16
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische com-
p
onenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
het stopcontact (zie pagina
14). Zoek vervolgens naar
de schakelaar op het on-
derstel van de loopband bij
het stroomsnoer. Zorg dat
de schakelaar in de reset
stand staat.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel toont een
demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de
loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als de
displays oplichten als het stroomsnoer wordt in-
gestoken en de aan/uitschakelaar in de resetstand
is gezet, gaat de demostand aan. Om de demo-
modus uit te schakelen, houdt u de Stop-knop
[STOP] enkele seconden ingedrukt. Raadpleeg DE
INFORMATIEMODUS op pagina 20 om de demo-in-
stelling uit te schakelen wanneer de displays bli-
jven branden.
Ga op de voetenkuss-
entjes van de loop-
band staan. Zoek naar
de klip die aan de
sleutel vastzit en
schuif de klip aan de
tailleband van uw
kleding. Plaats de
sleutel in het bedien-
ingspaneel. Kort
daarna zal de display
oplichten. BELANGRIJK: bij een noodsituatie kunt u
aan de sleutel van het bedieningspaneel trekken,
zodat de loopband vertraagt en tot stilstand komt.
Test de clip door voorzichtig een paar stappen
achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedien-
ingspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet uit
het bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van
de clip bij.
BELANGRIJK: als er een stuk plastic op het bedi-
eningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag
alleen schone schoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te
voorkomen. De eerste keer dat u de loopband ge-
bruikt dient u de uitlijning van de loopband te
bestuderen en het midden van de loopband aan te
passen indien dit nodig is (zie pagina 24).
Opmerking: het bedieningspaneel kan de snelheid en
d
e afstand in kilometers of mijlen weergeven. Om te
ontdekken welke meeteenheid is geselecteerd, of om
de meeteenheid te wijzigen zie DE INFORMATIE-
MODUS op pagina 20. Opmerking: om het eenvoudig
te houden, verwijzen alle instructies in deze paragraaf
naar kilometers.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie DE ELEKTRICITEIT INSCHAKELEN aan de
linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Als u de sleu-
tel invoert,
wordt de
handmatige
modus gese-
lecteerd. Als
u een oefen-
ing heeft geselecteerd, drukt u herhaaldelijk op
een van de oefeningtoetsen [WORKOUTS] tot een
spoor verschijnt in het display.
3. Start de loopband.
Om de loopband opnieuw te starten, druk op de
Go-toets [GO], de toets Snelheid [SPEED] ver-
hogen of een van de genummerde directe snelhei-
dstoetsen [QUICK SPEED].
Als de Go-toets of de toets Snelheidstoename
wordt ingedrukt dan zal de loopband beginnen te
bewegen met een snelheid van 2 Km/u. Als u een
oefening doet, kunt u de snelheid van de loopband
naar wens aanpassen door de toetsen
Snelheidstoename of afname in te drukken.
Steeds als u een van de toetsen indrukt zal de
snelheidsinstelling met 0,1 Km/u aanpassen; als u
een toets ingedrukt houdt verandert de snelheid
met stapjes van 0,5 Km/u.
Indien u drukt op een van de genummerde snelhei-
dstoetsen, zal de snelheid van de loopband gelei-
delijk worden aangepast tot het de gewenste snel-
heidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. De tijd zal op de display knipperen. Om de
loopband opnieuw te starten, druk op de Go-toets,
de toets Snelheidstoename of een van de genum-
merde directe snelheidstoetsen.
Spoor
Resetten
Sleutel
Clip