2
4.1 Instelmogelkheden van waarden en parameters
4.2 Basisfuncties toestand uitgangsrelais0 (instelling zie tabel 4.8)
4.3 Tdfuncties 1, tdeenheid 2 en tdfactor 3 (instellingen zie tabel 4.8)
4.4 Gevoeligheid 4 (instelling zie tabel 4.8)
4.5 Automatische gevoeligheidsverhoging ASB S (instelling: zie tabel 4.8)
4.6 Frequentie 6 (instelling zie tabel 4.8)
4.7 Omschakeling van gebruiksmodus naar de conguratiemodus
Standaarddisplay
1-lusapparaat
Standaarddisplay
2-lusapparaat
112
Verklaring van de LED
Rood + groen Opstartfase
conguratie
Groen Bedrf
Groen knippe-
rend:
Uitgang 1 of - en
2 geactiveerd
Rood knipperend storing
Verklaring van de LCD-display
Lus 2
Lus 1
Functie
Voorbeeld:
tdfunctie
ingesteld
12
Voorbeeld:
parameter h
ingesteld
Parameter Lus niet bezet Lus bezet Storing
1Deur en hek
2Slagboom
3Ruststroom
De gevoeligheid S (=Sensitivity) van de lusdetector kan op 9 niveaus worden ingesteld:
S1 = laagste gevoeligheid
(➝ veel metaal, geen detectieafstand)
S9 = hoogste gevoeligheid
(➝ weinig metaal, grote detectieafstand)
S4 = fabrieksinstelling
ASB (= Automatic Sensitivity Boost = Automatische gevoeligheidsverhoging).
ASB is nodig om na de activering dissels van aanhangers te kunnen detecteren.
Om wederzdse beïnvloeding b gebruik van meerdere lusdetectors te voorkomen kunnen er vier verschillende frequenties F1, F2, F3, F4 worden
ingesteld. Fabrieksinstelling: F4.
1-lussenapparaat
Display na het
opstarten:
1Eén keer op de toets Mode
drukken om naar de configura-
tiemodus te gaan
Mode 1
2-lussenapparaat
Display na het
opstarten:
12Eén keer op de toets Mode
drukken om naar de configura-
tiemodus te gaan
Mode 1
Lus 1 is
geselecteerd
Mode 2
Lus 2 is geselec-
teerd
(terug naar automatische modus: Modus-toets > 1 seconde indrukken)
B het bezetten
van de lus trekt
het relais aan en
b het verlaten van
de lus valt het af. t = typisch ms of s
Inschakelvertraging:
Bij het bezetten van de
lus trekt het relais na tijd
t aan en bij het verlaten
van de lus valt het af.
t = typisch ms of s
Uitschakelvertraging:
B het bezetten van de
lus trekt het relais aan en
b het verlaten van de lus
valt het na td t af.
t = typisch ms of s
Impuls bezetting:
B de impuls
bezetting van de
lus trekt het relais
aan en het valt na
td t weer af.
t = typisch ms of s
Impuls verlaten:
B het verlaten van de
lus trekt het relais aan
en het valt na td t weer
af.
t = typisch ms of s
Maximale presentie:
B bezetting van de lus
trekt het relais aan en
het valt b het verlaten,
maar ten laatste na td t
weer af.
t = typisch ms of s
Lus
Relais
Lus
Relais
Lus
Relais
Lus
Relais
Lus
Relais
Lus
Relais