12
Voor een correcte en veilige werking moeten eerst
deze veiligheidsinstructies en de gebruiksaanwijzing
gelezen en begrepen worden!
Met dit apparaat mag alleen geschoold personeel werken. Controleer
voordat u het apparaat in gebruik neemt, dat:
- de aansluitbedrading niet beschadigd is en tijdens het bedraden ze
spanningsloos zijn
- de energierichting en de fasevolgorde kloppen.
Als een gebruik zonder gevaar (b.v. door zichtbare beschadigingen)
van het apparaat niet meer mogelijk is, dan moet de omvormer worden
uitgeschakeld. Verwijder hiertoe alle aansluitingen. Het apparaat dient
dan aan onze fabriek resp. aan een door ons geautoriseerde service-
werkplaats te worden teruggezonden.
Het is verboden de behuizing te openen resp. het apparaat te manipule-
ren. Het apparaat heeft geen eigen netschakelaar. Let er op, dat bij het
inbouwen een goedgekeurde schakelaar in de installatie aanwezig is en
deze door de gebruiker eenvoudig kan worden bereikt.
Het apparaat is onderhoudsvrij. Bij wijzigingen in of aan het apparaat
vervalt de garantie!
Applicatie
Compleet instrument voor universele meting en bewaking in energiesys-
temen. Een complete parametrering van alle functies van de instrument
kunnen direct op het instrument gemaakt worden of via een webbrowser.
Het universele meetsysteem van het apparaat kan zonder aanpassingen
aan de hardware voor alle soort netten, van eenfase tot ongelijk belast
4-leidernet, direct worden omgezet.
Door extra, optionele componenten, kunnen de mogelijkheden van het
apparaat verder uitgebreid worden. U kunt kiezen uit I/O-uitbreidingen,
communicatie-interfaces of een datalogger. De op het apparaat aan-
gebrachte typeplaatjes (fi guur 1, pagina 13) geven informatie over de
aanwezige varianten.
Montage
- Apparaten kunnen op een DIN-rail volgens EN50022 worden geklikt.
Elektrische aansluitingen
Voor het uitschakelen van de voedingsspanning moet een als
zodanig gemarkeerde schakelaar voor stroombegrenzing dicht in de
buurt van het apparaat worden aangebracht, die tevens eenvoudig te
bereiken is. De afzekering moet 10A of lager bedragen en aangepast
zijn aan de aanwezige spanning en foutstroom.
Attentie: Levensgevaar! Stelt u zeker dat de bedrading bij het aans-
luiten spanningsvrij is!
Alle spannings-meetingangen moeten door schakelaars
of zekeringen van 5A of lager worden afgezekerd. Dit is niet
nodig voor de nul. Er moet een methode ter beschikking
zijn, welke het mogelijk maakt het apparaat spanningsvrij te
schakelen, b.v. een duidelijk gekenmerkte stroomonderbreker
of gezekerde scheidingsschakelaar.
Bij het gebruik van spanningstransformatoren mogen de
secundaire aansluitingen nooit worden kortgesloten.
De stroom-meetingangen mogen niet worden afgezekerd!
Bij het gebruik van stroomtransformatoren moet de secun-
daire aansluitingen bij de montage en voor het verwijderen
van het apparaat worden kortgesloten. Secundaire stroomcir-
cuits mogen nooit onder belasting worden geopend.
De bezetting van de aansluitingen vindt u op het typenplaatje. Een voorbeeld
van de manier van aansluiten voor een ongelijk belast vierleidernet is te zien
in fi guur 2, pagina 16.
Let u erop dat de data aangegeven op het type plaatje aan-
gehouden wordt!
Voorts zijn de installatievoorschriften per land van toepassing!
Meetingangen U: 600V CAT III, I: 300V CAT III
Stroom: instelbaar 1...5 A, maximaal 7.5 A
(sinusvormig)
Spanning: 57,7…400 VLN (UL: 347 VLN),
100…693 VLL (UL: 600 VLL)
maximaal 520 V
LN,
900 V
LL
(sinusvormig)
Nominale frequentie: 42 … 50 … 58 Hz, 50,5 … 60 … 69,5 Hz
Voedingsspanning Klemmen 13-14
Nominale spanning: 100 … 230V AC/DC
24 … 48V DC
Eigen verbruik: ≤ 12W, ≤ 27 VA, afhankelijk van de uitvoering
Digitale ingang passief (fi g. 3, pagina 16)
Tarief-omschakeling, Statusinformatie
Digitale ingangen passief Pulstellers, Statusinformatie
Nominale spanning 12 / 24 V DC (30 V max.)
Digitale ingangen actief (fi g. 4, pagina 16)
Pulstellers, Statusinformatie
Digitale uitgangen (fi g. 5, pagina 16)
Pulsuitgang of alarm
Nominale spanning 12 / 24 V DC (30 V max.)
Relais optioneel, zie typeplaatje
Belastbaarheid: 250 V AC, 2 A, 500 VA of 30 V DC, 2 A, 60 W
Veiligheid: 300V CAT III
Analoge uitgangen optioneel, zie typeplaatje
Bereik: ± 20 mA (24 mA max.), bipolair
Max. belasting: ≤ 500 Ω (max. 10 V / 20 mA)
SINEAX DM5000
www.camillebauer.com/dm5000-nl
www.camillebauer.com/pq5000-nl
LINAX PQ5000
www.camillebauer.com/cu5000-nl
CENTRAX CU5000
Universele meet eenheid voor sterk stroomgrootheden
Veiligheidsbepalingen
Veiligheidsbepalingen Universele meet eenheid voor sterk stroomgrootheden