Flex S 703 BVE Handleiding

Type
Handleiding
1
BIJKOMENDE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DRAAGBARE
DECOUPEERZAGEN
1. HOUD DE ZAAGBLADEN SCHERP.
2. HOUD DE HANDEN UIT DE BUURT VAN HET ZAAGGEBIED. Reik bij het zagen nooit, om welke reden
dan ook, onder of achter het materiaal dat gezaagd wordt.
3. Zorg, NADAT U KLAAR BENT MET ZAGEN, ervoor dat u niet in aanraking met het zaagblad komt.
Schakel de motor onmiddellijk uit.
4. WAARSCHUWING: WEES UITERST VOORZICHTIG BIJ HET BLIND ZAGEN OM ER ZEKER VAN
TE ZIJN DAT ER GEEN VREEMDE VOORWERPEN ZOALS ELEKTRICITEITSDRAAD, LEIDINGEN,
WATERLEIDINGEN ENZ. ZIJN DIE MET HET ZAAGBLAD IN AANRAKING KUNNEN KOMEN.
5. SOMMIG HOUT IS BEHANDELD MET EEN CONSERVEERMIDDEL DAT GIFTIG KAN ZIJN. Wees extra
zorgvuldig om inademen of aanraking met de huid te voorkomen wanneer u met zulke materialen werkt.
Vraag alle beschikbare veiligheidsinformatie van uw leverancier aan en volg deze op.
RESERVEONDERDELEN
Gebruik bij onderhoud alleen identieke reserveonderdelen.
ASSEMBLAGE
INSTEEKINSTALLATIE VOOR DE VOET TER VOORKOMING VAN SPLINTERS
De insteek van de voet ter voorkoming van splinters wordt gebruikt om het schilferen en splinteren van de
bovenste vezels van gelaagd hout, paneelwerk en andere gemakkelijk splinterende materialen te
verminderen. Wanneer deze insteek wordt gebruikt is het niet nodig om de goede of afgewerkte kant van
het werk tijdens het zagen naar beneden te hebben.
Plaats de insteek zoals dit in Afbeelding 1 is getoond. OPMERKING: Wanneer de insteek ter voorkoming
van het splinteren wordt gebruikt, moet de voet in de voorste stand worden gezet, Afb. 9.
PLAATSING VAN DE PLASTIC HULPVOET TER VOORKOMING VAN
BESCHADIGINGEN
VOORZICHTIG: TREK DE STEKKER VAN DE ZAAG UIT HET STOPCONTACT.
De plastic hulpvoet ter voorkoming van beschadigingen wordt gebruikt wanneer er op afgewerkte
oppervlakken wordt gezaagd, om te voorkomen dat de normale metalen voet het oppervlak van het te
zagen materiaal krast, uitdiept of op andere wijze beschadigt.
Verwijder vóór het plaatsen van de plastic hulpvoet de zes schroeven uit de onderkant van de voet,
verwijder de metalen hulpvoet, monteer de plastic hulpvoet op de zaag en draai de schroeven weer vast.
Zorg ervoor om de metalen hulpvoet te bewaren voor toekomstig gebruik.
HET PLAATSEN VAN DE ZAAG
1. Open de beschermkap aan de voorkant A, Afb. 12.
2. Verwijder de insteek ter voorkoming van splinters, indien deze is gemonteerd.
3. Knijp de trekkerschakelaar voorzichtig in, totdat de zaagas langzaam beweegt, en stop de motor
wanneer de zaagas op, of vlak bij de laagste stand van zijn slag is, Afb. 6.
VOORZICHTIG: TREK DE STEKKER VAN DE ZAAG UIT HET STOPCONTACT.
4. Open de zaagklem door de beweegbare hefboom (B), Afb. 2, zover mogelijk rond te draaien naar de
stationaire hefboom (A), Afb. 2, en houd in deze stand.
TECHNISCHE GEGEVENS
Spanningsbron .................................... 230 V A – gewogen niveaus
Stroomverbruik.................................... 705 V Geluidsdrukniveau................................. 84 dB
Krachtopbrengst................................. 460 W Geluidsdrukniveau................................. 97 dB
Frequentie....................................... 50/60 Hz
DRAAG OORBESCHERMING!
Slagen per minuut (max.).............. 500-3100 Typische gemiddelde effectieve
Slag ................................................ 25,4 mm versnellingswaarde............................... 5 m/s
2
Max. zaagdiepte (staal)...................... 20 mm Gewicht
Zonder koffer en toebehoren .................................. 3,0 kg
2
5. Beweeg hefboom (A) zover mogelijk naar voren, terwijl de zaagklem open wordt gehouden, (Zie Afb. 2
&3), en houd in deze stand.
OPMERKING: stappen 4 en 5 moeten in één beweging worden uitgevoerd.
6. Steek de zaag, met de zaagtanden naar de voorkant van de zaag gericht, zover mogelijk door de
zaaggeleider in de zaaghouder en laat de hefbomen los. Zie Afbeelding 4.
7. Trek de zaag omhoog totdat deze zich op zijn plaats vergrendelt. De zaag is juist geplaatst wanneer de
hefbomen zijn uitgelijnd, zoals dit in Afbeelding 4 is getoond.
8. Sluit de beschermkap aan de voorkant A, Afb. 12.
HET VERWIJDEREN VAN DE ZAAG
1. Open de beschermkap aan de voorkant A, Afb. 12.
2. Verwijder de insteek van de voet ter voorkoming van splinters, indien deze is geïnstalleerd.
3. Trek de trekkerschakelaar voorzichtig in, totdat de zaagas langzaam beweegt, en stop de motor
wanneer de zaagas op, of vlakbij de laagste stand is, Afb. 6.
VOORZICHTIG: TREK DE STEKKER VAN DE ZAAG UIT HET STOPCONTACT.
4. Open de zaagklem door de beweegbare hefboom (B), Afb. 2, zover mogelijk rond te draaien naar de
stationaire hefboom (A), Afb. 2.
5. Beweeg de as van het zaagblad naar voren totdat het zaagblad los van de zaagbladgeleider is.
6. Pak de punt van het zaagblad, beweeg het in de richting van de zaagbladhouder hefboom/rechterkant
van de zaag en trek het zaagblad uit de klem.
7. Sluit de beschermkap aan de voorkant A, Afb. 12.
WERKING
HET STARTEN EN STOPPEN VAN DE ZAAG
Zorg ervoor dat de spanning (voltage) van het elektrisch net hetzelfde is als de spanning die staat
aangegeven op het specificatieplaatje op de zaag, en dat de zaagschakelaar op OFF (UIT) staat. Steek de
stekker van de zaag in het stopcontact.
1. Knijp de trekkerschakelaar (A) in, Afb. 5, om de motor te starten. Laat de trekker los om de motor te
stoppen.
2. Vergrendelknop – Er is in een vergrendelknop (B) voorzien, Afb. 5, om de zaag draaiend te houden,
zonder de trekkerschakelaar op “ON” (AAN) te houden. Knijp de trekker zover mogelijk in en druk
vervolgens de vergrendelknop in, laat dan de trekker los om de trekkerschakelaar in de “ON” (AAN) stand
vast te zetten.
Knijp voor het OPHEFFEN van de vergrendeling de trekker in, zodat de vergrendelknop uitspringt, en de
trekker wordt los gelaten.
VARIABELE SNELHEID
Deze zaag is uitgerust met een regelbare variabele snelheidscontrole. Het snelheidsbereik loopt van 500 tot
3100 slagen per minuut. De snelheid wordt bijgesteld door de controleknop (C) te draaien, Afb. 5. De
snelheidscontrole kan met, of zonder een draaiende motor worden geregeld.
Gebruik een hogere snelheidsinstelling voor het snel zagen wanneer afwerking en nauwkeurigheid niet van
belang zijn. Gebruik een lagere snelheidsinstelling wanneer nauwkeurigheid en afwerking bij fijne
materialen van belang zijn.
DE BAAN VAN DE ZAAG
De baan van de zaag kan worden gewijzigd door knop (A), Afb. 6, in één van vier standen te draaien die
door de nummers “0” tot en met “3” zijn aangegeven, waarbij “0” geen baan oplevert en “3” een maximale
baan. De baan kan worden bijgesteld met of zonder een draaiende motor. Beweeg knop (A), Afb. 6, naar
het palletje in de behuizing dat overeenkomt met het nummer op de behuizing. De knop staat in stand “0”.
De rechte op-en-neer stand is stand “3”. Het zagen van metaal moet in stand “0” worden uitgevoerd.
Het gebruik van hogere baaninstellingen, wanneer er ingewikkelde ornamenten worden gezaagd, kan het
breken van de zaag veroorzaken. De lagere baaninstellingen worden aanbevolen voor het zagen van
ornamenten. Baaninstelling “0” zal het nauwkeurigste zagen opleveren met minder splinters en de langste
levensduur van de zaag.
3
AANJAGER TER VOORKOMING VAN SCHILFERS
De zaag is uitgerust met een aanjager ter voorkoming van schilfers, om het zaaggebied schoon te houden.
Gebruik knop (B), Afb. 6, om de aanjager ter voorkoming van schilfers aan- en uit te schakelen. De knop is
in de stand uit weergegeven. Draai de knop tegen de klok in, totdat hij stopt, om de aanjager ter
voorkoming van schilfers aan te zetten.
INSTEEKZAGEN
WAARSCHUWING: Voorkom aanraking van het gereedschap met blootliggend metaal, wanneer
er in een muur wordt gezaagd. Dit ter voorkoming van het gevaar voor een elektrische schok, als
gevolg van het per ongeluk in een onder stroom staande draad zagen. HOUD DE ZAAG VAST
ZOALS DIT IN AFB. 7 IS GETOOND.
Eén van de onderscheidende en belangrijke kenmerken van de FLEX decoupeerzaag is de mogelijkheid om
de zaagsnede te beginnen (alleen in hout) binnen een gebied zonder eerst gaten te boren. Dit is speciaal
van belang bij het maken van openingen voor elektrische stopcontacten in afgewerkte muren, openingen in
aanrechten voor gootstenen en openingen voor het sanitair.
OPMERKING: Wanneer er op de insteekmanier wordt gezaagd, wordt het aanbevolen om de
baanknop in de stand “3” te zetten.
Meet eerst het uit te zagen gebied en markeer het goed met potlood, krijt of een kraspen. Kies een gunstige
plaats om te beginnen en houd de decoupeerzaag over het punt en binnen de afvallijn. Kantel de machine
naar voren totdat de voorkant van de voet stevig tegen het oppervlak van het materiaal rust, zonder dat de
punt van de zaag het werkoppervlak raakt, zoals dit in Afb. 8 is getoond. Zet de motor op “on” (aan) en laat
de achterkant van de machine langzaam zakken totdat de voet helemaal tegen het werkoppervlak rust. Zaag
nu langs de binnenkant van het gemarkeerde gebied. Indien scherpe hoeken gewenst zijn, zaag dan
helemaal in de hoek van de gemarkeerde kant. Stop en ga iets terug, begin de bocht en zaag langs de kant.
Herhaal hetzelfde bij elke hoek, totdat u bij het begin uitkomt. Ga vervolgens terug en zaag elke hoek vanuit
de tegenovergestelde richting. De voet van de machine is breed genoeg waardoor u een solide geleidend
oppervlak aan beide kanten van de zaagsnede hebt.
HET INSTELEN VAN DE VOET
De voet kan op twee manieren worden ingesteld, van voren naar achteren, en naar links of naar rechts
gekanteld voor het maken van schuine randen. De voet heeft een palletje op de 0 (90°) instelling en op 15°,
30° en 45° voor instellingen zowel links, als rechts van het midden.
De voet werd op de fabriek in de voorste stand ingesteld. De voet kan naar achteren worden ingesteld voor
het maken van gelijke zaagsneden rond muren en andere vergelijkbare plaatsen. Leg de zaag op zijn kant
voor het naar voren of naar achteren bewegen van de voet, maak de schroef (A), Afb. 9 los, beweeg de
voet naar de gewenste stand en draai de schroef weer vast.
Opmerking: Wanneer er schuin wordt gezaagd, moet de basis (voet) in de meest voorwaartse
stand worden gezet, Afb. 9.
Trek de hefboom uit het eind van de klemschroef (A), Afb. 10, om de voet te kantelen en draai de hefboom
naar de voorkant van de zaag, Afb. 11, draai vervolgens de hefboom tegen de klok in totdat de voet kan
worden gekanteld. Zet de voet op de gewenste stand en draai de schroef vast door de hefboom met de
klok mee te draaien.
OPMERKING: Na elke kanteling van 90°, of elke halve kanteling, is het nodig om de hefboom
terug te bewegen, naar de tegenovergestelde kant van de zaag.
HET GEBRUIK VAN DE ZAAG
Zet het materiaal eerst vast in een bankschroef of met klemmen op een werkbank. Dit is special belangrijk
bij het zagen van kleine stukken of bij dun materiaal. Bij het vorderen van het werk in krul, of uitgezaagde
gebogen stukken, kan het materiaal opnieuw worden vastgezet om aan de bewegingen van de zaag
tegemoet te komen. Indien het werk groot genoeg is kan het met de hand op zaagbokken worden
vastgehouden. De zaag zaagt soepel met slechts een lichte voorwaartse druk op het gereedschap. Het
forceren van de zaag resulteert niet in sneller zagen.
Zet om met het zagen te beginnen het werk goed vast, markeer de zaaglijn duidelijk, plaats de voorste rand
van de zaagvoet stevig op het materiaal, start de motor en beweeg de zaag het werk in.
FORCEER NIET, LAAT DE ZAAG HET WERK DOEN. Beweeg de machine slechts zo snel naar voren dat de
zaag blijft zagen.
4
U zult ervaren dat de open hals en de duidelijke voorste rand van de zaagvoet het gemakkelijk maken om
de lijn te volgen en dicht bij het patroon te zagen. Het is bij de meeste materialen niet nodig om groter te
zagen voor het met de hand afwerken of het schuren. De gladheid van de zaagsnede maakt verder schuren
vaak onnodig.
ONDERHOUD
HOUD HET GEREEDSCHAP SCHOON
Blaas regelmatig alle luchtdoorgangen met droge perslucht schoon. Alle kunststoffen onderdelen moeten
met een zachte vochtige doek worden gereinigd. Gebruik NOOIT oplosmiddelen om kunststofonderdelen
schoon te maken. Dit zou het materiaal kunnen oplossen of op andere wijze beschadigen.
LET OP: Draag een veiligheidsbril bij het gebruik van perslucht.
GEREEDSCHAP WEIGERT TE STARTEN
Als het gereedschap weigert te starten, controleer dan of de polen van de stekker goed contact maken met
het stopcontact. Controleer ook of er doorgeslagen zekeringen of open stroomonderbrekers in de leiding
zijn.
SMERING
Dit gereedschap is gesmeerd met een voldoende hoeveelheid smering van hoge kwaliteit voor de
levensduur van de machine onder normale werkcondities. Meer smering is niet nodig.
BORSTELCONTROLE EN SMERING
Voor uw voortdurende veiligheid en elektrische bescherming moet het inspecteren van de borstels en het
vervangen ervan in dit gereedschap ALLEEN door een erkend servicebureau voor elektrische FLEX-
gereedschappen worden uitgevoerd.
Neem, of stuur uw gereedschap na een gebruik van ongeveer 100 uur, naar uw dichtstbijzijnde erkende
servicebureau voor elektrische FLEX-gereedschappen, om het gereedschap grondig te laten schoonmaken
en te laten inspecteren. Versleten onderdelen te laten vervangen, en waar nodig, opnieuw te laten smeren
met een vers smeermiddel. Indien dit is vereist, te laten uitrusten met nieuwe borstels en de prestatie te
laten testen.
Alle krachtverlies dat zich voordoet vóór de bovenstaande onderhoudsbeurt, kan een aanduiding zijn dat
onmiddellijke service van uw gereedschap is vereist. GA NIET DOOR MET UW GEREEDSCHAP ONDER
DEZE OMSTANDIGHEDEN TE GEBRUIKEN. Als het juiste werkvoltage voorhanden is, retourneer uw
gereedschap dan naar het servicebureau voor onmiddellijke service.
ONDERHOUD EN REPARATIES
Alle kwaliteitsgereedschappen vereisen uiteindelijk service of vervanging van onderdelen als gevolg van
normale gebruiksslijtage. Dit werk, inclusief het inspecteren van de borstels en hun vervanging, moet
ALLEEN door een ERKEND Servicebedrijf voor FLEX Elektrische Gereedschappen worden uitgevoerd. Alle
door deze instanties uitgevoerde reparaties zijn volledig gegarandeerd tegen defect materiaal en
vakmanschap. Wij kunnen door anderen dan deze instanties uitgevoerde reparaties niet garanderen.
Indien u vragen heeft over het gereedschap, staat het u vrij ons te allen tijde te schrijven. Geef in al uw
communicaties a.u.b. alle informatie door die voorkomt op het naamplaatje op uw gereedschap
(modelnummer, type, serienummer enz.).

Documenttranscriptie

TECHNISCHE GEGEVENS Spanningsbron .................................... 230 V A – gewogen niveaus Stroomverbruik.................................... 705 V Geluidsdrukniveau................................. 84 dB Krachtopbrengst ................................. 460 W Geluidsdrukniveau................................. 97 dB DRAAG OORBESCHERMING! Frequentie ....................................... 50/60 Hz Slagen per minuut (max.) .............. 500-3100 Typische gemiddelde effectieve Slag ................................................ 25,4 mm versnellingswaarde............................... 5 m/s2 Max. zaagdiepte (staal) ...................... 20 mm Gewicht Zonder koffer en toebehoren .................................. 3,0 kg BIJKOMENDE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DRAAGBARE DECOUPEERZAGEN 1. HOUD DE ZAAGBLADEN SCHERP. 2. HOUD DE HANDEN UIT DE BUURT VAN HET ZAAGGEBIED. Reik bij het zagen nooit, om welke reden dan ook, onder of achter het materiaal dat gezaagd wordt. 3. Zorg, NADAT U KLAAR BENT MET ZAGEN, ervoor dat u niet in aanraking met het zaagblad komt. Schakel de motor onmiddellijk uit. 4. WAARSCHUWING: WEES UITERST VOORZICHTIG BIJ HET BLIND ZAGEN OM ER ZEKER VAN TE ZIJN DAT ER GEEN VREEMDE VOORWERPEN ZOALS ELEKTRICITEITSDRAAD, LEIDINGEN, WATERLEIDINGEN ENZ. ZIJN DIE MET HET ZAAGBLAD IN AANRAKING KUNNEN KOMEN. 5. SOMMIG HOUT IS BEHANDELD MET EEN CONSERVEERMIDDEL DAT GIFTIG KAN ZIJN. Wees extra zorgvuldig om inademen of aanraking met de huid te voorkomen wanneer u met zulke materialen werkt. Vraag alle beschikbare veiligheidsinformatie van uw leverancier aan en volg deze op. RESERVEONDERDELEN Gebruik bij onderhoud alleen identieke reserveonderdelen. ASSEMBLAGE INSTEEKINSTALLATIE VOOR DE VOET TER VOORKOMING VAN SPLINTERS De insteek van de voet ter voorkoming van splinters wordt gebruikt om het schilferen en splinteren van de bovenste vezels van gelaagd hout, paneelwerk en andere gemakkelijk splinterende materialen te verminderen. Wanneer deze insteek wordt gebruikt is het niet nodig om de goede of afgewerkte kant van het werk tijdens het zagen naar beneden te hebben. Plaats de insteek zoals dit in Afbeelding 1 is getoond. OPMERKING: Wanneer de insteek ter voorkoming van het splinteren wordt gebruikt, moet de voet in de voorste stand worden gezet, Afb. 9. PLAATSING VAN DE PLASTIC HULPVOET TER VOORKOMING VAN BESCHADIGINGEN VOORZICHTIG: TREK DE STEKKER VAN DE ZAAG UIT HET STOPCONTACT. De plastic hulpvoet ter voorkoming van beschadigingen wordt gebruikt wanneer er op afgewerkte oppervlakken wordt gezaagd, om te voorkomen dat de normale metalen voet het oppervlak van het te zagen materiaal krast, uitdiept of op andere wijze beschadigt. Verwijder vóór het plaatsen van de plastic hulpvoet de zes schroeven uit de onderkant van de voet, verwijder de metalen hulpvoet, monteer de plastic hulpvoet op de zaag en draai de schroeven weer vast. Zorg ervoor om de metalen hulpvoet te bewaren voor toekomstig gebruik. HET PLAATSEN VAN DE ZAAG 1. Open de beschermkap aan de voorkant A, Afb. 12. 2. Verwijder de insteek ter voorkoming van splinters, indien deze is gemonteerd. 3. Knijp de trekkerschakelaar voorzichtig in, totdat de zaagas langzaam beweegt, en stop de motor wanneer de zaagas op, of vlak bij de laagste stand van zijn slag is, Afb. 6. VOORZICHTIG: TREK DE STEKKER VAN DE ZAAG UIT HET STOPCONTACT. 4. Open de zaagklem door de beweegbare hefboom (B), Afb. 2, zover mogelijk rond te draaien naar de stationaire hefboom (A), Afb. 2, en houd in deze stand. 1 5. Beweeg hefboom (A) zover mogelijk naar voren, terwijl de zaagklem open wordt gehouden, (Zie Afb. 2 &3), en houd in deze stand. OPMERKING: stappen 4 en 5 moeten in één beweging worden uitgevoerd. 6. Steek de zaag, met de zaagtanden naar de voorkant van de zaag gericht, zover mogelijk door de zaaggeleider in de zaaghouder en laat de hefbomen los. Zie Afbeelding 4. 7. Trek de zaag omhoog totdat deze zich op zijn plaats vergrendelt. De zaag is juist geplaatst wanneer de hefbomen zijn uitgelijnd, zoals dit in Afbeelding 4 is getoond. 8. Sluit de beschermkap aan de voorkant A, Afb. 12. HET VERWIJDEREN VAN DE ZAAG 1. Open de beschermkap aan de voorkant A, Afb. 12. 2. Verwijder de insteek van de voet ter voorkoming van splinters, indien deze is geïnstalleerd. 3. Trek de trekkerschakelaar voorzichtig in, totdat de zaagas langzaam beweegt, en stop de motor wanneer de zaagas op, of vlakbij de laagste stand is, Afb. 6. VOORZICHTIG: TREK DE STEKKER VAN DE ZAAG UIT HET STOPCONTACT. 4. Open de zaagklem door de beweegbare hefboom (B), Afb. 2, zover mogelijk rond te draaien naar de stationaire hefboom (A), Afb. 2. 5. Beweeg de as van het zaagblad naar voren totdat het zaagblad los van de zaagbladgeleider is. 6. Pak de punt van het zaagblad, beweeg het in de richting van de zaagbladhouder hefboom/rechterkant van de zaag en trek het zaagblad uit de klem. 7. Sluit de beschermkap aan de voorkant A, Afb. 12. WERKING HET STARTEN EN STOPPEN VAN DE ZAAG Zorg ervoor dat de spanning (voltage) van het elektrisch net hetzelfde is als de spanning die staat aangegeven op het specificatieplaatje op de zaag, en dat de zaagschakelaar op OFF (UIT) staat. Steek de stekker van de zaag in het stopcontact. 1. Knijp de trekkerschakelaar (A) in, Afb. 5, om de motor te starten. Laat de trekker los om de motor te stoppen. 2. Vergrendelknop – Er is in een vergrendelknop (B) voorzien, Afb. 5, om de zaag draaiend te houden, zonder de trekkerschakelaar op “ON” (AAN) te houden. Knijp de trekker zover mogelijk in en druk vervolgens de vergrendelknop in, laat dan de trekker los om de trekkerschakelaar in de “ON” (AAN) stand vast te zetten. Knijp voor het OPHEFFEN van de vergrendeling de trekker in, zodat de vergrendelknop uitspringt, en de trekker wordt los gelaten. VARIABELE SNELHEID Deze zaag is uitgerust met een regelbare variabele snelheidscontrole. Het snelheidsbereik loopt van 500 tot 3100 slagen per minuut. De snelheid wordt bijgesteld door de controleknop (C) te draaien, Afb. 5. De snelheidscontrole kan met, of zonder een draaiende motor worden geregeld. Gebruik een hogere snelheidsinstelling voor het snel zagen wanneer afwerking en nauwkeurigheid niet van belang zijn. Gebruik een lagere snelheidsinstelling wanneer nauwkeurigheid en afwerking bij fijne materialen van belang zijn. DE BAAN VAN DE ZAAG De baan van de zaag kan worden gewijzigd door knop (A), Afb. 6, in één van vier standen te draaien die door de nummers “0” tot en met “3” zijn aangegeven, waarbij “0” geen baan oplevert en “3” een maximale baan. De baan kan worden bijgesteld met of zonder een draaiende motor. Beweeg knop (A), Afb. 6, naar het palletje in de behuizing dat overeenkomt met het nummer op de behuizing. De knop staat in stand “0”. De rechte op-en-neer stand is stand “3”. Het zagen van metaal moet in stand “0” worden uitgevoerd. Het gebruik van hogere baaninstellingen, wanneer er ingewikkelde ornamenten worden gezaagd, kan het breken van de zaag veroorzaken. De lagere baaninstellingen worden aanbevolen voor het zagen van ornamenten. Baaninstelling “0” zal het nauwkeurigste zagen opleveren met minder splinters en de langste levensduur van de zaag. 2 AANJAGER TER VOORKOMING VAN SCHILFERS De zaag is uitgerust met een aanjager ter voorkoming van schilfers, om het zaaggebied schoon te houden. Gebruik knop (B), Afb. 6, om de aanjager ter voorkoming van schilfers aan- en uit te schakelen. De knop is in de stand uit weergegeven. Draai de knop tegen de klok in, totdat hij stopt, om de aanjager ter voorkoming van schilfers aan te zetten. INSTEEKZAGEN WAARSCHUWING: Voorkom aanraking van het gereedschap met blootliggend metaal, wanneer er in een muur wordt gezaagd. Dit ter voorkoming van het gevaar voor een elektrische schok, als gevolg van het per ongeluk in een onder stroom staande draad zagen. HOUD DE ZAAG VAST ZOALS DIT IN AFB. 7 IS GETOOND. Eén van de onderscheidende en belangrijke kenmerken van de FLEX decoupeerzaag is de mogelijkheid om de zaagsnede te beginnen (alleen in hout) binnen een gebied zonder eerst gaten te boren. Dit is speciaal van belang bij het maken van openingen voor elektrische stopcontacten in afgewerkte muren, openingen in aanrechten voor gootstenen en openingen voor het sanitair. OPMERKING: Wanneer er op de insteekmanier wordt gezaagd, wordt het aanbevolen om de baanknop in de stand “3” te zetten. Meet eerst het uit te zagen gebied en markeer het goed met potlood, krijt of een kraspen. Kies een gunstige plaats om te beginnen en houd de decoupeerzaag over het punt en binnen de afvallijn. Kantel de machine naar voren totdat de voorkant van de voet stevig tegen het oppervlak van het materiaal rust, zonder dat de punt van de zaag het werkoppervlak raakt, zoals dit in Afb. 8 is getoond. Zet de motor op “on” (aan) en laat de achterkant van de machine langzaam zakken totdat de voet helemaal tegen het werkoppervlak rust. Zaag nu langs de binnenkant van het gemarkeerde gebied. Indien scherpe hoeken gewenst zijn, zaag dan helemaal in de hoek van de gemarkeerde kant. Stop en ga iets terug, begin de bocht en zaag langs de kant. Herhaal hetzelfde bij elke hoek, totdat u bij het begin uitkomt. Ga vervolgens terug en zaag elke hoek vanuit de tegenovergestelde richting. De voet van de machine is breed genoeg waardoor u een solide geleidend oppervlak aan beide kanten van de zaagsnede hebt. HET INSTELEN VAN DE VOET De voet kan op twee manieren worden ingesteld, van voren naar achteren, en naar links of naar rechts gekanteld voor het maken van schuine randen. De voet heeft een palletje op de 0 (90°) instelling en op 15°, 30° en 45° voor instellingen zowel links, als rechts van het midden. De voet werd op de fabriek in de voorste stand ingesteld. De voet kan naar achteren worden ingesteld voor het maken van gelijke zaagsneden rond muren en andere vergelijkbare plaatsen. Leg de zaag op zijn kant voor het naar voren of naar achteren bewegen van de voet, maak de schroef (A), Afb. 9 los, beweeg de voet naar de gewenste stand en draai de schroef weer vast. Opmerking: Wanneer er schuin wordt gezaagd, moet de basis (voet) in de meest voorwaartse stand worden gezet, Afb. 9. Trek de hefboom uit het eind van de klemschroef (A), Afb. 10, om de voet te kantelen en draai de hefboom naar de voorkant van de zaag, Afb. 11, draai vervolgens de hefboom tegen de klok in totdat de voet kan worden gekanteld. Zet de voet op de gewenste stand en draai de schroef vast door de hefboom met de klok mee te draaien. OPMERKING: Na elke kanteling van 90°, of elke halve kanteling, is het nodig om de hefboom terug te bewegen, naar de tegenovergestelde kant van de zaag. HET GEBRUIK VAN DE ZAAG Zet het materiaal eerst vast in een bankschroef of met klemmen op een werkbank. Dit is special belangrijk bij het zagen van kleine stukken of bij dun materiaal. Bij het vorderen van het werk in krul, of uitgezaagde gebogen stukken, kan het materiaal opnieuw worden vastgezet om aan de bewegingen van de zaag tegemoet te komen. Indien het werk groot genoeg is kan het met de hand op zaagbokken worden vastgehouden. De zaag zaagt soepel met slechts een lichte voorwaartse druk op het gereedschap. Het forceren van de zaag resulteert niet in sneller zagen. Zet om met het zagen te beginnen het werk goed vast, markeer de zaaglijn duidelijk, plaats de voorste rand van de zaagvoet stevig op het materiaal, start de motor en beweeg de zaag het werk in. FORCEER NIET, LAAT DE ZAAG HET WERK DOEN. Beweeg de machine slechts zo snel naar voren dat de zaag blijft zagen. 3 U zult ervaren dat de open hals en de duidelijke voorste rand van de zaagvoet het gemakkelijk maken om de lijn te volgen en dicht bij het patroon te zagen. Het is bij de meeste materialen niet nodig om groter te zagen voor het met de hand afwerken of het schuren. De gladheid van de zaagsnede maakt verder schuren vaak onnodig. ONDERHOUD HOUD HET GEREEDSCHAP SCHOON Blaas regelmatig alle luchtdoorgangen met droge perslucht schoon. Alle kunststoffen onderdelen moeten met een zachte vochtige doek worden gereinigd. Gebruik NOOIT oplosmiddelen om kunststofonderdelen schoon te maken. Dit zou het materiaal kunnen oplossen of op andere wijze beschadigen. LET OP: Draag een veiligheidsbril bij het gebruik van perslucht. GEREEDSCHAP WEIGERT TE STARTEN Als het gereedschap weigert te starten, controleer dan of de polen van de stekker goed contact maken met het stopcontact. Controleer ook of er doorgeslagen zekeringen of open stroomonderbrekers in de leiding zijn. SMERING Dit gereedschap is gesmeerd met een voldoende hoeveelheid smering van hoge kwaliteit voor de levensduur van de machine onder normale werkcondities. Meer smering is niet nodig. BORSTELCONTROLE EN SMERING Voor uw voortdurende veiligheid en elektrische bescherming moet het inspecteren van de borstels en het vervangen ervan in dit gereedschap ALLEEN door een erkend servicebureau voor elektrische FLEXgereedschappen worden uitgevoerd. Neem, of stuur uw gereedschap na een gebruik van ongeveer 100 uur, naar uw dichtstbijzijnde erkende servicebureau voor elektrische FLEX-gereedschappen, om het gereedschap grondig te laten schoonmaken en te laten inspecteren. Versleten onderdelen te laten vervangen, en waar nodig, opnieuw te laten smeren met een vers smeermiddel. Indien dit is vereist, te laten uitrusten met nieuwe borstels en de prestatie te laten testen. Alle krachtverlies dat zich voordoet vóór de bovenstaande onderhoudsbeurt, kan een aanduiding zijn dat onmiddellijke service van uw gereedschap is vereist. GA NIET DOOR MET UW GEREEDSCHAP ONDER DEZE OMSTANDIGHEDEN TE GEBRUIKEN. Als het juiste werkvoltage voorhanden is, retourneer uw gereedschap dan naar het servicebureau voor onmiddellijke service. ONDERHOUD EN REPARATIES Alle kwaliteitsgereedschappen vereisen uiteindelijk service of vervanging van onderdelen als gevolg van normale gebruiksslijtage. Dit werk, inclusief het inspecteren van de borstels en hun vervanging, moet ALLEEN door een ERKEND Servicebedrijf voor FLEX Elektrische Gereedschappen worden uitgevoerd. Alle door deze instanties uitgevoerde reparaties zijn volledig gegarandeerd tegen defect materiaal en vakmanschap. Wij kunnen door anderen dan deze instanties uitgevoerde reparaties niet garanderen. Indien u vragen heeft over het gereedschap, staat het u vrij ons te allen tijde te schrijven. Geef in al uw communicaties a.u.b. alle informatie door die voorkomt op het naamplaatje op uw gereedschap (modelnummer, type, serienummer enz.). 4
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Flex S 703 BVE Handleiding

Type
Handleiding