Gossen MetraWatt METRAPHASE 1 Handleiding

Type
Handleiding
Gebruiksaanwijzing
METRAPHASE 1
Draaiveldrichtingaanwijzer
3-348-991-05
9/12.09
2 GMC-I Messtechnik GmbH
(1) Aansluitbussen voor fasen L1 ... L3
(2) Rotatie-LED’s voor weergave frequentie
en draaiveldrichting
(3) Draaiveldrichting en frequentie
groene pijl: rechtsdraaiend veld,
de LED’s roteren groen oplichtend in klokrichting
actuele frequentie:
wordt gesignaleerd door kortstondig
oplichten rode LED
rode onderbroken pijl: linksdraaiend veld,
de LED’s roteren rood oplichtend tegen klokrichting in
actuele frequentie:
wordt gesignaleerd door kortstondig
oplichten groene LED
(4) Fasen-LED’s, signaleren spanning op L1 ... L3
(5) Spanningswaarde-LED’s, signaleren hoogte
van gekoppelde spanning
1
4
2
3
5
208V
120/
400V
230/
690V
400/
L3
L3
L2
L2
L1
L1
600 V CAT IV
EN 61557 / 1 + 7
GMC-I Messtechnik GmbH 3
GB
Inhoudsopgave
pagina
1 Veiligheidsrichtlijnen ....................................................... 3
2 Algemene beschrijving .................................................... 5
3 Ingebruikname ................................................................ 5
4 Bediening ........................................................................ 6
4.1 Weergave van de spanningswaarde .................................... 6
4.2 3-polige aansluiting ........................................................... 6
4.3 2-polige aansluiting .......................................................... 7
5 Technische specificaties draaiveldrichtingaanwijzer ..... 8
6 Onderhoud ..................................................................... 10
6.1 Batterijen ........................................................................ 10
6.2 Behuizing ........................................................................ 10
7 Toebehoren (niet standaard meegeleverd) ................... 11
8 Reparaties en onderdelen ............................................. 12
9 Produktondersteuning ................................................... 12
1 Veiligheidsrichtlijnen
Algemeen
De draaiveldrichtingaanwijzer is overeenkomstig de veilig-
heidsbepalingen IEC 61010-1 / DIN EN 61010-1 /
VDE 0411-1 geconstrueerd en getest. Wanneer het instru-
ment op de voorgeschreven manier wordt gebruikt, is
zowel de veiligheid van degene die het instrument bedient,
als de veiligheid van het instrument zelf gewaarborgd.
Deze veiligheid kan niet worden gegarandeerd, wanneer
het instrument onkundig of onachtzaam wordt gebruikt.
Om de veiligheidstechnisch perfecte staat te handhaven en een
veilig gebruik te kunnen garanderen, is het noodzakelijk dat u,
voordat u het instrument in gebruik neemt, de gebruiks-
aanwijzing zorgvuldig en in zijn geheel leest en deze op alle
punten opvolgt.
Reparatie en het vervangen van onderdelen
Bij het openen van het instrument kunnen spanningvoe-
rende delen worden blootgelegd. Voor een reparatie of het
vervangen van onderdelen moet het instrument worden
losgekoppeld van het meetcircuit c.q. het te meten object.
4 GMC-I Messtechnik GmbH
Neem de volgende veiligheidsrichtlijnen in acht:
Het instrument mag alleen door personen worden
gebruikt, die in staat zijn de gevaren van het aanraken
van elektrische spanning te onderkennen, en die de
noodzakelijke veiligheidsmaatregelen kunnen treffen.
Gevaar bij het aanraken van elektrische spanning
bestaat overal, waar spanningen kunnen optreden die
groter zijn dan 30 V (effectief).
Als metingen uitgevoerd worden, waarbij het gevaar
van het aanraken van elektrische spanning bestaat,
dient alleen werken voorkomen te worden. Zorg voor
de aanwezigheid van een tweede persoon.
Zorg ervoor, dat de meetleidingen in een perfecte staat
verkeren en geen beschadigingen aan de isolatie, bar-
sten of onderbrekingen vertonen. Dit geldt eveneens
voor de meetpennen en de krokodillenklemmen.
In stroomkringen met corona-ontladingen (hoogspan-
ning) mogen met dit instrument geen metingen worden
uitgevoerd.
Meten in een vochtige omgeving is niet toegestaan en
is uiterst gevaarlijk.
Gebruik de voorgeschreven batterijen.
Het apparaat is geen meetinstrument in de zin van het
woord, het signaleert alleen spanningen in de aange-
geven bereiken.
Fouten en buitengewone omstandigheden
Wanneer aangenomen moet worden, dat het instrument
niet meer veilig gebruikt kan worden, moet het instrument
buiten werking worden gesteld en tegen onvoorzien
gebruik worden beveiligd.
Men kan ervan uitgaan dat het instrument niet meer veilig
gebruikt kan worden:
indien het instrument zichtbare beschadigingen ver-
toont,
indien het instrument niet meer functioneert.
Betekenis van de symbolen op het instrument
Waarschuwing voor een gevaarlijke situatie
(Let op: gebruiksaanwijzing raadplegen)
Aarde
Versterkte of dubbele isolatie
CE-markering
!
GMC-I Messtechnik GmbH 5
GB
2 Algemene beschrijving
Het instrument is voorzien van de volgende meet- en test-
functies:
draaiveldrichtingaanwijzer
spanningsweergave
frequentieweergave
3 Ingebruikname
Batterij
Met de draaiveldrichtingaanwijzer worden vier batterijen
meegeleverd. Het instrument is bedrijfsklaar. Voordat u het
instrument voor de eerste keer in gebruik neemt dient u
hoofdstuk 6.1 „Batterijen“ door te nemen!
Batterijentest
Indien er na het aanleggen van de spanning geen enkele
LED oplicht, of de LED’s slechts heel zwak oplichten, dan
dienen de batterijen te worden vervangen.
Automatisch inschakelen
De multimeter schakelt zichzelf automatisch in, als er een
minimale spanning van 70 V op 2 meetbussen wordt aan-
gesloten.
Automatische uitschakeling
Het instrument schakelt zichzelf automatisch uit als er
geen spanning meer aangesloten is. Hierdoor worden de
batterijen bespaard.
6 GMC-I Messtechnik GmbH
4 Bediening
4.1 Weergave van de spanningswaarde
Het weergeven van de spanning geschiedt door middel
van 3 rode LEDs (5), die de actuele nominale netspanning
weergeven. De hoogste in het meetcircuit optredende
spanning tussen twee fasen wordt hierbij altijd geregis-
treerd.
Het weergeven van de spanning geschiedt voor de vol-
gende nominale spanningen:
120 V/208 V, 230 V/400 V en 400 V/690 V.
Ontbrekende of niet aangesloten fase
Als een van de fasen niet aan de draaiveldrichtingaanwijzer
is aangesloten, of als deze in de bedrading ontbreekt, dan
is het potentiaal ten opzichte van het kunstmatige sterren-
punt te klein. In dit geval lichten de bijbehorende fasen-
LED’s niet op. Alleen de spanningswaarde-LED die hoort
bij de gekoppelde spanning licht op.
Uitzondering: indien de fase op de aansluiting L1 ontbreekt,
dan geeft de spanningswaarde-LED de eerstvolgende klei-
nere spanning weer, omdat het instrument in dit geval geen
intern referentiepunt meer bezit.
Let op!
!
De aansluitbus L1 op de METRAPHASE 1 dient al-
tijd als eerste op de spanning aangesloten worden
om meetfouten te voorkomen.
4.2 3-polige aansluiting
Symmetrisch rechtsdraaiend veld
Indien er een symmetrisch rechtsdraaiend veld wordt
gemeten, dan lichten de fasen-LED’s L1, L2 en L3 continu
op, en een groen lichtpunt (rotatie-LED) loopt in klokrich-
ting om het display heen (ca. 30 U/min).
Symmetrisch linksdraaiend veld
Bij een symmetrisch linksdraaiend veld lichten de fasen-
LED’s L1 ... L3 welliswaar continu op, maar verandert het
roterende lichtpunt van kleur en richting: het lichtpunt loopt
tegen de klokrichting in en licht rood op.
Frequentieweergave
Bij een rechtsdraaiend veld licht de LED die hoort bij de
actuele frequentie kort rood op, zodra het roterende licht-
punt die positie passeert. Bij een linksdraaiend veld licht de
bijbehorende LED groen op.
Fasen op N of PE
Bij een asymmetrisch draaiveld met een van de fasen op N
of PE licht de fasen-LED die bij de fout aangesloten fase
hoort, niet op. De draaiveldrichtingaanwijzing geschiedt als
bij een symmetrisch rechts- of linksdraaiend veld.
GMC-I Messtechnik GmbH 7
GB
Kortsluiting tussen twee fasen
Indien twee fasen in de bedrading kortgesloten zijn, moet
met een ongedefinieerde weergave rekening worden
gehouden.
4.3 2-polige aansluiting
Met de draaiveldrichtingaanwijzer kan de draaiveldrichting
ook met slechts 2 aansluitleidingen worden bepaald, onder
de voorwaarde dat er een netfrequentie van 50 of 60 Hz
aangesloten is.
Sluit eerst aansluiting L1 aan op fase L1, en aansluiting
L2 op fase L2, zie tekening A.
De fasen-LED’s L1 en L2 en de overeenkomende
spanningswaarde-LED lichten rood op. Ook lichten de
beide LED’s voor 100 en 400 Hz op. Dit is het teken,
dat het instrument zich nu op de fasen L1 en L2 heeft
gesynchroniseerd.
Verwijder aansluiting L2 van fase L2, zie tekening B.
In deze positie lichten de beide LED’s voor 50 en
200 Hz op.
Verbindt nu aansluiting L2 met fase L3, zie tekening C.
De fasen-LED’s L1 en L3 lichten rood op. L2 wordt in-
tern gegenereerd. De draaiveldrichting en de netspan-
ning kunnen worden afgelezen.
Aanwijzing!
Voor het wisselen van L2 naar L3 heeft u ca. 2 s de
tijd. Indien deze tijd wordt overschreden, dan kan
het instrument de synchroniteit tot het net niet
meer handhaven. Dit wordt weergegeven door het
gelijktijdige oplichten van de LED’s voor 60, 100,
300 en 400 Hz. Vervolgens lichten de LED’s voor
100 en 400 Hz op, om weer te geven dat de 2-
polige meting opnieuw is gestart. Hetzelfde display
verschijnt, indien bij het wisselen van de fasen per
ongeluk weer dezelfde fase wordt aangesloten.
ABC
8 GMC-I Messtechnik GmbH
5 Technische specificaties draaiveldrichtingaanwijzer
Netfrequentie
1)
< 50 Hz/> 400 Hz beide LED’s actief
Totaal frequentiebereik 15 ... 410 Hz
Totaal spanningsbereik 100 ... 690 V
Netspanning 3 fasen ~
Draaiveldrichting
Nominale
frequentie
Weergavebereik Tolerantieband Display
50 Hz
1)
49,4 ... 50,7 Hz 49,2 ... 50,9 Hz
50 Hz
– LED actief
51,1 ... 57,9 Hz 50,9 ... 58,1 Hz
50 Hz en 60 Hz
– LED actief
60 Hz 58,3 ... 61,0 Hz 58,1 ... 61,2 Hz
60 Hz
– LED actief
61,4 ... 97,3 Hz 61,2 ... 97,5 Hz
60 Hz en 100 Hz
– LED actief
100 Hz 97,7 ... 102,8 Hz 97,5 ... 103 Hz
100 Hz
– LED actief
103,2 ... 195 Hz 103 ... 195,2 Hz
100 Hz en 200 Hz
– LED actief
200 Hz 195,4 ... 205,6 Hz 195,2 ... 205,8 Hz
200 Hz
– LED actief
206 ... 298,6 Hz 205,8 ... 298,8 Hz
200 Hz en 300 Hz
– LED actief
300 Hz 299 ... 303,4 Hz 298,8 ... 303,6 Hz
300 Hz
– LED actief
303,8 ... 395,3 Hz 303,6 ... 395,5 Hz
300 Hz en 400 Hz
– LED actief
400 Hz
1)
395,7 ... 405,8 Hz 395,5 ... 406 Hz
400 Hz
– LED actief
Nominale netspanning
weergave-LED
Overeenkomstige
spanning L-L
Overeenkomstige
spanning L-N
120/208V 180 ... 300 V 104 ... 173 V
230/400V 360 ... 470 V 208 ... 271 V
400/690V 530 ... 800 V 306 ... 462 V
Draaiveld-
richting
Fasen-
volgorde
Weergave
fasen-LED’s
Weergave
rotatie-LED’s
rechts L1 - L2 - L3
L1 L2 L3
lichten op
groene LED roteert
in klokrichting
links L3 - L2 - L1
L1 L2 L3
lichten op
rode LED roteert
tegen klokrichting in
asymmetrisch
draaiveld
Lx - N/PE - Lx
aansluiting
met N/PE
licht niet op
groene of rode LED
roteert in of tegen
klokrichting in, afhankelijk
van de aansluiting
een fase
ontbreekt
Lx - X - Lx
ontbrekende
fase licht niet op,
de andere
2 lichten wel op
GMC-I Messtechnik GmbH 9
GB
Referentievoorwaarden
Omgevingstemperatuur +23 C 2K
Relatieve vochtigheid 40 ... 60%
Batterijspanning 4,5 V 0,25 V
Netspanning 230/400 V 0,5%
Netfrequentie 50 Hz 0,1 Hz
Curvevorm
van de netspanning sinus, afwijking tussen effectieve
en gelijkrichtingswaarde < 1%
Omgevingsvoorwaarden
Opslagtemperatuur 25 C ... +75 C
Werktemperatuur 10 C ... +50 C
Rel. luchtvochtigheid max. 75%, zonder bedauwing
Hoogte boven AP tot 2000 m
Voedingsspanning
Batterij 4 mignon IEC R6
alkalinebatterijen of
4 mignon IEC R6
zink-kool-batterijen
Batterijspanning 4 V ... 6 V
Gebruiksduur bij alkalinebatterijen: ca. 100 uur
Elektrische veiligheid
Beschermingsklasse II volgens IEC 61010-1
Overbelastingscategorie III IV
Gebruiksspanning 600 V 300 V
Vervuilingsgraad 2
Testspanning 5,55 kV
EMC elektromagnetische afscherming
Straling/ IEC 61326
Ongevoeligheid
Mechanische opbouw
Bescherming IP40
overeenkomstig
DIN VDE 0470 deel 1/EN 60529
Afmetingen 84 mm x 195 mm x 35 mm
Gewicht ca. 0,3 kg incl. batterijen, zonder
rubberen beschermingshoes
10 GMC-I Messtechnik GmbH
6 Onderhoud
6.1 Batterijen
Let op!
!
Ontkoppel het instrument van het meetcircuit
voordat het instrument geopend wordt om de bat-
terijen te vervangen.
Controleer voor de eerste ingebruikname of na een langdu-
rige opslagperiode of de batterijen niet lekken. Herhaal
deze controle met regelmatig.
Bij een lekkende batterij moet voordat het instrument weer
in gebruik wordt genomen, eerst het batterij-elektrolyt hele-
maal worden verwijderd met een vochtige doek en een
nieuwe batterij worden geplaatst.
Als na het aansluiten van een spanning geen van de LED’s
oplichten, of als de LED’s slechts zeer zwak oplichten, dan
moeten de batterijen worden vervangen.
Het instrument werkt op twee 1,5 V-batterijen volgens IEC
of met twee overeenkomende accu’s.
Batterijen vervangen
Plaats het instrument op de voorzijde, verwijder de beide
schroeven aan de achterkant en verwijder eerst het deel
van de behuizing waar de schroeven zich bevinden. Aan
de tegenovergestelde zijde worden de boven- en onder-
kant van de behuizing met behulp van klemmen samenge-
houden.
Vervang de batterijen in de houder voor vier nieuwe batte-
rijen.
Plaats de behuizing weer terug. Begin hierbij met de zijde
met de klemmen en let erop, dat deze weer juist terugge-
plaatst worden.
Maak de achterzijde weer vast met de beide schroeven.
Zorg ervoor dat de oude batterijen op een milieuvriende-
lijke manier wordt verwerkt, bijvoorbeeld door ze in te leve-
ren bij de speciaal hiertoe bestemde inzamelpunten.
Aanwijzing!
De draaiveldrichtingaanwijzer bevat geen zekerin-
gen!
6.2 Behuizing
Speciaal onderhoud voor de behuizing is niet noodzakelijk.
Let op een schoon oppervlak. Gebruik voor het reinigen
een matig vochtige doek. Vermijd het gebruik van poets-,
schuur- of oplosmiddelen.
GMC-I Messtechnik GmbH 11
GB
7 Toebehoren (niet standaard meegeleverd)
VARIO-STECKER-set (artikelnr. Z500A)
Drie vaste meetpen-
nen met aanrakings-
beveiliging voor het
aansluiten van meet-
leidingen met 4 mm-
bananenstekers of
met aanrakingsveilige
stekers op bussen
met openingen van
3,5 mm tot 12 mm,
bijv. CEE-, of perilex-
uitgangen.
De meetpennen pas-
sen bijvoorbeeld ook in de rechthoekige PE-bus van peri-
lex-contactdozen. Maximale toegestane gebruiksspan-
ning 600 V volgens IEC 61010.
Gedrukt in Duitsland • Wijzigingen voorbehouden
GMC-I Messtechnik GmbH
Südwestpark 15
90449 Nürnberg • Duitsland
Telefoon+49 911 8602-111
Fax +49 911 8602-777
E-Mail info@gossenmetrawatt.com
www.gossenmetrawatt.com
8 Reparaties en onderdelen
Neem voor reparaties en onderdelen contact op met:
GMC-Instruments Nederland B.V.
Afd. Service en kalibratie
Postbus 323, 3440 AH Woerden
Daggeldersweg 18, 3449 JD Woerden
Fon: +31 348 42 11 55
Fax: +31 348 42 25 28
E-mail
Dit adres geldt uitsluitend voor Nederland. In het
buitenland staan onze vertegenwoordigingen
of filialen ter beschikking.
9 Produktondersteuning
Neem voor reparaties en onderdelen contact op met:
GMC-Instruments Nederland B.V.
Afd. Service en kalibratie
Postbus 323, 3440 AH Woerden
Daggeldersweg 18, 3449 JD Woerden
Fon: +31 348 42 11 55
Fax: +31 348 42 25 28
E-mail
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

Gossen MetraWatt METRAPHASE 1 Handleiding

Type
Handleiding