De gevoeligheid 5(=Sensitivity) van de lusdetector kan op 9 niveaus worden ingesteld: 51 = laagste gevoeligheid, 59 = hoogste gevoeligheid,
54 = fabrieksinstelling.
Bij een apparaat met 2 uitgangen kan uitgang 2 naar keuze geactiveerd of gedeactiveerd worden.
Om wederzijdse beïnvloeding bij gebruik van meerdere lusdetectors te voorkomen kunnen er vier verschillende frequenties F1, F2, F3, F4* worden
ingesteld.
De functie van de richtingslogica kan alleen bij een 2-lussenapparaat worden gebruikt. In de basisfunctie (zie paragraaf 3.2) moet de richtingslogica
ingesteld zijn. Er kan een detectie plaatsvinden van: -> lus 1 naar lus 2 -> van lus 2 naar lus 1 -> uit beide richtingen
Display na het
opstarten
Eén keer op de toets Mode
drukken om naar de
configuratiemodus te gaan
Anzeige nach dem
aufstarten:
Eén keer op de toets Mode
drukken om naar de configura-
tiemodus te gaan
Lus 2 is
geselecteerd
Lus 1 is
geselecteerd
ASB (=Automatic Sensitivity Boost = automatische gevoeligheidsverhoging). ASB is nodig om na de activering dissels van aanhangers te kunnen
detecteren.
Voor deze functie moet basisfunctie 2 “Slagboom-installaties” of 3 «Rustroom» ingesteld zijn.
P 1 = Spanningsuitvalzekerheit activatje: de gevoeligheid is beperkt tot 1– 5 en de tijdfunctie tot h.
Tijdfuncties 1, tijdeenheid 2en tijdfactor 3(instelling: zie tabel 4.1a)
3.3
Gevoeligheid 4(instelling: zie tabel 4.1a)
3.4
Automatische gevoeligheidsverhoging ASB 5(instelling: zie tabel 4.1a)
3.5
Frequentie 6(instelling: zie tabel 4.1a)
3.6
Richtingslogica 7(instelling: zie tabel 4.1a)
3.7
Uitgang 2 8(instelling: zie tabel 4.1b)
3.8
Spanningsuitvalzekerheid 9(instelling: zie tabel 4.1a)
3.9
1-lusapparaat
2-lussenapparaat
Sequentie met Spanningsuitvalzekerheid ingeschakeld (Functie 9 = 1)
3.9.1
Voor Activatie (b.v. Slagboom)
4Omschakeling van gebruiksmodus naar de configuratiemodus
Basisfunctie 0 = 2 Slagboominstallaties
Zonder Spanning Initialisate Niet bezet Bezet Niet bezet
Voor Beveiliging (b.v. Slagboom, automatische Pollers
Basisfunctie 0 = 3 Ruststroom
Zonder Spanning Initialisate Niet bezet Bezet Niet bezet
Bij het bezetten van de lus
trekt het relais aan en bij het
verlaten van de lus valt het
af.
Inschakelvertraging:
Bij het bezetten van de lus
trekt het relais na tijd t aan
en bij het verlaten van de lus
valt het af
Uitschakelvertraging:
Bij het bezetten van de lus
trekt het relais aan en bij het
verlaten van de lus valt het
na tijd t af.
Impuls bezetting:
Bij de impuls bezetting van
de lus trekt het relais aan en
het valt na tijd t weer af.
Impuls verlaten:
Bij het verlaten van de lus
trekt het relais aan en het
valt na tijd t weer af.
Maximale presentie:
Bij bezetting van de lus
trekt het relais aan en het
valt bij het verlaten, maar
ten laatste na tijd t weer
af.