NordicTrack NETL16807.0 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Sticker met
Serienummer
Modelnr. NETL16807.0
Serienr.
OPGELET
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding door voordat u dit appa-
raat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op
uw volledige tevredenheid.
Mocht u nog vragen hebben,
mochten sommige onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn
neem dan contact op met de win-
kel waar u dit produkt hebt ge-
kocht.
Onze website:
www.iconsupport.eu
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
GEBRUIKSAANWIJZING
Met Universele iPod-Dock
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
HOE DE BORSTKAS-SENSOREN TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laataste Pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laataste Pagina
2
NordicTrack is een merk van ICON IP, Inc.
iPod is een handelsmerk van Apple Computer, Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen.
De stickers met waarschuwing hier getoond zijn op
de aangegeven plaatsen geplakt. Bel, wanneer
een sticker ontbreekt of niet leesbaar is, het
nummer op de kaft van deze handleiding en
vraag voor een vervangsticker. Plak de sticker
op de aangegeven plaats.
Opmerking: De sti-
ckers worden niet op ware groote weergegeven.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is bij-
zonder belangrijk voor mensen ouder dan 35
of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven
is.
4. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen, luch-
troosters blokkeert. Leg een kleed onder de
loopband om de vloer te beschermen.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe-
gevoegd.
7. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die
minder dan 145 kg wegen worden gebruikt.
9. Laat nooit meer dan een persoon op de loop-
band.
10. Draag geschikte kleding wanneer u de loop-
band gebruikt. Draag geen losse kleding die
in de loopband verstrikt kan raken.
Sportkleding voor mannen en vrouwen aan-
bevolen. Gebruik de loopband nooit op blote
voeten, op sokken of op sandalen. Draag al-
tijd sportschoenen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 14). Geen elk ander appa-
raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
12. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, ge-
bruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of
korter.
13. Houd de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elec-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het electrische snoer of
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 29 als de loopband
niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN
TE SCHAKELEN op pagina 16).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de hand-
leuningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om schok-
kende versnellingen te voorkomen.
18. De polssensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van
de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van
de metingen beïnvloeden. De polssensor is
alleen als hulpmiddel bedoeld voor algemene
hartslag meting.
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico van
ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het
gebruik van dit produkt.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
19. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, het
stroomsnoer en zet de reset/off-schakelaar
op de off-positie als u de loopband niet ge-
bruikt. (Raadpleeg de tekening op pagina 6
voor de positie van de stroomschakelaar.)
20. Zorg ervoor dat de loopband goed gemon-
teerd is voordat u het neerlaat, opbergt, or
verplaatst. (Zie MONTAGE op pagina 7, en de
LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
op pagina 27.) Om de loopband te verplaat-
sen, neer te laten, of op te bergen, moet u 20
kg kunnen tillen.
21. Als u de loopband opklapt of verplaatst, zorg
ervoor dat het onderstel altijd gezekerd is in
de opbergstand.
22. Steek geen enkel onderwerp in welke opening
dan ook van de loopband.
23. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
24.
GEVAAR:Trek de stekker altijd direct na
gebruik van de loopband uit het stopcontact.
Eveneens de stekker uit het stopcontact trekken
vóór het schoonmaken van de loopband, voor
het plegen van onderhoud en voor het bijrege-
len zoals beschreven is in deze handleiding.
Verwijder nooit de motorkap tenzij een techni-
cus dat aangeeft. Ander onderhoud dan dat-
gene wat vermeld staat in deze handleiding
moet door een technicus uitgevoerd worden.
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge-
bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet com-
mercieel of voor verhuur.
26. Om het risico op een elektrische schok te ver-
mijden, verwijder nooit het deksel of de ach-
terkant van de televisie. Deze onderdelen
kunnen niet door een gewone gebruiker wor-
den gewijzigd. Laat het onderhoud over aan
gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
27. Om de loopband en de TV tijdens een elektri-
sche storm te beschermen, trek de stekker uit
het stopcontact en schakel het kabeltelevisie-
systeem uit. Zo kunt u schade vermijden in
geval van blikseminslag en stroomschomme-
lingen.
28. Als het onderhoud of reparaties aan de loop-
band of de televisie voltooid zijn, vraag dan
aan het onderhoudspersoneel om alle veilig-
heidscontroles uit te voeren ter bevestiging
van de goede werking van het toestel.
Opmerking voor de CATV-systeeminstallateur:
Raadpleeg de plaatselijke voorschriften voor de
aarding.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Stroomsnoeren
Aardings-
Klemmen
75 Ohm Aansluiting
Huisaansluitings
Apparatuur
Aardingselectrodesyste
em voor de
Stroomaansluiting (b.v.
Metalen Waterbuis
Binnenshuis)
Huisaansluiting
6
Gefeliciteerd met uw keuze voor de revolutionaire
NordicTrack
®
C 3000 loopband met Universele iPod-
Dock. De C 3000 loopband bevat verschillende opties
ontworpen om het oefenen thuis meer aangenaam en
effectief te maken. En wanneer u de loopband niet ge-
bruikt kunt u de C 3000 loopband inklappen zodat hij
minder ruimte in beslag neemt dan andere loopban-
den.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voordat u de loopband begint te gebruiken.
Raadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog
vragen hebben nadat u de handleiding hebt doorgele-
zen. Voordat u met ons contact opneemt, schrijf het
productnummer en serienummer even op. De plaats
waar u beide stickers kunt vinden wordt op de kaft van
de handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de te-
kening hieronder en de verschillende onderde
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Staander
Polssensor
Sleutel/Klip
Reset/off
Stroomonderbreker
Loopband
Platformkussen
Voetkussentje
Bijstelbouten voor
de Achterroller
Bedieningspaneel
Accessoire Houder
7
MONTAGE
De montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en
verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft.
Opgelet: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens het
vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking be-
vindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de bovenkant
van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
Tijdens de montage zult u de meegeleverde inbussleutels , rubber hamer , uw eigen kruiskop-
schroevendraaier , en engelse sleutels nodig hebben , und schaar .
Bekijk de tekeningen hieronder om u te helpen met het zoeken naar onderdelen. Het nummer tussen haakjes
onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind van
deze handleiding. Het getal na de haakjes geeft het aantal onderdeeltjes aan wat nodig is voor de montage.
Opmerking: Als er een onderdeel onderbreekt, controleer of het onderdeel vooraf is gemonteerd. Om
schade aan de plastic onderdelen te vermijden, gebruik nooit elektrisch gereedschap voor de montage.
3/8" Moer (8)–3
Tussenstuk van de
Kussen van de
Basis (13)–2
3/8"
Sterring
(9)–4
5/16"
Sterring
(10)–6
#8 x 1"
Schroef (2)–4
3/8" x 4 1/4" Bout (6)–4
3/8" x 2" Bout (4)–3
Tussenstuk van het
Bout (80)–4
5/16" x 1 1/4"
Bout (7)–6
1/4" x 3/4"
Bout (5)–4
1. Zorg ervoor dat het snoer uit het stopcontact
getrokken is.
Verwijder de 3/8" Moer (8), de 3/8" x 2" Bout (4)
en de transportbeugel (A) van de Basis (83).
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
loopband. Gooi de transportbeugel weg; de
Moeren en Bouten worden in stap 3 en 6 ge-
bruikt.
83
4
A
8
1
4. Neem de Rechter Staander (78) en het
Tussenstuk van de Rechter Staander (79), die
met stickers gemarkeerd zijn. Steek de Draad
van de Staander (38) door het Tussenstuk van
de Rechter Staander.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band van de Rechter Staander (78) vast aan het
uiteinde van de Draad van de Staander (38). Met
de hulp van een tweede persoon, houd de
Rechter Staander bij de Basis (83). Trek dan aan
het andere uiteinde van de draadband totdat de
Draad van de Staander helemaal door de Rechter
Staander geleid is.
3. Maak een Wiel (84) vast met een 3/8" x 2" Bout
(4) en de 3/8" Moer (8) die u in stap 1 hebt ver-
wijderd.
Draai de Moer niet te strak vast; het
Wiel moet vrij kunnen bewegen.
83
4
8
3
84
2. Zorg ervoor dat het snoer uit het stopcontact
getrokken is.
Met de hulp van een tweede persoon, leg zoals
getoond de loopband voorzichtig op zijn linker-
kant. Klap het Onderstel (56) gedeeltelijk in zodat
de loopband stabieler is;
klap het Onderstel nog
niet helemaal in.
Snijd de opbinddraad rond de Draad van de
Staander (38) aan de Basis (83) los. Oriënteer de
opbinddraad in het aangegeven gat in de Basis en
gebruik de opbinddraad om de Draad van de
Staander uit het gat te trekken.
Maak het Kussen van de Basis (81) aan de Basis
(83) vast op de aangegeven plaats met een
Tussenstuk voor het Kussen van de Basis (13) en
een #8 x 1" Schroef (2). Maak het Kussen van de
Basis (81) met een #8 x 1" Schroef (2) vast.
83
2
56
81
2
81
2
38
Gat
13
83
38
78
79
Draadband
38
4
Draad
Opbind-
draad
78
38
8
9
6. Til, met hulp van een tweede persoon, de loop-
band voorzichtig op zijn rechterkant zoals aan-
gegeven. Klap het Onderstel (56) gedeeltelijk in
zodat de loopband stabieler is;
klap het
Onderstel nog niet helemaal in.
Maak het Kussen van de Basis (81) op de aan-
gegeven plaats aan de Basis (83) vast met een
#8 x 1" Schroef (2) en een Tussenstuk voor het
Kussen van de Basis (13). Maak een ander
Kussen van de Basis (81) vast met een #8 x 1"
Schroef (2).
Maak een Wiel (84) vast met een 3/8" x 2" Bout
(4) en de 3/8" Moer (8) die u in stap 1 hebt ver-
wijderd.
Draai de Moer niet te strak vast; het
Wiel moet vrij kunnen draaien.
7. Steek de AV-kabel van de Staander (116) door
het gat in de Basis (83), het Tussenstuk van de
Linker Staander (76) en door de Linker
Staander (74).
Zet het Tussenstuk van de Linker Staander (76)
op de Basis (83). Met de hulp van de tweede
persoon, houd een Tussenstuk van de Bout (80)
bij het onderste uiteinde van de Linker Staander
(74). Steek een 3/8" x 4 1/4" Bout (6) met een
3/8" Sterring (9) in de Linker Staander en het
Tussenstuk van de Bout.
Herhaal deze stap
met een tweede Tussenstuk van de Bout
(80), een 3/8" x 4 1/4" Bout (6) en een 3/8"
Sterring (9).
Zet de Linker Staander op het
Tussenstuk van de Linker Staander.
Draai de 3/8" x 4 1/4" Bouten (6) met uw vingers
vast;
draai de Bouten nog niet strak vast.
Leg met de hulp van een tweede persoon de
loopband neer zodat de Basis (83) plat op de
vloer ligt.
5. Zet het Tussenstuk van de Rechter Staander
(79) op de Basis (83). Zorg ervoor dat Draad
van de Staander (38) niet gekneld raakt.
Met
de hulp van een tweede persoon, houd een
Tussenstuk van de Bout (80) in het onderste uit-
einde van de Rechter Staander (78). Steek een
3/8" x 4 1/4" Bout (6) met een 3/8" Sterring (9)
in de Rechter Staander en het Tussenstuk van
de Bout.
Herhaal deze stap met een tweede
Tussenstuk van de Bout (80), een 3/8" x 4
1/4" Bout (6) en een 3/8" Sterring (9).
Plaats
dan de Rechter Staander op het Tussenstuk
van de Rechter Staander.
Draai de 3/8" x 4 1/4" Bouten (6) met uw vingers
vast;
draai de Bouten nog niet strak vast.
76
74
6
83
116
7
6
83
84
56
8
81
2
4
79
78
6
5
38
9
9
83
80
80
2
81
13
10
8. Met de hulp van een tweede persoon, houd het
onderstel van de handleuning bij de Rechter
Staander (78) en de Linker Staander (74). Verbind
de Draad van de Staander (38) met de draad van
het bedieningspaneel. zie de afbeelding.
De con-
nectors moeten gemakkelijk naast elkaar
schuiven en op hun plaats klikken.
Als dit niet
gebeurt, draai dan een van de aansluitingen en
probeer het opnieuw. ALS DE CONNECTORS
NIET GOED ZIJN AANGESLOTEN, KAN HET
BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN
WANNEER DE STROOM WORDT INGESCHA-
KELD.
Verbind de AV-kabel van de Staander (116) van
de Linker Staander (74) met de 30" AV-Kabel
(118).
Maak de draadverbinding vast aan Draad van de
Staander (38).
9. Plaats het onderstel van de handleuning op de
Staanders (74, 78). Zorg ervoor dat de draden
niet bekneld raken.
Maak het onderstel van de handleuning aan de
Staanders (74, 78) vast met zes 5/16" x 1 1/4"
Bouten (7) en zes 5/16" Sterringen (10) zoals
aangegeven.
Zie montage stap 5 en 7. Draai de 3/8" x 4 1/4"
Bout (6).
10. Met de hulp van een tweede persoon, houd het
onderstel van het bedieningspaneel bij het on-
derstel van de handleuning. Verbind de vijf dra-
den van het onderstel van het bedieningspaneel
met de vijf draden van het onderstel van de
handleuning. Raadpleeg de inzet-tekening van
stap 8.
De connectors moeten gemakkelijk
naast elkaar schuiven en op hun plaats klik-
ken.
Als dit niet gebeurt, draai dan een van de
aansluitingen en probeer het opnieuw. ALS DE
CONNECTORS NIET GOED ZIJN AANGE-
SLOTEN, KAN HET BEDIENINGSPANEEL
BESCHADIGD RAKEN WANNEER DE
STROOM WORDT INGESCHAKELD.
78
74
118
116
Draadband
8
7
10
74
Onderstel van de
Handleuning
9
Draad van het
Bedieningspaneel
10
38
Draad
van het
Bedieni
ngspa-
neel
Onderstel
van de
Handleuning
38
78
7
7
7
10
10
10
Draden
Draad van het
Bedieningspaneel
Draden
Onderstel van
de Handleuning
12. Neem het Sluitknop (53). Verwijder de opbind-
draad aan het einde van de buis. Zorg ervoor
dat de houder over het aangegeven gat is ge-
schoven en de Veerslotknop (54) in het gat
vastzit.
Trek aan de houder om te controleren
of hij goed vastzit.
54
Beschermhuls
Gat
Buis
53
11. Steek de draden van het onderstel van het be-
dieningspaneel in het onderstel van de handleu-
ning.
Maak het onderstel van het bedieningspaneel
aan het onderstel van de handleuning vast met
vier 1/4" x 3/4" Bouten (5).
Zorg ervoor dat de
draden niet beklemd raken.
Bedieningspaneel
5
5
Draden
Onderstel van
de
Handleuning
11
12
13. Til het Onderstel (56) tot de aangegeven hoogte
op. Laat een tweede persoon het Onderstel
vasthouden totdat deze stap voltooid is.
Oriënteer het Sluitknop (53) zodat het lange
staafje en de Veerslotknop (54) in de aangegeven
positie staan. Maak de Vergrendelingsbeugel (14)
en het Sluitknop (53) aan de Basis (83) vast met
twee 3/8" x 2" Bouten (4) en twee 3/8" Moeren
(8).
Maak het bovenste uiteinde van het Sluitknop (53)
aan de beugel op het Onderstel (56) vast met een
3/8" x 2" Bout (4) en een 3/8" Moer (8).
Opmerking: Waarschijnlijk moet u het Onderstel
naar voren en naar achteren bewegen om het
Sluitknop op dezelfde hoogte als de beugel te
brengen.
Laat het Onderstel (56) (raadpleeg HOE DE
LOOPBAND TE VERPLAATSEN op pagina 28).
53
8
8
Groot
Barrel
83
4
56
14
13
4
14. Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Verwijder, indien aanwe-
zig, de dunne plastic velletjes over de stickers op de loopband. Leg een matje onder de loopband om uw vloerbe-
dekking te beschermen. Opmerking: Het kan zijn dat er extra onderdelen zijn. Bewaar de meegeleverde inbussleu-
tels op een veilige plaats. De inbusssleutel is voor het bijstellen van de band (zie pagina 30-31).
54
11
12
Om de televisie in te schakelen, moet u een 75 ohm CATV-kabel aan de 75 ohm-terminal van de loopband
verbinden, een video- of DVD-speler aan de audio/video-aansluiting of een draagbare audio/video-speler
op de audio/video-aansluiting van het bedieningspaneel aansluiten.
Opmerking: Gebruik een CATV-kabel om
een extern toestel, zoals een kabelontvanger, een analoge kabelontvanger, satelliet-TV-ontvanger of een video,
aan te sluiten. De CATV-kabel wordt niet bijgeleverd.
HOE EEN 75 OHM CATV-KABEL AAN TE SLUITEN
1. Verbind een 75 ohm
CATV-kabel aan de 75
ohm aansluiting op het
onderstel van de loop-
band naast het
stroomsnoer.
HOE EEN EXTERN TOESTEL AAN TE KOPPELEN
MET EEN CATV-KABEL
1. Verbind één uiteinde van een 75 ohm CATV-kabel
aan de 75 ohm-aansluiting van uw extern toestel.
2. Sluit uw extern toestel op het lichtnet aan.
Raadpleeg de handleiding van uw extern toestel
voor instructies voor een geschikte aarding.
3. Verbind de 75 ohm CATV-kabel aan de 75 ohm-ter-
minal op het onderstel van de loopband naast de
staanders.
HOE EEN DVD- OF VIDEO-SPELER OP EEN
AUDIO/VIDEO-AANSLUITING AAN TE SLUITEN
1. Sluit één uiteinde van de RCA-audio/videokabel op
uw DVD- of video-speler aan.
2. Steek de stekker van uw DVD of video-speler in het
stopcontact. Raadpleeg de handleiding van uw
DVD- of video-speler voor instructies voor een ge-
schikte aarding.
3. Verbind de RCA-audio/videokabel met de audio/vi-
deokabel aan de achterkant van het bedieningspa-
neel.
HOE EEN DRAAGBARE AUDIO/VIDEO-SPELER
RECHTSTREEKS OP HET BEDIENINGSPANEEL
AAN TE SLUITEN
Raadpleeg HET GEBRUIKEN VAN HET STEREOGE-
LUIDSYSTEEM TE op pagina 24.
75 Ohm Aansluiting
75 Ohm CATV-kabel
HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN
De borstkas-polsensor bestaat uit twee delen: de
borstkas-band en de sensor (zie de tekening hieron-
der). Steek de gesp van de borstbeugel in het gat aan
één uiteinde van de sensor zoals op de tekening wordt
aangegeven. Druk het uiteinde van de sensor onder
de gesp van de borstkas-band. De flap moet gelijk zijn
met de voorkant van de sensor.
Doe vervolgens de
borstkas-polssensor
om uw borstkas en
maak het andere eind
van de borstkas-band
vast aan de sensor.
Mocht het nodig zijn,
stel dan de lengte
van de band bij. De borstkas-polssensor moet onder
uw kleding gedragen worden, strak tegen uw huid en
hoog onder uw borstspieren of borsten. Zorg ervoor
dat het logo van de sensor naar voren wijst en rechtop
staat.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam
en zoek naar de twee electrodes aan de binnenkant
(de electrodes hebben kleine randjes). Maak beide
electrodes nat met een zoute vloeistof zoals wat spug
of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug
tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD VAN DE
BORSTKAS-SENSOR
Droog de borstkas-polssensor goed na ieder ge-
bruik. De borstkas-polssensor wordt ingeschakeld
wanneer u de electrodes nat maakt en de pols-pols-
sensor draagt. De borstkas-polssensor gaat uit wan-
neer het wordt afgedaan en de electrodes gedroogd
worden. De sensor blijft langer dan nodig branden
en zodoende zullen de batterijen leeg lopen als de
borstkas-polssensor electrodes niet goed gedroogd
worden.
Bewaar de borstkas-polssensor op een warme en
droge plaats.Bewaar de borstkas-polssensor niet in
een plastic zak of enig andere verpakking die vocht
kan vasthouden
Stel de borstkas-polssensor niet lang bloot aan di-
rect zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan -
10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het op-
bergen van de borstkas-sensor niet te veel.
Maak de borstkas-polssensor schoon met een
zachte doek en een beetje niet agressief schoon-
maakmiddel. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol
of chemische producten. U kunt de borstkas-band
met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN MET DE BORSTKAS-SENSOR OP-
LOSSEN
De instructies op de volgende pagina’s leggen uit
hoe u de borstkas-polssensor met het bediening-
spaneel kunt gebruiken. Loop de hieronder ge-
noemde procedures door wanneer de borstkas-
polssensor niet goed werkt.
Zorg ervoor dat u de borstkas-sensor goed draagt
zoals hier links is beschreven. Opmerking: Verplaats
de sensor wat naar boven of naar beneden wanneer
de borstkas-sensor niet goed werkt.
Gebruik wat zoute vloeistof zoals spug of vloeistof
voor contact lenzen om de electrodes van de sensor
nat te maken. Maak de electrodes opnieuw wat nat
wanneer de hartslag metingen pas verschijnen
nadat u begint te transpireren.
Loop of ren zo goed mogelijk op het midden van de
loopband.
Voor de goede weergave van de hart-
slag metingen moet de gebruiker zich op minder
dan een armslengte van het bedieningspaneel
bevinden.
De borstkas-polssensor is ontwikkeld voor mensen
met een normale hartslag. Problemen met de hart-
slagmeting kunnen een medische oorzaak hebben
zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hart-
kloppingen, of aritmie.
De werking van de borstkas-polssensor kan beïn-
vloed worden door magnetische storingen veroor-
zaakt door hoogspanningsdraden en andere electro-
magnetische bronnen. Verplaats de loopband als u
vermoedt dat dit de oorzaak is.
De CR2032 batterij kan vervangen moeten worden
(zie pagina 32).
Borstkas-band
Flappen
Sensor
Flap
Sensor
Gesp
HOE DE BORSTKAS-POLSSENSOR TE GEBRUIKEN
13
14
DE AL INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult
u de loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn.
Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om
zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een
snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd.
BELANGRIJK: Als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fa-
brikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
Bekijk tekening 2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en ge-
aard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen.
BELANGRIJK: De loopband kan niet op een stopcontact met
onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden.
Stopcontact van de
Loopband
1
Stopcontact
2
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is.
Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de
stekker niet in het stopcontact past.
15
DE STICKER MET WAARSCHUWING PLAKKEN
De waarschuwing op het bedieningspaneel is in het en-
gels. Deze waarschuwing bestaat ook in diverse talen op
het inbegrepen vel. Plak de sticker met uw taal op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband is voorzien van
verschillende functies om het meest doeltreffend te oe-
fenen. U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest
de snelheid en de hellingstand van de loopband veran-
deren door een druk op een toets. Het bedieningspa-
neel zal U tijdens uw oefening voortdurend feedback
geven. U kunt zelfs uw hartslag meten met de inge-
bouwde hartslagsensor of borstriem.
Aanvullend biedt het console 24 afval-oefeningen. Elke
oefening beheert automatisch de snelheid en de helling
van de loopband als het u door een effectieve oefening
begeleidt. U kunt ook uw eigen aangepaste oefeningen
creëren. U kunt zelfs een fitnesstest ondergaan die uw
fitnessleeftijd meet.
Het console biedt ook het nieuwe iFIT Interactieve
Workout-systeem. Met het iFIT-systeem kan de con-
sole de iFIT Interactieve Workout-kaarten accepteren
die de oefeningen bevat die u helpt bij het bereiken
van specifieke fitnessdoelen. Verlies bijvoorbeeld on-
gewenste kilo’s met de 8-weekse Afvaloefening, of
train een lange afstandswedstrijd met de marathonoe-
fening. De iFIT-programma’s zullen de loopband auto-
matisch aansturen terwijl de stem van een persoonlijke
trainer u helpt om u te motiveren bij elk onderdeel van
het oefenprogramma.iFIT-kaarten zijn afzonderlijk ver-
krijgbaar.
De iFIT-kaarten zijn ook in bepaalde win-
kels verkrijgbaar.
Als u een handmatige modus of een programma kiest,
dan kunt u naar wens programma’s op uw persoonlijke
televisie zien terwijl u oefent. U kunt tijdens je oefenses-
sie zelfs luisteren naar je lievelingsmuziek of naar inge-
sproken boeken dankzij de stereo-geluidsinstallatie van
het bedieningspaneel en tegelijkertijd uw conditie op peil
houden. Dit product is speciaal ontwikkeld voor gebruik
met de iPod en is door de ontwikkelaar gecertificeerd om
te voldoen aan de Apple-prestatienormen.
Om de elektriciteit in te schakelen, volg de stappen op
pagina 16. Om de handmatige instelling te gebruiken,
raadpleeg pagina 16. Om en afval-oefeningen te ge-
bruiken, raadpleeg pagina 18. Om een leeroefening te
maken en te gebruiken, zie pagina 19 en 20. Om een
aangepaste oefeningencentrum te gebruiken,
raad-
pleeg pagina 21. Om de fitnessleeftijd calculator te
gebruiken, zie pagina 22. Om een iFIT-kaart te ge-
bruiken, zie pagina 23. Om de persoonlikje televisie
te bedienen,
raadpleeg pagina 24. Om de stereoge-
luidsinstallatie te gebruiken, raadpleeg pagina 24. Om
een iFIT-kaart te gebruiken, zie pagina 25.
BEDIENINGSPANEEL
Geïntegreerd universeel Dock voor iPod
16
HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen bloodgesteld is gewesst, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische com-
ponenten beschadigen.
Steek het snoer in (zie pa-
gina 14). Zoek vervolgens
naar de reset/off stroomon-
derbreker op het onderstel
van de loopband bij het
snoer. Plaats de stroomon-
derbreker in de reset positie
Ga vervolgens op de voet-
balken van de loopband
staan. Zoek naar de klip dat
aan de sleutel vastzit (raad-
pleeg tekening benoorden)
en schuif de klip in de band
van uw kleding. Steek dan
de sleutel in het bediening-
spaneel. De display zullen gaan branden.
BELANG-
RIJK: In geval van nood kan de sleutel uit het be-
dieningspaneel getrokken worden zodat de loop-
band tot stilstand komt. Test de klip door een paar
stapjes naar achteren te nemen. Stel de klip wat bij
wanneer de sleutel niet uit het bedieningspaneel
getrokken wordt.
BELANGRIJK: Als er een doorzichtig stuk plastic
op het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het
plastic. Om schade aan de loopband te vermijden,
gebruik altijd propere schoenen als u de loopband
gebruikt. Als u de loopband voor het eerst ge-
bruikt, controleer of de band recht loopt en cen-
treer de loopband als dat nodig is (zie pagina 31).
Opmerking: Het bedieningspaneel kan de snelheid en
afstand in mijlen of kilometers aangeven. Raadpleeg
DE INFORMATIE INSTELLING op pagina 25.
Einfachheitshalber beziehen sich alle Instruktionen in
dieser Bedienungsanleitung auf kilometers.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUI-
KEN
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
hierboven.
2. Kies de handmatige instelling.
Telkens als u de sleutel in het paneel steekt, dan
wordt automatisch de handmatige instelling gese-
lecteerd. Als u een oefening heeft geselecteerd,
drukt u herhaaldelijk op een van de
Leeroefeningtoetsen tot alleen een nul verschijnt in
het display. Opmerking: Zorg ervoor dat er geen
iFIT-kaart in het iFIT-slot zit.
3. Start de loopband en stel de snelheid bij.
Om met de loopband te beginnen drukt u op de
toets Start , de toets Snelheid [SPEED] verhogen
of op een van de genummerde 1-staps snelheid-
toetsen [1 STEP SPEED]..
Als de Starttoets of [START] de Versnellingstoets
wordt ingedrukt dan zal de loopband beginnen te
bewegen met een snelheid van 2 Km/u [km/h]. Als
u een oefening doet, kunt u de snelheid van de
loopband wijzigen door op de Versnellings- of
Vertragings-toetsen te drukken. Telkens als u op
een toets drukt, zal de snelheid worden gewijzigd
met 0,1 Km/u; als u de toets ingedrukt houdt, dan
zal de snelheid met 0,5 Km/u verhogen. Indien u
drukt op een van de 1-staps snelheidsneltoetsen,
zal de snelheid van de loopband in gradaties wor-
den aangepast tot het de gewenste snelheidsin-
stelling bereikt.
Om de loopband te stoppen [ STOP], drukt u op de
toets Stop. Om de loopband opnieuw te starten
drukt u op de toets Start, de toets Snelheid verho-
gen of op een van de genummerde 1-staps snel-
heidtoetsen.
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Om de helling van de loopband aan te passen,
drukt u op helling verhogen of verlagen toetsen of
op een van de 1-staps Hellingtoetsen [1 STEP IN-
CLINE]. Telkens als u op een van de toetsen druk,
zal de helling van de loopband langzaam verande-
ren totdat de gewenste helling wordt bereikt.
Reset
positie
Sleutel
Klip
17
5. Selecteer een weergavestand en volg uw voor-
uitgang met de oefeninginformatie op het
scherm.
Kunt u kiezen tussen drie verschillende display-
weergaves. Naargelang van de displayweergave
zal er verschillende informatie over de oefensessie
worden weergegeven. Druk herhaaldelijk op de
DISPLAY-toets om de gewenste displayweergave
te kiezen.
Als u loopt of rent op de loopband, dan kan het
scherm de volgende oefeninginformatie weergeven:
Als de handmatige stand is geselecteerd, kan
het scherm een pad laten zien dat 400 meter
(1/4 mijl) vertegenwoordigt. Als u op de loop-
band loopt of rent, zullen delen van het pad ach-
ter elkaar verschijnen tot het gehele pad ver-
schijnt. Het pad zal dan verdwijnen en de delen
worden opnieuw achter elkaar getoond.
Opmerking: Het scherm heeft een tunerstand,
een RCA-stand en een MP4-stand. Het spoor
kan alleen worden weergegeven als de MP4-
stand is geselecteerd. Om het pad te zien drukt
u herhaaldelijk op de TV-toets tot het woord MP4
een paar seconden op het scherm verschijnt.
De verstreken tijd. Opmerking: Indien u een oe-
fening selecteert, zal het scherm de resterende
tijd in de oefening weergeven in plaats van de
verlopen tijd.
Het aantal calorieën [CALS.] dat u bij benadering
hebt verbrand
De snelheid [SPEED] van de loopband
En de hellingsgraad [INCLINE] van de loopband.
Opmerking: De hellingshoek van de loopband
wordt alleen weergegeven als u op de
Hellingstoetsen drukt.
De afstand [DISTANCE] die u hebt gelopen of
gewandeld
Uw hartslag. Opmerking: Uw hartslag zal alleen
worden weergegeven als u de handgreep pols-
sensor gebruikt.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u
uw oefening hebt voltooid.
6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
U kunt de handgreep met polssensor of de borst-
kas-sensor gebruiken om uw hartslag te meten. (zie
pagina 13 voor informatie over de borstkas pols-
sensor). Omerking: Indien u de Handgreep pols-
sensor vasthoudt en de Borstkas-polssensor tege-
lijkertijd draagt, zal het console uw hartslag niet
nauwkeurig weergeven.
Voordat u de
handsensoren
gebruikt, ver-
wijder het plas-
tic laagje van
de metalen
contactpunten.
Zorg ervoor
dat uw handen
proper zijn.
Om uw hartslag te meten, S
tap vervolgens op de
voetbalken en houdt de metalen contactpunten
vast—beweeg uw handen niet. Als uw hartslag
wordt opgevangen zal uw hartslag worden ge-
toond.
Voor een juiste hartslagmeting houd de
contactpunten ongeveer 15 seconden vast.
7. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop-
toets en stel de hellingstand in de laagste positie.
De helling van de loopband moet zich in de laag-
ste stand bevinden wanneer u de loopband wilt
opbergen anders kan de loopband beschadigd
worden.
Trek vervolgens de sleutel uit het bedie-
ningspaneel en bewaar het op een veilige plaats.
Wanneer u klaar bent met de loopband te gebrui-
ken, plaats de stroomonderbreker in de “off” positie
en neem het snoer uit het stopcontact.
BELANG-
RIJK: Als u dit niet doet kunnen de elektrische
onderdelen te snel slijten.
Contactpunten
18
HET GEBRUIK VAN EEN AFVALOEFENING
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SHA-
KELEN op pagina 16.
2. Selecteer een afvaloefening.
Voor het selecte-
ren van een afval-
oefening drukt u
herhaaldelijk op de
Afvaloefeningtoet-
sen [WEIGHLOSS
WORKOUTS]. Als
u een afvaloefening heeft geselecteerd, zal het oe-
feningnummer op het scherm verschijnen. Het
scherm geeft ook de oefeningtijd, de maximale
snelheid, de instelling van de helling van de oefe-
ning en een profiel van de snelheidsinstellingen
van de oefening weer.
Elke afvaloefening is verdeeld in 1-minuut segmen-
ten. Leder segment heeft één instelling voor de
helling en voor de snelheid. Opmerking: dezelfde
snelheid en/of helling instelling(en) kan/kunnen
voor opeenvolgende segmenten worden gepro-
grammeerd.
3. Druk op de Starttoets om het programma te
laten beginnen.
Even nadat u op de toets Start heeft gedrukt, zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan de
eerste snelheid en hellingsinstelling van de oefe-
ning. Houd de handleuningen vast en begin te
stappen.
Als het eerste gedeelte van de oefening is beëindigd
zal een reeks geluidjes te horen zijn. Als de snelheid
en/of de helling van de loopband gaat wisselen, zul-
len de nieuwe snelheidsinstelling en/of de hellingsin-
stelling op het scherm verschijnen om u te waar-
schuwen en de pijl onder het oefeningenprofiel zal
één positie naar rechts verschuiven. De loopband
past automatisch de snelheid en de hellingsinstellin-
gen die zijn geprogrammeerd voor het tweede ge-
deelte, aan. Opmerking: Het scherm heeft een tu-
nerstand, een RCA-stand en een MP4-stand. Het
oefeningenprofiel kan alleen worden weergegeven
als de MP4-stand of de RCA-stand is geselecteerd.
Om het oefeningenprofiel te zien drukt u herhaalde-
lijk op de TV-toets tot het woord RCA of het woord
MP4 een paar seconden op het scherm verschijnt.
De oefening gaat zo verder tot het laatste segment
is uitgevoerd. De loopband zal dan langzaam tot
stilstand komen.
Als de snelheid of de hellingsinstelling te hoog of te
laag is kunt u de instelling handmatig overschrijven
via de toetsen Snelheid [SPEED] en Helling [IN-
CLINE].
Opmerking: Echter, als het volgende
onderdeel van de oefening begint, zal de loop-
band zich automatisch aanpassen aan de snel-
heid en hellinginstellingen voor het volgende
onderdeel.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop. Om het workout
opnieuw te starten, druk op de Start-toets of de
Versnellingstoets. De loopband zal beginnen te
draaien met een snelheid van 2 km/u. De loopband
zal wanneer het volgend segment van het workout
start automatisch de snelheid en de helling van het
volgende segment instellen.
4. Selecteer een weergavestand en volg uw voor-
uitgang met de oefeninginformatie op het
scherm.
Zie stap 5 op pagina 17.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 17.
6. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 17.
Oefeningenprofiel
HET CREËREN VAN EEN LEEROEFENING
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Raadpleeg HOE DE STROOM IN TE SHAKELEN
op pagina 16.
2. Selecteer een van de vier leeroefeningen.
Voor het selecte-
ren van een leer-
oefening drukt u
herhaaldelijk op de
Leeroefeningtoet-
sen. Als u een
leeroefening heeft
geselecteerd, zal het oefeningnummer op het
scherm verschijnen. Het scherm geeft ook de oefe-
ningtijd, de maximale snelheid, de instelling van de
helling van de oefening en een profiel van de snel-
heidsinstellingen van de oefening weer.
3. Druk op de toets Start en programmeer de ge-
wenste snelheid en hellingsinstellingen.
Kort nadat u op de toets Start heeft gedrukt, begint
de loopband te bewegen. Houd de handleuning
vast en begin te stappen.
Elke leeroefening is verdeeld in diverse 1-minuut
segmenten. Ieder segment heeft één instelling
voor de helling en één instelling voor de snelheid.
De snelheid van het eerste segment zal in de eer-
ste kolom van het Huidig Segment van de piste op-
flikkeren. Om een snelheid en een helling instelling
voor uw eerste segment te programmeren stelt U
gewoon de snelheid en de helling van de loopband
in door op de Snelheid en de Helling toetsen te
drukken.
Als het eerste gedeelte van de oefening is beëin-
digd, zal een reeks geluidjes te horen zijn en de
huidige snelheids- en hellingsinstelling worden op-
geslagen in het geheugen. Programmeer een snel-
heids- en hellingsinstelling voor het tweede seg-
ment zoals hierboven is beschreven.
Ga verder met het programmeren van de snel-
heids- en hellingsinstelling tot de oefening is afge-
lopen.
4. Selecteer een weergavestand en volg uw voor-
uitgang met de oefeninginformatie op het
scherm.
Raadpleeg stap 5 op pagina 17.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 17.
6. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 17.
19
Oefeningenprofiel
20
HET GEBRUIK VAN EEN LEEROEFENING
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SHA-
KELEN op pagina 16.
2. Selecteer een van de vier leeroefeningen.
Voor het selecte-
ren van een leer-
oefening drukt u
herhaaldelijk op de
Leeroefeningtoet-
sen. Als u een
leeroefening heeft
geselecteerd, zal het oefeningnummer op het
scherm verschijnen. Het scherm geeft ook de oefe-
ningtijd, de maximale snelheid, de instelling van de
helling van de oefening en een profiel van de snel-
heidsinstellingen van de oefening weer.
3. Druk op de Starttoets om het programma te
laten beginnen.
Kort nadat u op de toets Start heeft gedrukt, zal de
loopband automatisch de eerste snelheid en hel-
lingstand van het programma instellen. Houd u
vast aan de handleuningen en begin te oefenen.
Elke leeroefening is verdeeld in diverse 1-minuut
segmenten. Ieder segment heeft één instelling
voor de helling en voor de snelheid. Opmerking:
dezelfde snelheid en/of helling instelling(en)
kan/kunnen voor opeenvolgende segmenten wor-
den geprogrammeerd.
De leeroefening werkt op dezelfde manier als een
afvaloefening (zie stap 3 op pagina 18).
Indien gewenst kunt u de oefening opnieuw instel-
len terwijl u deze gebruikt.
Om de snelheidsin-
stelling of de hellingsinstelling voor het huidige
segment
te wijzigen dient u eenvoudigweg op de
toetsen Snelheid of Helling te drukken. Als het hui-
dige segment eindigt, zal de nieuwe instelling wor-
den opgeslagen in het geheugen.
Om de loopband tijdelijk te stoppen, drukt u op de
toets Stop. Om de oefening opnieuw te starten,
drukt u op de toets Start. De loopband begint te
bewegen met 2 Km/H. De loopband zal wanneer
het volgend segment van het workout start auto-
matisch de snelheid en de helling van het volgende
segment instellen.
4. Selecteer een weergavestand en volg uw voor-
uitgang met de oefeninginformatie op het
scherm.
Raadpleeg stap 5 op pagina 17.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 17.
6. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 17.
Oefeningenprofiel
21
HET GEBRUIK VAN HET AANGEPASTE
OEFENINGENCENTRUM
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SHA-
KELEN op pagina 16.
2. Selecteer het Aangepaste Oefeningencentrum.
Voor het gebruik van een Aangepast
Oefeningencentrum [CUSTOM WORKOUT CEN-
TER], drukt u op de toenametoets Selecteer
Profiel.
Selecteer een profiel van de snelheidsinstelling van
de oefening, de oefeningtijd, de maximale oefe-
ningsnelheid door herhaaldelijk te drukken op de
toetsen verhogen en verlagen voor elke selectie.
Druk op de toets Start Oefening na elke selectie.
Opmerking: Door op dit moment op de toets Start
Oefening te drukken, zal de aangepaste oefening
niet starten. Indien u niet op de toets Start
Oefening drukt, dan zal het scherm na een paar
seconden verdergaan naar de volgende selectie.
Elke aangepaste oefening is verdeeld in diverse 1-
minuut segmenten. Ieder segment heeft één instel-
ling voor de helling en voor de snelheid.
3. Druk op de toets Start Oefening [START WOR-
KOUT] om met de oefening te beginnen.
Kort nadat u op de toets Start Oefening heeft ge-
drukt, begint de loopband te bewegen. Houd de
handleuningen vast en begin te stappen.
Als het eerste ge-
deelte van de oefe-
ning is beëindigd zal
een reeks geluidjes
te horen zijn. Als de
snelheid en/of de
helling van de loop-
band gaat wisselen,
dan verschijnen de nieuwe snelheidsinstelling en/of
hellingsinstelling op het scherm om u te waarschu-
wen. De pijl onder het oefeningenprofiel zal één po-
sitie naar rechts verschuiven, en de loopband zal
zich automatisch aanpassen aan de snelheid en hel-
linginstellingen voor het volgende onderdeel. Let op:
Het scherm heeft een tunerstand, een RCA-stand en
een MP4-stand. Het oefeningenprofiel kan alleen
worden weergegeven als de MP4-stand of de RCA-
stand is geselecteerd. Om het oefeningenprofiel te
zien drukt u herhaaldelijk op de TV-toets tot het
woord RCA of het woord MP4 een paar seconden
op het scherm verschijnt.
Het workout blijft zo doorgaan totdat het laatste seg-
ment van het profiel begint te flikkeren op de display
en het laatste segment komt tot een eind. De loop-
band zal dan langzaam tot stilstand komen.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de in-
stelling handmatig overschrijven door te drukken op
de toetsen Snelheid en Helling
, als echter het vol-
gende onderdeel van de oefening begint, dan
zal de loopband zich automatisch aanpassen
aan de snelheid en hellinginstellingen voor het
volgende onderdeel.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop. Om het workout
opnieuw te starten, druk op de Start-toets of de
Versnellingstoets [SPEED]. De loopband zal met
een snelheid van 2Km/u beginnen te draaien. De
loopband zal wanneer het volgend segment van
het workout start automatisch de snelheid en de
helling van het volgende segment instellen.
4. Selecteer een weergavestand en volg uw voor-
uitgang met de oefeninginformatie op het
scherm.
Zie stap 5 op pagina 17.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 17.
6. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 17.
Huidig Segment
22
HET GEBRUIK VAN DE FITNESSLEEFTIJD-
CALCULATOR
De Fitnessleeftijdcalculator [FITNESS AGE CALCULA-
TOR] berekent uw geschatte fitnessleeftijd. Uw fitnes-
sleeftijd is de gemiddelde leeftijd van iemand op uw fit-
nessniveau.
Voor de nauwkeurigste resultaten dient u de
Fitnessleeftijdcalculator niet te gebruiken als u moe
bent, gedurende twee uren niet gegeten heeft of als u
gedurende de laatste 24 uur geen oefeningen heeft
gedaan. Volg de stappen hieronder voor het gebruik
van de fitnesstest.
1. De borstkas-polssensor dragen.
U moet de handgreep met polssensor pakken of
de borstkas-polssensor dragen om de
Fitnessleeftijd-calculator te kunnen gebruiken.
Voor de nauwkeurigste resultaten, kunt u het
beste de borstkas-polssensor dragen. Zie pa-
gina 13 voor informatie over de borstkas polssen-
sor.
2. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
op pagina 16.
3. Selecteer de Fitnessleeftijdcalculator.
Om de Fitnessleeftijdcalculator te selecteren, drukt
u op een van de Sexetoetsen [SET GENDER].
Nadat u de Fitnessleeftijdcalculator heeft geselec-
teerd verschijnt het woord VROUW [FEMALE] of
MAN [MALE] op het scherm. Druk op de toets Man
of op de toets Vrouw om uw geslacht te kiezen en
druk daarna op de toets Start Fitnesstest [START
FITNESS TEST]. Opmerking: Door op dit moment
op de toets Start Fitnesstest te drukken, zal de
Fitnessleeftijdcalculator niet starten. Indien u niet
op de toets Start Fitnesstest drukt, dan zal het
scherm na een paar seconden verdergaan naar de
volgende selectie.
Selecteer uw leeftijd [AGE], lengte [HEIGHT] en
gewicht [WEIGHT] door herhaaldelijk te drukken
op de toetsen verhogen en verlagen voor elke se-
lectie. Druk op de toets Start Fitnesstest na elke
selectie.
4. Druk op de toets Start Fitnesstest om met de
fitnesstest te beginnen.
Kort nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loop-
band zich automatisch aanpassen aan de eerste
snelheid en hellingsinstelling van de fitnesstest.
Begin met lopen op de loopband. Opmerking: Voor
de nauwkeurigste resultaten dient u niet de hand-
leuning vast te houden tijden de Fitnessleeftijdcal-
culator.
Tijdens de fitnesstest, zal de snelheid en de helling
van de loopband periodiek wijzigen. De snelheids-
instelling of de hellingsinstelling verschijnen op het
scherm om u voor elke wijziging te waarschuwen.
BELANGRIJK: De toetsen Snelheid en Helling
zullen niet werken tijdens de fitnesstest. Indien
u drukt op de toets Stop, dan zal de fitnesstest
stoppen.
The fitnesstest is gemaakt voor een duur van 9 mi-
nuten. Als de fitnesstest is beëindigd, dan zal de
loopband vertragen en stoppen en zal uw fitnes-
sleeftijd op het scherm verschijnen.
5. Selecteer een weergavestand en volg uw voor-
uitgang met de oefeninginformatie op het
scherm.
Zie stap 5 op pagina 17.
6. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 17.
23
HET GEBRUIK VAN EEN IFIT-KAART
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SHA-
KELEN op pagina 16.
2. Steek een iFIT-kaart in het bedieningspaneel en
selecteer een oefening.
Om een iFIT-programma te gebruiken, steek een
iFIT-kaart in het iFIT-slot; zorg ervoor dat de iFIT-
kaart goed georiënteerd is zodat de metalen con-
tacten naar beneden zijn gericht en de kaart cor-
rect in het iFIT-slot wordt gestoken.
Selecteer vervolgens een iFIT-oefening door te
drukken op de toets iFIT verhogen of verlagen. Als
een iFIT-oefening is geselecteerd zal de display
het oefeningnummer, de oefeningsduur, de maxi-
male hellingsinstelling en de maximale snelheidsin-
stelling van de oefening weergeven.
Elke iFIT-oefening is verdeeld in diverse 1-minuut
segmenten. Ieder segment heeft één instelling
voor de helling en voor de snelheid. Opmerking:
Dezelfde snelheid en/of helling instelling(en)
kan/kunnen voor opeenvolgende segmenten wor-
den geprogrammeerd.
3. Druk op de Starttoets [START] om het pro-
gramma te laten beginnen.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband au-
tomatisch de eerste snelheid en hellingstand van
het workout instellen. Houdt u vast aan de hand-
leuningen en begin te oefenen.
4. Selecteer een weergavestand en volg uw voor-
uitgang met de oefeninginformatie op het
scherm.
Tijdens de oefening zal de stem van uw personal
trainer u door de oefening begeleiden.
Wanneer de snelheids- of de hellingsinstelling op
enig moment tijdens het programma te hoog of te
laag is, kunt u deze handmatig bijstellen door op
de Snelheids- of [SPEED] Hellingstoetsen [IN-
CLINE] te drukken.
Hoe dan ook, de loopband
zal automatisch de snelheid en de helling voor
het volgende segment instellen, wanneer het
volgende segment van het programma start.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop. Om de oefening
opnieuw te starten, drukt u op de toets Start. De
loopband zal beginnen te draaien met een snelheid
van 2 km/u. De loopband zal wanneer het volgend
segment van het workout start automatisch de
snelheid en de helling van het volgende segment
instellen.
5. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 17.
OPGELET: Verwijder de iFIT-kaarten altijd uit
het iFIT-slot als u ze niet gebruikt.
iFIT-slot
iFIT-kaarten
24
HOE DE PERSOONLIJKE TELEVISIE TE BEDIENEN
BELANGRIJK: Voordat u de tv aanzet dient u een
75 ohm CATV-kabel of een videorecorder aan te
sluiten op de 75 ohm-aansluiting van de loopband,
een videorecorder of DVD-speler op de drie
audio/video-aansluitingen, een persoonlijke
audio/video-speler op de audio/video-aansluiting
onder de tv op het console. Zie pagina 12.
Volg de onderstaande stappen om de televisie te be-
dienen.
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SHA-
KELEN op pagina 16.
2. Druk op de toets TV om een televisiebron te se-
lecteren.
Als u de sleutel plaatst, zal de televisie automa-
tisch aangaan. Selecteer een televisiebron door
herhaaldelijk op de toets TV te drukken.
Indien u een 75 ohm CATV-kabel of een videore-
corder heeft aangesloten op de 75 ohm-aansluiting
van de loopband, dient u de tunerbron te selecte-
ren. Indien u een DVD-speler of een videorecorder
heeft aangesloten op de drie audio/video RCA-
aansluitingen, dient u een RCA-bron te selecteren.
Indien u een persoonlijke audio/videospeler heeft
aangesloten op de audio/video-aansluiting onder
de televisie op het console, dient u de MP4-bron te
selecteren.
3. Druk op de Kanaaltoetsen [CHANNEL] om het
gewenste kanaal te kiezen.
Als u de televisie aanzet, zal het scherm het laatst
geselecteerde kanaal weergeven. Om een ander
kanaal te kiezen dient u op de kanaaltoetsen te
drukken. Het nummer van het geselecteerde ka-
naal zal enkele seconden op het scherm verschij-
nen. Om terug te keren naar het laatst geselec-
teerde kanaal, dient u te drukken op de toets
Vorige. Opmerking: de televisie heeft een geheu-
gen om de kanalen op te slaan zodat u rechtst-
reeks naar een ander kanaal in het geheugen kunt
gaan. Voordat u de kanalen op die manier kunt se-
lecteren, moet u ze in het geheugen van de televi-
sie opslaan. Raadpleeg DE INFORMATIE INSTEL-
LING op pagina 25.
4. Druk op de Volume toetsen om het geluidsni-
veau bij te stellen.
Als u op een van de volumetoetsen drukt, zal de
volume-indicator gedurende een paar seconden op
het scherm verschijnen. Om het geluid aan of uit te
zetten kunt u op de toets Dempen drukken.
Om een hoofd- of een oortelefoon (niet inbegre-
pen) te gebruiken, sluit ze aan op de hoofdtele-
foonplug van het bedieningspaneel.
HET GEBRUIKEN VAN HET STEREOGELUID-
SYSTEEM
Dit product is speciaal ontwikkeld voor gebruik met de
iPod en is door de ontwikkelaar gecertificeerd om te
voldoen aan de Apple-prestatienormen. Om muziek of
audioboeken af te spelen via de stereoluidsprekers
van het console, moet u uw eigen iPod, MP4-speler,
MP3-speler, CD-speler, of andere persoonlijke audio-
speler via een audio-stekker of via een geïntegreerde
Universele Dock voor iPod op het console aansluiten.
Om de audio/video-stekker te gebruiken zoekt u het
audiosnoer en steekt deze in de audio/video-aanslui-
ting in de buurt van de luidsprekers. Steek dan het au-
diosnoer in een aansluiting op uw MP3-speler, CD-
speler of andere persoonlijke audio-speler.
Zorg dat
het audio/videosnoer volledig is aangesloten. Voor
het gebruik van een MP4-speler heeft u een
audio/video-kabel nodig. Zie uw plaatselijke elektra-
zaak voor het aanschaffen van een audio/video-kabel.
Om gebruik te kunnen maken van de geïntegreerde
universele dock voor iPod, heeft u een iFIT universele
iPod-aansluiting nodig. Steek het ene deel van de
geïntegreerde universele Dock voor iPod bij de luid-
sprekers en het andere deel in uw iPod.
Zorg dat de
iFIT Universele iPod-aansluiting volledig is inge-
stoken. Om een iFIT Universele iPod-aansluiting te
kopen, kunt u bellen naar het telefoonnummer op de
omslag van deze handleiding.
Druk vervolgens herhaaldelijk op de TV-toets tot het
woord MP4 op het scherm verschijnt. Druk op de Play-
toets van uw iPod, MP4-speler, MP3-speler, CD-spe-
ler, of andere persoonlijke audio/video-speler. Pas het
volume aan op uw persoonlijke audio/video-speler of
druk op de toetsen Volume omhoog en omlaag op het
console
Indien u een persoonlijke CD-speler of een DVD-spe-
ler gebruikt, en de CD of DVD slaat over, plaats de
CD-speler of de DVD-speler dan op de grond of een
andere vlakke ondergrond in plaats van op het con-
sole.
25
DE INFORMATIE INSTELLING
Het console biedt een informatiestand waarmee u in-
formatie over het gebruik van de loopband kunt zien
en een meetsysteem kunt selecteren voor het console.
De informatiestand stelt u ook in staat om de instellin-
gen van de televisie aan te passen en de kanalen op
te slaan in het geheugen van de televisie.
Volg de stappen hieronder voor het gebruik van de in-
formatiestand.
1. Houdt om te zien welke eenheid in gebruik is
de Stop toets ingedrukt terwijl u de sleutel in-
steekt.
Indien u de informatiestand selecteert, dan toont
het onderste gedeelte van het scherm het totaal
aantal uren dat de loopband is gebruikt (Tijd) en
het totaal aantal kilometers of mijlen dat de loop-
band is bewogen (Afstand).
Aanvullend, zal in het midden van het display het
woord “Metrisch”, voor metrische kilometers of het
woord “Engels” voor Engelse mijlen aangeven.
Druk op de Snelheidomhoogtoets om de meeteen-
heid te veranderen, als u dat wilt.
2. Druk op de toets Stop en stel de helderheid, het
contrast, de kleur, de scherpte en/of de kleur-
schakering voor de televisie in.
Indien u drukt op de toets Stop, dan zal de helder-
heidsniveauindicator verschijnen op het televisie-
scherm. Druk op de toetsen Volume om de helder-
heidsinstelling indien gewenst aan te passen.
Druk vervolgens op de kanaaltoetsen [CHANNEL]
totdat de contrast, kleur, scherpte of kleurinstellingni-
veauindicatoren verschijnen. Stel de instellingen in-
dien gewenst in door te drukken op de toetsen
Volume.
3. Druk opnieuw op de toets Stop en verwijder of
voeg kanalen toe.
Om een kanaal te wissen of bij te voegen, druk
eerst op de Kanaaltoetsen totdat het gewenste ka-
naalnummer op het scherm verschijnt. Druk dan op
de Volume-omhoogtoets om een kanaal toe te
voegen of op de Volume-omlaagtoets om een ka-
naal te wissen. Herhaal deze procedure om de ge-
wenste kanalen bij te voegen en alle ongewenste
kanalen te wissen.
4. Druk opnieuw op de toets Stop en selecteer een
signaalbron.
Om de kanalen te kunnen zien dient u de juiste
signaalbron te selecteren. Druk op de kanaal om-
hoogtoets om de PAL BG, PAL I, PAL DK, PAL DK
CHINA, SECAM L, of SECAM LL bron te selecte-
ren; probeer alle zes de bronnen en zoek indien
nodig de optimale bron. Opmerking: Indien u ge-
vestigd bent in Frankrijk dient u eerst de SECAM-
bronnen te proberen. Indien u gevestigd bent in het
Verenigd Koninkrijk, dan dient u eerst de PAL I
bron te proberen. Indien u gevestigd bent in een
ander land, dan dient u eerst de PAL BG bron te
proberen. Indien het beeld van het eerste signaal
niet duidelijk is dient u de andere vijf bronnen te
selecteren.
5. Indien u klaar bent met gebruik van de informa-
tiestand, dient u de sleutel te verwijderen.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de in-
formatie instelling te verlaten.
26
HOE HET KUSSEN (SCHOK)-SYSTEEM BIJ TE
STELLEN
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en trek de
stekker uit het stopcontact.
De loopband bevat een
regelbaar kussen (schok)-systeem die het schokeffect
vermindert als u op de loopband loopt of rent. Om de
stevigheid van het loopplatform te verhogen, dient u
van de loopband af te stappen en de platformkussens
naar de voorkant van de loopband te schuiven. Om de
stevigheid van het loopplatform te verlagen, dient u
van de loopband af te stappen en de platformkussens
naar de achterkant van de loopband te schuiven.
Opmerking: Zorg dat beide kussens op hetzelfde
stevigheidsniveau zijn ingesteld. Als u snel loopt
of als u veel weegt, moet de loopband vaster wor-
den ingesteld.
Platform-
kussen
Loopoppervlak
Verhogen
Verlagen
Platform-
kussen
27
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de loop-
band opbergt. Als dat niet het geval is, kan de loopband
beschadigd raken als u hem inklapt. Verwijder de sleutel
en trek de stekker uit het stopcontact. OPGELET: U moet
zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kunnen uit-
klappen, inklappen of verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats
die door de pijl rechts wordt aangegeven. OPGELET:
Om letsels te vermijden, til het onderstel nooit op aan
de plastic voetsteunen. Zorg ervoor dat uw benen ge-
bogen zijn en houd uw rug recht als u het onderstel
optilt.
Hef het onderstel halfweg tot de verticale positie.
2. Til het onderstel op totdat de vergrendelingsknop in de
opbergpositie vastklikt.
Zorg ervoor dat de vergrende-
lingsknop goed vastzit in de opbergpositie.
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedek-
king te beschermen. Houdt de loopband uit direct
zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving
waar de temperatuur hoger dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst, klap de loopband op in de
opbergstand zoals beschreven hierboven. Zorg ervoor dat
de vergrendelingsknop goed vastzit in de opbergpositie.
1. Houd een handleuning en het onderstel vast en plaats uw
voet tegen een van de wielen.
2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de voorwiel-
tjes. Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste
plaats.
Verplaats de loopband nooit zonder het onder-
stel op te klappen. Wees heel voorzichtig tijdens het
verplaatsen van de loopband zodat u het risico op per-
soonlijk letsel voorkomt. Verplaats de loopband niet
over een oneffen ondergrond.
3. Plaats weer een voet op het wiel en kantel de loopband tot
deze weer rechtop staat.
Basis
Handleuning
Onderstel
Wiel
Onderstel
Veerslotknop
28
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
1. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals aangege-
ven. Trek de sluitknop naar buiten en houdt deze vast.
(waarschijnlijk moet u het onderstel naar voren duwen
als u de knop naar links trekt). Draai het frame naar be-
neden en laat de vergrendelingsknop los.
2. Houdt de loopband met beide handen goed vast en laat
de loopband op de vloer zakken.
OPMERKING: Houd
niet alleen de plastic voetsteunen vast en laat het on-
derstel niet op de grond vallen. Buig uw benen en
houd uw rug recht.
Veerslotknop
29
PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen.
Zoek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben,
neem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht.
PROBLEEM: De stroom is niet ingeschakeld
OPLOSSING:
a. Goed is aangesloten in een geaard stopcontact. (Zie pagina 14.) Mocht een verlengsnoer
nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 m of korter. BELANGRIJK: De loopband is
niet compatibel met RCD-aansluitingen.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bedie-
ningspaneel zit.
c. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer
op het onderstel van de loopband. Als de knop
uitsteekt zoals aangegeven is de stroomonder-
breker doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk
de schakelaar opnieuw in om de stroomonder-
breker opnieuw in werking te stellen (te reset-
ten).
PROBLEEM: Stroomuitval tijdens gebruik
OPLOSSING:
a. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband (zie tekening
boven). Als de stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de scha-
kelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt,
haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspa-
neel.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING:
a. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en trek
SNOER UIT HET STOPCONTACT. Leg, met de
hulp van een tweede persoon, de Staanderen
(74, 78) voorzichtig neer zoals aangegeven. Er
kunnen zich twee #8 x 2" Schroeven (105) op de
bodem van het Onderkap (73) bevinden. Als dat
het geval is, verwijder ze. Opmerking: U heeft
een Phillips schroevendraaier van 13 cm lang
nodig.
Doorge-
slagen
Resetten
c
105
105
74
73
78
a
30
Verwijder de drie #8 x 3/4" Schroeven (12) en ver-
wijder de Beschermkap (61) voorzichtig.
Zoek de Bladveerschakelaar (71) en de Magneet
(50) aan de linkerkant van de Katrol (51). Draai de
Katrol zodanig dat de Magneet gelijk staat met de
Bladveerschakelaar.
Zorg ervoor dat de afstand
tussen de Magneet en de Bladveerschakelaar
ongeveer 3 mm is.
Indien nodig, draai de snel-
heidssensorschroef (34) los, verplaats de
Snelheidssensor en draai de Schroef opnieuw vast.
Maak de Kap weer vast en laat de loopband een
paar minuten draaien om de snelheidsmeting na te
kijken.
PROBLEEM: De Helling van de Loopband verandert niet correct
OPLOSSING:
a. Druk terwijl de sleutel in het bedieningspaneel is geschoven op een van de helling toetsen.
Haal de sleutel er uit terwijl de helling van de loopband zich aanpast. Steek de sleutel na
een paar seconden weer in het bedieningspaneel. De loopband zal dan automatisch de helling
tot de maximale helling aanpassen om vervolgens naar de laagste stand terug te keren.
Hierdoor wordt het hellingssysteem opnieuw gekalibreerd.
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of
korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en
DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met
de meegeleverde sleutel beide bouten van de
achterroller een 1/4 slag tegen de klok in.
Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u
de loopband 5-7 cm van het loopplatform kunnen
tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het mid-
den ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in
en laat de loopband een paar minuten draaien.
Herhaal deze handeling tot de loopband goed
ligt.
c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u eu-
roploop
Zicht van
Boven
50
34
71
3 mm
51
Bouten van
de Achterroller
5-7 cm
b
61
12
31
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING:
a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspa-
neel en DE STEKKER UIT HET STOPCON-
TACT wanneer de loopband niet goed in het
midden ligt. Als de loopband naar links is
verschoven,
draai met de meegeleverde sleutel
de linker bout van de achterroller een 1/2 slag
met de klok mee. Als de loopband naar rechts is
verschoven, draai dan de bout van de achterrol-
ler een 1/2 slag tegen de klok in. Zorg ervoor
dat u de band niet te strak aandraait. Steek de
stekker en de sleutel weer in en laat de loop-
band een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b.
Haal eerst de sleutel uit het bedieningspa-
neel en HAAL DE STEKKER UIT HET STOP-
CONTACT wanneer de loopband slipt. Draai
met de meegeleverde sleutel beide bouten van
de achterroller een 1/4 slag met de klok mee.
Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u
de loopband 5 à 7 cm van het loopplatform kun-
nen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het
midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer
in en laat de loopband een paar minuten
draaien. Herhaal deze handeling tot de loop-
band goed ligt.
b
a
32
PROBLEEM: De televisieontvangst is slecht
OPLOSSING:
a. Controleer de volgende problemen en volg de instructies.
Ontsteking (zwarte vlekjes of horizontale strepen of een bewogen of drijvend beeld)—Dit wordt
meestal veroorzaakt door ontstekingssystemen van voertuigen, neonlampen, een elektrische
drift of andere elektrische toestellen. Probeer de positie van de elektrische toestellen te wijzi-
gen om het probleem op te lossen. Zorg ervoor dat de loopband op een apart elektriciteitscir-
cuit is aangesloten.
Echobeelden—Echobeelden worden veroorzaakt door televisiesignalen die twee trajecten vol-
gen—een direct traject en een ander traject dat wordt gereflecteerd op hoge gebouwen, heu-
vels of andere voorwerpen.
Blauw scherm—Als het kabelsignaal zwak is, dan kan de beeldkwaliteit verslechteren of een
blauw scherm worden weergegeven.
Opmerking: Deze symptomen kunnen het gevolg zijn van een slecht ontvangstsignaal van de
plaatselijke kabelmaatschappij. Neem dan contact op met de plaatselijke kabelmaatschappij.
b. Zorg ervoor dat het bedieningspaneel op het juiste toestel aangesloten is. Raadpleeg DE INFOR-
MATIE op pagina 25.
PROBLEEM: De borstkas-polssensor werken niet correct
OPLOSSING:
a. Als de borstkas-polssensor niet correct werken, raadpleeg dan de PROBLEMEN MET DE
BORSTKAS-POLSSENSOR OPLOSSEN op pagina 13.
b. Wanneer de borstkas-polssensor nog steeds niet goed werken,
vervang dan de batterij. Zoek om de batterij te vervangen naar de
deksel aan de achterkant van de sensor. Steek een muntje in de
gleuf van de deksel en draai de deksel tegen de klok in tot aan de
open positie. Verwijder de deksel. Haal vervolgens de batterij uit
de sensor.
Plaats er een nieuwe CR 2032 batterij in met het opschrift naar
boven. Zorg er ook voor dat de rubber band goed in de sensor zit.
Maak de deksel weer vast en draai de deksel in de gesloten positie.
Batterij
Rubber
Band
Deksel van de
Batterij
b
Deksel van
de Batterij
33
De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoe-
ren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie
raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts.
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivascu-
lair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit
het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen
door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram
hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor ver-
branding en voor een aerobic oefening.
Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u
eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftijden
zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie ge-
tallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven uw
trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn voor
vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is voor
aerobic oefeningen aanbevolen.
Vet verbruiken—Om effectief vet te verbranden moet
U voor een langere tijd op een betrekkelijke lage inten-
siteit oefenen. Tijdens de eerste minuten van uw oefe-
ning gebruikt uw lichaam makkelijke bereikbare
kool-
hydraten
. Pas na de eerste paar minuten begint uw li-
chaam vet als energie te verbruiken. Stel de snelheid
en de helling van de loopband bij todat uw hartslag
rond het laagste getal van uw trainingszone ligt als u
vet wilt verbranden. Stel voor maximale vet verbran-
ding, de snelheid en helling van de loopband bij totdat
uw hartslag rond het middelste getal van uw trainings-
zone ligt.
Aerobic oefening—Uw oefening moet aerobic zijn als
het uw doel is uw cardiovasculair systeem te verbete-
ren. Een aerobic oefening is een activiteit met een ho-
gere zuurstof toevoer voor een langere tijd. Deze ho-
gere intensiteit vraagt een grotere prestatie van uw
hart om bloed naar uw spieren te pompen. Het vereist
ook een grotere prestatie van uw longen om het bloed
van zuurstof te voorzien. Stel de snelheid en de helling
van de loopband bij totdat uw hartslag rond het hoog-
ste getal van uw trainingszone ligt als u een aerobic
oefening wilt uitvoeren.
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Opwarming
—Begin iedere oefening met een opwarm-
fase door 5 à 10 minuten de spieren te strekken en wat
lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefening
verhoogt uw lichaamstemperatuur, uw hartslag en bevor-
dert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensiteit
van uw oefening na het opwarmen zodat uw hartslag
binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 30 minuten
vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van uw oefen-
programma uw oefening tot 20 minuten). Haal diep en
regelmatig adem. Houdt nooit uw adem in.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 mi-
nuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw
spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen
na de oefening.
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet
u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust
tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u
als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te
hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te
oefenen.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig
ander oefenprogramma begint. Dit is bijzon-
der belangrijk voor mensen ouder dan 35 of
mensen met gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van de
gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de
hartslag metingen beïnvloeden. De polssen-
sor is alleen als hulpmiddel bedoeld.
34
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. NETL16807.0 R0108A
Om de onderdelen hieronder terug te vinden, raadpleeg de GEDETAILLEERDE TEKENING aan het einde van
deze handleiding.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1 27 #8 x 1/2" Schroef
2 4 #8 x 1" Schroef
3 1 Inbussleutel
4 6 3/8" x 2" Bout
5 4 1/4" x 3/4" Bout
6 4 3/8" x 4 1/4" Bout
7 6 5/16" x 1 1/4" Bout
8 9 3/8" Moer
9 4 3/8" Sterring
10 6 5/16" Sterring
11 5 #8 x 3/4" Schroef van de
Voetkussentje
12 9 #8 x 3/4" Schroef
13 2 Tussenstuk van de Kussen van de
Basis
14 1 Vergrendelingsbeugel
15 4 #8 Sterring
16 14 #8 x 3/4" Schroef
17 2 1/4" x 1" Bout
18 2 5/16" x 4 1/4" Bout
19 2 3/8" x 1 1/4" Bout
20 2 Bout van de Achterroller
21 1 3/8" x 1 3/4" Bout
22 1 3/8" x 1 1/2" Bout
23 2 3/8" x 1" Bout
24 15 1/2" Geaarde Schroef
25 10 #12 x 1" Schroef
26 2 Bout van Motorhouder
27 2 Kussenstop
28 1 Reset/off Stroomonderbreker
29 4 Schroef van Loopband Geleider
30 6 1/4" Platte Tussenring
31 2 1/4" Borgring
32 2 AV-aansluitingsschroeven
33 2 5/16" Kooimoer
34 5 #8 x 3/4" Voet/Snelheidssensor-
schroef
35 1 Audio/Video-draad
36 2 5/16" Kraagmoer
37 3 Klip van de Kap
38 1 Draad van de Staander
39 1 Aarde-kabel van Lift Onderstel
40 2 Voorste Isolator
41 1 Linker Voetkussentje
42 1 sticker met waarschuwing
43 2 Kussen Platform
44 1 Loopplatform
45 1 Loopband
46 2 Loopband Geleider
47 2 Kussengeleider
48 2 Tussenstuk van het Onderstel
49 2 Tussenstuk van de Voorste Roller
50 1 Magneet
51 1 Wieltje/Katrol
52 1 15 1/2" Opbinddraad voor de bedra-
ding
53 1 Sluitknop
54 1 Veerslotknop
55 1 Kap rechter Voetkussentje
56 1 Onderstel
57 2 Houder voor de Achterrol
58 1 Achteroller
59 1 Linker Achterste Voet
60 1 Rechter Achterste Voet
61 1 Kap
62 1 Aandrijfriem
63 1 Motorisolatie
64 1 Motor
65 1 Onderstel van het Liftonderstel
66 2 Opbinddraad voor de bedrading
67 1 Aardingsdraad van de Controller
68 1 Electrische Snoer
69 1 Elektriciteitssnoer Adapter
70 1 Controller
71 1 Snelheidsensor
72 1 Snelheidsensorclip
73 1 Onderkap
74 1 Linker Staander
75 1 Hellingmotor
76 1 Tussenstuk van het Linker Staander
77 1 Schermkap
78 1 Rechter Staander
79 1 Tussenstuk van de Rechter
Staander
80 4 Tussenstuk van het Bout
81 4 Kussentje van de Basis
82 2 Gevaar Sticker
83 1 Basis
84 2 Wiel
85 2 Verbinding
86 9 8" Opbinddraad
87 1 Deurtje
88 4 “U”-vormige beugel
89 1 Bedieningspaneel
90 1 Houder
91 1 Achterkant van het
Bedieningspaneel
92 3 Plasticverbinding
93 1 Basis van het Bedieningspaneel
94 1 Bovenkant van de stang met hart-
slagsensoren
35
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
95 1 Onderkant van de stang met hart-
slagsensoren
96 1 Handleuning
97 2 Eindkapje van de Voorste
Handleuning
98 2 Eindkapje van de Achterste
Handleuning
99 1 Boord van de Linker Handleuning
100 1 Sleutel/Klip
101 2 Aardingsdraad van de stang met
hartslagsensoren
102 1 Eindkapje voor de Vergrendeling
103 1 Kit iFIT-kaart
104 1 Tussenstuk van het Lift Motor
105 2 #8 x 2" Schroef
106 1 Boord van de Rechter Handleuning
107 1 Aardingsdraad van de Achterste Rol
108 2 Kap van het Voetkussentje
109 1 Beugel voor Elektronica
110 1 Transformator
111 1 Filter
112 1 #8 x 3/4" Aardingsbout
113 1 #8 Moer
114 2 Motorbus
115 1 Contactpunt
116 1 AV-kabel van de Staander
117 2 Cable Nut
118 1 30" AV-kabel
119 1 Draad aan de Draadkoker de 30"
120 1 Borstkasband
121 1 borstkas-sensore
122 1 Ontvanger van de Borstkassensoren
123 2 Schroef voor de ontvanger
124 1 PAL-connector
125 1 AV-aansluiting
126 2 Achterste Rollerplaat
127 1 Hellingsmotordraad
128 1 Waarschuwingssticker voor
Statische elektriciteit
129 1 3/8" Kabelsterring
130 1 3/8" Moer van Lift Motor, Boven
* Blauwe Draad von 8", 2F
* 4" Gaatje met sticker
* Zwarte Draad van 4", M/F
* Witte Draad van 8", 2F
* Blauwe Draad von 10", M/F
* Rode Draad van 4", M/F
* Zwarte Draad van 4", 2F
* Gebruikersaanwijzing
*Deze onderdelen woorden niet getoond.
Deze technische gegevens kunnen zonder vooraf-
gaande verwittiging worden gewijzigd.
4
4
54
53
8
8
17
17
18
18
20
20
31
30
31
30
60
59
24
24
29
29
46
46
25
25
25
25
25
41
36
36
49
50
48
43
44
42
45
49
51
55
58
43
56
57
57
48
3
25
25
25
47
16
16
16
47
16
16
16
34
1
40
1
40
27
102
107
16
27
16
16
34
108
108
126
126
30
30
36
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. NETL16807.0 R0108A
68
70
24
69
11
11
11
11
72
34
71
24
28
24
67
66
73
39
19
19
26
64
63
62
65
105
37
37
37
12
12
12
61
1
1
77
105
115
109
24
24
24
111
110
24
15
15
112
113
114
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. NETL16807.0 R0108A
37
117
116
116
81
2
81
2
81
2
4
84
8
8
84
4
6
9
6
6
9
9
7
10
7
10
7
10
21
22
130
8
75
23
23
8
8
74
78
83
82
76
79
82
86
85
80
80
80
13
81
2
13
104
52
7
10
4
8
14
38
38
127
129
117
38
GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. NETL16807.0 R0108A
89
120
121
123
122
118
12
92
100
1
96
97
97
1
12
93
98
98
1
94
95
1
1
90
1
1
1
1
1
106
99
33
33
5
5
5
24
101
35
1
103
12
87
91
1
1
1
1
88
88
1
15
15
119
32
125
124
128
39
GEDETAILLEERDE TEKENING D—Modelnr. NETL16807.0 R0108A
Onderdeel Nr. 259093 R0108A Gedrukt in de China © 2008 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen te bestellen, bekijk dan de kaft van deze handleiding. Zorg ervoor dat u de volgende infor-
matie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en serienummer van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TE-
KENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronisch product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge-
gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor-
den gerecycled aan het einde van de levenscyclus.
Gebruik recycling installaties die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort
afval in uw streek. Zo zult u het milieu helpen beschermen en de Europese nor-
men voor milieubescherming helpen verbeteren. Als u meer informatie nodig
hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem contact op met uw plaatse-
lijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

NordicTrack NETL16807.0 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor