GENERATORS
- 41 -
IS 25-29
NL
De brandstofleidingen moeten van rubber zijn dat bestand
is tegen koolwaterstof en een inwendige diameter van 8
mm hebben.
Voor nadere informatie moet u
zich aan het gebruiks- en onderhoudsboekje van de
fabrikant van de motor houden.
6 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
6.1 Accu
Gebruik een aparte startaccu van 12 V en met een
minimum capaciteit van 100 Ah. als startaccu.
Gebruik geen accu met een kleinere
capacitiet.
Deze moet op de klemmen van de generator (afb.10 - ref.
4) aangesloten worden met kabels met een doorsnede
van 25 mm
2
voor afstanden tot 5 m en met kabels met een
doorsnede van 35 mm
2
voor grotere afstanden, waarbij bij
het verrichten van de handelingen deze volgorde in acht
genomen moet worden:
- Sluit de pluspool [+] van de accu aan de pluspool [+] van
de startmotor.
- Sluit vervolgens de minpool [-] van de accu op de met [-
] gemarkeerde plaats op de generator aan.
- Bescherm de aansluitingen op de accu met zuurvrije
vaseline.
De generator is voorzien van een acculader voor het laden
van zijn eigen startaccu. (max.40 A bij 12 V)
Monteer de accu in een goed
geventileerde omgeving, weg van elke mogelijke
warmte- en ontstekingsbron zoals de generator zelf.
Controleer geregeld de accupolen en het vloeistofnivo
van de accu. Indien de kabels moeten worden
losgenomen volg dan bovengenoemde instructies in
omgekeerde volgorde. Let op niet de accukabels te
verwisselen. Dit kan grote schade aan de generator
en accu tot gevolg hebben. Sluit geen andere
verbruikers aan op deze accu.
Om galvanische stromen te minimaliseren mag de
generatoraccu niet verbonden worden met andere accus
aan boord.
6.2 bedieningspaneel
Er zijn twee modellen afstandsbedieningspaneel leverbaar
die op het instrumentenpaneel geïnstalleerd kunnen
worden en die aangesloten kunnen worden op de
stroomopwekkingsgroep om de groep te starten en te
stoppen.
Beide modellen worden geleverd met een 20 m lange
elektrische verbindingskabel die voorbereid is voor een
verbindingsconnector aan de uiteinden
Steek de connector van de verbindingskabel in de specia-
le insteekverbinding aan de onderkant van de kast van het
instrumentenpaneel aan de binnenzijde van de
stroomopwekkingsgroe (afb.14, ref.1) en de
tegenovergestelde kant aan het
afstandsbedieningspaneel.
6.3 Wisselstroomaansluiting
Deze aansluiting kan tot stand worden gebracht via het
vermogensklemmenbord op de wisselstroomdynamo van
de stroomgenerator (afb.13 ref. 1). Dit klemmenbord is
bereikbaar nadat het sluitpaneel verwijderd is zoals
aangegeven op afb.12 ref.1.
Deze serie stroomopwekkingsgroepen biedt de
mogelijkheid van gebruik zowel op 115V - 50Hz / 120V -
60Hz als op 230V - 50Hz / 240V -60Hz.
Er zijn dus twee aansluitmogelijkheden (en dus twee
gebruiksmogelijkheden) volgens de hieronder vermelde
configuraties.
1 Parallelgeschakelde aansluiting; in deze configuratie
heeft u de volgende uitgang:
115V-50Hz of 120V-60Hz tussen punt 11 en 4 door de
uitgangen van de wisselstroomdynamo 33-11 en 2-4
volgens het schema op afb.11 ref.2 aan te sluiten.
2 Seriegeschakelde aansluiting; in deze configuratie is
het mogelijk te nemen:
230V-50Hz of 240V-50Hz tussen punt 11 en 4 door de
uitgangen van de wisselstroomdynamo 33-2 volgens
het schema op afb.11 ref.1 aan te sluiten.
Bij de seriegeschakelde aansluiting is het mogelijk om
gelijktijdig vermogen met een spanning van 115/230V-
50Hz als 120/240V-60Hz te nemen, zoals blijkt uit de
schemas op afb.11 ref. 3.
Als u gebruik maakt van de
seriegeschakelde aansluiting om 115V-50Hz/120V-
60Hz spanning (afb.11 ref.1 en 3) te nemen mag de
stroom de nominale stroomwaarde met niet meer dan
50% overschrijden.
- Om zowel de parallel- als de seriegeschakelde
aansluitingen tot stand te brengen moeten de speciale
draadbruggen op het klemmenbord (ref. 11, ref. 1, 2, 3)
aangebracht worden.
- Verzeker u ervan dat het totaal aantal gebruikers dat
gevoed moet worden niet meer bedraagt dan het nominale
vermogen van de stroomopwekkingsgroep.
- De stroomopwekkingsgroep is uitgerust met een
magnetothermische beveiliging die in geval van
overbelasting of kortsluiting de stroomtoevoer
onderbreekt.