Boss DD-8 de handleiding

Type
de handleiding
Referentiehandleiding
2
Paneelbeschrijvingen
1
DC IN-connector
Hierop kunt u een netstroomadapter (PSA-reeks, apart
verkrijgbaar) aansluiten. Door een netstroomadapter te
gebruiken, kunt u spelen zonder dat u zich zorgen hoeft te maken
over het resterende batterijvermogen.
* Als er batterijen in het apparaat zitten, terwijl een
netstroomadapter wordt gebruikt, blijft het apparaat
gewoon werken als de stroom wordt onderbroken (door een
stroomstoring of een losgekoppelde stroomkabel).
* Gebruik alleen de opgegeven netstroomadapter (PSA-reeks).
* Als de netstroomadapter is aangesloten terwijl het apparaat
is ingeschakeld, gebruikt het apparaat de voeding van de
netstroomadapter.
2
CHECK-indicator
Dit is een gecombineerde indicator die aangeeft of het eect
is ingeschakeld of niet, de verschillende functies aangeeft en
functioneert als controle voor het batterijniveau.
De indicator licht op wanneer een eect is ingeschakeld.
* Als de indicator verzwakt of niet meer oplicht wanneer
een eect is ingeschakeld of wanneer de functies zijn
aangegeven, is de batterij bijna leeg en dient u de batterij
te vervangen. Raadpleeg “De batterij vervangen (p. 21)
voor instructies om de batterijen te vervangen.
* De CHECK-indicator geeft weer of het eect is in- of
uitgeschakeld en geeft de verschillende functies aan. De
indicator geeft niet aan of het apparaat is ingeschakeld of niet.
1
2
3 4
5
6
7
Paneelbeschrijvingen
3
3
OUTPUT-A (MONO)-aansluiting,
OUTPUT-B-aansluiting
Deze uitgangen worden gebruikt om het apparaat op een
versterker of een ander eectapparaat aan te sluiten.
* De functies van dit apparaat verschillen afhankelijk van de
manier waarop de aansluitingen zijn gemaakt. Raadpleeg
“De uitvoermethode instellen” (p. 15).
4
INPUT-A (MONO)-aansluiting,
INPUT-B-aansluiting
Op deze aansluitingen kunnen invoersignalen (van een gitaar,
een ander muziekinstrument of een ander eectapparaat)
worden aangeboden.
* De functies van dit apparaat verschillen afhankelijk van de
manier waarop de aansluitingen zijn gemaakt. Raadpleeg
“De uitvoermethode instellen” (p. 15).
* De INPUT-A (MONO)- en INPUT-B-aansluitingen dienen ook
als stroomschakelaar. Het apparaat wordt ingeschakeld
wanneer u de INPUT-A (MONO)- of INPUT-B-aansluiting
aansluit. Het apparaat wordt uitgeschakeld wanneer u
de kabel loskoppelt. Zorg ervoor dat u snoeren die op de
INPUT-A (MONO)- of INPUT-B-aansluiting zijn aangesloten,
loskoppelt wanneer u dit eectapparaat niet gebruikt.
5
TEMPO/EXP-aansluiting
Deze aansluiting dient om een voetschakelaar (FS-5U, FS-6,
FS-7; afzonderlijk verkrijgbaar) of een expressiepedaal (Roland
EV-5, FV-500H, FV-500L, EV-30; afzonderlijk verkrijgbaar) aan
te sluiten.
Met deze aansluiting kunt u een voetschakelaar gebruiken om
het tempo in te stellen, de loop te regelen of TWIST aan/uit te
zetten, of een expressiepedaal te gebruiken om verschillende
parameters te besturen.
* Raadpleeg “Het tempo instellen met behulp van een
voetschakelaar” (p. 12),
“Een voetschakelaar gebruiken om de loop-functie te
bedienen” (p. 14),
“De TWIST-functie gebruiken” (p. 14) of
“Besturing met behulp van een expressiepedaal” (p. 19)
voor meer informatie.
6
Pedaalschakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om het eect in en uit te
schakelen en om tussen de verschillende functies te wisselen.
7
Duimschroef
Wanneer deze schroef wordt losgedraaid, opent het pedaal en
kunt u de batterij vervangen.
* Raadpleeg “De batterij vervangen (p. 21) voor instructies
om de batterij te vervangen.
Paneelbeschrijvingen
4
8
[E.LEVEL]-regelaar
Hiermee regelt u het volume van het eectgeluid. Als u de
regelaar rechtsom draait, verhoogt u het eectgeluid. Als u
deze schakelaar op 3 uur zet, wordt het eect op hetzelfde
volume als het directe geluid afgespeeld.
* Als u de [E.LEVEL]-regelaar op MAX zet terwijl de REVERSE-
modus is ingeschakeld, wordt alleen het eectgeluid
uitgestuurd en staat dit geluid op hetzelfde niveau als het
ingevoerde geluid.
9
[FEEDBACK]-regelaar
Hiermee regelt u het feedbackniveau. Het aantal keer dat het
delaygeluid wordt herhaald, verhoogt wanneer u de regelaar
naar rechts draait.
* U kunt deze regelaar niet gebruiken in de LOOP-modus.
* In de GLT-modus wordt de diepte van het GLT-eect aangepast.
* Oscillatie kan optreden wanneer de regelaar op bepaalde
posities wordt gezet.
10
[TIME]-regelaar
Hiermee regelt u de delaytijd. Als u de regelaar rechtsom
draait, wordt de delaytijd langer.
* U kunt deze regelaar niet gebruiken in de LOOP-modus.
* De delaytijden die kunnen worden ingesteld, zijn
afhankelijk van de positie van de [MODE]-regelaar.
11
[MODE]-regelaar
Hiermee regelt u het delayeect.
12
[CARRYOVER]-schakelaar
Hiermee wordt geselecteerd of het delaygeluid aanblijft (ON)
of niet aanblijft (OFF) wanneer u het eect uitschakelt.
11 10 9 8
12
Paneelbeschrijvingen
5
Kenmerken van elke modus
MODE-regelaar Uitleg Delaytijd
STANDARD Heldere digitale delay. 20-800 ms
ANALOG Milde analoge delay. 20-800 ms
TAPE Geluid met de modulatie die kenmerkend is voor een tape echo-apparaat. 20-800 ms
WARM Milde digitale delay. 20-800 ms
REVERSE Delay achteruit afgespeeld. 300-5000 ms
+RV Delay met reverb. 20-800 ms
SHIM Delay met geluid met toonhoogteverandering. 200-800 ms
MOD Digitale delay met modulatie. 20-800 ms
WARP Creëert een droomachtige klank. 20-800 ms
GLT
Creëert een geluid zoals een machinegeweer.
Het eect wordt toegepast terwijl u de pedaalschakelaar ingedrukt houdt.
10-400 ms
LOOP
Neemt uw spel op en speelt het herhaaldelijk af.
Raadpleeg “De LOOP-functie (overdubben) gebruiken (p. 13) voor meer informatie.
40
sec. *1
*1: In de LOOP-modus is de maximale opnametijd 20 seconden voor stereo-invoer of 40 seconden voor mono-invoer.
* Als u de instelling voor lange delay-uitvoer opgeeft, wordt de delaytijd verdubbeld. Raadpleeg “De uitvoermethode instellen”
(p. 15) voor details.
6
Netstroomadapter
(PSA-reeks; apart
verkrijgbaar)
Keyboard
Elektrische gitaar
Gitaarversterker
Voetschakelaar
(FS-6 enz.)
Expressiepedaal
(Roland EV-5 enz.)
Aansluitingen
U kunt verschillende delayeecten krijgen door de aansluitingen te veranderen.
Raadpleeg “De uitvoermethode instellen” (p. 15) voor meer informatie.
Aansluitingen
7
Aansluitingen voetschakelaar
Raadpleeg de diagrammen voor meer informatie over de juiste kabels en de instelling van de polariteitsschakelaar.
* Wanneer u een voetschakelaar aansluit, moet u de stroom uitschakelen voordat u kabels aansluit of loskoppelt. Het niet naleven van
deze voorzorgsmaatregel zal storingen veroorzaken.
Eén FS-7-apparaat verbinden
Stereo 1/4”-telefoontype
,
Stereo 1/4”-telefoontype
Eén FS-6-apparaat verbinden
Stereo 1/4”-telefoontype
,
Stereo 1/4”-telefoontype
Eén FS-5U-apparaat verbinden
1/4”-telefoontype
,
1/4”-telefoontype
Twee FS-5U-apparaten verbinden
Stereo 1/4”-telefoontype
,
1/4”-telefoontype × 2
POLARITY-schakelaar FS-5U
A&B
RING TIP
A&B
MODE/POLARITY-schakelaar FS-6 MODE/POLARITY-schakelaar FS-7
Verbind met de TEMPO/
EXP-aansluiting
Verbind met de TEMPO/
EXP-aansluiting
Verbind met de TEMPO/
EXP-aansluiting
Verbind met de TEMPO/
EXP-aansluiting
Aansluitingen
8
Let op bij het maken van verbindingen
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten of storingen aan de
apparatuur te voorkomen.
* Gebruik geen verbindingskabels met een ingebouwde weerstand.
* Verlaag altijd eerst het volume voordat u het apparaat in- of uitschakelt. Zelfs als u het volume hebt verlaagd, hoort u mogelijk
geluid wanneer u het apparaat in- of uitschakelt. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
* Zodra de aansluitingen zijn voltooid, schakelt u uw verschillende apparaten in de opgegeven volgorde in. Als u de apparaten in de
verkeerde volgorde inschakelt, kunt u defecten en/of schade aan de luidsprekers en andere apparaten veroorzaken.
• Bij het inschakelen: Schakel de stroom naar de gitaarversterker als laatste in
• Bij het uitschakelen: Schakel de stroom naar de gitaarversterker als eerste uit
* Als u het apparaat alleen op batterijstroom gebruikt, verzwakt de indicator van het apparaat wanneer de batterij bijna leeg is.
Vervang de batterij zo snel mogelijk.
9
Het apparaat bedienen
1
2 3 4 5
1. Schakel het eect in.
Nadat u de aansluitingen hebt gemaakt, drukt u op de
pedaalschakelaar om het eect in te schakelen (de CHECK-
indicator licht rood op).
* In de LOOP-modus kan dit eect niet worden in- of
uitgeschakeld.
* U kunt verschillende delayeecten krijgen door de
aansluitingen te veranderen. Raadpleeg “De uitvoermethode
instellen” (p. 15) voor meer informatie.
2. Selecteer de modus.
Gebruik de [MODE]-regelaar om de te gebruiken modus te
selecteren.
* De werking verschilt afhankelijk van de modus. Raadpleeg
“Kenmerken van elke modus (p. 5) voor details.
3. Regel de delaytijd.
Regel de delaytijd met de [TIME]-regelaar.
4. Regel het feedbackniveau.
Gebruik de [FEEDBACK]-regelaar om het feedbackniveau (het
aantal keer dat het geluid wordt herhaald) te regelen.
* Oscillatie kan optreden bij de invoer van bepaalde geluiden
of wanneer de regelaar op bepaalde posities wordt gezet.
5. Wijzig het volume.
Regel het volumeniveau van het eectgeluid met de
[E.LEVEL]-regelaar.
10
Tempodelay gebruiken
Met tempo-invoer kunt u de delaytijd instellen zodat deze
gelijkloopt met het tempo van een song door herhaaldelijk in
het gewenste tempo op de pedaalschakelaar te drukken. U kunt
deze methode ook gebruiken om de delaytijd te wijzigen naar een
gewenste instelling terwijl u speelt.
Als u tempo-invoer gebruikt, kunt u de delaytijd instellen op een
bereik tussen 67–10000 ms.
Dit komt overeen met een bereik van BPM=24–300.
De TAP DIVISION instellen
Hiermee geeft u de nootwaarde op die overeenkomt met de
delaytijd die daadwerkelijk wordt ingesteld wanneer u op het
pedaal drukt met kwartnootintervallen. Voordat u het tapdelay
gebruikt, moet u eerst deze TAP DIVISION opgeven.
1. Maak de verbinding met de INPUT-B-aansluiting en
zorg ervoor dat er niets op de INPUT-A (MONO)-
aansluiting is aangesloten
2. Houd de pedaalschakelaar ingedrukt en steek de
stekker in de INPUT-A (MONO)-aansluiting.
Het apparaat is nu in de TAP DIVISION-instelmodus en de
CHECK-indicator is oranje opgelicht.
3. Selecteer de TAP DIVISION.
Gebruik de [MODE]-regelaar om de waarde van de TAP DIVISION
te selecteren.
Afhankelijk van de waarde die u selecteert, wordt de werkelijke
delaytijd weergegeven in de illustratie.
MODE: STANDARD
(SHIM/MOD/GLT/WARP)
MODE: ANALOG
MODE: LOOP
MODE: WARM
MODE: TAPE
MODE: REVERSE
MODE: +RV
Tijdstip waarop u
het pedaal indrukt
* Met de fabrieksinstellingen is dit ingesteld op “kwartnoten
(STANDARD)”.
* In de GLT-modus is de delaytijd 1/4 van de bovenstaande
lengtes.
4. Sla de instellingen op.
Wanneer u op de pedaalschakelaar van het apparaat drukt,
knippert de CHECK-indicator snel oranje en wordt de instelling
opgeslagen.
Nadat de instelling is opgeslagen, keert het apparaat terug naar
de normale werkstand.
Tempodelay gebruiken
11
* Schakel het apparaat nooit uit terwijl de CHECK-indicator snel
knippert.
* Deze instelling wordt behouden, zelfs wanneer het apparaat
wordt afgesloten.
Het tempo instellen met de pedaalschakelaar
1. Selecteer de modus.
Gebruik de [MODE]-regelaar om de te gebruiken modus te
selecteren.
* De tempo-invoer is niet mogelijk in de WARP/GLT/LOOP-modi.
2. Schakel om naar de TEMPO-modus.
Houd de pedaalschakelaar minstens twee seconden ingedrukt
(de CHECK-indicator licht groen op).
* Als u een voetschakelaar (de FS-5U, FS-6, FS-7; apart
verkrijgbaar) op de TEMPO/EXP-aansluiting aansluit, kunt u
niet naar de TEMPO-modus gaan door de pedaalschakelaar
in te drukken.
3. Begin met het invoeren van het tempo.
Druk op de pedaalschakelaar op intervallen van kwartnoten in
synchronisatie met het tempo van de song (de CHECK-indicator
knippert rood/groen).
De delaytijd wordt ingesteld op basis van het tempo en de TAP
DIVISION-waarde.
Als TAP DIVISION bijvoorbeeld is ingesteld op een
gepunteerde achtste noot (WARM) en u drukt de
pedaalschakelaar in op intervallen van kwartnoten in
synchronisatie met het tempo van de song, wordt het
tempo berekend op basis van die afstand en het delay
wordt toegepast met een lengte van een gepunteerde
achtste noot bij het berekende tempo.
4. Stop met het invoeren van het tempo.
Houd de pedaalschakelaar minstens twee seconden ingedrukt
om de instelling te voltooien (de CHECK-indicator licht rood op).
* Het tempo kan mogelijk tijdelijk worden verstoord wanneer u
van stap 3 naar stap 4 gaat.
* Als u aan de [TIME]-regelaar draait, wordt de delaytijd
opnieuw ingesteld op de tijd die wordt aangegeven door de
positie van de regelaar.
Tempodelay gebruiken
12
Het tempo instellen met behulp van een voetschakelaar
Als u een voetschakelaar (FS-5U, FS-6, FS-7; apart verkrijgbaar)
aansluit op de TEMPO/EXP-aansluiting, kunt u het tempodelay
instellen door het tempo in te voeren.
* U kunt het tempo invoeren met de voetschakelaar, ongeacht
of het eect is ingeschakeld of niet.
1. Sluit de voetschakelaar aan op de TEMPO/EXP-
aansluiting.
* Wanneer u een voetschakelaar aansluit, moet u de stroom
uitschakelen voordat u kabels aansluit of loskoppelt. Het
niet naleven van deze voorzorgsmaatregel zal storingen
veroorzaken.
2. Selecteer de modus.
Gebruik de [MODE]-regelaar om de te gebruiken modus te
selecteren.
* Het tempo kan niet worden ingevoerd in de LOOP-modus.
3. Start met het invoeren van het tempo.
Druk op de voetschakelaar op intervallen van kwartnoten in
synchronisatie met het tempo van de song. (Als het eect is
uitgeschakeld, knippert de CHECK-indicator rood; als het eect
is ingeschakeld, knippert de CHECK-indicator rood/groen.)
Voetschakelaar Bewerking
Als er één FS-5U-apparaat
is aangesloten
Gebruik het pedaal om het
tempo in te voeren.
Als er twee FS-5U-
apparaten zijn aangesloten
Gebruik het TIP-pedaal om het
tempo in te voeren.
Als er een FS-6- of FS-7-
apparaat is aangesloten
Gebruik schakelaar B om het
tempo in te voeren.
De delaytijd wordt ingesteld op basis van het tempo en de TAP
DIVISION-waarde.
Als TAP DIVISION bijvoorbeeld is ingesteld op een
gepunteerde achtste noot (WARM) en u drukt de
pedaalschakelaar in op intervallen van kwartnoten in
synchronisatie met het tempo van de song, wordt het
tempo berekend op basis van die afstand en het delay
wordt toegepast met een lengte van een gepunteerde
achtste noot bij het berekende tempo.
* Tempo-invoer met behulp van de pedaalschakelaar is niet
mogelijk.
* Als u aan de [TIME]-regelaar draait, wordt de delaytijd
opnieuw ingesteld op de tijd die wordt aangegeven door de
positie van de regelaar.
* De CHECK-indicator knippert rood volgens het interval
waarop u het pedaal indrukt.
13
De LOOP-functie (overdubben) gebruiken
Met de LOOP-functie kunt u tot 40 seconden van uw optreden
opnemen en vervolgens kunt u de inhoud herhaaldelijk laten
afspelen. U kunt dit ook als een laag toevoegen terwijl u iets anders
speelt en vervolgens beide partijen samen opnemen (overdubben).
1. Selecteer LOOP.
Stel de MODE-regelaar in op LOOP (de CHECK-indicator dooft).
2. Start met opnemen.
De opname start wanneer u de pedaalschakelaar indrukt (de
CHECK-indicator knippert rood).
* De maximale opnametijd is 20 seconden voor stereo-invoer of
40 seconden voor mono-invoer.
* De opname gaat verder zelfs wanneer u de pedaalschakelaar
loslaat.
3. Stop met opnemen0start met afspelen.
Druk in de opnamestand op de pedaalschakelaar om de
opname te stoppen en om te schakelen naar afspelen (de
CHECK-indicator wordt groen opgelicht).
4. Start met overdubben.
Druk in de afspeelstand op de pedaalschakelaar om te beginnen
met overdubben (de CHECK-indicator wordt oranje opgelicht).
5. Stop met overdubben0start met afspelen.
Druk in de stand voor overdubben op de pedaalschakelaar om
het overdubben te stoppen en om te schakelen naar afspelen
(de CHECK-indicator wordt groen opgelicht).
6. Wijzig het volume.
Gebruik de [E.LEVEL]-regelaar om het volume van het
afspeelgeluid te regelen.
7. Voltooi het afspelen.
Druk tweemaal op de pedaalschakelaar om het afspelen
te stoppen. (Als er gegevens zijn opgenomen, knippert de
CHECK-indicator groen).
* Druk twee keer na elkaar op de pedaalschakelaar en houd het
interval tussen elke druk op één seconde of minder.
Houd de pedaalschakelaar gedurende twee seconden
of langer ingedrukt om de opgenomen inhoud te
verwijderen.
14
De LOOP-functie (overdubben) gebruiken
Een voetschakelaar gebruiken om de loop-functie
te bedienen
Als een voetschakelaar (FS-5U, FS-6, FS-7; apart verkrijgbaar) op de
TEMPO/EXP-schakelaar is aangesloten, kunt u het afspelen stoppen
of wissen.
* Wanneer u een voetschakelaar aansluit, moet u de stroom
uitschakelen voordat u kabels aansluit of loskoppelt. Het
niet naleven van deze voorzorgsmaatregel zal storingen
veroorzaken.
Voetschakelaar Bewerking
Als er één
FS-5U-apparaat
is aangesloten
Druk op de pedaal om te stoppen.
Druk lang op de pedaal om te
verwijderen.
Als er twee
FS-5U-apparaten
zijn aangesloten
Druk op de RING-pedaal om te
verwijderen.
Druk op de TIP-pedaal om te stoppen.
Als er een FS-6-
of FS-7-apparaat
is aangesloten
Druk op schakelaar A om te verwijderen.
Druk op schakelaar B om te stoppen.
De TWIST-functie gebruiken
Als een voetschakelaar (apart verkrijgbaar: FS-5U, FS-6, FS-7) is
aangesloten op de TEMPO/EXP-aansluiting kunt u gebruik maken
van de TWIST-functie die een agressief gevoel van rotatie creëert.
* Wanneer u een voetschakelaar aansluit, moet u de stroom
uitschakelen voordat u kabels aansluit of loskoppelt. Het
niet naleven van deze voorzorgsmaatregel zal storingen
veroorzaken.
* De TWIST-functie kan niet worden gebruikt in LOOP-modus.
Voetschakelaar Bewerking
Als er twee
FS-5U-apparaten
zijn aangesloten
Druk op de RING-pedaal om het
TWIST-eect toe te passen.
Als er een FS-6-
of FS-7-apparaat
is aangesloten
Druk op schakelaar A om het TWIST-
eect toe te passen.
* Als er slechts één FS-5U-apparaat is aangesloten, kan de
TWIST-functie niet worden gebruikt.
15
De uitvoermethode instellen
Met de DD-8 kunt u verschillende delayeecten krijgen door de
aansluitingen te veranderen.
Normaal
Hiermee produceert u monodelay met A-invoer en A/B-uitvoer.
A
A
Gitaarversterker GitaarDD-8
Lang
Hiermee produceert u een lange delay met A-invoer en B-uitvoer.
Gitaarversterker GitaarDD-8
A
B
MODUS Normale delay Lange delay
LOOP 40 sec. *1 40 sec.
STANDARD 20–800 ms 40–1600 ms
ANALOG 20-800 ms 40-1600 ms
TAPE 20-800 ms 40-1600 ms
WARM 20-800 ms 40-1600 ms
REVERSE 300-5000 ms 600-10000 ms
+RV 20-800 ms 40-1600 ms
SHIM 200-800 ms 400-1600 ms
MOD 20-800 ms 40-1600 ms
WARP 20-800 ms 40-1600 ms
GLT 10-400 ms 20-800 ms
*1: In de LOOP-modus is de maximale opnametijd 20 seconden voor
stereo-invoer of 40 seconden voor mono-invoer.
De uitvoermethode instellen
16
Direct dempen
Hiermee produceert u eect”-uitvoer met B-invoer en A-uitvoer.
A
B
Gitaarversterker Gitaar
DD-8
RETURN SEND
INPUT
* Het directe geluid wordt niet uitgestuurd via A, ongeacht of
het eect is ingeschakeld of niet.
* Zorg ervoor dat u het uitvoerniveau van aangesloten
apparaten op nul zet.
Stereo
Met een A-invoer en A/B-uitvoer biedt dit mono-in/stereo-outdelay.
A
B
A
Gitaarversterker Gitaar DD-8
Met A/B-invoer en A/B-uitvoer biedt dit stereo-in/stereo-outdelay.
A
B
B
A
Gitaarversterker Gitaar Stereo-
eectapparaat
(chorus, anger enz.)
Keyboard
DD-8
* U kunt een van de drie typen stereodelaymodi selecteren.
Raadpleeg “De modus voor stereodelay instellen” (p. 18)
voor meer informatie.
De uitvoermethode instellen
17
Eect + Direct
Hiermee produceert u eect + direct”-uitvoer met B-invoer en
A/B-uitvoer.
A
B B
(Eectgeluid)
DD-8 Gitaar
Gitaarversterker
(Direct geluid)
* A: eect, B: direct
* Als u het eect uitschakelt, wordt het directe geluid
uitgestuurd via A.
18
De modus voor stereodelay instellen
Als u de DD-8 als stereodelay gebruikt, kunt u kiezen uit drie
verschillende soorten stereodelayeecten.
* Voor meer informatie over het maken van aansluitingen voor
stereodelay raadpleegt u “Stereo (p. 16).
1. Maak de verbinding met de INPUT-A (MONO)-
aansluiting en zorg ervoor dat er niets op de
INPUT-B-aansluiting is aangesloten.
2. Houd de pedaalschakelaar ingedrukt en steek de
stekker in de INPUT-B-aansluiting.
De instelmodus voor stereodelay wordt ingeschakeld en de
CHECK-indicator licht oranje op.
3. Selecteer het stereodelayeect.
Gebruik de [MODE]-regelaar om de modus voor stereodelay te
selecteren.
MODE-regelaar Eect Uitleg
LOOP Panning Panningdelay.
ANALOG Brede stereo
Stereodelay met een
gevoel van grote ruimte
in het galmende geluid.
STANDARD Stereo
Gekoppelde parallelle
delays voor A en B.
MODE-regelaar Eect Uitleg
TAPE
Panning Panningdelay.
WARM
REVERSE
+RV
SHIM
MOD
GLT
WARP
* Wanneer de fabrieksinstellingen worden gebruikt, is dit
ingesteld op “STANDARD”.
4. Sla de instellingen op.
Druk op de pedaalschakelaar om de CHECK-indicator snel
oranje te laten knipperen en de instellingen op te slaan.
Nadat de instellingen zijn opgeslagen, keert het apparaat terug
naar de normale werking.
* Schakel het apparaat nooit uit terwijl de CHECK-indicator snel
knippert.
* Deze instelling wordt behouden, zelfs wanneer het apparaat
wordt afgesloten.
19
Besturing met behulp van een expressiepedaal
Door een expressiepedaal (Roland EV-5, BOSS FV-500H, FV-500L,
EV-30; apart verkrijgbaar) op de TEMPO/EXP-aansluiting aan
te sluiten, kunt u de respectieve parameters van de [E.LEVEL]-,
[FEEDBACK]- en [TIME]-regelaars bedienen.
* Gebruik alleen het opgegeven expressiepedaal. Het
aansluiten van een expressiepedaal van een ander type
kanleiden tot defecten en/of schade aan het apparaat.
De instellingen voor expressiepedaalfuncties maken
1. Houd de pedaalschakelaar ingedrukt en sluit het
expressiepedaal aan.
De functie-instelmodus voor het expressiepedaal wordt
ingeschakeld en de CHECK-indicator licht oranje op.
* De instelmodus kan niet worden geopend wanneer LOOP-
modus is geselecteerd.
* Als u een expressiepedaal op de TEMPO/EXP-aansluiting
aansluit, stelt u het minimumvolume voor het aangesloten
expressiepedaal in op de “MIN”-positie.
2. Maak de instellingen voor de parameters.
Draai de [E.LEVEL]-, [FEEDBACK]- en [D.TIME]-regelaars om
de maximumwaarden voor de bereiken die u wilt bedienen,
in te stellen. Als u een bepaalde parameter niet met het
expressiepedaal wilt bedienen, stelt u de waarde ervan in op de
“MIN”-positie.
* U kunt alleen de maximumwaarde van een parameterbereik
dat met behulp van het expressiepedaal wordt bediend,
instellen. De minimumwaarde instellen is niet mogelijk.
3. Sla de parameters op.
Druk op de pedaalschakelaar om de CHECK-indicator snel
oranje te laten knipperen en de instellingen op te slaan.
Nadat de instellingen zijn opgeslagen, keert het apparaat terug
naar de normale werking.
* Schakel het apparaat nooit uit terwijl de CHECK-indicator snel
knippert.
* Deze instelling wordt behouden, zelfs wanneer het apparaat
wordt afgesloten.
20
Gebruik van de batterij
* Als u dit apparaat gebruikt op batterijen, moet u alkalinebatterijen gebruiken.
* Verkeerd gebruik van de batterijen kan leiden tot explosie en lekkende vloeistof. Zorg ervoor dat u de instructies met betrekking
tot de batterijen in “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (bijgeleverd op een apart blad)
zorgvuldig volgt.
* Als u het apparaat alleen op batterijstroom gebruikt, verzwakt de indicator van het apparaat wanneer de batterij bijna leeg is.
Vervang de batterij zo snel mogelijk.
* Plaats of vervang batterijen altijd voordat u andere apparaten aansluit. Zo kunt u defecten en schade vermijden.
21
De batterij vervangen
Duimschroef
Batterijbehuizing
Pedaal
Veerbasis
Schroefveer
Gat van
geleidebus
Kabel met
drukknoop van
batterij
Drukknoop van batterij
9 V-batterij
1. Houd het pedaal ingedrukt, draai de duimschroef los
en open het pedaal naar boven toe.
* Het pedaal kan worden geopend zonder dat u de
duimschroef volledig hoeft los te draaien.
2. Verwijder de oude batterij uit de batterijbehuizing
en verwijder de kabel met drukknoop die eraan
bevestigd is.
3. Verbind de kabel met drukknoop met de nieuwe
batterij en plaats de batterij in de batterijbehuizing.
* Houd rekening met de polariteit van de batterij (+ versus -).
4. Schuif de schroefveer over de veerbasis aan de
achterkant van het pedaal en sluit vervolgens het
pedaal.
* Let op dat de kabel met drukknoop niet klem komt te zitten
tussen het pedaal, de schroefveer en de batterijbehuizing.
5. Steek de duimschroef in het gat van de geleidebus
en draai deze stevig vast.
22
Belangrijkste specicaties
BOSS DD-8: Digital Delay
Nominaal ingangsniveau -20 dBu
Ingangsimpedantie 1 MΩ
Nominaal uitgangsniveau -20 dBu
Uitgangsimpedantie 1 kΩ
Aanbevolen
lastimpedantie
10 kΩ of hoger
Stroomtoevoer
DC 9 V: Alkalinebatterij (9 V, 6LR61)
Netstroomadapter (PSA-reeks: apart
verkrijgbaar)
Stroomverbruik
65 mA (DC 9 V)
* Verwachte levensduur van de
batterij bij continu gebruik (Deze
cijfers variëren afhankelijk van de
werkelijke gebruikscondities.)
Alkaline: Ca. 5 uur
Afmetingen 73 (W) x 129 (D) x 59 (H) mm
Gewicht 440 g (inclusief batterij)
Accessoires
Gebruikershandleiding, Infoblad
(“HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”,
“BELANGRIJKE OPMERKINGEN”
en “Informatie”), Alkalinebatterij
(9V6LR61)
Opties
Netstroomadapter: PSA-reeks
Voetschakelaar: FS-5U, FS-6, FS-7
Expressiepedaal: FV-500H, FV-500L,
EV-30, Roland EV-5
* 0 dBu = 0,775 Vrms
* In dit document worden de specicaties van het product
uitgelegd op het moment dat het document werd
vrijgegeven. Raadpleeg de Roland-website voor de meest
recente informatie.
© 2019 Roland Corporation 03
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

Boss DD-8 de handleiding

Type
de handleiding