2
Fiona Smith-Richmond: Fiona Smith-Richmond: Fiona, de dochter van
Lady Richmond, is een meer dan zelfbewuste trut. Ze is verwend, opvliegend
en gewetenloos. Dankzij het vermogen van haar moeder heeft ze altijd ge-
nomen wat ze wilde. Onderschat haar niet: omdat haar vader geen lord was
en zij daarom niet, net als haar moeder, de titel ‚lady‘ mag dragen, vreest ze
altijd te worden benadeeld.
Sir Harvey Devenport: De neef van Lady Richmond is niet echt een
groot licht. Als nakomeling van een oud, adellijk geslacht heeft hij veel meer
belangstelling voor de culinaire geneugten van het leven dan voor het harde
zakenleven. Laat je echter niet misleiden door zijn goedmoedige uitstraling:
hij weet exact hoeveel gevulde kwartelpasteitjes je voor elk voorwerp van de
veiling krijgt.
Sir Arthur Richmond IV: De broer van Lady Richmond heeft op financieel
gebied de erfenis van zijn zus absoluut niet nodig. Zijn familietrots laat ech-
ter niet toe dat de waardevolle kunstvoorwerpen in vreemde handen zouden
komen. Enkele stukken zijn tenslotte al generaties lang familiebezit. Deze
gentleman van de oude stempel wordt zo een onverbiddelijke en berekende
zakenman.
Lady Esther Richmond-Devenport: De jongste zus van Lady Richmond
en moeder van Sir Harvey Devenport is eigenlijk een vriendelijke, oude
dame. Door haar leeftijd ziet ze niet meer zo goed en is ze al een stukje
gekrompen. Ze is veel bescheidener dan haar overleden zus, maar uiteraard
wil ze ook een deel van de koek.
Jacques Monetaire: Enkele jaren geleden bracht Lady Richmond, na
een verblijf in Parijs, een jonge, aantrekkelijke minnaar mee als souvenir:
de vleiende Jacques Monetaire. Jacques beweert een grote Franse dichter
te zijn, die in Lady Richmond zijn muze en zielsverwant heeft gevonden. In
werkelijkheid heeft hij enkel oog voor haar erfenis. Sinds het overlijden van
Lady Richmond hoeft hij zijn arrogante houding en zijn ware bedoelingen
niet meer te verbergen.
panning ten top in veilinghuis Wetherby. Nadat Lady Richmond plots en onverwachts
stierf in de armen van haar jonge minnaar Jacques Monetaire, komt de hele familie bij
elkaar om de erfenis te bemachtigen. Helaas heeft de eerzame Lady Richmond geen
testament nagelaten. De potentiële erfgenamen raken het er maar niet over eens hoe de
collectie kunstwerken, antiquiteiten én alle rommel verdeeld moeten worden.
De advocaat en curator van de familie, meester Harmsworth, vindt er niets beters op
dan elk voorwerp uit de omvangrijke verzameling onder de erfgenamen te veilen. Dat
verloopt echter niet van een leien dakje: in het veilinghuis Wetherby is een vrij explosieve
groep samengekomen.
S