Garmin Forerunner® 310XT de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor


GPS-TOESTEL VOOR MULTISPORTTRAINING
Alle rechten voorbehouden. Behoudens voor zover
uitdrukkelijk hierin voorzien, mag geen enkel deel
van deze handleiding worden vermenigvuldigd,
gekopieerd, overgedragen, verspreid, gedownload
of opgeslagen in enig opslagmedium voor enig
doel zonder vooraf de uitdrukkelijke schriftelijke
toestemming van Garmin te hebben verkregen.
Garmin verleent hierbij toestemming voor het
downloaden naar een harde schijf of ander
elektronisch opslagmedium van één kopie van
deze handleiding of van elke herziene versie van
deze handleiding ten behoeve van het bekijken
en afdrukken van één kopie van deze handleiding
of van elke herziene versie van deze handleiding,
mits deze elektronische of afgedrukte kopie van
deze handleiding de volledige tekst van deze
auteursrechtelijke kennisgeving bevat en onder
het voorbehoud dat onrechtmatige commerciële
verspreiding van deze handleiding of van elke
herziene versie van deze handleiding uitdrukkelijk
is verboden.
Informatie in dit document kan zonder kennisgeving
worden gewijzigd. Garmin behoudt zich het recht
voor om haar producten te wijzigen of verbeteren
en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud
zonder de verplichting personen of organisaties over
dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren.
Bezoek de website van Garmin (www.garmin.com)
voor de nieuwste updates en aanvullende informatie
over het gebruik en de werking van dit product en
andere Garmin-producten.
Garmin
®
, het Garmin-logo, Forerunner
®
, Auto Pause
®
,
Auto Lap
®
en Virtual Partner
®
zijn handelsmerken
van Garmin Ltd. of haar dochtermaat-schappijen,
gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Garmin Connect
, ANT
, ANT Agent
, ANT+
,
GSC
10 en USB ANT Stick
zijn handelsmerken
van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze
handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder
de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Firstbeat en Analyzed by Firstbeat zijn geregistreerde
of ongeregistreerde handelsmerken van Firstbeat
Technologies Ltd. Dit product is geproduceerd
onder de volgende Amerikaanse patenten en hun
buitenlandse equivalenten.
EP1507474 (A1), US7460901, EP1545310 (A1),
US7192401 (B2) en U20080279. WO03099114 (A1)
(patent aangevraagd), EP1507474 (A1), US7460901
(B2), WO2004016173 (A1) (patent aangevraagd),
EP1545310 (A1) (patent aangevraagd), U20080279
(patent aangevraagd)
Overige handelsmerken en merknamen zijn het
eigendom van hun respectieve eigenaars.
© 2009–2012 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding c


Meer informatie.........................................i
Productregistratie ..................................... i
Gratis software ......................................... i
Contact opnemen met Garmin ................. i
Toetsen .................................................... ii

De batterij opladen ..................................1
Het toestel inschakelen ...........................1
Satellietsignalen ontvangen.....................2
De hartslagmeter koppelen (optioneel) ...3
Uw sportinstellingen aanpassen
(optioneel) ............................................4
U bent klaar om te gaan trainen! .............4
Gratis software downloaden ....................5
Workoutgegevens naar uw computer
verzenden .............................................5
De toetsen vergrendelen .........................5
Schermverlichting van de Forerunner .....5

De pagina Training ..................................8
Sportmodus .............................................8
Auto Lap
® ...................................................................................
8
Auto Pause
® ............................................................................
9
Auto Scroll .............................................10
Hartslag .................................................10
Virtual Partner
®
..................................... 11
Waarschuwingen ...................................12
Workouts ...............................................13
Koersen .................................................16
Multisport-workouts ...............................17
Zwemmen met uw Forerunner ..............19
De afteltimer ..........................................20
 
Geschiedenis opslaan ...........................21
Activiteitgeschiedenis weergeven..........21
Totalen weergeven ................................21
De geschiedenis verwijderen.................22
d Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
 
De Kaartpagina......................................23
Locaties markeren .................................23
Een locatie zoeken en hier
naartoe gaan ......................................24
Een locatie bewerken of verwijderen .....24
Terug naar start gebruiken.....................25
GPS-informatie weergeven ...................25
 
Gegevensvelden....................................26
Systeem.................................................30
Gebruikersproel ...................................34
Over Forerunner ....................................34
 
Accessoires koppelen............................35
Hartslagmeter ........................................36
De hartslagmeter onderhouden .............37
Voetsensor.............................................37
GSC 10-etssensor ...............................39
Fietsdetails ............................................39
Gegevensopslag....................................40
Vermogensmeter ...................................40
 
De Forerunner resetten .........................41
Gebruikersgegevens wissen .................41
De Forerunner onderhouden .................41
De software van de Forerunner bijwerken
met behulp van Garmin Connect ........42
Batterijgegevens ....................................42
Specicaties ..........................................42
Softwarelicentie-overeenkomst .............44
Conformiteitsverklaring ..........................44
Problemen oplossen ..............................45
Hartslagzonetabel..................................46
 
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding i
Inleiding

: raadpleeg altijd een
arts voordat u een trainingsprogramma
begint of wijzigt. Lees de gids Belangrijke
veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen
en andere belangrijke informatie.
Dit product bevat een lithium-ionbatterij die
niet kan worden vervangen.

Ga voor meer informatie over accessoires
naarhttp://buy.garmin.com of neem contact op
met uw Garmin-dealer.

Vul de onlineregistratie vandaag nog in
zodat wij u beter kunnen helpen! Ga naar
http://my.garmin.com. Bewaar uw originele
aankoopbewijs of een fotokopie op een veilige
plek.


Neem contact op met Garmin Product
Support als u tijdens het gebruik van de
Forerunner vragen hebt. Ga in de V.S. naar
www.garmin.com/support of neem telefonisch
contact op met Garmin USA via (913)
397-8200 of (800) 800-1020.
Neem in het V.K. telefonisch contact op met
Garmin (Europe) Ltd. via 0808 2380000.
Ga in Europa naar www.garmin.com/support
en klik op  voor lokale
ondersteuningsinformatie of neem telefonisch
contact op met Garmin (Europe) Ltd. via +44
(0) 870.8501241.
ii Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Inleiding


 Ingedrukt houden om de Forerunner in of
uit te schakelen.
 Indrukken om de
schermverlichting in te
schakelen en aan te passen.
Er wordt een statuspagina
weergegeven.
 Ingedrukt houden om het toestel te
koppelen met uw ANT+
weegschaal
(pagina 32).

 Indrukken om de timer en het menu weer
te geven. De kaart en het kompas worden
ook weergegeven als deze actief zijn.
 Indrukken om een menu of pagina af
te sluiten. Uw instellingen worden
opgeslagen.
 Ingedrukt houden om te wisselen tussen
sportmodi.

 Indrukken om een nieuwe ronde te
beginnen.
 Ingedrukt houden om de timer opnieuw
in te stellen.

Indrukken om de timer te starten of te
stoppen.

Indrukken om opties te selecteren en
berichten te bevestigen.
 
 Indrukken om door menu's en instellingen
te bladeren. Ingedrukt houden om snel
door de instellingen te bladeren.
 Indrukken om tijdens een workout door
trainingspagina's te bladeren.
 Ingedrukt houden op de Virtual Partner
®
-
pagina om het tempo van de Virtual
Partner te wijzigen.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 1
Aan de slag


:u voorkomt corrosie
door de contactpunten en de omringende
delen vóór het opladen grondig af te drogen.
: de Forerunner wordt niet opgeladen
buiten een temperatuurbereik van 0° tot 50°C
(32° tot 122°F).
1. Sluit de USB-connector van de
laadclipkabel aan op de netadapter.
2. Steek de netadapter in een stopcontact.
3. Breng de contactpunten van de laadclip
op één lijn met de contactpunten aan de
achterkant van de Forerunner.
Contactpunten
4. Druk de lader op de voorkant van de
Forerunner.
Laadclip
Een volledig opgeladen batterij kan maximaal
20 uur worden gebruikt, afhankelijk van het
type gebruik.

Houd ingedrukt om de Forerunner in te
schakelen.
2 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Aan de slag

De Forerunner gebruikt uw gebruikersproel
om nauwkeurige caloriegegevens te
berekenen. Zie pagina 7 voor informatie over
activiteitklassen en ervaren atleten.
1. Volg de instructies op het scherm om
de Forerunner te congureren en uw
gebruikersproel in te stellen.
2. Druk op
om de keuzemogelijkheden
weer te geven en de standaardselectie te
wijzigen.
3. Druk op  om een selectie te maken.
Als u een ANT+ hartslagmeter gebruikt, kiest
u  tijdens de conguratie om de koppeling
tussen de hartslagmeter en de Forerunner
tot stand te brengen. Zie pagina 3 voor meer
informatie.
Als u de Forerunner voor het eerst inschakelt
en de initiële instellingen uitvoert, gebruik dan
de tabel op pagina 7 om uw activiteitsklasse
in te stellen. Geef aan of u een ervaren atleet
bent.
Een ervaren atleet is een persoon die een
groot aantal jaren intensief heeft getraind (met
uitzondering van lichte blessures) en die een
hartslag in rust van 60 slagen per minuut of
minder heeft.

Het kan 30 tot 60 seconden duren voordat
satellietsignalen worden ontvangen. Ga naar
buiten naar een open gebied. U krijgt de
beste ontvangst wanneer de voorkant van de
Forerunner naar de lucht is gericht.
Wanneer de Forerunner satellietsignalen
ontvangt, wordt de trainingspagina
weergegeven met bovenaan het
satellietpictogram (
).
: de standaardinstellingen
van uw Forerunner werken de tijd en tijdzone
automatisch bij op basis van satellietgegevens.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 3
Aan de slag


Als u de hartslagmeter de eerste keer aan de
Forerunner koppelt, dient u 10 meter afstand
van andere hartslagmeters te houden.

De hartslagmeter is stand-by en klaar om
gegevens te verzenden. Zorg ervoor dat de
hartslagmeter rechtstreeks in contact met
uw huid staat, vlak onder uw borstkas. Het
toestel moet strak genoeg zitten om niet te
verschuiven tijdens het hardlopen.
1. Koppel de module van de hartslagmeter
aan de band.
2. Bevochtig de elektroden
aan de
achterzijde van de band om een sterke
verbinding tussen uw borst en de zender tot
stand te brengen.
: sommige hartslagmeters
beschikken over een contactoppervlak
.
Bevochtig het contactoppervlak.
3. Wikkel de band om uw borstkas en steek
de haak van de band
in de lus.
: het Garmin-logo dient
niet op de kop te worden weergegeven.
4. Zorg dat de Forerunner zich tijdens
het koppelen binnen drie meter van de
hartslagmeter bevindt.
: als de hartslaggegevens
onregelmatig zijn of niet worden
weergegeven, dient u de band strakker
om uw borst aan te trekken of gedurende
vijf tot tien minuten een warming-up uit
te voeren.
5. Druk op  en selecteer  >
 >  >  >
.

Stel voor de nauwkeurigste caloriegegevens
uw maximumhartslag en uw hartslag in rust
in. U kunt vijf hartslagzones instellen om uw
cardiovasculaire kracht te helpen meten en
verbeteren. Als u tijdens het aanbrengen van
4 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Aan de slag
de initiële instellingen hebt aangegeven dat uw
toestel aan een hartslagmonitor is gekoppeld,
dan is deze stap overbodig.
1. Druk op  > selecteer  >
 >  > .
2. Volg de instructies op het scherm.
: houd  ingedrukt
om de sportinstellingen te wijzigen. Volg
stap 1 en 2 om uw hartslaginstellingen
voor etsen en andere sporten te
congureren.


1. Houd  ingedrukt om naar de
sportmodus over te schakelen.
2. Druk op  en selecteer .
Selecteer daarna de gewenste sport.
Selecteer  om maximaal vier
pagina's met gegevens voor uw activiteit te
wijzigen (pagina 26).


1. Druk op  om de trainingspagina weer
te geven.
2. Druk op  om de timer te starten.
3. Druk na aoop van de activiteit op .
4. Houd  ingedrukt om uw
hardloopsessie op te slaan en de timer
opnieuw in te stellen.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 5
Aan de slag

1. Ga naar www.garminconnect.com/start.
2. Volg de instructies op het scherm.


1. Sluit de USB ANT Stick aan op een
beschikbare USB-poort op de computer.
De USB ANT Stick-stuurprogramma’s
installeren automatisch de Garmin
ANT Agent. U kunt de USB ANT Agent
downloaden als de stuurprogramma’s niet
automatisch worden geïnstalleerd. Ga naar
www.garminconnect.com/start.
2. Zorg dat de Forerunner zich binnen 5 meter
van uw computer bevindt.
3. Volg de instructies op het scherm.

U kunt de toetsen op uw Forerunner
vergrendelen. Hierdoor wordt de kans minder
dat u per ongeluk op een toets drukt terwijl u
het toestel omdoet of verwijdert.
1. Druk tegelijkertijd op  en om de
toetsen te vergrendelen.
2. Druk tegelijkertijd op  en
om de
toetsen te ontgrendelen.


Druk op om de schermverlichting
15 seconden in te schakelen. Gebruik
om de schermverlichting aan te passen. Druk
kort op  om de statuspagina voor de
schermverlichting te openen. Het scherm
geeft ook een aantal statuspictogrammen
weer (pagina 6).
6 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Aan de slag

GPS is ingeschakeld
de Forerunner ontvangt
satellietsignalen.
GPS staat uit voor gebruik
binnenshuis.
De timer loopt.
De hartslagsensor is actief.
De voetsensor is actief.
De snelheid/cadanssensor is
actief.
De krachtsensor is actief.
Energieniveau van de batterij.
De batterij wordt opgeladen.
Er worden gegevens geüpload
naar het toestel of het
toestel wordt gekoppeld aan
tnessapparatuur.

indrukken en loslaten om de
statuspictogrammen weer te geven.
Hartslagmeter actief
Snelheids- en cadanssensor
ingeschakeld
Voetsensor ingeschakeld
Vermogenssensor ingeschakeld
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 7
Aan de slag






0 Geen training - -
1 Af en toe, lichte
training
Een keer per twee weken Minder dan 15 minuten
2 15 tot 30 minuten
3 Een keer per week Circa 30 minuten
4 Regelmatige training 2 tot 3 keer per week Circa 45 minuten
5 45 minuten tot 1 uur
6 1 tot 3 uur
7 3 tot 5 keer per week 3 tot 7 uur
8 Dagelijkse training Bijna dagelijks 7 tot 11 uur
9 Dagelijks 11 tot 15 uur
10 Meer dan 15 uur
De tabel met activiteitsklassen wordt geleverd door Firstbeat Technologies Ltd., waarvan delen zijn gebaseerd op
Jackson et al. “Prediction of Functional Aerobic Capacity Without Exercise Testing,” Medicine and Science in
Sports and Exercise 22 (1990): 863–870.
8 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Training

: raadpleeg altijd een arts
voordat u een trainingsprogramma begint of
wijzigt.
Gebruik uw Forerunner om waarschuwingen
in te stellen, te trainen met Virtual Partner
®
,
intervalworkouts of aangepaste workouts
te programmeren en koersen uit te zetten
op basis van bestaande activiteiten. De
Forerunner beschikt over verschillende
trainingsfuncties en optionele instellingen.

Druk op  om de trainingspagina weer te
geven. Gebruik om door de beschikbare
pagina's te bladeren.
Zie pagina 26 als u de gegevensvelden van de
trainingspagina's wilt aanpassen.

Houd  ingedrukt om naar de sportmodus
over te schakelen. Alle instellingen zijn
speciek voor de sport die u hebt geselecteerd.

U kunt met Auto Lap automatisch ronden
laten markeren op een speciek punt of als
u een specieke afstand hebt afgelegd. Deze
instelling is handig als u uw prestaties voor
verschillende gedeelten van een parcours wilt
vergelijken, bijvoorbeeld elke 3 kilometer of
elke steile heuvel.
: Auto Lap werkt niet tijdens
intervalworkouts of aangepaste trainingen.
1. Druk op  > selecteer  >
selecteer sportinstellingen (afhankelijk van
uw huidige sportmodus) > .
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 9
Training
2. Selecteer in het veld Auto Lap-waarde 
 om een waarde op te geven of 
 om een optie te kiezen:
 : de ronde wordt
gemarkeerd als u opdrukt en
iedere keer als u een van deze locaties
weer passeert.
 : de ronde wordt
gemarkeerd op de GPS-locatie waar
u opdrukt en op alle locaties
tijdens het parcours waar u op 
drukt.
 : de ronde wordt
gemarkeerd op de specieke GPS-
locatie waar u deze optie selecteert
en op alle locaties tijdens het parcours
waar u op drukt.
: gebruik tijdens een koers (zie
pagina 16) de optie  om ronden te
markeren bij alle rondeposities die in de koers
zijn gemarkeerd.

Auto Pause is handig als er verkeerslichten of
andere plaatsen voorkomen in uw route waar u
moet inhouden of stoppen.
: Auto Pause werkt niet tijdens
intervalworkouts of aangepaste trainingen.
1. Druk op  > selecteer  >
selecteer de sportinstellingen (afhankelijk
van uw huidige sportmodus; zie pagina 8).
2. Selecteer .
3. Selecteer één van de volgende opties:
 
 : de timer wordt
automatisch onderbroken als u niet
meer beweegt.
 : de timer wordt
automatisch onderbroken als uw
tempo onder een opgegeven waarde
komt te liggen.
10 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Training

Met deze functie voor automatisch
bladeren kunt u automatisch alle trainings-
gegevenspagina's doorlopen terwijl de timer
loopt.
1. Druk op  > selecteer  >
selecteer de sportinstellingen (afhankelijk
van uw huidige sportmodus; zie pagina 8).
2. Selecteer .
3. Selecteer een snelheid: ,
 of .

1. Druk op  > selecteer  >
selecteer de sportinstellingen (afhankelijk
van uw huidige sportmodus; zie pagina 8).
2. Selecteer .
3. Selecteer  om de koppeling met
de optionele hartslagmeter in te schakelen.
4. Selecteer  om de wizard voor het
congureren van hartslagzones te starten.

:vraag uw arts welke
hartslagzones en hartslagdoelstellingen
geschikt zijn voor uw tness- en
gezondheidstoestand.
Vele atleten gebruiken hartslagzones om
hun cardiovasculaire kracht te meten en te
verbeteren en om hun theid te verbeteren.
Een hartslagzone is een bepaald bereik aan
hartslagen per minuut. De vijf algemeen
geaccepteerde hartslagzones zijn in oplopende
volgorde van intensiteit genummerd van
1 tot 5. De hartslagzones worden door
de Forerunner ingesteld (zie de tabel op
pagina 46) op basis van uw maximale hartslag
en rusthartslag die in uw gebruikersproel is
aangegeven (zie pagina 34).
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 11
Training
U kunt uw hartslagzones aanpassen in uw
Garmin Connect-gebruikersproel en de
gegevens daarna overbrengen naar uw
Forerunner.


Als u uw hartslagzones kent, kunt u uw
theid meten en verbeteren door de volgende
principes te begrijpen en toe te passen:
 Uw hartslag is een goede maatstaf voor de
intensiteit van uw training.
 Training in bepaalde hartslagzones kan u
helpen uw cardiovasculaire capaciteit en
kracht te verbeteren.
 Als u uw hartslagzones kent, kunt u
het risico op blessures verlagen en
voorkomen dat u te zwaar traint.

1. Druk op  > selecteer  >
selecteer de sportinstellingen (afhankelijk
van uw huidige sportmodus; zie pagina 8).
2. Selecteer  > .
Virtual Partner is een unieke functie
die is ontworpen om u te helpen uw
trainingsdoeleinden te bereiken. Virtual
Partner gaat de strijd met u aan wanneer u aan
het rennen bent en de timer is gestart.
Als u het tempo van de Virtual Partner
wijzigt voordat u de timer start, worden de
wijzigingen opgeslagen. Wijzigingen die u in
het tempo van de Virtual Partner aanbrengt
nadat de timer is gestart, gelden alleen voor
de huidige sessie en worden niet opgeslagen
als de timer opnieuw wordt ingesteld. Als u
Virtual Partner tijdens een activiteit aanpast,
gebruikt deze het nieuwe tempo vanaf uw
locatie.
12 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Training


1. Druk op  om de trainingspagina weer
te geven.
2. Gebruik
om de pagina Virtual Partner
te bekijken.
Virtual
Partner
Dit bent u
3. Houd
ingedrukt om het tempo van VP
te verhogen of te verlagen.
4. Druk op  als u de wijzigingen wilt
opslaan en de pagina wilt afsluiten. Of
wacht tot er een time-out van de pagina
optreedt.

Gebruik de Forerunner-waarschuwingen om
te trainen voor een bepaalde tijd, afstand
en hartslag. U kunt aparte waarschuwingen
instellen voor elke sport.
: waarschuwingen werken
niet tijdens intervalworkouts of aangepaste
trainingen.
1. Druk op  > selecteer
 > selecteer de optie voor
sportwaarschuwingen (afhankelijk van uw
huidige sportmodus; zie pagina 8).
2. Gebruik en druk op  om
informatie in te voeren voor elk van de
volgende waarschuwingen:
 : waarschuwt u
wanneer u een bepaalde tijd hebt
gelopen.
 : waarschuwt
u wanneer u een bepaalde afstand
hebt gelopen.
 : waarschuwt
u wanneer u een bepaald aantal
calorieën hebt verbrand.
 : waarschuwt u als
u hartslag boven of onder een bepaald
aantal slagen per minuut (BPM) komt.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 13
Training
: om HS-waarschuwingen
te kunnen gebruiken, moet u beschikken
over een Forerunner 310XT en een
hartslagmeter.
 : waarschuwt
u als uw cadans boven of onder een
speciek aantal omwentelingen van de
krukarm per minuut (RPM) komt.
: om cadanswaarschuwin-
gen te kunnen gebruiken, moet u beschik-
ken over een Forerunner 310XT en een
voetsensor of etscadanssensor.
 :
waarschuwt u als uw vermogen
boven of onder een bepaald aantal
Watt komt.
: om vermogenswaar-
schuwingen te kunnen gebruiken, moet
u beschikken over een Forerunner 310XT
en een vermogensmeter.

1. Druk op  en selecteer  >
 om het geschikte type workout
te kiezen.
2. Druk op .
: druk tijdens een workout op
om meer gegevenspagina's te bekijken.
Het bericht Workout gereed! wordt
weergegeven wanneer u alle stappen van de
workout hebt voltooid.

U kunt een intervalworkout maken op
basis van tijd of afstand en resterende
gedeelten van de workout. U kunt slechts
één intervalworkout tegelijk maken. Als u
een nieuwe intervalworkout maakt, wordt de
vorige workout overschreven.
1. Druk op  en selecteer  >
 > .
2. Selecteer het  intervalworkout.
14 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Training
3. Voer de duur in.
4. Selecteer een waarde bij .
5. Voer de duur in.
6. Selecteer  en voer het aantal
herhalingen bij in.
7. Selecteer  en 
 (optioneel).
8. Selecteer .
9. Druk op .

1. Druk op .
2. Houd  ingedrukt.
Tijdens een warming-up of een cooldown
drukt u aan het einde van de opwarmronde
op  om het eerste interval te starten. Na
het laatste interval begint de Forerunner
automatisch een cooldownronde. Na aoop
van de cooldownronde drukt u op  om uw
workout te beëindigen.
Tegen het einde van het interval wordt met een
waarschuwing het aantal resterende seconden
tot het volgende interval weergegeven.
Druk op de knop  als u een interval
voortijdig wilt beëindigen.

Aangepaste workouts kunnen doelstellingen
voor elke stap van de workout en
verschillende afstanden, tijden en calorieën
bevatten. Met Garmin Connect kunt u
workouts maken en bewerken en naar de
Forerunner overbrengen. U kunt met Garmin
Connect ook workouts plannen. U kunt
workouts van tevoren plannen en ze opslaan in
de Forerunner.
: zie pagina 5 voor meer
informatie over het overbrengen van gegevens
naar de Forerunner.
1. Druk op  en selecteer  >
 > .
2. Selecteer .
3. Geef een naam voor de workout in het
bovenste veld op.
4. Selecteer  en selecteer
dan .
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 15
Training
5. Selecteer in het veld  hoe lang de stap
moet duren. Als u  kiest, kunt u de
stap beëindigen door tijdens de workout op
 te drukken.
6. Geef onder  op wanneer u de stap wilt
laten eindigen.
7. In het veld Doel selecteert u uw doelstelling
voor de stap (Snelheid, Hartslag, Cadans,
Vermogen of Geen).
8. Geef onder Doel een doelstelling voor
deze stap op (indien nodig). Als uw doel
bijvoorbeeld een hartslag is, selecteer dan
een hartslagzone of voer een aangepast
bereik in.
9. Druk op  wanneer u klaar bent met
deze stap.
10. Selecteer  om een
andere stap toe te voegen. Herhaal stap
5-9.
11. Als u een stap als ruststap wilt markeren,
selecteert u de stap. Selecteer vervolgens
 in het menu.
Ruststappen worden opgenomen in uw
workoutgeschiedenis.

1. Selecteer .
2 Selecteer  in het veld .
3. Selecteer de stap die u wilt herhalen in het
veld .
4. Geef het aantal herhalingen op in het veld
.
5. Druk op  om door te gaan.

1. Druk op  en selecteer  >
 > .
2. Selecteer de workout.
3. Selecteer .
4. Druk op .
Nadat u een aangepaste workout bent
begonnen, geeft de Forerunner iedere stap van
de workout weer, inclusief de naam van de
stap, de doelstelling (indien aanwezig) en de
huidige workoutgegevens.
Tegen het einde van elke stap wordt in een
waarschuwing de resterende tijd tot de
volgende stap weergegeven.
16 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Training


Druk op .

1. Druk op  en selecteer  >
 > .
2. Selecteer de workout.
3. Selecteer  > .

U kunt de Forerunner ook gebruiken voor
aangepaste trainingen door koersen te volgen
op basis van eerder opgenomen activiteiten. U
kunt de koers opnieuw aeggen en proberen
eerder behaalde prestaties te evenaren of te
overtreffen. U kunt de koersen ook aeggen
door het op te nemen tegen Virtual Partner.

Met Garmin Connect kunt u koersen en
koerspunten maken en naar de Forerunner
overbrengen.
: zie pagina 5 voor meer
informatie over het overbrengen van gegevens
naar de Forerunner.

1. Druk op  en selecteer  >
 > .
2. Selecteer op de pagina Geschiedenis een
item waarop u uw koers wilt baseren.
3. Geef de koers een naam.
4. Druk op  om af te sluiten.

1. Druk op  en selecteer  >
.
2. Selecteer een koers in de lijst.
3. Selecteer .
4. Druk op . De geschiedenis wordt
opgenomen, ook als u zich niet op de koers
bevindt.
Als u een koers handmatig wilt beëindigen,
druk dan op  en houdt u  ingedrukt.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 17
Training

U kunt een warming-up uitvoeren voordat u
met uw koers begint. Druk op  om de
koers te beginnen en voer dan de warming-up
uit. Zorg ervoor dat u tijdens de warming-up
niet op het pad van de koers komt. Als u klaar
bent om te beginnen, gaat u naar de koers.
Als u op het pad van de koers komt, geeft de
Forerunner een bericht met de mededeling dat
u zich op de koers bevindt.
Uw Virtual Partner start tegelijkertijd met u de
koers. Als u een warming-up doet en niet op
de koers bent, start uw Virtual Partner de koers
opnieuw vanaf de huidige locatie wanneer u
zich op de koers bevindt.
Als u van de koers afdwaalt, wordt het bericht
"Van koers" weergegeven op de Forerunner.
Via de navigatiepagina kunt u de weg naar de
koers terugvinden.

1. Druk op  en selecteer  >
.
2. Selecteer een koers in de lijst.
3. Selecteer .
4. Selecteer  om de koers te wissen.
5. Druk op  om af te sluiten.

Triatleten, duatleten en andere beoefenaren
van gecombineerde sporten kunnen de
Forerunner gebruiken voor workouts met
meerdere sporten. Wanneer u een workout
met meerdere sporten instelt, kunt u schakelen
tussen sportmodi en nog steeds uw totale tijd
en afstand voor alle sporten weergeven. U
kunt bijvoorbeeld overschakelen van etsen
naar rennen en de totale tijd en afstand
voor etsen en rennen gedurende de gehele
workout weergeven.
De Forerunner slaat workouts met meerdere
sporten in de geschiedenis op met de
totale tijd, afstand, gemiddelde hartslag en
18 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Training
calorieën voor alle sporten in de workout. De
geschiedenis bevat ook bepaalde details voor
elke sport.
U kunt workouts met meerdere sporten
handmatig toevoegen of u kunt workouts met
meerdere sporten vooraf instellen voor races
en andere evenementen.


U kunt handmatig een workout met meerdere
sporten maken door tijdens uw workout naar
een andere sportmodus over te schakelen
zonder de timer te resetten. Wanneer u wilt
overschakelen naar een andere sportmodus,
druk dan op om de timer voor meerdere
sporten weer te geven.
1. Begin en voltooi een workout in een
willekeurige sport. Druk op  om uw
workout te beëindigen, maar reset de timer
niet.
2. Houd  ingedrukt tot het menu Wijzig
sport wordt weergegeven.
3. Selecteer een andere sport.
4. Druk op  om uw workout in de nieuwe
sport te beginnen.


Als u deelneemt aan een race of evenement,
kunt u een automatische workout met
meerdere sporten instellen, met daarin alle
sporten die tijdens het evenement worden
beoefend. U kunt ook een overgangstijd van
de ene sport naar de volgende instellen. U kunt
naadloos van sport naar sport overschakelen
door op de knop  te drukken.
1. Druk op  en selecteer  >
 .
2. Selecteer een sport in de lijst om over te
schakelen naar de betreffende sportmodus.
3. Selecteer een optie in het menu.
 wijzigt deze
sportmodus in een andere sport.
voegt een andere
sportmodus toe vóór deze sport. 
 verwijdert deze sportmodus uit
de lijst.
4. Selecteer  als u een
sportmodus aan het einde van de lijst wilt
toevoegen.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 19
Training
5. Selecteer   als u een
overgangstijd tussen twee opeenvolgende
sporten wilt invoegen.
6. Selecteer  als u uw
workout wilt beginnen.
Om van de ene sportmodus over te schakelen
naar de volgende, klikt u op . Als u een
overgangstijd hebt opgenomen, drukt u op 
wanneer u klaar bent met een sport om aan de
overgangstijd te beginnen. Druk nogmaals op
 om de overgangstijd te beëindigen en te
beginnen met de volgende sport.

Druk op  en selecteer  > 
. U kunt een workout met meerdere
sporten ook wissen door op  te drukken en
vervolgens  ingedrukt te houden om de
timer te resetten.

Het Forerunner-horloge is waterdicht tot
50 m zolang u aan de oppervlakte blijft.
Gebruik de timer om uw zwemtijd op te
nemen.
: de Forerunner registreert
alleen GPS-gegevens als u buiten zwemt in
vrije slag.
: aangezien GPS-signalen kunnen worden
verstoord, kunnen zwemmers en triatleten
het toestel het beste in hun badmuts opbergen
om de meest nauwkeurige snelheids- en
afstandsgegevens te verkrijgen.
1. Houd  ingedrukt en selecteer .
2. Druk op  en selecteer  >
  > .
3. Selecteer  > .
: de zweminstelling
moet zijn ingeschakeld om nauwkeurige
afstandsgegevens te kunnen verkrijgen.
4. Druk op  om de timer te starten.
20 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Training
5. Druk nadat u het zwemmen hebt
voltooid op  of  om uw afstand
en gemiddelde snelheid te bekijken in de
gegevensvelden.
U moet op  drukken om de timer stil te
zetten.
:scubaduiken met de
Forerunner kan leiden tot schade aan het
product en doet de garantie vervallen.

U kunt de afteltimer gebruiken om
automatisch de Forerunner-timer te starten
na een opgegeven afteltijd. Zo kunt u
bijvoorbeeld een afteltijd van 30 seconden
gebruiken voordat u een getimede sprint
start. U kunt ook een afteltijd van 5 minuten
instellen voordat u een bootrace start.
: tijdens het aftellen wordt de
geschiedenis niet vastgelegd.
De zweminstelling moet zijn uitgeschakeld
om toegang te kunnen krijgen tot de afteltimer.
1. Houd  ingedrukt en selecteer .
2. Druk op  en selecteer  >
  > .
3. Selecteer  > .
4. Voer de afteltijd in.
5. Druk op  om de afteltimer te starten.
U hoort 5 piepjes voordat de timer
automatisch wordt gestart.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 21
Geschiedenis

De Forerunner kan maximaal 1000 ronden en
ongeveer 20 uur gedetailleerde trajectlog-
boekgegevens vastleggen (als er ongeveer elke
4 seconden 1 trajectpunt wordt vastgelegd).
In het trajectlogboek worden uw GPS-positie
(indien beschikbaar) en extra gegevens, zoals
uw hartslag, opgenomen.

Uw toestel bewaart gegevens op basis van het
type activiteit, de gebruikte accessoires en uw
trainingsinstellingen.
Om een activiteit op te slaan houdt u de
knop  3 seconden ingedrukt.
Als het geheugen van de Forerunner vol is,
wordt er een foutbericht weergegeven.
: uw gegevens worden niet
automatisch door de Forerunner overschreven
of gewist. Zie pagina 22 voor meer informatie
over het verwijderen van de geschiedenis.


U kunt de volgende gegevens weergeven op
de Forerunner: tijd, afstand, gemiddeld(e)
tempo/snelheid, calorieën, gemiddelde
hartslag en gemiddelde cadans.
1. Druk op  > selecteer  >
.
2. Gebruik
om door de activiteiten te
bladeren. Selecteer  om
gemiddelden en maxima weer te geven.
Selecteer  > 
 om overzichtsgegevens van uw
ronden weer te geven.

De Forerunner legt de totale afgelegde afstand
vast, samen met de tijd die u met gebruik van
de Forerunner aan workouts hebt besteed.
Als u de totalen wilt weergeven, drukt u
op  en selecteert u  >
.
22 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Geschiedenis

1. Druk op  en selecteer
 > .
2. Selecteer een optie:
 
 : alle activiteiten
worden uit de geschiedenis verwijderd.
 : activiteiten die
meer dan één maand geleden zijn
vastgelegd, worden verwijderd.
 : alle totalen worden opnieuw
ingesteld.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 23
Navigatie

Gebruik de GPS-navigatiefuncties op uw
Forerunner om uw route op een kaart te
bekijken, locaties die u wilt onthouden op te
slaan en uw weg naar huis te vinden.

Voordat u de navigatiefuncties kunt gebruiken,
wilt u de Forerunner mogelijk congureren
om de kaart weer te geven.
1. Druk op  en selecteer  >
 > .
2. Selecteer  in het veld Kaart weergeven.
Druk op  om de timer, de kaart en het
hoofdmenu weer te geven. Als u de timer start
en begint te etsen, ziet u een stippellijn op de
kaart die de afgelegde route precies aangeeft.
Deze stippellijn wordt een track genoemd.
Druk op OUT om in of uit te zoomen
op de kaart.
Dit
bent
u
Zoomniveau
Wijst naar
noorden


Een locatie is een punt dat u in het geheugen
opslaat. Als u oriëntatiepunten wilt onthouden
of wilt terugkeren naar een bepaalde plaats,
markeert u het desbetreffende punt op de
kaart. De locatie wordt dan met een naam en
een symbool weergegeven op de kaart. U kunt
op ieder gewenst moment locaties zoeken en
weergeven en ernaar terugkeren.
1. Ga naar de plaats waar u een locatie wilt
markeren.
2. Druk op  en selecteer  > 
.
24 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Navigatie
3. Geef een naam in het bovenste veld op.
4. Selecteer .

1. Druk op  en selecteer  > 
.
2. Selecteer het veld . Geef de
breedtegraad en lengtegraad van de te
markeren locatie op.
3. Breng indien gewenst andere wijzigingen
aan en selecteer .


1. Druk op  en selecteer  > 
.
2. All uw opgeslagen locaties worden
weergegeven.
3. Druk op
om een locatie in de lijst op
te zoeken en druk op  om een locatie
te selecteren.
4. Selecteer . Volg de lijn op de kaart
naar de locatie.
Wanneer u naar een locatie gaat, worden de
kaartpagina en de kompaspagina automatisch
toegevoegd. Druk op  om deze pagina's
weer te geven. Op het kompas wijst de pijl
naar de locatie. Volg de pijl om de locatie te
bereiken. Het kompas geeft ook de richting
weer en de resterende tijd tot u de locatie
bereikt.


Druk op  en selecteer  > 
.


1. Druk op  en selecteer  > 
.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 25
Navigatie
2. Selecteer de locatie die u wilt bewerken.
3. Wijzig de gegevens die u wilt bewerken.
Selecteer  om de locatie te
verwijderen.

Als u terug wilt gaan naar uw beginpunt, kan
de Forerunner u terugvoeren langs dezelfde
route die u hebt genomen met behulp van
Terug naar start.
Druk op  en selecteer  > 
.
Er verschijnt een lijn op de kaart vanaf u
huidige locatie naar uw beginpunt.
Volg de lijn terug naar uw beginpunt.

Op de satellietpagina vindt u informatie over
de GPS-signalen die de Forerunner momenteel
ontvangt. Druk op  en selecteer  >
 om de satellietpagina weer te
geven.
Ga voor meer informatie over GPS naar
www.garmin.com/aboutGPS.
Druk op
op de satellietpagina
om gegevens over de sterkte van het
satellietsignaal weer te geven. De zwarte
balken geven de sterkte van elk ontvangen
satellietsignaal weer (het nummer van de
satelliet verschijnt onder het balkje).
26 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Instellingen

Druk op  en selecteer .
: wanneer u alle opties hebt geselecteerd
of alle waarden hebt opgegeven voor uw
Forerunner, druk dan op  om de
instellingen op te slaan.

U kunt de volgende pagina's weergeven/
verbergen en maximaal vier gegevensvelden
aanpassen op de vier sportspecieke pagina's.
: u kunt alleen de pagina's
bekijken voor de momenteel geselecteerde
sportmodus (zie pagina 8).

1. Druk op  > selecteer  >
selecteer de sportinstellingen (afhankelijk
van uw huidige sportmodus; zie pagina 8).
2. Selecteer .
3. Selecteer een van de trainingspagina's.
4. Druk op
om het aantal
gegevensvelden te selecteren.

* Gegevensvelden met statuut of metrische
eenheden.
** Hiervoor is een optioneel accessoire
vereist.
 
Afst – Ltste rnd De afstand die u in de
laatst voltooide ronde
heeft afgelegd.
Afst – Nautisch Afstand in zeemijlen.
Afst – Ronde * De afstand die u in
de huidige ronde hebt
afgelegd.
Afstand * De afstand die u tijdens
de huidige koers heeft
afgelegd.
Cadans ** Het aantal stappen per
minuut of het aantal
omwentelingen van de
krukas per minuut.
Cadans –
Gem. **
Gemiddelde cadans
voor de duur van de
huidige rit.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 27
Instellingen
 
Cadans –
Ronde **
Gemiddelde cadans
voor de huidige ronde.
Calorieën Het aantal calorieën dat
u hebt verbrand.
GPS –
nauwkeurigheid *
De foutmarge van uw
exacte locatie. De GPS-
locatie is bijvoorbeeld
nauwkeurig tot op
+/- 6 meter.
Gradiënt Berekening van de
klim ten opzichte
van de afstand. Als u
bijvoorbeeld 10 meter
klimt (hoogte) voor
iedere 200 meter die u
aegt (afstand), is uw
gradiënt 5%.
Hartslag ** Hartslag in bpm.
Hartslag –
%HSR **
Percentage van
hartslagreserve
(maximale hartslag
minus rusthartslag).
 
Hartslag –
%Max **
Percentage van
maximale hartslag.
Hartslag –
Gem. **
Uw gemiddelde hartslag
tijdens de koers.
Hartslag –
Gem. %HSR **
Het gemiddelde
percentage van
de hartslagreserve
(maximale hartslag
minus rusthartslag)
tijdens de koers.
Hartslag –
Gem. %Max **
Het gemiddelde
percentage van de
maximale hartslag
tijdens de koers.
Hartslag –
Rnd %HSR **
Het gemiddelde
percentage van
de hartslagreserve
(maximale hartslag
minus rusthartslag)
tijdens de ronde.
28 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Instellingen
 
Hartslag –
Rnd %Max **
Het gemiddelde
percentage van de
maximale hartslag
tijdens de ronde.
Hartslag –
Ronde **
Uw gemiddelde hartslag
tijdens de ronde.
Hartslaggraek ** Lijndiagram dat uw
huidige hartslagzone
(1-5) weergeeft.
Hartslagzone ** De huidige
hartslagzone (1-5).
De standaardzones
zijn gebaseerd op
uw gebruikersproel,
maximale hartslag en
hartslag in rust.
Hoogte * De afstand boven of
onder zeeniveau.
 
Koers De richting waarin u zich
momenteel beweegt.
Ronden Het aantal voltooide
ronden.
Snelh. – Nautisch Snelheid in knopen.
Snelh. – Verticaal De mate van toe- of
afgenomen hoogte
over tijd.
Snelheid ** De huidige snelheid.
Snelheid –
Gem. **
De gemiddelde snelheid
tijdens de loop.
Snelheid –
Ltst rnd **
De gemiddelde snelheid
tijdens de laatste
volledige ronde.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 29
Instellingen
 
Snelheid –
Ronde **
De gemiddelde snelheid
tijdens de huidige ronde.
Tempo ** Huidige tempo.
Tempo –
Gemiddeld **
Het gemiddelde tempo
tijdens de loop.
Tempo –
Ltst rnd **
Het gemiddelde tempo
tijdens de laatste
volledige ronde.
Tempo –
Ronde **
Het gemiddelde tempo
tijdens de huidige ronde.
Tijd De huidige tijd van
de dag, op basis van
uw tijdinstellingen
(zie pagina 31). De
standaardinstelling
werkt de tijdinformatie
automatisch bij.
Tijd Stopwatchtijd.
Tijd – Gem. rnd. De gemiddelde tijd die
u tot nu toe nodig hebt
gehad om de ronden te
voltooien.
 
Tijd – Ltste rnd. De hoeveelheid tijd
die nodig was om de
laatste volledige ronde
te voltooien.
Tijd – Ronde De hoeveelheid tijd in
de huidige ronde.
Tijd – Verstreken Totale hoeveelheid
tijd vanaf begin
tot einde van de
activiteit (inclusief
eventuele pauzes of
onderbrekingen).
Totale daling De totale afstand die u
bent gedaald.
Totale stijging De totale afstand die u
bent gestegen.
Verm. – Max. ** Het hoogste vermogen
dat tijdens de huidige rit
is bereikt.
Vermogen ** Het huidige uitgangsver-
mogen in watt of % FTP.
30 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Instellingen
 
Vermogen –
Gem. **
Het gemiddelde
uitgangsvermogen
voor de duur van de
huidige rit.
Vermogen –
Kilojoules **
Totale (cumulatieve)
hoeveelheid
uitgangsvermogen in
kilojoule.
Vermogen –
Ronde **
Het gemiddelde
uitgangsvermogen in de
huidige ronde.
Vermogens-
zone **
Huidig uitgangsver-
mogenbereik (1-7),
gebaseerd op uw FTP
of aangepaste instel-
lingen.

Druk op  en selecteer  >
.
: hiermee wijzigt u de taal van de tekst
op het -scherm. Als u de teksttaal wijzigt,
blijft de taal van door de gebruiker ingevoerde
gegevens, zoals koersnamen, ongewijzigd.
Als u een taal wilt downloaden die niet is
meegeleverd met uw toestel, ga dan naar
www.garmin.com/intosports en klik op
. Uw toestel kan slechts één
gedownloade taal tegelijk bevatten.
: pagina 31
: pagina 31
: pagina 31
: pagina 31
: pagina 32
: pagina 32
: pagina 32
: pagina 33
: voer de initiële setup uit om de
Forerunner te congureren.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 31
Instellingen


1. Druk op  en selecteer  >
 > .
2. Maak een keuze uit de volgende opties:
 : toetstonen in- of
uitschakelen.
 : berichttonen in- of
uitschakelen.
 : trilsignaal bij
berichten in- of uitschakelen.

1. Druk op  en selecteer  >
 > .
2. Maak een keuze uit de volgende opties:
  :
selecteer hoe lang de scherm-
verlichting moet blijven branden
Gebruik een lage waarde om energie
te besparen.
 : het schermcontrast
selecteren.

1. Druk op  en selecteer  >
 > .
2. Druk op  en selecteer een optie als u
de oriëntatie van de kaart wilt.
 : hiermee wordt de kaart
zodanig weergegeven dat het noorden
zich boven aan het scherm bevindt.
 : hiermee wordt de
kaart zodanig weergegeven dat de
richting waarin u zich beweegt naar de
bovenkant van het scherm wijst.
3. Selecteer  of  in het veld
 als u waypoints op de kaart
wilt weergeven of verbergen.
4. Als u de kaart wilt weergeven als onderdeel
van de paginalus, selecteert u  in het
veld .

1. Druk op  en selecteer  >
 > .
2. Selecteer een tijdweergave en een tijdzone.
32 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Instellingen

1. Druk op  en selecteer  >
 > .
2. Selecteer de eenheden voor afstand,
hoogte, gewicht/lengte, tempo/snelheid en
positie.

Als u een ANT+ compatibele weegschaal
heeft, kan het toestel de gegevens van de
weegschaal aezen.
1. Druk op  en selecteer  >
 > .
2. Selecteer  > .
3. Druk op de timerpagina kort op
.
Het bericht “Zoeken naar weegschaal”
wordt weergegeven.
4. Ga op de weegschaal staan als het lampje
knippert.
: als u een lichaams-
analyseweegschaal gebruikt, dient u uw
schoenen en sokken uit te trekken om
te zorgen dat alle lichaamsparameters
worden gelezen en geregistreerd.
5. Stap van de weegschaal af als het lampje
niet meer knippert.
: als zich een fout
voordoet, stapt u van de weegschaal
af. Stap op de weegschaal als dit wordt
aangegeven.
Op uw toestel worden waarden weergegeven
voor gewicht, lichaamsvet en lichaamshy-
dratatie. Op het toestel worden ook nog
andere weegschaalwaarden opgeslagen en
alle meetwaarden worden automatisch naar
uw computer verzonden als u de geschiedenis
overdraagt (pagina 5).

Zoek naar het ANT+ Link Here-logo als u
uw apparaat wilt aansluiten op compatibele
tnessapparatuur.
: als tnessapparatuur al is
ingeschakeld, gaat u naar stap 3.
1. Druk op  en selecteer  >
 > .
2. Selecteer  > .
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 33
Instellingen
3. Druk op  om naar de timerpagina te
gaan.
De
knippert om aan te geven dat de
koppeling gereed is.
4. Plaats het toestel
in de buurt van het
ANT+ Link
Here-logo.
Het bericht
“Fitnessapparatuur
gedetecteerd” wordt weergegeven. De
blijft branden als uw toestel is gekoppeld.
5. Start de timer op de tnessapparatuur om
met uw workout te beginnen.
De timer op uw toestel wordt automatisch
gestart.
Reset de tnessapparatuur en voer de
koppeling opnieuw uit als u problemen hebt
met verbinden.
Zie www.garmin.com/antplus voor meer
koppelingsinstructies.

Blijf op 10 meter afstand van andere ANT+-
accessoires wanneer de Forerunner voor de
eerste keer aan uw computer wordt gekoppeld.
1. Controleer of de computer is ingesteld voor
het uploaden van gegevens en dat koppelen
is ingeschakeld in ANT Agent. Zie pagina 5.
2. Druk op  en selecteer  >
 > .
3. Selecteer  > .
4. Zorg dat de Forerunner zich binnen 3 meter
van uw computer bevindt.
5. Als ANT Agent de Forerunner heeft
gevonden, wordt de toestel-ID weergegeven
en wordt gevraagd of u de toestellen wilt
koppelen. Selecteer .
6. Op de Forerunner moet dezelfde toestel-ID
worden weergegeven als in de ANT Agent.
Als dit het geval is, kies dan  op de
Forerunner om het koppelingsproces te
voltooien.
34 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Instellingen


Als u gegevensoverdracht naar/vanaf een
andere computer, zelfs een gekoppelde
computer, wilt voorkomen, druk dan op
 en selecteer  >  >
 >  > .

Standaard verzendt de Forerunner alleen
nieuwe gegevens naar uw computer. Als u
alle gegevens opnieuw naar uw computer wilt
verzenden, druk dan op  en selecteer
 > .

Druk op  en selecteer  >
. De Forerunner gebruikt
de informatie die u opgeeft over uzelf om uw
calorieverbruik te berekenen. De initiële setup
helpt u ook bij het congureren van uw proel
voordat u de Forerunner gaat gebruiken.
Technologie voor analyse van caloriever-
branding en hartslag wordt geleverd en
ondersteund door Firstbeat Technologies
Ltd. Ga voor meer informatie naar
http://www.rstbeattechnologies.com/les
/Energy_Expenditure_Estimation.

Druk op  > selecteer  >
 om de softwareversie, de
GPS-versie en de toestel-ID weer te geven.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 35
Accessoires gebruiken

De volgende ANT+-accessoires zijn
compatibel met de Forerunner 310XT:
 Hartslagmeter
 Voetsensor
 GSC
10-etssensor voor snelheid en
cadans
 USB ANT Stick (zie pagina 5 en
pagina 33)
 ANT+-vermogensmeters van andere
bedrijven
Ga naar http://buy.garmin.com als u een
accessoire wilt aanschaffen of neem contact
op met uw Garmin-dealer.

Als u een accessoire met draadloze ANT+-
technologie hebt gekocht, dient u dit aan uw
Forerunner te koppelen.
Koppelen is het verbinden van ANT+-
accessoires, zoals de hartslagmeter, met uw
Forerunner. Het koppelen duurt slechts enkele
seconden en zorgt ervoor dat de accessoires
zijn geactiveerd en juist functioneren. Na
het koppelen ontvangt de Forerunner alleen
gegevens van uw accessoire, zelfs als u zich in
de buurt van andere accessoires bevindt.
Na de eerste keer koppelen zal uw Forerunner
uw accessoire automatisch herkennen wanneer
dit wordt geactiveerd.
: het accessoire moet gegevens verzenden
om het koppelingsproces te voltooien. U dient
de hartslagmeter te dragen, een pas te zetten
met de voetsensor of een etsbeweging te
maken met de GSC 10.
36 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Accessoires gebruiken

Zie pagina 3 voor meer informatie over het
gebruik van de hartslagmeter.

Lees de volgende tips als de hartslaggegevens
onnauwkeurig of onregelmatig zijn.
 Bevochtig de elektroden met water,
speeksel of een gel voor elektroden.
 Draag een t-shirt van katoen of maak uw
t-shirt nat als dat mogelijk is. Synthetische
materialen die langs de hartslagmeter
wrijven of er tegen aan slaan, kunnen
statische elektriciteit veroorzaken die de
hartslagsignalen beïnvloedt.
 Blijf uit de buurt van sterke
elektromagnetische velden en bepaalde
draadloze sensors van 2,4 GHz, omdat
deze interferentie met uw hartslagmeter
kunnen veroorzaken. Bronnen
van interferentie zijn bijvoorbeeld
hoogspanningsleidingen, elektrische
motoren, magnetrons, draadloze telefoons
van 2,4 GHz en draadloze LAN-
toegangspunten.


De hartslagmeter bevat een door de gebruiker
vervangbare CR2032-batterij.
: neem contact op met uw
gemeente voor informatie over het wegwerpen
van batterijen.
1. Gebruik een kleine kruiskopschroeven-
draaier om de vier schroeven aan de
achterkant van de module te verwijderen.
2. Verwijder de deksel en de batterij. Wacht
30 seconden. Plaats de nieuwe batterij met
de pluskant naar boven.
: zorg ervoor dat u de
afdichtring niet beschadigt of verliest.
3. Plaats het deksel en de vier schroeven
terug.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 37
Accessoires gebruiken
: na het vervangen van de
batterij moet u de hartslagmeter mogelijk
opnieuw op de Forerunner aansluiten.
: u kunt de levensduur van de batterij
maximaliseren door de hartslagmeter van de
band te verwijderen als deze niet in gebruik is.


verwijder de module
voordat u de band schoonmaakt.
opbouw van zweet en
zout op de band kan het vermogen van de
hartslagmonitor om nauwkeurige gegevens
te rapporteren negatief beïnvloeden.
Ga naar www.garmin.com/HRMcare voor
gedetailleerde wasinstructies.
Spoel de band na elk gebruik schoon.
Was de band na elke zeven keer
gebruiken. De reinigingmethode is
aangegeven door de symbolen op de band.
Wasmachine
Handwas
Droog de band niet in een wasdroger.
Koppel de module los van de band
als deze niet wordt gebruikt om de
levensduur van uw hartslagmeter te
verlengen.

Uw Forerunner is compatibel met de
voetsensor. Met behulp van de voetsensor
kunt u gegevens naar de Forerunner verzenden
bij indoortrainingen, als het GPS-signaal
zwak is of als u geen satellietsignalen meer
ontvangt. De voetsensor is stand-by en
klaar om gegevens te verzenden (net als de
38 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Accessoires gebruiken
hartslagmeter). U dient de voetsensor met de
Forerunner te koppelen.

Kalibratie van uw trainingsassistent is
optioneel en kan de nauwkeurigheid
verbeteren. De kalibratie kan op drie
manieren worden aangepast: afstand,
GPS en handmatig.

Voor het beste resultaat kalibreert u de
voetsensor via de binnenbaan van een
atletiekbaan die aan de voorschriften
voldoet. Een atletiekbaan die aan de
voorschiften voldoet (2 ronden = 800 meter) is
nauwkeuriger dan een loopband.
1. Druk op  en selecteer  >
 > .
2. Selecteer in het veld Voetsensor
aanwezig?
3. Selecteer .
4. Selecteer .
5. Selecteer een afstand.
6. Selecteer .
7. Druk op  om te beginnen met
opnemen.
8. Leg de afstand (hard)lopend af.
9. Druk op .

U dient GPS-signalen te ontvangen als u de
voetsensor via GPS wilt kalibreren.
1. Druk op  en selecteer  >
 > .
2. Selecteer  in het veld Voetsensor
aanwezig.
3. Selecteer .
4. Selecteer .
5. Selecteer .
6. Druk op .
7. Begin met rennen of wandelen. De
Forerunner geeft een melding wanneer
de afstand is afgelegd.

Als de afstand van de voetsensor steeds iets te
lang of te kort lijkt wanneer u rent, kunt u de
kalibratiefactor handmatig aanpassen.
Druk op  en selecteer  >
 >  >
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 39
Accessoires gebruiken
. Pas de kalibratiefactor aan.
Verhoog de kalibratiefactor als de afstand te
kort is en verlaag de kalibratiefactor als de
afstand te lang is.

Uw Forerunner is compatibel met de GSC 10
snelheids- en cadanssensor voor etsen.
U dient de GSC 10 aan de Forerunner te
koppelen. De etsmodus moet actief zijn.

Kalibratie van uw etssensor is optioneel en
kan de nauwkeurigheid verbeteren.
1. Druk op  en selecteer  >
 > etsnaam >
.
2. Selecteer  in het veld Fietssensors
aanwezig?
3. Druk zo nodig op  voor het
sensortype.

Als u specieke informatie voor uw ets
wilt invoeren om uw sensors nauwkeurig te
kalibreren, volgt u deze stappen:
1. Houd  ingedrukt om de etsmodus te
selecteren.
2. Druk op  en selecteer  >
 > etsnaam >
.
3. Wijzig de gegevens in de velden Naam,
Gewicht en Afstandteller.
4. U kunt  selecteren in het veld
Wielmaat als u uw wielmaat handmatig wilt
invoeren.
: de standaardinstelling
is . Uw wielmaat wordt
automatisch berekend op basis van de
GPS-afstand.
40 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Accessoires gebruiken

De Forerunner maakt gebruik van slimme
opslag. Hiermee worden belangrijke punten
opgeslagen waarop u van richting bent
veranderd of waarop uw snelheid of hartslag
is gewijzigd.
Wanneer een vermogensmeter van een
ander bedrijf (pagina 40) aan het toestel
wordt gekoppeld, neemt de Forerunner
iedere seconde punten op. Dit vergt meer
van het beschikbare geheugen van de
Forerunner, maar er ontstaat ook een bijzonder
nauwkeurige opname van uw rit.
Een lijst met compatibele vermogensmeters
van derden vindt u op www.garmin.com.


Raadpleeg de documentatie van de fabrikant
voor instructies over het kalibreren van uw
vermogensmeter.
U kunt uw vermogensmeter pas kalibreren
als deze op de juiste wijze is geïnstalleerd en
bezig is met het opnemen van gegevens. De
etsmodus moet actief zijn.
1. Druk op  en selecteer  >
 > etsnaam >
.
2. Selecteer  in het veld Vermogensmeter
aanwezig?
3. Selecteer .
4. Zorg dat uw vermogensmeter actief blijft
door te blijven trappen tot het bericht wordt
weergegeven.

De etsmodus moet actief zijn.
1. Druk op  en selecteer  >
 > etsnaam >
.
2. Selecteer  of .
U kunt zeven aangepaste vermogenszones
invoeren, waarbij 1 de laagste zone is en 7 de
hoogste. Als u uw FTP-waarde (functional
threshold power) kent, kunt u deze opgeven.
Dan berekent het toestel automatisch uw
vermogenszones. U kunt de vermogenszones
ook handmatig invoeren.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 41
Appendix


Als uw Forerunner niet goed werkt, houdt
u  en  gelijktijdig ingedrukt
tot het scherm leeg is (circa 7 seconden) om
uw Forerunner te resetten. Uw gegevens en
instellingen worden dan niet gewist.

:hiermee wordt alle
informatie verwijderd die de gebruiker
heeft ingevoerd, met inbegrip van de
geschiedenis.
1. Schakel de Forerunner uit.
2. Houd  en ingedrukt tot het bericht
wordt weergegeven.
3. Selecteer om alle gebruikersgegevens
te wissen.

Reinig de Forerunner of de optionele
hartslagmeter met een doek die is bevochtigd
met een oplossing van water en een zacht
schoonmaakmiddel. Veeg het toestel
vervolgens droog. Vermijd chemische
schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen die de
kunststofonderdelen kunnen beschadigen.
Bewaar de Forerunner niet op een plaats waar
deze langdurig aan extreme temperaturen
kan worden blootgesteld (bijvoorbeeld in de
kofferbak van een auto) omdat het toestel
hierdoor permanent kan worden beschadigd.
Gebruikersgegevens, zoals de geschiedenis,
blijven voor onbepaalde tijd in het
toestelgeheugen opgeslagen zonder dat
u een externe voedingsbron nodig hebt.
Maak een reservekopie van belangrijke
gebruikersgegevens door deze naar Garmin
Connect over te brengen. Zie pagina 5.
42 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Appendix



Ga naar www.garmin.com/intosports
voor meer informatie over updates van de
Forerunner-software en op het web gebaseerde
Garmin Connect-software.
Als er nieuwe software beschikbaar is,
geeft Garmin Connect een melding dat u de
Forerunner-software kunt bijwerken. Volg de
instructies op het scherm. Zorg ervoor dat het
toestel tijdens het bijwerken binnen het bereik
van de computer blijft.

De levensduur van de batterij is afhankelijk
van het volgende: GPS, schermverlichting,
ANT+ computerverbinding.
Met een volledig opgeladen batterij kan de
Forerunner maximaal 20 uur worden gebruikt
als GPS is ingeschakeld.



B × L × D: 54 × 56 × 19 mm
(2,13 × 2,20 × 0,75 inch)
 72 gram (2,5 oz.)
 33 × 21 mm (1,3 × 0,8 inch),
resolutie: 160 × 100 pixels,
met LED-schermverlichting.
 oppervlakte zwemmen
 ongeveer 20 uur aan
gegevens (als er elke 4 seconden
1 trajectpunt wordt vastgelegd).
 tot 1000 ronden;
100 gebruikerslocaties (waypoints).
 USB ANT Stick
 oplaadbare lithium-ionbatterij
van 700 mAh
 tot 20 uur bij normaal
gebruik.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 43
Appendix
 van -20 tot 60 °C
(-4 °F tot 140 °F)
 van 0 tot 50 °C
(32 °F tot 122 °F)

2,4 GHz/ANT+-protocol voor
draadloze communicatie
 interne patch
 bijzonder gevoelig;
geïntegreerd

L × B × D: 59 × 18 × 7 mm
(2,32 × 0,71 × 0,28 inch)
6 gram (0,01 lbs.)
circa 5 m (16,4 ft.)

van -10 tot 50 °C (14 °F tot 122 °F)

2,4 GHz/ANT+-protocol voor
draadloze communicatie
 USB

B × H ×D:
62 × 34 × 11 mm (2,4 × 1,3 × 0,4 inch)
te verlengen van
53 tot 75 cm (te verlengen van
21 tot 29,5 inch)
 45 g (1,6 ounce)
30 m (98,4 ft.)
: dit toestel verzendt geen
hartslaggegevens naar uw GPS-toestel tijdens
het zwemmen.
 ongeveer 3 m (9,8 ft.)
 vervangbare CR2032, 3 V.
Perchloraten; voorzichtigheid
is geboden. Zie www.dtsc.ca.gov
/hazardouswaste/perchlorate.
44 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Appendix
ongeveer 4,5 jaar
(1 uur per dag)
van -5 tot 50 °C
(23 °F tot 122 °F)

2,4 GHz/ANT+-protocol voor
draadloze communicatie
 ANT+


DOOR DE FORERUNNER TE GEBRUIKEN,
GAAT U ERMEE AKKOORD DAT
U BENT GEBONDEN DOOR DE
VOORWAARDEN VAN DE VOLGENDE
SOFTWARELICENTIEOVEREENKOMST. LEES
DEZE OVEREENKOMST ZORGVULDIG.
Garmin verleent u een beperkte licentie om
de software die is ingebouwd in dit toestel (de
"software") in binaire, uitvoerbare vorm te
gebruiken voor normaal gebruik van het product.
De eigendomstitel, de eigendomsrechten en de
intellectuele eigendomsrechten van de software
blijven berusten bij Garmin.
U erkent dat de software het eigendom is van Garmin
en wordt beschermd door de copyrightwetten van
de Verenigde Staten van Amerika en internationale
copyrightverdragen. U erkent bovendien dat
de structuur, ordening en code van de software
waardevolle handelsgeheimen van Garmin zijn en dat
de software in de vorm van broncode een waardevol
handelsgeheim van Garmin blijft. U verklaart
dat u de software of elk deel daarvan niet zult
decompileren, demonteren, wijzigen, onderwerpen
aan reverse assembling of reverse engineering,
herleiden tot door mensen leesbare vorm of afgeleide
werken zult maken op basis van de software. U
verklaart dat u de software niet zult exporteren of
herexporteren naar landen die de exportwetten van de
Verenigde Staten van Amerika schenden.

Hierbij verklaart Garmin dat dit product
voldoet aan de basiseisen en overige relevante
bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. De
volledige conformiteitsverklaring kunt u lezen
op www.garmin.com/compliance.
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 45
Appendix

 
Mijn Forerunner ontvangt
geen satellietsignalen.
Druk op  en selecteer  > . Controleer of GPS
is ingeschakeld. Gebruik de Forerunner buiten, uit de buurt van hoge
gebouwen. Blijf enkele minuten stationair.
Mijn batterijmeter lijkt niet
nauwkeurig te zijn.
Laad de batterij van de Forerunner volledig leeglopen en laad de batterij
vervolgens op (zonder de laadcyclus te onderbreken).
De hartslagmeter,
voetsensor of GSC 10 kan
niet aan de Forerunner
worden gekoppeld.
Zorg ervoor dat u minstens tien meter bij andere ANT+-accessoires
vandaan bent tijdens het koppelen. Zorg dat de Forerunner zich tijdens
het koppelen binnen 3 meter van de sensor bevindt. Zoek opnieuw naar
accessoires (zie pagina 35). Controleer of het accessoire gegevens
verzendt (u moet bijvoorbeeld de hartslagmeter dragen). Als het
probleem zich blijft voordoen, vervangt u de batterij van het accessoire.
De hartslagmeter is
onnauwkeurig.
Zie pagina 36.
De riem van de
hartslagmeter is te groot.
Er is een kleinere, elastische riem verkrijgbaar. Ga naar
http://buy.garmin.com.
Mijn Forerunner kan
geen koppeling tot stand
brengen met compatibele
tnessapparatuur.
Controleer of de tnessapparatuur is ingeschakeld (pagina 32). Druk op
 om door alle menupagina's te bladeren totdat u de timerpagina
hebt bereikt. Als u nog steeds niet kunt koppelen, reset dan zowel het
toestel (pagina 41) als de compatibele tnessapparatuur.
46 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
Appendix
 
Sommige gegevens
ontbreken op mijn
Forerunner.
De Forerunner neemt geen nieuwe gegevens meer op als u uw
gegevens niet naar uw computer overbrengt. Breng uw gegevens
regelmatig over om gegevensverlies te voorkomen.




 
50–60% Ontspannen, comfortabele snelheid,
regelmatige ademhaling
Aerobische training
voor beginners, verlaagt
stressniveau
60–70% Comfortabele snelheid, iets diepere
ademhaling, gesprek voeren is
mogelijk
Standaardcardiovasculaire
training; korte herstelperiode
70–80% Matige snelheid, gesprek voeren
iets lastiger
Verbeterde aerobische
capaciteit, optimale
cardiovasculaire training
80–90% Hoog tempo en enigszins
ongemakkelijk; moeilijke ademhaling
Verbeterde anaerobische
capaciteit en drempel, hogere
snelheid
90–100% Sprinttempo, kan niet lang worden
volgehouden; ademhaling zwaar
Anaerobisch en musculair
uithoudingsvermogen; meer
kracht
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 47
Index

accessoires 33, 35–40
activiteitsklasse 7
afstandgegevensvelden 26
afteltimer 20
Auto Lap 8
Auto Multisport 18
Auto Pause 9
Auto Scroll 10
batterij
informatie 42
opladen 1
cadansgegevensvelden 26
calorieën 27
etsaccessoires 39
etsmodus 17
Firstbeat Technologies Ltd 34
tnessapparatuur
koppelen 32
problemen oplossen 45
ga naar locatie 24
Garmin Connect i, 5, 30, 42
Garmin Product Support i
gebruikersgegevens wissen 41
gebruikersproel 34
gegevensvelden 26
gegevens wissen 41
geschiedenis
opslaan 21
verwijderen 22
weergeven 21
GPS 23–25
gradiënt 27
GSC 10 39
hartslag
gegevensvelden 27
instellingen 4
zones 10, 46
hartslagmeter 3, 36
batterij 36
schoonmaken 37
tips 36
hoogtegegevensvelden 28
intervalworkouts 13
kaart 23
kalibreren
etssensor (GSC 10) 39
GSC 10 39
vermogensmeter 40
voetsensor 37
koersen 16
verwijderen 17
kompas 24
koppelen
accessoires 35
computer 33
tnessapparatuur 33
hartslagmeter 3
Index
48 Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding
licentieovereenkomst 44
light 31
lithium-ionbatterij 42
locaties
markeren 23
verwijderen 24
zoeken 24
Multisport, Auto 18
myGarmin 5
navigatie 23–25
pictogrammen 6
problemen oplossen 45
productondersteuning i
productregistratie i
proel, gebruiker 34
registratie i
reinigen van de Forerunner 41
reinigingsinformatie 41
ronde ii
satellietpagina 25
satellietsignalen
ontvangen 2
schermcontrast 31
schermverlichting 31
snelheidgegevensvelden 28
software bijwerken 42
softwaredownloads 5
softwarelicentieovereenkomst 44
specicaties 42
sportmodus 8
statuspictogrammen 6
taal 30
technische specicaties 42
tijdgegevensvelden 29
tijdzone wijzigen 31
toestel-id 34
toestellen 30
toetsen ii
vergrendelen 5
tonen 31
totalen 21
training 8
USB ANT Stick 5
vermogen
kalibratie 40
meter 40
zones 40
Forerunner 310XT – Gebruikershandleiding 49
Index
verwijderen
geavanceerde workouts 16
geschiedenis 22
koersen 17
Virtual Partner 11, 12, 16
voetsensor 37
kalibreren 37
waarschuwingen 12
weegschaal 32
Workouts 13
aangepast 14
interval 13
workouts met meerdere
sporten 17–19
zones
hartslag 10
vermogen 40
zwemmen 19–20


© 2009–2012 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Garmin International, Inc.
1200 East 151st Street Olathe, Kansas 66062, VS
Garmin (Europe) Ltd.
Liberty House, Hounsdown Business Park Southampton, Hampshire, SO40 9LR, Verenigd Koninkrijk
Garmin Corporation
No. 68, Zhangshu 2nd Road, Xizhi Dist. New Taipei City, 221, Taiwan (Republiek China)
www.garmin.com
November
2012 Onderdeelnummer 190-01064-35 Rev. D Gedrukt in Taiwan
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Garmin Forerunner® 310XT de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor