Documenttranscriptie
Inhoud
Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneerproduct.
Lees deze bedieningsaanwijzingen door zodat u weet hoe uw model werkt. Als u de
aanwijzingen heeft gelezen, kunt u deze handleiding het beste op een veilige plaats
opbergen zodat u hem altijd bij de hand heeft voor later.
Frequenties van de sterkste zenders
opslaan 110
Zenders selecteren uit de
voorkeuzezenderlijst 110
Voor u begint
Over dit toestel 99
Over deze handleiding 99
Voorzorgen 99
Bij problemen 99
Kenmerken 99
Over WMA 100
DSP-instellingsstand in- of
uitschakelen 100
Microprocessor resetten 100
Over de demofunctie 101
Functie tegengesteld 101
Functiedemonstratie 101
Gebruik en onderhoud van de
afstandsbediening 101
Batterij installeren 101
Afstandsbediening gebruiken
FUNCTION-toets en AUDIOtoets 102
102
Wat is wat
Hoofdtoestel 103
Afstandsbediening 103
Tuner
Naar de radio luisteren 108
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
tunerfuncties 109
Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 109
Op sterke signalen afstemmen 110
Ingebouwde CD-speler
Afspelen van een CD 118
Een fragment direct selecteren 118
Inleiding geavanceerde bediening van de
ingebouwde CD-speler 119
Herhaalde weergave 120
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 120
Fragmenten op een CD scannen 120
Het afspelen van een CD onderbreken 121
Zoekmethode selecteren 121
Elke 10 fragmenten op de huidige CD
zoeken 121
Compressie en BMX gebruiken 122
Nl
Nederlands
Basishandelingen
Toestel inschakelen 105
Signaalbron selecteren 105
Disc insteken 105
Volume afstellen 106
Toestel uitschakelen 106
Uw toestel tegen diefstal beveiligen 106
Voorpaneel verwijderen 107
Voorpaneel bevestigen 107
RDS
Inleiding RDS-bediening 112
RDS-display wisselen 112
Alternatieve frequenties selecteren 113
PI-zoeken gebruiken 113
PI-zoeken voor voorkeuzezenders
gebruiken 113
Alleen zenders met regionale
programmering zoeken 114
Verkeersberichten ontvangen 114
PTY-functies gebruiken 115
RDS-zender via PTY-informatie
zoeken 115
Onderbreking door nieuwsberichten
gebruiken 115
PTY-nooduitzendingen
ontvangen 116
Radiotekst gebruiken 116
Radiotekst weergeven 116
Radiotekst opslaan en oproepen 116
PTY-lijst 117
95
Inhoud
Disctitels invoeren 122
CD TEXT-functies gebruiken 123
Titels op CD TEXT-discs
weergeven 123
Titels over het display laten
schuiven 123
Fragmenten uit de fragmenttitellijst
selecteren 123
MP3/WMA/WAV-speler
MP3/WMA/WAV afspelen 124
Een fragment direct in de huidige map
selecteren 125
Inleiding geavanceerde bediening van de
ingebouwde CD-speler (MP3/WMA/
WAV) 126
Herhaalde weergave 126
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 127
Mappen en fragmenten scannen 127
Afspelen van MP3/WMA/WAV
onderbreken 127
Zoekmethode selecteren 128
Elke 10 fragmenten in de huidige map
zoeken 128
Aan-/uitzetten van de tagweergave 128
Compressie en BMX gebruiken 128
Tekstinformatie op een MP3/WMA/WAV-disc
weergeven 129
Bij het afspelen van een MP3/WMACD 129
Bij het afspelen van een WAVdisc 129
Door tekstinformatie op het display
bladeren 129
Fragmenten uit de bestandsnaamlijst
selecteren 130
Multi-CD-speler
Afspelen van een CD 131
Een fragment direct selecteren 132
96
Nl
Multi-CD-speler met 50 discs 132
Inleiding voor geavanceerde bediening van
de multi-CD-speler 132
Herhaalde weergave 133
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 133
CDs en fragmenten scannen 134
Het afspelen van een CD onderbreken 134
ITS-speellijsten gebruiken 134
Speellijst met ITS-programmering
maken 134
ITS-speellijst afspelen 135
Fragment van de ITS-speellijst
verwijderen 135
CD van de ITS-speellijst
verwijderen 136
Functies voor disctitels gebruiken 136
Disctitels invoeren 136
Selecteren van discs van de
disctitellijst 137
CD TEXT-functies gebruiken 137
Titels op CD TEXT-discs
weergeven 137
Titels over het display laten
schuiven 138
Fragmenten uit de fragmenttitellijst
selecteren 138
Compressie en basversterking
gebruiken 138
DAB-tuner
Naar de DAB luisteren 139
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functie van de DAB-tuner 140
DAB-display schakelen 140
Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 140
Onderbreking van de berichtondersteuning
instellen 141
Verkeersflitsen en transportflitsen
ontvangen 141
Inhoud
Nieuwsflits ontvangen 141
Naar service opvolgen overschakelen 141
Naar primaire of secundaire
servicecomponent schakelen 142
Service via beschikbare PTY-informatie
zoeken 142
Dynamisch label gebruiken 142
Dynamisch label weergeven 142
Dynamisch label opslaan en
oproepen 143
Services uit de voorkeuzeservicelijst te
selecteren 143
TV-tuner
TV-tuner kijken 144
Zenders opslaan en oproepen 144
Sterkste zenders op volgorde opslaan 145
Zenders selecteren uit de
voorkeuzezenderlijst 146
DVD-speler
Disc afspelen 147
Disc selecteren 147
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functies van de DVD-speler 148
Herhaalde weergave 148
Het afspelen van een disc onderbreken 149
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 149
Fragmenten op een CD scannen 149
ITS-speellijsten gebruiken 149
Functies voor disctitels gebruiken 150
Disctitels invoeren 150
Nl
Nederlands
Audio-instellingen
Bedieningsstanden 151
Markeringen voor de
bedieningsstand 151
151
Stand driewegnetwerk
151
Standaardstand
Audio eenvoudig aanpassen 151
Fijne afstemming van de audio 151
Extra functies 152
Inleiding audio-instellingen 152
Positiekeuze gebruiken 153
Balansinstelling gebruiken
153
154
Balansinstelling gebruiken
Tijduitlijning gebruiken 154
Tijduitlijning aanpassen 155
155
Over de netwerkfunctie
Aanpasbare parameters 156
Opmerkingen over aanpassingen aan
het netwerk 156
De luidsprekereenheid (filter)
dempen 157
Het netwerk aanpassen 157
Uitgangssignaal van de subwoofer gebruiken
158
Subwooferinstellingen
aanpassen 159
De afval van de demping van het low
pass filter aanpassen 159
High-passfilter gebruiken
159
De luidsprekereenheden (filters)
dempen 160
Het high-passfilter voor de
voorluidsprekers instellen 160
Het high-passfilter voor de
achterluidsprekers instellen 160
Auto-equalizer gebruiken
161
Equalizercurven oproepen 161
Equalizercurven aanpassen 162
De grafische equalizer met 13-band
aanpassen 162
BBE-geluid gebruiken 163
Geluidssterktefunctie aanpassen 163
Gebruiken van de automatische
volumecompensatie 163
Niveau van de signaalbron aanpassen 164
Auto TA en EQ (automatische tijduitlijning en
164
instelling van de equalizer)
97
Inhoud
Voordat u de functie auto TA en EQ
gebruikt 165
Auto TA en EQ uitvoeren 166
Begininstellingen
Begininstellingen aanpassen 168
Klok instellen 168
Externe aansluiting in-/uitschakelen 169
Aan/uit zetten van de dimmer 169
Aanpassen van de helderheid 169
Verstoord geluid corrigeren 169
Tijdelijke uitschakeling/demping van het
geluid inschakelen 170
FM-afstemstap instellen 170
Aan/uit zetten van de automatische PIzoekfunctie 170
Waarschuwingstoon in-/uitschakelen 170
Handsfree telefoneren aan- of uitzetten 171
Aan/uit zetten van Telefoon standby 171
De functiedemo gebruiken 171
De functie tegengesteld gebruiken 172
Ever Scroll inschakelen 172
De flap automatisch openen
inschakelen 172
Overige functies
AUX-signaalbron gebruiken 173
AUX als signaalbron selecteren 173
AUX-titel instellen 173
Functies voor het tijdelijk uitschakelen/
dempen van de weergave voor de telefoon
en handsfree telefoneren gebruiken 174
Functie voor het tijdelijk uitschakelen/
dempen van de weergave voor de
telefoon 174
Functie voor handsfree bellen 174
Gebruiken van verschillende
amusementsdisplays 174
PGM-knop gebruiken 175
Amusementsweergaven herschrijven 175
98
Nl
Aanvullende informatie
Uitleg van foutmeldingen voor ingebouwde
CD-speler 177
Foutmeldingen in auto TA en EQ
begrijpen 177
Foutmeldingen bij het herschrijven van
amusementsdisplays begrijpen 178
Zorg voor uw CD-speler 178
CD-R/CD-RW-discs 179
MP3-, WMA- en WAV-bestanden 179
Extra informatie over MP3 180
Extra informatie over WMA 180
Extra informatie over WAV 180
Over mappen en MP3/WMA/WAVbestanden 181
Opnameblad afstellingswaarde DSP 183
Stand driewegnetwerk
183
Standaardstand
183
Equalizercurven 183
Begrippen 184
Technische gegevens 186
Hoofdstuk
01
Voor u begint
Over dit toestel
De frequenties waarop de tuner van dit toestel
kan afstemmen, zijn in gebruik in Europa,
Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Oceanië.
Gebruik van het toestel in andere gebieden
kan een slechte ontvangst ten gevolge hebben. De RDS-functie (radiodatasysteem) werkt
alleen in gebieden waar de FM-zenders RDSsignalen uitzenden.
Over deze handleiding
Dit toestel heeft een aantal geavanceerde
functies voor een superieure kwaliteit en bediening. Alle functies zijn ontworpen voor een
zo eenvoudig mogelijk gebruik, maar ze spreken niet altijd voor zich. Deze bedieningshandleiding helpt u ten volle te genieten van de
mogelijkheden van dit toestel en uw luisterplezier te maximaliseren.
We raden u aan de functies en hun bediening
te leren kennen door de handleiding door te
lezen voordat u het toestel gaat gebruiken. Het
is met name belangrijk dat u de voorzorgsmaatregelen op deze bladzijde en in andere
delen leest.
Voorzorgen
! Aan de onderkant van dit toestel bevindt
zich een CLASS 1 LASER PRODUCT-label.
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert,
kunt u uw dealer of het dichtstbijzijnde erkende Pioneer Service-station raadplegen.
Kenmerken
CDs afspelen
Het is mogelijk om een CD/CD-R/CD-RW af te
spelen.
MP3-bestanden afspelen
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM/CD-R/CDRW afspelen (standaardopnamen ISO9660 niveau 1/niveau 2).
! Dit product is alleen voor niet-commercieel
privé-gebruik. Het mag niet in een commerciële omgeving (waarbij geld wordt verdiend), via uitzendingen (over land, via
satelliet, kabels en/of andere media), via
uitzendingen via internet, intranet en/of andere netwerken of in andere elektronische
systemen, zoals betaalradio of audio-opaanvraag, worden verspreid. Hiervoor is
een aparte vergunning nodig. Kijk voor
meer informatie op
http://www.mp3licensing.com.
Nl
Nederlands
CLASS 1
LASER PRODUCT
! Houd deze handleiding bij de hand om bedieningsprocedures en te nemen voorzorgsmaatregelen in op te zoeken.
! Houd het volume ten allen tijde zo laag
zodat u geluiden van buiten de auto kunt
blijven horen.
! Bescherm dit toestel tegen vocht.
! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg
raakt, zal het voorkeuzegeheugen worden
gewist en zult u het toestel opnieuw moeten programmeren.
99
Hoofdstuk
01
Voor u begint
WMA-bestanden afspelen
U kunt WMA-bestanden op CD-ROM/CD-R/
CD-RW afspelen (standaardopnamen ISO9660
niveau 1/niveau 2).
WAV-bestanden afspelen
U kunt WAV-bestanden op CD-ROM/CD-R/CDRW afspelen (Lineair PCM (LPCM)/MS
ADPCM opnamen).
Over WMA
Het logo Windows Media" dat op de doos is
geprint, geeft aan dat dit toestel WMA-gegevens kan weergeven.
WMA staat voor Windows Media Audio en verwijst naar een audiocompressietechnologie
die door Microsoft Corporation is ontwikkeld.
WMA-gegevens kunnen met de Windows
Media Player versie 7 of nieuwer worden gecodeerd.
Microsoft, Windows Media en het Windowslogo zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of in andere landen.
Opmerkingen
! Bij sommige toepassingen die worden gebruikt om WMA-bestanden te coderen kan dit
toestel minder goed werken.
! Bij sommige toepassingen die worden gebruikt om WMA-bestanden te coderen, worden CD-titels en andere tekstinformatie soms
niet goed weergegeven.
100
Nl
DSP-instellingsstand in- of
uitschakelen
Dit toestel heeft twee bedrijfsstanden: de
stand driewegnetwerk (NW) en de standaardstand (STD). U kunt naar wens tussen de standen schakelen. De DSP-instelling is
aanvankelijk op de standaardstand (STD) ingesteld.
! Reset na het schakelen de microprocessor.
WAARSCHUWING
Gebruik het toestel niet in de standaardstand als
er een luidsprekersysteem voor de stand driewegnetwerk op het toestel is aangesloten. Hierdoor
kunnen de luidsprekers beschadigd raken.
% Gebruik een schroevendraaier met een
dunne standaardkop om de DSP-schakelaar
op de zijkant van het toestel in te schakelen.
Microprocessor resetten
De microprocessor moet in de volgende situaties worden gereset:
! Voor het eerste gebruik van dit toestel na
montage
! Als het toestel niet juist werkt
! Als er vreemde of onjuiste berichten op het
scherm verschijnen
Hoofdstuk
01
Voor u begint
% Druk met een pen of een ander scherp
voorwerp op RESET.
Functiedemonstratie
De functiedemo start automatisch als de voeding naar dit toestel is uitgeschakeld terwijl
het contactslot op ACC of ON staat. Als u op
de toets 6 drukt tijdens de functiedemo, wordt
de modus voor functiedemos geannuleerd.
Druk opnieuw op de toets 6 om de functiedemo te starten. Vergeet niet dat de functiedemo
blijft werken als de motor van de auto is uitgeschakeld, de accu kan dan leeglopen.
RESET-toets
Gebruik en onderhoud van
de afstandsbediening
Over de demofunctie
Dit toestel heeft twee demonstratiefuncties.
De eerste is de functie tegengesteld; de
tweede is de modus voor functiedemos.
Belangrijk
De rode draad (ACC) van dit toestel moet worden
aangesloten op een aansluiting die beschikt over
een koppeling voor het in- en uitschakelen van
het contact. Als dit niet het geval is, loopt u het risico dat de accu leeg raakt.
Batterij installeren
Haal de schuif uit de achterzijde van de afstandsbediening en doe de batterij er met de
pluspool (+) en de minpool () in de juiste
richting in.
! Als u de afstandsbediening voor het eerst
gebruikt, moet u eerst het plastic uit de
schuif trekken.
Functie tegengesteld
WAARSCHUWING
Houd de batterij buiten het bereik van kinderen.
Roep onmiddellijk de hulp van een arts in als de
batterij per ongeluk wordt doorgeslikt.
WAARSCHUWING
! Gebruikt alleen een lithium CR2025 (3 V)-batterij.
! Verwijder de batterij als de afstandsbediening
langer dan een maand niet wordt gebruikt.
Nl
Nederlands
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
handeling uitvoert, worden de meldingen op
het display in tegengestelde richting weergegeven, waarbij elke 10 seconden een andere
melding wordt getoond. Als u op de toets 5
drukt als de voeding naar dit toestel is uitgeschakeld terwijl het contactslot op ACC of ON
staat, wordt de tegengestelde functie geannuleerd. Druk opnieuw op de toets 5 om de functie tegengesteld te starten.
! Bij sommige entertainmentdisplays werkt
de functie tegengesteld niet.
101
Hoofdstuk
01
Voor u begint
! De batterij mag niet worden opgeladen, uit
elkaar gehaald, verwarmd of in het vuur worden gegooid.
! Raak de batterij niet aan met metalen gereedschap.
! Bewaar de batterij niet bij metalen gereedschap.
! Als de batterij lekt, moet u de afstandsbediening helemaal schoon vegen en een nieuwe
batterij plaatsen.
! Als u gebruikte batterijen weggooit, zorg dan
dat u voldoet aan de wettelijke bepalingen of
milieuregels die in uw land/regio gelden.
afstandsbediening verschilt van de bediening
van de MULTI-CONTROL op het hoofdtoestel.
Bij gebruik van de afstandsbediening kunt u
de functies als volgt doorlopen om de gewenste functie te kiezen.
Gebruik van de FUNCTION-toets
% Druk op FUNCTION om de gewenste
functie te selecteren (bijv. de ingebouwde
CD-speler).
Druk herhaaldelijk op FUNCTION om te schakelen tussen de volgende functies:
PLAY MODERANDOMSCANPAUSE
SEARCH MODETAG READCOMP/BMX
DISC TITLE
Opmerking
Raadpleeg Inleiding geavanceerde bediening van
de ingebouwde CD-speler op bladzijde 119.
Gebruik van de AUDIO-toets
Afstandsbediening gebruiken
Wijs met de afstandsbediening in de richting
van het voorpaneel.
! De afstandsbediening kan minder goed
werken in direct zonlicht.
Belangrijk
! Berg de afstandsbediening niet op plekken op
met hoge temperaturen of in direct zonlicht.
! Laat de afstandsbediening niet op de grond
vallen, omdat hij onder het rem- of gaspedaal
terecht kan komen.
FUNCTION-toets en AUDIO-toets
U kunt de gewenste functie ook met de
FUNCTION-toets en de AUDIO-toets op de afstandsbediening selecteren. De bediening van
de FUNCTION-toets en de AUDIO-toets op de
102
Nl
% Druk op AUDIO en selecteer de gewenste functie.
Druk herhaaldelijk op AUDIO om te schakelen
tussen de volgende functies:
BALNW 1NW 2NW 3NW 4POSI
TA 1TA 2LOUDG.EQ 1G.EQ 2BBE
ASLSLA
FAD/BALPOSITA 1TA 2LOUD
G.EQ 1G.EQ 2SW 1SW 2SW 3
F-HPF 1F-HPF 2R-HPF 1R-HPF 2BBE
AUTO-EQASLSLA
Opmerking
Raadpleeg Inleiding audio-instellingen op bladzijde 152.
Hoofdstuk
02
Wat is wat
3
1 2
9
8
Hoofdtoestel
1 EJECT-toets
Druk hierop om de CD te laten uitwerpen uit
de ingebouwde CD-speler.
Houd deze toets ingedrukt om het voorpaneel te openen of te sluiten.
2 SOURCE-toets, VOLUME
Dit toestel wordt ingeschakeld door een signaalbron te selecteren. Druk op deze toets
om door alle signaalbronnen te bladeren.
Draai aan deze knop om het volume te verhogen of te verlagen.
3 RESET-toets
Druk deze toets in om de fabrieksinstellingen weer in te stellen (begininstellingen).
5 TA-toets
Druk hierop om de functie voor de weergave
van verkeersberichten in of uit te schakelen.
6
Houd deze toets ingedrukt om de NEWSfunctie in of uit te schakelen.
6 BAND/ESC-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit één van
de drie FM-banden en MW/LW-frequentiebanden (MG/LG) en om de instelling van
een bepaalde functie te annuleren.
7 DISPLAY-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit de diverse displays.
8 16-toetsen
Druk hierop om af te stemmen op een voorkeuzezender of om een CD-nummer te kiezen bij gebruik van een multi-CD-speler.
9 EQ-toets
Druk op deze toets om de verschillende
equalizercurven te selecteren.
Afstandsbediening
De bediening is hetzelfde als wanneer u de
toetsen op het hoofdtoestel gebruikt.
Nl
Nederlands
4 MULTI-CONTROL
Beweeg deze omhoog, omlaag, links of
rechts voor handmatig afstemmen, snel
vooruit, achteruit en het zoeken van een
fragment. Wordt ook gebruikt om functies te
gebruiken.
7
4 5
103
Hoofdstuk
02
Wat is wat
a
f CLEAR-toets
Druk op deze toets om het invoernummer te
annuleren terwijl 09 wordt gebruikt.
b c
k
j
i
h
5
7
d
8
g
e
f
g 09-toetsen
Druk hierop om rechtstreeks het gewenste
fragment, de voorkeuzeafstemming of de
disc te kiezen. Met de 16-toetsen kan de
voorkeuzeafstemming voor de tuner of de
zoekfunctie voor het discnummer van de
multi-CD-speler worden bediend.
h TUNER-toets
Druk hierop om de tuner als signaalbron te
kiezen.
a VOLUME-toetsen
Druk hierop om het volume te verhogen of
te verlagen.
b AUDIO-toets
Druk hierop om te kiezen uit de diverse
toonregelingen.
c FUNCTION-toets
Druk op deze toets om de diverse functies te
selecteren.
d Joystick
Beweeg deze voor handmatig afstemmen,
snel vooruit, achteruit en het zoeken van
een fragment. Wordt ook gebruikt om functies te bedienen.
! U kunt dezelfde handeling als
MULTI-CONTROL op het hoofdtoestel
uitvoeren, behalve het draaien.
e DIRECT-toets
Druk op deze toets om het gewenste fragment te selecteren.
104
Nl
i ATT-toets
Druk op deze toets om het volume snel
lager te zetten met ongeveer 90%. Druk nog
een keer om terug te keren naar het oorspronkelijke volumeniveau.
j CD-toets
Druk op deze toets om de ingebouwde of de
multi-CD-speler als signaalbron te kiezen.
k PGM-toets
Druk op deze toets om de vooraf geprogrammeerde functies voor elke signaalbron te bedienen. (Raadpleeg PGM-knop gebruiken op
bladzijde 175.)
Hoofdstuk
03
Basishandelingen
Toestel inschakelen
% Druk op SOURCE om het toestel aan te
zetten.
Wanneer u een signaalbron kiest, zal het toestel worden ingeschakeld.
Signaalbron selecteren
U kunt een signaalbron selecteren om naar te
luisteren. Om de ingebouwde CD-speler te gebruiken hoeft u alleen een CD in het toestel te
plaatsen (raadpleeg deze bladzijde).
% Als u het hoofdtoestel gebruikt, drukt
u op SOURCE om een signaalbron te selecteren.
Druk herhaaldelijk op SOURCE om te schakelen tussen de volgende signaalbronnen:
DAB (Digitale audio-uitzending)TunerTelevisieDVD-speler/Multi-DVD-speler
Ingebouwde CD-spelerMulti-CD-speler
Extern toestel 1Extern toestel 2AUX
Telefoon
% Als u de afstandsbediening gebruikt,
drukt u op TUNER of CD om een signaalbron te selecteren.
Druk herhaaldelijk op elke toets om te schakelen tussen de volgende signaalbronnen:
TUNER: DAB (Digitale audio-uitzending)
TunerTelevisieSignaalbronnen uit
CD: DVD-speler/Multi-DVD-spelerIngebouwde CD-spelerMulti-CD-speler
Signaalbronnen uit
Disc insteken
1 Druk op EJECT om het voorpaneel te
openen.
De CD-laadsleuf verschijnt.
# Nadat u de CD in het toestel heeft gedaan,
dient u op SOURCE te drukken om de ingebouwde CD-speler als signaalbron te kiezen.
2 Doe een CD in de CD-laadsleuf.
Het voorpaneel gaat automatisch dicht en het
afspelen begint.
Nl
Nederlands
Opmerkingen
! In de volgende gevallen zal de ingestelde signaalbron niet veranderen:
Als er geen toestel dat overeenkomt met
de geselecteerde signaalbron is aangesloten op dit toestel.
Als er geen disc in het toestel is geplaatst.
Als er geen disc in de DVD-speler is geplaatst.
Wanneer er geen magazijn in de multi-CDspeler zit.
Wanneer er geen magazijn in de multiDVD-speler zit.
Wanneer de AUX (extra ingangsaansluiting) is uitgeschakeld (raadpleeg bladzijde
169).
Wanneer de Telefoon standby is uitgeschakeld (raadpleeg bladzijde 171).
! Met extern toestel wordt een Pioneer-product
(bijvoorbeeld een toekomstig product) bedoeld
waarvan u de basisfuncties kunt bedienen
met het huidige toestel, hoewel het externe
toestel ongeschikt is als signaalbron. Er kunnen twee externe toestellen door dit toestel
worden geregeld. Als er twee toestellen zijn
aangesloten, wordt de toewijzing van extern
toestel 1 of extern toestel 2 automatisch uitgevoerd door dit toestel.
! Wanneer de blauw/witte draad van dit toestel
is aangesloten op de bedieningsaansluiting
van de automatische antenne van uw auto, zal
deze antenne uitschuiven wanneer de signaalbron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als u
de bron uitschakelt, wordt de antenne weer ingeschoven.
105
Hoofdstuk
03
Basishandelingen
CD-laadsleuf
Toestel uitschakelen
% Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
# U kunt de CD laten uitwerpen door op EJECT
te drukken.
Opmerkingen
! De ingebouwde CD-speler kan een standaardCD van 12 cm of 8 cm (singeltje) afspelen. Gebruik geen adapter als u CDs van 8 cm afspeelt.
! Plaats geen andere dingen dan een CD in de
CD-laadsleuf.
! Als een disc er niet helemaal in gaat of niet
begint te spelen als hij in de speler zit, controleer dan of het label van de disc omhoog zit.
Druk op EJECT om de disc uit te werpen en
controleer de disc op beschadigingen voordat
u de disc er opnieuw in plaatst.
! U kunt de CD uitwerpen door EJECT ingedrukt
te houden terwijl het voorpaneel wordt geopend, als het laden of uitwerpen van de CD
niet juist kan worden uitgevoerd.
! Als de ingebouwde CD-speler niet naar behoren functioneert, is het mogelijk dat er een
foutmelding, bijvoorbeeld ERROR-11, op het
display verschijnt. Raadpleeg Uitleg van foutmeldingen voor ingebouwde CD-speler op bladzijde 177.
Volume afstellen
% Gebruik VOLUME om de geluidssterkte
te regelen.
Draai VOLUME op het hoofdtoestel om het
volume te verhogen of te verlagen.
Druk met de afstandsbediening op VOLUME
om het volume te verhogen of te verlagen.
106
Nl
Uw toestel tegen diefstal
beveiligen
Het voorpaneel kan van het hoofdtoestel worden verwijderd en worden bewaard in het meegeleverde beschermende foedraal om dieven
te ontmoedigen.
! Als het voorpaneel niet binnen vijf seconden na het uitschakelen van het contact
van het hoofdtoestel is verwijderd, zal er
een waarschuwingstoon klinken en opent
het voorpaneel.
! U kunt deze waarschuwingstoon uitschakelen. Raadpleeg Waarschuwingstoon in-/uitschakelen op bladzijde 170.
! U kunt het automatisch openen uitschakelen. Zie De flap automatisch openen inschakelen op bladzijde 172.
Belangrijk
! Bij het verwijderen en aanbrengen van het
voorpaneel mag u in geen geval kracht zetten
of het display en de toetsen vastgrijpen.
! Stel het voorpaneel niet bloot aan te grote
schokken.
! Houd het voorpaneel uit de buurt van direct
zonlicht en hoge temperaturen.
! Een paar seconden nadat het contact wordt
in- of uitgeschakeld, beweegt het voorpaneel
automatisch. Als dit gebeurt, kunnen uw vingers klem komen te zitten in het paneel, dus
houd uw handen uit de buurt.
! Als u het voorpaneel verwijdert, moet u de geribbelde openingsknop op de achterzijde van
het voorpaneel vasthouden terwijl u eraan
trekt.
Hoofdstuk
03
Basishandelingen
Voorpaneel verwijderen
1 Houd EJECT ingedrukt om het voorpaneel te openen.
2 Schuif het voorpaneel naar u toe en
verwijder het.
Zorg dat u het niet te stevig vasthoudt of loslaat.
Openingsknop
3 Doe het voorpaneel in het meegeleverde beschermende foedraal om het netjes te bewaren.
Voorpaneel bevestigen
1 Zorg dat de binnenste afdekking gesloten is.
2 Plaats het voorpaneel terug door het
op zijn plaats te klemmen.
Nederlands
Nl
107
Hoofdstuk
04
Tuner
Naar de radio luisteren
12
3
4
5
Dit zijn de basisstappen voor de bediening van
de radio. Vanaf de volgende bladzijde wordt de
meer geavanceerde bediening van de tuner
uitgelegd.
De AF-functie (zoeken naar alternatieve frequenties) kan worden in- en uitgeschakeld. Bij
normale bediening van de tuner moet de AF
uit staan (raadpleeg bladzijde 113).
1 LOC-indicator
Deze toont of automatisch afstemmen op lokale zenders is ingeschakeld.
2 Stereo-indicator (5)
Deze toont of de frequentie waarop u heeft
afgestemd in stereo is.
3 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is geselecteerd.
4 Frequentiebandindicator
Deze toont op welke frequentieband de
radio aan het afstemmen is; MW, LW of FM.
5 Frequentie-indicator
Deze toont de frequentie waarop u heeft afgestemd.
1 Druk op SOURCE om de tuner te kiezen.
Druk op SOURCE tot Tuner op het display verschijnt.
108
Nl
2 Druk op BAND/ESC en kies een frequentieband.
Druk op BAND/ESC tot u de gewenste frequentieband op het display ziet verschijnen;
FM1, FM2, FM3 voor FM of MW/LW.
3 Om handmatig afstemmen te gebruiken, duwt u MULTI-CONTROL naar links of
rechts.
De frequenties worden stap voor stap verhoogd of verlaagd.
4 Om automatisch afstemmen te gebruiken, duwt u MULTI-CONTROL ongeveer
een seconde naar links of rechts en laat de
knop dan los.
De tuner zal nu zelf de frequenties in de aangegeven richting afzoeken tot er een uitzending gevonden wordt die sterk genoeg is voor
een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door MULTI-CONTROL even naar links of rechts
te duwen.
# Als u MULTI-CONTROL naar links of rechts
duwt en dan vasthoudt, kunt u zenders overslaan.
Het automatisch afstemmen begint zodra u
MULTI-CONTROL loslaat.
Hoofdstuk
04
Tuner
Inleiding tot bediening van de
geavanceerde tunerfuncties
1
# U kunt de functies ook in de omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het frequentiedisplay.
# Als u de MW/LW-band heeft ingesteld, kunt u
alleen maar kiezen uit BSM of LOCAL.
Opmerking
2
1 Functienaamtag
Deze toont de functie die gemarkeerd en geselecteerd is.
2 Functiedisplay
Hierop is de status van de ingestelde functie
af te lezen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
Draai aan de knop om de menu-optie te wijzigen; druk op de knop om te selecteren.
De functienaam verschijnt op het display.
Frequenties van zenders
opslaan en oproepen
Als u op een van de voorkeuzetoetsen 16
drukt, kunt u heel eenvoudig maximaal zes
zenderfrequenties opslaan zodat u deze later
met een druk op de toets weer kunt oproepen.
% Wanneer u heeft afgestemd op een frequentie die u in het geheugen wilt opslaan, houdt u een van de
voorkeuzetoetsen 16 ingedrukt tot het
voorkeuzenummer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft ingedrukt, gaat knipperen in de voorkeuzenummerindicator en
blijft daarna branden. De geselecteerde frequentie van de radiozender is in het geheugen
opgeslagen.
Wanneer u hierna op dezelfde voorkeuzetoets
drukt, zal de opgeslagen frequentie uit het geheugen worden opgeroepen.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 18 FM-zenders, zes voor
elk van de drie FM-frequentiebanden, en zes
MW/LW-zenders in het geheugen worden opgeslagen.
Nl
Nederlands
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de functie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
BSM (geheugen voor de beste zenders)REG
(regionaal)LOCAL (automatisch afstemmen
op lokale zenders)PTY (programmatypekeuze (PTY))TA (stand-by voor verkeersberichten)AF (zoeken naar alternatieve
frequenties)NEWS (onderbreking door
nieuwsberichten)
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display automatisch terug naar de frequentieweergave.
109
Hoofdstuk
04
Tuner
! U kunt ook radiozenderfrequenties die aan
voorkeuzetoetsen 16 zijn toegewezen opvragen door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te drukken.
! U kunt de frequentie van de radiozender ook
in het geheugen opslaan met de voorkeuzezenderlijst. (Raadpleeg Zenders selecteren uit
de voorkeuzezenderlijst op deze bladzijde.)
Op sterke signalen afstemmen
Met de functie voor automatisch afstemmen
op lokale zenders kunt u het toestel alleen
laten afstemmen op zenders met een voldoende sterk signaal voor een goede ontvangst.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
LOCAL.
De functienaamtag LOCAL wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het automatisch afstemmen op lokale zenders in te
schakelen.
De gevoeligheid (bijv. Local 2) voor de signaalsterkte van de lokale zenders zal op het display
verschijnen.
# Druk nog een keer op MULTI-CONTROL om
automatisch afstemmen op lokale zenders uit te
schakelen.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de gevoeligheid in te stellen.
Er zijn vier gevoeligheidsniveaus voor FM en
twee voor MW/LW:
FM: Local 1Local 2Local 3Local 4
MW/LW: Local 1Local 2
De Local 4-instelling zal alleen afstemmen op
de allersterkste zenders, terwijl er bij lagere instellingen ook afgestemd zal worden op steeds
zwakkere zenders.
Frequenties van de sterkste
zenders opslaan
Met de functie BSM (Best Stations Memory)
kunt u automatisch de zes sterkste zenders
laten opslaan onder de voorkeuzetoetsen 16,
zodat u later met een druk op de juiste toets
kunt afstemmen op één van de opgeslagen
frequenties.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
BSM.
De functienaamtag BSM wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de BSMfunctie in te schakelen.
Searching begint te knipperen. Als Searching
knippert, worden de zes sterkste zenderfrequenties opgeslagen onder voorkeuzetoetsen
16 in de volgorde van de sterkte van het signaal. Als hij klaar is, verschijnt de lijst met
voorkeuzezenders.
# Druk op MULTI-CONTROL om het opslaan te
annuleren.
3 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om de zender te wijzigen;
druk op de knop om te selecteren.
# U kunt de zender ook wijzigen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
Opmerking
Het is mogelijk dat de via de BSM-functie opgeslagen zenders, eerder door uzelf onder de toetsen 16 opgeslagen zenders vervangen.
Zenders selecteren uit de
voorkeuzezenderlijst
Met de voorkeuzezenderlijst ziet u de lijst met
voorkeuzezenders en kunt u er één selecteren.
110
Nl
Hoofdstuk
04
Tuner
1 Draai MULTI-CONTROL om naar de
functie voorkeuzezenderlijst te gaan.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om de zender te wijzigen;
druk op de knop om te selecteren.
# U kunt de zender ook wijzigen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Druk op MULTI-CONTROL en houd ingedrukt
totdat het geselecteerde voorkeuzenummer stopt
met knipperen om de huidige frequentie in het
geheugen op te slaan.
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het frequentiedisplay.
Nederlands
Nl
111
Hoofdstuk
05
RDS
Inleiding RDS-bediening
1 2
3
4
RDS (radiodatasysteem) is een systeem voor
het leveren van informatie tijdens de FM-uitzendingen. Deze onhoorbare informatie maakt
bijvoorbeeld functies als programmaservicenaam, programmatype, verkeersberichten
stand-by en automatisch afstemmen mogelijk.
Zo wordt het radioluisteraars gemakkelijker
gemaakt de gewenste zender te vinden.
1 TRFC-indicator
Deze toont of er is afgestemd op een TP-zender.
# U kunt de functies ook in de omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het frequentiedisplay.
# Als u de MW/LW-band heeft ingesteld, kunt u
alleen maar kiezen uit BSM of LOCAL.
Opmerkingen
3 Programmaservicenaam
Deze toont de naam van het programma.
! Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display automatisch terug naar de frequentieweergave.
! Het is mogelijk dat niet alle zenders RDS-diensten leveren.
! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer u heeft afgestemd op een RDSzender.
4 NEWS (N)-indicator
Deze verschijnt wanneer het gekozen
nieuwsprogramma wordt ontvangen.
RDS-display wisselen
2 TEXT-indicator
Deze verschijnt wanneer de radiotekst wordt
ontvangen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
Draai aan de knop om de menu-optie te wijzigen; druk op de knop om te selecteren.
De functienaam verschijnt op het display.
112
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de functie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
BSM (geheugen voor de beste zenders)REG
(regionaal)LOCAL (automatisch afstemmen
op lokale zenders)PTY (programmatypekeuze (PTY))TA (stand-by voor verkeersberichten)AF (zoeken naar alternatieve
frequenties)NEWS (onderbreking door
nieuwsberichten)
Nl
Als u afstemt op een RDS-zender, wordt de
programmaservicenaam weergegeven. U kunt
ook de frequentie aflezen.
% Druk op DISPLAY.
Druk herhaaldelijk op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende instellingen:
ProgrammaservicenaamPTY-informatie
Frequentie
Hoofdstuk
05
RDS
Meer over PTY-informatie (ID-code programmatype) kunt u vinden op bladzijde 117.
# PTY-informatie en de frequentie van de huidige zender zullen acht seconden lang op het display getoond worden.
# Als er een PTY-code van nul wordt ontvangen
van een zender, blijft het display leeg. Dit geeft
aan dat de zender de inhoud van het programma
niet heeft gedefinieerd.
# Als het signaal zo zwak is dat het toestel de
PTY-code niet kan ontvangen, blijft het display
voor PTY-informatie leeg.
ders op de banden FM1 of FM2 gebruikt.) Er
verschijnen geen voorkeuzenummers op het
display als de RDS-gegevens die voor de zender worden ontvangen afwijken van de oorspronkelijk opgeslagen zender.
! Het is mogelijk dat de geluidsweergave tijdelijk wordt onderbroken door een ander programma terwijl de AF-functie aan het zoeken
is.
! De AF-functie kan voor elke FM-frequentieband afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
PI-zoeken gebruiken
Alternatieve frequenties
selecteren
Als u naar een uitzending aan het luisteren
bent en de ontvangst zwakker wordt of er doen
zich andere problemen voor, dan zal het toestel automatisch op zoek gaan naar een andere zender in hetzelfde netwerk die een
betere ontvangst oplevert.
! De AF-functie is standaard ingeschakeld.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
AF.
De functienaamtag AF wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de AFfunctie in te schakelen.
AF :ON zal op het display verschijnen.
# Druk nog een keer op MULTI-CONTROL om
de AF-functie uit te schakelen.
Opmerkingen
PI-zoeken voor
voorkeuzezenders gebruiken
Wanneer een voorkeuzezender niet kan worden opgeroepen, bijvoorbeeld wanneer u een
grote afstand heeft gereisd, kan het toestel zo
worden ingesteld dat ook bij het oproepen van
een voorkeuzezender de PI-zoekfunctie zal
worden uitgevoerd.
! De automatische PI-zoekfunctie is standaard uitgeschakeld. Raadpleeg Aan/uit
zetten van de automatische PI-zoekfunctie
op bladzijde 170.
Nl
Nederlands
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie wordt er alleen afgestemd op
RDS-zenders wanneer AF is ingeschakeld.
! Als u een voorkeuzezender oproept, kan de
tuner de voorkeuzezender bijwerken met een
nieuwe frequentie van de AF-lijst van de zender. (Dit is alleen mogelijk als u voorkeuzezen-
Als het toestel geen geschikte alternatieve frequentie kan vinden of als u naar een uitzending luistert en de ontvangst wordt slecht, dan
zoekt het toestel automatisch een andere zender met dezelfde programmering. Tijdens het
zoeken wordt PI Seek weergegeven en wordt
het volume gedempt. Het dempen wordt onderbroken nadat PI-zoeken is voltooid, het
maakt daarbij niet uit of er een andere zender
is gevonden.
113
Hoofdstuk
05
RDS
Alleen zenders met regionale
programmering zoeken
Wanneer u de AF-functie gebruikt om automatisch alternatieve frequenties te zoeken, kunt u
met de regionale functie het zoeken beperken
tot zenders die regionale programmas uitzenden.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
REG.
De functienaamtag REG wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de regionale functie in te schakelen.
Regional :ON zal op het display verschijnen.
# Druk nog een keer op MULTI-CONTROL om
de regionale functie uit te schakelen.
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale netwerken kunnen per land anders georganiseerd zijn (er kunnen bijv. veranderingen
optreden afhankelijk van de tijd, de staat of
het ontvangstgebied).
! Het voorkeuzenummer kan verdwijnen van het
display als de tuner afstemt op een regionale
zender die verschilt van de oorspronkelijk gekozen zender.
! De regionale functie kan voor elk van de FMfrequentiebanden afzonderlijk worden in- of
uitgeschakeld.
Verkeersberichten ontvangen
Met TA (stand-by voor verkeersberichten) kunt
u automatisch verkeersberichten ontvangen,
ongeacht de signaalbron waarnaar u aan het
luisteren bent. TA kan voor zowel een TP-zender (een zender die verkeersberichten uitzendt) als de uitgebreide TP-zender van een
ander netwerk (een zender met informatie die
114
Nl
verwijst naar andere TP-zenders) worden geactiveerd.
1 Stem af op een TP of de TP-zender van
een ander, verbeterd netwerk.
Wanneer u heeft afgestemd op een TP of de
TP-zender van een ander, verbeterd netwerk,
zal de TRFC-indicator gaan branden.
2 Druk op TA om de stand-by voor verkeersberichten in te schakelen.
Druk op TA en TA ON verschijnt op het display. De tuner staat stand-by voor verkeersberichten.
# Druk nog eens op TA om de stand-by voor verkeersberichten weer uit te schakelen.
3 Regel het TA-volume met VOLUME
wanneer er een verkeersbericht begint.
Het nieuw ingestelde volume zal worden opgeslagen in het geheugen en opnieuw worden
gebruikt bij de weergave van de volgende verkeersberichten.
4 Druk op TA terwijl er een verkeersbericht wordt ontvangen om dat bericht te
annuleren.
De tuner zal terugkeren naar de oorspronkelijk
ingestelde signaalbron maar blijft in de standby-functie tot er nog een keer op TA wordt gedrukt.
# U kunt het bericht ook annuleren door op
SOURCE, BAND/ESC of MULTI-CONTROL te
drukken terwijl er een verkeersbericht wordt ontvangen.
Opmerkingen
! U kunt de TA-functie ook in- of uitschakelen
via het menu dat verschijnt bij gebruik van
MULTI-CONTROL.
! Het systeem zal terugkeren naar de oorspronkelijke signaalbron wanneer het verkeersbericht is afgelopen.
Hoofdstuk
05
RDS
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie zal er alleen worden afgestemd
op TP en de TP-zenders van een ander, verbeterd netwerk wanneer TA is ingeschakeld.
PTY-functies gebruiken
U kunt afstemmen op een zender met behulp
van PTY-informatie (programmatype).
RDS-zender via PTY-informatie
zoeken
U kunt naar algemene soorten uitzendingen
laten zoeken, zoals opgesomd op bladzijde
117.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
PTY.
De functienaamtag PTY wordt gemarkeerd.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om een programmatype te selecteren.
Er zijn vier programmatypen:
News&InfPopularClassicsOthers
3 Druk op MULTI-CONTROL om het zoeken te laten beginnen.
Als u op MULTI-CONTROL drukt, begint de
programmatypenaam op het display te knipperen. Het toestel zoekt een zender die dat programmatype uitzendt. Als er een zender is
gevonden, wordt de programmaservicenaam
weergegeven.
! Als er geen zender gevonden kan worden die
een programma van het gewenste type uitzendt, zal Not Found ongeveer twee seconden lang op het display getoond worden,
waarna de tuner terugkeert naar de oorspronkelijke zender.
Onderbreking door
nieuwsberichten gebruiken
Als er een nieuwsprogramma wordt uitgezonden door een nieuwszender met PTY-code, kan
het toestel van elke zender overschakelen naar
de nieuwszender. Als het nieuwsprogramma is
afgelopen, gaat het toestel terug naar het vorige programma.
% Houd TA ingedrukt om de onderbreking door nieuwsberichten in te schakelen.
Druk op TA tot NEWS ON op het display verschijnt.
# Om de onderbreking door nieuwsberichten uit
te schakelen, houdt u TA ingedrukt tot
NEWS OFF op het display verschijnt.
# Een nieuwsbericht kunt u annuleren door op
TA te drukken.
# U kunt het nieuwsprogramma ook annuleren
door op SOURCE, BAND/ESC of
MULTI-CONTROL te drukken terwijl het nieuwsprogramma wordt uitgezonden.
Opmerking
U kunt een nieuwsbericht ook in- of uitschakelen
via het menu dat verschijnt bij gebruik van
MULTI-CONTROL.
Nederlands
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om het
zoeken te annuleren.
Opmerkingen
! De programmas van bepaalde zenders kunnen afwijken van de uitgezonden PTY-code.
Nl
115
Hoofdstuk
05
RDS
PTY-nooduitzendingen ontvangen
PTY-alarm is een speciale PTY-code voor aankondigingen van noodgevallen, zoals natuurrampen. Als de tuner de radioalarmcode
ontvangt, verschijnt ALARM op het display en
gaat het volume naar TA-volume. Als de uitzending van het noodbericht van de zender is
afgelopen, gaat het systeem terug naar de oorspronkelijke signaalbron.
! Een noodbericht kunt u annuleren door op
TA te drukken.
! U kunt een noodbericht ook annuleren
door op SOURCE, BAND/ESC of
MULTI-CONTROL te drukken.
# Wanneer er geen radiotekst wordt ontvangen,
verschijnt NO TEXT op het display.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de drie meest recente radiotekstuitzendingen op te roepen.
Als u MULTI-CONTROL naar links of rechts
duwt, kunt u schakelen tussen de huidige
weergave en de weergave van de drie radiotekstgegevens.
# Als er geen radiotekstgegevens in het geheugen zijn opgeslagen, zal het display niet veranderen.
Radiotekst opslaan en oproepen
Radiotekst gebruiken
Deze tuner is in staat radiotekst die wordt uitgezonden door RDS-zenders, bijvoorbeeld zendergegevens, de titel van het uitgezonden
muziekfragment en de naam van de artiest, op
het display weer te geven.
! De tuner slaat automatisch de drie laatst
ontvangen radiotekstuitzendingen in het
geheugen op, waarbij de tekst van de minst
recente uitzending door de nieuwe tekst zal
worden vervangen.
Radiotekst weergeven
U kunt de radiotekst die op dit moment wordt
ontvangen en de drie meest recente radiotekstuitzendingen op het display laten verschijnen.
1 Houd DISPLAY ingedrukt om de radiotekst op het display te laten verschijnen.
Er wordt radiotekst weergegeven voor de zender die momenteel uitzendt.
# U kunt het tonen van radiotekst weer annuleren door op DISPLAY of BAND/ESC te drukken.
116
Nl
U kunt gegevens van maximaal zes radiotekst
uitzendingen opslaan onder de toetsen 16.
1 Laat de radiotekst die u in het geheugen wilt opslaan op het display verschijnen.
Raadpleeg Radiotekst weergeven op deze bladzijde.
2 Houd één van de toetsen 16 ingedrukt
om de geselecteerde radiotekst op te
slaan.
Het geheugennummer zal op het display verschijnen en de geselecteerde radiotekst zal
worden opgeslagen in het geheugen.
Wanneer u de volgende keer op dezelfde toets
drukt op het radiotekstdisplay, zal de eerder
opgeslagen tekst uit het geheugen worden opgeroepen.
Hoofdstuk
05
RDS
PTY-lijst
Algemeen
Specifiek
Programmatype
News&Inf
News
Nieuws
Affairs
Actualiteiten
Info
Algemene informatie en adviezen
Sport
Sport
Weather
Weerberichten/meteorologische informatie
Finance
Beursberichten, handel, nijverheid enz.
Pop Mus
Populaire muziek
Rock Mus
Eigentijdse moderne muziek
Easy Mus
Easy-listening muziek
Oth Mus
Overige muziek
Jazz
Jazz
Country
Country muziek
Nat Mus
Nationale muziek
Oldies
Gouwe Ouwe
Popular
Classics
Others
Folk muziek
Lichte klassieke muziek
Classic
Serieuze klassieke muziek
Educate
Educatieve programmas
Drama
Hoorspelen en series
Culture
Nationale of regionale cultuur
Science
Natuur, wetenschap en techniek
Varied
Licht amusement
Children
Kinderprogrammas
Social
Sociale aangelegenheden
Religion
Religieuze aangelegenheden of diensten
Phone In
Inbelprogrammas
Touring
Reisprogrammas, niet voor berichten omtrent verkeersproblemen
Leisure
Hobbys en recreatie
Document
Documentaires
Nederlands
Folk mus
L. Class
Nl
117
Hoofdstuk
06
Ingebouwde CD-speler
Afspelen van een CD
1
zoeken. (Raadpleeg Zoekmethode selecteren op
bladzijde 121.)
2
3
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een CD met uw ingebouwde CD-speler. Vanaf
de volgende bladzijde wordt de meer geavanceerde bediening van de CD-speler uitgelegd.
1 Weergavetijdindicator
Deze geeft verstreken speeltijd van het spelende fragment aan.
2 Fragmentnummerindicator
Deze geeft aan welk fragment er op het moment afgespeeld wordt.
3 Disctitelindicator
Deze toont de titel van de spelende disc.
! Als er geen titel is ingevoerd voor de spelende disc, zal er niets op het display verschijnen.
1 Druk op SOURCE en selecteer de ingebouwde CD-speler als signaalbron.
Druk op SOURCE tot Compact Disc op het display verschijnt.
# Als er geen disc in het toestel is geladen, kunt
u Compact Disc (ingebouwde CD-speler) niet selecteren. Steek een disc in het toestel. (Raadpleeg
bladzijde 105.)
2 Houd MULTI-CONTROL naar links of
rechts gedrukt om snel terug of vooruit te
spoelen.
# Als u ROUGH selecteert, kunt u door
MULTI-CONTROL naar links of rechts gedrukt te
houden elke 10 fragmenten op de huidige disc
118
Nl
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om naar het vorige of volgende
fragment te gaan.
Als u MULTI-CONTROL naar rechts duwt,
gaat u naar het begin van het volgende fragment. Als u MULTI-CONTROL één keer naar
links duwt, gaat u naar het begin van het huidige fragment. Als u nog een keer duwt, gaat
u naar het vorige fragment.
Opmerking
Als er een disc in het toestel wordt gestoken, beginnen de titels van de disc en de fragmenten automatisch door het display te schuiven. Als Ever
Scroll wordt ingesteld op ON bij de begininstellingen, dan blijven de titels van de disc en de fragmenten continu door het display schuiven.
Raadpleeg Ever Scroll inschakelen op bladzijde
172 voor Ever Scroll.
Een fragment direct selecteren
Met de afstandsbediening kunt u een fragment direct selecteren door het gewenste fragmentnummer in te voeren.
1 Druk op DIRECT.
Het invoerscherm voor fragmentnummers verschijnt.
2 Druk op de toetsen 09 om het gewenste fragmentnummer in te voeren.
# U kunt het invoernummer annuleren door op
CLEAR te drukken.
3 Druk op DIRECT.
Het fragment van het ingevoerde nummer
wordt afgespeeld.
Hoofdstuk
06
Ingebouwde CD-speler
Opmerking
In de nummerinvoerstand wordt de stand, als u
niet binnen ongeveer acht seconden een handeling uitvoert, automatisch geannuleerd.
Inleiding geavanceerde
bediening van de
ingebouwde CD-speler
1
2
1 Functienaamtag
Deze toont de functie die gemarkeerd en geselecteerd is.
2 Functiedisplay
Hierop is de status van de ingestelde functie
af te lezen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
Draai aan de knop om de menu-optie te wijzigen; druk op de knop om te selecteren.
De functienaam verschijnt op het display.
Nl
Nederlands
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de functie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
PLAY MODE (herhaalde weergave)
RANDOM (willekeurige weergave)SCAN
(scanweergave)PAUSE (pauze)
SEARCH MODE (zoekmethode)
TAG READ (tagweergave)COMP/BMX
(compressie en BMX)DISC TITLE (disctitelinvoer)
119
Hoofdstuk
06
Ingebouwde CD-speler
# U kunt de functies ook in de omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Opmerkingen
! De tagweergave werkt niet als u een audio-CD
(CD-DA) afspeelt, zelfs niet als u TAG READ
(tagweergave) heeft ingeschakeld. (Raadpleeg
bladzijde 128.)
! Als u een CD TEXT-disc afspeelt, kunt u
DISC TITLE niet inschakelen. De disctitel is al
op een CD TEXT-disc opgenomen.
! Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch
worden teruggekeerd naar het
weergavedisplay.
Herhaalde weergave
Met herhaalde weergave kunt hetzelfde fragment laten herhalen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
PLAY MODE.
De functienaamtag PLAY MODE wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de herhaalde weergave in te schakelen.
Repeat mode :ON zal op het display verschijnen. Het huidige fragment wordt helemaal afgespeeld en daarna herhaald.
# Druk nog een keer op MULTI-CONTROL om
de herhaalde weergave uit te schakelen.
Opmerking
Als u een fragment op gaat zoeken of snel vooruit/terug spoelt, zal de herhaalde weergave automatisch worden geannuleerd.
120
Nl
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met willekeurige weergave kunt u de fragmenten op de CD in willekeurige volgorde laten afspelen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
RANDOM.
De functienaamtag RANDOM wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de willekeurige weergave in te schakelen.
Random mode :ON zal op het display verschijnen. De fragmenten worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
# Druk nog een keer op MULTI-CONTROL om
de willekeurige weergave uit te schakelen.
Fragmenten op een CD
scannen
Met de scanweergave kunt u de eerste 10 seconden van elk fragment op de CD van tevoren
afluisteren.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
SCAN.
De functienaamtag SCAN wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de scanweergave in te schakelen.
Scan mode :ON zal op het display verschijnen.
De eerste 10 seconden van elk fragment worden afgespeeld.
3 Als u het gewenste fragment heeft gevonden, drukt u op MULTI-CONTROL om
scanweergave uit te schakelen.
Scan mode :OFF zal op het display verschijnen. Het fragment blijft spelen.
Hoofdstuk
06
Ingebouwde CD-speler
# Als het display automatisch is teruggekeerd
naar het weergavedisplay, moet u SCAN opnieuw
selecteren door MULTI-CONTROL te gebruiken.
Opmerking
Wanneer het scannen van de CD is afgelopen, zal
de normale weergave van de fragmenten opnieuw beginnen.
Het afspelen van een CD
onderbreken
Door te pauzeren kunt u de weergave van de
CD tijdelijk onderbreken.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
PAUSE.
De functienaamtag PAUSE wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om pauze in
te schakelen.
Pause :ON zal op het display verschijnen. Het
afspelen van het huidige fragment wordt onderbroken.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL als u
pauze wilt uitschakelen.
Zoekmethode selecteren
U kunt bij de zoekmethode kiezen tussen snel
vooruit/achteruit en elke 10 fragmenten zoeken.
! FF/REV Snel vooruit en achteruit
! ROUGH Elke 10 fragmenten zoeken
Elke 10 fragmenten op de
huidige CD zoeken
Als een disc meer dan 10 fragmenten bevat,
kunt u op elke 10 fragmenten zoeken. Als een
disc veel fragmenten bevat, kunt u grofweg
naar het fragment dat u wilt afspelen zoeken.
1 Selecteer de zoekmethode ROUGH.
Raadpleeg Zoekmethode selecteren op deze
bladzijde.
2 Houd MULTI-CONTROL naar links of
rechts gedrukt om elk 10 fragment op een
disc te zoeken.
# Als een disc minder dan 10 fragmenten bevat,
wordt het laatste fragment van de disc afgespeeld
als u MULTI-CONTROL naar rechts gedrukt
houdt. Als er minder dan 10 fragmenten overblijven nadat u elk 10 fragment heeft doorzocht,
wordt het laatste fragment van de disc afgespeeld
als u MULTI-CONTROL naar rechts gedrukt
houdt.
# Als een disc minder dan 10 fragmenten bevat,
wordt het eerste fragment van disc afgespeeld als
u MULTI-CONTROL naar links gedrukt houdt. Als
er minder dan 10 fragmenten overblijven nadat u
elk 10e fragment heeft doorzocht, wordt het eerste fragment van een disc afgespeeld als u
MULTI-CONTROL naar links gedrukt houdt.
Nl
Nederlands
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
SEARCH MODE.
De functienaamtag SEARCH MODE wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de gewenste zoekmethode te selecteren.
Druk op MULTI-CONTROL tot de gewenste
zoekmethode op het display verschijnt.
121
Hoofdstuk
06
Ingebouwde CD-speler
Compressie en BMX gebruiken
Met de functies COMP (compressie) en BMX
kunt u de geluidskwaliteit van de CD-speler
aanpassen. Elke functie wordt in twee stappen
afgesteld. De COMP-functie balanceert de hardere en zachtere geluiden bij hoge volumes.
BMX regelt de geluidsweerkaatsingen zodat
het geluid voller klinkt. Luister naar de effecten
terwijl u ze uitprobeert en gebruik het effect
dat de weergave van het fragment of de CD
waarnaar u luistert het beste weergeeft.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
COMP/BMX.
De functienaamtag COMP/BMX wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer
de gewenste instelling.
Druk herhaaldelijk op MULTI-CONTROL om te
schakelen tussen de volgende instellingen:
OFFCOMP 1COMP 2OFFBMX 1
BMX 2
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
DISC TITLE.
De functienaamtag DISC TITLE wordt gemarkeerd.
3 Druk op toets 1 om de gewenste tekenset te kiezen.
Druk herhaaldelijk op toets 1 om te schakelen
tussen de volgende tekensets:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolenAlfabet (kleine letters)Europese letters, zoals
letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)
# U kunt direct cijfers en symbolen invoeren
door op toets 2 te drukken.
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag en selecteer een letter van het alfabet.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoogduwt,
verschijnt er een letter van het alfabet in A B C
...X Y Z, cijfers en symbolen in 1 2 3 ... @ # <
volgorde. Telkens als u MULTI-CONTROL omlaagduwt, verschijnt er een letter in de omgekeerde volgorde, zoals Z Y X ... C B A.
Disctitels invoeren
U kunt CD-titels invoeren en weergeven. Als u
een CD in de speler steekt waarvoor al een
titel is ingevoerd, verschijnt de titel van die CD
op het display.
Gebruik de invoerfunctie voor disctitels om tot
48 CD-titels in het toestel op te slaan. Elke titel
kan maximaal 10 tekens lang zijn.
! Als u een CD TEXT-disc afspeelt, kunt u
DISC TITLE niet inschakelen. De disctitel is
al op een CD TEXT-disc opgenomen.
1 Speel een CD af waarvan u de titel wilt
invoeren.
122
Nl
5 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om
de cursor naar de volgende tekenpositie te
verplaatsen.
Wanneer de gewenste letter op het display verschijnt, moet u MULTI-CONTROL naar rechts
duwen om de cursor naar de volgende positie
te verplaatsen waarna u de volgende letter
kunt selecteren. Duw MULTI-CONTROL naar
links om terug in het display te bladeren.
6 Verplaats de cursor naar de laatste tekenpositie door MULTI-CONTROL naar
rechts te duwen nadat u de titel heeft ingevoerd.
Als u MULTI-CONTROL nog een keer naar
rechts duwt, zal de ingevoerde titel worden opgeslagen in het geheugen.
Hoofdstuk
06
Ingebouwde CD-speler
7 Druk op BAND/ESC om terug te keren
naar het weergavedisplay.
Opmerkingen
! De titels blijven in het geheugen, zelfs als de
disc uit het toestel is verwijderd. Ze worden
opgeroepen als de disc weer in het toestel
wordt gestoken.
! Nadat gegevens voor 48 discs in het geheugen zijn opgeslagen, zullen gegevens voor een
nieuwe disc de gegevens van de oudste overschrijven.
! Als u een multi-CD-speler aansluit, kunt u disctitels voor maximaal 100 discs opslaan.
CD TEXT-functies gebruiken
Titels over het display laten
schuiven
Dit toestel kan de eerste 14 (22) letters van de
disctitel, de artiestennaam van de disc, de
fragmentitel en de artiestennaam van het fragment weergeven. Als de tekstinformatie langer
is dan 14 (22) letters, kunt u deze als volgt
door het display schuiven.
% Houd DISPLAY ingedrukt tot de titel
door het display begint te schuiven.
De titels schuiven.
Opmerking
Als Ever Scroll wordt ingesteld op ON bij de begininstellingen, dan blijft de tekstinformatie van
de CD continu door het display schuiven. Als u
de eerste 14 (22) tekens van de tekstinformatie tijdelijk wilt weergeven en de tekst vanaf het begin
door het display wilt schuiven, moet u DISPLAY
indrukken en vasthouden. Raadpleeg Ever Scroll
inschakelen op bladzijde 172 voor Ever Scroll.
Bij sommige discs is er tijdens de fabricage
bepaalde informatie op de disc gecodeerd.
Deze discs kunnen informatie als de CD-titel,
de fragmenttitel, de naam van de artiest en de
afspeeltijd bevatten en worden CD TEXT-discs
genoemd. Alleen deze speciaal gecodeerde
CD-TEXT-discs ondersteunen de onderstaande
functies.
Fragmenten uit de
fragmenttitellijst selecteren
Titels op CD TEXT-discs weergeven
Met de fragmenttitellijst ziet u de lijst met fragmenttitels op een CD TEXT-disc en kunt u een
van deze titels selecteren voor afspelen.
# Als bepaalde gegevens niet op de CD TEXTdisc zijn opgenomen, zal de titel of naam niet op
het display verschijnen.
1 Draai MULTI-CONTROL om naar de
functie fragmenttitellijst te gaan.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste fragmenttitel te selecteren.
Draai aan de knop om de fragmenttitel te wijzigen; druk op de knop om af te spelen.
# U kunt de fragmenttitel ook wijzigen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Nl
Nederlands
% Druk op DISPLAY.
Druk herhaaldelijk op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende instellingen:
: fragmenttitel : disctitel en : artiestennaam disc : artiestennaam disc en :
fragmenttitel : fragmenttitel en : artiestennaam fragment : artiestennaam fragment en : fragmenttitel
123
Hoofdstuk
07
MP3/WMA/WAV-speler
MP3/WMA/WAV afspelen
1
5
2 3
4
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een MP3/WMA/WAV met uw ingebouwde CDspeler. Vanaf bladzijde 126 wordt de meer geavanceerde bediening van de MP3/WMA/
WAV-speler uitgelegd.
1 Weergavetijdindicator
Deze geeft de verstreken weergavetijd van
het spelende fragment (bestand) aan.
2 Mapnummerindicator
Deze geeft aan welk mapnummer op het
moment afgespeeld wordt.
3 Fragmentnummerindicator
Deze geeft aan welk fragment (bestand) er
op het moment afgespeeld wordt.
4 Bestandsnaamindicator
Deze geeft de naam van het bestand aan
dat nu speelt.
5 MP3/WMA/WAV-indicator
Deze geeft het type bestand aan dat nu
speelt.
1 Druk op SOURCE en selecteer de ingebouwde CD-speler als signaalbron.
Druk op SOURCE tot Compact Disc op het display verschijnt.
# Als er geen disc in het toestel is geladen, kunt
u Compact Disc (ingebouwde CD-speler) niet selecteren. Steek een disc in het toestel. (Raadpleeg
bladzijde 105.)
124
Nl
2 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om een map te selecteren.
# U kunt een map niet selecteren als er geen
MP3/WMA/WAV-bestand in staat.
# Houd BAND/ESC ingedrukt om terug te keren
naar map 01 (ROOT). Als de map 01 (ROOT) geen
bestanden bevat, begint het afspelen bij map 02.
3 Houd MULTI-CONTROL naar links of
rechts gedrukt om snel terug of vooruit te
spoelen.
# Dit is snel vooruit- en achteruitspoelen alleen
voor het afgespeelde bestand. Deze handeling
wordt geannuleerd als het vorige of volgende bestand wordt bereikt.
# Als u ROUGH selecteert, kunt u door
MULTI-CONTROL naar links of rechts gedrukt te
houden elke 10 fragmenten in de huidige map
zoeken. (Raadpleeg Zoekmethode selecteren op
bladzijde 128.)
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om naar het vorige of volgende
fragment te gaan.
Als u MULTI-CONTROL naar rechts duwt,
gaat u naar het begin van het volgende fragment. Als u MULTI-CONTROL één keer naar
links duwt, gaat u naar het begin van het huidige fragment. Als u nog een keer duwt, gaat
u naar het vorige fragment.
Opmerkingen
! Als u CDs met MP3/WMA/WAV-bestanden en
audiogegevens (CD-DA) zoals CD-EXTRA en
MIXED-MODE-CDs afspeelt, kunnen beide
types alleen afspelen door tussen MP3/WMA/
WAV en CD-DA over te schakelen door middel
van BAND/ESC.
! Als u heeft geschakeld tussen het afspelen
van MP3/WMA/WAV-bestanden en audiogegevens (CD-DA), begint het afspelen bij het
eerste fragment op de CD.
! De ingebouwde CD-speler kan een MP3/
WMA/WAV-bestand op een CD-ROM weerge-
Hoofdstuk
07
MP3/WMA/WAV-speler
!
!
!
!
!
!
!
!
ven. (Raadpleeg bladzijde 179 voor bestanden
die kunnen worden afgespeeld.)
Er zit soms een vertraging tussen het starten
van de CD en de weergave van het geluid. Tijdens het inlezen wordt Format read op het
display weergegeven.
Het afspelen verloopt in de volgorde van de
bestandsnummers. Als mappen geen bestanden bevatten, worden ze overgeslagen. (Als de
map 01 (ROOT) geen bestanden bevat, begint
het afspelen bij map 02.)
Als u bestanden die als VBR-bestanden (variabele bitsnelheid) zijn opgenomen afspeelt,
wordt de afspeeltijd niet juist weergegeven als
snel vooruit of achteruit wordt gebruikt.
Als de disc in het toestel geen bestanden
bevat die kunnen worden afgespeeld, wordt
No audio weergegeven.
Als de disc in het toestel WMA-bestanden die
worden beschermd door digital rights management (DRM) bevat, wordt Track skipped
weergegeven terwijl het beschermde bestand
wordt overgeslagen.
Als alle bestanden op de disc in het toestel
met DRM worden beschermd, wordt Protect
weergegeven.
Bij snel vooruit of achteruit hoort u geen geluid.
Als er een MP3/WMA/WAV-disc in het toestel
wordt gestoken, beginnen de mapnaam en bestandsnaam automatisch door het display te
schuiven. Als Ever Scroll wordt ingesteld op
ON bij de begininstellingen, dan blijven de
map- en bestandsnaam continu door het display schuiven. Raadpleeg Ever Scroll inschakelen op bladzijde 172 voor Ever Scroll.
1 Druk op DIRECT.
Het invoerscherm voor fragmentnummers verschijnt.
2 Druk op de toetsen 09 om het gewenste fragmentnummer in te voeren.
# U kunt het invoernummer annuleren door op
CLEAR te drukken.
3 Druk op DIRECT.
Het fragment van het ingevoerde nummer
wordt afgespeeld.
Opmerking
In de nummerinvoerstand wordt de stand, als u
niet binnen ongeveer acht seconden een handeling uitvoert, automatisch geannuleerd.
Nederlands
Een fragment direct in de
huidige map selecteren
Met de afstandsbediening kunt u een fragment direct selecteren door het gewenste fragmentnummer in te voeren.
Nl
125
Hoofdstuk
07
MP3/WMA/WAV-speler
Inleiding geavanceerde
bediening van de ingebouwde
CD-speler (MP3/WMA/WAV)
1
# U kunt de functies ook in de omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch worden teruggekeerd naar het weergavedisplay.
2
1 Functienaamtag
Deze toont de functie die gemarkeerd en geselecteerd is.
2 Functiedisplay
Hierop is de status van de ingestelde functie
af te lezen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
Draai aan de knop om de menu-optie te wijzigen; druk op de knop om te selecteren.
De functienaam verschijnt op het display.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de functie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
PLAY MODE (herhaalde weergave)
RANDOM (willekeurige weergave)SCAN
(scanweergave)PAUSE (pauze)
SEARCH MODE (zoekmethode)
TAG READ (tagweergave)COMP/BMX
(compressie en BMX)
126
Nl
Herhaalde weergave
Voor het afspelen van MP3/WMA/WAV zijn er
drie bereiken voor herhaalde weergave: Folder
(herhaling map), Track (herhaling fragment)
en Disc (herhaling alle fragmenten).
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
PLAY MODE.
De functienaamtag PLAY MODE wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het herhaalbereik te selecteren.
Druk enkele malen op MULTI-CONTROL totdat het gewenste herhaalbereik op het display
verschijnt.
! Folder Herhaal de huidige map
! Track Alleen het spelende fragment wordt
herhaald
! Disc Herhaal alle fragmenten
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een andere map kiest, wordt het bereik voor de herhaalde weergave gewijzigd in Disc.
! Als u een fragment zoekt of snel vooruit/terug
spoelt tijdens Track, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in Folder.
! Als Folder is geselecteerd, kunt u geen submap van die map afspelen.
Hoofdstuk
07
MP3/WMA/WAV-speler
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met willekeurige weergave kunt u de fragmenten binnen de bereiken voor de herhaalde
weergave Folder en Disc in willekeurige volgorde laten afspelen.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op de vorige
bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
RANDOM.
De functienaamtag RANDOM wordt gemarkeerd.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de willekeurige weergave in te schakelen.
Random mode :ON zal op het display verschijnen. Fragmenten worden in willekeurige
volgorde afgespeeld binnen de hiervoor geselecteerde bereiken Folder of Disc.
# Druk nog een keer op MULTI-CONTROL om
de willekeurige weergave uit te schakelen.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de scanweergave in te schakelen.
Scan mode :ON zal op het display verschijnen.
De eerste 10 seconden van elk fragment van
de huidige map (of het eerste fragment van
elke map) worden afgespeeld.
4 Als u het gewenste fragment (of map)
heeft gevonden, drukt u op
MULTI-CONTROL om de scanweergave uit
te schakelen.
Scan mode :OFF zal op het display verschijnen. Het fragment (of de map) blijft afspelen.
# Als het display automatisch is teruggekeerd
naar het weergavedisplay, moet u SCAN opnieuw
selecteren door MULTI-CONTROL te gebruiken.
Opmerking
Wanneer het scannen van het fragment of de
map is afgelopen, zal de normale weergave van
de fragmenten opnieuw beginnen.
Afspelen van MP3/WMA/
WAV onderbreken
Mappen en fragmenten
scannen
Met pauze kunt u de weergave van de MP3/
WMA/WAV tijdelijk onderbreken.
Als u Folder gebruikt, worden de eerste 10 seconden van elk fragment in de geselecteerde
map afgespeeld. Als u Disc gebruikt, worden
de eerste 10 seconden van het eerste fragment
in elke map afgespeeld.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
PAUSE.
De functienaamtag PAUSE wordt gemarkeerd.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
SCAN.
De functienaamtag SCAN wordt gemarkeerd.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL als u
pauze wilt uitschakelen.
Nl
Nederlands
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op de vorige
bladzijde.
2 Druk op MULTI-CONTROL om pauze in
te schakelen.
Pause :ON zal op het display verschijnen. Het
afspelen van het huidige fragment wordt onderbroken.
127
Hoofdstuk
07
MP3/WMA/WAV-speler
Zoekmethode selecteren
U kunt bij de zoekmethode kiezen tussen snel
vooruit/achteruit en elke 10 fragmenten zoeken.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
SEARCH MODE.
De functienaamtag SEARCH MODE wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de gewenste zoekmethode te selecteren.
Druk op MULTI-CONTROL tot de gewenste
zoekmethode op het display verschijnt.
! FF/REV Snel vooruit en achteruit
! ROUGH Elke 10 fragmenten zoeken
Elke 10 fragmenten in de
huidige map zoeken
Als de huidige map meer dan 10 fragmenten
bevat, kunt u op elke 10 fragmenten doorzoeken. Als een map veel fragmenten bevat, kunt
u grofweg naar het fragment dat u wilt afspelen zoeken.
1 Selecteer de zoekmethode ROUGH.
Raadpleeg Zoekmethode selecteren op deze
bladzijde.
2 Houd MULTI-CONTROL naar links of
rechts om elke 10 fragmenten in de huidige
map te doorzoeken.
# Als de huidige map minder dan 10 fragmenten heeft, gaat u door MULTI-CONTROL naar
rechts te houden naar het laatste fragment van
de map. Als er na het zoeken van elke 10 fragmenten minder dan 10 fragmenten zijn overgebleven, gaat u door MULTI-CONTROL naar rechts
te houden naar het laatste fragment van de map.
# Als de huidige map minder dan 10 fragmenten heeft, gaat u door MULTI-CONTROL naar
128
Nl
links te houden naar het eerste fragment van de
map. Als er na het zoeken van elke 10 fragmenten
minder dan 10 fragmenten zijn overgebleven,
gaat u door MULTI-CONTROL naar links te houden naar het eerste fragment van de map.
Aan-/uitzetten van de
tagweergave
U kunt de tagweergave in- of uitschakelen, als
de MP3/WMA-CD tekstinformatie zoals de
fragmenttitel en artiestennaam bevat.
! Als u de tagweergave uitzet, wordt de weergavetijd korter dan wanneer deze functie
aan staat.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
TAG READ.
De functienaamtag TAG READ wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de tagweergave in te schakelen.
Tag read mode :ON zal op het display verschijnen.
# Druk nog een keer op MULTI-CONTROL om
de tagweergave uit te schakelen.
Opmerking
Als u de tagweergave inschakelt, gaat het toestel
terug naar het begin van het spelende fragment
om de tekstinformatie te lezen.
Compressie en BMX gebruiken
Met de functies COMP (compressie) en BMX
kunt u de geluidskwaliteit van de CD-speler
aanpassen. Elke functie wordt in twee stappen
afgesteld. De COMP-functie balanceert de hardere en zachtere geluiden bij hoge volumes.
Hoofdstuk
07
MP3/WMA/WAV-speler
BMX regelt de geluidsweerkaatsingen zodat
het geluid voller klinkt. Luister naar de effecten
terwijl u ze uitprobeert en gebruik het effect
dat de weergave van het fragment of de CD
waarnaar u luistert het beste weergeeft.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
COMP/BMX.
De functienaamtag COMP/BMX wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer
de gewenste instelling.
Druk herhaaldelijk op MULTI-CONTROL om te
schakelen tussen de volgende instellingen:
OFFCOMP 1COMP 2OFFBMX 1
BMX 2
Tekstinformatie op een MP3/
WMA/WAV-disc weergeven
Tekstinformatie die op een MP3/WMA/WAVdisc is opgenomen, kan worden weergegeven.
Bij het afspelen van een MP3/
WMA-CD
% Druk op DISPLAY.
Druk herhaaldelijk op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende instellingen:
: bestandsnaam : mapnaam en : bestandsnaam : albumtitel en : fragmenttitel : fragmenttitel en : artiestnaam :
artiestnaam en : opmerking : opmerking
en bitsnelheid
Bij het afspelen van een WAV-disc
% Druk op DISPLAY.
Druk herhaaldelijk op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende instellingen:
: bestandsnaam : mapnaam en : bestandsnaambemonsteringsfrequentie
# U kunt alleen WAV-bestanden met de frequenties 16, 22,05, 24, 32, 44,1 en 48 kHz (LPCM) of
22,05 en 44,1 kHz (MS ADPCM) afspelen. De bemonsteringsfrequentie op het display kan zijn afgerond.
Door tekstinformatie op
het display bladeren
Dit toestel kan alleen de eerste 14 (22) letters
van de mapnaam, bestandsnaam, fragmenttitel, artiestennaam, albumtitel en opmerking
weergeven. Als de opgenomen informatie langer is dan 14 (22) letters, kunt u de tekst naar
links schuiven zodat u de rest van de tekstinformatie kunt zien.
% Houd DISPLAY ingedrukt tot de tekstinformatie door het display begint te schuiven.
De tekstinformatie schuift door het display.
Nl
Nederlands
# Als u MP3-bestanden afspeelt die zijn opgenomen als VBR (variabele bitsnelheid), wordt de
waarde van de bitsnelheid niet weergegeven, ook
niet als u overschakelt naar bitsnelheid. (VBR
wordt weergegeven.)
# Als u WMA-bestanden afspeelt die zijn opgenomen als VBR (variabele bitsnelheid), wordt de
waarde van de gemiddelde bitsnelheid weergegeven.
# Als u de tagweergave uitschakelt, kunt u de
fragmenttitel, artiestennaam, albumtitel of opmerking niet inschakelen.
# Als bepaalde gegevens niet op de MP3/WMAdisc zijn opgenomen, zal de titel of naam niet op
het display verschijnen.
# Bij sommige toepassingen die worden gebruikt om WMA-bestanden te coderen, worden
CD-titels en andere tekstinformatie soms niet
goed weergegeven.
129
Hoofdstuk
07
MP3/WMA/WAV-speler
Opmerkingen
! In tegenstelling tot het MP3- en WMA-bestandsformaat wordt er bij WAV-bestanden alleen de mapnaam en bestandsnaam
weergegeven.
! Als Ever Scroll wordt ingesteld op ON bij de
begininstellingen, dan blijft de tekstinformatie
van de CD continu door het display schuiven.
Als u de eerste 14 (22) tekens van de tekstinformatie tijdelijk wilt weergeven en de tekst
vanaf het begin door het display wilt schuiven,
moet u DISPLAY indrukken en vasthouden.
Raadpleeg Ever Scroll inschakelen op bladzijde
172 voor Ever Scroll.
Fragmenten uit de
bestandsnaamlijst selecteren
Met de bestandsnaamlijst ziet u de lijst met
bestandsnamen (of mapnamen) en kunt u één
van deze namen selecteren voor afspelen.
1 Draai MULTI-CONTROL om naar de
functie bestandsnaamlijst te gaan.
De namen van de bestanden en mappen verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste bestandsnaam (of mapnaam) te selecteren.
Draai om de naam van het bestand of de map
te wijzigen; druk naar rechts voor een lijst met
de bestanden (of mappen) in de geselecteerde
map.
# U kunt het bestand of de map ook wijzigen
door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te
duwen.
# Duw MULTI-CONTROL naar links om terug te
keren naar de vorige lijst (de map die een niveau
hoger staat).
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het weergavedisplay.
130
Nl
Hoofdstuk
08
Multi-CD-speler
Afspelen van een CD
1
2 3
Als u een CD op een van de plekken 7 t/m 12
wilt kiezen, dient u de bij dat nummer behorende toets, bijvoorbeeld toets 1 voor CD-nummer 7, ingedrukt te houden tot het CDnummer op het display verschijnt.
# U kunt ook de reeks discs een voor een aflopen door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te
drukken.
4
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare multiCD-speler bedienen.
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een CD met uw multi-CD-speler. Vanaf de volgende bladzijde wordt de meer geavanceerde
bediening van de CD-speler uitgelegd.
1 Weergavetijdindicator
Deze geeft verstreken speeltijd van het spelende fragment aan.
2 Discnummerindicator
Deze geeft aan welke disc er op het moment
afgespeeld wordt.
3 Fragmentnummerindicator
Deze geeft aan welk fragment er op het moment afgespeeld wordt.
4 Disctitelindicator
Deze toont de titel van de spelende disc.
! Als er geen titel is ingevoerd voor de spelende disc, zal er niets op het display verschijnen.
2 Kies de CD waar u naar wilt luisteren
met de 16-toetsen.
Druk op de corresponderende nummertoets
voor de discs op de plekken 1 t/m 6.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om naar het vorige of volgende
fragment te gaan.
Als u MULTI-CONTROL naar rechts duwt,
gaat u naar het begin van het volgende fragment. Als u MULTI-CONTROL één keer naar
links duwt, gaat u naar het begin van het huidige fragment. Als u nog een keer duwt, gaat
u naar het vorige fragment.
Opmerkingen
! Wanneer de multi-CD-speler klaar is met zijn
voorbereidingen, zal Ready op het display verschijnen.
! Als de multi-CD-speler niet naar behoren
functioneert, is het mogelijk dat er een foutmelding, bijvoorbeeld ERROR-11, op het display verschijnt. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de multi-CD-speler.
! Als er geen discs in het magazijn van de
multi-CD-speler zitten, zal No disc op het display verschijnen.
! Als u een disc selecteert, beginnen de titels
van de disc en de fragmenten automatisch
door het display te schuiven. Als de functie
Ever Scroll wordt ingesteld op ON bij de begininstellingen, dan blijven de titels van de disc
en de fragmenten continu door het display
schuiven. Raadpleeg Ever Scroll inschakelen
op bladzijde 172 voor Ever Scroll.
Nl
Nederlands
1 Druk op SOURCE en selecteer de multiCD-speler als signaalbron.
Druk op SOURCE tot Multi CD op het display
verschijnt.
3 Houd MULTI-CONTROL naar links of
rechts gedrukt om snel terug of vooruit te
spoelen.
131
Hoofdstuk
08
Multi-CD-speler
Een fragment direct selecteren
Met de afstandsbediening kunt u een fragment direct selecteren door het gewenste fragmentnummer in te voeren.
1 Druk op DIRECT.
Het invoerscherm voor fragmentnummers verschijnt.
2 Druk op de toetsen 09 om het gewenste fragmentnummer in te voeren.
# U kunt het invoernummer annuleren door op
CLEAR te drukken.
3 Druk op DIRECT.
Het fragment van het ingevoerde nummer
wordt afgespeeld.
Opmerking
In de nummerinvoerstand wordt de stand, als u
niet binnen ongeveer acht seconden een handeling uitvoert, automatisch geannuleerd.
Multi-CD-speler met 50 discs
Alleen de in deze handleiding beschreven
functies worden ondersteund bij gebruik van
multi-CD-spelers voor 50 discs.
Dit toestel is niet ontworpen voor de bediening
van disctitellijstfuncties met een multi-CD-speler voor 50 discs. Raadpleeg Selecteren van
discs van de disctitellijst op bladzijde 137 voor
meer informatie over de functies voor de disctitellijsten.
132
Nl
Inleiding voor
geavanceerde bediening
van de multi-CD-speler
1
2
1 Functienaamtag
Deze toont de functie die gemarkeerd en geselecteerd is.
2 Functiedisplay
Hierop is de status van de ingestelde functie
af te lezen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
Draai aan de knop om de menu-optie te wijzigen; druk op de knop om te selecteren.
De functienaam verschijnt op het display.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de functie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
PLAY MODE (herhaalde weergave)
RANDOM (willekeurige weergave)SCAN
(scanweergave)PAUSE (pauze)COMP
(compressie en DBE)ITS PLAY (ITS-weergave)ITS MEMORY (ITS-programmering)
D.TITLE INPUT (disctitelinvoer)
Hoofdstuk
08
Multi-CD-speler
# U kunt de functies ook in de omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Opmerkingen
! Als u een CD TEXT-disc afspeelt op een met
CD TEXT compatibele multi-CD-speler, kunt u
D.TITLE INPUT niet inschakelen. De disctitel
is al op een CD TEXT-disc opgenomen.
! Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch
worden teruggekeerd naar het
weergavedisplay.
Herhaalde weergave
Er zijn drie bereiken voor herhaalde weergave
voor de multi-CD-speler. MCD (herhaling
multi-CD-speler), Track (herhaling fragment)
en Disc (herhaling disc).
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
PLAY MODE.
De functienaamtag PLAY MODE wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het herhaalbereik te selecteren.
Druk enkele malen op MULTI-CONTROL totdat het gewenste herhaalbereik op het display
verschijnt.
! Als u tijdens de herhaalde weergave een andere disc selecteert, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in MCD.
! Als u een fragment zoekt of snel vooruit/terug
spoelt tijdens Track, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in Disc.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met willekeurige weergave kunt u de fragmenten binnen de bereiken voor de herhaalde
weergave MCD en Disc in willekeurige volgorde laten afspelen.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op deze bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
RANDOM.
De functienaamtag RANDOM wordt gemarkeerd.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de willekeurige weergave in te schakelen.
Random mode :ON zal op het display verschijnen. Fragmenten worden in willekeurige
volgorde afgespeeld binnen de hiervoor geselecteerde bereiken MCD of Disc.
# Druk nog een keer op MULTI-CONTROL om
de willekeurige weergave uit te schakelen.
Nederlands
! MCD Alle discs in de multi-CD-speler worden herhaald
! Track Alleen het spelende fragment wordt
herhaald
! Disc De spelende disc wordt herhaald
Opmerkingen
Nl
133
Hoofdstuk
08
Multi-CD-speler
CDs en fragmenten scannen
Als u Disc gebruikt, worden de eerste 10 seconden van elk fragment op de geselecteerde
disc afgespeeld. Als u MCD gebruikt, worden
de eerste 10 seconden van het eerste fragment
op elke CD afgespeeld.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op de vorige
bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
SCAN.
De functienaamtag SCAN wordt gemarkeerd.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de scanweergave in te schakelen.
Scan mode :ON zal op het display verschijnen.
De eerste 10 seconden van elk fragment van
de huidige disc (of het eerste fragment van
elke disc) worden afgespeeld.
4 Als u het gewenste fragment (of de gewenste disc) heeft gevonden, drukt u op
MULTI-CONTROL om de scanweergave uit
te schakelen.
Scan mode :OFF zal op het display verschijnen. Het fragment (of de disc) blijft spelen.
# Als het display automatisch is teruggekeerd
naar het weergavedisplay, moet u SCAN opnieuw
selecteren door MULTI-CONTROL te gebruiken.
Opmerking
Wanneer het scannen van de fragmenten of de
discs is afgelopen, zullen de fragmenten opnieuw
normaal worden afgespeeld.
Het afspelen van een CD
onderbreken
Door te pauzeren kunt u de weergave van de
CD tijdelijk onderbreken.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
PAUSE.
De functienaamtag PAUSE wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om pauze in
te schakelen.
Pause :ON zal op het display verschijnen. Het
afspelen van het huidige fragment wordt onderbroken.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL als u
pauze wilt uitschakelen.
ITS-speellijsten gebruiken
Met ITS (instant track selection) kunt u een
speellijst met uw favoriete fragmenten uit het
magazijn van de multi-CD-speler samenstellen. Als u uw favoriete fragmenten aan de
speellijst heeft toegevoegd, kunt u ITS-weergave inschakelen en dan alleen die selecties
afspelen.
Speellijst met ITSprogrammering maken
U kunt ITS gebruiken om maximaal 99 fragmenten per disc, tot 100 discs (met de disctitels) in te voeren en af te spelen. (Bij multi-CDspelers die vóór de CDX-P1250 en CDX-P650
zijn verkocht, kunnen maximaal 24 fragmenten in de speellijst worden opgeslagen.)
1 Laat een CD spelen die u wilt programmeren.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om
de CD te selecteren.
134
Nl
Hoofdstuk
08
Multi-CD-speler
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
ITS MEMORY.
De functienaamtag ITS MEMORY wordt gemarkeerd.
3 Selecteer het gewenste fragment door
MULTI-CONTROL naar links of rechts te
duwen.
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog om het
huidige fragment in de speellijst op te
slaan.
Memory complete wordt kort weergegeven
en de huidige selectie wordt aan uw speellijst
toegevoegd. Het display toont daarna weer
ITS memory.
5 Druk op BAND/ESC om terug te keren
naar het weergavedisplay.
Opmerking
Nadat gegevens voor 100 discs in het geheugen
zijn opgeslagen, zullen gegevens voor een nieuwe
disc de gegevens van de oudste overschrijven.
ITS-speellijst afspelen
Met ITS-weergave kunt u naar de fragmenten
die u in uw ITS-speellijst heeft ingevoerd luisteren. Als u ITS-weergave inschakelt, beginnen
de fragmenten uit uw ITS-lijst in de multi-CDspeler af te spelen.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op bladzijde
133.
# Als er geen fragmenten in het huidige bereik
voor ITS-weergave zijn geprogrammeerd, verschijnt Memory empty.
# Druk nog een keer op MULTI-CONTROL om
de ITS-weergave uit te schakelen.
Fragment van de ITS-speellijst
verwijderen
Als u een fragment uit de ITS-speellijst wilt verwijderen, is dit alleen mogelijk als ITS-afspelen
is ingeschakeld.
Als de ITS-weergave reeds is ingeschakeld,
kunt u doorgaan naar stap 2. Als de ITS-weergave nog niet is ingeschakeld, dient u
MULTI-CONTROL te gebruiken.
1 Laat een CD spelen waarvan u een fragment uit de ITS-speellijst wilt verwijderen
en schakel ITS-afspelen in.
Raadpleeg ITS-speellijst afspelen op deze bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
ITS MEMORY.
De functienaamtag ITS MEMORY wordt gemarkeerd.
3 Selecteer het gewenste fragment door
MULTI-CONTROL naar links of rechts te
duwen.
4 Duw MULTI-CONTROL omlaag om een
fragment van de ITS-speellijst te verwijderen.
De huidige selectie wordt uit de ITS-speellijst
verwijderd en het volgende fragment van uw
ITS-speellijst begint.
Nl
Nederlands
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
ITS PLAY.
De functienaamtag ITS PLAY wordt gemarkeerd.
3 Druk op MULTI-CONTROL om de ITSweergave in te schakelen.
ITS play mode :ON zal op het display verschijnen. Het afspelen begint met de fragmenten
van uw speellijst binnen de eerder geselecteerde bereiken MCD of Disc.
135
Hoofdstuk
08
Multi-CD-speler
# Als er geen fragmenten uit uw speellijst binnen het huidige bereik vallen, wordt
Memory deleted weergegeven en begint de disc
normaal af te spelen.
5 Druk op BAND/ESC om terug te keren
naar het weergavedisplay.
CD van de ITS-speellijst
verwijderen
Als u alle fragmenten van een CD uit de ITSspeellijst wilt verwijderen, is dit alleen mogelijk
als ITS-afspelen is uitgeschakeld.
Gebruik de invoerfunctie voor disctitels om tot
100 CD-titels (met ITS-speellijst) in de multiCD-speler op te slaan. Elke titel kan maximaal
10 tekens lang zijn.
1 Speel een CD af waarvan u de titel wilt
invoeren.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om
de CD te selecteren.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
D.TITLE INPUT.
De functienaamtag D.TITLE INPUT wordt gemarkeerd.
1 Laat een CD spelen die u wilt verwijderen.
Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om
de CD te selecteren.
# Als u een CD TEXT-disc afspeelt op een met
CD TEXT compatibele multi-CD-speler, kunt u
D.TITLE INPUT niet inschakelen. De disctitel is al
op een CD TEXT-disc opgenomen.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
ITS MEMORY.
De functienaamtag ITS MEMORY wordt gemarkeerd.
3 Druk op toets 1 om de gewenste tekenset te kiezen.
Druk herhaaldelijk op toets 1 om te schakelen
tussen de volgende tekensets:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolenAlfabet (kleine letters)Europese letters, zoals
letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)
3 Duw MULTI-CONTROL omlaag om alle
fragmenten op de huidige CD uit uw ITSspeellijst te verwijderen.
Alle fragmenten op de spelende CD worden
uit de speellijst verwijderd en
Memory deleted wordt weergegeven.
4 Druk op BAND/ESC om terug te keren
naar het weergavedisplay.
Functies voor disctitels
gebruiken
U kunt CD-titels invoeren en weergeven. U
kunt eenvoudig naar een disc zoeken en deze
laten afspelen.
136
Disctitels invoeren
Nl
# U kunt direct cijfers en symbolen invoeren
door op toets 2 te drukken.
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag en selecteer een letter van het alfabet.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoogduwt,
verschijnt er een letter van het alfabet in A B C
...X Y Z, cijfers en symbolen in 1 2 3 ... @ # <
volgorde. Telkens als u MULTI-CONTROL omlaagduwt, verschijnt er een letter in de omgekeerde volgorde, zoals Z Y X ... C B A.
Hoofdstuk
08
Multi-CD-speler
5 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om
de cursor naar de volgende tekenpositie te
verplaatsen.
Wanneer de gewenste letter op het display verschijnt, moet u MULTI-CONTROL naar rechts
duwen om de cursor naar de volgende positie
te verplaatsen waarna u de volgende letter
kunt selecteren. Duw MULTI-CONTROL naar
links om terug in het display te bladeren.
6 Verplaats de cursor naar de laatste tekenpositie door MULTI-CONTROL naar
rechts te duwen nadat u de titel heeft ingevoerd.
Als u MULTI-CONTROL nog een keer naar
rechts duwt, zal de ingevoerde titel worden opgeslagen in het geheugen.
7 Druk op BAND/ESC om terug te keren
naar het weergavedisplay.
Opmerkingen
! De titels blijven in het geheugen, zelfs als de
disc uit het magazijn is verwijderd. Ze worden
opgeroepen als de disc weer in het toestel
wordt gestoken.
! Nadat gegevens voor 100 discs in het geheugen zijn opgeslagen, zullen gegevens voor een
nieuwe disc de gegevens van de oudste overschrijven.
Selecteren van discs van de
disctitellijst
1 Draai MULTI-CONTROL om naar de
functie disctitellijst te gaan.
# U kunt de disctitel ook wijzigen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Als er geen titel is ingevoerd voor een disc, zal
No title op het display verschijnen.
# No disc wordt weergegeven naast het discnummer als er geen disc in het magazijn zit.
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het weergavedisplay.
CD TEXT-functies gebruiken
U kunt deze functies uitsluitend gebruiken met
een voor CD TEXT geschikte multi-CD-speler.
Bij sommige discs is er tijdens de fabricage
bepaalde informatie op de disc gecodeerd.
Deze discs kunnen informatie als de CD-titel,
de fragmenttitel, de naam van de artiest en de
afspeeltijd bevatten en worden CD TEXT-discs
genoemd. Alleen deze speciaal gecodeerde
CD-TEXT-discs ondersteunen de onderstaande
functies.
Titels op CD TEXT-discs weergeven
% Druk op DISPLAY.
Druk herhaaldelijk op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende instellingen:
: fragmenttitel : disctitel en : artiestennaam disc : artiestennaam disc en :
fragmenttitel : fragmenttitel en : artiestennaam fragment : artiestennaam fragment en : fragmenttitel
# Als bepaalde gegevens niet op de CD TEXTdisc zijn opgenomen, zal de titel of naam niet op
het display verschijnen.
Nl
Nederlands
De disctitellijst geeft u een overzicht van de in
de multi-CD-speler ingevoerde disctitels, zodat
u er gemakkelijk één kunt kiezen om af te
laten spelen.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste disctitel te selecteren.
Draai aan de knop om de disctitel te wijzigen;
druk op de knop om af te spelen.
137
Hoofdstuk
08
Multi-CD-speler
Titels over het display laten
schuiven
Dit toestel kan de eerste 14 (22) letters van de
disctitel, de artiestennaam van de disc, de
fragmentitel en de artiestennaam van het fragment weergeven. Als de tekstinformatie langer
is dan 14 (22) letters, kunt u deze als volgt
door het display schuiven.
% Houd DISPLAY ingedrukt tot de titel
door het display begint te schuiven.
De titels schuiven.
Opmerking
Als Ever Scroll wordt ingesteld op ON bij de begininstellingen, dan blijft de tekstinformatie van
de CD continu door het display schuiven. Als u
de eerste 14 (22) tekens van de tekstinformatie tijdelijk wilt weergeven en de tekst vanaf het begin
door het display wilt schuiven, moet u DISPLAY
indrukken en vasthouden. Raadpleeg Ever Scroll
inschakelen op bladzijde 172 voor Ever Scroll.
Fragmenten uit de
fragmenttitellijst selecteren
Met de fragmenttitellijst ziet u de lijst met fragmenttitels op een CD TEXT-disc en kunt u een
van deze titels selecteren voor afspelen.
1 Draai MULTI-CONTROL om naar de
functie disctitellijst te gaan.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste disctitel van de CD TEXT te selecteren.
Draai aan de knop om de disctitel te wijzigen;
druk op de knop om af te spelen.
# U kunt de disctitel ook wijzigen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Als er geen titel is ingevoerd voor een disc, zal
No title op het display verschijnen.
# No disc wordt weergegeven naast het discnummer als er geen disc in het magazijn zit.
138
Nl
3 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om
over te schakelen naar de fragmenttitellijst.
4 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste fragmenttitel te selecteren.
Draai aan de knop om de fragmenttitel te wijzigen; druk op de knop om af te spelen.
# U kunt de fragmenttitel ook wijzigen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Compressie en
basversterking gebruiken
U kunt deze functies uitsluitend gebruiken met
een daarvoor geschikte multi-CD-speler.
Met de functies COMP (compressie) en DBE
(Dynamic Bass Emphasis) kunt u de geluidskwaliteit van de multi-CD-speler aanpassen.
Elke functie wordt in twee stappen afgesteld.
De COMP-functie balanceert de hardere en
zachtere geluiden bij hoge volumes. DBE regelt de niveaus van de lage tonen zodat het geluid voller klinkt. Luister naar de effecten
terwijl u ze uitprobeert en gebruik het effect
dat de weergave van het fragment of de CD
waarnaar u luistert het beste weergeeft.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
COMP.
De functienaamtag COMP wordt gemarkeerd.
# Als uw multi-CD-speler niet geschikt is voor
de COMP/DBE-functies, zal No COMP op het display verschijnen wanneer u deze functie selecteert.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer
de gewenste instelling.
Druk herhaaldelijk op MULTI-CONTROL om te
schakelen tussen de volgende instellingen:
OFFCOMP 1COMP 2OFFDBE 1
DBE 2
Hoofdstuk
09
DAB-tuner
Naar de DAB luisteren
1 23
4
5
5 Frequentiebandindicator
Deze geeft aan op welke band de DAB-tuner
is afgestemd.
6 Servicelabelindicator
Deze geeft de service aan waarop de DABtuner is afgestemd.
98 7
6
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare DABtuner (GEX-P700DAB) bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie over de bediening de bedieningshandleiding van de DABtuner. In dit deel geven wij u informatie over de
bediening van de DAB-tuner met dit toestel
die afwijkt van wat er in de handleiding van de
DAB-tuner staat.
! Dit toestel beschikt niet over de volgende
twee functies. (De referentiepaginas staan
in de handleiding van de DAB-tuner.)
Functie taalfilter (Zie pagina 15.)
PGM-toets gebruiken (Zie pagina 26.)
! Met dit toestel heeft u twee extra functies:
beschikbare PTY zoeken, en opslaan en opvragen van het dynamisch label.
1 TRFC-indicator
Deze geeft aan of er een verkeersbericht is
ontvangen.
2 EXTRA (XTR)-indicator
Deze geeft aan dat de huidige ontvangen
service een Secondary Service Component
heeft.
8 ANNC (A)-indicator
Deze geeft aan of er een bericht is ontvangen.
9 NEWS (N)-indicator
Deze geeft aan of er een nieuwsbericht is
ontvangen.
1 Druk op SOURCE om de DAB te kiezen.
Druk op SOURCE tot DAB op het display verschijnt.
2 Druk op BAND/ESC en kies een frequentieband.
Druk op BAND/ESC tot u de gewenste frequentieband op het display ziet verschijnen;
DAB1, DAB2 of DAB3.
3 Om een service te selecteren, duwt u
MULTI-CONTROL naar links of rechts.
4 Om een eenheid te selecteren, duwt u
MULTI-CONTROL ongeveer een seconde
naar links of rechts en laat de knop dan los.
# U kunt het zoeken naar een eenheid annuleren door MULTI-CONTROL naar links of rechts te
duwen.
4 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is geselecteerd.
Nl
Nederlands
3 TEXT-indicator
Deze geeft aan dat de huidige ontvangen
service een dynamisch label heeft.
7 WTHR (W)-indicator
Deze geeft aan of er een weerbericht is ontvangen.
139
Hoofdstuk
09
DAB-tuner
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde functie
van de DAB-tuner
2
1 Functienaamtag
Deze toont de functie die gemarkeerd en geselecteerd is.
2 Functiedisplay
Hierop is de status van de ingestelde functie
af te lezen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
Draai aan de knop om de menu-optie te wijzigen; druk op de knop om te selecteren.
De functienaam verschijnt op het display.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de functie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
AS (ondersteuning nieuwsberichten)
Service Follow (service volgen)2nd (primair/secundair)PTY (beschikbare PTY zoeken)
# U kunt de functies ook in de omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
Nl
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display automatisch terug naar de frequentieweergave.
1
140
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het frequentiedisplay.
DAB-display schakelen
% Druk op DISPLAY.
Druk herhaaldelijk op DISPLAY om te schakelen tussen de volgende instellingen:
Service Label (servicelabel)
Component Label (servicecomponentlabel)
DAB Text (dynamisch label)PTY (PTYlabel)Ensemble Label (eenheidslabel)
Opmerking
Als een servicecomponent geen servicecomponentlabel, dynamisch label of PTY-label heeft, is
het niet mogelijk Component Label, DAB Text
en PTY in te schakelen.
Frequenties van zenders
opslaan en oproepen
Als u op één van de voorkeuzetoetsen 16
drukt, kunt u heel eenvoudig maximaal zes
services opslaan zodat u deze later met een
druk op de toets weer kunt oproepen.
% Wanneer u heeft afgestemd op een service die u in het geheugen wilt opslaan,
moet u één van de voorkeuzetoetsen 16
ingedrukt houden tot het voorkeuzenummer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft ingedrukt, gaat knipperen in de voorkeuzenummerindicator en
Hoofdstuk
09
DAB-tuner
blijft daarna branden. De geselecteerde service is in het geheugen opgeslagen.
Als u hierna op dezelfde voorkeuzetoets 16
drukt, zal de opgeslagen service uit het geheugen worden opgeroepen.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 18 services, zes voor elk
van de drie frequentiebanden, in het geheugen worden opgeslagen.
! U kunt ook services die aan voorkeuzetoetsen
16 zijn toegewezen opvragen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te drukken.
! U kunt de service ook in het geheugen opslaan met de voorkeuzeservicelijst. (Raadpleeg Services uit de voorkeuzeservicelijst te
selecteren op bladzijde 143.)
Onderbreking van de berichtondersteuning instellen
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
AS.
De functienaamtag AS wordt gemarkeerd.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de gewenste berichtondersteuning te selecteren.
Duw MULTI-CONTROL naar links of rechts tot
de gewenste berichtondersteuning op het display verschijnt.
! Announce bericht
! Weather regionaal weerbericht
Verkeersflitsen en
transportflitsen ontvangen
1 Druk op TA om de verkeersflits en de
transportflits in te schakelen.
TA ON zal op het display verschijnen.
# Druk opnieuw op TA om de verkeersflits en de
transportflits uit te schakelen.
2 Druk op TA terwijl de verkeersflits en
de transportflits worden ontvangen om de
onderbreking door het bericht te annuleren.
Nieuwsflits ontvangen
% Druk op TA en houd de toets ingedrukt
om de nieuwsflits in te schakelen.
Druk op TA tot NEWS ON op het display verschijnt.
# Druk op TA en houd deze toets weer ingedrukt
om de nieuwsflits uit te schakelen.
Naar service opvolgen
overschakelen
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
Service Follow.
De functienaamtag Service Follow wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om service
opvolgen in te schakelen.
# Druk op MULTI-CONTROL als u service opvolgen wilt uitschakelen.
Nederlands
3 Druk op MULTI-CONTROL om de onderbreking van de geselecteerde berichtondersteuning in te schakelen.
# Druk op MULTI-CONTROL om de onderbreking van de geselecteerde berichtondersteuning
uit te schakelen.
Nl
141
Hoofdstuk
09
DAB-tuner
Naar primaire of secundaire
servicecomponent schakelen
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
2nd.
De functienaamtag 2nd wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de gewenste servicecomponent te selecteren.
Druk op MULTI-CONTROL tot de gewenste
servicecomponent op het display verschijnt.
Service via beschikbare
PTY-informatie zoeken
Met beschikbare PTY zoeken kunt u de lijst
met beschikbare PTYs in de huidige eenheid
oproepen en één van deze selecteren voor ontvangst.
! Als er geen beschikbare PTY in de huidige
eenheid is, kunt u niet overschakelen naar
de beschikbare PTY zoekmethode.
! Beschikbare PTY zoeken verschilt van PTY
zoeken. Met dit toestel heeft u enkel de beschikking over beschikbare PTY zoeken.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
PTY.
De functienaamtag PTY wordt gemarkeerd.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om een programmatype te selecteren.
3 Druk op MULTI-CONTROL om het zoeken te laten beginnen.
DAB ontvangt de gewenste PTY-service.
Opmerkingen
! De weergegeven PTY-methode is smal. De
brede methode kan niet worden geselecteerd
als DAB de bron is.
142
Nl
! Als er geen service met het geselecteerde programmatype is, wordt Not Found ongeveer
twee seconden weergegeven. Daarna gaat de
DAB terug naar de vorige service.
Dynamisch label gebruiken
Dynamisch label weergeven
1 Houd DISPLAY ingedrukt om het dynamische label weer te laten geven.
# U kunt de weergave van het dynamisch label
weer annuleren door op DISPLAY of BAND/ESC
te drukken.
# Als er geen dynamisch label wordt ontvangen,
verschijnt NO TEXT op het display.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de drie meest recente dynamische labels op te roepen.
Als u MULTI-CONTROL naar links of rechts
duwt, kunt u schakelen tussen de huidige
weergave en de weergave van de drie dynamische labels.
# Als er geen dynamische labelgegevens in het
geheugen zijn opgeslagen, zal het display niet
veranderen.
3 Draai MULTI-CONTROL om te bladeren.
Draai MULTI-CONTROL tegen de klok in om
naar het begin te gaan. Draai
MULTI-CONTROL met de klok mee om door
de dynamische-labelgegevens te bladeren.
# U kunt deze handelingen ook uitvoeren door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te drukken.
Hoofdstuk
09
DAB-tuner
Dynamisch label opslaan en
oproepen
U kunt gegevens van maximaal zes uitzendingen van dynamische labels opslaan onder de
toetsen 16.
1 Laat het dynamisch label dat u in het
geheugen wilt opslaan op het display verschijnen.
Raadpleeg Dynamisch label weergeven op de
vorige bladzijde.
2 Houd een van de toetsen 16 ingedrukt
om het geselecteerde dynamische label op
te slaan.
Het geheugennummer zal op het display verschijnen en het geselecteerde dynamisch
label zal worden opgeslagen in het geheugen.
Wanneer u de volgende keer op dezelfde toets
drukt bij de weergave van het dynamische
label, zal de eerder opgeslagen tekst uit het
geheugen worden opgeroepen.
Services uit de voorkeuzeservicelijst te selecteren
Met de voorkeuzeservicelijst ziet u de lijst met
voorkeuzeservices en kunt u er één selecteren.
1 Draai MULTI-CONTROL om naar de
functie voorkeuzeservicelijst te gaan.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
de gewenste service.
Draai aan de knop om de service te wijzigen;
druk op de knop om te selecteren.
Nederlands
# U kunt de service ook wijzigen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Druk op MULTI-CONTROL en houd ingedrukt
totdat het geselecteerde voorkeuzenummer stopt
met knipperen om de huidige service in het geheugen op te slaan.
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het frequentiedisplay.
Nl
143
Hoofdstuk
10
TV-tuner
TV-tuner kijken
1 2
3
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare TVtuner bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie over de bediening de bedieningshandleiding van de TVtuner. In dit deel geven wij u informatie over de
bediening van de TV-tuner met dit toestel die
afwijkt van wat er in de handleiding van de TVtuner staat.
1 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is geselecteerd.
2 Frequentiebandindicator
Deze geeft aan op welke frequentieband de
TV-tuner is afgestemd.
3 Zenderindicator
Deze geeft aan op welke zender de TV-tuner
is afgestemd.
1 Druk op SOURCE om de TV te kiezen.
Druk op SOURCE tot Television op het display
verschijnt.
2 Druk op BAND/ESC en kies een frequentieband.
Druk op BAND/ESC tot u de gewenste frequentieband op het display ziet verschijnen;
TV1 of TV2.
144
Nl
3 Om handmatig afstemmen te gebruiken, duwt u MULTI-CONTROL naar links of
rechts.
De zenders kunnen stap voor stap verhoogd of
verlaagd worden.
4 Om automatisch afstemmen te gebruiken, duwt u MULTI-CONTROL ongeveer
een seconde naar links of rechts en laat de
knop dan los.
De tuner zal nu zelf de zenders afzoeken tot er
een uitzending gevonden wordt die sterk genoeg is voor een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door MULTI-CONTROL even naar links of rechts
te duwen.
# Als u MULTI-CONTROL naar links of rechts ingedrukt houdt, kunt u tv-zenders overslaan. Automatisch afstemmen begint als u
MULTI-CONTROL loslaat.
Zenders opslaan en oproepen
Als u op één van de voorkeuzetoetsen 16
drukt, kunt u gemakkelijk maximaal zes zenders opslaan zodat u deze later met een druk
op de toets weer kunt oproepen.
% Wanneer u heeft afgestemd op een
zender die u in het geheugen wilt opslaan,
houdt u één van de voorkeuzetoetsen 16
ingedrukt tot het voorkeuzenummer stopt
met knipperen.
Het nummer dat u heeft ingedrukt, gaat knipperen in de voorkeuzenummerindicator en
blijft daarna branden. De geselecteerde zender
is in het geheugen opgeslagen.
Als u hierna op dezelfde voorkeuzetoets drukt,
zal de opgeslagen zender uit het geheugen
worden opgeroepen.
Hoofdstuk
10
TV-tuner
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 12 zenders, zes voor elk
van de twee TV-frequentiebanden, in het geheugen worden opgeslagen.
! U kunt voorkeuzezenders P01P12 oproepen
door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te
drukken.
! U kunt de zender ook in het geheugen opslaan met de voorkeuzezenderlijst. (Raadpleeg
Zenders selecteren uit de voorkeuzezenderlijst
op de volgende bladzijde.)
Sterkste zenders op
volgorde opslaan
1
2
1 Functienaamtag
Deze toont de functie die gemarkeerd en geselecteerd is.
2 Functiedisplay
Hierop is de status van de ingestelde functie
af te lezen.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
Draai aan de knop om de menu-optie te wijzigen; druk op de knop om te selecteren.
De functienaamtag BSSM wordt gemarkeerd.
# Druk op MULTI-CONTROL om het opslaan te
annuleren.
Nl
Nederlands
3 Druk op MULTI-CONTROL om BSSM in
te schakelen.
Searching begint te knipperen. Terwijl
Searching knippert, worden de 12 sterkste tvzenders opgeslagen, te beginnen met de laagste zender. Als hij klaar is, verschijnt de lijst
met voorkeuzezenders.
145
Hoofdstuk
10
TV-tuner
4 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om de zender te wijzigen;
druk op de knop om te selecteren.
# U kunt de zender ook wijzigen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het zenderdisplay.
Opmerkingen
! Het is mogelijk dat de via de BSSM-functie opgeslagen zenders, eerder door uzelf onder de
toetsen P01P12 opgeslagen zenders vervangen.
! Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display automatisch terug naar het TV-beeld.
Zenders selecteren uit de
voorkeuzezenderlijst
Met de voorkeuzezenderlijst ziet u de lijst met
voorkeuzezenders en kunt u er één selecteren.
1 Draai MULTI-CONTROL om naar de
functie voorkeuzezenderlijst te gaan.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om de gewenste zender te selecteren.
Draai aan de knop om de zender te wijzigen;
druk op de knop om te selecteren.
# U kunt de zender ook wijzigen door
MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te duwen.
# Druk op MULTI-CONTROL en houd ingedrukt
totdat het geselecteerde voorkeuzenummer stopt
met knipperen om de huidige zender in het geheugen op te slaan.
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het zenderdisplay.
146
Nl
Hoofdstuk
11
DVD-speler
Disc afspelen
1
23 4
2 Houd MULTI-CONTROL naar links of
rechts gedrukt om snel terug of vooruit te
spoelen.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om naar het vorige of volgende
hoofdstuk/fragment te gaan.
5
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare DVDspeler of multi-DVD-speler bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie over de bediening de handleiding van de DVD-speler of de
multi-DVD-speler. In dit deel geven wij u informatie over de bediening van de DVD-speler
met dit toestel die afwijkt van wat er in de
handleiding van de DVD-speler of multi-DVDspeler staat.
Disc selecteren
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een multi-DVD-speler op het toestel is aangesloten.
% Druk op een van de toetsen 16 en selecteer de gewenste disc.
# U kunt ook de reeks discs een voor een aflopen door MULTI-CONTROL omhoog of omlaag te
drukken.
1 Weergavetijdindicator
Deze geeft de verstreken tijd van het spelende hoofdstuk/fragment aan.
2 Discnummerindicator
Deze geeft de disc aan die nu speelt bij een
multi-DVD-speler.
3 Titelnummerindicator
Deze geeft de titel aan die nu speelt bij het
afspelen van een DVD-video.
4 Hoofdstuk-/fragmentnummerindicator
Deze geeft aan welk hoofdstuk/fragment er
op het moment afgespeeld wordt.
Nederlands
5 V/VCD/CD-indicator
Deze geeft het type disc aan dat nu speelt.
1 Druk op SOURCE en selecteer de DVDspeler/multi-DVD-speler als signaalbron.
Druk op SOURCE tot DVD op het display verschijnt.
Nl
147
Hoofdstuk
11
DVD-speler
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde functies
van de DVD-speler
1
(scanweergave)PAUSE (pauze)
D.TITLE INPUT (disctitelinvoer)ITS PLAY
(ITS-weergave)ITS MEMORY (ITS-programmering)
# U kunt de functies ook in de omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Opmerking
2
1 Functienaamtag
Deze toont de functie die gemarkeerd en geselecteerd is.
2 Functiedisplay
Hierop is de status van de ingestelde functie
af te lezen.
Herhaalde weergave
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
PLAY MODE.
De functienaamtag PLAY MODE wordt gemarkeerd.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren.
Draai aan de knop om de menu-optie te wijzigen; druk op de knop om te selecteren.
De functienaam verschijnt op het display.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het herhaalbereik te selecteren.
Tijdens het afspelen van een DVD-video
Druk enkele malen op MULTI-CONTROL totdat het gewenste herhaalbereik op het display
verschijnt.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de functie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
Tijdens het afspelen van een DVD-video of
Video-CD
PLAY MODE (herhaalde weergave)PAUSE
(pauze)
Tijdens het afspelen van een CD
PLAY MODE (herhaalde weergave)
RANDOM (willekeurige weergave)SCAN
148
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch worden teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Nl
! Tijdens PBC-weergave van Video-CDs kan
deze functie niet worden gebruikt.
! Disc De spelende disc wordt herhaald
! Chapter Alleen het huidige hoofdstuk
wordt herhaald
! Title Alleen de huidige titel wordt herhaald
Tijdens het afspelen van een Video-CD of
CD
Druk op MULTI-CONTROL om herhaalde
weergave in of uit te schakelen.
Hoofdstuk
11
DVD-speler
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een andere disc selecteert, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in Disc.
! Als u een fragment zoekt of snel vooruit/terug
spoelt tijdens Track, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in Disc.
Het afspelen van een disc
onderbreken
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
PAUSE.
De functienaamtag PAUSE wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om pauze in
te schakelen.
Pause :ON zal op het display verschijnen. Het
afspelen van het huidige fragment wordt onderbroken.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL als u
pauze wilt uitschakelen.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
! U kunt deze functie alleen gebruiken bij het
afspelen van een CD.
Fragmenten op een CD
scannen
! U kunt deze functie alleen gebruiken bij het
afspelen van een CD.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
SCAN.
De functienaamtag SCAN wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de scanweergave in te schakelen.
Scan mode :ON zal op het display verschijnen.
De eerste 10 seconden van elk fragment worden afgespeeld.
3 Als u het gewenste fragment heeft gevonden, drukt u op MULTI-CONTROL om
scanweergave uit te schakelen.
ITS-speellijsten gebruiken
! U kunt deze functies alleen gebruiken als
er een multi-DVD-speler op het toestel is
aangesloten.
! Deze functie verschilt een weinig van de
ITS-weergave met een multi-CD-speler. Bij
multi-DVD-speler is ITS-weergave alleen
van toepassing op het afspelen van CDs.
Raadpleeg ITS-speellijsten gebruiken op
bladzijde 134 voor meer informatie.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
RANDOM.
De functienaamtag RANDOM wordt gemarkeerd.
Nederlands
2 Druk op MULTI-CONTROL om de willekeurige weergave in te schakelen.
Random mode :ON zal op het display verschijnen. De fragmenten worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
# Druk nog een keer op MULTI-CONTROL om
de willekeurige weergave uit te schakelen.
Nl
149
Hoofdstuk
11
DVD-speler
Functies voor disctitels
gebruiken
U kunt CD-titels invoeren en weergeven. U
kunt eenvoudig naar een disc zoeken en deze
laten afspelen.
Disctitels invoeren
Met de invoer van disctitels kunt u CD-titels
van maximaal 10 letters in de multi-DVD-speler invoeren. Raadpleeg Disctitels invoeren op
bladzijde 136 voor meer informatie betreffende
de bediening.
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een multi-DVD-speler op het toestel is aangesloten.
150
Nl
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
Bedieningsstanden
Dit toestel heeft twee bedrijfsstanden: de
stand driewegnetwerk (NW) en de standaardstand (STD). U kunt naar wens tussen de standen schakelen. De DSP-instelling is
aanvankelijk op de standaardstand (STD) ingesteld. (Raadpleeg DSP-instellingsstand in- of
uitschakelen op bladzijde 100.)
! Met de stand driewegnetwerk (NW) creërt
u een drieweg-, multi-ampsysteem met
meerdere luidsprekers en aparte luidsprekers voor de weergave van de hoge, midden- en lage frequenties
(frequentiebanden), die elk worden aangestuurd door een apart versterker. De stand
driewegnetwerk geeft uitlijningsfuncties
voor netwerk en tijd, twee functies die essentieel zijn voor een multi-ampsysteem
met meerdere luidsprekers, zodat u de instellingen voor ieder frequentiebereik
nauwkeurig kunt instellen.
! Met de standaardstand (STD) kunt u een
systeem met vier luidsprekers met voor- en
achterluidsprekers, of een systeem met zes
luidsprekers met voor- en achterluidsprekers en subwoofers creëren.
Belangrijk
Als het toestel niet van stroom wordt voorzien
omdat de accu van de auto wordt vervangen of
dergelijke, gaat de microprocessor terug naar de
beginstanden. Als dit gebeurt, worden alle opgeslagen, aangepaste audioinstellingen gewist. Als
u de audioinstellingen heeft aangepast, moet u
de instellingen vastleggen zoals in bladzijde 183
wordt getoond.
In deze handleiding worden de volgende markeringen gebruikt om de beschrijving duidelijk
te maken.
Stand driewegnetwerk
Als u de volgende instellingen/aanpassingen
op volgorde uitvoert, krijgt u heel eenvoudig
een genuanceerd geluidsbereik.
! Positiekeuze gebruiken (POSI)
! Balansinstelling gebruiken
(BAL)
! Tijduitlijning aanpassen (TA 2)
! Het netwerk aanpassen (NW 1, NW 2,
NW 3, NW 4)
! Equalizercurven oproepen
! Equalizercurven aanpassen (G.EQ 1)
! De grafische equalizer met 13-band aanpassen (G.EQ 2)
Standaardstand
Audio eenvoudig aanpassen
Met de volgende functies kunt u uw audiosysteem eenvoudig aanpassen aan de akoestische eigenschappen van het interieur van de
auto, die afhankelijk zijn van het type auto.
! Equalizercurven oproepen
! Positiekeuze gebruiken (POSI)
! Equalizercurven aanpassen (G.EQ 1)
Fijne afstemming van de audio
Als u de volgende instellingen/aanpassingen
op volgorde uitvoert, krijgt u heel eenvoudig
een genuanceerd geluidsbereik.
! Positiekeuze gebruiken (POSI)
Nl
Nederlands
Markeringen voor de
bedieningsstand
: Deze markering geeft een functie alleen in de NW-stand of een handeling in de
NW-stand aan.
: Deze markering geeft een functie die alleen in de STD-stand beschikbaar is of een
handeling in de STD-stand aan.
! De functies en bedieningen zonder markeringen worden in zowel de NW- als in de
STD-stand gebruikt.
151
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
! Balansinstelling gebruiken
(FAD/BAL)
! Uitgangssignaal van de subwoofer gebruiken
(SW 1)
! Subwooferinstellingen aanpassen (SW 2)
! De afval van de demping van het low pass
filter aanpassen (SW 3)
! Het high-passfilter voor de voorluidsprekers
instellen (F-HPF 1, F-HPF 2)
! Het high-passfilter voor de achterluidsprekers instellen (R-HPF 1, R-HPF 2)
! Auto TA en EQ (automatische tijduitlijning
en instelling van de equalizer)
! Equalizercurven oproepen
! Equalizercurven aanpassen (G.EQ 1)
! De grafische equalizer met 13-band aanpassen (G.EQ 2)
Inleiding audio-instellingen
Extra functies
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
Deze functies zijn handig bij het aanpassen
van het geuid aan uw systeem of persoonlijke
voorkeuren.
! BBE-geluid gebruiken (BBE)
! Geluidssterktefunctie aanpassen (LOUD)
! Gebruiken van de automatische volumecompensatie (ASL)
! Niveau van de signaalbron aanpassen
(SLA)
1
2
1 Functienaamtag
Deze toont de geselecteerde audiofunctie
gemarkeerd.
2 Audiodisplay
Laat de status van de audio-instellingen
zien.
2 Gebruik MULTI-CONTROL om AUDIO te
selecteren.
Draai aan de knop om de menu-optie te wijzigen; druk op de knop om te selecteren.
De naam van de audiofunctie verschijnt op
het display.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om de audiofunctie te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de audiofuncties in de onderstaande volgorde te
doorlopen:
BAL (balansafstelling)NW 1 (netwerkafstelling 1)NW 2 (netwerkafstelling 2)NW 3
(netwerkafstelling 3)NW 4 (netwerkafstelling 4)POSI (positiekeuze)TA 1 (instelling
tijduitlijning)TA 2 (aanpassing tijduitlijning)
LOUD (geluidssterkte)G.EQ 1 (grafische
equalizer)G.EQ 2 (grafische equalizer met
152
Nl
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
13 banden)BBE (BBE)ASL (automatische
geluidssterkteregeling)SLA (aanpassing signaalbronniveau)
FAD/BAL (belangstelling)POSI (positiekeuze)TA 1 (instelling tijduitlijning)TA 2
(aanpassing tijduitlijning)LOUD (geluidssterkte)G.EQ 1 (grafische equalizer)
G.EQ 2 (grafische equalizer met 13 banden)
SW 1 (subwoofer aan/uit)SW 2 (subwoofer drempelfrequentie)SW 3 (subwoofer
afval)F-HPF 1 (afval voorste high pass filter)F-HPF 2 (drempelfrequentie voorste
high pass filter)R-HPF 1 (afval achterste
high pass filter)R-HPF 2 (drempelfrequentie achterste high pass filter)BBE (BBE)
AUTO-EQ (auto-equalizer aan/uit)ASL
(automatische geluidssterkte)SLA (aanpassing signaalbronniveau)
# U kunt ook in de omgekeerde volgorde tussen
de audiofuncties schakelen door
MULTI-CONTROL tegen de klok in te draaien.
# Wanneer u de FM-tuner als signaalbron gebruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA.
# Als u TA OFF in TA 1 selecteert, kunt u TA 2
niet gebruiken.
# U kunt SW 2 en SW 3 alleen selecteren als
het uitgangssignaal voor de subwoofer is ingeschakeld bij SW 1.
# Druk op BAND/ESC om terug te keren naar
het bij de signaalbron behorende display.
Opmerking
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
POSI.
De functienaamtag POSI wordt gemarkeerd.
2 Druk MULTI-CONTROL naar links,
rechts, omhoog of omlaag om een luisterpositie te selecteren.
Richting
Display
Positie
Links
Front Left
Voorstoel links
Rechts
Front Right
Voorstoel rechts
Omhoog
Front Seat
Voorstoelen
Omlaag
All seat
Alle stoelen
# Druk MULTI-CONTROL nog een keer in dezelfde richting om de geselecteerde luisterpositie
te annuleren.
# U kunt All seat niet selecteren als de NWstand is geselecteerd.
Balansinstelling gebruiken
U kunt een balansinstelling selecteren die een
optimale geluidsweergave voor alle plaatsen
in het voertuig levert.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
BAL.
De functienaamtag BAL wordt gemarkeerd.
Positiekeuze gebruiken
U krijgt een natuurlijker geluid als het stereobeeld juist geplaats is, waarbij u precies in het
Nl
Nederlands
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch worden teruggekeerd naar het bij de signaalbron behorende display.
midden van het geluidsveld zit. Met de functie
positiekeuze kunt u automatisch de uitgangsniveaus van de luidsprekers afstellen waarbij
er een vertragingstijd wordt ingevoerd die overeenkomt met het aantal en de positie van zitplaatsen met passagiers.
153
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de balans tussen de linker en
rechter luidsprekers in te stellen.
Telkens wanneer MULTI-CONTROL naar links
of rechts wordt geduwd, wordt de balans tussen de linker en rechter luidsprekers naar
links of rechts verplaatst.
Balance L25 Balance R25 wordt weergegeven als de balans tussen de linker en rechter
luidsprekers van links naar rechts schuift.
Balansinstelling gebruiken
U kunt de fader/balans instellen voor een optimale geluidsweergave voor alle plaatsen in het
voertuig.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
FAD/BAL.
De functienaamtag FAD/BAL wordt gemarkeerd.
2 Druk MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de balans tussen de voor-/achterluidspreker af te stellen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag drukt, wordt de balans tussen de
voor-/achterluidsprekers naar voren of achteren verplaatst.
Fader F25 Fader R25 wordt weergegeven
als de balans van de voor- en achterluidsprekers van voren naar achteren wordt verplaatst.
# Fader FR00 is de juiste instelling wanneer u
slechts twee luidsprekers gebruikt.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de balans tussen de linker en
rechter luidsprekers in te stellen.
Telkens wanneer MULTI-CONTROL naar links
of rechts wordt geduwd, wordt de balans tussen de linker en rechter luidsprekers naar
links of rechts verplaatst.
154
Nl
Balance L25 Balance R25 wordt weergegeven als de balans tussen de linker en rechter
luidsprekers van links naar rechts schuift.
Tijduitlijning gebruiken
Met tijduitlijning kunt u de afstand tussen elke
luidspreker en de luisterpositie afstellen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
TA 1.
De functienaamtag TA 1 wordt gemarkeerd.
2 Druk MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de tijduitlijning te selecteren.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
rechts drukt, wordt de tijduitlijning als volgt
geselecteerd:
Initial (begin)Custom (aangepast)
Auto TA (automatische tijduitlijning
)
TA OFF (uit)
! Initial is de tijduitlijning die in de fabriek
wordt ingesteld.
! Custom is een aangepaste tijduitlijning die
u zelf kunt creëren.
! Auto TA is de tijduitlijning die door auto TA
en EQ wordt ingesteld. (Raadpleeg Auto TA
en EQ (automatische tijduitlijning en instelling van de equalizer)
op bladzijde
164.)
# U kunt Auto TA niet selecteren als de NWstand is geselecteerd.
# Please set Auto TA verschijnt. Dit geeft aan
dat u Auto TA niet kunt selecteren als auto TA en
EQ niet zijn uitgevoerd.
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
Tijduitlijning aanpassen
U kunt de afstand tussen elke luidspreker en
de geselecteerde positie instellen.
! Een ingestelde tijduitlijning wordt opgeslagen in Custom.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
TA 1.
De functienaamtag TA 1 wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om een meeteenheid te selecteren.
Met elke druk op MULTI-CONTROL wordt de
meeteenheid als volgt geselecteerd:
(cm) (centimeter)(inch) (inch)
3 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
TA 2.
De functienaamtag TA 2 wordt gemarkeerd.
# Can't adjust TA. Set position FL/FR verschijnt als Front Left of Front Right niet in de
positiekeuzestand is geselecteerd (POSI).
# Als u TA OFF in TA 1 selecteert, kunt u TA 2
niet gebruiken.
4 Druk MULTI-CONTROL naar links of
rechts en selecteer de luidspreker die u wilt
aanpassen.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
rechts drukt, wordt de luidspreker als volgt geselecteerd:
5 Druk MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de afstand tussen de geselecteerde luidspreker en de luisterpositie aan
te passen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag drukt, zal de afstand vergroot of verkleind worden.
400.0cm 0.0cm wordt weergegeven as de afstand wordt vergroot of verkleind, als u centimeters heeft geselecteerd ((cm)).
160inch 0inch wordt weergegeven as de afstand wordt vergroot of verkleind, als u inch
heeft geselecteerd ((inch)).
# U kunt de afstand voor de andere luidsprekers
op dezelfde manier aanpassen.
6 Druk op BAND/ESC om de stand tijduitlijning te annuleren.
Over de netwerkfunctie
Met de netwerkfunctie kunt u het audiosignaal
in verschillende frequentiebanden opdelen en
daarna elke band via de aparte luidsprekereenheden weergeven.
U kunt nauwkeurige afstellingen aan de weergegeven frequentieband (met een low pass filter of high pass filter), het niveau, de fase en
andere parameters uitvoeren om de kenmerken van elke luidsprekereenheid af te stemmen.
High L (hoog bereik links)High R (hoog bereik rechts)Mid R (middenbereik rechts)
Mid L (middenbereik links)Low L (laag
bereik links)Low R (laag bereik rechts)
Nederlands
Front L (voor links)Front R (voor rechts)
Rear R (achter rechts)Rear L (achter
links)Sub. W (subwoofer)
# U kunt Sub. W niet selecteren als de subwooferuitgang is uitgeschakeld.
Nl
155
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
Aanpasbare parameters
Met de netwerkfunctie kunnen de volgende
parameters worden aangepast. Voer de aanpassingen uit in overeenstemming met de
weergegeven frequentiebanden en de eigenschappen van elke aangesloten luidsprekereenheid.
Niveau
(dB)
Weergegeven frequentieband
Doorlaatinstelling
Niveau
Steilheid
(db/oct.)
Frequentie
(Hz)
Afsnijfrequentie
van HPF
Afsnijfrequentie
van LPF
Weergegeven frequentieband
Door het aanpassen van de drempelfrequentie
van het HPF (high-pass filter) of LPF (lowpass filter) kunt u de weergegeven frequentieband voor elke luidsprekereenheid instellen.
! Het HPF snijdt de frequenties (laag) onder
de ingestelde frequentie af, waardoor de
hoge frequenties er wel door kunnen.
! Het LPF snijdt de frequenties (hoog) boven
de ingestelde frequentie af, waardoor de
lage frequenties er wel door kunnen.
Niveau
Het verschil in de weergegeven niveaus tussen
de luidsprekereenheden kan worden gecorrigeerd.
Afval
Met het afstellen van de afval van het HPF/LPF
(afval filterdemping) kunt u de continuïteit van
het geluid tussen de luidsprekereenheden
aanpassen.
156
Nl
! De afval geeft het aantal decibellen (dB)
waarmee het signaal wordt gedempt aan
als de frequentie een octaf hoger (lager) is
(Eenheid: dB/oct.). Hoe steiler de afval, hoe
meer het signaal wordt gedempt.
Fase
U kunt de fase (normaal, tegengesteld) voor
het ingangssignaal van elke luidsprekereenheid inschakelen. Als de geluidscontinuïteit
tussen de luidsprekers niet nauwkeurig is,
kunt u een andere fase proberen. Hierdoor
kan de continuiteit van geluid tussen de luidsprekers verbeteren.
Opmerkingen over
aanpassingen aan het netwerk
Aanpassing van de drempelfrequentie
! Met de laagbereikluidsprekers in de achterste schuif geplaatst, wordt het lagetonengeluid afgescheiden zodat deze van achter
lijkt te komen als u drempelfrequentie hoog
voor Low LPF instelt. We raden u aan de
drempelfrequentie voor Low LPF in te stellen op 100 Hz of lager.
! De maximale ingangsinstelling voor midden- en hoogbereikluidsprekers is meestal
lager dan voor laagbereikluidsprekers. Vergeet niet dat als de drempelfrequenties
voor Mid HPF of High HPF lager dan nodig
worden ingesteld, een sterker lagetonensignaal de luidspreker kan beschadigen.
Niveauaanpassing
De basisfrequenties van veel muziekinstrumenten zitten in het middenbereik. Voer eerst
de aanpassing van het niveau van het middenbereik af, daarna de niveauaanpassing voor
het hoogbereik en het laagbereik.
Afvalaanpassing
! Als u een kleine absolute waarde voor de
afval (voor een voorzichtige afval) instelt,
kan de storing tussen de naast elkaar gele-
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
gen luidsprekereenheden leiden tot kwalitatief mindere frequentiereacties.
! Als u een grote absolute waarde voor de
afval (bij een steile afval) instelt, wordt de
continuïteit van het geluid tussen de luidsprekereenheden minder en lijkt het geluid
te worden gescheiden.
! Als u de afval op 0 dB/oct. (Pass) instelt,
gaat het audiosignaal niet door het filter en
dus heeft het filter geen effect.
2 Druk MULTI-CONTROL naar links of
rechts en selecteer de luidsprekereenheid
(filter) die u wilt aanpassen.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
rechts drukt, wordt de luidsprekereenheid (filter) als volgt geselecteerd:
Low LPF (LPF laagbereikluidspreker)
Mid HPF (HPF middenbereikluidspreker)
Mid LPF (LPF middenbereikluidspreker)
High HPF (HPF hoogbereikluidspreker)
Faseaanpassing
Als de kruiswaarde voor filters aan beide zijden wordt ingesteld op 12 dB/oct, dan wordt
de fase 180 graden omgekeerd bij de drempelfrequentie van het filter. In dit geval zorgt het
omkeren van de fase voor een betere geluidscontinuïteit.
3 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om
de geselecteerde luidsprekereenheid (filter) te dempen.
MUTE knippert op het display.
Normale fase
Omgekeerde fase
Scheidingspunt
De luidsprekereenheid (filter)
dempen
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
NW 1.
De functienaamtag NW 1 wordt gemarkeerd.
Het netwerk aanpassen
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
NW 1.
De functienaamtag NW 1 wordt gemarkeerd.
2 Druk MULTI-CONTROL naar links of
rechts en selecteer de luidsprekereenheid
(filter) die u wilt aanpassen.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
rechts drukt, wordt de luidsprekereenheid (filter) als volgt geselecteerd:
Low LPF (LPF laagbereikluidspreker)
Mid HPF (HPF middenbereikluidspreker)
Mid LPF (LPF middenbereikluidspreker)
High HPF (HPF hoogbereikluidspreker)
3 Draai MULTI-CONTROL en selecteer
NW 2.
De functienaamtag NW 2 wordt gemarkeerd.
4 Druk MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de drempelfrequentie (kruisfrequentie) van de geselecteerde luidsprekereenheid (filter) te selecteren.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
rechts drukt, wordt de drempelfrequentie
(kruisfrequentie) als volgt geselecteerd:
Nl
Nederlands
U kunt elke luidsprekereenheid (filter) dempen. Als een luidsprekereenheid (filter) gedempt wordt, hoort u geen geluid uit die
luidspreker.
! Als u de geselecteerde luidsprekereenheid
(filter) dempt, gaat MUTE knipperen en
kunt u geen aanpassingen aanbrengen.
! Als een luidsprekereenheid (filter) gedempt
is, kunt u de parameters voor andere luidsprekereenheden (filters) wel aanpassen.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om het
dempen te annuleren.
157
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
Low LPF: 31.540506380100125
160200 (Hz)
Mid HPF: 31.540506380100125
160200 (Hz)
Mid LPF: 1.622.53.15456.38
1012.516 (kHz)
High HPF: 1.622.53.15456.38
1012.516 (kHz)
5 Druk MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om het niveau van de geselecteerde
luidsprekereenheid (filter) in te stellen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag drukt, wordt het niveau van de geselecteerde luidsprekereenheid (filter) vergroot
of verkleind.
±0dB 24dB wordt op het display weergegeven terwijl het niveau wordt verhoogd of verlaagd.
+6dB 24dB wordt op het display weergegeven terwijl het niveau wordt verhoogd of verlaagd, alleen als u Low LPF heeft
geselecteerd.
6 Draai MULTI-CONTROL en selecteer
NW 3.
De functienaamtag NW 3 wordt gemarkeerd.
7 Druk MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de afval van de geselecteerde
luidsprekereenheid (filter) in te stellen.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
rechts drukt, wordt de afval als volgt geselecteerd:
Low LPF: 36 30 24 18 12 (dB/
oct.)
Mid HPF: 24 18 12 6Pass (0)
(dB/oct.)
Mid LPF: 24 18 12 6Pass (0)
(dB/oct.)
High HPF: 24 18 12 6 (dB/oct.)
8 Draai MULTI-CONTROL en selecteer
NW 4.
De functienaamtag NW 4 wordt gemarkeerd.
158
Nl
9 Druk op MULTI-CONTROL om de fase
van de geselecteerde luidsprekereenheid
(filter) te selecteren.
Telkens als u op MULTI-CONTROL drukt, schakelt de fase tussen Normal (normaal) en
Reverse (tegengesteld).
# U kunt de parameters voor de andere luidsprekereenheden (filters) op dezelfde manier aanpassen.
10 Druk op BAND/ESC om de stand netwerkaanpassing te annuleren.
Uitgangssignaal van de
subwoofer gebruiken
Dit toestel is voorzien van een uitgangssignaal
voor de subwoofer, dat u kunt in- of uitschakelen. Als er een subwoofer op dit toestel wordt
aangesloten, moet u het uitgangssignaal voor
de subwoofer inschakelen.
De fase van het uitgangsignaal van de subwoofer kan tussen normaal en tegengesteld
wisselen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
SW 1.
De functienaamtag SW 1 wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het uitgangssignaal voor de subwoofer in te schakelen.
Sub. W Normal zal op het display verschijnen.
De uitgang van de subwoofer staat nu aan.
# Als u het uitgangssignaal voor de subwoofer
uit wilt zetten, drukt u nog een keer op
MULTI-CONTROL.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts en selecteer de fase-instelling voor
het uitgangssignaal van de subwoofer.
Duw MULTI-CONTROL naar links om de tegengestelde fase te selecteren en
Sub. W Reverse verschijnt op het display.
Duw MULTI-CONTROL naar rechts om de nor-
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
male fase te selecteren en Sub. W Normal
verschijnt op het display.
Subwooferinstellingen aanpassen
Wanneer het uitgangssignaal voor de subwoofer is ingeschakeld, kunt u ook de afsnijfrequentie en het uitgangsniveau van de
subwoofer instellen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
SW 2.
De functienaamtag SW 2 wordt gemarkeerd.
# Als het uitgangssignaal voor de subwoofer is
ingeschakeld, kunt u SW 2 selecteren.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de afsnijfrequentie te selecteren.
Telkens wanneer MULTI-CONTROL naar links
of rechts wordt geduwd, wordt de volgende in
de reeks beschikbare afsnijfrequenties geselecteerd:
506380100125160200 (Hz)
Alleen frequenties beneden het geselecteerde
bereik zullen door de subwoofer worden weergegeven.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om het uitgangsniveau van de subwoofer aan te passen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag drukt, neemt het niveau van de subwoofer toe of af. Waarden tussen +6 24 zullen op het display verschijnen terwijl het
niveau wordt verhoogd of verlaagd.
# Als het uitgangssignaal voor de subwoofer is
ingeschakeld, kunt u SW 3 selecteren.
2 Druk MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de afval te selecteren.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
rechts drukt, wordt de afval als volgt geselecteerd:
18 12 6 (dB/oct.)
Opmerking
Als de afval van de subwoofer en het high pass
filter -12dB zijn en dezelfde drempelfrequentie
hebben, dan wordt de fase 180 graden omgekeerd bij de drempelfrequentie. In dit geval zorgt
het omkeren van de fase voor een betere geluidscontinuïteit.
High-passfilter gebruiken
Als u wilt dat er geen lage tonen uit het frequentiebereik van het uitgangssignaal van de
subwoofer uit de voor- of achterluidsprekers
komen, kunt u het HPF (high-passfilter) aanzetten. Alleen frequenties boven het geselecteerde bereik worden weergegeven via de voorof achterluidsprekers.
De afval van de demping van
het low pass filter aanpassen
Nederlands
Als het uitgangssignaal van de subwoofer is
ingesteld, kunt u de continuïteit van het geluid
tussen de luidsprekereenheden instellen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
SW 3.
De functienaamtag SW 3 wordt gemarkeerd.
Nl
159
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
De luidsprekereenheden
(filters) dempen
U kunt de voor- en achterluidsprekereenheden
(filters) apart dempen. Als luidsprekereenheden (filters) gedempt worden, hoort u geen geluid uit die luidsprekers.
! Als u de geselecteerde luidsprekereenheid
(filter) dempt, wordt MUTE weergegeven en
kunt u geen aanpassingen aanbrengen.
! Als een luidsprekereenheid (filter) gedempt
is, kunt u de parameters voor andere luidsprekereenheden (filters) wel aanpassen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
F-HPF 1 (of R-HPF 1).
De functienaamtag F-HPF 1 (of R-HPF 1) wordt
gemarkeerd.
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt om
de geselecteerde luidsprekereenheid (filter) te dempen.
MUTE wordt weergegeven.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om het
dempen te annuleren.
Het high-passfilter voor de
voorluidsprekers instellen
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
F-HPF 1.
De functienaamtag F-HPF 1 wordt gemarkeerd.
2 Druk MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de afval te selecteren.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
rechts drukt, wordt de afval als volgt geselecteerd:
12 6Pass (0) (dB/oct.)
# Als u de afval op 0 dB/oct. (Pass) instelt, gaat
het audiosignaal niet door het filter en dus heeft
het filter geen effect.
160
Nl
3 Draai MULTI-CONTROL en selecteer
F-HPF 2.
De functienaamtag F-HPF 2 wordt gemarkeerd.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de afsnijfrequentie te selecteren.
Telkens wanneer MULTI-CONTROL naar links
of rechts wordt geduwd, wordt de volgende in
de reeks beschikbare afsnijfrequenties geselecteerd:
506380100125160200 (Hz)
Alleen frequenties boven het geselecteerde bereik worden weergegeven via de voorluidsprekers.
5 Druk MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om het uitgangsniveau van de voorluidsprekers in te stellen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag drukt, neemt het niveau van de voorluidsprekers toe of af. ±0 24 wordt op het
display weergegeven terwijl het niveau wordt
verhoogd of verlaagd.
Het high-passfilter voor de
achterluidsprekers instellen
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
R-HPF 1.
De functienaamtag R-HPF 1 wordt gemarkeerd.
2 Druk MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de afval te selecteren.
Telkens als u MULTI-CONTROL naar links of
rechts drukt, wordt de afval als volgt geselecteerd:
12 6Pass (0) (dB/oct.)
# Als u de afval op 0 dB/oct. (Pass) instelt, gaat
het audiosignaal niet door het filter en dus heeft
het filter geen effect.
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
3 Draai MULTI-CONTROL en selecteer
R-HPF 2.
De functienaamtag R-HPF 2 wordt gemarkeerd.
4 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om de afsnijfrequentie te selecteren.
Telkens wanneer MULTI-CONTROL naar links
of rechts wordt geduwd, wordt de volgende in
de reeks beschikbare afsnijfrequenties geselecteerd:
506380100125160200 (Hz)
Alleen frequenties boven het geselecteerde bereik worden weergegeven via de achterluidsprekers.
5 Druk MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om het uitgangsniveau van de achterluidsprekers in te stellen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag drukt, neemt het niveau van de achterluidsprekers toe of af. ±0 24 wordt op het
display weergegeven terwijl het niveau wordt
verhoogd of verlaagd.
Auto-equalizer gebruiken
De auto-equalizer is de equalizercurve die
wordt gemaakt door auto TA en EQ (raadpleeg
Auto TA en EQ (automatische tijduitlijning en
instelling van de equalizer)
op bladzijde
164).
U kunt de auto-equalizer in- of uitschakelen.
# Please set Auto EQ verschijnt. Dit geeft aan
dat u de automatische equalizer niet in kunt
schakelen als auto TA en EQ niet zijn uitgevoerd.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de
auto-equalizer uit te schakelen.
Equalizercurven oproepen
Met de equalizer kunt u de geluidsweergave
naar wens aanpassen aan de akoestische eigenschappen van het interieur van uw auto.
Er zijn zeven opgeslagen equalizercurven die u
op elk moment kunt opvragen. Hier volgt een
lijst met de equalizercurven:
Display
Equalizercurve
POWERFUL
Krachtig
NATURAL
Natuurlijk
VOCAL
Vocaal
FLAT
Vlak
CUSTOM1
Aangepast 1
CUSTOM2
Aangepast 2
SUPER BASS
Superbass
! CUSTOM1 en CUSTOM2 zijn aangepaste
equalizercurven die u zelf maakt. Met een
grafische equalizer met 13-band kunt u
aanpassingen maken.
! Als FLAT is geselecteerd, wordt er geen
aanvulling of correctie op het geluid uitgevoerd. Het is handig het effect van de equalizercurven te controleren door te
schakelen tussen FLAT en een ingestelde
equalizercurve.
% Druk op EQ om de equalizer te kiezen.
Druk herhaaldelijk op EQ om tussen de volgende equalizers om te schakelen:
SUPER BASSPOWERFULNATURAL
VOCALFLATCUSTOM1CUSTOM2
Nl
Nederlands
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
AUTO-EQ.
De functienaamtag AUTO-EQ wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de autoequalizer in te schakelen.
Auto EQ ON zal op het display verschijnen.
161
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
Equalizercurven aanpassen
De in de fabriek voorgeprogrammeerde equalizercurven, met uitzondering van FLAT, kunnen
fijner worden ingesteld (nuance controle).
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
G.EQ 1.
De functienaamtag G.EQ 1 wordt gemarkeerd.
2 Druk MULTI-CONTROL naar links of
rechts om een equalizercurve te selecteren.
3 Druk MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de equalizercurve te selecteren.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag drukt, zal de equalizercurve vergroot
of verkleind worden.
Een waarde tussen +6 5 (of 6) zal op het
display verschijnen terwijl de equalizercurve
wordt verhoogd of verlaagd.
# Het daadwerkelijke instelbereik hangt af van
welke equalizercurve u heeft gekozen.
# De equalizercurve met alle frequenties ingesteld op 0 kan niet worden ingesteld.
De grafische equalizer met
13-band aanpassen
Voor de equalizercurven CUSTOM1 en
CUSTOM2 kunt u het niveau van elke band
aanpassen.
! Voor elke bron kan een aparte CUSTOM1curve worden gemaakt. (De ingebouwde
CD-speler en een eventuele multi-CD-speler
zullen automatisch op dezelfde instelling
voor de equalizercurve worden ingesteld.)
Als u aanpassingen uitvoert als er een andere curve dan CUSTOM2 is geselecteerd,
dan worden de instellingen van de equalizercurve opgeslagen in CUSTOM1.
! Een CUSTOM2-curve kan algemeen voor
alle signaalbronnen worden ingesteld. Als
162
Nl
u aanpassingen uitvoert terwijl de
CUSTOM2-curve is geselecteerd, dan
wordt de CUSTOM2-curve bijgewerkt.
1 Roep de equalizercurve die u wilt aanpassen op.
Zie Equalizercurven oproepen op de vorige
bladzijde.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
G.EQ 2.
De functienaamtag G.EQ 2 wordt gemarkeerd.
3 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts en selecteer de frequentieband van
de equalizer die u wilt aanpassen.
Telkens wanneer MULTI-CONTROL naar links
of rechts wordt geduwd, wordt de volgende in
de reeks beschikbare frequentiebanden geselecteerd:
50801252003155008001.25k
2k3.15k5k8k12.5k (Hz)
4 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om het niveau van de frequentieband
van de equalizer aan te passen.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog- of
omlaagduwt, wordt het niveau van de frequentieband van de equalizer hoger of lager.
Waarden tussen +6 6 zullen op het display
verschijnen terwijl het niveau wordt verhoogd
of verlaagd.
# U kunt vervolgens een andere frequentieband
kiezen om het niveau daarvan aan te passen.
5 Druk op BAND/ESC en annuleer de
stand voor de grafische equalizer met 13band.
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
BBE-geluid gebruiken
Met BBE kan een weergave, die sterk op het
originele geluid lijkt worden verkregen door
correctie met een combinatie van fasencompensatie en een hoogbereikversterking voor de
vertraging van hoogbereikonderdelen en de
amplitudeafwijking die zich tijdens de weergave voordoet. Met deze functie kunt u het dynamische geluidsveld weergeven alsof u naar
een liveoptreden luistert.
Met de BBE geluidsweergave technologie
kunt u het BBE niveau instellen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
BBE.
De functienaamtag BBE wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om BBE in te
schakelen.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de
BBE-functie uit te schakelen.
3 Druk MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om het niveau van de BBE te selecteren.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag drukt, neemt het niveau van de BBE
toe of af.
Waarden tussen +4 4 zullen op het display
verschijnen terwijl het niveau wordt verhoogd
of verlaagd.
Opmerking
Gefabriceerd onder licentie van BBE Sound, Inc.
Het BBE merkteken is een handelsmerk van BBE
Sound Inc.
Geluidssterktefunctie
aanpassen
De geluidssterktefunctie compenseert tekortkomingen in de weergave van de hoge en de
lage tonen bij lage volume-instellingen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
LOUD.
De functienaamtag LOUD wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de geluidssterktefunctie in te schakelen.
Loudness ON zal op het display verschijnen.
# Als u de geluidssterktefunctie uit wilt zetten,
drukt u nog een keer op MULTI-CONTROL.
Gebruiken van de
automatische
volumecompensatie
Tijdens het rijden wijzigt het geluid in de auto
aan de hand van de rijsnelheid en de toestand
van de weg. De automatische volumecompensatie (ASL) controleert deze variërende geluiden en verhoogt automatisch het volume als
het geluid toeneemt. De gevoeligheid (variatie
in volume ten opzichte van het geluidsniveau)
van de ASL kan op vijf verschillende niveaus
worden ingesteld.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
ASL.
De functienaamtag ASL wordt gemarkeerd.
# Druk nog een keer op MULTI-CONTROL om
de ASL-functie uit te schakelen.
Nl
Nederlands
2 Druk op MULTI-CONTROL om de ASLfunctie in te schakelen.
Het niveau van de ASL (bijv. Mid-Low) zal op
het display verschijnen.
163
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
3 Druk MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om het gewenste ASL-niveau te selecteren.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag drukt, wordt het ASL-niveau als volgt
geselecteerd:
Low (laag)Mid-Low (midden-laag)Mid
(midden)Mid-High (midden-hoog)High
(hoog)
Opmerking
Als de ASL-functie wordt ingeschakeld en verlaten, verschijnt ASL op het display van elke
signaalbron.
Niveau van de signaalbron
aanpassen
Met SLA (Source Level Adjustment) kunt u het
volumeniveau van de diverse signaalbronnen
apart instellen om te voorkomen dat het volume plotseling verandert wanneer u naar een
andere signaalbron overschakelt.
! De instellingen zijn gebaseerd op het volumeniveau van de FM-tuner, dat dus onveranderd zal blijven.
1 Vergelijk het volumeniveau van de FMtuner met dat van de signaalbron die u
wilt aanpassen.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
SLA.
De functienaamtag SLA wordt gemarkeerd.
# Wanneer u de FM-tuner als signaalbron gebruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om het volume van de signaalbron
aan te passen.
Telkens wanneer MULTI-CONTROL omhoog of
omlaag wordt geduwd, wordt het volume van
de signaalbron verhoogd of verlaagd.
+4 4 verschijnt op het display terwijl het volume van de signaalbron wordt verhoogd of
verlaagd.
Opmerkingen
! Het volumeniveau van de MW/LW-tuner als
signaalbron kan echter wel worden aangepast.
! De ingebouwde CD-speler en een eventuele
multi-CD-speler zullen automatisch op dezelfde instelling voor het volumeniveau worden ingesteld.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 zullen automatisch op dezelfde instelling voor het volumeniveau worden ingesteld.
Auto TA en EQ (automatische
tijduitlijning en instelling
van de equalizer)
De automatische tijduitlijning wordt automatisch afgesteld voor de afstand tussen elke
luidspreker en de luisterpositie.
De auto-equalizer meet automatisch de akoestische kenmerken in de auto en maakt dan
een curve voor de auto-equalizer aan op basis
van die informatie.
WAARSCHUWING
Voer een auto TA en EQ nooit uit tijdens het rijden
om ongelukken te voorkomen. Als deze functie de
akoestische eigenschappen van het interieur
meet, om automatisch een equalizercurve te
maken, kunt u een luide meettoon (geluid) uit de
luidsprekers oren.
164
Nl
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
WAARSCHUWING
! Als u een atuo TA en EQ onder de volgende
omstandigheden uitvoert, kunnen de luidsprekers beschadigd raken. Controleer de omstandigheden zorgvuldig voordat u auto TA en EQ
uitvoert.
Als de luidsprekers onjuist zijn aangesloten. (Als een achterluidspreker bijvoorbeeld op een subwooferuitgang is
aangesloten.)
Als een luidspreker is aangesloten op een
versterker met een hoger uitgangssignaal
dan de maximaal toegestane ingangscapaciteit van de luidspreker.
! Als de microfoon in een ongeschikte positie is
geplaatst, kan de meettoon luid worden en
kan het meten lang duren, waardoor de accu
leeg kan lopen. Zorg dat de microfoon in de
aangewezen locatie is geplaatst.
Voordat u de functie auto TA en
EQ gebruikt
Nl
Nederlands
! Voer de auto TA en EQ op een zo rustig mogelijke plaats uit, met de motor en airconditioning uitgeschakeld. Onderbreek ook de
voeding naar autotelefoons en mobiele telefoons in de auto of verwijder ze uit de
auto voordat u een automatische TA en EQ
uitvoert. Andere geluiden dan de meettoon
(geluid uit de omgeving, motorgeluid, bellende telefoons, etc.) kunnen een juiste meting van de akoestische eigenschappen van
de auto voorkomen.
! Zorg dat u de automatische TA en EQ uitvoert met de meegeleverde microfoon. Als
u een andere microfoon gebruikt, kan een
meting misschien niet lukken of krijgt u
een onjuiste meting van de akoetische eigenschappen van het interieur van de auto.
! Als de voorste luidspreker niet is aangesloten, kan de auto TA en EQ niet worden uitgevoerd.
! Als u de voorste luidsprekereenheden
dempt, kan de automatische TA en EQ niet
worden uitgevoerd. (Raadpleeg bladzijde
160.)
! Als dit toestel is aangesloten op een versterker met niveauregeling van de ingangssignalen, kan de automatische TA en EQ
misschien niet mogelijk zijn als u het ingangsniveau van de versterker verlaagt.
Stel het ingangsniveau van de versterker in
op de standaardstand.
! Als dit toestel is aangesloten op een versterker met een LPF, zet dan de LPF op de
versterker uit voordat u een automatische
TA en EQ uitvoert. Daarnaast moet de
drempelfrequentie voor een ingebouwd
LPF van een actieve subwoofer worden ingesteld op de hoogste frequentie.
! De waarde van de tijduitlijning die door de
automatische TA en EQ is berekend, kan in
de volgende omstandigheden afwijken van
de werkelijke afstand. De afstand die door
de computer is berekend, is de optimale
vertraging voor nauwkeurige resultaten
naar de omstandigheden, dus blijf deze
waarde gebruiken.
Als het weerkaatste geluid binnen een
voertuig sterk is en er zich een vertraging voordoet.
Als er zich vertragingen voor lage geluiden voordoen door de invloed van het
LPF op actieve subwoofers of externe
versterkers.
! Auto TA en EQ wijzigt de audio-instellingen
als volgt:
De instellingen van de fader/balans
gaan opnieuw in de middelste stand.
(Raadpleeg bladzijde 154.)
De curve van de grafische equalizer
gaat naar FLAT. (Raadpleeg bladzijde
161.)
165
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
Als er een subwoofer op het toestel is
aangesloten, wordt deze automatisch afgesteld op het uitgangssignaal van de
subwoofer en de instelling van het highpassfilter van de achterluidspreker.
! Als u auto TA en EQ uitvoert terwijl er al
een eerdere instelling voor is ingesteld,
wordt deze instelling vervangen.
Auto TA en EQ uitvoeren
1 Zet de auto stil op een zo rustig mogelijke plek, sluit alle portieren, ramen en het
schuifdak en zet daarna de motor uit.
Als de motor blijft draaien, kan het geluid van
de motor een correcte auto TA en EQ verhinderen.
2 Bevestig de meegeleverde microfoon in
het midden van de hoofdsteun van de bestuurdersstoel met de band (apart leverbaar) en zorg dat deze omlaag wijst.
De automatische TA en EQ is afhankelijk van
de plaats van de microfoon. Indien gewenst
kunt u de microfoon op de voorste passagiersstoel zetten voor de automatische TA en EQ.
4 Selecteer de positie voor de stoel waarop de microfoon wordt bevestigd.
Raadpleeg Positiekeuze gebruiken op bladzijde
153.
# Als er geen positie wordt geselecteerd voordat
u auto TA en EQ start, wordt Front Left automatisch geselecteerd.
5 Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
6 Druk op EQ en houd deze toets ingedrukt om de meetstand voor de auto TA en
EQ in te voeren.
Het voorpaneel wordt automatisch geopend.
7 Doe de microfoon in de microfoonstekker op het toestel.
8 Druk op MULTI-CONTROL om de automatische TA en EQ te starten.
9 Verlaat de auto en sluit het portier binnen 10 seconden nadat het aftellen vanaf
10 is begonnen.
De meettoon (geluid) klinkt door de luidsprekers en de automatische TA en EQ begint.
3 Zet de contactschakelaar op ON of ACC.
Zet de airconditioning of verwarming uit als
deze zijn ingeschakeld. Geluid van de ventilator in de airconditioning of verwarming kan
een juiste automatische TA en EQ voorkomen.
# Druk op SOURCE om de signaalbron uit te
schakelen als het toestel is uitgeschakeld.
166
Nl
# Als alle luidsprekers zijn aangesloten, wordt
de automatische TA en EQ in ongeveer zes minuten uitgevoerd.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de automatische TA en EQ te stoppen.
# Als u de automatische TA en EQ halverwege
wilt onderbreken, drukt u op BAND/ESC.
10 Als auto TA en EQ is voltooid, wordt
Complete weergegeven.
Als een correcte meting van de akoestische
kenmerken in de auto niet mogelijk is, ver-
Hoofdstuk
12
Audio-instellingen
schijnt er een foutmelding. (Raadpleeg Foutmeldingen in auto TA en EQ begrijpen op bladzijde 177.)
11 Druk op BAND/ESC om de stand automatische TA en EQ te annuleren.
12 Berg de microfoon voorzichtig op in
het dashboardkastje.
Berg de microfoon zorgvuldig op in het dashboardkastje of een andere veilige plek. Als de
microfoon langere tijd wordt blootgesteld aan
direct zonlicht, kunnen de hoge temperaturen
vervorming, verkleuring of storingen veroorzaken.
Nederlands
Nl
167
Hoofdstuk
13
Begininstellingen
Begininstellingen aanpassen
1
2
Via de begininstellingen kunt u diverse eigenschappen van dit toestel van tevoren aanpassen.
1 Functienaamtag
Deze toont de functie die gemarkeerd en geselecteerd is.
2 Functiedisplay
Hierop is de status van de ingestelde functie
af te lezen.
1 Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
2 Houd MULTI-CONTROL ingedrukt tot de
klok op het display verschijnt.
3 Draai aan MULTI-CONTROL om één van
de begininstellingen te selecteren.
Draai MULTI-CONTROL naar rechts om de
functies in de onderstaande volgorde te doorlopen:
CLOCK (klok)AUX (externe aansluiting)
DIM (dimmer)BRIGHT (helderheid)
D.ATT (digitale demping)MUTE (tijdelijk
uitschakelen van de weergave voor de telefoon/dempen)FM (FM-afstemstap)A-PI
(automatische PI zoekfunctie)WARN (waarschuwingstoon)TEL 1 (handsfree telefoneren)TEL 2 (stand-by van telefoon)DEMO
(functiedemo)REV (functie tegengesteld)
SCROLL (ever scroll)AUTO OPEN (flap
automatisch open)
168
Nl
# U kunt de functies ook in de omgekeerde volgorde doorlopen door MULTI-CONTROL naar links
te draaien.
# Druk op BAND/ESC om de begininstellingen
te annuleren.
Klok instellen
Gebruik deze instructies om de klok in te stellen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
CLOCK.
De functienaamtag CLOCK wordt gemarkeerd.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts en selecteer het segment van het
klokdisplay dat u wilt instellen.
Door MULTI-CONTROL naar links of rechts te
duwen, selecteert u een bepaald segment van
het klokdisplay:
UurMinuut
Tijdens het selecteren van de segment van het
klokdisplay ziet u het momenteel geselecteerde segment oplichten.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag om de klok in te stellen.
Als u MULTI-CONTROL omhoogduwt, neemt
het geselecteerde uur of de geselecteerde minuut toe. Als u MULTI-CONTROL omlaagduwt, neemt het geselecteerde uur of de
geselecteerde minuut af.
Opmerking
U kunt de klok met een tijdsignaal gelijkzetten
door op MULTI-CONTROL te drukken.
Hoofdstuk
13
Begininstellingen
! Als minuten op 0029 staat, wordt dit naar
beneden afgerond. (bijv., 10:18 wordt 10:00.)
! Als minuten op 3059 staat, wordt dit naar
boven afgerond. (bijv., 10:36 wordt 11:00.)
Aanpassen van de helderheid
Externe aansluiting in-/
uitschakelen
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
BRIGHT.
De functienaamtag BRIGHT wordt gemarkeerd.
U kunt externe apparatuur met dit toestel gebruiken. Activeer de externe aansluiting als u
externe apparatuur die op dit toestel is aangesloten gebruikt.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
AUX.
De functienaamtag AUX wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de AUXfunctie in te schakelen.
AUX :ON zal op het display verschijnen.
# Druk nog een keer op MULTI-CONTROL om
de AUX-functie uit te schakelen.
Door de helderheid van het display te regelen
kunt u het display gemakkelijker afleesbaar
maken wanneer de lichtomstandigheden veranderen.
2 Duw MULTI-CONTROL naar links of
rechts om het helderheidsniveau in te stellen.
Telkens wanneer MULTI-CONTROL naar links
of rechts wordt geduwd, neemt het helderheidsniveau toe of af. 0 31 verschijnt op het
display terwijl het niveau wordt verhoogd of
verlaagd.
Verstoord geluid corrigeren
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
DIM.
De functienaamtag DIM wordt gemarkeerd.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
D.ATT.
De functienaamtag D.ATT wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de dimmer in te schakelen.
Dimmer :ON zal op het display verschijnen.
2 Druk op MULTI-CONTROL om het niveau van de digitale demping te selecteren.
Als u herhaaldelijk op MULTI-CONTROL drukt,
kunt u schakelen tussen High (hoog) en Low
(laag) en dat wordt vervolgens op het display
aangegeven.
Aan/uit zetten van de dimmer
# Druk nog een keer op MULTI-CONTROL om
de dimmer uit te schakelen.
Nl
Nederlands
Om te voorkomen dat het display s nachts te
licht wordt, zal het display automatisch worden gedimd wanneer u de koplampen van de
auto aan zet. U kunt de dimmer aan- of uitzetten.
Als u naar een CD of andere signaalbron luistert waarvan het opnameniveau hoog is, kan
het instellen van het niveau van de equalizercurve op hoog leiden tot vervorming. U kunt
de digitale demping op laag instellen om vervorming te voorkomen.
! De geluidskwaliteit is beter bij de hoge instelling zodat meestal die instelling zal worden gebruikt.
169
Hoofdstuk
13
Begininstellingen
Tijdelijke uitschakeling/
demping van het geluid
inschakelen
De weergave van dit toestel zal automatisch
worden uitgeschakeld of gedempt wanneer u
belt of gebeld wordt via een op het toestel aangesloten mobiele telefoon.
! Als de instelling voor handsfree bellen
Hands-Free :OFF is, kunt u deze functie gebruiken.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
MUTE.
De functienaamtag MUTE wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL en selecteer
de gewenste instelling.
Druk herhaaldelijk op MULTI-CONTROL om te
schakelen tussen de volgende instellingen:
! 10dB ATT Demping
! 20dB ATT Demping (20dB ATT heeft
meer effect dan 10dB ATT)
! TEL mute Uitschakeling
FM-afstemstap instellen
Normaal gesproken wordt er een FM-afstemstap van 50 kHz gebruikt bij het automatisch
afstemmen. Als AF of TA is ingeschakeld, wijzigt de afstemstap automatisch naar 100 kHz.
Het kan beter zijn de afstemstap in te stellen
op 50 kHz als AF is ingeschakeld.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
FM.
De functienaamtag FM wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de FM-afstemstap te selecteren.
Als u enkele malen op MULTI-CONTROL
drukt, verandert de FM-afstemstap tussen 50
kHz en 100 kHz als AF of TA aan staat. De ge-
170
Nl
selecteerde FM-afstemstap verschijnt op het
display.
Opmerking
Bij handmatig afstemmen zal de afstemstap op
50 kHz blijven staan.
Aan/uit zetten van de
automatische PI-zoekfunctie
Het toestel kan automatisch zoeken naar een
andere zender met hetzelfde programma, zelfs
wanneer er is afgestemd op een voorkeuzezender.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
A-PI.
De functienaamtag A-PI wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de automatische PI-zoekfunctie in te schakelen.
Auto PI :ON zal op het display verschijnen.
# Druk nog een keer op MULTI-CONTROL om
de automatische PI-zoekfunctie uit te
schakelen.
Waarschuwingstoon in-/
uitschakelen
Als het voorpaneel niet binnen vijf seconden
na het uitschakelen van het contact van het
hoofdtoestel is verwijderd, zal er een waarschuwingstoon klinken. U kunt deze waarschuwingstoon uitschakelen.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
WARN.
De functienaamtag WARN wordt gemarkeerd.
Hoofdstuk
13
Begininstellingen
2 Druk op MULTI-CONTROL om de waarschuwingstoon in te schakelen.
Warning tone :ON zal op het display verschijnen.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de telefoon stand-by te zetten.
TEL-Standby :ON zal op het display verschijnen.
Handsfree telefoneren aanof uitzetten
De functiedemo gebruiken
# Druk nog een keer op MULTI-CONTROL om
de waarschuwingstoon uit te schakelen.
U kunt het handsfree bellen aan- of uitzetten,
in overeenstemming met de aansluiting van
de mobiele telefoon die u gebruikt. Als u de
eenheid voor handsfree bellen (apart leverbaar) gebruikt, selecteert u Hands-Free :ON.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
TEL 1.
De functienaamtag TEL 1 wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om handsfree
telefoneren in te schakelen.
Hands-Free :ON zal op het display verschijnen.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om het
handsfree telefoneren uit te schakelen.
Aan/uit zetten van Telefoon
standby
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de
stand-by van de telefoon uit te schakelen.
De functiedemo start automatisch als de voeding naar dit toestel is uitgeschakeld terwijl
het contactslot op ACC of ON staat.
U kunt de functiedemo aan- of uitzetten.
Belangrijk
De rode draad (ACC) van dit toestel moet worden
aangesloten op een aansluiting die beschikt over
een koppeling voor het in- en uitschakelen van
het contact. Als dit niet het geval is, loopt u het risico dat de accu leeg raakt.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
DEMO.
De functienaamtag DEMO wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de functiedemo aan te zetten.
Demonstration :ON zal op het display verschijnen.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de
functiedemo uit te schakelen.
Nederlands
Als u het toestel voor handsfree telefoneren
wilt gebruiken zonder dat andere signaalbronnen van dit toestel worden weergegeven, activeert u de functie Telefoon standby.
! Als de instelling voor handsfree bellen
Hands-Free :ON is, kunt u deze functie gebruiken.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
TEL 2.
De functienaamtag TEL 2 wordt gemarkeerd.
Nl
171
Hoofdstuk
13
Begininstellingen
De functie tegengesteld
gebruiken
De flap automatisch
openen inschakelen
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
handeling uitvoert, worden de meldingen op
het display in tegengestelde richting weergegeven, waarbij elke 10 seconden een andere
melding wordt getoond.
U kunt de functie tegengesteld aan- of uitzetten.
! Bij sommige entertainmentdisplays werkt
de functie tegengesteld niet.
Om tegen diefstal te beschermen opent het
voorpaneel automatisch en kunt u het eenvoudig loshalen. Flap automatisch open is standaard.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
REV.
De functienaamtag REV wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de functie
tegengesteld in te schakelen.
Reverse mode :ON zal op het display verschijnen.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de
functie tegengesteld uit te schakelen.
Ever Scroll inschakelen
Als Ever Scroll wordt ingesteld op ON, dan
blijft de tekstinformatie over de CD continu
door het display schuiven. Stel in op OFF als u
wilt dat de informatie maar een keer door het
display schuift.
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
SCROLL.
De functienaamtag SCROLL wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om Ever
Scroll aan te zetten.
Ever-scroll :ON zal op het display verschijnen.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om Ever
Scroll uit te zetten.
172
Nl
1 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
AUTO OPEN.
De functienaamtag AUTO OPEN wordt gemarkeerd.
2 Druk op MULTI-CONTROL om de flap
automatisch openen in te schakelen.
Face auto open :ON zal op het display verschijnen.
# Druk opnieuw op MULTI-CONTROL om de
flap automatisch openen uit te schakelen.
Hoofdstuk
14
Overige functies
AUX-signaalbron gebruiken
Met een IP-BUS-RCA-adapter zoals de CDRB20/CD-RB10 (los verkrijgbaar) kunt u dit
toestel aansluiten op externe apparatuur met
RCA-uitgang. Zie voor meer informatie de gebruikershandleiding van de IP-BUS-RCA-adapter.
AUX als signaalbron selecteren
% Druk op SOURCE en kies AUX als signaalbron.
Druk op SOURCE tot AUX op het display verschijnt.
# Als de externe aansluiting niet is ingeschakeld, kan AUX niet worden geselecteerd. Raadpleeg Externe aansluiting in-/uitschakelen op
bladzijde 169 voor meer informatie.
AUX-titel instellen
De naam die op het display verschijnt voor de
AUX signaalbron kan worden veranderd.
1 Nadat u AUX als signaalbron heeft geselecteerd, gebruikt u MULTI-CONTROL om
FUNCTION te selecteren en TITLE INPUT
weer te geven.
...X Y Z, cijfers en symbolen in 1 2 3 ... @ # <
volgorde. Telkens als u MULTI-CONTROL omlaagduwt, verschijnt er een letter in de omgekeerde volgorde, zoals Z Y X ... C B A.
4 Duw MULTI-CONTROL naar rechts om
de cursor naar de volgende tekenpositie te
verplaatsen.
Wanneer de gewenste letter op het display verschijnt, moet u MULTI-CONTROL naar rechts
duwen om de cursor naar de volgende positie
te verplaatsen waarna u de volgende letter
kunt selecteren. Duw MULTI-CONTROL naar
links om terug in het display te bladeren.
5 Verplaats de cursor naar de laatste tekenpositie door MULTI-CONTROL naar
rechts te duwen nadat u de titel heeft ingevoerd.
Als u MULTI-CONTROL nog een keer naar
rechts duwt, zal de ingevoerde titel worden opgeslagen in het geheugen.
6 Druk op BAND/ESC om terug te keren
naar het weergavedisplay.
2 Druk op toets 1 om de gewenste tekenset te kiezen.
Druk herhaaldelijk op toets 1 om te schakelen
tussen de volgende tekensets:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolenAlfabet (kleine letters)Europese letters, zoals
letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)
Nederlands
# U kunt direct cijfers en symbolen invoeren
door op toets 2 te drukken.
3 Duw MULTI-CONTROL omhoog of omlaag en selecteer een letter van het alfabet.
Telkens als u MULTI-CONTROL omhoogduwt,
verschijnt er een letter van het alfabet in A B C
Nl
173
Hoofdstuk
14
Overige functies
Functies voor het tijdelijk
uitschakelen/dempen van
de weergave voor de
telefoon en handsfree
telefoneren gebruiken
Functie voor het tijdelijk
uitschakelen/dempen van de
weergave voor de telefoon
De weergave van dit toestel zal automatisch
worden uitgeschakeld of gedempt wanneer u
belt of gebeld wordt via een op het toestel aangesloten mobiele telefoon. Als
Hands-Free :OFF in de instelling voor handsfree bellen is geselecteerd in de begininstellingen, wordt de instelling voor het tijdelijk
uitschakelen van de telefoon/dempen geactiveerd. (Raadpleeg bladzijde 171.)
! Het geluid wordt uitgeschakeld en MUTE
verschijnt op het display. Het geluid kan
niet worden aangepast.
! Het geluid wordt gedempt en ATT verschijnt op het display. Het geluid, behalve
de volumeregeling, kan niet worden aangepast.
! De bediening keert weer terug naar normaal wanneer het telefoongesprek is afgelopen.
Functie voor handsfree bellen
Als er een telefoontje wordt ontvangen of gemaakt met een handsfree telefooneenheid,
wordt het geluid van dit systeem automatisch
gedempt en hoort u de stem van de persoon
waarmee u belt door de luidsprekers. Als
Hands-Free :ON is geselecteerd in de begininstellingen, wordt de instelling voor handsfree
bellen geactiveerd. (Raadpleeg bladzijde 171.)
! Wanneer u belt of gebeld wordt, kunt u de
signaalbron niet wijzigen.
174
Nl
! Wanneer u belt of gebeld wordt, kunt u
slechts twee instellingen (volume en fader/
balans) aanpassen.
! De bediening keert weer terug naar normaal wanneer het telefoongesprek is afgelopen.
! U kunt Telefoon stand-by selecteren als signaalbron als bij de begininstellingen
TEL-Standby :ON is geselecteerd als instelling voor handsfree telefoneren. (Raadpleeg
bladzijde 171.)
Gebruiken van verschillende
amusementsdisplays
U kunt diverse amusementsdisplays laten spelen terwijl u naar de verschillende signaalbronnen luistert.
1 Druk op MULTI-CONTROL om het
hoofdmenu weer te geven.
FUNCTION, AUDIO en ENTERTAINMENT verschijnen op het display.
2 Gebruik MULTI-CONTROL en selecteer
ENTERTAINMENT.
Draai aan de knop om de menu-optie te wijzigen; druk op de knop om te selecteren.
Het huidige amusementsdisplay verschijnt op
het display.
3 Draai MULTI-CONTROL om het display
te veranderen.
Draai MULTI-CONTROL met de klok mee om
in de volgende volgorde tussen de displays te
schakelen:
BGV 1 (achtergrondweergave 1)BGV 2 (achtergrondweergave 2)BGV 3 (achtergrondweergave 3)BGV 4 (achtergrondweergave 4)
BGP 1 (achtergrondbeeld 1)BGP 2 (achtergrondbeeld 2)BGP 3 (achtergrondbeeld 3)
BGP 4 (achtergrondbeeld 4)BGP 5 (achtergrondbeeld 5)S/A 1 (spectrumanalyzer 1)
Hoofdstuk
14
Overige functies
S/A 2 (spectrumanalyzer 2)LEVEL 1 (niveaumeter 1)LEVEL 2 (niveaumeter 2)
E.CLK (amusementsklok)OFF (amusementsdisplay UIT)MOVIE 1 (film 1)
MOVIE 2 (film 2)
# U kunt ook in de omgekeerde volgorde tussen
de displays schakelen door MULTI-CONTROL
tegen de klok in te draaien.
# Druk op BAND/ESC om de stand amusementsdisplay te annuleren.
Amusementsweergaven
herschrijven
U kunt het amusementsdisplay herschrijven.
Maak of download de data met behulp van uw
computer en neem het op CD-R op. Ga voor
meer informatie naar http://www.pioneer.co.jp/
car/pclink3a/.
Belangrijk
4 Druk op MULTI-CONTROL om het huidige display te selecteren.
Het geselecteerde amusementsdisplay wordt
weergegeven.
Als het herschrijvingproces is gestart, mag u het
voorpaneel niet verwijderen of het contact uitzetten voordat het voltooid is.
PGM-knop gebruiken
2 Druk op EQ en DISPLAY en houd deze
ingedrukt totdat het toestel in de downloadfunctie gaat.
Het voorpaneel wordt automatisch geopend
en vervolgens worden Download en
Insert disc weergegeven.
U kunt de vooraf geprogrammeerde functies
voor elke signaalbron bedienen met PGM.
% Druk op PGM om pauze in te schakelen
als u de volgende signaalbronnen selecteert:
! Ingebouwde CD-speler
! DVD-speler/multi-DVD-speler
! Multi-CD-speler
# Druk opnieuw op PGM als u pauze wilt uitschakelen.
% Druk op PGM en houd de toets ingedrukt om BSM in te schakelen als u Tuner
als signaalbron selecteert.
Houd PGM ingedrukt tot de BSM aan gaat.
# Druk opnieuw op PGM om het opslaan te annuleren.
1 Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
# Als een disc in het toestel is geladen, wordt
deze automatisch uitgeworpen.
# Als het voorpaneel open is, ga dan niet naar
de downloadfunctie, zelfs niet als u EQ en
DISPLAY ingedrukt houdt.
3 Steek de CD met de herschreven data
in de CD-laadsleuf.
Download Ready verschijnt in het display.
Daarna start het herschrijven automatisch. Tijdens het herschrijven wordt Now loading
weergegeven.
CD-laadsleuf
Nederlands
% Druk op PGM en houd de toets ingedrukt om BSSM in te schakelen als u TV als
signaalbron selecteert.
Houd PGM ingedrukt tot de BSSM aan gaat.
# Druk opnieuw op PGM om het opslaan te
annuleren.
Nl
175
Hoofdstuk
14
Overige functies
4 Nadat Finished wordt weergegeven,
kunt u door op EJECT te drukken de disc uit
laten werpen.
De downloadfunctie wordt afgesloten en het
toestel wordt uitgeschakeld.
Opmerkingen
! Plaats geen andere dingen dan een CD in de
CD-laadsleuf.
! Deze handeling kan enkele minuten duren.
! Tijdens het downloaden werken de toetsen
niet, met uitzondering van EJECT.
! Druk op EJECT om de downloadfunctie te annuleren.
! Als het herschrijfproces niet naar behoren
werkt, is het mogelijk dat er een foutmelding,
bijvoorbeeld CD ERROR, op het display verschijnt. Raadpleeg Foutmeldingen bij het herschrijven van amusementsdisplays begrijpen
op bladzijde 178.
176
Nl
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Uitleg van foutmeldingen
voor ingebouwde CDspeler
voorgestelde herstelmaatregel te achterhalen.
Probeer na de controle nog een keer.
Melding
Oorzaak
Als er zich tijdens het afspelen van de CD problemen voordoen, kan er een foutmelding op
het display verschijnen. Als er een foutmelding
op het display verschijnt, raadpleeg dan de onderstaande tabel om het probleem en de voorgestelde herstelmaatregel te achterhalen. Als
de storing niet kan worden verholpen, neem
dan contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Service Center van Pioneer.
Error check
MIC
De microfoon is Steek de meegeleniet aangesloten. verde microfoon
goed in de stekker.
Error check
front SP, Error
check FL SP,
Error check FR
SP, Error check
RL SP, Error
check RR SP,
Error check
SW
De microfoon
kan de meettoon
van een luidspreker niet waarnemen.
Error check
noise
Het geluid uit de ! Zet de auto stil
omgeving is te
op een zo rustig
hard.
mogelijke plaats
en zet de motor,
airconditioning of
verwarming uit.
! Plaats de microfoon op de juiste
manier.
Not available
De bedieningsDe functie automastand is ingesteld tische TA en EQ
op de NW-stand. werkt niet in de
NW-stand.
Melding
Oorzaak
Maatregel
ERROR-11, 12, Vuile disc
17, 30
Maak de disc
schoon.
ERROR-11, 12, Bekraste disc
17, 30
Vervang de disc.
ERROR-10, 11, Elektrisch of me- Zet het contact uit
12, 17, 30, A0 chanisch proen dan weer aan of
bleem
schakel over naar
een andere signaalbron en dan
weer terug naar de
CD-speler.
ERROR-22, 23
Er kunnen geen
CDs worden afgespeeld
Vervang de disc.
ERROR-44
Alle fragmenten
moeten worden
overgeslagen
Vervang de disc.
Maatregel
! Controleer of de
luidsprekers juist
zijn aangesloten.
! Annuleer het
dempen van de
voorste luidsprekereenheden.
! Corrigeer de instelling van het ingangsniveau van
de versterker die
op de luidsprekers
is aangesloten.
! Plaats de microfoon op de juiste
manier.
Foutmeldingen in auto TA
en EQ begrijpen
Nederlands
Als een juiste meting van de akoetische eigenschappen van de auto niet mogelijk is met automatische TA en EQ, kan er een foutmelding
op het display verschijnen. Als er een foutmelding op het display verschijnt, raadpleeg dan
de onderstaande tabel om het probleem en de
Nl
177
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Foutmeldingen bij het
herschrijven van
amusementsdisplays
begrijpen
Als er zich tijdens het herschrijven van de
amusementsdisplays problemen voordoen,
kan er een foutmelding op het display verschijnen. Als er een foutmelding op het display verschijnt, raadpleeg dan de onderstaande tabel
om het probleem en de voorgestelde herstelmaatregel te achterhalen. Als de storing niet
kan worden verholpen, neem dan contact op
met uw dealer of het dichtstbijzijnde Service
Center van Pioneer.
Melding
Oorzaak
Maatregel
CD ERROR
Storing CD-speler
Druk op EJECT en
controleer de CD.
CD ERROR A0
Elektrische storing
Schakel het contact IN en UIT.
Disc ERROR
De CD bevat niet Druk op EJECT en
de benodigde ge- vervang de CD.
gevens
Download
ERROR, Transmit ERROR
Schrijffout
Druk op EJECT en
probeer opnieuw te
herschrijven.
FILE ERROR
Foutmelding bestand
Herschrijf het bestand.
Zorg voor uw CD-speler
! Gebruik alleen CDs met een van de twee
Compact Disc Digital Audio-logos zoals
hieronder aangegeven.
178
Nl
! Gebruik alleen normale, ronde CDs. Abnormale, niet-ronde CDs kunnen vast komen
te zitten of niet naar behoren worden afgespeeld.
! Controleer alle CDs op barsten, krassen of
vervormingen voordat u ze afspeelt. CDs
met barsten, krassen of vervormingen, kunnen niet goed afspelen. Gebruik deze discs
daarom niet.
! Probeer het opname-oppervlak (waar niets
op gedrukt is) niet aan te raken wanneer u
de disc vasthoudt.
! Bewaar discs in hun eigen doosje wanneer
u ze niet gebruikt.
! Houd discs uit direct zonlicht en stel ze
niet bloot aan hoge temperaturen.
! Plak geen labels op discs, schrijf er niet op
en behandel het oppervlak niet met chemische middelen.
! Om een CD te reinigen veegt u de disc met
een zachte doek schoon vanaf de buitenste
rand naar het midden.
! Als de verwarming bij lage temperaturen
wordt gebruikt, kan er vocht op de onderdelen in de CD-speler ontstaan. Door condensvorming kan de CD-speler storingen
veroorzaken. Als u denkt dat u last van condensvorming heeft, zet u de CD-speler ongeveer een uur uit zodat hij kan drogen.
Veeg eventueel vochtige CDs af met een
zachte doek om het vocht te verwijderen.
! Schokken tijdens het rijden van de auto
kunnen de CD laten overslaan.
Aanhangsel
Aanvullende informatie
CD-R/CD-RW-discs
! MP3 staat voor MPEG Audio Layer 3 en verwijst naar een standaard voor audiocompressietechnologie.
! WMA staat voor Windows Media" Audio
en verwijst naar een audiocompressietechnologie die door Microsoft Corporation is
ontwikkeld. WMA-gegevens kunnen met de
Windows Media Player versie 7 of nieuwer
worden gecodeerd.
! WAV staat voor waveform. Het is een standaard audiobestandsformaat voor Windows®.
! Bij sommige toepassingen die worden gebruikt om WMA-bestanden te coderen kan
dit toestel minder goed werken.
! Bij sommige toepassingen die worden gebruikt om WMA-bestanden te coderen, worden CD-titels en andere tekstinformatie
soms niet goed weergegeven.
! Met dit toestel kunnen MP3/WMA/WAV-bestanden op CD-ROM-, CD-R- en CD-RWdiscs worden afgespeeld. Discopnamen
die compatibel zijn met niveau 1 en niveau
2 van ISO9660 met het bestandssysteem
Romeo and Joliet kunnen worden afgespeeld.
! U kunt discs afspelen waarop meerdere
sessies kunnen worden opgenomen.
! MP3/WMA/WAV-bestanden zijn niet compatibel met packet write data transfer.
! Er kunnen maximaal 64 tekens, inclusief de
extensie (.mp3 of .wma of .wav), voor een
bestandsnaam vanaf het eerste teken worden weergegeven.
! Van een mapnaam kunnen er maximaal 64
tekens worden weergegeven.
! Bij bestanden die met het bestandssysteem
Romeo zijn opgenomen, worden alleen de
eerste 64 tekens weergegeven.
Nl
Nederlands
! CD-R/CD-RW-discs kunnen alleen worden
afgespeeld als ze voltooid zijn.
! Mogelijk kunt u geen CD-R/CD-RW-discs
afspelen die zijn opgenomen op een CD-recorder voor muziek of een pc vanwege CDkarakteristieken, krassen of vuil op de disc
of vuil, condens enzovoort op de lens van
het toestel.
! Het afspelen van discs die op een computer zijn opgenomen, kan soms niet mogelijk
zijn. Dit is afhankelijk van de instellingen
en de omgeving van de toepassing. Neem
op in het juiste formaat. (Neem voor meer
informatie contact op met de fabrikant van
de toepassing.)
! Mogelijk kunt u geen CD-R/CD-RW-discs
afspelen, omdat deze zijn blootgesteld aan
direct zonlicht of hoge temperaturen, of
vanwege de omstandigheden waaronder
de discs in de auto zijn bewaard.
! Titels en andere tekstinformatie die zijn
vastgelegd op een CD-R/CD-RW-disc worden mogelijk niet door dit toestel weergegeven (in het geval van audiogegevens (CDDA)).
! Dit toestel is geschikt voor de functie voor
het overslaan van fragmenten op CD-R/CDRW-discs. De fragmenten waarop deze
functie betrekking heeft, worden automatisch overgeslagen (in het geval van audiogegevens (CD-DA)).
! Als u een CD-RW-disc in dit toestel doet,
zal het langer duren voor de weergave begint dan bij een conventionele CD of CD-R.
! Lees de voor de gebruikte CD-R/CD-RWdiscs geldende voorzorgen voor u ze gaat
gebruiken.
MP3-, WMA- en WAVbestanden
179
Aanhangsel
Aanvullende informatie
! Als u CDs met MP3/WMA/WAV-bestanden
en audiogegevens (CD-DA) zoals CDEXTRA en MIXED-MODE-CDs afspeelt,
kunnen beide types alleen afspelen door
tussen MP3/WMA/WAV en CD-DA over te
schakelen.
! De volgorde voor selectie van de mappen
voor het afspelen en andere handelingen is
de schrijfvolgorde die door de schrijfsoftware wordt gebruikt. Daarom kan de verwachte volgorde bij het afspelen afwijken
van de werkelijke afspeelvolgorde. Er bestaat echter ook schrijfsoftware waarmee
de afspeelvolgorde wel kan worden ingesteld.
Belangrijk
! Als u een MP3/WMA/WAV-bestand een naam
geeft, moet u de bijbehorende extensie (.mp3,
.wma of .wav) toevoegen.
! Dit toestel speelt bestanden met de extensie
van de bestandsnaam (.mp3, .wma of .wav) af
als een MP3/WMA/WAV-bestand. Om ruis en
storingen te voorkomen kunt u deze extensies
beter niet gebruiken voor andere bestanden
dan MP3/WMA/WAV.
Extra informatie over MP3
! De bestanden zijn compatibel met ID3 Tag
Ver. 1.0, 1.1, 2.2, 2.3 en 2.4 voor de weergave
van het album (disctitel), fragment (fragmenttitel), artiest (artiest fragment) en opmerkingen. Ver. 2.x of ID3 Tag heeft
prioriteit als zowel Ver. 1.x en Ver. 2.x bestaan.
! De versterker werkt alleen als er MP3-bestanden met frequenties van 32, 44,1 en 48
kHz worden afgespeeld. (Bemonsteringsfrequenties van 16, 22,05, 24, 32, 44,1, 48
kHz kunnen worden afgespeeld.)
! Er is geen compatibiliteit met m3u-speellijsten.
180
Nl
! Er is geen compatibiliteit met de formaten
MP3i (MP3 interactive) of mp3 PRO.
! De geluidskwaliteit van MP3-bestanden
wordt meestal beter bij een hogere bitsnelheid. Dit toestel kan opnamen met een bitsnelheid van 8 kbps tot 320 kbps afspelen,
maar voor een goede geluidskwaliteit,
raden wij u aan alleen CDs die met een bitsnelheid van tenminste 128 kbps zijn opgenomen te gebruiken.
Extra informatie over WMA
! Dit toestel speelt WMA-bestanden af die
met de Windows Media Player versie 7, 7.1,
8 en 9 zijn gecodeerd.
! U kunt alleen WMA-bestanden met frequenties van 32, 44,1 en 48 kHz afspelen.
! De geluidskwaliteit van WMA-bestanden
wordt meestal beter bij een hogere bitsnelheid. Dit toestel kan opnamen met een bitsnelheid van 48 kbps tot 320 kbps (CBR) of
van 48 kbps tot 384 kbps (VBR) afspelen,
maar voor een goede geluidskwaliteit,
raden wij u aan alleen CDs met een hogere
bitsnelheid te gebruiken.
! Dit toestel ondersteunt de volgende formaten niet.
Windows Media Audio 9 Professional
(5.1ch)
Windows Media Audio 9 Lossless
Windows Media Audio 9 Voice
Extra informatie over WAV
! Dit toestel speelt WAV-bestanden af die in
het formaat Lineair PCM (LPCM) of het formaat MS ADPCM zijn gecodeerd.
! U kunt alleen WAV-bestanden met de frequenties 16, 22,05, 24, 32, 44,1 en 48 kHz
(LPCM) of 22,05 en 44,1 kHz (MS ADPCM)
afspelen. De bemonsteringsfrequentie op
het display kan zijn afgerond.
Aanhangsel
Aanvullende informatie
! De geluidskwaliteit van WAV-bestanden
wordt meestal beter bij een hoger aantal
kwantisatiebits. Dit toestel kan opnamen
met 8 en 16 (LPCM) of 4 (MS ADPCM)
kwantisatiebits afspelen, maar voor een
goede geluidskwaliteit, raden wij u aan alleen CDs die met het hogere aantal kwantisatiebits zijn opgenomen te gebruiken.
Over mappen en MP3/WMA/
WAV-bestanden
! U ziet hieronder een overzicht van een CDROM met MP3/WMA/WAV-bestanden. De
submappen worden als mappen in de geselecteerde map weergegeven.
1
2
3
1 Eerste niveau
2 Tweede niveau
3 Derde niveau
! Dit toestel wijst mapnamen toe. De gebruiker
kan geen mapnummers toewijzen.
Nl
Nederlands
Opmerkingen
181
Aanhangsel
Aanvullende informatie
! U kunt geen mappen zonder MP3/WMA/WAVbestanden openen. (Deze mappen worden
overgeslagen zonder het mapnummer weer te
geven.)
! MP3/WMA/WAV-bestanden in maximaal 8
lagen mappen kunnen worden weergegeven.
Er zit echter een vertraging in het begin van
het afspelen van discs met talloze lagen. Daarom raden wij u aan geen discs met meer dan
2 lagen te maken.
! U kunt maximaal 99 mappen op een disc afspelen.
182
Nl
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Opnameblad afstellingswaarde DSP
Stand driewegnetwerk
Netwerkinstelling
Filter
Low LPF
Mid HPF
Mid LPF
High HPF
Drempelfrequentie
Niveau
Afval
Fase
Instelling tijduitlijning
Luidsprekereenheid
High L
High R
Mid L
Mid R
Low L
Low R
Afstand
Standaardstand
Netwerkinstelling
Filter
SW 1, SW 2, SW 3
F-HPF 1, F-HPF 2
R-HPF 1, R-HPF 2
Drempelfrequentie
Niveau
Afval
Fase
Instelling tijduitlijning
Luidsprekereenheid
Front L
Front R
Rear L
Rear R
Sub. W
Afstand
Equalizercurven
CUSTOM2-curve
50
80
125
200
315
500
800
1.25k
2k
3.15k
5k
8k
12.5k
Niveau
Nl
Nederlands
Frequentie
183
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Begrippen
Aantal kwantisatiebits
Het aantal kwantisatiebits is een factor in de
algemene geluidskwaliteit; hoe hoger de bitdiepte, hoe beter de geluidskwaliteit. Een toename in bitdiepte betekent echter ook een
toename in de hoeveelheid gegevens en daarmee in de benodigde ruimte voor opslag.
Bitsnelheid
Dit staat voor datavolume per seconde of bpseenheden (bits per seconde). Hoe hoger het
getal, hoe meer informatie er is voor het reproduceren van het geluid. Bij dezelfde codeermethode (zoals MP3) geldt: Hoe hoger het
getal, hoe beter het geluid.
ID3-tag
Dit is een methode voor het opslaan van informatie over het fragment in een MP3-bestand.
Deze opgeslagen informatie kan bijvoorbeeld
de fragmenttitel, de naam van de artiest, de albumtitel, het muziekgenre, het productiejaar,
opmerkingen en andere gegevens zijn. De inhoud kan worden bewerkt met software met
bewerkingsfuncties voor ID3 Tag. Hoewel de
tags beperkt worden tot het aantal tekens, kan
de informatie worden bekeken als het fragment wordt afgespeeld.
ISO9660-formaat
Dit is de internationale standaard voor de formaatlogica van CD-ROM-mappen en -bestanden. Voor het ISO9660-formaat zijn er
bepalingen voor de volgende twee niveaus.
Niveau 1:
De bestandsnaam is in 8.3-formaat (de naam
bestaat uit maximaal 8 tekens, hoofdletters en
cijfers van half-bytes en het _ teken, met een
bestandsextensie van drie tekens.)
Niveau 2:
De bestandsnaam kan maximaal 31 tekens
hebben (inclusief het scheidingsteken . en
184
Nl
de bestandsextensie). Elke map bevat minder
dan 8 hiërarchieën.
Uitgebreide formaten
Joliet:
Bestandsnamen mogen maximaal 64 tekens
bevatten.
Romeo:
Bestandsnamen mogen maximaal 128 tekens
bevatten.
Lineaire PCM (LPCM)/
Pulscodemodulatie
Dit staat voor lineaire pulscodemodulatie, het
signaalopnamesysteem dat voor muziek-CDs
en DVDs wordt gebruikt.
m3u
Speellijsten die met WINAMP-software zijn
gemaakt, hebben een bestandsextensie voor
speellijsten (.m3u).
MP3
MP3 staat voor MPEG Audio Layer 3. Het is
een audiocompressiestandaard die is ingesteld door een werkgroep (MPEG) van de ISO
(International Standards Organization). MP3
kan audiogegevens tot een tiende van het niveau van een normale disc comprimeren.
MS ADPCM
Dit staat voor Microsoft adaptieve differentiële
pulscodemodulatie, het signaalopnamesysteem dat voor de multimediasoftware van Microsoft Corporation wordt gebruikt.
Multisessie
Multisessie is een opnamemethode waarbij
gegevens later nog op de disc kunnen worden
opgenomen. Als u gegevens op een CD-ROM,
CD-R of CD-RW, etc. opneemt, worden alle gegevens van begin tot eind als een enkele eenheid of sessie beschouwd. Multisessie is een
methode waarbij meer dan 2 sessies op een
disc worden opgenomen.
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Packet write
Dit is een algemene aanduiding voor de
brandmethode op CD-R, etc, die nodig is voor
een bestand, net als bij het opslaan van bestanden op diskettes of harde schijven.
VBR
VBR staat voor variable bit rate (variabele bitsnelheid). Meestal wordt CBR (constant bit
rate; constante bitsnelheid) gebruikt. Maar om
de bitsnelheid flexibel aan de behoeften van
de audiocompressie aan te passen, kunt u geluidskwaliteit met compressieprioriteiten krijgen.
WAV
WAV staat voor waveform. Het is een standaard audiobestandsformaat voor Windows®.
WMA
WMA staat voor Windows Media" Audio en
verwijst naar een audiocompressietechnologie
die door Microsoft Corporation is ontwikkeld.
WMA-gegevens kunnen met de Windows
Media Player versie 7 of nieuwer worden gecodeerd.
Microsoft, Windows Media en het Windowslogo zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in
de Verenigde Staten en/of in andere landen.
Nederlands
Nl
185
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Technische gegevens
Algemeen
Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (10,8
15,1 V toelaatbaar)
Aarding ......................................... Negatief
Max. stroomverbruik .............. 10,0 A
Afmetingen (B × H × D):
DIN
Chassis ..................... 178 × 50 × 159 mm
Voorpaneel .............. 188 × 58 × 29 mm
D
Chassis ..................... 178 × 50 × 164 mm
Voorpaneel .............. 170 × 45 × 24 mm
Gewicht ........................................ 1,6 kg
Audio/DSP
Maximaal uitgangsvermogen
..................................................... 50 W × 4
Doorlopend uitgangsvermogen
..................................................... 27 W × 4 (DIN 45324, +B =
14,4 V)
Belastingsimpedantie ........... 4 W (4 8 W toegestaan)
Preout maximaal uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
..................................................... 6,5 V/100 W
Contouren geluidssterkte .... +10 dB (100 Hz), +6,5 dB
(10 kHz) (volume: 30 dB)
Equalizer (13-Bands grafische equalizer):
Frequentie ......................... 50/80/125/200/315/500/800
Hz
1,25/2/3,15/5/8/12,5 kHz
Equalizer bereik .............. ±12 dB
Automatische equalizer (alleen voor standaardstand):
(Voorste & achterste & subwoofer met 13 frequentiebanden, grafisch)
Frequentie ......................... 50/80/125/200/315/500/800
Hz
1,25/2/3,15/5/8/12,5 kHz
Equalizerbereik ............... +6 12 dB
Netwerk (standaardstand):
HPF (Voor/achter):
Frequentie ............... 50/63/80/100/125/160/200
Hz
Afval ........................... 0 (Pass)/6/12 dB/oct
Gain ............................ 0 24 dB/Mute
Subwoofer:
Frequentie ............... 50/63/80/100/125/160/200
Hz
Afval ........................... 6/12/18 dB/oct
Gain ............................ +6 24 dB/Mute
Fase ............................ Normaal/tegengesteld
186
Nl
Netwerk (Stand driewegnetwerk):
Hoog HPF:
Frequentie ............... 1,6/2/2,5/3,15/4/5/6,3/8/10/
12,5/16 kHz
Afval ........................... 6/12/18/24 dB/oct
Gain ............................ 0 24 dB/Mute
Fase ............................ Normaal/tegengesteld
Midden HPF/LPF:
Frequency (LPF) ... 1,6/2/2,5/3,15/4/5/6,3/8/10/
12,5/16 kHz
Frequentie (HPF)
................................. 31,5/40/50/63/80/100/125/
160/200 Hz
Afval ........................... 0 (Pass)/6/12/18/24 dB/
oct
Gain ............................ 0 24 dB/Mute
Fase ............................ Normaal/tegengesteld
Laag LPF:
Frequentie ............... 31,5/40/50/63/80/100/125/
160/200 Hz
Afval ........................... 12/18/24/30/36 dB/oct
Gain ............................ +6 24 dB/Mute
Fase ............................ Normaal/tegengesteld
CD-speler
Systeem ....................................... Compact Disc Audio
Bruikbare CDs ......................... Compact Discs
Signaalformaat:
Bemonsteringsfrequentie
........................................... 44,1 kHz
Aantal quantisatie bits
........................................... 16; lineair
Frequentiekarakteristieken
..................................................... 5 20.000 Hz (±1 dB)
Signaal-tot-ruis-verhouding
..................................................... 100 dB (1 kHz) (IEC-A-netwerk)
Dynamisch bereik ................... 95 dB (1 kHz)
Aantal kanalen .......................... 2 (stereo)
MP3-decoderingsformaat ... MPEG-1 & 2 Audio Layer 3
WMA-decoderingsformaat
..................................................... Ver. 7, 7.1, 8, 9 (2ch-audio)
WAV-signaalformaat .............. Lineair PCM & MS ADPCM
FM-tuner
Frequentiebereik ...................... 87,5 108,0 MHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 8 dBf (0,7 µV/75 W, mono,
S/N: 30 dB)
Gevoeligheid bij 50 dB demping
..................................................... 10 dBf (0,9 µV/75 W, mono)
Aanhangsel
Aanvullende informatie
Signaal-tot-ruis verhouding
..................................................... 75 dB (IEC-A netwerk)
Vervorming ................................. 0,3 % (bij 65 dBf, 1 kHz, stereo)
0,1 % (bij 65 dBf, 1 kHz,
mono)
Frequentierespons .................. 30 15.000 Hz (±3 dB)
Stereoscheiding ....................... 45 dB (bij 65 dBf, 1 kHz)
Selectiviteit ................................. 80 dB (±200 kHz)
MW-tuner
Frequentiebereik ...................... 531 1.602 kHz (9 kHz)
Bruikbare gevoeligheid ......... 18 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruis verhouding
..................................................... 65 dB (IEC-A netwerk)
LW-tuner
Frequentiebereik ...................... 153 281 kHz
Bruikbare gevoeligheid ......... 30 µV (S/N: 20 dB)
Signaal-tot-ruis verhouding
..................................................... 65 dB (IEC-A netwerk)
Opmerking
Technische gegevens en ontwerp zijn ter productverbetering zonder voorafgaande kennisgeving
wijzigbaar.
Nederlands
Nl
187