131
7 Algemene instellingen via HART
NaastdewerkingterplekkekuntudeM400-transmitterviaeenconfiguratietool,eenasset-
management-toolofeendraagbareHART-terminalconfigureren.
Vereiste:deM400-transmitterendesensorzijngemonteerdendeelektrischeaansluitingis
gemaakt.
Configuratietool en asset-management-tool
h
Opmerking:DeconfiguratietoolPACTWare™staatopdemeegeleverdecd-rom.UkuntdeDTM
ookdownloadenviainternet:“www.mt.com/M400”.
Raadpleegdedocumentatievandetoolvoordestappen1t/m5en13.
1. Installeerdeconfiguratietool,bv.PACTWare™ofdeasset-management-tool.
2. InstalleerdeDTMvoordeHART-interfaceendeDTMvoordeM400-transmitter.
3. Werkdeapparatencatalogusbij.
4. Bouwdeverbindingop.ControleerzonodigdeinstellingenvandeCOM-poort.
5. Laaddeconfiguratievanhetapparaat.
6. SteldeTag (Tag)en/ofdeLong Tag (Lange tag)in.
Menupad:DeviceSetup>DetailedSetup>HARTInfo
7. StelDate (Datum)enTime (Tijd)in.Steldetijdsindelinginophet24-uursformaat.
Detijdsindelingkannietwordengewijzigd.Menupad:DeviceSetup>SetDate/Time
8. Stelhetbereikvanhetanaloge-uitgangssignaalin.
Menupad:Detailedsetup>OutputCondition>Analogoutput>Range
• URV (Upper Range Value/max. meetwaarde) en LRV (Lower Range Value/min.
meetwaarde):Dewaardenkunnenwordengewijzigdbinnenhethuidigemeetbereik.
Dewaardenmoetenbinnenhetmeetbereikvandesensorliggen.
• USL(UpperSensorLimit/bovenstesensorlimiet)enLSL(LowerSensorLimit/onderste
sensorlimiet): De limieten worden bepaald door de sensor en kunnen niet
wordengewijzigd.
9. DefinieerdeprocesvariabelenPV,SV,TVenQV
MenupadDeviceSetup>DetailedSetup>Measurements>ChannelSetup
nl