3
AANJAGER TER VOORKOMING VAN SCHILFERS
De zaag is uitgerust met een aanjager ter voorkoming van schilfers, om het zaaggebied schoon te houden.
Gebruik knop (B), Afb. 6, om de aanjager ter voorkoming van schilfers aan- en uit te schakelen. De knop is
in de stand uit weergegeven. Draai de knop tegen de klok in, totdat hij stopt, om de aanjager ter
voorkoming van schilfers aan te zetten.
INSTEEKZAGEN
WAARSCHUWING: Voorkom aanraking van het gereedschap met blootliggend metaal, wanneer
er in een muur wordt gezaagd. Dit ter voorkoming van het gevaar voor een elektrische schok, als
gevolg van het per ongeluk in een onder stroom staande draad zagen. HOUD DE ZAAG VAST
ZOALS DIT IN AFB. 7 IS GETOOND.
Eén van de onderscheidende en belangrijke kenmerken van de FLEX decoupeerzaag is de mogelijkheid om
de zaagsnede te beginnen (alleen in hout) binnen een gebied zonder eerst gaten te boren. Dit is speciaal
van belang bij het maken van openingen voor elektrische stopcontacten in afgewerkte muren, openingen in
aanrechten voor gootstenen en openingen voor het sanitair.
OPMERKING: Wanneer er op de insteekmanier wordt gezaagd, wordt het aanbevolen om de
baanknop in de stand “3” te zetten.
Meet eerst het uit te zagen gebied en markeer het goed met potlood, krijt of een kraspen. Kies een gunstige
plaats om te beginnen en houd de decoupeerzaag over het punt en binnen de afvallijn. Kantel de machine
naar voren totdat de voorkant van de voet stevig tegen het oppervlak van het materiaal rust, zonder dat de
punt van de zaag het werkoppervlak raakt, zoals dit in Afb. 8 is getoond. Zet de motor op “on” (aan) en laat
de achterkant van de machine langzaam zakken totdat de voet helemaal tegen het werkoppervlak rust. Zaag
nu langs de binnenkant van het gemarkeerde gebied. Indien scherpe hoeken gewenst zijn, zaag dan
helemaal in de hoek van de gemarkeerde kant. Stop en ga iets terug, begin de bocht en zaag langs de kant.
Herhaal hetzelfde bij elke hoek, totdat u bij het begin uitkomt. Ga vervolgens terug en zaag elke hoek vanuit
de tegenovergestelde richting. De voet van de machine is breed genoeg waardoor u een solide geleidend
oppervlak aan beide kanten van de zaagsnede hebt.
HET INSTELEN VAN DE VOET
De voet kan op twee manieren worden ingesteld, van voren naar achteren, en naar links of naar rechts
gekanteld voor het maken van schuine randen. De voet heeft een palletje op de 0 (90°) instelling en op 15°,
30° en 45° voor instellingen zowel links, als rechts van het midden.
De voet werd op de fabriek in de voorste stand ingesteld. De voet kan naar achteren worden ingesteld voor
het maken van gelijke zaagsneden rond muren en andere vergelijkbare plaatsen. Leg de zaag op zijn kant
voor het naar voren of naar achteren bewegen van de voet, maak de schroef (A), Afb. 9 los, beweeg de
voet naar de gewenste stand en draai de schroef weer vast.
Opmerking: Wanneer er schuin wordt gezaagd, moet de basis (voet) in de meest voorwaartse
stand worden gezet, Afb. 9.
Trek de hefboom uit het eind van de klemschroef (A), Afb. 10, om de voet te kantelen en draai de hefboom
naar de voorkant van de zaag, Afb. 11, draai vervolgens de hefboom tegen de klok in totdat de voet kan
worden gekanteld. Zet de voet op de gewenste stand en draai de schroef vast door de hefboom met de
klok mee te draaien.
OPMERKING: Na elke kanteling van 90°, of elke halve kanteling, is het nodig om de hefboom
terug te bewegen, naar de tegenovergestelde kant van de zaag.
HET GEBRUIK VAN DE ZAAG
Zet het materiaal eerst vast in een bankschroef of met klemmen op een werkbank. Dit is special belangrijk
bij het zagen van kleine stukken of bij dun materiaal. Bij het vorderen van het werk in krul, of uitgezaagde
gebogen stukken, kan het materiaal opnieuw worden vastgezet om aan de bewegingen van de zaag
tegemoet te komen. Indien het werk groot genoeg is kan het met de hand op zaagbokken worden
vastgehouden. De zaag zaagt soepel met slechts een lichte voorwaartse druk op het gereedschap. Het
forceren van de zaag resulteert niet in sneller zagen.
Zet om met het zagen te beginnen het werk goed vast, markeer de zaaglijn duidelijk, plaats de voorste rand
van de zaagvoet stevig op het materiaal, start de motor en beweeg de zaag het werk in.
FORCEER NIET, LAAT DE ZAAG HET WERK DOEN. Beweeg de machine slechts zo snel naar voren dat de
zaag blijft zagen.