ProForm PETL62905 de handleiding

Type
de handleiding
Sticker met serienummer
Modelnummer PETL62905.0
Serienummer
WAARSCHUWING
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding door voordat u dit appa
-
raat gaat gebruiken. Bewaar deze
handleiding voor verdere raadple-
ging.
Onderdeel Nr. 229213 R0805A Gedrukt in USA © 2005 ICON IP, Inc.
GEBRUIKSAANWIJZING
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen voor uw loopband te bestellen, neem dan a.u.b. contact op met de winkel waar u dit ap-
p
araat hebt gekocht.
Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u onderdelen wilt bestellen:
het MODELNUMMER van het produkt (PETL62905.0)
de NAAM van het produkt (PROFORM
®
690 VX loopband)
het SERIENUMMER VAN het produkt (zie de kaft van de handleiding)
het NUMMER VAN HET ONDERDEEL en de BESCHRIJVING van het onderdeel op pagina 31 van deze
handleiding
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op
uw volledige tevredenheid. Mocht
u nog vragen hebben, mochten
sommige onderdelen ontbreken
of beschadigd zijn neem dan con-
tact op met de winkel waar u dit
Produkt hebt gekocht.
INHOUD
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laataste Pagina
Aandacht: U kunt in het midden van deze handleiding een GEDETAILLEERDE TEKENING vinden.
2
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
31
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PETL62905.0 R0805A
Nr. Aantal Beschrijving Nr. Aantal Beschrijving Nr. Aantal Beschrijving
1 2 Sticker Isolator
2 6 3/4” Schroef
3 39 Schroef
4 1 Grendel
5 6 Schroef voor de
Voetleuning
6 2 Voorste Isolator
7 4 Schroef van de Kap
8 8 Sterring
9 2 Bout van het
Loopplatform, Achterkant
10 2 Bout van het
Loopplatform, Voorkant
11 4 Schroef van de Band
Geleider
12 2 Band Geleider
13 1 Linker Handleuning
14 1 Rechter Handleuning
15 2 Schakelbout van het
Onderstel
16 1 Linker Voetkussentje
17 1 Rechter Voetkussentje
18 2 Bout van Isolator,
Bovenkant
19 2 Bovenkapje van Isolator
20 1 Steun van het Onderstel
van het Bedieningspa-
neel
21 1 Montage van de
Veerslotpen
22 2 Doorvoer voor Motor
23 1 Transformator
24
2
Bout van Motorhouder
25 2 Isolatorveer
26 1 Riem van de Motor
27 1 Aandrijvings Motor
28
2
Tussenring voor het
Onderstel
29 4 U-moer
30 1 Montage van de
Aansluitdoos
31
2
Bout van het Onderstel
van de Lift
32 8 Slotmoer
33 14 1/2” Schroef
34 1 Bedieningspaneel
35 2 Schroef voor Ventilator
36 1 Elektriciteitssnoer
37 1 Ventilator
38 1 Controller
39
1
Beugel voor Elektronica
40 2 Tussenring voor de
Achterste Roller
41 1 Kap
42 1 Huls van Voorste Roller
43 1 Lift Onderstel
44 2 Staander
Beschermkapje
45 1 Bout van de Voorste
Roller
46 1 Magneet
47 1 Voorste Roller
48 1 Loopband
49 1 Loopoppervlak
50 2 Schroef van het Veerslot
51 1 Achteroller
52 1 Linker Eindkapje achter
53 2 Bout van de Achterroller
54 1 Rechter Beneden
Eindkapje
55 1 Inbussleutel
56 1 Hellingstopbeugel
57 1 Geaarde Draad
58 1 Onderstel
59 1 Onderkap
60 1 Bladveerschakelaar-
houder
61 1 Bladveerschakelaarclip
62 1 Moer van de Voorste
Roller
63 1 Bladveerschakelaar
64 4 Bout van het
Bedieningspaneel
65 4 Bout van het
Verlengstuk van het
Been
66 5 Sterring
67 4 Moer voor het
Verlengstuk van de Poot
68
2
Opgeletsticker
69 1 Waarschuwingsticker
70 2 Moer van het
Loopplatform
71
1 Kabelbevestiging
72
1
Wigpen
73 1 Bemanteling van het
Veerslot
74 4 Verbindingsclip
75 1 Verbinding
76 1 Plaat met Elektronica
77 1 Draadharnas van de
Staander
78 1 Draadharnas van het
Bedieningspaneel
79 1 Sleutel/Clip
80 2 Bout van Wiel
81 2 Bout van het Wiel
82 6 Kussen voor de Basis
83 10 1” Tek Schroef
84 1 Staander
85 1 Basis van het
Bedieningspaneel
86 1 Bout van Hellingmotor
87 1 Haarpen-wigpen
88 1 Hellingmotor
89 2 Verlengstuk van het
Been
90 2 Houder van de Achter
Roller
91 2 Isolator
92 2 Onderkapje van Isolator
93 2 Beugel voor Isolator
94 2 Moer van de Isolator,
Bovenste
95 1 Tussen Schakelbout
96 1 Arm Tussenstuk
97 1 Tussenarm
98 1 Veer Tussenarm
99 2 Tussenring van de
Tussenarm
100 1 Tussenmoer
101 1 Katrol
102 1 Katrolbout
103 1 Electrische snoer
Adapter
104 1 Filter
105 1 Borstkas-band
106 1 Borstkas-sensor
107
1
Draad voor iFIT
108 1 Schokdemper
109 1 Hartslag Ontvanger
110 1 Verlengsnoer voor de
Hartslagmeter
111 1 Geaarde Draad
112 2 Schokdemperclip
# 1 6” Blauwe Draad, 2
vrouwelijke
#
1
10” Rood Draad, F/M
# 1 12” Groene Draad,
M/Ring
# 1 8” Zwarte Draad, 2 Ring
#
1 Gebruikersaanwijzing
# Deze onderdelen woorden niet
getoond.
Specificaties kunnen zonder ken
-
nisgeving worden veranderd.
De GEDETAILLEERDE TEKENING in het midden van deze handleiding bekijken om de onderdelen die hieron-
d
er opgesomd staan te kunnen vinden.
30
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2. Gebruik de loopband alleen zoals beschre-
ven is.
3. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond
met minstens 2,5 m ruimte rondom ruimte
achter de loopband en 0,5 m ruimte aan ie
-
dere kant van de loopband. Zorg ervoor dat
de loopband geen luchtopeningen, luchtroos-
ters blokkeert. Leg een kleed onder de loop-
band om de vloer te beschermen.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe-
gevoegd.
6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
7. De loopband kan alleen door mensen die min-
der dan 135 kg wegen worden gebruikt.
8. Laat nooit meer dan een persoon op de loop-
band.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de loop-
band gebruikt. Draag geen losse kleding die
in de loopband verstrikt kan raken.
Sportkleding voor mannen en vrouwen aan-
bevolen.
Gebruik de loopband nooit op blote
voeten, op sokken of op sandalen. Draag al-
tijd sportschoenen.
10. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 9). Geen elk ander appa-
raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
11. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, ge-
bruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of
korter.
12. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
13. Loop nooit op de loopband wanneer de electri-
citeit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband
niet wanneer het electrische snoer of stekker
beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij
niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN
op pagina 27 als de loopband niet goed werkt.)
14. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de hand-
leuningen wanneer u de loopband gebruikt.
15. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om schok-
kende versnellingen te voorkomen.
16. De hartslag-sensor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren zoals beweging
van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid
van de metingen beïnvloeden. De hartslag-
sensor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor
algemene hartslag meting.
17. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
stekker uit het stopcontact, en druk de on/off
(aan/uit) knop voor de stroomonderbreking in
de uit stand wanneer u de loopband niet ge-
bruikt. (Zie de tekening op pagina 5 om de
aan/uit knop te vinden.)
18. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pa
-
gina 25.) U moet zeker 20 kg kunnen tillen om
de loopband te kunnen uitklappen, inklappen
of verplaatsen.
19. Zorg ervoor dat de sluitknop volledig gesloten
is voordat u de loopband inklapt of verplaatst.
20. Inspecteer alle onderdelen van de loopband
en draai ze dan goed vast.
WAARSCHUWING: L
ees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen en infor-
matie door voordat u de loopband gaat gebruiken om het risico op brandwonden, brand, electrische
schok of persoonlijk letsel te verminderen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
3
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE
De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoe-
ren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie
raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts.
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivascu-
lair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit
het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen
door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram
hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor vet
verbranding en voor een aerobic oefening.
Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u
eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftijden
zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie ge-
tallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven uw
trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn voor
vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is voor
aerobic oefeningen aanbevolen.
Vet verbruiken
Om effectief vet te verbranden moet U voor een lan-
gere tijd op een betrekkelijke lage intensiteit oefenen.
Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt uw
lichaam makkelijke bereikbare
koolhydraten
. Pas na de
eerste paar minuten begint uw lichaam
vet
als energie
te verbruiken. Stel de snelheid en de helling van de
loopband bij todat uw hartslag rond het laagste getal
van uw trainingszone ligt als u vet wilt verbranden.
S
tel voor maximale vet verbranding, de snelheid en
helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het
middelste getal van uw trainingszone ligt.
A
erobic oefening
Uw oefening moet aerobic zijn als het uw doel is uw
cardiovasculair systeem te verbeteren. Een aerobic
oefening is een activiteit met een hogere zuurstof toe-
voer voor een langere tijd. Deze hogere intensiteit
vraagt een grotere prestatie van uw hart om bloed
naar uw spieren te pompen. Het vereist ook een gro-
tere prestatie van uw longen om het bloed van zuurstof
te voorzien. Stel de snelheid en de helling van de loop-
band bij totdat uw hartslag rond het hoogste getal van
uw trainingszone ligt als u een aerobic oefening wilt
uitvoeren.
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Iedere oefening moet uit de volgende drie onderleden
bestaan:
Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarm-
fase door 5 à 10 minuten de spieren te strekken en
wat lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefe-
ning verhoogt uw lichaamstemperatuur, uw hartslag en
bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw
oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensi-
teit van uw oefening na het opwarmen zodat uw hart-
slag binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 60
minuten vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van
uw oefenprogramma uw oefening tot 20 minuten).
Haal diep en regelmatig adem. Houdt nooit uw adem
in.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 mi-
nuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw
spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen
na de oefening.
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet
u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust
tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u
als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te
hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te
oefenen.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig
ander oefenprogramma begint. Dit is bijzon-
der belangrijk voor mensen ouder dan 35 of
m
ensen met gezondheidsproblemen. Lees
alle instructies door voor gebruik.
De hartslag-sensor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren zoals beweging
van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid
van de hartslag metingen beïnvloeden. De
hartslag-sensor is alleen als hulpmiddel be-
doeld voor algemene hartslag meting.
4
De stickers hier getoond zijn op uw looband geplakt. Let
erop dat de tekst op de stickers in het Engels is. Zoek naar
de stickers in het Nederlands en plak ze over de engelse sti-
ckers. Als er een sticker onbreekt, of niet leesbaar is, neem
dan contact op met de winkel waar u dit apparaat hebt ge-
kocht (zie laatste pagina van deze handleiding). Plak de sti-
ckers op de aangegeven plaatsen. Opmerking: het etiket is
niet op ware grootte afge-
beeld.
21. U zult een “piep” geluid horen wanneer tijdens
h
et gebruik van de iFIT.com programma’s de
s
nelheid en/of de hellingstand van de loopband
veranderd wordt/worden. Luister naar het
“piep” geluid en ben er op voorbereid dat de
snelheid en/of hellingstand van de loopband
g
aat/gaan veranderen. In sommige gevallen
kan de snelheid en/of hellingstand veranderen
voordat de persoonlijke trainer dat aangeeft.
22. U kunt wanneer u dat wilt tijdens het gebruik
van de iFIT.com programma’s handmatig de
snelheid en hellingstand aanpassen door op de
Snelheid en Helling toetsen te drukken. De
snelheid en hellingstand instellingen van de
programma’s zullen worden aangepast wan-
neer u nochtans een “piep” geluid hoort.
23. Haal altijd de iFIT.com CD’s en video’s uit uw
CD- of videospeler en maak uw MP3 speler
los wanneer u deze niet gebruikt.
24. Steek nooit iets in welke opening dan ook.
25.
GEVAAR: Neem altijd voordat u de
loopband schoonmaakt het snoer uit het
stopcontact. Doe dit ook wanneer u loopband
onderhoud en bijstellen procedures uitvoert
zoals in deze handleiding is beschreven.
Verwijder nooit de motorkap tenzij een techni-
c
us dat aangeeft. Ander onderhoud dan dat-
gene wat vermeld staat in deze handleiding
moet door een technicus uitgevoerd worden.
26. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel of voor verhuur.
BEWAAR DEZE
INSTRUCTIES
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefen-
programma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezond-
heidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik. ICON is niet verantwoordelijk voor persoon-
lijk letsel of schade door het gebruik van dit Produkt.
29
b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
w
anneer de loopband slipt. D
raai met de meege-
leverde sleutel beide bouten van de achterroller
e
en 1/4 slag met de klok mee. Wanneer de loop-
band goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7
cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor
dat de band goed in het midden ligt. Steek de stek-
ker en de sleutel weer in en laat de loopband een
paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot
de loopband goed ligt.
PROBLEEM: De hartslag monitor werkt niet goed.
OPLOSSING: a. Kijk bij PROBLEMEN MET DE BORSTKAS-SENSOR OPLOSSEN op pagina 9 wanneer de
hartslag monitor niet goed werkt.
b. Wanneer de hartslag monitor nog steeds niet goed werkt vervang
dan de batterij. Zoek om de batterij te vervangen naar de deksel aan
de achterkant van de sensor. Steek een muntje in de gleuf van de
deksel en draai de deksel tegen de klok in tot aan de “open” positie.
Verwijder de deksel. Haal vervolgens de batterij uit de sensor.
Plaats er een nieuwe CR2032 batterij in
met het opschrift naar
boven. Zorg er ook voor dat de rubber band goed in de sensor zit.
Maak de deksel weer vast en draai de deksel in de gesloten positie.
PROBLEEM: De helling van de loopband verandert niet op de juiste wijze
OPLOSSING: a.
Druk terwijl de sleutel in het bedieningspaneel is geschoven op een van de Helling toetsen.
Haal de sleutel er uit terwijl de helling van de loopband zich aanpast. Steek de sleutel na
een paar seconden weer in het bedieningspaneel. De loopband zal dan automatisch de helling
tot de maximale helling aanpassen om vervolgens naar de laagste stand terug te keren.
Hierdoor wordt het hellingssysteem opnieuw gekalibreerd.
Batterij
Rubber
Band
Deksel
b
Deksel
b
5
G
efeliciteerd met uw keuze voor de revolutionaire
P
ROFORM
®
6
90 VX loopband. De 690 VX heeft een
uitgebreid scala aan functies waarmee u uw training
plezieriger en effectiever kunt maken. En wanneer u de
loopband niet gebruikt kunt u de 690 VX loopband in-
klappen zodat hij minder ruimte in beslag neemt dan
andere loopbanden.
Lees deze handleiding voor uw eigen welzijn zorg-
vuldig door voordat u de loopband gebruikt.
R
aadpleeg, mocht u nog vragen hebben, de kaft van
d
eze gebruiksaanwijzing. Om u beter van dienst te
kunnen zijn, zorg ervoor dat u het model- en serienum-
mer bij de hand hebt voordat u belt. Het modelnummer
is PETL62905.0. Het serienummer bevindt zich op een
sticker op de loopband (zie kaft van deze handleiding).
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de te-
kening hieronder en de verschillende onderdelen.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Staander
Sluitknop
Sleutel/Clip
Stroomonderbreker
Aan/Uit Knop
Loopband
Loopplatform met Kussen
voor maximaal oefencomfort
Voetkussentje
RECHTERKANT
Bijstelbouten voor
de Achterroller
Bedieningspaneel
Water Bottle Holder
(no bottle is included)
Ventilator
ACHTERKANT
Zet, met de hulp van een tweede persoon, de
Staanders (84) voorzichtig rechtop zoals aangege-
v
en. Draai de Kap (41) voorzichtig af.
Zoek de Bladveerschakelaar (63) en de Magneet
(46) aan de linkerkant van de Katrol (47). Draai de
Katrol zodanig dat de Magneet gelijk staat met de
Bladveerschakelaar.
Zorg ervoor dat de afstand
tussen de Magneet en de Bladveerschakelaar
ongeveer 3 mm is.
Draai, indien nodig, de Schroef
(3) wat los en verplaats de Bladveerschakelaar
enigszins. Draai de Schroef weer vast. Maak de kap
weer vast en laat de loopband een paar minuten
draaien om de snelheidsmeting na te kijken.
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loopband
minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal de
sleutel uit het bedieningspaneel en
DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT. Draai met de meegele-
verde sleutel beide bouten van de achterroller een
1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de loopband
goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm van
het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de
band goed in het midden ligt. Steek de stekker en
de sleutel weer in en laat de loopband een paar mi-
nuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loop-
band goed ligt.
c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u erop
loopt.
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING:
a.
Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
wanneer
de loopband niet goed in het midden ligt. Als de
loopband naar links is verschoven, draai met de
meegeleverde sleutel de linker bout van de achter
-
roller een 1/2 slag met de klok mee. Als de loop-
band naar rechts is verschoven, draai dan de
bout van de achterroller een 1/2 slag tegen de klok
in. Zorg ervoor dat u de band niet te strak aan-
draait. Steek de stekker en de sleutel weer in en
laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
a
Bijstelbouten voor de achterroller
5–7 cm
b
46
3
63
Zicht
van
boven
47
41
84
3 mm
28
276
MONTAGE
De montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en
verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft.
Aandacht: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens het
vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking be-
v
indt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de bovenkant
van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
Voor de montage heeft u de meegeleverde inbussleutel en daarnaast een platkopschroevendraaier
(met een steel van minstens 15 cm) draadschaar .
Gebruik de tekeningen hieronder tijdens de montage van de fiets om de kleine onderdelen te herkennen.
Aandacht: sommige kleine onderdelen zijn al gemonteerd om de verzending te vergemakkelijken.
1. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontactuit het
stopcontact.
Met de hulp van een tweede persoon, leg zoals getoond
de loopband voorzichtig op zijn linkerkant. Klap het
Onderstel (58) gedeeltelijk op zodat de loopband meer
stabiel is. Klap de loopband niet helemaal op totdat de
montage voltooid is.
Maak een Verlengstuk van de Poot (89) aan de onderkant
van de Staanders (84) vast zoals getoond. Houd twee
Moeren van het Verlengstuk van de Poot (67) aan de on-
derkant van het Verlengstuk van de Poot. Plaats dan twee
Bouten van het Verlengstuk van de Poot (65) met Sterrin-
gen (8) aan de bovenkant van het Verlengstukken van de
Poot en draai de Bouten van het Verlengstuk van de Poot
strak vast in de Moeren van het verlengstuk van de Poot.
Met hulp van een tweede persoon, draai de loopband
voorzichtig om op de andere zijde. Maak het andere ver
-
lengstuk van de poot (niet getoond) vast zoals hierboven
beschreven.
Maak vier Kussentjes van de Basis (82) (slechts twee
worden getoond) vast aan de basis van de Staanders
(84) met vier 1" Tek Schroeven (83).
89
58
82
82
84
83
65
8
1
67
1” Tek Schroef (83)–4
Sterring (8)–8
Bout van het
Bedieningspaneel (64)–4
Moer voor het Verlengstuk
van de Poot (67)–4
Schroef van het
Veerslot (50)–2
Bout van het Verlengstuk
van het Been (65)–4
PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen.
Z
oek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben,
neem dan contact op met onze klantendienst.
PROBLEEM: De stroom is niet ingeschakeld
OPLOSSING:
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in een geaard stopcontact. (Zie pagina 10).
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 mof korter. De loop-
band kan niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bedie-
ningspaneel zit.
c. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op
het onderstel van de loopband. Als de knop uit-
steekt zoals aangegeven is de stroomonderbreker
doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk de scha-
kelaar opnieuw in om de stroomonderbreker op-
nieuw in werking te stellen (te resetten).
d. Bekijk de aan/uit knop die zich bij het electriciteits-
noer van de loopband bevindt. De knop moet zich
in de aan positie bevinden.
PROBLEEM: Stroomuitval tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband (zie tekening
boven). Als de stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de scha-
kelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt,
haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspaneel.
d. Zorg ervoor dat de aan/uit knop zich in de aan positie bevindt.
e.
Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
PROBLEEM:
De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING:
a.
Oplossing: a. Haal de sleutel uit het bedieningspa
-
neel en
trek snoer uit het stopcontact. Leg, met
de hulp van een tweede persoon, de Basis van de
Staander (84) voorzichtig neer zoals aangegeven.
Verwijder dan de drie Schroeven (3) en de drie
Schroeven van de Kap (7). Aandacht: Een kruiskop-
schroevendraaier met een schacht van minstens 15
cm is vereist.
3
84
a
7
Doorgeslagen
c
Resetten
Aan
Positie
d
3
7
4.
Oriënteer de Bemanteling van het Veerslot (73) zodat het
grote gat aan de aangegeven kant is. Maak de
Bemanteling van het Veerslot aan de linker Staander
(84) vast met twee Schroeven van het Veerslot (50);
draai eerst beide Schroeven van het Veerslot in de
Staander en draai ze dan strak vast.
Verwijder de knop van de pen. Zorg ervoor dat de kraag
en de veer op de pen zitten. (Aandacht: Plaats, mochten
er twee kragen zijn, een kraag aan beide kanten van de
veer.) Plaats de pen in de Bemanteling van het Veerslot
(73) en draai de knop weer vast.
50
Pen
Veer
Kraag
Knop
73
4
Plaats het
Bedieningspaneel
64
77, 78
64
8
8
84
84
3
2
. Met de hulp van een tweede persoon, moet u de Vert-
icale Onderdelen (84) rechtop zetten.
Laat de andere persoon het bedieningspaneel naast de
Verticale Onderdelen (84) houden zoals afgebeeld. Kijk
onder het bedieningspaneel en zoek naar het Draadhar-
nas van het Bedieningspaneel (78).
Snij de plastic banden los waarmee het Verticale Draad-
harnas (77) aan het rechter Verticale Onderdeel (84) is
vastgemaakt. Sluit het verticale draadharnas aan op het
Draadharnas van het Bedieningspaneel (78).
Zorg er-
voor dat u de connectors goed aansluit (zie de afbeel-
ding). De connectors moeten gemakkelijk naast el-
kaar schuiven en op hun plaats klikken. Als dit niet het
geval is, moet u één connector draaien en het opnieuw
proberen.
ALS DE CONNECTORS NIET GOED ZIJN
AANGESLOTEN, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BE
-
SCHADIGD RAKEN WANNEER DE STROOM WORDT
INGESCHAKELD
.
3. Schuif de rest van het Draadharnas (77, 78) in het rechter
Verticale Onderdeel (84).
Plaats het bedieningspaneel op de Verticale Onderdelen
(84). Zorg ervoor dat de Draadharnas (77, 78) niet be-
kneld raken. Terwijl een tweede persoon het bediening-
spaneel vasthoudt, zet u het paneel vast met vier Bouten
van het Bedieningspaneel (64) en vier Stervormige
Afdichtingsringen (8) zoals afgebeeld; draai eerst vier
Bouten van het Bedieningspaneel en draai ze dan
strak vast.
84
77
78
2
Plaats het
Bedieningspaneel
77
78
84
Groot
Gat
26
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
1. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals aangegeven.
Trek, met gebruik van uw linker hand, de sluitknop naar links
en houdt deze vast. Draai het onderstel totdat de grendel
voorbij de veerslotpen is.
2. Houdt de loopband met beide handen goed vast en laat de
loopband op de vloer zakken. Laat de loopband niet op de
grond vallen. Buig door uw knieën en houdt u rug recht
om het risico op persoonlijk letsel te vermijden.
Open
Veerslotpen
Sluitknop
Sluitpin
8 25
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Stel de helling in de laagste stand voordat u de loopband in-
klapt. U kunt als u dit niet doet de loopband voor altijd be-
s
chadigen. De stekker uit het stopcontact trekken. WAAR-
SCHUWING: U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loop-
band te kunnen uitklappen, inklappen of verplaatsen.
1. Houdt de loopband vast op de rechts aangegeven plaatsen.
Buig door uw knieën en houdt uw rug recht om persoon-
lijk letsel te vermijden. Zorg ervoor dat u de kracht van uw
benen gebruikt in plaats van uw rug om de loopband te
tillen.
Til de loopband half omhoog.
2. Plaats uw rechterhand zoals aangegeven en houdt de loop-
band goed vast. Trek, met gebruik van uw linker hand, de
sluitknop naar links en houdt deze vast. Hef het onderstel op
totdat de grendel voorbij de veerslotpen is. Laat de sluitknop
langzaam los.
Zorg ervoor dat de grendel tegen de veer-
slotpen steunt.
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking
te beschermen. Houdt de loopband uit direct zonlicht.
Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de
temperatuur hoger dan 30°C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst, klap de loopband op in de op-
bergstand zoals beschreven hierboven. Zorg ervoor dat de
grendel tegen de veerslotpen steunt.
1. Pak de uiteinden van de leuningen vast. Plaats een voet op
het onderstel zoals aangegeven.
2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de voorwiel-
tjes. Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste
plaats.
Wees heel voorzichtig tijdens het verplaatsen
van de loopband zodat u het risico op persoonlijk letsel
voorkomt. Verplaats de loopband niet over een oneffen
ondergrond.
3. Plaats weer een voet op het onderstel en kantel de loop-
band tot deze weer rechtop staat.
Vergrendeld
Veerslotpen
Sluitknop
Sluitpin
Basis
Voorwiels
7. Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Verwijder, indien
aanwezig, de dunne plastic velletjes over de stickers op de loopband. Leg een matje onder de loopband om
uw vloerbedekking te beschermen. Bewaar de meegeleverde sleutel op een veilige plaats. Bewaar de meege-
leverde (zeshoekige) sleutels op een veilige plaats. U zult de sleutel nog nodig hebben om de loopband bij te
stellen (zie pagina 28).
5
. Plaats de loopband in de opbergstand (zie DE LOOP-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina 25).
Plaats dan het cilinderuiteinde van de Schokdemper
(108) aan de beugel aan de basis van de Staanders (84).
Z
ie de twee kleine ingevoegde afbeelding. Met uw nagel
of met het uiteinde van een schroevendraaier, druk op
het uiteinde van de Schokdemperpen (112) om de pen
van de Schokdemper (108) los te maken. Draai de
Schokdemperpen dan rond en trek de pen uit de
Schokdemper.
U moet voorzichtig handelen zodat u
de Schokdemperpen niet verliest.
Zie de afbeelding 5a. Druk het cilinderuiteinde van de
Schokdemper (108) op het bolletje van de beugel. Steek
het uiteinde van de Schokdemperpen (112) door twee
van de kleine gaatjes aan het uiteinde van de
Schokdemper. Draai de Schokdemperpen dan rond tot
het op de Schokdemper klikt.
6. Zet de Schokdemper (108) rechtop in verticale stand.
Verwijder de Schokdemperpen (112) van het uiteinde
van de Schokdemper dat rechtop staat, zoals beschre-
ven in stap 5. Als het nodig is, draai de Schokdemper
rond zodat het uiteinde van de Schokdemper op dezelfde
lijn komt als het bolletje op de beugel van het Onderstel
(58).
Sluit het netsnoer aan zoals beschreven op bladzijde 12.
Schakel de netstroom in zoals beschreven op bladzijde
12. Druk dan op de toetsen om de Helling te vergroten of
te verkleinen totdat het bolletje op de beugel op dezelfde
lijn ligt als de Schokdemper (108). Druk dan het uiteinde
van de Schokdemper op het bolletje. Opmerking: Het
kan gebeuren dat u het uiteinde van de Schokdemper op
het bolletje moet drukken terwijl het Onderstel beweegt.
Zie afbeelding 6a. Plaats de Schokdemperpen (112) in
de twee kleine gaatjes vermeld aan de uiteinde van de
Schokdemper (108). Draai dan de Schokdemperpen
rond totdat de pen op de Schokdemper klikt. Opmerking:
Er zijn Extra Schokdemperclips inbegrepen.
Druk op de Hellingafname [INCLINE] toets en stel de hel-
lingstand in de laagste positie. Trek vervolgens de stek-
ker uit het stopcontact.
108
112
108
112
5
5a
84
Beugel
Beugel
112
108
Gaatjes
112
108
6
6a
58
Beugel
112
112
924
H
OE DE BORSTKAS-SENSOR TE DRAGEN
D
e borstkas-sensor bestaat uit twee delen: de borst-
kas-band en de sensor (zie de tekening hieronder).
Steek de gesp van de borstbeugel in het gat aan één
uiteinde van de sensor zoals op de tekening wordt
aangegeven. Druk het uiteinde van de sensor onder
de gesp van de borstkas-band. De flap moet gelijk zijn
met de voorkant van de sensor.
Doe vervolgens de
borstkas-sensor om
uw borstkas en maak
het andere eind van
de borstkas-band
vast aan de sensor.
Mocht het nodig zijn,
stel dan de lengte
van de band bij. De borstkas-sensor moet onder uw
kleding gedragen worden, strak tegen uw huid en hoog
onder uw borstspieren of borsten. Zorg ervoor dat het
logo van de sensor naar voren wijst en rechtop staat.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam
en zoek naar de twee electrodes aan de binnenkant
(de electrodes hebben kleine randjes). Maak beide
electrodes nat met een zoute vloeistof zoals wat spug
of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug
tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD VAN DE BORST-
KAS-SENSOR
Droog de borstkas-sensor goed na ieder gebruik. De
borstkas-sensor wordt ingeschakeld wanneer u de
electrodes nat maakt en de hartslag-sensor draagt.
De borstkas-sensor gaat uit wanneer het wordt afge-
daan en de electrodes gedroogd worden. De sensor
blijft langer dan nodig branden en zodoende zullen
de batterijen leeg lopen als de borstkas-sensor elec-
trodes niet goed gedroogd worden.
Bewaar de borstkas-sensor op een warme en droge
plaats. Bewaar de borstkas-sensor niet in een plas-
tic zak of enig andere verpakking die vocht kan vast-
houden.
Stel de borstkas-sensor niet lang bloot aan direct
zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan -10 C
of aan een temperatuur hoger dan 50 C.
Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het op-
bergen van de borstkas-sensor niet te veel.
Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemische
producten. U kunt de borstkas-band met de hand
wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN MET DE BORSTKAS-SENSOR OP-
LOSSEN
De instructies op de volgende pagina’s leggen uit
hoe u de borstkas-sensor met het bedieningspa-
neel kunt gebruiken. Loop de hieronder genoemde
procedures door wanneer de borstkas-sensor niet
goed werkt.
Zorg ervoor dat u de borstkas-sensor goed draagt
zoals hier links is beschreven. Aandacht: Verplaats
de sensor wat naar boven of naar beneden wanneer
de borstkas-sensor niet goed werkt.
Gebruik wat zoute vloeistof zoals spug of vloeistof
voor contact lenzen om de electrodes van de sensor
nat te maken. Maak de electrodes opnieuw wat nat
wanneer de hartslag metingen pas verschijnen
nadat u begint te transpireren.
Loop of ren zo goed mogelijk op het midden van de
loopband.
Voor de goede weergave van de hart-
slag metingen moet de gebruiker zich op minder
dan een armslengte van het bedieningspaneel
bevinden.
De borstkas-sensor is ontwikkeld voor mensen met
een normale hartslag. Problemen met de hartslag-
meting kunnen een medische oorzaak hebben
zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hart
-
kloppingen, of aritmie.
De werking van de borstkas-sensor kan beïnvloed
worden door magnetische storingen veroorzaakt
door hoogspanningsdraden en andere electromag-
netische bronnen. Verplaats de loopband als u ver-
moedt dat dit de oorzaak is.
De CR2032 batterij kan vervangen moeten worden
(zie pagina 29).
Borstkas-band
Flappen
Uiteinde van de Sensor
Flap
Uiteinde van
de Sensor
Gesp
HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN
DE INFORMATIE INSTELLING/DEMO INSTELLING
H
et bedieningspaneel biedt een informatie instelling
die het aantal gebruikte uren op de loopband en het
a
antal gelopen kilometer op de loopband bijhoudt. De
informatie instelling zorgt er tevens voor dat u als een-
heid mijlen of kilometers kunt kiezen en om de demo
instelling aan of uit te doen.
Houdt de Stop-toets ingedrukt terwijl u de sleutel in het
bedieningspaneel steekt om de informatie instelling te
kiezen. Laat vervolgens de Stop toets los. De vol-
gende informatie wordt op de display aangegeven:
Op de prioriteits-
display zal het
totale aantal kilo-
meters (of mij-
len) verschijnen
dat u op de loop-
baan hebt gelo-
pen of gewan-
deld. In de rech-
terhoek onderaan de display wordt de tijd dat u de
loopband hebt gebruikt, getoond. In de linkerhoek on-
deraan de display verschijnt ook een “M” voor kilome-
ters of een “E” voor Engelse mijlen. Druk op de
Snelheid + toets om van eenheid te veranderen als u
dat wilt.
BELANGRIJK:
Als er een “d”
v
erschijnt in de
linkerhoek onder-
a
an de display,
dan wordt een
demo weergege-
ven. Deze instel-
ling is alleen be-
doeld voor demonstraties in een winkel. Wanneer het
snoer is ingestoken en het bedieningspaneel de demo
instelling aangeeft kan de sleutel uit het bedieningspa-
neel worden genomen, de displays plus indicatoren
zullen automatisch in een zekere volgorde oplichten.
De toetsen van het bedieningspaneel zullen nochtans
niet werken.
Als er een
d
verschijnt wanneer de in-
formatie instelling gekozen wordt, druk dan op de
Snelheidstoets zodat de
d
verdwijnt.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de infor-
matie instelling te verlaten.
10 23
DE AL INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult
u
de loopband beschadigen. Om schade aan de loopband te vermijden, gebruik altijd propere schoenen
op de loopband.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn.
Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om
zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een
snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd.
Belangrijk: Als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fa-
brikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het
stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in
een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met
alle plaatselijke regelingen. Belangrijk: De loopband kan niet op
een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut ge-
bruikt worden.
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
HOE DE PROGRAMMA’S DIRECT VAN ONZE
WEBSITE TE GEBRUIKEN
Bezoek onze website www.iFIT.com voor directe inter-
net toegang tot eenvoudige programma’s, geluidspro-
gramma’s, en videoprogramma’s. Andere opties zullen
binnenkort beschikbaar komen. Zie www. IFIT.com
voor meer informatie.
Om deze programma’s van onze website te gebruiken
moet de loopband aangesloten zijn op uw computer.
Zie HOE OP UW COMPUTER AAN TE SLUITEN op
pagina 20. Bovendien moet U een internet aansluiting
en een provider hebben. Een lijst met specifieke sys-
teemvereisten kunt u op onze website vinden.
Volg de stappen hieronder om een programma van
onze website te gebruiken.
De sleutel goed in het bedieningspaneel steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 12.
De iFIT.com instelling kiezen.
Zie stap 2 op pagina 21.
Naar uw computer gaan en de internetverbin-
ding starten.
Start, mocht dat nodig zijn, uw web browser en
ga naar onze website www.iFIT.com.
Het gewenste programma van onze website
kiezen.
Lees en volg on line de programma instructies.
De on line instructies volgen en het pro-
gramma starten.
Wanneer u met een programma start begint een
aftelprocedure op uw scherm.
Ga naar uw loopband terug en stap op de voet-
kussentjes. Zoek naar de clip, die aan de sleu
-
tel vastzit en maak de clip aan de tailleband
van uw kleding vast.
Wanneer de aftelprocedure voorbij is zal Uw pro-
gramma beginnen en de loopband gaan draaien.
H
oudt u vast aan de handleuningen, stap op de
band en begin te oefenen. U zult tijdens het pro-
g
ramma een “piep” geluid horen wanneer de
snelheid en/of de helling instelling gaat/gaan ver-
anderen. OPGELET: Luister naar het “piep”
geluid en bereidt u er op voor dat de snelheid
en/of hellingstand van de loopband gaat/gaan
veranderen.
U kunt de instellingen handmatige bijstellen door op
de Snelheid of Helling toetsen van het bediening-
spaneel wanneer dan ook te drukken wanneer de
snelheid of helling instellingen te hoog of te laag
zijn.
Echter, wanneer u een "piep" geluid hoort
zullen de snelheid en/of de helling stand veran-
deren in de eerstvolgende instellingen van het
programma.
Druk op de Stop-toets van het bedieningspaneel
wanneer u de loopband wilt stoppen. Druk op de
Start-toets of de Snelheid + toets om het pro-
gramma weer opnieuw te starten. De loopband be-
gint met een snelheid van 2 km/h te draaien. Bij
het volgende “piep” geluid zal de snelheid en/of
de helling veranderen en zich bij de volgende
segment instelling van het programma aanpas-
sen.
Nadat de programma is beëindigd zal de loop-
band tot stilstand komen. Aandacht: Om een
ander programma te gebruiken moet u op de
Stop-toets drukken en stap 5 raadplegen.
Aandacht: Zorg ervoor als de snelheid of de
helling van de loopband niet verandert wan-
neer u het “piep” geluid hoort dat de iFIT.com
indicator aan is en dat de tijd op de schema
niet opflikkert
. Zorg er bovendien voor dat het
audio snoer juist is goed aangesloten.
Volg uw vooruitgang aan de hand van de ma
-
trix en de display.
Zie stap 5 op pagina 12.
De sleutel uit het bedieningspaneel halen wan-
neer het programma eindigt.
Zie stap 8 op pagina 15.
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Stopcontact van de
loopband
1
Stopcontact
2
GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is.
Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de
stekker niet in het stopcontact past.
1
1
22
DE STICKER MET WAARSCHUWING PLAKKEN
De waarschuwing op het bedieningspaneel is in het
engels. Deze waarschuwing bestaat ook in diverse
talen op het inbegrepen vel. Plak de sticker met uw
taal op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband is voorzien van
verschillende functies om het meest doeltreffend te oe-
fenen. U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest
de snelheid en de hellingstand van de loopband veran-
deren door een druk op een toets. Het bedieningspa-
neel zal U tijdens uw oefening voortdurend feedback
geven. U kunt zelfs uw hartslag meten met de inge-
bouwde hartslagsensor of borstriem.
Het bedieningspaneel biedt ook 20 vooraf ingestelde
programma’s. Ieder programma verandert automatisch
de snelheid en de helling van de loopband tijdens uw
oefening.. Het bedieningspaneel heeft ook nog vier
programma’s voor de hartslag die de snelheid en hel-
ling van de loopband regelen om uw hartslag tijdens uw
oefening bij uw na te streven hartslag te houden. Er is
tevens een fitness test programma die uw VO
2
max of
uw aerobic inspanning meet.
Het bedieningspaneel kent tevens de nieuwe iFIT.com
interactieve technologie. De iFIT.com technologie werkt
als een persoonlijke trainer bij u thuis. Met een audio
snoer kunt U de loopband op uw geluidssysteem, uw
portable stereo, computer, of video speler aansluiten en
de speciale iFIT.com MP3, CD en video programma’s
afspelen (MP3’s, CD’s en video’s zijn apart te koop).
De iFIT.com programma’s regelen automatisch de
loopband en geven duidelijk aan hoe u uw snelheid
moet toepassen net zoals een trainer dat doet tijdens
uw training. Enerverende muziek motiveert extra.
Bezoek www.iFIT.com om iFIT.com MP3 pro-
gramma’s te downloaden. Bel om iFIT.com CD’s of
videocassettes raadpleeg de kaft van de gebruiks-
aanwijzing.
Wanneer de loopband op uw computer is aangesloten,
kunt U ook onze website www.iFIT.com bekijken en
daar basis programma’s direct van internet oproepen.
Raadpleeg de website voor meer informatie.
Om het controlepaneel handmatig te bedienen, volg
de stappen beginnende op bladzijde
12.
Om een voor
-
geprogrammeerd programma te gebruiken, zie blad-
zijde 14. Om een programma voor de hartslag te
gebruiken, zie bladzijde
16.
Om het fitness test pro
-
gramma te gebruiken,
zie bladzijde 18. Om een
iFIT.com MP3, CD, of video programma te gebrui-
ken, zie bladzijde
21.
Om een iFIT.com programma
onmiddellijk van onze Website te gebruiken, zie
bladzijde 23.
Clip
Sleutel
U zult tijdens een programma een “piep” geluid
horen wanneer de snelheid en/of de helling
g
aat/gaan veranderen. O
PGELET: Luister naar
het “piep” geluid en bereidt u er op voor dat
d
e snelheid en/of hellingstand van de loop-
band gaat/gaan veranderen. Het kan zijn dat in
sommige gevallen de snelheid en/of hellings-
tand kunnen veranderen voordat de persoon-
lijke trainer dat aangeeft.
U kunt de instellingen handmatige bijstellen door
op de Snelheid of Helling toetsen van het bedie-
ningspaneel te drukken wanneer de snelheid of
helling instellingen te hoog of te laag zijn. Echter,
wanneer u een "piep" geluid hoort zullen de
snelheid en/of de helling stand veranderen in
de eerstvolgende instellingen van het pro-
gramma.
Druk op de Stop-toets van het bedieningspaneel
wanneer u de loopband wanneer dan ook wilt
stoppen. Druk op de Start-toets of de Snelheid +
toets om het programma weer opnieuw te starten.
Direct begint de loopband met een snelheid van
2,0 km/h te draaien.
Bij het volgende “piep” ge-
luid zal de loopband de snelheid en/of de hel-
ling veranderen en zich bij de volgende seg-
ment instelling programma aanpassen.
Nadat de programma eindigt zal de loopband tot
stilstand komen. Aandacht: Om een andere MP3,
CD of video programma te gebruiken moet u de
Stop-toets drukken of de sleutel uit het bediening-
spaneel halen en stap 1 op pagina 21 raadplegen.
Aandacht: Als de snelheid of de helling van de
loopband niet verandert wanneer u het “piep”
geluid hoort:
Zorg ervoor dat de letters “iFIT” op de
schema verschijnen en dat de tijd op de ma-
trix niet opflikkert. Druk op de Start toets of de
Snelheids + toets van het bedieningspaneel
w
anneer dit het geval is.
Stel de volume van uw MP3 speler, CD speler
of video bij. Het kan zijn dat het bediening-
spaneel het signaal van het programma niet
o
ntvangt omdat de geluidssterkte te hoog of
te laag is.
Zorg ervoor dat het audio snoer juist is aan-
gesloten.
Plaats de CD speler op de vloer of op een
vlakke ondergrond in plaats van op het be-
dieningspaneel wanneer de CD speler over-
slaat.
Volg uw vooruitgang aan de hand van de ma-
trix en de display.
Zie stap 5 op pagina 12.
Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 13.
Zet desgewenst de ventilatoren aan.
Zie stap 7 op pagina 13.
De sleutel uit het bedieningspaneel halen wan-
neer het programma eindigt.
Zie stap 8 op pagina 15.
OPGELET: Haal altijd de iFIT.com CD’s en de
videocassettes uit uw CD speler of video spe-
ler en maak uw MP3 speler los wanneer u ze
niet gebruikt.
7
6
5
4
Sticker
Opmerking: Als er een doorzichtig
stuk plastic op het bedieningspa-
neel ligt, verwijder dan het plastic.
HOE OP UW VIDEO SPELER AAN TE SLUITEN
A
andacht: Zie instructie A als uw video speler een
AUDIO OUT contactpunt heeft die niet gebruikt
w
ordt. Zie instructie B als de AUDIO OUT contact-
punt al in gebruik is. Zie instructie B als u een tele-
visie heeft met ingebouwde video speler. Zie HOE
OP UW GELUIDSSYSTEEM AAN TE SLUITEN op
pagina 20 als uw video speler op uw geluidssys-
teem is aangesloten.
A. Steek één eind van de 3,5mm lange RCA stereo
audio kabel (verkrijgbaar in electronica zaken) in
het contactpunt van het bedieningspaneel. Steek
het andere eind in het LINE OUT contactpunt van
uw video.
B. Steek één eind van de 3,5mm lange stereo audio
kabel (verkrijgbaar in electronica zaken) in het
contactpunt van het bedieningspaneel. Steek het
andere eind in een RCA Y-adaptor (verkrijgbaar in
electronica zaken). Haal vervolgens het snoer die
nu in de AUDIO OUT contactpunt zit uit deze con-
tactpunt en steek deze in de Y-adapter. Steek de
Y-adapater in de AUDIO OUT contactpunt van uw
video.
De loopband moet aangesloten zijn op uw MP3 speler,
CD speler, of video om iFIT.com MP3, CD, of video
programma te kunnen gebruiken. Raadpleeg HOE UW
LOOPBAND AAN TE SLUITEN OM IFIT.COM PRO-
G
RAMMA’S TE GEBRUIKEN op pagina 19 tot 21.
Bezoek www.iFIT.com om MP3 programma’s te
downloaden. Bel om iFIT.com cd’s of video’s te
kopen het telefoonnummer, dat vermeld staat op
de kaft van deze handleiding.
Volg de stappen hieronder om een iFIT.com MP3, CD
of video programma te gebruiken.
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SHAKELEN op pa-
gina 12.
De iFIT.com instelling kiezen.
Om de iFIT.com-instel-
ling te selecteren, druk
herhaaldelijk op de iFIT-
toets totdat de baan en
de letters “iFIT” op de
matrix verschijnen.
Op de PLAY-toets van uw MP3 speler, CD spe-
ler of video speler drukken.
Aandacht: Plaats de cd in uw cd speler wanneer u
een iFIT.com cd wilt gebruiken. Steek de video-
cassette in uw video wanneer u een iFIT.com
video speler wilt gebruiken.
Direct nadat u op de Play toets heeft gedrukt zal
uw persoonlijke trainer u helpen bij uw oefening.
Volg de instructies van uw trainer. Aandacht: Druk
op de Start toets of de Snelheids + toets van het
bedieningspaneel wanneer de tijd op de display
opflikkert. De loopband zal niet reageren op MP3,
cd, of video programma’s wanneer de tijd op de
display opflikkert.
3
2
1
12 21
HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN
D
e stekker in het stopcon-
tact steken (zie pagina 10).
Z
oek naar de aan/uit knop
bij het snoer van de loop-
band. Plaamts de aan/uit
knop in de aan positie.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan.
Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie teke-
ning op pagina 11) en maak de clip aan de tailleband
van uw kleding vast Plaats de sleutel in het bediening-
spaneel. Kort daarna zal de matrix en de display op-
lichten.
Test de clip door voorzichtig een paar stap-
pen achteruit te zetten totdat de sleutel uit het be-
dieningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel
niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan de
lengte van de clip bij.
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN hier-
boven.
De handmatige instelling kiezen.
Wanneer u de sleutel
in het bedieningspa-
neel steekt wordt de
handmatige instelling
gekozen. Als er een
programma of de iFIT-
instelling geselecteerd
is, selecteer dan de
handmatige instelling
door herhaaldelijk op de iFIT-toets te drukken tot-
dat er een baan op de matrix verschijnt en niet de
letters
iFIT
.
De loopband starten.
Om de loopband te starten, druk op de Start-toets,
de Snelheid + toets [SPEED] of een van de tien
genummerde snelheidstoetsen.
De loopband zal wanneer u op de Start toets of
Snelheids + toets drukt, met een snelheid van
2 km/h opstarten. De snelheid van de loopband
kan worden geregeld met de toetsen Snelheid +
en –. Iedere keer als de toets wordt ingedrukt zal
de snelheid van de loopband 0,1 km/h verande-
ren. Wanneer u de toets ingedrukt houdt zal de
snelheid van de loopband 0,5 km/h veranderen.
Aandacht: Het kan zijn dat, nadat u op de toetsen
h
eeft gedrukt het eventjes duurt voordat de loop-
band de gekozen snelheid bereikt.
Als u op een van de tien genummerde snelheids-
toetsen drukt, dan zal de loopband langzaam de
snelheid verhogen totdat de geselecteerde snel-
heid wordt bereikt.
Druk op de Stop-toets om de loopband te stoppen.
Druk op de Start toets, de Snelheids + toets, of op
een van de tien genummerde toetsen om de loop-
band weer op te starten.
Aandacht: Bekijk tijdens de eerste paar minuten
de ligging van de band en stel deze bij mocht het
nodig zijn (zie pagina 28).
De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te veranderen,
op de Hellingstoename en -afname [INCLINE] toet-
sen. Leder keer als de toets wordt ingedrukt zal de
helling van de loopband 0,5% veranderen.
Aandacht: Het kan zijn dat, nadat u op de toetsen
heeft gedrukt, het eventjes duurt voordat de loop-
band de gekozen hellingsinstelling bereikt.
Volg uw vooruitgang aan de hand van de ma-
trix en de display.
Opmerking: De matrix en de display kunnen
van achteren verlicht worden met een van de
vijf kleuren. Om de gewenste kleur te selecte-
ren, druk herhaaldelijk op de Displaykleur-toets
[DISPLAY COLOR].
Als de handmatige instel-
ling, het fitness-testpro
-
gramma of de iFIT.com-
instelling geselecteerd is,
dan zal op de matrix een
baan van 400 meter ver-
schijnen. De indicators
rond de piste zullen tij
-
dens het lopen of rennen
na elkaar verschijnen totdat de hele piste ver-
schijnt. De piste zal dan verdwijnen en de indica
-
tors zullen weer opnieuw na elkaar verschijnen.
Aan de linkerhoek onder
-
aan de display wordt het
aantal verbrande calo-
rieën [CALS.] en het hel-
lingsniveau [INCLINE]
van de loopband ge-
toond. Als u de hartslagmeter in de handgreep of
5
4
3
2
1
A
an
Positie
A
UDIO OUT
R
IGHT
LEFT
VIDEO AUDIO
ANT. IN
R
F OUT
IN
OUT
CH
3
4
Audio Snoer
A
VIDEO AUDIO
ANT. IN
R
F OUT
IN
OUT
CH
34
A
B
Snoer verwijderd uit de
AUDIO OUT contactpunt
RCA Y-
adapter
Audio Snoer
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUI-
KEN
HOE DE IFIT.COM MP3, CD EN VIDEO PRO-
RAMMA’S TE GEBRUIKEN
20 13
de borstkas-sensor gebruikt, dan zal op de display
in de linkerhoek onderaan ook uw hartslag
[
PULSE] verschijnen.
I
n de rechterhoek on-
deraan de display zal
de afstand [DIST.] die
u hebt gewandeld of
gelopen, getoond wor-
den, samen met het
tijdsverloop [TIME], uw ritme [SPEED] (in minuten
per kilometer), en de snelheid van de loopband.
Aandacht: De display zal wanneer een programma
gekozen wordt (met uitzondering van het fitness
test programma en programma 4 voor de hartslag)
de resterende tijd van het programma in plaats van
de verstreken tijd aangeven.
In het midden van de
display wordt prioritaire
informatie weergege-
ven. Druk herhaaldelijk
op de Prioriteitsdis-
play-toets [PRIORITY
DISPLAY] totdat op de prioritaire informatiedisplay
de belangrijkste informatie wordt getoond.
Op de Intensiteitsdis-
play wordt het intensi-
teitsniveau [INTEN-
SITY] van uw oefening
weergegeven. Niveau
10 is het hoogste ni-
veau.
De BPM- (hartslagen
per minuut) display zal
wanneer u de hand-
greep met polssensor
of de borstkas-sensor
gebruikt, en uw pols 90
slagen per minuut of
sneller is, uw hartslag
aangeven.
Opmerking: Op het bedieningspaneel kunnen de
afstanden in kilometers of mijlen worden weerge
-
geven. Aan de rechterkant van de display zal
“Km/H” verschijnen als het bedieningspaneel de
snelheid en de afstand in kilometers weergeeft.
Raadpleeg INFORMATIE INSTELLING/ DEMO
INSTELLING op pagina 24 om te zien welke een-
heid in gebruik is of om van eenheid te verande-
ren.
Aandacht: Voor de eenvoud verwijzen alle
instructies naar kilometers.
Druk op de
S
top knop, haal de sleutel uit het be
-
dieningspaneel en steek de sleutel weer in om de
displays opnieuw in te stellen (te resetten).
Het meten van uw hartslag als u dat wilt.
Als u de borst-
pulssensor wilt
gebruiken, zie
p
agina 9. Zie de
instructies hier-
onder voor het
gebruik van de
handgreep met
hartslagsensor.
Aandacht: Het bedieningspaneel zal uw hartslag
niet goed kunnen aangeven wanneer u de borst-
kassensor en de handgreep met poslssensor ge-
lijktijdig gebruikt.
Verwijder eerst de plastic velletjes geplakt over de
metalen contactpunten op de handleuning om de
handgreep met hartslagsensor te gebruiken. Zorg
er ook voor dat uw handen proper zijn.
Stap ver-
volgens op de voetbalken en houdt de metalen
contactpunten vast—beweeg uw handen niet.
Als uw hartslag wordt waargenomen, verschijnt het
hartsymbool in de linkerhoek onderaan de display.
Eerst worden twee hartslagen weergegeven en
daarna uw hartslagfrequentie.
Houdt de contact-
punten ongeveer 15 seconden vast voor het
meest zuivere resultaat.
Zet desgewenst de ventilator aan.
Druk op de Ventilator toets om de ventilator aan te
doen. Om de ventilator op volle sterkte te laten
draaien druk nogmaals op de knop. Druk, om de
ventilator uit te schakelen, een derde keer op de
knop. Aandacht: De ventilator zal een paar minu-
ten nadat de loopband tot stilstand is gekomen
automatisch uitgaan.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop-
toets en stel de hellingstand in de laagste posi-
tie. De helling van de loopband moet zich in de
laagste stand bevinden wanneer u de loop-
band wilt opbergen anders kan de loopband
beschadigd worden.
Haal vervolgens de sleutel
uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een
veilige plek. Aandacht: Het bedieningspaneel
behoudt de “demo” instelling wanneer de dis
-
plays en indicatoren blijven branden nadat u
de sleutel heeft uitgetrokken. Zie pagina 24 om
de demo instelling uit te schakelen.
De aan/uit knop in de uit positie zetten wanneer
u klaar bent met uw oefening en de stekker uit
het stopcontact trekken.
8
7
6
Contactpunten
HOE OP UW GELUIDSSYSTEEM AAN TE SLUITEN
A
andacht: Zie instructie A als uw systeem een
LINE OUT contactpunt heeft die niet gebruikt
w
ordt. Zie instructie B als de LINE OUT contact-
punt in gebruik is.
A. Steek één eind van de 3,5mm lange RCA stereo
audio kabel (verkrijgbaar in electronica zaken) in
het contactpunt van het bedieningspaneel. Steek
het andere eind in het LINE OUT contactpunt van
uw stereo. Aandacht: Steek uw koptelefoon niet in
het contactpunt van het bedieningspaneel wanneer
de kabel in het LINE OUT contactpunt zit.
B. Steek één eind van de 3,5mm lange RCA stereo
audio kabel (verkrijgbaar in electronica zaken) in het
contactpunt van het bedieningspaneel. Steek het an-
dere eind in een RCA Y-adaptor (verkrijgbaar in
electronica zaken). Haal vervolgens het snoer die
nu in de LINE OUT plug zit uit deze plug en steek
deze in de Y-adapter. Steek de Y-adapter in de
LINE OUT contactpunt van uw stereo. Aandacht:
Steek uw koptelefoon niet in het contactpunt van
het bedieningspaneel wanneer de Y-adaptor in het
LINE OUT contactpunt zit.
HOE OP UW COMPUTER AAN TE SLUITEN
A
. Steek één eind van de 3,5mm bij 3,5mm lange ste-
reo audio kabel (verkrijgbaar in electronica zaken)
i
n het contactpunt van het bedieningspaneel. Steek
het andere eind van de kabel in het LINE OUT con-
tactpunt van uw computer. Aandacht: Steek uw
koptelefoon niet in het contactpunt van het bedie-
ningspaneel wanneer de kabel in het LINE OUT
contactpunt zit.
C
D
VCR
Amp
LINE OUT
L
INE OUT
Audio Snoer
A
CD
VCR
Amp
L
INE OUT
Audio
Snoer
RCA Y-
adapter
Snoer verwijderd uit de
LINE OUT contactpunt
B
LINE OUT
Audio Snoer
A
14 19
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN pa-
g
ina 12.
Een van de vooraf ingestelde programma’s
kiezen.
Om een voorgeprogrammeerd programma te se-
lecteren, druk herhaaldelijk op de Programma-
toets totdat “P1”, “P2”, “P3” . . . of “P12” op de pri-
oriteitsdisplay verschijnt.
Enkele seconden na het selecteren van een voor-
geprogrammeerd programma, zal de maximale
snelheid en het maximale hellingsniveau van het
programma enkele seconden knipperen op de dis-
play. Op de display wordt ook de totale duur van het
programma weergegeven. Een profiel van de snel-
heidsinstellingen van het programma rolt over de
schema.
Het inspanningsniveau van het programma bij-
stellen als u dat wilt.
Op de Intensiteitsdis-
play wordt het intensi-
teitsniveau van het ge-
kozen programma ge-
toond. Er zijn tien in-
tensiteitsniveaus. Als u
dat wenst, kunt u het
intensiteitsniveau van
het programma verhogen of verlagen door op de
toetsen te drukken onder de Intensiteitsdisplay.
Wanneer u het niveau wijzigt dan zullen de
nieuwe maximum snelheids- en de nieuwe maxi
-
mum hellingsinstelling van het programma een
paar seconden lang op de display opflikkeren. Het
profiel in het schema zal ook veranderen om de
verandering in snelheid van het programma weer
te geven.
Druk op de Start toets of op de Snelheidstoe-
name toets om het programma te starten.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband
automatisch de eerste snelheid en hellingstand
v
an het programma instellen. Houdt u vast aan de
handleuningen en begin te oefenen.
Alle programma’s zijn onderverdeeld in verschil-
lende segmenten van één minuut. Ieder segment
heeft één instelling voor de helling en voor de
snelheid. Aandacht: dezelfde snelheid en/of hel-
ling instelling(en) kan/kunnen voor twee of meer-
dere opeenvolgende segmenten worden gepro-
grammeerd.
De snelheid van het
eerste segment zal
aangegeven worden in
de kolom van het
Huidig Segment van de
piste, welke opflikkert in
het schema. (De helling
instelling wordt niet op
de piste aangegeven).
De snelheidsinstellingen voor de volgende vier
segmenten worden in de kolommen rechts weer-
gegeven.
De kolom van het Huidig Segment en de eerste
kolom rechts zullen opflikkeren wanneer er nog
maar drie seconden overblijven in het eerste seg-
ment. Er klinkt een serie geluidssignalen.
Bovendien zullen de snelheid en/ou de helling op-
flikkeren wanneer de snelheid en de helling van
de loopband gaan veranderen.
Wanneer het eerste segment voltooid is
zullen
alle instellingen een kolom naar links verplaatst
worden.
De snelheid voor het tweede segment
wordt dan in de kolom van het Huidig Segment
(welke opflikkert) aangegeven. De snelheid en de
helling van de loopband zullen zich automatisch
aan het tweede segment aanpassen. Opmerking:
als alle lampjes in de kolom voor het huidige seg-
ment brand,
bewegen de snelheidsinstellingen
omlaag
zodat alleen de hoogste indicatoren in het
programma piste worden getoond.
Het programma gaat door totdat de snelheidsin-
stellingen voor het laatste segment worden weer
-
gegeven in de kolom voor het huidige segment en
er geen tijd resteert. De loopband komt dan lang-
zaam tot stilstand.
4
3
2
1
Huidige
Segment
HOE UW LOOPBAND AAN TE SLUITEN OM
IFIT.COM PROGRAMMA'S TE GEBRUIKEN
Om de iFIT.com MP3 oder CD’s te kunnen gebrui-
k
en
m
oet u de loopband op uw portable MP3 speler,
C
D speler, portable stereo, geluidssysteem of computer
(met CD speler) aansluiten. Zie pagina’s 19 tot en met
20 voor instructies m.b.t. aansluiting. Om de iFIT.com
programma’s van internet op te roepen
moet u de
loopband op uw computer aansluiten. Zie pagina 20
voor instructies m.b.t. aansluiting.
Om de iFIT.com vi-
deocassettes te gebruiken moet u de loopband op uw
video speler aansluiten. Zie pagina 21 voor instructies
m.b.t. aansluiting.
HOE OP UW MP3 SPELER ODER CD SPELER AAN
TE SLUITEN
A. Steek één eind van de meegeleverde 3,5mm bij
3,5mm stereo audio kabel in het contactpunt van
het bedieningspaneel. Steek het andere eind van
de kabel in het contactpunt van uw MP3 speler of
CD speller. Steek uw koptelefoon in het koptelefoon
contactpunt van het bedieningspaneel.
HOE OP UW PORTABLE STEREO AAN TE SLUITEN
Aandacht: Zie instructie A als uw stereo van een
AUDIO OUT contactpunt is voorzien. Zie instructie
B als uw stereo van een 3,5 mm LINE OUT contact-
p
unt is voorzien. Zie instructie C als uw stereo al-
leen een koptelefoon [PHONES] contactpunt heeft.
A. Steek het ene eind van de 3,5mm lange RCA ste-
reo audio kabel (verkrijgbaar in electronica zaken)
in het contactpunt van het bedieningspaneel. Steek
het andere eind in het AUDIO OUT contactpunt van
uw stereo.
B. Bekijk de tekening hierboven. Steek één eind van
de 3,5mm bij 3,5mm lange stereo audio kabel (ver-
krijgbaar in electronica zaken) in het contactpunt
van het bedieningspaneel. Steek het andere eind
van de kabel in het LINE OUT contactpunt van uw
stereo. Aandacht: Steek uw koptelefoon niet in het
contactpunt van het bedieningspaneel wanneer de
kabel in het LINE OUT contactpunt zit.
C. Steek één eind van de 3,5mm bij 3,5mm lange ste-
reo audio kabel (verkrijgbaar in electronica zaken)
in het contactpunt van het bedieningspaneel. Steek
het andere eind in het koptelefoon contactpunt van
uw stereo. Steek uw koptelefoon in het koptelefoon
contactpunt van het bedieningspaneel.
LINE OUT
PHONES
LINE OUT
PHONES
Audio
Snoer
Koptelefoon
A
AUDIO OUT
RIGHT
LEFT
LINE OUT
Audio Snoer
A/B
PHONES
Audio
Snoer
C
Koptelefoon
HOE VOORAF INGESTELDE PROGRAMMA’S TE
GEBRUIKEN
18 15
Als de snelheid en/of helling van het programma
te hoog of te laag zijn, dan kunt u het intensiteits-
n
iveau van het programma altijd veranderen door
op de omhoog- of omlaag-toets onder de
I
ntensiteitsdisplay te drukken.
Druk op de Stop-toets om het programma tijdelijk
te stoppen. Druk op de Start toets of de Snelheids
+ toets om het programma opnieuw te laten star-
ten. De loopband zal met een snelheid van 2 km/h
beginnen te draaien. De loopband zal wanneer
het volgend segment van het programma begint
automatisch de snelheid en de helling van het vol-
gende segment instellen.
Volg uw vooruitgang aan de hand van de ma-
trix en de display.
Zie stap 5 op pagina 12.
Het meten van uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 13.
Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 7 op pagina 13.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zorg ervoor dat wanneer het programma eindigt de
h
elling van de loopband op de laagste stand
staat.
Haal vervolgens de sleutel uit het bediening-
spaneel en bewaar deze op een veilige plek.
Aandacht: Het bedieningspaneel blijft in de
“demo” instelling wanneer de displays en indi-
catoren blijven branden nadat u de sleutel uit
het bedieningspaneel heeft gehaald. Zie pagina
24 om de demo instelling uit te schakelen.
De aan/uit knop in de uit positie zetten wan-
neer u klaar bent met uw oefening en de stek-
ker uit het stopcontact trekken.
8
7
6
5
H
et fitness test programma zal uw VO
2
m
ax of uw
aerobic capaciteit meten. VO
2
max meet uw mogelijk-
h
eid om zuurstof op te nemen en energie te genereren
voor duur sporten zoals rennen en fietsen. Technisch
gezien is VO
2 het maximale zuurstof volume, in millili-
t
ers uitgedrukt, dat uw lichaam kan opnemen in een
minuut tijd per kilogram lichaamsgewicht. Een hoge
VO
2
max geeft een goede hart-long functie aan.
Aandacht: Raadpleeg een goed boek of uw huisarts
om meer te weten over VO
2
max.
Gebruik voor het meest nauwkeurige resultaat het fit-
ness test programma wanneer u niet moe bent en
wanneer u de laatste twee uur niet hebt gegeten en in
de laatste 24 uur niet hebt geoefend. Volg de stappen
hieronder om het programma te gebruiken.
De borstkas-sensor dragen.
U moet de borstkas-sensor dragen om een fit-
ness test programma te gebruiken.
De sleutel goed in het bedieningspaneel steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 12.
Selecteer het fitness-testprogramma.
Om het fitness-testprogramma te selecteren, druk
herhaaldelijk op de Hartslagcontrole en Fitness-
test-toest totdat het woord “FIt” op de prioriteits-
display verschijnt.
Voer uw geslacht in.
De letters
GEn
(geslacht) en
M
(man) of
F
(
female
[vrouw]) zullen wanneer het fitness test pro
-
gramma gekozen wordt op de display verschijnen.
(zie hierboven de tekening). Druk op de omhoog-
en omlaagtoets boven de Hartslagcontrole en
Fitness-test-toets om uw geslacht in te voeren en
druk dan op de start-toets. Note: Pressing the
Start button at this time will not start the fitness
test program.
Voer uw leeftijd in.
Het woord “AGE” (leeftijd) en de huidige leeftijds-
instelling zullen vervolgens op de display verschij-
nen. Als u uw geslacht hebt ingevoerd, druk op de
op de omhoog- en omlaagtoets boven de Hart-
slagcontrole en Fitness-test-toets om uw leeftijd in
te voeren.
D
ruk op de Start-toets of de Snelheid + knop
om het programma te laten beginnen.
Direct nadat de knop is ingedrukt, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de eerste snel-
heids- en hellingsinstellingen voor het programma.
Begin op de loopband te lopen. Houdt u voor het
meest nauwkeurige resultaat tijdens het fitness test
programma niet vast aan de handleuningen.
De snelheid en de helling van de loopband zullen tij-
dens het programma geregeld worden aangepast.
De snelheids- of the hellinginstelling zal op de dis-
play opflikkeren voor deze gaat veranderen.
Belangrijk: De Snelheids- en Helling toetsen zul-
len tijdens het programma niet veranderen.
Het programma duurt 9
minuten. De loopband
zal langzaam tot stil-
stand komen wanneer
het programma eindigt.
Uw VO
2
max zal op de
display veschijnen.
Aandacht: Het programma kan stoppen en
“Vo2 – – –“ kan op de display verschijnen wan-
neer uw hartslag tijdens het programma een
paar seconden lang niet gemeten kan worden
(“PLS” zullen op de display opflikkeren) of wan-
neer uw hartslag enkele seconden lang hoger is
dan 85% van de maximale hartslag die voor uw
leeftijd geldt. Probeer het programma nogmaals
op een andere dag als dit voorkomt. Zorg ervoor
dat u de borstkas sensor draagt zoals beschre-
ven op pagina 9.
Volg uw vooruitgang aan de hand van de ma-
trix en de display.
Zie
stap 5 op pagina 12.
Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 7 op pagina 13.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan
-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 8 op pagina 15.
9
8
7
6
5
4
3
2
1
HOE HET FITNESS TEST PROGRAMMA TE GE-
BRUIKEN
16 17
De na te streven hartslaginstellingen zullen een
kolom naar links verschuiven
wanneer het eerste
s
egment afloopt. De tweede na te streven hart-
slaginstelling zal dan in de kolom Huidig Segment
(
welke opflikkert) worden aangegeven.
Tijdens alle hartslagprogramma’s, zal uw hartslag
regelmatig met de gewenste hartslagfrequentie op
het bedieningspaneel worden vergeleken. De
snelheid van de loopband zal automatisch toe- of
afnemen om uw hartslag dichter bij door u na te
streven hartslaginstelling te brengen, wanneer uw
hartslag boven of lager dan uw ten doel gestelde
doel hartslag instelling ligt.
Als de snelheid of helling te hoog of te laag is,
kunt u deze instelling wanneer dan ook met de
toetsen Snelheid en Incline bijstellen. De snelheid
en/of de hellingstand van de loopband zal/zullen
echter, telkens wanneer het bedieningspaneel uw
hartslag met uw ten doel gestelde hartslag instel-
ling vergelijkt automatisch toenemen of verminde-
ren om uw hartslag dichter bij uw ten doel ge-
stelde hartslag instelling te brengen.
De letters
PLS
[
pulse
[hartslag]) zullen op de dis-
play opflikkeren wanneer uw hartslag tijdens het
programma niet gemeten kan worden. De snel-
heid en/of de helling van de loopband zullen dan
automatisch verminderd worden. Zie PROBLE-
M
EN MET DE BORSTKAS-SENSOR OPLOSSEN
op pagina 9 wanneer dit voorkomt.
Druk op de Stop-toets om het programma wanneer
d
an ook te stoppen. Druk op de Start toets of de
Snelheids + toets om het programma opnieuw te
laten starten. De loopband zal met een snelheid
van 2 km/h beginnen te draaien. De snelheid
en/of helling van de loopband zullen automatisch
veranderen wanneer het bedieningspaneel uw
hartslag met de na te streven hartslaginstelling
vergelijkt om zodoende uw hartslag dichter bij de
na te streven hartslaginstelling te brengen.
Volg uw vooruitgang aan de hand van de ma-
trix en de display.
Zie stap 5 op pagina 12.
Zet desgewenst de ventilatoren aan.
Zie stap 7 op pagina 13.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
8
7
6
Volg de onderstaande stappen om het hartslagpro-
gramma te gebruiken.
De borstkas-sensor dragen.
U moet de borstkas-sensor dragen om een
hartslagprogramma te gebruiken.
De sleutel goed in het bedieningspaneel steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 12.
Selecteer een van de hartslagprogramma’s.
Om een hartslagprogramma te selecteren, druk
herhaaldelijk op de Hartslagcontrole en Fitness-
test-toets [PULSE CONTROL & FITNESS TEST]
totdat “PLS1”, “PLS2”, “PLS3” of “PLS4” op de pri-
oriteitsdisplay verschijnt.
Als u het hartslagprogramma 1, 2 of 3 selec-
teert, dan zal een profiel van de gewenste hart-
slaginstellingen over de matrix rollen (zie de af
-
beelding hierboven).
Als u hartslagpro
-
gramma 4 selecteert,
dan zal een hartslag-
symbool over de ma
-
trix rollen.
V
oer de gewenste hartslagfrequentie in.
Als u het hartslagpro-
g
ramma 1, 2, of 3 hebt
geselecteerd,
dan zal
de maximale hartslag-
frequentie van het pro-
gramma op de display
opflikkeren. Als u dat wenst, druk op de omhoog-
of omlaag-toetsen boven de Hartslagcontrole en
Fitness-test-toets om de gewenste maximale hart-
slagfrequentie te wijzigen (zie INTENSITEIT VAN
DE OEFENING op pagina 30). Opmerking: Als
de gewenste maximale hartslagfrequentie wordt
veranderd, dan zal het intensiteitsniveau van het
hele programma veranderen.
Als hartslagprogramma 4 geselecteerd is, dan
zal de gewenste hartslagfrequentie voor het hele
programma op de prioriteitsdisplay opflikkeren.
Als u dat wenst, druk op de de omhoog- of om-
laag-toetsen boven de Hartslagcontrole en
Fitness-test-toets om de gewenste maximale hart-
slagfrequentie te wijzigen
(zie INTENSITEIT VAN
DE OEFENING op pagina 30).
Druk op de Start-toets of de Snelheid + knop
om het programma te laten beginnen.
Direct nadat de knop is ingedrukt, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de eerste snel-
heids- en hellingsinstellingen voor het pro-
gramma. Houd de leuning vast en begin te lopen.
Hartslagprogramma’s 1, 2 en 3 zijn onderverdeeld
in verschillende segmenten van één minuut. Er
wordt een gewenste hartslagfrequentie gepro-
grammeerd voor elk segment. (Opmerking: U
kunt dezelfde hartslagfrequentie programmeren
voor twee of meerdere opeenvolgende segmen-
ten). Programma 4 voor de hartslag is in 40 seg
-
menten van elk één minuut verdeeld. De na te
streven hartslaginstelling is gelijk voor alle seg
-
menten. Aandacht: Stop voor een kortere oefe-
ning gewoon het programma voordat deze eindigt.
De na te streven hart
-
slaginstelling voor het
eerste segment zal wan-
neer programma 1, 2 of
3 voor de hartslag geko-
zen wordt in de kolom
Huidig Segment opflik
-
keren. De vier volgende
hartslaginstellingen zul-
len in de kolommen rechts worden aangegeven.
Drie seconden voor het einde van het eerste seg
-
ment zullen de kolom Huidig Segment en de kolom
rechts opflikkeren en zult u een toon horen.
5
4
3
2
1
WAARSCHUWING: Gebruik
de programma’s voor de hartslag niet wanneer
U hartklachten heeft of wanneer U ouder dan
60 en niet actief bent. Bespreek met uw huis-
arts, als u regelmatig medicijnen inneemt of de
medicijnen uw oefening voor de hartslag kan
beïnvloeden.
Huidige
Segment
H
OE HET HARTSLAGPROGRAMMA TE
GEBRUIKEN
16
63
2
3
59
60
3
2
7
61
7
7
7
2
2
2
3
41
33
33
38
39
33
66
5
9
12
11
15
10
46
28
47
10
49
48
9
58
51
53
40
52
54
33
57
53
12
15
43
28
55
70
70
32
32
62
45
11
33
30
36
66
69
4
3
27
26
5
5
5
83
42
83
93
92
91
19
94
1
18
1
18
93
94
5
5
90
90
19
91
92
25
6
3
6
3
24
101
95
102
98
9
7
99
99
96
32
100
22
33
104
33
23
103
40
17
25
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. PETL62905.0 R0805A
Zie voor een beschrijving van de onderdelen
d
e LIJST MET ONDERDELEN op pagina 31
in de gebruiksaanwijzing.
84
50
73
3
76
77
82
83
82
83
79
75
33
74
71
68
68
72
87
86
88
56
81
32
37
35
35
29
29
65
8
8
65
31
32
3
44
3
44
31
32
3
3
14
13
3
3
3
3
3
3
3
34
8
8
64
64
8
64
8
21
64
20
3
81
32
32
3
3
85
78
33
67
80
82
83
89
82
83
67
80
82
83
89
82
83
108
107
105
106
109
110
33
111
77
112
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. PETL62905.0 R0805A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

ProForm PETL62905 de handleiding

Type
de handleiding