Gossen MetraWatt METRISO C Handleiding

Type
Handleiding
METRISO C-NL
Meetapparaat voor isolatie-, weerstands- en aanraakstroom
3-349-087-05
19/8.17
Gebruiksaanwijzing
2 GMC-I Messtechnik GmbH
Meet- en meetapparaat METRISO C Bedienings- en weergave unit METRISO C
LIMIT
U>25V
Net
Mains
START
Bedienings- en
contactvlak
Aansluiting
Extern laadapparaat
Infraroodinterface
Keuzeknoppen
LCD-displayveld
P
o
t
e
n
t
i
a
a
l
v
e
r
s
c
h
i
l
1
5
0
V
N
e
t
-
o
f
s
t
o
o
r
s
p
a
n
n
i
n
g
o
p
d
e
m
e
e
t
i
n
g
a
n
g
I
s
o
l
a
t
i
e
s
p
a
n
n
i
n
g
o
p
d
e
m
e
e
t
i
n
g
a
n
g
>2
5
V
G
r
e
n
s
w
a
a
r
d
e
o
v
e
r
s
c
h
r
i
j
d
i
n
g
/
o
n
d
e
r
s
c
h
r
i
j
d
i
n
g
Drukpunt links:
Basisfuncties tonen
Tuimelschakelaar
Drukpunt midden:
Meting activeren
van basis- en subfuncties
Drukpunt rechts:
Basisfuncties tonen
Looprichting links Looprichting rechts
Weergave batterijstatus
t
u
s
s
e
n
v
i
n
g
e
r
c
o
n
t
a
c
t
e
n
m
e
e
t
i
n
g
a
n
g
Signaallampen
Aansluiting
Afscherming
Meetaansluiting
COM
Meetaansluiting +pool
Artikelnr. Z501N
Menu
Met of
kunt u de gewenste
menufuncties in beeld
brengen.
De schuifbalk
(scroll bar) geeft aan waar u zich
in het menu bevindt.
Zekering
D
r
a
a
g
r
i
e
m
G
e
s
p
Weergave unit
Temperatuur- en
vochtmeetadapter
Z541A
GMC-I Messtechnik GmbH 3
LCD-displayveld na het inschakelen
Als het LCD-displayveld na het inschakelen van de tester niet leesbaar is,
dus te licht of te donker is, dan moet u als volgt te werk gaan:
1 Als u de mogelijk foutieve inhoud van het geheugen wilt wissen, drukt
u tegelijkertijd op de twee rechter toetsen.
2 Wacht enkele seconden totdat het display is geactualiseerd.
3 Stel desgewenst het contrast opnieuw in, zie Pagina 8.
Handleiding voor het opzetten van de volgende adapters als toebehoren
Interfaceconverter IrDa-USB (Z501J)
Temperatuur- en vochtmeetadapter (Z541A)
Verbind de adapter met de IR-interface van de tester, zie de tekening
op pag. 2: Plaats daartoe de geleider van de adapter in de daarvoor
bedoelde opening op de kop van de tester ter hoogte van de opening
en wel zodanig dat de adapter midden op de behuizing op de twee
rubber buffers ligt. Schuif de adapter nu naar onder,
zodat hij goed gefixeerd wordt.
PC-programma WinProfi voor communicatie met de METRISO C
Het gratis PC-instapprogramma WinProfi (momenteel te gebruiken tot
Windows 7 (32 bit) is bedoeld voor de communicatie met de METRISO C.
U vindt WinProfi op onze internet site
met de volgende inhoud en de volgende functies:
huidige testersoftware
– voor het laden van een andere taal
voor de bedieningsinterface
– voor het laden van een nieuwe softwareversie
Overdracht van de meetgegevens van de tester naar de pc
Een voorwaarde voor de communicatie tussen meetapparaat en pc is de
volgende interface converter:
IrDA-USB converter (Z501J): IrDa (meetapparaat) – USB (pc)
Actuele pc-software (gratis instapprogramma’s of demosoftware gege-
vensbeheer, reports en lijsten opmaken) kunt u downloaden op onze
website.
Gegevensbackup
Meetgegevens en stroomkringtoewijzingen kunnen veilig worden bewaard
in een RAM zolang de bijbehorende batterij de vereiste spanning levert.
Stuur uw opgeslagen gegevens regelmatig door naar een pc om eventu-
eel gegevensverlies te voorkomen. Wij zijn niet aansprakelijk voor gege-
vensverlies.
Om de gegevens voor te bereiden en te beheren adviseren wij de vol-
gende pc-programma’s:
PS3 (meetgegevens overdragen naar de pc, documentatie, administra-
tie, reportopmaak en afsprakenbeheer)
PC.doc-WORDEXCEL (rapporten en lijsten opmaken)
PC.doc-ACCESS (meetgegevensmanagement)
+
4 GMC-I Messtechnik GmbH
Inhoud Pagina Inhoud Pagina
1 Gebruik ............................................................................................4
2 Veiligheidskenmerken en veiligheidsmaatregelen ..........................5
3 Ingebruikname ................................................................................6
3.1 Batterijtest ......................................................................................................6
3.2 Batterijen inzetten resp. vervangen ..................................................................6
3.3 Bedieningsmenu in een andere taal .................................................................6
3.4 Kies menu, ga naar de basisinstelling ..............................................................6
3.5 Software update laden, reportgegevens beheren ...............................................9
4 Bediening algemeen .....................................................................12
4.1 Automatisch instellen, bewaken en uitschakelen .............................................12
4.2 Meetwaardeindicatie .....................................................................................12
4.3 Helpfunctie ...................................................................................................12
5 Isolatieweerstanden meten ...........................................................13
5.1 Meting met variabele testspanning .................................................................14
5.2 Meting met stijgende testspanning .................................................................14
5.3 Instellen van de grenswaarde ........................................................................14
6 Databasefuncties ..........................................................................15
6.1 Een datarecord aanmaken – Functie Data ......................................................15
6.2 Meetwaarden opslaan – functie STORE ..........................................................16
6.3 Gegevensrecords oproepen – functie View .....................................................16
6.3.1 Een datarecord binnen een geheugenadres wissen – functie View ...................17
6.3.2 Een geheugenadres wissen – functie Data .....................................................17
6.3.3 Alle geheugenadressen wissen – functie Data ................................................18
6.4 Printfunctie ...................................................................................................18
7 Het meten van wisselspanningen .................................................19
8 Temperatuuur- en vochtmeting met adapter Z541A als
toebehoren ....................................................................................19
9 Laagohmige weerstanden meten (tot 100 Ohm) ...........................20
9.1 Rekening houden met de meetleidingen en de verlengkabels (tot 10 Ohm) .......21
9.2 Instellen van de grenswaarde ........................................................................21
10 Aanraakstroom meten ..................................................................22
10.1 Instellen van de grenswaarde ........................................................................ 22
11 Technische karakteristieken .........................................................23
12 Lijst van de korte aanduidingen en hun betekenis .......................25
13 Onderhoud ....................................................................................25
13.1 Zelftest .................................................................................................... 25
13.2 Gebruik op (oplaadbare) batterijen ................................................................. 26
13.3 Batterijwissel bij de temperatuur- en vochtmeetadapter Z541A ....................... 26
13.4 Zekeringen ................................................................................................... 26
13.5 Behuizing ..................................................................................................... 27
13.6 Rekalibratie .................................................................................................. 27
14 Reparatie- en reserveonderdelenservice
Kalibratiecentrum* en apparatenverhuurservice ..........................28
15 Productsupport .............................................................................28
1Gebruik
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de op dit moment geldende Euro-
pese en nationale EG-Richtlijnen. Wij bevestigen dit met het CE-symbool.
De conformiteitsverklaring in kwestie kunt u aanvragen bij GMC-I Mes-
stechnik GmbH.
Met de meet- en testapparaten METRISO C kunt u snel en rationeel veilig-
heidsmaatregelen controleren volgens DIN VDE 0100, ÖVE-EN 1 (Oos-
tenrijk), NIN SEV 1000:2010 (Zwitserland) en andere landspecifieke voor-
schriften. Het apparaat is uitgerust met een microprocessor en voldoet
aan de bepalingen IEC/EN 61557/VDE 0413.
Deel 1: Algemene eisen
Deel 2: Isolatieweerstandsmeetapparatuur
Deel 4: Meetapparaten voor het meten van de weerstand van
aardgeleiders, aardleidingen en equipotentiaalgeleiders
Deel 10:Gecombineerde meetapparaten voor het testen, meten of contro-
leren van beveiligingsmaatregelen
alsook de belaingen volgens VDE 0701-0702:
herstellend onderhoud, verandering en testen van elektrische apparaten.
GMC-I Messtechnik GmbH 5
De tester is speciaal geschikt:
•bij het opbouwen
bij het in bedrijf stellen
voor herhalingsmetingen
en bij het zoeken naar storingen in elektrische installaties.
Met een set, bestaande uit PRO
Fi
TEST
®
C
en METRISO
C
, kunt u alle waarden
meten die vereist zijn voor een afnamereport (b.v. van de ZVEH).
Met de ingebouwde IR-data-interface van de METRISO C kunt u de meet-
waarden overdragen naar een pc, uitprinten c.q. archiveren. Dit is vooral
zeer belangrijk omwille van de productaansprakelijkheid.
Met de METRISO C kunt u het volgende meten en testen:
isolatieweerstand
laagohmige weerstand
aanraakstroom
spanning en frequentie
temperatuur en luchtvochtigheid (met toebehoren)
Met een afgeschermde meetleiding kunt u verder controleren
het afleidend vermogen van vloerbedekking voor wat betreft elektro-
statische ladingen
2 Veiligheidskenmerken en veiligheidsmaatregelen
Het elektronische meet- en testapparaat METRISO C is gebouwd en
gekeurd. volgens de volgende normen:
IEC 61010-1:2010, EN 61010-1:2010, VDE 0411-1:2011
IEC 61557-1, -2, -4, -10
DIN EN 61557-1:2007, -2:2007, -4:2007, -10:2001
VDE 413-1:2007, -2:2008, -4:2007, -10:2001
Alleen bij doelmatig gebruik is de veiligheid van de gebruiker en het appa-
raat gewaarborgd.
Lees vóór het gebruik van uw apparaat de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en volle-
dig door. Neem deze in acht en volg alle instructies op.
Het meet- en testapparaat mag niet worden gebruikt:
als het batterijdeksel is verwijderd
als er zichtbare beschadigingen zijn
als de aansluitingen en meetadapters zijn beschadigd
als het niet meer feilloos werkt
na zware transportbelasting
bij het opladen van batterijen
Betekenis van de symbolen op het apparaat
Waarschuwing voor een gevaarlijke plaats
(Let op, kijk in de documentatie!)
Apparaat van Beschermingsklasse II
CAT I I Apparaat van Meetcategorie II
Laadaansluiting 9 V DC voor laadadapter NA102
(artikelnr. Z501N)
EG-conformiteitskentekening
het apparaat en en de ingezette batterijen/accu’s mogen niet
samen met het normale huisvuil worden verwijderd.
Meer informatie over de WEEE-markering vindt u op internet bij
www.gossenmetrawatt.com als u zoekt naar het begrip WEEE.
Het apparaat openen / reparatie
Het apparaat mag alleen worden geopend door bevoegde vakmensen
zodat het apparaat feilloos blijft werken en veilig gebruikt kan worden en
de garantie behouden blijft.
Ook originele reserveonderdelen mogen uitsluitend worden ingebouwd
door bevoegde vakmensen.
Indien geconstateerd wordt dat het apparaat is geopend door onbevoegd
personeel, geeft de fabrikant geen enkele garantie meer betreffende de
veiligheid van personen, de meetnauwkeurigheid, de conformiteit met de
geldende veiligheidsmaatregelen of gevolgschade in welke vorm dan ook.
!
6 GMC-I Messtechnik GmbH
3 Ingebruikname
3.1 Batterijtest
Vijf verschillende batterijensymbolen van leeg tot volledig geladen informe-
ren u in het hoofdmenu permanent over de huidige laadtoestand van de
batterijen.
3.2 Batterijen inzetten resp. vervangen
Voor de eerste ingebruikname of als het batterijensymbool nog maar uit één
gevuld segment bestaat, moet u nieuwe batterijen in het apparaat doen.
Let op!
!
Vóór het openen van het batterijvak moet het apparaat met alle
polen van de meetkring (net) worden afgekoppeld.
Voor het gebruik van de METRISO C heeft u vier 1,5 V baby cell batterijen
nodig volgens IEC LR14. Gebruik uitlsuitend alkali-mangaan batterijen.
Oplaadbare NiCd- of NiMH-batterijen kunnen eveneens worden gebruikt.
Lees voor het laadproces en de laadadapter altijd hoofdst. 13.2 op pagina
26.
Vervang altijd een volledige set batterijen.
Verwijder de batterijen op milieuvriendelijke wijze.
Draai aan de achterzijde de twee spleetschroeven van het deksel van
het batterijvak los en neem het weg.
Plaats vier stuks 1,5 V baby cells correct gepoold in het apparaat en
let hierbij op de aangegeven symbolen. Begin met de twee batterijen
die voor de helft door de behuizing worden afgedekt.
Breng het deksel weer aan en draai het vast.
Let op!
!
Het apparaat mag niet worden gebruikt als het batterijdeksel niet
is aangebracht en vastgeschroefd!
3.3 Bedieningsmenu in een andere taal
Met behulp van de software update kunt u ook een andere taal dan de
meegeleverde taal voor het bedieningsmenu in het apparaat laden. Bij de
installatie van WinProfi worden de momenteel beschikbare talen aangebo-
den, siehe hoofdstuk 3.5.
3.4 Kies menu, ga naar de basisinstelling
Druk op de knop of om de gewenste meetfuncties, de apparaat-
instellingen of de databasefunctie in beeld te brengen.
START
START
GMC-I Messtechnik GmbH 7
Fabrieksinstellingen – voor het laatst verrichte instellingen
Hier kunt u aangeven of u wilt dat de menu’s conform de fabrieksinstellin-
gen verschijnen of dat altijd de voor het laatst opgeroepen menu’s moeten
verschijnen.
Druk op de knop Setup.
Druk eventueel op de knop Default:
on instellingen als T
on
(=20sec) worden bij het inschakelen terugge-
zet op de waarde van de fabrieksinstelling.
off de voor het laatst gekozen instellingen blijven behouden bij het
inschakelen.
Als u op de knop drukt, verlaat u het instelmenu.
Inschakelduur bepalen, handmatig uitschakelen
Druk op de knop Setup.
Druk de knop T
on
, en vervolgens de knop 10sec, 20sec, 30sec of 60sec
lang in, al naar gelang na welke duur u wilt dat de tester automatisch
wordt uitgeschakeld. U krijgt nog meer instelmogelijkheden in beeld
als u de scrollbar doorschuift met de knop of .
De instelling „>>>>>“ betekent “geen automatische uitschakeling”. De
betreffende keuze heeft grote gevolgen voor de levensduur van de
batterijen.
Als u op de knop drukt, verlaat u het instelmenu.
Het apparaat wordt handmatig uitgeschakeld als u de twee buitenste softkeyknop-
pen tegelijkertijd indrukt.
8 GMC-I Messtechnik GmbH
Achtergrondverlichting, contrast
Druk op de knop Display.
Om de levensduur van de batterijen te verlengen, kunt u de display-
verlichting helemaal uitzetten.
Druk daartoe telkens op de betreffende softkeyknop.
Als de LCD-verlichting geactiveerd is (= ON), wordt deze enkele seconden
nadat u voor het laatst een knop heeft ingedrukt automatisch uitgescha-
keld om het batterijenverbruik te verminderen. Zodra u opnieuw een knop
indrukt, gaat de verlichting weer aan.
Met de twee rechter knoppen kunt u het contrast optimaal instellen.
Als u op de knop START drukt, verlaat u het instelmenu en worden de
gegevens geaccepteerd.
Tijd instellen
Druk op de knop Time.
De prompt staat eerst op de eerste positie van de datum. Toets met
een softkeyknop het gewenste cijfer in.
Niet in beeld verschenen cijfers kunt u met de knop of in
beeld brengen. Telkens als u een cijfer heeft gekozen, springt de
cursor één positie verder naar rechts.
Als u het laatste cijfer heeft ingevoerd, wordt de datum en de tijd ge-
accepteerd.
Als u op de knop START drukt, verlaat u het instelmenu en worden de
gegevens geaccepteerd.
minder meer
Contrast
uit aan
LCD-verlichting
GMC-I Messtechnik GmbH 9
3.5 Software update laden, reportgegevens beheren
Als u een actuelere testersoftware wenst, kunt u deze in het apparaat
laden met het pc-programma WinProfi*. Hierbij wordt het bestand met de
gewenste softwareversie via de seriële interface overgedragen naar de
tester. De eerder geladen versie wordt hierbij overgeschreven.
Opmerking
Deze software biedt alle functies die u voor de communicatie tus-
sen METRISO C en pc nodig heeft. Een beschrijving van het pro-
gramma vindt u als online handbuch in het programma WinProfi.
Programma WinProfi
* WinProfi kan momenteel worden gebruikt tot Windows 7 (32 bit)
A Programma WinProfi op de pc installeren en starten
Download de software WinProfi van onze homepage: http://
www.gossenmetrawatt.com
( Producten Software Software voor testers WinProfi)
Pak het gecomprimeerde bestand „winprofi.zip“ uit.
Installeer de software op uw pc. Dit doet u door het bestand
Setup_WinProfi_Vx.xx.exe uit te voeren.
Kies de gewenste taal voor het programma WinProfi. Dit is tevens de
taal voor het bedieningsmenu van de tester.
Volg verder de instructies op het beeldscherm.
Na het installeren vindt u het programma in uw START-menu in de map ...
/WinProfi.
Maak een verbinding tussen uw pc en de tester METRISO C. Gebruik
daartoe de interfaceconverter IrDa-USB.
Start het programma WinProfi.
Zet de tester aan.
Stel de inschakelduur van de METRISO C in op „>>>>>“ zodat u vol-
doende tijd heeft voor de instellingen in WinProfi en voordat de tester
weer automatisch wordt uitgeschakeld, zie hoofdstuk 3.4.
Handboek tonen of printen
Hier vindt u informatie over het pc-programma die niet in deze gebruiks-
aanwijzing staat.
10 GMC-I Messtechnik GmbH
B Voorwaarde voor de software update of gegevensuitwisseling
De interface zoeken waarop de tester METRISO C is aangesloten.
Opmerking
Start deze functie altijd eerst voordat u een update verricht of
reportsjablonen wijzigt.
WinProfi laadt met deze functie de noodzakelijke reportbestanden
specifiek voor het aangesloten apparaat.
Aangezien WinProfi is geschreven voor meerdere types testers,
krijgt u anders mogelijk niet de juiste meetrapporten of opties aan-
geboden.
Informatie over de actuele software versie
C Een software update overdragen naar de tester
PC: Kies de functie Alles actualiseren in het menu Update. Volg de in-
structies op de monitor.
De overdrachtsduur bedraagt al naar gelang de computer 1 á 2 minuten.
De LED NET op de tester METRISO C licht groen op en meldt hiermee dat het apparaat
klaar is voor ontvangst. Als het synchroniseren tussen de tester en de pc correct is, licht
deze LED geel op. Tijdens de programmeersequenties lichten de LED’s LIMIT en U>25V
afwisselend rood op en licht de LED NET geel op. Als de overdracht is voltooid, licht de
LED NET even groen op en daarna gaan alle LED’s uit.
Op de pc verschijnt de mededeling „Operatie voltooid“.
Let op!
!
Tijdens de overdracht mag de tester in geen geval worden uitge-
schakeld en mag evenmin de verbinding met de pc worden on-
derbroken!
GMC-I Messtechnik GmbH 11
D Reportgegevens beheren
Maak een verbinding tussen uw pc en de tester METRISO C. Gebruik
daartoe de interfaceconverter IrDa-USB.
Start het programma WinProfi.
Zet de tester aan.
Stel de inschakelduur van de METRISO C in op „>>>>>“ zodat u vol-
doende tijd heeft voor de instellingen in WinProfi en voordat de tester
weer automatisch wordt uitgeschakeld, zie hoofdstuk 3.4.
Bestand verzenden of ontvangen
Gegevens printen
Reportsjablonen bewerken of verzenden
6
3
5
2
1
4
12 GMC-I Messtechnik GmbH
4 Bediening algemeen
De testkabels worden aangesloten op de connectoren „+“ en „COM“.
Bij het meten van het afleidend vermogen van
vloerbedekking voor wat betreft elektrostatische
ladingen moet u op de connectoren COM en
SHIELD bovendien de afgeschermde kabel aan-
sluiten (toebehoren KS-C „Kabelset, bestaande
uit meetkabel en hochohmige meetdraad voor
METRISO C, voor metingen binnen het G-
bereik“, zie het aansluitdiagram).
Houdt u zich aan de gekleurde toewijzing!
4.1 Automatisch instellen, bewaken en uitschakelen
Het apparaat kan niet in gebruik worden genomen of het wordt onmiddel-
lijk uitgeschakeld als de batterijspanning onder de geoorloofde grens-
waarde komt. De meting wordt automatisch afgebroken c.q. het meet-
proces wordt geblokkeerd bij ongeoorloofde spanning binnen het weer-
standsmeetbereik (U > 25 V). Het apparaat schakelt zichzelf ten vroegste
aan het einde van een (automatische) meetprocedure en na afloop van de
opgegeven inschakelduurzie hoofdstuk 3.4 automatisch uit. De inschakel-
duur wordt weer met de in de setup ingestelde tijd verlengd, als één van
de knoppen wordt ingedrukt.
Functies lampjes
4.2 Meetwaardeindicatie
Op het LCD-display wordt het volgende weergegeven:
meetwaarden met hun korte aanduiding en eenheid,
de gekozen functie.
Bij de automatische meetprocedures worden de meetwaarden opgesla-
gen tot aan de start van een andere meetprocedure of totdat het apparaat
zichzelf uitschakelt en verschijnen deze hierbij als digitale waarden in
beeld.
Als de eindwaarde van het meetbereik wordt overschreden, dan wordt de
eindwaarde weergegeven met het vooraf geplaatste „>“ (groter dan) sym-
bool. Hiermee wordt een meetwaardeoverloop aangegeven.
4.3 Helpfunctie
Voor elke basis- en subfunctie kunt u, nadat u ze in het betreffende menu
heeft gekozen, de bijbehorende helptekst laten weergeven op LCD-display.
Druk op de knop om de helptekst op te roepen.
Om de helpfunctie te verlaten drukt u op een willekeurige knop.
Lampje Toestand Functie
rood
Potentiaalverschil 150 V
tussen vingercontact en meetingang
Net
Mains
knippert
rood
Er is sprake van net- of stoorspanning op de meetingangen
(isolatieweerstands- en laagohmmeting zijn geblokkeerd)
LIMIT rood
De gemeten isolatieweerstand heeft de ingestelde grens-
waarde onderschreden.
De gemeten laagohmige weerstand heeft de geoorloofde
grenswaarde overschreden.
U>25V rood
Op de meetingangen ligt een spanning van > 25 V.
Het ontladingsproces is nog niet beëindigd.
COM
SHIELD
+
KS-C
(Z541F)
i
GMC-I Messtechnik GmbH 13
5 Isolatieweerstanden meten
Isolatieweerstanden kunnen alleen op spanningsvrije objecten worden
gemeten. Als er net- of stoorspanning op de meetingangen ligt, dan wordt
de isolatieweerstand niet gemeten en brandt het lampje Net/Mains.
Opmerking
De meetdraden controleren
Vóór de isolatiemeting moet door middel van kortsluiten van de
meetdraden met de meetpennen gecontroleerd worden, of het
apparaat vrijwel nul aangeeft (zie hoofdstuk 9). Hiermee kunt u
een onderbreking in de meetdraden constateren, die een hoge
isolatieweerstand fingeert.
Druk op de knop R
ISO
.
De op dit moment gekozen testspanning (nominale spanning) verschijnt
tussen R
ISO
en U
ISO
.
Kies eventueel een andere testspanning. Hiervoor drukt u op U
ISO
en
kiest u vervolgens de gewenste testspanning.
Sluit het te testen object aan op de connectoren + en COM.
Verricht de meting met een druk op de knop START .
Let op!
!
Raak de aansluitcontacten van het apparaat niet aan als er een
isolatieweerstandsmeting loopt!
Opmerking
Drie fasen draaistroomsysteem
Alle leidingen (L1, L2, L3 en N) moeten ten opzichte van PE wor-
den gemeten!
Als de aansluitcontacten vrij zijn of als ze voor meting zijn aangesloten op
een ohmse verbruiker, dan zou er bij een spanning van 1000 V een
stroom van ca. 1 mA door uw lichaam stromen.
Deze stroomstoot bereikt geen levensgevaarlijke waarde. Door de duide-
lijk voelbare stroomstoot loopt u echter wel kans op lichamelijk letsel (bv.
als gevolg van een schrikreactie enz.).
Capacitieve meetobjecten
Let op!
!
Als u aan een capacitief object meet, b.v. aan een lange kabel,
dan zal deze zich tot op ca. 1000 V opladen!
Het aanraken ervan is dan levensgevaarlijk!
Als u aan capacitieve objecten de isolatieweerstand heeft gemeten, dan
ontlaadt het meetobject zich automatisch via het apparaat nadat u de
knop START heeft losgelaten. Er moet contact blijven bestaan met het
object.
Koppel de aansluiting pas los als op het display U
ISO
< 25 V verschijnt.
Opmerking
Bij de isolatieweerstandsmeting worden de batterijen van het
apparaat zwaar belast. Druk op de knop START totdat de weergave
stabiel is. Niet langer.
14 GMC-I Messtechnik GmbH
5.1 Meting met variabele testspanning
Voor metingen aan gevoelige onderdelen en aan installaties met span-
ningsbegrenzende onderdelen, kunt u bij U
VAR.
een DC-testspanning
instellen binnen het bereik van 50.0 1000 V.
Kies in het menu U
ISO
met of de functie U
VAR
en druk op de
knop U
VAR
.
Om de gewenste waarde in te voeren:
Breng het gewenste cijfer en eventueel de decimale punt met of
in beeld en kies deze vervolgens met de betreffende softkey-
knop. Telkens als u iets invoert, springt de cursor één positie verder
naar rechts. Na het invoeren van maximaal 3 cijfers verlaat u het in-
voermenu met een druk op de softkeyknop .
Als de ingetoetste spanning buiten het geldige bereikt ligt, dan springt
de cursor terug naar de invoerpositie van het eerste cijfer.
Als u de volledige waarde heeft ingevoerd en bevestigd heeft met
START verschijnt U
VAR
tussen R
ISO
en U
ISO
in beeld.
Het verdere verloop van de meting is hetzelfde als bij de meting met
standaard ingestelde nominale spanningen.
5.2 Meting met stijgende testspanning
De functie „U “ is bedoeld voor het opsporen van zwakke plaatsen in de
isolatie en voor het bepalen van de aanspreekspanning van spanningsbe-
grenzende bouwelementen.
Kies in het menu U
ISO
met of de functie U en druk op de
knop U .
Zolang u de knop START ingedrukt houdt, wordt de testspanning continu
verhoogd. De isolatiemeting gaat van start:
zodra de eindspanning (= variabele testspanning, zie hoofdstuk 5.1) is
bereikt of
zodra u de knop START loslaat
(bij weergave van de gewenste spanning), of
zodra er een beproevingsstroom stroomt
(b.v. na een overslag bij de doorslagspanning).
In beeld verschijnt de testspanning, een eventueel aanwezige aanspreek-
en doorslagspanning alsook de isolatieweerstand.
5.3 Instellen van de grenswaarde
U kunt de grenswaarde van de isolatieweerstand instellen met de knop
LIMIT. Als er meetwaarden voorkomen die onder deze grenswaarde liggen,
dan brandt de rode LED LIMIT.
START
START
GMC-I Messtechnik GmbH 15
6 Databasefuncties
Bij elke meting kunt u de aangegeven meetgegevens met of zonder com-
mentaar in een interne database bewaren. Om de afzonderlijke meet-
waarden te kunnen toewijzen aan verschillende gebouwen, verdelers en
meetkringen, moet u eerst op een specifiek geheugenadres een datare-
cord aanmaken.
6.1 Een datarecord aanmaken – Functie Data
Kies Data.
Met behulp van de softkeys maakt u allereerst het gewenste geheu-
genadres aan. Als u bevestigt met een druk op de knop START (pre-
cies in het midden indrukken), springt de prompt naar de eerste
invoerpositie (GEBOUW).
Met de softkeys kunt u dan achtereenvolgens de datavelden GEBOUW,
VERDeler, FI-nr. en stroomKRING alsook de naam van de stroomkring in-
voeren.
Gegevens invoeren:
Breng daartoe met of het gewenste alfanumerieke teken in
beeld en kies dit vervolgens met de betreffende softkeyknop.
De besturingssymbolen voert u op dezelfde wijze in en ze hebben de
volgende betekenis:
 De prompt naar links bewegen (zonder te wissen)
 De prompt naar rechts bewegen (zonder te wissen)
 identiek met de knop START
Telkens als u een symbool heeft gekozen, springt de cursor één posi-
tie verder naar rechts. Met of START (precies in het midden indruk-
ken) springt de prompt naar het volgende veld. Als u de velden
GEBOUW, VERDeler, FI-nr. en stroomKRING heeft ingevuld en bevestigdd
heeft met , worden deze geïnverteerd weergegeven. Als u opnieuw
op heeft gedrukt, kunt u de benaming voor de actuele stroomkring
invoeren.
Opmerking
De pc-software heeft deze waarden nodig om de meetwaarden in
de database te zetten om daarmee automatisch reports te kunnen
genereren.
16 GMC-I Messtechnik GmbH
6.2 Meetwaarden opslaan – functie STORE
Start de betreffende meting. Na de meting verschijnt in de plaats van
de knop INFO de knop STORE in beeld.
Bij metingen die reeds plaatsvinden zonder de knop START, b.v. zoals
bij de spanningsmeting, verschijnt de knop STORE pas na enige tijd in
beeld. Hierdoor krijgt u de mogelijkheid om eerst met de knop INFO de
helptekst op te roepen.
Als u even op de knop STORE drukt, bewaart u daarmee de aangege-
ven meetwaarden op het op dat moment gekozen geheugenadres
van de database. Tijdens het bewaren verschijnt deze knop even ge-
ënverteerd in beeld.
Als u de STORE iets langer indrukt, kunt u een commentaar invoeren en
kunt u de actuele meting bewaren.
Commentaar invoeren:
Breng daartoe met of het gewenste alfanumerieke teken in
beeld en kies dit vervolgens met de betreffende softkeyknop.
De besturingssymbolen voert u op dezelfde wijze in en ze hebben de
volgende betekenis:
 achterwaarts wissen
 identiek met de knop START
Telkens als u een symbool heeft gekozen, springt de cursor één posi-
tie verder naar rechts. U kunt reeds ingetoetste symbolen achter-
waarts wissen door een willekeurige softkeyknop (behalve de
controltoets ) iets langer ingedrukt te houden.
Als u maximaal 15 symbolen heeft ingevoerd, bewaart u de meet-
waarden en het commentaar door te bevestigen met START (precies in
het midden indrukken). De volgende melding verschijnt in beeld: „Ge-
gevens worden bewaard“.
Opmerking
In de meetrapporten van de analysesoftware (b.v. PS3) zijn er
aparte velden voor de meetwaarden R
ISON
(zonder belasting) en
R
ISOL
(met belasting). Om er voor te zorgen dat de analysesoft-
ware kan bepalen, welke waarde voor de report bewaard moet
worden, voert u als eerste symbool een „N“ in als het R
ISON
resp.
meting zonder belasting betreft. Voor de rest worden de meet-
waarden automatisch bewaard als R
ISOL
resp. met belasting.
6.3 Gegevensrecords oproepen – functie View
Kies View.
Met kunt u in de geheugenadressen vooruit bladeren en met
kunt u terugbladeren.
Binnen het gekozen geheugenadres kunt u met de knoppen Prev. en
Next de afzonderlijke gegevensrecords oproepen die met een doorlo-
pend nummer zijn bewaard.
START
START
GMC-I Messtechnik GmbH 17
Als u constateert dat een meetwaarde bij de momenteel gekozen stroom-
kring ontbreekt, dan kunt u deze meting meteen nog verrichten.
6.3.1 Een datarecord binnen een geheugenadres wissen – functie View
Druk op de knop Del. Er komt geen veiligheidsvraag.
De nummering van de gegevensrecords verandert, zodra er losse ge-
gevensrecords worden gewist.
6.3.2 Een geheugenadres wissen – functie Data
Kies Data.
Toets voor GEBOUW, VERDeler, FI-nr. en stroomKRING achtereenvolgens al-
leen maar blanks in. Als u deze invoervelden volledig heeft ingevuld,
verschijnen deze vier velden geïnverteerd in beeld.
Bevestigen nu met START (precies in het midden indrukken). De gege-
vens van dit geheugenadres worden gewist.
START
18 GMC-I Messtechnik GmbH
6.3.3 Alle geheugenadressen wissen – functie Data
In het geheugen passen maximaal 250 gegevensrecords. Het geheugen
is vol als de rechthoek rechts van de parameter „GEHEUGEN:“ gevuld is. U
kunt het volledige geheugen d.w.z. alle gegevensrecords op alle geheuge-
nadressen in één keer wissen. Wij raden u aan om de gegevens eerst op
een pc te zetten en er op de pc een backup van te maken.
Kies Data.
Toets als geheugenadres „000“ in. Als u met een druk op de knop
START bevestigt, (precies in het midden indrukken), komt er een veilig-
heidsvraag.
Als u O en K tegelijkertijd indrukt, worden alle bewaarde gegevens ge-
wist. De balk rechts van de parameter „GEHEUGEN:“ verschijnt leeg in
beeld. Links verschijnt het geheugenadres „001“ in beeld. Nu kunt u
de gegevens voor dit eerste adres opnieuw invoeren of de database
verlaten (9 x resp. 9 x START).
Als bij het inschakelen van de tester de bovenstaande melding verschijnt,
dan heeft u de mogelijkheid om allereerst van alle gegevens een backup
op uw pc te maken voordat u de database definitief wist om de fout op te
lossen.
6.4 Printfunctie
Functies waarvan de symbolen grijs of slechts zwak gerasterd in beeld
verschijnen, zijn pas beschikbaar na de volgende software update.
3x
+
+
GMC-I Messtechnik GmbH 19
7 Het meten van wisselspanningen
Met deze tester kunt u sinusvormige wisselspanningen meten met een
frequentie tussen 40 en 200 Hz.
Druk op de knop U~/f.
Tast het meetpunt af met de twee meetpennen.
Opmerking
De ingangsweerstand binnen het spanningsbereik bedraagt
5M
8 Temperatuuur- en vochtmeting met adapter Z541A als toebehoren
Met de gecombineerde temperatuur- en vochtmeetadapter kunt u tempe-
raturen meten tussen –10,0 C en +50,0 C en vocht meten tussen
10,0 en 90,0.
Verbind de temperatuur- en vochtmeetadapter met de IR-interface
van de tester, zie de tekening op pag. 2: Plaats daartoe de geleider
van de adapter in de daarvoor bedoelde opening op de kop van de
tester ter hoogte van de opening en wel zodanig dat de adapter mid-
den op de behuizing op de twee rubber buffers ligt. Schuif de adapter
nu naar onder, zodat hij goed gefixeerd wordt.
Druk op de knop T/F
REL
. De adapter wordt ingeschakeld door de inter-
face.
Kies met de betreffende knop de gewenste temperatuureenheid C of
F. De temperatuur en de vochtigheid worden meteen aangegeven.
Om de adapter sneller in te stellen op het actuele binnenklimaat raden
wij u aan om de tester met adapter gedurende enkele seconden heen
en weer te bewegen. Op die manier kan de luchtstroom sneller via de
openingen in de adapterbehuizing binnendringen. Als u dit niet doet,
wordt de ingependelde status pas na enkele minuten bereikt.
Als u overschakelt naar een andere functie wordt de adapter weer uit-
geschakeld.
De meetwaarden worden slechts om de 5 s geactualiseerd om de
batterijen van de adapter te ontlasten.
Displayweergave op de tester
Als op het display „———“ verschijnt, dan kan dit de volgende oorzaken
hebben:
Inval van zonlicht
De batterijen in de adapter Z541A zijn leeg
De adapter is niet goed aangebracht of defect
Om te voorkomen dat de adapter per ongeluk wordt ingeschakeld (met
infrarood!), mag de adapter Z541A niet worden blootgesteld aan intensief
zonlicht (levensduur van de batterijen!).
20 GMC-I Messtechnik GmbH
9 Laagohmige weerstanden meten (tot 100 Ohm)
Het meten van laagohmige weerstanden van aardleidingen, aardgeleiders
of potentiaalvereffeningsleidingen moet volgens de voorschriften worden
gedaan met (automatische) ompoling van de meetspanning of met
stroomloop in de ene (+pool op PE) of in de andere richting (–pool op PE).
Let op!
!
Laagohmige weerstanden kunnen alleen op spanningsvrije objec-
ten worden gemeten.
Let op!
!
Om er voor te zorgen dat de meting gestart kan worden, moet u eerst de
meetpennen op het meetobject plaatsen.
Als het meetobject onder spanning staat of als de weerstand meer dan
100 bedraagt, dan wordt de meting niet verricht.
Automatische meetompoling – functie AUTO
Na het starten van de meetprocedure meet het apparaat bij automatische
ompoling eerst in de ene en dan in de andere stroomrichting.
In beeld verschijnt altijd de grootste gemeten weerstandswaarde. Voor-
waarde is wel dat AUTO onder R
LO
in beeld verschijnt. Als in plaats van
AUTO de waarde RLO/+ of RLO/– in beeld verschijnt, dan moet u op de
knop  in de menubalk drukken en dan op AUTO
Weerstanden die pas na een „inpendeling“ een stabiele waarde bereiken,
mag u niet meten met automatische ompoling. De meting met automati-
sche ompoling kan leiden tot verschillende en te hoge meetwaarden
waardoor de gegevens op het display niet eenduidig zijn.
Meting met +pool op PE of met –pool op PE
Om te controleren of het resultaat los staat van de stroomrichting, kunt u
de meting voor beide stroomrichtingen apart verrichten. Druk daartoe op
de knop  in de menubalk en dan op + of –, al naar gelang de gewenste
stroomrichting.
Verschillen in de resultaten wijzen op spanning op het meetobject
(b.v. thermospanning of elementspanning).
Vooral in installaties waarin de beveiligingsmaatregel „overstroombeveili-
ging“ (vroeger nulstelling) zonder gescheiden aardleiding wordt toege-
past, kunnen de meetresultaten worden vervalst door parallel gescha-
kelde impedanties van gebruiksstroomkringen en door compensatiestro-
men. Ook weerstanden die tijdens de meting veranderen (b.v.
inductiviteiten) of ook een slecht contact kunnen de oorzaak zijn van een
verkeerde meting.
Weerstanden waarvan de waarden bij een meting kunnen veranderen zijn
bijvoorbeeld:
weerstanden van gloeilampen waarvan de waarden veranderen op
basis van de opwarming door de meetstroom
weerstanden met een hoog inductief aandeel
Om ervoor te zorgen dat u concrete meetresultaten krijgt, moet de oor-
zaak van de fout worden gevonden en verholpen.
Bij de weerstandmeting worden de batterijen van het apparaat zwaar
belast. Druk bij een continue meting slechts zo lang op de knop START als
nodig is voor de meting.
START
GMC-I Messtechnik GmbH 21
9.1 Rekening houden met de meetleidingen en de verlengkabels (tot 10 Ohm)
De ohmsche weerstand van meet- en eventuele verlengkabels kan auto-
matisch worden afgetrokken van het meetresultaat. Ga hiervoor als volgt
te werk:
Druk op de knop  in de menubalk.
Sluit de twee meetpennen van de meet- en de verlengkabels kort.
Druk op de knop Offset. De weerstand van de toevoerleiding verschijnt
achter Offset.
Sluit nu het meetobject aan.
Start de laagohmige meting met START. De aangegeven waarde R
LO
is
de meetwaarde waarbij reeds is rekening gehouden met de weer-
stand van de toevoerleiding R
Offset
resp. deze reeds is afgetrokken.
Opmerking
De bewaarde weerstand van de toevoerleiding R
Offset
wordt
gewist als het meetapparaat (automatisch) wordt uitgeschakeld
of als de batterijen worden vervangen.
9.2 Instellen van de grenswaarde
U kunt de grenswaarde van de weerstand instellen met de functie „LIMIT“.
Als er meetwaarden voorkomen die boven deze grenswaarde liggen, dan
brandt de rode LED LIMIT.
22 GMC-I Messtechnik GmbH
10 Aanraakstroom meten
Door het meten van de aanraakstroom kunt u het bewijs leveren van
spanningsvrijheid (DIN VDE 0701 deel 240).
Druk op de knop I
B
.
Contacteer het meetpunt met de meetpen die aangesloten is op de
+pool en verbind de COM-aansluiting met een aardleiderpotentieel.
Spanning op het meetobject U
B
< 25 V
Om de meting te starten, drukt u even op de knop START.
De aanraakstroom I
B
wordt gemeten en verschijnt in beeld.
Spanning op het meetobject U
B
< 25 V
Om de meting te starten, drukt u even op de knop START.
De aanraakspanning U
B
wordt gemeten en verschijnt in beeld.
Als u de knop START iets langer indrukt houdt, wordt I
B
gemeten en ver-
schijnt het in beeld.
10.1 Instellen van de grenswaarde
U kunt de grenswaarde van de aanraakstroom instellen met de knop LIMIT.
Als er meetwaarden voorkomen die boven deze grenswaarde liggen, dan
brandt de rode LED LIMIT.
START
START
START
GMC-I Messtechnik GmbH 23
11 Technische karakteristieken
1)
met externe adapter Z541A als toebehoren
2)
DC nominale spanning = U
N
+(0 15%)
3)
bij nominale weerstand R
N
= 1000 /V
Referentieomstandigheden
Omgevingstemperatuur + 23 C 2K
Relatieve luchtvochtigheid
40 60%
Batterijspanning 5,5 V 1%
Frequentie van de
meetgrootheid 50 Hz 0,2 Hz
Curvevorm netspann. Sinus, afwijking tussen effectieve richtwaarde en
gelijkrichtwaarde < 1%
Voeding
Batterijen 4 stuks 1,5 V-baby cells (4 x C-size)
(alkali-mangaan conf. IEC LR14)
of 4 NiCd-batterijen
Nominaal gebruiksbereik
4,6 6,5 V
Batterijtest Symbolische weergave
Batterijbesparings-
schakeling De displayverlichting kan worden uitgeschakeld.
De tester schakelt zichzelf
10 60 seconden na het laatste keer indruk-
ken van een knop automatisch uit.
De inschakelduur kan zelf gekozen worden door
de gebruiker.
Gebruiksduur voor R
ISO
(1000 V/1 M), R
LO
bij 20 s inscha-
kelduur en telkens één meting met een duur van
5 s
– met een set batterijen (alkali-mangaan):
1600 metingen
– met een batterijenset (2200 mAh):
1000 metingen
Beveiligingsuitschakeling
Het apparaat schakelt zich uit bij lage voedings-
spanning en kan niet meer worden ingescha-
keld.
Meetgroot-
heid
Weergavebereik meetstroom Meetbereik Nom. waarden / impedantie Intrinsieke onveiligheid
Gebruiks-
meetonzekerheid
R
ISO
000 k 99,9 G 1 mA
3)
20 k 10,0 G U
N
= 100 V
2)
(5% v.d.m. + 3 D) (7% v.d.m. + 3 D)
0,20 M 10,0 G U
N
= 250/500/1000 V
2)
(5% v.d.m. + 3 D) (7% v.d.m. + 3 D)
> 10,0 G 99,9 G
U
N
= 100/250/500/1000 V
2)
(8% v.d.m. + 3 D) (10% v.d.m. + 3 D)
U
ISO
000 V 1,20 kV 50 1,00 kV 5 M(2,5% v.d.m. + 3 D) (5% v.d.m. + 3 D)
U~ 00,0 V 500 V 10 500 V 5 M(2,5% v.d.m. + 3 D) (5% v.d.m. + 3 D)
f 15,0 400 Hz 45 200 Hz 5 M(0,5% v.d.m. + 2 D) (1% v.d.m. + 2 D)
R
LO
0,00 9,99 I
N
200 mA 0,15 10
U
0
= 4,5 V
(2,5% v.d.m. + 3 D) (5% v.d.m. + 3 D)
> 10,0 99,9 > 10 100 (8% v.d.m. + 3 D) (10% v.d.m. + 3 D)
I
B
0,00 9,99 mA 0,1 10 mA AC 2 k(5% v.d.m. + 3 D) (6% v.d.m. + 3 D)
T
1)
10,0 +50,0 C0 +40 C 2 C
F
rel
1)
10,0 90,0% 20 80% 5%
Fase meten LED PE > 100 V 100 500 V > 100 M/50 Hz
24 GMC-I Messtechnik GmbH
Laadaansluiting In het apparaat geplaatste oplaadbare batterijen
kunnen rechtstreeks worden opgeladen als de
laadadapter NA102 (Z501N) wordt aangesloten
op de laadaansluiting
Overbelastbaarheid
R
LO
Een elektronische beveiliging voorkomt het
inschakelen als er sprake is van stoorspanning.
U~ 500 V~ continu
Elektrische veiligheid
Norm IEC 61010-1:2010, EN 61010-1:2010
VDE-Bepaling VDE 0411 deel 1, 2011
Beschermingsklasse II
Verontreinigingsgraad 2
Meetcategorie Isolatiemeting –1000 V DC – geen overspanning
spanningsmeting – 500 V – CAT II
Zekeringen FF0,315-1000G
Elektromagnetische compatibiliteit EMC
Storingsuitzending EN 61326-1:2006 klasse B
Storingsbestendigheid
EN 61326-1:
2006
Omgevingsomstandigheden
Nominale temperaturen 0 ... +40 C
Bedrijfstemperaturen 10 ... +50 C
Bewaartemperaturen 20 ... +60 C (zonder batterijen)
Relatieve luchtvochtigheid
tot 75% (max. 85% bij opslag/transport),
condens moet worden uitgesloten
Hoogte boven NAP max. 2000 m
Plaats van gebruik in binnenruimte; daarbuiten: alleen binnen de
aangegeven omgevingsomstandigheden
Mechanische opbouw
Display Meervoudig display met puntmatrix
128 x 64 punten (65 mm x 38 mm), verlicht
Afmetingen 275 mm x 140 mm x 65 mm
Gewicht ca. 1,2 kg met batterijen
Beschermingsgraad Behuizing IP 52 volgens DIN VDE 0470 deel 1/
EN 60529 met drukcompensatiemembraan van
microporeuze ePTFE, niet-verouderend, 8
mm in het batterijdeksel
Tabellenuittreksel voor de betekenis van de IP-code
Data-interface
Type Infraroodinterface (SIR/IrDa)
bidirectioneel, halfduplex
Formaat 9600 Baud, 1 startbit, 1 stopbit, 8 databits,
geen parity, geen handshake
Reikwijdte max. 10 cm, aanbevolen afstand: < 4 cm
Aangegeven waarden met inachtneming van de meetafwijking bij gebruik
Tabel ter bepaling van de minimale weergavewaarden voor de isolatieweer-
stand met inachtneming van de meetafwijking bij gebruik van het apparaat.
IP XY
(1e cijfer X)
Bescherming tegen binnen-
dringende vaste deeltjes
IP XY
(2e cijfer Y)
Bescherming tegen binnen-
dringend water
2 12,5 mm
2Druppels (15 hellinghoek)
3 2,5 mm
3 Sproeiwater
4 1,0 mm
4 Spatwater
5 Stofbestendig 5 Waterstraal
6 Stofdicht 6 Sterke waterstraal
Grenswaarde
Minimale
weergavewaarde
Grenswaarde
Minimale
weergavewaarde
020 k 025 k
100 k 111 k 100 M 111 M
200 k 219 k 200 M 219 M
500 k 541 k 500 M 541 M
0,20 M 0,25 M
0,50 M 0,57 M
1,00 M 1,11 M 1,00 G 1,11 G
2,00 M 2,19 M 2,00 G 2,19 G
5,00 M 5,41 M 5,00 G 5,41 G
10,0 M 11,1 M 10,0 G 11,1G
20,0 M 21,9 M 20,0 G 22,6 G
50,0 M 54,1 M 50,0 G 55,9 G
GMC-I Messtechnik GmbH 25
Tabel ter bepaling van de maximale weergavewaarden voor laagohmige
weerstanden met inachtneming van de meetafwijking bij gebruik van het
apparaat.
12 Lijst van de korte aanduidingen en hun betekenis
Spanning
U Testspanning resp. nominale spanning
U
ISO
stijgende testspanning voor de isolatiemeting
U~ gemeten spanning (sinusvormige wisselspanning)
Temperatuur, luchtvochtigheid
T / Temperatuur
F
REL
Relatieve luchtvochtigheid
Weerstand, aanraakstroom
LIMIT Grenswaarde van de isolatieweerstand, van de laagohmige
weerstand of van de aanraakstroom
Offset Correctiewaarde van de weerstand voor meetleidingen
R
ISO
Isolatieweerstand
R
LO
Laagohmige weerstand (leidingsweerstand)
13 Onderhoud
13.1 Zelftest
Start de zelftest met de knop Test vanuit het hoofdmenu. De test
duurt enkele seconden.
In de twee kopregels verschijnt de volgende informatie:
Type/Cal: Het apparaattype/de datum van de laatste kalibratie (afstem-
ming)
Versie: De softwareversie en de aanmaakdatum
De zelftests van de posities Chksum (checksum) t/m LED vinden achter-
eenvolgens automatisch plaats en worden aangevinkt of worden - als ze
mislukt zijn - gemarkeerd met een liggend streepje.
Chksum1/2: de statusweergaven van de interne meting (de test moet altijd
worden afgesloten met een vinkje). Anders mag het meet- en
testapparaat niet meer voor metingen worden gebruikt.
Neem in dit geval a.u.b. contact op met ons service center.
Relais: elk relais schakelt twee maal.
LED: de lampjes U, LIMIT en NET/MAINS knipperen twee maal
rood. Het lampje PE kan niet automatisch gecontroleerd wor-
den!
Zodra de tests uit de linker kolom zijn verricht, moet u de volgende tests
handmatig starten.
Grenswaarde
Maximale
weergavewaarde
Grenswaarde
Maximale
weergavewaarde
0,15 0,11
0,20 0,16 5,00 4,72
0,50 0,44 10,0 9,47
1,00 0,92 20,0 17,7
2,00 1,87 50,0 44,7
26 GMC-I Messtechnik GmbH
Positie Illum: druk twee maal op de knop test om de verlichting in en uit
te schakelen.
Positie Display: ter controle van de weergave-elementen drukt u na elk
testbeeld op de knop test.
Keytest: Verricht de knoppentest door elke softkeyknop één maal in te
drukken en door de startknop in alle drie standen één maal in te druk-
ken. In het knoppenpictogram worden de reeds ingedrukte knoppen
gevuld weergegeven.
Afzonderlijke tests kunnen worden overgeslagen als u vóór het starten van
de betreffende test op de knop skip drukt. Deze worden dan - net als bij
mislukt - gemarkeerd met een liggend streepje.
13.2 Gebruik op (oplaadbare) batterijen
Als het batterijensymbool nog maar één segment heeft, dan moet u de batterijen-
set vervangen door een nieuwe of moet u de oplaadbare batterijenset opladen.
Kijk met korte tussenpozen regelmatig of na langdurige opslag van uw
apparaat of de (oplaadbare) batterijen niet zijn uitgelopen. Als de (oplaad-
bare) batterijen zijn uitgelopen, moet u, voordat u nieuwe (oplaadbare)
batterijen in het apparaat plaatst, het elektrolyt met een vochtige doek
voorzichtig en volledig verwijderen.
Opmerking: Wij raden u aan om vóór langdurige gebruikspauzes (bijv.
vakantie) de (oplaadbare) batterijen uit het apparaat te nemen. Hiermee
voorkomt u volledige ontlading of uitlopende batterijen hetgeen in ongun-
stige omstandigheden tot beschadiging van uw apparaat kan leiden.
Laadproces
Let op!
!
Gebruik uitsluitend de laadadapter NA102 (artikelnr. Z501N) met
veilige elektrische scheiding en de secundaire nominale gegevens
9 V DC om de oplaadbare batterijen op te laden.
Voordat u de laadadapter aansluit op de laadaansluiting moet u
het volgende controleren:
de oplaadbare batterijen, geen normale batterijen, moeten zijn aangebracht
– het apparaat is op alle polen van de meetkring gescheiden,
– op het laadapparaat is de keuzeknop voor spanning ingesteld
op 9 V.
Sluit de laadadapter NA102 met de 3,5 mm jack plug aan op de laadaan-
sluiting.Stel de keuzeschakelaar voor spanning op de NA102 in op 9 V.
Zet de tester aan.
De tester herkent zelf dat er een laadadapter is aangesloten en start het
laadproces. Tijdens het laadproces verschijnen de 5 segmenten van het
batterijensymbool voortdurend van links naar rechts in beeld en verdwij-
nen weer.
Ontladen oplaadbare batterijen moeten ca. gedurende 14 uur worden
opgeladen. Als de oplaadbare batterijen volledig zijn ontladen, kunt u de
tester niet inschakelen. Laat de tester ca. 30 min. lang met ingestoken
laadadapter ingeschakeld liggen en ga dan te werk zoals in het boven-
staande beschreven.
13.3 Batterijwissel bij de temperatuur- en vochtmeetadapter Z541A
Om de batterijen te vervangen, moet u het onderste gedeelte van de
behuizing van het deksel van de behuizing af halen.
Draai daartoe de schroef aan de bodem van de behuizing los en
neem het deksel van de behuizing er af.
Plaats twee 1,5 V ladycellen van het type LR1 (maat N) in het batterij-
envakje en let hierbij op de aangegeven polariteitssymbolen.
Breng het deksel van de behuizing weer aan – de opening van de
bodem van de behuizing en de schroefdraad van het deksel waar de
schroef in past, moeten op elkaar – en druk er op totdat het vastklikt.
Draai de schroef weer voorzichtig vast.
13.4 Zekeringen
Als een zekering door overbelasting doorslaat, dan verschijnt hiervoor een
foutmelding op het LCD-displayveld. De spanningsmeetbereiken van het
apparaat blijven echter werken.
Let op!
!
Koppel het apparaat van de meetkring af voordat u de afsluitkap
van de zekering openmaakt om de zekering te vervangen!
GMC-I Messtechnik GmbH 27
Zekering vervangen
Open met een geschikt gereedschap (b.v. een schroevendraaier) de afsl-
uitkap van de zekering door er op te drukken en ze naar links te draaien.
Let op!
!
Verkeerde zekeringen kunnen het meetapparaat zwaar beschadigen.
Uitsluitend originele zekeringen van GMC-I Messtechnik GmbH
garanderen vanwege de juiste reactie-eigenschappen de vereiste
bescherming (artikelnr. 3-578-222-02).
Het is verboden om zekeringen te overbruggen resp. te repare-
ren! Als u zekeringen gebruikt met een andere nominale stroom,
een ander schakelvermogen of een andere spreekkarakteristiek,
bestaat de kans dat het apparaat beschadigd wordt!
Verwijder de defecte zekering en vervang ze door een nieuwe. Reser-
vezekeringen vindt u in het batterijenvakje.
Breng de afsluitkap met de nieuwe zekering weer aan en vergrendel
de kap door hem naar rechts te draaien.
Breng het batterijdeksel weer aan en draai het vast.
13.5 Behuizing
De behuizing vergt geen speciaal onderhoud. Zorg ervoor dat het opper-
vlak schoon is. Gebruik voor het reinigen een licht vochtige doek. resp.
een kunststofreiniger. Gebruik geen poets-, schuur- en oplosmiddelen.
Terugname en milieuvriendelijke verwerking tot afval
Het apparaat is een product uit categorie 9 volgens de Duitse wetgeving
op elektrische apparaten “ElektroG” (bewakings- en controle-instrumen-
ten). Dit apparaat valt onder RoHS-richtlijn.
Overigens wijzen wij u erop dat de laatste versie hiervan op de internetsite
www.gossenmetrawatt.com te vinden is, via het zoekscherm. U kunt dan
zoekbegrip WEEE ingeven.
Conform WEEE 2012/19/EG en “ElektroG” voorzien wij onze
elektrische en elektronische apparaten van het hiernaast afge-
beelde symbool volgens DIN EN 50419.
Deze apparaten mogen niet bij het normale huisvuil worden
gedaan.
Als u vragen heeft over de terugname van oude apparaten, neem dan
contact op met onze service-afdeling, kijk voor het adres op
hoofdstuk 14.
Als u in uw apparaat of accessoires batterijen of accu’s gebruikt die niet
meer goed werken, dan moet u deze op de juiste wijze en volgens de gel-
dende nationalen richtlijnen verwijderen.
Batterijen of oplaadbare batterijen kunnen schadelijke stoffen of zware
metalen bevatten zoals bijv. lood (Pb), Cd (cadmium) of kwik (Hg).
Het symbool hiernaast geeft aan dat batterijen of accu’s niet bij
het huishoudelijk afval gedaan mogen worden, maar moeten
worden ingeleverd bij de hiervoor bedoelde inzamelpunten.
13.6 Rekalibratie
De meetopgaven en de manier waarop uw meetapparaat wordt behandeld,
hebben een invloed op de levensduur van de bouwelementen en kan tot afwij-
kingen leiden van de nauwkeurigheid die wordt gegarandeerd.
Als er strenge eisen worden gesteld aan de meetnauwkeurigheid en als
het apparaat op bouwplaatsen wordt gebruikt, veel getransporteerd
wordt en bloot staat aan sterke temperatuurschommelingen, adviseren wij
een betrekkelijk korte kalibratie-interval van 1 jaar. Als u uw meetapparaat
voornamelijk gebruikt in laboratoria en binnenshuis zonder sterke klimato-
logische of mechanische belastingen, dan volstaat doorgaans een kalibra-
tie-interval van 2 tot 3 jaar.
Bij de rekalibratie* in een geaccrediteerd kalibratielaboratorium
(DIN EN ISO/IEC 17025) worden de afwijkingen van uw meetapparaat tot
te achterhalen normale waarden gemeten en gedocumenteerd. De vast-
gestelde afwijkingen kunt u daarna gebruiken om de afgelezen waarden te
corrigeren.
Wij maken in ons kalibratie-laboratorium voor u graag DAkkS- of fabrieks-
kalibraties. Kijk voor meer informatie over dit onderwerp op onze website:
www.gossenmetrawatt.com ( bedrijven DAkkS-kalibratiecentra of
FAQ’s Vragen en antwoorden over kalibratie).
Door regelmatige rekalibratie van uw meetinstrument blijft u voldoen aan
de eisen van een kwaliteitsmanagementsysteem volgens
DIN EN ISO 9001.
*
Controleren van de specificatie of afstelling maken geen deel uit van een kalibratie.
Bij producten uit ons bedrijf wordt vaak echter een noodzakelijke afstelling uitge-
voerd en wordt de naleving van de specificatie bevestigd.
Pb Cd Hg
Geschreven in Duitsland Wijzigingen voorbehouden Een PDF-versie vindt u op internet
14 Reparatie- en reserveonderdelenservice
Kalibratiecentrum* en apparatenverhuurservice
Neem desgewenst contact op met:
GMC-I Service GmbH
Service-Center
Thomas-Mann-Straße 20
D-90471 Nürnberg
Telefoon +49 911 817718-0
Telefax +49 911 817718-253
www.gmci-service.com
Dit adres geldt alleen voor Duitsland.
Neem in het buitenland contact op met de desbetreffende vertegenwoor-
digingen of vestigingen.
* DAkkS-Kalibratielaboratorium voor elektrische meetgrootheden
D-K-15080-01-01geaccrediteerd conform DIN EN ISO/IEC 025:2005
Geaccrediteerde meetgrootheden: gelijkspanning, gelijkstroomsterkte, gelijkstroom-
weerstand, wisselspanning, wisselstroomsterkte, werkelijk vermogen wisselstroom,
schijnbaar vermogen wisselstroom, gelijkstroomvermogen, capaciteit, frequentie, tem-
peratuur
Vakkundige partners
GMC-I Messtechnik GmbH is gecertificeerd volgens
DIN EN ISO 9001:2008.
Ons DAkkS-Kalibratielaboratorium is volgens DIN EN ISO/
IEC 17025:2005 geaccrediteerd bij de “Deutsche Akkreditierungsstelle
GmbH” onder het nummer D-K-15080-01-01.
Onze meettechnische vakkennis reikt van keuringsrapportage en het
fabriekskalibratiecertificaat tot aan het DAkkS-kalibratiecertificaat.
Een gratis meetmiddelmanagement rondt ons dienstengamma af.
Een DAkkS-Kalibratielocatie ter plaatse maakt deel uit van onze serviceafde-
ling. Als er tijdens het kalibreren fouten geconstateerd worden, dan kun-
nen onze vakkundige medewerkers reparaties verrichten met originele
reserveonderdelen.
Als kalibratielaboratorium kalibreren wij natuurlijk apparaten van elke fabri-
kant.
15 Productsupport
Neem desgewenst contact op met:
GMC-I Messtechnik GmbH
Hotline productsupport
Telefoon +49 911 8602-0
Telefax +49 911 8602-709
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Gossen MetraWatt METRISO C Handleiding

Type
Handleiding