1
. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich ervan te overtuigen dat alle gebrui-
kers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2. Gebruik de loopband alleen zoals voorge-
schreven.
3. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond
met minstens 2,5 m ruimte rondom, ruimte
achter de loopband en 0,5 m ruimte aan ie-
dere kant van de loopband. Zorg ervoor dat
de loopband geen luchtopeningen, luchtroos-
ters blokkeert. Leg een kleed onder de loop-
band om de vloer te beschermen.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
worden gebruikt of waar zuurstof wordt toe-
gevoegd.
6. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
7. De loopband kan alleen door mensen die min-
der dan 159 kg wegen worden gebruikt.
8. Laat nooit meer dan één persoon op de loop-
band.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de loop-
band gebruikt. Draag geen losse kleding die
in de loopband verstrikt kan raken.
Sportkleding voor mannen en vrouwen aan-
bevolen.
Gebruik de loopband nooit op blote
voeten, op sokken of op sandalen. Draag al-
tijd sportschoenen.
10. Steek de stekker alleen in een geaard stopcon-
tact (zie pagina 11). Geen elk ander apparaat
moet zich op dezelfde groep bevinden.
11. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, ge-
bruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of
korter.
1
2. Als u geen bescherming tegen overspanning
gebruikt, kan het bedieningssysteem van de
loopband worden beschadigd. Als het bedie-
ningssysteem beschadigd is, zal de loopband
onverwacht de snelheid veranderen, versnel-
len of stoppen. Dit kan een ongeval of ernstige
letsels veroorzaken.
13. Houd de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elek-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband
niet wanneer het stroomsnoer of stekker be-
schadigd zijn. Gebruik de loopband niet als
hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOS-
SEN op pagina 26 als de loopband niet goed
werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE DE STROOM IN TE
SCHAKELEN op pagina 13).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houd u altijd vast aan de handleu-
ningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om schok-
kende versnellingen te voorkomen.
18. Laat de loopband nooit onbeheerd terwijl het
loopt. Verwijder altijd de sleutel wanneer u de
loopband niet gebruikt.
19. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
stekker uit het stopcontact, en zet de
“aan/uit”-knop in de “uit”-positie wanneer u
de loopband niet gebruikt. (Zie de tekening op
pagina 5 om de “aan/uit”-knop te vinden.)
20. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pa-
gina 24.) U moet zeker 20 kg kunnen tillen om
de loopband te kunnen uitklappen, inklappen
of verplaatsen.
WAARSCHUWING: Lees de belangrijke voorzorgsmaatregelen en informatie door
voordat u de loopband gaat gebruiken om het risico op brandwonden, brand, elektrische schok of
persoonlijk letsel te verminderen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
3