacks.....................................................................................14
Instellingen.......................................................................................54
Intern geheugen.............................................................................44
J
Jackpaneel ........................................................................................14
K
Key Off Resonance .........................................................................32
Key Touch...................................................................................30, 32
Key Touch Offset.............................................................................32
Klank....................................................................................................22
Klankknoppen ..........................................................................13, 22
Klankkarakter ...................................................................................32
Klavierdeksel ....................................................................................18
Klep......................................................................................................32
Klepstokken......................................................................................17
Koptelefoon......................................................................................21
Koptelefoonhaak............................................................................21
L
LCD contrastknop ...................................................................14, 21
Linker ..................................................................................................42
Lo Mid Freq.......................................................................................58
Lo Mid Gain.......................................................................................58
Lo Mid Q.............................................................................................58
Local Off.............................................................................................65
Local On.............................................................................................65
Low freq.............................................................................................58
Low Gain............................................................................................58
M
Maatsoort
Metronoom .................................................................................28
Map......................................................................................................44
Master Gain.......................................................................................58
Master Tune......................................................................................56
Master Tuning..................................................................................56
Memory Backup.......................................................................72, 86
Metronoom.......................................................................................28
MIDI ..............................................................................................65, 77
MIDI IN-aansluiting ........................................................................14
MIDI OUT-aansluiting....................................................................14
MIDI Tx Channel..............................................................................66
Muziek CD .........................................................................................48
Muziekbestanden...........................................................................88
Muziekhouders................................................................................16
Muzieksteun.....................................................................................16
Mute ....................................................................................................45
93
Index
Mute Volume................................................................................... 62
N
Netsnoer............................................................................................ 19
O
Octave Shift...................................................................................... 71
Opnemen.......................................................................................... 50
Opslaan
Memory Backup......................................................................... 72
Opgenomen uitvoering.......................................................... 52
User programma....................................................................... 33
[Others] knop................................................................................... 13
P
Panel Lock......................................................................................... 55
Pedaal................................................................................... 20, 42, 70
Pedaalaansluiting ................................................................... 14, 19
Pedaalsnoer...................................................................................... 19
Phones Jack............................................................................... 14, 21
[Piano] knop..................................................................................... 13
[Piano Designer] knop.................................................................. 13
Piano Designer................................................................................ 31
Piano bovenkant ............................................................................ 16
Play Mode ......................................................................................... 62
[Play/Stop] knop............................................................................. 13
Playback Lock.................................................................................. 55
Playback Transpose.................................................................47-48
[+/-] knoppen .................................................................................. 13
[Power] schakelaar.................................................................. 13, 19
R
[Rec] knop......................................................................................... 13
Registratie
User programma....................................................................... 33
Reguleerknop.................................................................................. 20
[Reverb] knop.................................................................................. 13
Reverb ................................................................................................ 24
S
SMF muziekbestanden................................................................. 88
Snaarresonantie.............................................................................. 32
Snoerklemmen................................................................................ 19
Soft pedaal................................................................................. 20, 70
[Song] knop...................................................................................... 13
Song Volume ................................................................................... 46
Sostenuto pedaal.................................................................... 20, 70
Split Performance .......................................................................... 25
Splitspunt....................................................................................25-26
Standaard MIDI-bestanden ........................................................ 88
Stemmen........................................................................................... 56
Stemmingscurve ............................................................................ 57
Stretch Tune..................................................................................... 57
Stretch Tuning................................................................................. 57
[Strings] knop .................................................................................. 13
T
Temperament.................................................................................. 56
Temperament Key..........................................................................57
Tempo
Metronoom .................................................................................28
Song ........................................................................................46, 48
Tonica .................................................................................................57
Toonsoort..........................................................................................47
Track Assign......................................................................................63
Track Mute ........................................................................................45
Transponeren............................................................................27, 47
Transpose Mode .............................................................................69
U
Uitgangsjacks...................................................................................14
USB (MIDI) aansluiting..................................................................14
USB-driver .........................................................................................72
USB-geheugen ................................................................................15
User-geheugen ...................................................36, 38, 40, 44, 61
User programma.............................................................................34
V
Variatieklanken................................................................................22
VIMA CD-ROM..................................................................................63
VIMA TUNES...............................................................................63, 88
V-LINK .................................................................................................67
V-LINK kanaal ...................................................................................67
[Volume] knop..........................................................................13, 20
Volume
Song ...............................................................................................46
Voorpaneel .......................................................................................13
X
XGlite...................................................................................................88
Z
Zendkanaal............................................................................................
MIDI ................................................................................................66
V-LINK ............................................................................................67
Voor EU-Landen
Dit product voldoet aan de voorwaarden van de Europese richtlijnen EMCD 2004/108/EC en LVD 2006/95/EC.
Voor EU-Landen
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92

Roland RG-1F de handleiding

Categorie
Muziekinstrumenten
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Andere documenten