Boss RC-10R de handleiding

Type
de handleiding
Gebruikershandleiding
Lees zorgvuldig “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (het infoblad “HET APPARAAT VEILIG
GEBRUIKEN” en de Gebruikershandleiding (p. 23)) voordat u het apparaat gaat gebruiken. Na het lezen bewaart u de documenten
op een plaats waar u deze later makkelijk kunt raadplegen.
© 2019 Roland Corporation
* Dit apparaat wordt automatisch uitgeschakeld na een vooraf ingestelde
tijdsperiode nadat het apparaat voor het laatst is gebruikt om muziek af te
spelen, of nadat de knoppen of bedieningselementen van het apparaat voor
het laatst zijn gebruikt (AUTO OFF-functie).
Als u niet wilt dat het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld, schakelt u de
AUTO OFF-functie uit (p. 5).
5 Niet-opgeslagen gegevens gaan verloren wanneer het apparaat wordt
uitgeschakeld. Sla de gegevens die u wilt bewaren, op voordat het apparaat
wordt uitgeschakeld.
5 Druk opnieuw op de aan/uit-knop om het apparaat weer in te schakelen.
2
Paneelbeschrijvingen
Bovenpaneel
1
2
5 6
9 10
3
4
7 8
1 Display
Geeft het nummer van het huidige frasegeheugen en
diverse andere informatie weer.
2 [VALUE]-regelaar
Selecteert de parameter die op het display wordt
weergegeven of bewerkt de waarde.
3 [MENU]-knop
Geeft toegang tot diverse parameters.
MEMO
Door tegelijk op de [MENU]-knop en de [EXIT]-knop te drukken
kunt u de frase opslaan (p. 18).
4 [EXIT]-knop
Wordt gebruikt om de cursor in het display te
verplaatsen en ook voor andere doeleinden.
5 LOOP-indicator
De indicatoren rond de randverlichting volgens de
status van opnemen, afspelen of overdubben.
Het midden van de indicator geeft de verdeling (TRK 1,
TRK 2) op van de loop die wordt afgespeeld.
Paneelbeschrijvingen
3
6 [LEVEL] (LOOP)-regelaar
Regelt het volume van de fraseloop.
7 [LEVEL] (RHYTHM)-regelaar
Regelt het volume van het ritme.
8 RHYTHM-indicator
De indicators langs de rand lichten op volgens de
afspeelstatus van het ritme.
Het midden van de indicator geeft de verdeling (INTRO, PTN
1, PTN 2, ENDING) op van het ritme dat wordt afgespeeld.
9 [LOOP]-schakelaar
Schakelt tussen opnemen, afspelen en overdubben.
Voor een lege frase
Opnemen -> afspelen -> overdubben
Voor een frase die gegevens bevat
Afspelen -> Overdubben
Tijdens het afspelen of overdubben
Houd de schakelaar twee seconden of langer ingedrukt
om de handeling ongedaan te maken (annuleer het
opnemen of het meest recente overdubben).
Houd de schakelaar opnieuw twee seconden of langer
ingedrukt om de handeling opnieuw uit te voeren
(annuleer het ongedaan maken).
Druk twee keer achter elkaar op de schakelaar om te
stoppen.
Terwijl de handeling is gestopt
Houd de schakelaar twee seconden of langer ingedrukt
om de frase te wissen.
10 [RHYTHM]-schakelaar
Terwijl het ritme is gestopt
Druk op de schakelaar om het ritme af te spelen.
Houd de schakelaar twee seconden of langer ingedrukt
om SYNC in of uit te schakelen (p. 10).
Terwijl het ritme wordt afgespeeld
Druk op de schakelaar om een ll-in toe te voegen.
Houd de schakelaar twee seconden of langer ingedrukt
om de verdeling (PTN 1/PTN 2) te wisselen.
Druk tweemaal achter elkaar op de schakelaar om het
afspelen te stoppen.
Paneelbeschrijvingen
4
Achterpaneel (de apparatuur aansluiten)
A B C
D
A
INPUT (A/MONO, B)-aansluitingen
Sluit hier uw gitaar, bas of eectapparaat aan.
Gebruik de A- en B-aansluitingen als u een eectapparaat
met stereo-uitvoer aansluit. Gebruik alleen de
A-aansluiting als u dit apparaat in mono gebruikt.
B OUTPUT (A/MONO, B)-aansluitingen
Verbind deze aansluiting met de luidsprekers van uw
versterker of monitor.
Gebruik alleen de OUTPUT A-aansluiting als u dit
apparaat in mono gebruikt. Zelfs geluid dat in stereo
wordt ingevoerd, wordt in mono uitgevoerd.
De stroom in- en uitschakelen
* Volg de onderstaande procedure om alle apparaten
inte schakelen wanneer alles correct is aangesloten.
Wanneer u apparatuur in de verkeerde volgorde
inschakelt, bestaat het risico op apparaatstoringen
of-defecten.
De DC IN-aansluiting dient ook als stroomschakelaar.
Het apparaat wordt ingeschakeld wanneer u een
stekker in de DC IN-aansluiting steekt. Het apparaat
wordt uitgeschakeld wanneer u de stekker verwijdert.
Bij het inschakelen
Schakel apparatuur zoals een gitaarversterker als laatste in.
Let op bij het uitschakelen van de stroom
* Schakel het apparaat nooit uit in de volgende standen
(verwijder de stekker niet uit de DC IN-aansluiting). Als u dit
wel doet, kunnen alle opgeslagen gegevens verloren gaan.
5 Terwijl de LOOP-indicator draait (tijdens opnemen,
afspelen of overdubben)
5 Terwijl “LOADING… of “EXECUTING… wordt
weergegeven op het display (tijdens het wisselen,
verwijderen of laden van een frasegeheugen)
Paneelbeschrijvingen
5
Bij het uitschakelen
Schakel apparatuur zoals een gitaarversterker als
eersteuit.
* Verlaag altijd eerst het volume voor u het apparaat
in- of uitschakelt. Zelfs als u het volume hebt verlaagd,
hoort u mogelijk geluid wanneer u het apparaat in- of
uitschakelt. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
AUTO OFF-instellingen
Als u niet wilt dat het apparaat automatisch wordt
uitgeschakeld, stelt u AUTO OFF in op “OFF”.
1. Selecteer in het Menu-scherm 0 “SYSTEM” 0 de
optie “AUTO OFF” en druk op de [VALUE]-regelaar om
tebevestigen.
2. Draai de [VALUE]-regelaar om de waarde te wijzigen.
OFF Het apparaat wordt niet automatisch uitgeschakeld.
ON
Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld als 10 uur
zijn verstreken nadat de RC-10R voor het laatst is bespeeld
of bediend.
3. Druk verschillende keren op de [EXIT]-knop om terug te
keren naar het bovenste scherm.
C CTL 1, 2/EXP-aansluitingen
U kunt een voetschakelaar (apart verkrijgbaar: FS-5U,
FS-6, FS-7) aansluiten en gebruiken om diverse functies
te bedienen.
& Raadpleeg de “Parameter Guide (Engels)” (PDF) voor
meer informatie.
* Gebruik alleen het in deze handleiding beschreven
expressiepedaal. Het aansluiten van een
expressiepedaal van een ander type kan leiden tot
defecten en/of schade aan het apparaat.
D DC IN-aansluiting
Sluit de meegeleverde netstroomadapter aan op deze
aansluiting.
* Gebruik alleen de meegeleverde netstroomadapter. Het
gebruik van andere adapters kan leiden tot defecten of
elektrische schokken.
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit
alvorens deze aan te sluiten om defecten of storingen aan
de apparatuur te voorkomen.
Paneelbeschrijvingen
6
Zijpaneel (de apparatuur aansluiten)
E
F
E
MIDI-aansluitingen
Sluit hier een extern MIDI-apparaat aan. U kunt een
extern MIDI-apparaat synchroniseren met dit apparaat.
Voor het maken van deze aansluiting gebruikt u
een TRS/MIDI-verbindingskabel (apart verkrijgbaar:
BMIDI-5-35).
OPMERKING
Sluit hier geen audioapparaat aan. Als u dit wel doet, zal
dit leiden tot defecten.
F USB-poort
Sluit uw computer aan met een in de handel
verkrijgbare USB-kabel die USB 2.0 ondersteunt.
U kunt uw computer gebruiken om de frasen van de
RC-10R te lezen of te schrijven en een extern USB MIDI-
apparaat met de RC-10R te synchroniseren.
& Raadpleeg de “Parameter Guide (Engels)” (PDF) voor
meer informatie.
* Gebruik geen micro-USB-kabel die alleen ontworpen is
om een apparaat op te laden. Kabels voor alleen laden
kunnen geen gegevens doorsturen.
7
Frasegeheugen
De combinatie van een track met een ritmepatroon
wordt een “frasegeheugen genoemd. U kunt maximaal
99frasegeheugens opslaan.
Ritme
Het ritme bestaat uit vier verdelingen: INTRO, PTN 1, PTN 2
en ENDING. Bovendien hebben de PTN 1 en de PTN 2 elk hun
eigen ll-in.
Looper
De looper bestaat uit twee verdelingen: TRK 1 en TRK 2. Ukunt
dit gebruiken om het geluid van uw gitaar of bas op te
nemen en af te spelen.
SYSTEEM
Dit bevat algemene instellingen voor de gehele RC-10R.
& Raadpleeg de “Parameter Guide (Engels)” (PDF) voor meer
informatie.
Structuur van de RC-10R
Opnemen” en “overdubben
In deze handleiding verwijst opnemen” naar de
handeling van het voor het eerst op een lege track
opnemen en “overdubben” naar de tweede en
daaropvolgende opnames die u in lagen boven op de
eerste opname maakt.
Frasegeheugen 99
RC-10R
Frasegeheugen 1
Looper
Ritme
SYSTEEM
PTN 2
TRK 2
INTRO
ENDING
PTN 1
TRK 1
8
Basisbediening
Workow
Met de RC-10R kunt u “ritme afspelen, opnemen in loops” en “ritme afspelen + opnemen in loops gebruiken.
INTROINTRO
Automatisch
(naar PTN 1)
Ritme
([RHYTHM]-schakelaar)
Looper
([LOOP]-schakelaar)
Drukken
(schakelaar)
Twee
seconden
Drukken
(ll-in)
Eenmaal
PTN 1PTN 1
TRK 1TRK 1
SYNC = AANSYNC = AAN
SYNC = AANSYNC = AAN
“Looperbediening” (p. 10)
Drukken
(opnemen/afspelen van TRK 1)
Eenmaal
Drukken
(naar INTRO)
Een-
maal
Basisbediening
9
Workow
INTRO
Er wordt een korte intro afgespeeld die geschikt is voor
het patroon.
PTN 1
Dit is het basisritmepatroon.
PTN 2
Dit ritmepatroon is amboyanter dan PTN 1.
Fill-in
U kunt op elk moment een ll-in invoegen terwijl PTN
1 of PTN 2 worden afgespeeld. De ll-in wordt ook
ingevoegd wanneer u tussen PTN 1 en PTN 2 schakelt.
PTN 1 en PTN 2 spelen elk een andere ll-in af.
ENDING
Na een ll-in wordt de ending” (einde) afgespeeld en
vervolgens stopt het ritme.
Looper (TRK 1, TRK 2)
Gebruik dit om het geluid van uw gitaar of bas op te
nemen en af te spelen.
Wanneer u tussen PTN 1 en PTN 2 schakelt in het
ritmegedeelte, wisselen deze tracks ook automatisch
voor het loopergedeelte.
PTN 2PTN 2
TRK 2TRK 2
ENDINGENDING
Drukken
(ll-in)
Eenmaal
Drukken
(naar ENDING)
Twee-
maal
Drukken
(stop)
Tweemaal
Basisbediening
10
De looper en het ritme synchroniseren (p. 15)
U kunt opgeven of de looper en het ritme tegelijk (SYNC ON) of afzonderlijk (SYNC OFF) worden bediend.
Als u SYNC wilt in- of uitschakelen, houdt u de [RHYTHM]-schakelaar twee seconden of langer ingedrukt terwijl de looper en het ritme
zijngestopt.
Wanneer SYNC is ingeschakeld, verandert de RHYTHM-indicator van kleur.
SYNC UIT: rood en groen
SYNC AAN: rood en lichtblauw
LooperbedieningLooperbediening
AFSPELEN
(afspelen in
loops)
AFSPELEN
(afspelen in
loops)
REC
(opnemen)
REC
(opnemen)
Drukken
(ongedaan maken/
opnieuw uitvoeren)
Twee
seconden
Drukken
(overdubben)
Een-
maal
Drukken
(afspelen in loops)
Eenmaal
* Als er geen opgenomen
gegevens zijn, start u met
de opname.
Basisbediening
11
Basisritmebediening
Een ritmepatroon selecteren
De RC-10R bevat meer dan 280 verschillende
ritmepatronen.
1. Druk op de [VALUE]-regelaar om de cursor naar
het genre te verplaatsen.
* Als het scherm anders is dan het scherm dat hierboven
wordt weergegeven, drukt u verschillende keren op
de [EXIT]-knop om terug te keren naar het bovenste
scherm.
2. Draai de [VALUE]-regelaar om het genre te
selecteren.
3. Druk op de [VALUE]-regelaar om de cursor naar
het ritmepatroon te verplaatsen.
4. Draai de [VALUE]-regelaar om het
ritmepatroon te selecteren.
MEMO
5 Raadpleeg de “Parameter Guide” (PDF) voor meer
informatie over de interne ritmepatronen.
Raadpleeg p. 21 om de PDF-handleiding te
verkrijgen.
5 U kunt de maataanduiding van de ritmepatronen niet
meer wijzigen. Selecteer een ritmepatroon van de
maataanduiding die u wilt afspelen.
Basisbediening
12
Het ritme afspelen
1. Druk op de [RHYTHM]-schakelaar.
Het ritme wordt afgespeeld.
De RHYTHM-indicator draait volgens de timing van
het ritme.
Tussen PTN 1 en PTN 2 schakelen
1. Terwijl het ritme wordt afgespeeld, houdt
u de [RHYTHM]-schakelaar twee seconden
ingedrukt.
Er wordt een ll-in ingevoegd en vervolgens wordt
de verdeling die wordt afgespeeld, gewisseld.
Het ritme stoppen
1. Terwijl het ritme wordt afgespeeld, drukt
u tweemaal na elkaar op de [RHYTHM]-
schakelaar.
Er wordt een ll-in ingevoegd, de ending wordt
afgespeeld en vervolgens stopt het ritme.
5 U kunt het ritme ook starten zonder de intro af te spelen.
5 U kunt het ritme ook stoppen zonder de ending af te spelen.
& Raadpleeg de “Parameter Guide (Engels)” (PDF) voor meer
informatie.
Een ll-in invoegen
1. Terwijl PTN 1 of PTN 2 worden afgespeeld,
drukt u eenmaal op de [RHYTHM]-schakelaar.
Er wordt een ll-in ingevoegd die geschikt is voor
het ritmepatroon.
MEMO
5 Er wordt ook een ll-in ingevoegd wanneer u tussen
PTN 1 en PTN 2 schakelt.
Basisbediening
13
Het ritmevolume regelen
1. Draai de [LEVEL] (RHYTHM)-regelaar.
Het tempo aanpassen
1. Druk op de [VALUE]-regelaar om de cursor naar
het tempo te verplaatsen.
2. Draai de [VALUE]-regelaar om het tempo aan
te passen.
Basislooperbediening
Een frasegeheugen selecteren
1. Druk op de [VALUE]-regelaar om de cursor naar
het frasenummer te verplaatsen.
2. Draai de [VALUE]-regelaar om een
frasegeheugen te selecteren (1–99).
LOOP-indicator Beschrijving
Gedoofd
Geen opgenomen gegevens
Druk op de [LOOP]-schakelaar om het
opnemen te starten
Groen opgelicht
Er zijn opgenomen gegevens aanwezig
Druk op de [LOOP]-schakelaar om het
afspelen in loops te starten
Basisbediening
14
Opnemen
Selecteer een frasegeheugen dat geen opgenomen
gegevens bevat en druk op de [LOOP]-schakelaar om het
opnemen te starten.
Trackstatus en kleur van LOOP-indicator
Groen: Terwijl dit is gestopt, zijn er gegevens
aanwezig; anders wordt dit afgespeeld
Rood: Opnemen
Oranje: Overdubben
Lichtblauw: Wanneer Undo (Ongedaan maken) of
Redo (Opnieuw uitvoeren) wordt gebruikt
Overdubben
Door tijdens het afspelen van een lus op de [LOOP]-
schakelaar te drukken, kunt u een andere laag (overdub)
op de momenteel weergegeven frase opnemen.
5 Als u tijdens het overdubben op de [LOOP]-
schakelaar drukt, keert u terug naar afspelen in loops.
5 U kunt de handelingen Undo (Ongedaan maken) en
Redo (Opnieuw uitvoeren) uitvoeren.
& “Overdubben annuleren (Undo/Redo/Track
Clear)” (p. 15)
Afspelen in loops
Tijdens het overdubben of wanneer een frasegeheugen
met opgenomen gegevens wordt geselecteerd, kunt
u op de [LOOP]-schakelaar drukken om het afspelen in
loops te starten.
5 Als u tijdens het afspelen in loops op de [LOOP]-
schakelaar drukt, keert u terug naar overdubben.
5 Als u tijdens het afspelen van de frase de cursor
naar het frasenummer verplaatst en de [VALUE]-
regelaar draait, knippert het frasegeheugennummer
waardoor u de volgende frase kunt selecteren
(Memory Shift).
5 U kunt ook Memory Shift-handelingen uitvoeren
met behulp van een externe voetschakelaar die op
de CTL 1, 2-aansluitingen is aangesloten.
& Raadpleeg de “Parameter Guide (Engels)” (PDF)
voor meer informatie.
Stoppen
Als u wilt stoppen, drukt u tweemaal na elkaar op de
[LOOP]-schakelaar.
Basisbediening
15
Overdubben annuleren (Undo/Redo/Track Clear)
Undo (Ongedaan maken)/Redo (Opnieuw uitvoeren) is
mogelijk door de [LOOP]-schakelaar twee seconden of
langer ingedrukt te houden tijdens het afspelen van een
frase of het overdubben.
U kunt de frase wissen door de [LOOP]-schakelaar twee
seconden of langer ingedrukt te houden terwijl de frase
is gestopt.
Bewerking Beschrijving
Undo
(ongedaan
maken)
U kunt de opname van de meest recente
overdubbewerking annuleren door de [LOOP]-
schakelaar twee seconden of langer ingedrukt te
houden tijdens het afspelen of overdubben.
Redo
(opnieuw
uitvoeren)
Als u het geannuleerde geluid wilt terugbrengen,
houdt u de [LOOP]-schakelaar opnieuw twee
seconden of langer ingedrukt tijdens het
afspelen. Redo (opnieuw uitvoeren) is alleen
beschikbaar voor overdubben.
Clear
(wissen)
Terwijl het afspelen van de frase is gestopt,
kunt u de [LOOP]-schakelaar twee seconden of
langer ingedrukt houden om de frase te wissen
(deze wisbewerking is tijdelijk; de frase die in het
frasegeheugen is opgeslagen, gaat niet verloren).
Ritme en looper tegelijk gebruiken
Voor nog meer variatie in uw spel kunt u het ritme
samen met de looper gebruiken.
De looper gebruiken om een
achtergrondopname met ritme te maken
1. Zorg ervoor dat het ritme en de looper zijn
gestopt.
2. Houd de [RHYTHM]-schakelaar twee seconden
of langer ingedrukt.
SYNC wordt ingeschakeld zodat het ritme en de
looper tegelijk werken.
Wanneer SYNC is ingeschakeld, verandert de
RHYTHM-indicator van kleur.
SYNC UIT: rood en groen
SYNC AAN: rood en lichtblauw
Basisbediening
16
3. Druk op de [RHYTHM]-schakelaar.
Nadat de intro is afgespeeld, wordt PTN 1 van het
ritme afgespeeld. Op hetzelfde moment start het
opnemen van TRK 1 van de looper.
4. Druk op de [LOOP]-schakelaar.
De lengte van de TRK 1 wordt bepaald en de looper
schakelt naar de afspeelstatus.
U kunt vrij spelen terwijl de achtergrondtrack wordt
afgespeeld die u met behulp van het ritme en de
looper hebt gemaakt.
U kunt ook nogmaals op de [LOOP]-schakelaar
drukken en overdubben.
* De lengte van de track wordt automatisch aangepast
(“loop quantizing”) volgens het tempo en de
maataanduiding van het ritme.
Start
Stop
Zelfs als de timing enigszins onjuist is, wordt
de fraselengte automatisch aangepast aan het
precieze maatinterval.
* Het ritme wordt niet op de looper opgenomen.
* Zelfs tijdens het opnemen, overdubben of afspelen in
loops, kunt u vrij een ll-in voor het ritme invoegen
door op de [RHYTHM]-schakelaar te drukken.
Basisbediening
17
TRK 2 opnemen
Net zoals u voor het ritme kunt wisselen tussen PTN
1 en PTN 2, kunt u ook wisselen tussen TRK 1 en TRK
2 van de looper tijdens het opnemen of afspelen.
Hiermee kunt u een achtergrondtrack maken met
verschillende akkoordprogressies die geschikt zijn voor
de afspeelgedeelten van de song.
1. Houd tijdens het opnemen, overdubben of
afspelen van TRK 1 de [RHYTHM]-schakelaar
twee seconden of langer ingedrukt.
Het ritme wisselt naar het afspelen van PTN 2 en
tegelijk wisselt de looper naar het opnemen van
TRK 2.
U kunt de TRK 2 ook wisselen tussen afspelen
en overdubben op dezelfde manier als bij het
opnemen van de TRK 1.
MEMO
5 Het ritmegedeelte dat wordt afgespeeld en het
looper-nummer dat wordt opgenomen, afgespeeld of
overgedubd, worden in het midden van elke indicator
weergegeven.
& “5 LOOP-indicator” (p. 2)
& “8 RHYTHM-indicator” (p. 3)
Het afspelen stoppen
1. Druk tweemaal na elkaar op de [RHYTHM]-
schakelaar.
Het afspelen gaat verder tot het einde van de maat,
de ending wordt afgespeeld en vervolgens stopt
het afspelen.
Basisbediening
18
Frasegeheugens (Write/Delete)
Een frase opslaan
Als u opneemt of overdubt of ritme-instellingen maakt
en vervolgens een ander frasegeheugen selecteert of het
apparaat uitschakelt, gaan uw frase-instellingen verloren.
Als u uw frase wilt behouden, moet u deze naar het
geheugen schrijven.
1. Terwijl de handeling is gestopt, houdt u de
[MENU]-knop ingedrukt en drukt u op de
[EXIT]-knop.
Het MENU-scherm wordt weergegeven.
2. Draai de [VALUE]-regelaar om “WRITE” te
selecteren en druk vervolgens op de [VALUE]-
regelaar om te bevestigen.
3. Draai de [VALUE]-regelaar om het
frasegeheugen te selecteren dat als
schrijfbestemming wordt gebruikt.
Als u wilt annuleren, drukt u op de [EXIT]-knop.
MEMO
5 De maximale opnametijd is in het totaal circa zes
uur voor alle frases (inclusief een niet-opgeslagen
frase). Als er onvoldoende geheugen is om de frase
op te slaan, wordt “MEMORY FULL!” weergegeven
op het display. In dit geval verwijdert u onnodige
frases (p. 19) en probeert u de bewerking
opnieuw.
4. Druk op de [VALUE]-regelaar.
De frase wordt opgeslagen.
OPMERKING
5 Schakel de stroom nooit uit wanneer “EXECUTING... snel
knippert. Hierdoor kunnen alle opgeslagen gegevens
verloren gaan.
Basisbediening
19
5 Tijdens het uitvoeren van reparaties aan het apparaat,
doen wij ons uiterste best om de inhoud van het
geheugen te herstellen, maar het is mogelijk dat wij
de inhoud van het geheugen niet kunnen herstellen
wanneer er defecten aan de geheugensectie zijn.
5 Roland accepteert geen verantwoordelijkheid noch
nanciële aansprakelijkheid voor het herstellen van
inhoud in het geheugen van het apparaat die verloren
is gegaan.
Een frase verwijderen
Hier leest u hoe u een frase kunt verwijderen.
1. Terwijl de handeling is gestopt, houdt u de
[MENU]-knop ingedrukt en drukt u op de
[EXIT]-knop.
Het MENU-scherm wordt weergegeven.
2. Draai de [VALUE]-regelaar om CLEAR” te
selecteren en druk vervolgens op de [VALUE]-
regelaar om te bevestigen.
3. Draai de [VALUE]-regelaar om het
frasegeheugen dat u wilt verwijderen, te
selecteren en druk vervolgens op de [VALUE]-
regelaar om te bevestigen.
Als u wilt annuleren, drukt u op de [EXIT]-knop.
4. Draai de [VALUE]-regelaar om “YES te
selecteren en druk vervolgens op de [VALUE]-
regelaar.
De frase wordt verwijderd.
OPMERKING
5 Schakel de stroom nooit uit wanneer “EXECUTING... snel
knippert. Hierdoor kunnen alle opgeslagen gegevens
verloren gaan.
20
Appendix
De fabrieksinstellingen herstellen
(Factory Reset)
De instellingen van de RC-10R herstellen naar de
oorspronkelijke in de fabriek ingestelde waarden wordt
een “Factory Reset genoemd.
Met Factory Reset kunt u de systeeminstellingen
herstellen naar de in de fabriek ingestelde waarden
of alle frasegeheugens initialiseren. Wanneer u de
frasegeheugens initialiseert, worden de frasen verwijderd.
1. Druk op de [MENU]-knop.
Het MENU-scherm wordt weergegeven.
2. Draai de [VALUE]-regelaar om “FACTORY
RESET te selecteren en druk vervolgens op
de[VALUE]-regelaar om te bevestigen.
U ziet een scherm waarop u het bereik van de
Factory Reset kunt opgeven.
3. Geef het bereik van de Factory Reset op.
De cursor vooruit verplaatsen
Druk op de [VALUE]-regelaar.
De cursor achteruit verplaatsen
Druk op de [EXIT]-knop.
De waarde bewerken
Draai de [VALUE]-regelaar.
Parameter Waarde Beschrijving
FROM
TO
SYS
Systeem- en MIDI-
parameterinstellingen
1–99
De inhoud van
frasegeheugens 1–99
Appendix
21
4. Druk op de [VALUE]-regelaar om het bereik van
de Factory Reset te bevestigen.
Als u wilt annuleren, drukt u op de [EXIT]-knop.
5. Draai de [VALUE]-regelaar om “YES te
selecteren en druk vervolgens op de [VALUE]-
regelaar.
De Factory Reset wordt uitgevoerd.
OPMERKING
5 Schakel de stroom nooit uit wanneer “EXECUTING...
snel knippert. Hierdoor kunnen alle opgeslagen
gegevens verloren gaan.
De rubberen voetjes bevestigen
U kunt indien nodig de rubberen
voetjes bevestigen.
Bevestig deze op de plaatsen zoals
weergegeven in de afbeelding.
Als u
dit apparaat gebruikt zonder
de rubberen voetjes, kunt u de vloer
beschadigen.
* Wees voorzichtig als u het
apparaat ondersteboven houdt
om te voorkomen dat de knoppen en regelaars worden
beschadigd. Ga voorzichtig om met het apparaat, laat
het niet vallen.
De Parameter Guide verkrijgen
1. Ga naar de volgende URL.
http://www.boss.info/manuals/
2. Kies “RC-10R als de
productnaam.
Appendix
22
Belangrijkste specicaties
BOSS RC-10R: RHYTHM, LOOP STATION
Looper
Maximale opnametijd: Circa 6 uur (stereo)
Aantal tracks: 2
Gegevensindeling: WAV (44,1 kHz, 32-bits zwevend, stereo)
Ritme
Ritmetype: 280 typen of meer
Ritmecontrole: Intro, PTN 1, PTN 1 Fill, PTN 2, PTN 2 Fill,
Ending
Ritmekit: 16 typen
Maximale polyfonie: 24 stemmen
Maximaal aantal
frasegeheugens
99
Stroomtoevoer
Netstroomadapter
Stroomverbruik
250 mA
Afmetingen
101 (B) x 138 (D) x 63 (H) mm (exclusief rubberen voetjes),
101 (B) x 138 (D) x 65 (H) mm (inclusief rubberen voetjes)
Gewicht
(exclusief
netstroomadapter)
620 g
Accessoires
Gebruikershandleiding
Infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”
Netstroomadapter
Rubberen voetjes
Opties (apart
verkrijgbaar)
Voetschakelaar: FS-5U
Dubbele voetschakelaar: FS-6, FS-7
Expressiepedaal: FV-500H, FV-500L, EV-30, Roland EV-5
TRS/MIDI-verbindingskabel: BMIDI-5-35
* 0 dBu = 0,775 Vrms
* In dit document worden de specicaties van het
product uitgelegd op het moment dat het document
werd vrijgegeven. Raadpleeg de Roland-website voor
de meest recente informatie.
23
WAARSCHUWING
De AUTO OFF-functie
Dit apparaat wordt automatisch uitgeschakeld
na een vooraf ingestelde tijdsperiode nadat
het apparaat voor het laatst is gebruikt om
muziek af te spelen, of nadat de knoppen of
bedieningselementen van het apparaat voor
het laatst zijn gebruikt (AUTO OFF-functie). Als u niet
wilt dat het apparaat automatisch wordt uitgeschakeld,
schakelt u de AUTO OFF-functie uit (p. 5).
Gebruik alleen de meegeleverde netstroomadapter en het
correcte voltage
Gebruik alleen de netstroomadapter die
bij het apparaat wordt geleverd. Ga na of
het lijnvoltage van het elektriciteitsnet
overeenkomt met het ingangsvoltage dat op
de netstroomadapter wordt weergegeven.
Andere netstroomadapters gebruiken mogelijk een andere
polariteit of zijn ontworpen voor een ander voltage. Het
gebruik van dergelijke adapters kan resulteren in schade,
defecten of elektrische schokken.
OPGELET
Houd kleine voorwerpen buiten het bereik van kinderen
Bewaar de onderstaande onderdelen altijd
op een veilige plaats buiten het bereik van
kinderen, zodat er geen risico bestaat dat ze
per ongeluk worden ingeslikt.
• Meegeleverde onderdelen
Rubberen voetjes (p. 21)
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN/BELANGRIJKE OPMERKINGEN
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN/BELANGRIJKE OPMERKINGEN
24
Plaatsing
• Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur van
het oppervlak waarop u het apparaat plaatst, kunnen
de rubberen voetstukken mogelijk het oppervlak
verkleuren of ontsieren.
Reparaties en gegevens
• Voordat u het apparaat ter reparatie verzendt, moet
u een back-up maken van de gegevens die op het
apparaat zijn opgeslagen. U kunt uw belangrijke
gegevens ook op papier noteren. Hoewel we tijdens een
reparatie al het mogelijke doen om de gegevens op uw
apparaat te behouden, is het in sommige gevallen, zoals
wanneer het geheugen fysiek is beschadigd, echter niet
mogelijk om de opgeslagen inhoud te herstellen. Roland
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het herstel
van de opgeslagen inhoud die verloren is gegaan.
Extra voorzorgsmaatregelen
• Gegevens die op het apparaat zijn opgeslagen, kunnen
verloren gaan als gevolg van storingen aan het apparaat,
onjuiste bediening van het apparaat, enzovoort.
Bescherm uzelf tegen het onherstelbare verlies van
gegevens door regelmatig back-ups te maken van de
gegevens die op het apparaat zijn opgeslagen.
• Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
het herstel van de opgeslagen inhoud die verloren is
gegaan.
• Gebruik alleen het in deze handleiding beschreven
expressiepedaal. Het aansluiten van een expressiepedaal
van een ander type kan leiden tot defecten en
/of schade
aan het apparaat.
• Gebruik geen verbindingskabels met een ingebouwde
weerstand.
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN/BELANGRIJKE OPMERKINGEN
25
Intellectueel eigendomsrecht
• Het opnemen met audio- of videoapparatuur, kopiëren,
herwerken, distribueren, verkopen, leasen, uitvoeren
of uitzenden van materiaal (muziek, videomateriaal,
uitzendingen, liveoptredens, enzovoort) onder
auteursrecht dat geheel of gedeeltelijk eigendom is
van een derde, is wettelijk niet toegestaan zonder de
toestemming van de auteursrechteigenaar.
• Gebruik dit product niet voor doeleinden die kunnen
leiden tot een inbreuk op een auteursrecht dat
eigendom is van een derde. Wij aanvaarden geen enkele
verantwoordelijkheid voor inbreuken op auteursrechten
van derden die ontstaan uit uw gebruik van dit product.
• Het auteursrecht op inhoud van dit product (de
geluidsgegevens, stijlgegevens, begeleidingspatronen,
frasegegevens, audioloops en afbeeldingsgegevens) is
voorbehouden aan Roland Corporation.
• Het is kopers van dit product toegestaan genoemde
inhoud (met uitzondering van songgegevens zoals
demosongs) te gebruiken voor het maken, uitvoeren,
opnemen en distribueren van oorspronkelijke muziek.
• Het is kopers van dit product NIET toegestaan
genoemde inhoud in oorspronkelijke of aangepaste
vorm te extraheren met de bedoeling opgenomen
media van genoemde inhoud te distribueren of deze
beschikbaar te maken op een computernetwerk.
• Het SD-logo
en SDHC-logo zijn
handelsmerken van SD-3C, LLC.
• Dit product bevat het met eParts geïntegreerde
softwareplatform van eSOL Co., Ltd. eParts is een
handelsmerk van eSOL Co., Ltd. in Japan.
• Dit product bevat opensourcesoftware van derden.
Copyright (c) 2009-2017 ARM Limited. Alle rechten voorbehouden.
Gelicentieerd onder de Apache-licentie, versie 2.0 (de “licentie”);
U kunt een kopie van de licentie verkrijgen op
http://www.apache.org/licenses/LICENSE-2.0
Copyright (c) 2016, Freescale Semiconductor, Inc.
Copyright 2016-2017 NXP
Alle rechten voorbehouden.
Gelicentieerd onder de BSD-3-Clause
U kunt een kopie van de licentie verkrijgen op
https://opensource.org/licenses/BSD-3-Clause
• Roland en BOSS zijn geregistreerde handelsmerken of
handelsmerken van Roland Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN/BELANGRIJKE OPMERKINGEN
26
• De bedrijfsnamen en productnamen in dit document
zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken
van hun respectievelijke eigenaars.
• In deze handleiding worden bedrijfs- en productnamen
van de respectieve eigenaars gebruikt omdat dit
de meest praktische manier is om de geluiden te
beschrijven die met behulp van DSP-technologie
worden geëmuleerd.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

Boss RC-10R de handleiding

Type
de handleiding