4
Omschakeling naar
simulatiemodus
Op toets
«Sim1» drukken
Op toets
«Sim2» drukken
Op toets
«Sim2» drukken
Op toets
«Sim2» drukken Opmerkingen
Omschakeling in simulatiemodus:
toetsen Sim1 en Sim2 tegelijk 2
seconden lang indrukken
+
Simulatiemodus:
Bezetting van de lus
L0 - Geen lusbezetting (tijdfuncties zijn in werking)
L1 - Lusbezetting (tijdfuncties zijn in werking)
- Lus 1 - Lus 2
Activering uitgangsrelais
00 - Uitschakelen uitgang
01 - Inschakelen uitgang
- Lus 1 - Lus 2
Activering alarmuitgang
A0 - Uitschakelen alarmrelais
A1 - Inschakelen alarmrelais
Inductiviteit lus 1
Meting van de inductiviteit, waarde in µH
Inductiviteit lus 2
Meting van de inductiviteit, waarde in µH
Verlaten van de simulatiemodus
Terugkeer naar de functiemodus
De bezetting van de lussen kan alleen gesimuleerd worden als er lussen aan de aanwezige klemmen aangesloten zijn!
De specificaties gelden analoog voor lus 2.
Bij het optreden van een fout lichten afwisselend bedrijfmodus A en de storingsindicatie E op en verschijnt er een foutcode, bijv. E 012.
De LED wordt rood knipperend.
Display E001 E002 E011 E012 E101 E102 E201/E202 E301 E302 E311 E312
Fout Onderbre-
king lus 1
Onderbre-
king lus 2
Kortslui-
ting lus 1
Kortslui-
ting lus 2
Onder-
spanning
Over-
spanning
Geheugen-
fout
Lus 1
te groot
Lus 2
te groot
Lus 1
te klein
Lus 2
te klein
De laatste 5 fouten worden opgeslagen en kunnen opgevraagd worden. Door even op de toets Data te drukken laat men de laatste van 5 fouten
op de display verschijnen. Door nogmaals te drukken schakelt men naar de voorlaatste fout, enz. Na de 5e keer drukken schakelt het apparaat weer
naar de automatische modus. Als u tijdens het opvragen 4 seconden lang op de toets Data drukt, worden alle foutmeldingen gewist. De figuur
laat geheugenplaats izien, waarin fout 001, Onderbreking lus 1, is opgeslagen (voorbeeld).).
SMA / SMA 2 / SMA 220
Voedingsspanning
SMA / SMA 2 24 VAC -20 % tot +10%, max. 2 VA
24 VDC -10 % tot +20%, max. 1.5 W
SMA 220 100-240 VAC ± 10%, 50/60 Hz, max. 2.9 VA
Lusinductiviteit max. 20 tot 1000 µH,
ideaal 80 tot 300 µH
Lustoevoerkabel
20-40 µH: max. 100 m bij 1.5 mm2
>40 µH: max. 200 m met 1.5 mm2
min. 20x/m gedraaid
Lusweerstand < 8 Ohm met toevoerleiding
Uitgangsrelais (lus) max. 240 VAC; 2 A / 30 VDC; 1 A; AC-1
Uitgangsrelais (alarm) max. 40 VACDC; 0.3 A; AC-1
Afmetingen 22.5 x 94 x 88 mm (B x H x T)
Behuizing-montage Directe DIN-railmontage
Aansluitingstype Steekklemmen
Beschermingsklasse IP 20
Bedrijfstemperatuur -20°C tot +60°C
Opslagtemperatuur -40°C tot +70°C
Luchtvochtigheid <95% niet bedauwend
5Simulatiemodus
6Verhelpen van storingen
7Reset
8Belangrijkste technische gegevens
Reset 1 (nieuwe afstelling)
De lus(sen) wordt (worden) opnieuw afgesteld.
Mode
Sim1
8 sekonden
Data
Sim2
Reset 2 (fabrieksinstelling)
Alle waarden worden (behalve foutgeheugen) teruggezet op de
fabrieksinstelling (zie tabel 4.11a). De lus(sen) wordt (worden)
opnieuw afgesteld.
4 pagina's - Handleiding: FA01686-NL -
06/2022
- © CAME S.p.A. - Wij behouden ons te allen tijde het recht voor de gegevens en informatie in deze handleiding te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
Came S.p.A.- Via Martiri Della Liberta 15 - IT-31030 DOSSON DI CASIER (TV)
RED - CAME S.p.A. verklaart dat het in deze gebruiksaanwijzing beschreven product conform is met richtlijn 2014/53/EU en het document Radio Equipment
Regulations 2017. De volledige teksten van de conformiteitsverklaringen EU (EG) en UK (UKCA) zijn beschikbaar op www.came.com.
COMMERCIEEL PRODUCT
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Het is de verantwoordelijkheid van de producent om een risicoanalyse te verrichten en de detector en het deursysteem te installeren in overeenstemming met toepasselijke nationale
en internationale wet- en regelgevingen en veiligheidsnormen en - indien van toepassing - in overeenstemming met de machinerichtlijn 2006/42/EC.
De detector mag uitsluitend worden geïnstalleerd door professioneel gekwalificeerd personeel. Bij reparaties en pogingen tot reparaties door onbevoegd personeel vervalt de garantie. Raak
de elektrische en optische componenten niet aan.