Documenttranscriptie
4-234-334-73(1)
FM Stereo
FM-AM Receiver
Mode d’emploi
FR
Gebruiksaanwijzing
NL
Bruksanvisning
SE
STR-DE875
2001 Sony Corporation
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen
Stel het apparaat niet
bloot aan regen of vocht,
om gevaar voor brand of
een elektrische schok te
voorkomen.
Veiligheid
Opstelling
• Mocht er vloeistof of een voorwerp in de
tuner/versterker terechtkomen, trek dan
de stekker uit het stopcontact en laat het
apparaat eerst nakijken door een
deskundige, alvorens het weer in
gebruik te nemen.
• Om brand te voorkomen mogen de
verluchtingsopeningen van de receiver
niet worden afgedekt met kranten,
tafelkleedjes, gordijnen, enz.. Plaats geen
brandende kaarsen op het toestel.
• Plaats evenmin vazen op de receiver om
brand of elektrocutie te voorkomen.
• Zet de tuner/versterker op een goed
geventileerde plaats, met rondom vrije
luchtdoorstroming, om oververhitting
van de inwendige onderdelen te
voorkomen, in het belang van een
langdurige betrouwbare werking.
• Plaats de tuner/versterker niet in de
buurt van een warmtebron of in direct
zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met
veel stof, vocht en mechanische trillingen
of schokken.
• Zet niets bovenop de tuner/versterker.
De ventilatie-openingen aan de
bovenzijde mogen niet geblokkeerd
worden, in het belang van een juist
functioneren van het apparaat en een
langere levensduur van de
componenten.
• De receiver warmt op terwijl hij in
werking is. Dat is normaal en wijst niet
op een defect. Wanneer deze receiver
langdurig met hoog volume werkt, kan
de bovenkant, zijkant en onderkant van
de behuizing sterk opwarmen. Raak de
behuizing niet aan om verbranding te
voorkomen.
Open nooit de behuizing,
om gevaar voor
elektrische schokken te
vermijden. Laat reparaties
aan de erkende vakhandel
over.
Plaats het apparaat niet in
een gesloten ruimte, zoals
een boekenrek of
ingebouwde kast.
Gooi de batterij niet weg,
maar lever hem in als
KCA.
Stroomvoorziening
• Controleer voor het aansluiten van de
tuner/versterker eerst of de
bedrijfspanning ervan wel overeenkomt
met de plaatselijke netspanning. De
bedrijfsspanning staat aangegeven op
het naamplaatje aan de achterzijde van
het apparaat.
• Zolang het netsnoer op het stopcontact is
aangesloten, blijft er spanning op het
apparaat staan, zelfs nadat het apparaat
is uitgeschakeld.
• Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact wanneer u denkt de tuner/
versterker geruime tijd niet te zullen
gebruiken. Om de aansluiting op het
stopcontact te verbreken, mag u
uitsluitend aan de stekker trekken; trek
nooit aan het snoer.
• Indien het netsnoer vervangen moet
worden, mag dit alleen uitgevoerd
worden door een erkend
onderhoudscentrum.
Bediening
Zorg ervoor dat de stekkers van de
netsnoeren van de apparatuur niet in het
stopcontact zitten, alvorens de
aansluitingen te maken. Sluit de
netsnoeren pas als allerlaatste aan.
Reiniging
Gebruik voor het reinigen van de ombouw,
het voorpaneel en de bedieningsorganen
een zachte doek, licht bevochtigd met wat
milde vloeibare zeep. Gebruik geen
schuurspons, schuurmiddelen of vluchtige
stoffen zoals spiritus of benzine.
Mocht u na het doorlezen van de
gebruiksaanwijzing nog vragen over
of problemen met de tuner/versterker
hebben, aarzel dan niet contact op te
nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
2NL
Omtrent deze handleiding
INHOUDSOPGAVE
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor model STR-DE875.
Controleer uw modelnummer in de rechter benedenhoek
van het voorpaneel.
Aansluiten van de apparatuur
Algemene opzet
• Alle aanwijzingen in de tekst beschrijven de bediening
met de toetsen op de tuner/versterker zelf. U kunt
echter ook de toetsen van de afstandsbediening
gebruiken met dezelfde of soortgelijke namen als die op
de tuner/versterker.
• Op een aantal plaatsen in deze gebruiksaanwijzing treft
u het onderstaande symbool aan:
z Dit symbool vestigt uw aandacht op handige tips,
die de bediening vergemakkelijken.
Deze tuner/versterker is uitgerust met Dolby* Digital en
Pro Logic Surround akoestiek en het DTS** Digital
Surround akoestieksysteem.
* Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro
Logic” en het dubbele D-symbool ; zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
Vertrouwelijke onuitgegeven werken. Copyright 1992-1997 Dolby
Laboratories, Inc. Alle rechten voorbehouden.
** Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc. US
Pat. No. 5,451,942, 5,956,674, 5,974,380, 5,978,762 en andere
wereldwijde patenten verkregen en aangevraagd. “DTS”, “ES” en
“DTS Digital Surround” zijn handelsmerken van Digital Theater
Systems, Inc. Copyright 1996, 2000 Digital Theater Systems, Inc.
Alle rechten voorbehouden.
4
Uitpakken 4
Aansluiten van de antennes 5
Aansluiten van audio-apparatuur 6
Aansluiten van video-apparatuur 7
Aansluiten van digitale apparatuur 8
Aansluiten MULTI CH IN 10
Andere aansluitingen 11
Aansluiten en opstellen van de
luidsprekers 13
Aansluiten van de luidsprekers 14
Voorbereidingen treffen voor weergave 16
Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek 17
Alvorens uw tuner/versterker in gebruik te nemen 22
Bedieningsorganen en basisbediening
van de tuner/versterker 23
Bedieningsorganen op het voorpaneel 23
NL
Genieten van Surround Sound
akoestiek 28
Kiezen van een klankbeeld 29
Uitleg van de meerkanaals-akoestiekaanduidingen 32
Bijregelen van de klankbeelden 34
Radio-ontvangst
42
Automatisch vastleggen van FM zenders in alfabetische
volgorde (“Auto-betical” voorinstelling) 44
Directe afstemming 44
Automatische zoekafstemming 45
Geheugenafstemming 45
Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) 46
Overige bedieningsfuncties
48
Naamgeving van voorkeurzenders en beeld/
geluidsbronnen 49
Opnemen 49
Automatisch uitschakelen met de sluimerfunctie 50
Instellingen met de SET UP toets 51
CONTROL A1 bedieningssysteem 52
Aanvullende informatie 54
Verhelpen van storingen 54
Technische gegevens 56
Verklarende woordenlijst 58
Overzicht van de instellingen met de SURR, LEVEL,
EQ en SET UP toetsen 59
Beschrijving van de afstandsbediening 61
Index 64
3NL
Aansluiten van
de apparatuur
In dit hoofdstuk wordt beschreven
hoe u diverse audio- en videoapparatuur kunt aansluiten op de
tuner/versterker. Lees vooral de
relevante paragrafen voor uw
apparatuur alvorens u enig apparaat
op de tuner/versterker gaat
aansluiten.
Uitpakken
Kontroleer of het onderstaande bijgeleverd toebehoren
inderdaad in de verpakking van de tuner/versterker
aanwezig is:
• FM draadantenne (1)
• AM kaderantenne (1)
• Afstandsbediening (1)
• R6 (AA-formaat) batterijen (2)
Aanbrengen van batterijen in de afstandsbediening
Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de
afstandsbediening, met de juiste polariteit van (+) en (–),
zoals aangegeven in het batterijvak. Voor gebruik van de
afstandsbediening richt u deze op de g
afstandsbedieningssensor voorop de tuner/versterker.
]
}
}
]
z Wanneer de batterijen te vervangen
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6 maanden
meegaan. Als de tuner/versterker niet meer naar behoren op de
afstandsbediening reageert, is het tijd alle batterijen door nieuwe
te vervangen.
Opmerkingen
• Leg de afstandsbediening niet op een al te warme of vochtige
plaats.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast elkaar.
• Let op dat de afstandsbedieningssensor van de tuner/
versterker niet wordt blootgesteld aan directe zonnestraling of
fel lamplicht, anders zal de afstandsbediening niet naar
behoren functioneren.
• Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te
gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen, om
eventuele beschadiging door batterijlekkage en corrosie te
voorkomen.
Alvorens met aansluiten te beginnen
• Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u
begint met het aansluiten ervan.
• Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het
stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde
zijn.
• Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom
en andere bijgeluiden te voorkomen.
• Let bij het aansluiten van de audio/videosnoeren op
dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de gele
stekkers aan op de gele stekkerbussen (voor het
videosignaal); witte stekkers op witte stekkerbussen
(voor het linker audiokanaal) en rode stekkers op rode
stekkerbussen (voor het rechter kanaal).
4NL
Aansluiten van de antennes
Aansluiten van de apparatuur
AM kaderantenne
(bijgeleverd)
FM draadantenne
(bijgeleverd)
SURROUND
DIGITAL
CENTER
FRONT
OPTICAL
ANTENNA
DVD/LD IN
L
R
L
R
AM
TV/SAT IN
CONTROL A1
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
MD/TAPE IN
IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
COAXIAL
MD/TAPE OUT
COAXIAL
DVD/LD
IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
U
VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
MONITOR
AUDIO
OUT
SIGNAL GND
L
L
L
L
L
R
R
R
R
R
4Ω
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
IN
IMPEDANCE USE 4 – 16Ω
SPEAKERS
VIDEO OUT VIDEO IN
IN
OUT
IN
PHONO CD/SACD MD/TAPE
AUDIO IN
AUDIO IN
TV/SAT DVD/LD
AUDIO OUT AUDIO IN
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 2
VIDEO 1
Antenne-aansluitingen
Verbind de
Met de
AM kaderantenne
AM aansluitklemmen
FM draadantenne
FM 75Ω COAXIAL stekkerbus
FRONT
8Ω
SWITCHED 100W MAX
IMPEDANCE
SELECTOR
SUB
WOOFER
AC OUTLET
z Op plaatsen met een problematische FM-ontvangst
Sluit via een 75-ohm coaxiaalkabel (niet bijgeleverd) een
FM buitenantenne aan op de tuner/versterker, zoals
hieronder aangegeven.
FM buitenantenne
Tuner/versterker
ANTENNA
Na het aansluiten van de antennes
• Om het oppikken van stoorsignalen te voorkomen, mag
u de AM kaderantenne niet te dicht bij de tuner/
versterker of andere apparatuur zetten.
• Strek de FM draadantenne zo ver mogelijk uit.
• Na het aansluiten van de FM draadantenne legt of
hangt u deze zo horizontaal mogelijk.
AM
Aardleiding
(niet bijgeleverd)
COAXIAL
FM
75Ω
naar een aardpunt
Belangrijk
Als u de tuner/versterker aansluit op een buitenantenne, dient
deze geaard te worden, ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit
de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding; gezien de kans op
een gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk.
Opmerking
Gebruik in geen geval de U SIGNAL GND platenspeleraardaansluiting voor het aarden van de tuner/versterker.
5NL
Aansluiten van audio-apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren
Aansluiten van de apparatuur
Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Minidisc-recorder/
cassettedeck
Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur
aan op de stekkerbussen met dezelfde kleur, op de
betreffende apparaten.
INPUT OUTPUT
LINE
LINE
L
Platenspeler
ç
ç
R
OUT
wit (L)
wit (L)
rood (R)
rood (R)
IN
SURROUND
DIGITAL
CENTER
FRONT
OPTICAL
ANTENNA
DVD/LD IN
R
L
R
L
AM
TV/SAT IN
CONTROL A1
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
MD/TAPE IN
IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
COAXIAL
MD/TAPE OUT
COAXIAL
DVD/LD
IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
U
VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
MONITOR
AUDIO
OUT
SIGNAL GND
L
L
L
L
L
R
R
R
R
4Ω
CENTER
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
IMPEDANCE USE 4 – 16Ω
SPEAKERS
VIDEO OUT VIDEO IN
IN
IN
OUT
IN
PHONO CD/SACD MD/TAPE
AUDIO IN
AUDIO IN
TV/SAT DVD/LD
AUDIO OUT AUDIO IN
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 2
VIDEO 1
SUB
WOOFER
FRONT
8Ω
IMPEDANCE
SELECTOR
SWITCHED 100W MAX
AC OUTLET
OUTPUT
LINE
L
R
Compact disc speler of
SACD-speler
Audio-aansluitingen
Aarding van de platenspeler
Verbind een
Met de
Platenspeler
PHONO stekkerbussen
Compact disc speler of SACD-speler
CD/SACD
stekkerbussen
Minidisc-recorder of cassettedeck
MD/TAPE
stekkerbussen
6NL
Als uw platenspeler is voorzien van een aardingsdraad,
sluit u deze dan aan op de U SIGNAL GND aansluiting
van de tuner/versterker.
Aansluiten van video-apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren
Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op
de stekkerbussen met dezelfde kleur, op de betreffende apparaten.
TV of satellietontvanger
DVD videospeler of
laserdisc-speler
OUTPUT
AUDIO OUT
L
R
OUTPUT
VIDEO
OUT
AUDIO OUT
L
R
geel (video)
geel (video)
wit (audio L)
wit (audio L)
rood (audio R)
rood (audio R)
VIDEO
OUT
Videosnoer voor het aansluiten van een TV of videomonitor (niet
bijgeleverd)
geel
geel
SURROUND
DIGITAL
CENTER
FRONT
OPTICAL
ANTENNA
DVD/LD IN
R
AM
TV/SAT IN
CONTROL A1
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
L
R
L
S-VIDEO
IN
MD/TAPE IN
IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
COAXIAL
MD/TAPE OUT
COAXIAL
DVD/LD
IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
U
VIDEO IN
VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
MONITOR
AUDIO
OUT
SIGNAL GND
L
L
L
L
L
R
R
R
R
4Ω
CENTER
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
IN
IN
OUT
IN
AUDIO IN
AUDIO IN
TV/SAT DVD/LD
PHONO CD/SACD MD/TAPE
AUDIO OUT AUDIO IN
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 2
VIDEO 1
8Ω
Ç
Ç
INPUT
INPUT OUTPUT
INPUT OUTPUT
VIDEO
IN
VIDEO
OUT
VIDEO
IN
VIDEO
OUT
AUDIO
IN
AUDIO
OUT
AUDIO
IN
AUDIO
OUT
L
L
R
Video-aansluitingen
AC OUTLET
IN
VIDEO
IN
TV of videomonitor
SWITCHED 100W MAX
IMPEDANCE
SELECTOR
OUT
IN
Ç
OUT
SUB
WOOFER
FRONT
Ç
R
IMPEDANCE USE 4 – 16Ω
SPEAKERS
VIDEO OUT VIDEO IN
R
Videorecorder
Videorecorder
Betreffende de video-aansluitingen
Verbind een
Met de
TV of satelliet-ontvanger
TV/SAT stekkerbussen
Videorecorder
VIDEO 1 stekkerbussen
Tweede videorecorder
VIDEO 2 stekkerbussen
DVD videospeler of
laserdisc-speler
DVD/LD stekkerbussen
TV of videomonitor
MONITOR VIDEO OUT stekkerbus
U kunt de audio-uitgangsaansluitingen van uw TV-toestel
verbinden met de TV/SAT AUDIO IN stekkerbussen van de
tuner/versterker, om het geluid van de TV weer te geven met een
akoestiekeffect naar keuze. In dit geval mag u de videouitgangsaansluiting van het TV-toestel niet verbinden met de TV/
SAT VIDEO IN stekkerbus van de tuner/versterker. Als u een
aparte TV-afstemeenheid (of een satelliet-ontvanger) aansluit,
verbind dan de audio- en video-uitgangen daarvan met de tuner/
versterker zoals aangegeven in bovenstaand aansluitschema.
z Bij gebruik van de S-video stekkerbussen in plaats van de
gewone video-aansluitingen
In dit geval zult u het TV-toestel of de videomonitor ook moeten
aansluiten op de S-video stekkerbus. De S-video signalen worden
alleen uitgestuurd via de S-video stekkerbussen, dus u zult via de
gewone video-aansluitingen geen signaal kunnen weergeven.
7NL
Aansluiten van de apparatuur
Audio/video-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Aansluiten van digitale apparatuur
Aansluiten van de apparatuur
U kunt de digitale uitgangsaansluitingen van uw DVD
videospeler of satelliet-ontvanger (enz.) verbinden met de
digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/versterker,
om thuis te genieten van een indrukwekkend
bioscoopgeluid met meerkanaals Surround akoestiek. Om
deze meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen,
zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee
voorluidsprekers, twee surroundluidsprekers en een
middenluidspreker) plus een speciale
lagetonenluidspreker. Daarnaast kunt u tevens een
laserdisc-speler met een RF OUT stekkerbus aansluiten
via een RF demodulator, zoals de Sony MOD-RF1 (niet
bijgeleverd).
Vereiste aansluitsnoeren
Optisch digitaal aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
zwart
Coaxiaal digitaal aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
geel
OUTPUT
OUTPUT
VIDEO
OUT
VIDEO
OUT
AUDIO
OUT
geel
Audio/video-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op
de stekkerbussen met dezelfde kleur, op de betreffende
apparaten.
DVD videospeler of
laserdisc-speler (e.d.)*
TV of satelliet-ontvanger
zwart
geel (video)
geel (video)
wit (audio L)
wit (audio L)
rood (audio R)
rood (audio R)
AUDIO
OUT
L
OUTPUT
OUTPUT
OUTPUT
DIGITAL
OPTICAL
DIGITAL
OPTICAL
DIGITAL
COAXIAL
L
R
R
SURROUND
DIGITAL
CENTER
FRONT
OPTICAL
ANTENNA
DVD/LD IN
R
AM
TV/SAT IN
CONTROL A1
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
L
L
R
S-VIDEO
IN
MD/TAPE IN
IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
COAXIAL
MD/TAPE OUT
COAXIAL
DVD/LD
IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
U
VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO IN
MONITOR
AUDIO
OUT
SIGNAL GND
L
L
L
L
L
R
R
R
R
4Ω
CENTER
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
IN
IMPEDANCE USE 4 – 16Ω
SPEAKERS
VIDEO OUT VIDEO IN
IN
OUT
IN
PHONO CD/SACD MD/TAPE
AUDIO IN
AUDIO IN
TV/SAT DVD/LD
AUDIO OUT AUDIO IN
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 2
VIDEO 1
SUB
WOOFER
FRONT
8Ω
SWITCHED 100W MAX
IMPEDANCE
SELECTOR
AC OUTLET
* Om digitale audio-aansluitingen te maken voor een DVD videospeler, sluit u deze aan op de coaxiale OF de optische digitale aansluitbus,
NIET op allebei. Het is aanbevolen voor de digitale audio-aansluitingen de coaxiale aansluitbus te gebruiken.
Voorbeeld voor het aansluiten van een laserdisc-speler via een RF demodulator
U kunt de DOLBY DIGITAL RF OUT stekkerbus van een laserdisc-speler niet rechtstreeks aansluiten op de digitale
ingangen van deze tuner/versterker. De RF uitgangssignalen moeten eerst worden omgezet in optische of coaxiale digitale
signalen. Hiervoor sluit u de laserdisc-speler aan op een RF demodulator en dan verbindt u de optische of coaxiale digitale
uitgang van de RF demodulator met de OPTICAL of COAXIAL DVD/LD IN aansluiting van de tuner/versterker. Zie voor
nadere bijzonderheden over de DOLBY DIGITAL RF aansluitingen de gebruiksaanwijzing van de RF demodulator.
VIDEO OUT
Laserdisc-speler
DOLBY DIGITAL
RF OUT
RF demodulator
DIGITAL
DIGITAL
DVD/LD IN
IN
DVD/LD
(COAXIAL)
of
(COAXIAL)
(OPTICAL)
(OPTICAL)
DVD/LD
VIDEO IN
MASTER VOLUME
+
MULTI CHANNEL DECODING
?/1
–
SPEAKERS
DISPLAY
LEVEL
SURR
DIMMER
PRESET/
– PTY SELECT +
–
TUNING +
EQ
SET UP
MUTING
DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
NAME
A
PHONES
B
C
A
FUNCTION
B
INPUT MODE
MEMORY SHIFT
PTY
MULTI /2CH A. DIRECT
SOUND FIELD
FM MODE FM/AM
A.F.D.
MODE
2CH
EQUALIZER
MODE
ENTER
Opmerking
Bij het aansluiten op de hierboven getoonde wijze dient u de INPUT MODE schakelaar ( q; op blz. 25) handmatig in de juiste stand te
zetten. Dit apparaat kan niet naar behoren werken als de INPUT MODE schakelaar in de “AUTO 2CH” of “AUTO MULTI CH” stand staat.
8NL
Verbind de digitale uitgangsaansluitingen van uw
minidisc-recorder of cassettedeck met de digitale ingang
van de tuner/versterker en verbind de digitale ingangen
van uw minidisc-recorder of cassettedeck met de digitale
uitgangsaansluiting van de tuner/versterker. Via deze
aansluitingen kunt u het geluid van een compact disc e.d.
samenvoegen met de beelden van uw DVD (of laserdisc)
videospeler of van een digitale TV-uitzending.
Vereiste aansluitsnoeren
zwart
zwart
Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op
de stekkerbussen met dezelfde kleur, op de betreffende
apparaten.
Minidisc-recorder of cassettedeck
wit (L)
wit (L)
rood (R)
rood (R)
INPUT OUTPUT
DIGITAL
LINE
OPTICAL
IN
LINE
L
OUT
OUT
ç
IN
ç
ç
ç
R
OUT
IN
SURROUND
DIGITAL
CENTER
FRONT
OPTICAL
ANTENNA
DVD/LD IN
R
AM
TV/SAT IN
CONTROL A1
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
L
R
L
S-VIDEO
IN
MD/TAPE IN
IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
COAXIAL
MD/TAPE OUT
COAXIAL
DVD/LD
IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
U
VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO IN
AUDIO
OUT
SIGNAL GND
L
L
L
L
L
R
R
R
R
4Ω
CENTER
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
IN
IMPEDANCE USE 4 – 16Ω
SPEAKERS
VIDEO OUT VIDEO IN
MONITOR
IN
OUT
IN
PHONO CD/SACD MD/TAPE
AUDIO IN
AUDIO IN
TV/SAT DVD/LD
AUDIO OUT AUDIO IN
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 2
VIDEO 1
SUB
WOOFER
FRONT
8Ω
IMPEDANCE
SELECTOR
SWITCHED 100W MAX
AC OUTLET
Opmerkingen
• Het digitaal opnemen van een digitaal meerkanaals-akoestieksignaal is niet mogelijk.
• Om digitale opnamen te maken van compact discs, verbindt u de digitale uitgangsaansluiting van uw CD-speler of SACD-speler
rechtstreeks met de digitale ingang van uw minidisc-recorder of cassettedeck. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzingen
van uw CD-speler of SACD-speler en minidisc-recorder of cassettedeck.
• De DVD/LD IN OPTICAL en COAXIAL ingangsaansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 96 kHz, 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz. De andere OPTICAL aansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 48 kHz, 44,1 kHz en 32 kHz.
• Het is niet mogelijk analoge signalen op te nemen op een MD/TAPE cassettedeck of een VIDEO recorder via alleen digitale
aansluitingen. Voor het opnemen van analoge signalen zult u analoge aansluitingen moeten maken. Voor het opnemen van digitale
signalen maakt u digitale aansluitingen.
• Digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz moeten worden doorgegeven via de DVD LD/IN OPTICAL of COAXIAL
ingangsaansluitingen. Bij gebruik van andere ingangen kan het geluid af en toe wegvallen.
9NL
Aansluiten van de apparatuur
Optisch digitaal aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
Aansluiten MULTI CH IN
Aansluiten van de apparatuur
Alhoewel deze tuner/versterker is uitgerust met een
eigen meerkanaals-decodeertrap, is hij tevens voorzien
van een compleet stel MULTI CH IN meerkanaalsingangsaansluitingen die u kunt gebruiken voor weergave
van meerkanaals-software gecodeerd in andere formaten
dan Dolby Digital en DTS. Als uw DVD videospeler
beschikt over MULTI CH OUTPUT meerkanaalsuitgangen, kunt u deze rechtstreeks aansluiten op dit
apparaat om te luisteren naar de geluidsweergave via de
meerkanaals-decodeertrap van de DVD videospeler.
Bovendien kunt u op de MULTI CH IN desgewenst ook
een externe meerkanaals-decodeereenheid aansluiten.
Om de meerkanaals Surround Sound op zijn best te
horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee
voorluidsprekers, twee surroundluidsprekers en een
middenluidspreker) plus een speciale
lagetonenluidspreker. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van uw DVD-speler, multikanaals decoder enz. voor
details omtrent de multikanaalsaansluitingen.
Vereiste aansluitsnoeren
Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Twee stuks, voor de MULTI CH IN FRONT en SURROUND
aansluitingen
wit (L)
rood (R)
rood (R)
Mono-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Twee stuks, voor de MULTI CH IN CENTER en SUB WOOFER
aansluitingen
zwart
zwart
Videosnoer (niet bijgeleverd)
Eén snoer, voor de DVD/LD VIDEO IN aansluiting (enz.)
geel
geel
Opmerkingen
• Bij het maken van de hieronder beschreven aansluitingen
dient u de geluidssterkte van de akoestiekluidsprekers en de
lagetonenluidspreker in te stellen op uw DVD videospeler of
meerkanaals-decodeerapparaat.
• Wanneer u de middenluidspreker instelt als surround
achterluidspreker, wordt het ingangssignaal via de MULTI CH
IN CENTER aansluiting rechtstreeks uitgevoerd door de
surround achterluidspreker. Voor details omtrent de
luidsprekerinstellingen, zie “Opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek” op pagina 17 – 21.
DVD videospeler, meerkanaalsdecodeereenheid, enz.
MULTI CH OUTPUT
SURROUND
wit (L)
FRONT
CENTER
WOOFER
SURROUND
DIGITAL
CENTER
FRONT
OPTICAL
ANTENNA
DVD/LD IN
R
AM
TV/SAT IN
CONTROL A1
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
L
R
L
S-VIDEO
IN
MD/TAPE IN
IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
COAXIAL
MD/TAPE OUT
COAXIAL
DVD/LD
IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
U
VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO IN
AUDIO
OUT
SIGNAL GND
L
L
L
L
L
R
R
R
R
CENTER
4Ω
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
IN
IMPEDANCE USE 4 – 16Ω
SPEAKERS
VIDEO OUT VIDEO IN
MONITOR
IN
OUT
IN
AUDIO IN
PHONO CD/SACD MD/TAPE
AUDIO IN
AUDIO OUT AUDIO IN
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 2
VIDEO 1
TV/SAT DVD/LD
FRONT
8Ω
IMPEDANCE
SELECTOR
SUB
WOOFER
SWITCHED 100W MAX
AC OUTLET
Voorbeeld voor het aansluiten van een DVD videospeler met behulp van de MULTI CH IN
stekkerbussen
Linker voorluidspreker
Rechter voorluidspreker
VIDEO OUT
DVD/LD
VIDEO IN enz.
MULTI CH IN
DVD videospeler
MASTER VOLUME
+
MULTI CHANNEL DECODING
?/1
–
SPEAKERS
DISPLAY
LEVEL
SURR
DIMMER
PRESET/
– PTY SELECT +
–
TUNING +
EQ
SET UP
MUTING
DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
NAME
A
PHONES
B
C
A
FUNCTION
B
INPUT MODE
MEMORY SHIFT
PTY
MULTI /2CH A. DIRECT
SOUND FIELD
FM MODE FM/AM
A.F.D.
ENTER
Opmerking
Zie blz. 14 voor nadere details over het aansluiten van de luidsprekers.
10NL
SPEAKERS
FRONT
MODE
2CH
EQUALIZER
MODE
SPEAKERS
SURROUND/CENTER
SUB WOOFER
Linker
surroundluidspreker
Rechter
surroundluidspreker
Middenluidspreker
Actieve
lagetonenluidspreker
Andere aansluitingen
Vereiste aansluitsnoeren
Aansluiten van de apparatuur
Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op
de stekkerbussen met dezelfde kleur, op de betreffende
apparaten.
wit (L)
wit (L)
rood (R)
rood (R)
CONTROL A1 aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
zwart
zwart
Netsnoer
CONTROL A1
AC OUTLET
SURROUND
DIGITAL
CENTER
FRONT
OPTICAL
ANTENNA
DVD/LD IN
R
AM
TV/SAT IN
CONTROL A1
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
L
R
L
S-VIDEO
IN
MD/TAPE IN
IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
COAXIAL
MD/TAPE OUT
COAXIAL
DVD/LD
IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
U
VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO IN
AUDIO
OUT
SIGNAL GND
L
L
L
L
L
R
R
R
R
4Ω
CENTER
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
IN
IMPEDANCE USE 4 – 16Ω
SPEAKERS
VIDEO OUT VIDEO IN
MONITOR
IN
OUT
IN
PHONO CD/SACD MD/TAPE
AUDIO IN
AUDIO IN
TV/SAT DVD/LD
AUDIO OUT AUDIO IN
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 2
VIDEO 1
SUB
WOOFER
FRONT
8Ω
IMPEDANCE
SELECTOR
SWITCHED 100W MAX
AC OUTLET
b
naar een stopcontact
11NL
Andere aansluitingen
CONTROL A1
aansluiting
Aansluiten van de apparatuur
• Als u beschikt over een voor CONTROL A1
geschikte Sony CD-speler, SACD-speler,
cassettedeck of minidisc-recorder
Gebruik een CONTROL A1 snoer (niet bijgeleverd) om
de CONTROL A1 stekkerbus van een CD-speler,
SACD-speler, cassettedeck of minidisc-recorder te
verbinden met de CONTROL A1 stekkerbus van de
tuner/versterker.
Zie voor nadere bijzonderheden de beschrijving op blz.
52 onder “CONTROL A1 bedieningssysteem” en de
gebruiksaanwijzingen bijgeleverd bij uw CD-speler,
SACD-speler, cassettedeck of minidisc-recorder.
Opmerking
Als u een CONTROL A1 verbinding maakt tussen de tuner/
versterker en een minidisc-recorder welke tevens op een
computer is aangesloten, mag u de tuner/versterker niet
bedienen terwijl de “Sony MD Editor” software wordt
gebruikt. Dit kan namelijk resulteren in een foutieve werking
van de apparatuur.
• Als u beschikt over een Sony CD-wisselaar met
een COMMAND MODE schakelaar
Als de COMMAND MODE schakelaar van uw CDwisselaar kan worden ingesteld op CD 1, CD 2 of CD 3,
zet deze dan in de “CD 1” stand en sluit de CDwisselaar aan op de CD ingangen van de tuner/
versterker.
Als u echter een Sony CD-wisselaar met VIDEO OUT
aansluitingen heeft, zet de COMMAND MODE
schakelaar dan in de “CD 2” stand en sluit de CDwisselaar aan op de VIDEO 2 ingangen van de tuner/
versterker.
12NL
Aansluiten van het netsnoer
Alvorens u de netsnoerstekker van deze tuner/versterker
in het stopcontact steekt:
• Sluit eerst alle luidsprekers op de tuner/versterker aan
(zie blz. 14).
Sluit de netsnoeren van uw audio/video-apparatuur aan
op een gewoon wandstopcontact.
Als u het netsnoer van andere audio/video-apparatuur
aansluit op de AC OUTLET netstroomuitgang(en)
achterop de tuner/versterker, zal de tuner/versterker
zorgen voor de stroomvoorziening van de andere
component(en), zodat u de bijbehorende apparatuur
allemaal tegelijk met de tuner/versterker kunt in- en
uitschakelen.
Waarschuwing
Let op dat het totale stroomverbruik van de apparatuur
aangesloten op de AC OUTLET netstroomuitgang(en) achterop
de tuner/versterker het bij deze uitgang aangegeven vermogen
niet overschrijdt. Sluit op de netuitgang(en) in geen geval
huishoudelijke apparatuur aan zoals een strijkijzer, een ventilator,
een TV-toestel of andere apparatuur met een hoog
stroomverbruik.
In dit hoofdstuk volgt een
beschrijving voor het aansluiten van
de luidsprekers op de tuner/
versterker, het opstellen van de
luidsprekers en het afregelen ervan
voor de beste meerkanaals Surround
Sound kwaliteit.
MASTER VOLUME
+
MULTI CHANNEL DECODING
?/1
–
SPEAKERS
DISPLAY
LEVEL
SURR
DIMMER
PRESET/
– PTY SELECT +
–
EQ
TUNING +
SET UP
MUTING
NAME
A
PHONES
DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
B
C
A
FUNCTION
B
INPUT MODE
MEMORY SHIFT
PTY
MULTI /2CH A. DIRECT
SOUND FIELD
FM MODE FM/AM
A.F.D.
MODE
EQUALIZER
2CH
MODE
ENTER
Cursortoetsen
Kort overzicht van de toetsen en regelaars
die u gebruikt voor het instellen van de
luidsprekers
Insteltoets (SET UP): Druk op deze toets wanneer u
instellingen wilt maken voor het soort luidsprekers en de
luidsprekerafstanden.
Cursortoetsen ( / ): Voor het kiezen van de
parameters na indrukken van de SET UP toets.
Instelknop: Draai hieraan om de gekozen parameters
naar wens in te stellen.
13NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Aansluiten en
opstellen van
de
luidsprekers
SET UP
Instelknop
Aansluiten van de luidsprekers
Vereiste aansluitsnoeren
Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd)
Eén voor elke voorluidspreker, surroundluidspreker en
middenluidspreker
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
(+)
(+)
(–)
(–)
Rechter
voorluidspreker
Linker
voorluidspreker
]
}
]
}
Mono-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
Eén, voor de actieve lagetonenluidspreker
zwart
zwart
SURROUND
DIGITAL
CENTER
FRONT
OPTICAL
ANTENNA
DVD/LD IN
L
R
AM
TV/SAT IN
CONTROL A1
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
OUT
R
L
S-VIDEO
IN
MD/TAPE IN
IMPEDANCE USE 8 – 16Ω
COAXIAL
MD/TAPE OUT
COAXIAL
DVD/LD
IN
VIDEO OUT
FM
75Ω
U
VIDEO IN
VIDEO OUT VIDEO IN
VIDEO IN
AUDIO
OUT
SIGNAL GND
L
L
L
L
L
R
R
R
R
4Ω
CENTER
R
FRONT
SURROUND
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
IMPEDANCE USE 4 – 16Ω
SPEAKERS
VIDEO OUT VIDEO IN
MONITOR
IN
IN
OUT
IN
PHONO CD/SACD MD/TAPE
AUDIO IN
AUDIO IN
AUDIO OUT AUDIO IN
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO 2
VIDEO 1
TV/SAT DVD/LD
FRONT
8Ω
IMPEDANCE
SELECTOR
SUB
WOOFER
SWITCHED 100W MAX
AC OUTLET
IMPEDANCE
SELECTOR
INPUT
AUDIO
IN
}
Actieve
lagetonenluidspreker
]
Rechter
surroundluidspreker
}
]
Linker
surroundluidspreker
}
]
Middenluidspreker*
* U kunt een surround achterluidspreker aansluiten.
Luidspreker-aansluitingen
Verbind de
Met de
Voorluidsprekers (8 of 4** ohm)
SPEAKERS FRONT
stekkerbussen
Surroundluidsprekers (8 ohm)
SPEAKERS SURROUND
stekkerbussen
Middenluidspreker (8 ohm)
SPEAKERS CENTER
stekkerbussen
Actieve lagetonenluidspreker***
SUB WOOFER AUDIO OUT
stekkerbus
** Zie de beschrijving onder “Luidspreker-impedantie” op de volgende bladzijde.
*** U kunt de actieve lagetonenluidspreker aansluiten op een van beide
stekkerbussen naar keuze. Op de andere stekkerbus kunt u
desgewenst een tweede actieve lagetonenluidspreker aansluiten.
14NL
Opmerkingen over het aansluiten van de
luidsprekers
• Aan de luidsprekerkant stript u ongeveer 10 mm (2 /3
inch) van de isolatie van het snoer en draait u de
kerndraden ineen. Let bij elk snoer op dat u de draden
niet verwisselt: sluit + aan op + en – op –. Als de draden
verwisseld worden, zal bij weergave de positie van de
muziekinstrumenten onduidelijk zijn, terwijl de lage
tonen grotendeels zullen ontbreken.
• Als u luidsprekers gebruikt met een relatief gering
maximaal ingangsvermogen, stel dan de geluidssterkte
erg voorzichtig in, om overbelasting van de
luidsprekers te vermijden.
Om kortsluiting van de luidsprekers te
voorkomen
Zorg dat de gestripte uiteinden van de
luidsprekerdraden elkaar niet raken; laat ze niet
zover uitsteken dat ze kortsluiting met andere
aansluitpunten kunnen maken.
Onjuist aangesloten luidsprekersnoeren
De draad van een luidsprekersnoer raakt een andere
aansluitklem.
Zorg ervoor dat u het volume dicht zet alvorens de tuner/
versterker af te zetten. Bij het afzetten van de tuner/
versterker blijft de volume-instelling immers behouden.
Luidsprekerimpedantie
Stel de impedantiekeuzeschakelaar (IMPEDANCE
SELECTOR) van de voorluidsprekers in zoals aangegeven
in de onderstaande tabel. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van uw luidsprekers indien u niet
zeker bent van hun impedantie. (Deze informatie staat
meestal vermeld op een etiket achteraan op de
luidspreker.)
Bij een nominale
luidsprekerimpedantie van
Zet u de IMPEDANCE
SELECTOR op
Tussen 4 en 8 ohm
4Ω
8 ohm of meer
8Ω
Luidsprekers aangesloten op SURROUND en CENTER
SPEAKERS moeten een nominale impedantie hebben van
8 ohm of meer (ongeacht de instelling van de
IMPEDANCE SELECTOR).
Opmerking
Zet het toestel af alvorens de IMPEDANCE SELECTOR in te
stellen.
De gestripte uiteinden van de luidsprekerdraden raken
elkaar, omdat er teveel van de isolatie is verwijderd.
Na het aansluiten van alle geluidsbronnen,
luidsprekers en het netsnoer dient u voor het
gebruik eerst een testtoon weer te geven om te
controleren of alle luidsprekers naar behoren zijn
aangesloten. Nadere aanwijzingen voor het
weergeven van een testtoon vindt u op bladzijde
21.
Als een van de luidsprekers geen geluid geeft bij
weergave van de testtoon of als het geluid klinkt via een
andere luidspreker dan er op de tuner/versterker wordt
aangegeven, kan er kortsluiting zijn in de luidsprekeraansluitingen. In dat geval dient u de aansluitingen van
de luidsprekers nog eens te controleren.
15NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Kortsluiting in de luidsprekercircuits kan schade aan de
tuner/versterker veroorzaken. Om dit te voorkomen,
dient u bij het aansluiten van de luidsprekers de volgende
aanwijzingen in acht te nemen.
Voorkom beschadiging van de
luidsprekers
Voorbereidingen treffen voor weergave
Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de tuner/
versterker hebt ingeschakeld, dient u het geheugen van
het apparaat te wissen. Vervolgens kiest u de luidsprekerinstellingen (formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere
voorbereidingen die nodig zijn voor weergave.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Het geheugen van de tuner/versterker
wissen
Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker of
wanneer u het geheugen van het apparaat wilt wissen,
gaat u als volgt te werk. Overigens is dit wissen niet
nodig als er automatisch een demonstratie begint
wanneer u het apparaat inschakelt.
1/u
Demonstratiefunctie
De demonstratiefunctie wordt automatisch geactiveerd
wanneer u het apparaat de eerste maal inschakelt. Wanneer
de demonstratie start, verschijnt het volgende bericht
tweemaal in het uitleesvenster:
“Now Demonstration Mode!! To finish the
demonstration, please press POWER KEY while this
message appears in the display. Thank you!”
Annuleren van de demonstratiefunctie
–
SPEAKERS
Alvorens uw receiver voor het eerst te gebruiken, moet u
de SET UP parameters zo instellen dat de receiver is
afgestemd op uw systeem. Raadpleeg de tabel op pagina
59 voor instelbare parameter. Zie pagina 17 – 21 voor
luidsprekerinstellingen en pagina 51 – 52 voor andere
instellingen.
MASTER VOLUME
+
MULTI CHANNEL DECODING
?/1
Mogelijke voorbereidingen voor
weergave
DISPLAY
LEVEL
SURR
DIMMER
PRESET/
– PTY SELECT +
–
TUNING +
EQ
SET UP
MUTING
A
PHONES
DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
NAME
B
C
A
FUNCTION
B
INPUT MODE
MEMORY SHIFT
PTY
MULTI /2CH A. DIRECT
SOUND FIELD
FM MODE FM/AM
A.F.D.
MODE
2CH
EQUALIZER
MODE
ENTER
Druk op ?/1 om de tuner/versterker uit te schakelen terwijl
bovenstaande mededeling in het uitleesvenster wordt
getoond. De volgende keer dat u het apparaat inschakelt, zal
de demonstratiefunctie niet geactiveerd worden.
Activeren van de demonstratiefunctie
1
Schakel de tuner/versterker uit.
2
Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar 5 seconden lang
ingedrukt.
Nu toont het uitleesvenster eerst de gekozen
geluidsbron en dan een aankondiging van de
demonstratie. Al de volgende onderdelen worden
gewist of in de uitgangsstand teruggesteld:
• Alle vastgelegde voorkeurzenders verdwijnen uit
het geheugen.
• Alle klankbeeldparameters worden teruggesteld op
de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
• Alle vastgelegde namen (van de voorkeurzenders
en andere geluidsbronnen) worden gewist.
• Alle SET UP parameters worden teruggesteld.
• De klankbeelden die zijn gekozen voor afzonderlijke
weergavebronnen en voorkeurzenders verdwijnen
uit het geheugen.
• Het mastervolume wordt op VOLUME MIN gezet.
16NL
Houd de SET UP toets ingedrukt en druk dan op de ?/1
toets om de tuner/versterker in te schakelen.
Opmerking
• Wanneer de tuner/versterker een demonstratie geeft,
wordt het geheugen gewist. Zie “Het geheugen van de
tuner/versterker wissen” op deze pagina voor nadere
bijzonderheden betreffende hetgeen er gewist wordt.
• U kunt de demonstratie niet annuleren wanneer u niet op
?/1 hebt gedrukt terwijl het bovenstaande bericht
zichtbaar was. Om de demonstratie te annuleren nadat het
bovenstaande bericht is verschenen, drukt u tweemaal op
?/1 om de demonstratie opnieuw te activeren. Druk dan
op ?/1 terwijl het bovenstaande bericht zichtbaar is.
Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek
U kunt kiezen of u de surroundluidsprekers achter uw
luisterplaats wilt zetten of aan weerszijden er naast,
afhankelijk van de vorm van uw kamer (enz.).
De middenluidsprekers kan fungeren als surround
achterluidspreker.
z Opstelling van de surround achterluidspreker
Plaats de luidspreker minstens een meter achter de luisterpositie.
Het verdient aanbeveling de luidspreker op gelijke afstand van
de linker of rechter surroundluidsprekers te plaatsen. Wanneer er
geen plaats is achter de luisterpositie, installeert u de luidspreker
boven de luisterpositie op een stand of door hem aan het plafond
te hangen. Zorg ervoor dat de luidspreker goed is bevestigd
zodat hij niet kan vallen en zo schade of verwondingen kan
veroorzaken.
Opmerking
Zet de middenluidspreker niet verder van uw luisterplaats dan
de voorluidsprekers.
Vaststellen van het type luidsprekers
1
Druk op de ?/1 toets om de tuner/versterker in te
schakelen.
2
Druk op de SET UP toets.
3
Druk op de cursortoetsen ( of ) om in te stellen
op de parameter die u wilt bijregelen.
4
Draai aan de instelknop om de gewenste stand te
kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd.
5
Herhaal de stappen 3 en 4 tot u alle hieronder
genoemde parameters hebt ingesteld.
Met de akoestiekluidsprekers naast u
B
A
A
45°
C
C
90°
D
20°
Met de akoestiekluidsprekers surround u
B
A
A
45°
C
C
x Formaat van de voorluidsprekers (FRONT)
Oorspronkelijke instelling: LARGE
• Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten die alle lage
tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u
de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand “LARGE”
het best voldoen.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave
van meerkanaals Surround Sound niet naar wens, met te
weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om
de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste
frequenties van de voorkanalen worden overgeheveld
naar de aparte lagetonen-luidspreker.
• Als u voor de voorluidsprekers de stand “SMALL” kiest,
worden de middenluidspreker, de surroundluidsprekers
en de surround achterluidsprekers ook automatisch
ingesteld op “SMALL” (tenzij u eerder de stand “NO”
hebt gekozen).
90°
D
20°
17NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Voor de beste, ruimtelijk klinkende akoestiekweergave
zouden alle luidsprekers in principe op gelijke afstand
van uw luisterplaats (A) moeten staan.
Deze tuner/versterker biedt u echter de mogelijkheid de
middenluidspreker tot ongeveer 1,5 meter (5 feet)
dichterbij te zetten (B) of de surround achterluidsprekers
tot ongeveer 4,5 meter (15 feet) dishterbij te zetten (D) en
de surroundluidsprekers tot ongeveer 4,5 meter (15 feet)
dichterbij uw luisterplaats (C). Bovendien kunnen de
voorluidsprekers zowel dichterbij als verderaf gezet
worden, van 1,0 tot 12,0 meter (3 tot 40 feet) van uw
luisterplaats (A).
Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
x Formaat van de middenluidspreker (CENTER)
Oorspronkelijke instelling: LARGE
• Is er een grote middenluidspreker aangesloten die alle
lage tonen zonder problemen kan weergeven, dan kiest
u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand
“LARGE” het best voldoen. Als de voorluidsprekers
echter zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de
middenluidspreker niet instellen op “LARGE”.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar
wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand
“SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen,
zodat de laagste frequenties van het middenkanaal
worden overgeheveld naar de voorluidsprekers (als die
op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de aparte
lagetonen-luidspreker. *1
• Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan de stand
“NO”. Al het geluid van het middenkanaal wordt dan
weergegeven door de voorluidsprekers.*2
x Formaat van de surroundluidsprekers
(SURROUND)
Oorspronkelijke instelling: LARGE
• Zijn er grote surroundluidsprekers aangesloten die alle
lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan
kiest u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand
“LARGE” het best voldoen. Als de voorluidsprekers
echter zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de
surroundluidsprekers niet instellen op “LARGE”.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar
wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand
“SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen,
zodat de laagste frequenties van de surroundkanalen
worden overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die hier beter op zijn berekend.
• Sluit u geen surroundluidsprekers aan, kies dan de
stand “NO”.*3
z *1~*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro Logic
standen voor de middenkanaal-aanpassing
*1 NORMAL
*2 PHANTOM
*3 3 STEREO
18NL
x Surround achterluidsprekerformaat (SURR
BACK)**
Oorspronkelijke instelling: NO
Deze parameter kan worden ingesteld wanneer de
middenluidspreker is ingesteld op “NO” en de
surroundluidsprekers op “LARGE” of “SMALL”.
• Is er een grote surround achterluidspreker aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kan weergeven,
dan kiest u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand
“LARGE” het best voldoen. Als de voorluidsprekers
echter zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de surround
achterluidsprekers niet instellen op “LARGE”.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar
wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand
“SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen,
zodat de laagste frequenties van het middenkanaal
worden overgeheveld naar de voorluidsprekers (als die
op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de aparte
lagetonen-luidspreker. Wanneer de
surroundluidsprekers echter zijn ingesteld op
“SMALL”, wordt de surround achterluidspreker
automatisch ingesteld op “SMALL”.
• Kies “NO” wanneer u geen surround achterluidspreker
aansluit.
** Deze parameter is niet beschikbaar wanneer “Surround
speaker size (SURROUND)” is ingesteld op “NO”.
z Betreffende de luidsprekerformaten (LARGE en SMALL)
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van het
LARGE of SMALL luidsprekerformaat voor elk stel luidsprekers
of de ingebouwde akoestiekprocessor de laagste frequenties al
dan niet naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als de
lage tonen uit een bepaald kanaal worden verwijderd, zullen de
basverdelingscircuits die frequenties overbrengen naar de aparte
lagetonen-luidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die er beter op zijn berekend.
Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate van
richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het gehele
frequentiespectrum van de verschillende kanalen intact te laten,
indien mogelijk. Daarom kunt u zelfs met een stel kleine
luidsprekers toch de stand “LARGE” kiezen als u de lage tonen
ook door die luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom,
als u grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat ze de laagste
tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers best “SMALL”
kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst, kiest u dan
voor alle luidsprekers de stand “LARGE”. Als er te weinig bassen
klinken, kunt u die extra versterken met de grafiek-toonregeling.
Zie voor het instellen van de grafiek-toonregeling blz. 36.
x Afstand van de voorluidsprekers (FRONT XX.X)
Oorspronkelijke instelling: 5,0 meter (16 feet)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de linker of
rechter voorluidspreker (afstand A op blz. 17).
x Afstand van de middenluidspreker (CENTER
XX.X)
Oorspronkelijke instelling: 5,0 meter (16 feet)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenluidspreker. De middenluidspreker moet op
dezelfde afstand als die van de voorluidsprekers (A op
pagina 17) tot 1,5 meter (5 feet) dichter bij de luisterpositie
(B op pagina 17) worden geplaatst. Wanneer dit bereik
wordt overschreden, knippert het uitleesvenster. Wanneer
u de instelling verricht terwijl het uitleesvenster knippert,
kunt u niet ten volle genieten van het surroundeffect.
x Afstand van de surroundluidsprekers
(SURROUND XX.X)
Oorspronkelijke instelling: 3,5 meter (11 feet)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
surroundluidspreker. De surroundluidspreker moet op
dezelfde afstand als die van de voorluidsprekers (A op
pagina 17) tot 4,5 meter (15 feet) dichter bij de
luisterpositie (C op pagina 17) worden geplaatst.
Wanneer dit bereik wordt overschreden, knippert het
uitleesvenster. Wanneer u de instelling verricht terwijl het
uitleesvenster knippert, kunt u niet ten volle genieten van
het surroundeffect.
x Surround achterluidsprekerafstand (SURR
BACK XX.X)
Oorspronkelijke instelling: 3,5 meter (11 feet)
Stel de afstand in van uw luisterplaats tot de surround
achterluidspreker. De surround middenluidspreker moet
op dezelfde afstand als die van de voorluidsprekers (A
op pagina 17) tot 4,5 meter (15 feet) dichter bij de
luisterpositie (D op pagina 17) worden geplaatst.
Wanneer dit bereik wordt overschreden, knippert het
uitleesvenster. Wanneer u de instelling verricht terwijl het
uitleesvenster knippert, kunt u niet ten volle genieten van
het surroundeffect.
x Lagetonenluidsprekerafstand (SUB WOOFER
XX.X)
Oorspronkelijke instelling: 5,0 meter (16 feet)
Stel de afstand in van uw luisterplaats tot de
lagetonenluidspreker.
z Betreffende de afstand van de luidsprekers
U kunt de weergave van dit apparaat aanpassen aan de plaats
van de aangesloten luidsprekers, door de luidsprekerafstand in te
stellen. Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker verder
af te zetten dan de linker en rechter voorluidsprekers. Bovendien
kunt u de middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter (5 feet)
dichter bij uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers.
Evenmin kunt u de surround en surround achterluidsprekers
verder van uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En
ook weer niet meer dan 4,5 meter (15 feet) dichterbij.
Deze beperkingen gelden omdat een onevenwichtige opstelling
van de luidsprekers niet geschikt is voor de weergave van
akoestiekeffecten.
Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan de feitelijke
afstand, zal het geluid via die luidspreker(s) met een grotere
vertraging worden weergegeven. Met andere woorden, de
luidsprekers klinken dan verder weg.
Als u bijvoorbeeld de afstand van de middenluidspreker 1~2
meter (3~6 feet) dichterbij instelt dan de feitelijke afstand, zal dit
een vrij natuurgetrouw effect geven, alsof u zich “in” het
beeldscherm bevindt. En als u geen goed akoestiekeffect verkrijgt
omdat de surroundluidsprekers te dichtbij staan, kunt u door het
verminderen van de luidsprekerafstand (dichterbij kiezen dan de
werkelijke afstand) een dieper ruimtelijk effect creëren.
Door deze parameter bij te regelen terwijl u aandachtig naar een
geluidsbron luistert, kunt u vaak een aanzienlijke verbetering in
akoestiek bewerkstelligen. Probeer het maar eens!
x Fasepolariteit lagetonenluidspreker (S.W
PHASE)
Oorspronkelijke instelling: NORMAL
Stel de fasepolariteit van de lagetonenluidspreker in.
Wanneer de fasepolariteit op “NORMAL” staat, zijn er
meestal geen problemen. Afhankelijk van het type
voorluidsprekers, de positie van de lagetonenluidspreker
en de kantelfrequentie van de lagetonenluidspreker, kan
een beter bass-geluid worden verkregen door de
fasepolariteit in te stellen op “REVERSE”. Behalve de
bass-weergave kan ook de volheid en strakheid van de
algehele geluidsweergave worden beïnvloed. Kies de
beste stand vanuit de belangrijkste luisterpositie.
x Afstandseenheid (DISTANCE UNIT)
Oorspronkelijke instelling: meter (feet)
Hiermee kunt u de afstandsmaat voor de
luidsprekerafstand omschakelen tussen meters of Engelse
voeten.
19NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
x Aanwezigheid van een lagetonen-luidspreker
(SUB WOOFER)
Oorspronkelijke instelling: YES
• Als u een lagetonen-luidspreker hebt aangesloten, stelt
u hierbij in op “YES”.
• Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker, dan stelt
u in op “NO”. Hiermee schakelt u de
basverdelingscircuits in, zodat de LFE laagfrequente
signalen worden overgenomen door de andere
luidsprekers.
• Om volledig profijt te trekken van de Dolby Digital
basverdelingscircuits willen wij u aanbevelen om de
bovengrensfrequentie voor de lagetonen-luidspreker zo
hoog mogelijk in te stellen.
Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
x Opstelling van de surroundluidsprekers (SURR
POSI.)*
Oorspronkelijke instelling: SIDE
Met deze parameter kunt u de plaats van uw
surroundluidsprekers invoeren, voor een juiste werking
van de Digital Cinema Sound klankbeelden in het
“VIRTUAL” akoestiekgenre. Zie de onderstaande
afbeelding.
• Stel in op “SIDE” als de plaats van uw
surroundluidsprekers binnen het zijgebied A valt.
• Stel in op “MIDDLE” als uw surroundluidsprekers
verder naar achteren staan opgesteld, in het gebied B.
• Stel in op “BEHIND**” als uw surroundluidsprekers
helemaal achteraan staan, in het gebied C.
Deze instelling is alleen van invloed op de klankbeelden
in het “VIRTUAL” akoestiekgenre.
Deze instelling is alleen van invloed op de klankbeelden
in het “VIRTUAL” akoestiekgenre.
B
A
B
60
A
30
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er eerder
voor het “Formaat van de surroundluidsprekers”
“NO” is gekozen.
*** Deze parameter is alleen beschikbaar wanneer
“Surround back speaker size” is ingesteld op “NO”.
z Betreffende de opstelling van de surroundluidsprekers (SIDE,
MIDDLE en BEHIND)
90°
A
A
60°
30°
B
C
B
C
20°
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er eerder voor
het “Formaat van de surroundluidsprekers” “NO” is
gekozen.
** Deze parameter is niet beschikbaar wanneer “Surround
speaker size” is ingesteld op “NO”.
x Hoogte van de surroundluidsprekers (SURR
HEIGHT)*/Surround achterluidsprekerhoogte
(SURR BACK HGT.)***
Oorspronkelijke instelling: LOW
Met deze parameter kiest u de hoogte van uw surround
en surround achterluidsprekers, voor een juiste werking
van de Digital Cinema Sound klankbeelden in het
“VIRTUAL” akoestiekgenre. Zie de onderstaande
afbeelding.
• Stel in op “LOW” als uw surroundluidsprekers op de
grond staan of vrij laag zijn opgehangen, in het gebied
A.
• Stel in op “HIGH” als uw surroundluidsprekers relatief
hoog aan de wand hangen, in het gebied B.
20NL
Deze instelling is speciaal bestemd voor de Digital Cinema
Sound klankbeelden in het “VIRTUAL” akoestiekgenre. Bij deze
klankbeelden is de luidspreker-opstelling niet zo’n
overheersende factor als bij de andere akoestiekfuncties. Al de
“VIRTUAL” klankbeelden zijn gebaseerd op de veronderstelling
dat de surroundluidsprekers geheel achter de luisterplaats
zouden staan of hangen, maar het klankbeeld blijft grotendeels
zoals bedoeld, ook wanneer de surroundluidsprekers nogal opzij
en ver uiteen staan. Als de surroundluidsprekers echter pal naast
de luisteraar hangen en recht op oorhoogte gericht zijn, zullen de
“VIRTUAL” klankbeelden alleen klinken zoals bedoeld wanneer
u voor de opstelling van de surroundluidsprekers de stand
“SIDE” hebt gekozen. Ook dat geldt echter niet in alle gevallen,
aangezien de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald
door een heel stel variabelen, zodat u misschien wel betere
resultaten bereikt met de “BEHIND” of “MIDDLE” opstelling als
de luidsprekers hoog boven uw luisterplaats hangen, ook al is
dat pal ter weerszijden ervan.
Daarom kunt u wellicht het best een favoriete geluidsbron met
meerkanaals Surround Sound afspelen en dan goed luisteren
welk effect elke instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al
kan dit wel eens leiden tot een andere instelling dan hierboven
aangegeven onder “Opstelling van de surroundluidsprekers”.
Kies de stand die een fraai open, ruimtelijk gevoel oplevert, met
een zo hecht mogelijke samenhang tussen het geluid van de
voorluidsprekers en dat van de surroundluidsprekers.
Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen de
verschillende instellingen, kies dan de stand “BEHIND” en
gebruik dan de luidsprekerafstand-parameter en de
geluidssterkte-instellingen om de weergave optimaal af te
regelen.
x Ondergrensfrequentie voor de
voorluidsprekers (FRONT SP > XXX Hz)
Oorspronkelijke instelling: STD (120 Hz)
Hiermee kiest u de onderste filterfrequentie voor de
voorluidsprekers, wanneer het formaat “SMALL” is
gekozen voor de voorluidsprekers.
3
Stand
Testtoonweergave
NORMAL
De luidsprekers produceren
achtereenvolgens de testtoon.
PHASE
De luidsprekers produceren
achtereenvolgens per twee de
testtoon. (De
lagetonenluidspreker werkt
niet.) U kunt ook de balans
tussen luidsprekers regelen.
2CH SWAP
Het luidsprekerniveau kan
worden geregeld tijdens de
weergave van de bron (niet de
testtoon). Zet de aangesloten
component aan, start de
weergave en draai aan
FUNCTION om de component te
kiezen (behalve deze die is
aangesloten op MULTI CH IN).
Het geluid van de L/R
voorluidsprekers wordt
geproduceerd door de R/L
surroundluidsprekers. U kunt
het niveau van de
surroundluidsprekers regelen
vanuit de luisterpositie.
x Ondergrensfrequentie voor de
surroundluidsprekers (SURROUND SP > XXX Hz)
Oorspronkelijke instelling: STD (120 Hz)
Hiermee kiest u de onderste filterfrequentie voor de
surroundluidsprekers, wanneer het formaat “SMALL” is
gekozen voor de surroundluidsprekers.
x Surround achterkantelfrequentie (SURR BACK
SP > XXX Hz)
Oorspronkelijke instelling: STD (120 Hz)
Hiermee kunt u de bass-kantelfrequentie van de surround
achterluidspreker regelen wanneer de surround
achterluidspreker is ingesteld op “SMALL”.
x LFE hoogscheidingsfilter (LFE HIGH CUT > XXX
Hz)
Oorspronkelijke instelling: STD (120 Hz)
Hiermee kunt u de kantelfrequentie van het LFE
hoogscheidingsfilter kiezen. Kies normaal “STD”. Bij
gebruik van een passieve subwoofer die door een aparte
vermogensversterker wordt aangestuurd, kan het beter
zijn om de kantelfrequentie te wijzigen. Gebruik in dat
geval een andere instelling dan STD.
Het luidsprekerniveau regelen
Opmerking
U kunt “2CH SWAP” niet kiezen wanneer “2CH A. DIRECT” is
geselecteerd (qg op pagina 26).
4
Regel de LEVEL parameters zo dat het
testtoonniveau van elke luidspreker in de
belangrijkste luisterpositie even hoog is.
Druk op LEVEL om de balans en het niveau van de
luidsprekers te regelen. Zie pagina 35 voor meer
details omtrent het LEVEL menu.
Tijdens het instellen produceert de betreffende
luidspreker de testtoon.
5
Druk nogmaals op TEST TONE om de testtoon af te
zetten.
Regel het niveau van elke luidspreker met behulp van de
afstandsbediening vanuit de luisterpositie.
Tip
Opmerking
Deze receiver werkt met een nieuwe testtoon met een frequentie
van 800 Hz die de luidsprekerniveauregeling vergemakkelijkt.
1
Druk op ?/1 om de receiver aan te zetten.
2
Druk op TEST TONE op de afstandsbediening.
“TEST TONE” verschijnt in het uitleesvenster en de
luidsprekers produceren achtereenvolgens de testtoon.
U kunt het niveau van alle luidsprekers ineens regelen. Draai aan
MASTER VOLUME op het toestel of druk op MASTER VOL +/–
op de afstandsbediening.
Opmerking
• Tijdens het instellen verschijnt de instelwaarde in het
uitleesvenster.
• Hoewel deze instellingen ook kunnen worden verricht via het
frontpaneel met behulp van het LEVEL menu (wanneer de
testtoon wordt geproduceerd, schakelt de receiver automatisch
over naar het LEVEL menu), raden wij u aan de bovenstaande
procedure te volgen en de luidsprekerniveaus vanuit de
luisterpositie te regelen met behulp van de afstandsbediening.
21NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
x Ondergrensfrequentie voor de
middenluidspreker (CENTER SP > XXX Hz)
Oorspronkelijke instelling: STD (120 Hz)
Hiermee kiest u de onderste filterfrequentie voor de
middenluidspreker, wanneer het formaat “SMALL” is
gekozen voor de middenluidspreker.
Om de testtoonstand te wijzigen, drukt u op
MENU +/– om de gewenste stand te kiezen.
Alvorens uw tuner/versterker in gebruik te nemen
Controleren van de aansluitingen
Na het aansluiten van al uw audio/video-apparatuur op
de tuner/versterker volgt u de onderstaande
aanwijzingen om te controleren of alle aansluitingen in
orde zijn.
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
1/u
MASTER VOLUME
MASTER VOLUME
+
MULTI CHANNEL DECODING
?/1
–
SPEAKERS
DISPLAY
LEVEL
SURR
DIMMER
PRESET/
– PTY SELECT +
–
TUNING +
EQ
SET UP
MUTING
DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
NAME
A
PHONES
B
C
A
FUNCTION
B
INPUT MODE
MEMORY SHIFT
PTY
MULTI /2CH A. DIRECT
SOUND FIELD
FM MODE FM/AM
A.F.D.
MODE
2CH
EQUALIZER
MODE
ENTER
FUNCTION
1
Druk op de ?/1 toets om de tuner/versterker in te
schakelen.
2
Zet de aangesloten component aan (b.v. CD-speler
of cassettedeck).
3
Draai aan FUNCTION om een component
(programmabron) te kiezen en de weergave ervan
te starten.
4
Draai aan de MASTER VOLUME regelaar om de
geluidssterkte naar wens in te stellen.
Wanneer u na het volgen van deze procedure geen
normale weergave verkrijgt, zoek dan de oorzaak in de
volgende checklist en neem de nodige maatregelen om
het probleem op te lossen.
Er klinkt geen geluid, ongeacht welke
geluidsbron wordt gekozen.
, Controleer of de tuner/versterker en de
aangesloten apparatuur naar behoren zijn
ingeschakeld.
, Controleer of de geluidssterkte in het
uitleesvenster niet is ingesteld op VOLUME MIN
door aan MASTER VOLUME te draaien.
, Druk op de SPEAKERS toets wanneer SP. OFF
verschijnt in het uitleesvenster.
, Controleer of alle luidsprekersnoeren naar behoren
zijn aangesloten.
, Druk op de MUTING wanneer MUTING
verschijnt in het uitleesvenster.
, Controleer of er een hoofdtelefoon is aangesloten
op PHONES. Wanneer er een hoofdtelefoon is
aangesloten, komt er geen geluid uit de
luidsprekers.
, Controleer of de receiver niet in de
“Demonstratiestand” staat (zie pagina 16).
Een bepaalde geluidsbron is niet te horen.
, Controleer of het betreffende weergave-apparaat
naar behoren is aangesloten op de audioingangsaansluitingen voor die geluidsbron.
, Controleer of de stekkers van het aansluitsnoer aan
beide zijden, op de tuner/versterker en het
weergave-apparaat zelf, stevig in de stekkerbussen
zijn gestoken.
Eén van de voorluidsprekers geeft geen geluid.
, Sluit een hoofdtelefoon aan op PHONES om na te
gaan of er geluid hoorbaar is via de hoofdtelefoon
(zie “wf SPEAKERS toets” en “PHONES
aansluiting” op pagina 27).
Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts
via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis
zijn met de aansluitingen van het weergaveapparaat op de tuner/versterker. Controleer dan of
de stekkers van het aansluitsnoer aan beide zijden,
op de tuner/versterker en de geluidsbron zelf,
stevig in de stekkerbussen zijn gestoken.
Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid
geeft, kan er iets mis zijn met de aansluiting van de
niet werkende voorluidspreker op de tuner/
versterker. Controleer dan de aansluitingen van de
voorluidspreker die geen geluid geeft.
Doet zich een probleem voor dat hierboven niet vermeld
staat, zie dan het hoofdstuk “Verhelpen van storingen” op
blz. 54.
22NL
Bedieningsorganen en
basisbediening
van de tuner/
versterker
1 ?/1 aan/uit-schakelaar
Druk hierop om de tuner/versterker in te schakelen.
2 Aanduidingskeuzetoets (DISPLAY)
Druk meermalen op deze toets om de aanduidingen in
het uitleesvenster als volgt om te schakelen:
v
Zelf ingevoerde naam van de beeld/geluidsbron*
v
Eerst gekozen weergavebron
v
Klankbeeld dat vast is gekozen voor dit weergave-apparaat
Bij keuze van de tuner voor radio-ontvangst
v
Ingevoerde naam van de voorkeurzender* of vaste
zendernaam**
v
Afstemfrequentie
v
Programmatype-aanduiding**
v
Radiotekst**
v
Juiste tijd**
v
Klankbeeld dat vast is gekozen voor deze afstemband of
voorkeurzender
* De gekozen “index” naam verschijnt alleen als u zelf een naam voor
deze beeld/geluidsbron of voorkeurzender hebt ingevoerd (zie blz. 49).
De gekozen naam verschijnt niet als er alleen spaties zijn ingevoerd of
als de naam gelijk is aan die van de functietoets.
** Deze aanduidingen verschijnen alleen tijdens RDS ontvangst (Zie
blz. 46).
23NL
Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker
In dit hoofdstuk wordt de plaats en
functie van de toetsen en regelaars op
het voorpaneel beschreven, met een
uitleg van de voornaamste
bedieningshandelingen
van de tuner/versterker.
Bedieningsorganen op het
voorpaneel
Bedieningsorganen op het voorpaneel
1
2 3
5
4
6
8
MASTER VOLUME
+
MULTI CHANNEL DECODING
?/1
–
SPEAKERS
DISPLAY
LEVEL
SURR
Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker
DIMMER
PRESET/
– PTY SELECT +
–
TUNING +
EQ
SET UP
MUTING
A
PHONES
DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
NAME
B
C
A
FUNCTION
B
INPUT MODE
MEMORY SHIFT
PTY
MULTI /2CH A. DIRECT
SOUND FIELD
FM MODE FM/AM
A.F.D.
MODE
EQUALIZER
2CH
MODE
ENTER
qa
7
3 Uitleesvenster-verlichtingstoets (DIMMER)
Druk herhaaldelijk op DIMMER om de helderheid van
het uitleesvenster te regelen (5 stappen).
In de laagste stand zijn het uitleesvenster en de
blauwe LED gedoofd. Wanneer dan echter op een
willekeurige toets wordt gedrukt, licht het
uitleesvenster even maximaal op.
4 De volgende toetsen zijn voor de bediening van de
ingebouwde tuner. Zie voor nadere bijzonderheden
het hoofdstuk “Radio-ontvangst” vanaf blz. 42.
Voorkeurzender/programmatype-toestsen
(PRESET/PTY SELECT +/–)
Druk hierop om alle te ontvangen radiozenders te
doorzoeken. Met deze toets kiest u tevens de
programmatypen bij gebruik van de PTY afstemming.
Afstemtoetsen (TUNING +/–)
Voor het afstemmen via het doorzoeken van alle
beschikbare radiozenders.
Geheugentoets (MEMORY)
Druk hierop om een radiozender in het geheugen vast
te leggen als voorkeurzender.
Geheugengroep-keuzetoets (SHIFT)
Hiermee kiest u een groep voorkeurzenders in het
afstemgeheugen.
Programmatype-keuzetoets (PTY)
Druk hierop om radiozenders op te zoeken aan de
hand van het programmatype dat ze uitzenden. Deze
PTY toets werkt niet tijdens AM ontvangst.
FM stereo/mono-keuzetoets (FM MODE)
Als de aanduiding “STEREO” in het uitleesvenster
knippert en de FM stereo uitzending niet erg goed
klinkt, drukt u op deze toets. Dan zal er geen stereoeffect meer zijn, maar de ontvangst zal beter klinken.
24NL
0
9
Afstemband-keuzetoets (FM/AM)
Hiermee kiest u de FM of AM afstemband.
5 Meerkanaals-decodeerlampje (MULTI CHANNEL
DECODING)
Dit indicatorlampje licht op wanneer het apparaat
signalen in een meerkanaals-formaat aan het
decoderen is.
6 Gebruik de CINEMA STUDIO EX toetsen om te
genieten van CINEMA STUDIO EX geluidseffecten.
A/B/C toetsen
Indrukken om de klankbeelden CINEMA STUDIO EX
A, B of C in te stellen (blz 30).
7 Gebruik deze klankbeeldtoetsen (SOUND FIELD)
voor weergave met een akoestiekeffect. Zie voor
nadere bijzonderheden het hoofdstuk “Genieten van
Surround Sound akoestiek” vanaf blz. 28.
Decodeertoets/indicator (A.F.D.)
Druk deze toets in om de tuner/versterker
automatisch te laten waarnemen wat voor
geluidssignaal er binnenkomt en de vereiste
decodering toe te passen (indien nodig).
Klankbeeld-keuzetoetsen/indicator (MODE)
Druk hierop om het gewenste klankbeeld te gaan
kiezen (zie blz. 29).
Stereo-weergavetoets/indicator (2CH)
Druk hierop om alleen geluid te horen via de linker en
rechter voorluidsprekers.
8 Totaalvolumeregelaar (MASTER VOLUME)
Na instellen op de gewenste geluidsbron draait u aan
deze knop om de geluidssterkte naar wens in te
stellen.
9 Functiekeuzeknop (FUNCTION)
Draai hieraan om in te stellen op het apparaat dat u
wilt gebruiken.
Draaien voor weergave
Videorecorder
VIDEO 1 of VIDEO 2
DVD videospeler of
laserdisc-speler
DVD/LD
TV of satelliet-ontvanger
TV/SAT
Minidisc-recorder of
cassettedeck
MD/TAPE
Compact disc speler of
SACD-speler
CD/SACD
Ingebouwde tuner
TUNER
Platenspeler
PHONO
Na het kiezen van het weergave-apparaat schakelt u dat
apparaat in en start u de weergave van de geluidsbron.
• Na het kiezen van een videorecorder, DVD videospeler of
laserdisc-speler schakelt u ook het TV-toestel in en stelt u
dit in op weergave van de gekozen component/beeldbron.
Beeld/geluidsbron-keuzetoets (MODE)
Druk hierop om naast de gekozen weergavebron een
aanvullende beeld/geluidsbron te kiezen.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de
aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Standaard aanduidingen
t V:XXX t A:XXX
Eerst gekozen weergavebron T
Druk op de MODE toets
om in te stellen op
En draai aan de FUNCTION
knop voor keuze van
V:XXX
Een beeldbron voor weergave in
combinatie met de eerder
gekozen geluidsbron
A:XXX
Een geluidsbron voor weergave
in combinatie met de eerder
gekozen beeldbron
Kies de stand
Om
AUTO 2CH
Geef voorrang aan analoge
audiosignalen via de AUDIO IN
(L/R) aansluitingen wanneer er
geen digitale signalen zijn.
COAXIAL FIXED
Digitale audiosignalen worden
ingevoerd via de DIGITAL
COAXIAL ingangsaansluitingen.
OPTICAL FIXED
Digitale audiosignalen worden
ingevoerd via de DIGITAL
OPTICAL ingangsaansluitingen
ANALOG 2CH FIXED
Analoge audiosignalen worden
ingevoerd via de AUDIO IN (L/
R) aansluitingen.
Wanneer MULTI CH aan een bepaalde functie wordt
toegekend via het SET UP menu (pagina 51),
verschijnen “AUTO MULTI CH” en “MULTI CH
FIXED” in plaats van “AUTO 2CH” en ”ANALOG
2CH FIXED”.
Kies de stand
Om
AUTO MULTI CH
Geef voorrang aan analoge
audiosignalen via de MULTI CH
IN aansluitingen wanneer er
geen digitale signalen zijn.
MULTI CH FIXED
Analoge audiosignalen worden
ingevoerd via de MULTI CH IN
aansluitingen.
qa Geluiddempingstoets (MUTING)
Druk hierop om de geluidsweergave te dempen.
MUTING verschijnt in het uitleesvenster wanneer het
geluid is onderdrukt.
25NL
Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker
Voor keuze van de
q; Ingangssignaal-keuzetoets (INPUT MODE)
Druk op INPUT MODE om de ingangsstand voor uw
digitale componenten te kiezen. Bij elke druk op de
toets verandert de ingangsstand van de geselecteerde
component.
Bedieningsorganen op het voorpaneel
MASTER VOLUME
+
MULTI CHANNEL DECODING
?/1
–
SPEAKERS
DISPLAY
LEVEL
SURR
DIMMER
PRESET/
– PTY SELECT +
–
TUNING +
SET UP
EQ
MUTING
A
PHONES
DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
NAME
B
A
C
FUNCTION
B
INPUT MODE
MEMORY SHIFT
PTY
MULTI /2CH A. DIRECT
SOUND FIELD
FM MODE FM/AM
A.F.D.
MODE
EQUALIZER
2CH
MODE
ENTER
Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker
w;
wf
wd ws wa
ql qk qj qh
qs 6.1 CH DECODING-keuzetoets
Druk op 6.1 CH DECODING om de 6.1-kanaals
matrixparameter in het SET UP menu te regelen
(pagina 51).
Deze functie werkt alleen voor het multikanaalsformaat
[3/2].
Deze functie werkt met de volgende geluidsvelden.
• A.F.D.*
• NORMAL SURROUND
• CINEMA STUDIO EX A-C
• SEMI CINEMA STUDIO EX A-C
• NIGHT THEATER
• MONO MOVIE
• STEREO MOVIE
• V. MULTI DIMENSION
• VIRTUAL MULTI REAR
• V. SEMI M. DIMENSION
• VIRTUAL ENHANCED A, B
* Alleen op de “AUTO”.
Betreffende “VIRTUAL MATRIX 6.1” weergave
Hoewel deze receiver is uitgerust met een 5.1kanaalsversterker, kan toch het 6.1-kanaals surroundgeluid
van 6.1-kanaalsbronnen worden weergegeven (pagina 29).
Voor een efficiënte “VIRTUAL MATRIX 6.1” weergave moet
u de 6.1CH DECODING functie gebruiken wanneer u
“CINEMA STUDIO EX A-C” of “SEMI CINEMA STUDIO EX
A-C” kiest. De geluidskarakteristieken van CINEMA
STUDIO en 3D sound imaging creëren een virtuele surround
achterluidspreker, zodat u een surround effect als in een
echte bioscoop verkrijgt. U kunt AUTO/ON/OFF kiezen met
de 6.1CH DECODING toets (pagina 51).
26NL
qg qf qd qs
qd Grafiek-toonregeling aan/uit-toets (EQUALIZER)
Druk hierop om de equalizer toonregeling in of uit te
schakelen. Bij inschakelen van de equalizer licht in het
uitleesvenster de aanduiding EQ op. Als u de klankkleur
vast hebt bijgeregeld met de EQ parameters (zie blz. 36)
en de cursortoetsen, zal het geluid worden weergegeven
met de vastgelegde klankkleur-instellingen, telkens
wanneer u de equalizer toonregeling inschakelt.
• De equalizer is niet compatibel met 96kHz digitale
audiosignalen en via MULTI CH IN in of 2CH ANALOG
DIRECT.
qf DIGITAL CONCERT HALL toetsen
Gebruik de DIGITAL CONCERT HALL toetsen om te
genieten van DIGITAL CONCERT HALL geluidseffecten.
A/B toetsen
Indrukken om de klankbeelden DIGITAL CONCERT
HALL A of B in te stellen (blz 30).
qg MULTI/2CH A. DIRECT
Druk op MULTI/2CH A. DIRECT om de geluidsbron
te beluisteren die is aangesloten op MULTI CH IN of
de analoge 2-kanaalsingangen. In de stand 2CH
ANALOG DIRECT kunnen alleen geluidssterkte en
voorluidsprekerbalans worden geregeld. In de stand
MULTI DIRECT kunt u de balans en de geluidssterkte
van alle luidsprekers regelen. Wanneer deze functie is
aangeschakeld, staan de surroundeffecten af.
Kies de stand
Om
MULTI
Beluister de audiobron die is
aangesloten op MULTI CH IN. De
MULTI CH IN indicator licht op in
het uitleesvenster. Deze stand is
geschikt voor analoge bronnen van
hoge kwaliteit.
2CH A. DIRECT
Beluister de audiobron die is
aangesloten op analoge 2kanaalsingangen. Deze stand is
geschikt voor analoge bronnen van
hoge kwaliteit.
qh Insteltoets (SET UP)
Druk hierop om de voorbereidingsstand in te
schakelen en druk dan op de cursortoetsen (w;) om in
te stellen op een van de onderstaande
voorbereidingsfuncties te kiezen. Vervolgens maakt u
de gewenste instellingen met de instelknop (ql). Voor
details, zie “Instellingen met de SET UP toets” vanaf
pagina 51.
Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker
qj Naamgevingstoets (NAME)
Druk hierop om de naamgevingsfunctie in te
schakelen en namen in te voeren voor de
voorkeurzenders en andere weergavebronnen (zie blz.
49).
qk Invoertoets (ENTER)
Druk hierop om de gekozen lettertekens vast te leggen
bij naamgeving van de voorkeurzenders en andere
weergavebronnen.
ql Instelknop
Draai hieraan om de gekozen luidsprekerniveau-,
akoestiek- of equalizerparameter (enz.) naar wens in te
stellen.
w; Cursortoetsen ( / )
Druk hierop om de diverse luidsprekerniveau-,
akoestiek- en equalizerparameters (enz.) te kiezen.
wa Equalizermenu-keuzetoets (EQ)
Druk hierop voor keuze van de equalizerparameters
(zie blz. 36). De indicator van de toets licht op en dan
kunt u de verschillende equalizerparameters gaan
instellen.
ws Akoestiekmenu-keuzetoets (SURR)
Druk hierop voor keuze van de akoestiekparameters
(zie blz. 34). De indicator van de toets licht op en dan
kunt u de verschillende akoestiekparameters
(effectniveau, wandbekleding e.d.) gaan instellen.
wd Luidsprekermenu-keuzetoets (LEVEL)
Druk hierop voor keuze van de luidsprekerniveauparameters (zie blz. 35). De indicator van de toets licht
op en dan kunt u de verschillende luidsprekerniveauparameters (voorbalans, surroundbalans e.d.) gaan
instellen.
wf SPEAKERS-keuzetoets
Zet de SPEAKERS op ON. Druk nogmaals op OFF.
Hoofdtelefoon-aansluiting (PHONES)
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, produceren de
luidsprekers en ”SP geen geluid. OFF” licht op in het
display.
27NL
Genieten van
Surround
Sound
akoestiek
Dit hoofdstuk geeft aan hoe u de
tuner/versterker kunt instellen voor
geluidsweergave met
akoestiekeffecten en vaste
klankbeelden. Hiermee kunt u
genieten van meerkanaals Surround
Sound bij het afspelen van Dolby
Digital of DTS videomateriaal.
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg een van de
voorgeprogrammeerde “klankbeelden” te kiezen die de
tuner/versterker biedt. Zo kunt u uw luisterkamer laten
klinken als een bioscoopzaal of een concertzaal. U kunt de
klankbeelden ook naar eigen inzicht aanpassen door de
diverse akoestiekparameters bij te stellen.
Deze tuner/versterker beschikt over een aantal
verschillende klankbeeldfuncties.
De “cinema” klankbeelden zijn bedoeld voor de weergave
van video- of filmgeluid (van DVD discs of laserdiscs)
met meerkanaals-geluidssporen of Dolby Pro Logic
geluid. Naast het decoderen van de diverse kanalen,
bieden enkele van deze klankbeelden ook
akoestiekeffecten zoals u die in de bioscoop kunt horen.
De “virtuele” klankbeelden bieden enkele
indrukwekkende toepassingen van de Sony Digital
Cinema Sound technologie voor digitale
signaalverwerking. Deze kunnen het geluid weg
verplaatsen van de feitelijke luidspreker-opstelling om de
aanwezigheid van een aantal “virtuele” luidsprekers te
simuleren.
De klankbeelden voor muziek (enz.) zijn bedoeld voor
weergave van gewone muziekbronnen en TVuitzendingen. Hierbij wordt er aan het signaal van de
geluidsbron een nagalm toegevoegd om het ruimtelijk
effect van een concertzaal of een stadion (enz.) te
simuleren. Gebruik deze klankbeelden voor de weergave
van gewone stereo geluidsbronnen zoals muziek-CD’s of
stereo radio-uitzendingen van muziek of
sportevenementen e.d.
Zie voor nadere bijzonderheden over de diverse
klankbeelden de beschrijving op blz. 30 t/m 31.
A.F.D. decodering
Dit “Auto Format Decoding” klankbeeld presenteert het
geluid precies zo als het is gecodeerd, zonder enige
bijregeling, nagalm e.d.
DCS (Digital Cinema Sound)
Geluidsvelden met het merkteken DCS werken met DCStechnologie. Wanneer deze geluidsvelden zijn
geselecteerd, licht “Digital Cinema Sound” in het
uitleesvenster op.
DCS is de conceptnaam van de surroundtechnologie voor
huisbioscoopsystemen ontwikkeld door Sony. DCS maakt
gebruik van DSP (Digital Signal Processor) technologie
om de geluidskarakteristieken van de montagestudio in
Hollywood exact weer te geven.
Voor een optimaal gebruik van de Surround
akoestiekfuncties zult u het aantal en de opstelling van
uw luidsprekers in de tuner/versterker moeten
vastleggen. Zie het hoofdstuk “Opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek” vanaf blz. 17 voor
de nodige instellingen van de luidspreker-parameters
om ten volle te kunnen genieten van de Surround Sound
akoestiek.
28NL
EQ
LEVEL
SURR
CINEMA
STUDIO EX
DIGITAL
CONCERT
HALL
MASTER VOLUME
+
MULTI CHANNEL DECODING
?/1
–
SPEAKERS
DISPLAY
LEVEL
SURR
DIMMER
PRESET/
– PTY SELECT +
–
TUNING +
EQ
SET UP
MUTING
DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
NAME
A
PHONES
B
C
A
FUNCTION
B
INPUT MODE
MEMORY SHIFT
PTY
MULTI /2CH A. DIRECT
SOUND FIELD
FM MODE FM/AM
A.F.D.
MODE
2CH
EQUALIZER
Kiezen van een klankbeeld
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg uit de
voorgeprogrammeerde klankbeelden datgene te kiezen
dat het best past bij de geluidsbron die u wilt horen.
MODE
ENTER
Cursortoetsen
Instelknop
Klankbeeldtoetsen
1
Druk op de SOUND FIELD MODE toets.
Het laatst gekozen klankbeeld wordt in het
uitleesvenster aangegeven.
2
Draai aan de instelknop of druk op een cursortoets
( of ) om het gewenste klankbeeld te kiezen.
Zie pagina 30-31 voor informatie over elk geluidsveld.
EQUALIZER
MULTI/2CH
A. DIRECT
Kort overzicht van de toetsen die u
gebruikt voor de klankbeeld-akoestiek
Uitschakelen van het klankbeeld
Druk op de A.F.D., 2CH-toets of de MULTI/2CH A.
DIRECT weergavetoets (zie blz. 31).
Akoestiekmenu-keuzetoets (SURR): Druk hierop om de
akoestiek-parameters in het huidige klankbeeld naar
wens aan te passen.
Tip
EQ toets: Indrukken om de equalizerparameters in het
huidige geluidsveld te personaliseren.
Cursortoetsen ( / ): Druk hierop om de gewenste
parameters te kiezen na indrukken van de LEVEL, SURR,
EQ of SET UP toets.
Instelknop: Draai hieraan om de gekozen parameter in te
stellen of het gewenste klankbeeld te kiezen (enz.).
Klankbeeldtoetsen (SOUND FIELD)
Decodeertoets (A.F.D.): Druk deze toets in om de
tuner/versterker automatisch te laten waarnemen
wat voor geluidssignaal er binnenkomt en de
vereiste decodering toe te passen (indien nodig).
Klankbeeld-keuzetoets (MODE): Druk hierop om
de klankbeeld-keuzestand in te schakelen.
Stereo-weergavetoets (2CH): Druk hierop om
alleen geluid te horen via de linker en rechter
voorluidsprekers.
Grafiek-toonregeltoets (EQUALIZER): Voor in- en
uitschakelen van de equalizer grafiek-toonregeling.
Filmstudio-klankbeeldtoetsen (CINEMA STUDIO EX:
Druk hierop om een CINEMA STUDIO EX A ~ C
klankbeeld te kiezen.
MULTI/2CH A. DIRECT-toets: Druk hierop om een analoge
geluidsbron te beluisteren zonder digitale bijregeling. Bij
indrukken hiervan worden de equalizer, basversterking,
klankbeelden (enz.) alle uitgeschakeld.
Wanneer geluidssignalen met een bemonsteringsfrequentie van
96 kHz worden ingevoerd, worden de geluidssignalen
automatisch uitgevoerd in stereo en staat het geluidsveld af.
z Aan de verpakking kunt u zien met welk akoestieksysteem
het beeldmateriaal op een videodisc e.d. is opgenomen.
Alle officiële Dolby Digital discs zijn voorzien van het
beeldmerk en Dolby Surround discs zijn voorzien van het
A beeldmerk.
z 6.1-kanaals matrixdecodering
Bij sommige films die na de zomer van 1999 werden uitgebracht,
is een extra kanaal toegevoegd aan het bestaande 5.1kanaalssysteem. Dit nieuwe kanaal werkt met luidsprekers achter
de luisterpositie. In de bioscoop worden bevinden deze
luidsprekers zich op de achterwand, aan weerskanten van het
venster van de projectiekamer.
Het 6.1-kanaalssysteem in bioscopen heet Dolby Surround EX.
Voor videofilms worden deze 6.1 kanaal met behulp van
matrixcodering omgezet in 5.1 kanalen, en zijn er evenveel
kanalen als bij Dolby Digital en DTS. Opnames op DVD werken
met evenveel signalen.
Veel bioscopen projecteren films met matrixgecodeerde
5.1-kanaalsignalen en dat klinkt onnatuurlijk. Wanneer echter
gebruik wordt gemaakt van een matrixdecoder om surround
middenluidsprekersignalen te produceren, wordt hetzelfde 6.1kanaalsgeluid gesimuleerd als met Dolby Surround in de
bioscoop.
Dit toestel is uitgerust met een matrixdecoder voor 6.1kanaalsgeluidsweergave. Dankzij Virtual 3D-technologie kunnen
de surround achtersignalen zelfs zonder surround
achterluidsprekers worden geproduceerd. Wanneer geen
middenluidspreker wordt gebruikt, kan dit kanaal worden benut
om surround achtersignalen te produceren.
Bij 6.1 CH DECODING worden luidsprekers op de achter- en
zijwanden in de bioscoop gesimuleerd. Ook reflectie en nagalm
worden gesimuleerd, zodat u kunt genieten van hetzelfde
fantastische geluid als in een bioscoop met Dolby Surround EX.
DIGITAL CONCERT HALL toetsen: Druk hierop om een
DIGITAL CONCERT HALL A ~ B klankbeeld te kiezen.
29NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
Luidsprekermenu-keuzetoets (LEVEL): Druk hierop om
de niveauparameters te personaliseren.
Kiezen van een klankbeeld
Informatie over klankbeelden
x NORMAL SURROUND
Geluidsmateriaal met meerkanaals akoestieksignalen
wordt weergegeven zoals het is opgenomen.
Standaard tweekanaals geluid wordt gedecodeerd
volgens het Dolby Pro Logic systeem om er een
akoestiekeffect aan toe te voegen.
Genieten van Surround Sound akoestiek
x CINEMA STUDIO EX A–C1)2) D C S
Maakt gebruik van driedimensionale geluidsbewerking
van V. MULTI DIMENSION om op basis van één enkele
set surroundluidsprekers 5 sets virtuele luidsprekers te
creëren die de luisteraar omringen.
U kunt 6.1-kanaals surround geluid weergeven door een
virtuele surround achterluidspreker te creëren met de
“VIRTUAL MATRIX 6.1” weergavefunctie (qs op pagina
26).
• CINEMA STUDIO EX A reproduceert de
geluidskarakteristiek van de klassieke montagestudio
van Sony Pictures Entertainment.
• CINEMA STUDIO EX B reproduceert de
geluidskarakteristieken van de mengstudio van Sony
Pictures Entertainment, momenteel één van de meest
geavanceerde in Hollywood.
• CINEMA STUDIO EX C reproduceert de
geluidskarakteristiek van de BGM-opnamestudio van
Sony Pictures Entertainment.
x SEMI CINEMA STUDIO EX A–C1) D C S
Maakt gebruik van driedimensionale geluidsbewerking
van V. SEMI M. DIMENSION om op basis van het geluid
van de voorluidsprekers (zonder surroundluidsprekers) 5
sets virtuele luidsprekers te creëren die de luisteraar
omringen.
U kunt 6.1-kanaals surround geluid weergeven door een
virtuele surround achterluidspreker te creëren met de
“VIRTUAL MATRIX 6.1” weergavefunctie (qs op pagina
26).
• SEMI CINEMA STUDIO EX A reproduceert de
geluidskarakteristiek van de klassieke montagestudio
van Sony Pictures Entertainment.
• SEMI CINEMA STUDIO EX B reproduceert de
geluidskarakteristieken van de mengstudio van Sony
Pictures Entertainment, momenteel één van de meest
geavanceerde in Hollywood.
• SEMI CINEMA STUDIO EX C reproduceert de
geluidskarakteristiek van de BGM-opnamestudio van
Sony Pictures Entertainment.
x NIGHT THEATER
Geeft een intieme bioscoop-akoestiek bij het kijken naar
een speelfilm ‘s avonds laat, met het geluid zacht
ingesteld.
x MONO MOVIE
Voegt een bioscoop-akoestiek toe aan oude films met een
mono geluidsspoor.
30NL
x STEREO MOVIE
Voegt een bioscoop-akoestiek toe aan films met een stereo
geluidsspoor.
x V. MULTI DIMENSION1) (Virtuele luidsprekers
rondom) D C S
Creëert met 3D geluidsverwerking een heel stel “virtuele
surroundluidsprekers” boven normale luisterhoogte, op
basis van slechts twee werkelijke surroundluidsprekers.
Dit klankbeeld omvat 5 paar virtuele luidsprekers
rondom en in een hoek van ongeveer 30° boven de
luisteraar.
x VIRTUAL MULTI REAR1) (Virtuele luidsprekers
achter) D C S
Creëert met 3D geluidsverwerking wel 3 stel “virtuele
surroundluidsprekers” met maar 1 stel werkelijke
surroundluidsprekers.
x V. SEMI M. DIMENSION1) (Virtuele luidsprekers
rondom gesimuleerd) D C S
Creëert met 3D geluidsverwerking een aantal virtuele
surroundluidsprekers uit het geluid van de voorkanalen,
zonder werkelijke surroundluidsprekers te gebruiken. Dit
klankbeeld omvat 5 paar virtuele luidsprekers rondom en
in een hoek van ongeveer 30° boven de luisteraar.
x VIRTUAL ENHANCED A1) (Virtuele luidsprekers
rondom gesimuleerd A) D C S
Creëert met 3D geluidsverwerking drie paar virtuele
surroundluidsprekers uit het geluid van de voorkanalen,
zonder werkelijke surroundluidsprekers te gebruiken.
x VIRTUAL ENHANCED B1) (Virtuele luidsprekers
achter gesimuleerd B) D C S
Creëert met 3D geluidsverwerking een enkel paar virtuele
surroundluidsprekers uit het geluid van de voorkanalen,
zonder werkelijke surroundluidsprekers te gebruiken.
x DIGITAL CONCERT HALL A, B2)
Reproduceert de akoestiek van een concertzaal met
behulp van een multiluidsprekersysteem en 3dimensionale geluidsbewerking voor software met 2kanaalssignalen zoals bijvoorbeeld CD’s.
• DIGITAL CONCERT HALL A reproduceert de
akoestiek van het CONCERTGEBOUW in Amsterdam,
dat befaamd is voor zijn ruim klankspectrum wegens
de specifieke reflectie.
• DIGITAL CONCERT HALL B reproduceert de akoestiek
van het MUSIKVEREIN in Wenen, dat befaamd is voor
zijn zaalresonantie en uniek nagalmeffect.
x CHURCH
Geeft de akoestiek van een stenen kerkgewelf.
x OPERA HOUSE
Geeft de akoestiek van een operazaal.
x JAZZ CLUB
Geeft de akoestiek van een jazz-club.
Gebruik de toetsen op het voorpaneel om de volgende
weergavefuncties in te schakelen.
x DISCO/CLUB
Geeft de akoestiek van een discotheek/danszaal.
A.F.D. (Automatische formaatdecodering)
Neemt automatisch waar welk soort geluidssignaal er
binnenkomt (Dolby Digital, DTS, Dolby Pro Logic of
standaard 2-kanaals stereo) en zorgt voor een juiste
decodering waar nodig. Deze functie neemt het
geluidsspoor zoals het is opgenomen/gecodeerd, en
presenteert het zonder enige bijregeling, nagalm of
effecten.
x LIVE HOUSE
Geeft de akoestiek van een muziektheater met 300
zitplaatsen.
x ARENA
Geeft de akoestiek van een concertzaal met 1000
zitplaatsen.
x GAME
Geeft de meest treffende geluids- en akoestiekeffecten van
videospelletjes.
Wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten, kunt u alleen
de volgende geluidsvelden selecteren:
x HEADPHONE (2CH)
Weergave via 2 kanalen (stereo).
Het geluid van standaard tweekanaals (stereo) bronnen
wordt helemaal niet bewerkt. Meerkanaals surround
formaten worden gemengd tot twee kanalen.
x HEADPHONE (DIRECT)
Analoge signalen worden weergegeven zonder digitale
verwerking door de equalizer, geluidsveld, enz.
MULTI/2CH A. DIRECT (Multi/2 CH Analog Direct)
Analoge ingangssignalen worden niet digitaal verwerkt.
Dit is ideaal voor analoge bronnen van hoge kwaliteit. In
de stand 2CH A. DIRECT kunnen alleen geluidssterkte en
voorluidsprekerbalans worden geregeld. In de stand
MULTI DIRECT kunt u de balans en de geluidssterkte van
alle luidsprekers regelen. Wanneer deze functie is
aangeschakeld, staan equalizer, geluidsveld enz. af.
Opmerking
Bij instellen op de 2 CHANNEL tweekanaals-weergave zal de
lagetonenluidspreker geen geluid weergeven. Om gewoon tweekanaals stereo geluid weer te geven via de linker en rechter
voorluidsprekers plus een lagetonenluidspreker, gebruikt u de
AUTO FORMAT DECODING functie.
x HEADPHONE THEATER
Biedt het ruimtelijk klankbeeld van een theaterzaal bij het
luisteren via een gewone hoofdtelefoon.
1)
“VIRTUAL” klankbeeld: Klankbeeld met gesimuleerde extra
luidsprekers.
Als u echter in het SURROUND akoestiekmenu de “VIR.
SPEAKERS” parameter uitschakelt bij gebruik van de
“CINEMA STUDIO EX A~C” of SEMI CINEMA STUDIO EX
A~C” klankbeelden, zal de akoestiek van elk van deze
filmstudio’s worden weergegeven zonder de aanwezigheid van
“virtuele” luidsprekers te simuleren.
2)
Dit klankbeeld kunt u direct kiezen met de betreffende toets op
het voorpaneel.
Opmerkingen
• De effecten van de gesimuleerde virtuele luidsprekers kunnen
soms bijgeluiden in de weergave veroorzaken.
• Bij weergave van klankbeelden met gesimuleerde virtuele
luidsprekers zal er geen direct geluid van de
surroundluidsprekers te horen zijn.
31NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
x STADIUM
Geeft de sfeer van een live-concert in een openluchtstadion.
2CH (2-kanaals)
Hierbij wordt het geluid alleen weergegeven door de
linker en rechter voorluidsprekers. Gewoon twee-kanaals
stereo geluid wordt weergegeven zonder door de
klankbeeld-circuits te passeren. Meerkanaals-geluid
wordt ook samengemengd tot gewone stereo weergave.
Uitleg van de meerkanaals-akoestiekaanduidingen
1 2
3
4
OPTCOAXMULTI CH IN
a DTS MPEG
SP.OFF
5
6 7
a DIGITAL
L.F.E.
9
L
SW
Genieten van Surround Sound akoestiek
2 COAX
Deze aanduiding licht op bij weergave van een
digitaal signaal dat binnenkomt via de COAXIAL
aansluiting.
3 MULTI CH IN
Licht op wanneer MULTI CH IN is gekozen.
4 MPEG
Licht op wanneer MPEG-signalen binnenkomen.
Opmerking
Alleen de 2 voorkanalen zijn compatibel met MPEG.
Multikanaals surround sound wordt gemengd en uitgevoerd
via de 2 voorkanalen.
5 ; DIGITAL
Deze indicator licht op wanneer de receiver signalen
decodeert die zijn opgenomen in Dolby Digital
formaat.
6 PRO LOGIC
Deze aanduiding licht op wanneer het apparaat een
twee-kanaals signaal verwerkt met Pro Logic
technieken om zo een middenkanaal en akoestiekachterkanalen samen te stellen.*
* Deze indicator licht echter niet op als de midden- en
surroundluidsprekers zijn ingesteld op “NO” of de SPEAKER
toets op “OFF” staat en het A.F.D. of NORMAL SURROUND
geluidsveld is geselecteerd.
Opmerking
Pro Logic decodering werkt niet met MPEG signalen.
C
SL
D.RANGE EQ PRO LOGIC
1 OPT
Deze aanduiding licht op bij weergave van een
digitaal signaal dat binnenkomt via de OPTICAL
aansluiting.
32NL
8
SR
SSB
7
R
STEREO MONO MEMORY
RDS
SLEEP
L.F.E.
Licht op bij weergave van een disc met LFE (Low
Frequency Effect) kanaal. Wanneer het geluid van het
LFE kanaal ook daadwerkelijk wordt weergegeven,
lichten de balkjes onder de letters op om het
geluidsniveau aan te geven. Aangezien het LFE
signaal meestal niet voortdurend aanwezig is, kunnen
de niveaubalkjes tijdens weergave sterk fluctueren (en
soms geheel doven).
8 SW
Licht op wanneer subwooferkeuze op “YES” (pagina
18) staat en het audiosignaal wordt uitgevoerd via de
SUB WOOFER aansluiting(en).
9 Weergavekanaal-aanduidingen
Aan de oplichtende letters kunt u zien welke
geluidskanalen er worden weergegeven. De kadertjes
rond de letters geven aan hoe de receiver het
brongeluid mengt (op basis van de
luidsprekerinstelling). Bij geluidsvelden als “DIGITAL
CONCERT HALL” voegt de receiver nagalm toe aan
het brongeluid.
L: Linksvoor
R: Rechtsvoor
C: Midden (mono)
SL: Linksachter
SR: Rechtsachter
S: Surroundluidsprekers (mono of alleen de
achterweergave na Pro Logic verwerking)
SB: Surround Back (surround achtercomponenten
verkregen door 6.1-matrixdecodering)
Voorbeeld:
Opnameformaat (voor/surround): 3/2
Uitgangskanaal: Geen surroundluidsprekers
Geluidsveld: A.F.D.
L
SL
C
R
SR
q;
OPTCOAXMULTI CH IN
a DTS MPEG
SP.OFF
a DIGITAL
L.F.E.
qd
C
SL
D.RANGE EQ PRO LOGIC
qh qg qf
L
SW
qs
R
SR
SSB
STEREO MONO MEMORY
RDS
SLEEP
qa
Genieten van Surround Sound akoestiek
q; Afstemaanduidingen
Deze aanduidingen lichten op bij gebruik van de tuner
voor het afstemmen op radiozenders e.d.
Zie blz. 42 t/m 47 voor de bediening van de tuner
voor radio-ontvangst.
qa SLEEP
Licht op wanneer de sleep timer is geactiveerd.
qs EQ
Licht op wanneer de equalizer werkt.
qd D. RANGE
Deze aanduiding licht op wanneer de
compressiefunctie voor het dynamisch bereik is
ingeschakeld. Zie blz. 35 voor het instellen van de
dynamiek-compressie.
qf DTS
Deze aanduiding licht op wanneer er DTS signalen
binnenkomen.
Opmerking
Voor weergave van een DTS-formaat disc moet u digitale
verbindingen gemaakt hebben en mag de INPUT MODE
toets NIET in de ANALOG stand staan (zie q; op blz. 25).
qg SP. OFF
Licht op wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten of
de SPEAKERS toets op OFF staat.
qh ;
Deze aanduiding licht op wanneer er Dolby Digital
signalen binnenkomen.
33NL
Bijregelen van de klankbeelden
Door de surroundparameters en de equalizing van de
voor-, midden-, surround- en surround
achterluidsprekers te regelen, kunt u de geluidsvelden
afstemmen op de specifieke luisteromgeving.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de
nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven. Om
een bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u
enkel de gewenste veranderingen aan te brengen.
Zie het overzicht op blz. 37 – 41 voor de parameters
waarmee u een bepaald klankbeeld kunt bijregelen.
Voor de beste weergave van meerkanaals
Surround Sound
Genieten van Surround Sound akoestiek
Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en volg de
aanwijzingen onder “Opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek” vanaf blz. 17 alvorens u een
klankbeeld gaat aanpassen.
Aanpassen van de akoestiekparameters
Het SURR menu biedt een aantal parameters waarmee u
allerlei verschillende aspecten van het gekozen
klankbeeld kunt aanpassen. De instellingen die u in dit
menu kiest worden voor elk klankbeeld afzonderlijk
vastgelegd.
1
Start de weergave van een geluidsbron die is
gecodeerd met een meerkanaals Surround
geluidsspoor.
2
Druk op de SURR toets.
De toets licht op en de eerste parameter wordt
aangegeven.
3
Druk op de cursortoetsen ( of ) om in te stellen
op de parameter die u wilt bijregelen.
4
Draai aan de instelknop om de gewenste stand te
kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd.
Pro Logic (PRO LOGIC)
Oorspronkelijke instelling: AUTO
Hiermee kan de Pro Logic decodeerinstelling worden
gespecifieerd.
• In de stand “AUTO” verricht de receiver PRO LOGIC
decodering alleen met de Dolby surround-gecodeerde
flag ON of indien Pro Logic-decodering een beter
geluidsveld oplevert.
• In de stand “ON” verricht de receiver PRO LOGIC
decodering van surroundsignalen zonder rekening te
houden met de Dolby surround-gedecodeerde flag.
• In de stand “OFF” verricht de receiver geen PRO
LOGIC-decodering.
Opmerking
Pro Logic decodering werkt niet met MPEG signalen.
Effectniveau (EFFECT)
Oorspronkelijke instelling: (afhankelijk van het
klankbeeld)
Hiermee kunt u de “présence” van het huidige
surroundeffect regelen.
Wandbekleding (WALL S_I_H)
Oorspronkelijke instelling: gemiddeld
Hiermee kunt u het niveau van de hoge frequenties
regelen om de akoestiek van uw luisteromgeving te
wijzigen door een zachtere (S) of hardere (H) muur te
simuleren. De gemiddelde stand geldt voor een standaard
halfharde wand (van hout).
Weerkaatsing (REVERB S_I_L)
Oorspronkelijke instelling: gemiddeld
Hiermee kunt u de snelle reflecties regelen om een grote
(L) of kleine (S) ruimte te simuleren. De gemiddelde stand
geeft een standaard ruimte, zonder bijregeling.
Voor-nagalm (FRONT REVERB)
Oorspronkelijke instelling: STD
Deze parameter is beschikbaar wanneer “DIGITAL
CONCERT HALL A, B” is gekozen. Met deze parameter
kunt u een hoeveelheid nagalm toevoegen aan de
voorsignalen, afhankelijk van het originele nagalmeffect.
• Kies “WET” om de voor-nagalm te versterken.
• Kies “DRY” om de voor-nagalm te verzwakken.
Schermdiepte (SCREEN DEPTH)
Oorspronkelijke instelling: MID
In een bioscoop wordt de indruk gewekt alsof het geluid
direct komt vanaf de beelden die op het scherm
verschijnen. Met deze parameter kunt u in uw
luisterkamer hetzelfde effect bereiken door het geluid van
de voorluidsprekers te verschuiven tot “binnenin” het
scherm. De “DEEP” stand geeft het beeldscherm-geluid
de grootste diepte.
34NL
Virtuele luidsprekers (VIR. SPEAKERS)
Oorspronkelijke instelling: ON
Hiermee kunt u de virtuele luidsprekers die worden
gesimuleerd bij de CINEMA STUDIO EX A, B, C en SEMI
CINEMA STUDIO EX A, B, C klankbeelden aan en uit
zetten.
Bijregelen van de luidspreker-instelparameters
Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een aantal
parameters waarmee u de balans en de geluidssterkte van
elke luidspreker naar wens kunt instellen. De instellingen
die u in dit menu maakt, zijn van toepassing op alle
klankbeelden.
Start de weergave van een geluidsbron die is
gecodeerd met een meerkanaals Surround
geluidsspoor.
2
Druk op de LEVEL toets.
De toets licht op en de eerste parameter wordt
aangegeven.
3
Druk op de cursortoetsen ( of ) om in te stellen
op de parameter die u wilt bijregelen.
4
Draai aan de instelknop om de gewenste stand te
kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd.
Voorluidspreker-balans (FRONT L_I_R)
Oorspronkelijke instelling: midden
Hiermee kunt u de onderlinge geluidsbalans van de
linker en rechter luidsprekers naar wens bijregelen.
Balans van de surroundluidsprekers (SURROUND
L_I_R)
Oorspronkelijke instelling: midden
Hiermee kunt u de balans van de linker en rechter
surroundluidsprekers bijregelen.
Niveau van de middenluidspreker (CENTER LEVEL
XXX dB)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee kunt u de geluidssterkte van de
middenluidspreker instellen.
Niveau van de surroundluidsprekers (SURROUND
LEVEL XXX dB)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee kunt u de geluidssterkte van beide
surroundluidsprekers (links en rechts) instellen.
Niveau van de lagetonen-luidspreker (S. WOOFER
LEVEL XXX dB)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee kunt u de geluidssterkte van de lagetonenluidspreker instellen.
Laagfrequentie-effect (LFE MIX XXX dB)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee kunt u het niveau van de LFE (Low Frequency
Effect) kanaalsuitgang van de lagetonenluidspreker
regelen zonder dat dit een invloed heeft op het niveau van
de lage frequenties die via het Dolby Digital of DTS
omleidingscircuit van de voor-, midden- of
surroundkanalen naar de lagetonenluidspreker worden
gestuurd.
• Voor het LFE-mengniveau produceert “0 dB” het
volledige LFE-signaal op het mengniveau zoals dat
werd ingesteld door de opnametechnicus.
• Kies “OFF” om het geluid van het LFE-kanaal van de
lagetonenluidspreker te onderdrukken. De lage tonen
van de voor-, midden- en achterkanalen die door de
basverdelingscircuits worden overgeheveld naar de
lagetonen-luidspreker worden echter wel weergegeven,
volgens de keuze gemaakt voor elk luidsprekerpaar bij
de luidspreker-instellingen (zie blz. 17 t/m 21).
Dynamiekcompressie (D. RANGE COMP.)
Oorspronkelijke instelling: OFF (uit)
Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een speelfilmgeluidsspoor comprimeren, dus verkleinen. Dit kan
bijvoorbeeld handig zijn als u ‘s avonds laat een speelfilm
wilt bekijken; dan kunt u het geluid zacht zetten en toch
een rijke, volle klank behouden. Wij raden de instelling
“MAX” aan.
• Kies “OFF” om het geluidsspoor ongecomprimeerd
weer te geven.
• Kies “STD” om het geluidsspoor weer te geven met de
dynamiek die de opnametechnicus heeft bedoeld.
• Kies “0.1” – “0.9” om de dynamiek in kleine stappen te
comprimeren tot u het gewenste geluid verkrijgt.
• Kies “MAX” om de dynamiek sterk te comprimeren.
Opmerking
De dynamiekcompressie werkt alleen met Dolby Digital
geluidsbronnen.
35NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
1
Surround back-niveau (SURR BACK LEVEL XXX dB)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee kan het niveau van de surround
achterluidspreker worden geregeld.
Bijregelen van de klankbeelden
De equalizer regelen
Met het EQ menu kunt u de equalizing van de voor-,
midden-, surround- en surround achterluidsprekers
regelen. De instellingen worden voor elk geluidsveld
apart opgeslagen.
1
Start de weergave van een programmabron die is
gecodeerd met meerkanaals surround sound.
2
Druk op EQ.
De toets licht op en de eerste parameter verschijnt.
3
Druk op de cursortoetsen ( of ) om de
parameter (versterking (dB), bandbreedte,
frequentie (Hz)) te kiezen die u wilt regelen.
Genieten van Surround Sound akoestiek
4
Draai aan de jog knop om de gewenste instelling
te kiezen.
De instelling wordt automatisch verricht.
Niveau (dB)
Midrange-regeling middenluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van
middentonen worden geregeld.
Treble-regeling middenluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van hoge
tonen worden geregeld.
Bass-regeling surroundluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van lage tonen
worden geregeld.
Treble-regeling surroundluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van hoge
tonen worden geregeld.
Bass-regeling surround achterluidspreker
(niveau/frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van lage tonen
worden geregeld.
Frequentie (Hz)
De equalizer aan-/uitschakelen
Druk op EQUALIZER. De EQ indicator in het
uitleesvenster licht op wanneer de equalizer wordt
aangeschakeld. Wanneer u de equalizer instelt met de EQ
parameters, worden de instellingen voor elk geluidsveld
apart opgeslagen en gereproduceerd bij het aanschakelen
van de equalizer.
Bass-regeling voorluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van lage tonen
worden geregeld.
Bass-regeling middenluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van
middentonen worden geregeld.
Treble-regeling voorluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van hoge
tonen worden geregeld.
Bass-regeling middenluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van lage tonen
worden geregeld.
36NL
Treble-regeling surround achterluidspreker
(niveau/frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van hoge
tonen worden geregeld.
Terugstellen van de bijgeregelde klankbeelden
op de oorspronkelijke fabrieksinstelling
1
Als de tuner/versterker aan staat, drukt u op de
?/1 toets om het apparaat uit te schakelen.
2
Houd de SOUND FIELD MODE toets ingedrukt en
schakel het apparaat weer in met de ?/1 toets.
De aanduiding “S.F Initialize” verschijnt in het
uitleesvenster en dan zijn alle klankbeelden tegelijk
teruggesteld op de fabrieksinstellingen.
Instelbare parameters voor de verschillende klankbeelden
De ingestelde SURR en EQ parameters worden in elk geluidsveld opgeslagen. De ingestelde LEVEL parameters gelden
voor alle geluidsvelden.
<
SURR
PRO
LOGIC
EFFECT
LEVEL
WALL
TYPE
REVERB
TIME
>
FRONT
REVERB
SCREEN
DEPTH
VIRTUAL
SPEAKERS
2CH
A.F.D.
AUTO
z
CINEMA STUDIO EX A
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX B
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX C
z
z
z
z
SEMI CINEMA STUDIO EX A
z
z
z
z
SEMI CINEMA STUDIO EX B
z
z
z
z
SEMI CINEMA STUDIO EX C
z
z
z
z
NIGHT THEATER
z
z
z
z
MONO MOVIE
z
z
z
z
STEREO MOVIE
z
z
z
z
V. MULTI DIMENSION
z
VIRTUAL MULTI REAR
z
V. SEMI M. DIMENSION
z
VIRTUAL ENHANCED A
z
VIRTUAL ENHANCED B
z
DIGITAL CONCERT HALL A
z
z
z
DIGITAL CONCERT HALL B
z
z
z
CHURCH
z
z
z
z
OPERA HOUSE
z
z
z
z
JAZZ CLUB
z
z
z
z
DISCO/CLUB
z
z
z
z
LIVE HOUSE
z
z
z
z
ARENA
z
z
z
z
STADIUM
z
z
z
z
GAME
z
z
z
z
z
z
HEADPHONE (2CH)
HEADPHONE (DIRECT)
HEADPHONE THEATER
MULTI CH IN
2CH ANALOG DIRECT
PCM96K
37NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
NORMAL SURROUND
Bijregelen van de klankbeelden
Instelbare parameters voor de verschillende klankbeelden (vervolg)
<
FRONT
BAL
LEVEL
SURR
BAL
CENTER
LEVEL
SURR
LEVEL
>
SURR BACK
LEVEL
SUB WOOFER
LEVEL
LFE
MIX1)
D. RANGE
COMP.1)
z
z
Genieten van Surround Sound akoestiek
2CH
z
A.F.D.
z
z
z
z
z
z
z
z
NORMAL SURROUND
z
z
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX A
z
z
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX B
z
z
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX C
z
z
z
z
z
z
z
z
SEMI CINEMA STUDIO EX A
z
z
z
z
z
SEMI CINEMA STUDIO EX B
z
z
z
z
z
SEMI CINEMA STUDIO EX C
z
z
z
z
z
NIGHT THEATER
z
z
z
z
z
z
z
z
MONO MOVIE
z
z
z
z
z
z
z
z
STEREO MOVIE
z
z
z
z
z
z
z
z
V. MULTI DIMENSION
z
z
z
z
z
z
z
z
VIRTUAL MULTI REAR
z
z
z
z
z
z
z
z
V. SEMI M. DIMENSION
z
z
z
z
z
VIRTUAL ENHANCED A
z
z
z
z
z
VIRTUAL ENHANCED B
z
z
z
DIGITAL CONCERT HALL A
DIGITAL CONCERT HALL B
CHURCH
OPERA HOUSE
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
2)
z
z
2)
z
z
2)
z
z
2)
z
z
2)
z
z
z
z
JAZZ CLUB
z
z
z
z
z
z
z
z
DISCO/CLUB
z
z
z
z
z
z
LIVE HOUSE
ARENA
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
2)
z
z
2)
z
z
2)
z
z
STADIUM
z
z
z
z
z
z
z
z
GAME
z
z
z
z
z
z
z
z
HEADPHONE (2CH)
z
HEADPHONE (DIRECT)
z
HEADPHONE THEATER
z
MULTI CH IN
z
2CH ANALOG DIRECT
z
PCM96K
z
1)
z
z
z
z
z
z
Deze parameters kunnen niet altijd beschikbaar zijn of effectief werken, afhankelijk van de geluidsbron. Zie voor de preciese werking de
gedetailleerde beschrijving onder “Bijregelen van de luidspreker-instelparameters” (op blz. 35).
2)
Wanneer deze geluidsvelden worden gekozen, wordt er geen signaal uitgevoerd via SUB WOOFER wanneer het luidsprekerformaat is
ingesteld op “LARGE”. De subwoofer werkt echter wel wanneer het digitale ingangssignaal L.F.E.-signalen bevat.
38NL
Instelbare parameters voor de verschillende klankbeelden (vervolg)
<
EQ
<
BASS
GAIN
BASS
FREQ
2CH
z
z
A.F.D.
z
NORMAL SURROUND
FRONT
MID
GAIN
>
TREBLE
GAIN
>
TREBLE
FREQ
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX A
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX B
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX C
z
z
z
z
z
z
SEMI CINEMA STUDIO EX A
z
z
z
z
z
z
SEMI CINEMA STUDIO EX B
z
z
z
z
z
z
SEMI CINEMA STUDIO EX C
z
z
z
z
z
z
NIGHT THEATER
z
z
z
z
z
z
MONO MOVIE
z
z
z
z
z
z
STEREO MOVIE
z
z
z
z
z
z
V. MULTI DIMENSION
z
z
z
z
z
z
VIRTUAL MULTI REAR
z
z
z
z
z
z
V. SEMI M. DIMENSION
z
z
z
z
z
z
VIRTUAL ENHANCED A
z
z
z
z
z
z
VIRTUAL ENHANCED B
z
z
z
z
z
z
DIGITAL CONCERT HALL A
z
z
z
z
z
z
DIGITAL CONCERT HALL B
z
z
z
z
z
z
CHURCH
z
z
z
z
z
z
OPERA HOUSE
z
z
z
z
z
z
JAZZ CLUB
z
z
z
z
z
z
DISCO/CLUB
z
z
z
z
z
z
LIVE HOUSE
z
z
z
z
z
z
ARENA
z
z
z
z
z
z
STADIUM
z
z
z
z
z
z
GAME
z
z
z
z
z
z
HEADPHONE (2CH)
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
HEADPHONE (DIRECT)
HEADPHONE THEATER
MULTI CH IN
2CH ANALOG DIRECT
PCM96K
39NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
MID
FREQ
Bijregelen van de klankbeelden
Instelbare parameters voor de verschillende klankbeelden (vervolg)
<
EQ
<
BASS
GAIN
BASS
FREQ
A.F.D.
z
z
NORMAL SURROUND
z
CINEMA STUDIO EX A
CENTER
MID
GAIN
>
MID
FREQ
TREBLE
GAIN
>
TREBLE
FREQ
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX B
z
z
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX C
z
z
z
z
z
z
SEMI CINEMA STUDIO EX A
z
z
z
z
z
z
SEMI CINEMA STUDIO EX B
z
z
z
z
z
z
SEMI CINEMA STUDIO EX C
z
z
z
z
z
z
NIGHT THEATER
z
z
z
z
z
z
MONO MOVIE
z
z
z
z
z
z
STEREO MOVIE
z
z
z
z
z
z
V. MULTI DIMENSION
z
z
z
z
z
z
VIRTUAL MULTI REAR
z
z
z
z
z
z
V. SEMI M. DIMENSION
z
z
z
z
z
z
VIRTUAL ENHANCED A
z
z
z
z
z
z
VIRTUAL ENHANCED B
z
z
z
z
z
z
DIGITAL CONCERT HALL A
z
z
z
z
z
z
DIGITAL CONCERT HALL B
z
z
z
z
z
z
CHURCH
z
z
z
z
z
z
OPERA HOUSE
z
z
z
z
z
z
JAZZ CLUB
z
z
z
z
z
z
DISCO/CLUB
z
z
z
z
z
z
LIVE HOUSE
z
z
z
z
z
z
ARENA
z
z
z
z
z
z
STADIUM
z
z
z
z
z
z
GAME
z
z
z
z
z
z
2CH
Genieten van Surround Sound akoestiek
HEADPHONE (2CH)
HEADPHONE (DIRECT)
HEADPHONE THEATER
MULTI CH IN
2CH ANALOG DIRECT
PCM96K
40NL
Instelbare parameters voor de verschillende klankbeelden (vervolg)
<
EQ
<
BASS
GAIN
SURROUND/SURROUND BACK
BASS
FREQ
>
TREBLE
GAIN
>
TREBLE
FREQ
2CH
z
z
z
z
NORMAL SURROUND
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX A
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX B
z
z
z
z
CINEMA STUDIO EX C
z
z
z
z
NIGHT THEATER
z
z
z
z
MONO MOVIE
z
z
z
z
STEREO MOVIE
z
z
z
z
V. MULTI DIMENSION
z
z
z
z
VIRTUAL MULTI REAR
z
z
z
z
DIGITAL CONCERT HALL A
z
z
z
z
DIGITAL CONCERT HALL B
z
z
z
z
CHURCH
z
z
z
z
OPERA HOUSE
z
z
z
z
JAZZ CLUB
z
z
z
z
DISCO/CLUB
z
z
z
z
LIVE HOUSE
z
z
z
z
ARENA
z
z
z
z
STADIUM
z
z
z
z
GAME
z
z
z
z
SEMI CINEMA STUDIO EX A
SEMI CINEMA STUDIO EX B
SEMI CINEMA STUDIO EX C
V. SEMI M. DIMENSION
VIRTUAL ENHANCED A
VIRTUAL ENHANCED B
HEADPHONE (2CH)
HEADPHONE (DIRECT)
HEADPHONE THEATER
MULTI CH IN
2CH ANALOG DIRECT
PCM96K
41NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
A.F.D.
Radioontvangst
In dit hoofdstuk wordt beschreven
hoe u op FM of AM radiozenders
afstemt en hoe u voorkeurzenders in
het geheugen vastlegt.
Met deze tuner/versterker kunt u op radiozenders
afstemmen op de volgende manieren:
Automatische FM zenderopslag in alfabetische
volgorde (AUTOBETICAL)
U kunt de tuner/versterker automatisch 30 van de best
doorkomende FM radiozenders en FM RDS zenders in het
afstemgeheugen laten vastleggen (zie blz. 44).
Directe afstemming
Als u de zendfrequentie van de gewenste radiozender
kent, kunt u deze direct kiezen met de cijfertoetsen van de
bijgeleverde afstandsbediening (zie blz. 44).
Automatische zoekafstemming
Als u de zendfrequentie van de gewenste radiozender niet
kent, kunt u de tuner/versterker alle beschikbare zenders
in uw gebied laten doorzoeken (zie blz. 45).
Geheugenafstemming
Na het afstemmen op een zender met de directe
afstemming of de automatische zoekafstemming kunt u
de zender, als die goed klinkt, vastleggen in het
afstemgeheugen van de tuner/versterker (zie blz. 45).
Dan kunt u voortaan die zogenoemde voorkeurzender
rechtstreeks kiezen, door met de bijgeleverde
afstandsbediening de letter-en-cijfer code ervan in te
voeren (zie blz. 45). Zo kunt u tot 30 voorkeurzenders
voor de FM en AM voorinstellen. U kunt de tuner/
versterker ook alle vastgelegde voorkeurzenders laten
doorzoeken (zie blz. 46).
RDS informatiezenders
RDS (Radio Data Systeem) is een radio-informatiesysteem
waarmee radiozenders naast de gewone radio-uitzending
allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. Deze
receiver beschikt over twee handige RDS-functies:
— Aangeven van RDS informatie in het uitleesvenster
(zie blz. 46)
— Opzoeken van een radiozender aan de hand van het
programmatype (PTY) (zie blz. 47)
De RDS informatie wordt alleen uitgezonden door FM
zenders.*
* Niet alle FM radiozenders bieden de RDS informatie en niet alle
RDS zenders bieden dezelfde functies. Als u niet bekend bent met de
plaatselijk beschikbare RDS functies, kunt u voor nadere
bijzonderheden het best contact opnemen met de plaatselijke
radiozenders.
Alvorens u begint, dient u te zorgen dat:
• Er een FM en een AM antenne op de tuner/versterker
zijn aangesloten (zie blz. 5).
42NL
PRESET/PTY SELECT +/–
Kort overzicht van de toetsen die u
gebruikt voor de radio-ontvangst
TUNING +/–
MEMORY
MASTER VOLUME
+
MULTI CHANNEL DECODING
?/1
Aanduidingskeuzetoets (DISPLAY): Druk hierop om de
RDS informatie in het uitleesvenster te zien.
–
SPEAKERS
DISPLAY
LEVEL
SURR
PRESET/
– PTY SELECT +
DIMMER
–
EQ
TUNING +
SET UP
MUTING
DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
NAME
A
PHONES
B
C
A
FUNCTION
B
INPUT MODE
MEMORY SHIFT
PTY
MULTI /2CH A. DIRECT
SOUND FIELD
FM MODE FM/AM
A.F.D.
MODE
EQUALIZER
2CH
MODE
ENTER
FM/AM
FM MODE
PTY
SHIFT
AV
?/1
SLEEP
FUNCTION
?/1
FUNCTION
VIDEO 2 VIDEO 3
DVD/LD
TV/SAT
PHONO
MD/TAPE
FN SHIFT
AUX
CD/SACD
TUNER
MENU
F
2
G
4
3
g
ENTER
5
6
Cijfertoetsen
f
TITLE
7
Functiekeuzeknop (FUNCTION): Draaien om de tuner of
een andere bron te kiezen.
8
9
SHIFT
Programmatype-keuzetoets (PTY): Hiermee kunt u
radiozenders opzoeken aan de hand van het
programmatype dat ze uitzenden.
RETURN
0
>10
– /– –
POSITION
SWAP
=
+
ENTER
D.TUNING
D.SKIP/
CH/PRESET
– SUB CH +
0
)
DISPLAY
P IN P
9
(
DISC
JUMP
WIDE
TV/
VIDEO
P
p
ANT
TV/VTR
SOUND FIELD
2CH/OFF
A.F.D.
MULTI/2 CH
A. DIRECT
– MODE +
MUTING
TEST TONE MAIN MENU
MASTER
VOL
D.TUNING
FM stereo/mono-keuzetoets (FM MODE): Als de
aanduiding “STEREO” in het uitleesvenster knippert en
de FM stereo uitzending niet erg goed klinkt, drukt u op
deze toets. Dan zal er geen stereo-effect meer zijn, maar de
ontvangst zal beter klinken.
Opmerking
MENU
Als de “STEREO” aanduiding helemaal niet oplicht bij normale
ontvangst van een FM radio-uitzending, drukt u op deze toets
zodat de “STEREO” aanduiding gaat branden.
Afstemband-keuzetoets (FM/AM): Druk hierop om de
FM of AM afstemband te kiezen.
AV SYSTEM
Geheugengroep-keuzetoets (SHIFT): Hiermee kiest u
een geheugengroep (A, B of C) voor het vastleggen van of
afstemmen op een voorkeurzender in het
afstemgeheugen.
Op de afstandsbediening
D. TUNING: Druk op deze toets om rechtstreeks een
frequentie in te voeren met behulp van de cijfertoetsen.
Cijfertoetsen: Hiermee voert u een cijferwaarde in om de
frequentie rechtstreeks in te voeren, radiozenders vast te
leggen of af te stemmen op voorkeurzenders.
43NL
Radio-ontvangst
1
Afstemtoetsen (PRESET/PTY SELECT +/–): Druk hierop
om alle vastgelegde voorkeurzenders te overlopen of om
programmatypes te kiezen.
Afstemtoetsen (TUNING +/–): Druk hierop om alle te
ontvangen radiozenders te doorzoeken.
SYSTEM
STANDBY
VIDEO 1
VIDEO
Geheugentoets (MEMORY): Gebruik deze om
radiozenders in het geheugen vast te leggen als
voorkeurzenders.
Automatisch vastleggen
van FM zenders in
alfabetische volgorde
(“Auto-betical” voorinstelling)
Met deze automatische zenderopslag kunt u maximaal 30
FM radiozenders en FM RDS zenders in het
afstemgeheugen van de tuner/versterker vastleggen,
zonder doublures. Hierbij kiest de tuner/versterker
automatisch alleen de best doorkomende zenders.
Als u bepaalde FM of AM zenders handmatig in het
afstemgeheugen wilt vastleggen, volg dan de
aanwijzingen onder “Voorinstellen van radiozenders” op
blz. 45.
Zie voor nadere bijzonderheden over de hierbij gebruikte
toetsen het “Kort overzicht van de toetsen die u gebruikt
voor de radio-ontvangst ” op blz. 43.
1
2
Directe afstemming
Zie voor nadere bijzonderheden over de hierbij gebruikte
toetsen het “Kort overzicht van de toetsen die u gebruikt
voor de radio-ontvangst ” op blz. 43.
1
Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op
de tuner voor radio-ontvangst.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2
Kies met de FM/AM toets de FM of AM
afstemband.
3
Druk op de D. TUNING toets van de
afstandsbediening.
4
Voer met de cijfertoetsen de gewenste
afstemfrequentie in van de afstandsbediening.
Druk op de ?/1 toets om de tuner/versterker uit te
schakelen.
Radio-ontvangst
Houd de MEMORY toets ingedrukt en druk
nogmaals op de ?/1 toets om de tuner/versterker
weer in te schakelen.
De aanduiding “Autobetical select” verschijnt en de
tuner/versterker gaat op zoek naar alle plaatselijk te
ontvangen FM radiozenders en FM RDS zenders en
legt deze in het afstemgeheugen vast.
Bij elke RDS informatiezender controleert de tuner/
versterker eerst of er andere zenders zijn die hetzelfde
programma uitzenden, om daarvan dan alleen de
duidelijkst doorkomende zender vast te leggen. De
gekozen RDS informatiezenders worden gesorteerd op
alfabetische volgorde van hun officiële Program
Service zendernaam, en krijgen dan elk een letterplus-cijfer voorinstelcode toegewezen. Zie voor nadere
bijzonderheden betreffende de RDS informatiezenders
blz. 46.
De gewone FM radiozenders krijgen ook een letterplus-cijfer code en worden dan na de RDS zenders
vastgelegd.
Na afloop van het vastleggen verschijnt de aanduiding
“Autobetical finish” even in het uitleesvenster en dan
keert de tuner/versterker terug naar de normale
bedieningsfuncties.
Opmerkingen
• Druk niet op enige toets tot de tuner/versterker klaar is met
het doorzoeken van de beschikbare zenders.
• Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig zijn deze
procedure opnieuw uit te voeren, om de best te ontvangen
zenders in uw nieuwe woongebied vast te leggen.
• Zie voor het afstemmen op de vastgelegde voorkeurzenders de
aanwijzingen op blz. 46.
• De FM MODE stereo/mono instelling wordt ook samen met
elke zender vastgelegd.
• Als u na het opslaan van zenders met deze functie uw FM
antenne verplaatst, kunnen de vastgelegde instellingen niet
meer geldig zijn. In dat geval volgt u weer de bovenstaande
aanwijzingen om de FM zenders opnieuw vast te leggen.
44NL
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz
1
b
0
b
2
b
5
b
0
Voorbeeld 2: AM 1350 kHz
(U hoeft de laatste “0” niet in te voeren bij gebruik van een
afstemschaal met intervallen van 10 kHz.)
1
b
3
b
5
b
0
Als u niet op een bepaalde zender kunt
afstemmen en de ingevoerde cijfers
knipperen
Controleer of u de juiste frequentie hebt ingevoerd. Bij
een vergissing herhaalt u de stappen 3 en 4.
Als de ingevoerde cijfers nog steeds knipperen, wordt
deze frequentie in uw ontvangstgebied niet gebruikt.
5
Bij afstemmen op een AM radiozender verstelt u
de richting van de AM kaderantenne zo dat de
ontvangst optimaal klinkt.
6
Herhaal de stappen 2 t/m 5 als u op een andere
zender wilt afstemmen.
z Als u voor de frekwentie een getal invoert dat niet deelbaar
is door het geldende afsteminterval
De ingevoerde waarde zal automatisch naar boven of beneden
worden afgerond.
Het interval van de afstemschaal is:
FM: 50 kHz
AM: 9 kHz
Automatische
zoekafstemming
Zie voor nadere bijzonderheden over de hierbij gebruikte
toetsen het “Kort overzicht van de toetsen die u gebruikt
voor de radio-ontvangst ” op blz. 43.
1
Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op
de tuner voor radio-ontvangst.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2
Kies met de FM/AM toets de FM of AM
afstemband.
3
Geheugenafstemming
Zie voor nadere bijzonderheden over de hierbij gebruikte
toetsen het “Kort overzicht van de toetsen die u gebruikt
voor de radio-ontvangst ” op blz. 43.
Voor u kunt afstemmen op een voorkeurzender, dient u
eerst het “Voorinstellen van radiozenders” te verrichten
volgens de onderstaande aanwijzingen.
Voorinstellen van radiozenders
Druk op de TUNING + of TUNING – toets.
Druk op de + toets om de afstemband in oplopende
volgorde te doorzoeken; op de – toets om van hoog
naar laag te zoeken.
Telkens wanneer er een zender wordt gevonden, stopt
de tuner/versterker met zoeken.
Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op
de tuner voor radio-ontvangst.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2
Stem af op de radiozender die u wilt voorinstellen,
met de directe afstemming (zie blz. 44) of de
automatische zoekafstemming (deze pagina).
3
Druk op de MEMORY toets.
In het uitleesvenster licht enkele seconden lang de
aanduiding “MEMORY” op.
Verricht de stappen 4 t/m 6 voordat deze “MEMORY”
aanduiding dooft.
4
Druk op de SHIFT toets om een geheugengroep (A,
B of C) te kiezen.
Telkens wanneer u op de SHIFT toets drukt, verschijnt
de volgende groepsletter, “A”, “B” of “C” in het
uitleesvenster.
5
Druk op de PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY
SELECT – toets om een zendernummer te kiezen.
Als de “MEMORY” aanduiding dooft voordat u de
zender hebt kunnen vastleggen, gaat u terug naar stap
3.
6
Druk weer op de MEMORY toets om de ontvangen
radiozender in het geheugen vast te leggen.
Als de “MEMORY” aanduiding dooft voordat u de
zender hebt kunnen vastleggen, gaat u terug naar stap
3.
7
Herhaal de stappen 2 t/m 6 voor elk van de
voorkeurzenders die u wilt vastleggen.
Wanneer de tuner/versterker het einde van de
afstemschaal bereikt
Dan wordt de zoekafstemming vanaf het andere einde
herhaald in dezelfde richting.
4
Om door te gaan met zoeken, drukt u nogmaals op
de TUNING + of TUNING – toets.
Een andere zender voorinstellen onder een reeds
gebruikt nummer
Herhaal de stappen 1 t/m 6 om een nieuwe zender onder
hetzelfde nummer vast te leggen.
45NL
Radio-ontvangst
1
Geheugenafstemming
Afstemmen op vastgelegde
voorkeurzenders
Op radiozenders die in het afstemgeheugen zijn
vastgelegd, kunt u afstemmen op een van de volgende
twee manieren.
Afstemmen door alle voorkeurzenders te
doorlopen
1
2
Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op
de tuner voor radio-ontvangst.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
Druk enkele malen op de PRESET/PTY SELECT + of
PRESET/PTY SELECT – toets om te zoeken naar de
gewenste zender.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, gaat de tuner/
versterker één voorkeurzender verder in de gekozen
richting en de onderstaande volgorde:
Radio-ontvangst
nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N
nC0˜...C2˜C1N
Gebruik van het Radio Data
Systeem (RDS)
Ontvangst van RDS informatieuitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM band
met de directe afstemming (zie blz. 44), de
automatische zoekafstemming of de
geheugenafstemming (zie blz. 45).
Bij afstemming op een zender die RDS informatie
uitzendt, zal automatisch de zendernaam samen met de
RDS indicator in het uitleesvenster verschijnen.
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de
zender waarop u hebt afgestemd de RDS signalen niet duidelijk
genoeg uitzendt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
Aangeven van RDS informatie in het
uitleesvenster
Wanneer u tijdens ontvangst van een RDS zender
meermalen op de DISPLAY toets drukt, verspringt de
RDS informatie in het uitleesvenster als volgt:
z U kunt de voorkeurzenders automatisch doornemen op zoek
naar een bepaald programmatype.
v
Zendernaam (PS)a)
Zie blz. 47.
v
Afstemfrequentiea)
Afstemmen op een voorkeurzender waarvan u
het nummer kent
1
2
v
Programmatype (PTY)b)
Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op
de tuner voor radio-ontvangst.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
Druk op de SHIFT toets om een geheugengroep (A,
B of C) te kiezen en kies dan het nummer van de
gewenste voorkeurzender met de cijfertoetsen op
de bijgeleverde afstandsbediening.
v
Radiotekst (RT)c)
v
Tijdsaanduiding (CT) (in een 24-uurs aanduiding)
v
Gekozen klankbeeld
a) Deze informatie wordt ook aangegeven voor FM zenders die geen
RDS informatie uitzenden.
b) Soort programma dat er wordt uitgezonden (zie blz. 47).
c) Tekstberichten die door de RDS zender worden uitgezonden.
Opmerkingen
• Als er een nooduitzending of waarschuwingsbericht door de
overheid wordt uitgezonden, gaat in het uitleesvenster de
aanduiding “Alarm-Alarm!” knipperen.
• Als een radiozender een bepaalde RDS functie niet verzorgt,
zal het uitleesvenster “No XX” (bijvoorbeeld “No Clock Time”)
aangeven.
• Wanneer een zender radiotekst uitzendt, verschijnt deze in het
uitleesvenster met hetzelfde tempo als waarmee het bericht
wordt uitgezonden. De snelheid van de tekst is dus alleen
afhankelijk van de snelheid van de uitzending.
46NL
Doorzoeken van voorkeurzenders via het
programmatype
U kunt afstemmen op een voorkeurzender van uw keuze
door in te stellen op het gewenste programmatype. De
tuner/versterker doorloopt dan het afstemgeheugen, op
zoek naar een voorkeurzender die op dat moment het
door u gekozen soort uitzending verzorgt.
1
Druk op de PTY toets.
2
Druk op de PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY
SELECT – toets om in te stellen op het gewenste
programmatype.
Zie het overzicht op de volgende pagina voor nadere
informatie over de programmatypen.
3
Varied Speech
Gevarieerde uitzendingen, zoals
vraaggesprekken,
quizprogramma’s en allerlei
amusement
Pop Music
Populaire muziek
Rock Music
Rockmuziek
M.o.R. Music
“Easy listening” muziek
Light Classics M
Lichte klassieken, met vocale,
instrumentale en koormuziek
Serious Classics
Klassieke muziekuitvoeringen,
orkestrale werken en
kamermuziek, opera enz.
Other Music
Alle muziek die niet in de
bovenstaande categorieën past,
zoals rhythm & blues of reggae
Weather & Metr
Weerbericht
Finance
Beursberichten, financieel en
zakennieuws
Children’s Progs
Kinderprogramma’s
Social Affairs
Programma’s over mensen en
hun bezigheden
Religion
Programma’s over godsdienst en
religieuze zaken
Phone In
Programma’s waarin luisteraars
via de telefoon of in een publiek
forum kunnen reageren
Travel & Touring
Programma’s over reizen. Niet
voor aankondigingen die met de
TP/TA verkeersinformatiefuncties te vinden zijn
Overzicht van de beschikbare
programmatypen
Aanduiding programmatype Beschrijving
News
Nieuwsuitzendingen
Current Affairs
Actualiteitenprogramma’s die op
de achtergronden van het
huidige nieuws ingaan
Leisure & Hobby
Programma’s over
vrijetijdsbesteding en hobbies als
vissen, tuinieren, koken e.d.
Information
Uitzendingen betreffende de
weersverwachting, nieuws voor
consumenten, medisch advies
e.d.
Jazz Music
Jazz en geïmproviseerde muziek
Country Music
Country & western muziek
National Music
Programma’s met de nationale of
streekmuziek van een bepaald
gebied
Sport
Sportverslagen en -uitslagen
Education
Educatieve programma’s, met
wetenswaardigheden en
praktische tips
Oldies Music
Hits van vroeger
Folk Music
Volksmuziekprogramma’s
Drama
Hoorspelen en andere radioseries
Documentary
Documentaires
Cultures
Programma’s over nationale en
regionale cultuur, zoals
taalkwesties en sociale
vraagstukken
None
Programma’s die buiten de
bovenstaande categorieën vallen
Science
Uitzendingen over
natuurwetenschappen en
technologie
47NL
Radio-ontvangst
Druk nogmaals op de PTY toets.
Terwijl de tuner/versterker de vooringestelde
radiozenders doorneemt, verschijnen in het
uitleesvenster afwisselend de aanduiding “PTY
SEARCH” en het gekozen programmatype.
Wanneer de tuner/versterker een uitzending van het
door u gekozen type vindt, stopt het zoeken.
Als de tuner/versterker geen voorkeurzender vindt
die het door u gekozen soort uitzending verzorgt,
verschijnt er “PTY not found” in het uitleesvenster.
Aanduiding programmatype Beschrijving
Overige
bedieningsfuncties
NAME
Cursortoetsen
SET UP
MASTER VOLUME
+
MULTI CHANNEL DECODING
?/1
–
SPEAKERS
DISPLAY
LEVEL
SURR
DIMMER
PRESET/
– PTY SELECT +
–
TUNING +
SET UP
EQ
MUTING
DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
NAME
A
PHONES
B
C
A
FUNCTION
B
INPUT MODE
MEMORY SHIFT
PTY
MULTI /2CH A. DIRECT
SOUND FIELD
FM MODE FM/AM
A.F.D.
MODE
EQUALIZER
2CH
MODE
ENTER
Instelknop
ENTER
FUNCTION
Kort overzicht van de toetsen die u in dit
hoofdstuk tegenkomt
Naamgevingstoets (NAME): Druk hierop om uw
voorkeurzenders en andere weergavebronnen elk een
eigen naam te geven.
Instelknop: Kies hiermee de lettertekens bij de
naamgeving van voorkeurzenders en andere
weergavebronnen.
Cursortoetsen ( / ): Zet hiermee de cursor op de
gewenste plaats bij het invoeren van namen voor de
voorkeurzenders en andere weergavebronnen.
Functiekeuzeknop (FUNCTION): Draai hieraan om in te
stellen op de tuner voor radio-ontvangst of op een andere
geluidsbron.
Insteltoets (SET UP): Druk hierop om de bedieningsinstelling te maken.
Invoertoets (ENTER): Druk hierop om de ingevoerde
naam voor een voorkeurzender of andere weergavebron
in het geheugen vast te leggen.
48NL
Naamgeving van
voorkeurzenders en beeld/
geluidsbronnen
U kunt een naam (indexnaam) van maximum 8 tekens
invoeren voor voorkeurzenders en beeld/geluidsbronnen.
Deze namen (zoals bijvoorbeeld “VHS”) worden dan in
het uitleesvenster aangegeven wanneer u instelt op
weergave van de betreffende beeld/geluidsbron.
U kunt niet meer dan één naam tegelijk invoeren voor
elke voorkeurzender of beeld/geluidsbron.
Deze functie kan handig zijn voor het uit elkaar houden
van soortgelijke apparatuur. Zo kunt u bijvoorbeeld twee
videorecorders onderscheiden met de typenamen “VHS”
en “8mm”. Bovendien kunt u hiermee componenten
benoemen die zijn aangesloten op stekkerbussen bedoeld
voor andere apparatuur, zoals een tweede CD-speler die
is aangesloten op de MD/TAPE aansluitingen.
Opnemen
Deze tuner/versterker maakt het opnemen vanaf en op de
aangesloten apparatuur bijzonder eenvoudig. U hoeft de
apparaten voor weergave en voor opname niet
afzonderlijk op elkaar aan te sluiten; na het kiezen van
een weergavebron op de tuner/versterker kunt u gewoon
gaan opnemen met behulp van de bedieningsorganen op
de betrokken apparatuur.
Voor u begint dient u te controleren of alle apparaten naar
behoren zijn aangesloten.
FUNCTION
–
SPEAKERS
Om een naam te geven aan een
voorkeurzender
Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op
de tuner.
Dan wordt er afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
Voer de gewenste naam in met de instelknop en de
cursortoetsen, als volgt:
Draai aan de instelknop om een letterteken te kiezen
en druk dan op de
toets om de cursor op de plaats
van de volgende letter te zetten.
–
TUNING +
EQ
MUTING
NAME
A
PHONES
DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
B
C
A
FUNCTION
B
INPUT MODE
MEMORY SHIFT
PTY
MULTI /2CH A. DIRECT
SOUND FIELD
FM MODE FM/AM
A.F.D.
MODE
EQUALIZER
2CH
MODE
.
ENTER
Weergavebron
(afspeelapparatuur)
Opname-apparatuur
(cassettedeck, minidiscrecorder, videorecorder)
l: Audio-signaalstroom
.: Video-signaalstroom
Opnemen op een audiocassette of
minidisc
Via deze tuner/versterker kunt u opnamen maken op een
cassette of een minidisc. Zie voor nadere details van de
bediening de gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of
minidisc-recorder.
1
Stel in op de geluidsbron die u wilt opnemen.
2
Breng het weergave-apparaat in gereedheid voor
afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de op te nemen compact disc in de
CD-speler.
Invoegen van een spatie
Draai aan de instelknop tot er een spatie in het
uitleesvenster verschijnt.
3
Plaats een voor opnemen geschikte cassette of
minidisc in het opname-apparaat en stel zo nodig
het opnameniveau in.
Bij een vergissing in de letterkeuze
Druk net zovaak op de
of
cursortoets tot de
foute letter gaat knipperen en kies dan met de
instelknop het juiste letterteken.
4
Start het opnemen op het opname-apparaat en
start dan de weergave van de geluidsbron.
Druk op de ENTER toets.
Invoeren van namen voor nog andere
voorkeurzenders
Herhaal de stappen 2 t/m 5.
49NL
Overige bedieningsfuncties
4
DIMMER
SET UP
.
Druk op de NAME toets.
PRESET/
– PTY SELECT +
l
Stem af op de voorkeurzender die u van een naam
wilt voorzien.
Als u niet weet hoe u kunt afstemmen op een
voorkeurzender, volgt u de aanwijzingen onder
“Afstemmen op vastgelegde voorkeurzenders” op blz.
46.
3
5
LEVEL
SURR
Om een naam te geven aan een beeld/
geluidsbron
Stel in op de beeld/geluidsbron (component) die u
een naam wilt geven en ga dan door naar stap 3.
2
DISPLAY
l
1
MASTER VOLUME
+
MULTI CHANNEL DECODING
?/1
Opnemen
Automatisch uitschakelen
met de sluimerfunctie
Opnemen op een videocassette
Met deze tuner/versterker kunt u beelden opnemen vanaf
een videorecorder, TV of laserdisc-speler. Ook bestaat de
mogelijkheid om tijdens kopiëren of monteren van videoopnamen een nieuw geluidsspoor in te voegen vanaf een
geluidsbron naar keuze. Zie voor nadere bijzonderheden
de gebruiksaanwijzing van uw videorecorder of laserdiscspeler.
1
Stel in op de beeld/geluidsbron die u wilt
opnemen.
2
Breng het weergave-apparaat in gereedheid voor
afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de op te nemen laserdisc in de
laserdisc-speler.
3
Plaats een voor opnemen geschikte videocassette
in de videorecorder (VIDEO 1 of VIDEO 2) die u
voor opnemen gebruikt.
4
Start het opnemen op de opname-videorecorder en
start dan de weergave van de videocassette of de
laserdisc die u wilt opnemen.
Overige bedieningsfuncties
z Tijdens kopiëren of monteren van video-opnamen kunt u een
nieuw geluidsspoor invoegen vanaf een geluidsbron naar keuze.
Zoek op de videoband het punt op waar u het nieuwe geluid wilt
invoegen, stel in op de geluidsbron en start de weergave daarvan.
Het geluid van het gekozen weergave-apparaat zal op het
geluidsspoor van de videoband worden opgenomen in plaats
van het oorspronkelijke geluidsspoor.
Om terug te keren naar het oorspronkelijke geluidsspoor voor de
rest van de video-opnamen, stelt u weer in op de videogeluidsbron.
Opmerkingen
• Zorg dat er zowel digitale als analoge aansluitingen zijn
gemaakt op de TV/SAT en DVD/LD ingangen. Het is niet
mogelijk analoge opnamen te maken als er alleen digitale
aansluitingen zijn gemaakt.
• Bepaalde geluidsbronnen kunnen zijn voorzien van een
kopieerbeveiliging die het opnemen blokkeert. Een dergelijke
geluidsbron zult u niet kunnen opnemen.
• U kunt geen digitaal audiosignaal opnemen van een
component die is aangesloten op de analoge MD/TAPE OUT
aansluitingen. Om een digitaal audiosignaal op te nemen, moet
een digitale component zijn aangesloten op de DIGITAL MD/
TAPE OUT aansluitingen.
• Geluidsregelingen hebben geen invloed op het uitgangssignaal
via MD/TAPE OUT.
• Wanneer MULTI/2CH A. DIRECT is ingesteld op MULTI
DIRECT, worden geen audiosignalen uitgevoerd via REC OUT.
• Er worden geen signalen uitgevoerd via DIGITAL OUT (MD/
TAPE OPTICAL OUT) wanneer u MULTI/2CH A. DIRECT op
2CH A. DIRECT zet.
50NL
U kunt de tuner/versterker automatisch laten
uitschakelen na een tijdsduur die u zelf kiest, zodat u
gerust met muziek in slaap kunt vallen.
Druk op de SLEEP toets van de afstandsbediening
wanneer de tuner/versterker staat ingeschakeld.
Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt, verspringt de
sluimertijd als volgt.
n 2:00:00 n 1:30:00n 1:00:00 n 0:30:00 n OFF
Het uitleesvenster dooft nadat u de sluimertijd hebt
ingesteld. Bij gebruik van de Sleep Timer, licht “SLEEP”
op in het uitleesvenster.
Tips
• U kunt de tijd naar believen instellen. Druk op SLEEP en stel de
tijd in met behulp van de jog knop en cursortoetsen (
of )
op de receiver. De sluimertijd verandert met tussenstappen van
1 seconde. U kunt maximum 5 uur opgeven.
• Druk op SLEEP om te controleren na hoeveel tijd de receiver
uitschakelt. De resterende tijd verschijnt in het display.
Instellingen met de SET UP toets
Met de SET UP toets kunnen behalve de
luidsprekerparameters ook nog de volgende instellingen
worden verricht.
6.1ch Matrix (6.1 CH DECODING)
Met deze parameter produceren de surroundkanalen het
juiste surroundgeluid. De standaard instelling is “AUTO”.
1
Druk op de SET UP toets.
2
Druk op de cursortoetsen ( of ) om het
onderdeel “6.1 CH DECODING” te kiezen.
3
Draai aan de instelknop om in te stellen op
“AUTO”, “ON” of “OFF”.
Sound Field Link
Wanneer dit op “ON” staat, wordt het geluidsveld dat
laatst aan een programmabron was toegekend
automatisch toegepast wanneer die wordt gekozen.
Indien u bijvoorbeeld een CD beluistert met STADIUM als
geluidsveld en u na het overschakelen naar een andere
programmabron weer terugkeert naar CD, wordt
STADIUM opnieuw gekozen. Indien u deze functie niet
wilt gebruiken, zet ze dan op “OFF”. De standaard
instelling is “ON”.
1
Druk op de SET UP toets.
2
Druk op de cursortoetsen ( of ) om het
onderdeel “S. FIELD LINK” te kiezen.
3
Draai aan de instelknop om in te stellen op “ON”
of “OFF”.
Opmerkingen
Multikanaalstoewijzing
Hiermee kan een functie worden toegewezen aan MULTI
CH. U kunt TUNER of PHONO niet toewijzen.
1
Druk op de SET UP toets.
2
Druk op de cursortoetsen ( of ) om het
onderdeel “MULTI CH” te kiezen.
3
Draai aan de instelknop om in te stellen op “NONE”
, “VIDEO1 “, “VIDEO 2”, “DVD/LD”, “TV/SAT”, “MD/
TAPE” of “CD/SACD”.
CONTROL A1 automatische
aanschakeling instellen
Laat de receiver automatisch aanschakelen wanneer de
component die is aangesloten met CONTROL A1 kabels
(zie pagina 12) aan staat en de weergave is gestart.
Wanneer de parameter op “OFF” staat, kunt u de receiver
in de wachtstand minder stroom laten verbruiken. De
standaard instelling is “ON”.
1
Druk op de SET UP toets.
2
Druk op de cursortoetsen ( of ) om het
onderdeel “A1 AUTO POWER” te kiezen.
3
Draai aan de instelknop om in te stellen op “ON”
of “OFF”.
Instellen van het CONTROL A1
bedieningssysteem
Laat de deze receiver automatisch omschakelen naar de
Sony componenten die zijn aangesloten met CONTROL
A1 kabels (zie pagina 12) wanneer de aangesloten
component zich in de weergavestand bevindt. De
standaard instelling is “ON”.
1
Druk op de SET UP toets.
2
Druk op de cursortoetsen ( of ) om het
onderdeel “AUTO FUNCTION” te kiezen.
3
Draai aan de instelknop om in te stellen op “ON” of
“OFF”.
51NL
Overige bedieningsfuncties
• U kunt deze parameter instellen met 6.1 CH DECODING op
het voorpaneel.
• Wanneer hij is ingesteld op “AUTO”, verricht de receiver alleen
6.1-kanaals matrixdecodering wanneer de 6.1ch
signaaldecodeerflag ON is.
• In de stand “ON” verricht de receiver alleen 6.1-kanaals
matrixdecodering wanneer de surroundsignalen 2-kanaals zijn,
ongeacht de instelling van de 6.1ch decodeerflag.
• In de stand “OFF” verricht de receiver geen 6.1-kanaals
matrixdecodering.
• Tijdens “A.F.D.” staat deze parameter altijd op “AUTO” en kan
de instelling niet worden gewijzigd.
• Bij 6.1 channel matrix-decodering en met de surroundachterluidspreker op “NO” kunt u genieten van surroundachtersignalen met Virtual 3D-technologie, ook zonder dat er
effectief een surround-achterluidspreker is aangesloten
(kadertje rond SB licht niet op). Wanneer de surroundachterluidspreker op “YES” staat, worden de surroundachtersignalen uitgevoerd via de aangesloten luidspreker
( SB licht op). Merk op dat u de surround achterluidspreker
alleen kunt instellen wanneer de middenluidspreker op “NO”
staat (pagina 18).
CONTROL A1
bedieningssysteem
Om te beginnen
Aansluitingen
Deze handleiding verklaart de basisfuncties van het
CONTROL A1 bedieningssysteem. Bepaalde stereocomponenten beschikken over speciale extra functies,
zoals de “CD synchroon-opname” op cassettedecks,
waarvoor ook CONTROL A1 aansluitingen nodig zijn.
Zie daarom tevens de bij uw stereo-component(en)
geleverde gebruiksaanwijzingen.
Overige bedieningsfuncties
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is ontwikkeld ter
vereenvoudiging van de bediening van stereo-installaties
bestaande uit afzonderlijke Sony stereo-componenten. De
CONTROL A1 aansluitingen verschaffen een speciale
signaalbaan voor besturingssignalen, om automatische
bedieningsfuncties mogelijk te maken die men gewoonlijk
slechts op geïntegreerde systemen aantreft.
Op dit moment bieden de CONTROL A1 aansluitingen
u met een Sony CD-speler, versterker (of tuner/
versterker) , minidisc-recorder en cassettedeck het gemak
van de automatische geluidsbron-keuze en de synchroonopnamestart.
In de toekomst zal het CONTROL A1 aansluitsysteem
gaan fungeren als een multifunctie-aansluitbus, waarmee
u allerlei functies van verschillende componenten
volautomatisch zult kunnen bedienen.
Verbind met behulp van mono snoeren met (2-polige)
ministekkers de CONTROL A1 aansluitingen op het
achterpaneel van elk apparaat in serie door. Zo kunt u
maximaal 10 componenten die geschikt zijn voor het
CONTROL A1 systeem onderling doorverbinden, in elke
gewenste volgorde. Van elk type apparaat kunt u er echter
slechts één tegelijk aansluiten (dus slechts 1 CD-speler, 1
minidisc-recorder, 1 cassettedeck en 1 tuner/versterker).
(Afhankelijk van het model kan het wel eens mogelijk zijn
meer dan één compact disc speler of minidisc-speler aan
te sluiten. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de betreffende componenten.)
Voorbeeld
Versterker CD(Tuner/ speler
versterker)
Minidisc- Cassettedeck Andere
recorder
component
In het CONTROL A1 bedieningssysteem lopen de
bedieningssignalen beide kanten op, dus er is geen
verschil tussen IN en OUT aansluitingen. Als een
component meer dan een CONTROL A1 aansluiting
heeft, kunt u naar keuze één hiervan gebruiken, of op elk
ervan een verschillende geluidscomponent aansluiten.
Aansluitvoorbeelden
CONTROL A1
Opmerkingen
• Het CONTROL A1 bedieningssysteem is zo ontworpen dat er
geleidelijk meer en meer functies aan kunnen worden
toegevoegd. Dit betekent echter niet dat de nieuwe functies ook
beschikbaar zullen zijn op de aangesloten oudere apparatuur.
• Gebruik geen tweeweg-afstandsbediening wanneer de CONTROL
A1 aansluitingen via een PC-interface aansluitset zijn
verbonden met een personal computer waarop het “MD Editor”
programma of een soortgelijk toepassingsprogramma draait.
Gebruik ook de aangesloten apparatuur niet op een manier die
niet overeenkomt met de functies van het toepassingsprogramma,
want dan kan het programma niet naar behoren werken.
Overeenkomsten tussen CONTROL A1
en CONTROL A1
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is uitgebracht in een
vernieuwde versie, CONTROL A1 genaamd, hetgeen het
standaard bedieningssysteem is voor de Sony 300-disc CDwisselaar en andere recente Sony apparatuur. Componenten
met CONTROL A1 bedieningsaansluitingen en die met
CONTROL A1 aansluitingen zijn onderling te verbinden en
samen te gebruiken. In principe zijn de meeste functies van
het CONTROL A1 bedieningssysteem ook beschikbaar in het
nieuwe CONTROL A1 bedieningssysteem. Bij een
onderlinge verbinding tussen CONTROL A1 aansluitingen en
CONTROL A1 aansluitingen kan het aantal beschikbare
bedieningsfuncties echter beperkt zijn, afhankelijk van de
aangesloten apparatuur. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparatuur.
52NL
CONTROL A1
CD-speler
Minidisc-recorder
Betreffende CONTROL A1 aansluitingen
U kunt zonder probleem alle CONTROL A1 aansluitingen
verbinden met de nieuwere CONTROL A1
aansluitingen. Voor nadere bijzonderheden over de wijze
van aansluiten en de mogelijkheden wordt u verwezen
naar de de gebruiksaanwijzingen van de aangesloten
apparatuur.
Betreffende de aansluitsnoeren
Bij bepaalde componenten die geschikt zijn voor het
CONTROL A1 systeem wordt een aansluitsnoer
bijgeleverd. Dan kunt u dat snoer voor het aansluiten
gebruiken.
Beschikt u niet over een dergelijk bijgeleverd snoer,
gebruik dan een los in de audiohandel verkrijgbaar
ministekker-snoer van minder dan 2 meter lengte met 2polige (mono) ministekkers, zonder weerstand (zoals het
Sony RK-G69HG aansluitsnoer).
Basis-bedieningsfuncties
De CONTROL A1 bedieningsfuncties zullen werken
zolang de te bedienen component(en) is/zijn
ingeschakeld, ook al staan de andere aangesloten
componenten alle uitgeschakeld.
Automatische geluidsbronkeuze
Als u een voor het CONTROL A1 systeem geschikte
Sony versterker (of tuner/versterker) hebt aangesloten op
andere Sony componenten via mono ministekker-snoeren,
dan zal de geluidsbron-keuzeschakelaar van de versterker
(of tuner/versterker) automatisch instellen op de juiste
geluidsbron, zodra u de op weergavetoets van een een
van de aangesloten componenten drukt.
Opmerkingen
Overige bedieningsfuncties
• Er moet een voor het CONTROL A1 systeem geschikte Sony
versterker (of tuner/versterker) zijn aangesloten via mono
ministekker-snoeren om de automatische geluidsbron-keuze te
kunnen gebruiken.
• Deze automatische geluidsbron-keuze werkt alleen als de
componenten zijn aangesloten op de ingangsaansluitingen van
de versterker (of tuner/versterker) die overeenkomen met de
namen van de geluidsbron-keuzetoetsen. Op bepaalde
versterkers kunt u de namen van de geluidsbron-keuzetoetsen
omschakelen. Zie in dat geval voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de versterker.
• Tijdens opnemen kunt u beter niet het afspelen starten van een
andere component dan de opnamebron. Hierdoor zou namelijk
de automatische geluidsbron-keuze overschakelen op de
andere component.
Synchroon-opnamefunctie
Met deze functie kunt u automatisch de weergave van de gekozen
geluidsbron en de opname op een andere component tegelijk starten.
1
Stel de geluidsbron-keuzeschakelaar van de
versterker (of tuner/versterker) in op de
geluidsbron voor weergave.
2
Zet de geluidsbron in de weergave-pauzestand (let
op dat het N en het X lampje beide oplichten).
3
Zet het opname-apparaat in de opnamepauzestand
(REC-PAUSE).
4
Druk op de PAUSE toets van het opname-apparaat.
De geluidsbron schakelt van de pauzestand over op
weergave en even later begint automatisch het opnemen.
Wanneer de weergave van de geluidsbron eindigt,
zal het opnemen ook automatisch stoppen.
Opmerkingen
• Zet niet meer dan één geluidsbron tegelijk in de weergavepauzestand.
• Bepaalde opname-componenten beschikken over een speciale
synchroon-opnamefunctie op basis van het CONTROL A1
bedieningssysteem, zoals de “CD synchroon-opname” op
cassettedecks. Zie voor nadere bijzonderheden daaromtrent de
bij uw opname-component geleverde gebruiksaanwijzing.
53NL
Aanvullende
informatie
Verhelpen van storingen
Als bij het gebruik van de tuner/versterker een van de
volgende problemen zich voordoet, neemt u dan de
controlepunten even door om het probleem te verhelpen.
Zie ook de paragraaf “Controleren van de aansluitingen”
op blz. 22 om zeker te stellen dat alle aansluitingen in
orde zijn. Mocht de storing niet zo gemakkelijk te
verhelpen zijn, raadpleeg dan a.u.b. de dichtstbijzijnde
Sony handelaar.
Er klinkt niet of nauwelijks geluid.
, Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
, Controleer of de tuner/versterker wel is ingesteld
op de juiste geluidsbron.
, Druk op de SPEAKERS toets wanneer SP. OFF
verschijnt in het uitleesvenster.
, Controleer of er een hoofdtelefoon is aangesloten
op PHONES.
, Druk op MUTING wanner MUTING verschijnt in
het uitleesvenster.
, Het beveiligingscircuit van de tuner/versterker is
in werking getreden, vanwege een kortsluiting.
Schakel de tuner/versterker uit, verhelp de
kortsluiting en schakel het apparaat weer in.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld.
, Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
, Stel de weergave beter in met de voorbalansparameter (FRONT BALANCE) in het LEVEL menu.
Er klinkt een storende bromtoon of andere
bijgeluiden.
, Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
, Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en ten minste 3 meter
(10 feet) van een TV-toestel of tl-verlichting.
, Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
, Sluit een aardingsdraad aan op de U SIGNAL
GND platenspeler-aardaansluiting (alleen wanneer
een platenspeler is aangesloten).
, Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil.
Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus of
zuivere alcohol.
Het geluid van een digitale bron valt soms weg.
, Zorg dat er signalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz worden
doorgegeven aan de DVD/LD IN OPTICAL of
COAXIAL ingangsaansluitingen.
54NL
De middenluidspreker geeft geen geluid.
, Zorg dat de klankbeeldfunctie is ingeschakeld
(druk op de SOUND FIELD MODE toets).
, Kies de CENTER MODE instelling die past bij uw
luidspreker-opstelling (zie blz. 29 t/m 31).
, Stel de geluidssterkte van de luidsprekers
evenwichtig in (zie blz. 21).
, Zorg dat de formaatparameter voor de
middenluidspreker is ingesteld op “SMALL” of
“LARGE” (zie blz. 18).
De surroundluidsprekers geven niet of nauwelijks
geluid.
, Zorg dat de klankbeeldfunctie is ingeschakeld
(druk op de SOUND FIELD MODE toets).
, Kies de CENTER MODE instelling die past bij uw
luidspreker-opstelling (zie blz. 29 t/m 31).
, Stel de geluidssterkte van de luidsprekers
evenwichtig in (zie blz. 21).
, Zorg dat de formaatparameter voor de
surroundluidsprekers is ingesteld op “SMALL” of
“LARGE” (zie blz. 18).
De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid.
, Controleer of de lagetonen-luidspreker op YES
staat (zie blz 18).
, Controleer of de 2CH mode niet is geselecteerd (zie
blz 31).
Geen Dolby Digital of DTS multikanaalsgeluid.
, Controleer of de DVD, enz. die wordt afgespeeld,
is opgenomen in Dolby Digital of DTS.
, Wanneer u de DVD-speler, enz. aansluit op de
digitale ingangen van deze receiver, moet u de
geluidsinstellingen (instellingen voor audiouitgang) van de aangesloten component
controleren.
Het afstemmen op een radiozender lukt niet.
, Controleer of de antennes goed zijn aangesloten.
Verstel zonodig de stand van de antennes en sluit
een buitenantenne aan.
, Mogelijk is de signaalsterkte te gering voor
ontvangst (bij gebruik van de automatische
zoekafstemming). Gebruik de directe afstemming.
, Zorg dat het afsteminterval juist is ingesteld (voor
direct afstemmen op AM radiozenders) (zie blz. 44
en 57).
, Er zijn nog geen zenders vooringesteld of de
vastgelegde voorkeurzenders zijn uit het geheugen
gewist (bij gebruik van de geheugenafstemming).
Leg de gewenste zenders in het afstemgeheugen
vast (zie blz. 45).
, Druk op de DISPLAY toets zodat de
afstemfrequentie in het uitleesvenster verschijnt.
De RDS informatiefuncties werken niet.
, Controleer of de tuner/versterker wel is afgestemd
op een RDS informatiezender op de FM
afstemband.
, Stem af op een krachtiger FM RDS zender.
De gewenste RDS informatie verschijnt niet in
het uitleesvenster.
, Neem contact op met de radiozender en informeer
of deze wel of geen RDS signalen uitzendt. Ook
zenders die gewoonlijk wel RDS informatie
uitzenden kunnen deze soms tijdelijk buiten
werking stellen.
Er wordt niets aangegeven in het uitleesvenster.
, Wanneer het display dooft meteen nadat de
receiver werd aangeschakeld, drukt u op DIMMER
om de display mode te wijzigen.
Op het TV-scherm is geen beeld of slechts een
onduidelijk beeld zichtbaar.
, Stel de tuner/versterker op de juiste beeld/
geluidsbron in.
, Stel het TV-toestel in op de gewenste
beeldweergave.
, Zet het TV-toestel iets verder van de audioapparatuur vandaan.
De afstandsbediening werkt niet.
, Richt de afstandsbediening recht op de g
afstandsbedieningssensor voorop de tuner/
versterker.
, Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de tuner/versterker.
, Als de batterijen in de afstandsbediening leeg
kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe.
, Controleer of u wel de juiste toets op de
afstandsbediening hebt ingedrukt.
, Als de afstandsbediening staat ingesteld op
bediening van alleen het TV-toestel, kies dan eerst
met de component-keuzetoets op de
afstandsbediening een andere beeld/geluidsbron
dan de TV, dan kunt u daarna het gewenste
apparaat bedienen.
Pagina’s met aanwijzingen voor het wissen
van het geheugen van de tuner/versterker
Voor wissen van
Leest u
Het gehele geheugen
pagina 16
De zelf aangepaste klankbeelden
pagina 36
55NL
Aanvullende informatie
Het opnemen lukt niet.
, Controleer of alle audio/video-apparatuur naar
behoren is aangesloten.
, Kies de broncomponent door aan FUNCTION te
draaien.
, Bij het opnemen van een digitale geluidsbron dient
u de INPUT MODE ingangssignaal-keuzetoets op
“ANALOG 2CH FIXED” te zetten (zie blz. 25) voor
u gaat opnemen met een opname-apparaat dat is
aangesloten op de analoge MD/TAPE
aansluitingen.
, Bij het opnemen van een digitale geluidsbron dient
u de INPUT MODE ingangssignaal-keuzetoets op
“COAXIAL FIXED” of “OPTICAL FIXED” te
zetten (zie blz. 25) voor u gaat opnemen met een
opname-apparaat dat is aangesloten op de
DIGITAL MD/TAPE OUT aansluitingen.
Het geluid wordt niet met akoestiekeffect weergegeven.
, Zorg dat de klankbeeldfunctie is ingeschakeld
(druk op de SOUND FIELD MODE toets).
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
UITGANGSVERMOGEN
Nominaal uitgangsvermogen bij
stereo-weergave
(8 ohms 1 kHz, THD 0,7 %)
100 W + 100 W
Referentie-uitgangsvermogen
(8 ohms 1 kHz, THD 0,7 %)
FRONT1):
100 W + 100 W
CENTER1): 100 W
SURROUND1):
100 W + 100 W
1) Bij bepaalde klankbeeld-akoestiekinstellingen
en geluidsbronnen kan de middenluidspreker
soms geen geluid weergeven.
Frequentiebereik
PHONO: RIAA
compensatiecurve
±0,5 dB
MULTI CH IN,
CD/SACD,
MD/TAPE,
DVD/LD, TV/SAT,
VIDEO 1, 2:
10 Hz – 50 kHz
+0,5/–2 dB (zonder
klankbeeld of
equalizertoonregeling)
Aanvullende informatie
Ingangen (analoog)
PHONO:
Gevoeligheid:
4 mV
Impedantie:
50 kOhm
Signaal/
ruisverhouding2):
86 dB (A, 4 mV3))
MULTI CH IN,
CD/SACD,
MD/TAPE,
DVD/LD, TV/SAT,
VIDEO 1, 2:
Gevoeligheid:
250 mV
Impedantie:
50 kOhm
Signaal/
ruisverhouding2):
96 dB (A, 250 mV3))
2) INPUT SHORT
3) Netwerk-gewogen, ingangsniveau
Ingangen (digitaal)
DVD/LD IN(coaxiaal):
Gevoeligheid: –
Impedantie: 75 ohm
Signaal/
ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz
LPF)
DVD/LD IN, TV/SAT
IN, MD/TAPE IN
(optisch):
Gevoeligheid: –
Impedantie: –
Signaal/
ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz
LPF)
Uitgangen
MD/TAPE (OUT);
VIDEO 1, 2 (AUDIO
OUT):
Uitgangsspanning:
250 mV
Impedantie:
10 kOhm
SUB WOOFER:
Uitgangsspanning:
2V
Impedantie: 1 kOhm
PHONES:
Geschikt voor hoogen laagohmige
hoofdtelefoons
Bemonsteringsfrequentie
48 kHz (TV/SAT,
MD/TAPE
OPTICAL IN)
96 kHz (DVD/LD,
OPTICAL IN,
COAXIAL IN)
EQ toonregeling
BASS:
99 Hz – 1,0 kHz
(21 stappen)
MID:
198 Hz – 10,0 kHz
(37 stappen)
TREBLE:
1,0 kHz – 10 kHz
(23 stappen)
Versterking:
+6/–10 dB,
in stappen van 1 dB
56NL
FM tuner-gedeelte
AM tuner-gedeelte
Afstembereik
87,5 – 108,0 MHz
Afstembereik
531 – 1602 kHz
Antenne-aansluitingen
75 ohm, asymmetrisch
Antenne
Tussenfrequentie
10,7 MHz
Gevoeligheid
Mono: 18,3 dBf,
2,2 µV/75 ohm
Stereo: 38,3 dBf,
22,5 µV/75 ohm
Bruikbare gevoeligheid
11,2 dBf,
1µV/75 ohm
Signaal/ruisverhouding
Mono: 76 dB
Stereo: 70 dB
Harmonische vervorming bij 1 kHz
Mono: 0,3%
Stereo: 0,5%
Frequentiebereik
30 Hz – 15 kHz
+0,5/–2 dB
Selectiviteit 60 dB bij 400 kHz
Systeem
Kaderantenne
Tussenfrequentie
450 kHz
Bruikbare gevoeligheid
50 dB/meter
(bij 999 kHz)
Signaal/ruisverhouding
54 dB (bij 50 mV/
meter)
Harmonische vervorming
0,5% (bij 50 mV/meter,
400 Hz)
Selectiviteit 35 dB
Video-gedeelte
Ingangsspanning
Video:
1 Vt-t, 75 ohm
S-video
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Uitgangsspanning
Video:
1 Vt-t, 75 ohm
S-video
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Tuner-gedeelte:
Quartz PLL kwartsen fasegekoppeld
digitaal synthesizer
afstemsysteem
Voorversterkergedeelte:
Ruisarme NF-type
equalizerversterker
Eindversterkergedeelte:
Zuiver
complementaire
SEPP versterker
Stroomvoorziening
230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik
220 watt
Wachtstand: 0,9 watt
Netstroomuitgangen
1 switched,
total 100 W
Afmetingen (b/h/d)
430 × 157,5 × 369 mm,
incl. uitstekende
onderdelen en
knoppen
Gewicht (ca.)
9,5 kg
Bijgeleverd toebehoren
Zie blz. 4.
Wijzigingen in ontwerp en technische
gegevens voorbehouden, zonder
kennisgeving.
57NL
Aanvullende informatie
Kanaalscheiding
45 dB bij 1 kHz
Algemeen
Verklarende woordenlijst
Akoestiek-weergave
Geluidsweergave die bestaat uit drie
geluidscomponenten: direct geluid,
rechtstreeks weerkaatst geluid (vroege
weerkaatsingen) en een (latere)
nagalm. De akoestiek van de ruimte
waarin u luistert beïnvloedt de wijze
waarop u deze drie
geluidscomponenten hoort. De
akoestiek-weergave combineert deze
geluidscomponenten op een
dusdanige manier dat diverse
luisteromgevingen, zoals een
concertzaal, kunnen worden
nagebootst.
• Geluidscomponenten
Vroege
weerkaatsingen
Nagalm
Digital Cinema Sound
Dit is een algemene term voor de
akoestiek-weergave die geboden
wordt door de digitale
signaalverwerkingstechniek
ontwikkeld door Sony. In
tegenstelling tot de eerdere
akoestische klankbeelden die
voornamelijk bedoeld waren voor
muziekweergave, is de Digital
Cinema Sound specifiek ontworpen
voor het weergeven van filmgeluid.
Direct geluid
• Weergave van het geluid via de
surroundluidsprekers
Direct geluid
Aanvullende informatie
Niveau
Vroege
weerkaatsingen
Nagalm
Vroege weerkaatsingstijd
Tijd
Dolby Pro Logic Surround
Als een van de decodeersystemen
voor Dolby Surround geluid, zorgt de
Dolby Pro Logic Surround dat een
twee-kanaals geluidsspoor wordt
omgezet in vier gescheiden kanalen.
Vergeleken met het eerdere Dolby
Surround systeem, zorgt de Dolby Pro
Logic Surround voor een meer
natuurlijk klankbeeld met vloeiender
verlopende bewegingen en precieser
gelokaliseerd geluid. Om de
voordelen van Dolby Pro Logic
Surround optimaal te horen, heeft u
een paar surroundluidsprekers en een
middenluidspreker nodig. De
surroundluidsprekers geven het
geluid in mono weer.
58NL
Dolby Digital
Dit is een weergavesysteem voor de
bioscoop, meer geavanceerd dan de
Dolby Pro Logic Surround. Hierbij
geven de surroundluidsprekers stereo
geluid weer met een breder
frequentiebereik, en is tevens
voorzien in een afzonderlijk
“subwoofer” lagetonenkanaal voor de
diepste bassen. Dit systeem wordt ook
aangeduid als “5.1”, met vijf gewone
voor-, midden- en achterluidsprekers
plus het subwooferkanaal dat voor 0.1
telt (aangezien het alleen dient voor
de ultralage tonen). Alle zes kanalen
worden bij dit systeem afzonderlijk
opgenomen, voor een optimale
kanaalscheiding. En omdat alle
signalen digitaal verwerkt worden, is
er minder verlies aan kwaliteit.
Overzicht van de instellingen met de SURR, LEVEL, EQ en
SET UP toetsen
U kunt een heel stel geluidsinstellingen zelf naar wens aanpassen met de LEVEL, SURR, EQ en SET UP toetsen, de
instelknop en de cursortoetsen. Hieronder volgt een overzicht van de beschikbare instellingen.
Druk op de
Druk op de
of
cursortoets
om in te stellen op:
Draai aan de instelknop om een
instelling te kiezen:
Zie blz.
SURR toets
PRO LOGIC
AUTO, ON, OFF
34
EFFECT
afhankelijk van het klankbeeld (in 21 stapjes)
WALL S__I__H
van –8 tot +8 (in stapjes van 1 tegelijk)
REVERB S__I__L
van –8 tot +8 (in stapjes van 1 tegelijk)
FRONT REVERB
DRY, WET, STD
SCREEN DEPTH
DEEP, MID, OFF
VIR. SPEAKERS
ON, OFF
FRONT L__I__R
van –8 dB tot +8 dB (in stapjes van 1 dB)
SURROUND L__I__R
van –8 dB tot +8 dB (in stapjes van 1 dB)
CENTER LEVEL XXX dB
van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
SURROUND LEVEL XXX dB
van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
SURR BACK LEVEL XXX dB
van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
S. WOOFER LEVEL XXX dB
van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
LFE MIX XXX dB
OFF, van –20 dB tot 0 dB (in stapjes van 1 dB)
D. RANGE COMP.
OFF, van 0,1 tot 0,9 (in stapjes van 0,1), STD, MAX
FRONT BASS GAIN
van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
FRONT BASS FREQUENCY
van 99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stapjes)
FRONT MID GAIN
van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
FRONT MID FREQUENCY
van 198 Hz tot 10,0 kHz (in 37 stapjes)
FRONT TREBLE GAIN
van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
FRONT TREBLE FREQUENCY
van 1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stapjes)
CENTER BASS GAIN
van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
CENTER BASS FREQUENCY
van 99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stapjes)
CENTER MID GAIN
van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
CENTER MID FREQUENCY
van 198 Hz tot 10,0 kHz (in 37 stapjes)
CENTER TREBLE GAIN
van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
CENTER TREBLE FREQUENCY
van 1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stapjes)
SURROUND BASS GAIN
van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
SURROUND BASS FREQUENCY
van 99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stapjes)
SURROUND TREBLE GAIN
van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
SURROUND TREBLE FREQUENCY
van 1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stapjes)
SURROUND BACK BASS GAIN
van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
SURROUND BACK BASS
FREQUENCY
van 99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stapjes)
SURROUND BACK TREBLE GAIN
van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
SURROUND BACK TREBLE
FREQUENCY
van 1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stapjes)
LEVEL toets
EQ toets
35
36
Aanvullende informatie
59NL
Overzicht van de instellingen met de SURR, LEVEL, EQ en SET UP toetsen
Druk op de
Druk op de
of
cursortoets
om in te stellen op:
Draai aan de instelknop om een
instelling te kiezen:
Zie blz.
SET UP
FRONT
LARGE, SMALL
17
CENTER
LARGE, SMALL, NO
SURROUND
LARGE, SMALL, NO
SURR BACK
LARGE, SMALL, NO
SUB WOOFER
YES, NO
FRONT XX.X meter
van 1,0 meter (3 feet) tot 12,0 meter (40 feet)
(in stapjes van 10 cm)
CENTER XX.X meter
van 1,0 meter (3 feet) tot 12,0 meter (40 feet)
(in stapjes van 10 cm)
SURROUND XX.X meter
van 1,0 meter (3 feet) tot 12,0 meter (40 feet)
(in stapjes van 10 cm)
SURR BACK XX.X meter
van 1,0 meter (3 feet) tot 12,0 meter (40 feet)
(in stapjes van 10 cm)
SUB WOOFER XX.X meter
van 1,0 meter (3 feet) tot 12,0 meter (40 feet)
(in stapjes van 10 cm)
S.W PHASE
NORMAL, REVERSE
DISTANCE UNIT
meter, feet
SURR POSI.
SIDE, MIDDLE, BEHIND
SURR HEIGHT
HIGH, LOW
SURR BACK HGT.
FRONT SP > XXX Hz
HIGH, LOW
1)
1)
Aanvullende informatie
1)
CENTER SP > XXX Hz
40 Hz tot 200 Hz (in stapjes van 10 Hz)
SURROUND SP > XXX Hz1)
40 Hz tot 200 Hz (in stapjes van 10 Hz)
SURR BACK SP > XXX Hz1)
40 Hz tot 200 Hz (in stapjes van 10 Hz)
LFE HIGH CUT > XXX Hz
40 Hz tot 200 Hz (in stapjes van 10 Hz)
6.1 CH DECODING
AUTO, ON, OFF
MULTI CH
NONE, alle werken (behalve TUNER en PHONO)
S.FIELD LINK
ON, OFF
A1 AUTO POWER
ON, OFF
AUTO FUNCTION
ON, OFF
Alleen als voor de luidsprekers het formaat “SMALL” is gekozen.
60NL
40 Hz tot 200 Hz (in stapjes van 10 Hz)
51
Beschrijving van de afstandsbediening
De systeemcomponenten kunnen worden bediend met de afstandsbediening. De onderstaande tabellen geven een overzicht
van de instellingen van elke toets.
Toets
Voor bediening
van
Funktie
Toets
Voor bediening
van
SLEEP
Tuner/versterker
Activateert de sluimerfunctie en
de tijdsspanne waarna de
receiver automatisch uitschakelt.
ENTER
AV ?/1
TV/VCR/
In/uitschakelen van de stroom.
CD-speler/
DVD-speler/
minidisc-recorder/
VCD-speler/
laserdisc-speler/
DAT deck
TV/
Druk hierop om de waarde in te
videorecorder/
voeren na het kiezen van een
SAT/
kanaal, disc of muziekstuk.
cassettedeck/
laserdisc-speler/
VCD-speler/
minidisc-recorder/
DAT deck
SHIFT
Tuner/versterker Druk herhaaldelijk om een
geheugenpagina te kiezen voor het
voorinstellen van radiozenders of
het afstemmen op vooringestelde
radiozenders.
-/--
TV
D.TUNING
Tuner/versterker Direct invoeren van radiozenders.
./>
CD-speler/
Overslaan van muziekstukken.
minidisc-recorder/
DVD-speler/
laserdisc-speler/
VCD-speler/
cassettedeck/
videorecorder/
DAT deck
m/M
CD-speler/
DVD-speler/
VCD-speler
Tuner/versterker
Om de receiver aan of af te zetten.
VIDEO/
VIDEO 1
Tuner/versterker
Om video te kijken.
(VTR mode 3)
VIDEO 2
Tuner/versterker
Om video te kijken.
(VTR mode 1)
VIDEO 3
Tuner/versterker
Om video te kijken.
(VTR mode 2)
DVD/LD
Tuner/versterker
Om een DVD of beeldplaat te
bekijken.
TV/SAT
Tuner/versterker
Om TV-beelden of beelden van een
satellietontvanger te bekijken.
MD/TAPE
Tuner/versterker
Om een Minidisc of audiocassette
te beluisteren.
CD/SACD
Tuner/versterker
Om een compact disc te
beluisteren.
TUNER
Tuner/versterker
Om radioprogramma’s te
beluisteren.
PHONO
Tuner/versterker
Om een platenspeler te beluisteren.
AUX
Tuner/versterker
Om audio-apparatuur te
beluisteren.
FN SHIFT*
Afstandsbediening Samen gebruiken om een andere
functie te selecteren.
0-9
Tuner/versterker
TV/
videorecorder/
SAT
>10
Kiezen van kanaalnummers.
CD-speler/
Kiezen van muziekstuk-nummers
cassettedeck/
boven de 10.
minidisc-recorder/
VCD-speler/
laserdisc-speler
Zoeken van muziekstukken
(voorwaarts of terugwaarts).
cassettedeck/
Vooruitspoelen of terugspoelen.
minidisc-recorder/
videorecorder/
laserdisc-speler/
DAT deck
n
Cassettedeck
N
CD-speler/
Starten van de weergave.
cassettedeck/
minidisc-recorder/
videorecorder/
DVD-speler/
VCD-speler/
laserdisc-speler/
DAT deck
Gebruik de “SHIFT” toets om het
voorinstelzendernummer te kiezen
tijdens DIRECT TUNING of
MEMORY mode.
CD-speler/
Kiezen van muziekstuk-nummers.
minidisc-recorder/ Met 0 kiest u muziekstuknummer
VCD-speler/
10.
laserdisc-speler/
DAT deck
Om met de nummertoetsen
kanaalnummers te kunnen kiezen,
bestaande uit één of twee cijfers.
Starten van de weergave van de
achterkant van de cassette.
* De VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, PHONO en MD/TAPE
functie werkt met 2 toetsen. Om een bovenvermelde functie te
kiezen, drukt u tegelijkertijd op FN SHIFT (function shift) en de
gewenste functietoets.
Druk bijvoorbeeld op FN SHIFT en CD/SACD om de MD/TAPE
functie te kiezen.
Opmerking
Wanneer een functietoets (VIDEO, DVD/LD, TV/SAT) wordt
ingedrukt, kan de ingangsmode van de TV mogelijk niet naar de
gewenste mode overschakelen. Druk dan op de TV/VIDEO toets
om de ingangsmode van de TV te wijzigen.
61NL
Aanvullende informatie
?/1
Funktie
Beschrijving van de afstandsbediening
Toets
X
x
Voor bediening
van
Funktie
CD-speler/
Tijdelijk onderbreken van de
cassettedeck/
weergave of opname. (Ook voor
minidisc-recorder/ het starten van de opname van
videorecorder/
apparatuur die in de opnameDVD-speler/
pauzestand staat.)
VCD-speler/
laserdisc-speler/
DAT deck
CD-speler/
Stoppen van de weergave.
cassettedeck/
minidisc-recorder/
videorecorder/
DVD speler/
VCD-speler/
laserdisc-speler/
DAT deck
Toets
Voor bediening
van
Funktie
TEST TONE
Tuner/versterker
Indrukken om de testtoon te laten
horen.
MAIN
MENU
Tuner/versterker
Druk herhaaldelijk op deze toets
om één van de vijf cursor modes
te kiezen: LEVEL, SURROUND,
EQ, NAME en SET UP.
MASTER
VOL +/–
Tuner/versterker
Om het hoofdvolume van de
receiver te regelen.
ENU </>
Tuner/versterker
Om een menu item te kiezen.
MENU +/–
Tuner/versterker
Om instellingen te verrichten of te
wijzigen.
MENU
DVD speler
Om het DVD menu te tonen.
F/f/G/g
DVD speler
Om een menu item te kiezen.
POSITION**
TV
Veranderen van de plaats van het
inzetbeeld.
ENTER
DVD speler
Om de selectie in te voeren.
SWAP**
TV
Verwisselen van het inzetbeeld en
het gewone beeld.
RETURN
DVD speler
Om terug te keren naar het vorige
menu of het menu te verlaten.
DISC
CD-speler
Discs kiezen (alleen meervoudige
disc-wisselaar).
TITLE
DVD speler
Om de DVD titel te tonen.
SUB CH +/–** TV
Om voorinstelkanalen voor het
kleine beeld te kiezen.
** Uitsluitend voor Sony TV’s voorzien van de beeld-in-beeld funktie.
D. SKIP/CH/ Tuner/versterker
PRESET +/–
Doorlopen en kiezen van
vooringestelde zenders.
Opmerkingen
Aanvullende informatie
TV/VCR/SAT
Kiezen van kanalen.
CD-speler
Overslaan van compact discs
(alleen meervoudige discwisselaar).
DISPLAY
TV/
videorecorder/
DVD speler/
VCD-speler/
laserdisc-speler
Om informatie op het TV-scherm
te selecteren.
P IN P**
TV
In werking stellen van de beeldin-beeld funktie.
JUMP
TV
Schakelt om tussen vorige en
huidige kanalen.
WIDE
TV
Kiest de breedbeeldstand.
ANT TV/
VTR
Videorecorder
Kiezen van het uitgangssignaal
van de antenne-aansluiting: TVsignaal of videoprogramma.
TV/VIDEO
TV/videorecorder Kiezen van het ingangssignaal:
TV-signaal of videoprogramma.
A. F. D.
Tuner/versterker
Auto Format Decoding.
2CH/OFF
Tuner/versterker
Om geluidsveld af te zetten of
2CH mode te kiezen.
MODE +/–
Tuner/versterker
Om de geluidsveldstand te kiezen.
MULTI/2CH Tuner/versterker Kies MULTI CH IN en 2CH
A. DIRECT
ANALOG DIRECT als bron.
MUTING
62NL
Tuner/versterker
Om het geluid van de receiver uit
te schakelen.
• Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd staan werken
niet met bepaalde receivermodellen.
• De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als voorbeeld.
Sommige componenten werken dan ook niet of worden anders
bediend dan hierboven beschreven.
• Bij de instelling zijn de functies VIDEO, VIDEO 3 en AUX niet
beschikbaar.
Veranderen van de toewijzingen van een
funktiekeuzetoets
Als de toewijzingen van de FUNCTION toetsen
(hierboven) zoals deze in de fabriek zijn ingesteld, niet
overeenstemmen met die van uw apparatuur, is het
mogelijk om deze instellingen aan te passen. Indien u
bijvoorbeeld beschikt over een MD-speler en een
cassettedeck, en niet over een CD-speler, kunt u de CD/
SACD-toets toekennen aan uw cassettedeck.
Merk op dat de instellingen van de TUNER en FN SHIFT
(VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, PHONO en MD/TAPE)
functietoets niet kan worden gewijzigd.
AV ?/1
AV
?/1
SLEEP
?/1
?/1
SYSTEM
STANDBY
FUNCTION
VIDEO 1 VIDEO 2 VIDEO 3
VIDEO
DVD/LD
TV/SAT
PHONO
MD/TAPE
FN SHIFT
AUX
CD/SACD
TUNER
1
MENU
F
2
G
4
3
g
ENTER
5
6
8
SHIFT
9
RETURN
>10
>10
=
POSITION
SWAP
=
+
0
– /– –
Nummertoetsen
f
TITLE
7
Funktiekeuzetoetsen
– SUB CH +
0
)
DISPLAY
P IN P
ENTER
Houd de Funktiekeuzetoetsen waarvan u de
toewijzing wilt veranderen, ingedrukt (bijvoorbeeld
CD/SACD).
2
Druk op de betreffende toets van de component die
u aan de functietoets wilt toekennen (bijvoorbeeld 4
- Cassettedeck).
De volgende cijfertoetsen zijn bedoeld om de functies te
selecteren:
Bedienen
Drukt u op
CD-speler
1
DAT deck
2
Minidisc-recorder
3
Cassettedeck A
4
Cassettedeck B
5
Laserdisc-speler
6
Videorecorder (bedieningsstand VTR 1*)
7
Videorecorder (bedieningsstand VTR 2*)
8
Videorecorder (bedieningsstand VTR 3*)
9
TV-toestel
0
DSS (Digital Satellite System)
>10
D.TUNING
DVD
D.SKIP/
CH/PRESET
VCD-speler
ENTER
.
ANT
TV/VTR
(
DISC
WIDE
TV/
VIDEO
P
p
* Sony videorecorders worden bediend in een VTR 1, 2 of 3
stand. Deze bedieningsstanden komen overeen met
resp. Beta, 8mm en VHS.
MULTI/2CH
A. DIRECT
– MODE +
MUTING
TEST TONE MAIN MENU
MASTER
VOL
Nu kan het cassettedeck worden bediend met de CD/
SACD-toets.
MENU
MASTER VOL –
Een toets in de fabrieksinstelling zetten
Voer de bovenstaande procedure opnieuw uit.
Alle functietoetsen in de fabrieksinstelling zetten
Druk tegelijk op ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL –.
63NL
Aanvullende informatie
9
JUMP
SOUND FIELD
2CH/OFF
A.F.D.
ENTER
1
Index
A
E
Aanduidingen in het
uitleesvenster 24
Aanpassen van de klankbeelden
34-41
Aansluiten 4-15
antennes 5
audio-apparatuur 6
CONTROL A1
12
digitale componenten 8
luidsprekersysteem 14
netsnoer 11
video-apparatuur 7
MULTI CH IN meerkanaalsgeluidsbron 10
Afstemmen
direct 44
doornemen van zenders. Zie
Automatische zoekafstemming
op voorkeurzenders 45
Akoestiek-weergave 28-41
Autobetical zenderopslag 44
Automatische zoekafstemming
45
N
Naamgeving 49
Filterfrequentie kiezen 21
O
G, H
Ontvangen van zenders
Zie Afstemmen
Opnemen
audiocassette of minidisc 49
videocassette 50
Geheugenafstemming
automatisch voorinstellen 44
voorkeurzender kiezen 46
voorinstellen van zenders 45
I, J
P, Q
Instellen
akoestiekparameters 34
effectniveau 34
equalizer toonregeling 36
helderheid van het
uitleesvenster 24
klankkleur 36
luidsprekervolume 21
K
Kiezen
beeld/geluidsbron 25
klankbeelden 29
weergave-component 25
Klankbeeld
aanpassen 34-41
instelbare parameters 37-41
kiezen 29
terugstellen 36
voorgeprogrammeerd 30-31
Klankkleur 36
Kopiëren. Zie Opnemen
Aanvullende informatie
Basisbediening 23-27
Batterijen 4
Bijgeleverd toebehoren 4
Bijregelen. Zie Instellen
C
Controleren van de
aansluitingen 22
D
64NL
Monteren. Zie Opnemen
F
B
Digital Cinema Sound 58
Directe afstemming 44
Dolby Digital 58
Dolby Pro Logic Surround 58
Doornemen van zenders
alle radiozenders.
Zie Automatische zoekafstemming
via het programmatype.
Zie PTY
voorkeurzenders.
Zie Geheugenafstemming
M
Effectniveau 34
Equalizer toonregeling 36
Parameters 37-41
PTY programmatype 47
R
Radio-ontvangst
Zie Afstemmen
RDS 46-47
S
Sluimerfunctie 50
Surround akoestiek 28-41
T
Testtoon 21
Toonregeling (equalizer) 36
U
Uitpakken 4
V
Voorkeurzenders
afstemmen 45
automatisch vastleggen 44
vastleggen 46
L
Luidsprekers
aansluiten 14
impedantie 15
opstelling 17-21
volumeregeling 21
W, X, Y
Wissen van het geheugen 16
Z
Zendernamen. Zie Naamgeving