111
Plast Coat 15
EDICIÓN 09 /2004
NL
STORING MOGELIJKE OORZAAK VERHELPEN
Mortelspuitmachine loopt niet
aan.
Mortelspuitmachine werd overbelast. Hoofdschakelaar en draairichtingsschakelaar
op „0“ zetten. Mortelspuitmachine
na ca. 20 seconden weer inschakelen.
Let op: draairichtingsschakelaar op „0“
zetten voordat de hoofdschakelaar wordt
ingeschakeld.
Mortelspuitmachine kan
pompschroef niet doordraaien.
Pompschroef zit vast in de pompman-
tel. Pomp werd niet met pompglij-
middel gesmeerd.
Draairichtingsschakelaar afwisselend kort op
(vooruit) – (achteruit) zet-
ten.
Start de mortelspuitmachine niet – pomp de-
monteren.
Mortelspuitmachine kan d.m.v.
afstandsbediening niet in-/uit-
geschakeld worden.
Afstandsbediening niet ingeschakeld.
Afstandsbediening niet aangesloten of
defect.
Draairichtingsschakelaar op „AUTO“ zetten.
Afstandsbediening aansluiten. Koppelingspunten
controleren. Kabel van de afstandsbediening op
beschadigingen controleren.
Mortelspuitmachine bouwt in
de mortelslang druk op. Er komt
echter geen bedekkingsmateri-
aal bij de spuitlans aan.
Bedekkingsmateriaal-“verstoppingen“
in de mortelslang. Mortelslang niet
met kunstharsdispersie of celluloselijm
voorgespoeld.
Door aftasten van de mortelslang verstopping lo-
kaliseren. Mortelslang ontlasten – draairichtings-
schakelaar op (achteruit) zetten.
Bedekkingsmateriaal in het reservoir terugpom-
pen.
Mortelslang moet drukloos zijn.
Manometer observeren
––> 0 bar.
Veiligheidsbril dragen.
Mortelslang afkoppelen – in de verstopte zone
met de hand knikken. Mortelslang met water-
slang doorspoelen. Als de verstopping opgelost
is, kunstharsdispensie of celluloselijm in de mor-
telslang vullen. Mortelslang weer aankoppelen.
STORING MOGELIJKE OORZAAK VERHELPEN
Bij het spuiten wordt de
spuitstraal onderbroken, hij be-
gint te „sputteren“.
Geen bedekkingsmateriaal in het re-
servoir. Pomp heeft lucht aangezogen.
Bedekkingsmateriaal glijdt niet na in
het reservoir.
Bedekkingsmateriaal opvullen en
overpompen tot het bedekkingsmateriaal
zonder luchtbellen naar buiten komt.
Let op:
Pomp niet droog laten lopen. Pomp loopt
heet, daardoor „verstoppingen“.
Bedekkingsmateriaal navullen.
Mortelspuitmachine in ieder geval uitschake-
len (zie veiligheidsvoorschriften) – daarna be-
dekkingsmateriaal naschuiven.
Tijdens het spuiten komt er
plotseling geen bedekkingsma-
teriaal meer naar buiten.
Verstopping van de structuurspuit-
dop door verontreiniging van het
bedekkingsmateriaal of door te grote
korrelgrootte..
Materiaalkraan aan de spuitlans sluiten. Mortel-
spuitmachine uitschakelen. Structuurspuitdop
verwijderen en reinigen. Eventueel grotere struc-
tuurspuitdop gebruiken. Vuistregel:
Korrelgrootte x 3 ––> spuitdopgrootte
Geen correct, gelijkmatig spuit-
beeld.
Luchtkanalen in de structuurspuitdop
zijn ten dele dicht door bedekkings-
materiaal..
Mortelspuitmachine uitschakelen.
Materiaalkraan aan de spuitlans sluiten. Struc-
tuurspuitdop verwijderen. Luchtkanalen van de
structuurspuitdop reinigen.
Druk op de manometer stijgt
boven 40 bar.
Bedekkingsmateriaal heeft te hoge
viscositeit.
Motorslang-diameter te klein.
Mortelslang te lang.
Bedekkingsmateriaal verdunnen.
Mortelslang met grotere diameter gebruiken.
Kortere mortelslang gebruiken.
Mortelspuitmachine transpor-
t
eert niet voldoende bedek-
kingsmateriaal.
Transporthoeveelheid te laag inge-
steld.
Mortelslang-diameter te klein.
Pompmantel versleten.
Bedekkingsmateriaal heeft te hoge
viscositeit.
Te kleine structuurspuitdop.
Transporthoeveelheidsregelaar hoger instellen.
Mortelslang met grotere diameter gebruiken.
Nieuwe pompmantel, indien nodig ook nieuwe
pompschroef monteren.
Let op: met pompglijmiddel inspuiten.
Bedekkingsmateriaal verdunnen.
Grote structuurspuitdop kiezen.
Als geen van de genoemde storingsoorzaken aanwezig is, defect bij een WAGNER-service-werkplaats laten verhelpen.
VERHELPEN VAN STORINGEN