BBC Bircher ProLoop Loop Installation Handleiding

Type
Handleiding
1Algemeen
Lusdetectoren worden veelal gebruikt om verschillende soorten voertuigen te detecteren.
Het systeem bestaat uit een detector (schakelunit) en een inductie lus.
Typische toepassingen zijn:
• Het openen en sluiten van poorten, hekken en deursystemen
• Beheersing van barriers
• Toezicht op de individuele parkeerplaatsen
• Bescherming van bollards
2Bedrijfsmodus
De inductie lus en een kondensator die is geïntegreerd in de lusdetector vormen een LC oscillator. De frequentie van deze re-
sonantie van het circuit resonantiekring wordt bepaald door de capaciteit van de condensator en de grootte van de loop in-
ductie. De capaciteit van de condensator en dus de resonantiefrequentie kan worden gewijzigd met een parameter instelling
van de lusdetector. Dit voorkomt bijvoorbeeld interferentie tussen twee aangrenzende inductielussen of detectoren.
Hoe lager de lus inductie, hoe hoger de oscillatorfrequentie, die in het bereik ligt van 20 tot 150 kHz.
Een stroom wordt door de onbezette lus gestuurd en vormt een magnetisch veld om de lus. De magnetische veldlijnen zoeken
de kortste weg naar de lus om het magnetisch veld te vormen. De oscillator resoneert bij de basisfrequentie Fo.
Een voertuig rijdt over de lus en komt in het magnetisch veld. De magnetische veldlijnen worden afgebogen en kunnen niet
meer via de kortste weg naar de lus. Dit vermindert de zelfinductie en de oscillatorfrequentie neemt toe. De lus wordt "ge-
activeerd". De lus detector detecteerd deze verandering. Indien de frequentie-afwijking de ingestelde gevoeligheid berijkt
schakeld de uitgang.
De lusdetector heeft het object gedetecteerd. Zie deze manual voor verder instructies.
3Veiligheids voorschriften
• Bij het gebruik van de lus en een lus detector, de exploitant is verantwoordelijk voor de juiste en veilige werking van
zijn systeem.
• Voor een goede en veilige werking van het systeem, moet het type voertuig worden bepaald wat wordt gedetecteerd
wanneer de lus wordt gepaseerd.
• Houd er rekening mee dat een detectie van personen en objecten met laag volume van metalen delen niet mogelijk is.
• De correcte installatie van de lus in het wegdek is de verantwoordelijkheid van de lus installateur.
• Voor het leggen van de lus moet u alle veiligheids voorschriften in acht nemen.
• Schade aan de isolatie van de draadlus of van de toevoerleiding moet in alle gevallen worden voorkomen omdat anders
het juist functioneren van het systeem niet is gegarandeerd.
1
Handleiding
Lus installatie
Afmeting en installatie instructie voor inductie lussen
387817A
02/19
NEDERLANDS
4Inductie Lus
Lus grote en het aantal slagen ( windingen)
4.1
Lus omvang P Aantal slagen
3 – 6 m 5 slagen
6 – 10 m 4 slagen
10 – 20 m 3 slagen
20 – 25 m 2 slagen
In de meeste gevallen wordt de lus gnstalleerd in een vierkante of rechthoekige vorm. Afhankelijk van de omtrek van de lus
(onder plaatselijke omstandigheden) wordt het aantal windingen bepaald. Daarom geldt de volgende regel: Hoe kleiner de
omtrek van de lus, hoe meer windingen er nodig zijn voor de lus.
L
B
Aanbevelingen:
• de minimale breedte van de lus niet kleiner
dan 0,8 meter. Bekijk de tabel hiernaast.
• Lengte-tot breedte verhouding 1:1 tot max. 4:1
5Lus installatie
Inductiviteit van de lus
4.2
De inductie van een lus kan worden gemeten met behulp van de lusdetector met geïntegreerde meetfunctie (bijvoor-
beeld PROLOOP) of door middel van een meetapparaat. Voor het afdichten van de lus groef, is het raadzaam om de lus vi-
sueel te inspecteren op beschadiging en het meten van de inductiviteit. Met hulp van de onderstaande formule kan op
voorhand een ruwe schatting worden gemaakt van de inductiviteit:
P = omtrek van de lus in meters L (in µH) P * (N*N + N)
N = aantal windingen in de lus
Een inductie van ca. 1-1.5 µH per m toevoerleiding moet worden toegevoegd met de berekende waarde.
De optimale waarden van de inductiviteit van een lus ligt tussen 80 tot 300 µH.
Lus (alle windingen
in de zelfde groef)
Lus groef
WegLus groef in de hoek
Toevoer kabel
getwist
Invloed van de plaatselijke omstandigheden, de dimensionering van de lus groef en advies voor de lus groef
5.1
Plaatselijke omstandigheden Aanbevelingen
Beton bewapening Minimaal 5 cm ruimte ( zo veel mogelijk)
Andere elektrische leidingen Afgeschermde toevoerleiding naar de lus
Verplaatsbare metalen voorwerpen Houd afstand van minimaal 1 meter
Niet verplaatsbare metalen voorwerpen Houd afstand van minimaal 0,5 meter
Hoogspanningslijnen en elektrische leidingen Afgeschermde elektrische toevoerleiding naar de lus (gescheiden kanaal)
Grote afstanden tot de lus Afgeschermde elektrische toevoerleiding naar de lus
5 - 8 mm
30 - 55 mm
Nylon koord
Lus streng (kabel)
1.5mm2
Voeg materiaal Voegmateriaal: Koud-type en warm-type bitumen en kunsthars is geschikt als voegmateriaal
Loop streng: Met het gebruik van warm-type bitumen moet rekening worden gehouden met
de temperatuurbestendigheid van de isolatie van de kabel.
Nylon koord: een nylon koord is alleen nodig, als warm-type bitumen wordt gebruikt als
voegmateriaal. het koord dient als temperatuur buffer tussen de lus draden.
Lus groef afmeting en installatie advies
2
Leggen van lussen onder straatstenen
5.2
De lussen worden gelegd in de zand laag tussen de onderste laag van grind en de straatstenen.
Voor deze wijze van lus detectie moet een ge prefabriseerde lus worden gebruikt die in een kabel kanaal gelegd dient te
worden van 15x15mm.
• Bevestig de loop
• Meet de elektrische weerstand en isolatieweerstand
• Meet inductie, test met lusdetector
• Vul met duurzaam elastisch afdichtingsmateriaal
• Vul en verdicht zandbed
• Leg straatstenen
• Controleer de functie
Losse keien worden niet aanbevolen. keien kunnen verschuiven onder het gewicht van voertuigen en kunnen de kabels uit el-
kaar trekken en storingen geven.
Belangrijk
De lus wordt gelegd op zodanige wijze dat de afzonderlijke windingen niet kunnen verschuiven en elkaar raken.
Verschuivingen kunnen leiden tot veranderingen in de inductie en storingen.
De lus moet worden gelegd zodanig dat de lus geometrie niet kan veranderen, Geometrie veranderingen kunnen leiden tot
veranderingen in inductie en storingen.
Lus fixatie Lus Straat steen
Zand
Gravel (het liefst een betonnen laag in de kabel-kanaal fixatie)
Toevoer leiding
5.3
Het verdient aanbeveling dat de toevoerleiding van de lus is uitgevoerd als een afgeschermde leiding. De afscher-
ming moet altijd eenzijdig geaard zijn. De lus zelf dient niet geaard te zijn!
3
Getwiste draden van de toevoer
leiding
Toevoerleiding moet minimaal 20x per meter worden
gedraaid en in die toestand aangesloten worden naar
de lus detector.
min. 20 mal pro Meter
Het leggen van de toevoerleiding
evenwijdig aan andere circuits
Het leggen van de voedingslijding in hetzelfde kanaal
met andere circuits is niet toegestaan .
Schleife
min. 10 cm Abstand
der Zuleitungen
anderer WS-Kreis
Lus toevoerleiding van andere
lusdetectoren
Als twee aparte 1-lusdetectoren worden toegepast,
hou rekening met de nodige afstanden bij het leggen
van de toevoerleidingen. Gebruik afgeschermde kabel
Schleife Schleife
Abstand der Zuleitungen
Voorkom mechanische schade aan
de toevoerleiding
De toevoerleidingen moeten goed worden beschermd
tegen mechanische beschadiging
Het leggen van de toevoerleiding
naar de lus detector
De toevoerleiding niet in de lusgroef van een andere
lus leggen. Gebruik afgeschermde kabel
SchleifeSchleife
falsch
Schleife Schleife
richtig
Lengte van de toevoerleiding Houd de lengte van de toevoerleiding zo kort mogelijk
(aanbevolen lengte maximaal 50 meter)
Zuleitung so kurz wie möglich
Min 20x per meter
Minimale afstand van 10cm
tussen de toevoerleidingen Lus
Ander circuit
Lus Lus
Toevoerleiding afstand
Lus Lus Lus Lus
incorrect correct
Toevoerleiding zo kort mogelijk
Introductie van de lus groef procedure
5.4
45° Winkel
1. De groef wordt in het wegdek gezaagd volgens de beoogde omvang van de lus
2. Op elke hoek kan een verstek groef (hoek van 45 °) en een boorgat worden opgenomen
3. De groef moet dan worden gereinigd (vermijd luchtvochtigheid)
4. Plaats de lus
5. Controleer de inductiviteit / test met lusdetector
6. Dan moet de groef nauwkeurig
worden afgesloten met warm of koud voegmateriaal. Let op de temperatuur bestendigheid
van de kabel. Voor installatie moeten de volgende zaken in acht worden genomen:
• geen scheuren aanwezig in het wegdek, de weg moet vast liggen
• Voorkom schade aan de isolatie van de lus kabel bij het leggen van de lus
• speciale zorg moeten worden genomen bij het leggen van de lus over randen
• de lus draad mag op geen enkel punt uitsteken uit de groef
• voor het voegen, plaatst u een nylon koord op het draad-pakket om vervolgens te voegen,
voegen moeten water en vocht vrij zijn.
• na het voegen en voor de volledige verharding van de voegmortel, moet de lus draad niet worden verplaatst
• na het harden, meet de isolatie weerstand tussen aarde (> 10Mohm @ 250 V testspanning)
Lus groef in de hoek
De geometrie van een lus (afmeting van een lus) moeten worden aangepast aan individuele wensen. Hiertoe moet diffe-
rentiatie worden getroffen voor de geometrie van de lus tussen de herkenning van personenauto's, vrachtwagens, twee-
wielers, of een combinatie hiervan en richting herkenning.
Als basis criterium voor loop afmetingen moet de veiligheid van het systeem in ogenschouw worden genomen.
Daarom moet de lus altijd worden geconstrueerd voor het grootst gedetecteerde voertuig. Loop-systemen worden alleen
door metaal gedetecteerd.
Tabel van de meest gebruikte lus geometrieën
VB = voertuigbreedte, LB = Lus breedte. In dit verband «LB < VB» betekent dat lus breedte kleiner of gelijk aan
voertuigbreedte VB
Lus geometrie
5.5
4
45 graden hoek
Boring
Lus geometrie voor
personen auto's
FB
SB PKW
Voor een optimale detectie de lus breedte moet
worden geselecteerd gelijk aan of kleiner dan
de breedste personenauto die de lus passeert.
De lus breedte moet LB < VB.
Lus geometrie voor
vrachtwagens
SB FB
LKW
FB
Voor een optimale detectie de lus breedte moet
zijn: gelijk of kleiner dan de breedste vrachtwa-
gen die de lus passeert.
Lus geometrie voor
twee-wielers
SB
45°
Voor een optimale detectie van twee- wielers
moet de lus trapezium of parallellogram worden
geplaatst . Men moet de lus niet te diep instal-
leren.
Lus geometrie voor
personenauto's en
vrachtwagens
SB FB
FB
PKW
LKW
Voor deze toepassing moet de lus zo worden
geconstrueerd dat de vrachtauto veilig kan wor-
den gedetecteerd. De lus moet worden geïnstal-
leerd zodat de breedste vrachtauto wordt
gedetecteerd.
Lus geometrie voor
detectie van richting
herkenning van lus 1
naar lus 2, en van
lus 2 naar lus 1.
SB
Schleife 1 Schleife 2
SA
Fahrzeuglänge
FB
PKWPKW
PKWPKW
Met behulp van een 2-kanaals- Proloop lus de-
tector kan de richting detectie worden geacti-
veerd. Beide lussen moeten worden gelegd
volgens de regel: LB < VB. Bovendien moet de
lus afstand LA moet zijn: LA = max. 0,5 * lengte
van het voertuig.
Lus geometrie
voorwaarden voor
beperkte ruimte's.
FB
PKW
SB
Bij beperkte ruimtelijke omstandigheden (in de
nabijheid van een metalen voorwerp, bijvoor-
beeld een poort) wordt het aanbevolen om de
lus te installeren in de vorm van een 8. LB 1m
LB VB
LB VB
LB VB
Personenauto
Vrachtwagens
Vrachtwagens Auto
Passenger car Personenauto
Voertuig lengte
Lus 1 Lus 2
LA LW VB
LB Personenauto VB
VB
Ongewenste omstandigheden: Oplossing actie:
Beton bewapening in wegdek
Er moet voldoende afstand naar de lus worden aangehouden (zie punt 5.1 van deze instructies)
Fluctuatie in temperatuur
Geen invloed op de toepassing van de ProLoop lus detector
Elektrische leidingen in de nabijheid
Er moet voldoende afstand naar de lus worden aangehouden (zie punt 5.1 van deze instructies)
Elektrische systemen
Er moet voldoende afstand naar de lus worden aangehouden (zie punt 5.1 van deze instructies)
Andere lussen
Voor de toepassing van verschillende oscillerende frequenties voor de individuele
lusdetectoren (zie 6.2 Cross-talk), houd voldoende afstand tussen de andere lussen
(zie punt 5.1 van deze instructies), gebruik een twee kanaals Proloop lus detector
voor 2 verschillende lus-systemen.
Metalen hekken, slagbomen, pollers
Er moet voldoende afstand naar de lus worden aangehouden (zie punt 5.1 van deze instructies)
Lus detector Lus Lus applicatie oplossing actie effect
1 kanaal lus
detector 1
12
De frequentie is
ingesteld op dezelfde
frequentie van beide
lusdetectoren.
Invloed is mogelijk.
- Geef lus detector 1 een
andere frequentie dan
lus detector 2.
- Instaleer de twee lussen
met verschillend aantal
windingen
Door verschillende
frequenties van de twee
1 lus detectors Cross-talk
is niet meer mogelijk.
1 kanaal lus
detector 2
2 kanaal lus
detector
1
12
Door toepassing van een
twee kanaals lusdetector
kan Cross-talk worden
voorkomen
2
2 kanaal lus
detector 1 en 2
1
34
2
De frequentie is inges-
teld op dezelfde frequen-
tie als de andere 2
kanaals ludetector.
Cross-talk is mogelijk.
- Verander de frequentie van
de 2 kanaals lus detector ten
opzichte van de andere
2 kanaals lus detector.
- Installeer de twee lussen
met verschillend aantal
windingen.
Door verschillende frequen-
ties van de twee 1 lus de-
tectors Cross-talk is niet
meer mogelijk
2 kanaal lus
detector 3 en 4
1 kanaal lus
detector 1
123
De frequentie is
ingesteld op dezelfde
frequentie voor de
2-kanaals lus- detector
als de 1-kanaals-lus-de-
tector. Cross-talk is
mogelijk.
- Verander de frequentie van
de 1 kanaals lus detector ten
opzichte van de 2 kanaals lus
detector.
- Installeer de twee lussen
met verschillend aantal
windingen.
Door verschillende frequen-
ties van de 1 lus detectors
ten opzichte van de 2 lus
detector Cross-talk is niet
meer mogelijk
2 kanaal lus
detector 2 en 3
6Speciale omstandigheden bij lus installatie
Invloeden
6.1
Cross-Talk (wederzijdse beïnvloeding van de individuele lus systemen)
6.2
Voor een correcte detectie van voertuigen is een juiste werking van de lus doorslaggevend. Zaken , zoals metalen
voorwerpen, aangrenzende lus, enz kunnen de lus kwaliteit beïnvloeden. Daartoe dient men deze nadelige invloeden
reeds in de planning te minimaliseren.
Het komt vaak voor dat verschillende lus systemen naast elkaar worden geplaatst.
Dit veroorzaakt wederzijdse beinvloeding tussen het ene en het andere lus systeem. Dit probleem kan worden voorkomen
door de selectie van verschillende frequentie in te stellen van het lus systeem, ofwel door lussen met verschillende aan-
tallen windingen.
(Teken: = Invloed = Geen invloed)
5
Defect / storing Mogelijke reden Mogelijke oplossing
1:
Sommige voertuigen worden
wel gedetecteerd zoals
bijvoorbeeld auto's en
vrachtwagens niet.
De gevoeligheid van de lus detector is te laag
ingesteld.
Loop geometrie verkeerd geselecteerd
(bijvoorbeeld te weinig lus windingen
Mogelijk cross-talk van een ander lus systeem
De toevoerleiding van de lus is opgerold in
plaats van de juiste lengte
Andere metalen voorwerpen leiden tot een
permanentedemping
Verhoging van de reactieve gevoeligheid bij de
lus detector
Check de lus windingen
Verkort de toevoer kabel naar de lus en zorg voor
het juiste twisten van de kabel.
Zet de lus frequenties van aangrenzende lus
systemen op verschillende frequentiewaarden
2:
Trailer dissel wordt niet
gedetecteerd
– Automatische verhoging van de
detectie-gevoeligheid (ASB) is
niet ingeschakeld op een lusdetector
– Zet de Automatische verhoging van de
detectie-gevoeligheid aan (ASB) op de lus detector
3:
Detectie vind niet plaats,
hoewel de lus detector is
aangesloten op de voeding.
– Lus is te groot
– Lus is te klein
– De lus detector krijgt niet genoeg spanning
– De lus heeft een kortsluiting
– De lus heeft een onderbreking
– Meet de inductiviteit door middel van een Proloop
lusdetector kijk het aantal windingen na en bereken
de waarde (bij voorkeur 80 tot 300 mH).
– Controleer de juiste spanning aan de hand van
de waarde van de lus detector.
– Het meten van de lus weerstand met behulp van
een ohm-meter en het optreden van een kortsluiting
in de lus.
– Bij het optreden van een onderbreking controleer
de verbinding van de toevoer kabel naar de lus
detector.
4:
Systeem reageert op voertui-
gen die niet gedetecteerd
zouden moeten worden.
Detectie gevoeligheid van de lus installatie
staat te hoog
– Test de functionaliteit van het systeem door ook
andere voertuigen te testen die niet moeten
worden gedetecteerd. Zet de detectie gevoeligheid
zo dat de juiste voertuigen worden gedetecteerd.
5:
De lus detector detecteerd
een signaal ook al zijn er
geen voertuigen gepasseerd
of staat op de lus.
– Cross-talk van een andere lus kan de oorzaak zijn
– De lus is niet juist geïnstalleerd (toevoerleiding
is niet getwist, de toevoer kabel is niet
afgeschermd, andere metalen voorwerpen
zijn te kort bij de lus, de windingen kunnen
bewegen in de lus groef, andere elektrische
storingsbronnen zijn in de buurt)
– De isolatie van de lus is beschadigd of de
lus weerstand is te hoog. Zie punt 7
– Alle lus-systemen in de nabijheid moeten worden
ingesteld met verschillende frequenties.
– Inspecteer de ligging van de lus draad en voorkom
beweging in de groef bijvoorbeeld door middel van
zand vulling
– Controleer de het twisten van de toevoerleiding
– Plaats de lus met voldoende afstand tussen andere
metalen objecten
– Plaats de lus met voldoende afstand tussen
andere elektrische bronnen
– Gebruik afgeschermde toevoer kabel
6:
De lus detector detecteert
permanent een bezetting
maar er is geen voertuig
aanwezig.
– De lus of de toevoer kabel is beschadigd of heeft
kortsluiting – Zie item 3
7:
In regenachtig weer zijn er
af en toe storingen.
– De isolatie van lus kabel is beschadigd
– De verbinding tussen de lus en de toevoer kabel
is niet waterdicht
– Meet de isolatieweerstand, als het niet hoger is
dan 1 M Ohm is de isolatie beschadigd, de lus
draad of de toevoer kabel moet worden vervangen
– Leg de lus en de toevoerkabel, en installeer de
verbinding waterdicht
8:
Detectie van de rijrichting
werkt niet..
– De afstand van de twee lussen naar elkaar is
te groot
– Verkeerde instelling van de lus detector
– De afstand tussen de twee lussen moet zijn gelegd
zodat beide lussen voor een korte tijd bezet zijn
(zie punt 5.5)
– Stel de juiste functie in op de lus detector
9:
Het lus systeem kan niet
worden ingesteld
– De lus heeft een verkeerde lus inductiviteit,
ligt niet in de juiste range van de lus detector
– De lus is beschadigd
– de lus detector is kapot
– zorg voor het juist aantal windingen volgens de
lus geometrie (zie 4.1).
– Inspecteer de lus op beschadigingen.
– Vervang de lus detector.
7Detectie van storingen en het oplossen van problemen
8Contact
6
BBC Bircher Smart Access, BBC Bircher AG, Wiesengasse 20, CH-8222 Beringen, www.bircher.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6

BBC Bircher ProLoop Loop Installation Handleiding

Type
Handleiding