Mase IS 4500-5500 Installatie gids

Type
Installatie gids

Deze handleiding is ook geschikt voor

- 3 -
IS 2500 - 3500 - 4500 - 5500
GENERATORS
IMPORTANT
A - Tubes, internal diameter 45 mm
B - Tubes, internal diameter 15 mm
C - Clamps
CAUTION
The measurements shown in fig. 4 should
correspond exactly.
IMPORTANT.
A - Tuyauterie d'un diamètre interne de 45 mm.
B - Tuyauterie en caoutchouc Nèoprène d'un diamètre
interne de 15 mm.
C - Bagues de serrage.
ATTENTION
Il est très important de respecter les dimensions
indiquèes sur les figures 4
IMPORTANTE
A - Tubazione diam. 45 mm. interno.
B - Tubazione in neoprene diam. 15 mm interno.
C - Fascette di serraggio.
ATTENZIONE
E' molto importante rispettare le misure
riportate in fig. 4
BELANGRIJK
A - Slangen, inwendige diameter 45 mm.
B - Slangen, inwendige diameter 15 mm.
C - Slangenklemmen
LET OP
Maten zoals aangegeven in fig. 4 dienen
aangehouden te worden.
1 Presa a mare
2 Rubinetto genera acqua
3 Rubinetto svuotamento impianto
4 Filtro acqua
5 Gruppo elettrogeno
6 Marmitta
7 Silenziatore
8 Bocchettone scarico a mare
9 Linea di galleggiamento
Sea intake Prise en mer
General tap-water Robinet gènèral de l’eau
Tap to drain system Robinet de vidage de l’installation
Water filter Filtrè à eau
Electric generator Groupe èletrogène
Mmuffler Pot
Silencer Silencieux
Sea drainage nozzle Goult dècharge en mer
Water line Ligne de flottaison
Huiddoorvoer
Huidafsluiter
Aftapkraan
Wierpot
Generator
Waterslot
Demper
Huiddoorvoer
Waterlijn
Fig. 4
GENERATORS
IS 2500 - 3500 - 4500 - 5500
- 4 -
Fig. 5
1 Presa a mare
2 Rubinetto genera impianto
3 Rubinetto svuotamento impianto
4 Filtro acqua
5 Vanvola antisifone
6 Marmitta
7 Silenziatore
8 Bocchettone scarico a mare
9 Linea di galleggiamento
10 Drenaggio
11 Miscelatore di scarico
12 Pompa acqua
13 Gruppo elettrogeno
Sea intake Prise en mer
General tap-systemr Robinet gènèral de l’eau
Tap to drain system Robinet de vidage de l’installation
Water filter Filtrè à eau
Anti-siphon valve Soupape antisiphon
Muffler Pot
Silencer Silencieux
Sea drainage nozzle Goult dècharge en mer
Water line Ligne de flottaison
Drainage Drainage
Drain mixer Mèlangeur de purge
Water pump Pompe à eau
Electric generator Goupe èletrogène
Huidafsluiter
Aftapkraan
Waterfilter
Beluchter
Waterslot
Demper
Huiddoorvoer
Waterlijn
Lekleiding
Waterinjectiebocht
Waterpomp
Generator
IMPORTANT
A - Tubes, internal diameter 45 mm
B - Tubes, internal diameter 15 mm
C - Clamps
CAUTION
The measurements shown in fig. 5 should
correspond exactly.
IMPORTANTE
A - Tubazione diam. 45 mm. interno.
B - Tubazione in neoprene diam. 15 mm interno.
C - Fascette di serraggio.
ATTENZIONE
E' molto importante rispettare le misure
riportate in fig. 5
IMPORTANT.
A - Tuyauterie d'un diamètre interne de 45 mm.
B - Tuyauterie en caoutchouc Nèoprène d'un diamètre
interne de 15 mm.
C - Bagues de serrage.
ATTENTION
Il est très important de respecter les dimensions
indiquèes sur les figures 5.
BELANGRIJK
A - Slangen, inwendige diameter 45 mm.
B - Slangen, inwendige diameter 15 mm.
C - Slangenklemmen
LET OP
Maten zoals aangegeven in fig. 5 dienen
aangehouden te worden.
- 23 -
IS 2500 - 3500 - 4500 - 5500
GENERATORS
E
1.1 Installatieruimte ............................................. 24
1.2 Montage in het schip ..................................... 24
1.3 Ventilatie ....................................................... 24
2.1. Externe koelsysteem ..................................... 24
2.2
Voorbeeld van installatie boven de waterlijn ... 24
2.3.
Voorbeeld van installatie onder de waterlijn.... 24
2.4.
Componenten................................................ 25
2.5.
Nat uitlaatsysteem ......................................... 25
3.0
Brandstofsysteem.......................................... 25
4.1.
Accu.............................................................. 26
4.2.
Bedieningspaneel .......................................... 26
4.3.
Wisselstroom ................................................ 26
4.4.
Hoofdschakelaar ........................................... 27
Wijst op een drijgende gevaarlijke situatie die, als u deze omstandigheden niet
vermijdt, (dodelijk) lichamelijk letsel op kan leveren.
Wijst op een mogelijk gevaarlijke omstandigheid die, als u deze omstandigheden niet
vermijdt, lichamelijk letsel en/of schade aan de apperatuur tot gevolg kan hebben.
Wijst op een mogelijk gevaarlijke omstandigheid die, als u deze omstandigheden niet
vermijdt, matig lichamelijk letsel en/of schade aan de apperatuur tot gevolg kan
hebben. Waarschuwt ook om veilig te werken.
Belangrijke informatie. Als de machine niet conform deze informatie wordt gebruikt
kan de garantie in gevaar komen.
MASE streeft er naar continue haar produkten te verbeteren. Modificaties kunnen zonder mededeling vooraf worden
doorgevoerd.
DE GARANTIE KOMT TE VERVALLEN ALS DE
INBOUW EN HET GEBRUIK NIET VOLGENS DE
SPECIFICATIES IN DEZE INSTALLATIE
HANDLEIDING GEBEURT.
INSTALLATIE
2 KOELSYSTEEM
1
NL
INHOUD
3
BRANDSTOFSYSTEEM
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN4
WAARSCHUWING
GEVAAR
VOORZICHTIG
INFORMATIE
GENERATORS
IS 2500 - 3500 - 4500 - 5500
- 24 -
NL
1.0. INSTALLATIE
1.0 Installatie
De generator moet in een voldoende geventileerde
omgeving staan, met voldoende aanvoer voor de
verbrandingslucht. De ruimte moet gescheiden van
andere vertrekken en geluids werend zijn uitgevoerd. De
generator moet zo geplaatst zijn dat deze goed
toegankelijk is voor normaal onderhoud.
Voortstuwingsmotoren mogen in de zelfde ruimte staan
opgesteld, mits bovenstaande voorwaarden in
aanmerking worden genomen.
1.2. Montage in het schip
Om de generator goed vast te zetten moet deze op een
frame worden gemonteerd die voldoende sterk is en
trillingen kan absorberen. Boorgaten volgens fig. 1.
1.3 Ventilatie
De generator is uitgerust met een gesloten systeem van
geforceerde luchtkoeling en voorzien van een lucht/
water warmtewisselaar.
De verbrandingslucht wordt door openingen in de basis
van de omkapping aangezogen (fig.1). Deze moeten
dus open blijven.
2.0 KOELSYSTEEM
De generator wordt gekoeld door een open systeem van
buitenwater middels een lucht/water warmtewisselaar.
Het debiet voor het buitenwater is:
IS2500 900 liter/uur
IS3500 1200 liter/uur
IS4500 1200 liter/uur
Een uitlaatsysteem voor het afvoeren van het koelwater/
uitlaatgas mengsel dient aanwezig te zijn (zie hoofdstuk
2).
2.1 Externe koelsysteem
Schepen gebruiken gewoonlijk één van de twee systemen
voor het innemen van buitenwater (fig.3).
1 - direct open huiddoorvoer
2 - systeem met schelp
Mase beveelt het gebruik van systeem 1. aan. Dit systeem
voorkomt het gevaar dat water onder druk langs de
waterpomp de motor binnendringt.
Gebruik geen afscherming van de waterinlaat.
HET HUIDDOORVOERSYSTEEM VAN MASE IS
AANGEPAST OM HET BINNENDRINGEN VAN
VERVUILING TE VOORKOMEN. ALS ANDERE, OP
DE MARKT VERKRIJGBARE, SYSTEMEN GEBRUIKT
WORDEN MOETEN DEZE VAKER WORDEN
GECONTROLEERD EN SCHOONGEMAAKT.
Het systeem met schelp kan de volgende problemen
veroorzaken.
a - Gemonteerd met de sleuven in de vaarrichting.
Gedurende de vaart met de generator buiten
werking kan door de opgebouwde druk water
langs de waterpomp door de uitlaat de motor
binnendringen.
b - Gemonteerd met de sleuven naar achteren gericht.
Gedurende de vaart kan nu onderdruk ontstaan.
De waterpomp kan nu onvoldoende pompen
waardoor oververhitting van de generator dreigt.
Ook kunnen er startproblemen van de pomp
optreden waardoor de impeller kapot kan gaan.
2.2 Voorbeeld van installatie boven de waterlijn
(fig.4)
2.3 Voorbeeld van montage onder de waterlijn
(fig.5).
Huiddoorvoer
INFORMATIE
- 25 -
IS 2500 - 3500 - 4500 - 5500
GENERATORS
NL
2.4 Componenten
1- huiddoorvoer
Als de generator meer dan 1 meter boven de waterlijn
is gemonteerd, moet er een terugslagklep worden
gemonteerd achter de huidafsluiter (1 van fig. 6). Dit
voorkomt dat het systeem leegloopt als de generator
niet draait. Hierdoor zou bij het opstarten de impeller
van de waterpomp kunnen beschadigen. Om de
zelfde reden dient de zuigleiding bij een eerste opstart
handmatig met water gevuld te worden.
2 - kogelafsluiter, 1/2"
3 - kogelafsluiter, 1/2"
Deze dient om het water te kunnen aftappen bij
langdurige stilstand of onderhoud aan de generator.
4 - Waterfilter met kijkglas.
Voorkomt binnendringen van waterplanten of zand.
Het filter dient fijnmazig te zijn. Mesh 2 (470 micron)
is aanbevolen voor een goede werking.
5 - Beluchter. Deze klep zorgt dat de druk in het
systeem niet onder de luchtdruk kan dalen. Anders zou
water de generator in kunnen lopen. Een beluchter moet
gemon teerd worden als de injectiebocht van de generator
minder dan 15 cm. boven de waterlijn zit. De beluchter
dient minstens 50 cm. boven de waterlijn gemonteerd te
zijn (zie fig. 8/9).
De beluchtingsslang van de beluchter dient vanaf de
beluchter àf te lopen om ophoping van water bij
uitgeschakelde generator te voorkomen (zie fig. 7).
Opm.: -De beluchtingsslang naar de bilge of naar een
huiddoorvoer ruimschoots boven de waterlijn laten lopen.
Er kan tijdens bedrijf kleine hoeveelheden water uit
komen.
-De voet van de omkasting zijn reeds voorzien van twee
gaten voor de beluchter.
2.5 Nat uitlaatsysteem
Het uitlaatsysteem dient geheel gescheiden te zijn van
dat van de hoofdmotor.
De maximale slanglengte van het waterslot tot aan
het hoogste punt in het uitlaatsysteem bedraagt 2
meter. Anders kan er te veel water teruglopen het
waterslot in.
1- Waterslot (minimale inhoud 3,5 liter)
Deze dient op of onder het niveau van de voet van de
omkasting van de generator te worden gemonteerd. Het
waterslot voorkomt teruglopen van water naar de
generator en dempt het uitlaatlawaai.
2 - Demper.
Deze dempt het uitlaatlawaai verder en dient minimaal 1
meter van de huiddoorvoer te worden gemonteerd.
3 - Aftapkraan.
3.0 BRANDSTOFSYSTEEM
De set wordt van brandstof voorzien via brandstofslangen
gemarkeerd met “Diesel” voor de toevoer en “Diesel
return” voor de retour naar de tank (fig. 10). Een
brandstoffilter met waterafscheider dient in de
brandstoftoevoerleiding te worden gemonteerd. Als de
tank 50 cm. of meer onder de brandstofpomp van de
generator ligt dient een terugslagklep met een
openingsdruk van minder dan 50 mbar. in de
brandstoftoevoerleiding te worden gemonteerd. De
brandstofslangen dienen een binnendiameter te hebben
van 6,3 mm. Het materiaal moet voldoen aan ISO 7840.
De generator is voorzien van een automatische
ontluchting. Als handmatig ontluchten nodig is kan
op “ON” gedrukt worden. Wacht nu 30 sec. alvorens
te starten.
Het brandstoffilter dient een verwisselbaar element
te hebben en een fijnheid van 5 tot 10 micron.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
INFORMATIE
INFORMATIE
GENERATORS
IS 2500 - 3500 - 4500 - 5500
- 26 -
4. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4.1 Accu
Gebruik een aparte accu van 12 V en met een minimum
capaciteit van 30 Ah. als startaccu. Gebruik kabels met
een doorsnede van tenminste 25 mm2 als de lengte
minder dan 5 meter bedraagt. Anders tenminste 35 mm2
gebruiken. Sluit de kabels aan volgens fig. 11.
- Sluit de pluspool [+] van de accu aan de pluspool [+]
van de startmotor.
- Sluit vervolgens de minpool [-] van de accu op de met
[-] gemarkeerde plaats op de generator aan.
- Bescherm de aansluitingen op de accu met vaseline.
De generator is voorzien van een acculader voor het
laden van zijn eigen startaccu. (max. 10 A bij 12 V)
Monteer de accu in een goed geventileerde omgeving,
weg van elke mogelijke warmte en ontstekingsbron
zoals de generator zelf. Controleer geregeld de
accupolen en het vloeistofnivo van de accu. Indien
de kabels moeten worden losgenomen volg dan
bovengenoemde instructies in omgekeerde
volgorde. Let op niet de accukabels te verwisselen.
Dit kan grote schade aan de generator en accu tot
gevolg hebben. Sluit geen andere verbruikers aan
op deze accu.
Om galvanische stromen te minimaliseren mag de
generatoraccu niet verbonden worden met andere accu’s
aan boord.
4.2 Bedieningspaneel
Deze aansluiting kan gemaakt worden middels het
aansluitpaneel (1 van fig. 12). Gebruik de kabel die aan
het bedieningspaneel is bevestigd. De te gebruiken
connectoren zijn genummerd 1 tot en met 9. De
afschermingskabel dient op een aparte terminal (2 van
fig. 12) met een geïsoleerde kabelschoen te worden
bevestigd. Volg de kleurcoderingen van fig. 13 en gebruik
een trekontlasting op 3 van fig. 12.
Het bedieningspaneel bevat 5 LEDS voor controle en
alarm (1 van fig. 14), een urenteller (2 van fig. 14) en start
en stop knoppen (3/4/5 van fig. 14).
Voor bevestigen zie maten van fig. 14.
Voor bediening van de generator moet het paneel
worden gebruikt. Geen andere dan bijgeleverde
onderdelen gebruiken! Maak de accukabels los als u
aan het paneel werkt.
Het bedieningspaneel is voorzien van max. 10 meter
kabel. Deze lengte mag niet zelf worden veranderd
daar anders bedieningsproblemen kunnen optreden.
4.3 Wisselstroom
De wisselstroom aansluitingen zitten op 1 van fig. 15.
De generator wordt in de volgende spanningen geleverd.
115V - 50 Hz. 230V - 50 Hz.
1 -Parallelle aansluiting.
Er zit een brug tussen P1-P2 en F1-F2. De spanning
(115 V) kan afgetakt wordenvan P1 en F2. Zie fig. 16.
2 -Seriële aansluiting.
Er zit een brug tussen P2-F1. De spanning (230 V) kan
afgetakt worden van P1 en F2. Zie fig. 17.
- Het is ook mogelijk, bij seriële aansluiting, om
tegelijkertijd 115 V af te takken van F1 en F2 of P1 en P2.
Zie fig. 18.
-Ook is het mogelijk twee aparte lijnen van 115 V te
gebruiken. Er wordt dan geen brug gemonteerd.
Opm.: In dit geval kan slechts de helft van het maximale
vermogen per aansluiting worden afgenomen.
- Zorg dat de som van de belastingen het nominale
vermogen niet overstijgt.
- Automatische zekeringen dienen in alle gevallen
te worden gebruikt volgens onderstaande tabellen.
- De bovengenoemde aansluitingen dienen
gemaakt te worden op de terminals 1 van fig. 15.
NL
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
- 27 -
IS 2500 - 3500 - 4500 - 5500
GENERATORS
Enkele stroomafname
NL
Opm.:In deze gevallen is slechts één automatische
zekering vereist.
Dubbele stroomafname
IS 2500
IS 3500
IS 4500
Hz 50 50 50
V 115/230 115/230 115/230
W 1700 2700 4000
A 7.4 11.7 17.4
Hz 60 60 60
V 120/240 120/240 120/240
W 1900 2900 4800
A 7.9 12.1 20
TAB 2
Opm.:In deze gevallen dienen twee automatische
zekeringen te worden gebruikt, zie fig. 18 en 19. Voor de
waarden zie tabel 2.
4.4 Hoofdschakelaar
Een keuzeschakelaar dient gemonteerd te worden indien
u wult kunnen overschakelen van generator- naar
walstroom (fig. 20).
IS 2500
IS 3500
IS 4500
TAB 1
Hz 50 60 50 60
V 115 120 230 240
W. 2700 2900 2700 2900
A 23.5 24.2 11.7 12.1
Hz 50 60 50 60
V 115 120 230 240
W. 4000 4800 4000 4800
A 34.8 40 17.4 20
Hz 50 60 50 60
V 115 120 230 240
W. 1700 1900 1700 1900
A 14.8 15.8 7.4 7.9

Documenttranscriptie

IS 2500 - 3500 - 4500 - 5500 GENERATORS Fig. 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Presa a mare Rubinetto genera acqua Rubinetto svuotamento impianto Filtro acqua Gruppo elettrogeno Marmitta Silenziatore Bocchettone scarico a mare Linea di galleggiamento Sea intake General tap-water Tap to drain system Water filter Electric generator Mmuffler Silencer Sea drainage nozzle Water line Prise en mer Robinet gènèral de l’eau Robinet de vidage de l’installation Filtrè à eau Groupe èletrogène Pot Silencieux Goult dècharge en mer Ligne de flottaison IMPORTANT IMPORTANTE A - Tubazione diam. 45 mm. interno. B - Tubazione in neoprene diam. 15 mm interno. C - Fascette di serraggio. Huiddoorvoer Huidafsluiter Aftapkraan Wierpot Generator Waterslot Demper Huiddoorvoer Waterlijn A - Tubes, internal diameter 45 mm B - Tubes, internal diameter 15 mm C - Clamps ATTENZIONE CAUTION E' molto importante rispettare le misure riportate in fig. 4 The measurements shown in fig. 4 should correspond exactly. IMPORTANT. BELANGRIJK A - Tuyauterie d'un diamètre interne de 45 mm. B - Tuyauterie en caoutchouc Nèoprène d'un diamètre interne de 15 mm. C - Bagues de serrage. ATTENTION Il est très important de respecter les dimensions indiquèes sur les figures 4 ABC- Slangen, inwendige diameter 45 mm. Slangen, inwendige diameter 15 mm. Slangenklemmen LET OP Maten zoals aangegeven in fig. 4 dienen aangehouden te worden. -3- IS 2500 - 3500 - 4500 - 5500 GENERATORS Fig. 5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Presa a mare Rubinetto genera impianto Rubinetto svuotamento impianto Filtro acqua Vanvola antisifone Marmitta Silenziatore Bocchettone scarico a mare Linea di galleggiamento Drenaggio Miscelatore di scarico Pompa acqua Gruppo elettrogeno Sea intake General tap-systemr Tap to drain system Water filter Anti-siphon valve Muffler Silencer Sea drainage nozzle Water line Drainage Drain mixer Water pump Electric generator Prise en mer Robinet gènèral de l’eau Robinet de vidage de l’installation Filtrè à eau Soupape antisiphon Pot Silencieux Goult dècharge en mer Ligne de flottaison Drainage Mèlangeur de purge Pompe à eau Goupe èletrogène IMPORTANTE A - Tubazione diam. 45 mm. interno. B - Tubazione in neoprene diam. 15 mm interno. C - Fascette di serraggio. IMPORTANT A - Tubes, internal diameter 45 mm B - Tubes, internal diameter 15 mm C - Clamps ATTENZIONE CAUTION E' molto importante rispettare le misure riportate in fig. 5 The measurements shown in fig. 5 should correspond exactly. IMPORTANT. BELANGRIJK A - Tuyauterie d'un diamètre interne de 45 mm. B - Tuyauterie en caoutchouc Nèoprène d'un diamètre interne de 15 mm. C - Bagues de serrage. ATTENTION Il est très important de respecter les dimensions indiquèes sur les figures 5. -4- Huidafsluiter Aftapkraan Waterfilter Beluchter Waterslot Demper Huiddoorvoer Waterlijn Lekleiding W aterinjectiebocht W aterpomp Generator ABC- Slangen, inwendige diameter 45 mm. Slangen, inwendige diameter 15 mm. Slangenklemmen LET OP Maten zoals aangegeven in fig. 5 dienen aangehouden te worden. NL IS 2500 - 3500 - 4500 - 5500 GENERATORS INHOUD DE GARANTIE KOMT TE VERVALLEN ALS DE INBOUW EN HET GEBRUIK NIET VOLGENS DE SPECIFICATIES IN DEZE INSTALLATIE HANDLEIDING GEBEURT. E1 INSTALLATIE 1.1 Installatieruimte ............................................. 24 1.2 Montage in het schip ..................................... 24 1.3 Ventilatie ....................................................... 24 2 KOELSYSTEEM 2.1. 2.2 2.3. 2.4. 2.5. Externe koelsysteem ..................................... Voorbeeld van installatie boven de waterlijn ... Voorbeeld van installatie onder de waterlijn .... Componenten ................................................ Nat uitlaatsysteem ......................................... 3 BRANDSTOFSYSTEEM 24 24 24 25 25 3.0 Brandstofsysteem .......................................... 25 4 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. Accu.............................................................. Bedieningspaneel .......................................... Wisselstroom ................................................ Hoofdschakelaar ........................................... GEVAAR 26 26 26 27 Wijst op een drijgende gevaarlijke situatie die, als u deze omstandigheden niet vermijdt, (dodelijk) lichamelijk letsel op kan leveren. WAARSCHUWING Wijst op een mogelijk gevaarlijke omstandigheid die, als u deze omstandigheden niet vermijdt, lichamelijk letsel en/of schade aan de apperatuur tot gevolg kan hebben. VOORZICHTIG Wijst op een mogelijk gevaarlijke omstandigheid die, als u deze omstandigheden niet vermijdt, matig lichamelijk letsel en/of schade aan de apperatuur tot gevolg kan hebben. Waarschuwt ook om veilig te werken. INFORMATIE Belangrijke informatie. Als de machine niet conform deze informatie wordt gebruikt kan de garantie in gevaar komen. MASE streeft er naar continue haar produkten te verbeteren. Modificaties kunnen zonder mededeling vooraf worden doorgevoerd. - 23 - GENERATORS 1.0. INSTALLATIE 1.0 Installatie NL IS 2500 - 3500 - 4500 - 5500 INFORMATIE Gebruik geen afscherming van de waterinlaat. De generator moet in een voldoende geventileerde omgeving staan, met voldoende aanvoer voor de verbrandingslucht. De ruimte moet gescheiden van andere vertrekken en geluids werend zijn uitgevoerd. De generator moet zo geplaatst zijn dat deze goed toegankelijk is voor normaal onderhoud. Voortstuwingsmotoren mogen in de zelfde ruimte staan opgesteld, mits bovenstaande voorwaarden in aanmerking worden genomen. 1.2. HET HUIDDOORVOERSYSTEEM VAN MASE IS AANGEPAST OM HET BINNENDRINGEN VAN VERVUILING TE VOORKOMEN. ALS ANDERE, OP DE MARKT VERKRIJGBARE, SYSTEMEN GEBRUIKT WORDEN MOETEN DEZE VAKER WORDEN GECONTROLEERD EN SCHOONGEMAAKT. Het systeem met schelp kan de volgende problemen veroorzaken. Montage in het schip a- Gemonteerd met de sleuven in de vaarrichting. Gedurende de vaart met de generator buiten werking kan door de opgebouwde druk water langs de waterpomp door de uitlaat de motor binnendringen. b- Gemonteerd met de sleuven naar achteren gericht. Gedurende de vaart kan nu onderdruk ontstaan. De waterpomp kan nu onvoldoende pompen waardoor oververhitting van de generator dreigt. Ook kunnen er startproblemen van de pomp optreden waardoor de impeller kapot kan gaan. 2.2 Voorbeeld van installatie boven de waterlijn (fig.4) 2.3 Voorbeeld van montage onder de waterlijn (fig.5). Om de generator goed vast te zetten moet deze op een frame worden gemonteerd die voldoende sterk is en trillingen kan absorberen. Boorgaten volgens fig. 1. 1.3 Ventilatie De generator is uitgerust met een gesloten systeem van geforceerde luchtkoeling en voorzien van een lucht/ water warmtewisselaar. De verbrandingslucht wordt door openingen in de basis van de omkapping aangezogen (fig.1). Deze moeten dus open blijven. 2.0 KOELSYSTEEM De generator wordt gekoeld door een open systeem van buitenwater middels een lucht/water warmtewisselaar. Het debiet voor het buitenwater is: IS2500 900 liter/uur IS3500 1200 liter/uur IS4500 1200 liter/uur Een uitlaatsysteem voor het afvoeren van het koelwater/ uitlaatgas mengsel dient aanwezig te zijn (zie hoofdstuk 2). 2.1 Externe koelsysteem Schepen gebruiken gewoonlijk één van de twee systemen voor het innemen van buitenwater (fig.3). 1 - direct open huiddoorvoer 2 - systeem met schelp Mase beveelt het gebruik van systeem 1. aan. Dit systeem voorkomt het gevaar dat water onder druk langs de waterpomp de motor binnendringt. - 24 - Huiddoorvoer IS 2500 - 3500 - 4500 - 5500 NL GENERATORS 2.4 Componenten 2.5 Nat uitlaatsysteem 1- huiddoorvoer Het uitlaatsysteem dient geheel gescheiden te zijn van dat van de hoofdmotor. WAARSCHUWING Als de generator meer dan 1 meter boven de waterlijn is gemonteerd, moet er een terugslagklep worden gemonteerd achter de huidafsluiter (1 van fig. 6). Dit voorkomt dat het systeem leegloopt als de generator niet draait. Hierdoor zou bij het opstarten de impeller van de waterpomp kunnen beschadigen. Om de zelfde reden dient de zuigleiding bij een eerste opstart handmatig met water gevuld te worden. 23- kogelafsluiter, 1/2" kogelafsluiter, 1/2" Deze dient om het water te kunnen aftappen bij langdurige stilstand of onderhoud aan de generator. 4Waterfilter met kijkglas. Voorkomt binnendringen van waterplanten of zand. WAARSCHUWING De maximale slanglengte van het waterslot tot aan het hoogste punt in het uitlaatsysteem bedraagt 2 meter. Anders kan er te veel water teruglopen het waterslot in. 1Waterslot (minimale inhoud 3,5 liter) Deze dient op of onder het niveau van de voet van de omkasting van de generator te worden gemonteerd. Het waterslot voorkomt teruglopen van water naar de generator en dempt het uitlaatlawaai. 2Demper. Deze dempt het uitlaatlawaai verder en dient minimaal 1 meter van de huiddoorvoer te worden gemonteerd. 3- Aftapkraan. 3.0 BRANDSTOFSYSTEEM WAARSCHUWING Het filter dient fijnmazig te zijn. Mesh 2 (470 micron) is aanbevolen voor een goede werking. 5Beluchter. Deze klep zorgt dat de druk in het systeem niet onder de luchtdruk kan dalen. Anders zou water de generator in kunnen lopen. Een beluchter moet gemon teerd worden als de injectiebocht van de generator minder dan 15 cm. boven de waterlijn zit. De beluchter dient minstens 50 cm. boven de waterlijn gemonteerd te zijn (zie fig. 8/9). WAARSCHUWING De set wordt van brandstof voorzien via brandstofslangen gemarkeerd met “Diesel” voor de toevoer en “Diesel return” voor de retour naar de tank (fig. 10). Een brandstoffilter met waterafscheider dient in de brandstoftoevoerleiding te worden gemonteerd. Als de tank 50 cm. of meer onder de brandstofpomp van de generator ligt dient een terugslagklep met een openingsdruk van minder dan 50 mbar. in de brandstoftoevoerleiding te worden gemonteerd. De brandstofslangen dienen een binnendiameter te hebben van 6,3 mm. Het materiaal moet voldoen aan ISO 7840. De beluchtingsslang van de beluchter dient vanaf de beluchter àf te lopen om ophoping van water bij uitgeschakelde generator te voorkomen (zie fig. 7). INFORMATIE Opm.: -De beluchtingsslang naar de bilge of naar een huiddoorvoer ruimschoots boven de waterlijn laten lopen. Er kan tijdens bedrijf kleine hoeveelheden water uit komen. -De voet van de omkasting zijn reeds voorzien van twee gaten voor de beluchter. De generator is voorzien van een automatische ontluchting. Als handmatig ontluchten nodig is kan op “ON” gedrukt worden. Wacht nu 30 sec. alvorens te starten. INFORMATIE Het brandstoffilter dient een verwisselbaar element te hebben en een fijnheid van 5 tot 10 micron. - 25 - GENERATORS 4. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN 4.1 Accu Gebruik een aparte accu van 12 V en met een minimum capaciteit van 30 Ah. als startaccu. Gebruik kabels met een doorsnede van tenminste 25 mm2 als de lengte minder dan 5 meter bedraagt. Anders tenminste 35 mm2 gebruiken. Sluit de kabels aan volgens fig. 11. - Sluit de pluspool [+] van de accu aan de pluspool [+] van de startmotor. - Sluit vervolgens de minpool [-] van de accu op de met [-] gemarkeerde plaats op de generator aan. - Bescherm de aansluitingen op de accu met vaseline. De generator is voorzien van een acculader voor het laden van zijn eigen startaccu. (max. 10 A bij 12 V) NL IS 2500 - 3500 - 4500 - 5500 Het bedieningspaneel bevat 5 LEDS voor controle en alarm (1 van fig. 14), een urenteller (2 van fig. 14) en start en stop knoppen (3/4/5 van fig. 14). Voor bevestigen zie maten van fig. 14. WAARSCHUWING Voor bediening van de generator moet het paneel worden gebruikt. Geen andere dan bijgeleverde onderdelen gebruiken! Maak de accukabels los als u aan het paneel werkt. WAARSCHUWING Het bedieningspaneel is voorzien van max. 10 meter kabel. Deze lengte mag niet zelf worden veranderd daar anders bedieningsproblemen kunnen optreden. 4.3 Wisselstroom WAARSCHUWING Monteer de accu in een goed geventileerde omgeving, weg van elke mogelijke warmte en ontstekingsbron zoals de generator zelf. Controleer geregeld de accupolen en het vloeistofnivo van de accu. Indien de kabels moeten worden losgenomen volg dan bovengenoemde instructies in omgekeerde volgorde. Let op niet de accukabels te verwisselen. Dit kan grote schade aan de generator en accu tot gevolg hebben. Sluit geen andere verbruikers aan op deze accu. Om galvanische stromen te minimaliseren mag de generatoraccu niet verbonden worden met andere accu’s aan boord. 4.2 Bedieningspaneel Deze aansluiting kan gemaakt worden middels het aansluitpaneel (1 van fig. 12). Gebruik de kabel die aan het bedieningspaneel is bevestigd. De te gebruiken connectoren zijn genummerd 1 tot en met 9. De afschermingskabel dient op een aparte terminal (2 van fig. 12) met een geïsoleerde kabelschoen te worden bevestigd. Volg de kleurcoderingen van fig. 13 en gebruik een trekontlasting op 3 van fig. 12. - 26 - De wisselstroom aansluitingen zitten op 1 van fig. 15. De generator wordt in de volgende spanningen geleverd. 115V - 50 Hz. 230V - 50 Hz. 1 -Parallelle aansluiting. Er zit een brug tussen P1-P2 en F1-F2. De spanning (115 V) kan afgetakt wordenvan P1 en F2. Zie fig. 16. 2 -Seriële aansluiting. Er zit een brug tussen P2-F1. De spanning (230 V) kan afgetakt worden van P1 en F2. Zie fig. 17. - Het is ook mogelijk, bij seriële aansluiting, om tegelijkertijd 115 V af te takken van F1 en F2 of P1 en P2. Zie fig. 18. -Ook is het mogelijk twee aparte lijnen van 115 V te gebruiken. Er wordt dan geen brug gemonteerd. Opm.: In dit geval kan slechts de helft van het maximale vermogen per aansluiting worden afgenomen. Zorg dat de som van de belastingen het nominale vermogen niet overstijgt. Automatische zekeringen dienen in alle gevallen te worden gebruikt volgens onderstaande tabellen. De bovengenoemde aansluitingen dienen gemaakt te worden op de terminals 1 van fig. 15. IS 2500 - 3500 - 4500 - 5500 NL GENERATORS Enkele stroomafname TAB 1 Hz V W. A 50 115 1700 14.8 IS 2500 60 50 120 230 1900 1700 15.8 7.4 60 240 1900 7.9 Hz V W. A 50 115 2700 23.5 IS 3500 60 50 120 230 2900 2700 24.2 11.7 60 240 2900 12.1 Hz V W. A 50 115 4000 34.8 IS 4500 60 50 120 230 4800 4000 40 17.4 60 240 4800 20 Opm.:In deze gevallen is slechts één automatische zekering vereist. Dubbele stroomafname TAB 2 Hz V W A Hz V W A IS 2500 50 115/230 1700 7.4 60 120/240 1900 7.9 IS 3500 50 115/230 2700 11.7 60 120/240 2900 12.1 IS 4500 50 115/230 4000 17.4 60 120/240 4800 20 Opm.:In deze gevallen dienen twee automatische zekeringen te worden gebruikt, zie fig. 18 en 19. Voor de waarden zie tabel 2. 4.4 Hoofdschakelaar Een keuzeschakelaar dient gemonteerd te worden indien u wult kunnen overschakelen van generator- naar walstroom (fig. 20). - 27 -
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Mase IS 4500-5500 Installatie gids

Type
Installatie gids
Deze handleiding is ook geschikt voor