Garmin Forerunner® 410 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor


GPS-SPORTHORLOGE MET DRAADLOZE
SYNCHRONISATIE
Alle rechten voorbehouden. Behoudens voor
zover uitdrukkelijk hierin voorzien, mag
geen enkel deel van deze handleiding worden
vermenigvuldigd, gekopieerd, overgedragen,
verspreid, gedownload of opgeslagen in enig
opslagmedium voor enig doel zonder vooraf de
uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van
Garmin te hebben verkregen. Garmin verleent
hierbij toestemming voor het downloaden
naar een harde schijf of ander elektronisch
opslagmedium van één kopie van deze
handleiding of van elke herziene versie van deze
handleiding ten behoeve van het bekijken en
afdrukken van één kopie van deze handleiding of
van elke herziene versie van deze handleiding,
mits deze elektronische of afgedrukte kopie van
deze handleiding de volledige tekst van deze
auteursrechtelijke kennisgeving bevat en onder
het voorbehoud dat onrechtmatige commerciële
verspreiding van deze handleiding of van elke
herziene versie van deze handleiding uitdrukkelijk
is verboden.
Informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd. Garmin behoudt
zich het recht voor om haar producten te wijzigen
of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen
in de inhoud zonder de verplichting personen
of organisaties over dergelijke wijzigingen of
verbeteringen te informeren. Bezoek de website
van Garmin (www.garmin.com) voor de nieuwste
updates en aanvullende informatie over het
gebruik en de werking van dit product en andere
Garmin-producten.
Garmin
®
, het Garmin-logo, Forerunner
®
, Garmin
Training Center
®
, Auto Pause
®
, Auto Lap
®
en Virtual Partner
®
zijn handelsmerken van
Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen,
geregistreerd in de Verenigde Staten en andere
landen. Garmin Connect
, ANT
, ANT Agent
,
ANT+
, GSC
10 en USB ANT Stick
zijn
handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken
mogen niet worden gebruikt zonder de
uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Firstbeat en Analyzed by Firstbeat zijn
geregistreerde of ongeregistreerde handelsmerken
van Firstbeat Technologies Ltd. Dit product is
geproduceerd onder de volgende Amerikaanse
patenten en hun buitenlandse equivalenten.
EP1507474 (A1), US7460901, EP1545310 (A1),
US7192401 (B2) en U20080279. WO03099114
(A1) (patent aangevraagd), EP1507474 (A1),
US7460901 (B2), WO2004016173 (A1)
(patent aangevraagd), EP1545310 (A1) (patent
aangevraagd), U20080279 (patent aangevraagd)
Overige handelsmerken en merknamen zijn het
eigendom van hun respectieve eigenaars.
© 2010 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding i
Inleiding

 
Contact opnemen met Garmin ........... iii
Productregistratie ............................... iii
Gratis software ................................... iii
Onderhoud van het toestel ................. iv
Waterbestendigheid ............................ iv

De aanraakring gebruiken ...................1
De batterij opladen ..............................4
Het toestel congureren ......................5
Satellietsignalen zoeken ......................5
De hartslagmeter plaatsen ..................6
Trainen ................................................7
Gratis software downloaden ................7
Uw computer en toestel koppelen .......7
Gegevens naar uw computer
overbrengen .....................................8

Tijdopties .............................................9
 
De pagina Training ............................10
Sportmodus .......................................10
Auto Pause ........................................10
Auto Lap ............................................11
Auto Scroll .........................................12
Timeout ..............................................12
Eenheden van snelheid .....................12
Virtual Partner
®
..................................12
Workouts ...........................................13
Simpele workouts ..............................14
Hartslagworkouts ...............................14
Intervalworkouts ................................15
Geavanceerde workouts....................16
Koersen .............................................17
 
Informatie over GPS ..........................20
 
De geschiedenis verwijderen.............21
Activiteiten weergeven.......................22
Totalen weergeven ............................22
Doelstellingen weergeven .................22
ii Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Inleiding
 
Gegevensvelden................................23
Gebruikersproel ...............................26
Wekker ..............................................26
Tijd .....................................................27
Systeem.............................................27
ANT+ .................................................28
 
Accessoires koppelen........................31
Statuspictogrammen..........................32
Hartslagmeter ....................................32
Voetsensor.........................................35
GSC 10 ..............................................36
 
Het toestel resetten ...........................37
Gebruikersgegevens wissen .............37
Software bijwerken met behulp
van Garmin Connect .......................37
Batterijgegevens ................................37
Conformiteitsverklaring ......................38
Softwarelicentieovereenkomst...........38
Problemen oplossen ..........................40
Hartslagzonetabel..............................41
 
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding iii
Inleiding


Dit product bevat een lithium-ionbatterij
die niet kan worden vervangen.
Raadpleeg altijd een arts voordat u een
trainingsprogramma begint of wijzigt.
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en
productinformatie in de verpakking
voor productwaarschuwingen en andere
belangrijke informatie.


Neem contact op met Garmin Product
Support als u tijdens het gebruik van
het product vragen hebt. Ga in de VS
naar www.garmin.com/support of neem
telefonisch contact op met Garmin USA via
(913) 397.8200 of (800) 800.1020.
Neem in het VK telefonisch contact op met
Garmin (Europe) Ltd. via 0808 2380000.
Ga in Europa naar www.garmin.com
/support en klik op  voor
lokale ondersteuningsinformatie of neem
telefonisch contact op met Garmin (Europe)
Ltd. via +44 (0) 870.8501241.

Vul de onlineregistratie vandaag nog in
zodat wij u beter kunnen helpen. Ga naar
http://my.garmin.com. Bewaar uw originele
aankoopbewijs of een fotokopie op een
veilige plek.

Ga naar www.garmin.com/intosports
voor meer informatie over de op het
web gebaseerde Garmin Connect
-
software of de Garmin Training Center
®
-computersoftware. Met deze software
kunt u uw workoutgegevens opslaan en
analyseren.
iv Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Inleiding

Reinig het toestel en de hartslagmeter
met een doek die is bevochtigd met
een oplossing van water en een zacht
schoonmaakmiddel. Veeg het toestel
vervolgens droog. Vermijd chemische
schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen
die de kunststofonderdelen kunnen
beschadigen.
Bewaar het toestel niet op een plaats waar
deze langdurig aan extreme temperaturen
kan worden blootgesteld (bijvoorbeeld
in de kofferbak van een auto) omdat
deze hierdoor permanent kan worden
beschadigd.
Gebruikersgegevens, zoals de geschiedenis,
blijven voor onbepaalde tijd in het
toestelgeheugen opgeslagen zonder dat
u een externe voedingsbron nodig hebt.
Maak een reservekopie van belangrijke
gebruikersgegevens door deze naar Garmin
Connect of Garmin Training Center over te
brengen. Zie pagina 8.


Dit toestel is niet bedoeld voor gebruik
tijdens het zwemmen. Als u het horloge
tijdens het zwemmen draagt of gedurende
geruime tijd aan water blootstelt, kan
er kortsluiting optreden, waardoor
u in zeldzame gevallen een lichte
huidverbranding of irritatie van de huid
rondom het horloge kunt oplopen.
Het toestel is waterbestendig volgens
IEC-standaard 60529 IPX7. De eenheid
is bestendig tegen onderdompeling in 1
meter water gedurende 30 minuten. Langer
durende onderdompeling kan schade aan de
eenheid veroorzaken. Droog het toestel na
onderdompeling goed af en laat deze aan de
lucht drogen voordat u de eenheid opnieuw
gebruikt.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 1
Aan de slag


De aanraakring rond het horloge heeft
meerdere functies.
druk kortstondig met een vinger
op de ring om een item te selecteren, een
menuoptie in of uit te schakelen of een
andere pagina weer te geven.
houd een van de vier
labels op de ring ingedrukt om een andere
modus te activeren.
 druk
met twee vingers op de ring om de
schermverlichting in te schakelen.
 draai
de ring rond om door de menuopties te
bladeren of om waarden te verhogen of te
verlagen.
2 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Aan de slag


 houd dit ingedrukt om de
modus Tijd/datum te activeren.
 houd dit ingedrukt om de modus
GPS te activeren.
 houd dit ingedrukt om de
menupagina te openen.
 houd dit ingedrukt om de
modus Training te activeren.

 Indrukken om de timer te starten of te
stoppen in de Training-modus.
 Indrukken om een keuze te maken.
 Indrukken om de spaarstand te
beëindigen.
 Houd ingedrukt om het horloge in te
schakelen.

 Indrukken om een nieuwe ronde te
beginnen in de Training-modus.
 Houd ingedrukt om de timer te resetten
en de activiteit in de modus Training
op te slaan.
 Indrukken om een menu of pagina te
verlaten.
 Indrukken om de spaarstand te
beëindigen.

 Druk stevig op de ring.
 Druk aan de buitenzijde op de ring, bij
de tekst, en niet aan de binnenzijde bij
het horlogeglas.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 3
Aan de slag
 Selecteer één item per keer met de ring.
 Houd uw vinger niet op de ring als u
deze gebruikt.
 Draag geen dikke handschoenen tijdens
het gebruiken van de ring.

Druk tegelijkertijd op  en  om te
voorkomen dat de ring reageert als deze
per ongeluk wordt ingedrukt (door vochtig
materiaal of onbedoeld botsen). Als u de
ring wilt ontgrendelen, drukt u opnieuw
tegelijkertijd op  en .

Na een periode zonder activiteit wordt de
spaarstand van het toestel geactiveerd. Het
toestel is niet actief als de timer niet loopt,
u niet naar een bestemming navigeert en
de navigatiepagina niet is geopend en als
u niet op de knopjes of op de ring hebt
gedrukt.
In de spaarstand wordt de tijd weergegeven,
kunt u de schermverlichting inschakelen en
de ANT+
-computerverbinding gebruiken.
Als u de spaarstand wilt beëindigen, drukt u
op  of .

Om batterijvoeding te besparen, kunt u uw
Forerunner uitschakelen als u deze niet
gebruikt.
1. Houd  ingedrukt en selecteer
 >  >
.
2. Selecteer .
Houd  ingedrukt als u de Forerunner
wilt inschakelen.
4 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Aan de slag

Het toestel wordt uitgeschakeld geleverd
om de batterij te sparen. Laad het toestel
gedurende minimaal 3 uur op voordat u dit
gaat gebruiken.
: u voorkomt corrosie door
de contactpunten en de omringende delen
grondig af te drogen vóór het opladen.
:het toestel kan niet worden opgeladen
als de temperatuur lager dan 0 °C (32 °F) of
hoger dan 50 °C (122 °F) is.
1. Sluit de USB-connector van de
laadclipkabel aan op de netadapter.
2. Steek de netadapter in een stopcontact.
3. Breng de contactpunten van de laadclip
op één lijn met de contactpunten aan de
achterkant van het toestel.
Contact-
punten
4. Druk de lader op de voorkant van het
toestel.
Laadclip
Hoe lang de batterij meegaat als deze
volledig is opgeladen, hangt af van hoe u
deze gebruikt. Met een volledig opgeladen
batterij kunt u het toestel met GPS
maximaal 8 uur gebruiken.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 5
Aan de slag

De eerste keer dat u het toestel gebruikt,
volgt u de aanwijzingen op het scherm
om met de ring te leren werken, uw
gebruikersproel in te stellen en het toestel
te congureren.
Als u een ANT+ hartslagmeter gebruikt,
kiest u  tijdens de conguratie om de
koppeling tussen de hartslagmeter en het
toestel tot stand te brengen. Zie pagina 6
voor meer informatie.
Het toestel gebruikt uw gebruikersproel
om nauwkeurige workoutgegevens te
berekenen.

Voordat u de tijd kunt instellen en het
toestel kunt gaan gebruiken, dient u GPS-
satellietsignalen te ontvangen. Het kan
enkele minuten duren voordat u signalen
ontvangt.
: ga naar pagina 19 als u de
GPS-ontvanger wilt uitschakelen om het
toestel binnenshuis te gebruiken.
: in de spaarstand kunt u
geen satellietsignalen ontvangen. Als u de
spaarstand wilt uitschakelen, drukt u op
of .
1. Ga naar buiten naar een open gebied.
U krijgt de beste ontvangst wanneer de
antenne van het toestel naar de lucht is
gericht.
Antennelocatie
2. Houd  ingedrukt om de modus
Training te activeren.
6 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Aan de slag
3. Blijf stilstaan totdat de pagina voor
het zoeken van de satellieten niet meer
wordt weergegeven.
Als u satellietsignalen ontvangt, wordt het
GPS-pictogram (
) weergegeven op de
pagina's van de Training-modus.

: als u geen hartslagmeter
hebt, kunt u deze stap overslaan.
Zorg ervoor dat de hartslagmeter
rechtstreeks in contact met uw huid staat,
vlak onder uw borstkas. Het toestel moet
strak genoeg zitten om niet te verschuiven
tijdens het hardlopen.
1. Koppel de module van de hartslagmeter
aan de band.
2. Bevochtig beide elektroden
aan de
achterzijde van de band om een sterke
verbinding tussen uw borst en de
zender tot stand te brengen.
3. Wikkel de band om uw borst en maak
deze vast.
Het Garmin-logo dient niet
ondersteboven te worden weergegeven.
4. Zorg dat de Forerunner zich tijdens
het koppelen binnen drie meter van de
hartslagmeter bevindt.
: als de hartslaggegevens onregelmatig
zijn of niet worden weergegeven, dient u de
band strakker om uw borst aan te trekken
of gedurende vijf tot tien minuten een
warming-up uit te voeren.
Nadat u de hartslagmeter hebt omgedaan,
is deze stand-by en klaar om gegevens te
verzenden. Als de hartslagmeter wordt ge-
koppeld, wordt er een bericht weergegeven,
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 7
Aan de slag
en wordt het hartslagpictogram in de
modus Training weergegeven.
: stel uw maximale hartslag en
uw rusthartslag in bij  >
. Gebruik Garmin
Connect of Garmin Training Center om uw
hartslagzones aan te passen.
U vindt instructies over het gebruik van
accessoires op pagina 31.

: stel uw gebruikersproel in, zodat het
toestel de calorieën juist kan berekenen.
Houd  ingedrukt en selecteer
 > .
1. Houd  ingedrukt.
2. Druk op  om de timer te starten.
3. Druk na aoop van het hardlopen op
.
4. Houd  ingedrukt om uw gegevens
op te slaan en de timer opnieuw in te
stellen.

Met behulp van ANT Agent
kunt u het
toestel samen gebruiken met Garmin
Connect
, een op het web gebaseerd
trainingsprogramma, en Garmin Training
Center
®
, een trainingsprogramma op de
computer.
1. Ga naar www.garmin.com/intosports.
2. Selecteer .
3. Volg de aanwijzingen op het scherm
om ANT Agent te downloaden en te
installeren.


: voordat u de USB ANT
Stick
op uw computer aansluit, dient u
de gratis software volgens de instructies
te downloaden, zodat u de benodigde
USB-stuurprogramma's kunt installeren
(pagina 7).
8 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Aan de slag
1. Sluit de USB ANT Stick aan op
een beschikbare USB-poort op de
computer.
2. Zorg dat het toestel zich binnen drie
meter van uw computer bevindt.
3. Als ANT Agent het toestel heeft
gevonden, wordt de toestel-ID
weergegeven en wordt gevraagd of u de
toestellen wilt koppelen. Selecteer .
4. Op het toestel moet hetzelfde nummer
als in ANT Agent worden weergegeven.
Als dit het geval is, kies dan  op het
toestel om het koppelingsproces te
voltooien.


Zorg dat het toestel zich binnen drie meter
van uw computer bevindt. ANT Agent
brengt automatisch gegevens over tussen
het toestel en Garmin Connect of Garmin
Training Center.
: als u veel gegevens hebt,
kan dit enkele minuten duren. Tijdens de
gegevensoverdracht zijn de functies van het
toestel niet beschikbaar.
Gebruik Garmin Connect of Garmin
Training Center om uw gegevens weer te
geven en te analyseren.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 9
Modus Tijd/datum

Houd  ingedrukt om de modus
Tijd/datum te activeren.
Blader door de pagina's met de ring:
 Tijd
 Batterijmeter
 Alarmtijd (indien ingesteld)
 Doelstelling/voortgangsindicator
(indien van toepassing)

Houd  ingedrukt en selecteer
 > . Zie pagina 27.
10 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Modus Training

Het toestel beschikt over verschillende
trainingsfuncties en optionele instellingen.

Houd  ingedrukt om de modus
Training te activeren. Blader door de
pagina's met behulp van de ring.
Zie pagina 23 als u de gegevensvelden van
de trainingspagina's wilt aanpassen.

De standaardsportmodus is .
Houd  ingedrukt en selecteer
 >  >  om
de sportmodus te wijzigen. Trainingsin-
stellingen zoals Auto Lap
®
, Auto Pause
®
,
hartslagzones en snelheidszones zijn
speciaal bedoeld voor hardlopen of etsen.
Alle trainingsopties die u in de hardloop-
of etsmodus wijzigt, worden opgeslagen
en gebruikt met die sportmodus. Als uw
geschiedenis naar uw computer wordt ge-
üpload, wordt de activiteit als hardloop- of
etsactiviteit gemarkeerd.

1. Houd  ingedrukt en selecteer
 >  > .
2. Selecteer één van de volgende opties:
 
 : de timer wordt
automatisch onderbroken als
uw tempo onder een opgegeven
waarde komt te liggen.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 11
Modus Training
 : de timer wordt
automatisch onderbroken als u niet
meer beweegt.
3. Druk op  om af te sluiten.
Auto Pause is handig als er verkeerslichten
of andere plaatsen voorkomen in uw route
waar u moet inhouden of stoppen.

U kunt met Auto Lap automatisch ronden
laten markeren op een speciek punt of
als u een specieke afstand hebt afgelegd.
Dit is handig als u uw prestaties voor
verschillende gedeelten van een parcours
wilt vergelijken, bijvoorbeeld iedere
3 kilometer of een steile heuvel.

1. Houd  ingedrukt en selecteer
 >  > .
2. Selecteer  en geef een
waarde op of selecteer  en
kies een optie:
 : de ronde wordt
gemarkeerd als u opdrukt en
iedere keer als u een van deze
locaties weer passeert.
 : de ronde wordt
gemarkeerd op de GPS-locatie waar
u opdrukt en op alle locaties
tijdens het parcours waar u op 
drukt.
 : de ronde wordt
gemarkeerd op de specieke GPS-
locatie waar u deze optie selecteert
en op alle locaties tijdens het
parcours waar u op drukt.
3. Druk op  om af te sluiten.
: tijdens een koers gebruikt
u de optie  om ronden te
markeren bij alle rondeposities die in de
koers zijn gemarkeerd (pagina 17).
12 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Modus Training

Met deze functie voor automatisch
bladeren kunt u automatisch alle
trainingsgegevenspagina's doorlopen
terwijl de timer loopt.

1. Houd  ingedrukt en selecteer
 >  > .
2. Selecteer een snelheid: ,
 of .
3. Druk op  om af te sluiten.

Houd  ingedrukt en selecteer
 >  > . Selecteer
 om ervoor te zorgen dat het toestel
niet in de spaarstand wordt gezet als u zich
in de modus Training bevindt. Selecteer
 om de automatische
spaarstand in alle modi te gebruiken.
: het toestel gaat alleen
naar de spaarstand na een periode zonder
activiteit.

Houd  ingedrukt en selecteer
 >  > 
.
: tijd die het kost om een bepaalde
afstand af te leggen.
: afgelegde afstand in een uur,
bijvoorbeeld mijlen per uur of kilometers
per uur.
: de aangepaste
gegevensvelden worden niet gewijzigd
als u de eenheden van snelheid wijzigt
(pagina 23).

Houd  ingedrukt en selecteer
 >  >  >
.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 13
Modus Training
Virtual Partner is een unieke functie
die is ontworpen om u te helpen uw
trainingsdoeleinden te bereiken. Virtual
Partner gaat de strijd met u aan wanneer u
aan het rennen bent en de timer is gestart.
Als u het tempo/de snelheid van de
Virtual Partner wijzigt voordat u de timer
start, worden de wijzigingen opgeslagen.
Als u Virtual Partner tijdens het rennen
aanpast, als de timer al is gestart, blijven
de wijzigingen niet behouden wanneer
de timer opnieuw wordt ingesteld. Als u
Virtual Partner tijdens het rennen aanpast,
gebruikt deze het nieuwe tempo vanaf uw
locatie.


1. Houd  ingedrukt om de modus
Training te activeren.
2. Druk op de ring om de pagina Virtual
Partner te bekijken.
Virtual
Partner
Dit bent u
3. Draai de ring met de klok mee om het
tempo van de VP te verhogen. Draai de
ring tegen de klok in om het tempo van
de VP te verlagen.
4. Als u de wijzigingen wilt opslaan,
drukt u op de ring of wacht u op de
time-out van de pagina.

Houd  ingedrukt en selecteer
 >  om het geschikte
type workout te kiezen.
14 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Modus Training
Simpele workouts, intervalworkouts en
hartslagworkouts worden altijd vervangen
als u een workout van hetzelfde type
maakt. In Garmin Training Center kunt u
geavanceerde workouts maken.
: druk tijdens een workout
op de ring om meer gegevenspagina's te
bekijken.
Het bericht Workout gereed! wordt
weergegeven wanneer u alle stappen van
de workout hebt voltooid.

1. Druk op .
2. Houd  ingedrukt.

Simpele workouts kunnen op de volgende
aangepaste doelstellingen zijn gebaseerd:
 Tijd
 Afstand
 Calorieën

1. Houd  ingedrukt en selecteer
 >  > .
2. Selecteer een simpele workout bij
.
3. Voer een waarde in bij .
4. Selecteer .
5. Druk op .

: u dient over een hartslag-
meter te beschikken om hartslagworkouts te
kunnen doen en u dient de hartslagmeter in
te schakelen (pagina 31).
Met behulp van het toestel kunt u met een
specieke hartslagzone of een aangepast
aantal hartslagen per minuut trainen.
De waarden bij Type en Duur werken
op dezelfde manier als bij een simpele
workout.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 15
Modus Training

1. Houd  ingedrukt en selecteer
 >  > .
2. Selecteer een optie.
 : het minimum- en het
maximumaantal hartslagen wordt
automatisch ingesteld op basis van
uw hartslagzones (pagina 33 en
pagina 41).
 : hiermee kunt u zelf een
minimum- en een maximumaantal
hartslagen instellen.
: de minimale
waarde is 35 slagen per minuut.
De maximale waarde is 250 slagen
per minuut. Wanneer u aangepaste
waarden voor de hartslag instelt,
dienen de minimale en de
maximale waarden minstens vijf
slagen per minuut te verschillen.
3. Selecteer een hartslagworkout bij .
4. Voer een waarde in bij .
5. Selecteer .
6. Druk op .

Met het toestel kunt u intervalworkouts
maken. De intervals kunnen op duur of
afstand voor het rennen worden gebaseerd
en op rustpauzes tijdens de workout.

1. Houd  ingedrukt en selecteer
 >  > .
2. Selecteer het  intervalworkout.
3. Voer een waarde in bij .
4. Selecteer een waarde bij .
5. Voer een waarde in bij .
6. Voer een waarde in bij .
7. Selecteer  en
 (optioneel).
16 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Modus Training
8. Selecteer .
9. Druk op .
Tijdens een warming-up of een cooldown
drukt u aan het einde van de opwarmronde
op  om het eerste interval te starten.
Na het laatste interval begint het toestel
automatisch een coolingdownronde. Na
aoop van de coolingdownronde drukt u op
 om uw workout te beëindigen.
Tegen het einde van elk interval wordt in
een waarschuwing het aantal resterende
seconden tot het volgende interval
weergegeven. Als u een interval voortijdig
wilt beëindigen, drukt u op de knop
.

Geavanceerde workouts kunnen
doelstellingen voor elke stap van de
workout en verschillende afstanden, tijden
en calorieën bevatten. Met Garmin Training
Center kunt u workouts maken en bewerken
en naar het toestel overbrengen. U kunt
met Garmin Training Center ook workouts
plannen. U kunt workouts van tevoren
plannen en ze opslaan in het toestel.
: zie pagina 8 voor meer
informatie over het overbrengen van
gegevens naar het toestel.
: als u in de modus Tijd/datum op de
ring drukt, wordt de workout weergegeven
die op die dag is gepland. Druk op 
om met de workout te beginnen.

1. Houd  ingedrukt en selecteer
 >  > .
2. Selecteer de workout.
3. Selecteer .
4. Druk op .
Nadat u een geavanceerde workout bent
begonnen, geeft het toestel iedere stap van
de workout weer, inclusief de naam van de
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 17
Modus Training
stap, de doelstelling (indien aanwezig) en
de huidige workoutgegevens.
Tegen het einde van elke stap wordt in een
waarschuwing de resterende tijd tot de
volgende stap weergegeven.


Druk op de knop .


1. Houd  ingedrukt en selecteer
 >  > .
2. Selecteer de workout.
3. Selecteer  > .
4. Druk op  om af te sluiten.

U kunt het toestel ook gebruiken voor
aangepaste trainingen door koersen te
volgen op basis van eerder opgenomen
activiteiten. U kunt de koers opnieuw
aeggen en proberen eerder behaalde
doelstellingen te evenaren of te overtreffen.
U kunt de koersen ook aeggen door het op
te nemen tegen Virtual Partner.

Met Garmin Connect of Garmin Training
Center kunt u koersen en koerspunten
maken en naar het toestel overbrengen.
: zie pagina 8 voor meer
informatie over het overbrengen van
gegevens naar het toestel.
1. Houd  ingedrukt en selecteer
 > .
2. Selecteer een koers in de lijst.
3. Selecteer .
4. Druk op . De geschiedenis wordt
opgenomen, ook als u zich niet op de
koers bevindt.
Als u in de modus Training een koers
volgt, kunt u op de ring drukken om de
18 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Modus Training
navigatiepagina te bekijken.
Als u een koers handmatig wilt beëindigen,
drukt u op  en houdt u  ingedrukt.

U kunt een warming-up uitvoeren voordat
u met uw koers begint. Druk op 
om de koers te beginnen en voer dan de
warming-up uit. Zorg ervoor dat u tijdens
de warming-up niet op het pad van de koers
komt. Als u klaar bent om te beginnen,
gaat u naar de koers. Als u op het pad van
de koers komt, geeft het toestel een bericht
met de mededeling dat u zich op de koers
bevindt.
Uw Virtual Partner start tegelijkertijd met u
de koers. Als u een warming-up doet en niet
op de koers bent, start uw Virtual Partner
de koers opnieuw vanaf de huidige locatie
wanneer u zich op de koers bevindt.
Als u van de koers afdwaalt, wordt het
bericht "Van koers" weergegeven op het
toestel. Via de navigatiepagina kunt u de
weg naar de koers terugvinden.

1. Houd  ingedrukt en selecteer
 > .
2. Selecteer een koers in de lijst.
3. Selecteer .
4. Selecteer  om de koers te wissen.
5. Druk op  om af te sluiten.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 19
GPS-modus

Houd  ingedrukt om het GPS-menu
te openen.
: informatie weergeven over de
GPS-signalen die door het toestel worden
ontvangen. De zwarte balkjes geven de
sterkte van elk satellietsignaal aan. Onder
elk balkje wordt het satellietnummer
weergegeven. De GPS-nauwkeurigheid
wordt onder aan de pagina weergegeven.
: GPS in- of uitschakelen (voor
gebruik binnenshuis).
: wanneer GPS is
uitgeschakeld, zijn snelheids- en
afstandsgegevens niet beschikbaar
(tenzij u de trainingsassistent gebruikt).
: uw huidige locatie opslaan.
Druk op om de locatie te bewerken.
Druk op  om af te sluiten.


1. Houd  ingedrukt en selecteer 
 op.
2. Druk op  en selecteer .
3. Voer de coördinaten in.
4. Wijzig eventueel de naam van de
locatie en de hoogte.
: kies een locatie in de lijst
en selecteer vervolgens . Het toestel
navigeert via de navigatiepagina naar de
opgeslagen locatie.
20 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
GPS-modus
Als u het navigeren naar de locatie wilt
stoppen, drukt u op  en selecteert u
.

1. Houd  ingedrukt en selecteer
.
2. Selecteer de locatie die u wilt
bewerken.
3. Selecteer .
4. Selecteer een optie die u wilt bewerken.
Als u een locatie wilt verwijderen, houdt
u  ingedrukt en selecteert u 
. Selecteer de locatie die u wilt
verwijderen. Selecteer  > .
: terugkeren naar het
beginpunt.
: als u Terug nr start wilt
gebruiken, moet de timer zijn gestart.

GPS (Global Positioning System) is een
op satellieten gebaseerd navigatiesysteem
dat bestaat uit een netwerk van
24 satellieten. GPS werkt onder alle
weersomstandigheden, overal ter wereld en
24 uur per dag. Er zijn geen abonnements-
of instellingskosten verbonden aan het
gebruik van GPS.
Ga voor meer informatie naar
www.garmin.com/aboutGPS.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 21
Geschiedenis

Als u de timer start, slaat het toestel auto-
matisch de geschiedenis op. Het toestel kan
maximaal 1000 ronden en ongeveer 20 uur
gedetailleerde trajectlogboekgegevens
vastleggen (als er ongeveer elke 4 seconden
1 trajectpunt wordt vastgelegd). In het tra-
jectlogboek worden uw GPS-positie (indien
beschikbaar) en extra gegevens, zoals uw
hartslag, opgenomen.
Als het geheugen vol is, worden de oudste
trajectlogboekgegevens overschreven.
Upload uw geschiedenis regelmatig naar
Garmin Connect of Garmin Training
Center om al uw gegevens bij te houden
(pagina 8).
: de overzichtsgegevens
van uw ronden worden niet automatisch
door het toestel overschreven of gewist. Zie
pagina 21 voor meer informatie over het
wissen van rondegegevens.


Nadat u uw geschiedenis naar Garmin
Connect of Garmin Training Center hebt
overgebracht, kunt u de geschiedenis uit het
toestel verwijderen.
1. Houd  ingedrukt en selecteer
 > .
2. Selecteer een optie:
 : alle activiteiten
worden uit de geschiedenis
verwijderd.
 : activiteiten die
meer dan één maand geleden zijn
vastgelegd, worden verwijderd.
 : alle totalen worden
opnieuw ingesteld.


1. Houd  ingedrukt en selecteer
 > .
2. Blader door de activiteiten met de ring.
Druk op de ring om rondegegevens te
bekijken.
22 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Geschiedenis
3. Houd  ingedrukt tijdens het
bekijken van de koers of de ronde.
4. Selecteer .

U kunt de volgende gegevens weergeven
op het toestel: tijd, afstand, gemiddeld(e)
tempo/snelheid, calorieën, gemiddelde
hartslag en gemiddelde cadans.
1. Houd  ingedrukt en selecteer
 > .
2. Blader door de activiteiten met de ring.
Druk op de ring om rondegegevens te
bekijken.
3. Druk op  om af te sluiten.

Het toestel legt de totale afgelegde afstand
vast, samen met de tijd die u met gebruik
van het toestel aan workouts hebt besteed.
1. Houd  ingedrukt en selecteer
 > .
2. Druk op  om af te sluiten.

Met Garmin Connect kunt u verschillende
soorten doelstellingen opgeven en naar het
toestel verzenden. Het toestel houdt uw
vooruitgang bij.
1. Houd  ingedrukt en selecteer
 > .
2. Druk op  om af te sluiten.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 23
Instellingen

Houd  ingedrukt en selecteer
.
: wanneer u alle opties hebt
geselecteerd of alle waarden hebt
opgegeven voor het toestel, drukt u op
 om de instellingen op te slaan.

U kunt de volgende pagina's
weergeven/verbergen en maximaal drie
gegevensvelden aanpassen op elke pagina:
 Training 1 (altijd weergegeven)
 Training 2
 Training 3
 Hartslag (alleen weergeven als het
toestel uw hartslag ontvangt)

1. Houd  ingedrukt en selecteer
 > .
2. Selecteer een van de trainingspagina's.
3. Selecteer het aantal gegevensvelden.
4. Selecteer en wijzig de gegevensvelden
met de ring.

* Gegevensvelden met statuut of metrische
eenheden.
** Hiervoor is een optioneel accessoire
vereist.
 
Afst – Ltste rnd * De afstand die u in de
laatst voltooide ronde heeft
afgelegd.
Afst – Ronde * De afstand die u in
de huidige ronde hebt
afgelegd.
Afstand * De afstand die u tijdens
de huidige koers heeft
afgelegd.
Cadans ** Het aantal stappen per
minuut of het aantal
omwentelingen van de
krukas per minuut.
24 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Instellingen
 
Cadans –
Gem. **
Gemiddelde cadans voor
de duur van de huidige rit.
Cadans –
Ronde **
Gemiddelde cadans voor
de huidige ronde.
Calorieën Het aantal calorieën dat u
hebt verbrand.
GPS–nauwkeu-
righeid *
De foutmarge van uw
exacte locatie. De GPS-
locatie is bijvoorbeeld
nauwkeurig tot op
+/- 6 meter.
Gradiënt Berekening van de klim
ten opzichte van de
afstand. Als u bijvoorbeeld
10 meter klimt (hoogte)
voor iedere 200 meter die
u aegt (afstand), is uw
gradiënt 5%.
Hartslag ** Hartslag in bpm.
Hartslag –
%Max **
OF
Hartslag –
%HSR **
Percentage van maximale
hartslag.
OF
Percentage van hartslag-
reserve (maximale hartslag
minus rusthartslag).
 
Hartslag –
Gem. **
Uw gemiddelde hartslag
tijdens de koers.
Hartslag – Gem.
%max. **
OF
Hartslag – Gem
%HSR **
Het gemiddelde percen-
tage van de maximale
hartslag tijdens de koers.
OF
Het gemiddelde percen-
tage van de hartslagre-
serve (maximale hartslag
minus rusthartslag) tijdens
de koers.
Hartslag –
Rnd **
Uw gemiddelde hartslag
tijdens de ronde.
Hartslag –
Rnd %max. **
OF
Hartslag –
Rnd %HSR **
Het gemiddelde percen-
tage van de maximale
hartslag tijdens de ronde.
OF
Het gemiddelde percen-
tage van de hartslagre-
serve (maximale hartslag
minus rusthartslag) tijdens
de ronde.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 25
Instellingen
 
Hartslagbereik ** De huidige hartslagzone
(1–5). De standaardzones
zijn gebaseerd op
uw gebruikersproel,
maximale hartslag en
hartslag in rust.
Hartslaggraek ** Lijndiagram dat uw huidige
hartslagzone (1–5)
weergeeft.
Hoogte * De afstand boven of onder
zeeniveau.
Koers De richting waarin u zich
momenteel beweegt.
Ronden Het aantal voltooide
ronden.
Snelh. –
Gemidd. *
De gemiddelde snelheid
tijdens de loop.
Snelh. – Ronde * De gemiddelde snelheid
tijdens de huidige ronde.
Snelheid * De huidige snelheid.
Snelh-Ltste rnd * De gemiddelde snelheid
tijdens de laatste volledige
ronde.
 
Tempo * Huidige tempo.
Tempo – Gem. * Het gemiddelde tempo
tijdens de loop.
Tempo –
Ltst rnd *
Het gemiddelde tempo
tijdens de laatste volledige
ronde.
Tempo – Ronde * Het gemiddelde tempo
tijdens de huidige ronde.
Tijd De huidige tijd van
de dag, op basis van
uw tijdinstellingen (zie
pagina 27).
Tijd De tijd op de stopwatch.
Tijd – Gem. rnd. De gemiddelde tijd die
u tot nu toe nodig hebt
gehad om de ronden te
voltooien.
Tijd - Ltste rnd. De hoeveelheid tijd
die nodig was om de
laatste volledige ronde te
voltooien.
26 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Instellingen
 
Tijd – Ronde De hoeveelheid tijd in de
huidige ronde.
Zon onder Het tijdstip waarop de zon
ondergaat, gebaseerd op
uw GPS-positie.
Zon op Het tijdstip waarop de zon
opkomt, gebaseerd op uw
GPS-positie.

Houd  ingedrukt en selecteer
 > . Het
toestel gebruikt de informatie die u opgeeft
over uzelf om uw calorieverbruik te
berekenen. Stel uw gebruikersproel in
voordat u het toestel gaat gebruiken.
Calorieverbranding op basis van
technologie voor analyse van hartslag wordt
geleverd en ondersteund door Firstbeat
Technologies Ltd. Ga voor meer informatie
naar http://www.rstbeattechnologies.com
/les/Energy_Expenditure_Estimation.pdf.

Houd  ingedrukt en selecteer
 > .
: wekker in- of uitschakelen.
Als het alarm is ingeschakeld, kunt u in de
modus Tijd/datum op de ring drukken om
de alarmtijd weer te geven.
: stel de wektijd in met behulp
van de ring.
: selecteer  of  voor
het herhalen van de wekker.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 27
Instellingen

 Druk op de ring om de wekker uit te
zetten.
 Druk op  om het alarm na
9 minuten te herhalen.
 Druk op  om het alarm uit te
schakelen.
 Doe niets. Na 1 minuut wordt de
wekker automatisch op de sluimerstand
gezet. Na 1 uur wordt de wekker
automatisch uitgeschakeld.

Het toestel stelt de tijd automatisch in aan
de hand van GPS-satellietsignalen. Als de
batterij leeg raakt, moet u deze opladen en
vervolgens satellietsignalen ontvangen om
de tijd opnieuw in te stellen.
Houd  ingedrukt en selecteer
 > .
: selecteer  of .
: selecteer uw tijdzone of een
nabijgelegen plaats.
 (zomertijd): selecteer ,  of
. Met de instelling Auto laat u de
zomer- en wintertijd automatisch ingaan,
gebaseerd op uw tijdzone.
: hiermee schakelt u Tijd 2 in of
uit. Als Tijd 2 is ingeschakeld, kunt u
,  en 
 instellen. Als Tijd 2 actief is, houdt
u  ingedrukt in de modus Time om
over te schakelen naar Tijd 2. Het
of
pictogram verschijnt naast de tijd.

Houd  ingedrukt en selecteer
 > .
28 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Instellingen
: hiermee wijzigt u de taal van de
tekst op het -scherm. Als u de teksttaal
wijzigt, blijft de taal van door de gebruiker
ingevoerde gegevens, zoals koersnamen,
ongewijzigd.
: berichttonen in- of
uitschakelen.
: toets- en ringtonen in- of
uitschakelen.
: het schermcontrast selecteren.
: de softwareversie, GPS-versie en
toestel-id weergeven.
:  of  selecteren
voor de maateenheden.

Houd  ingedrukt en selecteer
 >  > .
: hier kunt u aangeven hoe de
schermverlichting wordt ingeschakeld.
Als u  selecteert, kunt u
met twee vingers op de ring drukken
om de schermverlichting gedurende de
opgegeven tijd in te schakelen. Als u
 selecteert, kunt u de
schermverlichting eenmalig inschakelen
met twee vingers, en vervolgens steeds
als u een knop indrukt of als er een
waarschuwing wordt weergegeven. Als u
 selecteert, wordt de schermverlichting
nooit ingeschakeld.
: hier kunt u aangeven
hoe lang de schermverlichting moet blijven
branden. Gebruik een lage waarde om
energie te besparen.
: de helderheid aanpassen.


Zie pagina 31 voor informatie over
accessoires.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 29
Instellingen

Blijf op 10 meter afstand van andere
ANT+-accessoires wanneer het toestel
voor de eerste keer aan uw computer wordt
gekoppeld.
1. Controleer of de computer is ingesteld
voor het uploaden van gegevens en
dat koppelen is ingeschakeld in ANT
Agent. Zie pagina 8.
2. Houd  ingedrukt en selecteer
 >  > .
3. Selecteer  > .
4. Zorg dat het toestel zich binnen drie
meter van de computer bevindt.
5. Als ANT Agent het toestel heeft
gevonden, wordt de toestel-ID
weergegeven en wordt gevraagd of u de
toestellen wilt koppelen. Selecteer .
6. Op het toestel moet hetzelfde nummer
als in ANT Agent worden weergegeven.
Als dit het geval is, kies dan  op het
toestel om het koppelingsproces te
voltooien.
: u kunt de uitwisseling
van gegevens tussen het toestel en een
computer blokkeren, zelfs voor een
gekoppelde computer. Houd 
ingedrukt en selecteer  >
 >  >  >
.

Standaard verzendt het toestel alleen
nieuwe gegevens naar uw computer. U kunt
ervoor zorgen dat het toestel alle gegevens
naar uw computer verzendt. Houd 
ingedrukt en selecteer  >
 > > 
 > . Alle gegevens worden
opnieuw verzonden.
30 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Instellingen

U kunt geavanceerde workouts, koersen
en locaties met een andere Forerunner 410
uitwisselen.
1. Houd op het verzendende toestel 
ingedrukt en selecteer  >
 >  >
. Selecteer de gegevens die
u wilt verzenden.
2. Houd op het ontvangende toestel 
ingedrukt en selecteer  >
 >  >
.
Het verzendende toestel maakt verbinding
met het ontvangende toestel en verzendt de
gegevens.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 31
Accessoires gebruiken

De volgende ANT+-accessoires zijn
compatibel met het toestel:
 Hartslagmeter
 Voetsensor
 GSC
10-etssensor voor snelheid en
cadans
 USB ANT Stick (zie pagina 8 en
pagina 28)
Ga naar http://buy.garmin.com als u een
accessoire wilt aanschaffen of neem contact
op met uw Garmin-dealer.

Als u een accessoire met draadloze ANT+-
technologie hebt gekocht, dient u dit aan
het toestel te koppelen.
Koppelen is het verbinden van ANT+-
accessoires, zoals de hartslagmeter, met het
toestel. Het koppelen duurt slechts enkele
seconden en zorgt ervoor dat de accessoires
zijn geactiveerd en juist functioneren. Na
het koppelen ontvangt het toestel alleen
gegevens van uw accessoire, zelfs als u zich
in de buurt van andere accessoires bevindt.
Na de eerste keer koppelen zal het toestel
uw accessoire automatisch herkennen
wanneer dit wordt geactiveerd.
1. Blijf op een afstand van 10 meter van
andere accessoires. Zorg dat het te
koppelen accessoire zich binnen een
bereik van 3 meter van het toestel
bevindt.
2. Houd  ingedrukt en selecteer
 >  > .
3. Selecteer uw accessoire.
4. Selecteer  > .
5. Blader naar .
Als het accessoire niet aan het toestel
kan worden gekoppeld, selecteert u
.
32 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Accessoires gebruiken
: het accessoire moet gegevens
verzenden om het koppelingsproces
te voltooien. U dient de hartslagmeter
te dragen, een pas te zetten met de
voetsensor of een etsbeweging te
maken met de GSC 10.

In de modus Training knippert het
accessoirepictogram wanneer het
toestel het nieuwe accessoire zoekt. Het
pictogram knippert niet als het accessoire
is gekoppeld.
Hartslagmeter actief
Snelheids- en cadanssensor
ingeschakeld
Voetsensor ingeschakeld

Zie pagina 6 voor meer informatie over het
gebruik van de hartslagmeter.

Als de hartslaggegevens onnauwkeurig of
onregelmatig zijn, leest u de volgende tips.
 Controleer of de hartslagmeter dicht
tegen uw lichaam is geplaatst.
 Bevochtig de elektroden met water,
speeksel of een gel voor elektroden.
 Maak de elektroden schoon. Vuil en
zweetresten kunnen de hartslagsignalen
beïnvloeden.
 Draag een t-shirt van katoen of maak
uw t-shirt nat als dat mogelijk is.
Synthetische materialen die langs de
hartslagmeter wrijven of er tegen aan
slaan, kunnen statische elektriciteit
veroorzaken die de hartslagsignalen
beïnvloedt.
 Blijf uit de buurt van sterke
elektromagnetische velden en bepaalde
draadloze sensors van 2,4 GHz, omdat
deze interferentie met uw hartslagmeter
kunnen veroorzaken. Bronnen
van interferentie zijn bijvoorbeeld
hoogspanningsleidingen, elektrische
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 33
Accessoires gebruiken
motoren, magnetrons, draadloze
telefoons van 2,4 GHz en draadloze
LAN-toegangspunten.

Opmerking
Vraag uw arts welke hartslagzones en
hartslagdoelstellingen geschikt zijn voor
uw tness- en gezondheidstoestand.
Vele atleten gebruiken hartslagzones om
hun cardiovasculaire kracht te meten
en te verbeteren en om hun theid te
verbeteren. Een hartslagzone is een bepaald
bereik aan hartslagen per minuut. De vijf
algemeen geaccepteerde hartslagzones
zijn in oplopende volgorde van intensiteit
genummerd van 1 tot 5. De hartslagzones
worden door het toestel ingesteld (zie
de tabel op pagina 41) op basis van uw
maximale hartslag en rusthartslag die in
uw gebruikersproel is aangegeven (zie
pagina 26).
U kunt uw hartslagzones ook in uw
gebruikersproel van Garmin Connect of
Garmin Training Center aanpassen. Nadat u
uw hartslagzones hebt aangepast, brengt u
gegevens over naar het toestel.


Als u uw hartslagzones kent, kunt u
uw theid meten en verbeteren door de
volgende principes te begrijpen en toe te
passen:
 Uw hartslag is een goede maatstaf voor
de intensiteit van uw training.
 Training in bepaalde hartslagzones kan
u helpen uw cardiovasculaire capaciteit
en kracht te verbeteren.
 Als u uw hartslagzones kent, kunt u
het risico op blessures verlagen en
voorkomen dat u te zwaar traint.
34 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Accessoires gebruiken


De hartslagmeter bevat een door de
gebruiker vervangbare CR2032-batterij.
: neem contact op met
uw gemeente voor informatie over het
wegwerpen van batterijen.
1. Gebruik een kleine
kruiskopschroevendraaier om de vier
schroeven aan de achterkant van de
module te verwijderen.
2. Verwijder het deksel en de batterij.
Wacht 30 seconden. Plaats de nieuwe
batterij met de pluskant naar boven.
: zorg ervoor dat u de
afdichtring niet beschadigt of verliest.
3. Plaats het deksel en de vier schroeven
terug.
: na het vervangen van
de batterij moet u de hartslagmeter
mogelijk opnieuw op het toestel
aansluiten.
: u kunt de levensduur van de batterij
maximaliseren door de hartslagmeter van
de band te verwijderen als deze niet in
gebruik is.

: verwijder de module
voordat u de band schoonmaakt.
Spoel de band na elk gebruik schoon.
Was de band na elke vijf toepassingen
met de hand in koud water met een mild
schoonmaakmiddel.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 35
Accessoires gebruiken

Het toestel is compatibel met de voetsensor.
Met behulp van de trainingsassistent kunt
u gegevens naar het toestel verzenden bij
gebruik binnenshuis, als het GPS-signaal
zwak is of als u geen satellietsignalen meer
ontvangt. De voetsensor is stand-by en
klaar om gegevens te verzenden (net als de
hartslagmeter). U dient de voetsensor met
het toestel te koppelen. Zie pagina 31.

Kalibratie van uw trainingsassistent is
optioneel en kan de nauwkeurigheid
verbeteren. De kalibratie kan op drie
manieren worden aangepast: afstand,
GPS en handmatig.

Voor het beste resultaat kalibreert u de
voetsensor via de binnenbaan van een atle-
tiekbaan die aan de voorschriften voldoet.
Een atletiekbaan die aan de voorschriften
voldoet (2 ronden = 800 meter) is nauwkeu-
riger dan een loopband.
1. Houd  ingedrukt en selecteer
 >  >  >
 >  > .
2. Selecteer een afstand.
3. Druk op  om te beginnen met
opnemen.
4. Leg de afstand (hard)lopend af.
5. Druk op .

U dient GPS-signalen te ontvangen als u de
voetsensor via GPS wilt kalibreren.
1. Houd  ingedrukt en selecteer
 >  >  >
 >  > .
2. Druk op  om te beginnen met
opnemen.
3. Leg ongeveer 1000 m (hard)lopend af.
Het toestel geeft een melding wanneer
de afstand is afgelegd.
36 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Accessoires gebruiken

Als de afstand van de voetsensor steeds iets
te lang of te kort lijkt wanneer u rent, kunt
u de kalibratiefactor handmatig aanpassen.
Houd  ingedrukt en selecteer
 >  >  >
 > . Pas de kalibratie-
factor aan. Verhoog de kalibratiefactor
als de afstand te kort is en verlaag de
kalibratiefactor als de afstand te lang is.

Uw toestel is compatibel met de GSC 10
snelheids- en cadanssensor voor etsen.
U dient de GSC 10 aan het toestel te
koppelen. Zie pagina 31.

Kalibratie van uw etssensor is optioneel
en kan de nauwkeurigheid verbeteren.
1. Houd  ingedrukt en selecteer
 > + >  >
 > .
2. Selecteer en voer de
wielgrootte in. Selecteer  om de
wielgrootte met GPS te bepalen.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 37
Appendix


Als het toestel is vastgelopen, dient u dit te
resetten. Houd  en  tegelijkertijd
ingedrukt totdat het scherm leeg is
(ongeveer 7 seconden). Uw gegevens en
instellingen worden dan niet gewist.

Als u alle gebruikersgegevens wilt wissen,
houdt u  en  tegelijkertijd
ingedrukt totdat het scherm leeg is
(ongeveer 7 seconden). Als u het toestel
opnieuw wilt instellen, houdt u 
ingedrukt, maar laat u  los. Volg de
instructies op het scherm.


Ga naar www.garmin.com/intosports
voor meer informatie over updates van de
toestelsoftware en op het web gebaseerde
Garmin Connect-software.
Als er nieuwe software beschikbaar is,
geeft Garmin Connect een melding dat
u de toestelsoftware kunt bijwerken.
Volg de instructies om de software bij te
werken. Zorg ervoor dat het toestel tijdens
het bijwerken binnen het bereik van de
computer blijft.


Dit product bevat een lithium-ionbatterij.
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en
productinformatie in de verpakking
voor productwaarschuwingen en andere
belangrijke informatie.
38 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Appendix




1 week U traint gedurende 30 minuten
per dag met GPS. De
Forerunner staat gedurende
de overige tijd in de
spaarmodus.
Tot 2 weken U gebruikt de Forerunner
gedurende de gehele tijd in de
spaarmodus.
Tot 8 uur U traint altijd met GPS.
*De werkelijke levensduur van een
volledig opgeladen batterij hangt af van
hoe lang u de GPS, achtergrondverlichting
en spaarstand gebruikt. Ook blootstelling
aan extreem lage temperaturen verkort de
levensduur van de batterij.

Hierbij verklaart Garmin dat dit product
voldoet aan de basiseisen en overige
relevante bepalingen van richtlijn
1999/5/EG. De volledige
conformiteitsverklaring kunt u lezen op
www.garmin.com/compliance.


DOOR DE FORERUNNER 410 TE
GEBRUIKEN, GAAT U ERMEE AKKOORD
DAT U BENT GEBONDEN DOOR DE
VOORWAARDEN VAN DE VOLGENDE
SOFTWARELICENTIEOVEREENKOMST.
LEES DEZE OVEREENKOMST
ZORGVULDIG.
Garmin Ltd. en/of haar dochterondernemingen
(“Garmin”) kent u een beperkte licentie toe
om de software die is ingebouwd in dit toestel
(de “software”) in binaire, uitvoerbare vorm
te gebruiken bij het normale gebruik van
dit product. De titel, eigendomsrechten en
intellectuele eigendomsrechten in en op de
Software blijven in bezit van Garmin en/of haar
dochtermaatschappijen.
U erkent dat de Software het eigendom is van
Garmin en/of haar externe leveranciers en wordt
beschermd door de wetgeving met betrekking
tot auteursrechten van de Verenigde Staten van
Amerika en internationale verdragen inzake
auteursrechten. U erkent bovendien dat de
structuur, organisatie en code van de Software,
waarvan de broncode niet wordt verschaft,
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 39
Appendix
waardevolle handelsgeheimen van Garmin
en/of haar externe leveranciers zijn en dat de
Software in de broncodevorm een waardevol
handelsgeheim van Garmin en/of haar externe
leveranciers blijft. U verklaart dat u de software
of elk deel daarvan niet zult decompileren,
demonteren, wijzigen, onderwerpen aan reverse
assembling of reverse engineering, herleiden
tot door mensen leesbare vorm of afgeleide
werken zult maken op basis van de software. U
verklaart dat u de software niet zult exporteren
of herexporteren naar landen die de exportwetten
van de Verenigde Staten van Amerika of enig
ander toepasselijk land schenden.
40 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding
Appendix

 
De ring reageert niet als ik
er op druk.
Ontgrendel de ring door tegelijkertijd op  en  te drukken. Druk de ring
stevig in voor het beste resultaat. Druk aan de buitenzijde op de ring en niet
aan de binnenzijde bij het horlogeglas.
Mijn toestel ontvangt geen
satellietsignalen.
Houd  ingedrukt. Zorg dat  op  is ingesteld.
Gebruik het toestel buiten, uit de buurt van hoge gebouwen. Blijf enkele
minuten stationair.
Mijn batterijmeter lijkt niet
nauwkeurig te zijn.
Laad de batterij van het toestel volledig leeglopen en laad de batterij
vervolgens op (zonder de laadcyclus te onderbreken).
De hartslagmeter,
voetsensor of GSC 10 kan
niet aan het toestel worden
gekoppeld.
Zorg ervoor dat u minstens tien meter bij andere ANT+-accessoires vandaan
bent tijdens het koppelen. Zorg dat het toestel zich tijdens het koppelen
binnen 3 meter van de sensor bevindt. Zoek opnieuw naar accessoires
(zie pagina 31). Controleer of het accessoire gegevens verzendt (u moet
bijvoorbeeld de hartslagmeter dragen). Verwijder de batterij als het probleem
zich blijft voordoen. Wacht 30 seconden en plaats de nieuwe batterij.
De hartslagmeter is
onnauwkeurig.
Zie pagina 32.
Sommige gegevens
ontbreken op mijn toestel.
Het toestel overschrijft de oudste gedetailleerde gegevens als u deze niet
naar uw computer overbrengt. Breng uw gegevens regelmatig over om
gegevensverlies te voorkomen.
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 41
Appendix




 
50–60% Ontspannen, comfortabele snelheid,
regelmatige ademhaling
Aerobische training voor
beginners, verlaagt stressniveau
60–70% Comfortabele snelheid, iets diepere
ademhaling, gesprek voeren is mogelijk
Standaardcardiovasculaire
training; korte herstelperiode
70–80% Matige snelheid, gesprek voeren iets
lastiger
Verbeterde aerobische capaciteit,
optimale cardiovasculaire training
80–90% Hoog tempo en enigszins
ongemakkelijk; moeilijke ademhaling
Verbeterde anaerobische
capaciteit en drempel, hogere
snelheid
90–100% Sprinttempo, kan niet lang worden
volgehouden; ademhaling zwaar
Anaerobisch en musculair
uithoudingsvermogen; meer kracht
Index
42 Forerunner 410 – Gebruikershandleiding

accessoires 5, 28, 31–36
activiteiten 22
afstandgegevensvelden 23
alarmen 26
alle gegevens wissen 37
Auto Lap 11
Auto Pause 10
batterij
informatie 37
opladen 4
binnenshuis 19
cadansgegevensvelden 23
calorieën 24
computers koppelen 7, 29
computerverbinding 8
doelstellingen 22
downloaden van software 7
eenheden van snelheid 12
Garmin Connect iii, 37
Garmin Training Center iii
geavanceerde workouts 16
gegevens overbrengen 8
gegevens uploaden 8
gegevensvelden 23
gegevens verzenden 29
geschiedenis 21
overbrengen 8
verwijderen 21
weergeven 22
GPS 19, 20, 24
gradiënt 24
GSC 10 36
hartslag
gegevensvelden 24
zones 33
hartslagmeter 5, 32
batterij 34
tips 32
herstel 12
hoogtegegevensvelden 25
intervalworkouts 15
kalibreren
etssensor (GSC 10) 36
voetsensor 35
koersen 17
verwijderen 18
koppelen
computer 7
hartslagmeter 6
light 28
locaties 19
pictogrammen 32
problemen oplossen 40
productregistratie iii
reinigen van de Forerunner iv
resetten van de Forerunner 37
ring 2
ring aanraken 1
Forerunner 410 – Gebruikershandleiding 43
Index
satellietpagina 19
satellietsignalen 5
schermcontrast 28
schermverlichting 28
sensors koppelen 5
simpele workouts 14
snelheidgegevensvelden 25
software bijwerken 37
softwaredownloads iii, 7
softwareversie 28
spaarstand 3
sportmodus 10
statuspictogrammen 32
stuurprogramma’s, USB 7
taal 28
tijd 5
Tijd 2 27
tijdgegevensvelden 25
tijdsinstellingen 27
toestel-id 28
toestellen 28
tonen 28
totalen 22
training 10
uitschakelen 3
uploaden van gegevens 8
USB-stuurprogramma’s 7
USB ANT Stick 8
verwijderen
geavanceerde workouts 17
geschiedenis 21
koersen 18, 21
ronden 21
verzenden forceren 29
verzenden van alle gegevens 29
Virtual Partner 12, 17
voetsensor 35
kalibreren 35, 36
waterbestendigheid iv
waypoints, Zie locaties
wissen van alle gegevens 37
Workouts 13
geavanceerd 16
interval 15
simpel 14
zones, hartslag 33


© 2010 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Garmin International, Inc.
1200 East 151
st
Street, Olathe, Kansas 66062, V.S.
Garmin (Europe) Ltd.
Liberty House, Hounsdown Business Park, Southampton, Hampshire, SO40 9LR, V.K.
Garmin Corporation
Nr. 68, Jangshu 2
nd
Road, Sijhih, Taipei County, Taiwan
www.garmin.com
September 2010 Onderdeelnummer 190-01274-35 Rev. A Gedrukt in Taiwan
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Garmin Forerunner® 410 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor