kan omvallen of ergens vanaf kan vallen. Water kan meubels en vloerbe-
dekkingen beschadigen.
• Rol de netkabel helemaal af. Een niet volledig afgerolde kabel kan tot
oververhitting leiden en brand veroorzaken.
• Gebruik geen verlengsnoer, stekkerdoos of traploze snelheidsregelaar.
Dit kan tot oververhitting, brandgevaar of een elektrische schok leiden.
• Sluit de luchtontvochtiger alleen aan op een eenfasige contactdoos met
randaarde met de op het typeplaatje aangegeven netspanning.
• Schakel de luchtontvochtiger altijd via de bedrijfstoets uit en trek altijd
de netstekker uit de contactdoos als de luchtontvochtiger niet wordt ge-
bruikt of als deze wordt verplaatst, aangeraakt of gereinigd. Trek niet aan
de netkabel als u het toestel loskoppelt van het lichtnet. Trek de netstek-
ker niet uit de contactdoos als de luchtontvochtiger in bedrijf is, maar
schakel de ontvochtiger altijd eerst via de bedrijfstoets uit.
• De luchtontvochtiger werkt optimaal bij een kamertemperatuur van 13 °C
tot 35 °C. De aangegeven ontvochtigingsprestatie is alleen bij hogere
temperaturen (vanaf 22 °C) en een hoge luchtvochtigheid (vanaf 70 %)
mogelijk. De laagste aanbevolen bedrijfstemperatuur bedraag 10 °C. Bij
lagere temperaturen wordt de DEFROST (ontdooi-) functie te vaak inge-
schakeld. De hoogste bedrijfstemperatuur bedraagt 35 °C, de hoogste
relatieve vochtigheidsgraadis 90 %.
• Gebruik de luchtontvochtiger niet in de buurt van licht ontvlambare gas-
sen of stoffen, in de buurt van open vuur of op plaatsen waar olie- of
waterspetters kunnen voorkomen. Spuit geen insectenverdelgingsmid-
delen of soortgelijke middelen op de luchtontvochtiger. Zorg ervoor dat
de luchtontvochtiger niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht. Gebruik
de luchtontvochtiger niet in een kas of in de buurt van een bad, douche
of zwembad. Plaats geen hete of zware voorwerpen op de luchtontvoch-
tiger.
• De luchtinlaat- en uitlaatopeningen moeten tijdens de ontvochtiging al-
tijd open zijn. Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in de luchtinlaat- en
-uitlaatopeningen kunnen komen. Dit kan tot oververhitting, brand-
gevaar of een elektrische schok leiden. De luchtontvochtiger mag niet
achter gordijnen of andere voorwerpen of obstakels worden geplaatst
die de luchtcirculatie negatief kunnen beïnvloeden. U dient een veilig-
heidsafstand van minimaal 50 cm ten opzichte van andere voorwerpen
aan te houden. Bovendien moet een veiligheidsafstand van minimaal
60 cm ten opzichte van natte ruimtes zoals douchecabines, wastafels,
spoelbakken, badkuipen enz. worden aangehouden. Een afstand van
120 cm is vereist ten opzichte van vaste waterbronnen.
• Wanneer u het apparaat gebruikt om kleding te drogen, dient u de kleren
minstens 50 cm uit de buurt van het product te houden en ervoor te zor-
gen dat er geen water op het apparaat druppelt.
• Verwijder de watertank (15) niet als de luchtontvochtiger in bedrijf is.
Water kan meubels en vloeren beschadigen of een elektrische schok
veroorzaken.
• Wacht 3 – 5 minuten nadat u de luchtontvochtiger hebt uitgeschakeld,
voordat u hem weer in gebruik neemt.
• Dompel de luchtontvochtiger niet onder in water of andere vloeistoffen
en giet geen water of andere vloeistoffen over het apparaat of in de
luchtinlaat- en uitlaatopeningen.