Documenttranscriptie
LEICA X-U
Notice d’utilisation | Gebruiksaanwijzing
Leica X-U
Gebruiksaanwijzing
X-U_NL.indd 91
29.09.2015 16:07:46
Voorwoord
NL
VOORWOORD
LEVERINGSOMVANG
Beste klant,
Wij wensen u veel plezier en succes bij het fotograferen met uw
nieuwe Leica X-U (Typ 113).
Deze robuuste outdoorcamera is in het bijzonder bestand tegen vocht
en stof, en maakt daarom onbekommerd fotograferen ook mogelijk
extreme omstandigheden. Bovendien heeft de camera een speciaal
programma om optimale onderwateropnames te maken. Neem in elk
geval alle desbetreffende opmerkingen en tips op de pagina's 94-97
in acht, voordat u uw Leica X-U de eerste keer gebruikt voor onderwateropnames!
Het objectief Leica Summilux 1:1,7/23mm ASPH garandeert u door
zijn hoge optische vermogen ook onder water een uitstekende
opnamekwaliteit. Met de volautomatische programmabesturing
ondersteunt de Leica X-U onbekommerd fotograferen. Aan de andere
kant kunt u altijd met behulp van de handmatige instellingen de
beeldvorming zelf ter hand nemen. Zo kunnen door de talrijke
speciale functies zelfs kritische opnamesituaties worden beheerst en
kan de beeldkwaliteit worden verhoogd. Om het volledige prestatievermogen van uw Leica X-U goed te benutten, raden wij u aan deze
gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen.
Voordat u uw Leica X-U in gebruik neemt, controleert u de meegeleverde accessoires op volledigheid.
a. Batterij Leica BP-DC8
b. Beschermhoes batterij
c. Batterij-oplaadapparaat BC-DC8 met vervangbare stekkers
d. Draagriem
e. Objectiefkap met veiligheidsbandjes
f. Accessoireschoenkapje
Dit product is onderdeel van de AVC patent portfolio licentie voor het
persoonlijk gebruik door een eindgebruiker evenals andere vormen van gebruik
waarvoor de eindgebruiker geen vergoeding (i) voor een codering volgens de
AVC norm ("AVC Video") en/of (ii) een decodering van een AVC VideoS die
volgens de AVC norm door een eindverbruiker in het kader van een persoonlijk
gebruik werd gecodeerd en/of de particuliere eindverbruiker door de
aanbieder heeft ontvangen, die op zijn beurt een licentie heeft aangeschaft om
AVC Video's aan te bieden. Voor alle andere toepassingen zijn er noch expliciet
of impliciet licenties verleend. Meer informatie is verkrijgbaar van MPEG LA,
L.L.C. op http://www.mpgegla.com.
Voor alle andere toepassingen, in het bijzonder het aanbieden van AVC Video's
tegen betaling, kan het nodig zijn om een aparte licentieovereenkomst met
MPEG LA, LLC af te sluiten. Meer informatie is verkrijgbaar van MPEG LA,
L.L.C. op http://www.mpgegla.com.
92
X-U_NL.indd 92
29.09.2015 16:07:46
Opmerkingen over de water- en stofdichtheid
NL
BELANGRIJK
Wanneer u uw Leica X-U in of onder water wilt gebruiken, moet u
absoluut de opmerkingen op deze en de volgende pagina's lezen. U
vindt hier ook beschrijvingen van speciale functies voor dit toepassingsgebied.
OPMERKINGEN OVER DE WATER- EN STOFDICHTHEID
• De water- en stofdichtheid van de Leica X-U is in overeenstemming
met de beschermingsgraad IP68 volgens de door JIS/IEC
vastgelegde klassen. Het eerste cijfer geeft de resistentie tegen
indringende deeltjes aan, het tweede cijfer de resistentie tegen
vocht / water. Meer details over de classificatiecriteria vindt u in
de desbetreffende vakliteratuur.
• In het geval van de Leica X-U betekent IP68 dat u de camera
maximaal 60 minuten lang tot een diepte van 15 meter onder water
kunt gebruiken. Voorwaarde hiervoor is dat alle onderstaande
opmerkingen steeds in acht genomen en strikt nageleefd worden.
Dit betekent nog niet dat de water- en stofdichtheid evenals de
hiermee gepaard gaande bescherming tegen schade in alle
omstandigheden volledig gegarandeerd is.
• De beschermingsgraad IP68 geldt voor zoet of zout water, evenwel
niet voor andere vloeistoffen. Hij dekt uitdrukkelijk niet het
indringen van water dat met hoge druk op de camera terechtkomt
(bijv. als u met de camera in het water springt, onder watervallen,
bij waterstralen van waterslangen, hogedruksproeiers etc.).
• De camera behoudt zijn water- en stofdichtheid alleen binnen een
temperatuurbereik van 0°C tot 40°C. Zorg dat de camera
uitsluitend in deze omstandigheden gebruikt en overeenkomstig
opgeborgen wordt, bijv. niet in rechtstreeks zonlicht, op een
verwarmingstoestel, op het dashboard van een wagen etc. Ook het
gebruik in warm water zoals warmwaterbronnen of -baden is af te
raden.
• De camera is in bepaalde mate bestand tegen schokken. Hij heeft
een valtest conform MIL-STD-810G methode 516.5 doorstaan. Dit
betekent nog niet dat de hiermee gepaard gaande bescherming
tegen schade in alle omstandigheden volledig gegarandeerd is.
• Details over de classificatiecriteria vindt u in de desbetreffende
vakliteratuur.
• Overmatige druk, laten vallen of schokken kunnen evenwel een
invloed hebben op de water- en stofdichtheid. Na een dergelijke val
moet u de camera in elk geval door een erkende klantendienst (op
eigen kosten) laten controleren.
• De binnenzijde van de camera is niet bestand tegen water en moet
daarom zorgvuldig worden beschermd.
• Storingen die door indringend water als gevolg van ondeskundige
omgang zijn veroorzaakt, vallen niet onder de garantie van Leica.
• Deze camera drijft niet; maak hem dus vast in diep water!
94
X-U_NL.indd 94
29.09.2015 16:07:47
NL
Na het openen van de klep
Deze opmerkingen beschrijven de bijzondere maatregelen die
bovenop de andere beschrijvingen in deze handleiding nodig zijn om
de water- en stofdichtheid te garanderen.
• Onderwerp de klep, de dichting aan de kleprand, het batterijvak en
de geheugenkaartschacht aan een zorgvuldige controle. Veeg
achtergebleven water of ondanks alle getroffen maatregelen
binnengedrongen vocht / druppels onmiddellijk AF met een
zachte, droge doek, verwijder alle partikels zoals zand of haren. De
afdichtingsplaat mag niet gebarsten noch vervormd zijn. Vervang
regelmatig in geval van twijfel. Dit moet u absoluut bij een erkende
klantendienst (op eigen kosten!) gebeuren.
BIJ HET WISSELEN VAN DE BATTERIJ / GEHEUGENKAART
Voor het openen van de klep
• Zorg dat de camera niet nat of bestoft is en dat er geen ander vuil/
vreemde stoffen zoals vet van zonnebrandolie of -crème aan
kleven. Droog of reinig de camera evt. grondig met een zachte,
droge doek of met blaasbalg of penseel.
• Zorg er ook voor dat uw handen hierbij droog en schoon zijn.
• Voer de wissel bij voorkeur door op plaatsen waar niet plots water
of stof kan voorkomen.
• Houd de camera indien mogelijk rechtop, zodat water dat zich nog
aan de kleprand bevindt niet in de camera loopt of dat er geen
vuildeeltjes in kunnen vallen.
• Open de klep van het batterijvak / de geheugenkaartsleuf pas, als
alle vreemde stoffen verwijderd zijn en de camera droog geveegd
werd.
Opmerkingen over de water- en stofdichtheid
OMGANG
Let erop dat de batterij / de geheugenkaart eveneens droog en
schoon is.
• Vocht dat aan de binnenzijde van de klep achterblijft, kan
condensatie (zie hieronder) of storingen veroorzaken.
Na het sluiten van de klep
• Zorg dat zowel de vergrendelingshendel als zijn vergrendelingsschuif zijn vastgeklikt, of in hun eindposities staan.
95
X-U_NL.indd 95
29.09.2015 16:07:47
Opmerkingen over de water- en stofdichtheid
NL
In/onder wasser
• Open of sluit de klep van het batterij vak / de geheugenkaartsleuf
niet onder water.
• Stel de camera niet bloot aan schokken.
Reiniging na gebruik in/onder water
• De camera moet binnen het uur na gebruik in/onder water of in de
regen/sneeuw gedroogd/gereinigd worden. Niet-naleving hiervan
kan aanleiding geven tot diverse soorten schade en/of vermindering van de water- en stofdichtheid. Dit geldt ook als op de camera
restanten van zonnebrandmiddelen, badzout, wasmiddelen/zeep,
organische oplosmiddelen, olie of andere alcohol-/drankresten
achterblijven. Let bij de reiniging erop dat uw handen droog en
schoon zijn, en dat u en de camera daarbij niet aan water/
vreemde stoffen blootgesteld zijn. Gebruik in geen geval was- of
reinigingsmiddelen of chemicaliën zoals alcohol, verdunningsmiddel, benzine.
• Als de camera in zout water of in zanderige/stoffige omgeving
gebruikt is, moet u hem eerst in een met zoet-/leidingwater gevuld
reservoir, of onder stromend water, ca. 10 minuten spoelen. Schud
met de camera om vuildeeltjes, bijv. in de microfoonopeningen te
verwijderen, maar gebruik hiervoor evenwel nooit scherpe
voorwerpen (water of vuildeeltjes in de openingen kunnen de
geluidsopname beïnvloeden). Zorg dat alle toetsen/schakelaars
goed bewegen, d.w.z. niet door bijvoorbeeld afzettingen of
vuildeeltjes stroef bewegen of zelfs geblokkeerd zijn.
• Luchtblaasjes die sporadisch uit de behuizing van de camera
ontsnappen, zijn normaal en geen storing.
• Veeg de camera na de reiniging droog en laat hem op een goed
verluchte en schaduwrijke plaats drogen. Leg de camera bij
voorkeur op een droge doek. Zo kan het water wegvloeien dat zich
nog in de diverse openingen bevindt.
• Gebruik voor het drogen in geen geval warme lucht (bijv. een
haardroger).
• Open de klep van het batterijvak / de geheugenkaartsleuf pas, als alle
vreemde stoffen verwijderd zijn en de camera droog geveegd werd.
• Andere, algemene informatie over reiniging vindt u vanaf pagina 70.
Condensatie
• Ook als er geen vocht van buitenaf in de camera is gedrongen, kan
de in de lucht aanwezige vochtigheid tot condensatie (aanslag)
leiden. Dit treedt in het bijzonder bij sterke temperatuurschommelingen tussen de camera en de omgeving op aan het objectief en
aan de monitor binnen en buiten, en is onvermijdelijk.
• Om de condensatie te verhelpen, doet u de klep van het batterijvak
/ geheugenkaartsleuf open, bij voorkeur op een plek waar de
temperatuur stabiel is. Vermijd plaatsen met hoge temperatuur /
luchtvochtigheid of plaatsen met veel zand en stof.
• Neem de batterij en de geheugenkaart eruit en laat de klep open,
zodat de camera en de lucht in de camera zich aan de omgevingstemperatuur kunnen aanpassen. Op deze wijze verdampt de
aanslag.
• Als de aanslag niet verdwijnt, neemt u contact op met uw dealer of
een Leica Customer Care-afdeling.
96
X-U_NL.indd 96
29.09.2015 16:07:47
FOTOGRAFEREN / VIDEO-OPNAMEN ONDER WATER
Onderwaterprogramma
Om dit te compenseren, heeft de Leica X-U een onderwatermodus
die een aangepaste witbalans omvat (alleen in de opnamemodus). De
normale witbalans is daarbij niet beschikbaar. Wanneer u op de toets
WB drukt, wordt de overeenkomstige menuregel als inactief
gemarkeerd.
In- / uitschakelen van de functie
Op de onderzijde van de kruisknop drukken
• Bij ingeschakelde onderwatermodus verschijnt links in de
kopregel en verdwijnt de indicatie voor de ingestelde witbalans.
Opmerking:
Wij adviseren het ingebouwde flitsapparaat slechts tot een diepte van
5 m onder water te gebruiken. Op grotere diepte moet u een
krachtigere, externe onderwaterflitser gebruiken die draadloos door
het apparaat in de camera wordt geactiveerd (in de vakhandel door
andere producenten aangeboden).
NL
Opmerkingen over de water- en stofdichtheid
De kleurweergave onder water verschilt duidelijk van deze in lucht. Bij
toenemende diepte / afstand worden bepaalde delen van het licht
uitgefilterd. Zo is er – zonder extra lichtbronnen - al vanaf ca. 5 m
geen rood meer, vanaf ca. 15 m geen oranje, vanaf ca. 30 m geen
geel.
Alle andere functies van de camera zijn ook bij fotograferen en
video-opnamen onder water onveranderd beschikbaar.
U moet er verder op letten dat de helderheid bij toenemende diepte /
afstand snel afneemt, en dat zwevende stoffen onder omstandigheden de beeldkwaliteit sterk kunnen beïnvloeden. Dit geldt ook voor
opnamen met flits, bijv. met betrekking tot het evt. verminderde
flitsbereik.
97
X-U_NL.indd 97
29.09.2015 16:07:47
Waarschuwingen
NL
De CE-markering van onze producten geeft aan dat de
basiseisen van de geldende EU-richtlijnen in acht worden
genomen.
WAARSCHUWINGEN
• Moderne elektronische elementen reageren gevoelig op elektrostatische ontlading. Omdat mensen bijv. bij het lopen over synthetisch
tapijt zonder moeite een lading van tienduizenden volt kunnen
ontwikkelen, kan het bij aanraking van uw camera tot een ontlading
komen, vooral als deze op een gemakkelijk geleidende ondergrond
ligt. Wanneer het alleen om de camerabehuizing gaat, is deze
ontlading voor de elektronica geheel ongevaarlijk. De naar buiten
gebrachte contacten, zoals die in de flitsschoen, moeten echter,
ondanks extra ingebouwde veiligheidsschakelingen, om veiligheidsredenen zo mogelijk niet worden aangeraakt.
• Gebruik voor het schoonmaken van de contacten geen optiek-microvezeldoek (synthetisch), maar een katoenen of linnen doek!
Wanneer u van tevoren bewust een verwarmingsbuis of
waterleiding (geleidend, met „aarde“ verbonden materiaal)
aanraakt, zal een eventuele elektrostatische lading veilig worden
ontladen. Vermijd vervuiling en oxidatie van de contacten, ook door
uw camera altijd met objectiefkap en afdekking voor flitsschoen/
zoekerbussen op de camera droog op te bergen.
• Gebruik uitsluitend aanbevolen accessoires om storing, kortsluiting
of een elektrische schok te vermijden.
• Probeer nooit onderdelen van de body (afdekkingen) te verwijderen; vakkundige reparaties kunnen alleen door een erkend
servicepunt worden uitgevoerd.
JURIDISCHE OPMERKINGEN
• Neem het auteursrecht nauwlettend in acht. Het kopiëren en
publiceren van zelf opgenomen media, zoals banden, cd's, of door
anderen uitgegeven of gepubliceerd materiaal kan het auteursrecht
schenden.
• Dit geldt ook voor alle meegeleverde software.
• Het SD-logo is een gedeponeerd merk.
Overige namen, firma- en productnamen die in deze gebruiksaanwijzing worden genoemd, zijn handelsmerk, resp. gedeponeerd
handelsmerk van de betreffende ondernemingen.
MILIEUVRIENDELIJK AFVOEREN
ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE
APPARATUUR
(Geldt voor de EU en overige Europese landen met
gescheiden inzameling.)
Dit toestel bevat elektrische en/of elektronische onderdelen en
mag daarom niet met het normale huisvuil worden meegegeven! In
plaats daarvan moet het voor recycling op door de gemeenten
beschikbaar gestelde inzamelpunten worden afgegeven. Dit is voor u
gratis. Als het toestel zelf verwisselbare batterijen of accu’s bevat,
moeten deze vooraf worden verwijderd en evt. volgens de voorschriften milieuvriendelijk worden afgevoerd.
Meer informatie over dit onderwerp ontvangt u bij uw gemeentelijke
instantie, uw afvalverwerkingsbedrijf of de zaak waar u het toestel
hebt gekocht.
98
X-U_NL.indd 98
29.09.2015 16:07:47
Camera-productiedatum
De schrijfwijze is: jaar / maand / dag
Milieuvriendelijk afvoeren elektrische en elektronische apparatuur
De productiedatum van uw camera vindt u op de stickers in de
garantiekaart ofwel op de verpakking.
NL
99
X-U_NL.indd 99
29.09.2015 16:07:47
Inhoud
NL
INHOUD
Voorwoord............................................................................................92
Omvang van de levering........................................................................92
Onderwatermodus................................................................................94
Opmerkingen over de water- en stofdichtheid.....................................94
Omgang.............................................................................................95
Bij het wisselen van de batterij-/geheugenkaart...............................95
Reiniging na gebruik in/onder water................................................96
Fotograferen / video-opnamen onder water.......................................97
Onderwaterprogramma....................................................................97
Waarschuwingen...................................................................................98
Juridische opmerkingen.........................................................................98
Milieuvriendelijk afvoeren van elektrische en elektronische apparatuur..... 98
Aanduiding van de onderdelen ...........................................................102
Verkorte handleiding...........................................................................104
Uitvoerige handleiding
Voorbereidingen
Draagriem bevestigen....................................................................106
Batterij laden.................................................................................106
Batterij/geheugenkaart vervangen.................................................110
De belangrijkste instellingen / bedieningselementen
Hoofdschakelaar...........................................................................114
Opnamefrequentie seriebeeld.....................................................114
Ontspanknop.................................................................................115
Menubesturing..............................................................................116
Camera-basisinstellingen
Menutaal.......................................................................................120
Datum / tijd..................................................................................120
Automatische uitschakeling van de camera....................................120
Toets- en sluitergeluiden................................................................120
Monitorinstellingen........................................................................121
Opname-basisinstellingen
Bestandsformaat / comprimeerverhouding....................................122
JPEG-resolutie...............................................................................122
Witbalans......................................................................................123
ISO-gevoeligheid...........................................................................125
Beeldeigenschappen.....................................................................126
Opnamemodus
Afstandsinstelling.............................................................................128
Automatische afstandsinstelling/
autofocus......................................................................................128
AF-hulplicht................................................................................128
Autofocus-meetmethoden...........................................................129
Handmatige afstandsinstelling.......................................................131
Hulpfunctie voor handmatige afstandsinstelling...........................131
Belichtingsmeting en -regeling
Belichtingsmeetmethoden.............................................................132
Histogram.....................................................................................133
Belichtingsregeling........................................................................134
Programma-automaat.................................................................135
De ingestelde sluitertijd/diafragma-combinaties wijzigen.........135
100
X-U_NL.indd 100
29.09.2015 16:07:48
Flitsfotografie
Met het ingebouwde flitsapparaat..................................................140
Flitsmodi.......................................................................................141
Flitsbereik.....................................................................................142
Synchronisatietijdstip....................................................................143
Flitsbelichtingscorrecties...............................................................143
Overige functies
Video-opnamen.............................................................................144
Geluidsopname.............................................................................145
Zelfontspanner..............................................................................146
Geheugenkaart formatteren...........................................................147
Werkkleurruimte kiezen.................................................................148
Nieuwe mapnummers aanmaken...................................................148
Gebruikersprofielen.......................................................................149
Beeldstabilisatie............................................................................149
Weergavemodus
Weergavemodi...............................................................................150
Normale weergave.........................................................................150
Videoweergave..............................................................................151
Opnamen kiezen............................................................................152
Opnamen vergroten/gelijktijdige weergave van 16 opnamen.........152
Uitsnede kiezen.............................................................................153
Opnamen wissen...........................................................................154
Opnamen beschermen / wisbescherming opheffen.......................155
Opnamen in staand formaat weergeven.........................................156
X-U_NL.indd 101
Overige zaken
Gegevensoverdracht naar een computer.........................................157
Draadloze gegevensoverdracht......................................................157
Werken met onbewerkte gegevens (DNG)......................................158
Firmware-updates installeren.........................................................158
Accessoires...................................................................................159
Reserveonderdelen........................................................................159
Voorzorgsmaatregelen en onderhoud.............................................160
NL
Inhoud
Tijdautomaat..............................................................................136
Diafragma-automaat...................................................................136
Handmatige instelling.................................................................137
Meetwaardegeheugen................................................................137
Belichtingscorrecties .................................................................138
Automatische belichtingsreeksen................................................139
Trefwoordenregister............................................................................166
Appendix
Weergeven.......................................................................................168
Menuopties......................................................................................176
Technische gegevens..........................................................................178
Leica service-adressen........................................................................180
101
29.09.2015 16:07:48
Aanduiding van de onderdelen
NL
AANDUIDING VAN DE ONDERDELEN
Afbeeldingen op de voorste en achterste omslagpagina's
Vooraanzicht
1. Ogen voor draagriem
2. Flitsapparaat
3. Objectief
4. Zelfontspannerled / AF-hulplicht
Bovenaanzicht
5. Afstandsinstelring
a. Index voor afstandsinstelling
6. Ontspanknop
7. Hoofdschakelaar
8. Videostartknop
9. Diafragma-instelwiel
10. Sluitertijdwiel
11. Luidspreker
12. Accessoireschoen
13. Microfoons
Achteraanzicht
14. MENU/SET-knop
–– voor het oproepen van het menu
–– voor het opslaan van menu-instellingen en verlaten submenu's
en menu's
15. ISO -knop voor het oproepen van de gevoeligheidsmenu's
16. WB -knop voor het oproepen van de witbalans-instelling
17. DELETE/FOCUS -knop
–– voor het oproepen van het wissenmenu
–– voor het oproepen van het menu voor de afstandsmeetmethode
–– voor het activeren van het AF-meetbereikkader
18. PLAY-knop
–– voor het activeren van de (permanente) weergavemodus
–– om terug te keren naar de volledige 1:1-weergave van de
opname
19. Instelschakelaar
–– voor de handmatige afstandsinstelling
–– om door de menu- en submenuoptie lijsten te bladeren
–– voor het instellen van een waarde voor belichtingscorrectie,
belichtingreeksen, flits-belichtingreeksen
–– voor het vergroten/verkleinen van de weergegeven opnamen
voor het instellen van lange sluitertijden
20. Kruisknoppen
–– om door de menu- en submenuoptie lijsten te bladeren
–– voor het bladeren in het opnamegeheugen
–– voor het verplaatsen van het AF-meetbereikkader
–– voor het oproepen van de menu´s voor belichtingscorrectie,
belichtingreeksen en flits-belichtingscorrectie (EV+/-)
–– voor het oproepen / instellen van de menu´s voor de
flitsmodus / oproepen van submenu's ( )
–– voor het oproepen / instellen van de zelfontspannermenu's /
verlaten van de submenu's en menu's zonder opslaan van de
menu-instellingen ( )
102
X-U_NL.indd 102
29.09.2015 16:07:48
Onderaanzicht
24. Afdekklep voor batterijvak / geheugenkaartsleuf met
a. ver-/ontgrendelingshendel
b. ver-/ontgrendelingsschuif
25. Statiefschroefdraad A ¼, DIN 4503 (¼")
26. Geheugenkaartensleuf
27. Batterijvak
28. Batterijvergrendelingsschuif
NL
Aanduiding van de onderdelen
21. INFO -knop
–– voor het selecteren van monitor-weergaven in de opname- en
weergavemodus
–– voor het opnieuw centreren van het handmatig verschoven
autofocusmeetkader
–– voor het opslaan van menu-instellingen en verlaten submenu's
en menu's
22. Statusled
a. Knipperend:
afstandsinstelling niet mogelijk / beeldgegevens worden
geschreven / gelezen
b. Permanent brandend:
afstands- en belichtingsinstelling doorgevoerd en opgeslagen
23. Monitor
103
X-U_NL.indd 103
29.09.2015 16:07:48
BEKNOPTE HANDLEIDING
NL
BEKNOPTE HANDLEIDING
Benodigde delen:
–– Camera
–– Batterij
–– Oplaadapparaat met geschikte netstekker
–– Geheugenkaart (niet meegeleverd)
Opmerking:
Deze aanbevolen instellingen zorgen voor eenvoudig, snel en betrouwbaar fotograferen voor uw eerste tests met de Leica X-U. Voor details
over de verschillende modi/functies wordt verwezen naar de
relevante paragrafen op de aangegeven pagina's.
Voorbereidingen:
1. Geschikte netstekker aan het oplaadapparaat bevestigen
(zie pag. 109)
2. Batterij voor het laden in het oplaadapparaat plaatsen
(zie pag. 109)
3. Het oplaadapparaat met een stopcontact verbinden
4. Hoofdschakelaar van de camera op OFF instellen (zie pag. 114)
5. Opgeladen batterij in de camera plaatsen (zie pag. 110)
6. Geheugenkaart plaatsen (zie pag. 112)
7. Objectiefkap verwijderen
8. Hoofdschakelaar op S zetten (zie pag. 114)
9. Gewenste menutaal instellen (zie pag. 116/120)
10. Datum en tijd instellen (zie pag. 116/120)
Neem in het bijzonder de opmerkingen over het gebruik in / onder
water op pagina 4 in acht.
104
X-U_NL.indd 104
29.09.2015 16:07:48
Opnamen bekijken:
Instelwielen voor sluitertijd en diafragma op A zetten
Belichtingsmeetmethode op
zetten (zie pag. 116/132)
Afstandinstelring op AF zetten
Autofocusmeetmethode op 11 Point (meerdere velden) zetten
(zie pag. 130)
5. gewenste beelduitsnede kiezen
6. De ontspanknop tot het eerste drukpunt indrukken om de
afstandsinstelling en belichtingsmeting te activeren en op te
slaan (zie pag. 115)
7. Ontspanknop voor de opname volledig indrukken
PLAY-knop indrukken
1.
2.
3.
4.
NL
BEKNOPTE HANDLEIDING
Fotograferen:
Om andere opnamen te bekijken:
op rechter- of linkerzijde van de kruisknoppen drukken
Opnamen vergroten:
instelschakelaar naar rechts (+) drukken (zie pag. 152)
Opnamen wissen:
DELETE/FOCUS -knop indrukken en in het daarbij opgeroepen menu
de gewenste functie kiezen (zie pag. 154)
105
X-U_NL.indd 105
29.09.2015 16:07:48
Voorbereidingen
NL
UITVOERIGE HANDLEIDING
VOORBEREIDINGEN
DRAAGRIEM BEVESTIGEN
1
3
2
BATTERIJ LADEN
De camera X-U wordt door een lithium-ion batterij van de benodigde
energie voorzien.
Let op:
• Er mogen uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing genoemde en
beschreven resp. de door Leica Camera AG genoemde en
beschreven batterijen in de camera worden gebruikt.
• Deze batterijen mogen uitsluitend met de hiervoor bestemde
apparaten en alleen precies zoals hierna beschreven worden
opgeladen.
• Het gebruik van de batterijen tegen de voorschriften en het gebruik
van batterijen die niet zijn voorgeschreven, kunnen onder bepaalde
omstandigheden tot een explosie leiden.
• De batterijen mogen niet voor langere tijd aan zonlicht, hitte,
luchtvochtigheid of condens worden blootgesteld. Om brand of een
explosie te voorkomen mogen batterijen ook niet in een magnetron
of in een hoge drukvat worden gelegd.
• Werp batterijen nooit in vuur omdat ze kunnen exploderen!
• Vochtige of natte batterijen mogen nooit worden opgeladen of in
de camera worden gebruikt.
• Houd de contacten van de batterijen steeds schoon en vrij
toegankelijk.
• Lithium-ion batterijen zijn weliswaar tegen kortsluiting beveiligd,
maar toch mag u de contacten niet in aanraking laten komen met
metalen voorwerpen zoals paperclips of sieraden. Een kortgesloten
batterij kan zeer heet worden en ernstige brandwonden veroorzaken.
106
X-U_NL.indd 106
29.09.2015 16:07:50
Eerste hulp:
• Als batterijvloeistof in contact komt met uw ogen kan blindheid het
gevolg zijn. Spoel de ogen onmiddellijk grondig uit met schoon
water. Niet in de ogen wrijven. Ga direct naar de dokter.
• Als gelekte vloeistof op uw huid of kleding komt bestaat er
letselgevaar. Was de betreffende bereiken met schoon water.
Medische behandeling is niet noodzakelijk.
NL
Voorbereidingen
• Als een batterij op de grond valt, dient u onmiddellijk de behuizing
en contacten op eventuele schade te controleren. Het plaatsen van
een beschadigde batterij kan ook de camera beschadigen.
• Indien de batterij geluiden veroorzaakt, verkleurd, vervormd,
oververhit is of lekkages van vloeistof optreden, moet deze
onmiddellijk uit de camera of oplaadapparaat worden verwijderd en
worden vervangen. Bij voortzetting van het gebruik van de batterij
kan dit tot oververhitting met gevaar voor brand en/of explosie
leiden.
• Als er vloeistof lekt of er een brandlucht is, houd dan de batterij uit
de buurt van warmtebronnen. De lekkende vloeistof kan gaan
branden.
• Er mogen uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing vermelde en
beschreven oplaadapparaten resp. door Leica Camera AG
vermelde en beschreven oplaadapparaten worden gebruikt. Het
gebruik van andere, niet door Leica Camera AG goedgekeurde
oplaadapparaten kan tot schade aan de batterijen leiden en in
extreme gevallen ook tot ernstige, levensgevaarlijke verwondingen.
• Het meegeleverde oplaadapparaat mag uitsluitend voor het
opladen van dit type batterij worden gebruikt. Probeer het niet voor
andere doeleinden te gebruiken.
• Zorg ervoor dat het gebruikte stopcontact vrij toegankelijk is.
• Tijdens het opladen ontstaat warmte. Het opladen mag daarom niet in
kleine, gesloten, d.w.z. niet-geventileerde reservoirs plaatsvinden.
• De batterij en het oplaadapparaat mogen niet worden geopend.
Reparaties mogen alleen door erkende werkplaatsen worden
uitgevoerd.
• Zorg ervoor dat de batterijen voor kinderen niet bereikbaar zijn.
Het inslikken van batterijen kan verstikking veroorzaken.
107
X-U_NL.indd 107
29.09.2015 16:07:50
Voorbereidingen
NL
Opmerkingen:
• De batterij kan alleen buiten de camera worden opgeladen.
• Batterijen moeten worden opgeladen voordat de camera voor de
eerste keer wordt gebruikt.
• De batterij moet een temperatuur tussen 0°C en 35°C hebben om
te kunnen worden opgeladen (anders schakelt het oplaadapparaat
niet in, resp. weer uit).
• Lithium-ion batterijen kunnen altijd en onafhankelijk van de actuele
laadtoestand worden opgeladen. Als een batterij bij het begin van
laden deels is ontladen, wordt volledige lading sneller bereikt.
• Lithium-ion batterijen moeten alleen in gedeeltelijk opgeladen
toestand worden bewaard, d.w.z. niet volledig ontladen, maar ook
niet volledig opgeladen. Bij zeer langdurige opslag moeten de
batterijen ongeveer tweemaal per jaar gedurende ca. 15 minuten
worden opgeladen om diepe ontlading te vermijden.
• Tijdens het laadproces worden de batterijen warm. Dit is normaal
en geen storing.
• Een nieuwe batterij bereikt zijn volledige capaciteit pas na twee tot
drie keer volledig opladen en ontladen door gebruik in de camera.
Dit ontlaadproces moet telkens na circa 25 cycli worden herhaald.
• De oplaadbare lithium-ion batterijen genereren stroom door interne
chemische reacties. Deze reacties worden ook door de buitentemperatuur en luchtvochtigheid beïnvloed. Om een maximale
levensduur van de batterij te bereiken moet deze niet voor een
langere periode aan extreme (hoge of lage) temperaturen (bijv. 's
zomers resp. 's winters in een geparkeerde auto) worden
blootgesteld.
• De levensduur van elke batterij is – zelfs bij optimaal gebruik –begrensd! Na enkele honderden oplaadcycli is dit duidelijk te zien aan
de korter wordende gebruiksperioden.
• Geef defecte batterijen volgens de desbetreffende voorschriften voor
een reglementaire recycling aan een geschikt inzamelpunt af.
• De verwisselbare batterij voedt een vast in de camera ingebouwde
bufferbatterij. Deze bufferbatterij zorgt ervoor, dat de ingevoerde
gegevens voor datum en tijd twee dagen lang blijven opgeslagen. Als
de bufferbatterij uitgeput is, moet deze door het plaatsen van een
opgeladen hoofdbatterij weer worden opgeladen. De volledige
capaciteit van de bufferbatterij is – met geplaatste verwisselbare
batterij – na ca. 60 uur weer bereikt. De camera moet hiervoor niet
zijn ingeschakeld. De datum en tijd hoeven in dit geval niet
opnieuw te worden ingevoerd.
• Verwijder de batterij als u de camera een tijd lang niet gebruikt.
Schakel hiervoor van tevoren de camera met de hoofdschakelaar
uit. Anders kan de batterij na enkele weken diep worden ontladen,
d.w.z. de spanning daalt sterk, omdat de camera, zelfs wanneer
deze is uitgeschakeld, een geringe ruststroom verbruikt (bijv. voor
de opslag van uw instellingen).
108
X-U_NL.indd 108
29.09.2015 16:07:50
Het oplaadapparaat moet zijn uitgerust met de stekker die in de
lokale stopcontacten past.
Voorbereidingen
1
Stekker
Aanbrengen
NL
BATTERIJ IN HET OPLAADAPPARAAT PLAATSEN
OPLAADAPPARAAT VOORBEREIDEN
2
Verwijderen
2
1
LAADSTATUS-INDICATOR
Het correcte laden wordt door de rood brandende status-LED
weergegeven. Als deze groen brandt, is de batterij volledig opgeladen.
Opmerking:
Het oplaadapparaat past zich automatisch aan de respectieve
netspanning aan.
109
X-U_NL.indd 109
29.09.2015 16:07:51
NL
BATTERIJ / GEHEUGENKAART VERWISSELEN
Batterij plaatsen
Voorbereidingen
Camera uitschakelen, d.w.z. hoofdschakelaar op OFF zetten
Afdekklep van de batterijschacht / het geheugenkaartvak
openen
Belangrijk:
Open of sluit de klep van het batterij vak / de geheugenkaartsleuf
niet onder water.
2
1
"Klik"
110
X-U_NL.indd 110
29.09.2015 16:07:54
NL
Laadstatus-indicator
Batterij verwijderen
De batterijconditie wordt op de monitor weergegeven (zie pag. 168).
Voorbereidingen
2
Opmerkingen:
• Verwijder de batterij als u de camera een tijd lang niet gebruikt.
• Uiterlijk twee dagen nadat een batterij in de camera is uitgeput
moeten datum en tijd opnieuw worden ingesteld.
1
Opmerking:
Het verwijderen van de batterij bij ingeschakelde camera kan ertoe
leiden dat de instellingen die u in de menu's heeft ingevoerd worden
gewist en de geheugenkaart beschadigd kan worden.
111
X-U_NL.indd 111
29.09.2015 16:07:56
Voorbereidingen
NL
Geheugenkaart plaatsen
Geheugenkaart verwijderen
In de Leica X-U kunnen SD-, SDHC- of SDXC-geheugenkaarten
worden gebruikt.
1
2
’Klik’
’Klik’
112
X-U_NL.indd 112
29.09.2015 16:08:01
Afdekklep van de batterijschacht / het geheugenkaartvak
sluiten
NL
Voorbereidingen
Opmerkingen:
• Raak de contacten van de geheugenkaart niet aan.
• Als de geheugenkaart niet te plaatsen is, controleer dan de juiste
oriëntatie.
• Het aanbod van SD/SDHC/SDXC-kaarten is te groot dat Leica
Camera AG alle verkrijgbare typen niet volledig op compatibiliteit
en kwaliteit kan controleren. Een beschadiging van camera of kaart
is weliswaar niet te verwachten, maar omdat vooral zogenoemde
„No-Name“-kaarten ten dele niet aan de SD-/SDHC/SDXC-standaards voldoen, kan Leica Camera AG geen garantie bieden voor
een goede werking.
• Vooral video-opnamen vereisen een hoge schrijfsnelheid.
• Het vak niet openen en de geheugenkaart noch batterij verwijderen
terwijl de status-LED als toegang tot het geheugen van de camera
brandt. Anders kunnen de gegevens op de kaart worden vernietigd
en bij de camera kunnen storingen optreden.
• Omdat elektromagnetische velden, elektrostatische lading evenals
defecten aan de camera en kaart tot beschadiging of verlies van
gegevens op de geheugenkaart kunnen leiden, is het raadzaam de
gegevens naar een computer te kopiëren en daar op te slaan.
• Om dezelfde reden wordt geadviseerd de kaart in principe in een
antistatisch foedraal te bewaren.
113
X-U_NL.indd 113
29.09.2015 16:08:03
Camerabediening
NL
DE BELANGRIJKSTE INSTELLINGEN / BEDIENINGSELEMENTEN
HOOFDSCHAKELAAR
Opmerkingen:
• Bij serieopnamen kan het flitsapparaat niet worden gebruikt. Als de
flitsfunctie toch geactiveerd is, wordt enkel een opname gemaakt.
• Als de hoofdschakelaar op C staat en tegelijkertijd de zelfontspanner wordt gebruikt, vindt slechts een enkele opname plaats.
• De maximale beeldfrequentie wordt alleen met sluitertijden 1⁄60s en
sneller bereikt (1⁄4s bij 3 beelden/s).
• Na een serie van maximaal zeven opnamen vertraagt de opnamefrequentie lichtjes. Dit is te wijten aan tijd die nodig is om de
data van het buffergeheugen naar de kaart.
• Ongeacht de hoeveelheid opnamen in een serie, wordt bij de
weergave altijd eerst de laatste opname getoond. De overige
opnamen van de serie kunnen door indrukken van de rechter resp.
linkerkant van de kruisknoppen worden geselecteerd.
De Leica X-U wordt met de hoofdschakelaar in- en uitgeschakeld:
–– OFF = uitgeschakeld
–– S = Single (afzonderlijke opnamen)
–– C = Continuous (serieopnamen)
Opnamefrequentie seriebeeld
Er zijn frequenties van 3 beelden/s (Low ) of 5 beelden/s (High )
beschikbaar:
In het menu Continuous Shooting kiezen en in het submenu de
gewenste instelling kiezen
• Bij ingeschakelde camera verschijnt het monitorbeeld.
114
X-U_NL.indd 114
29.09.2015 16:08:04
ONTSPANKNOP
NL
Camerabediening
De ontspanknop werkt in twee stappen. Door licht indrukken (op
drukpunt vasthouden) wordt zowel de autofocus (voor zover ingesteld)
alsook de belichtingsmeting- en regeling geactiveerd en de desbetreffende instellingen/waarden opgeslagen. Als de camera eerder in de
stand-by modus was, wordt de camera hierdoor weer geactiveerd, en
het monitorbeeld verschijnt weer.
Let er, voordat u de ontspanknop geheel indrukt, op dat afstandsinstelling/autofocus (voor zover ingeschakeld) en belichtingsmeting
uitgevoerd zijn (details over de belichtingsinstelling, AF en de
bijbehorende weergaven op de monitor, kijk op pagina 132, 128
resp. 168).
Als de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, vindt de opname
plaats.
Opmerkingen:
• Via het menusysteem kunnen knopbevestigingen (terugmelding) en
sluitergeluiden worden geselecteerd resp. ingesteld en kan hun
geluidsvolume worden gewijzigd.
• Om bewegingsonscherpte te voorkomen moet de ontspanknop
gelijkmatig en niet met een schok worden ingedrukt.
115
X-U_NL.indd 115
29.09.2015 16:08:04
Camerabediening
NL
MENUBESTURING
BLADEREN IN DE MENULIJST:
Het navigeren in het menu gebeurt met de MENU -knop en de
kruisknoppen. In de plaats van de kruisknoppen kunt u ook de
instelschakelaar gebruiken.
op de boven- of onderzijde van de kruisknoppen of instelschakelaar
drukken
MENU OPROEPEN:
MENU/SET-knop indrukken
• De menulijst verschijnt. De actieve menuoptie is rood onderstreept, zijn schrifttekens zijn wit. Rechts wordt de desbetreffende
huidige instelling getoond.
Het wit gevulde veld in de schuifbalk aan de linkerkant geeft aan op
welke van de vijf pagina's van de menulijst u zich bevindt.
OPROEPEN VAN EEN SUBMENU VAN DE MENUOPTIE:
Op de rechterkruisknop drukken
• De submenulijst verschijnt. Het actieve sub-item is rood onderstreept, zijn schrifttekens zijn wit.
116
X-U_NL.indd 116
29.09.2015 16:08:06
Verlaten van een submenu zonder bevestiging van een instelling:
op de boven- of onderzijde van de kruisknoppen of instelschakelaar
drukken
• Het telkens actieve sub-item wisselt.
op de linkerkruisknop of op de ontspanknop drukken
Met de kruisknoppen:
• De menulijst verschijnt weer, de opgeslagen (vroegere) instelling
wordt rechts in de regel met de actieve menuoptie weergegeven.
Bevestiging van een instelling:
MENU/SET of INFO -knop indrukken
• De menulijst verschijnt weer, de bevestigde (nieuwe) instelling
wordt rechts in de regel met de actieve menuoptie weergegeven.
NL
Camerabediening
Keuze van een instelling/waarde in een submenu:
Met de ontspanknop:
• Het monitorbeeld van de opnamemodus verschijnt.
117
X-U_NL.indd 117
29.09.2015 16:08:08
NL
Het menu verlaten:
Camera-basisinstellingen
MENU/SET-knop opnieuw indrukken
• Het monitorbeeld van de opnamemodus verschijnt.
Of
Opmerkingen:
• Het menu wordt gewoonlijk op de positie van de laatst geselecteerde optie geopend.
• Voor sommige menu-opties zijn er instellingen in submenu's van
een tweede niveau. De instellingen in deze submenu's worden net
zoals hierboven beschreven geopend en doorgevoerd.
Ontspanknop indrukken
• Het monitorbeeld van de opnamemodus verschijnt.
Of
PLAY-knop indrukken
• Het monitorbeeld van de weergavemodus verschijnt.
118
X-U_NL.indd 118
29.09.2015 16:08:08
NL
Camera-basisinstellingen
• Een reeks andere functies worden ook op de in principe gelijke
manier geregeld, nadat ze door te drukken op de desbetreffende
knoppen of de desbetreffende zijden van de kruisknoppen zijn
opgeroepen:
–– ISO voor gevoeligheid
–– WB voor witbalans
–– DELETE/FOCUS voor het wissen van beeldbestanden/kiezen
van de afstandsinstel-meetmethode (alleen in de weergaveresp. opnamemodus)
–– EV+/- (bovenzijde van de kruisknoppen) voor instellingen van
belichtingscorrecties, belichtingsreeksen en flits-belichtingscorrecties
–– (rechterzijde van de kruisknoppen) voor het kiezen van de
flitsmodi
–– (linkerzijde van de kruisknoppen) voor het inschakelen van de
zelfontspanner en voor het kiezen van de voorlooptijd
In tegenstelling tot de menufuncties kunt u uw instellingen bij deze
functies ook met de ontspanknop bevestigen (door het drukken tot
het eerste drukpunt). Meer details hierover vindt u in de betreffende
paragrafen.
119
X-U_NL.indd 119
29.09.2015 16:08:08
NL
CAMERA-BASISINSTELLINGEN
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING VAN DE CAMERA
Opname-basisinstellingen
MENUTAAL
In het menu Auto Power Off en in het submenu de gewenste
instelling kiezen
Als deze functie geactiveerd is, schakelt de camera na de geselecteerde tijd in de energiebesparende stand-bymodus.
In het menu Language kiezen en in het submenu gewenste instelling
kiezen
DATUM/TIJD
1. In het menu Date/Time kiezen
2. In het eerste submenu Date of Time kiezen
3. In het respectieve submenu van het tweede niveau Setting of
Format (bij Date) resp. Setting of Format (bij Time) kiezen
4. In de respectieve submenu's van het derde niveau de gewenste
instellingen doorvoeren
In de submenu's Setting:
Met de boven- / onderzijde van de kruisknoppen of met de
instelschakelaar de cijfers en de maand wijzigen, met de linker- of
rechterzijde van de kruisknoppen tussen de groepen wisselen
Opmerking:
Zelfs als er geen batterij is geplaatst, of als deze leeg is, blijven de
instellingen van datum en tijd door een ingebouwde bufferbatterij
gedurende circa twee dagen behouden. Daarna moeten deze echter
weer opnieuw worden ingesteld.
Opmerking:
Ook wanneer de camera zich in de stand-by modus bevindt, kan deze
altijd door het indrukken van de ontspanknop of door uit- en opnieuw
inschakelen met de hoofdschakelaar weer worden geactiveerd.
TOETS- EN SLUITERGELUIDEN
Met de Leica X-U kunt u bepalen of uw instellingen en het verloop van
enkele functies door akoestische signalen – er zijn twee volumes
selecteerbaar – bevestigd moeten worden of dat het gebruik van de
camera en het fotograferen voornamelijk geruisloos verloopt.
Voor sluitergeluiden:
In het menu Shutter Volume en in het submenu gewenste instelling
kiezen
Voor toetsgeluiden en de weergave van geheugenkaart-capaciteitsgrens:
In het menu Acoustic Signal en in het submenu in de drie subitems
de gewenste instellingen kiezen
120
X-U_NL.indd 120
29.09.2015 16:08:08
NL
Helderheids- en kleurweergave
Omschakelen van de weergaven
Voor een optimale herkenning en voor het aanpassen aan verschillende lichtomstandigheden kunnen de helderheid en de kleurweergave
van het monitordisplay worden veranderd.
Met de INFO -knop de verschillende indicaties kiezen (zie hiervoor ook
pagina 168)
De verschillende varianten zijn in een oneindige lus geschakeld en
kunnen daarom door een of meerdere keren indrukken van de knop
worden geselecteerd:
In de opnamemodus
a. Alleen belichtings-basisinstellingen evenals AF- en belichtingsmeetbereiken
b. met rooster plus histogram, voor zover ingesteld
c. met extra indicaties plus histogram, voor zover ingesteld
In de weergavemodus
a. Alleen belichtings-basisinstellingen
b. Met aanvullende informatie
Helderheidsinstellingen:
In het menu Monitor Brightness en in het submenu gewenste
instelling kiezen
Kleurinstellingen:
1. In het menu Monitor Color Adjustment selecteren
• Er verschijnt een beeld met een dradenkruis. De uiteinden van
het kruis vertonen kleurmarkeringen voor de mogelijke
instellingen – geel, groen, blauw en magenta.
2. De aanvankelijk in het midden geplaatste cursor met de
kruisknoppen naar de gewenste positie bewegen
• De kleurweergave van het monitor-/zoekerbeeld verandert
volgens uw instelling.
Opname-basisinstellingen
MONITORINSTELLINGEN
Automatische uitschakeling van de monitor
Als deze functie geactiveerd is, schakelt de monitor na een geselecteerde tijd uit. Dat spaart niet alleen stroom, maar garandeert ook dat
de camera na een hernieuwde activering weer sneller gebruiksklaar
is.
In het menu Auto LCD Off kiezen en in het submenu gewenste
instelling kiezen
121
X-U_NL.indd 121
29.09.2015 16:08:08
NL
OPNAME-BASISINSTELLINGEN
Opname-basisinstellingen
BESTANDSFORMAAT / COMPRIMEERVERHOUDING
Er zijn twee verschillende JPEG-comprimeerverhoudingen beschikbaar: JPG Fine en JPG Super Fine. Beide kunnen met gelijktijdige
registratie in het formaat DNG (opnameformaat onbewerkte gegevens)
worden gecombineerd.
In het menu File Format en in het submenu gewenste instelling
kiezen
Opmerking:
Het opgegeven aantal resterende opnamen of de opnametijd zijn
slechts een benaderingswaarde, omdat de bestandsgrootte voor
gecomprimeerde beelden sterk kan variëren afhankelijk van het
gefotografeerde object.
JPEG-RESOLUTIE
Als een van de JPG -formaten is gekozen, dan kunnen beelden met vijf
verschillende resoluties (aantal pixels) worden opgenomen. Dit maakt
een precieze afstemming op het voorgenomen gebruik, resp. de capaciteit van de aanwezige geheugenkaart mogelijk.
In het menu JPEG Resolution kiezen en in het submenu de gewenste
geheugenplaats kiezen
Opmerking:
De opslag van onbewerkte gegevens (DNG-formaat) gebeurt
onafhankelijk van de instellingen voor JPEG-beelden altijd met de
hoogste resolutie.
122
X-U_NL.indd 122
29.09.2015 16:08:08
Beschikbaar zijn
In de digitale fotografie zorgt de witbalans voor een neutrale,
natuurgetrouwe kleurweergave bij elk licht. Dit houdt in dat de
camera vooraf erop wordt afgestemd welke kleur als wit moet worden
weergegeven.
U kunt kiezen uit verschillende voorinstellingen, automatische
witbalans, twee vaste handmatige instellingen en directe instelling van
de kleurtemperatuur.
Bovendien kunt u de instellingen exact afstemmen op de respectieve
opnamecondities en/of uw persoonlijke voorkeur.
Pagina 1:
1. Automatic
2.
(voor gloeilampbelichting)
3.
(voor buitenopnamen in de zon)
4.
(voor belichting met elektronische flits)
Opmerking:
Bij ingeschakelde onderwatermodus is deze instelling niet beschikbaar.
Vaste voorinstellingen:
1. WB -knop indrukken
2. Met boven- / onderzijde van de kruisknoppen of de instelschakelaar de gewenste instelling kiezen
3. Met MENU/SET- of INFO -knop de instelling opslaan
NL
Pagina 2:
(voor buitenopnamen bij bewolkte hemel)
5.
6.
(voor buitenopnamen met het hoofdmotief in de schaduw)
7.
(opslaggeheugen voor eigen meetresultaten)
8.
(opslaggeheugen voor eigen meetresultaten)
Opname-basisinstellingen
WITBALANS
Pagina 3:
9. Color temperature (opslaggeheugen voor vast ingestelde waarde)
10. SET (voor de doelgerichte meting en opslag)
11. SET
(voor de doelgerichte meting en opslag)
12. Set Color temperature (voor de handmatige invoer van een
kleurtemperatuur)
123
X-U_NL.indd 123
29.09.2015 16:08:10
Opname-basisinstellingen
NL
Handmatige instelling door meting:
Fijnafstemming van de witbalansinstellingen
1. WB -knop indrukken
2. SET
of SET
kiezen
3. Op de rechterkruisknop drukken
• In het midden van het monitorbeeld verschijnt een geel kader
en daaronder een instructie.
Bij alle instellingen is een handmatige fijninstelling beschikbaar:
1. WB -knop indrukken
2. Op de rechterkruisknop drukken
• Er verschijnt een beeld met een dradenkruis. De uiteinden van
het kruis vertonen kleurmarkeringen voor de mogelijke
instellingen – geel, groen, blauw en magenta.
4. Met het kader op een uniform wit of grijs voorwerp richten dat
het kader volledig opvult
5. Met MENU/SET-knop meting en opslag uitvoeren
De instellingen kunnen vervolgens met
of
weer worden
opgeroepen.
Directe instelling van de kleurtemperatuur:
1. WB -knop indrukken
2. Set Color temperature kiezen
3. Met linker- of rechterzijde van de kruisknoppen de gewenste
instelling kiezen
4. Met MENU/SET- of INFO -knop de instelling opslaan
De instellingen kunnen vervolgens met Color temperature weer
opgeroepen worden.
3. Met de kruisknoppen de aanvankelijk in het midden geplaatste
cursor naar de positie bewegen, die de gewenste kleurweergave
in het monitorbeeld oplevert, d.w.z. in de richting van de
overeenkomstig gekleurde vierkanten aan de randen
• De kleurweergave van het monitorbeeld verandert volgens uw
instelling.
4. Met MENU/SET- of INFO -knop de instelling opslaan
124
X-U_NL.indd 124
29.09.2015 16:08:13
ISO-GEVOELIGHEID
Opname-basisinstellingen
De ISO-instelling bepaalt de mogelijke combinaties van sluitertijd en
diafragma voor een bepaalde helderheid. Hogere gevoeligheden laten
kortere sluitertijden en/of kleinere diafragma's toe (voor "stilzetten"
van snelle bewegingen of voor het vergroten van de scherptediepte),
waarbij dit echter een hogere beeldruis kan veroorzaken.
ISO -knop indrukken en in de lijst (twee pagina's) de gewenste
instelling kiezen (d.w.z. AUTO ISO voor de automatische instelling of
een van de acht vaste instellingen)
In de variant AUTO ISO is het mogelijk om het te gebruiken gevoeligheidsbereik te beperken (bijv. de beeldruis te controleren), bovendien
kan de langste te gebruiken sluitertijd worden vastgelegd (om bijv.
onscherpe opnamen van bewegende objecten te vermijden):
1. In het menu Auto ISO Settings kiezen
2. In het eerste submenu Slowest Speed of Max ISO kiezen
3. In de respectieve submenu's van het tweede niveau de gewenste
waarden kiezen
NL
125
X-U_NL.indd 125
29.09.2015 16:08:13
NL
BEELDEIGENSCHAPPEN
Beeldeigenschappen
Opmerking:
De in de volgende twee alinea's beschreven functies en instellingen
hebben alleen betrekking op opnamen in een van beide JPEG-formaten. Is het DNG-bestandsformaat gekozen, hebben deze instellingen
geen effect, omdat de beeldgegevens in dit geval altijd in de
oorspronkelijke vorm worden opgeslagen.
–– De kleurverzadiging bepaalt of de kleuren op het beeld meer „fiets“
en pastelkleurig of „knallend“ en bont overkomen.
Bij alle drie beeldeigenschappen kunt u – onafhankelijk van elkaar –
tussen twee stappen kiezen:
In het menu Sharpness resp. Saturation resp. Contrast en in de
betreffende submenu's de gewenste instellingen kiezen
Contrast, scherpte, kleurverzadiging
Een van de vele voordelen van digitale fotografie is de zeer eenvoudige wijziging van belangrijke, d.w.z. karakter bepalende, doorslaggevende beeldeigenschappen. Bij Leica X-U kunt u drie van de
belangrijkste beeldeigenschappen al voor de opnamen beïnvloeden:
–– Het contrast, d.w.z. het verschil tussen lichte en donkere partijen,
bepaalt of een beeld eerder „mat“ of „briljant“ overkomt. Daarom
kan het contrast door vergroten of verkleinen van dit verschil
worden beïnvloed.
–– Een scherpe afbeelding door de juiste afstandsinstelling – tenminste
van het hoofdonderwerp - is een voorwaarde voor een gelukte
opname. De scherpe indruk van een beeld wordt weer sterk
bepaald door de scherpte aan de zijkanten, d.w.z. hoe klein het
overgangsgebied van licht naar donker aan de zijkanten van het
beeld is. Door het vergroten of verkleinen van dit gebied kan dus
ook de indruk van scherpte worden gewijzigd.
126
X-U_NL.indd 126
29.09.2015 16:08:13
Kleurweergave
Opmerkingen:
• De instellingen bij Film Mode kunnen met de in het vorige
hoofdstuk beschreven varianten voor beeldeigenschappen nog
verder afgestemd worden.
In deze gevallen zijn de kleurweergavevarianten door een
bijkomend sterretje, bijv. Standard*, gekenmerkt.
• De instellingen bij Sharpness , Saturation , Contrast en Film Mode
hebben alleen effect op JPG -bestanden, DNG -bestanden blijven
ongewijzigd.
Beeldeigenschappen
Behalve instellingen voor scherpte, verzadiging en contrast kunt u ook
de basisvarianten van de kleurweergave bepalen:
In het menu Film Mode kiezen en in het submenu de gewenste
instelling kiezen
U kunt kiezen tussen Standard , Vivid – voor hoogverzadigde kleuren
– en Natural – voor iets zwakker verzadigde kleuren en iets zachter
contrast –, daarnaast zijn er twee zwart-witinstellingen B&W Natural
(natuurlijk) en B&W High Contrast (veel contrast).
NL
127
X-U_NL.indd 127
29.09.2015 16:08:13
NL
OPNAMEMODUS
Opnamemodus
AFSTANDSINSTELLING
Met de Leica X-U kan de afstandsinstelling zowel automatisch als ook
handmatig gebeuren. Beide modi dekken het afstandsbereik van 20
cm tot oneindig.
AUTOMATISCHE AFSTANDSINSTELLING / AUTOFOCUS
1. Afstandsinstelring voorbij de lichte weerstand – in de AF -stand
draaien
2. Ontspanknop tot het eerste drukpunt indrukken om de scherpte en
daarmee ook de afstand automatisch te bepalen, in te stellen en op te slaan
• Een geslaagde en opgeslagen AF-instelling wordt als volgt
weergegeven:
–– de kleur van de rechthoek wordt groen
–– Met de 11-veldmeting verschijnen tot 9 groene rechthoeken
–– Een akoestisch signaal wordt gegenereerd (indien geselecteerd).
Belangrijk:
De ontspanknop is niet geblokkeerd, ongeacht of de afstandsinstelling voor het desbetreffende motief correct is of niet.
AF-HULPLICHT
Het ingebouwde AF-hulplicht breidt het gebruiksbereik van het
AF-systeem ook uit bij slechte lichtomstandigheden. Als de functie is
geactiveerd begint de lamp onder dergelijke omstandigheden te
branden, zodra de ontspanknop wordt ingedrukt.
In het menu AF Assist Lamp kiezen en in het submenu de gewenste
instelling kiezen
Opmerking:
Het AF-hulplicht verlicht een bereik van ca. 4m. Daarom is het
AF-gebruik bij slechte lichtomstandigheden op afstanden buiten deze
grens niet mogelijk.
Opmerkingen:
• Het opslaan geschiedt samen met de belichtingsinstelling.
• In bepaalde situaties kan het AF-systeem de afstand niet correct
instellen, bijv.:
–– de afstand tot het beoogde motief ligt buiten het beschikbare
bereik, en/of
–– het motief is niet voldoende belicht, (z. volgende paragraaf).
Zulke situaties en motieven worden getoond:
–– door verandering van de kleur van de rechthoek in rood
–– met de 11-veldmeting door wissel van de weergave naar een
enkele rode rechthoek
128
X-U_NL.indd 128
29.09.2015 16:08:13
AUTOFOCUS-MEETMETHODEN
Spot-/1-veldmeting
Beide meetmethoden registreren uitsluitend de motiefdelen in het
midden van het monitorbeeld.
De respectieve velden zijn door een klein AF-kader gemarkeerd.
Dankzij het bijzonder kleine meetbereik van de spotmeting kan deze
op kleine motiefdetails worden geconcentreerd. Bij portretopnamen moeten de ogen normaalgezien volledig scherp worden
weergegeven.
Het iets grotere meetbereik van de 1-veldmeting is bij het mikken op het
motief minder kritisch, en dus makkelijker in gebruik. Een selectieve
meting blijft evenwel mogelijk.
NL
Opnamemodus
Voor de optimale aanpassing van het AF-systeem aan verschillende motieven, situaties en uw verwachtingen voor de beeldvorming kunt u
met de Leica X-U tussen vier AF-meetmethoden kiezen:
1. DELETE/FOCUS -knop indrukken en in het submenu de
gewenste instelling kiezen
2. Met MENU/SET- of INFO -knop de instelling opslaan
Bij beide meetmethoden kunt u het AF-kader naar een willekeurige
positie van het monitorbeeld verplaatsen, bijv. voor een eenvoudiger
gebruik met motieven die buiten het midden liggen:
1. DELETE/FOCUS -knop ≥1s indrukken
• Alle indicaties behalve het AF-kader gaan uit. De rode
driehoeken aan elke zijde van het kader geven de mogelijke
bewegingsrichtingen aan.
2. Met de kruisknoppen het AF-kader in de gewenste positie
verplaatsen
• Om de schuifgrenzen aan te geven, gaan de betreffende
driehoeken tegen de randen uit.
U kunt het kader altijd weer in de middelste positie terugzetten:
INFO -knop indrukken
129
X-U_NL.indd 129
29.09.2015 16:08:13
Opnamemodus
NL
11-VELDMETING
Deze meetmethode registreert het motief in niet minder dan 11 door
het AF-kader aangegeven velden. De scherpstelling gebeurt
automatisch op de dichtstbijzijnde motiefdelen en biedt zo een
maximale zekerheid voor snapshots.
Normaalgezien worden 9 van de 11 velden gebruikt, die zo verspreid
zijn dat ze een groot deel van het beeldmidden dekken.
Desgewenst kunt u de meting op een willekeurige zijde van het beeld
concentreren door groepen uit de drie bovenste of onderste ofwel uit
de vier linker of rechter AF-velden te kiezen:
1. DELETE/FOCUS -knop ≥1s indrukken
• Alle indicaties behalve de 11 AF-kaders gaan uit. Aanvankelijk
hebben alleen de 9 kaders van de middengroep rode
contouren. De rode driehoeken aan elke zijde geven de
mogelijke instellingen aan.
2. Met de kruisknoppen de gewenste kadergroep selecteren
• De betreffende keuzemogelijkheden worden door de
driehoeken aangegeven.
Om naar het normale monitorbeeld terug te keren:
Ofwel ontspanner of DELETE/FOCUS -knop indrukken
Gezichtsherkenning
In deze modus herkent de Leica X-U automatisch gezichten in het
beeld en stelt scherp op de gezichten op de kortste afstand. Worden
er geen gezichten herkend dan wordt 11-veldmeting toegepast.
130
X-U_NL.indd 130
29.09.2015 16:08:14
NL
Hulpfunctie voor handmatige afstandsinstelling
Bij bepaalde motieven en situaties kan het nuttig zijn de afstandsinstelling zelf uit te voeren in plaats van met autofocus te werken.
Bijvoorbeeld als dezelfde instelling voor meerdere opnamen nodig is
en het gebruik van de meetwaarde-opslag ingewikkelder zou zijn of
als bij landschapsopnamen de instelling op oneindig behouden moet
worden.
Om de instelling te vergemakkelijken of om de instelnauwkeurigheid
te verhogen, is de Leica X-U uitgerust met een hulpmiddel: de
vergrote weergave van een uitsnede uit het midden.
Achtergrond: Hoe groter de details van het motief op de monitor
worden afgebeeld, des te beter kan hun scherpte worden beoordeeld
en hoe nauwkeuriger de afstand kan worden ingesteld. Deze „loepfunctie“ vergroot een middenuitsnede van het monitorbeeld:
1. In het menu MF Assist kiezen en in het submenu gewenste
instelling kiezen
2. Beelduitsnede bepalen
3. Afstandsinstelring van het objectief zo draaien dat de gewenste
motiefdelen optimaal scherp zijn
• Als de functie geactiveerd is, verschijnt een ca. 6 keer vergrote
uitsnede van het beeld boven de schaal. Ze gaat ca. 5s na de
laatste afstandsinstelling uit.
Afstandsring op het objectief draaien
Vanuit de AF -positie voelt u eerst een lichte weerstand; blijf
doordraaien.
De optimale instelling is bereikt, als het monitorbeeld het belangrijkste deel / de belangrijkste delen van uw motief met de gewenste
scherpte weergeeft.
Opnamemodus
HANDMATIGE AFSTANDSINSTELLING
De uitsnede kunt u met de kruisknoppen naar een willekeurige plaats
op het monitorbeeld verschuiven, bijv. voor motieven die niet in het
midden liggen of om te zorgen dat andere delen van het beeld
zichtbaar blijven.
Opmerking:
U kunt de vergrote uitsnede ook op elk moment laten weergeven door
op de DELETE/ FOCUS -knop te drukken, bijv. om de instelling
nogmaals te controleren en zo elk gevaar van een onbedoelde
wijziging uit te sluiten.
131
X-U_NL.indd 131
29.09.2015 16:08:14
Opnamemodus
NL
BELICHTINGSMETING EN -REGELING
Belichtingsmeetmethoden
Voor de aanpassing aan de heersende lichtomstandigheden, aan de
situatie resp. uw werkwijze en uw creatieve ideeën zijn er met de
Leica X-U drie belichtingsmeetmethoden beschikbaar:
In het menu Exposure Metering kiezen en in het submenu gewenste
instelling kiezen
Meerveldmeting Bij deze meetmethode analyseert de camera automatisch de
helderheidsverschillen in het motief en trekt hij op grond van de
vergelijking met ingeprogrammeerde helderheidsverdelingspatronen
conclusies over de vermoedelijk positie van het hoofdmotief en de
beste (compromis-) belichting die daarbij past.
Deze methode is daarom bijzonder geschikt voor spontaan,
ongecompliceerd en toch zeker fotograferen ook onder lastige
omstandigheden en zodoende voor het gebruik in combinatie met de
programma-automaat.
Centraal georiënteerde meting Deze meetmethode weegt het midden van het beeldveld het sterkste
mee, maar registreert ook alle andere gedeelten.
Zij maakt het mogelijk – met name in combinatie met de meetwaardenopslag – de belichting gericht op bepaalde motiefgedeelten af te
stemmen, terwijl tegelijk rekening wordt gehouden met het totale
beeldveld.
Spotmeting Deze meetmethode is uitsluitend geconcentreerd op een klein bereik
in het midden van het beeld. Zij maakt het mogelijk kleine en
allerkleinste details voor een precieze belichting exact te meten – bij
voorkeur in combinatie met de handmatige instelling.
Bij tegenlichtopnamen moet meestal worden voorkomen dat de
lichtere omgeving tot onderbelichting van het hoofdmotief leidt. Met
het veel kleinere meetveld van de spotmeting kunnen ook zulke
motiefdetails doelgericht worden beoordeeld.
132
X-U_NL.indd 132
29.09.2015 16:08:15
Histogram
Deze grafische weergave maakt – naast de beeldindruk zelf – een
extra snelle en eenvoudige beoordeling van de belichtingsinstelling
mogelijk.
Het histogram is zowel in de opname- als in de weergavemodus
beschikbaar.
Voor de opnamemodus:
In het menu Rec. Histogram kiezen en in het submenu de gewenste
instelling kiezen
NL
Opnamemodus
Het histogram geeft de helderheidsverdeling van de opname weer.
Daarbij komt de horizontale as overeen met de tinten die van zwart
(links) via grijs naar wit (rechts) lopen. De verticale as komt overeen
met de hoeveelheid pixels bij de desbetreffende helderheid.
Voor de normale weergavemodus (PLAY ):
In het menu Play Histogram kiezen en in het submenu de gewenste
instelling kiezen
Kies een variant met clippingfunctie, als te sterk belichte delen van de
opnamen moeten worden aangeduid.
Opmerkingen:
• In de opnamemodus moet het histogram als "Tendensweergave"
worden opgevat en niet als weergave van het precieze aantal
pixels.
• Het histogram is bij de gelijktijdige weergave van meerdere
verkleinde, resp. vergrote opnamen niet beschikbaar.
• Het histogram kan bij de weergave van een beeld iets van die bij de
opname afwijken.
Opmerking:
Bij een opname met flits kan het histogram de uiteindelijke belichting
niet afbeelden, omdat de flits eerst na de weergave wordt geactiveerd.
133
X-U_NL.indd 133
29.09.2015 16:08:16
Opnamemodus
NL
BELICHTINGSREGELING
Voor de optimale aanpassing aan het betreffende motief of uw
favoriete werkwijze beschikt de Leica X-U over vier belichtingsmodi.
Zowel de keuze van deze vier belichtingsmodi als de handmatige
instelling van sluitertijd en diafragma gebeurt met de respectieve
instelwielen. Beide hebben handmatige instelbereiken met klikstanden - het sluitertijdwiel in hele stappen, de diafragmaring in
1
⁄3-stappen, en beide hebben een A -stand voor de automatische
werking.
Instellen van sluitertijden van 1s en langer:
1. Sluitertijdwiel op 1+ -positie zetten
• Als opmerking verschijnt .
2. Gewenste sluitertijd met instelschakelaar instellen
Opmerkingen:
• Afhankelijk van de heersende lichtomstandigheden kan de
helderheid van het monitorbeeld van de werkelijke opnamen
afwijken. Met name bij langdurige belichtingen van donkere
motieven lijkt het monitorbeeld duidelijk donkerder dan de - correct
belichte - opname.
• Voor de hoogst mogelijke beeldkwaliteit wijzigt de camera
zelfstandig de ingestelde, resp. door de automaat gekozen
sluitertijd-/diafragma-/ISO-waarden. Dit dient met name voor een
zo gering mogelijke verduistering van de beeldhoeken, zoals zou
kunnen gebeuren bij het combineren van een sluitertijd van 1⁄2000s
met diafragmawaarden van minder dan 3,5. Mocht de belichtingsmeting een dergelijke instelling opleveren, dan reageert de camera
hierop als volgt:
–– Programma-automaat P, de correctie gebeurt door een
automatische shift.
–– Tijdautomaat A, diafragma-automaat T, handmatige instelling
Mo:
De correctie gebeurt door automatisch instellen van maximaal
1
⁄1000s (bij T en M onafhankelijk van de handmatig ingestelde
sluitertijd.
Als basisregel geldt:
–– De sluitertijd 1⁄2000s wordt alleen gebruikt bij diafragmawaarden
tussen open diafragma (= 1,7) en 3,5
–– Evt. wordt ook de ISO-waarde verlaagd.
De gecorrigeerde waarden worden bij normale weergave getoond,
maar niet tijdens de opname of tijdens de automatische weergave.
De EXIF-gegevens bevatten eveneens de effectief gebruikte
waarden.
• Wat betreft de beeldkwaliteit wordt ook in de onmiddellijke
omgeving, d.w.z. bij motiefafstanden tussen 0,2 - 1,2m, een
automatische correctie doorgevoerd van de diafragma-instelling
tussen 2,8 en 1,7.
134
X-U_NL.indd 134
29.09.2015 16:08:16
PROGRAMMA-AUTOMAAT - P
Een opname maken
1. Diafragma- en sluitertijdwielen in hun A -standen draaien
2. Ontspanknop tot het drukpunt drukken
• Sluitertijd en diafragma worden wit weergegeven.
Aanvullend wordt op de programma-shiftfunctie gewezen .
Als zelfs de volledig geopende resp. gesloten diafragma in
combinatie met de langste of kortste sluitertijd in een onderof overbelichting resulteert, dan worden beide waarden rood
weergegeven. Als het automatisch ingestelde waardenpaar
voor de voorziene beeldvorming geschikt lijkt:
3. Ontspanknop voor de opname volledig indrukken
Als dat niet het geval is kunt u het waardenpaar vóór het activeren
wijzigen:
Het wijzigen van de voorgegeven waarden met de shift-functie
combineert de betrouwbaarheid en snelheid van de volautomatische
belichtingsregeling met de mogelijkheid te allen tijde de door de
camera gekozen tijd/diafragma-combinatie naar eigen wens te
variëren.
Voor kortere sluitertijden, bijv. bij sportfotografie, instelschakelaar
naar links (-) duwen, voor een grotere scherptediepte, bijv. bij
opnamen van landschappen, naar rechts draaien (in de veronderstelling dat u de daaruit voortvloeiende langere sluitertijden accepteert)
• Geshifte waardenparen zijn met een sterretje naast de sluitertijd
resp. de diafragmawaarde gekenmerkt.
De totale belichting, d.w.z. de helderheid van het beeld, blijft daarbij
ongewijzigd. Om een correcte belichting te garanderen is het
verstelbereik begrensd.
Om onbedoeld gebruik te voorkomen, keren de waarden na elke
opname en ook als de belichtingsmeting na 12s automatisch wordt
uitgeschakeld, weer naar de door de camera voorgegeven waarden
terug.
Opnamemodus
Voor snel, volautomatisch fotograferen. De belichting wordt door
automatische instelling van sluitertijd en diafragma geregeld.
NL
WIJZIGEN VAN DE VOORGEGEVEN SLUITERTIJDDIAFRAGMA-COMBINATIES (SHIFT)
135
X-U_NL.indd 135
29.09.2015 16:08:16
Opnamemodus
NL
TIJDAUTOMAAT - A
DIAFRAGMA-AUTOMAAT - T
De automatische tijdsinstelling bestuurt de belichting automatisch bij
handmatige instelling van de diafragma. Deze is daarom bijzonder
geschikt voor opnamen waarbij scherptediepte het beslissende
beeldvormgevingselement is.
Met een overeenkomstige kleine diafragmawaarde kunt u het bereik
van de scherptediepte verkleinen, bijvoorbeeld om bij een portret het
scherp afgebeelde gezicht tegen een onbelangrijke of storende
achtergrond "vrijlaten", of omgekeerd met een overeenkomstige
grotere diafragmawaarde het bereik van de scherptediepte vergroten
om bij een landschapsopname alles van voor- tot achtergrond scherp
weer te geven.
De diafragma-automaat regelt de belichting automatisch in overeenstemming met de handmatig vooraf ingestelde sluitertijd. Deze is
daarom bijzonder geschikt voor opnamen van bewegende motieven,
waarbij de scherpte van de afgebeelde beweging het beslissende
beeldvormgevingselement is.
Met een desbetreffende korte sluitertijd kunt u bijv. ongewenste
bewegingsonscherpte vermijden, d.w.z. uw motief "bevriezen", of,
omgekeerd, met een overeenkomstige langere sluitertijd de dynamiek
van de beweging door gerichte "veegeffecten" tot uiting brengen.
Een opname maken
1. Sluitertijd-instelwiel in de A -stand draaien
• De ingestelde diafragmawaarde wordt wit weergegeven.
2. Gewenste diafragmawaarde met bijbehorend wiel instellen
3. Ontspanknop tot het drukpunt drukken
• De automatisch bijgeregelde sluitertijd wordt wit weergegeven. Als
zelfs de langste resp. kortste sluitertijd in combinatie met het
ingestelde diafragma in een onder- of overbelichting resulteert,
worden beide waarden rood weergegeven.
1. Diafragma-instelwiel in de A -stand draaien
• De ingestelde sluitertijd wordt wit weergegeven.
2. Gewenste sluitertijd met bijbehorend wiel instellen
3. Ontspanknop tot het drukpunt drukken
• De automatisch bijgeregelde diafragmawaarde wordt wit
weergegeven.
Als zelfs de kleinste resp. grootste diafragmawaarde in
combinatie met de ingestelde sluitertijd in een onder- of
overbelichting resulteert, worden beide waarden rood
weergegeven.
Als de automatische ingestelde sluitertijd voor de bestemde
beeldvorming geschikt lijkt:
4. Ontspanknop voor de opname volledig indrukken
Als de automatisch ingestelde diafragmawaarde voor de bestemde
beeldvorming geschikt lijkt:
4. Ontspanknop voor de opname volledig indrukken
Een opname maken
136
X-U_NL.indd 136
29.09.2015 16:08:17
NL
MEETWAARDENOPSLAG
Als u bijv. gericht een speciaal beeldeffect wilt verkrijgen die alleen
door een heel bepaalde belichting te bereiken is, of bij meerdere
opnamen met verschillende beeldfragmenten wilt zorgen voor absoluut
identieke belichting, biedt zich de handmatige instelling van sluitertijd
en diafragma aan.
Om reden van beeldvorming kan het van voordeel zijn het hoofd-motief
niet in het midden van het beeld te plaatsen.
In zulke gevallen maakt het de meetwaardenopslag - met de
belichtingsmodi P, T en A evenals de AF -modi 1-veld- en spotmeting
mogelijk, eerst het hoofdmotief te meten en deze instelling zolang
vast te houden tot u uw definitieve beeldfragment hebt bepaald en
wilt activeren.
Een opname maken
1. Gewenste sluitertijd-/diafragmawaarden met bijbehorende
wielen instellen
2. Ontspanknop tot het drukpunt drukken
• Sluitertijd en diafragma worden wit weergegeven.
Bovendien wordt de lichtschaal weergegeven. Deze heeft een
bereik van ±3EV (belichtingswaarde) in 1⁄3EV-stappen.
Instellingen binnen ±3EV worden door rode schaalmarkeringen
weergegeven, buiten ±3EV door rode – resp. + markeringen op
de schaaluiteinden.
3. Eventueel voor een correcte belichting de instellingen zo
aanpassen, dat alleen de middelste markering rood wordt
weergegeven
Opnamemodus
HANDMATIGE INSTELLING - M
Maken van een opname met deze functie
1. Het deel van uw motief, waarop de scherpte en belichting moet
worden afgestemd, met het betreffende AF-kader viseren
2. Door het drukken op de ontspanknop tot het eerste drukpunt
scherpte en belichting instellen en opslaan
3. Ontspanknop verder half ingedrukt houden en door zwenken van
de camera de uiteindelijke beelduitsnede bepalen
4. Ontspanknop voor de opname volledig indrukken
Als de ingestelde waarden en/of de belichting voor de bestemde
beeldvorming geschikt lijkt:
4. Ontspanknop voor de opname volledig indrukken
137
X-U_NL.indd 137
29.09.2015 16:08:17
NL
BELICHTINGSCORRECTIES
Opnamemodus
Sommige motieven bestaan hoofdzakelijk uit oppervlakken die
onder- of bovengemiddeld lichte oppervlakken, bijvoorbeeld bij grote
sneeuwvlakten of, andersom, een zwarte stoomlocomotief die het
beeld geheel vult. Met de belichtingsmodi P, T en A kan het in zulke
gevallen doelmatiger zijn om een desbetreffende belichtingscorrectie
uit te voeren, i.p.v. telkens met de meetwaardeopslag te werken.
Hetzelfde geldt in het geval dat u voor meerdere opnamen telkens
een identieke belichting wilt garanderen.
1. Bovenste kruisknop (EV+/-) eenmaal indrukken
• De overeenkomstige schaal wordt weergegeven.
2. Gewenste correctiewaarde met linker-/rechterzijde van de
kruisknoppen of de instelschakelaar (-/+) instellen
Beschikbaar zijn waarden van +3 tot -3EV in 1⁄3EV-stappen.
• De ingestelde correctiewaarde wordt op de schaal rood
weergegeven. Tijdens het instellen kunt u het effect op het
desbetreffend donkerder of lichter wordende monitorbeeld
observeren.
3. Instelling met MENU/SET-knop, INFO -knop of ontspanknop
opslaan
• Het belichtingscorrectiesymbool en de ingestelde waarde
worden weergegeven.
Opmerkingen:
• Bij de tijds- en diafragma-automaat (A/T) kunnen belichtingscorrecties steeds direct, d.w.z. zonder de „omweg“ via de menubesturing, met het instelwiel worden ingevoerd.
• Bij handmatige instelling van de belichting is geen belichtingscorrectie mogelijk.
• Met de bovenzijde van de kruisknop resp. (EV+/-) worden ook de
menu's voor belichtingsreeksen en flits-belichtingscorrecties
opgeroepen. Ze zijn in een oneindige lus geschakeld en kunnen
daarom door herhaald indrukken van de knop worden geselecteerd.
• Een ingestelde correctie blijft actief tot ze op ±0 wordt gezet (zie
2de stap), d.w.z. ook na een willekeurig aantal opnamen en ook na
uitschakelen van de camera.
138
X-U_NL.indd 138
29.09.2015 16:08:17
AUTOMATISCHE BELICHTINGSREEKSEN
1. Bovenzijde van de kruisknop resp. (EV+/-) tweemaal indrukken
• De overeenkomstige schaal wordt weergegeven.
2. Gewenste stop met linker-/rechterzijde van de kruisknoppen of
instelschakelaar (-/+) instellen
Beschikbaar zijn waarden van +3 tot -3EV in 1⁄3EV-stappen.
• De ingestelde stops op de schaal worden rood gemarkeerd.
NL
Opnamemodus
Contrastrijke motieven, die zowel zeer lichte als ook zeer donkere
bereiken vertonen, kunnen - afhankelijk van de verlichting - tot zeer
verschillende beeldeffecten leiden.
Met de automatische belichtingsreeks kunt u een serie van drie
opnamen met gestaffelde belichting maken. Daarna kunt u de meest
succesvolle opname voor verder gebruik selecteren.
Opmerkingen:
• Afhankelijk van de belichtingsmodus worden de indelingen door het
veranderen van de sluitertijd (P/A/M ) of het diafragma (T )
gegenereerd.
• De volgorde van de opnamen is: correcte belichting/onderbelichting/overbelichting.
• Afhankelijk van de beschikbare combinatie sluitertijd/diafragma
kan het werkgebied van de automatische belichtingsreeks beperkt
zijn.
• Met de bovenzijde van de kruisknop resp. (EV+/-) worden ook de
menu's voor belichtingscorrectie en flits-belichtingscorrecties
opgeroepen. Ze zijn in een oneindige lus geschakeld en kunnen
daarom door herhaald indrukken van de knop worden geselecteerd.
• Een ingestelde belichtingsreeks blijft actief tot ze op ±0 wordt
geschakeld (zie stap 2.), ook na een willekeurig aantal opnamen en
zelfs na het uitschakelen van de camera.
3. Instelling met MENU/SET, INFO -knop of ontspanknop opslaan
• Het belichtingsreekssymbool wordt weergegeven.
139
X-U_NL.indd 139
29.09.2015 16:08:17
Opnamemodus
NL
FLITSFOTOGRAFIE
De Leica X-U is uitgerust met een in de frontafscherming van het
objectief ingebouwd flitsapparaat.
Opmerkingen:
• Het gebruik van externe flitsapparaten is niet mogelijk resp. alleen
bij van de camera los opgestelde apparaten die een draadloze
flitsontsteking toelaten.
• Om de flitsbelichting te bereken, flitst direct voor de opname - en
de hoofdflits - een meetflits.
• Seriebeeldopnamen en automatische verlichtingsreeksen met flits
zijn niet mogelijk. In dergelijke gevallen verschijnt geen flitsindicatie, en de flits werkt niet.
• Omwille van het evt. kleinere flitsbereik onder water adviseren we
om het ingebouwde flitsapparaat slechts tot een diepte van 5m
onder water te gebruiken. Op grotere diepte moet u een krachtigere, externe onderwaterflitser gebruiken die draadloos door het
apparaat in de camera wordt geactiveerd (in de vakhandel door
andere producenten aangeboden).
• De indicatie voor de ingestelde flitsmodus is wit. Als het flitsapparaat nog niet volledig is geladen en daarom niet gebruiksklaar is,
knippert de indicatie kort rood.
140
X-U_NL.indd 140
29.09.2015 16:08:18
FLITSMODI
1. Rechter kruisknop ( ) indrukken
2. In het submenu met boven- / onder- / rechterzijde van de
kruisknoppen of de instelschakelaar de gewenste instelling
kiezen
3. Instelling met MENU/SET-knop, INFO -knop of ontspanknop
opslaan
• De indicatie van de flitsmodus wijzigt overeenkomstig.
Automatische inschakeling van de flits Dit is een standaard modus. De flits wordt altijd dan automatisch
ingeschakeld, wanneer bij slechte lichtomstandigheden langere
belichtingstijden tot onscherpe opnamen zouden kunnen leiden.
Automatische inschakeling van flits en voorflits -
NL
Opnamemodus
Modus selecteren:
Handmatige inschakeling van de flits Bij tegenlichtopnamen, waarbij het hoofdmotief het beeld niet geheel
vult en in de schaduw ligt, of in situaties, waarbij u grote contrasten
(bijv. bij direct zonlicht) wilt verzachten (invulflits).
Zolang deze modus geactiveerd is, wordt het flitsapparaat onafhankelijk van de heersende lichtomstandigheden voor elke opname
ingeschakeld.
Het flitsvermogen wordt afhankelijk van de gemeten externe
lichtsterkte gestuurd: bij slecht licht zoals bij de automatische modus,
bij toenemende helderheid met gering vermogen (tot maximaal -12⁄3
EV). De flits werkt dan als invullicht, om bijv. donkere schaduwen op
de voorgrond of motieven in tegenlicht lichter te maken en om samen
een uitgebalanceerde te genereren.
Handmatige inschakeling van flits en voorflits Voor de combinatie van de hierboven beschreven situaties resp.
functies.
Om het „Rode ogen“-effect bij persoonsopnamen met flits te
verminderen. De personen kijken best niet direct in de camera.
Omdat dit effect bij weinig licht bovendien nog wordt versterkt door wijd
geopende pupillen, moet bij binnenopnamen zo veel mogelijk
binnenverlichting worden ingeschakeld.
Door de voorflits die bij het indrukken van de ontspanner kort voor de
hoofdflits wordt geactiveerd, verkleinen de pupillen van de personen
die naar de camera kijken, zodat het effect wordt verminderd.
141
X-U_NL.indd 141
29.09.2015 16:08:18
NL
Automatische flitsinschakeling met langere sluitertijden -
FLITSBEREIK
Opnamemodus
Voor gelijktijdig aangepaste d.w.z. lichtere weergave van vooral een
donkere achtergrond en flitsinvulling van de voorgrond. Om het risico
van bewegingen te verminderen, wordt de sluitertijd bij de andere
modi met flitsinschakeling met niet meer dan 1⁄30s verlengd. Daarom
wordt bij opnamen met flits de achtergrond vaak sterk onderbelicht.
Om rekening te houden met het aanwezige omgevingslicht zijn in
zulke opnamesituaties langere belichtingstijden (tot 30s) hier
toegestaan.
Het bruikbare flitsbereik hangt af van de handmatige ingestelde resp.
door de camera bijgeregelde diafragma- en gevoeligheidswaarden.
Voor een voldoende belichting door het flitslicht is het doorslaggevend dat het hoofdmotief binnen het respectieve flitsbereik ligt. Denk
er bij gebruik onder water aan dat het bereik aanzienlijk geringer is en
dat zwevende deeltjes in het water evt. voor sterke reflecties kunnen
zorgen. Details hierover vindt u terug in de technische gegevens op
pag. 178.
Opmerkingen:
• Afhankelijk van de Auto ISO Settings kan het zijn, dat de camera
misschien geen langere sluitertijden ondersteunt, omdat in
dergelijke gevallen de verhoging van de ISO-gevoeligheid voorrang
heeft.
• De langste sluitertijd kan met Slowest Speed worden vastgelegd.
Automatische inschakeling van flits en voorflits met langere
sluitertijden Voor de combinatie van de laatst beschreven situaties resp. functies.
Flits uitgeschakeld - OFF
142
X-U_NL.indd 142
29.09.2015 16:08:18
NL
FLITS-BELICHTINGSCORRECTIES
De belichting van flitsopnamen vindt altijd plaats met twee lichtbronnen, de aanwezige omgevingslicht en het flitslicht. Het flitslicht van de
flitsactivering bepaalt daarbij over het algemeen waar de uitsluitend of
hoofdzakelijk van het flitslicht verlichte motiefdelen in het beeldveld
worden afgebeeld.
Bij het gebruikelijke tijdstip van de flitsontsteking tot het begin van de
belichting kan dit tot schijnbare tegenstellingen leiden, zoals bij de
opname van een voertuig dat door zijn eigen lichtsporen wordt
ingehaald.
De Leica X-U stelt u in staat tussen dit gebruikelijke flitsontstekingstijdstip en het einde van de belichting te kiezen:
Met deze functie kan de flitsbelichting onafhankelijk van de belichting
van het aanwezige licht gericht afgezwakt of versterkt worden, bijv.
om bij een buitenopname in de avond het gezicht van een persoon op
de voorgrond lichter te maken, terwijl de lichtsfeer behouden moet
blijven.
In het menu Flash Sync kiezen en in het submenu de gewenste
instelling kiezen
In dit geval volgen in het vermelde voorbeeld de lichtsporen van de
achterlichten het voertuig, zoals dit te verwachten is. Deze flitstechniek verleent daarmee een natuurlijkere indruk van beweging en
dynamiek.
Opmerking:
Bij het flitsen met de kortere sluitertijden ontstaat behalve bij zeer
snelle bewegingen nauwelijks verschil tussen de beide flitstijdstippen.
1. Driemaal op de bovenzijde resp.EV+/- -zijde van de kruisknoppen
drukken
• De overeenkomstige schaal wordt weergegeven.
2. Gewenste correctiewaarde met linker-/rechterzijde van de
kruisknoppen of instelschakelaar instellen
Beschikbaar zijn waarden van +3 tot -3EV in 1⁄3EV-stappen.
• De ingestelde correctiewaarde wordt op de schaal rood
weergegeven.
3. Instelling met MENU/SET-knop, INFO -knop of ontspanner
opslaan
• De ingestelde correctiewaarde verschijnt.
Opnamemodus
SYNCHRONISATIETIJDSTIP
Opmerkingen:
• Flitsbelichtingscorrecties veranderen de reikwijdte van het
flitsapparaat.
• Met de bovenzijde resp. EV+/- -zijde van de kruisknoppen worden
ook de menu's voor belichtingsreeksen en belichtingscorrecties
opgeroe-pen. Ze zijn in een oneindige lus geschakeld en kunnen
daarom door herhaald indrukken van de knop worden geselecteerd.
• Een ingestelde correctie blijft actief tot ze op ±0 wordt gezet (2de
stap), d.w.z. ook na een willekeurig aantal opnamen en ook na
uitschakelen van de camera.
143
X-U_NL.indd 143
29.09.2015 16:08:18
Opnamemodus
NL
OVERIGE FUNCTIES
Belichtingsregeling:
VIDEO-OPNAMEN
Dit gebeurt volledig afhankelijk van de instellingen van het sluitertijden diafragmawiel.
–– Sluitertijd: naargelang het geselecteerde videoformaat 1⁄50s of 1⁄60s
–– Als een correcte belichting zelfs met het grootste diafragma niet
mogelijk is, wordt de ISO-gevoeligheid automatisch verhoogd,
onafhankelijk van een eventuele handmatige instelling.
Met de Leica X-U kunt u ook video-opnamen maken.
De volgende opties zijn hiervoor beschikbaar:
Resolutie:
In het menu Video Resolution en in het submenu gewenste instelling
kiezen
Witbalans:
Alle op pagina 31 beschreven varianten
ISO-gevoeligheid:
Alle in het menu beschikbare instellingen
Kleurruimte:
Video-opnamen zijn alleen mogelijk met sRGB.
Contrast, scherpte, kleurverzadiging, kleurweergave:
Alle vanaf pagina 126beschreven varianten
Beeldstabilisatie:
In het menu Video Stabilization kiezen en in het submenu de
gewenste instelling kiezen
Afstandsinstelling:
Alle op de pagina's 128-131 beschreven varianten
Belichtingsmeetmethoden:
Alle op de pagina 132 beschreven varianten
144
X-U_NL.indd 144
29.09.2015 16:08:18
De opname starten / stoppen
Beëindigen:
Videostartknop opnieuw indrukken
NL
Opnamemodus
Starten:
Video-ontspanknop indrukken
• Een lopende video-opname wordt door een knipperende rode punt
weergegeven. Bovendien wordt de resterende opnametijd
aangegeven.
Opmerkingen:
• Zowel de afstandsinstelling als ook de verandering van de
brandpuntsafstand genereren geluiden die opgenomen worden.
Om dit te vermijden moet u tijdens een lopende opname deze
beide functies niet uitvoeren.
• Op grond van de geluidsvoortplantingseigenschappen onder water
zijn geluidsopnamen in dergelijke situaties niet zinvol.
GELUIDSOPNAME
De geluidsopname gebeurt in stereo met de ingebouwde microfoons.
Ter vermindering van mogelijk windgeruis, veroorzaakt tijdens het
opnemen, is er een dempingsfunctie beschikbaar:
In het menu Wind noise cancellation kiezen en in het submenu de
gewenste instelling kiezen
145
X-U_NL.indd 145
29.09.2015 16:08:19
Opnamemodus
NL
ZELFONTSPANNER
Opmerkingen:
Met de zelfontspanner kunt u een opname met een vertraging van
eventueel 2 of 12s maken. Dit is bijv. bij groepsopnamen heel handig,
waarbij u zelf ook in beeld wilt verschijnen of wanneer u bewegingsonscherpte bij het afdrukken wilt vermijden. In zulke gevallen is het
raadzaam de camera op een statief te bevestigen.
• Een reeds aflopende voorlooptijd kan steeds opnieuw worden
gestart door nogmaals op de ontspanknop te drukken.
• Het afbreken van een reeds aflopende voorlooptijd is alleen
mogelijk door de camera uit te schakelen of een andere belichtingsmodus te kiezen.
• Bij geactiveerde zelfontspanner zijn steeds slechts enkele opnamen
mogelijk, d.w.z. serieopnamen en automatische belichtingsreeksen
kunnen niet met het gebruik van zelfontspanner worden gecombineerd.
• Tijdens zelfontspanning vindt de instelling van scherpte en
belichting niet plaats bij het drukpunt van de ontspanknop, maar
pas direct voor de opname.
Instellen:
1. Linker-/ -zijde van de kruisknoppen indrukken
• Het respectieve submenu verschijnt.
2. De gewenste voorlooptijd met boven-/onder-/linkerzijde van de
kruisknoppen of instelschakelaar instellen
3. Instelling met MENU/SET-knop, INFO -knop of ontspanknop
opslaan
Bediening:
Ontspanknop voor de opname volledig indrukken
• De afloop wordt door de knipperende zelfontspanner-LED
weergegeven:
–– 12s voorlooptijd: eerste langzaam, in de laatste 2s sneller
–– 2s voorlooptijd: zoals hierboven beschreven voor de laatste 2s
• In de monitor telt de resterende tijd af.
146
X-U_NL.indd 146
29.09.2015 16:08:20
GEHEUGENKAART FORMATTEREN
NL
Opnamemodus
Gewoonlijk is het niet nodig al gebruikte geheugenkaarten te
formatteren. Wanneer echter een niet-geformatteerde kaart voor het
eerst wordt geplaatst, moet deze worden geformatteerd. In dergelijke
gevallen verschijnt automatisch het Format -submenu.
Het is echter raadzaam regelmatig de geheugenkaart te formatteren
omdat bepaalde restbestanden (begeleidende informatie) geheugencapaciteit kunnen opeisen.
In het menu Format kiezen en in het submenu de gewenste instelling
kiezen
• Schakel de camera niet uit terwijl de geheugenkaart wordt
geformatteerd.
• Als de geheugenkaart in een ander apparaat, bijv. een computer is
geformatteerd, moet u deze in de camera opnieuw formatteren.
• Als de geheugenkaart niet kan worden geformatteerd, vraagt u uw
dealer of de Leica klantendienst (adres zie pag. 180) om advies.
• Het formatteren wordt niet verhinderd door de wisbescherming van
overeenkomstig gemarkeerde opnamen.
Opmerkingen:
• Bij het formatteren gaan de gegevens op de kaart onherroepelijk
verloren.
• Maak er daarom een gewoonte van al uw opnamen altijd zo snel
mogelijk op een veilig geheugenmedium, bijv. de harde schijf van
uw computer, op te slaan.
147
X-U_NL.indd 147
29.09.2015 16:08:20
NL
WERKKLEURRUIMTE KIEZEN
NIEUWE MAPNUMMERS AANMAKEN
Opnamemodus
Voor de verschillende doeleinden van digitale beeldbestanden zijn de
eisen die aan de kleurweergave worden gesteld zeer uiteenlopend.
Daarom zijn er verschillende kleurruimten zoals Standard-RGB (Rood/
Groen/Blauw) dat voor eenvoudige afdrukken ruimschoots volstaat.
Voor veeleisende beeldbewerking met programma's, bijv. voor
kleurcorrecties, heeft in deze branche Adobe© RGB bekendheid
gekregen.
In het menu Color Space kiezen en in het submenu de gewenste
instelling kiezen
De Leica X-U slaat de beeldnummers in oplopende volgorde op.
Eerste worden de bijbehorende bestanden allemaal in een map
opgeslagen. Om de opslag van de opnamen duidelijk te structureren,
kunt u te allen tijde een nieuwe map aanmaken, om de volgende
opnamen daarin in groepen samen te vatten.
In het menu Reset Image Numbering kiezen en in het submenu
resetprocedure bevestigen / annuleren
Opmerkingen:
• Wanneer u uw afdrukken door een groot fotolaboratorium, een
minilab of via internet fotoservice laat maken, dient u in elk geval
sRGB te kiezen.
• De instelling Adobe RGB is alleen raadzaam voor professionele
beeldbewerking in een werkomgeving met volledig geijkte kleuren.
Opmerkingen:
• De bestandsnamen (bijv. L1002345.jpg) bestaan uit twee groepen,
100 en 2345. De eerste drie cijfers zijn de nummers voor de
desbetreffende map, de cijfers op de 4de – 7de plaats komen
overeen met de doorlopende beeldnummers binnen de map.
Daarmee wordt gegarandeerd dat na het gebruik van de functie en
de overdracht van de gegevens op een computer er geen dubbele
bestandsnamen zijn.
• Wanneer u de mapnummers op 100 wilt terugzetten, formatteert u dan
de geheugenkaart of het interne geheugen en zet u onmiddellijk
daarna de beeldnummers terug. Daardoor wordt ook het beeldnummer (op 0001) teruggezet.
148
X-U_NL.indd 148
29.09.2015 16:08:20
GEBRUIKERSPROFIELEN
Profiel aanmaken
Gewenste functies in het menu instellen
In het menu User Profile kiezen
In het submenu Save as profile kiezen
In het submenu van het tweede niveau de gewenste geheugenplaats selecteren
5. Instelling met MENU/SET- of INFO -knop bevestigen
1.
2.
3.
4.
Profiel toepassen
In het menu User Profile kiezen en in het submenu de gewenste
geheugenplaats kiezen
Terugzetten van alle menu-instellingen op de fabrieksinstellingen
NL
Opnamemodus
Bij Leica X-U kunnen willekeurige combinaties van alle menu-instellingen permanent worden opgeslagen, bijv. om ze altijd bij terugkerende situaties/motieven snel en eenvoudig te kunnen oproepen. Voor
dergelijke combinaties zijn in totaal vier opslagplaatsen beschikbaar.
Natuurlijk kunt u alle menuopties ook weer op de fabrieksinstellingen
terugzetten.
BEELDSTABILISATIE
Met name bij slechte lichtomstandigheden is de vereiste sluitertijd
zelfs bij ingeschakelde AUTO ISO -functie mogelijk te lang om scherpe
opnamen mogelijk te maken. De Leica X-U komt met een functie die
zelfs bij zeer lange sluitertijden vaak nog scherpe opnamen doet
slagen:
In het menu Image Stabilization kiezen en in het submenu de
gewenste instelling kiezen
Opmerkingen:
• Met deze functie maakt de camera zelfstandig twee opnamen na
elkaar (het ontspannergeluid is tweemaal te horen). Daarna
combineert de functie beide opnamen met digitale beeldverwerking tot één opname.
• Houd de camera stil tot na de tweede ontspanning.
• Omdat de functie twee opnamen gebruikt, kan ze alleen bij
statische motieven worden gebruikt.
• De beeldstabilisatie is alleen mogelijk bij sluitertijden in het bereik
van 1s tot 1⁄2000s en gevoeligheden tot ISO 6400. Ze is niet
beschikbaar in combinatie met seriebeeldopnamen, de automatische belichtingsreeks, de zelfontspanner, de flitsmodus en het
DNG-dataformaat.
In het menu User Profile kiezen en in het submenu Default profile
kiezen
Opmerking:
Bij het terugzetten op de fabrieksinstellingen worden uw instellingen
voor tijd, datum en taal niet teruggezet.
149
X-U_NL.indd 149
29.09.2015 16:08:20
NL
WEERGAVEMODUS
NORMALE WEERGAVE
Weergavemodus
WEERGAVEMODI
Om de opnamen goed te kunnen bekijken, verschijnt er bij normale
weergave alleen informatie in de kopregel en als indicatie van de
vergrotingsfunctie.
Met de PLAY-knop kunt u te allen tijde van de opname- of menu-instelmodus naar weergave omschakelen.
U kunt echter ook elke foto automatisch direct na de opname laten
weergeven:
1. In het menu Auto Review kiezen
2. In het submenu Duration en hierin gewenste functie of duur
kiezen
3. In het submenu Histogram en hierin gewenste instelling kiezen
Opmerkingen:
• Wanneer met de seriebeeldfunctie of de automatische belichtingsreeks gefotografeerd is, wordt eerst de laatste foto getoond resp.
de laatste op de geheugenkaart opgeslagen foto van de serie – op
voorwaarde dat op dit tijdstip nog niet alle opnamen van de serie
door het interne buffergeheugen van de camera zijn overschreven.
• Deze camera slaat opnamen volgens de DCF-standaard op (Design
Rule for Camera File System).
• Bestanden die niet met de camera zijn opgenomen, kunnen
misschien niet met deze worden weergegeven.
• In sommige gevallen heeft het monitorbeeld niet de gebruikelijke
kwaliteit, of de monitor blijft zwart en geeft slechts de bestandsnaam aan.
• Als een van beide Histogram -functies met clipping-indicatie is in
gesteld, worden lichte beeldpartijen zonder tekening rood
gekenmerkt.
150
X-U_NL.indd 150
29.09.2015 16:08:21
VIDEOWEERGAVE
Als er video-opname is geselecteerd, verschijnt als indicatie
.
1. Met INFO -knop volgende scherm openen
• De betreffende besturingspictogrammen worden weergegeven.
Opmerking:
Vanuit dit scherm kan het menu voor beveiliging niet worden
opgeroepen. Wissel hiervoor met de knop INFO naar een ander
scherm.
NL
Weergavemodus
Afspelen:
2. De gewenste voorlooptijd met rechter-/linkerzijde van de
kruisknoppen of instelschakelaar instellen
• Het op dat moment actieve pictogram is wit en is rood
onderstreept
3. Geselecteerde functie met MENU/SET-knop activeren
• Het afspelen begint in slow motion en gaat dan steeds sneller,
naarmate u de knop langer ingedrukt houdt.
Behalve de normale weergave is er zowel bij individuele opnamen als
bij video-opnamen een andere variant met verschillende aanvullende
informatie beschikbaar:
INFO -knop indrukken
1 2 3 4 5 6
1
2
3
4
5
6
Terug naar het begin
Snelle terugloop
Afspelen/pauze
Snelle voorloop
Vooruit tot aan het einde
Volume
Op de illustratie ziet u een voorbeeld van deze weergavevariant voor een individuele
opname
151
X-U_NL.indd 151
29.09.2015 16:08:22
NL
OPNAMEN KIEZEN:
Weergavemodus
Met linker- of rechterzijde van de kruisknoppen
Links drukken voor opnamen met lagere nummers, rechts drukken
voor opnamen met hogere nummers. Lang indrukken voor doorlopen
met ca. 2s per opname.
Na de hoogste en laagste nummers beginnen de in een oneindige lus
geschakelde opnamen weer van voren af aan.
• De opname- en bestandsnummers wisselen.
OPNAMEN VERGROTEN / GELIJKTIJDIGE WEERGAVE VAN 16
OPNAMEN:
Instelschakelaar naar rechts drukken om een uitsnede van de
opname tot max. 16 keer te vergroten, bijv. voor een betere
beoordeling
Instelschakelaar naar links (-) drukken, vanuit de normale grootte,
voor de gelijktijdige weergave van 16 verkleinde opnamen, bijv. om
een overzicht te hebben of de gezochte opname sneller te vinden
Oproepen aanvullende indicaties bij vergrote weergave
INFO -knop indrukken
• Weergegeven wordt:
– de vergrotingsfactor
– de benaderende grootte van de uitsnede
– de huidige functie van de instelschakelaar
Bij weergave van de 16 opnamen wordt de voordien in normale
grootte weergegeven opname door een rood kader gekenmerkt.
152
X-U_NL.indd 152
29.09.2015 16:08:22
Markeren van andere opnamen bij de weergave van 16
opnamen
Gemarkeerde opname op normale grootte brengen
Instelschakelaar naar rechts (+) resp. MENU/SET-knop indrukken
Opmerkingen:
• Bij vergrote/verkleinde weergave kan de indicatie met extra
informatie niet worden opgeroepen.
• Hoe sterker wordt vergroot, hoe meer de weergavekwaliteit
afneemt – door de naar verhouding kleinere resolutie.
• Met andere cameratypen gemaakte opnamen kunnen eventueel niet
worden vergroot.
• Video-opnamen kunnen niet vergroot worden.
Bij een vergrote opname kunt u de vergrote uit–snede vanuit het
midden verschuiven om bijv. de weergaven van motiefdetails die niet
in het midden liggen te controleren:
desbetreffende zijden van de kruisknoppen indrukken
• De circa positie van de uitsnede binnen de opname wordt
aangegeven.
Weergavemodus
Met linker- of rechterzijde van de kruisknoppen
Langer indrukken voor snel bladeren.
NL
UITSNEDE KIEZEN
153
X-U_NL.indd 153
29.09.2015 16:08:23
Weergavemodus
NL
OPNAMEN WISSEN
Opnamen op de geheugenkaart kunnen te allen tijde worden gewist
- indien nodig afzonderlijke, meerdere, of gelijktijdig alle opnamen. Ze
kunnen echter ook tegen onbedoeld wissen worden beschermd.
Opmerking:
Bij beschermde opnamen moet de wisbescherming eerst worden
opgeheven voordat ze kunnen worden gewist.
Belangrijk:
Het wissen van de opnamen is definitief. Ze kunnen daarna niet meer
worden opgeroepen.
Oproepen van de wisfunctie
DELETE/FOCUS -knop indrukken
• Het menu "wissen" verschijnt.
De onderstaande stappen worden bepaald door de keuze of u een
afzonderlijke of alle opnamen tegelijk wilt wissen.
Afzonderlijke opnamen wissen
1. In het wissenmenu Single kiezen
2. MENU/SET-knop indrukken
• Na het wissen verschijnt de volgende opname.
Als de opname beschermd is, wordt ze verder weergegeven en
korte tijd verschijnt de melding This is protected.
Alle opnamen wissen
1. In het wissenmenu All kiezen
2. MENU/SET-knop indrukken
• Een submenu verschijnt.
3. Gewenste optie kiezen
4. Met MENU/SET-knop of INFO -bevestigen
• Na succesvol wissen verschijnt de melding No valid image to
play, of wordt opnieuw de oorspronkelijke opname weergegeven, als het wissen toch niet heeft plaatsgevonden.
Mocht de selectie echter opnamen met wisbescherming
bevatten, verschijnt korte tijde de melding Protected images
were not deletedt in de plaats. Vervolgens wordt de eerste
van deze beschermde opnamen weergeven.
Het wissenmenu vóór uitvoering verlaten
DELETE/FOCUS -knop opnieuw indrukken
154
X-U_NL.indd 154
29.09.2015 16:08:23
OPNAMEN BESCHERMEN / WISBESCHERMING OPHEFFEN:
In het menu Beschermen / Wisbescherming opheffen andere
opnamen kiezen
Linker- of rechterzijde van de kruisknoppen indrukken
NL
Weergavemodus
1. In het menu Protect kiezen
• De eerder getoonde opname verschijnt opnieuw met
ingeschakeld menu.
2. Gewenste optie kiezen
3. Met MENU/SET-knop of INFO -knop bevestigen
• Beschermde opnamen worden met gekenmerkt.
Al naargelang de opname beschermd is of niet, bevat het
menu de opties Unprotect resp. Protect .
Het menu Beschermen / Wisbescherming opheffen vóór
activering verlaten en naar de normale weergavemodus
terugkeren:
PLAY-knop drukken
Opmerkingen:
• Als u beschermde opnamen probeert te wissen, worden er
waarschuwingen weergegeven. Wanneer u deze opnamen toch wilt
wissen, heft u de bescherming op zoals hierboven beschreven.
• De wisbescherming functioneert alleen in deze camera.
• Zelf beschermde opnamen worden bij het formatteren van de
geheugenkaart gewist.
• U kunt onbedoeld wissen ook verhinderen, door de schakelaar voor
schrijfbeveiliging van de kaart in de met LOCK gemarkeerde stand
te schuiven.
155
X-U_NL.indd 155
29.09.2015 16:08:23
Weergavemodus
NL
OPNAMEN IN STAAND FORMAAT WEERGEVEN
Wanneer de camera bij de opname horizontaal werd gehouden, wordt
de opname normaalgezien ook zo afgebeeld. Bij opnamen in staand
formaat, d.w.z. opnamen gemaakt met verticaal gehouden camera,
kan het bekijken met horizontaal gehouden camera onpraktisch zijn,
als het monitorbeeld niet als rechtopstaande opnamen wordt
getoond.
De Leica X-U verhelpt dit probleem:
In het menu Auto Rotate Display kiezen en in het submenu de
gewenste instelling kiezen
• Wanneer On wordt gekozen, worden opnamen in staand formaat
automatisch rechtopstaand weergegeven.
Opmerkingen:
• Opnamen in het staand formaat, die loodrecht staand worden
afgebeeld, zijn noodzakelijkerwijze aanzienlijk kleiner.
• Deze functie is niet beschikbaar voor Auto Review.
156
X-U_NL.indd 156
29.09.2015 16:08:24
OVERIGE ZAKEN
De overdracht van de beeldgegevens van de geheugenkaart naar een
computer gebeurt met behulp van een kaartlezer. U kunt zowel een in
de computer geïntegreerd als een extern via de USB-kabel aangesloten leesapparaat gebruiken.
Opmerking:
De Leica X-U is uitgerust met een geïntegreerde sensor die de positie van
de camera – horizontaal of verticaal (beide richtingen) – bij elke opname
herkent. Op basis van deze informatie kunnen de opnamen bij een
aansluitende weergave middels de nodige programma's op een computer
steeds automatisch rechtopstaand worden getoond.
De Leica X-U laat het gebruik toe van WiFi-geheugenkaarten zoals
bijv. de FlashAir™-kaart van Toshiba. Deze kaarten kunnen als
WLAN-hotspot fungeren en maken zo via WiFi en een internetbrowser
de draadloze gegevensoverdacht mogelijke van de camera naar alle
WLAN-compatibele apparaten zoals notebooks, tablets, smartphones
en andere camera's, maar ook met sociale netwerken „Cloud“-geheugendiensten.
Overige zaken
GEGEVENSOVERDRACHT NAAR EEN COMPUTER
NL
DRAADLOZE GEGEVENSOVERDRACHT
In- / uitschakelen van de functie:
In het menu FlashAir kiezen en in het submenu de gewenste
instelling kiezen
Opmerkingen:
• Houd er rekening mee dat de WiFi-functie, omwille van het nodige
zendvermogen voor de overdracht van de gegevens, door de
camera-accu wordt gevoed. Schakel de functie in het menu steeds
uit, als ze niet wordt gebruikt.
• Overige details voor gebruik van de WiFi-kaart vindt u in de
respectieve handleiding.
Belangrijk:
Let in de handleiding van de WiFi-kaart op de stappen ter beveiliging
van uw gegevens tegen toegang door onbevoegden.
157
X-U_NL.indd 157
29.09.2015 16:08:24
Overige zaken
NL
MET ONBEWERKTE GEGEVENS DNG WERKEN
INSTALLEREN VAN FIRMWARE-UPDATES
Als u het DNG-formaat wilt bewerken, hebt u de juiste software nodig,
bijvoorbeeld de converter voor onbewerkte (RAW) gegevens Adobe®
Photoshop® Lightroom®. Met het programma kunt u de opgeslagen
onbewerkte gegevens in de hoogste kwaliteit converteren, en biedt
het kwalitatief geoptimaliseerde algoritmen voor de digitale kleurverwerking, die gelijktijdig bijzonder weinig ruis en een verbazingwekkende resolutie mogelijk maakt. Bij de bewerking hebt u de mogelijkheid
achteraf parameters zoals gradatie, scherpte enz. in te stellen en op
deze wijze een maximale beeldkwaliteit te realiseren.
Leica werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling en optimalisering van zijn producten. Omdat bij digitale camera’s zeer veel functies
uitsluitend zuiver elektronisch worden gestuurd, kunnen enkele van
deze verbeteringen en uitbreidingen van functies naderhand in de
camera worden geïnstalleerd.
Om deze reden biedt Leica op onregelmatige tijdstippen zogenaamde firmware-updates aan die u zelf makkelijk van onze
homepage op uw camera kunt downloaden.
Wanneer u uw camera hebt geregistreerd, informeert Leica u over alle
nieuwe updates.
Wanneer u vast wilt stellen, welke firmwareversie geïnstalleerd is:
In het menu Firmware-Version kiezen
• Het huidige versienummer wordt weergegeven.
158
X-U_NL.indd 158
29.09.2015 16:08:24
ACCESSOIRES
Leica systeemtas, maat S
Kleine systeemtas van hoogwaardig, waterdicht nylon (zwart). Biedt
plaats aan de camera en enkele kleine accessoires.
(bestelnr. 18 746)
Leica systeemtas, maat M
(bestelnr. 18 748)
Bestelnr.
Objectiefkap...........................................................423-117.001-024
Flitsschoenafdekking..............................................423-117.001-010
Draagriem...............................................................423-117.001-014
Li-ionaccu Leica BP-DC 81........................................................18 706
Accubeschermhoes................................................423-089.003-012
Leica BC-DC8 oplaadapparaat
(incl. wisselstekkers)...............................................423-089.003-008
Netstekker EU.........................................................423-089.003-014
Netstekker USA/Japan............................................423-089.003-016
Netstekker GB/Hongkong.......................................423-089.003-018
Netstekker China....................................................423-089.003-020
Netstekker Korea....................................................423-089.003-028
Netstekker Australië................................................423-089.003-030
NL
Accessoires
Belangrijk:
Er mogen uitsluitend de hier resp. door Leica Camera AG genoemde
en beschreven accessoires met de camera worden gebruikt.
RESERVEONDERDELEN
Leica zwemdraagriem
(bestelnr. 18 840)
1 Voor het garanderen van de energievoorziening bij langer gebruik is het raadzaam
om er altijd een tweede accu erbij te hebben.
159
X-U_NL.indd 159
29.09.2015 16:08:24
NL
VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD
Voorzorgsmaatregelen en onderhoud
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN
160
• Neem in elk geval alle desbetreffende opmerkingen en tips op de
pagina's 4-6 in acht, voordat u uw camera de eerste keer gebruikt voor
onderwateropnames!
• Gebruik uw camera niet in de onmiddellijke nabijheid van
apparatuur met sterke magneetvelden en elektrostatische of
elektromagnetische velden (zoals inductieovens, magnetrons,
monitoren van tv of computer, videogame-consoles, mobiele
telefoons, zendapparatuur).
• Wanneer u de camera op een televisie plaatst, of in de onmiddellijke nabijheid gebruikt, kan het magneetveld ervan de beeldregistratie verstoren.
• Hetzelfde geldt voor het gebruik in de buurt van mobiele telefoons.
• Sterke magneetvelden, bijv. van luidsprekers of grote elektromotoren
kunnen de opgeslagen gegevens beschadigen of de opnamen
verstoren. Als de camera door het effect van elektromagnetische
velden niet goed functioneert, deze uitschakelen, de accu
verwijderen en de camera weer inschakelen. Gebruik de camera
niet in de onmiddellijke nabijheid van radiozenders of hoogspanningsleidingen. Hun elektromagnetische velden kunnen de
beeldregistraties eveneens verstoren.
• Bescherm de camera tegen contact met insectenspray en anderen
agressieve chemicaliën. Terpentine (wasbenzine), verdunner en
alcohol mogen ook niet voor reiniging worden gebruikt. Bepaalde
chemicaliën en vloeistoffen kunnen de behuizing van de camera, resp.
het oppervlak beschadigen.
• Omdat rubber en kunststof soms agressieve chemicaliën
afscheiden, mogen ze niet langere tijd met de camera in contact
blijven.
X-U_NL.indd 160
Belangrijk:
Er mogen uitsluitend de in deze handleiding genoemde en beschreven
resp. de door Leica Camera AG genoemde en beschreven accessoires met de camera worden gebruikt.
Monitor
• Als de camera bij het inschakelen zeer koud is, is het monitorbeeld
eerst iets donkerder dan normaal. Zodra de monitor warmer wordt,
bereikt het weer zijn normale helderheid.
De productie van de monitor vindt plaats in een zeer nauwkeurig
proces. Zo wordt gegarandeerd dat van de in totaal meer dan
920.000 pixels meer dan 99,995% correct werkt en slechts 0,005%
hetzij donker blijft hetzij altijd helder is. Dit is echter geen storing en
beïnvloedt de beeldweergave niet nadelig.
29.09.2015 16:08:24
Sensor
Condensatievocht
Als er zich condens op of in de camera heeft gevormd, moet u hem
uitschakelen en ongeveer één uur bij kamertemperatuur laten liggen.
Als kamer- en cameratemperatuur gelijk zijn, verdwijnt de condens
vanzelf.
• Wanneer de camera aan grote temperatuurschommelingen wordt
blootgesteld, kan zich condens op de monitor vormen. Wis deze
voorzichtig met een zachte, droge doek af
Voorzorgsmaatregelen en onderhoud
• Hoogtestraling (bijvoorbeeld bij vluchten) kan pixeldefecten
veroorzaken.
NL
161
X-U_NL.indd 161
29.09.2015 16:08:24
Voorzorgsmaatregelen en onderhoud
NL
ONDERHOUDSINSTRUCTIES
Voor het objectief
• Omdat elke vervuiling tevens een voedingsbodem voor micro-organismen vormt, moet de uitrusting zorgvuldig worden schoongehouden.
• Op de buitenlenzen van het objectief is het verwijderen van stof
met de zachte haarkwast normaal gesproken voldoende. Bij
sterkere vervuiling kunnen de lenzen met een zeer schone,
gegarandeerd smetvrije, zachte doek in cirkelvormige bewegingen
van binnen naar buiten voorzichtig worden gereinigd. Wij adviseren
microvezeldoekjes (verkrijgbaar in de foto- en optiekzaak) die in
een beschermende verpakking worden bewaard en bij temperaturen tot 40°C wasbaar zijn (geen wasverzachter, nooit strijken!).
Reinigingsdoekjes voor brillen die met chemische middelen zijn
geïmpregneerd, mogen niet worden gebruikt omdat ze het
objectiefglas kunnen beschadigen.
• De objectiefkap die bij de levering is inbegrepen beschermt het
objectief eveneens tegen onbedoelde vingerafdrukken en regen.
Voor de camera
• Reinig de camera uitsluitend met een zachte, droge doek.
Hardnekkig vuil moet eerst met een sterk verdund afwasmiddel
worden bevochtigd – en vervolgens met een droge doek worden
afgeveegd.
• Om vlekken en vingerafdrukken op de lens te verwijderen wordt de
camera met een schone, pluisvrije doek afgeveegd. Grovere
verontreinigingen in moeilijk toegankelijke hoeken van de
camerabody kunnen met een kleine kwast worden verwijderd.
• Alle mechanisch bewegende lagers en glijvlakken van uw camera
zijn gesmeerd. Denk eraan als u de camera langere tijd niet
gebruikt: de camera ongeveer elke drie maanden meerdere keren
ontspannen om verharsen van de smeerpunten te voorkomen. Het
is ook aanbevolen dat u herhaaldelijk alle andere bedieningselementen versteld en gebruikt.
162
X-U_NL.indd 162
29.09.2015 16:08:24
NL
Voor het oplaadapparaat
Oplaadbare lithium-ionen accu's genereren stroom door interne
chemische reacties. Deze reacties worden ook door de buitentemperatuur en luchtvochtigheid beïnvloed. Zeer hoge en lage temperaturen
verkorten de verblijftijd en levensduur van de accu's.
• Verwijder de accu altijd als u de camera langere tijd niet gebruikt.
Anders kan de accu na meerdere weken diep ontladen worden,
d.w.z. zijn spanning sterk dalen.
• Lithium-ionen accu's moeten in gedeeltelijk opgeladen toestand
worden bewaard, d.w.z. niet volledig ontladen, maar ook niet
volledig opgeladen (zie de indicatie op de monitor). Bij zeer
langdurige opslag moet de accu ongeveer tweemaal per jaar
gedurende ca. 15 minuten worden opgeladen om diepe ontlading
te vermijden.
• Houd de contacten van de batterijen steeds schoon en vrij
toegankelijk. Lithium-ion batterijen zijn weliswaar tegen kortsluiting
beveiligd, maar toch mag u de contacten niet in aanraking laten
komen met metalen voorwerpen zoals paperclips of sieraden. Een
kortgesloten batterij kan zeer heet worden en ernstige brandwonden veroorzaken.
• De batterij moet een temperatuur tussen 0°C en 35°C hebben om
te kunnen worden opgeladen (anders schakelt het oplaadapparaat
niet in, resp. weer uit).
• Als een batterij op de grond valt, dient u onmiddellijk de behuizing
en contacten op eventuele schade te controleren. Het plaatsen van
een beschadigde batterij kan ook de camera beschadigen.
• Accu's hebben slechts een beperkte levensduur.
• Geef de schadelijke accu's af aan een verzamelpunt voor correcte
recycling.
• Werp batterijen nooit in vuur, omdat ze anders kunnen exploderen.
• Wanneer het oplaadapparaat in de buurt van radio-ontvangers
wordt gebruikt, kan de ontvangst worden verstoord, zorg voor een
afstand van minimaal 1 m tussen de apparaten.
• Wanneer het oplaadapparaat wordt gebruikt, kan dit geluid
(“zoemen“) veroorzaken – dit is normaal en geen storing.
• Trek de netstekker van het oplaadapparaat eruit als dit niet wordt
gebruikt, omdat het ook zonder accu (zeer weinig) stroom
verbruikt.
• Houd de contacten van het oplaadapparaat steeds schoon en
maak nooit kortsluiting.
Voorzorgsmaatregelen en onderhoud
Voor de batterij
163
X-U_NL.indd 163
29.09.2015 16:08:24
Voorzorgsmaatregelen en onderhoud
NL
Voor geheugenkaarten
Opbergen
• Zolang een opname wordt opgeslagen of de geheugenkaart wordt
uitgelezen, mag deze niet worden verwijderd, ook mag de camera
niet worden uitgeschakeld en niet aan trillingen worden blootgesteld.
• Geheugenkaarten moeten als bescherming in principe uitsluitend in
het meegeleverde antistatische foedraal worden bewaard.
• Bewaar geheugenkaarten niet op plaatsen waar ze aan hoge
temperaturen, direct zonlicht, magneetvelden of statische
ontlading worden blootgesteld.
• Laat de geheugenkaarten niet vallen en buig deze niet, omdat deze
anders beschadigd kunnen worden en de opgeslagen gegevens
verloren kunnen gaan.
• Verwijder de geheugenkaart in principe als u de camera langere
tijd niet gebruikt.
• Raak de aansluitingen aan de achterzijde van de geheugenkaart
niet aan en houd ze vrij van vuil, stof en vocht.
• Het is raadzaam de geheugenkaart af en toe te formatteren, omdat
voor de fragmentering bij het wissen enige geheugencapaciteit
nodig kan zijn.
• Wanneer u de camera langere tijd niet gebruikt, is het volgende
raadzaam:
a. Camera uitschakelen,
b. geheugenkaart verwijderen en
c. accu verwijderen (uiterlijk na drie dagen gaan tijd en datum
verloren).
• Een objectief werkt als een brandglas als het volle zonlicht frontaal
op de camera staat. De camera moet daarom in geen geval zonder
bescherming tegen de felle zon worden weggelegd. Het plaatsen
van een objectiefkap en het opbergen van de camera in de
schaduw (of gelijk in de tas) kan ertoe bijdragen interne schade
aan de camera te voorkomen.
• Bewaar de camera bij voorkeur in een gesloten en gestoffeerd
foedraal, zodat er niets tegenaan kan schuren.
• Bewaar de camera op een droge, voldoende geventileerde plaats, die
bescherming biedt tegen hoge temperatuur en vochtigheid.
• Fototassen die bij gebruik nat zijn geworden, moeten worden
leeggemaakt om beschadiging van uw uitrusting door eventueel
vrijkomende restanten leerlooimiddel uit te sluiten.
164
X-U_NL.indd 164
29.09.2015 16:08:24
NL
Voorzorgsmaatregelen en onderhoud
• Ter bescherming tegen schimmelvorming bij gebruik in een vochtig
en warm tropisch klimaat moet de camera-uitrusting zo veel
mogelijk aan de zon en lucht worden blootgesteld. Het bewaren in
afgesloten koffers of tassen is slechts aan te bevelen als bovendien
een droogmiddel, bijv. silicagel, wordt gebruikt.
• Bewaar de camera ter vermijding van schimmelvorming niet voor
lange tijd in de leren tas.
• Noteer het fabricagenummer van uw Leica X-U, omdat dat in geval
van verlies buitengewoon belangrijk is.
165
X-U_NL.indd 165
29.09.2015 16:08:24
TREFWOORDENREGISTER
NL
TREFWOORDENREGISTER
Accessoires................................................................................. 159
Afstandsinstelling......................................................................... 128
AF-hulplicht............................................................................. 128
Autofocus................................................................................ 128
Handmatige instelling............................................................... 131
Meetveld.................................................................................. 129
Scherpte instellingshulpjes....................................................... 131
Batterij, plaatsen en verwijderen.................................................. 110
Beeldfrequentie, zie hoofdschakelaar
Beeldnummering.......................................................................... 148
Bekijken van de opnamen, zie weergavemodus
Belichtingsregeling....................................................................... 132
Belichtingscorrecties ............................................................... 138
Belichtingsreeks, automatische................................................ 139
Diafragma-automaat................................................................. 136
Handmatige instelling............................................................... 137
Meetveld.................................................................................. 132
Programma-automaat............................................................... 135
Tijdautomaat............................................................................ 136
Bestandsformaat.......................................................................... 122
Bewaren...................................................................................... 164
Comprimeerverhouding................................................................ 122
Contrast...................................................................................... 126
Datum en tijd............................................................................... 120
DNG....................................................................................122/158
Draagriem.................................................................................... 106
Filmstijlen.................................................................................... 127
Firmware-updates........................................................................ 158
Flitsmodus................................................................................... 140
Formatteren van de geheugenkaart.............................................. 147
Gegevensoverdracht naar een computer ...................................... 157
Geheugenkaart, plaatsen en verwijderen...................................... 110
Geluiden (knopbevestigingstonen, terugmeldingstonen)................ 120
Geluidsopname............................................................................ 145
Geluidsvolume.....................................................................120/151
Histogram.................................................................................... 133
Hoofdschakelaar.......................................................................... 114
ISO-gevoeligheid..................................................................125/144
Klantenservice / Leica Customer Care......................................... 180
Klantenservice, Leica Product Support......................................... 180
Kleurruimte..........................................................................144/158
Kleurverzadiging.......................................................................... 126
166
X-U_NL.indd 166
29.09.2015 16:08:24
Technische gegevens................................................................... 178
Terugzetten van alle individuele menu-instellingen......................... 149
Uitschakeling, automatische......................................................... 120
Uitsnede, kiezen van, zie weergavemodus
Vergroten van de opnamen bij de weergave.................................. 152
Video-opnamen............................................................................ 144
Voorzorgsmaatregelen................................................................. 160
Waarschuwingen............................................................................ 98
Weergavemodus........................................................................... 150
Weergeven................................................................................... 168
Weergeven................................................................................... 168
Wissen van opnames.................................................................... 154
Witbalans.............................................................................123/144
Zelfontspanner............................................................................. 146
NL
TREFWOORDENREGISTER
Menubesturing............................................................................. 116
Menuopties.................................................................................. 176
Menutaal..................................................................................... 120
Monitor........................................................................................ 121
Omvang van de levering................................................................. 92
ON/OFF, zie hoofdschakelaar
Onbewerkte gegevens..........................................................122/158
Onderdelen, benaming van de...................................................... 102
Onderhoud................................................................................... 162
Onderwatermodus......................................................................... 94
Ontspanknop, zie ook technische gegevens.................................. 115
Opnamefrequentie, zie hoofdschakelaar
Opnamen beschermen / wisbescherming opheffen...................... 155
Profielen...................................................................................... 149
Reparaties / Leica Customer Care............................................... 180
Reserveonderdelen...................................................................... 159
Resolutie..............................................................................122/144
Scherpte...................................................................................... 126
Serieopnamen, zie hoofdschakelaar
Software...................................................................................... 158
Stabilisatie...........................................................................149/144
167
X-U_NL.indd 167
29.09.2015 16:08:24
Appendix
NL
APPENDIX
1
Belichtingsmodus
: Onderwatermodus
P : Programma-automaat
A : Tijdautomaat
T: Diafragma-automaat
M : handmatige instelling van sluitertijd en diafragma
2
Sluitertijd
(verschijnt bij handmatige instelling direct, d.w.z. bij diafragmaautomaat en handmatig; bij automatische instelling, d.w.z. bij
programma- en tijdautomaat, alleen na aantippen van de
ontspanner; na drukpunt van de ontspanner rood bij over- of
onderschrijding van het instelbereik met programma-, tijd- en
diafragma-automaat, anders wit)
3
Indicatie gewijzigde tijd-diafragmacombinatie
(verschijnt alleen bij programma-automaat en succesvolle
verschuiving)
4
Indicatie mogelijkheid van programma-shift (wijziging van de
tijd-diafragmacombinatie) / op de instelling van lange sluitertijden met de instelschakelaar
(verschijnt alleen bij programma-automaat / alleen bij instelling
van het sluitertijdinstelwiel op de stand 1+)
5
Belichtingsmeetmethode
: Centraal georiënteerde meting
: Meerveldmeting
: Spotmeting
INDICATIES
Bij opname
3
1
2
4
5
6
7
8
10
9
11
12
168
X-U_NL.indd 168
29.09.2015 16:08:26
Diafragmawaarde
(verschijnt bij handmatige instelling direct, d.w.z. bij tijdautomaat
en handmatig; bij automatische instelling, d.w.z. bij programmaen diafragma-automaat, alleen na aantippen van de ontspanner;
na drukpunt van de ontspanner rood bij over- of onderschrijding
van het instelbereik met programma-, tijd- en diafragma-automaat, anders wit)
7
Belichtingscorrectie ingesteld, inclusief correctiewaarde
(niet bij handmatige instelling van sluitertijd en diafragma)
8
Laadtoestand accu
: voldoende capaciteit
: afnemende capaciteit
: onvoldoende capaciteit
: Vervanging of opnieuw opladen vereist
9
Normaal autofocus-meetveld
(alternatief voor 10)
10
Spot-autofocus-meetveld
(alternatief voor 9 )
11
Vergroot middenuitsnede van het beeld
(alternatief voor 9 /10, verschijnt alleen bij handmatige
afstandsinstelling)
12
Lichtschaal
(verschijnt alleen bij handmatige instelling van sluitertijd en
diafragma)
NL
Appendix
6
169
X-U_NL.indd 169
29.09.2015 16:08:26
NL
17
16
17
Appendix
13 14 15
Automatic
Incandescent
Daylight
Flash
Cloudy
Shade
Greycard 1
Greycard 2
Color temperature
SET
Greycard 1
SET
Greycard 2
Set Color temperature
18
23
22
21
Aanvullend op
1 -12,
20
Lopende video-opname
14
Automatische afstandsinstelling
15
Automatische belichtingsreeks geactiveerd
16
ISO-gevoeligheid
(alleen bij handmatige belichtingsinstelling)
AUTO ISO
100
200
400
800
1600
3200
6400
12500
19
door indrukken van de INFO -knop:
13
Witbalans
(Verschijnt niet bij gebruik van de onderwatermodi)
18
Histogram
(RGB, verschijnt alleen bij activering, in het geel bij ingeschakeld
flitsapparaat en/of met langere sluitertijden als 1/2s, anders in
het wit)
19
Flits-belichtingscorrectie ingesteld, inclusief correctiewaarde
170
X-U_NL.indd 170
29.09.2015 16:08:27
20
21
Zelfontspanner geactiveerd / aflopend
: 2 seconden voorlooptijd
: 12 seconden voorlooptijd
22
eeldtelwerk (resterend aantal beelden) / verstreken video-opB
nametijd (bij ontbrekende geheugencapaciteit knippert als
waarschuwing de 0)
23
Indicatie ingestoken geheugenkaart
NL
Appendix
Flitsmodus
(rood knipperend bij ontbrekende flitsparaatstatus, anders wit,
verschijnt niet bij ingestelde belichtingsreeks)
: Automatische inschakeling van de flits
: Automatische inschakeling van de flits met voorflits
:
Handmatige inschakeling van de flits
: Handmatige inschakeling van de flits met voorflits
: Automatische inschakeling van de flits met langere
sluitertijden
: Automatische inschakeling van de flits met voorflits en
langere sluitertijden
24
Aanvullend op
24
1 -12,
door opnieuw indrukken van de INFO -knop:
Lijnrooster
171
X-U_NL.indd 171
29.09.2015 16:08:28
NL
Bij weergave
25
Belichtingsmodus
(zie 1 )
26
Sluitertijd
(zie 2 , niet bij video-opnamen)
Appendix
(met/zonder clipping-indicaties)
25 26
27 28
29
30
31
27
(zie
5
Belichtingsmeetmethode
, niet bij video-opnamen)
32
33
34
28
Diafragmawaarde
(zie 6 , niet bij video-opnamen)
29
Belichtingscorrectie
(zie 7 , niet bij video-opnamen)
30
Laadtoestand accu
(zie 8 )
31
Indicatie mogelijkheid om een uitsnede te vergroten
(niet bij video-opnamen)
32
Pictogram voor video-opname
33
Pictogram voor wissen beveiligde opname
Bij verkleinde weergave van 16 opnamen:
34
Geselecteerde opname
172
X-U_NL.indd 172
29.09.2015 16:08:28
Aanvullend op 25-33 bij video-opnamen, door indrukken van de
INFO -knop:
Videopictogrammen
36
Verstreken afspeeltijd / voortgangsbalk
37
Indicatie gebruik van de instelschakelaar voor de uitsnedevergroting / -verkleining, inclusief vergrotingsfactor
38
Weergave van uitsnedegrootte en -positie
NL
Appendix
35
Aanvullend op 25-33, alleen bij uitsnedevergroting, door indrukken op
van de INFO -knop:
37
35
36
38
173
X-U_NL.indd 173
29.09.2015 16:08:29
Aanvullend op 25-31, alleen vanuit 100%-beeld, door indrukken van de
INFO -knop:
Appendix
NL
44
39
42 43
46
47
48
49
50
45
40
41
51
52
39
Map-/opnamenummer
40
Automatische belichtingsreeks
41
Datum en tijd van de getoonde opname
42
Geheugenkaart
43
Beeldtelwerk (opnamenummer/totaal aantal)
44
Scherpstelmodus
(zie 15)
45
Bestandsformaat / comprimeerverhouding
46
JPEG-resolutie / video-opnameformaat
47
Bestandsgrootte
48
Witbalans (zie 17)
49
ISO-gevoeligheid (gebruikte waarde, zie 16)
50
Video-opname
54 53
174
X-U_NL.indd 174
29.09.2015 16:08:29
Beveiligde opname
52
Histogram (niet bij video-opnamen)
53
Flits-belichtingscorrectie, inclusief correctiewaarde
54
Flitsmodus (zie 21, verschijnt zonder flits-belichtingscorrectie op
zijn plaats)
a. Geen indicatie: Opname zonder flits
b.
/ / /
: Opname zonder voorflits
c.
/
/
: Opname met voorflits
NL
Appendix
51
175
X-U_NL.indd 175
29.09.2015 16:08:29
NL
TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS
Cameratype Leica X-U (Typ 113)
Sensor CMOS-sensor, grootte APS-C (23,6 x 15,7mm) met
16,5/16,2 mln. pixels (totaal/effectief), formaat-paginaverhouding
3:2
Resolutie Kiesbaar voor JPEG-formaat: 16M - 4928 x 3264 pixels,
12.2M - 4272 x 2856 pixels, 7M - 3264 x 2160 pixels, 3M - 2144 x
1424 pixels, 1.8M - 1632 x 1080 pixels, DNG : 4944 x 3278 pixels
Video-opnameformaat MP4
Videoresolutie/snelheid beeldsequentie te kiezen 1920 x
1080p, 30B/s of 1280 x 720p, 30B/s
Objectief Leica Summilux 1:1,7/23mm ASPH. (stemt overeen met
35mm bij kleinbeeldformaat), 10 lenzen in 8 groepen, 4 asferisch
lensoppervlakken, UW-veiligheidsglas
Diafragma-instelling Van f/1,7 tot f/16 in 1⁄3EV-stappen
Beeldgegevens-betandsformaten / comprimeerverhoudingen
Kiesbaar: JPG SuperFine , JPG Fine , DNG + JPG Superf. , DNG + JPG
Autofocussysteem Contrastgebaseerd autofocussysteem
Afstandsinstelbereik Van 20cm tot oneindig, automatische
(autofocus) of handmatige afstandsinstelling, naar keuze loepfunctie
als afstandsinstelhulp
Autofocus-meetmethoden 1-veld, 11-veld, spot, gezichtsherkenning
Belichtingsmodi Programma-automaat, tijdautomaat, diafragmaautomaat en handmatige instelling
Belichtungsmessung Meerveld, centraal georiënteerd, spot
Belichtingscorrectie ±3EV in ⁄ EV-stappen
Automatische belichtingsreeksen Drie opnamen in indelingen
tot 3EV, instelbaar in 1⁄3EV-stappen
Sluitertijdbereik 30s tot 1⁄2000s
Serieopnamen 3B/s of 5B/s, max. zeven opnamen bij gelijkblijvende opnamefrequentie met DNG + JPG Fine
1
3
Fine
Opslagmedia SD-/SDHC-/SDXC-geheugenkaarten, multimediakaarten
ISO-bereik Automatisch, ISO 100, ISO 200, ISO 400,
ISO 800, ISO 1600, ISO 3200, ISO 6400, ISO 12500
Witbalans automatisch, voorinstellingen voor daglicht, bewolkt,
halogeenverlichting, schaduwen, flits, twee handmatige instellingen,
handmatige kleurtemperatuur-instelling
UW-modus Met afzonderlijke toets op te roepen, past witbalans en
vertekeningscorrectie aan de omstandigheden onder water aan
178
X-U_NL.indd 178
29.09.2015 16:08:29
Voedingsspanning Li-ionaccu, nominale spanning 3,7V, capaciteit
1600mAh (volgens CIPA-norm): ca. 450 opnamen, laadtijd (na
volledige ontlading): ca. 200 min., modelnr. BP-DC8, fabrikant: PT
SANYO Energy Batam, geproduceerd in Indonesië
Oplaadapparaat Ingang: Wisselspanning 100 - 240V, 50/60Hz,
0,2A, automatische omschakeling. Uitgang: Gelijkspanning 4,2V,
0,65A, modelnummer BC-DC8, bedrijfsomstandigheden: 0 tot 35°C
Fabrikant: Phihong (Dongguan) Electronics Co.,Ltd, geproduceerd in
China
Behuizing kunststofkern, bovenste en onderste afdekkappen van
aluminium, flexibele TPE-wapening
Statiefschroefdraad A 1⁄4 DIN 4503 (1⁄4“)
Afmetingen (BxHxD) Ca. 140 x 79 x 88mm
Gewicht Ca. 600/635g (zonder/met accu)
NL
TECHNISCHE GEGEVENS
Flitsmodi Automatisch, Automatisch/Rode-ogenreductie, Steeds
aan, Steeds aan / Rode-ogenreductie, Langetermijnsynchronisatie,
Langetermijnsynchronisatie / Rode-ogenreductie, Uit
Flits-belichtingscorrectie ±3EV in 1⁄3EV-stappen
Werkbereik van het ingebouwde flitsapparaat (voor ISO
100/21°) ca. 0,3 - 2,0m, index 5
Flitsvolgtijd van het ingebouwde flitsapparaat Ca. 5s met
volledig geladen accu
Monitor 3“-TFT-LCD-monitor met ca. 920.000 pixels
Zelfontspanner Voorlooptijd naar keuze 2 of 12s
Bedrijfsomstandigheden Omgevingstemperatuur: –10°C tot
+40°C / 0°C tot 40°C (op land / onder water), luchtvochtigheid:
maximaal 85% (niet condenserend)
Water-/stofdichtheid In overeenstemming met JIS/IEC
beschermingsgraad 68 (IP68) (Volgens Leica Camera AG testomstandigheden1), laat opnamen toe onder water tot een diepte van 15m
voor een duur van maximaal 60 minuten
Schokvastheid In overeenstemming met MIL-STD 810G, methode
516.52 (Volgens Leica Camera AG testomstandigheden1)
eze testomstandigheden zijn geen allesomvattende garantie voor resistentie
D
tegen schade of vernieling; zo zijn louter externe gevolgen van de schoktest zoals
afgebarsten verf of vervormingen, of ook de waterdichtheid na de schoktest geen
onderdeel van de waterdichtheidstesten. Deze testen betreffen geen andere
vloeistoffen behalve zoet of zout water, evenals geen stromings- of straaldruk.
2 Bij deze test valt de camera van een hoogte van 1,22m op een 5cm dikke houten
plaat.
1
Wijziging in constructie en uitvoering voorbehouden.
X-U_NL.indd 179
179
29.09.2015 16:08:29
NL
LEICA PRODUCT SUPPORT
LEICA CUSTOMER CARE
Technische vragen over toepassingen met Leica-producten, ook over
de meegeleverde software, worden schriftelijk, telefonisch of per
e-mail beantwoord door de afdeling Product Support van Leica
Camera AG. Ook voor koopadvies en het bestellen van handleidingen
is dit uw contactadres.
U kunt uw vragen eveneens via het contactformulier op de website
van Leica Camera AG aan ons richten.
Voor het onderhoud van uw Leica-uitrusting en in geval van schade
kunt u gebruik maken van de Customer Care van Leica Camera AG of
de reparatieservice van een Leica-vertegenwoordiging in uw land
(voor adressenlijst zie garantiebewijs).
Leica Camera AG
Product Support / Software Support
Am Leitz-Park 5
D-35578 Wetzlar
Telefoon: +49(0)6441-2080-111 /-108
Fax: +49(0)6441-2080-490
[email protected] /
[email protected]
Leica Camera AG
Customer Care
Am Leitz-Park 5
D-35578 Wetzlar
Telefoon: +49(0)6441-2080-189
Fax: +49(0)6441-2080-339
[email protected]
180
X-U_NL.indd 180
29.09.2015 16:08:29