ProForm PETL41307 de handleiding

Type
de handleiding
Sticker met
serienummer
Modelnr. PETL41307.0
Serienr.
OPGELET
Lees alle instructies en voor
-
zorgsmaatregelen in deze hand
-
leiding door voordat u dit appa-
raat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op
uw volledige tevredenheid.
Mocht u nog vragen hebben,
mochten sommige onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn
neem dan contact op met de win-
kel waar u dit produkt hebt ge-
kocht.
Onze website:
www.iconsupport.eu
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
GEBRUIKSAANWIJZING
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
HOE DE BORSTKAS-SENSOREN TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
De stickers met waarschuwing hier getoond
zijn op de aangegeven plaatsen geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet
leesbaar is, het nummer op de kaft van
deze handleiding en vraag voor een ver-
vangsticker. Plak de sticker op de aange-
geven plaats. Opmerking: De stickers wor-
den niet op ware groote weergegeven.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
2
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is bij-
zonder belangrijk voor mensen ouder dan 35
of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals voorge-
schreven.
4. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen, luch-
troosters blokkeert. Leg een kleed onder de
loopband om de vloer te beschermen.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe-
gevoegd.
7.
Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die
minder dan 130 kg wegen worden gebruikt.
9. Laat nooit meer dan een persoon op de loop-
band.
10. Draag geschikte kleding wanneer u de loop-
band gebruikt. Draag geen losse kleding die
in de loopband verstrikt kan raken.
Sportkleding voor mannen en vrouwen aan-
bevolen. Gebruik de loopband nooit op blote
voeten, op sokken of op sandalen. Draag al-
tijd sportschoenen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 12). Geen elk ander appa-
raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
12. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, ge-
bruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of
korter.
13. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elec-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het electrische snoer of
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 22 als de loopband
niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN
TE SHAKELEN op pagina 15).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de hand-
leuningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om schok-
kende versnellingen te voorkomen.
18. De polssensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van
de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van
de metingen beïnvloeden. De polssensor is
alleen als hulpmiddel bedoeld voor algemene
hartslag meting.
19. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
stekker uit het stopcontact, en zet de
Reset/off Stroomonderbreker Reset-positie
wanneer u de loopband niet gebruikt. (Zie de
tekening op pagina 5 om de Reset/off
Stroomonderbreker.)
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico van
ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het
gebruik van dit produkt.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
20. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(
Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pa-
gina 21). U moet zeker 20 kg kunnen tillen om
de loopband te kunnen uitklappen, inklappen
of verplaatsen.
21. Bij het invouwen of verschuiven van de loop-
band dient u erop te letten dat het onderstel
stevig in de opslagstand wordt gehouden.
22. Steek geen enkel onderwerp in welke ope-
ning dan ook van de loopband.
23. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
24. GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
t
act. Eveneens de stekker uit het stopcontact
trekken vóór het schoonmaken van de loop-
band, voor het plegen van onderhoud en
voor het bijregelen zoals beschreven is in
deze handleiding. Verwijder nooit de motor-
k
ap tenzij een technicus dat aangeeft. Ander
onderhoud dan datgene wat vermeld staat in
deze handleiding moet door een technicus
uitgevoerd worden.
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge-
bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet
commercieel of voor verhuur.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
F
ijn dat u voor de nieuwe PROFORM
®
P
F 5.2 loopband
g
ekozen heeft. De PF 5.2 loopband combineert geavan-
ceerde technologie met een innovatief ontwerp zodat u
bij u thuis uw lichamelijke conditie kunt opbouwen en
verbeteren. En wanneer u de loopband niet gebruikt
kunt u de PF 5.2 loopband inklappen zodat hij minder
ruimte in beslag neemt dan andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voordat u de loopband begint te gebruiken.
R
aadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog
v
ragen hebben nadat u de handleiding hebt doorgele-
zen. Voordat u met ons contact opneemt, schrijf het pro-
ductnummer en serienummer even op. De plaats waar
u beide stickers kunt vinden wordt op de kaft van de
handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de te-
kening hieronder en de verschillende onderdelen.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Staander
Accessoire Houder
Sleutel/Klip
Reset/Off
Stroomonderbreker
Loopband
Platform van het Kussen
Voetkussentje
Achterroller
Bijstelbouten
Bedieningspaneel
Boekhouder
Polssensor
6
MONTAGE
De montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en
verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft.
Opmerking: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens
het vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking be-
vindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de bovenkant
v
an de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
Tijdens de montage zult u de meegeleverde inbussleutels , uw eigen kruiskopschroeven-
draaier , engelse sleutels nodig hebben , en schaar .
Bekijk de tekeningen hieronder om u te helpen met het zoeken naar onderdelen. Het nummer tussen haakjes
onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind van
deze handleiding. Het getal na de haakjes geeft het aantal onderdeeltjes aan wat nodig is voor de montage.
Opmerking: Sommige kleine onderdelen kunnen al gemonteerd zijn. Wanneer een onderdeel zich niet in
de zak met onderdelen bevindt, kijk dan om te zien of het al gemonteerd is. Om schade aan de plastic on-
derdelen te vermijden, gebruik nooit elektrisch gereedschap voor de montage. Extra hardware kan wor
-
den bijgeleverd.
3/8" Moer (8)–3
Tussenstuk voor het
Kussentje voor het
Basis (13)–2
3
3/8" Sterring
(9)–11
3/8" x 1/2" Bout (7)–4
#
3/8" x 4 1/4" Bout (6)–4
3/8" x 2 3/4" Bout (5)–3
1" Schroef (2)–4
3/8" x 2" Bout (4)–3
3
Bouttussenstuk (80)–4
1. Zorg ervoor dat het stroomsnoer niet aange-
sloten is.
Verwijder de 3/8" Slotmoer (34), de 3/8" x 2"
Bout (4), en de Verzendbeugel (A) van de Basis
(83).
Herhaal deze stap voor de andere kant
van de loopband. Gooi de verzendbeugels
weg. De bouten en moeren zullen worden ge-
bruikt in de stappen 3 en 6.
83
4
A
34
1
7
4. Zoek naar de Rechter Staander (78) en naar het
Tussenstuk van de Rechter Staander (79), die
aangegeven zijn met stickers. Steek de Draad
van de Staander (38) door de Rechter Staander
zoals aangegeven.
Bekijk de inzet-tekening. Maak de lange band in
de Rechter Staander (78) stevig vast rond het
eind van de Draad van de Staander (38). Houdt,
met hulp van een tweede persoon, de Rechter
Staander bij de Basis vast. Trek dan aan het an-
dere eind van de lange band totdat de Draad van
de Staander helemaal door de Rechter Staander
is getrokken.
83
38
78
79
38
4
3. Bevestig een Wiel (84) met de 3/8" Slot0moer
(34) en de 3/8" x 2" Bout (4) die u hebt verwij-
derd in stap 1.
Draai de moer niet te vast; het
wiel moet vrij kunnen draaien.
83
4
34
3
84
Draad-
bandje
78
38
2. Leg, met hulp van een tweede persoon, de loop-
band voorzichtig op zijn linkerkant. Vouw het
Onderstel (56) wat in zodat de loopband stabie-
l
er is. V
ouw het Onderstel niet helemaal in.
S
nij de banden die de Draad van de Staander
(38) aan de Basis (83) bevestigen door. Zoek
n
aar de band in het aangegeven gat in de Basis
en gebruik het koord om de Draad van de
Staander uit het gat te trekken.
Maak een Kussen van de Basis (81) aan de
Basis (83) vast op de aangegeven plaats met
een Tussenstuk voor het Kussen van de Basis
(13) en een 1" Schroef (2). Maak dan een ander
Kussen van de Basis (81) met slechts één 1"
Schroef (2) vast.
83
2
56
81
2
81
2
38
G
at
13
8
7. Met de hulp van een tweede Persoon, houd een
Tussenstuk voor de Bout (80) aan de binnenkant
van het onderste uiteinde van de Linker Staander
(74). Steek een 3/8" x 4 1/4" Bout (6) met een 3/8"
Sterring (9) in de Linker Staander en het
Tussenstuk voor de Bout. Herhaal deze stap voor
het tweede Tussenstuk voor de Bout (80), de 3/8"
x 4 1/4" Bout (6), en de 3/8" Sterring (9).
Plaats de Linker Staander (74) en het Tussenstuk
van de Linker Staander (76) zoals getoond. Houd
het Tussenstuk van de Linker Staander en de
Linker Staander tegen de Basis (83). Draai de
twee 3/8" x 4 1/4" Bouten (6) met uw vingers vast;
draai de Bouten nog niet strak vast.
Leg, met hulp van een tweede persoon, de loop-
band zodanig neer dat de Basis (83) plat op de
vloer ligt.
76
74
6
83
80
9
7
6. Met de hulp van een tweede persoon, leg de
loopband voorzichtig op de rechterkant. Vouw
het Onderstel (56) gedeeltelijk zodat de loop-
band stabieler is;
vouw het Onderstel nog niet
helemaal.
Maak een Kussen van de Basis (81) aan de
Basis (83) op de aangegeven plaats vast met
een 1" Schroef (2) en een Tussenstuk voor het
Kussen van de Basis (13). Maak dan een ander
Kussen van de Basis (81) met slechts één 1"
Schroef (2) vast.
Bevestig een Wiel (84) met de 3/8" Slotmoer
(34) en de 3/8" x 2" Bout (4) die u hebt verwij-
derd in stap 1. Draai de moer niet te vast; het
Wiel moet vrij kunnen draaien.
6
83
84
56
4
34
81
2
81
13
2
5. Houd een Tussenstuk voor de Bout (80) aan de
b
innenkant van het onderste uiteinde van de
Rechter Staander (78). Steek een 3/8" x 4 1/4"
Bout (6) met een 3/8" Sterring (9) in de Rechter
Staander en het Tussenstuk voor de Bout.
H
erhaal deze stap voor het tweede Tussenstuk
voor de Bout (80), de 3/8" x 4 1/4" Bout (6) en
de 3/8" Sterring (9).
Houd het Tussenstuk voor de Rechter Staander
(79) en de Rechter Staander (78) tegen de
Basis (83).
Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander (38) niet gekneld raakt. Draai de
3/8" x 4 1/4" Bouten (6) met uw vingers vast;
draai de Bouten nog niet strak vast.
79
78
3
8
9
8
0
80
6
5
83
9
9
9
7
96
78
97
98
9
Tie
Verbindings-
tukken
7
9
8. Zie de bovenste inzettekening. Richt het
R
echter tussenstuk van de handleuning (98) uit
met de Rechte Staander (78) zoals is afgebeeld.
Plaats de Staanderbedrading (38) en de draad-
band door het Tussenstuk van de rechter staan-
d
er en druk het tussenstuk op de Staander.
Laat een tweede persoon het bedieningspaneel
bij de Rechter Staander (78) vasthouden.
Verwijder de verbindingsdraad van de Draad
van de Staander (38).
Sluit de Draad van de Staander (38) aan op de
draad van het handleuning.
Bekijk de inzet-te-
kening. De connectoren zouden makkelijk in
elkaar moet passen. Mocht dat niet het geval
zijn, draai dan een van de connectoren en pro-
beer nogmaals.
HET BEDIENINGSPANEEL
KAN BESCHADIGD WORDEN TIJDENS HET
INSCHAKELEN WANNEER DE CONNECTO-
REN NIET GOED ZIJN VERBONDEN.
9. Plaats de aangegeven connectoren en bindt het
vast in de Rechter Staander (78).
Vervolgens dient u de Basis van de Handle-
uning (96) op de Tussenstukken van de Handle-
uning (97, 98) in te stellen.
Bevestig de Basis van de handleuning (96) met
vier 3/8" x 1/2" Bouten (7) en vier 3/8" Sterrin-
gen (9); start met alle vier bouten en draai ze
vast.
Zie stappen 5 en 7. Draai de vier 3/8" x 4 1/4"
Bouten (6) vast.
78
9
6
T
eken-
ing A
52
Draadbandje
98
8
38
38
52
38
Draadbandje
98
78
T
ekening A
10
10. Houd de consolemodule met de hulp van een
tweede persoon dichtbij de Basis van de hand-
l
euning (96) vast. Verbind de Handleuningdraad
(52) met de consoledraad.
Zie de lage inzette-
k
ening in stap 8. De verbindingsstukken die-
nen makkelijk samen te komen en op hun
plaats te klikken.
Als dit niet gebeurt, dient u
een van de verbindingsstukken te draaien en
het nog eens te proberen. ALS DE VERBIN-
DINGSSTUKKEN NIET GOED ZIJN VERBON-
DEN, KAN HET CONSOLE BESCHADIGD
RAKEN ALS DE STROOM WORDT AANGE-
ZET.
Verbind de Consolegronddraad (101) met de
consolemontagegrondbedrading. Plaats de dra-
den in de consolemodule.
Bevestig de consolemontage met drie 3/8" x 2
3/4" Bouten (5) en drie 3/8" Sterringen (9).
Zorg
dat u de bedrading niet beklemd.
Console-
module
101
96
5
9
10
Console-
draden
52
11. Zoek naar Sluitknop (53). Verwijder de band van
het eind van de buis. Zorg ervoor dat de mouw
over het aangegeven gat zit en dat de
Veerslotknop (54) in het aangegeven gat vast
zit. Trek aan de mouw om er zeker van te zijn
dat deze in de goede stand vast zit.
11
54
Grendelhuls
Gat
Buis
53
1
1
13. Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Verwijder, indien
aanwezig, de dunne plastic velletjes over de stickers op de loopband. Leg een matje onder de loopband om
uw vloerbedekking te beschermen. Bewaar de meegeleverde sleutel op een veilige plaats. Bewaar de mee-
geleverde (zeshoekige) sleutels op een veilige plaats. U zult de sleutel nog nodig hebben om de loopband bij
te stellen (zie pagina 23-24).
12. Til het Onderstel (56) in de getoonde stand.
L
aat een tweede persoon het Onderstel tij-
dens deze stap vasthouden.
Sluitknop (53) zodanig dat de grote buis en het
V
eerslotknop (54) in de getoonde stand zitten.
Maak de Vergrendelings (109) en het Slot (53)
vast aan de Basis met twee 3/8" x 2" Bouten (4)
en twee 3/8" Moeren (8).
Maak het boveneind van het Sluitknop (53) vast
aan de houder op het Onderstel (56) met een
3/8" x 2" Bout (4) en een 3/8" Moeren (8).
Opmerking: Het kan nodig zijn het onderstel
naar voren en naar achter te bewegen om het
boveneind van het Slot aan de houder vast te
maken.
Laat het Onderstel (56) (raadpleeg HOE DE
LOOPBAND UIT TE KLAPPEN op pagina 21).
53
8
8
Grote
Buis
83
4
56
109
1
2
4
54
H
OE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN
De borstkas-sensor bestaat uit twee delen: de borst-
kas-band en de sensor (zie de tekening hieronder).
Steek de gesp van de borstbeugel in het gat aan één
u
iteinde van de sensor zoals op de tekening wordt
aangegeven. Druk het uiteinde van de sensor onder
de gesp van de borstkas-band. De flap moet gelijk zijn
met de voorkant van de sensor.
Doe vervolgens de
borstkas-sensor
om uw borstkas en
maak het andere
eind van de borst-
kas-band vast aan
de sensor. Mocht
het nodig zijn, stel
dan de lengte van
de band bij. De
borstkas-sensor
moet onder uw kleding gedragen worden, strak tegen
uw huid en hoog onder uw borstspieren of borsten.
Zorg ervoor dat het logo van de sensor naar voren
wijst en rechtop staat.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam
en zoek naar de twee electrodes aan de binnenkant
(de electrodes hebben kleine randjes). Maak beide
electrodes nat met een zoute vloeistof zoals wat spug
of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug
tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD VAN DE BORST-
KAS-SENSOR
Droog de borstkas-sensor goed na ieder gebruik. De
borstkas-sensor wordt ingeschakeld wanneer u de
electrodes nat maakt en de pols-sensor draagt. De
borstkas-sensor gaat uit wanneer het wordt afge-
daan en de electrodes gedroogd worden. De sensor
blijft langer dan nodig branden en zodoende zullen
de batterijen leeg lopen als de borstkassensor elec-
trodes niet goed gedroogd worden.
Bewaar de borstkas-sensor op een warme en droge
plaats. Bewaar de borstkas-sensor niet in een plastic
zak of enig andere verpakking die vocht kan vasthou-
den.
Stel de borstkas-sensor niet lang bloot aan direct
zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan -10° C
of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het op-
bergen van de borstkas-sensor niet te veel.
Maak de borstkas-sensor schoon met een zachte
doek en een beetje niet agressief schoonmaakmid-
del. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemi-
sche producten. U kunt de borstkas-band met de
hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN MET DE BORSTKAS-SENSOR OP-
LOSSEN
De instructies op de volgende pagina’s leggen uit
hoe u de borstkas-sensor met het bedieningspa-
neel kunt gebruiken. Loop de hieronder genoemde
procedures door wanneer de borstkas-sensor niet
goed werkt.
Zorg ervoor dat u de borstkas-sensor goed draagt
zoals hier links is beschreven. Opgelet: Verplaats de
sensor wat naar boven of naar beneden wanneer de
borstkas-sensor niet goed werkt.
Gebruik wat zoute vloeistof zoals spug of vloeistof
voor contact lenzen om de electrodes van de sensor
nat te maken. Maak de electrodes opnieuw wat nat
wanneer de hartslag metingen pas verschijnen
nadat u begint te transpireren.
Loop of ren zo goed mogelijk op het midden van de
loopband. Voor de goede weergave van de hart-
slag metingen moet de gebruiker zich op minder
dan een armslengte van het bedieningspaneel
bevinden.
De borstkas-sensor is ontwikkeld voor mensen met
een normale hartslag. Problemen met de hartslag-
meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin-
gen, of aritmie.
De werking van de borstkas-sensor kan beïnvloed
worden door magnetische storingen veroorzaakt
door hoogspanningsdraden en andere electromag-
netische bronnen. Verplaats de loopband als u ver-
moedt dat dit de oorzaak is.
De CR2032 batterij kan vervangen moeten worden
(zie pagina 24).
Chest Strap
Tabs
Sensor Unit
Tab
Sensor
Unit
Buckle
HOE DE BORSTKAS-SENSOREN TE GEBRUIKEN
12
13
DE AL INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult
u
de loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om
zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een
snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: Als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fa-
brikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
Bekijk tekening 2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en ge-
aard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen.
BELANGRIJK: De loopband kan niet op een stopcontact met
onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden.
Stopcontact van de
Loopband
1
Stopcontact
2
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is.
Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de
stekker niet in het stopcontact past.
14
DE STICKER MET WAARSCHUWING PLAKKEN
De waarschuwing op het bedieningspaneel is in het en-
gels. Deze waarschuwing bestaat ook in diverse talen op
het inbegrepen vel. Plak de sticker met uw taal op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Deze revolutionaire loopbandconsole biedt een reeks
aan functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effec-
tiever en leuker te maken. U kunt wanneer u de handma-
tige instelling kiest de snelheid en de hellingstand van de
loopband veranderen door een druk op een toets. Het
bedieningspaneel zal U tijdens uw oefening voortdurend
feedback geven. U kunt zelfs uw hartslag meten met de
borstkas-sensoren (zie bladzijde 12 voor meer informatie
over de borstkas-sensoren).
Aanvullende biedt het console 24 personal trainer oefe-
ningen. Aanvullend biedt de console zestien vooraf inge-
stelde oefeningen–acht afvaloefeningen en acht presta
-
tieoefeningen. Elke oefening beheert automatisch de
snelheid en de helling van de loopband als het u door
een effectieve oefening begeleidt. U kunt zelfs een wed
-
strijd aangaan tegen andere hardlopers met gebruik van
de iFIT Wedstrijdtraining-oefening.
Om de Elektriciteit in te schakelen, volg de stappen
op pagina 15. Om het controlepaneel handmatig in-
stellen te gebruiken, zie bladzijde 15. Om de instel-
lingen van het bedieningspaneel te personaliseren,
raadpleeg pagina 17. Voor het uitvoeren van de iFIT
Wedstrijdtraining-oefening, kijkt u op pagina 18. Om
de stand instellingen te gebruiken, kijkt u op pagina
19. Om de informatiestand te gebruiken kijkt u op
pagina 20.
Opmerking: Als er een doorzichtig stuk plastic op
het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plas
-
tic. Om schade aan de loopband te vermijden, ge
-
bruik altijd propere schoenen op de loopband. Als
u de loopband voor het eerst gebruikt, controleer
dan regelmatig of de loopband gecentreerd loopt
en centreer de loopband, als dat nodig is (raad-
pleeg pagina 24).
Opgelet: Het bedieningspaneel kan de snelheid en af-
stand in mijlen of kilometers aangeven. Om te zien
welke metingeenheid is geselecteerd, of om de mee-
teenheid te wijzigen, kijkt u op de INFORMATIEMO-
DUS op pagina 20. Om het eenvoudig te houden, wor-
den alle aanwijzingen in dit deel in kilometers gege-
ven.
Klip
Sleutel
BEDIENINGSPANEEL
15
HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
B
ELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen bloodgesteld is gewesst, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische com-
ponenten beschadigen.
Steek het snoer in (zie pa-
gina 13). Zoek vervolgens
naar de RESET/OFF
stroomonderbreker op het
onderstel van de loopband
bij het snoer. Plaats de
stroomonderbreker in de
reset positie.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel bevat een
demo instelling ontworpen om de loopband in de
winkel te kunnen gebruiken. De demo instelling is
gekozen wanneer de displays gaan branden zodra
het snoer in het stopcontact gestoken wordt en de
stroomonderbreker zich in de reset positie vindt.
Druk, om de demo instelling uit te schakkelen, een
paar seconden op de STOP toets. Raadpleeg DE
INFORMATIE INSTELLING op pagina 20 om de
demo instelling uit te schakkelen wanneer de dis-
plays blijven branden.
Ga vervolgens op de voetbalken van de loopband
staan. Zoek naar de klip dat aan de sleutel vastzit
(raadpleeg tekening op pagina 14) en schuif de klip in
de band van uw kleding. Steek dan de sleutel in het be-
dieningspaneel. De display zullen gaan branden. BE-
LANGRIJK: In geval van nood kan de sleutel uit het
bedieningspaneel getrokken worden zodat de loop-
band tot stilstand komt. Test de klip door een paar
stapjes naar achteren te nemen. Stel de klip wat bij
wanneer de sleutel niet uit het bedieningspaneel
getrokken wordt.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel ste-
ken.
Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SHAKELEN
hierboven.
2.
Kies de handmatige instelling.
E
lke keer als u de sleutel invoert, wordt de hand-
matige modus geselecteerd. Als u een oefening
h
eeft geselecteerd, drukt u herhaaldelijk op een
van de oefeningtoetsen [WORKOUT] tot alleen
een nul verschijnt in het display.
3.
Start de loopband en stel de snelheid bij.
Druk op de START toets, de Snelheidstoename
[SPEED] toets, of op een van de Snelheidstoetsen
[QUICK SPEED] genummerd van 2 tot 20.
Opmerking: Als u de toetsen hebt ingedrukt, kan
het enkele seconden duren voordat de gewenste
snelheid wordt bereikt.
Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt in-
gedrukt dan zal de loopband beginnen te bewegen
met een snelheid van 2 Km/u [KM/H]. Als u een
oefening doet, kunt u de snelheid van de loopband
wijzigen door op de Versnellings- of Vertragings-
toetsen [SPEED] te drukken. Telkens als u op een
toets drukt, zal de snelheid worden gewijzigd met
0,1 Km/u; als u de toets ingedrukt houdt, dan zal
de snelheid met 0,5 Km/u verhogen. Indien u drukt
op een van de twaalf genummerde sneltoetsen, zal
de snelheid van de loopband geleidelijk aangepast
worden tot het de gewenste snelheidsinstelling be-
reikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets.
Om de loopband opnieuw te starten, druk op de
Starttoets, de Snelheidomhoogtoets of een van de
genummerde Sneltoetsen voor de snelheid.
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Om de helling van de loopband te veranderen,
drukt u op de toetsen Helling [INCLINE] toenemen
of afnemen, of op de hellingtoetsen [QUICK IN-
CLINE] die 0 tot 12 zijn genummerd. Elke keer dat
u op een toets drukt, zal de helling geleidelijk aan-
gepast worden tot het de geselecteerde hellingin-
stelling bereikt.
Reset
Positie
16
5.
Volg uw vorderingen op de display.
H
et console bidet verschillende displayopties. De
displayoptie die u selecteert zal bepalen welke oe-
f
eninginformatie wordt weergegeven. Druk her-
haaldelijk op de DISPLAY-toets om de gewenste
displayweergave te kiezen.
De display zal de volgende informatie tonen als u
op de loopband loopt of rent:
De verlopen tijd [TIME].
De afstand [DISTANCE] of [DIST] die u hebt ge-
wandeld of gelopen.
Het aantal calorieën [CALORIES], [CALS] of [CA-
LORIE BURN] dat u bij benadering hebt ver-
brand.
Het juiste aantal verbrandde calorieën per uur
[CALORIE HOUR].
Uw oefeningintensiteit in mets. Een met is de
hoeveelheid energie die u gebruikt als u zit.
De snelheid [SPEED] van de loopband.
De hellingsgraad [INCLINE] van de loopband.
Uw snelheid [PACE] in minuten per mijl of minu-
ten per kilometer.
Uw hartslag [PULSE].
Opmerking: Onafhankelijk van de gekozen display-
weergave, zal het snelheids- of hellingsniveau en-
kele seconden op de display verschijnen telkens
als u de instellingen wijzigt. Aanvullend zal uw
hartslag in het display verschijnen als u de
Handgreep polssensor of de optionele Borstkas-
pulssensor (zie stap 6) gebruikt.
6.
Meet uw hartslag als u dat wilt.
U
kunt de handgreep met polssensor of de
Borstkas-polssensor gebruiken om uw hartslag te
m
eten (zie pagina 112 voor informatie over de
Borstkas-polssensor). Opmerking: Indien u de
Handgreep polssensor vasthoudt en de Borstkas-
polssensor tegelijkertijd draagt, zal het console uw
hartslag niet nauwkeurig weergeven.
Voordat u de handsensoren gebruikt, verwijder het
plastic laagje van de metalen contactpunten. Zorg
ervoor dat uw handen proper zijn.
Om uw hart-
slag te meten,
Stap vervol-
gens op de
voetbalken en
houdt de meta-
len contactpun-
ten vast—
be-
weeg uw han-
den niet. Als uw hartslag wordt opgevangen zal
uw hartslag worden getoond. Voor een juiste
hartslagmeting houd de contactpunten onge-
veer 15 seconden vast.
7.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop-
toets en stel de hellingstand in de laagste posi-
tie. De helling van de loopband moet zich in de
laagste stand bevinden wanneer u de loopband
wilt opbergen anders kan de loopband bescha-
digd worden. Haal vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige
plek.
Als u klaar bent met het gebruiken van de loop-
band, schakelt de reset/uit stroomonderbreker naar
de stand ‘uit’ [OFF] en kunt u de stekker uit het
stopcontact halen. BELANGRIJK: Als u dit niet
doet, kunnen de elektrische onderdelen van de
loopband voortijdig slijten.
Contact-punten
17
HET GEBRUIK VAN EEN PERSONAL TRAINER OE-
FENING
1. Plaats de sleutel in het console.
Zie HET DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
op pagina 15.
2. Selecteer een personal trainer oefening.
Om een van de 24 personal trainer oefeningen
[PERSONAL TRAINER WORKOUTS] te selecte-
ren, drukt u op de toets Selecteer oefening [SE-
LECT WORKOUT]. Druk dan op de toetsen
Vergroten en Verkleinen onder de toets Selecteer
oefening tot de naam van de gewenste oefening in
de display verschijnt.
As u een personal trainer oefening selecteert, zal
de display de naam, de totale tijd [PROG TIME],
de maximale hellinginstelling [MAX INC] en de
maximale snelheidsinstelling [MAX SPEED] van de
oefening weergeven. Bovendien zal er een profiel
van de snelheidsinstellingen van de oefening ver-
schijnen in het display.
Elke vooraf ingestelde oefening is verdeeld in di-
verse 1-minuut segmenten. Er is één hellinginstel-
ling en één tempo-instelling geprogrammeerd voor
elk segment. Opmerking: Dezelfde snelheid en/of
hellingsinstelling kan worden geprogrammeerd
voor opeenvolgende segmenten.
3. Druk op de toets START om met de oefening te
beginnen.
Even nadat u op de toets Start heeft gedrukt, zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan de
eerste snelheid en hellingsinstelling van de oefe-
ning. Houd de handleuningen vast en begin met
wandelen.
Tijdens het programma, zal het profiel uw vooruit
-
gang laten zien. Het knipperende segment van het
profiel vertegenwoordigt het huidige segment van
het programma. De hoogte van het knipperende
onderdeel geeft de snelheidsinstelling van het hui
-
dige onderdeel weer. Aan het einde van elk onder-
deel zal een reeks tonen te horen zijn en zal het
volgende onderdeel van het profiel beginnen met
k
nipperen en zal de snelheid en de hellinginstelling
in het display verschijnen om u te alarmeren.
H
et programma gaat op deze wijze door tot het
laatste segment van het profiel knippert in het dis-
play en het laatste onderdeel stopt. De loopband
zal vertragen tot het halt houdt.
Als de snelheid of de hellingsinstelling van het hui-
dige onderdeel te hoog of te laag is kunt u de in-
stelling handmatig overschrijven via de toetsen
Snelheid [SPEED] en Helling [INCLINE]. Steeds
als de toets Snelheid wordt ingedrukt, verschijnt of
verdwijnt een aanvullende indicator van de huidige
onderdeelkolom.
Echter, als het volgende onder-
deel van het programma begint, zal de loop-
band zich automatisch aanpassen aan de snel-
heid en hellinginstellingen voor het volgende
onderdeel.
Om op elk mogelijk ogenblik met het programma te
stoppen drukt u op de toets STOP. Om het pro-
gramma weer te starten, drukt u op de toets Start
of op de toets Snelheidstoename. De loopband be-
gint bij ongeveer 2 km/uur te bewegen, Als het vol-
gende onderdeel van het programma begint, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de
snelheid en hellinginstellingen voor dat onderdeel.
4. Volg uw voortgang op het display.
Zie stap 5 op pagina 16.
In plaats van het weergeven van de verstreken tijd,
zal het display de resterende tijd van de oefening
weergeven. Het display zal ook uw energie-uitvoer
weergeven in watt [WATTS].
5.
U kunt desgewenst uw hartslag meten.
Zie stap 6 op pagina 16.
6.
Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het console te halen.
Zie stap 7 op pagina 16.
18
HET GEBRUIKEN VAN HET IFIT WEDSTRIJD
TRAININGCENTRUM
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel ste-
ken.
Raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SHA-
KELEN op pagina 15.
2. Selecteer het iFIT Wedstrijdtrainingcentrum.
Om het iFIT-Wedstrijdtrainingcentrum [IFIT COM-
PETITION TRANING CENTER] te selecteren,
drukt u op de iFIT toets selecteer evenement [SE-
LECT EVENT]. Gebruik de toetsen Verhogen en
verlagen onder de toets Selecteer evenement om
een wedstrijd tegen een groep van vier tegenstan-
ders te kiezen of tegen één tegenstander.
Indien u besluit om te strijden tegen een groep,
dient u de optie Wedstrijd Tegen een Groep
[RACE AGAINST A PACK] te selecteren en
daarna te drukken op de toets ENTER onder de
toets Selecteer Evenement. Selecteer een moeilijk-
heidsgraad [DIFFICULTY] en de afstand
[LENGTH] van de wedstrijd door te drukken op de
toetsen Verhogen en Verlagen. Druk op de toets
Enter na elke selectie.
Indien u besluit om te strijden tegen een tegen-
stander, dient u de optie Wedstrijd Tegen een
Tegenstander [RACEA AGAINST A SINGLE OPO-
NENT] te selecteren en daarna te drukken op de
toets Enter. Druk op de toetsen Verhogen en
Verlagen om een tegenstander en de afstand van
de wedstrijd te selecteren. Druk op de toets Enter
na elke selectie. Opmerking: Elke tegenstander
verschijnt meer dan een keer met verschillende ni-
veaus, of rangen van moeilijkheid.
Kort nadat u de duur van de wedstrijd heeft gese-
lecteerd, zal de wedstrijd beginnen. Houd de hand-
leuningen vast en begin te stappen.
Stel de snel-
heid en de helling van de loopband naar wens aan.
De oefening gaat door totdat de wedstrijd is beëin-
digd
3.
Volg uw vorderingen op de display.
H
et console bidet verschillende displayopties. De
displayoptie die u selecteert zal bepalen welke oe-
f
eninginformatie wordt weergegeven. Druk herhaal-
delijk op de DISPLAY-toets om de gewenste dis-
playweergave te kiezen.
De display zal de volgende informatie tonen als u
op de loopband loopt of rent:
Een filmpje van een hardloper met het etiket “U”
vertegenwoordigt u. Naarmate u de snelheid van
de loopband verhoogt of verlaagt, zal de hardlo-
per zijn snelheid opvoeren of vertragen. Het dis-
play zal ook filmpjes van andere tegenstanders
weergeven.
Het parcours dat u aflegt.
Uw aantal seconden dat u op de andere renners
voor bent of achter de renner aan kop loopt. Als u
achter loopt, zal de display een negatief aantal
seconden weergeven.
Uw plaats in de wedstrijd.
De snelheid SPD van de loopband. Opmerking:
Druk op de toets Enter om uw snelheid in minuten
per kilometer [PACE], of uw snelheid in minuten
per mijl te zien. Druk opnieuw op de toets Enter
om de snelheid [SPD] van de loopband te zien.
De hellingsgraad [INC] van de loopband.
Het aantal verbrande calorieën [CALS] bij bena-
dering getoond.
De gewandelde [DIST] of gelopen afstand ge-
toond.
De verlopen tijd [TIME].
19
Een profiel van de hellingsinstellingen van de
race.
Uw gemiddelde snelheid [AVG] of [AVG SPEED].
De snelheid waarmee uw tegenstanders hun
energie [REC] herwinnen.
Het energiepaneel dat uw tegenstanders hebben
achtergelaten [BANK].
De tactieken [STRATEGY] die uw tegenstanders
gebruiken.
Een statusbalk toont de voortgang van de race.
Uw hartslag [PULSE]
4.
Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 16.
Om uw hartslag te zien, selecteert u de displayop-
tie die het filmpje van de hardlopers weergeeft.
5.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 16.
HET GEBRUIKEN VAN DE STAND INSTELLINGEN
1
. Plaats de sleutel in het console.
Z
ie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SHAKELEN
op pagina 15.
2. Selecteer de stand instellingen.
Voor het selecteren van de instellingenmodus,
drukt u op de toets Selecteer Evenement. Verlicht
de optie Instellingen [SETTINGS] en druk op de
toets ENTER. Het menu zal de maximale helling
[MAX INCLINE] geven voor de wedstrijd, de hel-
lingselectie-instelling en de startsnelheid [MAX
SPEED] van de wedstrijd.
3. Voer de gebruikersinformatie in.
Druk op de toetsen Verhogen en Verlagen tot de
volgende pijl verschijnt naast de gewenste optie.
Druk dan op de toets Enter. Er zal een knippe-
rende cursor verschijnen in een veld in de display.
Druk op de toetsen Verhogen en Verlagen om de
selectie te wijzigen. Als u klaar bent met het wijzi-
gen van het veld, drukt u op de toets Enter.
Herhaal deze handeling om alle gewenste informa-
tie in te voeren.
4. Verlaat de stand instellingen.
Als u klaar bent met het wijzigen van de instellin-
gen, dient u de optie INSTELLINGEN VERLATEN
[EXIT SETTINGS] op te laten lichten en te drukken
op de toets Enter.
20
DE INFORMATIE INSTELLING
H
et console bidet een informatiemodus waarmee u de
meeteenheid voor het console kunt selecteren en de
d
isplaydemomodus kunt aan- of uitzetten. U kunt ook
de datum en de tijd instellen.
Om de informatie-weergave te kiezen, steek de sleutel
in het bedieningspaneel terwijl u de STOP-toets inge-
drukt houdt. De volgende informatie wordt op de dis-
play aangegeven:
Het display zal de geselecteerde meeteenheid weerge-
ven. Om de meeteenheid te veranderen, druk op de
Snelheidomhoogtoets [SPEED]. Aan meningsafstand
in kilometers, selecteer metrisch [METRIC]. Aan me-
ningsafstand in mijlen, selecteer Engelse [ENGLISH].
Het bedieningspaneel bevat een demo instelling ont-
worpen om de loopband in de winkel te kunnen gebrui-
ken. Terwijl de demo instelling gekozen is kunt u het
bedieningspaneel normaal gebruiken wanneer het
snoer in het stopcontact zit, de stroomonderbreker in
de reset positie geplaatst wordt, en de sleutel in het be-
dieningspaneel gestoken wordt. Wanneer u de sleutel
uit het bedieningspaneel trekt zullen de displays blijven
branden alhoewel de toesten niet meer zullen werken.
Indien de demomodus is aangezet, dan zal het woord
ON
(Aan) op het display verschijnen terwijl de informa-
tiemodus is geselecteerd. Om de demo instelling te
kiezen of uit te schakkelen druk dan op de Snelheid
[SPEED]afnamentoets.
Om het contrast van het display aan te passen, drukt u
op de toetsen Helling [INCLINE] verhogen en verla-
gen.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de infor-
matie instelling te verlaten.
HOE HET KUSSEN (SCHOK)-SYSTEEM BIJ TE
STELLEN
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en Trek de
S
tekker uit het Stopcontact. O
m de vastheid van de
loopband te verhogen, stap van de loopband af en
schuif de kussenverstellers naar de voorkant van de
loopband. Om de vastheid te verlagen, schuif de kus-
senverstellers naar de achterkant van de loopband.
Opmerking: Zorg ervoor dat beide verstellers voor
hetzelfde vastheidsniveau ingesteld zijn. Als u snel
loopt of als u veel weegt, moet de loopband vaster
worden ingesteld.
Platform-
kussen
Loopoppervlak
Verhogen
Verlagen
Platform-
kussen
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
P
laats de helling in de laagste stand voordat u de loop-
band opbergt. Als u dit niet doet kunt u de loopband be-
schadigen als u deze uitvouwt. Verwijder de sleutel en
trek het stroomsnoer uit het stopcontact. OPGELET: U
moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kun-
nen uitklappen, inklappen of verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats
die door de pijl rechts wordt aangegeven. OPGELET:
Om letsels te vermijden, til het onderstel nooit op aan
de plastic voetsteunen. Buig door uw knieën en houd
uw rug recht. Zorg dat u uw benen buigt en houd uw
rug recht als u het onderstel omhoog houdt.
Til het
onderstel tot ongeveer halverwege de verticale positie.
2. Til het onderstel op totdat de vergrendelingsknop in de
opbergpositie vastklikt.
Zorg ervoor dat de vergrende-
lingsknop goed vastzit in de opbergpositie.
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedek-
king te beschermen. Houdt de loopband uit direct
zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving
waar de temperatuur hoger dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst, klap de loopband op in de
opbergstand zoals beschreven hierboven. Zorg ervoor dat
de vergrendelingsknop goed vastzit in de opbergpositie.
1. Houd een handgreep en het onderstel vast en zet een voet
tegen een van de wielen.
2. Til de loopband naar achteren totdat de wieltjes vrij kun-
nen draaien. Verplaats de loopband voorzichtig naar de
gewenste plaats. Verplaats de loopband nooit zonder
dat u deze naar achteren kantelt. Wees heel voorzich-
tig tijdens het verplaatsen van de loopband zodat u
het risico op persoonlijk letsel voorkomt. Verplaats de
loopband niet over een oneffen ondergrond.
3. Plaats weer een voet op het wiel en kantel de loopband tot
deze weer rechtop staat.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
1. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals aangeg-
even. Trek de sluitknop naar buiten en houdt deze vast. Moet u het onderstel naar voren duwen en de ver-
grendelingsknop naar links trekken. Draai het frame naar beneden en laat de vergrendelingsknop los.
2. Houdt de loopband met beide handen goed vast en laat de loopband op de vloer zakken. OPGELET:
Houd niet alleen de plastic grijprails vast en laat het onderstel niet op de grond vallen. Buig uw knieën
en houd uw rug recht.
Basis
Handleuning
Onderstel
Wiels
Veerslotknop
Onderstel
21
22
PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen.
Z
oek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben,
neem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht.
PROBLEEM: De stroom is niet ingeschakeld
OPLOSSING:
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in een geaard stopcontact (zie pagina 13).
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 mof korter.
BELANG-
RIJK: De loopband kan niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout cir-
cut gebruikt worden.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bedie-
ningspaneel zit.
c. Controleer de reset/off stroomonderbreker bij het
snoer op het onderstel van de loopband. Als de
knop uitsteekt zoals aangegeven is de stroomon-
derbreker doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk
de schakelaar opnieuw in om de stroomonderbre-
ker opnieuw in werking te stellen (te resetten).
PROBLEEM: Stroomuitval tijdens gebruik
OPLOSSING:
a. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband (zie tekening
boven). Als de stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de scha-
kelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt,
haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspaneel.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
PROBLEEM: De display van het bedieningspaneel blijft branden als de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt verwijderd.
OPLOSSING:
a.
Het bedieningspaneel beschikt over een demo-modus. Deze modus wordt gebruikt als de
loopband in een winkel wordt tentoongesteld. Als de displays blijven branden als u de sleutel
uit het bedieningspaneel haalt, dan is de demo-modus geactiveerd. Om de demo-modus uit te
schakelen, houd de Stop-knop enkele seconden ingedrukt. Als de displays nog steeds bran
-
den, raadpleeg DE INFORMATIE-MODUS op pagina 20 om de demo-modus uit te schakelen.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en trek
SNOER UIT HET STOPCONTACT. Houd de
Staanders (74, 78) met de hulp van een tweede
persoon voorzichtig scheef. Er kunnen twee #8 x
2" schroeven (105) zitten in de onderkant van de
Onderpan (73). Als dat zo is dient u deze te ver-
wijderen. Opmerking: Een kruiskopschroeven-
draaier met een schacht van minstens 13 cm is
vereist. Breng dan de Staanders weer omhoog
Doorge
slagen
Reset
Positie
c
105
105
74
a
73
78
23
Verwijder dan de drie 3/4" Schroeven (12) los en
verwijder de kap (61).
Zoek de Snelheidsensor (71) en de Magneet
(50) aan de linkerkant van de Katrol (51). Draai
de Katrol zodanig dat de Magneet gelijk staat
met de Snelheidsensor.
Zorg ervoor dat de af-
stand tussen de Magneet en de Snelheidsen-
sor ongeveer 3 mm is. Indien nodig maakt u de
3/4" Snelheidsensorschroef (15) losser, beweegt
u de Snelheidsensor lichtjes en maakt u de
schroef weer vast. Maak de kap weer vast (niet
afgebeeld). Indien nodig, kantel de Staanders
(niet afgebeeld) maak de 3/4" schroeven weer
vast (niet afgebeeld) en zet de Staanders weer rechtop. Laat de loopband een paar minuten
draaien om te controleren of de snelheid juist wordt afgelezen.
PROBLEEM: De Helling van de Loopband verandert niet correct
OPLOSSING: a. Druk terwijl de sleutel in het bedieningspaneel is geschoven op een van de helling toetsen.
Haal de sleutel er uit terwijl de helling van de loopband zich aanpast. Steek de sleutel na
een paar seconden weer in het bedieningspaneel. De loopband zal dan automatisch de helling
tot de maximale helling aanpassen om vervolgens naar de laagste stand terug te keren.
Hierdoor wordt het hellingssysteem opnieuw gekalibreerd.
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Gebruik alleen een stroomstootonderdrukker met een enkele uitlaat die voldoet aan alle voor-
schriften zoals beschreven op pagina 13.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en
DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT.
Draai met
de meegeleverde sleutel beide bouten van de
achterroller een 1/4 slag tegen de klok in.
Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u
de loopband 5 à 7 cm van het loopplatform kun-
nen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het
midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer
in en laat de loopband een paar minuten
draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband
goed ligt.
c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u eu-
roploopt.
Zicht
van
Boven
50
15
71
3 mm
51
Bouten van de Achterroller
5 – 7 cm
b
6
1
12
24
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
O
PLOSSING: a
. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel
en DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
w
anneer de loopband niet goed in het mid-
den ligt. Als de loopband naar links is ver-
schoven,
draai met de meegeleverde sleutel de
linker bout van de achterroller een 1/2 slag met
de klok mee. Als de loopband naar rechts is
verschoven, draai dan de bout van de achter-
roller een 1/2 slag tegen de klok in. Zorg ervoor
dat u de band niet te strak aandraait. Steek de
stekker en de sleutel weer in en laat de loop-
band een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel
en
HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCON-
TACT wanneer de loopband slipt. Draai met
de meegeleverde sleutel beide bouten van de
achterroller een 1/4 slag met de klok mee.
Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u
de loopband 5 à 7 cm van het loopplatform kun-
nen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het
midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer
in en laat de loopband een paar minuten
draaien. Herhaal deze handeling tot de loop-
band goed ligt.
PROBLEEM: De Borstkassensoren werken niet correct
OPLOSSING: a. Als de Hartslagsensoren niet correct werken, raadpleeg dan de PROBLEMEN MET DE
BORSTKAS-SENSOREN OPLOSSEN op pagina 12.
b. Wanneer de hartslagsensoren nog steeds niet goed werken, ver-
vang dan de batterij. Zoek om de batterij te vervangen naar de
deksel aan de achterkant van de sensor. Steek een muntje in de
gleuf van de deksel en draai de deksel tegen de klok in tot aan de
open positie. Verwijder de deksel. Haal vervolgens de batterij uit
de sensor.
Haal de oude batterij uit de sensorunit. Plaats een nieuwe CR
2032-batterij en zorg dat de beschreven kant boven zit. Zorg er
ook voor dat de rubberen afdichting op zijn plaats zit in de sensor-
unit. Plaats de batterijklep terug en draai het vast in de gesloten
stand.
a
b
Batterij
Rubber
Band
Deksel van de
Batterij
b
Deksel van
de Batterij
25
De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoe-
ren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie
raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts.
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivascu-
lair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit
het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen
door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram
hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor ver-
branding en voor een aerobic oefening.
Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u
eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftijden
zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie ge-
tallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven uw
trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn voor
vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is voor
aerobic oefeningen aanbevolen.
Vet verbruiken—Om effectief vet te verbranden moet
U voor een langere tijd op een betrekkelijke lage inten-
siteit oefenen. Tijdens de eerste minuten van uw oefe-
ning gebruikt uw lichaam makkelijke bereikbare
kool-
hydraten
. Pas na de eerste paar minuten begint uw li-
chaam
vet
als energie te verbruiken. Stel de snelheid
en de helling van de loopband bij todat uw hartslag
rond het laagste getal van uw trainingszone ligt als u
vet wilt verbranden. Stel voor maximale vet verbran-
d
ing, de snelheid en helling van de loopband bij totdat
uw hartslag rond het middelste getal van uw trainings-
zone ligt.
Aerobic oefening—Uw oefening moet aerobic zijn als
het uw doel is uw cardiovasculair systeem te verbete-
ren. Een aerobic oefening is een activiteit met een ho-
gere zuurstof toevoer voor een langere tijd. Deze ho-
gere intensiteit vraagt een grotere prestatie van uw
hart om bloed naar uw spieren te pompen. Het vereist
ook een grotere prestatie van uw longen om het bloed
van zuurstof te voorzien. Stel de snelheid en de helling
van de loopband bij totdat uw hartslag rond het hoog
-
ste getal van uw trainingszone ligt als u een aerobic
oefening wilt uitvoeren.
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarm-
fase door 5 à 10 minuten de spieren te strekken en wat
lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefening
verhoogt uw lichaamstemperatuur, uw hartslag en bevor-
dert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensiteit
van uw oefening na het opwarmen zodat uw hartslag
binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 30 minuten
vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van uw oefen-
programma uw oefening tot 20 minuten). Haal diep en
regelmatig adem. Houdt nooit uw adem in.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 mi-
nuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw
spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen
na de oefening.
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet
u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust
tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u
als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te
hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te
oefenen.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig
ander oefenprogramma begint. Dit is bijzon-
d
er belangrijk voor mensen ouder dan 35 of
m
ensen met gezondheidsproblemen.
De pols-sensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van de
gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de
hartslag metingen beïnvloeden. De polssen-
sor is alleen als hulpmiddel bedoeld.
26
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PETL41307.0 R
1207A
Om de onderdelen hieronder te kunnen vinden, bekijk de GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze
handleiding.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1 29 1/2" Schroef
2 4 1" Schroef
3 1 Inbussleutel
4 6 3/8" x 2" Bout
5 3 3/8" x 2 3/4" Bout
6 4 3/8" x 4 1/4" Bout
7 4 3/8" x 1/2" Bout
8 6 3/8" Moer
9 11 3/8" Sterring
10 1 Ferrietklem
11 5 3/4" Schroef Tek
12 5 3/4" Schroef
13 2 Tussenstuk voor het Kussen voor
het Basis
14 8 #8 x 1 3/4" Schroef
15 1 3/4" Schroef van de Snelheidsensor
16 1 #8 Aardingsmoer
17 2 1/4" x 1" Bout
18 2 5/16" x 4" Bout
19 2 3/8" x 1 1/4" Bout
20 2 Bout van de Achterroller
21 1 3/8" x 1 3/4" Bout
22 1 3/8" x 1 1/2" Bout
23 2 3/8" x 1" Bout
24 15 1/2" Aardingsschroef
25 10 1 1/4" Schroef van de voetleuning
26 2 5/16" x 3/8" Bolt
27 2 Bus van de motor
28 14 #8 x 3/4" Spoorschroef
29 4
#8 x .44" Schroef
30 2 1/4" Tussenring
31 2 1/4" Slottussenring
32 4 #8 Tussenring
33 2 #8 Sterring
34
4
3/8" Slotmoer
35 1 Hellingsmotordraad
36 2
5/16" Moer met rand
37
3
Kapclip
38 1 Staanderdraad
39
3
Kooimoer
40
4
#8 x 1 3/4" Voetschroef
41 1 Linker Voetkussentje
42 1 Waarschuwingsticker
43 2
Platformkussen
44 1 Loopoppervlak
45 1 Loopband
46
2
Loopband Geleider
47
1
Motorisolator
48 2 Tussenstuk van het Onderstel
49 2 Tussenstuk van het Voorste Roller
50
1
Magneet
51 1 Wieltje/Katrol
52 1 Handleuningdraad
53 1 Sluitknop
54 1 Veerslotknop
55 1 Kap rechter Voetkussentje
56 1 Onderstel
57 2 Houder voor de Achterroller
58 1 Achteroller
59 1 Linker Achterste Voet
60 1 Rechter Achterste Voet
61 1 Kap
62 1 Drijfriem
63 1 Grondbedrading met transfer
64 1 Motor
65 1 Liftonderstel
66 3 Opbinddraad voor de bedrading
67 1 Achterrol grondbedrading
68 1 Electrische Snoer
69 1 Elektriciteitssnoer Adapter
70 1 Controller
71 1 Snelheidsensor
72 1 Snelheidsensorclip
73 1 Onderpan
74 1 Linker Staander
75 1 Hellingmotor
76 1 Tussenstuk van de Linker Staander
77 1 Contactdoos
78 1 Rechter Staander
79 1 Tussenstuk van de Rechter
Staander
80 4 Bouttussenstuk
81 4 Kussen van de Basis
82 2 Gevaar Sticker
83 1 Basis
84
2
Wiel
85 3 Verbinding
86 11 8" Opbinddraad
87
1
Deurtje
88 1 Boekhouder
89
1
Bedieningspaneel
90
2
Kussenspoorstop
91 1 Achterkant console
92 1 Plastic binddraad console
93 1
Console-onderstel
94 2 Kophouder
95 1 Borstkas-polsontvanger
96
1
Basis handleuning
97
1
Tussenstuk linkerhandleuning
98 1 Tussenstuk rechterhandleuning
99 4 Handleuning Einkapje
100
1
Sleutel/Klip
27
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1
01 1 Console Gronddraad
102 2 Kussenspoor
103 2 Voorkussen
104 1 Tussenstuk liftmotor
1
05 2 #8 x 2" Schroef
106 1 Aan/uit Knop Stroomonderbreker
107 1 Liftonderstel grondbedrading
108 1 5/32" Inbussleutel
109 1 Vergrendelingsbeugel
110 2 15 1/2" Draadband
111 1 Eindkapje van de vergrendeling
112 1 Besturing grondbedrading
113 2 Ontvangerschroef
114 1 Borstkasband
115 1 Transformator
1
16 1 Filter
117 1 Elektronicabeugel
118 1 Borstkassensoren
* 4" Zwarte Draad, M/F
*
4" Zwarte Draad, 2F
* 10" Blauwe Draad, M/F
* 8" Blauwe Draad, 2F
* 8" Witte Draad, 2F
* 4" Rode Draad, M/F
* Gebruikersaanwijzing
*Deze onderdelen woorden niet getoond.
Deze technische gegevens kunnen zonder vooraf-
gaande verwittiging worden gewijzig
4
4
54
53
8
8
25
25
25
25
55
111
17
17
18
18
20
31
30
20
31
30
24
24
29
29
46
46
36
36
49
50
48
44
42
45
49
51
58
56
57
57
48
3
108
60
59
40
40
25
25
25
25
41
1
103
1
103
43
102
90
28
28
28
28
43
102
28
28
90
28
28
28
28
67
32
32
28
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. PETL41307.0 R
1207A
11
11
11
11
72
15
71
37
37
3
7
12
12
106
24
61
66
73
24
107
19
19
26
64
47
62
65
105
105
2
24
12
24
70
115
117
116
24
33
24
24
24
33
16
112
27
68
69
77
10
63
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. PETL41307.0 R
1207A
29
81
2
81
2
81
2
4
84
34
84
6
9
6
6
9
9
7
9
7
9
21
22
34
34
75
23
23
8
8
74
78
83
82
76
79
82
86
85
80
80
80
13
81
2
13
104
4
8
109
38
110
35
4
38
34
30
GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. PETL41307.0 R
1207A
5
9
24
101
3
1
39
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
93
1
88
89
12
87
96
1
92
1
9
1
100
52
52
1
1
99
99
99
99
14
98
97
95
94
94
95
113
114
118
14
14
31
GEDETAILLEERDE TEKENING D—Modelnr. PETL41307.0 R
1207A
Onderdeel Nr. 257914 R1207A
Gedrukt in USA
© 2007 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen te bestellen, bekijk dan de kaft van deze handleiding. Zorg ervoor dat u de volgende infor-
matie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en serienummer van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TE-
KENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronisch product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge-
gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor-
den gerecycled aan het einde van de levenscyclus.
Gebruik recycling installaties die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort
afval in uw streek. Zo zult u het milieu helpen beschermen en de Europese nor-
men voor milieubescherming helpen verbeteren. Als u meer informatie nodig
hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem contact op met uw plaatse-
lijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

ProForm PETL41307 de handleiding

Type
de handleiding