Duracraft DD-TEC10E Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Duracraft DD-TEC10E Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
DD-TEC10E
DEHUMIDIFIER
Instruction Manual
LUFTENTFEUCHTER
Gebrauchsanweisung
DÉSHUMIDIFICATEUR D’AIR
Mode d’emploi
DEUMIDIFICATORE
Istruzioni per l’uso
DESHUMIDIFICADOR DE AIRE
Instrucciones de manejo
DESUMIDIFICADOR
Manual do Operador
LUCHTONTVOCHTIGER
Gebruiksaanwijzing
LUFTAVFUKTARE
Bruksanvisning
LUFTAVFUKTER
Bruksanvisning
LUFTAFFUGTER
Betjeningsvejledning
ILMANKUIVAAJA
Käyttöohje
ODWILŻACZ POWIETRZA
Instrukcja obsługi
LEVEGŐ-PÁRÁTLANÍTÓ
Használati utasítás
VYSOUŠEČ VZDUCHU
Návod k použití
ODVLAŽIVAČ ZRAKA
Upute za uporabu
SUŠILNIK ZRAKA
Navodilo za uporabo
ÕHUKUIVATI
Kasutusjuhend
ORO DRĖKINTUVAS
Naudojimo instrukcija
GAISA MITRUMA REGULĒTĀJS
Lietošanas instrukcija
NEM ALMA C‹HAZI
Kullanma Kılavuzu
ОСУШИТЕЛЬ ВОЗДУХА
Инструкция по эксплуатации
δηγίες ρήσης
SA
GR
RU
TR
LV
LT
EE
SI
HR
CZ
HU
PL
FI
DK
NO
SE
NL
PT
ES
IT
FR
DE
GB
29
NEDERLANDS
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Lees voor ingebruikname van de luchtontvochtiger alle
instructies door. Bewaar de gebruikshandleiding voor late-
re referentie.
1. Gebruik de luchtontvochtiger niet zonder toezicht in de
buurt van kinderen.
2. Gebruik de luchtontvochtiger niet buiten.
3. Plaats de luchtontvochtiger op een effen, stabiel,
waterongevoelig oppervlak. Zorg ervoor dat de luchtont-
vochtiger stevig staat, zodat hij niet kan omvallen of ergens
vanaf kan vallen. Water kan meubels en vloerbedekkingen
beschadigen.
4. Rol de netkabel helemaal af. Een niet volledig afgerolde
kabel kan tot oververhitting leiden en brand veroorzaken.
5. Gebruik geen verlengsnoer, stekkerdoos of traploze
snelheidsregelaar. Dit kan tot oververhitting, brandgevaar
of een elektrische schok leiden.
6. Sluit de luchtontvochtiger alleen aan op een eenfasige
contactdoos met randaarde met de op het typeplaatje aan-
gegeven netspanning.
7. Schakel de luchtontvochtiger altijd via de bedrijfstoets
(2) uit en trek altijd de netstekker (13) uit de contactdoos
als de luchtontvochtiger niet wordt gebruikt of als deze
wordt verplaatst, aangeraakt of gereinigd. Trek niet aan de
netkabel als u het toestel loskoppelt van het lichtnet. Trek
de netstekker niet uit de contactdoos als de luchtontvoch-
tiger in bedrijf is, maar schakel de ontvochtiger altijd eerst
via de bedrijfstoets (2) uit.
8. De luchtontvochtiger werkt optimaal bij een kamertem-
peratuur van 13°C tot 35°C. Een optimale ontvochtigings-
prestatie is alleen bij hogere temperaturen (vanaf 22°C) en
een hoge luchtvochtigheid (vanaf 70%) mogelijk.
9. Gebruik de luchtontvochtiger niet in de buurt van licht
ontvlambare gassen of stoffen, in de buurt van open vuur
of op plaatsen waar olie- of waterspetters kunnen voorko-
men. Spuit geen insectenverdelgingsmiddelen of soortge-
lijke middelen op de luchtontvochtiger. Zorg ervoor dat de
luchtontvochtiger niet wordt blootgesteld aan direct zon-
licht. Gebruik de luchtontvochtiger niet in een kas of in de
buurt van een bad, douche of zwembad. Plaats geen hete
of zware voorwerpen op de luchtontvochtiger.
10. De luchtinlaat- en uitlaatopeningen (9+10) moeten
tijdens de ontvochtiging altijd open zijn. Zorg ervoor dat er
geen voorwerpen in de luchtinlaat- en -uitlaatopeningen
(9+10) kunnen komen. Dit kan tot oververhitting, brand-
gevaar of een elektrische schok leiden. De luchtontvochti-
ger mag niet achter gordijnen of andere voorwerpen of
obstakels worden geplaatst die de luchtcirculatie negatief
kunnen beïnvloeden. U dient een veiligheidsafstand van
minimaal 50 cm ten opzichte van andere voorwerpen aan
te houden. Bovendien moet een veiligheidsafstand van
minimaal 60 cm ten opzichte van natte cellen zoals dou-
checabines, wastafels, spoelbakken, badkuipen enz.
worden aangehouden. Een afstand van 120 cm is vereist
ten opzichte van vaste waterbronnen.
11. Verwijder de watertank (15) niet als de luchtontvochti-
ger in bedrijf is. Water kan meubels en vloeren beschadi-
gen of een elektrische schok veroorzaken.
12. Wacht 3 - 5 minuten nadat u de luchtontvochtiger hebt
uitgeschakeld, voordat u hem weer in gebruik neemt.
13. Dompel de luchtontvochtiger niet onder in water of
andere vloeistoffen en giet geen water of andere vloeistof-
fen over het apparaat of in de luchtinlaat- en –uitlaatope-
ningen (9+10).
14. Reinig de luchtontvochtiger regelmatig en volg hier-
voor de reinigingsinstructies.
15. Transporteer de luchtontvochtiger altijd in staande
positie. Voor de eerste ingebruikname moet u de ontvoch-
tiger eerst gedurende 24 uur rechtop staand laten staan. U
moet de luchtontvochtiger na elk transport direct rechtop
zetten. Wacht minimaal 60 minuten, voordat u de luchtont-
vochtiger weer in gebruik neemt. Leeg voor elk transport
de watertank (15).
16. De luchtontvochtiger mag alleen conform de instructies
van deze gebruikshandleiding worden gebruikt. Bij niet-
navolging van deze instructies bestaat risico op lichamelijk
letsel, brand, een elektrische schok of defecten.
17. De luchtontvochtiger mag alleen voor privé-gebruik
binnenshuis worden gebruikt en is niet geschikt voor com-
mercieel gebruik.
18. Als de netkabel van de luchtontvochtiger beschadigd
is, dient deze door de fabrikant of een door de fabrikant
goedgekeurd servicebedrijf of soortgelijk gekwalificeerd
personeel te worden vervangen om schade te voorkomen.
19. Neem deze luchtontvochtiger niet in gebruik als deze is
beschadigd, beschadigingen vertoont of niet goed werkt.
Trek de netstekker uit de contactdoos.
CONSTRUCTIE
1 Bedieningspaneel
2 Bedrijfstoets
3 Toets voor continubedrijf
4 Toetsen luchtvochtigheidspercentage /
5 Display
6 Bedrijfs-LED
7 Watertank-LED
8 LED continubedrijf
9 Luchtuitlaatopening
10 Luchtinlaatopening
11 Transportgreep
12 Transportrollen
13 Netkabel met netstekker
30
NEDERLANDS
14 Kabelhouder
15 Watertank ca. 2,9 liter
16 Opening voor waterafvoerslang
17 Wateraansluiting
18 Indicator waterniveau
19 Vlotter
20 Luchtfilter
EERSTE INGEBRUIKNAME
1. Lees voor ingebruikname van de luchtontvochtiger alle
instructies door.
2. Pak de luchtontvochtiger uit, verwijder het verpakkings-
materiaal en verwijder het volgens de milieurichtlijnen.
3. Plaats de luchtontvochtiger op een effen, stabiel,
waterongevoelig oppervlak. Water kan meubels en vloer-
bedekkingen beschadigen of een brand of een elektrische
schok veroorzaken. Zorg ervoor dat de luchtontvochtiger
stevig staat, zodat hij niet kan omvallen of ergens vanaf
kan vallen. Neem de veiligheidsafstanden in acht zoals
genoemd onder “Belangrijke veiligheidsaanwijzingen”,
punt 10.
WATER AFVOEREN
Met de luchtontvochtiger kunt u water op twee manieren
afvoeren: OPMERKING: Het opgevangen condenswater
mag niet meer worden gebruikt.
Watertank 2,9 liter
1. Als de watertank (15) vol is, knippert de LED (7). Het
ontvochtigingsbedrijf wordt automatisch stopgezet.
2. Wacht ca. 30 minuten, voordat u de watertank (15) ver-
wijdert, zodat het resterende water in de watertank kan uit-
druppen. Verwijder de watertank niet als de luchtontvoch-
tiger in gebruik is of zojuist is uitgeschakeld.
3. Grijp in de uitsparingen aan de zijkant van de watertank
(15) en trek de tank met beide handen voorzichtig uit het
apparaat. Op de display (5) verschijnt "P2".
4. Leeg de tank alleen via de kant tegenover de vlotter (19).
5. Schuif de watertank (15) met beide handen terug in de
uitgangspositie, totdat deze hoorbaar vastklikt. De LED (7)
gaat uit. Op de display (5) verschijnt de relatieve lucht-
vochtigheid.
6. Als de LED (7) niet uitgaat, trekt u de watertank (15)
weer uit het apparaat.
7. Controleer of de vlotter (19) op de juiste manier is
geïnstalleerd. De vlotter mag niet worden verwijderd,
omdat anders de automatische onderbreking van de ont-
vochtiging niet kan worden gewaarborgd. Overlopend
water kan voorwerpen en vloerbedekkingen beschadigen
of een elektrische schok veroorzaken.
8. Plaats de watertank (15) opnieuw terug zoals beschre-
ven onder punt 5.
Permanente waterafvoer
Wanneer u een permanente waterafvoer wilt installeren,
gaat u als volgt te werk. Opmerking: Het ontvochtigingsbe-
drijf wordt bij deze vorm van de waterafvoer niet onderbro-
ken.
1. Zorg ervoor dat de luchtontvochtiger uitgeschakeld is.
Trek de netstekker uit de contactdoos.
2. Verwijder met een nijptang of soortgelijk gereedschap
voorzichtig de afdekking van de opening (16) aan de ach-
terkant van het apparaat. (Afb. 1)
3. Verwijder de watertank (15). Schuif een waterslang
(binnendiameter 16 mm) door de opening (16) en geleid
de slang naar binnen. Duw de slang vast op de wateraans-
luiting (17) in het apparaat. Controleer of de waterslang
goed op de wateraansluiting is aangesloten en niet los kan
raken. (Afb. 2)
4. Plaats de slang direct in een waterafvoer. Zorg ervoor
dat de waterslang over de hele lengte afloopt, niet geknikt
is, niet in de knoop ligt of verstopt is, zodat het water veilig
en ongehinderd kan aflopen. Controleer regelmatig of de
waterslang nog goed vastzit en niet lekt.
5. Schuif de watertank (15) met beide handen in de uit-
gangspositie, totdat deze hoorbaar vastklikt.
GEBRUIKSAANWIJZING
1. Stop de netstekker in de contactdoos. Raak de netkabel
niet met natte handen aan. De bedrijfs-LED knippert.
2. Controleer of de luchtinlaat- en uitlaatopeningen (9+10)
open zijn. De luchtinlaat- en uitlaatopeningen moeten tij-
dens het ontvochtigingsbedrijf altijd open zijn.
3. Druk op de bedrijfstoets (2) om de luchtontvochtiger in
gebruik te nemen. De bedrijfs-LED (6) gaat branden. Op de
display verschijnt het relatieve luchtvochtigheidspercenta-
ge dat werkelijk in de ruimte aanwezig is.
4. De luchtontvochtiger is af fabriek ingesteld op een
relatieve luchtvochtigheid van 60 %. Om het relatieve lucht-
vochtigheidspercentage te verlagen, drukt u op de toets
(4); om de waarde te verhogen drukt u op de toets
(4). U kunt kiezen tussen 35 – 80 % RH.
5. Als de luchtontvochtiger de geprogrammeerde lucht-
vochtigheid heeft bereikt, wordt het ontvochtigingsbedrijf
onderbroken. Het apparaat begint pas weer te werken als
de relatieve luchtvochtigheid in de ruimte boven de gepro-
grammeerde waarde is gestegen.
31
NEDERLANDS
6. Als u de luchtontvochtiger wilt instellen op continube-
drijf, drukt u op de toets (3). De relatieve luchtvochtigheid
kan niet via de toetsen en (4) worden geprogramm-
eerd.
7. Voor het transport van de luchtontvochtiger gebruikt u
de transportgreep (11) en de transportrollen (12).
8. Voor een beter ontvochtigingsvermogen sluit u de
ramen en deuren in de ruimte waarin u de luchtontvochti-
ger gebruikt. Als u het apparaat bijvoorbeeld in een bijkeu-
ken gebruikt, moet u ervoor zorgen dat er geen water op of
in de luchtontvochtiger terecht komt en neem hierbij ook
de veiligheidsafstanden in acht zoals beschreven onder
“Belangrijke veiligheidsaanwijzingen”.
9. Voor de verplaatsing of opslag van de luchtontvochtiger
stelt u de bedrijfstoets (2) in op UIT en trekt u de netstek-
ker uit de contactdoos. Leeg voor elk transport de water-
tank (15).
10. Deze luchtontvochtiger is voorzien van een automati-
sche ontdooifunctie. Deze wordt bij temperaturen van onder
5°C geactiveerd om ijsvorming te voorkomen. De luchtont-
vochtiger werkt cyclisch en schakelt zichzelf in en uit.
REINIGING, ONDERHOUD EN OPSLAG
Wij raden u aan om de luchtontvochtiger vaak te reinigen.
Volg de onderstaande instructies voor reiniging, onder-
houd en opslag om de werking van de luchtontvochtiger
niet te schaden.
Dagelijkse reiniging
1. Voor de reiniging stelt u de bedrijfstoets (2) in op UIT
en trekt u de netstekker uit de contactdoos.
2. Leeg de watertank (15) zoals beschreven onder “Water
afvoeren”.
3. Spoel de watertank (15) zorgvuldig met lauwwarm water uit.
4. Reinig de buitenkant van de watertank (15) met een
zachte, vochtige doek.
5. Neem de luchtontvochtiger weer in gebruik zoals
beschreven onder “Gebruiksaanwijzing”.
Wekelijkse reiniging
1. Voor de reiniging stelt u de bedrijfstoets (2) in op UIT
en trekt u de netstekker uit de contactdoos.
2. Leeg de watertank (15) zoals beschreven onder “Water
afvoeren”.
3. Reinig de watertank (15) met een gangbaar schoon-
maakmiddel. Spoel de tank vervolgens meerdere keren
met warm water uit. Reinig de buitenkant van de watertank
(15) met een zachte, vochtige doek.
4. Verwijder de luchtfilter (20) uit de houder en reinig deze
met het borstelopzetstuk van uw stofzuiger. In geval van
ernstige vervuiling kunt u een gebruikelijk schoonmaak-
middel gebruiken en de luchtfilter (20) in lauwwarm water
tot een temperatuur van max. 40°C reinigen. Spoel de
luchtfilter (20) vervolgens meerdere keren met warm water
uit. Laat de filter volledig drogen, voordat u hem weer in
de ontvochtiger plaatst.
5. Schuif de luchtfilter (20) en de watertank (15) weer in
de oorspronkelijke positie.
6. Reinig de buitenkant van de luchtontvochtiger met een
zachte, vochtige doek en droog het oppervlak met een
droge doek af. Gebruik hiervoor geen benzine, verdunner
of andere chemicaliën.
7. Neem de luchtontvochtiger weer in gebruik zoals
beschreven onder “Gebruikshandleiding”.
Desinfecteren
1. Om de twee weken dient u na de reiniging aanvullend
een desinfectie uitvoeren, maar alleen voor de volgende
onderdelen van het airconditioningstoestel: Watertank
binnenkant (15).
2. Gebruik hiervoor een gebruikelijk desinfectiemiddel op
alcoholbasis of alcohol met een hoog percentage. Dit
oppervlaktedesinfectiemiddel is een alcoholmengsel dat in
elke apotheek in een spuitbus verkrijgbaar is. Beide midde-
len zijn volledig onschadelijk als u de betreffende onderde-
len na de behandeling zorgvuldig afspoelt.
3. Maak de buitenkant met een droge, zachte doek schoon.
4. Neem de luchtontvochtiger weer in gebruik zoals
beschreven onder “Gebruiksaanwijzing”.
Onderhoud en opslag
1. Wanneer u de luchtontvochtiger gedurende langere tijd
niet wilt gebruiken (één week of langer), reinigt u het appa-
raat zoals beschreven onder “Wekelijkse reiniging” en
“Desinfecteren”.
2. Laat de luchtontvochtiger en alle onderdelen goed drogen.
3. Rol de netkabel (13) op en bevestig de kabel met de
kabelhouder (14).
4. De luchtontvochtiger mag niet met een vieze luchtfilter
(20) en met een gevulde watertank (15) worden opgeslagen.
5. Bewaar de luchtontvochtiger rechtop staand op een
koele, droge plaats.
32
NEDERLANDS
FOUTEN OPLOSSEN
Probleem
De luchtontvochtiger werkt
niet.
De luchtontvochtiger produceert geen
of weinig condenswater.
De luchtontvochtiger maakt erg veel
herrie.
Mogelijke oorzaak
1. De netstekker is niet aangesloten op
de contactdoos.
2. De contactdoos is defect.
3. De watertank-LED (7) brandt.
4. De watertank (15) is niet correct
geïnstalleerd.
5. De automatische ontdooifunctie is
geactiveerd.
1. De luchtin- of -uitlaatopening (9,10)
is geblokkeerd of afgedekt.
2. De luchtfilter (20) is verstopt.
3. Ramen en deuren in de ruimte zijn
geopend.
1. De luchtontvochtiger is niet correct
geïnstalleerd of staat schuin of wankel.
2. De luchtfilter (20) is verstopt.
Oplossing
1. Stop de netstekker in de contact-
doos.
2. Controleer de zekeringenkast of
neem contact op met een expert.
3. Leeg de watertank (15).
4. Controleer of de watertank (15) op
de juiste manier is geplaatst.
5. Na het ontdooien gaat het apparaat
automatisch weer aan.
1. Zorg ervoor dat de openingen (9,10)
vrij zijn.
2. Reinig de luchtfilter (20) zoals
beschreven onder “Wekelijkse
reiniging”.
3. Sluit deuren en ramen.
1. Plaats de luchtontvochtiger op een
effen, stabiel oppervlak. Plaats even-
tueel een dempende onderlaag onder
de ontvochtiger om de geluiden te
dempen.
2. Reinig de luchtfilter (20) zoals
beschreven onder “Wekelijkse
reiniging”.
Verwijdering
Dit symbool op het product of de verpakking
geeft aan dat dit product niet via het normale
huisvuil mag worden verwijderd, maar bij een
centrale verzamelplaats voor de recycling van elektrische
en elektronische apparaten moet worden afgegeven.
Wanneer u dit product op de juiste manier verwijdert,
draagt u bij aan een beter milieu en de gezondheid van uw
medemens. Het milieu en de gezondheid worden door een
onjuiste verwijdering in gevaar gebracht.
Aanvullende informatie over de recycling van dit product
ontvangt u bij uw gemeentehuis, uw vuilophaaldienst of
de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Dit voorschrift geldt alleen voor EU-lidstaten.
KOOPVOORWAARDE
De koper aanvaardt als koopvoorwaarde de verantwoorde-
lijkheid voor het juiste gebruik en onderhoud van dit KAZ-
product in overeenstemming met deze bedieningshandlei-
ding. De koper en gebruiker moet zelf beoordelen wanneer
en hoe lang hij dit KAZ-product gebruikt.
LET OP: WANNEER PROBLEMEN MET DIT KAZ-PRODUCT
OPTREDEN, NEEM DAN DE AANWIJZINGEN IN DE
GARANTIEVOORWAARDEN IN ACHT. PROBEER NOOIT
DIT KAZ-PRODUCT ZELF TE OPENEN OF TE REPAREREN,
OMDAT HIERDOOR DE GARANTIE VERVALT EN DIT
PERSOONLIJK LETSEL EN MATERIËLE SCHADE TOT
GEVOLG KANN HEBBEN.
Technische veranderingen voorbehouden.
/