NEDERLANDSnl
20
i) Let erop dat andere personen zich op een
veilige afstand van uw werkgebied bevinden.
Iedereen die het werkgebied betreedt, dient
een persoonlijke veiligheidsbescherming te
dragen. Gebroken inzetgereedschap of brok
-
stukken van het werkstuk kunnen wegvliegen en
letsel buiten het directe werkgebied veroorzaken.
j) Houd het apparaat alleen vast aan de geïso-
leerde greepvlakken wanneer u werkzaam-
heden uitvoert waarbij het inzetgereedschap
verborgen stroomleidingen of het eigen
netsnoer kan raken. Door contact met een
spanningvoerende geleider kunnen ook metalen
apparaatonderdelen onder spanning worden gezet
zetten en een elektrische schok teweeg worden
gebracht.
k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend
inzetgereedschap. Wanneer u de controle over
het apparaat verliest, kan het netsnoer worden
doorgesneden of gegrepen en kan uw hand of uw
arm in het draaiende inzetgereedschap komen.
I) Leg het elektrische gereedschap nooit weg
voordat het inzetgereedschap volledig tot stil-
stand is gekomen. Het draaiende inzetgereed-
schap kan in contact komen met het steunvlak,
waardoor u mogelijk de controle over het
elektrische gereedschap verliest.
m) Laat het elektrische gereedschap niet
draaien wanneer u het draagt. Door toevallig
contact met het draaiende inzetgereedschap kan
uw kleding worden gegrepen en kan het inzetge
-
reedschap zich in uw lichaam boren.
n) Reinig regelmatig de ventilatiesleuven van
uw elektrische gereedschap. De motorventilator
trekt stof in de behuizing en een sterke opeenho
-
ping van metaalstof kan elektrische gevaren veroor-
zaken.
o) Gebruik het elektrische gereedschap niet in
de buurt van brandbaar materiaal. Door vonken
kunnen deze materialen vlam vatten.
p) Gebruik geen inzetgereedschap waarvoor
vloeibare koelmedia nodig zijn. Het gebruik van
water of andere vloeibare koelmedia kan leiden tot
een elektrische schok.
4.2 Veiligheidsinstructies met het oog op
terugslagen en andere gevaarlijke situa
-
ties:
Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg
van draaiend inzetgereedschap dat blijft haken of
blokkeert, zoals een schuurschijf, steunschijf,
draadborstel, enz. Indien het draaiende inzetge
-
reedschap blokkeert of blijft haken, wordt het
onmiddellijk stopgezet. Hierdoor wordt ongecontro-
leerd elektrisch gereedschap tegen de draairichting
van het inzetgereedschap in op de plaats van de
blokkering versneld.
Wanneer er bijv. een schuurschijf in het werkstuk
blijft haken of blokkeert, kan de rand van de schuur-
schijf, die invalt in het werkstuk, vastraken, met het
uitbreken van de schuurschijf of een terugslag als
mogelijk gevolg. De schuurschijf beweegt zich dan
naar of vanaf de bediener, afhankelijk van de draai
-
richting van de schijf bij de plaats van de blokkering.
Hierbij kunnen schuurschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van verkeerd gebruik
van het elektrische gereedschap. Deze kan worden
voorkomen door passende veiligheidsmaatregelen
te nemen, zoals hierna beschreven.
a) Houd het elektrische gereedschap goed vast
en breng uw lichaam en uw armen in zo'n
positie dat u de terugslagkrachten kunt
opvangen. Gebruik, indien voorhanden, altijd
de extra greep om tijdens de startfase een zo
groot mogelijke controle over de terugslag
-
krachten of reactiemomenten te hebben. De
bediener kan door geschikte veiligheidsmaatre-
gelen te nemen de terugslag- en reactiemomenten
beheersen.
b) Zorg ervoor dat uw hand nooit in de buurt
van draaiend inzetgereedschap komt. Het inzet-
gereedschap kan zich bij een terugslag over uw
hand bewegen.
c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied
waarin het elektrische gereedschap zich in
geval van een terugslag beweegt. Door de terug
-
slag komt het elektrische gereedschap tegen de
bewegingsrichting van de schuurschijf in op de
plaats van de blokkering.
d) Werk bijzonder voorzichtig bij hoeken,
scherpe randen, enz. Zorg ervoor dat het
inzetgereedschap niet van het werkstuk terug-
springt en beklemd raakt. Het roterende inzetge-
reedschap heeft de neiging om bij hoeken, scherpe
randen of ingeval het terugspringt beklemd te
raken. Dit leidt tot verlies van controle of een terug-
slag.
e) Gebruik geen ketting- of getand zaagblad. Dit
inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of
verlies van controle over het elektrische gereed
-
schap.
4.3 Speciale veiligheidsinstructies voor het
schuren en doorslijpen
:
a) Gebruik uitsluitend schuurmiddelen die voor
uw elektrische gereedschap zijn goedgekeurd
en de hiervoor geschikte beschermkap. Schu
-
urmiddelen die niet geschikt zijn voor het elektri-
sche gereedschap kunnen niet voldoende worden
afgeschermd en zijn onveilig.
b) De schuurmiddelen mogen alleen worden
gebruikt voor de aanbevolen toepassingsmo
-
gelijkheden. Bijv.: Slijp nooit met het zijvlak van
een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn
bestemd voor de materiaalafname met de rand van
de schijf. Door zijwaartse krachtinwerking op deze
schuurmiddelen kan de schijf breken.
c) Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in
de juiste grootte en vorm voor de door u
gekozen schuurschijf. Geschikte flenzen steunen
de schuurschijf en gaan zo het risico tegen dat deze
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich
onderscheiden van de flenzen voor andere schuur
-
schijven.
d) Gebruik geen versleten schuurschijven van
groter elektrisch gereedschap. Schuurschijven
voor groter elektrisch gereedschap zijn niet