Zanussi ZRB23100WA Handleiding

Type
Handleiding
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik
van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en
schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies
van het apparaat voor toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder
en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelij-
ke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebrui-
ken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen
zonder toezicht.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of gelijksoortige
toepassingen zoals:
Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere
werkomgevingen
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woon-
omgevingen
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel
voor losstaande als ingebouwde modellen.
Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooipro-
ces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn
aanbevolen.
Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door
de fabrikant worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met drijfgas in
dit apparaat.
Als de voedingskabel is beschadigd, moet de fabrikant, diens techni-
sche dienst of een ander gekwalificeerd persoon deze vervangen, om
een gevaarlijke situatie te voorkomen.
26
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
INSTALLATIE
Alleen een gekwalificeerd persoon mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Wees voorzichtig met het verplaatsen van het
apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheids-
handschoenen.
Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan
circuleren.
Wacht ten minste 4 uur alvorens het apparaat
aan de netstroom aan te sluiten. Hierdoor kan
de olie terug in de compressor stromen.
Installeer het apparaat niet in de nabijheid van
radiators, fornuizen, ovens of kookplaten.
De achterzijde van het apparaat moet tegen de
muur worden geplaatst.
Installeer het apparaat niet op een plaats met
direct zonlicht.
Gebruik dit apparaat niet in gebieden die te
vochtig of te koud zijn, zoals bijgebouwen,
garages of kelders.
Til de voorkant van het apparaat op als u het
wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te
voorkomen.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Risico op brand en elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Alle elektrische aansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
Controleer of de elektrische informatie op het
typeplaatje overeenkomt met de stroomvoor-
ziening. Zo niet, neem dan contact op met een
elektromonteur.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schok-
bestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en verleng-
snoeren.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet bescha-
digt. Neem contact op met de Servicedienst of
een elektrotechnicus om de elektrische onder-
delen te wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven dan de hoog-
te van het stopcontact.
Steek de stekker pas in het stopcontact als
de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
TOEPASSING
Risico op letsel, brandwonden, elektrische
schokken of brand.
De specificatie van het apparaat mag niet wor-
den veranderd.
Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachi-
nes) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt
verklaard door de fabrikant.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet bescha-
digt. Het bevat isobutaan (R600a), aardgas met
een hoge ecologische compatibiliteit. Dit gas is
ontvlambaar.
Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg
er dan voor dat er zich geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer bevinden.
Ventileer de kamer goed.
Zet geen hete items op de kunststofonderdelen
van het apparaat.
Plaats geen frisdranken in het vriesvak. Dit zal
extra druk in de drankfles veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
Raak de compressor of condensator niet aan.
Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige
handen items uit het vriesvak verwijdert of
aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in.
Bewaar de voedingswaren volgens de instruc-
ties op de verpakking.
ONDERHOUD EN REINIGING
Risico op letsel of schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u onderhoudshandelin-
gen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwa-
terstoffen. Alleen bevoegde personen mogen de
eenheid onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van het appa-
raat en reinig deze indien nodig. Indien de afvoer
verstopt is, zal er water op de bodem van het
apparaat liggen.
27
VERWIJDERING
Risico op letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi
dit weg.
Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen
en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit
apparaat zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen.
Neem contact op met uw plaatselijke overheid
voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking
van het apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel van de
koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar
bevindt.
BEDIENING
1
2
3
4
5
6
7
8
9
OVERZICHT VAN HET APPARAAT
1
Temperatuurregelaar en LED-lampje
2
Legplateau
3
Afdekking groentelade
4
Groentelade
5
Bovenste lade in vriezer
6
Onderste lade in vriezer
7
Verstelbare pootjes
8
Eierbakje
9
Deurplateaus
Opmerking: als gevolg van voortdurende aanpassing van onze producten kan uw koelkast enigszins
afwijken van deze handleiding, maar de functies en bediening blijven hetzelfde.
28
HET EERSTE GEBRUIK
DE BINNENKANT SCHOONMAKEN
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, dient u de binnenkant en de interne
accessoires met lauwwarm water en wat neutrale
zeep te wassen om de typische geur van een nieuw
product weg te nemen. Droog daarna grondig af.
Let op! Gebruik geen oplosmiddelen of
schuurmiddelen. Deze beschadigen de lak.
BEDIENINGSPANEEL
OPSTARTEN EN TEMPERATUURREGELING
Steek de stekker van het apparaat in een geaard
stopcontact. Als de deur van het koelkastcom-
partiment wordt geopend, gaat de binnenver-
lichting aan.
De temperatuurregelknop bevindt zich bovenaan
in het koelvak.
De instelling "0" betekent:
Uit
Draai de knop rechtsom om het apparaat in te
schakelen.
De instelling "1" betekent:
Hoogste temperatuur, warmste instelling.
De instelling "7" (eindstop) betekent:
Laagste temperatuur, koudste instelling.
We adviseren normaal instelling 3 of 4. Als u een
hogere of lagere temperatuur wilt, kunt u de knop
op een hogere of lagere stand zetten.
Belangrijk! Een hoge omgevingstem-
peratuur (bijv. op warme zomerdagen) en
een koude instelling (stand 6 of 7) kunnen
ervoor zorgen dat de compressor continu
blijft werken.
Reden:
Als de omgevingstem-
peratuur hoog is, moet
de compressor constant
in werking blijven om de
lage temperatuur in het
apparaat te behouden.
DAGELIJKS GEBRUIK
ACCESSOIRES 1
Verplaatsbare plateaus/roosters
Er worden verschillende glazen of plastic
opbergplauteaus of roosters bij het apparaat
meegeleverd. Verschillende modellen hebben
verschillende combinaties en verschillende mo-
dellen hebben een verschillende kwaliteit.
De wanden van de koelkast zijn voorzien van
een aantal geleiders zodat de schappen op de
gewenste plaats gezet kunnen worden.
Het plaatsen van de deurplateaus
Om het bewaren van voedselpakketten van ver-
schillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen
de schappen op verschillende hoogtes worden
geplaatst.
Om deze aanpassingen te doen, gaat u als volgt
te werk: trek het plateau geleidelijk in de richting
van de pijlen totdat het los komt en plaats het
plateau daarna op een andere gewenste hoogte
terug.
Groentelade
De lade is geschikt voor het bewaren van fruit
en groente.
VRIEZERLADE
De lade is geschikt voor het bewaren van bevro-
ren levensmiddelen.
Het maken van ijsblokjes
Dit apparaat is uitgerust met een of meer bak-
ken voor het maken van ijsblokjes.
29
Vers voedsel invriezen 2)
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van
vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd
te bewaren.
De maximale hoeveelheid levensmiddelen die in
24 uur kunnen worden ingevroren, staat aange-
geven op het typeplaatje, een label dat zich aan
de binnenkant van het apparaat bevindt.
Het invriesproces duurt 24 uur: vries tijdens
deze periode geen ander voedsel in.
Het bewaren van ingevroren voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een
periode dat het niet gebruikt is, inschakelt, dient
u het apparaat minstens 2 uur op een hoge
instelling te laten werken voordat u er producten
in plaatst.
Belangrijk! In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom
langer is uitgevallen dan de duur die op
de kaart met technische kenmerken onder
"maximale bewaartijd bij stroomuitval" is
vermeld, moet het ontdooide voedsel snel
geconsumeerd worden of onmiddellijk be-
reid worden en dan weer worden ingevroren
(nadat het is afgekoeld).
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u,
voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op
kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk
van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit
de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren
zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer
duren.
Belangrijk! Om optimaal te profiteren van
de grootte van de koelruimte en het vriesvak,
kan de gebruiker een of meer planken en
lades uit het apparaat verwijderen, al naar
gelang uw dagelijkse gebruik. 1) Als het
apparaat over de bijbehorende accessoires
en functies beschikt. 2) Indien het apparaat
over een vriesvak beschikt.
AANWIJZINGEN EN TIPS
NORMALE BEDRIJFSGELUIDEN:
De volgende geluiden zijn normaal als het apparaat
is ingeschakeld:
Een vaag borrelend en bruisend geluid van de
spoelen wanneer het koelmiddel wordt rondge-
pompt.
Een zoemend en pulserend geluid van de
compressor wanneer het koelmiddel wordt
rondgepompt.
Een plotseling krakend geluid vanuit de bin-
nenkant van het apparaat, veroorzaakt door
thermische dilatatie (een natuurlijk en ongevaar-
lijk natuurkundig fenomeen).
Een vaag klikgeluid van de temperatuurregelaar
wanneer de compressor wordt in- en uitgescha-
keld.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
Open de deur niet vaker of langer dan strikt
noodzakelijk.
Als de omgevingstemperatuur hoog is, de
thermostaatknop op een lage temperatuur
staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de
compressor continu aan staan waardoor er ijs
op de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u
de thermostaatknop naar een warmere instelling
om de koelkast automatisch te laten ontdooien
en zo elektriciteitsverbruik te besparen.
TIPS VOOR HET KOELEN VAN VERS
VOEDSEL
Om de beste prestatie te verkrijgen:
Zet geen warm voedsel of verdampende vloei-
stoffen in de koelkast.
Dek het voedsel af of verpak het, in het bijzon-
der als het een sterke geur heeft.
Plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrije-
lijk omheen kan circuleren.
30
TIPS VOOR HET KOELEN
Nuttige tips:
Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpak-
ken en op de glasplaat boven de groentelade
leggen.
Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of
maximaal twee dagen op deze manier.
Gekookt voedsel, koude schotels, enz.: deze
moeten worden afgedekt en mogen op elk
willekeurig niveau worden gezet.
Groente en fruit: moeten zorgvuldig worden
schoongemaakt en in de speciaal daarvoor
bedoelde lade(n) worden geplaatst.
Boter en kaas: moeten in speciale luchtdichte
bakjes worden gelegd of in aluminiumfolie of
plastic zakjes worden gewikkeld, om zoveel
mogelijk lucht buiten te sluiten.
Flessen: moeten zijn voorzien van een dop en
moeten op de onderste plank in de deur worden
geplaatst.
Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien
niet verpakt, mogen niet in de koelkast bewaard
worden.
TIPS VOOR HET INVRIEZEN
Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te
vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips:
De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur
ingevroren kan worden, staat vermeld op het
typeplaatje.
Het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende
deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe.
Vries alleen verse en grondig schoongemaakte
levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in.
Bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan
het snel en volledig worden ingevroren en zo
kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooi-
en die u nodig heeft.
Wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic
en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn.
Leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen
het al ingevroren voedsel aan, om te voorkomen
dat dit laatste warm wordt.
Mager voedsel kan beter worden ingevroren dan
vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel minder
lang in de vriezer goed blijft.
Ingevroren vloeistoffen kunnen aan de huid
vastvriezen als ze rechtstreeks uit het vriesvak
geconsumeerd worden.
Het is aan te bevelen de invriesdatum op elk
pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het
al bewaard is.
TIPS VOOR HET BEWAREN VAN
INGEVROREN VOEDSEL
Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrij-
gen, doet u het volgende:
Verzeker u ervan dat de commercieel ingevro-
ren levensmiddelen op geschikte wijze door de
detailhandelaar werden opgeslagen.
Zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen
zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer
gebracht worden.
Open de deur niet vaker of langer dan strikt
noodzakelijk.
Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het
snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren.
Bewaar het voedsel niet langer dan de door de
fabrikant aangegeven bewaarperiode.
ONDERHOUD EN REINIGING
Let op! Trek voordat u welke onderhouds-
handeling dan ook verricht, de stekker uit
het stopcontact.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de
koeleenheid. Onderhoud en hervullen mag
alleen uitgevoerd worden door bevoegde
technici.
PERIODIEKE REINIGING
Het apparaat moet regelmatig worden schoonge-
maakt:
Maak de binnenkant en de accessoires schoon
met lauwwarm water en wat neutrale zeep.
Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf
ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze
schoon en vrij van aanslag zijn.
Spoel ze af en maak ze grondig droog.
Belangrijk! Trek niet aan leidingen en/of
kabels aan de binnenkant van de kast en
verplaats of beschadig ze niet. Gebruik nooit
schoonmaakmiddelen, schuurpoeders, erg
geparfumeerde reinigingsproducten en was-
polijstmiddelen om de binnenkant schoon
te maken, aangezien deze het oppervlak
beschadigen en een sterke geur achterlaten.
31
Maak de condensator (zwart rooster) en
de compressor aan de achterkant van het
apparaat schoon met een borstel. Deze
handeling zal de prestatie van het appa-
raat verbeteren en het elektriciteitsverbruik
verminderen.
Belangrijk! Zorg ervoor dat u het koelsys-
teem niet beschadigt.
Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers
bevatten chemicaliën die de kunststoffen
die in dit apparaat gebruikt zijn kunnen
aantasten/beschadigen. Daarom wordt het
aanbevolen de buitenkant van dit apparaat
alleen schoon te maken met warm water met
een beetje afwasmiddel.
Steek na het schoonmaken van het apparaat
de stekker weer in het stopcontact.
HET ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST
Bij normaal gebruik wordt rijp elke keer als de com-
pressormotor stopt automatisch van de verdamper
van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via
een afvoergaatje in een speciale opvangbak aan de
achterkant van het apparaat, boven de compressor-
motor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het
afvoergaatje van het
dooiwater in het midden
van het koelvak regel-
matig schoon te maken
om te voorkomen dat het
water overloopt en op het
voedsel in de koelkast
gaat druppelen.
DE VRIEZER ONTDOOIEN
Ontdooien in het vriesvak wordt handmatig
geregeld.
Haal de etenswaren uit het vriesvak voordat u
gaat ontdooien.
Neem het ijsblokjesbakje en de laden uit of leg
ze tijdelijk in de koelruimte.
Stel de knop van de temperatuurregelaar in op
de stand "0" (de compressor stopt) en laat de
deur openstaan tot ijs en rijp loslaten en op de
bodem van het vriesvak liggen.
U kunt het proces bespoedigen door een kom
met warm water (ca. 50 °C) in het vriesgedeelte
te plaatsen en het ijs en de rijp te verwijderen
met een krabber. Zet als u klaar bent de knop
van de temperatuurregelaar in de oorspronkelij-
ke stand.
Het is niet aan te raden om het vriesvak direct
met warm water of een föhn te verwarmen om
het vriesvak te ontdooien om vervorming van het
binnenvak te voorkomen.
We raden het ook af om ijs en rijp af te krabben
of vastgevroren etenswaren en bakken te schei-
den met scherp gereedschap of houten hulp-
middelen, om te voorkomen dat de binnenkant
of het oppervlak van de verdamper beschadigd
raken.
32
PROBLEEMOPLOSSING
Let op! Voordat u problemen oplost, trekt u
eerst de stekker uit het stopcontact.
Alleen een gekwalificeerde elektricien of een be-
voegd persoon mag problemen oplossen die niet in
deze handleiding beschreven zijn.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Het apparaat krijgt geen stroom.
Er staat geen spanning op het
stopcontact.
Sluit een ander elektrisch
apparaat op het stopcontact
aan. Neem contact op met een
gekwalificeerd elektricien.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet juist
geïnstalleerd.
Controleer of het apparaat
stabiel staat (alle vier de voetjes
moeten op de vloer staan).
De verlichting werkt niet. De verlichting staat in stand-by. Sluit en open de deur.
De eenheid is defect. Zie "De bedieningseenheid
vervangen".
De compressor werkt
continu.
De temperatuur is niet goed
ingesteld.
Stel een hogere temperatuur in
De deur is te vaak geopend. Laat de deur niet langer dan
nodig openstaan.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
Verlaag de
omgevingstemperatuur.
Het voedsel dat in het apparaat
werd geplaatst, was te warm.
Laat voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het opslaat.
De deur is niet goed gesloten. Zie "De deur sluiten".
Er loopt water over de
achterkant van de koelkast.
Tijdens het automatische
ontdooiproces ontdooit de rijp
tegen de achterwand.
Dit is juist.
Er loopt water in de
koelkast.
De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Producten verhinderen dat
water in de wateropvangbak kan
stromen.
Zorg ervoor dat de producten
de achterwand niet raken.
De temperatuur in het
apparaat is te laag/te hoog.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere
temperatuur in.
Belangrijk! Tijdens een normale werking
hoort u geluiden (compressor, koelmiddel-
circulatie). Als het apparaat nog steeds niet
naar behoren werkt na het uitvoeren van de
bovenstaande controles, neem dan contact
op met een onderhoudsdienst.
HET LAMPJE VERVANGEN
Het apparaat is uitgerust met een LED-binnen-
lampje dat een lange levensduur heeft. Alleen een
onderhoudsmonteur mag de bedieningseenheid
vervangen. Neem contact op met uw servicecen-
trum.
33
DE DEUR SLUITEN
1. Maak de afdichtingen van de deur schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg
"Installatie".
3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtin-
gen. Neem contact op met de klantenservice.
TECHNISCHE INFORMATIE
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen
Hoogte mm 1540
Breedte mm 595
Diepte mm 563
Maximale bewaartijd bij stroomuitval uur 21
Spanning Volt 220-240
Frequentie Hz 50
De technische gegevens staan op het typeplaatje,
aan de binnen- of buitenkant van het apparaat en
op het energielabel.
INSTALLATIE
Let op! Lees voor uw eigen veiligheid en
correcte werking van het apparaat eerst
de "veiligheidsinformatie" aandachtig door,
alvorens het apparaat te installeren.
OPSTELLING
Installeer dit apparaat op een plaats waar de om-
gevingstemperatuur overeenkomt met de klimaat-
klasse die vermeld is op het typeplaatje van het
apparaat:
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot +32 °C
N +16 °C tot +32 °C
ST +16 °C tot +38 °C
T +16 °C tot +43 °C
LOCATIE
Waarschuwing! De stroomtoevoer aan het
apparaat moet verbroken kunnen worden;
de stekker moet daarom na de installatie
gemakkelijk toegankelijk zijn.
Belangrijk! Voldoende ventilatie rond de
koelkast is essentieel voor een goede afvoer
van warmte, hoge efficiëntie van koeling en
een laag energieverbruik.
Daarom dient er voldoende vrije ruimte beschikbaar
te zijn rond de koelkast. Het is wenselijk dat er een
afstand wordt gehouden van 75 mm tussen de
achterkant van de koelkast en de wand, ten minste
100mm aan beide zijden en meer dan 100 mm van-
af de bovenkant van het apparaat. Ook moet er een
duidelijke ruimte aan de voorkant van het apparaat
over zijn, zodat de deuren 160° open kunnen.
34
Om een goede werking te garanderen bij omge-
vingstemperaturen van meer dan 38°C raden we
aan om een afstand van 30 mm rond de zijkanten
van het apparaat te handhaven.
NIVELLERING
Zorg er voor dat het
apparaat waterpas staat
wanneer u het plaatst.
Deze stand kan bereikt
worden met de twee
afstelbare voetjes die aan
de voorkant en onder-
kant van het apparaat
bevestigd zijn.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage
en de frequentie op het typeplaatje overeenko-
men met de stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
De netsnoerstekker is voorzien van een contact
voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is,
sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk
aardepunt, in overeenstemming met de geldende
regels. Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd
elektricien. De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande veiligheids-
voorschriften niet opgevolgd worden.
Dit apparaat voldoet aan de Europese Richtlijnen.
OMKEERBAARHEID VAN DE DEUR
De deurdraairichting kan van rechts (zoals geleverd)
naar links worden omgezet, als de installatieplaats
dit vereist.
Gereedschap dat
u nodig hebt:
1. 8mm-moersleutel
2. Kruiskopschroeven-
draaier
3. Plamuurmes of platte
schroevendraaier
Leg voordat u begint de koelkast op z'n achterkant
om bij de onderkant te kunnen komen. Leg het ap-
paraat op zachte foam of gelijksoortig materiaal om
schade aan de koelbuizen aan de achterkant van de
koelkast te voorkomen.
1
2
3
4
5
6
7
8
35
9
10
11
12
13
14
1 Zet de koelkast rechtop, open de bovenste deur, verwijder de deurplateaus en sluit de deur (zo voor-
komt u dat de plateaus beschadigd raken).
2 Gebruik een plamuurmes of platte schroevendraaier om de afdekking van het schroefgat te verwijde-
ren die zich op de linkerbovenhoek van de koelkast bevindt en draai de afdekking van het bovenste
scharnier los die zich op de rechterbovenhoek van de koelkast bevindt.
3 Draai de speciale zelftappende schroeven los die zijn gebruikt voor het vastzetten van het bovenste
scharnier rechts met een 8mm-moersleutel of een andere moersleutel (ondersteun de bovenste deur
met uw hand als u dit doet).
4 Verwijder de bovenste scharnieras, verplaats deze naar de andere kant, draai stevig vast en plaats
deze op een veilige plek.
LET OP: wanneer u de deur verwijdert, let dan op de sluitringen tussen het middelste scharnier en de
onderkant van de deur van de vriezer die mogelijk aan de deur plakken. Raak ze niet kwijt.
5 Schroef de twee speciale zelftappende schroeven los die worden gebruikt voor het vastzetten van het
middelste scharnier en verwijder het middelste scharnier dat de onderste deur op zijn plaats houdt.
LET OP: wanneer u de deur verwijdert, let dan op de sluitringen tussen het middelste scharnier en de
onderkant van de deur van de vriezer die mogelijk aan de deur plakken. Raak ze niet kwijt.
6 Verwijder zoals getoond de afdekking van de schroefgaten van de linkergaten en verplaats ze naar de
gaten aan de rechterkant.
7 Leg de koelkast op zachte foam of soortgelijk materiaal. Verwijder de beide stelpoten. Verwijder het
vaste board bij de voorste poten en het onderste scharnier door de speciale zelftappende schroeven
los te schroeven.
8 Schroef de onderste scharnieras los en schroef deze vast in het gat aan de andere kant.
9 Verplaats het onderste scharnier naar de linkerkant en zet het vast met de speciale zelftappende
schroeven. Verplaats het vaste board naar de andere kant en zet het vast met de speciale zelftappen-
de schroeven. Installeer de stelpoten.
10 Breng de onderste deur in de juiste positie, pas het onderste scharnier aan, doe de scharnieras in het
onderste gat van de onderste deur en draai de schroeven aan.
11 Draai het middelste scharnier 180 graden en plaats het op de juiste plaats. Plaats de middelste schar-
nieras in het bovenste gat van de onderste deur en draai de moeren vast.
12 Plaats de bovenste deur in de juiste positie. Stel de deur waterpas af, steek de middelste scharnieras
in het onderste gat van de bovenste deur.
36
13 Breng het bovenste scharnier over en plaats de bovenste scharnieras in het bovenste gat van de
bovenste deur. Pas de positie van deur aan (ondersteun de deur met uw hand als u dit doet). Zet het
bovenste scharnier vast met de speciale zelftappende schroeven.
14 Installeer de afdekking van het schroefgat op de rechterbovenhoek van de koelkast. Installeer de
bovenste scharnierafdekking (in de plastic zak) op de linkerhoek en schroef deze vast. Doe de andere
bovenste scharnierafdekking in de plastic zak.
15 Open de bovenste deur en installeer de deurplateaus. Sluit vervolgens de deur.
Waarschuwing! Bij het veranderen van de
draairichting van de deur mag het apparaat
niet op de elektriciteit zijn aangesloten. Trek
van tevoren de stekker uit het stopcontact.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool .
Gooi de
verpakking in een geschikte verzamelcontainer om
het te recyclen. Help om het milieu en de volksge-
zondheid te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten die zijn gemarkeerd met het
symbool niet weg met het gewone huishoudelijke
afval. Breng het product naar het milieustation bij u
in de buurt of neem contact op met de gemeente.

Documenttranscriptie

VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. • Laat kinderen niet met het apparaat spelen. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. • Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. Algemene veiligheid • Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of gelijksoortige toepassingen zoals: –– Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen –– Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen • Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. • Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. • Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. • Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. • Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met drijfgas in dit apparaat. • Als de voedingskabel is beschadigd, moet de fabrikant, diens technische dienst of een ander gekwalificeerd persoon deze vervangen, om een gevaarlijke situatie te voorkomen. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES INSTALLATIE Alleen een gekwalificeerd persoon mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen. • Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren. • Wacht ten minste 4 uur alvorens het apparaat aan de netstroom aan te sluiten. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen. • Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiators, fornuizen, ovens of kookplaten. • De achterzijde van het apparaat moet tegen de muur worden geplaatst. • Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht. • Gebruik dit apparaat niet in gebieden die te vochtig of te koud zijn, zoals bijgebouwen, garages of kelders. • Til de voorkant van het apparaat op als u het wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. ELEKTRISCHE AANSLUITING Risico op brand en elektrische schokken. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact op met de Servicedienst of een elektrotechnicus om de elektrische onderdelen te wijzigen. • De stroomkabel moet lager blijven dan de hoogte van het stopcontact. 26 • • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. TOEPASSING Risico op letsel, brandwonden, elektrische schokken of brand. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant. • Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a), aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar. • Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Ventileer de kamer goed. • Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. • Plaats geen frisdranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet. • Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijdert of aanraakt. • Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in. • Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking. ONDERHOUD EN REINIGING Risico op letsel of schade aan het apparaat. • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. • Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Alleen bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. • Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig deze indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. VERWIJDERING Risico op letsel of verstikking. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. • Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. • Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk. Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact op met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt. • • BEDIENING 1 8 2 9 3 4 5 6 7 OVERZICHT VAN HET APPARAAT 1 Temperatuurregelaar en LED-lampje 6 Onderste lade in vriezer 2 Legplateau 7 Verstelbare pootjes 3 Afdekking groentelade 8 Eierbakje 4 Groentelade 9 Deurplateaus 5 Bovenste lade in vriezer Opmerking: als gevolg van voortdurende aanpassing van onze producten kan uw koelkast enigszins afwijken van deze handleiding, maar de functies en bediening blijven hetzelfde. 27 HET EERSTE GEBRUIK DE BINNENKANT SCHOONMAKEN Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, dient u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en wat neutrale zeep te wassen om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af. Let op! Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen. Deze beschadigen de lak. BEDIENINGSPANEEL OPSTARTEN EN TEMPERATUURREGELING • Steek de stekker van het apparaat in een geaard stopcontact. Als de deur van het koelkastcompartiment wordt geopend, gaat de binnenverlichting aan. • De temperatuurregelknop bevindt zich bovenaan in het koelvak. De instelling "0" betekent: • Uit • Draai de knop rechtsom om het apparaat in te schakelen. De instelling "1" betekent: • Hoogste temperatuur, warmste instelling. De instelling "7" (eindstop) betekent: • Laagste temperatuur, koudste instelling. We adviseren normaal instelling 3 of 4. Als u een hogere of lagere temperatuur wilt, kunt u de knop op een hogere of lagere stand zetten.  Belangrijk! Een hoge omgevingstemperatuur (bijv. op warme zomerdagen) en een koude instelling (stand 6 of 7) kunnen ervoor zorgen dat de compressor continu blijft werken. Reden: Als de omgevingstemperatuur hoog is, moet de compressor constant in werking blijven om de lage temperatuur in het apparaat te behouden. DAGELIJKS GEBRUIK ACCESSOIRES 1) Verplaatsbare plateaus/roosters • Er worden verschillende glazen of plastic opbergplauteaus of roosters bij het apparaat meegeleverd. Verschillende modellen hebben verschillende combinaties en verschillende modellen hebben een verschillende kwaliteit. • De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal geleiders zodat de schappen op de gewenste plaats gezet kunnen worden. Het plaatsen van de deurplateaus Om het bewaren van voedselpakketten van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst. 28 Om deze aanpassingen te doen, gaat u als volgt te werk: trek het plateau geleidelijk in de richting van de pijlen totdat het los komt en plaats het plateau daarna op een andere gewenste hoogte terug. Groentelade • De lade is geschikt voor het bewaren van fruit en groente. VRIEZERLADE • De lade is geschikt voor het bewaren van bevroren levensmiddelen. Het maken van ijsblokjes • Dit apparaat is uitgerust met een of meer bakken voor het maken van ijsblokjes. Vers voedsel invriezen 2) • Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren. • De maximale hoeveelheid levensmiddelen die in 24 uur kunnen worden ingevroren, staat aangegeven op het typeplaatje, een label dat zich aan de binnenkant van het apparaat bevindt. • Het invriesproces duurt 24 uur: vries tijdens deze periode geen ander voedsel in. Het bewaren van ingevroren voedsel • Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is, inschakelt, dient u het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling te laten werken voordat u er producten in plaatst.  Belangrijk! In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "maximale bewaartijd bij stroomuitval" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het is afgekoeld). Ontdooien • Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. • Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren.  Belangrijk! Om optimaal te profiteren van de grootte van de koelruimte en het vriesvak, kan de gebruiker een of meer planken en lades uit het apparaat verwijderen, al naar gelang uw dagelijkse gebruik. 1) Als het apparaat over de bijbehorende accessoires en functies beschikt. 2) Indien het apparaat over een vriesvak beschikt. AANWIJZINGEN EN TIPS NORMALE BEDRIJFSGELUIDEN: De volgende geluiden zijn normaal als het apparaat is ingeschakeld: • Een vaag borrelend en bruisend geluid van de spoelen wanneer het koelmiddel wordt rondgepompt. • Een zoemend en pulserend geluid van de compressor wanneer het koelmiddel wordt rondgepompt. • Een plotseling krakend geluid vanuit de binnenkant van het apparaat, veroorzaakt door thermische dilatatie (een natuurlijk en ongevaarlijk natuurkundig fenomeen). • Een vaag klikgeluid van de temperatuurregelaar wanneer de compressor wordt in- en uitgeschakeld. TIPS VOOR ENERGIEBESPARING • Open de deur niet vaker of langer dan strikt noodzakelijk. • Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaatknop op een lage temperatuur staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper ontstaat. Als dit gebeurt, zet u de thermostaatknop naar een warmere instelling om de koelkast automatisch te laten ontdooien en zo elektriciteitsverbruik te besparen. TIPS VOOR HET KOELEN VAN VERS VOEDSEL Om de beste prestatie te verkrijgen: • Zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen in de koelkast. • Dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft. • Plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren. 29 TIPS VOOR HET KOELEN Nuttige tips: • Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken en op de glasplaat boven de groentelade leggen. • Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of maximaal twee dagen op deze manier. • Gekookt voedsel, koude schotels, enz.: deze moeten worden afgedekt en mogen op elk willekeurig niveau worden gezet. • Groente en fruit: moeten zorgvuldig worden schoongemaakt en in de speciaal daarvoor bedoelde lade(n) worden geplaatst. • Boter en kaas: moeten in speciale luchtdichte bakjes worden gelegd of in aluminiumfolie of plastic zakjes worden gewikkeld, om zoveel mogelijk lucht buiten te sluiten. • Flessen: moeten zijn voorzien van een dop en moeten op de onderste plank in de deur worden geplaatst. • Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet in de koelkast bewaard worden. TIPS VOOR HET INVRIEZEN Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips: • De maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden, staat vermeld op het typeplaatje. • Het invriesproces duurt 24 uur. Voeg gedurende deze periode niet meer in te vriezen voedsel toe. • Vries alleen verse en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in. • • • • • • Bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft. Wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn. Leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel aan, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt. Mager voedsel kan beter worden ingevroren dan vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel minder lang in de vriezer goed blijft. Ingevroren vloeistoffen kunnen aan de huid vastvriezen als ze rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd worden. Het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is. TIPS VOOR HET BEWAREN VAN INGEVROREN VOEDSEL Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, doet u het volgende: • Verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen. • Zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden. • Open de deur niet vaker of langer dan strikt noodzakelijk. • Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren. • Bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode. ONDERHOUD EN REINIGING  Let op! Trek voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact.  Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koeleenheid. Onderhoud en hervullen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici. PERIODIEKE REINIGING Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt: • Maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauwwarm water en wat neutrale zeep. 30 • • Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van aanslag zijn. Spoel ze af en maak ze grondig droog.  Belangrijk! Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet. Gebruik nooit schoonmaakmiddelen, schuurpoeders, erg geparfumeerde reinigingsproducten en waspolijstmiddelen om de binnenkant schoon te maken, aangezien deze het oppervlak beschadigen en een sterke geur achterlaten. Maak de condensator (zwart rooster) en de compressor aan de achterkant van het apparaat schoon met een borstel. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik verminderen.  Belangrijk! Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt. Veel normaal verkrijgbare keukenreinigers bevatten chemicaliën die de kunststoffen die in dit apparaat gebruikt zijn kunnen aantasten/beschadigen. Daarom wordt het aanbevolen de buitenkant van dit apparaat alleen schoon te maken met warm water met een beetje afwasmiddel. Steek na het schoonmaken van het apparaat de stekker weer in het stopcontact. HET ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST Bij normaal gebruik wordt rijp elke keer als de compressormotor stopt automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een afvoergaatje in een speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt. Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppelen. DE VRIEZER ONTDOOIEN • Ontdooien in het vriesvak wordt handmatig geregeld. • Haal de etenswaren uit het vriesvak voordat u gaat ontdooien. • Neem het ijsblokjesbakje en de laden uit of leg ze tijdelijk in de koelruimte. • Stel de knop van de temperatuurregelaar in op de stand "0" (de compressor stopt) en laat de deur openstaan tot ijs en rijp loslaten en op de bodem van het vriesvak liggen. • U kunt het proces bespoedigen door een kom met warm water (ca. 50 °C) in het vriesgedeelte te plaatsen en het ijs en de rijp te verwijderen met een krabber. Zet als u klaar bent de knop van de temperatuurregelaar in de oorspronkelijke stand. • Het is niet aan te raden om het vriesvak direct met warm water of een föhn te verwarmen om het vriesvak te ontdooien om vervorming van het binnenvak te voorkomen. • We raden het ook af om ijs en rijp af te krabben of vastgevroren etenswaren en bakken te scheiden met scherp gereedschap of houten hulpmiddelen, om te voorkomen dat de binnenkant of het oppervlak van de verdamper beschadigd raken. 31 PROBLEEMOPLOSSING  Let op! Voordat u problemen oplost, trekt u eerst de stekker uit het stopcontact. Probleem Het apparaat werkt niet. Alleen een gekwalificeerde elektricien of een bevoegd persoon mag problemen oplossen die niet in deze handleiding beschreven zijn. Mogelijke oorzaak Oplossing De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. Het apparaat krijgt geen stroom. Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan. Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien. Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet juist geïnstalleerd. Controleer of het apparaat stabiel staat (alle vier de voetjes moeten op de vloer staan). De verlichting werkt niet. De verlichting staat in stand-by. Sluit en open de deur. De eenheid is defect. Zie "De bedieningseenheid vervangen". De temperatuur is niet goed ingesteld. Stel een hogere temperatuur in De deur is te vaak geopend. Laat de deur niet langer dan nodig openstaan. De omgevingstemperatuur is te hoog. Verlaag de omgevingstemperatuur. Het voedsel dat in het apparaat werd geplaatst, was te warm. Laat voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het opslaat. De deur is niet goed gesloten. Zie "De deur sluiten". Er loopt water over de achterkant van de koelkast. Tijdens het automatische ontdooiproces ontdooit de rijp tegen de achterwand. Dit is juist. Er loopt water in de koelkast. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer. Producten verhinderen dat water in de wateropvangbak kan stromen. Zorg ervoor dat de producten de achterwand niet raken. De temperatuurknop is niet goed ingesteld. Stel een hogere/lagere temperatuur in. De compressor werkt continu. De temperatuur in het apparaat is te laag/te hoog.  Belangrijk! Tijdens een normale werking hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie). Als het apparaat nog steeds niet naar behoren werkt na het uitvoeren van de bovenstaande controles, neem dan contact op met een onderhoudsdienst. 32 HET LAMPJE VERVANGEN Het apparaat is uitgerust met een LED-binnenlampje dat een lange levensduur heeft. Alleen een onderhoudsmonteur mag de bedieningseenheid vervangen. Neem contact op met uw servicecentrum. DE DEUR SLUITEN 1. Maak de afdichtingen van de deur schoon. 2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Installatie". 3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met de klantenservice. TECHNISCHE INFORMATIE TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen Hoogte mm 1540 Breedte mm 595 Diepte mm 563 Maximale bewaartijd bij stroomuitval uur 21 Spanning Volt 220-240 Frequentie Hz 50 De technische gegevens staan op het typeplaatje, aan de binnen- of buitenkant van het apparaat en op het energielabel. INSTALLATIE  Let op! Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst de "veiligheidsinformatie" aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren. LOCATIE  Waarschuwing! De stroomtoevoer aan het apparaat moet verbroken kunnen worden; de stekker moet daarom na de installatie gemakkelijk toegankelijk zijn. OPSTELLING Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die vermeld is op het typeplaatje van het apparaat: Klimaatklasse  Belangrijk! Voldoende ventilatie rond de koelkast is essentieel voor een goede afvoer van warmte, hoge efficiëntie van koeling en een laag energieverbruik. Omgevingstemperatuur SN +10 °C tot +32 °C N +16 °C tot +32 °C ST +16 °C tot +38 °C T +16 °C tot +43 °C  Daarom dient er voldoende vrije ruimte beschikbaar te zijn rond de koelkast. Het is wenselijk dat er een afstand wordt gehouden van 75 mm tussen de achterkant van de koelkast en de wand, ten minste 100 mm aan beide zijden en meer dan 100 mm vanaf de bovenkant van het apparaat. Ook moet er een duidelijke ruimte aan de voorkant van het apparaat over zijn, zodat de deuren 160° open kunnen. 33 Om een goede werking te garanderen bij omgevingstemperaturen van meer dan 38 °C raden we aan om een afstand van 30 mm rond de zijkanten van het apparaat te handhaven. NIVELLERING Zorg er voor dat het apparaat waterpas staat wanneer u het plaatst. Deze stand kan bereikt worden met de twee afstelbare voetjes die aan de voorkant en onderkant van het apparaat bevestigd zijn. ELEKTRISCHE AANSLUITING • Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels. Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. • Dit apparaat voldoet aan de Europese Richtlijnen. OMKEERBAARHEID VAN DE DEUR De deurdraairichting kan van rechts (zoals geleverd) naar links worden omgezet, als de installatieplaats dit vereist. Gereedschap dat u nodig hebt: Leg voordat u begint de koelkast op z'n achterkant om bij de onderkant te kunnen komen. Leg het apparaat op zachte foam of gelijksoortig materiaal om schade aan de koelbuizen aan de achterkant van de koelkast te voorkomen. 1. 8mm-moersleutel 2. Kruiskopschroevendraaier 3. Plamuurmes of platte schroevendraaier 34 1 2 3 4 5 6 7 8 9 13 10 11 12 14 1 Zet de koelkast rechtop, open de bovenste deur, verwijder de deurplateaus en sluit de deur (zo voorkomt u dat de plateaus beschadigd raken). 2 Gebruik een plamuurmes of platte schroevendraaier om de afdekking van het schroefgat te verwijderen die zich op de linkerbovenhoek van de koelkast bevindt en draai de afdekking van het bovenste scharnier los die zich op de rechterbovenhoek van de koelkast bevindt. 3 Draai de speciale zelftappende schroeven los die zijn gebruikt voor het vastzetten van het bovenste scharnier rechts met een 8mm-moersleutel of een andere moersleutel (ondersteun de bovenste deur met uw hand als u dit doet). 4 Verwijder de bovenste scharnieras, verplaats deze naar de andere kant, draai stevig vast en plaats deze op een veilige plek. LET OP: wanneer u de deur verwijdert, let dan op de sluitringen tussen het middelste scharnier en de onderkant van de deur van de vriezer die mogelijk aan de deur plakken. Raak ze niet kwijt. 5 Schroef de twee speciale zelftappende schroeven los die worden gebruikt voor het vastzetten van het middelste scharnier en verwijder het middelste scharnier dat de onderste deur op zijn plaats houdt. LET OP: wanneer u de deur verwijdert, let dan op de sluitringen tussen het middelste scharnier en de onderkant van de deur van de vriezer die mogelijk aan de deur plakken. Raak ze niet kwijt. 6 Verwijder zoals getoond de afdekking van de schroefgaten van de linkergaten en verplaats ze naar de gaten aan de rechterkant. 7 Leg de koelkast op zachte foam of soortgelijk materiaal. Verwijder de beide stelpoten. Verwijder het vaste board bij de voorste poten en het onderste scharnier door de speciale zelftappende schroeven los te schroeven. 8 Schroef de onderste scharnieras los en schroef deze vast in het gat aan de andere kant. 9 Verplaats het onderste scharnier naar de linkerkant en zet het vast met de speciale zelftappende schroeven. Verplaats het vaste board naar de andere kant en zet het vast met de speciale zelftappende schroeven. Installeer de stelpoten. 10 Breng de onderste deur in de juiste positie, pas het onderste scharnier aan, doe de scharnieras in het onderste gat van de onderste deur en draai de schroeven aan. 11 Draai het middelste scharnier 180 graden en plaats het op de juiste plaats. Plaats de middelste scharnieras in het bovenste gat van de onderste deur en draai de moeren vast. 12 Plaats de bovenste deur in de juiste positie. Stel de deur waterpas af, steek de middelste scharnieras in het onderste gat van de bovenste deur. 35 13 Breng het bovenste scharnier over en plaats de bovenste scharnieras in het bovenste gat van de bovenste deur. Pas de positie van deur aan (ondersteun de deur met uw hand als u dit doet). Zet het bovenste scharnier vast met de speciale zelftappende schroeven. 14 Installeer de afdekking van het schroefgat op de rechterbovenhoek van de koelkast. Installeer de bovenste scharnierafdekking (in de plastic zak) op de linkerhoek en schroef deze vast. Doe de andere bovenste scharnierafdekking in de plastic zak. 15 Open de bovenste deur en installeer de deurplateaus. Sluit vervolgens de deur.  Waarschuwing! Bij het veranderen van de draairichting van de deur mag het apparaat niet op de elektriciteit zijn aangesloten. Trek van tevoren de stekker uit het stopcontact. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. 36 Gooi apparaten die zijn gemarkeerd met het symbool niet weg met het gewone huishoudelijke afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108

Zanussi ZRB23100WA Handleiding

Type
Handleiding