Beta 1760/RMS Handleiding

Categorie
Multimeters
Type
Handleiding
140
NL
AUTO JALON TURE RMS MULTIMETER
MOD. 1760 / RMS
INHOUDSOPGAVE:
Veiligheidswaarschuwingen ..................................................................................................141
Symbolen en nummerpanelen
...............................................................................................143
Werking .................................................................................................................................144
DC/AC voltage meting
.........................................................................................................147
Resistentie meting
................................................................................................................150
Continuïteitscontrole .............................................................................................................151
Diode test
...............................................................................................................................152
Capaciteitsmeting ..................................................................................................................153
Frequentiemeting ...................................................................................................................154
Temperatuurmeting................................................................................................................154
Specicaties technisch ...........................................................................................................155
Installatie batterij
...................................................................................................................165
Vervangen van de zekeringen
................................................................................................166
141
NL
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
De volgende veiligheidsinformatie moet worden nagevolgd om een maximale per-
soonlijke veiligheid te garanderen tijdens het werken met deze meter:
Er
mag geen poging gedaan worden om metingen buiten het maximaal geselecteerde bereik
uit te voeren.
Men
moet extreem voorzichtig zijn bij het meten boven 50V, zeker op stroomrails die onder
spanning staan.
Om voltage te meten, moet het instrument
niet geschakeld staan op een stroom of resistentie-
bereik, of op de diode controle of zoemerpositie.
Stroomketens
moeten zonder energie en geïsoleerd zijn voordat resistentie-testen uitgevoerd
worden.
De roterende keuzeschakelaar mag alleen worden gedraaid
nadat de testaansluitingen verwijderd
zijn.
Alle externe voltages
moeten losgekoppeld zijn van het instrument voordat de batterij verwijderd
wordt.
Testsnoeren -en pinnen
moeten in goede conditie, schoon en zonder gebroken of gebarsten
isolatie zijn.
VK Veiligheidsautoriteiten bevelen het gebruik van samengesmolten testsnoeren aan tijdens het
meten van voltage op systemen met hoge stroom.
Vervangende zekeringen
moeten van het juiste type en graad zijn.
Het instrument
mag niet gebruikt worden als een deel ervan beschadigd is.
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen moeten
gelezen en begrepen worden voordat een
instrument gebruikt wordt. Ze moeten gevolgd worden tijdens het werken met dit instrument.
142
NL
Symbolen gebruikt op dit instrument zijn:
Let op: kijk naar begeleidende aantekeningen.
Dit symbol laat zien dat de operateur naar de uitleg in de gebruiksaanwijzing moet
refereren om persoonlijke verwonding of schade aan de meter te voorkomen.
Let op: risico op elektrische schok
Dit WAARSCHUWINGSsymbool toont een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, wan
-
neer niet voorkomen wordt, dood of serieuze verwonding tot gevolg kan hebben.
Dit VOORZICHTIG symbol toont een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, waneer
niet voorkomen wordt schade aan het product kan veroorzaken.
Dit symbol adviseert de gebruiker dat de terminal(s) wanneer op deze manier ge
-
markeerd, niet moeten worden gekoppeld aan een stroomkringspunt waarbij het voltage
op het gebied van aarding (in dit geval) hoger is dan 600 VAC of VDC.
Uitrusting volledig beschermd met Dubbele Isolatie (Klasse II)
Uitrusting voldoet aan huidige EU richtlijnen.
143
NL
SYMBOLEN EN NUMMERPANELEN
Continuïteit
BAT Batterij bijna leeg
Diode test
HOLD Data vasthouden
AUTO AutoBereik
AC Wisselstroom of Voltage
DC Gelijkstroom of Voltage
MAX/MIN Slaat de hoogste of laagste meting op
PEAK Vind storingen en stroomstoten zonder een scoop
Achtergrondlicht
V Volt
A, mA, µA Huidig bereik
144
NL
WERKING
Om het instrument in te schakelen, draai de bereiksknop uit de UIT positie naar een metingsbe
-
reik.
Opmerking:
Draai de functieschakelaar ALTIJD naar de UIT positie wanneer de meter niet wordt gebruikt
voor de langste levensduur van de batterij. Deze meter heeft Auto UIT dat automatisch de meter
UITschakelt wanneer het 15 minuten niet wordt gebruikt
Opmerking:
Bij sommige lage AC en DC voltagebereik, met de testsnoeren niet aangesloten op een apparaat,
kan het zijn dat het scherm een willekeurige, veranderende aezing toont. Dit is normaal en wordt
veroorzaakt door de hoge invoergevoeligheid. De aezing zal stabiliseren en een juiste meting
geven wanneer aangesloten op een stroomkring.
MODUS knop
Om een AC of DC meting te selecteren wanneer in Voltages, Amps, mA , µA ,Ω,
, , ℃
o ℉, bereik.
145
NL
HOUD knop
De INHOUD functie laat de meter een meting “bevriezen” zodat het later nogmaals bekeken kan
worden.
Druk op de HOUDknop om de aezing op de indicateur te “bevriezen”. De “HOUD” boodschap
zal op het scherm verschijnen.
Druk nogmaals op de HOUDknop om naar normale werking terug te keren.
Knop voor ACHTERGRONDLICHT
Druk op de knop voor ACHTERGRONDLICHT om het licht op het scherm in te schakelen.
Druk nogmaals op de knop voor ACHTERGRONDLICHT om uit de lichtmodus te gaan.
MAX/MIN knop
De MAX/MIN functie laat de meter de hoogste of laagste meting vastleggen voor latere refe
-
rentie.
Druk op de MAX/MIN knop om meting te starten. De indicateur “MAX” of “MIN” zal op het
scherm verschijnen.
Als de “MAX MIN” boodschappen aan het ikkeren zijn, is het instrument in MAX/MIN modus
maar niet aan het opnemen, druk op de MAX/MIN knop om een modus te selecteren.
Om terug te gaan naar normale AUTO meetmodus, houd de MAX/MIN knop voor 2 seconden
vast.
1
2
1
2
1
2
3
146
NL
PIEK HOUD knop
De Piek Houd functie legt de piek AC of DC voltage of stroom vast. De meter kan negatieve of
positieve pieken vastleggen die zo kort duren als 1 milliseconde.
Draai de functieschakelaar naar de A of V positie.
Gebruik de
MODUS knop om AC of DC te selecteren.
Geef wat tijd voor het scherm om te stabiliseren.
Druk en houd de
PIEK knop vast tot dat “CALop het scherm verschijnt. Deze procedure zal
het geselecteerde bereik op nul zetten.
Druk op de
PIEK knop, Pmax zal verschijnen.
Het scherm zal zich iedere keer dat een hogere positieve piek plaatsvindt, vernieuwen.
Druk nogmaals op de
PIEK knop, Pmin zal verschijnen. Het scherm zal zich nu vernieuwen
en de laagste negatieve piek tonen.
Om terug te gaan naar normale werking, druk en houdt de
PIEK knop vast tot dat de Pmin of
Pmax indicateur uitschakeld.
Opmerking:
Als de positie van de Functieschakelaar verandert is na een kalibratie, moet de Piek Houd calibratie
herhaald worden voor de geselecteerde nieuwe functie.
1
2
3
4
5
6
7
8
147
NL
BEREIKknop
Wanneer de meter voor het eerst wordt aangezet, zal het automatisch in het AutoBereik. Dit se
-
lecteert automatisch het beste bereik voor de metingen die worden gemaakt en is over het algemeen
de beste modus voor de meeste metingen. Voor metingsituaties die vereisen dat een bereik met de
hand wordt geselecteerd, voer het volgende uit:
Druk op de
BEREIKknop. De Autoscherm indicateur zal uitschakelen. De “Manuscherm
indicateur zal inschakelen.
Druk op de
BEREIKknop om door de beschikbare bereiken te gaan tot dat u het bereik se-
lecteert dat u wilt.
Druk en houdt de
BEREIKknop voor 2 seconden vast om uit de HandmatigeBereik modus te
gaan en terug te gaan naar AutoBereik.
DC/AC VOLTAGE METING
Doe het zwarte testsnoer in de negatieve COM terminal en het rode testsnoer in de positieve
V terminal.
Stel de functieschakelaar in naar de VAC of VDC positie.
Gebruik de MODUS knop om AC of DC Voltage te selecteren
Sluit de testsnoeren parallel aan op de stroomkring die getest wordt.
Lees de voltagemeting op het LCD scherm
1
2
3
1
2
3
4
5
148
NL
DC stroom meting
Doe de banaanstekker van het zwarte testsnoer in de negatieve (COM) contactbus.
Voor stroommetingen tot 110µA DC, stel de functieschakelaar naar de µA positie en doe de
banaanstekker van het rode testsnoer in de (µA) contactbus.
Voor stroommetingen tot 110mA DC, stel de functieschakelaar naar de mA positie en doe de
banaanstekker van het rode testsnoer in de (mA) contactbus.
Voor stroommetingen tot 10A DC, stel de functieschakelaar naar de A positie en doe de banaan
-
stekker van het rode testsnoer in de 10A contactbus.
Druk op de AC/DC knop tot dat “DC” op het scherm verschijnt.
Haal de stroom van de stroomkring die getest wordt, open dan de stroomkring op het punt waar
u de stroom wenst te meten.
Raak de zwarte tip van de testsonde tegen de negatieve kant van de stroomkring aan. Raak de
rode tip van de testsonde tegen de positieve kant van de stroomkring aan.
Zet stroom op de stroomkring.
Lees de stroom in het scherm. Het scherm zal het juiste decimale punt tonen, de waarde en
symbool.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
149
NL
AC stroom meting
Doe de stekker van het zwarte testsnoer in de negatieve (COM) contactbus.
Voor stroommetingen tot 110µA, stel de functieschakelaar naar de µA positie en doe de stekker
van het rode testsnoer in de (110µA) contactbus.
Voor stroommetingen tot 110mA, stel de functieschakelaar naar de mA positie en doe de ba
-
naanstekker van het rode testsnoer in de (mA) contactbus.
Voor stroommetingen tot 10A AC, stel de functieschakelaar naar de A positie en doe de banaan
-
stekker van het rode testsnoer in de 10A contactbus.
Druk op de MODUSknop. De meetmodus zal als vereist veranderen tussen AC of DC.
Haal de stroom van de stroomkring die getest wordt, open dan de stroomkring op het punt waar
u de stroom wenst te meten.
Raak de zwarte tip van de testsonde tegen de negatieve kant van de stroomkring aan. En raak
de rode tip van de testsonde tegen de positieve kant van de stroomkring aan.
Zet stroom op de stroomkring.
Lees de stroom in het scherm. Het scherm zal het juiste decimale punt tonen, de waarde en
symbool.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
150
NL
RESISTENTIE [ Ω ] METING
WAARSCHUWING:
Om elektrische schok te voorkomen, sluit stroom naar de unit af tijdens de test en ontlaad alle
condensatoren voor het nemen van enige resistentie metingen. Verwijder de batterijen en haal de
stekkers uit het contact.
Stel de functieschakelaar in naar de Ω positie.
Doe de zwarte teststekker in de negatieve (COM) contactdoos en de rode teststekker in de
positieve Ω contactbus.
Druk op de MODUS knop tot dat “ Ω “ op het scherm verschijnt.
Raak met de testsonde over de stroomkring of gedeelte ervan tijdens test. Het is het beste om één
zijde van het deel dat getest wordt af te sluiten zodat de rest van de stroomkring de resistentie
aezing niet zal belemmeren.
Lees de resistentie in het scherm. Het scherm zal het juiste decimale punt tonen, de waarde en
symbool.
1
2
3
4
5
151
NL
CONTINUÏTEITSCONTROLE
WAARSCHUWING: Om elektrische schok te voorkomen, meet nooit continuïteit op stroomkringen
of snoeren waar voltage op staat.
Stel de bereikschakelaar in naar de
positie.
Doe de zwarte teststekker in de COM contactdoos en de rode teststekker in de positieve
contactdoos.
Druk op de MODUS knop tot dat “
“ op het scherm verschijnt.
Raak met de testsonde de stroomkring of het snoer aan dat u wenst te controleren.
Als de resistentie lager is dan 30Ω, zal het hoorbare signaal klinken. Het scherm zal ook de
eigenlijke resistentie in ohm tonen.
1
2
3
4
5
152
NL
DIODE TEST
WAARSCHUWING:
Om elektrische schok te voorkomen, test geen diode waar voltage op staat
Stel de functieschakelaar in naar de
positie.
Doe de zwarte teststekker in de COM contactdoos en de rode teststekker in de
contactdoos.
Druk op de MODUS knop tot dat “
” op het scherm verschijnt.
Raak met de testsonde de diode of halfgeleider lagentransistor aan die u wenst te controleren.
Let op de aezing van de meter.
Draai de polariteit van de sonde om door de sondepositie om te draaien. Let op deze aezing.
De diode of lagentransistor kan als volgt worden geëvalueerd.
Als één aezing een waarde toont en de andere aezing OL toont, is de diode goed.
Als beide aezingen OL tonen, is het apparaat open.
Als beide aezingen erg laag zijn of nul, heeft het apparaat kortsluiting.
Opmerking:
De waarde getoond op het scherm tijdens de diode controle is het voorwaartse voltage.
1
2
3
4
5
6
153
NL
CAPACITEITSMETING
WAARSCHUWING:
Om elektrische schok te voorkomen, ontlaadt de condensator die getest wordt voor de meting.
Stel de functieschakelaar in naar de CAP capaciteitspositie.
Doe de zwarte banaanstekker in de negatieve COM contactbus en de rode banaanstekker in de
positieve CAP contactbus.
Raak met de testsonde over het gedeelte ervan tijdens test.
Lees de capaciteitswaarde in het scherm.
Het scherm zal het juiste decimale punt tonen en de waarde.
Opmerking:
Voor erg grote warden van capiciteitsmeting kan het een aantal minuten duren voordat de uitein
-
delijke aezing stabiliseert. De LCD toont DSC tijdens het ontladen. Ontladen door de chip is
nu aardig langzaam. Wij bevelen de gebruiker aan om de condensator te ontladen met een ander
apparaat.
1
2
3
4
5
154
NL
FREQUENTIEMETING
Stel de functieschakelaar in naar de Hz positie.
Doe de zwarte banaanstekker in de negatieve (COM) contactbus en de rode banaanstekker in
de positieve Hz contactbus.
Raak met de testsonde de stroomkring aan die getest wordt.
Lees de frequentie in het scherm. De digitale aezing zal het juiste decimale punt tonen, sym-
bolen (kHz, MHz) en de waarde.
TEMPERATUURMETING
Stel de functieschakelaar in naar de ºC positie.
Doe de temperatuursonde in de invoercontactbussen en let daarbij op de juiste polariteit.
Druk op de MODUS knop tot dat “ºF of ºC” op het scherm verschijnt.
Raak met de kop van de temperatuursonde het deel aan waarvan u de temperatuur wenst te
meten. Houdt de sonde tegen het deel dat getest wordt aan tot de aezing stabiliseert (ongeveer
30 seconden).
Lees de temperatuur in het scherm.
Opmerking:
De temperatuursonde is uitgerust met een type K mini aansluiter. Een mini aansluiter tot banana
aansluiter adapter wordt geleverd voor de aansluiting op de invoer banaan contactbussen.
1
2
3
4
1
2
3
4
5
155
NL
SPECIFICATIES TECHNISCH:
Isolatie: Klasse 2, Dubbele isolatie.
Categoria sovratensione: CATIV 600V.
Opmerking:
Deze meters voldoen aan de CAT III en CAT IV IEC 610101 maatstaven. De IEC 61010 veilighei
-
dsmaatstaf begrenzen vier overvoltage categorieën (CAT I tot IV) gebaseerd op de omvang van
gevaar van stroomstoten. CAT III meters zijn ontworpen om te beschermen tegen stroomstoten
in bestaande uitrustingsinstallaties op het distributie niveau; CAT IV meters zijn ontworpen om
te beschermen tegen stroomstoten van het primaire leveringsniveau (boven de grond of onder de
grond nutsbedrijf). Maximum voltage tussen een terminal en aarding: 600V DC/AC RMS
Scherm: 11000 counts LCD scherm
Polariteit: Automatische, (-) negative polariteitsindicatie.
Over-bereik: “OL” markeringsindicatie.
Batterij bijna leeg: Een batterij symbool wordt getoond wanneer het voltage van de batterij
indicatie onder het werkingsniveau valt.
Metingsgraad: 4 keer per seconde nominaal.
Auto power uit: Meter schakelt automatisch uit na ongeveer 15 minuten van
inactiviteit.
Gebruiksomgeving: -10°C tot 50°C (14°F tot 122°F) bij < 70 % relatieve vochtigheid.
Bewaartemperatuur: -30°C tot 6C (-4°F tot 14F) bij < 80 % relatieve vochtigheid.
156
NL
Relatieve vochtigheid: 90% (0°C tot 30°C); 75%(30°C tot 40°C); 45%(40°C tot 50°C);
Voor gebruik binnenshuis: Werking:3000m, Opslag 10,000m
max. hoogte
Vervuilingsgraad: 2
Veiligheid: Het instrument voldoet aan IEC/EN 61010-1:2001-02 en IEC/EN
61010-031:2002
Power: Één 9V batterij , NEDA 1604, IEC 6F22.
Afmetingen: 182 (H) x 82 (B) x55 (D) mm
Gewicht: Ong.: 375g.
157
NL
DC Voltage (Auto-bereik)
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
110.00mV 0,01mV ±0.8% van rdg ±10 getallen
1,1000V 0,1mV
±0.8% van rdg ±6 getallen
11.000V 1mV
110,00V 10mV
600,0V 100mV ±1,2% van rdg ±5 getallen
Invoer Impedantie: 8.98MΩ.
Maximale invoer: 600Vdc of 600Vac.
AC Voltage (Auto-bereik)
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
110.00mV 0,01mV ±0.8% van rdg ±10 getallen
1,1000V 0,1mV
±1.5% van rdg ±10 getallen
11.000V 1mV
110,00V 10mV
600,0V 100mV ±2% van rdg ±10 getallen
Nauwkeurigheid
Nauwkeurigheid wordt gegeven bij 18 °C tot 28 °C (65 °F tot 83 °F), minder dan 70 % RH
158
NL
Alle AC voltage bereiken zijn vermeld van 5% van bereik tot 100% van bereik
Invoer Impedantie: 9.7MΩ.
AC Reactie: 50 Hz 60Hz
Maximale invoer: 600Vdc of 600Vac rms.
DC Stroom (Auto-bereik)
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
110.00µA 0.01µA
±1,5% van rdg ±5 getallen
1100.0µA 0.1µA
11.000mA 1µA
±1,5% van rdg ±10 getallen
110,00mA 10µA
10.000A 1mA ±2,5% van rdg ±10 getallen
Bescherming tegen Overbelasting: 0.2A / 600V en 10A / 1000V Zekering.
Maximale invoer: 110µA dc op µA bereik
110mA dc op mA bereik
10A dc op 10A bereik
159
NL
AC Stroom (Auto-bereik)
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
110.00µA 0.01µA
±1,8% van rdg ±8 getallen
1100.0µA 0.01µA
11.000mA 1µA
±2,0% van rdg ±10 getallen
110.00mA 10µA
10.000A 1mA ±3,0% van rdg ±8 getallen
Bescherming tegen Overbelasting: 0.2A / 600V en 10A / 1000V Zekering.
AC Reactie: 50 Hz tot 60 Hz
Maximale invoer: 110µA ac rms op µA
110mA ac rms op mA
10A ac rms op 10A bereik
161
NL
Capaciteit (Auto-bereik)
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
11.000nF 1pF ±5.0% van rdg ±0.7nF
110.00nF 10pF
±5,0% van rdg ±20 get
1.1000uF 0.1nF
11.000uF 1nF
±3.0% van rdg ±10 get
110.00uF 0.01µF
1.1000mF 0.1µF
±10% van rdg ±10 get
11.000mF 1µF
40.00mF 10µF niet gespeciceerd
Invoerbescherming: 600V dc of 600Vac rms.
162
NL
Frequentie (Auto-bereik)
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
1100.0Hz 0.1Hz ±1,5% van rdg ±5 get
11.000kHz 1Hz
±1,2% van rdg ±5 get
110,00kHz 10Hz
1.1000MHz 100Hz
11.000MHz 1kHz
±1,5% van rdg ±8 get
110.00MHz 10 kHz
Gevoeligheid: >0.5V RMS terwijl ≤1MHz
Gevoeligheid: >3V RMS terwijl >1MHz
Invoerbescherming: 600V dc of 600Vac rms
163
NL
Temperatuur
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
-32°C ~ 1000°C 0.1 °C ±3% van rdg ±5 °C
-25.6°F ~ 2000°F
0.1°F ±3% van rdg ±8 °F
Sensor: Type K Thermokoppel
Bescherming tegen overbelasting: 600V dc of ac rms.
Diode Test
Teststroom Resolutie Nauwkeurigheid
1Ma typisch/Open MAX.3V 1 mV ±10% van rdg ±5 getallen
Voltage open stroomkring: MAX. 3V dc
Bescherming tegen overbelasting: 600V dc of ac rms.
Hoorbare continuïteit
Hoorbare drempel: Minder dan30Ω Teststroom MAX. 1.5mA
Bescherming tegen overbelasting: 600V dc of ac rms.
164
NL
Accessoires
Bijgeleverde accessoires: Standaard Rood/Zwart snoerenset met testsondes
WAARSCHUWING: Om elektrische schok te voorkomen, gebruik uw meter niet wanneer de
bedekking van de batterij verwijderd is.
165
NL
INSTALLATIE BATTERIJ
WAARSCHUWING: Om elektrische schok te voorkomen, ontkoppel testsnoeren van een volta
-
gebron voordat de bedekking van de batterij verwijderd wordt.
Gebruik het instrument niet met de bedekking van de batterij verwijderd.
Ontkoppel de testsnoeren van de meter.
Open de bedekking van de batterij door de schroef losser te maken met gebruik van een Philips
kopschroevendraaier.
Doe de batterij in de batterijhouder, rekening houdend met de juiste polariteit.
Zet de bedekking van de batterij terug op zijn plaats. Zet vast met twee schroeven.
Opmerking:
Als uw meter niet goed werkt, controleer de zekeringen en de batterij om u ervan te verzekeren
dat ze nog steeds goed zijn en op de geode manier erin gezet.
1
2
3
4
166
NL
VERVANGEN VAN DE ZEKERINGEN
WAARSCHUWING:
Om elektrische schok te voorkomen, ontkoppel testsnoeren van een voltagebron voordat de
bedekking van de batterij/zekering verwijderd wordt.
Ontkoppel de testsnoeren van de meter en het item dat getest wordt.
Open de zekeringsklep door de schroef op de klep losser te maken met gebruik van een Philips
kopschroevendraaier.
Verwijder de oude zekering uit zijn houder door het zachtjes eruit te trekken.
Installeer de nieuwe zekering in de houder.
Gebruik altijd een zekering voor de juiste maat en waarde (0.2A/600V snelle doorsmelting voor
het 110mA bereik, 10A/1000V snelle doorsmelting voor het 10A bereik).
Zet de zekeringsklep terug op zijn plaats. Doe de schroef erin en zet het stevig vast.
WAARSCHUWING:
Om elektrische schok te voorkomen, gebruik uw meter niet wanneer de zekeringsklep verwijderd
is en niet stevig vast zit
1
2
3
4
5
6
167
NL
ONDERHOUD & REINIGING:
Reparaties en onderhoud worden niet in deze handleiding besproken en mogen alleen door
hiervoor bevoegd personeel worden uitgevoerd.
Wrijf de behuizing regelmatig af met een droge doek. Gebruik op dit instrument geen schuur
-
middelen of oplosmiddelen.
Tijdens het onderhoud mag u alleen aangegeven reserveonderdelen gebruiken.
Verklaring van EC conformiteit
Product 1760 /RMS is conform met richtlijn 2004/108/EC van de Europese Commissie met be-
trekking tot ECM elektromagnetische compatibiliteit.

Documenttranscriptie

AUTO JALON TURE RMS MULTIMETER MOD. 1760 / RMS INHOUDSOPGAVE: NL • Veiligheidswaarschuwingen................................................................................................... 141 • Symbolen en nummerpanelen................................................................................................ 143 • Werking.................................................................................................................................. 144 • DC/AC voltage meting . ........................................................................................................ 147 • Resistentie meting ................................................................................................................. 150 • Continuïteitscontrole.............................................................................................................. 151 • Diode test................................................................................................................................ 152 • Capaciteitsmeting................................................................................................................... 153 • Frequentiemeting.................................................................................................................... 154 • Temperatuurmeting................................................................................................................ 154 • Specificaties technisch............................................................................................................ 155 • Installatie batterij.................................................................................................................... 165 • Vervangen van de zekeringen................................................................................................. 166 140 VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN • Er mag geen poging gedaan worden om metingen buiten het maximaal geselecteerde bereik uit te voeren. • Men moet extreem voorzichtig zijn bij het meten boven 50V, zeker op stroomrails die onder spanning staan. • Om voltage te meten, moet het instrument niet geschakeld staan op een stroom of resistentiebereik, of op de diode controle of zoemerpositie. • Stroomketens moeten zonder energie en geïsoleerd zijn voordat resistentie-testen uitgevoerd worden. • De roterende keuzeschakelaar mag alleen worden gedraaid nadat de testaansluitingen verwijderd zijn. • Alle externe voltages moeten losgekoppeld zijn van het instrument voordat de batterij verwijderd wordt. • Testsnoeren -en pinnen moeten in goede conditie, schoon en zonder gebroken of gebarsten isolatie zijn. • VK Veiligheidsautoriteiten bevelen het gebruik van samengesmolten testsnoeren aan tijdens het meten van voltage op systemen met hoge stroom. • Vervangende zekeringen moeten van het juiste type en graad zijn. • Het instrument mag niet gebruikt worden als een deel ervan beschadigd is. • Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen moeten gelezen en begrepen worden voordat een instrument gebruikt wordt. Ze moeten gevolgd worden tijdens het werken met dit instrument. 141 NL De volgende veiligheidsinformatie moet worden nagevolgd om een maximale persoonlijke veiligheid te garanderen tijdens het werken met deze meter: Symbolen gebruikt op dit instrument zijn: Let op: kijk naar begeleidende aantekeningen. Dit symbol laat zien dat de operateur naar de uitleg in de gebruiksaanwijzing moet refereren om persoonlijke verwonding of schade aan de meter te voorkomen. Let op: risico op elektrische schok Dit WAARSCHUWINGSsymbool toont een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, wanneer niet voorkomen wordt, dood of serieuze verwonding tot gevolg kan hebben. Dit VOORZICHTIG symbol toont een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, waneer niet voorkomen wordt schade aan het product kan veroorzaken. NL Dit symbol adviseert de gebruiker dat de terminal(s) wanneer op deze manier gemarkeerd, niet moeten worden gekoppeld aan een stroomkringspunt waarbij het voltage op het gebied van aarding (in dit geval) hoger is dan 600 VAC of VDC. Uitrusting volledig beschermd met Dubbele Isolatie (Klasse II) Uitrusting voldoet aan huidige EU richtlijnen. 142 NL SYMBOLEN EN NUMMERPANELEN Continuïteit BAT Batterij bijna leeg Diode test HOLD Data vasthouden AUTO AutoBereik AC Wisselstroom of Voltage DC Gelijkstroom of Voltage MAX/MIN Slaat de hoogste of laagste meting op PEAK Vind storingen en stroomstoten zonder een scoop Achtergrondlicht V Volt A, mA, µA Huidig bereik 143 WERKING Om het instrument in te schakelen, draai de bereiksknop uit de UIT positie naar een metingsbereik. Opmerking: Draai de functieschakelaar ALTIJD naar de UIT positie wanneer de meter niet wordt gebruikt voor de langste levensduur van de batterij. Deze meter heeft Auto UIT dat automatisch de meter UITschakelt wanneer het 15 minuten niet wordt gebruikt Opmerking: Bij sommige lage AC en DC voltagebereik, met de testsnoeren niet aangesloten op een apparaat, kan het zijn dat het scherm een willekeurige, veranderende aflezing toont. Dit is normaal en wordt veroorzaakt door de hoge invoergevoeligheid. De aflezing zal stabiliseren en een juiste meting geven wanneer aangesloten op een stroomkring. NL MODUS knop Om een AC of DC meting te selecteren wanneer in Voltages, Amps, mA , µA ,Ω, o ℉, bereik. 144 , ,℃ HOUD knop De INHOUD functie laat de meter een meting “bevriezen” zodat het later nogmaals bekeken kan worden. 1 Druk op de HOUDknop om de aflezing op de indicateur te “bevriezen”. De “HOUD” boodschap zal op het scherm verschijnen. 2 Druk nogmaals op de HOUDknop om naar normale werking terug te keren. MAX/MIN knop De MAX/MIN functie laat de meter de hoogste of laagste meting vastleggen voor latere referentie. 1 Druk op de MAX/MIN knop om meting te starten. De indicateur “MAX” of “MIN” zal op het scherm verschijnen. 2 Als de “MAX MIN” boodschappen aan het flikkeren zijn, is het instrument in MAX/MIN modus maar niet aan het opnemen, druk op de MAX/MIN knop om een modus te selecteren. 3 Om terug te gaan naar normale AUTO meetmodus, houd de MAX/MIN knop voor 2 seconden vast. 145 NL Knop voor ACHTERGRONDLICHT 1 Druk op de knop voor ACHTERGRONDLICHT om het licht op het scherm in te schakelen. 2 Druk nogmaals op de knop voor ACHTERGRONDLICHT om uit de lichtmodus te gaan. Piek Houd knop De Piek Houd functie legt de piek AC of DC voltage of stroom vast. De meter kan negatieve of positieve pieken vastleggen die zo kort duren als 1 milliseconde. NL 1 Draai de functieschakelaar naar de A of V positie. 2 Gebruik de MODUS knop om AC of DC te selecteren. 3 Geef wat tijd voor het scherm om te stabiliseren. 4 Druk en houd de PIEK knop vast tot dat “CAL” op het scherm verschijnt. Deze procedure zal het geselecteerde bereik op nul zetten. 5 Druk op de PIEK knop, Pmax zal verschijnen. 6 Het scherm zal zich iedere keer dat een hogere positieve piek plaatsvindt, vernieuwen. 7 Druk nogmaals op de PIEK knop, Pmin zal verschijnen. Het scherm zal zich nu vernieuwen en de laagste negatieve piek tonen. 8 Om terug te gaan naar normale werking, druk en houdt de PIEK knop vast tot dat de Pmin of Pmax indicateur uitschakeld. Opmerking: Als de positie van de Functieschakelaar verandert is na een kalibratie, moet de Piek Houd calibratie herhaald worden voor de geselecteerde nieuwe functie. 146 BEREIKknop Wanneer de meter voor het eerst wordt aangezet, zal het automatisch in het AutoBereik. Dit selecteert automatisch het beste bereik voor de metingen die worden gemaakt en is over het algemeen de beste modus voor de meeste metingen. Voor metingsituaties die vereisen dat een bereik met de hand wordt geselecteerd, voer het volgende uit: DC/AC VOLTAGE METING 1 Doe het zwarte testsnoer in de negatieve COM terminal en het rode testsnoer in de positieve V terminal. 2 Stel de functieschakelaar in naar de VAC of VDC positie. 3 Gebruik de MODUS knop om AC of DC Voltage te selecteren 4 Sluit de testsnoeren parallel aan op de stroomkring die getest wordt. 5 Lees de voltagemeting op het LCD scherm 147 NL 1 Druk op de BEREIKknop. De “Auto” scherm indicateur zal uitschakelen. De “Manu” scherm indicateur zal inschakelen. 2 Druk op de BEREIKknop om door de beschikbare bereiken te gaan tot dat u het bereik selecteert dat u wilt. 3 Druk en houdt de BEREIKknop voor 2 seconden vast om uit de HandmatigeBereik modus te gaan en terug te gaan naar AutoBereik. NL DC stroom meting 1 Doe de banaanstekker van het zwarte testsnoer in de negatieve (COM) contactbus. 2 Voor stroommetingen tot 110µA DC, stel de functieschakelaar naar de µA positie en doe de banaanstekker van het rode testsnoer in de (µA) contactbus. 3 Voor stroommetingen tot 110mA DC, stel de functieschakelaar naar de mA positie en doe de banaanstekker van het rode testsnoer in de (mA) contactbus. 4 Voor stroommetingen tot 10A DC, stel de functieschakelaar naar de A positie en doe de banaanstekker van het rode testsnoer in de 10A contactbus. 5 Druk op de AC/DC knop tot dat “DC” op het scherm verschijnt. 6 Haal de stroom van de stroomkring die getest wordt, open dan de stroomkring op het punt waar u de stroom wenst te meten. 7 Raak de zwarte tip van de testsonde tegen de negatieve kant van de stroomkring aan. Raak de rode tip van de testsonde tegen de positieve kant van de stroomkring aan. 8 Zet stroom op de stroomkring. 9 Lees de stroom in het scherm. Het scherm zal het juiste decimale punt tonen, de waarde en symbool. 148 149 NL AC stroom meting 1 Doe de stekker van het zwarte testsnoer in de negatieve (COM) contactbus. 2 Voor stroommetingen tot 110µA, stel de functieschakelaar naar de µA positie en doe de stekker van het rode testsnoer in de (110µA) contactbus. 3 Voor stroommetingen tot 110mA, stel de functieschakelaar naar de mA positie en doe de banaanstekker van het rode testsnoer in de (mA) contactbus. 4 Voor stroommetingen tot 10A AC, stel de functieschakelaar naar de A positie en doe de banaanstekker van het rode testsnoer in de 10A contactbus. 5 Druk op de MODUSknop. De meetmodus zal als vereist veranderen tussen AC of DC. 6 Haal de stroom van de stroomkring die getest wordt, open dan de stroomkring op het punt waar u de stroom wenst te meten. 7 Raak de zwarte tip van de testsonde tegen de negatieve kant van de stroomkring aan. En raak de rode tip van de testsonde tegen de positieve kant van de stroomkring aan. 8 Zet stroom op de stroomkring. 9 Lees de stroom in het scherm. Het scherm zal het juiste decimale punt tonen, de waarde en symbool. RESISTENTIE [ Ω ] METING WAARSCHUWING: Om elektrische schok te voorkomen, sluit stroom naar de unit af tijdens de test en ontlaad alle condensatoren voor het nemen van enige resistentie metingen. Verwijder de batterijen en haal de stekkers uit het contact. NL 1 Stel de functieschakelaar in naar de Ω positie. 2 Doe de zwarte teststekker in de negatieve (COM) contactdoos en de rode teststekker in de positieve Ω contactbus. 3 Druk op de MODUS knop tot dat “ Ω “ op het scherm verschijnt. 4 Raak met de testsonde over de stroomkring of gedeelte ervan tijdens test. Het is het beste om één zijde van het deel dat getest wordt af te sluiten zodat de rest van de stroomkring de resistentie aflezing niet zal belemmeren. 5 Lees de resistentie in het scherm. Het scherm zal het juiste decimale punt tonen, de waarde en symbool. 150 CONTINUÏTEITSCONTROLE WAARSCHUWING: Om elektrische schok te voorkomen, meet nooit continuïteit op stroomkringen of snoeren waar voltage op staat. NL 1 Stel de bereikschakelaar in naar de positie. 2 Doe de zwarte teststekker in de COM contactdoos en de rode teststekker in de positieve contactdoos. 3 Druk op de MODUS knop tot dat “ “ op het scherm verschijnt. 4 Raak met de testsonde de stroomkring of het snoer aan dat u wenst te controleren. 5 Als de resistentie lager is dan 30Ω, zal het hoorbare signaal klinken. Het scherm zal ook de eigenlijke resistentie in ohm tonen. 151 DIODE TEST WAARSCHUWING: Om elektrische schok te voorkomen, test geen diode waar voltage op staat NL 1 Stel de functieschakelaar in naar de positie. 2 Doe de zwarte teststekker in de COM contactdoos en de rode teststekker in de contactdoos. 3 Druk op de MODUS knop tot dat “ ” op het scherm verschijnt. 4 Raak met de testsonde de diode of halfgeleider lagentransistor aan die u wenst te controleren. Let op de aflezing van de meter. 5 Draai de polariteit van de sonde om door de sondepositie om te draaien. Let op deze aflezing. 6 De diode of lagentransistor kan als volgt worden geëvalueerd. • Als één aflezing een waarde toont en de andere aflezing OL toont, is de diode goed. • Als beide aflezingen OL tonen, is het apparaat open. • Als beide aflezingen erg laag zijn of nul, heeft het apparaat kortsluiting. Opmerking: De waarde getoond op het scherm tijdens de diode controle is het voorwaartse voltage. 152 CAPACITEITSMETING WAARSCHUWING: Om elektrische schok te voorkomen, ontlaadt de condensator die getest wordt voor de meting. Opmerking: Voor erg grote warden van capiciteitsmeting kan het een aantal minuten duren voordat de uiteindelijke aflezing stabiliseert. De LCD toont DSC tijdens het ontladen. Ontladen door de chip is nu aardig langzaam. Wij bevelen de gebruiker aan om de condensator te ontladen met een ander apparaat. 153 NL 1 Stel de functieschakelaar in naar de CAP capaciteitspositie. 2 Doe de zwarte banaanstekker in de negatieve COM contactbus en de rode banaanstekker in de positieve CAP contactbus. 3 Raak met de testsonde over het gedeelte ervan tijdens test. 4 Lees de capaciteitswaarde in het scherm. 5 Het scherm zal het juiste decimale punt tonen en de waarde. FREQUENTIEMETING 1 Stel de functieschakelaar in naar de Hz positie. 2 Doe de zwarte banaanstekker in de negatieve (COM) contactbus en de rode banaanstekker in de positieve Hz contactbus. 3 Raak met de testsonde de stroomkring aan die getest wordt. 4 Lees de frequentie in het scherm. De digitale aflezing zal het juiste decimale punt tonen, symbolen (kHz, MHz) en de waarde. NL TEMPERATUURMETING 1 Stel de functieschakelaar in naar de ºC positie. 2 Doe de temperatuursonde in de invoercontactbussen en let daarbij op de juiste polariteit. 3 Druk op de MODUS knop tot dat “ºF of ºC” op het scherm verschijnt. 4 Raak met de kop van de temperatuursonde het deel aan waarvan u de temperatuur wenst te meten. Houdt de sonde tegen het deel dat getest wordt aan tot de aflezing stabiliseert (ongeveer 30 seconden). 5 Lees de temperatuur in het scherm. Opmerking: De temperatuursonde is uitgerust met een type K mini aansluiter. Een mini aansluiter tot banana aansluiter adapter wordt geleverd voor de aansluiting op de invoer banaan contactbussen. 154 SPECIFICATIES TECHNISCH: Isolatie: Klasse 2, Dubbele isolatie. Categoria sovratensione: CATIV 600V. Scherm: Polariteit: Over-bereik: Batterij bijna leeg: indicatie Metingsgraad: Auto power uit: Gebruiksomgeving: Bewaartemperatuur: 11000 counts LCD scherm Automatische, (-) negative polariteitsindicatie. “OL” markeringsindicatie. Een batterij symbool wordt getoond wanneer het voltage van de batterij. onder het werkingsniveau valt. 4 keer per seconde nominaal. Meter schakelt automatisch uit na ongeveer 15 minuten van . inactiviteit. -10°C tot 50°C (14°F tot 122°F) bij < 70 % relatieve vochtigheid. -30°C tot 60°C (-4°F tot 140°F) bij < 80 % relatieve vochtigheid. 155 NL Opmerking: Deze meters voldoen aan de CAT III en CAT IV IEC 610101 maatstaven. De IEC 61010 veiligheidsmaatstaf begrenzen vier overvoltage categorieën (CAT I tot IV) gebaseerd op de omvang van gevaar van stroomstoten. CAT III meters zijn ontworpen om te beschermen tegen stroomstoten in bestaande uitrustingsinstallaties op het distributie niveau; CAT IV meters zijn ontworpen om te beschermen tegen stroomstoten van het primaire leveringsniveau (boven de grond of onder de grond nutsbedrijf). Maximum voltage tussen een terminal en aarding: 600V DC/AC RMS Relatieve vochtigheid: Voor gebruik binnenshuis: max. hoogte Vervuilingsgraad: Veiligheid: Power: Afmetingen: Gewicht: 90% (0°C tot 30°C); 75%(30°C tot 40°C); 45%(40°C tot 50°C); Werking:3000m, Opslag 10,000m. 2 Het instrument voldoet aan IEC/EN 61010-1:2001-02 en IEC/EN. 61010-031:2002 Één 9V batterij , NEDA 1604, IEC 6F22. 182 (H) x 82 (B) x55 (D) mm Ong.: 375g. NL 156 Nauwkeurigheid Nauwkeurigheid wordt gegeven bij 18 °C tot 28 °C (65 °F tot 83 °F), minder dan 70 % RH DC Voltage (Auto-bereik) Bereik 110.00mV 1,1000V 11.000V 110,00V 600,0V ±0.8% van rdg ±6 getallen ±1,2% van rdg ±5 getallen 8.98MΩ. 600Vdc of 600Vac. AC Voltage (Auto-bereik) Bereik 110.00mV 1,1000V 11.000V 110,00V 600,0V Nauwkeurigheid ±0.8% van rdg ±10 getallen NL Invoer Impedantie: Maximale invoer: Resolutie 0,01mV 0,1mV 1mV 10mV 100mV Resolutie 0,01mV 0,1mV 1mV 10mV 100mV Nauwkeurigheid ±0.8% van rdg ±10 getallen ±1.5% van rdg ±10 getallen 157 ±2% van rdg ±10 getallen Alle AC voltage bereiken zijn vermeld van 5% van bereik tot 100% van bereik Invoer Impedantie: 9.7MΩ. AC Reactie: 50 Hz 60Hz Maximale invoer: 600Vdc of 600Vac rms. DC Stroom (Auto-bereik) Bereik 110.00µA 1100.0µA 11.000mA 110,00mA 10.000A Resolutie 0.01µA 0.1µA 1µA 10µA 1mA NL Bescherming tegen Overbelasting: Maximale invoer: Nauwkeurigheid ±1,5% van rdg ±5 getallen ±1,5% van rdg ±10 getallen ±2,5% van rdg ±10 getallen 0.2A / 600V en 10A / 1000V Zekering. 110µA dc op µA bereik 110mA dc op mA bereik 10A dc op 10A bereik 158 Bereik Resolutie 110.00µA 0.01µA 11.000mA 1µA 1100.0µA 110.00mA 10.000A Nauwkeurigheid ±1,8% van rdg ±8 getallen 0.01µA ±2,0% van rdg ±10 getallen 10µA 1mA Bescherming tegen Overbelasting: AC Reactie: Maximale invoer: ±3,0% van rdg ±8 getallen 0.2A / 600V en 10A / 1000V Zekering. 50 Hz tot 60 Hz 110µA ac rms op µA 110mA ac rms op mA 10A ac rms op 10A bereik 159 NL AC Stroom (Auto-bereik) Bereik 11.000nF 110.00nF 1.1000uF 11.000uF 110.00uF 1.1000mF 11.000mF 40.00mF Invoerbescherming: Resolutie 1pF 10pF 0.1nF 1nF 0.01µF 0.1µF 1µF 10µF Nauwkeurigheid ±5.0% van rdg ±0.7nF ±5,0% van rdg ±20 get ±3.0% van rdg ±10 get ±10% van rdg ±10 get niet gespecificeerd 600V dc of 600Vac rms. NL Capaciteit (Auto-bereik) 161 Frequentie (Auto-bereik) Bereik 1100.0Hz 11.000kHz 110,00kHz 1.1000MHz 11.000MHz 110.00MHz Gevoeligheid: Gevoeligheid: Invoerbescherming: Resolutie 0.1Hz 1Hz 10Hz 100Hz 1kHz 10 kHz Nauwkeurigheid ±1,5% van rdg ±5 get ±1,2% van rdg ±5 get ±1,5% van rdg ±8 get >0.5V RMS terwijl ≤1MHz >3V RMS terwijl >1MHz 600V dc of 600Vac rms NL 162 Bereik Resolutie Nauwkeurigheid -25.6°F ~ 2000°F 0.1°F ±3% van rdg ±8 °F -32°C ~ 1000°C 0.1 °C Sensor: Bescherming tegen overbelasting: Diode Test Teststroom ±3% van rdg ±5 °C Type K Thermokoppel 600V dc of ac rms. Resolutie 1Ma typisch/Open MAX.3V 1 mV Voltage open stroomkring: MAX. 3V dc Bescherming tegen overbelasting: 600V dc of ac rms. Hoorbare continuïteit Hoorbare drempel: Bescherming tegen overbelasting: Nauwkeurigheid ±10% van rdg ±5 getallen Minder dan30Ω Teststroom MAX. 1.5mA 600V dc of ac rms. 163 NL Temperatuur Accessoires Bijgeleverde accessoires: Standaard Rood/Zwart snoerenset met testsondes WAARSCHUWING: Om elektrische schok te voorkomen, gebruik uw meter niet wanneer de bedekking van de batterij verwijderd is. NL 164 INSTALLATIE BATTERIJ WAARSCHUWING: Om elektrische schok te voorkomen, ontkoppel testsnoeren van een voltagebron voordat de bedekking van de batterij verwijderd wordt. Gebruik het instrument niet met de bedekking van de batterij verwijderd. Opmerking: Als uw meter niet goed werkt, controleer de zekeringen en de batterij om u ervan te verzekeren dat ze nog steeds goed zijn en op de geode manier erin gezet. 165 NL 1 Ontkoppel de testsnoeren van de meter. 2 Open de bedekking van de batterij door de schroef losser te maken met gebruik van een Philips kopschroevendraaier. 3 Doe de batterij in de batterijhouder, rekening houdend met de juiste polariteit. 4 Zet de bedekking van de batterij terug op zijn plaats. Zet vast met twee schroeven. VERVANGEN VAN DE ZEKERINGEN WAARSCHUWING: Om elektrische schok te voorkomen, ontkoppel testsnoeren van een voltagebron voordat de bedekking van de batterij/zekering verwijderd wordt. 1 Ontkoppel de testsnoeren van de meter en het item dat getest wordt. 2 Open de zekeringsklep door de schroef op de klep losser te maken met gebruik van een Philips kopschroevendraaier. 3 Verwijder de oude zekering uit zijn houder door het zachtjes eruit te trekken. 4 Installeer de nieuwe zekering in de houder. 5 Gebruik altijd een zekering voor de juiste maat en waarde (0.2A/600V snelle doorsmelting voor het 110mA bereik, 10A/1000V snelle doorsmelting voor het 10A bereik). 6 Zet de zekeringsklep terug op zijn plaats. Doe de schroef erin en zet het stevig vast. NL WAARSCHUWING: Om elektrische schok te voorkomen, gebruik uw meter niet wanneer de zekeringsklep verwijderd is en niet stevig vast zit 166 ONDERHOUD & REINIGING: NL • Reparaties en onderhoud worden niet in deze handleiding besproken en mogen alleen door hiervoor bevoegd personeel worden uitgevoerd. • Wrijf de behuizing regelmatig af met een droge doek. Gebruik op dit instrument geen schuurmiddelen of oplosmiddelen. • Tijdens het onderhoud mag u alleen aangegeven reserveonderdelen gebruiken. Verklaring van EC conformiteit Product 1760 /RMS is conform met richtlijn 2004/108/EC van de Europese Commissie met betrekking tot ECM elektromagnetische compatibiliteit. 167
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196

Beta 1760/RMS Handleiding

Categorie
Multimeters
Type
Handleiding