Sony STR-DE875 de handleiding

Categorie
Dvd spelers
Type
de handleiding
STR-DE875
4-234-334-73(1)
FM Stereo
FM-AM Receiver
2001 Sony Corporation
FR
NL
SE
Mode d’emploi
Gebruiksaanwijzing
Bruksanvisning
2
NL
Opstelling
• Zet de tuner/versterker op een goed
geventileerde plaats, met rondom vrije
luchtdoorstroming, om oververhitting
van de inwendige onderdelen te
voorkomen, in het belang van een
langdurige betrouwbare werking.
• Plaats de tuner/versterker niet in de
buurt van een warmtebron of in direct
zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met
veel stof, vocht en mechanische trillingen
of schokken.
• Zet niets bovenop de tuner/versterker.
De ventilatie-openingen aan de
bovenzijde mogen niet geblokkeerd
worden, in het belang van een juist
functioneren van het apparaat en een
langere levensduur van de
componenten.
• De receiver warmt op terwijl hij in
werking is. Dat is normaal en wijst niet
op een defect. Wanneer deze receiver
langdurig met hoog volume werkt, kan
de bovenkant, zijkant en onderkant van
de behuizing sterk opwarmen. Raak de
behuizing niet aan om verbranding te
voorkomen.
Bediening
Zorg ervoor dat de stekkers van de
netsnoeren van de apparatuur niet in het
stopcontact zitten, alvorens de
aansluitingen te maken. Sluit de
netsnoeren pas als allerlaatste aan.
Reiniging
Gebruik voor het reinigen van de ombouw,
het voorpaneel en de bedieningsorganen
een zachte doek, licht bevochtigd met wat
milde vloeibare zeep. Gebruik geen
schuurspons, schuurmiddelen of vluchtige
stoffen zoals spiritus of benzine.
Mocht u na het doorlezen van de
gebruiksaanwijzing nog vragen over
of problemen met de tuner/versterker
hebben, aarzel dan niet contact op te
nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Veiligheid
• Mocht er vloeistof of een voorwerp in de
tuner/versterker terechtkomen, trek dan
de stekker uit het stopcontact en laat het
apparaat eerst nakijken door een
deskundige, alvorens het weer in
gebruik te nemen.
• Om brand te voorkomen mogen de
verluchtingsopeningen van de receiver
niet worden afgedekt met kranten,
tafelkleedjes, gordijnen, enz.. Plaats geen
brandende kaarsen op het toestel.
• Plaats evenmin vazen op de receiver om
brand of elektrocutie te voorkomen.
Stroomvoorziening
• Controleer voor het aansluiten van de
tuner/versterker eerst of de
bedrijfspanning ervan wel overeenkomt
met de plaatselijke netspanning. De
bedrijfsspanning staat aangegeven op
het naamplaatje aan de achterzijde van
het apparaat.
• Zolang het netsnoer op het stopcontact is
aangesloten, blijft er spanning op het
apparaat staan, zelfs nadat het apparaat
is uitgeschakeld.
• Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact wanneer u denkt de tuner/
versterker geruime tijd niet te zullen
gebruiken. Om de aansluiting op het
stopcontact te verbreken, mag u
uitsluitend aan de stekker trekken; trek
nooit aan het snoer.
• Indien het netsnoer vervangen moet
worden, mag dit alleen uitgevoerd
worden door een erkend
onderhoudscentrum.
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet
bloot aan regen of vocht,
om gevaar voor brand of
een elektrische schok te
voorkomen.
Open nooit de behuizing,
om gevaar voor
elektrische schokken te
vermijden. Laat reparaties
aan de erkende vakhandel
over.
Plaats het apparaat niet in
een gesloten ruimte, zoals
een boekenrek of
ingebouwde kast.
Gooi de batterij niet weg,
maar lever hem in als
KCA.
Voorzorgsmaatregelen
3
NL
Omtrent deze handleiding
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor model STR-DE875.
Controleer uw modelnummer in de rechter benedenhoek
van het voorpaneel.
Algemene opzet
Alle aanwijzingen in de tekst beschrijven de bediening
met de toetsen op de tuner/versterker zelf. U kunt
echter ook de toetsen van de afstandsbediening
gebruiken met dezelfde of soortgelijke namen als die op
de tuner/versterker.
Op een aantal plaatsen in deze gebruiksaanwijzing treft
u het onderstaande symbool aan:
z Dit symbool vestigt uw aandacht op handige tips,
die de bediening vergemakkelijken.
Deze tuner/versterker is uitgerust met Dolby* Digital en
Pro Logic Surround akoestiek en het DTS** Digital
Surround akoestieksysteem.
* Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro
Logic” en het dubbele D-symbool ; zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
Vertrouwelijke onuitgegeven werken. Copyright 1992-1997 Dolby
Laboratories, Inc. Alle rechten voorbehouden.
** Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc. US
Pat. No. 5,451,942, 5,956,674, 5,974,380, 5,978,762 en andere
wereldwijde patenten verkregen en aangevraagd. “DTS”, “ES” en
“DTS Digital Surround” zijn handelsmerken van Digital Theater
Systems, Inc. Copyright 1996, 2000 Digital Theater Systems, Inc.
Alle rechten voorbehouden.
NL
INHOUDSOPGAVE
Aansluiten van de apparatuur 4
Uitpakken 4
Aansluiten van de antennes 5
Aansluiten van audio-apparatuur 6
Aansluiten van video-apparatuur 7
Aansluiten van digitale apparatuur 8
Aansluiten MULTI CH IN 10
Andere aansluitingen 11
Aansluiten en opstellen van de
luidsprekers 13
Aansluiten van de luidsprekers 14
Voorbereidingen treffen voor weergave 16
Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek 17
Alvorens uw tuner/versterker in gebruik te nemen 22
Bedieningsorganen en basisbediening
van de tuner/versterker 23
Bedieningsorganen op het voorpaneel 23
Genieten van Surround Sound
akoestiek 28
Kiezen van een klankbeeld 29
Uitleg van de meerkanaals-akoestiekaanduidingen 32
Bijregelen van de klankbeelden 34
Radio-ontvangst 42
Automatisch vastleggen van FM zenders in alfabetische
volgorde (“Auto-betical” voorinstelling) 44
Directe afstemming 44
Automatische zoekafstemming 45
Geheugenafstemming 45
Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) 46
Overige bedieningsfuncties 48
Naamgeving van voorkeurzenders en beeld/
geluidsbronnen 49
Opnemen 49
Automatisch uitschakelen met de sluimerfunctie 50
Instellingen met de SET UP toets 51
CONTROL A1 bedieningssysteem 52
Aanvullende informatie 54
Verhelpen van storingen 54
Technische gegevens 56
Verklarende woordenlijst 58
Overzicht van de instellingen met de SURR, LEVEL,
EQ en SET UP toetsen 59
Beschrijving van de afstandsbediening 61
Index 64
4
NL
Aansluiten van
de apparatuur
In dit hoofdstuk wordt beschreven
hoe u diverse audio- en video-
apparatuur kunt aansluiten op de
tuner/versterker. Lees vooral de
relevante paragrafen voor uw
apparatuur alvorens u enig apparaat
op de tuner/versterker gaat
aansluiten.
Uitpakken
Kontroleer of het onderstaande bijgeleverd toebehoren
inderdaad in de verpakking van de tuner/versterker
aanwezig is:
FM draadantenne (1)
AM kaderantenne (1)
Afstandsbediening (1)
R6 (AA-formaat) batterijen (2)
Aanbrengen van batterijen in de afstandsbediening
Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de
afstandsbediening, met de juiste polariteit van (+) en (–),
zoals aangegeven in het batterijvak. Voor gebruik van de
afstandsbediening richt u deze op de g
afstandsbedieningssensor voorop de tuner/versterker.
z
Wanneer de batterijen te vervangen
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6 maanden
meegaan. Als de tuner/versterker niet meer naar behoren op de
afstandsbediening reageert, is het tijd alle batterijen door nieuwe
te vervangen.
Opmerkingen
Leg de afstandsbediening niet op een al te warme of vochtige
plaats.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast elkaar.
Let op dat de afstandsbedieningssensor van de tuner/
versterker niet wordt blootgesteld aan directe zonnestraling of
fel lamplicht, anders zal de afstandsbediening niet naar
behoren functioneren.
Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te
gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen, om
eventuele beschadiging door batterijlekkage en corrosie te
voorkomen.
Alvorens met aansluiten te beginnen
Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u
begint met het aansluiten ervan.
Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het
stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde
zijn.
Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom
en andere bijgeluiden te voorkomen.
Let bij het aansluiten van de audio/videosnoeren op
dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de gele
stekkers aan op de gele stekkerbussen (voor het
videosignaal); witte stekkers op witte stekkerbussen
(voor het linker audiokanaal) en rode stekkers op rode
stekkerbussen (voor het rechter kanaal).
]
]
}
}
5
NL
Aansluiten van de apparatuur
FM draadantenne
(bijgeleverd)
AM kaderantenne
(bijgeleverd)
Antenne-aansluitingen
Verbind de Met de
AM kaderantenne AM aansluitklemmen
FM draadantenne FM 75 COAXIAL stekkerbus
Na het aansluiten van de antennes
Om het oppikken van stoorsignalen te voorkomen, mag
u de AM kaderantenne niet te dicht bij de tuner/
versterker of andere apparatuur zetten.
Strek de FM draadantenne zo ver mogelijk uit.
Na het aansluiten van de FM draadantenne legt of
hangt u deze zo horizontaal mogelijk.
Aansluiten van de antennes
R
L
SIGNAL GND
DIGITAL
MD/TAPE OUT
MD/TAPE IN
TV/SAT IN
DVD/LD IN
OPTICAL
COAXIAL
DVD/LD
IN
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
FRONT SURROUND
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT
AUDIO
OUT
AUDIO OUTAUDIO IN AUDIO IN
VIDEO IN VIDEO IN VIDEO IN VIDEO IN
FRONT
VIDEO OUT
4
8
VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
IN INOUT
COAXIAL
FM
75
SUB
WOOFER
R
L
R
L
MD/TAPE
CD/SACD
IN
TV/SAT
PHONO
DVD/LD
VIDEO 2 VIDEO 1
IMPEDANCE
SELECTOR
R
L
R
L
SWITCHED 100W MAX
AC OUTLET
SURROUND CENTER FRONT
IMPEDANCE USE 8 – 16 IMPEDANCE USE 4 – 16
R
L
R
L
SPEAKERS
ANTENNA
MONITOR
VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
AM
CONTROL A1
U
z
Op plaatsen met een problematische FM-ontvangst
Sluit via een 75-ohm coaxiaalkabel (niet bijgeleverd) een
FM buitenantenne aan op de tuner/versterker, zoals
hieronder aangegeven.
FM buitenantenne
Belangrijk
Als u de tuner/versterker aansluit op een buitenantenne, dient
deze geaard te worden, ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit
de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding; gezien de kans op
een gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk.
Opmerking
Gebruik in geen geval de U SIGNAL GND platenspeler-
aardaansluiting voor het aarden van de tuner/versterker.
Aardleiding
(niet bijgeleverd)
naar een aardpunt
ANTENNA
AM
COAXIAL
FM
75
Tuner/versterker
6
NL
Aansluiten van de apparatuur
R
L
SIGNAL GND
U
DIGITAL
MD/TAPE OUT
MD/TAPE IN
TV/SAT IN
DVD/LD IN
OPTICAL
COAXIAL
DVD/LD
IN
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
FRONT SURROUND
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT
AUDIO
OUT
AUDIO OUTAUDIO IN AUDIO IN
VIDEO IN VIDEO IN VIDEO IN VIDEO IN
FRONT
VIDEO OUT
4
8
VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
IN INOUT
AM
COAXIAL
FM
75
SUB
WOOFER
R
L
R
L
MD/TAPE
CD/SACD
IN
TV/SAT
PHONO
DVD/LD
VIDEO 2 VIDEO 1
IMPEDANCE
SELECTOR
R
L
R
L
SWITCHED 100W MAX
AC OUTLET
SURROUND CENTER FRONT
IMPEDANCE USE 8 – 16 IMPEDANCE USE 4 – 16
R
L
R
L
SPEAKERS
INOUT
LINE
L
R
LINE
INPUT OUTPUT
LINE
L
R
OUTPUT
ç
ç
MONITOR
VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
CONTROL A1
ANTENNA
CENTER
Audio-aansluitingen
Verbind een Met de
Platenspeler PHONO stekkerbussen
Compact disc speler of SACD-speler CD/SACD
stekkerbussen
Minidisc-recorder of cassettedeck MD/TAPE
stekkerbussen
Vereiste aansluitsnoeren
Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur
aan op de stekkerbussen met dezelfde kleur, op de
betreffende apparaten.
Platenspeler
Minidisc-recorder/
cassettedeck
Compact disc speler of
SACD-speler
wit (L) wit (L)
rood (R) rood (R)
Aansluiten van audio-apparatuur
Aarding van de platenspeler
Als uw platenspeler is voorzien van een aardingsdraad,
sluit u deze dan aan op de U SIGNAL GND aansluiting
van de tuner/versterker.
7
NL
Aansluiten van de apparatuur
R
L
SIGNAL GND
U
CONTROL A1
DIGITAL
MD/TAPE OUT
MD/TAPE IN
TV/SAT IN
DVD/LD IN
OPTICAL
COAXIAL
DVD/LD
IN
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
FRONT SURROUND
CENTER
AUDIO IN AUDIO IN
AUDIO
OUT
AUDIO IN
VIDEO OUT
VIDEO IN VIDEO IN
FRONT
4
8
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
IN INOUT
ANTENNA
AM
COAXIAL
FM
75
R
L
R
L
MD/TAPE
CD/SACD
IN
MONITOR
TV/SAT
PHONO
DVD/LD
IMPEDANCE
SELECTOR
R
L
R
L
SWITCHED 100W MAX
AC OUTLET
SURROUND CENTER FRONT
IMPEDANCE USE 8 – 16 IMPEDANCE USE 4 – 16
R
L
R
L
SPEAKERS
VIDEO
OUT
R
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
AUDIO
IN
OUTPUTINPUT
L
INOUT
AUDIO OUT VIDEO
OUT
L
R
OUTPUT
AUDIO OUT VIDEO
OUT
L
R
OUTPUT
VIDEO
OUT
R
AUDIO
OUT
VIDEO
IN
AUDIO
IN
INPUT
L
VIDEO
IN
INPUT
Ç
Ç
INOUT
Ç
Ç
OUTPUT
SUB
WOOFER
VIDEO 2 VIDEO 1
AUDIO OUT AUDIO OUTAUDIO IN
VIDEO IN VIDEO INVIDEO OUTVIDEO OUT
Videorecorder
Betreffende de video-aansluitingen
U kunt de audio-uitgangsaansluitingen van uw TV-toestel
verbinden met de TV/SAT AUDIO IN stekkerbussen van de
tuner/versterker, om het geluid van de TV weer te geven met een
akoestiekeffect naar keuze. In dit geval mag u de video-
uitgangsaansluiting van het TV-toestel niet verbinden met de TV/
SAT VIDEO IN stekkerbus van de tuner/versterker. Als u een
aparte TV-afstemeenheid (of een satelliet-ontvanger) aansluit,
verbind dan de audio- en video-uitgangen daarvan met de tuner/
versterker zoals aangegeven in bovenstaand aansluitschema.
z
Bij gebruik van de S-video stekkerbussen in plaats van de
gewone video-aansluitingen
In dit geval zult u het TV-toestel of de videomonitor ook moeten
aansluiten op de S-video stekkerbus. De S-video signalen worden
alleen uitgestuurd via de S-video stekkerbussen, dus u zult via de
gewone video-aansluitingen geen signaal kunnen weergeven.
Video-aansluitingen
Verbind een Met de
TV of satelliet-ontvanger TV/SAT stekkerbussen
Videorecorder VIDEO 1 stekkerbussen
Tweede videorecorder VIDEO 2 stekkerbussen
DVD videospeler of DVD/LD stekkerbussen
laserdisc-speler
TV of videomonitor
MONITOR VIDEO OUT stekkerbus
Vereiste aansluitsnoeren
Audio/video-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op
de stekkerbussen met dezelfde kleur, op de betreffende apparaten.
Videosnoer voor het aansluiten van een TV of videomonitor (niet
bijgeleverd)
Aansluiten van video-apparatuur
Videorecorder
TV of videomonitor
TV of satelliet-
ontvanger
DVD videospeler of
laserdisc-speler
geel (video) geel (video)
wit (audio L) wit (audio L)
rood (audio R) rood (audio R)
geel geel
8
NL
Aansluiten van de apparatuur
DVD/LD
VIDEO IN
DIGITAL
DVD/LD IN
(COAXIAL)
(OPTICAL)
DOLBY DIGITAL
RF OUT
VIDEO OUT
? / 1
DISPLAY
DIMMER
MEMORY SHIFT PTY FM MODE FM/AM
PRESET/
PTY SELECT
TUNING
+
+
MULTI CHANNEL DECODING
A.F.D.
SOUND FIELD
MULTI /2CH A. DIRECT
DIGITAL CONCERT HALL
EQUALIZER
MUTING
INPUT MODE
MODE
FUNCTION
6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
AA
MODE 2CH
PHONES
SPEAKERS
EQ
SURR
LEVEL
SET UP
NAME
ENTER
BBC
MASTER VOLUME
+
R
L
SIGNAL GND
U
CONTROL A1
DIGITAL
MD/TAPE OUT
MD/TAPE IN
TV/SAT IN
DVD/LD IN
OPTICAL
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
FRONT SURROUND
CENTER
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT
AUDIO
OUT
AUDIO OUTAUDIO IN AUDIO IN
VIDEO OUT
VIDEO IN VIDEO IN VIDEO IN VIDEO IN
FRONT
VIDEO OUT
4
8
VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
IN INOUT
ANTENNA
AM
COAXIAL
FM
75
SUB
WOOFER
R
L
R
L
MD/TAPE
CD/SACD
IN
MONITOR
TV/SAT
PHONO
DVD/LD
VIDEO 2 VIDEO 1
IMPEDANCE
SELECTOR
R
L
R
L
SWITCHED 100W MAX
AC OUTLET
SURROUND CENTER FRONT
IMPEDANCE USE 8 – 16 IMPEDANCE USE 4 – 16
R
L
R
L
SPEAKERS
VIDEO
OUT
R
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
DIGITAL
COAXIAL
OUTPUT
VIDEO
OUT
R
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
DIGITAL
OPTICAL
OUTPUT
DIGITAL
OPTICAL
OUTPUT
COAXIAL
DVD/LD
IN
TV of satelliet-ontvanger
Vereiste aansluitsnoeren
Optisch digitaal aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
Coaxiaal digitaal aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
Audio/video-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op
de stekkerbussen met dezelfde kleur, op de betreffende
apparaten.
U kunt de digitale uitgangsaansluitingen van uw DVD
videospeler of satelliet-ontvanger (enz.) verbinden met de
digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/versterker,
om thuis te genieten van een indrukwekkend
bioscoopgeluid met meerkanaals Surround akoestiek. Om
deze meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen,
zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee
voorluidsprekers, twee surroundluidsprekers en een
middenluidspreker) plus een speciale
lagetonenluidspreker. Daarnaast kunt u tevens een
laserdisc-speler met een RF OUT stekkerbus aansluiten
via een RF demodulator, zoals de Sony MOD-RF1 (niet
bijgeleverd).
Aansluiten van digitale apparatuur
DVD videospeler of
laserdisc-speler (e.d.)*
U kunt de DOLBY DIGITAL RF OUT stekkerbus van een laserdisc-speler niet rechtstreeks aansluiten op de digitale
ingangen van deze tuner/versterker. De RF uitgangssignalen moeten eerst worden omgezet in optische of coaxiale digitale
signalen. Hiervoor sluit u de laserdisc-speler aan op een RF demodulator en dan verbindt u de optische of coaxiale digitale
uitgang van de RF demodulator met de OPTICAL of COAXIAL DVD/LD IN aansluiting van de tuner/versterker. Zie voor
nadere bijzonderheden over de DOLBY DIGITAL RF aansluitingen de gebruiksaanwijzing van de RF demodulator.
Voorbeeld voor het aansluiten van een laserdisc-speler via een RF demodulator
RF demodulatorLaserdisc-speler
Opmerking
Bij het aansluiten op de hierboven getoonde wijze dient u de INPUT MODE schakelaar ( q; op blz. 25) handmatig in de juiste stand te
zetten. Dit apparaat kan niet naar behoren werken als de INPUT MODE schakelaar in de “AUTO 2CH” of “AUTO MULTI CH” stand staat.
geel (video) geel (video)
wit (audio L) wit (audio L)
rood (audio R) rood (audio R)
* Om digitale audio-aansluitingen te maken voor een DVD videospeler, sluit u deze aan op de coaxiale OF de optische digitale aansluitbus,
NIET op allebei. Het is aanbevolen voor de digitale audio-aansluitingen de coaxiale aansluitbus te gebruiken.
DIGITAL
DVD/LD IN
(COAXIAL) of
(OPTICAL)
zwart zwart
geel geel
9
NL
Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren
Optisch digitaal aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op
de stekkerbussen met dezelfde kleur, op de betreffende
apparaten.
Verbind de digitale uitgangsaansluitingen van uw
minidisc-recorder of cassettedeck met de digitale ingang
van de tuner/versterker en verbind de digitale ingangen
van uw minidisc-recorder of cassettedeck met de digitale
uitgangsaansluiting van de tuner/versterker. Via deze
aansluitingen kunt u het geluid van een compact disc e.d.
samenvoegen met de beelden van uw DVD (of laserdisc)
videospeler of van een digitale TV-uitzending.
Opmerkingen
• Het digitaal opnemen van een digitaal meerkanaals-akoestieksignaal is niet mogelijk.
• Om digitale opnamen te maken van compact discs, verbindt u de digitale uitgangsaansluiting van uw CD-speler of SACD-speler
rechtstreeks met de digitale ingang van uw minidisc-recorder of cassettedeck. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzingen
van uw CD-speler of SACD-speler en minidisc-recorder of cassettedeck.
• De DVD/LD IN OPTICAL en COAXIAL ingangsaansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 96 kHz, 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz. De andere OPTICAL aansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 48 kHz, 44,1 kHz en 32 kHz.
• Het is niet mogelijk analoge signalen op te nemen op een MD/TAPE cassettedeck of een VIDEO recorder via alleen digitale
aansluitingen. Voor het opnemen van analoge signalen zult u analoge aansluitingen moeten maken. Voor het opnemen van digitale
signalen maakt u digitale aansluitingen.
• Digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz moeten worden doorgegeven via de DVD LD/IN OPTICAL of COAXIAL
ingangsaansluitingen. Bij gebruik van andere ingangen kan het geluid af en toe wegvallen.
Minidisc-recorder of cassettedeck
R
L
SIGNAL GND
U
CONTROL A1
DIGITAL
MD/TAPE OUT
MD/TAPE IN
TV/SAT IN
DVD/LD IN
OPTICAL
COAXIAL
DVD/LD
IN
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
FRONT SURROUND
CENTER
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT
AUDIO
OUT
AUDIO OUTAUDIO IN AUDIO IN
VIDEO OUT
VIDEO IN VIDEO IN VIDEO IN VIDEO IN
FRONT
VIDEO OUT
4
8
VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
IN INOUT
ANTENNA
AM
COAXIAL
FM
75
SUB
WOOFER
R
L
R
L
MD/TAPE
CD/SACD
IN
TV/SAT
PHONO
DVD/LD
VIDEO 2 VIDEO 1
IMPEDANCE
SELECTOR
R
L
R
L
SWITCHED 100W MAX
AC OUTLET
SURROUND CENTER FRONT
IMPEDANCE USE 8 – 16 IMPEDANCE USE 4 – 16
R
L
R
L
SPEAKERS
LINE
L
R
LINE
INPUT OUTPUT
DIGITAL
IN
OPTICAL
OUT
OUTIN
ç
ç
ç
ç
INOUT
MONITOR
zwart zwart
wit (L) wit (L)
rood (R) rood (R)
10
NL
Aansluiten van de apparatuur
R
L
U
DIGITAL
MD/TAPE OUT
MD/TAPE IN
TV/SAT IN
DVD/LD IN
OPTICAL
COAXIAL
DVD/LD
IN
SUB
WOOFER
FRONT
SURROUND
CENTER
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT
AUDIO
OUT
AUDIO OUTAUDIO IN AUDIO IN
VIDEO OUT
VIDEO IN VIDEO IN VIDEO IN VIDEO IN
FRONT
VIDEO OUT
4
8
VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
IN INOUT
ANTENNA
AM
COAXIAL
FM
75
SUB
WOOFER
R
L
R
L
IN
TV/SAT
PHONO
DVD/LD
VIDEO 2 VIDEO 1
IMPEDANCE
SELECTOR
R
L
R
L
SWITCHED 100W MAX
AC OUTLET
SURROUND CENTER FRONT
IMPEDANCE USE 8 – 16
IMPEDANCE USE 4 – 16
R
L
R
L
SPEAKERS
MULTI CH OUTPUTMULTI CH OUTPUT
FRONT
SURROUND
CENTER
WOOFER
MULTI CH OUTPUT
SIGNAL GND
CONTROL A1
MONITOR
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD/SACD
Aansluiten MULTI CH IN
Vereiste aansluitsnoeren
Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Twee stuks, voor de MULTI CH IN FRONT en SURROUND
aansluitingen
wit (L) wit (L)
rood (R) rood (R)
Mono-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Twee stuks, voor de MULTI CH IN CENTER en SUB WOOFER
aansluitingen
zwart zwart
Videosnoer (niet bijgeleverd)
Eén snoer, voor de DVD/LD VIDEO IN aansluiting (enz.)
geel geel
Opmerkingen
• Bij het maken van de hieronder beschreven aansluitingen
dient u de geluidssterkte van de akoestiekluidsprekers en de
lagetonenluidspreker in te stellen op uw DVD videospeler of
meerkanaals-decodeerapparaat.
• Wanneer u de middenluidspreker instelt als surround
achterluidspreker, wordt het ingangssignaal via de MULTI CH
IN CENTER aansluiting rechtstreeks uitgevoerd door de
surround achterluidspreker. Voor details omtrent de
luidsprekerinstellingen, zie “Opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek” op pagina 17 – 21.
Voorbeeld voor het aansluiten van een DVD videospeler met behulp van de MULTI CH IN
stekkerbussen
Opmerking
Zie blz. 14 voor nadere details over het aansluiten van de luidsprekers.
DVD videospeler
Linker voorluidspreker
Rechter voorluidspreker
Linker
surroundluidspreker
Rechter
surroundluidspreker
Middenluidspreker
Actieve
lagetonenluidspreker
DVD videospeler, meerkanaals-
decodeereenheid, enz.
DVD/LD
VIDEO IN enz.
MULTI CH IN
VIDEO OUT
SUB WOOFER
SPEAKERS
SURROUND/CENTER
SPEAKERS
FRONT
? / 1
DISPLAY
DIMMER
MEMORY SHIFT PTY FM MODE FM/AM
PRESET/
PTY SELECT
TUNING
+
+
MULTI CHANNEL DECODING
A.F.D.
SOUND FIELD
MULTI /2CH A. DIRECT
DIGITAL CONCERT HALL
EQUALIZER
MUTING
INPUT MODE
MODE
FUNCTION
6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
AA
MODE 2CH
PHONES
SPEAKERS
EQ
SURR
LEVEL
SET UP
NAME
ENTER
BBC
MASTER VOLUME
+
Alhoewel deze tuner/versterker is uitgerust met een
eigen meerkanaals-decodeertrap, is hij tevens voorzien
van een compleet stel MULTI CH IN meerkanaals-
ingangsaansluitingen die u kunt gebruiken voor weergave
van meerkanaals-software gecodeerd in andere formaten
dan Dolby Digital en DTS. Als uw DVD videospeler
beschikt over MULTI CH OUTPUT meerkanaals-
uitgangen, kunt u deze rechtstreeks aansluiten op dit
apparaat om te luisteren naar de geluidsweergave via de
meerkanaals-decodeertrap van de DVD videospeler.
Bovendien kunt u op de MULTI CH IN desgewenst ook
een externe meerkanaals-decodeereenheid aansluiten.
Om de meerkanaals Surround Sound op zijn best te
horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee
voorluidsprekers, twee surroundluidsprekers en een
middenluidspreker) plus een speciale
lagetonenluidspreker. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van uw DVD-speler, multikanaals decoder enz. voor
details omtrent de multikanaalsaansluitingen.
11
NL
Aansluiten van de apparatuur
R
L
SIGNAL GND
U
CONTROL A1
DIGITAL
MD/TAPE OUT
MD/TAPE IN
TV/SAT IN
DVD/LD IN
OPTICAL
COAXIAL
DVD/LD
IN
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
FRONT SURROUND
CENTER
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT
AUDIO
OUT
AUDIO OUTAUDIO IN AUDIO IN
VIDEO OUT
VIDEO IN VIDEO IN VIDEO IN VIDEO IN
FRONT
VIDEO OUT
4
8
VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
IN INOUT
ANTENNA
AM
COAXIAL
FM
75
SUB
WOOFER
R
L
R
L
MD/TAPE
CD/SACD
IN
MONITOR
TV/SAT
PHONO
DVD/LD
VIDEO 2 VIDEO 1
IMPEDANCE
SELECTOR
R
L
R
L
SWITCHED 100W MAX
AC OUTLET
SURROUND CENTER FRONT
IMPEDANCE USE 8 – 16 IMPEDANCE USE 4 – 16
R
L
R
L
SPEAKERS
CONTROL A1
AC OUTLET
b
Netsnoer
Vereiste aansluitsnoeren
Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd)
Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op
de stekkerbussen met dezelfde kleur, op de betreffende
apparaten.
wit (L) wit (L)
rood (R) rood (R)
CONTROL A1 aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
naar een stopcontact
Andere aansluitingen
zwart zwart
12
NL
Aansluiten van de apparatuur
Aansluiten van het netsnoer
Alvorens u de netsnoerstekker van deze tuner/versterker
in het stopcontact steekt:
Sluit eerst alle luidsprekers op de tuner/versterker aan
(zie blz. 14).
Sluit de netsnoeren van uw audio/video-apparatuur aan
op een gewoon wandstopcontact.
Als u het netsnoer van andere audio/video-apparatuur
aansluit op de AC OUTLET netstroomuitgang(en)
achterop de tuner/versterker, zal de tuner/versterker
zorgen voor de stroomvoorziening van de andere
component(en), zodat u de bijbehorende apparatuur
allemaal tegelijk met de tuner/versterker kunt in- en
uitschakelen.
Waarschuwing
Let op dat het totale stroomverbruik van de apparatuur
aangesloten op de AC OUTLET netstroomuitgang(en) achterop
de tuner/versterker het bij deze uitgang aangegeven vermogen
niet overschrijdt. Sluit op de netuitgang(en) in geen geval
huishoudelijke apparatuur aan zoals een strijkijzer, een ventilator,
een TV-toestel of andere apparatuur met een hoog
stroomverbruik.
Andere aansluitingen
CONTROL A1 aansluiting
Als u beschikt over een voor CONTROL A1
geschikte Sony CD-speler, SACD-speler,
cassettedeck of minidisc-recorder
Gebruik een CONTROL A1 snoer (niet bijgeleverd) om
de CONTROL A1
stekkerbus van een CD-speler,
SACD-speler, cassettedeck of minidisc-recorder te
verbinden met de CONTROL A1
stekkerbus van de
tuner/versterker.
Zie voor nadere bijzonderheden de beschrijving op blz.
52 onder “CONTROL A1
bedieningssysteem” en de
gebruiksaanwijzingen bijgeleverd bij uw CD-speler,
SACD-speler, cassettedeck of minidisc-recorder.
Opmerking
Als u een CONTROL A1 verbinding maakt tussen de tuner/
versterker en een minidisc-recorder welke tevens op een
computer is aangesloten, mag u de tuner/versterker niet
bedienen terwijl de “Sony MD Editor” software wordt
gebruikt. Dit kan namelijk resulteren in een foutieve werking
van de apparatuur.
Als u beschikt over een Sony CD-wisselaar met
een COMMAND MODE schakelaar
Als de COMMAND MODE schakelaar van uw CD-
wisselaar kan worden ingesteld op CD 1, CD 2 of CD 3,
zet deze dan in de “CD 1” stand en sluit de CD-
wisselaar aan op de CD ingangen van de tuner/
versterker.
Als u echter een Sony CD-wisselaar met VIDEO OUT
aansluitingen heeft, zet de COMMAND MODE
schakelaar dan in de “CD 2” stand en sluit de CD-
wisselaar aan op de VIDEO 2 ingangen van de tuner/
versterker.
13
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
? / 1
DISPLAY
DIMMER
MEMORY SHIFT PTY FM MODE FM/AM
PRESET/
PTY SELECT
TUNING
+
+
MULTI CHANNEL DECODING
A.F.D.
SOUND FIELD
MULTI /2CH A. DIRECT
DIGITAL CONCERT HALL
EQUALIZER
MUTING
INPUT MODE
MODE
FUNCTION
6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
AA
MODE 2CH
PHONES
SPEAKERS
EQ
SURR
LEVEL
SET UP
NAME
ENTER
BBC
MASTER VOLUME
+
SET UP
Aansluiten en
opstellen van
de
luidsprekers
In dit hoofdstuk volgt een
beschrijving voor het aansluiten van
de luidsprekers op de tuner/
versterker, het opstellen van de
luidsprekers en het afregelen ervan
voor de beste meerkanaals Surround
Sound kwaliteit.
Cursortoetsen
Kort overzicht van de toetsen en regelaars
die u gebruikt voor het instellen van de
luidsprekers
Insteltoets (SET UP): Druk op deze toets wanneer u
instellingen wilt maken voor het soort luidsprekers en de
luidsprekerafstanden.
Cursortoetsen (
/ ): Voor het kiezen van de
parameters na indrukken van de SET UP toets.
Instelknop: Draai hieraan om de gekozen parameters
naar wens in te stellen.
Instelknop
14
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
R
L
SIGNAL GND
U
CONTROL A1
DIGITAL
MD/TAPE OUT
MD/TAPE IN
TV/SAT IN
DVD/LD IN
OPTICAL
COAXIAL
DVD/LD
IN
SUB
WOOFER
MULTI CH IN
FRONT SURROUND
CENTER
AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT
AUDIO
OUT
AUDIO OUTAUDIO IN AUDIO IN
VIDEO OUT
VIDEO IN VIDEO IN VIDEO IN VIDEO IN
FRONT
VIDEO OUT
4
8
VIDEO OUT
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
OUT
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
S-VIDEO
IN
IN INOUT
ANTENNA
AM
COAXIAL
FM
75
SUB
WOOFER
R
L
R
L
MD/TAPE
CD/SACD
IN
MONITOR
TV/SAT
PHONO
DVD/LD
VIDEO 2 VIDEO 1
IMPEDANCE
SELECTOR
R
L
R
L
SWITCHED 100W MAX
AC OUTLET
SURROUND CENTER FRONT
IMPEDANCE USE 8 – 16 IMPEDANCE USE 4 – 16
R
L
R
L
SPEAKERS
}
]
}
]
}
]
}
]
}
]
INPUT
AUDIO
IN
IMPEDANCE
SELECTOR
Linker
surroundluidspreker
Luidspreker-aansluitingen
Verbind de Met de
Voorluidsprekers (8 of 4** ohm) SPEAKERS FRONT
stekkerbussen
Surroundluidsprekers (8 ohm) SPEAKERS SURROUND
stekkerbussen
Middenluidspreker (8 ohm) SPEAKERS CENTER
stekkerbussen
Actieve lagetonenluidspreker*** SUB WOOFER AUDIO OUT
stekkerbus
**
Zie de beschrijving onder “Luidspreker-impedantie” op de volgende bladzijde.
*** U kunt de actieve lagetonenluidspreker aansluiten op een van beide
stekkerbussen naar keuze. Op de andere stekkerbus kunt u
desgewenst een tweede actieve lagetonenluidspreker aansluiten.
Vereiste aansluitsnoeren
Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd)
Eén voor elke voorluidspreker, surroundluidspreker en
middenluidspreker
(+) (+)
(–) (–)
Mono-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
Eén, voor de actieve lagetonenluidspreker
zwart zwart
Aansluiten van de luidsprekers
Actieve
lagetonenluidspreker
Opmerkingen over het aansluiten van de
luidsprekers
Aan de luidsprekerkant stript u ongeveer 10 mm (
2
/3
inch) van de isolatie van het snoer en draait u de
kerndraden ineen. Let bij elk snoer op dat u de draden
niet verwisselt: sluit + aan op + en – op –. Als de draden
verwisseld worden, zal bij weergave de positie van de
muziekinstrumenten onduidelijk zijn, terwijl de lage
tonen grotendeels zullen ontbreken.
Als u luidsprekers gebruikt met een relatief gering
maximaal ingangsvermogen, stel dan de geluidssterkte
erg voorzichtig in, om overbelasting van de
luidsprekers te vermijden.
Middenluidspreker*
Rechter
voorluidspreker
Linker
voorluidspreker
Rechter
surroundluidspreker
* U kunt een surround achterluidspreker aansluiten.
15
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Voorkom beschadiging van de
luidsprekers
Zorg ervoor dat u het volume dicht zet alvorens de tuner/
versterker af te zetten. Bij het afzetten van de tuner/
versterker blijft de volume-instelling immers behouden.
Luidsprekerimpedantie
Stel de impedantiekeuzeschakelaar (IMPEDANCE
SELECTOR) van de voorluidsprekers in zoals aangegeven
in de onderstaande tabel. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van uw luidsprekers indien u niet
zeker bent van hun impedantie. (Deze informatie staat
meestal vermeld op een etiket achteraan op de
luidspreker.)
Bij een nominale
luidsprekerimpedantie van
Tussen 4 en 8 ohm
8 ohm of meer
Luidsprekers aangesloten op SURROUND en CENTER
SPEAKERS moeten een nominale impedantie hebben van
8 ohm of meer (ongeacht de instelling van de
IMPEDANCE SELECTOR).
Opmerking
Zet het toestel af alvorens de IMPEDANCE SELECTOR in te
stellen.
Om kortsluiting van de luidsprekers te
voorkomen
Kortsluiting in de luidsprekercircuits kan schade aan de
tuner/versterker veroorzaken. Om dit te voorkomen,
dient u bij het aansluiten van de luidsprekers de volgende
aanwijzingen in acht te nemen.
Zorg dat de gestripte uiteinden van de
luidsprekerdraden elkaar niet raken; laat ze niet
zover uitsteken dat ze kortsluiting met andere
aansluitpunten kunnen maken.
Onjuist aangesloten luidsprekersnoeren
De draad van een luidsprekersnoer raakt een andere
aansluitklem.
De gestripte uiteinden van de luidsprekerdraden raken
elkaar, omdat er teveel van de isolatie is verwijderd.
Na het aansluiten van alle geluidsbronnen,
luidsprekers en het netsnoer dient u voor het
gebruik eerst een testtoon weer te geven om te
controleren of alle luidsprekers naar behoren zijn
aangesloten. Nadere aanwijzingen voor het
weergeven van een testtoon vindt u op bladzijde
21.
Als een van de luidsprekers geen geluid geeft bij
weergave van de testtoon of als het geluid klinkt via een
andere luidspreker dan er op de tuner/versterker wordt
aangegeven, kan er kortsluiting zijn in de luidspreker-
aansluitingen. In dat geval dient u de aansluitingen van
de luidsprekers nog eens te controleren.
Zet u de IMPEDANCE
SELECTOR op
4
8
16
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Voorbereidingen treffen voor weergave
Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de tuner/
versterker hebt ingeschakeld, dient u het geheugen van
het apparaat te wissen. Vervolgens kiest u de luidspreker-
instellingen (formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere
voorbereidingen die nodig zijn voor weergave.
Het geheugen van de tuner/versterker
wissen
Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker of
wanneer u het geheugen van het apparaat wilt wissen,
gaat u als volgt te werk. Overigens is dit wissen niet
nodig als er automatisch een demonstratie begint
wanneer u het apparaat inschakelt.
1 Schakel de tuner/versterker uit.
2 Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar 5 seconden lang
ingedrukt.
Nu toont het uitleesvenster eerst de gekozen
geluidsbron en dan een aankondiging van de
demonstratie. Al de volgende onderdelen worden
gewist of in de uitgangsstand teruggesteld:
Alle vastgelegde voorkeurzenders verdwijnen uit
het geheugen.
Alle klankbeeldparameters worden teruggesteld op
de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Alle vastgelegde namen (van de voorkeurzenders
en andere geluidsbronnen) worden gewist.
Alle SET UP parameters worden teruggesteld.
De klankbeelden die zijn gekozen voor afzonderlijke
weergavebronnen en voorkeurzenders verdwijnen
uit het geheugen.
Het mastervolume wordt op VOLUME MIN gezet.
Mogelijke voorbereidingen voor
weergave
Alvorens uw receiver voor het eerst te gebruiken, moet u
de SET UP parameters zo instellen dat de receiver is
afgestemd op uw systeem. Raadpleeg de tabel op pagina
59 voor instelbare parameter. Zie pagina 17 – 21 voor
luidsprekerinstellingen en pagina 51 – 52 voor andere
instellingen.
1/u
? / 1
DISPLAY
DIMMER
MEMORY SHIFT PTY FM MODE FM/AM
PRESET/
PTY SELECT
TUNING
+
+
MULTI CHANNEL DECODING
A.F.D.
SOUND FIELD
MULTI /2CH A. DIRECT
DIGITAL CONCERT HALL
EQUALIZER
MUTING
INPUT MODE
MODE
FUNCTION
6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
AA
MODE 2CH
PHONES
SPEAKERS
EQ
SURR
LEVEL
SET UP
NAME
ENTER
BBC
MASTER VOLUME
+
Demonstratiefunctie
De demonstratiefunctie wordt automatisch geactiveerd
wanneer u het apparaat de eerste maal inschakelt. Wanneer
de demonstratie start, verschijnt het volgende bericht
tweemaal in het uitleesvenster:
“Now Demonstration Mode!! To finish the
demonstration, please press POWER KEY while this
message appears in the display. Thank you!”
Annuleren van de demonstratiefunctie
Druk op ?/1 om de tuner/versterker uit te schakelen terwijl
bovenstaande mededeling in het uitleesvenster wordt
getoond. De volgende keer dat u het apparaat inschakelt, zal
de demonstratiefunctie niet geactiveerd worden.
Activeren van de demonstratiefunctie
Houd de SET UP toets ingedrukt en druk dan op de ?/1
toets om de tuner/versterker in te schakelen.
Opmerking
• Wanneer de tuner/versterker een demonstratie geeft,
wordt het geheugen gewist. Zie “Het geheugen van de
tuner/versterker wissen” op deze pagina voor nadere
bijzonderheden betreffende hetgeen er gewist wordt.
• U kunt de demonstratie niet annuleren wanneer u niet op
?/1 hebt gedrukt terwijl het bovenstaande bericht
zichtbaar was. Om de demonstratie te annuleren nadat het
bovenstaande bericht is verschenen, drukt u tweemaal op
?/1 om de demonstratie opnieuw te activeren. Druk dan
op ?/1 terwijl het bovenstaande bericht zichtbaar is.
17
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Voor de beste, ruimtelijk klinkende akoestiekweergave
zouden alle luidsprekers in principe op gelijke afstand
van uw luisterplaats (A) moeten staan.
Deze tuner/versterker biedt u echter de mogelijkheid de
middenluidspreker tot ongeveer 1,5 meter (5 feet)
dichterbij te zetten (B) of de surround achterluidsprekers
tot ongeveer 4,5 meter (15 feet) dishterbij te zetten (D) en
de surroundluidsprekers tot ongeveer 4,5 meter (15 feet)
dichterbij uw luisterplaats (C). Bovendien kunnen de
voorluidsprekers zowel dichterbij als verderaf gezet
worden, van 1,0 tot 12,0 meter (3 tot 40 feet) van uw
luisterplaats (A).
U kunt kiezen of u de surroundluidsprekers achter uw
luisterplaats wilt zetten of aan weerszijden er naast,
afhankelijk van de vorm van uw kamer (enz.).
De middenluidsprekers kan fungeren als surround
achterluidspreker.
Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek
45°
90°
20°
A A
B
CC
D
45°
90°
20°
A A
B
CC
D
Met de akoestiekluidsprekers naast u
Met de akoestiekluidsprekers surround u
z
Opstelling van de surround achterluidspreker
Plaats de luidspreker minstens een meter achter de luisterpositie.
Het verdient aanbeveling de luidspreker op gelijke afstand van
de linker of rechter surroundluidsprekers te plaatsen. Wanneer er
geen plaats is achter de luisterpositie, installeert u de luidspreker
boven de luisterpositie op een stand of door hem aan het plafond
te hangen. Zorg ervoor dat de luidspreker goed is bevestigd
zodat hij niet kan vallen en zo schade of verwondingen kan
veroorzaken.
Opmerking
Zet de middenluidspreker niet verder van uw luisterplaats dan
de voorluidsprekers.
Vaststellen van het type luidsprekers
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/versterker in te
schakelen.
2 Druk op de SET UP toets.
3 Druk op de cursortoetsen ( of ) om in te stellen
op de parameter die u wilt bijregelen.
4 Draai aan de instelknop om de gewenste stand te
kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 tot u alle hieronder
genoemde parameters hebt ingesteld.
x Formaat van de voorluidsprekers (FRONT)
Oorspronkelijke instelling: LARGE
Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten die alle lage
tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u
de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand “LARGE”
het best voldoen.
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave
van meerkanaals Surround Sound niet naar wens, met te
weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om
de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste
frequenties van de voorkanalen worden overgeheveld
naar de aparte lagetonen-luidspreker.
Als u voor de voorluidsprekers de stand “SMALL” kiest,
worden de middenluidspreker, de surroundluidsprekers
en de surround achterluidsprekers ook automatisch
ingesteld op “SMALL” (tenzij u eerder de stand “NO”
hebt gekozen).
18
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
x Formaat van de middenluidspreker (CENTER)
Oorspronkelijke instelling: LARGE
Is er een grote middenluidspreker aangesloten die alle
lage tonen zonder problemen kan weergeven, dan kiest
u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand
“LARGE” het best voldoen. Als de voorluidsprekers
echter zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de
middenluidspreker niet instellen op “LARGE”.
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar
wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand
“SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen,
zodat de laagste frequenties van het middenkanaal
worden overgeheveld naar de voorluidsprekers (als die
op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de aparte
lagetonen-luidspreker.
*1
Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan de stand
“NO”. Al het geluid van het middenkanaal wordt dan
weergegeven door de voorluidsprekers.
*2
x Formaat van de surroundluidsprekers
(SURROUND)
Oorspronkelijke instelling: LARGE
Zijn er grote surroundluidsprekers aangesloten die alle
lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan
kiest u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand
“LARGE” het best voldoen. Als de voorluidsprekers
echter zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de
surroundluidsprekers niet instellen op “LARGE”.
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar
wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand
“SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen,
zodat de laagste frequenties van de surroundkanalen
worden overgeheveld naar de aparte lagetonen-
luidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die hier beter op zijn berekend.
Sluit u geen surroundluidsprekers aan, kies dan de
stand “NO”.
*3
z
*1~*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro Logic
standen voor de middenkanaal-aanpassing
*
1
NORMAL
*
2
PHANTOM
*
3
3 STEREO
x Surround achterluidsprekerformaat (SURR
BACK)**
Oorspronkelijke instelling: NO
Deze parameter kan worden ingesteld wanneer de
middenluidspreker is ingesteld op “NO” en de
surroundluidsprekers op “LARGE” of “SMALL”.
Is er een grote surround achterluidspreker aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kan weergeven,
dan kiest u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand
“LARGE” het best voldoen. Als de voorluidsprekers
echter zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de surround
achterluidsprekers niet instellen op “LARGE”.
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar
wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand
“SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen,
zodat de laagste frequenties van het middenkanaal
worden overgeheveld naar de voorluidsprekers (als die
op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de aparte
lagetonen-luidspreker. Wanneer de
surroundluidsprekers echter zijn ingesteld op
“SMALL”, wordt de surround achterluidspreker
automatisch ingesteld op “SMALL”.
Kies “NO” wanneer u geen surround achterluidspreker
aansluit.
** Deze parameter is niet beschikbaar wanneer “Surround
speaker size (SURROUND)” is ingesteld op “NO”.
z
Betreffende de luidsprekerformaten (LARGE en SMALL)
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van het
LARGE of SMALL luidsprekerformaat voor elk stel luidsprekers
of de ingebouwde akoestiekprocessor de laagste frequenties al
dan niet naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als de
lage tonen uit een bepaald kanaal worden verwijderd, zullen de
basverdelingscircuits die frequenties overbrengen naar de aparte
lagetonen-luidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die er beter op zijn berekend.
Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate van
richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het gehele
frequentiespectrum van de verschillende kanalen intact te laten,
indien mogelijk. Daarom kunt u zelfs met een stel kleine
luidsprekers toch de stand “LARGE” kiezen als u de lage tonen
ook door die luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom,
als u grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat ze de laagste
tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers best “SMALL”
kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst, kiest u dan
voor alle luidsprekers de stand “LARGE”. Als er te weinig bassen
klinken, kunt u die extra versterken met de grafiek-toonregeling.
Zie voor het instellen van de grafiek-toonregeling blz. 36.
Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek
19
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
x Aanwezigheid van een lagetonen-luidspreker
(SUB WOOFER)
Oorspronkelijke instelling: YES
Als u een lagetonen-luidspreker hebt aangesloten, stelt
u hierbij in op “YES”.
Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker, dan stelt
u in op “NO”. Hiermee schakelt u de
basverdelingscircuits in, zodat de LFE laagfrequente
signalen worden overgenomen door de andere
luidsprekers.
Om volledig profijt te trekken van de Dolby Digital
basverdelingscircuits willen wij u aanbevelen om de
bovengrensfrequentie voor de lagetonen-luidspreker zo
hoog mogelijk in te stellen.
x Afstand van de voorluidsprekers (FRONT XX.X)
Oorspronkelijke instelling: 5,0 meter (16 feet)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de linker of
rechter voorluidspreker (afstand A op blz. 17).
x Afstand van de middenluidspreker (CENTER
XX.X)
Oorspronkelijke instelling: 5,0 meter (16 feet)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
middenluidspreker. De middenluidspreker moet op
dezelfde afstand als die van de voorluidsprekers (A op
pagina 17) tot 1,5 meter (5 feet) dichter bij de luisterpositie
(B op pagina 17) worden geplaatst. Wanneer dit bereik
wordt overschreden, knippert het uitleesvenster. Wanneer
u de instelling verricht terwijl het uitleesvenster knippert,
kunt u niet ten volle genieten van het surroundeffect.
x Afstand van de surroundluidsprekers
(SURROUND XX.X)
Oorspronkelijke instelling: 3,5 meter (11 feet)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de
surroundluidspreker. De surroundluidspreker moet op
dezelfde afstand als die van de voorluidsprekers (A op
pagina 17) tot 4,5 meter (15 feet) dichter bij de
luisterpositie (C op pagina 17) worden geplaatst.
Wanneer dit bereik wordt overschreden, knippert het
uitleesvenster. Wanneer u de instelling verricht terwijl het
uitleesvenster knippert, kunt u niet ten volle genieten van
het surroundeffect.
x Surround achterluidsprekerafstand (SURR
BACK XX.X)
Oorspronkelijke instelling: 3,5 meter (11 feet)
Stel de afstand in van uw luisterplaats tot de surround
achterluidspreker. De surround middenluidspreker moet
op dezelfde afstand als die van de voorluidsprekers (A
op pagina 17) tot 4,5 meter (15 feet) dichter bij de
luisterpositie (D op pagina 17) worden geplaatst.
Wanneer dit bereik wordt overschreden, knippert het
uitleesvenster. Wanneer u de instelling verricht terwijl het
uitleesvenster knippert, kunt u niet ten volle genieten van
het surroundeffect.
x Lagetonenluidsprekerafstand (SUB WOOFER
XX.X)
Oorspronkelijke instelling: 5,0 meter (16 feet)
Stel de afstand in van uw luisterplaats tot de
lagetonenluidspreker.
z
Betreffende de afstand van de luidsprekers
U kunt de weergave van dit apparaat aanpassen aan de plaats
van de aangesloten luidsprekers, door de luidsprekerafstand in te
stellen. Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker verder
af te zetten dan de linker en rechter voorluidsprekers. Bovendien
kunt u de middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter (5 feet)
dichter bij uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers.
Evenmin kunt u de surround en surround achterluidsprekers
verder van uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En
ook weer niet meer dan 4,5 meter (15 feet) dichterbij.
Deze beperkingen gelden omdat een onevenwichtige opstelling
van de luidsprekers niet geschikt is voor de weergave van
akoestiekeffecten.
Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan de feitelijke
afstand, zal het geluid via die luidspreker(s) met een grotere
vertraging worden weergegeven. Met andere woorden, de
luidsprekers klinken dan verder weg.
Als u bijvoorbeeld de afstand van de middenluidspreker 1~2
meter (3~6 feet) dichterbij instelt dan de feitelijke afstand, zal dit
een vrij natuurgetrouw effect geven, alsof u zich “in” het
beeldscherm bevindt. En als u geen goed akoestiekeffect verkrijgt
omdat de surroundluidsprekers te dichtbij staan, kunt u door het
verminderen van de luidsprekerafstand (dichterbij kiezen dan de
werkelijke afstand) een dieper ruimtelijk effect creëren.
Door deze parameter bij te regelen terwijl u aandachtig naar een
geluidsbron luistert, kunt u vaak een aanzienlijke verbetering in
akoestiek bewerkstelligen. Probeer het maar eens!
x Fasepolariteit lagetonenluidspreker (S.W
PHASE)
Oorspronkelijke instelling: NORMAL
Stel de fasepolariteit van de lagetonenluidspreker in.
Wanneer de fasepolariteit op “NORMAL” staat, zijn er
meestal geen problemen. Afhankelijk van het type
voorluidsprekers, de positie van de lagetonenluidspreker
en de kantelfrequentie van de lagetonenluidspreker, kan
een beter bass-geluid worden verkregen door de
fasepolariteit in te stellen op “REVERSE”. Behalve de
bass-weergave kan ook de volheid en strakheid van de
algehele geluidsweergave worden beïnvloed. Kies de
beste stand vanuit de belangrijkste luisterpositie.
x Afstandseenheid (DISTANCE UNIT)
Oorspronkelijke instelling: meter (feet)
Hiermee kunt u de afstandsmaat voor de
luidsprekerafstand omschakelen tussen meters of Engelse
voeten.
20
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek
Deze instelling is alleen van invloed op de klankbeelden
in het “VIRTUAL” akoestiekgenre.
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er eerder
voor het “Formaat van de surroundluidsprekers”
“NO” is gekozen.
***Deze parameter is alleen beschikbaar wanneer
“Surround back speaker size” is ingesteld op “NO”.
z
Betreffende de opstelling van de surroundluidsprekers (SIDE,
MIDDLE en BEHIND)
Deze instelling is speciaal bestemd voor de Digital Cinema
Sound klankbeelden in het “VIRTUAL” akoestiekgenre. Bij deze
klankbeelden is de luidspreker-opstelling niet zo’n
overheersende factor als bij de andere akoestiekfuncties. Al de
“VIRTUAL” klankbeelden zijn gebaseerd op de veronderstelling
dat de surroundluidsprekers geheel achter de luisterplaats
zouden staan of hangen, maar het klankbeeld blijft grotendeels
zoals bedoeld, ook wanneer de surroundluidsprekers nogal opzij
en ver uiteen staan. Als de surroundluidsprekers echter pal naast
de luisteraar hangen en recht op oorhoogte gericht zijn, zullen de
“VIRTUAL” klankbeelden alleen klinken zoals bedoeld wanneer
u voor de opstelling van de surroundluidsprekers de stand
“SIDE” hebt gekozen. Ook dat geldt echter niet in alle gevallen,
aangezien de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald
door een heel stel variabelen, zodat u misschien wel betere
resultaten bereikt met de “BEHIND” of “MIDDLE” opstelling als
de luidsprekers hoog boven uw luisterplaats hangen, ook al is
dat pal ter weerszijden ervan.
Daarom kunt u wellicht het best een favoriete geluidsbron met
meerkanaals Surround Sound afspelen en dan goed luisteren
welk effect elke instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al
kan dit wel eens leiden tot een andere instelling dan hierboven
aangegeven onder “Opstelling van de surroundluidsprekers”.
Kies de stand die een fraai open, ruimtelijk gevoel oplevert, met
een zo hecht mogelijke samenhang tussen het geluid van de
voorluidsprekers en dat van de surroundluidsprekers.
Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen de
verschillende instellingen, kies dan de stand “BEHIND” en
gebruik dan de luidsprekerafstand-parameter en de
geluidssterkte-instellingen om de weergave optimaal af te
regelen.
x Opstelling van de surroundluidsprekers (SURR
POSI.)*
Oorspronkelijke instelling: SIDE
Met deze parameter kunt u de plaats van uw
surroundluidsprekers invoeren, voor een juiste werking
van de Digital Cinema Sound klankbeelden in het
“VIRTUAL” akoestiekgenre. Zie de onderstaande
afbeelding.
Stel in op “SIDE” als de plaats van uw
surroundluidsprekers binnen het zijgebied A valt.
Stel in op “MIDDLE” als uw surroundluidsprekers
verder naar achteren staan opgesteld, in het gebied B.
Stel in op “BEHIND**” als uw surroundluidsprekers
helemaal achteraan staan, in het gebied C.
Deze instelling is alleen van invloed op de klankbeelden
in het “VIRTUAL” akoestiekgenre.
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er eerder voor
het “Formaat van de surroundluidsprekers” “NO” is
gekozen.
** Deze parameter is niet beschikbaar wanneer “Surround
speaker size” is ingesteld op “NO”.
x Hoogte van de surroundluidsprekers (SURR
HEIGHT)*/Surround achterluidsprekerhoogte
(SURR BACK HGT.)***
Oorspronkelijke instelling: LOW
Met deze parameter kiest u de hoogte van uw surround
en surround achterluidsprekers, voor een juiste werking
van de Digital Cinema Sound klankbeelden in het
“VIRTUAL” akoestiekgenre. Zie de onderstaande
afbeelding.
Stel in op “LOW” als uw surroundluidsprekers op de
grond staan of vrij laag zijn opgehangen, in het gebied
A.
Stel in op “HIGH” als uw surroundluidsprekers relatief
hoog aan de wand hangen, in het gebied B.
60°
90°
20°
A
B
30°
B
C C
A
60
30
A
B
A
B
21
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
x Ondergrensfrequentie voor de
voorluidsprekers (FRONT SP > XXX Hz)
Oorspronkelijke instelling: STD (120 Hz)
Hiermee kiest u de onderste filterfrequentie voor de
voorluidsprekers, wanneer het formaat “SMALL” is
gekozen voor de voorluidsprekers.
x Ondergrensfrequentie voor de
middenluidspreker (CENTER SP > XXX Hz)
Oorspronkelijke instelling: STD (120 Hz)
Hiermee kiest u de onderste filterfrequentie voor de
middenluidspreker, wanneer het formaat “SMALL” is
gekozen voor de middenluidspreker.
x Ondergrensfrequentie voor de
surroundluidsprekers (SURROUND SP > XXX Hz)
Oorspronkelijke instelling: STD (120 Hz)
Hiermee kiest u de onderste filterfrequentie voor de
surroundluidsprekers, wanneer het formaat “SMALL” is
gekozen voor de surroundluidsprekers.
x Surround achterkantelfrequentie (SURR BACK
SP > XXX Hz)
Oorspronkelijke instelling: STD (120 Hz)
Hiermee kunt u de bass-kantelfrequentie van de surround
achterluidspreker regelen wanneer de surround
achterluidspreker is ingesteld op “SMALL”.
x LFE hoogscheidingsfilter (LFE HIGH CUT > XXX
Hz)
Oorspronkelijke instelling: STD (120 Hz)
Hiermee kunt u de kantelfrequentie van het LFE
hoogscheidingsfilter kiezen. Kies normaal “STD”. Bij
gebruik van een passieve subwoofer die door een aparte
vermogensversterker wordt aangestuurd, kan het beter
zijn om de kantelfrequentie te wijzigen. Gebruik in dat
geval een andere instelling dan STD.
Het luidsprekerniveau regelen
Regel het niveau van elke luidspreker met behulp van de
afstandsbediening vanuit de luisterpositie.
Opmerking
Deze receiver werkt met een nieuwe testtoon met een frequentie
van 800 Hz die de luidsprekerniveauregeling vergemakkelijkt.
1 Druk op ?/1 om de receiver aan te zetten.
2 Druk op TEST TONE op de afstandsbediening.
“TEST TONE” verschijnt in het uitleesvenster en de
luidsprekers produceren achtereenvolgens de testtoon.
3 Om de testtoonstand te wijzigen, drukt u op
MENU +/– om de gewenste stand te kiezen.
Stand Testtoonweergave
NORMAL De luidsprekers produceren
achtereenvolgens de testtoon.
PHASE De luidsprekers produceren
achtereenvolgens per twee de
testtoon. (De
lagetonenluidspreker werkt
niet.) U kunt ook de balans
tussen luidsprekers regelen.
2CH SWAP Het luidsprekerniveau kan
worden geregeld tijdens de
weergave van de bron (niet de
testtoon). Zet de aangesloten
component aan, start de
weergave en draai aan
FUNCTION om de component te
kiezen (behalve deze die is
aangesloten op MULTI CH IN).
Het geluid van de L/R
voorluidsprekers wordt
geproduceerd door de R/L
surroundluidsprekers. U kunt
het niveau van de
surroundluidsprekers regelen
vanuit de luisterpositie.
Opmerking
U kunt “2CH SWAP” niet kiezen wanneer “2CH A. DIRECT” is
geselecteerd (qg op pagina 26).
4 Regel de LEVEL parameters zo dat het
testtoonniveau van elke luidspreker in de
belangrijkste luisterpositie even hoog is.
Druk op LEVEL om de balans en het niveau van de
luidsprekers te regelen. Zie pagina 35 voor meer
details omtrent het LEVEL menu.
Tijdens het instellen produceert de betreffende
luidspreker de testtoon.
5 Druk nogmaals op TEST TONE om de testtoon af te
zetten.
Tip
U kunt het niveau van alle luidsprekers ineens regelen. Draai aan
MASTER VOLUME op het toestel of druk op MASTER VOL +/–
op de afstandsbediening.
Opmerking
• Tijdens het instellen verschijnt de instelwaarde in het
uitleesvenster.
• Hoewel deze instellingen ook kunnen worden verricht via het
frontpaneel met behulp van het LEVEL menu (wanneer de
testtoon wordt geproduceerd, schakelt de receiver automatisch
over naar het LEVEL menu), raden wij u aan de bovenstaande
procedure te volgen en de luidsprekerniveaus vanuit de
luisterpositie te regelen met behulp van de afstandsbediening.
22
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Er klinkt geen geluid, ongeacht welke
geluidsbron wordt gekozen.
, Controleer of de tuner/versterker en de
aangesloten apparatuur naar behoren zijn
ingeschakeld.
, Controleer of de geluidssterkte in het
uitleesvenster niet is ingesteld op VOLUME MIN
door aan MASTER VOLUME te draaien.
, Druk op de SPEAKERS toets wanneer SP. OFF
verschijnt in het uitleesvenster.
, Controleer of alle luidsprekersnoeren naar behoren
zijn aangesloten.
, Druk op de MUTING wanneer MUTING
verschijnt in het uitleesvenster.
, Controleer of er een hoofdtelefoon is aangesloten
op PHONES. Wanneer er een hoofdtelefoon is
aangesloten, komt er geen geluid uit de
luidsprekers.
, Controleer of de receiver niet in de
“Demonstratiestand” staat (zie pagina 16).
Een bepaalde geluidsbron is niet te horen.
, Controleer of het betreffende weergave-apparaat
naar behoren is aangesloten op de audio-
ingangsaansluitingen voor die geluidsbron.
, Controleer of de stekkers van het aansluitsnoer aan
beide zijden, op de tuner/versterker en het
weergave-apparaat zelf, stevig in de stekkerbussen
zijn gestoken.
Eén van de voorluidsprekers geeft geen geluid.
, Sluit een hoofdtelefoon aan op PHONES om na te
gaan of er geluid hoorbaar is via de hoofdtelefoon
(zie “wf SPEAKERS toets” en “PHONES
aansluiting” op pagina 27).
Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts
via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis
zijn met de aansluitingen van het weergave-
apparaat op de tuner/versterker. Controleer dan of
de stekkers van het aansluitsnoer aan beide zijden,
op de tuner/versterker en de geluidsbron zelf,
stevig in de stekkerbussen zijn gestoken.
Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid
geeft, kan er iets mis zijn met de aansluiting van de
niet werkende voorluidspreker op de tuner/
versterker. Controleer dan de aansluitingen van de
voorluidspreker die geen geluid geeft.
Doet zich een probleem voor dat hierboven niet vermeld
staat, zie dan het hoofdstuk “Verhelpen van storingen” op
blz. 54.
Controleren van de aansluitingen
Na het aansluiten van al uw audio/video-apparatuur op
de tuner/versterker volgt u de onderstaande
aanwijzingen om te controleren of alle aansluitingen in
orde zijn.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/versterker in te
schakelen.
2 Zet de aangesloten component aan (b.v. CD-speler
of cassettedeck).
3 Draai aan FUNCTION om een component
(programmabron) te kiezen en de weergave ervan
te starten.
4 Draai aan de MASTER VOLUME regelaar om de
geluidssterkte naar wens in te stellen.
Wanneer u na het volgen van deze procedure geen
normale weergave verkrijgt, zoek dan de oorzaak in de
volgende checklist en neem de nodige maatregelen om
het probleem op te lossen.
Alvorens uw tuner/versterker in gebruik te nemen
MASTER VOLUME
FUNCTION
1/u
? / 1
DISPLAY
DIMMER
MEMORY SHIFT PTY FM MODE FM/AM
PRESET/
PTY SELECT
TUNING
+
+
MULTI CHANNEL DECODING
A.F.D.
SOUND FIELD
MULTI /2CH A. DIRECT
DIGITAL CONCERT HALL
EQUALIZER
MUTING
INPUT MODE
MODE
FUNCTION
6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
AA
MODE 2CH
PHONES
SPEAKERS
EQ
SURR
LEVEL
SET UP
NAME
ENTER
BBC
MASTER VOLUME
+
23
NL
Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker
1 ?/1 aan/uit-schakelaar
Druk hierop om de tuner/versterker in te schakelen.
2 Aanduidingskeuzetoets (DISPLAY)
Druk meermalen op deze toets om de aanduidingen in
het uitleesvenster als volgt om te schakelen:
v
Zelf ingevoerde naam van de beeld/geluidsbron*
v
Eerst gekozen weergavebron
v
Klankbeeld dat vast is gekozen voor dit weergave-apparaat
Bij keuze van de tuner voor radio-ontvangst
v
Ingevoerde naam van de voorkeurzender* of vaste
zendernaam**
v
Afstemfrequentie
v
Programmatype-aanduiding**
v
Radiotekst**
v
Juiste tijd**
v
Klankbeeld dat vast is gekozen voor deze afstemband of
voorkeurzender
* De gekozen “index” naam verschijnt alleen als u zelf een naam voor
deze beeld/geluidsbron of voorkeurzender hebt ingevoerd (zie blz. 49).
De gekozen naam verschijnt niet als er alleen spaties zijn ingevoerd of
als de naam gelijk is aan die van de functietoets.
** Deze aanduidingen verschijnen alleen tijdens RDS ontvangst (Zie
blz. 46).
Bedienings-
organen en
basisbediening
van de tuner/
versterker
In dit hoofdstuk wordt de plaats en
functie van de toetsen en regelaars op
het voorpaneel beschreven, met een
uitleg van de voornaamste
bedieningshandelingen
van de tuner/versterker.
Bedieningsorganen op het
voorpaneel
24
NL
Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker
3 Uitleesvenster-verlichtingstoets (DIMMER)
Druk herhaaldelijk op DIMMER om de helderheid van
het uitleesvenster te regelen (5 stappen).
In de laagste stand zijn het uitleesvenster en de
blauwe LED gedoofd. Wanneer dan echter op een
willekeurige toets wordt gedrukt, licht het
uitleesvenster even maximaal op.
4 De volgende toetsen zijn voor de bediening van de
ingebouwde tuner. Zie voor nadere bijzonderheden
het hoofdstuk “Radio-ontvangst” vanaf blz. 42.
Voorkeurzender/programmatype-toestsen
(PRESET/PTY SELECT +/–)
Druk hierop om alle te ontvangen radiozenders te
doorzoeken. Met deze toets kiest u tevens de
programmatypen bij gebruik van de PTY afstemming.
Afstemtoetsen (TUNING +/–)
Voor het afstemmen via het doorzoeken van alle
beschikbare radiozenders.
Geheugentoets (MEMORY)
Druk hierop om een radiozender in het geheugen vast
te leggen als voorkeurzender.
Geheugengroep-keuzetoets (SHIFT)
Hiermee kiest u een groep voorkeurzenders in het
afstemgeheugen.
Programmatype-keuzetoets (PTY)
Druk hierop om radiozenders op te zoeken aan de
hand van het programmatype dat ze uitzenden. Deze
PTY toets werkt niet tijdens AM ontvangst.
FM stereo/mono-keuzetoets (FM MODE)
Als de aanduiding “STEREO” in het uitleesvenster
knippert en de FM stereo uitzending niet erg goed
klinkt, drukt u op deze toets. Dan zal er geen stereo-
effect meer zijn, maar de ontvangst zal beter klinken.
? / 1
DISPLAY
DIMMER
MEMORY SHIFT PTY FM MODE FM/AM
PRESET/
PTY SELECT
TUNING
+
+
MULTI CHANNEL DECODING
A.F.D.
SOUND FIELD
MULTI /2CH A. DIRECT
DIGITAL CONCERT HALL
EQUALIZER
MUTING
INPUT MODE
MODE
FUNCTION
6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
AA
MODE 2CH
PHONES
SPEAKERS
EQ
SURR
LEVEL
SET UP
NAME
ENTER
BBC
MASTER VOLUME
+
1
23 4
90
qa
7
5 6 8
Afstemband-keuzetoets (FM/AM)
Hiermee kiest u de FM of AM afstemband.
5 Meerkanaals-decodeerlampje (MULTI CHANNEL
DECODING)
Dit indicatorlampje licht op wanneer het apparaat
signalen in een meerkanaals-formaat aan het
decoderen is.
6 Gebruik de CINEMA STUDIO EX toetsen om te
genieten van CINEMA STUDIO EX geluidseffecten.
A/B/C toetsen
Indrukken om de klankbeelden CINEMA STUDIO EX
A, B of C in te stellen (blz 30).
7 Gebruik deze klankbeeldtoetsen (SOUND FIELD)
voor weergave met een akoestiekeffect. Zie voor
nadere bijzonderheden het hoofdstuk “Genieten van
Surround Sound akoestiek” vanaf blz. 28.
Decodeertoets/indicator (A.F.D.)
Druk deze toets in om de tuner/versterker
automatisch te laten waarnemen wat voor
geluidssignaal er binnenkomt en de vereiste
decodering toe te passen (indien nodig).
Klankbeeld-keuzetoetsen/indicator (MODE)
Druk hierop om het gewenste klankbeeld te gaan
kiezen (zie blz. 29).
Stereo-weergavetoets/indicator (2CH)
Druk hierop om alleen geluid te horen via de linker en
rechter voorluidsprekers.
Bedieningsorganen op het voorpaneel
25
NL
Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker
8 Totaalvolumeregelaar (MASTER VOLUME)
Na instellen op de gewenste geluidsbron draait u aan
deze knop om de geluidssterkte naar wens in te
stellen.
9 Functiekeuzeknop (FUNCTION)
Draai hieraan om in te stellen op het apparaat dat u
wilt gebruiken.
Voor keuze van de Draaien voor weergave
Videorecorder VIDEO 1 of VIDEO 2
DVD videospeler of DVD/LD
laserdisc-speler
TV of satelliet-ontvanger TV/SAT
Minidisc-recorder of MD/TAPE
cassettedeck
Compact disc speler of CD/SACD
SACD-speler
Ingebouwde tuner TUNER
Platenspeler PHONO
Na het kiezen van het weergave-apparaat schakelt u dat
apparaat in en start u de weergave van de geluidsbron.
• Na het kiezen van een videorecorder, DVD videospeler of
laserdisc-speler schakelt u ook het TV-toestel in en stelt u
dit in op weergave van de gekozen component/beeldbron.
Beeld/geluidsbron-keuzetoets (MODE)
Druk hierop om naast de gekozen weergavebron een
aanvullende beeld/geluidsbron te kiezen.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de
aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Standaard aanduidingen
Druk op de MODE toets En draai aan de FUNCTION
om in te stellen op knop voor keuze van
V:XXX Een beeldbron voor weergave in
combinatie met de eerder
gekozen geluidsbron
A:XXX Een geluidsbron voor weergave
in combinatie met de eerder
gekozen beeldbron
q; Ingangssignaal-keuzetoets (INPUT MODE)
Druk op INPUT MODE om de ingangsstand voor uw
digitale componenten te kiezen. Bij elke druk op de
toets verandert de ingangsstand van de geselecteerde
component.
Kies de stand Om
AUTO 2CH Geef voorrang aan analoge
audiosignalen via de AUDIO IN
(L/R) aansluitingen wanneer er
geen digitale signalen zijn.
COAXIAL FIXED Digitale audiosignalen worden
ingevoerd via de DIGITAL
COAXIAL ingangsaansluitingen.
OPTICAL FIXED Digitale audiosignalen worden
ingevoerd via de DIGITAL
OPTICAL ingangsaansluitingen
ANALOG 2CH FIXED Analoge audiosignalen worden
ingevoerd via de AUDIO IN (L/
R) aansluitingen.
Wanneer MULTI CH aan een bepaalde functie wordt
toegekend via het SET UP menu (pagina 51),
verschijnen “AUTO MULTI CH” en “MULTI CH
FIXED” in plaats van “AUTO 2CH” en ”ANALOG
2CH FIXED”.
Kies de stand Om
AUTO MULTI CH Geef voorrang aan analoge
audiosignalen via de MULTI CH
IN aansluitingen wanneer er
geen digitale signalen zijn.
MULTI CH FIXED Analoge audiosignalen worden
ingevoerd via de MULTI CH IN
aansluitingen.
qa Geluiddempingstoets (MUTING)
Druk hierop om de geluidsweergave te dempen.
MUTING verschijnt in het uitleesvenster wanneer het
geluid is onderdrukt.
t V:XXX t A:XXX
Eerst gekozen weergavebron T
26
NL
Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker
qs 6.1 CH DECODING-keuzetoets
Druk op 6.1 CH DECODING om de 6.1-kanaals
matrixparameter in het SET UP menu te regelen
(pagina 51).
Deze functie werkt alleen voor het multikanaalsformaat
[3/2].
Deze functie werkt met de volgende geluidsvelden.
A.F.D.*
NORMAL SURROUND
CINEMA STUDIO EX A-C
SEMI CINEMA STUDIO EX A-C
NIGHT THEATER
MONO MOVIE
STEREO MOVIE
V. MULTI DIMENSION
VIRTUAL MULTI REAR
V. SEMI M. DIMENSION
VIRTUAL ENHANCED A, B
* Alleen op de “AUTO”.
Betreffende “VIRTUAL MATRIX 6.1” weergave
Hoewel deze receiver is uitgerust met een 5.1-
kanaalsversterker, kan toch het 6.1-kanaals surroundgeluid
van 6.1-kanaalsbronnen worden weergegeven (pagina 29).
Voor een efficiënte “VIRTUAL MATRIX 6.1” weergave moet
u de 6.1CH DECODING functie gebruiken wanneer u
“CINEMA STUDIO EX A-C” of “SEMI CINEMA STUDIO EX
A-C” kiest. De geluidskarakteristieken van CINEMA
STUDIO en 3D sound imaging creëren een virtuele surround
achterluidspreker, zodat u een surround effect als in een
echte bioscoop verkrijgt. U kunt AUTO/ON/OFF kiezen met
de 6.1CH DECODING toets (pagina 51).
qd Grafiek-toonregeling aan/uit-toets (EQUALIZER)
Druk hierop om de equalizer toonregeling in of uit te
schakelen. Bij inschakelen van de equalizer licht in het
uitleesvenster de aanduiding EQ op. Als u de klankkleur
vast hebt bijgeregeld met de EQ parameters (zie blz. 36)
en de cursortoetsen, zal het geluid worden weergegeven
met de vastgelegde klankkleur-instellingen, telkens
wanneer u de equalizer toonregeling inschakelt.
• De equalizer is niet compatibel met 96kHz digitale
audiosignalen en via MULTI CH IN in of 2CH ANALOG
DIRECT.
qf DIGITAL CONCERT HALL toetsen
Gebruik de DIGITAL CONCERT HALL toetsen om te
genieten van DIGITAL CONCERT HALL geluidseffecten.
A/B toetsen
Indrukken om de klankbeelden DIGITAL CONCERT
HALL A of B in te stellen (blz 30).
qg MULTI/2CH A. DIRECT
Druk op MULTI/2CH A. DIRECT om de geluidsbron
te beluisteren die is aangesloten op MULTI CH IN of
de analoge 2-kanaalsingangen. In de stand 2CH
ANALOG DIRECT kunnen alleen geluidssterkte en
voorluidsprekerbalans worden geregeld. In de stand
MULTI DIRECT kunt u de balans en de geluidssterkte
van alle luidsprekers regelen. Wanneer deze functie is
aangeschakeld, staan de surroundeffecten af.
Kies de stand Om
MULTI Beluister de audiobron die is
aangesloten op MULTI CH IN. De
MULTI CH IN indicator licht op in
het uitleesvenster. Deze stand is
geschikt voor analoge bronnen van
hoge kwaliteit.
2CH A. DIRECT Beluister de audiobron die is
aangesloten op analoge 2-
kanaalsingangen. Deze stand is
geschikt voor analoge bronnen van
hoge kwaliteit.
Bedieningsorganen op het voorpaneel
? / 1
DISPLAY
DIMMER
MEMORY SHIFT PTY FM MODE FM/AM
PRESET/
PTY SELECT
TUNING
+
+
MULTI CHANNEL DECODING
A.F.D.
SOUND FIELD
MULTI /2CH A. DIRECT
DIGITAL CONCERT HALL
EQUALIZER
MUTING
INPUT MODE
MODE
FUNCTION
6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
AA
MODE 2CH
PHONES
SPEAKERS
EQ
SURR
LEVEL
SET UP
NAME
ENTER
BBC
MASTER VOLUME
+
qk
wf
ql
w;
wd waws
qdqfqg
qs
qhqj
27
NL
Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker
qh Insteltoets (SET UP)
Druk hierop om de voorbereidingsstand in te
schakelen en druk dan op de cursortoetsen (w;) om in
te stellen op een van de onderstaande
voorbereidingsfuncties te kiezen. Vervolgens maakt u
de gewenste instellingen met de instelknop (ql). Voor
details, zie “Instellingen met de SET UP toets” vanaf
pagina 51.
qj Naamgevingstoets (NAME)
Druk hierop om de naamgevingsfunctie in te
schakelen en namen in te voeren voor de
voorkeurzenders en andere weergavebronnen (zie blz.
49).
qk Invoertoets (ENTER)
Druk hierop om de gekozen lettertekens vast te leggen
bij naamgeving van de voorkeurzenders en andere
weergavebronnen.
ql Instelknop
Draai hieraan om de gekozen luidsprekerniveau-,
akoestiek- of equalizerparameter (enz.) naar wens in te
stellen.
w; Cursortoetsen (
/ )
Druk hierop om de diverse luidsprekerniveau-,
akoestiek- en equalizerparameters (enz.) te kiezen.
wa Equalizermenu-keuzetoets (EQ)
Druk hierop voor keuze van de equalizerparameters
(zie blz. 36). De indicator van de toets licht op en dan
kunt u de verschillende equalizerparameters gaan
instellen.
ws Akoestiekmenu-keuzetoets (SURR)
Druk hierop voor keuze van de akoestiekparameters
(zie blz. 34). De indicator van de toets licht op en dan
kunt u de verschillende akoestiekparameters
(effectniveau, wandbekleding e.d.) gaan instellen.
wd Luidsprekermenu-keuzetoets (LEVEL)
Druk hierop voor keuze van de luidsprekerniveau-
parameters (zie blz. 35). De indicator van de toets licht
op en dan kunt u de verschillende luidsprekerniveau-
parameters (voorbalans, surroundbalans e.d.) gaan
instellen.
wf SPEAKERS-keuzetoets
Zet de SPEAKERS op ON. Druk nogmaals op OFF.
Hoofdtelefoon-aansluiting (PHONES)
Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten.
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, produceren de
luidsprekers en ”SP geen geluid. OFF” licht op in het
display.
28
NL
Genieten van
Surround
Sound
akoestiek
Dit hoofdstuk geeft aan hoe u de
tuner/versterker kunt instellen voor
geluidsweergave met
akoestiekeffecten en vaste
klankbeelden. Hiermee kunt u
genieten van meerkanaals Surround
Sound bij het afspelen van Dolby
Digital of DTS videomateriaal.
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg een van de
voorgeprogrammeerde “klankbeelden” te kiezen die de
tuner/versterker biedt. Zo kunt u uw luisterkamer laten
klinken als een bioscoopzaal of een concertzaal. U kunt de
klankbeelden ook naar eigen inzicht aanpassen door de
diverse akoestiekparameters bij te stellen.
Deze tuner/versterker beschikt over een aantal
verschillende klankbeeldfuncties.
De “cinema” klankbeelden zijn bedoeld voor de weergave
van video- of filmgeluid (van DVD discs of laserdiscs)
met meerkanaals-geluidssporen of Dolby Pro Logic
geluid. Naast het decoderen van de diverse kanalen,
bieden enkele van deze klankbeelden ook
akoestiekeffecten zoals u die in de bioscoop kunt horen.
De “virtuele” klankbeelden bieden enkele
indrukwekkende toepassingen van de Sony Digital
Cinema Sound technologie voor digitale
signaalverwerking. Deze kunnen het geluid weg
verplaatsen van de feitelijke luidspreker-opstelling om de
aanwezigheid van een aantal “virtuele” luidsprekers te
simuleren.
De klankbeelden voor muziek (enz.) zijn bedoeld voor
weergave van gewone muziekbronnen en TV-
uitzendingen. Hierbij wordt er aan het signaal van de
geluidsbron een nagalm toegevoegd om het ruimtelijk
effect van een concertzaal of een stadion (enz.) te
simuleren. Gebruik deze klankbeelden voor de weergave
van gewone stereo geluidsbronnen zoals muziek-CD’s of
stereo radio-uitzendingen van muziek of
sportevenementen e.d.
Zie voor nadere bijzonderheden over de diverse
klankbeelden de beschrijving op blz. 30 t/m 31.
A.F.D. decodering
Dit “Auto Format Decoding” klankbeeld presenteert het
geluid precies zo als het is gecodeerd, zonder enige
bijregeling, nagalm e.d.
DCS (Digital Cinema Sound)
Geluidsvelden met het merkteken DCS werken met DCS-
technologie. Wanneer deze geluidsvelden zijn
geselecteerd, licht “Digital Cinema Sound” in het
uitleesvenster op.
DCS is de conceptnaam van de surroundtechnologie voor
huisbioscoopsystemen ontwikkeld door Sony. DCS maakt
gebruik van DSP (Digital Signal Processor) technologie
om de geluidskarakteristieken van de montagestudio in
Hollywood exact weer te geven.
Voor een optimaal gebruik van de Surround
akoestiekfuncties zult u het aantal en de opstelling van
uw luidsprekers in de tuner/versterker moeten
vastleggen. Zie het hoofdstuk “Opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek” vanaf blz. 17 voor
de nodige instellingen van de luidspreker-parameters
om ten volle te kunnen genieten van de Surround Sound
akoestiek.
29
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
? / 1
DISPLAY
DIMMER
MEMORY SHIFT PTY FM MODE FM/AM
PRESET/
PTY SELECT
TUNING
+
+
MULTI CHANNEL DECODING
A.F.D.
SOUND FIELD
MULTI /2CH A. DIRECT
DIGITAL CONCERT HALL
EQUALIZER
MUTING
INPUT MODE
MODE
FUNCTION
6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
AA
MODE 2CH
PHONES
SPEAKERS
EQ
SURR
LEVEL
SET UP
NAME
ENTER
BBC
MASTER VOLUME
+
EQUALIZER
MULTI/2CH
A. DIRECT
CINEMA
STUDIO EX
DIGITAL
CONCERT
HALL
LEVEL
SURR
EQ
Kiezen van een klankbeeld
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg uit de
voorgeprogrammeerde klankbeelden datgene te kiezen
dat het best past bij de geluidsbron die u wilt horen.
1 Druk op de SOUND FIELD MODE toets.
Het laatst gekozen klankbeeld wordt in het
uitleesvenster aangegeven.
2 Draai aan de instelknop of druk op een cursortoets
(
of ) om het gewenste klankbeeld te kiezen.
Zie pagina 30-31 voor informatie over elk geluidsveld.
Uitschakelen van het klankbeeld
Druk op de A.F.D., 2CH-toets of de MULTI/2CH A.
DIRECT weergavetoets (zie blz. 31).
Tip
Wanneer geluidssignalen met een bemonsteringsfrequentie van
96 kHz worden ingevoerd, worden de geluidssignalen
automatisch uitgevoerd in stereo en staat het geluidsveld af.
z
Aan de verpakking kunt u zien met welk akoestieksysteem
het beeldmateriaal op een videodisc e.d. is opgenomen.
Alle officiële Dolby Digital discs zijn voorzien van het
beeldmerk en Dolby Surround discs zijn voorzien van het
A beeldmerk.
z
6.1-kanaals matrixdecodering
Bij sommige films die na de zomer van 1999 werden uitgebracht,
is een extra kanaal toegevoegd aan het bestaande 5.1-
kanaalssysteem. Dit nieuwe kanaal werkt met luidsprekers achter
de luisterpositie. In de bioscoop worden bevinden deze
luidsprekers zich op de achterwand, aan weerskanten van het
venster van de projectiekamer.
Het 6.1-kanaalssysteem in bioscopen heet Dolby Surround EX.
Voor videofilms worden deze 6.1 kanaal met behulp van
matrixcodering omgezet in 5.1 kanalen, en zijn er evenveel
kanalen als bij Dolby Digital en DTS. Opnames op DVD werken
met evenveel signalen.
Veel bioscopen projecteren films met matrixgecodeerde
5.1-kanaalsignalen en dat klinkt onnatuurlijk. Wanneer echter
gebruik wordt gemaakt van een matrixdecoder om surround
middenluidsprekersignalen te produceren, wordt hetzelfde 6.1-
kanaalsgeluid gesimuleerd als met Dolby Surround in de
bioscoop.
Dit toestel is uitgerust met een matrixdecoder voor 6.1-
kanaalsgeluidsweergave. Dankzij Virtual 3D-technologie kunnen
de surround achtersignalen zelfs zonder surround
achterluidsprekers worden geproduceerd. Wanneer geen
middenluidspreker wordt gebruikt, kan dit kanaal worden benut
om surround achtersignalen te produceren.
Bij 6.1 CH DECODING worden luidsprekers op de achter- en
zijwanden in de bioscoop gesimuleerd. Ook reflectie en nagalm
worden gesimuleerd, zodat u kunt genieten van hetzelfde
fantastische geluid als in een bioscoop met Dolby Surround EX.
Kort overzicht van de toetsen die u
gebruikt voor de klankbeeld-akoestiek
Luidsprekermenu-keuzetoets (LEVEL): Druk hierop om
de niveauparameters te personaliseren.
Akoestiekmenu-keuzetoets (SURR): Druk hierop om de
akoestiek-parameters in het huidige klankbeeld naar
wens aan te passen.
EQ toets: Indrukken om de equalizerparameters in het
huidige geluidsveld te personaliseren.
Cursortoetsen (
/ ): Druk hierop om de gewenste
parameters te kiezen na indrukken van de LEVEL, SURR,
EQ of SET UP toets.
Instelknop: Draai hieraan om de gekozen parameter in te
stellen of het gewenste klankbeeld te kiezen (enz.).
Klankbeeldtoetsen (SOUND FIELD)
Decodeertoets (A.F.D.): Druk deze toets in om de
tuner/versterker automatisch te laten waarnemen
wat voor geluidssignaal er binnenkomt en de
vereiste decodering toe te passen (indien nodig).
Klankbeeld-keuzetoets (MODE): Druk hierop om
de klankbeeld-keuzestand in te schakelen.
Stereo-weergavetoets (2CH): Druk hierop om
alleen geluid te horen via de linker en rechter
voorluidsprekers.
Grafiek-toonregeltoets (EQUALIZER): Voor in- en
uitschakelen van de equalizer grafiek-toonregeling.
Filmstudio-klankbeeldtoetsen (CINEMA STUDIO EX:
Druk hierop om een CINEMA STUDIO EX A ~ C
klankbeeld te kiezen.
MULTI/2CH A. DIRECT-toets: Druk hierop om een analoge
geluidsbron te beluisteren zonder digitale bijregeling. Bij
indrukken hiervan worden de equalizer, basversterking,
klankbeelden (enz.) alle uitgeschakeld.
DIGITAL CONCERT HALL toetsen: Druk hierop om een
DIGITAL CONCERT HALL A ~ B klankbeeld te kiezen.
Cursortoetsen
Instelknop
Klankbeeldtoetsen
30
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
Informatie over klankbeelden
x NORMAL SURROUND
Geluidsmateriaal met meerkanaals akoestieksignalen
wordt weergegeven zoals het is opgenomen.
Standaard tweekanaals geluid wordt gedecodeerd
volgens het Dolby Pro Logic systeem om er een
akoestiekeffect aan toe te voegen.
x CINEMA STUDIO EX A–C
1)2)
DCS
Maakt gebruik van driedimensionale geluidsbewerking
van V. MULTI DIMENSION om op basis van één enkele
set surroundluidsprekers 5 sets virtuele luidsprekers te
creëren die de luisteraar omringen.
U kunt 6.1-kanaals surround geluid weergeven door een
virtuele surround achterluidspreker te creëren met de
“VIRTUAL MATRIX 6.1” weergavefunctie (qs op pagina
26).
CINEMA STUDIO EX A reproduceert de
geluidskarakteristiek van de klassieke montagestudio
van Sony Pictures Entertainment.
CINEMA STUDIO EX B reproduceert de
geluidskarakteristieken van de mengstudio van Sony
Pictures Entertainment, momenteel één van de meest
geavanceerde in Hollywood.
CINEMA STUDIO EX C reproduceert de
geluidskarakteristiek van de BGM-opnamestudio van
Sony Pictures Entertainment.
x SEMI CINEMA STUDIO EX A–C
1)
DCS
Maakt gebruik van driedimensionale geluidsbewerking
van V. SEMI M. DIMENSION om op basis van het geluid
van de voorluidsprekers (zonder surroundluidsprekers) 5
sets virtuele luidsprekers te creëren die de luisteraar
omringen.
U kunt 6.1-kanaals surround geluid weergeven door een
virtuele surround achterluidspreker te creëren met de
“VIRTUAL MATRIX 6.1” weergavefunctie (qs op pagina
26).
SEMI CINEMA STUDIO EX A reproduceert de
geluidskarakteristiek van de klassieke montagestudio
van Sony Pictures Entertainment.
SEMI CINEMA STUDIO EX B reproduceert de
geluidskarakteristieken van de mengstudio van Sony
Pictures Entertainment, momenteel één van de meest
geavanceerde in Hollywood.
SEMI CINEMA STUDIO EX C reproduceert de
geluidskarakteristiek van de BGM-opnamestudio van
Sony Pictures Entertainment.
x NIGHT THEATER
Geeft een intieme bioscoop-akoestiek bij het kijken naar
een speelfilm ‘s avonds laat, met het geluid zacht
ingesteld.
x MONO MOVIE
Voegt een bioscoop-akoestiek toe aan oude films met een
mono geluidsspoor.
x STEREO MOVIE
Voegt een bioscoop-akoestiek toe aan films met een stereo
geluidsspoor.
x V. MULTI DIMENSION
1)
(Virtuele luidsprekers
rondom)
DCS
Creëert met 3D geluidsverwerking een heel stel “virtuele
surroundluidsprekers” boven normale luisterhoogte, op
basis van slechts twee werkelijke surroundluidsprekers.
Dit klankbeeld omvat 5 paar virtuele luidsprekers
rondom en in een hoek van ongeveer 30° boven de
luisteraar.
x VIRTUAL MULTI REAR
1)
(Virtuele luidsprekers
achter)
DCS
Creëert met 3D geluidsverwerking wel 3 stel “virtuele
surroundluidsprekers” met maar 1 stel werkelijke
surroundluidsprekers.
x V. SEMI M. DIMENSION
1)
(Virtuele luidsprekers
rondom gesimuleerd)
DCS
Creëert met 3D geluidsverwerking een aantal virtuele
surroundluidsprekers uit het geluid van de voorkanalen,
zonder werkelijke surroundluidsprekers te gebruiken. Dit
klankbeeld omvat 5 paar virtuele luidsprekers rondom en
in een hoek van ongeveer 30° boven de luisteraar.
x VIRTUAL ENHANCED A
1)
(Virtuele luidsprekers
rondom gesimuleerd A)
DCS
Creëert met 3D geluidsverwerking drie paar virtuele
surroundluidsprekers uit het geluid van de voorkanalen,
zonder werkelijke surroundluidsprekers te gebruiken.
x VIRTUAL ENHANCED B
1)
(Virtuele luidsprekers
achter gesimuleerd B)
DCS
Creëert met 3D geluidsverwerking een enkel paar virtuele
surroundluidsprekers uit het geluid van de voorkanalen,
zonder werkelijke surroundluidsprekers te gebruiken.
x DIGITAL CONCERT HALL A, B
2)
Reproduceert de akoestiek van een concertzaal met
behulp van een multiluidsprekersysteem en 3-
dimensionale geluidsbewerking voor software met 2-
kanaalssignalen zoals bijvoorbeeld CD’s.
DIGITAL CONCERT HALL A reproduceert de
akoestiek van het CONCERTGEBOUW in Amsterdam,
dat befaamd is voor zijn ruim klankspectrum wegens
de specifieke reflectie.
DIGITAL CONCERT HALL B reproduceert de akoestiek
van het MUSIKVEREIN in Wenen, dat befaamd is voor
zijn zaalresonantie en uniek nagalmeffect.
x CHURCH
Geeft de akoestiek van een stenen kerkgewelf.
x OPERA HOUSE
Geeft de akoestiek van een operazaal.
Kiezen van een klankbeeld
31
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
x JAZZ CLUB
Geeft de akoestiek van een jazz-club.
x DISCO/CLUB
Geeft de akoestiek van een discotheek/danszaal.
x LIVE HOUSE
Geeft de akoestiek van een muziektheater met 300
zitplaatsen.
x ARENA
Geeft de akoestiek van een concertzaal met 1000
zitplaatsen.
x STADIUM
Geeft de sfeer van een live-concert in een openlucht-
stadion.
x GAME
Geeft de meest treffende geluids- en akoestiekeffecten van
videospelletjes.
Wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten, kunt u alleen
de volgende geluidsvelden selecteren:
x HEADPHONE (2CH)
Weergave via 2 kanalen (stereo).
Het geluid van standaard tweekanaals (stereo) bronnen
wordt helemaal niet bewerkt. Meerkanaals surround
formaten worden gemengd tot twee kanalen.
x HEADPHONE (DIRECT)
Analoge signalen worden weergegeven zonder digitale
verwerking door de equalizer, geluidsveld, enz.
x HEADPHONE THEATER
Biedt het ruimtelijk klankbeeld van een theaterzaal bij het
luisteren via een gewone hoofdtelefoon.
1)
“VIRTUAL” klankbeeld: Klankbeeld met gesimuleerde extra
luidsprekers.
Als u echter in het SURROUND akoestiekmenu de “VIR.
SPEAKERS” parameter uitschakelt bij gebruik van de
“CINEMA STUDIO EX A~C” of SEMI CINEMA STUDIO EX
A~C” klankbeelden, zal de akoestiek van elk van deze
filmstudio’s worden weergegeven zonder de aanwezigheid van
“virtuele” luidsprekers te simuleren.
2)
Dit klankbeeld kunt u direct kiezen met de betreffende toets op
het voorpaneel.
Opmerkingen
• De effecten van de gesimuleerde virtuele luidsprekers kunnen
soms bijgeluiden in de weergave veroorzaken.
• Bij weergave van klankbeelden met gesimuleerde virtuele
luidsprekers zal er geen direct geluid van de
surroundluidsprekers te horen zijn.
Gebruik de toetsen op het voorpaneel om de volgende
weergavefuncties in te schakelen.
A.F.D. (Automatische formaatdecodering)
Neemt automatisch waar welk soort geluidssignaal er
binnenkomt (Dolby Digital, DTS, Dolby Pro Logic of
standaard 2-kanaals stereo) en zorgt voor een juiste
decodering waar nodig. Deze functie neemt het
geluidsspoor zoals het is opgenomen/gecodeerd, en
presenteert het zonder enige bijregeling, nagalm of
effecten.
2CH (2-kanaals)
Hierbij wordt het geluid alleen weergegeven door de
linker en rechter voorluidsprekers. Gewoon twee-kanaals
stereo geluid wordt weergegeven zonder door de
klankbeeld-circuits te passeren. Meerkanaals-geluid
wordt ook samengemengd tot gewone stereo weergave.
MULTI/2CH A. DIRECT (Multi/2 CH Analog Direct)
Analoge ingangssignalen worden niet digitaal verwerkt.
Dit is ideaal voor analoge bronnen van hoge kwaliteit. In
de stand 2CH A. DIRECT kunnen alleen geluidssterkte en
voorluidsprekerbalans worden geregeld. In de stand
MULTI DIRECT kunt u de balans en de geluidssterkte van
alle luidsprekers regelen. Wanneer deze functie is
aangeschakeld, staan equalizer, geluidsveld enz. af.
Opmerking
Bij instellen op de 2 CHANNEL tweekanaals-weergave zal de
lagetonenluidspreker geen geluid weergeven. Om gewoon twee-
kanaals stereo geluid weer te geven via de linker en rechter
voorluidsprekers plus een lagetonenluidspreker, gebruikt u de
AUTO FORMAT DECODING functie.
32
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
Uitleg van de meerkanaals-akoestiekaanduidingen
1 OPT
Deze aanduiding licht op bij weergave van een
digitaal signaal dat binnenkomt via de OPTICAL
aansluiting.
2 COAX
Deze aanduiding licht op bij weergave van een
digitaal signaal dat binnenkomt via de COAXIAL
aansluiting.
3 MULTI CH IN
Licht op wanneer MULTI CH IN is gekozen.
4 MPEG
Licht op wanneer MPEG-signalen binnenkomen.
Opmerking
Alleen de 2 voorkanalen zijn compatibel met MPEG.
Multikanaals surround sound wordt gemengd en uitgevoerd
via de 2 voorkanalen.
5 ; DIGITAL
Deze indicator licht op wanneer de receiver signalen
decodeert die zijn opgenomen in Dolby Digital
formaat.
6 PRO LOGIC
Deze aanduiding licht op wanneer het apparaat een
twee-kanaals signaal verwerkt met Pro Logic
technieken om zo een middenkanaal en akoestiek-
achterkanalen samen te stellen.*
* Deze indicator licht echter niet op als de midden- en
surroundluidsprekers zijn ingesteld op “NO” of de SPEAKER
toets op “OFF” staat en het A.F.D. of NORMAL SURROUND
geluidsveld is geselecteerd.
Opmerking
Pro Logic decodering werkt niet met MPEG signalen.
7
L.F.E.
Licht op bij weergave van een disc met LFE (Low
Frequency Effect) kanaal. Wanneer het geluid van het
LFE kanaal ook daadwerkelijk wordt weergegeven,
lichten de balkjes onder de letters op om het
geluidsniveau aan te geven. Aangezien het LFE
signaal meestal niet voortdurend aanwezig is, kunnen
de niveaubalkjes tijdens weergave sterk fluctueren (en
soms geheel doven).
8 SW
Licht op wanneer subwooferkeuze op “YES” (pagina
18) staat en het audiosignaal wordt uitgevoerd via de
SUB WOOFER aansluiting(en).
9 Weergavekanaal-aanduidingen
Aan de oplichtende letters kunt u zien welke
geluidskanalen er worden weergegeven. De kadertjes
rond de letters geven aan hoe de receiver het
brongeluid mengt (op basis van de
luidsprekerinstelling). Bij geluidsvelden als “DIGITAL
CONCERT HALL” voegt de receiver nagalm toe aan
het brongeluid.
L: Linksvoor R: Rechtsvoor
C: Midden (mono) SL: Linksachter
SR: Rechtsachter
S: Surroundluidsprekers (mono of alleen de
achterweergave na Pro Logic verwerking)
SB: Surround Back (surround achtercomponenten
verkregen door 6.1-matrixdecodering)
Voorbeeld:
Opnameformaat (voor/surround): 3/2
Uitgangskanaal: Geen surroundluidsprekers
Geluidsveld: A.F.D.
PRO LOGIC
EQD.RANGE
OPTCOAXMULTI CH IN
SP.OFF
SLEEP
STEREO MONO
SL
LC
SSB
SR
R
L.F.E.
RDS
DTS MPEG
a
1 2 3 5 7 84 6
MEMORY
9
DIGITAL
a
SW
SL
LC
SR
R
33
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
PRO LOGIC
EQD.RANGE
OPTCOAXMULTI CH IN
SP.OFF
SLEEP
STEREO MONO
SL
LC
SSB
SR
R
L.F.E.
RDS
DTS MPEG
a
MEMORY
DIGITAL
a
SW
qfqh
qs qaqd
qg
q;
q; Afstemaanduidingen
Deze aanduidingen lichten op bij gebruik van de tuner
voor het afstemmen op radiozenders e.d.
Zie blz. 42 t/m 47 voor de bediening van de tuner
voor radio-ontvangst.
qa SLEEP
Licht op wanneer de sleep timer is geactiveerd.
qs EQ
Licht op wanneer de equalizer werkt.
qd D. RANGE
Deze aanduiding licht op wanneer de
compressiefunctie voor het dynamisch bereik is
ingeschakeld. Zie blz. 35 voor het instellen van de
dynamiek-compressie.
qf DTS
Deze aanduiding licht op wanneer er DTS signalen
binnenkomen.
Opmerking
Voor weergave van een DTS-formaat disc moet u digitale
verbindingen gemaakt hebben en mag de INPUT MODE
toets NIET in de ANALOG stand staan (zie q; op blz. 25).
qg SP. OFF
Licht op wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten of
de SPEAKERS toets op OFF staat.
qh ;
Deze aanduiding licht op wanneer er Dolby Digital
signalen binnenkomen.
34
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
Bijregelen van de klankbeelden
Door de surroundparameters en de equalizing van de
voor-, midden-, surround- en surround
achterluidsprekers te regelen, kunt u de geluidsvelden
afstemmen op de specifieke luisteromgeving.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de
nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven. Om
een bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u
enkel de gewenste veranderingen aan te brengen.
Zie het overzicht op blz. 37 – 41 voor de parameters
waarmee u een bepaald klankbeeld kunt bijregelen.
Voor de beste weergave van meerkanaals
Surround Sound
Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en volg de
aanwijzingen onder “Opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek” vanaf blz. 17 alvorens u een
klankbeeld gaat aanpassen.
Aanpassen van de akoestiekparameters
Het SURR menu biedt een aantal parameters waarmee u
allerlei verschillende aspecten van het gekozen
klankbeeld kunt aanpassen. De instellingen die u in dit
menu kiest worden voor elk klankbeeld afzonderlijk
vastgelegd.
1 Start de weergave van een geluidsbron die is
gecodeerd met een meerkanaals Surround
geluidsspoor.
2 Druk op de SURR toets.
De toets licht op en de eerste parameter wordt
aangegeven.
3 Druk op de cursortoetsen ( of ) om in te stellen
op de parameter die u wilt bijregelen.
4 Draai aan de instelknop om de gewenste stand te
kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd.
Pro Logic (PRO LOGIC)
Oorspronkelijke instelling: AUTO
Hiermee kan de Pro Logic decodeerinstelling worden
gespecifieerd.
In de stand “AUTO” verricht de receiver PRO LOGIC
decodering alleen met de Dolby surround-gecodeerde
flag ON of indien Pro Logic-decodering een beter
geluidsveld oplevert.
In de stand “ON” verricht de receiver PRO LOGIC
decodering van surroundsignalen zonder rekening te
houden met de Dolby surround-gedecodeerde flag.
In de stand “OFF” verricht de receiver geen PRO
LOGIC-decodering.
Opmerking
Pro Logic decodering werkt niet met MPEG signalen.
Effectniveau (EFFECT)
Oorspronkelijke instelling: (afhankelijk van het
klankbeeld)
Hiermee kunt u de “présence” van het huidige
surroundeffect regelen.
Wandbekleding (WALL S_I_H)
Oorspronkelijke instelling: gemiddeld
Hiermee kunt u het niveau van de hoge frequenties
regelen om de akoestiek van uw luisteromgeving te
wijzigen door een zachtere (S) of hardere (H) muur te
simuleren. De gemiddelde stand geldt voor een standaard
halfharde wand (van hout).
Weerkaatsing (REVERB S_I_L)
Oorspronkelijke instelling: gemiddeld
Hiermee kunt u de snelle reflecties regelen om een grote
(L) of kleine (S) ruimte te simuleren. De gemiddelde stand
geeft een standaard ruimte, zonder bijregeling.
Voor-nagalm (FRONT REVERB)
Oorspronkelijke instelling: STD
Deze parameter is beschikbaar wanneer “DIGITAL
CONCERT HALL A, B” is gekozen. Met deze parameter
kunt u een hoeveelheid nagalm toevoegen aan de
voorsignalen, afhankelijk van het originele nagalmeffect.
Kies “WET” om de voor-nagalm te versterken.
• Kies “DRY” om de voor-nagalm te verzwakken.
Schermdiepte (SCREEN DEPTH)
Oorspronkelijke instelling: MID
In een bioscoop wordt de indruk gewekt alsof het geluid
direct komt vanaf de beelden die op het scherm
verschijnen. Met deze parameter kunt u in uw
luisterkamer hetzelfde effect bereiken door het geluid van
de voorluidsprekers te verschuiven tot “binnenin” het
scherm. De “DEEP” stand geeft het beeldscherm-geluid
de grootste diepte.
35
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
Virtuele luidsprekers (VIR. SPEAKERS)
Oorspronkelijke instelling: ON
Hiermee kunt u de virtuele luidsprekers die worden
gesimuleerd bij de CINEMA STUDIO EX A, B, C en SEMI
CINEMA STUDIO EX A, B, C klankbeelden aan en uit
zetten.
Bijregelen van de luidspreker-instelparameters
Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een aantal
parameters waarmee u de balans en de geluidssterkte van
elke luidspreker naar wens kunt instellen. De instellingen
die u in dit menu maakt, zijn van toepassing op alle
klankbeelden.
1 Start de weergave van een geluidsbron die is
gecodeerd met een meerkanaals Surround
geluidsspoor.
2 Druk op de LEVEL toets.
De toets licht op en de eerste parameter wordt
aangegeven.
3 Druk op de cursortoetsen ( of ) om in te stellen
op de parameter die u wilt bijregelen.
4 Draai aan de instelknop om de gewenste stand te
kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd.
Voorluidspreker-balans (FRONT L_I_R)
Oorspronkelijke instelling: midden
Hiermee kunt u de onderlinge geluidsbalans van de
linker en rechter luidsprekers naar wens bijregelen.
Balans van de surroundluidsprekers (SURROUND
L_I_R)
Oorspronkelijke instelling: midden
Hiermee kunt u de balans van de linker en rechter
surroundluidsprekers bijregelen.
Niveau van de middenluidspreker (CENTER LEVEL
XXX dB)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee kunt u de geluidssterkte van de
middenluidspreker instellen.
Niveau van de surroundluidsprekers (SURROUND
LEVEL XXX dB)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee kunt u de geluidssterkte van beide
surroundluidsprekers (links en rechts) instellen.
Surround back-niveau (SURR BACK LEVEL XXX dB)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee kan het niveau van de surround
achterluidspreker worden geregeld.
Niveau van de lagetonen-luidspreker (S. WOOFER
LEVEL XXX dB)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee kunt u de geluidssterkte van de lagetonen-
luidspreker instellen.
Laagfrequentie-effect (LFE MIX XXX dB)
Oorspronkelijke instelling: 0 dB
Hiermee kunt u het niveau van de LFE (Low Frequency
Effect) kanaalsuitgang van de lagetonenluidspreker
regelen zonder dat dit een invloed heeft op het niveau van
de lage frequenties die via het Dolby Digital of DTS
omleidingscircuit van de voor-, midden- of
surroundkanalen naar de lagetonenluidspreker worden
gestuurd.
Voor het LFE-mengniveau produceert “0 dB” het
volledige LFE-signaal op het mengniveau zoals dat
werd ingesteld door de opnametechnicus.
Kies “OFF” om het geluid van het LFE-kanaal van de
lagetonenluidspreker te onderdrukken. De lage tonen
van de voor-, midden- en achterkanalen die door de
basverdelingscircuits worden overgeheveld naar de
lagetonen-luidspreker worden echter wel weergegeven,
volgens de keuze gemaakt voor elk luidsprekerpaar bij
de luidspreker-instellingen (zie blz. 17 t/m 21).
Dynamiekcompressie (D. RANGE COMP.)
Oorspronkelijke instelling: OFF (uit)
Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een speelfilm-
geluidsspoor comprimeren, dus verkleinen. Dit kan
bijvoorbeeld handig zijn als u ‘s avonds laat een speelfilm
wilt bekijken; dan kunt u het geluid zacht zetten en toch
een rijke, volle klank behouden. Wij raden de instelling
“MAX” aan.
Kies “OFF” om het geluidsspoor ongecomprimeerd
weer te geven.
Kies “STD” om het geluidsspoor weer te geven met de
dynamiek die de opnametechnicus heeft bedoeld.
Kies “0.1” – “0.9” om de dynamiek in kleine stappen te
comprimeren tot u het gewenste geluid verkrijgt.
Kies “MAX” om de dynamiek sterk te comprimeren.
Opmerking
De dynamiekcompressie werkt alleen met Dolby Digital
geluidsbronnen.
36
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
Bijregelen van de klankbeelden
De equalizer regelen
Met het EQ menu kunt u de equalizing van de voor-,
midden-, surround- en surround achterluidsprekers
regelen. De instellingen worden voor elk geluidsveld
apart opgeslagen.
1 Start de weergave van een programmabron die is
gecodeerd met meerkanaals surround sound.
2 Druk op EQ.
De toets licht op en de eerste parameter verschijnt.
3 Druk op de cursortoetsen ( of ) om de
parameter (versterking (dB), bandbreedte,
frequentie (Hz)) te kiezen die u wilt regelen.
4 Draai aan de jog knop om de gewenste instelling
te kiezen.
De instelling wordt automatisch verricht.
De equalizer aan-/uitschakelen
Druk op EQUALIZER. De EQ indicator in het
uitleesvenster licht op wanneer de equalizer wordt
aangeschakeld. Wanneer u de equalizer instelt met de EQ
parameters, worden de instellingen voor elk geluidsveld
apart opgeslagen en gereproduceerd bij het aanschakelen
van de equalizer.
Bass-regeling voorluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van lage tonen
worden geregeld.
Bass-regeling middenluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van
middentonen worden geregeld.
Treble-regeling voorluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van hoge
tonen worden geregeld.
Bass-regeling middenluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van lage tonen
worden geregeld.
Midrange-regeling middenluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van
middentonen worden geregeld.
Treble-regeling middenluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van hoge
tonen worden geregeld.
Bass-regeling surroundluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van lage tonen
worden geregeld.
Treble-regeling surroundluidspreker (niveau/
frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van hoge
tonen worden geregeld.
Bass-regeling surround achterluidspreker
(niveau/frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van lage tonen
worden geregeld.
Treble-regeling surround achterluidspreker
(niveau/frequentie)
Hiermee kunnen versterking en frequentie van hoge
tonen worden geregeld.
Terugstellen van de bijgeregelde klankbeelden
op de oorspronkelijke fabrieksinstelling
1 Als de tuner/versterker aan staat, drukt u op de
?/1 toets om het apparaat uit te schakelen.
2 Houd de SOUND FIELD MODE toets ingedrukt en
schakel het apparaat weer in met de ?/1 toets.
De aanduiding “S.F Initialize” verschijnt in het
uitleesvenster en dan zijn alle klankbeelden tegelijk
teruggesteld op de fabrieksinstellingen.
Niveau (dB)
Frequentie (Hz)
37
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
Instelbare parameters voor de verschillende klankbeelden
De ingestelde SURR en EQ parameters worden in elk geluidsveld opgeslagen. De ingestelde LEVEL parameters gelden
voor alle geluidsvelden.
< SURR >
PRO EFFECT WALL REVERB FRONT SCREEN VIRTUAL
LOGIC LEVEL TYPE TIME REVERB DEPTH SPEAKERS
2CH
A.F.D. AUTO
NORMAL SURROUND z
CINEMA STUDIO EX A zz z z
CINEMA STUDIO EX B zz z z
CINEMA STUDIO EX C zz z z
SEMI CINEMA STUDIO EX A zz z z
SEMI CINEMA STUDIO EX B zz z z
SEMI CINEMA STUDIO EX C zz z z
NIGHT THEATER zzzz
MONO MOVIE zzzz
STEREO MOVIE zzzz
V. MULTI DIMENSION z
VIRTUAL MULTI REAR z
V. SEMI M. DIMENSION z
VIRTUAL ENHANCED A z
VIRTUAL ENHANCED B z
DIGITAL CONCERT HALL A zz z
DIGITAL CONCERT HALL B zz z
CHURCH zzzz
OPERA HOUSE zzzz
JAZZ CLUB zzzz
DISCO/CLUB zzzz
LIVE HOUSE zzzz
ARENA zzzz
STADIUM zzzz
GAME zzzz
HEADPHONE (2CH)
HEADPHONE (DIRECT)
HEADPHONE THEATER zz
MULTI CH IN
2CH ANALOG DIRECT
PCM96K
38
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
1)
Deze parameters kunnen niet altijd beschikbaar zijn of effectief werken, afhankelijk van de geluidsbron. Zie voor de preciese werking de
gedetailleerde beschrijving onder “Bijregelen van de luidspreker-instelparameters” (op blz. 35).
2)
Wanneer deze geluidsvelden worden gekozen, wordt er geen signaal uitgevoerd via SUB WOOFER wanneer het luidsprekerformaat is
ingesteld op “LARGE”. De subwoofer werkt echter wel wanneer het digitale ingangssignaal L.F.E.-signalen bevat.
Bijregelen van de klankbeelden
Instelbare parameters voor de verschillende klankbeelden (vervolg)
< LEVEL >
FRONT SURR CENTER SURR SURR BACK SUB WOOFER LFE D. RANGE
BAL BAL LEVEL LEVEL LEVEL LEVEL MIX
1)
COMP.
1)
2CH z zz
A.F.D. zzzzz zzz
NORMAL SURROUND zzzzz zzz
CINEMA STUDIO EX A zzzzz zzz
CINEMA STUDIO EX B zzzzz zzz
CINEMA STUDIO EX C zzzzz zzz
SEMI CINEMA STUDIO EX A zz zzz
SEMI CINEMA STUDIO EX B zz zzz
SEMI CINEMA STUDIO EX C zz zzz
NIGHT THEATER zz z z z z z z
MONO MOVIE zz z z z z z z
STEREO MOVIE zz z z z z z z
V. MULTI DIMENSION zz z z z z z z
VIRTUAL MULTI REAR zz z z z z z z
V. SEMI M. DIMENSION zz zzz
VIRTUAL ENHANCED A zz zzz
VIRTUAL ENHANCED B zz zzz
DIGITAL CONCERT HALL A zz z z z z
2)
zz
DIGITAL CONCERT HALL B zz z z z z
2)
zz
CHURCH zz z z z z
2)
zz
OPERA HOUSE zz z z z z
2)
zz
JAZZ CLUB zz z z z z
2)
zz
DISCO/CLUB zz z z z z z z
LIVE HOUSE zz z z z z
2)
zz
ARENA zz z z z z
2)
zz
STADIUM zz z z z z
2)
zz
GAME zz z z z z z z
HEADPHONE (2CH) z z
HEADPHONE (DIRECT) z
HEADPHONE THEATER z z
MULTI CH IN zz z z z
2CH ANALOG DIRECT z
PCM96K z
39
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
Instelbare parameters voor de verschillende klankbeelden (vervolg)
<EQ >
< FRONT >
BASS BASS MID MID TREBLE TREBLE
GAIN FREQ GAIN FREQ GAIN FREQ
2CH zz zz z z
A.F.D. zz zz z z
NORMAL SURROUND zz zz z z
CINEMA STUDIO EX A zz zz z z
CINEMA STUDIO EX B zz zz z z
CINEMA STUDIO EX C zz zz z z
SEMI CINEMA STUDIO EX A zz zz z z
SEMI CINEMA STUDIO EX B zz zz z z
SEMI CINEMA STUDIO EX C zz zz z z
NIGHT THEATER zz zz z z
MONO MOVIE zz zz z z
STEREO MOVIE zz zz z z
V. MULTI DIMENSION zz zz z z
VIRTUAL MULTI REAR zz zz z z
V. SEMI M. DIMENSION zz zz z z
VIRTUAL ENHANCED A zz zz z z
VIRTUAL ENHANCED B zz zz z z
DIGITAL CONCERT HALL A zz zz z z
DIGITAL CONCERT HALL B zz zz z z
CHURCH zz zz z z
OPERA HOUSE zz zz z z
JAZZ CLUB zz zz z z
DISCO/CLUB zz zz z z
LIVE HOUSE zz zz z z
ARENA zz zz z z
STADIUM zz zz z z
GAME zz zz z z
HEADPHONE (2CH) zz zz z z
HEADPHONE (DIRECT)
HEADPHONE THEATER zz zz z z
MULTI CH IN
2CH ANALOG DIRECT
PCM96K
40
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
Instelbare parameters voor de verschillende klankbeelden (vervolg)
<EQ >
< CENTER >
BASS BASS MID MID TREBLE TREBLE
GAIN FREQ GAIN FREQ GAIN FREQ
2CH
A.F.D. zz zz z z
NORMAL SURROUND zz zz z z
CINEMA STUDIO EX A zz zz z z
CINEMA STUDIO EX B zz zz z z
CINEMA STUDIO EX C zz zz z z
SEMI CINEMA STUDIO EX A zz zz z z
SEMI CINEMA STUDIO EX B zz zz z z
SEMI CINEMA STUDIO EX C zz zz z z
NIGHT THEATER zz zz z z
MONO MOVIE zz zz z z
STEREO MOVIE zz zz z z
V. MULTI DIMENSION zz zz z z
VIRTUAL MULTI REAR zz zz z z
V. SEMI M. DIMENSION zz zz z z
VIRTUAL ENHANCED A zz zz z z
VIRTUAL ENHANCED B zz zz z z
DIGITAL CONCERT HALL A zz zz z z
DIGITAL CONCERT HALL B zz zz z z
CHURCH zz zz z z
OPERA HOUSE zz zz z z
JAZZ CLUB zz zz z z
DISCO/CLUB zz zz z z
LIVE HOUSE zz zz z z
ARENA zz zz z z
STADIUM zz zz z z
GAME zz zz z z
HEADPHONE (2CH)
HEADPHONE (DIRECT)
HEADPHONE THEATER
MULTI CH IN
2CH ANALOG DIRECT
PCM96K
Bijregelen van de klankbeelden
41
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
Instelbare parameters voor de verschillende klankbeelden (vervolg)
<EQ >
< SURROUND/SURROUND BACK >
BASS BASS TREBLE TREBLE
GAIN FREQ GAIN FREQ
2CH
A.F.D. zz z z
NORMAL SURROUND zz z z
CINEMA STUDIO EX A zz z z
CINEMA STUDIO EX B zz z z
CINEMA STUDIO EX C zz z z
SEMI CINEMA STUDIO EX A
SEMI CINEMA STUDIO EX B
SEMI CINEMA STUDIO EX C
NIGHT THEATER zz z z
MONO MOVIE zz z z
STEREO MOVIE zz z z
V. MULTI DIMENSION zz z z
VIRTUAL MULTI REAR zz z z
V. SEMI M. DIMENSION
VIRTUAL ENHANCED A
VIRTUAL ENHANCED B
DIGITAL CONCERT HALL A zz z z
DIGITAL CONCERT HALL B zz z z
CHURCH zz z z
OPERA HOUSE zz z z
JAZZ CLUB zz z z
DISCO/CLUB zz z z
LIVE HOUSE zz z z
ARENA zz z z
STADIUM zz z z
GAME zz z z
HEADPHONE (2CH)
HEADPHONE (DIRECT)
HEADPHONE THEATER
MULTI CH IN
2CH ANALOG DIRECT
PCM96K
42
NL
Met deze tuner/versterker kunt u op radiozenders
afstemmen op de volgende manieren:
Automatische FM zenderopslag in alfabetische
volgorde (AUTOBETICAL)
U kunt de tuner/versterker automatisch 30 van de best
doorkomende FM radiozenders en FM RDS zenders in het
afstemgeheugen laten vastleggen (zie blz. 44).
Directe afstemming
Als u de zendfrequentie van de gewenste radiozender
kent, kunt u deze direct kiezen met de cijfertoetsen van de
bijgeleverde afstandsbediening (zie blz. 44).
Automatische zoekafstemming
Als u de zendfrequentie van de gewenste radiozender niet
kent, kunt u de tuner/versterker alle beschikbare zenders
in uw gebied laten doorzoeken (zie blz. 45).
Geheugenafstemming
Na het afstemmen op een zender met de directe
afstemming of de automatische zoekafstemming kunt u
de zender, als die goed klinkt, vastleggen in het
afstemgeheugen van de tuner/versterker (zie blz. 45).
Dan kunt u voortaan die zogenoemde voorkeurzender
rechtstreeks kiezen, door met de bijgeleverde
afstandsbediening de letter-en-cijfer code ervan in te
voeren (zie blz. 45). Zo kunt u tot 30 voorkeurzenders
voor de FM en AM voorinstellen. U kunt de tuner/
versterker ook alle vastgelegde voorkeurzenders laten
doorzoeken (zie blz. 46).
RDS informatiezenders
RDS (Radio Data Systeem) is een radio-informatiesysteem
waarmee radiozenders naast de gewone radio-uitzending
allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. Deze
receiver beschikt over twee handige RDS-functies:
Aangeven van RDS informatie in het uitleesvenster
(zie blz. 46)
Opzoeken van een radiozender aan de hand van het
programmatype (PTY) (zie blz. 47)
De RDS informatie wordt alleen uitgezonden door FM
zenders.*
* Niet alle FM radiozenders bieden de RDS informatie en niet alle
RDS zenders bieden dezelfde functies. Als u niet bekend bent met de
plaatselijk beschikbare RDS functies, kunt u voor nadere
bijzonderheden het best contact opnemen met de plaatselijke
radiozenders.
Alvorens u begint, dient u te zorgen dat:
Er een FM en een AM antenne op de tuner/versterker
zijn aangesloten (zie blz. 5).
Radio-
ontvangst
In dit hoofdstuk wordt beschreven
hoe u op FM of AM radiozenders
afstemt en hoe u voorkeurzenders in
het geheugen vastlegt.
43
NL
Radio-ontvangst
Kort overzicht van de toetsen die u
gebruikt voor de radio-ontvangst
Aanduidingskeuzetoets (DISPLAY): Druk hierop om de
RDS informatie in het uitleesvenster te zien.
Geheugentoets (MEMORY): Gebruik deze om
radiozenders in het geheugen vast te leggen als
voorkeurzenders.
Afstemtoetsen (PRESET/PTY SELECT +/–): Druk hierop
om alle vastgelegde voorkeurzenders te overlopen of om
programmatypes te kiezen.
Afstemtoetsen (TUNING +/–): Druk hierop om alle te
ontvangen radiozenders te doorzoeken.
Functiekeuzeknop (FUNCTION): Draaien om de tuner of
een andere bron te kiezen.
Programmatype-keuzetoets (PTY): Hiermee kunt u
radiozenders opzoeken aan de hand van het
programmatype dat ze uitzenden.
FM stereo/mono-keuzetoets (FM MODE): Als de
aanduiding “STEREO” in het uitleesvenster knippert en
de FM stereo uitzending niet erg goed klinkt, drukt u op
deze toets. Dan zal er geen stereo-effect meer zijn, maar de
ontvangst zal beter klinken.
Opmerking
Als de “STEREO” aanduiding helemaal niet oplicht bij normale
ontvangst van een FM radio-uitzending, drukt u op deze toets
zodat de “STEREO” aanduiding gaat branden.
Afstemband-keuzetoets (FM/AM): Druk hierop om de
FM of AM afstemband te kiezen.
Geheugengroep-keuzetoets (SHIFT): Hiermee kiest u
een geheugengroep (A, B of C) voor het vastleggen van of
afstemmen op een voorkeurzender in het
afstemgeheugen.
Op de afstandsbediening
D. TUNING: Druk op deze toets om rechtstreeks een
frequentie in te voeren met behulp van de cijfertoetsen.
Cijfertoetsen: Hiermee voert u een cijferwaarde in om de
frequentie rechtstreeks in te voeren, radiozenders vast te
leggen of af te stemmen op voorkeurzenders.
? / 1
DISPLAY
DIMMER
MEMORY SHIFT PTY FM MODE FM/AM
PRESET/
PTY SELECT
TUNING
+
+
MULTI CHANNEL DECODING
A.F.D.
SOUND FIELD
MULTI /2CH A. DIRECT
DIGITAL CONCERT HALL
EQUALIZER
MUTING
INPUT MODE
MODE
FUNCTION
6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
AA
MODE 2CH
PHONES
SPEAKERS
EQ
SURR
LEVEL
SET UP
NAME
ENTER
BBC
MASTER VOLUME
+
FM MODE
FM/AM
PRESET/PTY SELECT +/–
TUNING +/–
PTY
MEMORY
SHIFT
FUNCTION
P
p
DISC
9
(
0
)
=
+
>10
0
789
456
123
ENTER
CD/SACD
AUX
TUNER
VIDEO
MD/TAPE
VIDEO 2
PHONO
VIDEO 1
VIDEO 3
SYSTEM
STANDBY
FUNCTION
SHIFT
POSITION
DISPLAY
MODE
JUMP
A.F.D.
MUTING
2CH/OFF
WIDE
P IN P
SWAP
D.SKIP/
CH/PRESET
– /– –
– SUB CH +
ANT
TV/VTR
TV/
VIDEO
MULTI/2 CH
A. DIRECT
SOUND FIELD
+
MAIN MENU
MENU
MASTER
VOL
TEST TONE
D.TUNING
RETURN
MENU
ENTER
TITLE
f
F
G
g
SLEEP
AV
?/1
?/1
DVD/LD
TV/SAT
FN SHIFT
AV SYSTEM
D.TUNING
Cijfertoetsen
44
NL
Radio-ontvangst
Directe afstemming
Zie voor nadere bijzonderheden over de hierbij gebruikte
toetsen het “Kort overzicht van de toetsen die u gebruikt
voor de radio-ontvangst ” op blz. 43.
1 Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op
de tuner voor radio-ontvangst.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2 Kies met de FM/AM toets de FM of AM
afstemband.
3 Druk op de D. TUNING toets van de
afstandsbediening.
4 Voer met de cijfertoetsen de gewenste
afstemfrequentie in van de afstandsbediening.
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz
Voorbeeld 2: AM 1350 kHz
(U hoeft de laatste “0” niet in te voeren bij gebruik van een
afstemschaal met intervallen van 10 kHz.)
Als u niet op een bepaalde zender kunt
afstemmen en de ingevoerde cijfers
knipperen
Controleer of u de juiste frequentie hebt ingevoerd. Bij
een vergissing herhaalt u de stappen 3 en 4.
Als de ingevoerde cijfers nog steeds knipperen, wordt
deze frequentie in uw ontvangstgebied niet gebruikt.
5 Bij afstemmen op een AM radiozender verstelt u
de richting van de AM kaderantenne zo dat de
ontvangst optimaal klinkt.
6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 als u op een andere
zender wilt afstemmen.
z
Als u voor de frekwentie een getal invoert dat niet deelbaar
is door het geldende afsteminterval
De ingevoerde waarde zal automatisch naar boven of beneden
worden afgerond.
Het interval van de afstemschaal is:
FM: 50 kHz
AM: 9 kHz
bbbb
025
0
1
bb
35
1
b
0
Automatisch vastleggen
van FM zenders in
alfabetische volgorde
(“Auto-betical” voorinstelling)
Met deze automatische zenderopslag kunt u maximaal 30
FM radiozenders en FM RDS zenders in het
afstemgeheugen van de tuner/versterker vastleggen,
zonder doublures. Hierbij kiest de tuner/versterker
automatisch alleen de best doorkomende zenders.
Als u bepaalde FM of AM zenders handmatig in het
afstemgeheugen wilt vastleggen, volg dan de
aanwijzingen onder “Voorinstellen van radiozenders” op
blz. 45.
Zie voor nadere bijzonderheden over de hierbij gebruikte
toetsen het “Kort overzicht van de toetsen die u gebruikt
voor de radio-ontvangst ” op blz. 43.
1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/versterker uit te
schakelen.
2 Houd de MEMORY toets ingedrukt en druk
nogmaals op de ?/1 toets om de tuner/versterker
weer in te schakelen.
De aanduiding “Autobetical select” verschijnt en de
tuner/versterker gaat op zoek naar alle plaatselijk te
ontvangen FM radiozenders en FM RDS zenders en
legt deze in het afstemgeheugen vast.
Bij elke RDS informatiezender controleert de tuner/
versterker eerst of er andere zenders zijn die hetzelfde
programma uitzenden, om daarvan dan alleen de
duidelijkst doorkomende zender vast te leggen. De
gekozen RDS informatiezenders worden gesorteerd op
alfabetische volgorde van hun officiële Program
Service zendernaam, en krijgen dan elk een letter-
plus-cijfer voorinstelcode toegewezen. Zie voor nadere
bijzonderheden betreffende de RDS informatiezenders
blz. 46.
De gewone FM radiozenders krijgen ook een letter-
plus-cijfer code en worden dan na de RDS zenders
vastgelegd.
Na afloop van het vastleggen verschijnt de aanduiding
“Autobetical finish” even in het uitleesvenster en dan
keert de tuner/versterker terug naar de normale
bedieningsfuncties.
Opmerkingen
• Druk niet op enige toets tot de tuner/versterker klaar is met
het doorzoeken van de beschikbare zenders.
• Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig zijn deze
procedure opnieuw uit te voeren, om de best te ontvangen
zenders in uw nieuwe woongebied vast te leggen.
• Zie voor het afstemmen op de vastgelegde voorkeurzenders de
aanwijzingen op blz. 46.
• De FM MODE stereo/mono instelling wordt ook samen met
elke zender vastgelegd.
• Als u na het opslaan van zenders met deze functie uw FM
antenne verplaatst, kunnen de vastgelegde instellingen niet
meer geldig zijn. In dat geval volgt u weer de bovenstaande
aanwijzingen om de FM zenders opnieuw vast te leggen.
45
NL
Radio-ontvangst
Automatische
zoekafstemming
Zie voor nadere bijzonderheden over de hierbij gebruikte
toetsen het “Kort overzicht van de toetsen die u gebruikt
voor de radio-ontvangst ” op blz. 43.
1 Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op
de tuner voor radio-ontvangst.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2 Kies met de FM/AM toets de FM of AM
afstemband.
3 Druk op de TUNING + of TUNING – toets.
Druk op de + toets om de afstemband in oplopende
volgorde te doorzoeken; op de – toets om van hoog
naar laag te zoeken.
Telkens wanneer er een zender wordt gevonden, stopt
de tuner/versterker met zoeken.
Wanneer de tuner/versterker het einde van de
afstemschaal bereikt
Dan wordt de zoekafstemming vanaf het andere einde
herhaald in dezelfde richting.
4 Om door te gaan met zoeken, drukt u nogmaals op
de TUNING + of TUNING – toets.
Geheugenafstemming
Zie voor nadere bijzonderheden over de hierbij gebruikte
toetsen het “Kort overzicht van de toetsen die u gebruikt
voor de radio-ontvangst ” op blz. 43.
Voor u kunt afstemmen op een voorkeurzender, dient u
eerst het “Voorinstellen van radiozenders” te verrichten
volgens de onderstaande aanwijzingen.
Voorinstellen van radiozenders
1 Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op
de tuner voor radio-ontvangst.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2 Stem af op de radiozender die u wilt voorinstellen,
met de directe afstemming (zie blz. 44) of de
automatische zoekafstemming (deze pagina).
3 Druk op de MEMORY toets.
In het uitleesvenster licht enkele seconden lang de
aanduiding “MEMORY” op.
Verricht de stappen 4 t/m 6 voordat deze “MEMORY”
aanduiding dooft.
4 Druk op de SHIFT toets om een geheugengroep (A,
B of C) te kiezen.
Telkens wanneer u op de SHIFT toets drukt, verschijnt
de volgende groepsletter, “A”, “B” of “C” in het
uitleesvenster.
5 Druk op de PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY
SELECT – toets om een zendernummer te kiezen.
Als de “MEMORY” aanduiding dooft voordat u de
zender hebt kunnen vastleggen, gaat u terug naar stap
3.
6 Druk weer op de MEMORY toets om de ontvangen
radiozender in het geheugen vast te leggen.
Als de “MEMORY” aanduiding dooft voordat u de
zender hebt kunnen vastleggen, gaat u terug naar stap
3.
7 Herhaal de stappen 2 t/m 6 voor elk van de
voorkeurzenders die u wilt vastleggen.
Een andere zender voorinstellen onder een reeds
gebruikt nummer
Herhaal de stappen 1 t/m 6 om een nieuwe zender onder
hetzelfde nummer vast te leggen.
46
NL
Radio-ontvangst
Gebruik van het Radio Data
Systeem (RDS)
Ontvangst van RDS informatie-
uitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM band
met de directe afstemming (zie blz. 44), de
automatische zoekafstemming of de
geheugenafstemming (zie blz. 45).
Bij afstemming op een zender die RDS informatie
uitzendt, zal automatisch de zendernaam samen met de
RDS indicator in het uitleesvenster verschijnen.
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de
zender waarop u hebt afgestemd de RDS signalen niet duidelijk
genoeg uitzendt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
Aangeven van RDS informatie in het
uitleesvenster
Wanneer u tijdens ontvangst van een RDS zender
meermalen op de DISPLAY toets drukt, verspringt de
RDS informatie in het uitleesvenster als volgt:
v
Zendernaam (PS)
a)
v
Afstemfrequentie
a)
v
Programmatype (PTY)
b)
v
Radiotekst (RT)
c)
v
Tijdsaanduiding (CT) (in een 24-uurs aanduiding)
v
Gekozen klankbeeld
a) Deze informatie wordt ook aangegeven voor FM zenders die geen
RDS informatie uitzenden.
b) Soort programma dat er wordt uitgezonden (zie blz. 47).
c) Tekstberichten die door de RDS zender worden uitgezonden.
Opmerkingen
Als er een nooduitzending of waarschuwingsbericht door de
overheid wordt uitgezonden, gaat in het uitleesvenster de
aanduiding “Alarm-Alarm!” knipperen.
Als een radiozender een bepaalde RDS functie niet verzorgt,
zal het uitleesvenster “No XX” (bijvoorbeeld “No Clock Time”)
aangeven.
Wanneer een zender radiotekst uitzendt, verschijnt deze in het
uitleesvenster met hetzelfde tempo als waarmee het bericht
wordt uitgezonden. De snelheid van de tekst is dus alleen
afhankelijk van de snelheid van de uitzending.
Afstemmen op vastgelegde
voorkeurzenders
Op radiozenders die in het afstemgeheugen zijn
vastgelegd, kunt u afstemmen op een van de volgende
twee manieren.
Afstemmen door alle voorkeurzenders te
doorlopen
1 Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op
de tuner voor radio-ontvangst.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2 Druk enkele malen op de PRESET/PTY SELECT + of
PRESET/PTY SELECT – toets om te zoeken naar de
gewenste zender.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, gaat de tuner/
versterker één voorkeurzender verder in de gekozen
richting en de onderstaande volgorde:
nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N
nC0˜...C2˜C1N
z U kunt de voorkeurzenders automatisch doornemen op zoek
naar een bepaald programmatype.
Zie blz. 47.
Afstemmen op een voorkeurzender waarvan u
het nummer kent
1 Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op
de tuner voor radio-ontvangst.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2 Druk op de SHIFT toets om een geheugengroep (A,
B of C) te kiezen en kies dan het nummer van de
gewenste voorkeurzender met de cijfertoetsen op
de bijgeleverde afstandsbediening.
Geheugenafstemming
47
NL
Radio-ontvangst
Doorzoeken van voorkeurzenders via het
programmatype
U kunt afstemmen op een voorkeurzender van uw keuze
door in te stellen op het gewenste programmatype. De
tuner/versterker doorloopt dan het afstemgeheugen, op
zoek naar een voorkeurzender die op dat moment het
door u gekozen soort uitzending verzorgt.
1 Druk op de PTY toets.
2 Druk op de PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY
SELECT – toets om in te stellen op het gewenste
programmatype.
Zie het overzicht op de volgende pagina voor nadere
informatie over de programmatypen.
3 Druk nogmaals op de PTY toets.
Terwijl de tuner/versterker de vooringestelde
radiozenders doorneemt, verschijnen in het
uitleesvenster afwisselend de aanduiding “PTY
SEARCH” en het gekozen programmatype.
Wanneer de tuner/versterker een uitzending van het
door u gekozen type vindt, stopt het zoeken.
Als de tuner/versterker geen voorkeurzender vindt
die het door u gekozen soort uitzending verzorgt,
verschijnt er “PTY not found” in het uitleesvenster.
Overzicht van de beschikbare
programmatypen
Aanduiding programmatype Beschrijving
News Nieuwsuitzendingen
Current Affairs Actualiteitenprogramma’s die op
de achtergronden van het
huidige nieuws ingaan
Information Uitzendingen betreffende de
weersverwachting, nieuws voor
consumenten, medisch advies
e.d.
Sport Sportverslagen en -uitslagen
Education Educatieve programma’s, met
wetenswaardigheden en
praktische tips
Drama Hoorspelen en andere radioseries
Cultures Programma’s over nationale en
regionale cultuur, zoals
taalkwesties en sociale
vraagstukken
Science Uitzendingen over
natuurwetenschappen en
technologie
Aanduiding programmatype Beschrijving
Varied Speech Gevarieerde uitzendingen, zoals
vraaggesprekken,
quizprogramma’s en allerlei
amusement
Pop Music Populaire muziek
Rock Music Rockmuziek
M.o.R. Music “Easy listening” muziek
Light Classics M Lichte klassieken, met vocale,
instrumentale en koormuziek
Serious Classics Klassieke muziekuitvoeringen,
orkestrale werken en
kamermuziek, opera enz.
Other Music Alle muziek die niet in de
bovenstaande categorieën past,
zoals rhythm & blues of reggae
Weather & Metr Weerbericht
Finance Beursberichten, financieel en
zakennieuws
Children’s Progs Kinderprogramma’s
Social Affairs Programma’s over mensen en
hun bezigheden
Religion Programma’s over godsdienst en
religieuze zaken
Phone In Programma’s waarin luisteraars
via de telefoon of in een publiek
forum kunnen reageren
Travel & Touring Programma’s over reizen. Niet
voor aankondigingen die met de
TP/TA verkeers-
informatiefuncties te vinden zijn
Leisure & Hobby Programma’s over
vrijetijdsbesteding en hobbies als
vissen, tuinieren, koken e.d.
Jazz Music Jazz en geïmproviseerde muziek
Country Music Country & western muziek
National Music Programma’s met de nationale of
streekmuziek van een bepaald
gebied
Oldies Music Hits van vroeger
Folk Music Volksmuziekprogramma’s
Documentary Documentaires
None Programma’s die buiten de
bovenstaande categorieën vallen
48
NL
? / 1
DISPLAY
DIMMER
MEMORY SHIFT PTY FM MODE FM/AM
PRESET/
PTY SELECT
TUNING
+
+
MULTI CHANNEL DECODING
A.F.D.
SOUND FIELD
MULTI /2CH A. DIRECT
DIGITAL CONCERT HALL
EQUALIZER
MUTING
INPUT MODE
MODE
FUNCTION
6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
AA
MODE 2CH
PHONES
SPEAKERS
EQ
SURR
LEVEL
SET UP
NAME
ENTER
BBC
MASTER VOLUME
+
FUNCTION
NAME
SET UP
ENTER
Cursortoetsen
Instelknop
Overige
bedienings-
functies
Kort overzicht van de toetsen die u in dit
hoofdstuk tegenkomt
Naamgevingstoets (NAME): Druk hierop om uw
voorkeurzenders en andere weergavebronnen elk een
eigen naam te geven.
Instelknop: Kies hiermee de lettertekens bij de
naamgeving van voorkeurzenders en andere
weergavebronnen.
Cursortoetsen (
/ ): Zet hiermee de cursor op de
gewenste plaats bij het invoeren van namen voor de
voorkeurzenders en andere weergavebronnen.
Functiekeuzeknop (FUNCTION): Draai hieraan om in te
stellen op de tuner voor radio-ontvangst of op een andere
geluidsbron.
Insteltoets (SET UP): Druk hierop om de bedienings-
instelling te maken.
Invoertoets (ENTER): Druk hierop om de ingevoerde
naam voor een voorkeurzender of andere weergavebron
in het geheugen vast te leggen.
49
NL
Overige bedieningsfuncties
Naamgeving van
voorkeurzenders en beeld/
geluidsbronnen
U kunt een naam (indexnaam) van maximum 8 tekens
invoeren voor voorkeurzenders en beeld/geluidsbronnen.
Deze namen (zoals bijvoorbeeld “VHS”) worden dan in
het uitleesvenster aangegeven wanneer u instelt op
weergave van de betreffende beeld/geluidsbron.
U kunt niet meer dan één naam tegelijk invoeren voor
elke voorkeurzender of beeld/geluidsbron.
Deze functie kan handig zijn voor het uit elkaar houden
van soortgelijke apparatuur. Zo kunt u bijvoorbeeld twee
videorecorders onderscheiden met de typenamen “VHS”
en “8mm”. Bovendien kunt u hiermee componenten
benoemen die zijn aangesloten op stekkerbussen bedoeld
voor andere apparatuur, zoals een tweede CD-speler die
is aangesloten op de MD/TAPE aansluitingen.
1 Om een naam te geven aan een
voorkeurzender
Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op
de tuner.
Dan wordt er afgestemd op de laatst ontvangen
zender.
Om een naam te geven aan een beeld/
geluidsbron
Stel in op de beeld/geluidsbron (component) die u
een naam wilt geven en ga dan door naar stap 3.
2 Stem af op de voorkeurzender die u van een naam
wilt voorzien.
Als u niet weet hoe u kunt afstemmen op een
voorkeurzender, volgt u de aanwijzingen onder
“Afstemmen op vastgelegde voorkeurzenders” op blz.
46.
3 Druk op de NAME toets.
4 Voer de gewenste naam in met de instelknop en de
cursortoetsen, als volgt:
Draai aan de instelknop om een letterteken te kiezen
en druk dan op de
toets om de cursor op de plaats
van de volgende letter te zetten.
Invoegen van een spatie
Draai aan de instelknop tot er een spatie in het
uitleesvenster verschijnt.
Bij een vergissing in de letterkeuze
Druk net zovaak op de
of cursortoets tot de
foute letter gaat knipperen en kies dan met de
instelknop het juiste letterteken.
5 Druk op de ENTER toets.
Invoeren van namen voor nog andere
voorkeurzenders
Herhaal de stappen 2 t/m 5.
Deze tuner/versterker maakt het opnemen vanaf en op de
aangesloten apparatuur bijzonder eenvoudig. U hoeft de
apparaten voor weergave en voor opname niet
afzonderlijk op elkaar aan te sluiten; na het kiezen van
een weergavebron op de tuner/versterker kunt u gewoon
gaan opnemen met behulp van de bedieningsorganen op
de betrokken apparatuur.
Voor u begint dient u te controleren of alle apparaten naar
behoren zijn aangesloten.
l: Audio-signaalstroom
.: Video-signaalstroom
Opnemen op een audiocassette of
minidisc
Via deze tuner/versterker kunt u opnamen maken op een
cassette of een minidisc. Zie voor nadere details van de
bediening de gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of
minidisc-recorder.
1 Stel in op de geluidsbron die u wilt opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in gereedheid voor
afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de op te nemen compact disc in de
CD-speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte cassette of
minidisc in het opname-apparaat en stel zo nodig
het opnameniveau in.
4 Start het opnemen op het opname-apparaat en
start dan de weergave van de geluidsbron.
Weergavebron
(afspeelapparatuur)
.
l
l
.
Opname-apparatuur
(cassettedeck, minidisc-
recorder, videorecorder)
Opnemen
FUNCTION
? / 1
DISPLAY
DIMMER
MEMORY SHIFT PTY FM MODE FM/AM
PRESET/
PTY SELECT
TUNING
+
+
MULTI CHANNEL DECODING
A.F.D.
SOUND FIELD
MULTI /2CH A. DIRECT
DIGITAL CONCERT HALL
EQUALIZER
MUTING
INPUT MODE
MODE
FUNCTION
6.1 CH DECODING
CINEMA STUDIO EX
AA
MODE 2CH
PHONES
SPEAKERS
EQ
SURR
LEVEL
SET UP
NAME
ENTER
BBC
MASTER VOLUME
+
50
NL
Overige bedieningsfuncties
Opnemen op een videocassette
Met deze tuner/versterker kunt u beelden opnemen vanaf
een videorecorder, TV of laserdisc-speler. Ook bestaat de
mogelijkheid om tijdens kopiëren of monteren van video-
opnamen een nieuw geluidsspoor in te voegen vanaf een
geluidsbron naar keuze. Zie voor nadere bijzonderheden
de gebruiksaanwijzing van uw videorecorder of laserdisc-
speler.
1 Stel in op de beeld/geluidsbron die u wilt
opnemen.
2 Breng het weergave-apparaat in gereedheid voor
afspelen.
Plaats bijvoorbeeld de op te nemen laserdisc in de
laserdisc-speler.
3 Plaats een voor opnemen geschikte videocassette
in de videorecorder (VIDEO 1 of VIDEO 2) die u
voor opnemen gebruikt.
4 Start het opnemen op de opname-videorecorder en
start dan de weergave van de videocassette of de
laserdisc die u wilt opnemen.
z
Tijdens kopiëren of monteren van video-opnamen kunt u een
nieuw geluidsspoor invoegen vanaf een geluidsbron naar keuze.
Zoek op de videoband het punt op waar u het nieuwe geluid wilt
invoegen, stel in op de geluidsbron en start de weergave daarvan.
Het geluid van het gekozen weergave-apparaat zal op het
geluidsspoor van de videoband worden opgenomen in plaats
van het oorspronkelijke geluidsspoor.
Om terug te keren naar het oorspronkelijke geluidsspoor voor de
rest van de video-opnamen, stelt u weer in op de video-
geluidsbron.
Opmerkingen
• Zorg dat er zowel digitale als analoge aansluitingen zijn
gemaakt op de TV/SAT en DVD/LD ingangen. Het is niet
mogelijk analoge opnamen te maken als er alleen digitale
aansluitingen zijn gemaakt.
• Bepaalde geluidsbronnen kunnen zijn voorzien van een
kopieerbeveiliging die het opnemen blokkeert. Een dergelijke
geluidsbron zult u niet kunnen opnemen.
• U kunt geen digitaal audiosignaal opnemen van een
component die is aangesloten op de analoge MD/TAPE OUT
aansluitingen. Om een digitaal audiosignaal op te nemen, moet
een digitale component zijn aangesloten op de DIGITAL MD/
TAPE OUT aansluitingen.
• Geluidsregelingen hebben geen invloed op het uitgangssignaal
via MD/TAPE OUT.
• Wanneer MULTI/2CH A. DIRECT is ingesteld op MULTI
DIRECT, worden geen audiosignalen uitgevoerd via REC OUT.
• Er worden geen signalen uitgevoerd via DIGITAL OUT (MD/
TAPE OPTICAL OUT) wanneer u MULTI/2CH A. DIRECT op
2CH A. DIRECT zet.
Opnemen
n 2:00:00 n 1:30:00n 1:00:00 n 0:30:00 n OFF
Automatisch uitschakelen
met de sluimerfunctie
U kunt de tuner/versterker automatisch laten
uitschakelen na een tijdsduur die u zelf kiest, zodat u
gerust met muziek in slaap kunt vallen.
Druk op de SLEEP toets van de afstandsbediening
wanneer de tuner/versterker staat ingeschakeld.
Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt, verspringt de
sluimertijd als volgt.
Het uitleesvenster dooft nadat u de sluimertijd hebt
ingesteld. Bij gebruik van de Sleep Timer, licht “SLEEP”
op in het uitleesvenster.
Tips
U kunt de tijd naar believen instellen. Druk op SLEEP en stel de
tijd in met behulp van de jog knop en cursortoetsen ( of )
op de receiver. De sluimertijd verandert met tussenstappen van
1 seconde. U kunt maximum 5 uur opgeven.
Druk op SLEEP om te controleren na hoeveel tijd de receiver
uitschakelt. De resterende tijd verschijnt in het display.
51
NL
Overige bedieningsfuncties
Sound Field Link
Wanneer dit op “ON” staat, wordt het geluidsveld dat
laatst aan een programmabron was toegekend
automatisch toegepast wanneer die wordt gekozen.
Indien u bijvoorbeeld een CD beluistert met STADIUM als
geluidsveld en u na het overschakelen naar een andere
programmabron weer terugkeert naar CD, wordt
STADIUM opnieuw gekozen. Indien u deze functie niet
wilt gebruiken, zet ze dan op “OFF”. De standaard
instelling is “ON”.
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op de cursortoetsen ( of ) om het
onderdeel “S. FIELD LINK” te kiezen.
3 Draai aan de instelknop om in te stellen op “ON”
of “OFF”.
CONTROL A1 automatische
aanschakeling instellen
Laat de receiver automatisch aanschakelen wanneer de
component die is aangesloten met CONTROL A1 kabels
(zie pagina 12) aan staat en de weergave is gestart.
Wanneer de parameter op “OFF” staat, kunt u de receiver
in de wachtstand minder stroom laten verbruiken. De
standaard instelling is “ON”.
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op de cursortoetsen ( of ) om het
onderdeel “A1 AUTO POWER” te kiezen.
3 Draai aan de instelknop om in te stellen op “ON”
of “OFF”.
Instellen van het CONTROL A1
bedieningssysteem
Laat de deze receiver automatisch omschakelen naar de
Sony componenten die zijn aangesloten met CONTROL
A1 kabels (zie pagina 12) wanneer de aangesloten
component zich in de weergavestand bevindt. De
standaard instelling is “ON”.
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op de cursortoetsen ( of ) om het
onderdeel “AUTO FUNCTION” te kiezen.
3 Draai aan de instelknop om in te stellen op “ON” of
“OFF”.
Met de SET UP toets kunnen behalve de
luidsprekerparameters ook nog de volgende instellingen
worden verricht.
6.1ch Matrix (6.1 CH DECODING)
Met deze parameter produceren de surroundkanalen het
juiste surroundgeluid. De standaard instelling is “AUTO”.
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op de cursortoetsen ( of ) om het
onderdeel “6.1 CH DECODING” te kiezen.
3 Draai aan de instelknop om in te stellen op
“AUTO”, “ON” of “OFF”.
Opmerkingen
• U kunt deze parameter instellen met 6.1 CH DECODING op
het voorpaneel.
• Wanneer hij is ingesteld op “AUTO”, verricht de receiver alleen
6.1-kanaals matrixdecodering wanneer de 6.1ch
signaaldecodeerflag ON is.
• In de stand “ON” verricht de receiver alleen 6.1-kanaals
matrixdecodering wanneer de surroundsignalen 2-kanaals zijn,
ongeacht de instelling van de 6.1ch decodeerflag.
• In de stand “OFF” verricht de receiver geen 6.1-kanaals
matrixdecodering.
• Tijdens “A.F.D.” staat deze parameter altijd op “AUTO” en kan
de instelling niet worden gewijzigd.
• Bij 6.1 channel matrix-decodering en met de surround-
achterluidspreker op “NO” kunt u genieten van surround-
achtersignalen met Virtual 3D-technologie, ook zonder dat er
effectief een surround-achterluidspreker is aangesloten
(kadertje rond SB licht niet op). Wanneer de surround-
achterluidspreker op “YES” staat, worden de surround-
achtersignalen uitgevoerd via de aangesloten luidspreker
(
SB
licht op). Merk op dat u de surround achterluidspreker
alleen kunt instellen wanneer de middenluidspreker op “NO”
staat (pagina 18).
Multikanaalstoewijzing
Hiermee kan een functie worden toegewezen aan MULTI
CH. U kunt TUNER of PHONO niet toewijzen.
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op de cursortoetsen ( of ) om het
onderdeel “MULTI CH” te kiezen.
3 Draai aan de instelknop om in te stellen op “NONE”
, “VIDEO1 “, “VIDEO 2”, “DVD/LD”, “TV/SAT”, “MD/
TAPE” of “CD/SACD”.
Instellingen met de SET UP toets
52
NL
Overige bedieningsfuncties
Aansluitingen
Verbind met behulp van mono snoeren met (2-polige)
ministekkers de CONTROL A1
aansluitingen op het
achterpaneel van elk apparaat in serie door. Zo kunt u
maximaal 10 componenten die geschikt zijn voor het
CONTROL A1
systeem onderling doorverbinden, in elke
gewenste volgorde. Van elk type apparaat kunt u er echter
slechts één tegelijk aansluiten (dus slechts 1 CD-speler, 1
minidisc-recorder, 1 cassettedeck en 1 tuner/versterker).
(Afhankelijk van het model kan het wel eens mogelijk zijn
meer dan één compact disc speler of minidisc-speler aan
te sluiten. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de betreffende componenten.)
In het CONTROL A1
bedieningssysteem lopen de
bedieningssignalen beide kanten op, dus er is geen
verschil tussen IN en OUT aansluitingen. Als een
component meer dan een CONTROL A1
aansluiting
heeft, kunt u naar keuze één hiervan gebruiken, of op elk
ervan een verschillende geluidscomponent aansluiten.
Betreffende CONTROL A1 aansluitingen
U kunt zonder probleem alle CONTROL A1 aansluitingen
verbinden met de nieuwere CONTROL A1
aansluitingen. Voor nadere bijzonderheden over de wijze
van aansluiten en de mogelijkheden wordt u verwezen
naar de de gebruiksaanwijzingen van de aangesloten
apparatuur.
Betreffende de aansluitsnoeren
Bij bepaalde componenten die geschikt zijn voor het
CONTROL A1 systeem wordt een aansluitsnoer
bijgeleverd. Dan kunt u dat snoer voor het aansluiten
gebruiken.
Beschikt u niet over een dergelijk bijgeleverd snoer,
gebruik dan een los in de audiohandel verkrijgbaar
ministekker-snoer van minder dan 2 meter lengte met 2-
polige (mono) ministekkers, zonder weerstand (zoals het
Sony RK-G69HG aansluitsnoer).
Voorbeeld
Versterker
(Tuner/
versterker)
CD-
speler
Minidisc-
recorder
Cassettedeck Andere
component
Aansluitvoorbeelden
CD-speler
Minidisc-recorder
CONTROL A1
CONTROL A1
CONTROL A1 bedieningssysteem
Om te beginnen
Deze handleiding verklaart de basisfuncties van het
CONTROL A1
bedieningssysteem. Bepaalde stereo-
componenten beschikken over speciale extra functies,
zoals de “CD synchroon-opname” op cassettedecks,
waarvoor ook CONTROL A1
aansluitingen nodig zijn.
Zie daarom tevens de bij uw stereo-component(en)
geleverde gebruiksaanwijzingen.
Het CONTROL A1
bedieningssysteem is ontwikkeld ter
vereenvoudiging van de bediening van stereo-installaties
bestaande uit afzonderlijke Sony stereo-componenten. De
CONTROL A1
aansluitingen verschaffen een speciale
signaalbaan voor besturingssignalen, om automatische
bedieningsfuncties mogelijk te maken die men gewoonlijk
slechts op geïntegreerde systemen aantreft.
Op dit moment bieden de CONTROL A1
aansluitingen
u met een Sony CD-speler, versterker (of tuner/
versterker) , minidisc-recorder en cassettedeck het gemak
van de automatische geluidsbron-keuze en de synchroon-
opnamestart.
In de toekomst zal het CONTROL A1
aansluitsysteem
gaan fungeren als een multifunctie-aansluitbus, waarmee
u allerlei functies van verschillende componenten
volautomatisch zult kunnen bedienen.
Opmerkingen
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is zo ontworpen dat er
geleidelijk meer en meer functies aan kunnen worden
toegevoegd. Dit betekent echter niet dat de nieuwe functies ook
beschikbaar zullen zijn op de aangesloten oudere apparatuur.
Gebruik geen tweeweg-afstandsbediening wanneer de CONTROL
A1 aansluitingen via een PC-interface aansluitset zijn
verbonden met een personal computer waarop het “MD Editor”
programma of een soortgelijk toepassingsprogramma draait.
Gebruik ook de aangesloten apparatuur niet op een manier die
niet overeenkomt met de functies van het toepassingsprogramma,
want dan kan het programma niet naar behoren werken.
Overeenkomsten tussen CONTROL A1 en CONTROL A1
Het CONTROL A1 bedieningssysteem is uitgebracht in een
vernieuwde versie, CONTROL A1 genaamd, hetgeen het
standaard bedieningssysteem is voor de Sony 300-disc CD-
wisselaar en andere recente Sony apparatuur. Componenten
met CONTROL A1 bedieningsaansluitingen en die met
CONTROL A1 aansluitingen zijn onderling te verbinden en
samen te gebruiken. In principe zijn de meeste functies van
het CONTROL A1 bedieningssysteem ook beschikbaar in het
nieuwe CONTROL A1 bedieningssysteem. Bij een
onderlinge verbinding tussen CONTROL A1 aansluitingen en
CONTROL A1 aansluitingen kan het aantal beschikbare
bedieningsfuncties echter beperkt zijn, afhankelijk van de
aangesloten apparatuur. Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparatuur.
53
NL
Overige bedieningsfuncties
Basis-bedieningsfuncties
De CONTROL A1 bedieningsfuncties zullen werken
zolang de te bedienen component(en) is/zijn
ingeschakeld, ook al staan de andere aangesloten
componenten alle uitgeschakeld.
Automatische geluidsbronkeuze
Als u een voor het CONTROL A1
systeem geschikte
Sony versterker (of tuner/versterker) hebt aangesloten op
andere Sony componenten via mono ministekker-snoeren,
dan zal de geluidsbron-keuzeschakelaar van de versterker
(of tuner/versterker) automatisch instellen op de juiste
geluidsbron, zodra u de op weergavetoets van een een
van de aangesloten componenten drukt.
Opmerkingen
• Er moet een voor het CONTROL A1 systeem geschikte Sony
versterker (of tuner/versterker) zijn aangesloten via mono
ministekker-snoeren om de automatische geluidsbron-keuze te
kunnen gebruiken.
• Deze automatische geluidsbron-keuze werkt alleen als de
componenten zijn aangesloten op de ingangsaansluitingen van
de versterker (of tuner/versterker) die overeenkomen met de
namen van de geluidsbron-keuzetoetsen. Op bepaalde
versterkers kunt u de namen van de geluidsbron-keuzetoetsen
omschakelen. Zie in dat geval voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de versterker.
• Tijdens opnemen kunt u beter niet het afspelen starten van een
andere component dan de opnamebron. Hierdoor zou namelijk
de automatische geluidsbron-keuze overschakelen op de
andere component.
Synchroon-opnamefunctie
Met deze functie kunt u automatisch de weergave van de gekozen
geluidsbron en de opname op een andere component tegelijk starten.
1 Stel de geluidsbron-keuzeschakelaar van de
versterker (of tuner/versterker) in op de
geluidsbron voor weergave.
2 Zet de geluidsbron in de weergave-pauzestand (let
op dat het N en het X lampje beide oplichten).
3 Zet het opname-apparaat in de opnamepauzestand
(REC-PAUSE).
4
Druk op de PAUSE toets van het opname-apparaat.
De geluidsbron schakelt van de pauzestand over op
weergave en even later begint automatisch het opnemen.
Wanneer de weergave van de geluidsbron eindigt,
zal het opnemen ook automatisch stoppen.
Opmerkingen
• Zet niet meer dan één geluidsbron tegelijk in de weergave-
pauzestand.
• Bepaalde opname-componenten beschikken over een speciale
synchroon-opnamefunctie op basis van het CONTROL A1
bedieningssysteem, zoals de “CD synchroon-opname” op
cassettedecks. Zie voor nadere bijzonderheden daaromtrent de
bij uw opname-component geleverde gebruiksaanwijzing.
54
NL
Verhelpen van storingen
Als bij het gebruik van de tuner/versterker een van de
volgende problemen zich voordoet, neemt u dan de
controlepunten even door om het probleem te verhelpen.
Zie ook de paragraaf “Controleren van de aansluitingen”
op blz. 22 om zeker te stellen dat alle aansluitingen in
orde zijn. Mocht de storing niet zo gemakkelijk te
verhelpen zijn, raadpleeg dan a.u.b. de dichtstbijzijnde
Sony handelaar.
Er klinkt niet of nauwelijks geluid.
, Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
, Controleer of de tuner/versterker wel is ingesteld
op de juiste geluidsbron.
, Druk op de SPEAKERS toets wanneer SP. OFF
verschijnt in het uitleesvenster.
, Controleer of er een hoofdtelefoon is aangesloten
op PHONES.
, Druk op MUTING wanner MUTING verschijnt in
het uitleesvenster.
, Het beveiligingscircuit van de tuner/versterker is
in werking getreden, vanwege een kortsluiting.
Schakel de tuner/versterker uit, verhelp de
kortsluiting en schakel het apparaat weer in.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld.
, Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
,
Stel de weergave beter in met de voorbalans-
parameter (FRONT BALANCE) in het LEVEL menu.
Er klinkt een storende bromtoon of andere
bijgeluiden.
, Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
, Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en ten minste 3 meter
(10 feet) van een TV-toestel of tl-verlichting.
, Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
, Sluit een aardingsdraad aan op de U SIGNAL
GND platenspeler-aardaansluiting (alleen wanneer
een platenspeler is aangesloten).
, Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil.
Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus of
zuivere alcohol.
Het geluid van een digitale bron valt soms weg.
, Zorg dat er signalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz worden
doorgegeven aan de DVD/LD IN OPTICAL of
COAXIAL ingangsaansluitingen.
De middenluidspreker geeft geen geluid.
, Zorg dat de klankbeeldfunctie is ingeschakeld
(druk op de SOUND FIELD MODE toets).
, Kies de CENTER MODE instelling die past bij uw
luidspreker-opstelling (zie blz. 29 t/m 31).
, Stel de geluidssterkte van de luidsprekers
evenwichtig in (zie blz. 21).
, Zorg dat de formaatparameter voor de
middenluidspreker is ingesteld op “SMALL” of
“LARGE” (zie blz. 18).
Aanvullende
informatie
55
NL
Aanvullende informatie
De surroundluidsprekers geven niet of nauwelijks
geluid.
, Zorg dat de klankbeeldfunctie is ingeschakeld
(druk op de SOUND FIELD MODE toets).
, Kies de CENTER MODE instelling die past bij uw
luidspreker-opstelling (zie blz. 29 t/m 31).
, Stel de geluidssterkte van de luidsprekers
evenwichtig in (zie blz. 21).
, Zorg dat de formaatparameter voor de
surroundluidsprekers is ingesteld op “SMALL” of
“LARGE” (zie blz. 18).
De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid.
, Controleer of de lagetonen-luidspreker op YES
staat (zie blz 18).
, Controleer of de 2CH mode niet is geselecteerd (zie
blz 31).
Geen Dolby Digital of DTS multikanaalsgeluid.
, Controleer of de DVD, enz. die wordt afgespeeld,
is opgenomen in Dolby Digital of DTS.
, Wanneer u de DVD-speler, enz. aansluit op de
digitale ingangen van deze receiver, moet u de
geluidsinstellingen (instellingen voor audio-
uitgang) van de aangesloten component
controleren.
Het opnemen lukt niet.
, Controleer of alle audio/video-apparatuur naar
behoren is aangesloten.
, Kies de broncomponent door aan FUNCTION te
draaien.
, Bij het opnemen van een digitale geluidsbron dient
u de INPUT MODE ingangssignaal-keuzetoets op
“ANALOG 2CH FIXED” te zetten (zie blz. 25) voor
u gaat opnemen met een opname-apparaat dat is
aangesloten op de analoge MD/TAPE
aansluitingen.
, Bij het opnemen van een digitale geluidsbron dient
u de INPUT MODE ingangssignaal-keuzetoets op
“COAXIAL FIXED” of “OPTICAL FIXED” te
zetten (zie blz. 25) voor u gaat opnemen met een
opname-apparaat dat is aangesloten op de
DIGITAL MD/TAPE OUT aansluitingen.
Het afstemmen op een radiozender lukt niet.
, Controleer of de antennes goed zijn aangesloten.
Verstel zonodig de stand van de antennes en sluit
een buitenantenne aan.
, Mogelijk is de signaalsterkte te gering voor
ontvangst (bij gebruik van de automatische
zoekafstemming). Gebruik de directe afstemming.
, Zorg dat het afsteminterval juist is ingesteld (voor
direct afstemmen op AM radiozenders) (zie blz. 44
en 57).
, Er zijn nog geen zenders vooringesteld of de
vastgelegde voorkeurzenders zijn uit het geheugen
gewist (bij gebruik van de geheugenafstemming).
Leg de gewenste zenders in het afstemgeheugen
vast (zie blz. 45).
, Druk op de DISPLAY toets zodat de
afstemfrequentie in het uitleesvenster verschijnt.
Het geluid wordt niet met akoestiekeffect weergegeven.
, Zorg dat de klankbeeldfunctie is ingeschakeld
(druk op de SOUND FIELD MODE toets).
De RDS informatiefuncties werken niet.
, Controleer of de tuner/versterker wel is afgestemd
op een RDS informatiezender op de FM
afstemband.
, Stem af op een krachtiger FM RDS zender.
De gewenste RDS informatie verschijnt niet in
het uitleesvenster.
, Neem contact op met de radiozender en informeer
of deze wel of geen RDS signalen uitzendt. Ook
zenders die gewoonlijk wel RDS informatie
uitzenden kunnen deze soms tijdelijk buiten
werking stellen.
Er wordt niets aangegeven in het uitleesvenster.
, Wanneer het display dooft meteen nadat de
receiver werd aangeschakeld, drukt u op DIMMER
om de display mode te wijzigen.
Op het TV-scherm is geen beeld of slechts een
onduidelijk beeld zichtbaar.
, Stel de tuner/versterker op de juiste beeld/
geluidsbron in.
, Stel het TV-toestel in op de gewenste
beeldweergave.
, Zet het TV-toestel iets verder van de audio-
apparatuur vandaan.
De afstandsbediening werkt niet.
, Richt de afstandsbediening recht op de g
afstandsbedieningssensor voorop de tuner/
versterker.
, Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de tuner/versterker.
, Als de batterijen in de afstandsbediening leeg
kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe.
, Controleer of u wel de juiste toets op de
afstandsbediening hebt ingedrukt.
, Als de afstandsbediening staat ingesteld op
bediening van alleen het TV-toestel, kies dan eerst
met de component-keuzetoets op de
afstandsbediening een andere beeld/geluidsbron
dan de TV, dan kunt u daarna het gewenste
apparaat bedienen.
Pagina’s met aanwijzingen voor het wissen
van het geheugen van de tuner/versterker
Voor wissen van Leest u
Het gehele geheugen pagina 16
De zelf aangepaste klankbeelden pagina 36
56
NL
Aanvullende informatie
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
UITGANGSVERMOGEN
Nominaal uitgangsvermogen bij
stereo-weergave
(8 ohms 1 kHz, THD 0,7 %)
100 W + 100 W
Referentie-uitgangsvermogen
(8 ohms 1 kHz, THD 0,7 %)
FRONT
1)
:
100 W + 100 W
CENTER
1)
: 100 W
SURROUND
1)
:
100 W + 100 W
1) Bij bepaalde klankbeeld-akoestiekinstellingen
en geluidsbronnen kan de middenluidspreker
soms geen geluid weergeven.
Frequentiebereik
PHONO: RIAA
compensatiecurve
±0,5 dB
MULTI CH IN,
CD/SACD,
MD/TAPE,
DVD/LD, TV/SAT,
VIDEO 1, 2:
10 Hz – 50 kHz
+0,5/–2 dB (zonder
klankbeeld of
equalizer-
toonregeling)
Ingangen (analoog)
PHONO:
Gevoeligheid:
4 mV
Impedantie:
50 kOhm
Signaal/
ruisverhouding
2)
:
86 dB (A, 4 mV
3)
)
MULTI CH IN,
CD/SACD,
MD/TAPE,
DVD/LD, TV/SAT,
VIDEO 1, 2:
Gevoeligheid:
250 mV
Impedantie:
50 kOhm
Signaal/
ruisverhouding
2)
:
96 dB (A, 250 mV
3)
)
2) INPUT SHORT
3) Netwerk-gewogen, ingangsniveau
Ingangen (digitaal)
DVD/LD IN(coaxiaal):
Gevoeligheid: –
Impedantie: 75 ohm
Signaal/
ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz
LPF)
DVD/LD IN, TV/SAT
IN, MD/TAPE IN
(optisch):
Gevoeligheid: –
Impedantie: –
Signaal/
ruisverhouding:
100 dB (A, 20 kHz
LPF)
Uitgangen MD/TAPE (OUT);
VIDEO 1, 2 (AUDIO
OUT):
Uitgangsspanning:
250 mV
Impedantie:
10 kOhm
SUB WOOFER:
Uitgangsspanning:
2 V
Impedantie: 1 kOhm
PHONES:
Geschikt voor hoog-
en laagohmige
hoofdtelefoons
Bemonsteringsfrequentie
48 kHz (TV/SAT,
MD/TAPE
OPTICAL IN)
96 kHz (DVD/LD,
OPTICAL IN,
COAXIAL IN)
EQ toonregeling
BASS:
99 Hz – 1,0 kHz
(21 stappen)
MID:
198 Hz – 10,0 kHz
(37 stappen)
TREBLE:
1,0 kHz – 10 kHz
(23 stappen)
Versterking:
+6/–10 dB,
in stappen van 1 dB
57
NL
Aanvullende informatie
FM tuner-gedeelte
Afstembereik
87,5 – 108,0 MHz
Antenne-aansluitingen
75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrequentie
10,7 MHz
Gevoeligheid
Mono: 18,3 dBf,
2,2 µV/75 ohm
Stereo: 38,3 dBf,
22,5 µV/75 ohm
Bruikbare gevoeligheid
11,2 dBf,
1µV/75 ohm
Signaal/ruisverhouding
Mono: 76 dB
Stereo: 70 dB
Harmonische vervorming bij 1 kHz
Mono: 0,3%
Stereo: 0,5%
Kanaalscheiding
45 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik
30 Hz – 15 kHz
+0,5/–2 dB
Selectiviteit 60 dB bij 400 kHz
AM tuner-gedeelte
Afstembereik
531 – 1602 kHz
Antenne Kaderantenne
Tussenfrequentie
450 kHz
Bruikbare gevoeligheid
50 dB/meter
(bij 999 kHz)
Signaal/ruisverhouding
54 dB (bij 50 mV/
meter)
Harmonische vervorming
0,5% (bij 50 mV/meter,
400 Hz)
Selectiviteit 35 dB
Video-gedeelte
Ingangsspanning
Video:
1 Vt-t, 75 ohm
S-video
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Uitgangsspanning
Video:
1 Vt-t, 75 ohm
S-video
Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Algemeen
Systeem Tuner-gedeelte:
Quartz PLL kwarts-
en fasegekoppeld
digitaal synthesizer
afstemsysteem
Voorversterker-
gedeelte:
Ruisarme NF-type
equalizerversterker
Eindversterker-
gedeelte:
Zuiver
complementaire
SEPP versterker
Stroomvoorziening
230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik
220 watt
Wachtstand: 0,9 watt
Netstroomuitgangen
1 switched,
total 100 W
Afmetingen (b/h/d)
430 × 157,5 × 369 mm,
incl. uitstekende
onderdelen en
knoppen
Gewicht (ca.)
9,5 kg
Bijgeleverd toebehoren
Zie blz. 4.
Wijzigingen in ontwerp en technische
gegevens voorbehouden, zonder
kennisgeving.
58
NL
Aanvullende informatie
Akoestiek-weergave
Geluidsweergave die bestaat uit drie
geluidscomponenten: direct geluid,
rechtstreeks weerkaatst geluid (vroege
weerkaatsingen) en een (latere)
nagalm. De akoestiek van de ruimte
waarin u luistert beïnvloedt de wijze
waarop u deze drie
geluidscomponenten hoort. De
akoestiek-weergave combineert deze
geluidscomponenten op een
dusdanige manier dat diverse
luisteromgevingen, zoals een
concertzaal, kunnen worden
nagebootst.
• Geluidscomponenten
Weergave van het geluid via de
surroundluidsprekers
Dolby Pro Logic Surround
Als een van de decodeersystemen
voor Dolby Surround geluid, zorgt de
Dolby Pro Logic Surround dat een
twee-kanaals geluidsspoor wordt
omgezet in vier gescheiden kanalen.
Vergeleken met het eerdere Dolby
Surround systeem, zorgt de Dolby Pro
Logic Surround voor een meer
natuurlijk klankbeeld met vloeiender
verlopende bewegingen en precieser
gelokaliseerd geluid. Om de
voordelen van Dolby Pro Logic
Surround optimaal te horen, heeft u
een paar surroundluidsprekers en een
middenluidspreker nodig. De
surroundluidsprekers geven het
geluid in mono weer.
Dolby Digital
Dit is een weergavesysteem voor de
bioscoop, meer geavanceerd dan de
Dolby Pro Logic Surround. Hierbij
geven de surroundluidsprekers stereo
geluid weer met een breder
frequentiebereik, en is tevens
voorzien in een afzonderlijk
“subwoofer” lagetonenkanaal voor de
diepste bassen. Dit systeem wordt ook
aangeduid als “5.1”, met vijf gewone
voor-, midden- en achterluidsprekers
plus het subwooferkanaal dat voor 0.1
telt (aangezien het alleen dient voor
de ultralage tonen). Alle zes kanalen
worden bij dit systeem afzonderlijk
opgenomen, voor een optimale
kanaalscheiding. En omdat alle
signalen digitaal verwerkt worden, is
er minder verlies aan kwaliteit.
Digital Cinema Sound
Dit is een algemene term voor de
akoestiek-weergave die geboden
wordt door de digitale
signaalverwerkingstechniek
ontwikkeld door Sony. In
tegenstelling tot de eerdere
akoestische klankbeelden die
voornamelijk bedoeld waren voor
muziekweergave, is de Digital
Cinema Sound specifiek ontworpen
voor het weergeven van filmgeluid.
Nagalm
Vroege
weerkaat-
singen
Nagalm
Vroege weerkaatsingstijd
Vroege
weerkaatsingen
Direct geluid
Tijd
Niveau
Direct geluid
Verklarende woordenlijst
59
NL
Aanvullende informatie
Overzicht van de instellingen met de SURR, LEVEL, EQ en
SET UP toetsen
U kunt een heel stel geluidsinstellingen zelf naar wens aanpassen met de LEVEL, SURR, EQ en SET UP toetsen, de
instelknop en de cursortoetsen. Hieronder volgt een overzicht van de beschikbare instellingen.
Druk op de Druk op de of cursortoets Draai aan de instelknop om een Zie blz.
om in te stellen op: instelling te kiezen:
SURR toets PRO LOGIC AUTO, ON, OFF 34
EFFECT afhankelijk van het klankbeeld (in 21 stapjes)
WALL S__I__H van –8 tot +8 (in stapjes van 1 tegelijk)
REVERB S__I__L van –8 tot +8 (in stapjes van 1 tegelijk)
FRONT REVERB DRY, WET, STD
SCREEN DEPTH DEEP, MID, OFF
VIR. SPEAKERS ON, OFF
LEVEL toets FRONT L__I__R van –8 dB tot +8 dB (in stapjes van 1 dB) 35
SURROUND L__I__R van –8 dB tot +8 dB (in stapjes van 1 dB)
CENTER LEVEL XXX dB van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
SURROUND LEVEL XXX dB van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
SURR BACK LEVEL XXX dB van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
S. WOOFER LEVEL XXX dB van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
LFE MIX XXX dB OFF, van –20 dB tot 0 dB (in stapjes van 1 dB)
D. RANGE COMP. OFF, van 0,1 tot 0,9 (in stapjes van 0,1), STD, MAX
EQ toets FRONT BASS GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB) 36
FRONT BASS FREQUENCY van 99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stapjes)
FRONT MID GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
FRONT MID FREQUENCY van 198 Hz tot 10,0 kHz (in 37 stapjes)
FRONT TREBLE GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
FRONT TREBLE FREQUENCY van 1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stapjes)
CENTER BASS GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
CENTER BASS FREQUENCY van 99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stapjes)
CENTER MID GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
CENTER MID FREQUENCY van 198 Hz tot 10,0 kHz (in 37 stapjes)
CENTER TREBLE GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
CENTER TREBLE FREQUENCY van 1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stapjes)
SURROUND BASS GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
SURROUND BASS FREQUENCY van 99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stapjes)
SURROUND TREBLE GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
SURROUND TREBLE FREQUENCY van 1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stapjes)
SURROUND BACK BASS GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
SURROUND BACK BASS van 99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stapjes)
FREQUENCY
SURROUND BACK TREBLE GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB)
SURROUND BACK TREBLE van 1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stapjes)
FREQUENCY
60
NL
Aanvullende informatie
1)
Alleen als voor de luidsprekers het formaat “SMALL” is gekozen.
Druk op de Druk op de of cursortoets Draai aan de instelknop om een Zie blz.
om in te stellen op: instelling te kiezen:
SET UP FRONT LARGE, SMALL 17
CENTER LARGE, SMALL, NO
SURROUND LARGE, SMALL, NO
SURR BACK LARGE, SMALL, NO
SUB WOOFER YES, NO
FRONT XX.X meter van 1,0 meter (3 feet) tot 12,0 meter (40 feet)
(in stapjes van 10 cm)
CENTER XX.X meter van 1,0 meter (3 feet) tot 12,0 meter (40 feet)
(in stapjes van 10 cm)
SURROUND XX.X meter van 1,0 meter (3 feet) tot 12,0 meter (40 feet)
(in stapjes van 10 cm)
SURR BACK XX.X meter van 1,0 meter (3 feet) tot 12,0 meter (40 feet)
(in stapjes van 10 cm)
SUB WOOFER XX.X meter van 1,0 meter (3 feet) tot 12,0 meter (40 feet)
(in stapjes van 10 cm)
S.W PHASE NORMAL, REVERSE
DISTANCE UNIT meter, feet
SURR POSI. SIDE, MIDDLE, BEHIND
SURR HEIGHT HIGH, LOW
SURR BACK HGT. HIGH, LOW
FRONT SP > XXX Hz
1)
40 Hz tot 200 Hz (in stapjes van 10 Hz)
CENTER SP > XXX Hz
1)
40 Hz tot 200 Hz (in stapjes van 10 Hz)
SURROUND SP > XXX Hz
1)
40 Hz tot 200 Hz (in stapjes van 10 Hz)
SURR BACK SP > XXX Hz
1)
40 Hz tot 200 Hz (in stapjes van 10 Hz)
LFE HIGH CUT > XXX Hz 40 Hz tot 200 Hz (in stapjes van 10 Hz)
6.1 CH DECODING AUTO, ON, OFF 51
MULTI CH NONE, alle werken (behalve TUNER en PHONO)
S.FIELD LINK ON, OFF
A1 AUTO POWER ON, OFF
AUTO FUNCTION ON, OFF
Overzicht van de instellingen met de SURR, LEVEL, EQ en SET UP toetsen
61
NL
Aanvullende informatie
De systeemcomponenten kunnen worden bediend met de afstandsbediening. De onderstaande tabellen geven een overzicht
van de instellingen van elke toets.
Toets Voor bediening Funktie
van
SLEEP Tuner/versterker Activateert de sluimerfunctie en
de tijdsspanne waarna de
receiver automatisch uitschakelt.
AV ?/1 TV/VCR/ In/uitschakelen van de stroom.
CD-speler/
DVD-speler/
minidisc-recorder/
VCD-speler/
laserdisc-speler/
DAT deck
?/1 Tuner/versterker Om de receiver aan of af te zetten.
VIDEO/ Tuner/versterker Om video te kijken.
VIDEO 1 (VTR mode 3)
VIDEO 2 Tuner/versterker Om video te kijken.
(VTR mode 1)
VIDEO 3 Tuner/versterker Om video te kijken.
(VTR mode 2)
DVD/LD Tuner/versterker Om een DVD of beeldplaat te
bekijken.
TV/SAT Tuner/versterker Om TV-beelden of beelden van een
satellietontvanger te bekijken.
MD/TAPE Tuner/versterker Om een Minidisc of audiocassette
te beluisteren.
CD/SACD Tuner/versterker Om een compact disc te
beluisteren.
TUNER Tuner/versterker Om radioprogramma’s te
beluisteren.
PHONO Tuner/versterker Om een platenspeler te beluisteren.
AUX Tuner/versterker Om audio-apparatuur te
beluisteren.
FN SHIFT* Afstandsbediening Samen gebruiken om een andere
functie te selecteren.
0-9 Tuner/versterker Gebruik de “SHIFT” toets om het
voorinstelzendernummer te kiezen
tijdens DIRECT TUNING of
MEMORY mode.
CD-speler/ Kiezen van muziekstuk-nummers.
minidisc-recorder/ Met 0 kiest u muziekstuknummer
VCD-speler/ 10.
laserdisc-speler/
DAT deck
TV/ Kiezen van kanaalnummers.
videorecorder/
SAT
>10 CD-speler/ Kiezen van muziekstuk-nummers
cassettedeck/ boven de 10.
minidisc-recorder/
VCD-speler/
laserdisc-speler
Toets Voor bediening Funktie
van
ENTER TV/ Druk hierop om de waarde in te
videorecorder/ voeren na het kiezen van een
SAT/ kanaal, disc of muziekstuk.
cassettedeck/
laserdisc-speler/
VCD-speler/
minidisc-recorder/
DAT deck
SHIFT Tuner/versterker Druk herhaaldelijk om een
geheugenpagina te kiezen voor het
voorinstellen van radiozenders of
het afstemmen op vooringestelde
radiozenders.
-/-- TV Om met de nummertoetsen
kanaalnummers te kunnen kiezen,
bestaande uit één of twee cijfers.
D.TUNING Tuner/versterker Direct invoeren van radiozenders.
./> CD-speler/ Overslaan van muziekstukken.
minidisc-recorder/
DVD-speler/
laserdisc-speler/
VCD-speler/
cassettedeck/
videorecorder/
DAT deck
m/M CD-speler/ Zoeken van muziekstukken
DVD-speler/ (voorwaarts of terugwaarts).
VCD-speler
cassettedeck/ Vooruitspoelen of terugspoelen.
minidisc-recorder/
videorecorder/
laserdisc-speler/
DAT deck
n Cassettedeck Starten van de weergave van de
achterkant van de cassette.
N CD-speler/ Starten van de weergave.
cassettedeck/
minidisc-recorder/
videorecorder/
DVD-speler/
VCD-speler/
laserdisc-speler/
DAT deck
* De VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, PHONO en MD/TAPE
functie werkt met 2 toetsen. Om een bovenvermelde functie te
kiezen, drukt u tegelijkertijd op FN SHIFT (function shift) en de
gewenste functietoets.
Druk bijvoorbeeld op FN SHIFT en CD/SACD om de MD/TAPE
functie te kiezen.
Opmerking
Wanneer een functietoets (VIDEO, DVD/LD, TV/SAT) wordt
ingedrukt, kan de ingangsmode van de TV mogelijk niet naar de
gewenste mode overschakelen. Druk dan op de TV/VIDEO toets
om de ingangsmode van de TV te wijzigen.
Beschrijving van de afstandsbediening
62
NL
Aanvullende informatie
Beschrijving van de afstandsbediening
Toets Voor bediening Funktie
van
X CD-speler/ Tijdelijk onderbreken van de
cassettedeck/ weergave of opname. (Ook voor
minidisc-recorder/ het starten van de opname van
videorecorder/ apparatuur die in de opname-
DVD-speler/ pauzestand staat.)
VCD-speler/
laserdisc-speler/
DAT deck
x CD-speler/ Stoppen van de weergave.
cassettedeck/
minidisc-recorder/
videorecorder/
DVD speler/
VCD-speler/
laserdisc-speler/
DAT deck
POSITION** TV Veranderen van de plaats van het
inzetbeeld.
SWAP** TV Verwisselen van het inzetbeeld en
het gewone beeld.
DISC CD-speler Discs kiezen (alleen meervoudige
disc-wisselaar).
SUB CH +/–** TV Om voorinstelkanalen voor het
kleine beeld te kiezen.
D. SKIP/CH/ Tuner/versterker Doorlopen en kiezen van
PRESET +/– vooringestelde zenders.
TV/VCR/SAT Kiezen van kanalen.
CD-speler Overslaan van compact discs
(alleen meervoudige disc-
wisselaar).
DISPLAY TV/ Om informatie op het TV-scherm
videorecorder/ te selecteren.
DVD speler/
VCD-speler/
laserdisc-speler
P IN P** TV In werking stellen van de beeld-
in-beeld funktie.
JUMP TV Schakelt om tussen vorige en
huidige kanalen.
WIDE TV Kiest de breedbeeldstand.
ANT TV/ Videorecorder Kiezen van het uitgangssignaal
VTR van de antenne-aansluiting: TV-
signaal of videoprogramma.
TV/VIDEO TV/videorecorder Kiezen van het ingangssignaal:
TV-signaal of videoprogramma.
A. F. D. Tuner/versterker Auto Format Decoding.
2CH/OFF Tuner/versterker Om geluidsveld af te zetten of
2CH mode te kiezen.
MODE +/– Tuner/versterker Om de geluidsveldstand te kiezen.
MULTI/2CH Tuner/versterker Kies MULTI CH IN en 2CH
A. DIRECT
ANALOG DIRECT als bron.
MUTING Tuner/versterker Om het geluid van de receiver uit
te schakelen.
Toets Voor bediening Funktie
van
TEST TONE Tuner/versterker Indrukken om de testtoon te laten
horen.
MAIN Tuner/versterker Druk herhaaldelijk op deze toets
MENU om één van de vijf cursor modes
te kiezen: LEVEL, SURROUND,
EQ, NAME en SET UP.
MASTER Tuner/versterker Om het hoofdvolume van de
VOL +/– receiver te regelen.
ENU </> Tuner/versterker Om een menu item te kiezen.
MENU +/– Tuner/versterker Om instellingen te verrichten of te
wijzigen.
MENU DVD speler Om het DVD menu te tonen.
F/f/G/g DVD speler Om een menu item te kiezen.
ENTER DVD speler Om de selectie in te voeren.
RETURN DVD speler Om terug te keren naar het vorige
menu of het menu te verlaten.
TITLE DVD speler Om de DVD titel te tonen.
** Uitsluitend voor Sony TV’s voorzien van de beeld-in-beeld funktie.
Opmerkingen
• Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd staan werken
niet met bepaalde receivermodellen.
• De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als voorbeeld.
Sommige componenten werken dan ook niet of worden anders
bediend dan hierboven beschreven.
Bij de instelling zijn de functies VIDEO, VIDEO 3 en AUX niet
beschikbaar.
63
NL
Aanvullende informatie
1 Houd de Funktiekeuzetoetsen waarvan u de
toewijzing wilt veranderen, ingedrukt (bijvoorbeeld
CD/SACD).
2 Druk op de betreffende toets van de component die
u aan de functietoets wilt toekennen (bijvoorbeeld 4
- Cassettedeck).
De volgende cijfertoetsen zijn bedoeld om de functies te
selecteren:
* Sony videorecorders worden bediend in een VTR 1, 2 of 3
stand. Deze bedieningsstanden komen overeen met
resp. Beta, 8mm en VHS.
Nu kan het cassettedeck worden bediend met de CD/
SACD-toets.
Een toets in de fabrieksinstelling zetten
Voer de bovenstaande procedure opnieuw uit.
Alle functietoetsen in de fabrieksinstelling zetten
Druk tegelijk op ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL –.
Bedienen
CD-speler
DAT deck
Minidisc-recorder
Cassettedeck A
Cassettedeck B
Laserdisc-speler
Videorecorder (bedieningsstand VTR 1*)
Videorecorder (bedieningsstand VTR 2*)
Videorecorder (bedieningsstand VTR 3*)
TV-toestel
DSS (Digital Satellite System)
DVD
VCD-speler
Drukt u op
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
>10
ENTER
.
Veranderen van de toewijzingen van een
funktiekeuzetoets
Als de toewijzingen van de FUNCTION toetsen
(hierboven) zoals deze in de fabriek zijn ingesteld, niet
overeenstemmen met die van uw apparatuur, is het
mogelijk om deze instellingen aan te passen. Indien u
bijvoorbeeld beschikt over een MD-speler en een
cassettedeck, en niet over een CD-speler, kunt u de CD/
SACD-toets toekennen aan uw cassettedeck.
Merk op dat de instellingen van de TUNER en FN SHIFT
(VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, PHONO en MD/TAPE)
functietoets niet kan worden gewijzigd.
Funktiekeuze-
toetsen
Nummertoetsen
P
p
DISC
9
(
0
)
=
+
>10
0
789
456
123
ENTER
CD/SACD
AUX
TUNER
VIDEO
MD/TAPE
VIDEO 2
PHONO
VIDEO 1
VIDEO 3
SYSTEM
STANDBY
FUNCTION
SHIFT
POSITION
DISPLAY
MODE
JUMP
A.F.D.
MUTING
2CH/OFF
WIDE
P IN P
SWAP
D.SKIP/
CH/PRESET
– /– –
– SUB CH +
ANT
TV/VTR
TV/
VIDEO
MULTI/2CH
A. DIRECT
SOUND FIELD
+
MAIN MENU
MENU
MASTER
VOL
TEST TONE
D.TUNING
RETURN
MENU
ENTER
TITLE
f
F
G
g
SLEEP
AV
?/1
?/1
DVD/LD
TV/SAT
FN SHIFT
>10
ENTER
?/1
AV ?/1
MASTER VOL –
=
64
NL
Aanvullende informatie
Index
A
Aanduidingen in het
uitleesvenster 24
Aanpassen van de klankbeelden
34-41
Aansluiten 4-15
antennes 5
audio-apparatuur 6
CONTROL A1
12
digitale componenten 8
luidsprekersysteem 14
netsnoer 11
video-apparatuur 7
MULTI CH IN meerkanaals-
geluidsbron 10
Afstemmen
direct 44
doornemen van zenders. Zie
Automatische zoekafstemming
op voorkeurzenders 45
Akoestiek-weergave 28-41
Autobetical zenderopslag 44
Automatische zoekafstemming
45
B
Basisbediening 23-27
Batterijen 4
Bijgeleverd toebehoren 4
Bijregelen. Zie Instellen
C
Controleren van de
aansluitingen 22
D
Digital Cinema Sound 58
Directe afstemming 44
Dolby Digital 58
Dolby Pro Logic Surround 58
Doornemen van zenders
alle radiozenders.
Zie Automatische zoekafstemming
via het programmatype.
Zie PTY
voorkeurzenders.
Zie Geheugenafstemming
E
Effectniveau 34
Equalizer toonregeling 36
F
Filterfrequentie kiezen 21
G, H
Geheugenafstemming
automatisch voorinstellen 44
voorkeurzender kiezen 46
voorinstellen van zenders 45
I, J
Instellen
akoestiekparameters 34
effectniveau 34
equalizer toonregeling 36
helderheid van het
uitleesvenster 24
klankkleur 36
luidsprekervolume 21
K
Kiezen
beeld/geluidsbron 25
klankbeelden 29
weergave-component 25
Klankbeeld
aanpassen 34-41
instelbare parameters 37-41
kiezen 29
terugstellen 36
voorgeprogrammeerd 30-31
Klankkleur 36
Kopiëren. Zie Opnemen
L
Luidsprekers
aansluiten 14
impedantie 15
opstelling 17-21
volumeregeling 21
M
Monteren. Zie Opnemen
N
Naamgeving 49
O
Ontvangen van zenders
Zie Afstemmen
Opnemen
audiocassette of minidisc 49
videocassette 50
P, Q
Parameters 37-41
PTY programmatype 47
R
Radio-ontvangst
Zie Afstemmen
RDS 46-47
S
Sluimerfunctie 50
Surround akoestiek 28-41
T
Testtoon 21
Toonregeling (equalizer) 36
U
Uitpakken 4
V
Voorkeurzenders
afstemmen 45
automatisch vastleggen 44
vastleggen 46
W, X, Y
Wissen van het geheugen 16
Z
Zendernamen. Zie Naamgeving

Documenttranscriptie

4-234-334-73(1) FM Stereo FM-AM Receiver Mode d’emploi FR Gebruiksaanwijzing NL Bruksanvisning SE STR-DE875  2001 Sony Corporation WAARSCHUWING Voorzorgsmaatregelen Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. Veiligheid Opstelling • Mocht er vloeistof of een voorwerp in de tuner/versterker terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat eerst nakijken door een deskundige, alvorens het weer in gebruik te nemen. • Om brand te voorkomen mogen de verluchtingsopeningen van de receiver niet worden afgedekt met kranten, tafelkleedjes, gordijnen, enz.. Plaats geen brandende kaarsen op het toestel. • Plaats evenmin vazen op de receiver om brand of elektrocutie te voorkomen. • Zet de tuner/versterker op een goed geventileerde plaats, met rondom vrije luchtdoorstroming, om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Plaats de tuner/versterker niet in de buurt van een warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met veel stof, vocht en mechanische trillingen of schokken. • Zet niets bovenop de tuner/versterker. De ventilatie-openingen aan de bovenzijde mogen niet geblokkeerd worden, in het belang van een juist functioneren van het apparaat en een langere levensduur van de componenten. • De receiver warmt op terwijl hij in werking is. Dat is normaal en wijst niet op een defect. Wanneer deze receiver langdurig met hoog volume werkt, kan de bovenkant, zijkant en onderkant van de behuizing sterk opwarmen. Raak de behuizing niet aan om verbranding te voorkomen. Open nooit de behuizing, om gevaar voor elektrische schokken te vermijden. Laat reparaties aan de erkende vakhandel over. Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast. Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als KCA. Stroomvoorziening • Controleer voor het aansluiten van de tuner/versterker eerst of de bedrijfspanning ervan wel overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning staat aangegeven op het naamplaatje aan de achterzijde van het apparaat. • Zolang het netsnoer op het stopcontact is aangesloten, blijft er spanning op het apparaat staan, zelfs nadat het apparaat is uitgeschakeld. • Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact wanneer u denkt de tuner/ versterker geruime tijd niet te zullen gebruiken. Om de aansluiting op het stopcontact te verbreken, mag u uitsluitend aan de stekker trekken; trek nooit aan het snoer. • Indien het netsnoer vervangen moet worden, mag dit alleen uitgevoerd worden door een erkend onderhoudscentrum. Bediening Zorg ervoor dat de stekkers van de netsnoeren van de apparatuur niet in het stopcontact zitten, alvorens de aansluitingen te maken. Sluit de netsnoeren pas als allerlaatste aan. Reiniging Gebruik voor het reinigen van de ombouw, het voorpaneel en de bedieningsorganen een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik geen schuurspons, schuurmiddelen of vluchtige stoffen zoals spiritus of benzine. Mocht u na het doorlezen van de gebruiksaanwijzing nog vragen over of problemen met de tuner/versterker hebben, aarzel dan niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar. 2NL Omtrent deze handleiding INHOUDSOPGAVE Deze gebruiksaanwijzing geldt voor model STR-DE875. Controleer uw modelnummer in de rechter benedenhoek van het voorpaneel. Aansluiten van de apparatuur Algemene opzet • Alle aanwijzingen in de tekst beschrijven de bediening met de toetsen op de tuner/versterker zelf. U kunt echter ook de toetsen van de afstandsbediening gebruiken met dezelfde of soortgelijke namen als die op de tuner/versterker. • Op een aantal plaatsen in deze gebruiksaanwijzing treft u het onderstaande symbool aan: z Dit symbool vestigt uw aandacht op handige tips, die de bediening vergemakkelijken. Deze tuner/versterker is uitgerust met Dolby* Digital en Pro Logic Surround akoestiek en het DTS** Digital Surround akoestieksysteem. * Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbele D-symbool ; zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Vertrouwelijke onuitgegeven werken. Copyright 1992-1997 Dolby Laboratories, Inc. Alle rechten voorbehouden. ** Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc. US Pat. No. 5,451,942, 5,956,674, 5,974,380, 5,978,762 en andere wereldwijde patenten verkregen en aangevraagd. “DTS”, “ES” en “DTS Digital Surround” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright 1996, 2000 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden. 4 Uitpakken 4 Aansluiten van de antennes 5 Aansluiten van audio-apparatuur 6 Aansluiten van video-apparatuur 7 Aansluiten van digitale apparatuur 8 Aansluiten MULTI CH IN 10 Andere aansluitingen 11 Aansluiten en opstellen van de luidsprekers 13 Aansluiten van de luidsprekers 14 Voorbereidingen treffen voor weergave 16 Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek 17 Alvorens uw tuner/versterker in gebruik te nemen 22 Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker 23 Bedieningsorganen op het voorpaneel 23 NL Genieten van Surround Sound akoestiek 28 Kiezen van een klankbeeld 29 Uitleg van de meerkanaals-akoestiekaanduidingen 32 Bijregelen van de klankbeelden 34 Radio-ontvangst 42 Automatisch vastleggen van FM zenders in alfabetische volgorde (“Auto-betical” voorinstelling) 44 Directe afstemming 44 Automatische zoekafstemming 45 Geheugenafstemming 45 Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) 46 Overige bedieningsfuncties 48 Naamgeving van voorkeurzenders en beeld/ geluidsbronnen 49 Opnemen 49 Automatisch uitschakelen met de sluimerfunctie 50 Instellingen met de SET UP toets 51 CONTROL A1 bedieningssysteem 52 Aanvullende informatie 54 Verhelpen van storingen 54 Technische gegevens 56 Verklarende woordenlijst 58 Overzicht van de instellingen met de SURR, LEVEL, EQ en SET UP toetsen 59 Beschrijving van de afstandsbediening 61 Index 64 3NL Aansluiten van de apparatuur In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u diverse audio- en videoapparatuur kunt aansluiten op de tuner/versterker. Lees vooral de relevante paragrafen voor uw apparatuur alvorens u enig apparaat op de tuner/versterker gaat aansluiten. Uitpakken Kontroleer of het onderstaande bijgeleverd toebehoren inderdaad in de verpakking van de tuner/versterker aanwezig is: • FM draadantenne (1) • AM kaderantenne (1) • Afstandsbediening (1) • R6 (AA-formaat) batterijen (2) Aanbrengen van batterijen in de afstandsbediening Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening, met de juiste polariteit van (+) en (–), zoals aangegeven in het batterijvak. Voor gebruik van de afstandsbediening richt u deze op de g afstandsbedieningssensor voorop de tuner/versterker. ] } } ] z Wanneer de batterijen te vervangen Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer 6 maanden meegaan. Als de tuner/versterker niet meer naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het tijd alle batterijen door nieuwe te vervangen. Opmerkingen • Leg de afstandsbediening niet op een al te warme of vochtige plaats. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen naast elkaar. • Let op dat de afstandsbedieningssensor van de tuner/ versterker niet wordt blootgesteld aan directe zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de afstandsbediening niet naar behoren functioneren. • Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te gebruiken, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen, om eventuele beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen. Alvorens met aansluiten te beginnen • Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan. • Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde zijn. • Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen. • Let bij het aansluiten van de audio/videosnoeren op dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de gele stekkers aan op de gele stekkerbussen (voor het videosignaal); witte stekkers op witte stekkerbussen (voor het linker audiokanaal) en rode stekkers op rode stekkerbussen (voor het rechter kanaal). 4NL Aansluiten van de antennes Aansluiten van de apparatuur AM kaderantenne (bijgeleverd) FM draadantenne (bijgeleverd) SURROUND DIGITAL CENTER FRONT OPTICAL ANTENNA DVD/LD IN L R L R AM TV/SAT IN CONTROL A1 S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO IN S-VIDEO OUT S-VIDEO IN MD/TAPE IN IMPEDANCE USE 8 – 16Ω COAXIAL MD/TAPE OUT COAXIAL DVD/LD IN VIDEO OUT FM 75Ω U VIDEO IN VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN MONITOR AUDIO OUT SIGNAL GND L L L L L R R R R R 4Ω FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH IN IN IMPEDANCE USE 4 – 16Ω SPEAKERS VIDEO OUT VIDEO IN IN OUT IN PHONO CD/SACD MD/TAPE AUDIO IN AUDIO IN TV/SAT DVD/LD AUDIO OUT AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 2 VIDEO 1 Antenne-aansluitingen Verbind de Met de AM kaderantenne AM aansluitklemmen FM draadantenne FM 75Ω COAXIAL stekkerbus FRONT 8Ω SWITCHED 100W MAX IMPEDANCE SELECTOR SUB WOOFER AC OUTLET z Op plaatsen met een problematische FM-ontvangst Sluit via een 75-ohm coaxiaalkabel (niet bijgeleverd) een FM buitenantenne aan op de tuner/versterker, zoals hieronder aangegeven. FM buitenantenne Tuner/versterker ANTENNA Na het aansluiten van de antennes • Om het oppikken van stoorsignalen te voorkomen, mag u de AM kaderantenne niet te dicht bij de tuner/ versterker of andere apparatuur zetten. • Strek de FM draadantenne zo ver mogelijk uit. • Na het aansluiten van de FM draadantenne legt of hangt u deze zo horizontaal mogelijk. AM Aardleiding (niet bijgeleverd) COAXIAL FM 75Ω naar een aardpunt Belangrijk Als u de tuner/versterker aansluit op een buitenantenne, dient deze geaard te worden, ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding; gezien de kans op een gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk. Opmerking Gebruik in geen geval de U SIGNAL GND platenspeleraardaansluiting voor het aarden van de tuner/versterker. 5NL Aansluiten van audio-apparatuur Vereiste aansluitsnoeren Aansluiten van de apparatuur Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) Minidisc-recorder/ cassettedeck Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op de stekkerbussen met dezelfde kleur, op de betreffende apparaten. INPUT OUTPUT LINE LINE L Platenspeler ç ç R OUT wit (L) wit (L) rood (R) rood (R) IN SURROUND DIGITAL CENTER FRONT OPTICAL ANTENNA DVD/LD IN R L R L AM TV/SAT IN CONTROL A1 S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO IN S-VIDEO OUT S-VIDEO IN MD/TAPE IN IMPEDANCE USE 8 – 16Ω COAXIAL MD/TAPE OUT COAXIAL DVD/LD IN VIDEO OUT FM 75Ω U VIDEO IN VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN MONITOR AUDIO OUT SIGNAL GND L L L L L R R R R 4Ω CENTER R FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH IN IMPEDANCE USE 4 – 16Ω SPEAKERS VIDEO OUT VIDEO IN IN IN OUT IN PHONO CD/SACD MD/TAPE AUDIO IN AUDIO IN TV/SAT DVD/LD AUDIO OUT AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 2 VIDEO 1 SUB WOOFER FRONT 8Ω IMPEDANCE SELECTOR SWITCHED 100W MAX AC OUTLET OUTPUT LINE L R Compact disc speler of SACD-speler Audio-aansluitingen Aarding van de platenspeler Verbind een Met de Platenspeler PHONO stekkerbussen Compact disc speler of SACD-speler CD/SACD stekkerbussen Minidisc-recorder of cassettedeck MD/TAPE stekkerbussen 6NL Als uw platenspeler is voorzien van een aardingsdraad, sluit u deze dan aan op de U SIGNAL GND aansluiting van de tuner/versterker. Aansluiten van video-apparatuur Vereiste aansluitsnoeren Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op de stekkerbussen met dezelfde kleur, op de betreffende apparaten. TV of satellietontvanger DVD videospeler of laserdisc-speler OUTPUT AUDIO OUT L R OUTPUT VIDEO OUT AUDIO OUT L R geel (video) geel (video) wit (audio L) wit (audio L) rood (audio R) rood (audio R) VIDEO OUT Videosnoer voor het aansluiten van een TV of videomonitor (niet bijgeleverd) geel geel SURROUND DIGITAL CENTER FRONT OPTICAL ANTENNA DVD/LD IN R AM TV/SAT IN CONTROL A1 S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO IN S-VIDEO OUT L R L S-VIDEO IN MD/TAPE IN IMPEDANCE USE 8 – 16Ω COAXIAL MD/TAPE OUT COAXIAL DVD/LD IN VIDEO OUT FM 75Ω U VIDEO IN VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN MONITOR AUDIO OUT SIGNAL GND L L L L L R R R R 4Ω CENTER FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH IN IN IN OUT IN AUDIO IN AUDIO IN TV/SAT DVD/LD PHONO CD/SACD MD/TAPE AUDIO OUT AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 2 VIDEO 1 8Ω Ç Ç INPUT INPUT OUTPUT INPUT OUTPUT VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO OUT AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN AUDIO OUT L L R Video-aansluitingen AC OUTLET IN VIDEO IN TV of videomonitor SWITCHED 100W MAX IMPEDANCE SELECTOR OUT IN Ç OUT SUB WOOFER FRONT Ç R IMPEDANCE USE 4 – 16Ω SPEAKERS VIDEO OUT VIDEO IN R Videorecorder Videorecorder Betreffende de video-aansluitingen Verbind een Met de TV of satelliet-ontvanger TV/SAT stekkerbussen Videorecorder VIDEO 1 stekkerbussen Tweede videorecorder VIDEO 2 stekkerbussen DVD videospeler of laserdisc-speler DVD/LD stekkerbussen TV of videomonitor MONITOR VIDEO OUT stekkerbus U kunt de audio-uitgangsaansluitingen van uw TV-toestel verbinden met de TV/SAT AUDIO IN stekkerbussen van de tuner/versterker, om het geluid van de TV weer te geven met een akoestiekeffect naar keuze. In dit geval mag u de videouitgangsaansluiting van het TV-toestel niet verbinden met de TV/ SAT VIDEO IN stekkerbus van de tuner/versterker. Als u een aparte TV-afstemeenheid (of een satelliet-ontvanger) aansluit, verbind dan de audio- en video-uitgangen daarvan met de tuner/ versterker zoals aangegeven in bovenstaand aansluitschema. z Bij gebruik van de S-video stekkerbussen in plaats van de gewone video-aansluitingen In dit geval zult u het TV-toestel of de videomonitor ook moeten aansluiten op de S-video stekkerbus. De S-video signalen worden alleen uitgestuurd via de S-video stekkerbussen, dus u zult via de gewone video-aansluitingen geen signaal kunnen weergeven. 7NL Aansluiten van de apparatuur Audio/video-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) Aansluiten van digitale apparatuur Aansluiten van de apparatuur U kunt de digitale uitgangsaansluitingen van uw DVD videospeler of satelliet-ontvanger (enz.) verbinden met de digitale ingangsaansluitingen van deze tuner/versterker, om thuis te genieten van een indrukwekkend bioscoopgeluid met meerkanaals Surround akoestiek. Om deze meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers, twee surroundluidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker. Daarnaast kunt u tevens een laserdisc-speler met een RF OUT stekkerbus aansluiten via een RF demodulator, zoals de Sony MOD-RF1 (niet bijgeleverd). Vereiste aansluitsnoeren Optisch digitaal aansluitsnoer (niet bijgeleverd) zwart Coaxiaal digitaal aansluitsnoer (niet bijgeleverd) geel OUTPUT OUTPUT VIDEO OUT VIDEO OUT AUDIO OUT geel Audio/video-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op de stekkerbussen met dezelfde kleur, op de betreffende apparaten. DVD videospeler of laserdisc-speler (e.d.)* TV of satelliet-ontvanger zwart geel (video) geel (video) wit (audio L) wit (audio L) rood (audio R) rood (audio R) AUDIO OUT L OUTPUT OUTPUT OUTPUT DIGITAL OPTICAL DIGITAL OPTICAL DIGITAL COAXIAL L R R SURROUND DIGITAL CENTER FRONT OPTICAL ANTENNA DVD/LD IN R AM TV/SAT IN CONTROL A1 S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO IN S-VIDEO OUT L L R S-VIDEO IN MD/TAPE IN IMPEDANCE USE 8 – 16Ω COAXIAL MD/TAPE OUT COAXIAL DVD/LD IN VIDEO OUT FM 75Ω U VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO IN MONITOR AUDIO OUT SIGNAL GND L L L L L R R R R 4Ω CENTER R FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH IN IN IMPEDANCE USE 4 – 16Ω SPEAKERS VIDEO OUT VIDEO IN IN OUT IN PHONO CD/SACD MD/TAPE AUDIO IN AUDIO IN TV/SAT DVD/LD AUDIO OUT AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 2 VIDEO 1 SUB WOOFER FRONT 8Ω SWITCHED 100W MAX IMPEDANCE SELECTOR AC OUTLET * Om digitale audio-aansluitingen te maken voor een DVD videospeler, sluit u deze aan op de coaxiale OF de optische digitale aansluitbus, NIET op allebei. Het is aanbevolen voor de digitale audio-aansluitingen de coaxiale aansluitbus te gebruiken. Voorbeeld voor het aansluiten van een laserdisc-speler via een RF demodulator U kunt de DOLBY DIGITAL RF OUT stekkerbus van een laserdisc-speler niet rechtstreeks aansluiten op de digitale ingangen van deze tuner/versterker. De RF uitgangssignalen moeten eerst worden omgezet in optische of coaxiale digitale signalen. Hiervoor sluit u de laserdisc-speler aan op een RF demodulator en dan verbindt u de optische of coaxiale digitale uitgang van de RF demodulator met de OPTICAL of COAXIAL DVD/LD IN aansluiting van de tuner/versterker. Zie voor nadere bijzonderheden over de DOLBY DIGITAL RF aansluitingen de gebruiksaanwijzing van de RF demodulator. VIDEO OUT Laserdisc-speler DOLBY DIGITAL RF OUT RF demodulator DIGITAL DIGITAL DVD/LD IN IN DVD/LD (COAXIAL) of (COAXIAL) (OPTICAL) (OPTICAL) DVD/LD VIDEO IN MASTER VOLUME + MULTI CHANNEL DECODING ?/1 – SPEAKERS DISPLAY LEVEL SURR DIMMER PRESET/ – PTY SELECT + – TUNING + EQ SET UP MUTING DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING CINEMA STUDIO EX NAME A PHONES B C A FUNCTION B INPUT MODE MEMORY SHIFT PTY MULTI /2CH A. DIRECT SOUND FIELD FM MODE FM/AM A.F.D. MODE 2CH EQUALIZER MODE ENTER Opmerking Bij het aansluiten op de hierboven getoonde wijze dient u de INPUT MODE schakelaar ( q; op blz. 25) handmatig in de juiste stand te zetten. Dit apparaat kan niet naar behoren werken als de INPUT MODE schakelaar in de “AUTO 2CH” of “AUTO MULTI CH” stand staat. 8NL Verbind de digitale uitgangsaansluitingen van uw minidisc-recorder of cassettedeck met de digitale ingang van de tuner/versterker en verbind de digitale ingangen van uw minidisc-recorder of cassettedeck met de digitale uitgangsaansluiting van de tuner/versterker. Via deze aansluitingen kunt u het geluid van een compact disc e.d. samenvoegen met de beelden van uw DVD (of laserdisc) videospeler of van een digitale TV-uitzending. Vereiste aansluitsnoeren zwart zwart Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op de stekkerbussen met dezelfde kleur, op de betreffende apparaten. Minidisc-recorder of cassettedeck wit (L) wit (L) rood (R) rood (R) INPUT OUTPUT DIGITAL LINE OPTICAL IN LINE L OUT OUT ç IN ç ç ç R OUT IN SURROUND DIGITAL CENTER FRONT OPTICAL ANTENNA DVD/LD IN R AM TV/SAT IN CONTROL A1 S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO IN S-VIDEO OUT L R L S-VIDEO IN MD/TAPE IN IMPEDANCE USE 8 – 16Ω COAXIAL MD/TAPE OUT COAXIAL DVD/LD IN VIDEO OUT FM 75Ω U VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO IN AUDIO OUT SIGNAL GND L L L L L R R R R 4Ω CENTER R FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH IN IN IMPEDANCE USE 4 – 16Ω SPEAKERS VIDEO OUT VIDEO IN MONITOR IN OUT IN PHONO CD/SACD MD/TAPE AUDIO IN AUDIO IN TV/SAT DVD/LD AUDIO OUT AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 2 VIDEO 1 SUB WOOFER FRONT 8Ω IMPEDANCE SELECTOR SWITCHED 100W MAX AC OUTLET Opmerkingen • Het digitaal opnemen van een digitaal meerkanaals-akoestieksignaal is niet mogelijk. • Om digitale opnamen te maken van compact discs, verbindt u de digitale uitgangsaansluiting van uw CD-speler of SACD-speler rechtstreeks met de digitale ingang van uw minidisc-recorder of cassettedeck. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzingen van uw CD-speler of SACD-speler en minidisc-recorder of cassettedeck. • De DVD/LD IN OPTICAL en COAXIAL ingangsaansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 96 kHz, 48 kHz, 44,1 kHz, 32 kHz. De andere OPTICAL aansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 48 kHz, 44,1 kHz en 32 kHz. • Het is niet mogelijk analoge signalen op te nemen op een MD/TAPE cassettedeck of een VIDEO recorder via alleen digitale aansluitingen. Voor het opnemen van analoge signalen zult u analoge aansluitingen moeten maken. Voor het opnemen van digitale signalen maakt u digitale aansluitingen. • Digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz moeten worden doorgegeven via de DVD LD/IN OPTICAL of COAXIAL ingangsaansluitingen. Bij gebruik van andere ingangen kan het geluid af en toe wegvallen. 9NL Aansluiten van de apparatuur Optisch digitaal aansluitsnoer (niet bijgeleverd) Aansluiten MULTI CH IN Aansluiten van de apparatuur Alhoewel deze tuner/versterker is uitgerust met een eigen meerkanaals-decodeertrap, is hij tevens voorzien van een compleet stel MULTI CH IN meerkanaalsingangsaansluitingen die u kunt gebruiken voor weergave van meerkanaals-software gecodeerd in andere formaten dan Dolby Digital en DTS. Als uw DVD videospeler beschikt over MULTI CH OUTPUT meerkanaalsuitgangen, kunt u deze rechtstreeks aansluiten op dit apparaat om te luisteren naar de geluidsweergave via de meerkanaals-decodeertrap van de DVD videospeler. Bovendien kunt u op de MULTI CH IN desgewenst ook een externe meerkanaals-decodeereenheid aansluiten. Om de meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers, twee surroundluidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw DVD-speler, multikanaals decoder enz. voor details omtrent de multikanaalsaansluitingen. Vereiste aansluitsnoeren Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) Twee stuks, voor de MULTI CH IN FRONT en SURROUND aansluitingen wit (L) rood (R) rood (R) Mono-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) Twee stuks, voor de MULTI CH IN CENTER en SUB WOOFER aansluitingen zwart zwart Videosnoer (niet bijgeleverd) Eén snoer, voor de DVD/LD VIDEO IN aansluiting (enz.) geel geel Opmerkingen • Bij het maken van de hieronder beschreven aansluitingen dient u de geluidssterkte van de akoestiekluidsprekers en de lagetonenluidspreker in te stellen op uw DVD videospeler of meerkanaals-decodeerapparaat. • Wanneer u de middenluidspreker instelt als surround achterluidspreker, wordt het ingangssignaal via de MULTI CH IN CENTER aansluiting rechtstreeks uitgevoerd door de surround achterluidspreker. Voor details omtrent de luidsprekerinstellingen, zie “Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek” op pagina 17 – 21. DVD videospeler, meerkanaalsdecodeereenheid, enz. MULTI CH OUTPUT SURROUND wit (L) FRONT CENTER WOOFER SURROUND DIGITAL CENTER FRONT OPTICAL ANTENNA DVD/LD IN R AM TV/SAT IN CONTROL A1 S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO IN S-VIDEO OUT L R L S-VIDEO IN MD/TAPE IN IMPEDANCE USE 8 – 16Ω COAXIAL MD/TAPE OUT COAXIAL DVD/LD IN VIDEO OUT FM 75Ω U VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO IN AUDIO OUT SIGNAL GND L L L L L R R R R CENTER 4Ω R FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH IN IN IMPEDANCE USE 4 – 16Ω SPEAKERS VIDEO OUT VIDEO IN MONITOR IN OUT IN AUDIO IN PHONO CD/SACD MD/TAPE AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 2 VIDEO 1 TV/SAT DVD/LD FRONT 8Ω IMPEDANCE SELECTOR SUB WOOFER SWITCHED 100W MAX AC OUTLET Voorbeeld voor het aansluiten van een DVD videospeler met behulp van de MULTI CH IN stekkerbussen Linker voorluidspreker Rechter voorluidspreker VIDEO OUT DVD/LD VIDEO IN enz. MULTI CH IN DVD videospeler MASTER VOLUME + MULTI CHANNEL DECODING ?/1 – SPEAKERS DISPLAY LEVEL SURR DIMMER PRESET/ – PTY SELECT + – TUNING + EQ SET UP MUTING DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING CINEMA STUDIO EX NAME A PHONES B C A FUNCTION B INPUT MODE MEMORY SHIFT PTY MULTI /2CH A. DIRECT SOUND FIELD FM MODE FM/AM A.F.D. ENTER Opmerking Zie blz. 14 voor nadere details over het aansluiten van de luidsprekers. 10NL SPEAKERS FRONT MODE 2CH EQUALIZER MODE SPEAKERS SURROUND/CENTER SUB WOOFER Linker surroundluidspreker Rechter surroundluidspreker Middenluidspreker Actieve lagetonenluidspreker Andere aansluitingen Vereiste aansluitsnoeren Aansluiten van de apparatuur Audio-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) Sluit bij alle snoeren de stekkers van een bepaalde kleur aan op de stekkerbussen met dezelfde kleur, op de betreffende apparaten. wit (L) wit (L) rood (R) rood (R) CONTROL A1 aansluitsnoer (niet bijgeleverd) zwart zwart Netsnoer CONTROL A1 AC OUTLET SURROUND DIGITAL CENTER FRONT OPTICAL ANTENNA DVD/LD IN R AM TV/SAT IN CONTROL A1 S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO IN S-VIDEO OUT L R L S-VIDEO IN MD/TAPE IN IMPEDANCE USE 8 – 16Ω COAXIAL MD/TAPE OUT COAXIAL DVD/LD IN VIDEO OUT FM 75Ω U VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO IN AUDIO OUT SIGNAL GND L L L L L R R R R 4Ω CENTER R FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH IN IN IMPEDANCE USE 4 – 16Ω SPEAKERS VIDEO OUT VIDEO IN MONITOR IN OUT IN PHONO CD/SACD MD/TAPE AUDIO IN AUDIO IN TV/SAT DVD/LD AUDIO OUT AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 2 VIDEO 1 SUB WOOFER FRONT 8Ω IMPEDANCE SELECTOR SWITCHED 100W MAX AC OUTLET b naar een stopcontact 11NL Andere aansluitingen CONTROL A1 aansluiting Aansluiten van de apparatuur • Als u beschikt over een voor CONTROL A1 geschikte Sony CD-speler, SACD-speler, cassettedeck of minidisc-recorder Gebruik een CONTROL A1 snoer (niet bijgeleverd) om de CONTROL A1 stekkerbus van een CD-speler, SACD-speler, cassettedeck of minidisc-recorder te verbinden met de CONTROL A1 stekkerbus van de tuner/versterker. Zie voor nadere bijzonderheden de beschrijving op blz. 52 onder “CONTROL A1 bedieningssysteem” en de gebruiksaanwijzingen bijgeleverd bij uw CD-speler, SACD-speler, cassettedeck of minidisc-recorder. Opmerking Als u een CONTROL A1 verbinding maakt tussen de tuner/ versterker en een minidisc-recorder welke tevens op een computer is aangesloten, mag u de tuner/versterker niet bedienen terwijl de “Sony MD Editor” software wordt gebruikt. Dit kan namelijk resulteren in een foutieve werking van de apparatuur. • Als u beschikt over een Sony CD-wisselaar met een COMMAND MODE schakelaar Als de COMMAND MODE schakelaar van uw CDwisselaar kan worden ingesteld op CD 1, CD 2 of CD 3, zet deze dan in de “CD 1” stand en sluit de CDwisselaar aan op de CD ingangen van de tuner/ versterker. Als u echter een Sony CD-wisselaar met VIDEO OUT aansluitingen heeft, zet de COMMAND MODE schakelaar dan in de “CD 2” stand en sluit de CDwisselaar aan op de VIDEO 2 ingangen van de tuner/ versterker. 12NL Aansluiten van het netsnoer Alvorens u de netsnoerstekker van deze tuner/versterker in het stopcontact steekt: • Sluit eerst alle luidsprekers op de tuner/versterker aan (zie blz. 14). Sluit de netsnoeren van uw audio/video-apparatuur aan op een gewoon wandstopcontact. Als u het netsnoer van andere audio/video-apparatuur aansluit op de AC OUTLET netstroomuitgang(en) achterop de tuner/versterker, zal de tuner/versterker zorgen voor de stroomvoorziening van de andere component(en), zodat u de bijbehorende apparatuur allemaal tegelijk met de tuner/versterker kunt in- en uitschakelen. Waarschuwing Let op dat het totale stroomverbruik van de apparatuur aangesloten op de AC OUTLET netstroomuitgang(en) achterop de tuner/versterker het bij deze uitgang aangegeven vermogen niet overschrijdt. Sluit op de netuitgang(en) in geen geval huishoudelijke apparatuur aan zoals een strijkijzer, een ventilator, een TV-toestel of andere apparatuur met een hoog stroomverbruik. In dit hoofdstuk volgt een beschrijving voor het aansluiten van de luidsprekers op de tuner/ versterker, het opstellen van de luidsprekers en het afregelen ervan voor de beste meerkanaals Surround Sound kwaliteit. MASTER VOLUME + MULTI CHANNEL DECODING ?/1 – SPEAKERS DISPLAY LEVEL SURR DIMMER PRESET/ – PTY SELECT + – EQ TUNING + SET UP MUTING NAME A PHONES DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING CINEMA STUDIO EX B C A FUNCTION B INPUT MODE MEMORY SHIFT PTY MULTI /2CH A. DIRECT SOUND FIELD FM MODE FM/AM A.F.D. MODE EQUALIZER 2CH MODE ENTER Cursortoetsen Kort overzicht van de toetsen en regelaars die u gebruikt voor het instellen van de luidsprekers Insteltoets (SET UP): Druk op deze toets wanneer u instellingen wilt maken voor het soort luidsprekers en de luidsprekerafstanden. Cursortoetsen ( / ): Voor het kiezen van de parameters na indrukken van de SET UP toets. Instelknop: Draai hieraan om de gekozen parameters naar wens in te stellen. 13NL Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Aansluiten en opstellen van de luidsprekers SET UP Instelknop Aansluiten van de luidsprekers Vereiste aansluitsnoeren Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd) Eén voor elke voorluidspreker, surroundluidspreker en middenluidspreker Aansluiten en opstellen van de luidsprekers (+) (+) (–) (–) Rechter voorluidspreker Linker voorluidspreker ] } ] } Mono-aansluitsnoer (niet bijgeleverd) Eén, voor de actieve lagetonenluidspreker zwart zwart SURROUND DIGITAL CENTER FRONT OPTICAL ANTENNA DVD/LD IN L R AM TV/SAT IN CONTROL A1 S-VIDEO OUT S-VIDEO IN S-VIDEO IN S-VIDEO OUT R L S-VIDEO IN MD/TAPE IN IMPEDANCE USE 8 – 16Ω COAXIAL MD/TAPE OUT COAXIAL DVD/LD IN VIDEO OUT FM 75Ω U VIDEO IN VIDEO OUT VIDEO IN VIDEO IN AUDIO OUT SIGNAL GND L L L L L R R R R 4Ω CENTER R FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH IN IMPEDANCE USE 4 – 16Ω SPEAKERS VIDEO OUT VIDEO IN MONITOR IN IN OUT IN PHONO CD/SACD MD/TAPE AUDIO IN AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO 2 VIDEO 1 TV/SAT DVD/LD FRONT 8Ω IMPEDANCE SELECTOR SUB WOOFER SWITCHED 100W MAX AC OUTLET IMPEDANCE SELECTOR INPUT AUDIO IN } Actieve lagetonenluidspreker ] Rechter surroundluidspreker } ] Linker surroundluidspreker } ] Middenluidspreker* * U kunt een surround achterluidspreker aansluiten. Luidspreker-aansluitingen Verbind de Met de Voorluidsprekers (8 of 4** ohm) SPEAKERS FRONT stekkerbussen Surroundluidsprekers (8 ohm) SPEAKERS SURROUND stekkerbussen Middenluidspreker (8 ohm) SPEAKERS CENTER stekkerbussen Actieve lagetonenluidspreker*** SUB WOOFER AUDIO OUT stekkerbus ** Zie de beschrijving onder “Luidspreker-impedantie” op de volgende bladzijde. *** U kunt de actieve lagetonenluidspreker aansluiten op een van beide stekkerbussen naar keuze. Op de andere stekkerbus kunt u desgewenst een tweede actieve lagetonenluidspreker aansluiten. 14NL Opmerkingen over het aansluiten van de luidsprekers • Aan de luidsprekerkant stript u ongeveer 10 mm (2 /3 inch) van de isolatie van het snoer en draait u de kerndraden ineen. Let bij elk snoer op dat u de draden niet verwisselt: sluit + aan op + en – op –. Als de draden verwisseld worden, zal bij weergave de positie van de muziekinstrumenten onduidelijk zijn, terwijl de lage tonen grotendeels zullen ontbreken. • Als u luidsprekers gebruikt met een relatief gering maximaal ingangsvermogen, stel dan de geluidssterkte erg voorzichtig in, om overbelasting van de luidsprekers te vermijden. Om kortsluiting van de luidsprekers te voorkomen Zorg dat de gestripte uiteinden van de luidsprekerdraden elkaar niet raken; laat ze niet zover uitsteken dat ze kortsluiting met andere aansluitpunten kunnen maken. Onjuist aangesloten luidsprekersnoeren De draad van een luidsprekersnoer raakt een andere aansluitklem. Zorg ervoor dat u het volume dicht zet alvorens de tuner/ versterker af te zetten. Bij het afzetten van de tuner/ versterker blijft de volume-instelling immers behouden. Luidsprekerimpedantie Stel de impedantiekeuzeschakelaar (IMPEDANCE SELECTOR) van de voorluidsprekers in zoals aangegeven in de onderstaande tabel. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw luidsprekers indien u niet zeker bent van hun impedantie. (Deze informatie staat meestal vermeld op een etiket achteraan op de luidspreker.) Bij een nominale luidsprekerimpedantie van Zet u de IMPEDANCE SELECTOR op Tussen 4 en 8 ohm 4Ω 8 ohm of meer 8Ω Luidsprekers aangesloten op SURROUND en CENTER SPEAKERS moeten een nominale impedantie hebben van 8 ohm of meer (ongeacht de instelling van de IMPEDANCE SELECTOR). Opmerking Zet het toestel af alvorens de IMPEDANCE SELECTOR in te stellen. De gestripte uiteinden van de luidsprekerdraden raken elkaar, omdat er teveel van de isolatie is verwijderd. Na het aansluiten van alle geluidsbronnen, luidsprekers en het netsnoer dient u voor het gebruik eerst een testtoon weer te geven om te controleren of alle luidsprekers naar behoren zijn aangesloten. Nadere aanwijzingen voor het weergeven van een testtoon vindt u op bladzijde 21. Als een van de luidsprekers geen geluid geeft bij weergave van de testtoon of als het geluid klinkt via een andere luidspreker dan er op de tuner/versterker wordt aangegeven, kan er kortsluiting zijn in de luidsprekeraansluitingen. In dat geval dient u de aansluitingen van de luidsprekers nog eens te controleren. 15NL Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Kortsluiting in de luidsprekercircuits kan schade aan de tuner/versterker veroorzaken. Om dit te voorkomen, dient u bij het aansluiten van de luidsprekers de volgende aanwijzingen in acht te nemen. Voorkom beschadiging van de luidsprekers Voorbereidingen treffen voor weergave Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de tuner/ versterker hebt ingeschakeld, dient u het geheugen van het apparaat te wissen. Vervolgens kiest u de luidsprekerinstellingen (formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere voorbereidingen die nodig zijn voor weergave. Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Het geheugen van de tuner/versterker wissen Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker of wanneer u het geheugen van het apparaat wilt wissen, gaat u als volgt te werk. Overigens is dit wissen niet nodig als er automatisch een demonstratie begint wanneer u het apparaat inschakelt. 1/u Demonstratiefunctie De demonstratiefunctie wordt automatisch geactiveerd wanneer u het apparaat de eerste maal inschakelt. Wanneer de demonstratie start, verschijnt het volgende bericht tweemaal in het uitleesvenster: “Now Demonstration Mode!! To finish the demonstration, please press POWER KEY while this message appears in the display. Thank you!” Annuleren van de demonstratiefunctie – SPEAKERS Alvorens uw receiver voor het eerst te gebruiken, moet u de SET UP parameters zo instellen dat de receiver is afgestemd op uw systeem. Raadpleeg de tabel op pagina 59 voor instelbare parameter. Zie pagina 17 – 21 voor luidsprekerinstellingen en pagina 51 – 52 voor andere instellingen. MASTER VOLUME + MULTI CHANNEL DECODING ?/1 Mogelijke voorbereidingen voor weergave DISPLAY LEVEL SURR DIMMER PRESET/ – PTY SELECT + – TUNING + EQ SET UP MUTING A PHONES DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING CINEMA STUDIO EX NAME B C A FUNCTION B INPUT MODE MEMORY SHIFT PTY MULTI /2CH A. DIRECT SOUND FIELD FM MODE FM/AM A.F.D. MODE 2CH EQUALIZER MODE ENTER Druk op ?/1 om de tuner/versterker uit te schakelen terwijl bovenstaande mededeling in het uitleesvenster wordt getoond. De volgende keer dat u het apparaat inschakelt, zal de demonstratiefunctie niet geactiveerd worden. Activeren van de demonstratiefunctie 1 Schakel de tuner/versterker uit. 2 Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar 5 seconden lang ingedrukt. Nu toont het uitleesvenster eerst de gekozen geluidsbron en dan een aankondiging van de demonstratie. Al de volgende onderdelen worden gewist of in de uitgangsstand teruggesteld: • Alle vastgelegde voorkeurzenders verdwijnen uit het geheugen. • Alle klankbeeldparameters worden teruggesteld op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. • Alle vastgelegde namen (van de voorkeurzenders en andere geluidsbronnen) worden gewist. • Alle SET UP parameters worden teruggesteld. • De klankbeelden die zijn gekozen voor afzonderlijke weergavebronnen en voorkeurzenders verdwijnen uit het geheugen. • Het mastervolume wordt op VOLUME MIN gezet. 16NL Houd de SET UP toets ingedrukt en druk dan op de ?/1 toets om de tuner/versterker in te schakelen. Opmerking • Wanneer de tuner/versterker een demonstratie geeft, wordt het geheugen gewist. Zie “Het geheugen van de tuner/versterker wissen” op deze pagina voor nadere bijzonderheden betreffende hetgeen er gewist wordt. • U kunt de demonstratie niet annuleren wanneer u niet op ?/1 hebt gedrukt terwijl het bovenstaande bericht zichtbaar was. Om de demonstratie te annuleren nadat het bovenstaande bericht is verschenen, drukt u tweemaal op ?/1 om de demonstratie opnieuw te activeren. Druk dan op ?/1 terwijl het bovenstaande bericht zichtbaar is. Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek U kunt kiezen of u de surroundluidsprekers achter uw luisterplaats wilt zetten of aan weerszijden er naast, afhankelijk van de vorm van uw kamer (enz.). De middenluidsprekers kan fungeren als surround achterluidspreker. z Opstelling van de surround achterluidspreker Plaats de luidspreker minstens een meter achter de luisterpositie. Het verdient aanbeveling de luidspreker op gelijke afstand van de linker of rechter surroundluidsprekers te plaatsen. Wanneer er geen plaats is achter de luisterpositie, installeert u de luidspreker boven de luisterpositie op een stand of door hem aan het plafond te hangen. Zorg ervoor dat de luidspreker goed is bevestigd zodat hij niet kan vallen en zo schade of verwondingen kan veroorzaken. Opmerking Zet de middenluidspreker niet verder van uw luisterplaats dan de voorluidsprekers. Vaststellen van het type luidsprekers 1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/versterker in te schakelen. 2 Druk op de SET UP toets. 3 Druk op de cursortoetsen ( of ) om in te stellen op de parameter die u wilt bijregelen. 4 Draai aan de instelknop om de gewenste stand te kiezen. De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd. 5 Herhaal de stappen 3 en 4 tot u alle hieronder genoemde parameters hebt ingesteld. Met de akoestiekluidsprekers naast u B A A 45° C C 90° D 20° Met de akoestiekluidsprekers surround u B A A 45° C C x Formaat van de voorluidsprekers (FRONT) Oorspronkelijke instelling: LARGE • Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best voldoen. • Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van de voorkanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonen-luidspreker. • Als u voor de voorluidsprekers de stand “SMALL” kiest, worden de middenluidspreker, de surroundluidsprekers en de surround achterluidsprekers ook automatisch ingesteld op “SMALL” (tenzij u eerder de stand “NO” hebt gekozen). 90° D 20° 17NL Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Voor de beste, ruimtelijk klinkende akoestiekweergave zouden alle luidsprekers in principe op gelijke afstand van uw luisterplaats (A) moeten staan. Deze tuner/versterker biedt u echter de mogelijkheid de middenluidspreker tot ongeveer 1,5 meter (5 feet) dichterbij te zetten (B) of de surround achterluidsprekers tot ongeveer 4,5 meter (15 feet) dishterbij te zetten (D) en de surroundluidsprekers tot ongeveer 4,5 meter (15 feet) dichterbij uw luisterplaats (C). Bovendien kunnen de voorluidsprekers zowel dichterbij als verderaf gezet worden, van 1,0 tot 12,0 meter (3 tot 40 feet) van uw luisterplaats (A). Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek Aansluiten en opstellen van de luidsprekers x Formaat van de middenluidspreker (CENTER) Oorspronkelijke instelling: LARGE • Is er een grote middenluidspreker aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kan weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de middenluidspreker niet instellen op “LARGE”. • Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van het middenkanaal worden overgeheveld naar de voorluidsprekers (als die op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de aparte lagetonen-luidspreker. *1 • Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan de stand “NO”. Al het geluid van het middenkanaal wordt dan weergegeven door de voorluidsprekers.*2 x Formaat van de surroundluidsprekers (SURROUND) Oorspronkelijke instelling: LARGE • Zijn er grote surroundluidsprekers aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de surroundluidsprekers niet instellen op “LARGE”. • Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van de surroundkanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel “LARGE” luidsprekers die hier beter op zijn berekend. • Sluit u geen surroundluidsprekers aan, kies dan de stand “NO”.*3 z *1~*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro Logic standen voor de middenkanaal-aanpassing *1 NORMAL *2 PHANTOM *3 3 STEREO 18NL x Surround achterluidsprekerformaat (SURR BACK)** Oorspronkelijke instelling: NO Deze parameter kan worden ingesteld wanneer de middenluidspreker is ingesteld op “NO” en de surroundluidsprekers op “LARGE” of “SMALL”. • Is er een grote surround achterluidspreker aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kan weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de surround achterluidsprekers niet instellen op “LARGE”. • Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van het middenkanaal worden overgeheveld naar de voorluidsprekers (als die op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de aparte lagetonen-luidspreker. Wanneer de surroundluidsprekers echter zijn ingesteld op “SMALL”, wordt de surround achterluidspreker automatisch ingesteld op “SMALL”. • Kies “NO” wanneer u geen surround achterluidspreker aansluit. ** Deze parameter is niet beschikbaar wanneer “Surround speaker size (SURROUND)” is ingesteld op “NO”. z Betreffende de luidsprekerformaten (LARGE en SMALL) Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van het LARGE of SMALL luidsprekerformaat voor elk stel luidsprekers of de ingebouwde akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als de lage tonen uit een bepaald kanaal worden verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die frequenties overbrengen naar de aparte lagetonen-luidspreker of naar een ander stel “LARGE” luidsprekers die er beter op zijn berekend. Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate van richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het gehele frequentiespectrum van de verschillende kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch de stand “LARGE” kiezen als u de lage tonen ook door die luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat ze de laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers best “SMALL” kiezen. Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst, kiest u dan voor alle luidsprekers de stand “LARGE”. Als er te weinig bassen klinken, kunt u die extra versterken met de grafiek-toonregeling. Zie voor het instellen van de grafiek-toonregeling blz. 36. x Afstand van de voorluidsprekers (FRONT XX.X) Oorspronkelijke instelling: 5,0 meter (16 feet) Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de linker of rechter voorluidspreker (afstand A op blz. 17). x Afstand van de middenluidspreker (CENTER XX.X) Oorspronkelijke instelling: 5,0 meter (16 feet) Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de middenluidspreker. De middenluidspreker moet op dezelfde afstand als die van de voorluidsprekers (A op pagina 17) tot 1,5 meter (5 feet) dichter bij de luisterpositie (B op pagina 17) worden geplaatst. Wanneer dit bereik wordt overschreden, knippert het uitleesvenster. Wanneer u de instelling verricht terwijl het uitleesvenster knippert, kunt u niet ten volle genieten van het surroundeffect. x Afstand van de surroundluidsprekers (SURROUND XX.X) Oorspronkelijke instelling: 3,5 meter (11 feet) Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de surroundluidspreker. De surroundluidspreker moet op dezelfde afstand als die van de voorluidsprekers (A op pagina 17) tot 4,5 meter (15 feet) dichter bij de luisterpositie (C op pagina 17) worden geplaatst. Wanneer dit bereik wordt overschreden, knippert het uitleesvenster. Wanneer u de instelling verricht terwijl het uitleesvenster knippert, kunt u niet ten volle genieten van het surroundeffect. x Surround achterluidsprekerafstand (SURR BACK XX.X) Oorspronkelijke instelling: 3,5 meter (11 feet) Stel de afstand in van uw luisterplaats tot de surround achterluidspreker. De surround middenluidspreker moet op dezelfde afstand als die van de voorluidsprekers (A op pagina 17) tot 4,5 meter (15 feet) dichter bij de luisterpositie (D op pagina 17) worden geplaatst. Wanneer dit bereik wordt overschreden, knippert het uitleesvenster. Wanneer u de instelling verricht terwijl het uitleesvenster knippert, kunt u niet ten volle genieten van het surroundeffect. x Lagetonenluidsprekerafstand (SUB WOOFER XX.X) Oorspronkelijke instelling: 5,0 meter (16 feet) Stel de afstand in van uw luisterplaats tot de lagetonenluidspreker. z Betreffende de afstand van de luidsprekers U kunt de weergave van dit apparaat aanpassen aan de plaats van de aangesloten luidsprekers, door de luidsprekerafstand in te stellen. Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker verder af te zetten dan de linker en rechter voorluidsprekers. Bovendien kunt u de middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter (5 feet) dichter bij uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. Evenmin kunt u de surround en surround achterluidsprekers verder van uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En ook weer niet meer dan 4,5 meter (15 feet) dichterbij. Deze beperkingen gelden omdat een onevenwichtige opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de weergave van akoestiekeffecten. Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan de feitelijke afstand, zal het geluid via die luidspreker(s) met een grotere vertraging worden weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers klinken dan verder weg. Als u bijvoorbeeld de afstand van de middenluidspreker 1~2 meter (3~6 feet) dichterbij instelt dan de feitelijke afstand, zal dit een vrij natuurgetrouw effect geven, alsof u zich “in” het beeldscherm bevindt. En als u geen goed akoestiekeffect verkrijgt omdat de surroundluidsprekers te dichtbij staan, kunt u door het verminderen van de luidsprekerafstand (dichterbij kiezen dan de werkelijke afstand) een dieper ruimtelijk effect creëren. Door deze parameter bij te regelen terwijl u aandachtig naar een geluidsbron luistert, kunt u vaak een aanzienlijke verbetering in akoestiek bewerkstelligen. Probeer het maar eens! x Fasepolariteit lagetonenluidspreker (S.W PHASE) Oorspronkelijke instelling: NORMAL Stel de fasepolariteit van de lagetonenluidspreker in. Wanneer de fasepolariteit op “NORMAL” staat, zijn er meestal geen problemen. Afhankelijk van het type voorluidsprekers, de positie van de lagetonenluidspreker en de kantelfrequentie van de lagetonenluidspreker, kan een beter bass-geluid worden verkregen door de fasepolariteit in te stellen op “REVERSE”. Behalve de bass-weergave kan ook de volheid en strakheid van de algehele geluidsweergave worden beïnvloed. Kies de beste stand vanuit de belangrijkste luisterpositie. x Afstandseenheid (DISTANCE UNIT) Oorspronkelijke instelling: meter (feet) Hiermee kunt u de afstandsmaat voor de luidsprekerafstand omschakelen tussen meters of Engelse voeten. 19NL Aansluiten en opstellen van de luidsprekers x Aanwezigheid van een lagetonen-luidspreker (SUB WOOFER) Oorspronkelijke instelling: YES • Als u een lagetonen-luidspreker hebt aangesloten, stelt u hierbij in op “YES”. • Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker, dan stelt u in op “NO”. Hiermee schakelt u de basverdelingscircuits in, zodat de LFE laagfrequente signalen worden overgenomen door de andere luidsprekers. • Om volledig profijt te trekken van de Dolby Digital basverdelingscircuits willen wij u aanbevelen om de bovengrensfrequentie voor de lagetonen-luidspreker zo hoog mogelijk in te stellen. Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek Aansluiten en opstellen van de luidsprekers x Opstelling van de surroundluidsprekers (SURR POSI.)* Oorspronkelijke instelling: SIDE Met deze parameter kunt u de plaats van uw surroundluidsprekers invoeren, voor een juiste werking van de Digital Cinema Sound klankbeelden in het “VIRTUAL” akoestiekgenre. Zie de onderstaande afbeelding. • Stel in op “SIDE” als de plaats van uw surroundluidsprekers binnen het zijgebied A valt. • Stel in op “MIDDLE” als uw surroundluidsprekers verder naar achteren staan opgesteld, in het gebied B. • Stel in op “BEHIND**” als uw surroundluidsprekers helemaal achteraan staan, in het gebied C. Deze instelling is alleen van invloed op de klankbeelden in het “VIRTUAL” akoestiekgenre. Deze instelling is alleen van invloed op de klankbeelden in het “VIRTUAL” akoestiekgenre. B A B 60 A 30 * Deze parameters zijn niet beschikbaar als er eerder voor het “Formaat van de surroundluidsprekers” “NO” is gekozen. *** Deze parameter is alleen beschikbaar wanneer “Surround back speaker size” is ingesteld op “NO”. z Betreffende de opstelling van de surroundluidsprekers (SIDE, MIDDLE en BEHIND) 90° A A 60° 30° B C B C 20° * Deze parameters zijn niet beschikbaar als er eerder voor het “Formaat van de surroundluidsprekers” “NO” is gekozen. ** Deze parameter is niet beschikbaar wanneer “Surround speaker size” is ingesteld op “NO”. x Hoogte van de surroundluidsprekers (SURR HEIGHT)*/Surround achterluidsprekerhoogte (SURR BACK HGT.)*** Oorspronkelijke instelling: LOW Met deze parameter kiest u de hoogte van uw surround en surround achterluidsprekers, voor een juiste werking van de Digital Cinema Sound klankbeelden in het “VIRTUAL” akoestiekgenre. Zie de onderstaande afbeelding. • Stel in op “LOW” als uw surroundluidsprekers op de grond staan of vrij laag zijn opgehangen, in het gebied A. • Stel in op “HIGH” als uw surroundluidsprekers relatief hoog aan de wand hangen, in het gebied B. 20NL Deze instelling is speciaal bestemd voor de Digital Cinema Sound klankbeelden in het “VIRTUAL” akoestiekgenre. Bij deze klankbeelden is de luidspreker-opstelling niet zo’n overheersende factor als bij de andere akoestiekfuncties. Al de “VIRTUAL” klankbeelden zijn gebaseerd op de veronderstelling dat de surroundluidsprekers geheel achter de luisterplaats zouden staan of hangen, maar het klankbeeld blijft grotendeels zoals bedoeld, ook wanneer de surroundluidsprekers nogal opzij en ver uiteen staan. Als de surroundluidsprekers echter pal naast de luisteraar hangen en recht op oorhoogte gericht zijn, zullen de “VIRTUAL” klankbeelden alleen klinken zoals bedoeld wanneer u voor de opstelling van de surroundluidsprekers de stand “SIDE” hebt gekozen. Ook dat geldt echter niet in alle gevallen, aangezien de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald door een heel stel variabelen, zodat u misschien wel betere resultaten bereikt met de “BEHIND” of “MIDDLE” opstelling als de luidsprekers hoog boven uw luisterplaats hangen, ook al is dat pal ter weerszijden ervan. Daarom kunt u wellicht het best een favoriete geluidsbron met meerkanaals Surround Sound afspelen en dan goed luisteren welk effect elke instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al kan dit wel eens leiden tot een andere instelling dan hierboven aangegeven onder “Opstelling van de surroundluidsprekers”. Kies de stand die een fraai open, ruimtelijk gevoel oplevert, met een zo hecht mogelijke samenhang tussen het geluid van de voorluidsprekers en dat van de surroundluidsprekers. Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen de verschillende instellingen, kies dan de stand “BEHIND” en gebruik dan de luidsprekerafstand-parameter en de geluidssterkte-instellingen om de weergave optimaal af te regelen. x Ondergrensfrequentie voor de voorluidsprekers (FRONT SP > XXX Hz) Oorspronkelijke instelling: STD (120 Hz) Hiermee kiest u de onderste filterfrequentie voor de voorluidsprekers, wanneer het formaat “SMALL” is gekozen voor de voorluidsprekers. 3 Stand Testtoonweergave NORMAL De luidsprekers produceren achtereenvolgens de testtoon. PHASE De luidsprekers produceren achtereenvolgens per twee de testtoon. (De lagetonenluidspreker werkt niet.) U kunt ook de balans tussen luidsprekers regelen. 2CH SWAP Het luidsprekerniveau kan worden geregeld tijdens de weergave van de bron (niet de testtoon). Zet de aangesloten component aan, start de weergave en draai aan FUNCTION om de component te kiezen (behalve deze die is aangesloten op MULTI CH IN). Het geluid van de L/R voorluidsprekers wordt geproduceerd door de R/L surroundluidsprekers. U kunt het niveau van de surroundluidsprekers regelen vanuit de luisterpositie. x Ondergrensfrequentie voor de surroundluidsprekers (SURROUND SP > XXX Hz) Oorspronkelijke instelling: STD (120 Hz) Hiermee kiest u de onderste filterfrequentie voor de surroundluidsprekers, wanneer het formaat “SMALL” is gekozen voor de surroundluidsprekers. x Surround achterkantelfrequentie (SURR BACK SP > XXX Hz) Oorspronkelijke instelling: STD (120 Hz) Hiermee kunt u de bass-kantelfrequentie van de surround achterluidspreker regelen wanneer de surround achterluidspreker is ingesteld op “SMALL”. x LFE hoogscheidingsfilter (LFE HIGH CUT > XXX Hz) Oorspronkelijke instelling: STD (120 Hz) Hiermee kunt u de kantelfrequentie van het LFE hoogscheidingsfilter kiezen. Kies normaal “STD”. Bij gebruik van een passieve subwoofer die door een aparte vermogensversterker wordt aangestuurd, kan het beter zijn om de kantelfrequentie te wijzigen. Gebruik in dat geval een andere instelling dan STD. Het luidsprekerniveau regelen Opmerking U kunt “2CH SWAP” niet kiezen wanneer “2CH A. DIRECT” is geselecteerd (qg op pagina 26). 4 Regel de LEVEL parameters zo dat het testtoonniveau van elke luidspreker in de belangrijkste luisterpositie even hoog is. Druk op LEVEL om de balans en het niveau van de luidsprekers te regelen. Zie pagina 35 voor meer details omtrent het LEVEL menu. Tijdens het instellen produceert de betreffende luidspreker de testtoon. 5 Druk nogmaals op TEST TONE om de testtoon af te zetten. Regel het niveau van elke luidspreker met behulp van de afstandsbediening vanuit de luisterpositie. Tip Opmerking Deze receiver werkt met een nieuwe testtoon met een frequentie van 800 Hz die de luidsprekerniveauregeling vergemakkelijkt. 1 Druk op ?/1 om de receiver aan te zetten. 2 Druk op TEST TONE op de afstandsbediening. “TEST TONE” verschijnt in het uitleesvenster en de luidsprekers produceren achtereenvolgens de testtoon. U kunt het niveau van alle luidsprekers ineens regelen. Draai aan MASTER VOLUME op het toestel of druk op MASTER VOL +/– op de afstandsbediening. Opmerking • Tijdens het instellen verschijnt de instelwaarde in het uitleesvenster. • Hoewel deze instellingen ook kunnen worden verricht via het frontpaneel met behulp van het LEVEL menu (wanneer de testtoon wordt geproduceerd, schakelt de receiver automatisch over naar het LEVEL menu), raden wij u aan de bovenstaande procedure te volgen en de luidsprekerniveaus vanuit de luisterpositie te regelen met behulp van de afstandsbediening. 21NL Aansluiten en opstellen van de luidsprekers x Ondergrensfrequentie voor de middenluidspreker (CENTER SP > XXX Hz) Oorspronkelijke instelling: STD (120 Hz) Hiermee kiest u de onderste filterfrequentie voor de middenluidspreker, wanneer het formaat “SMALL” is gekozen voor de middenluidspreker. Om de testtoonstand te wijzigen, drukt u op MENU +/– om de gewenste stand te kiezen. Alvorens uw tuner/versterker in gebruik te nemen Controleren van de aansluitingen Na het aansluiten van al uw audio/video-apparatuur op de tuner/versterker volgt u de onderstaande aanwijzingen om te controleren of alle aansluitingen in orde zijn. Aansluiten en opstellen van de luidsprekers 1/u MASTER VOLUME MASTER VOLUME + MULTI CHANNEL DECODING ?/1 – SPEAKERS DISPLAY LEVEL SURR DIMMER PRESET/ – PTY SELECT + – TUNING + EQ SET UP MUTING DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING CINEMA STUDIO EX NAME A PHONES B C A FUNCTION B INPUT MODE MEMORY SHIFT PTY MULTI /2CH A. DIRECT SOUND FIELD FM MODE FM/AM A.F.D. MODE 2CH EQUALIZER MODE ENTER FUNCTION 1 Druk op de ?/1 toets om de tuner/versterker in te schakelen. 2 Zet de aangesloten component aan (b.v. CD-speler of cassettedeck). 3 Draai aan FUNCTION om een component (programmabron) te kiezen en de weergave ervan te starten. 4 Draai aan de MASTER VOLUME regelaar om de geluidssterkte naar wens in te stellen. Wanneer u na het volgen van deze procedure geen normale weergave verkrijgt, zoek dan de oorzaak in de volgende checklist en neem de nodige maatregelen om het probleem op te lossen. Er klinkt geen geluid, ongeacht welke geluidsbron wordt gekozen. , Controleer of de tuner/versterker en de aangesloten apparatuur naar behoren zijn ingeschakeld. , Controleer of de geluidssterkte in het uitleesvenster niet is ingesteld op VOLUME MIN door aan MASTER VOLUME te draaien. , Druk op de SPEAKERS toets wanneer SP. OFF verschijnt in het uitleesvenster. , Controleer of alle luidsprekersnoeren naar behoren zijn aangesloten. , Druk op de MUTING wanneer MUTING verschijnt in het uitleesvenster. , Controleer of er een hoofdtelefoon is aangesloten op PHONES. Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, komt er geen geluid uit de luidsprekers. , Controleer of de receiver niet in de “Demonstratiestand” staat (zie pagina 16). Een bepaalde geluidsbron is niet te horen. , Controleer of het betreffende weergave-apparaat naar behoren is aangesloten op de audioingangsaansluitingen voor die geluidsbron. , Controleer of de stekkers van het aansluitsnoer aan beide zijden, op de tuner/versterker en het weergave-apparaat zelf, stevig in de stekkerbussen zijn gestoken. Eén van de voorluidsprekers geeft geen geluid. , Sluit een hoofdtelefoon aan op PHONES om na te gaan of er geluid hoorbaar is via de hoofdtelefoon (zie “wf SPEAKERS toets” en “PHONES aansluiting” op pagina 27). Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis zijn met de aansluitingen van het weergaveapparaat op de tuner/versterker. Controleer dan of de stekkers van het aansluitsnoer aan beide zijden, op de tuner/versterker en de geluidsbron zelf, stevig in de stekkerbussen zijn gestoken. Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid geeft, kan er iets mis zijn met de aansluiting van de niet werkende voorluidspreker op de tuner/ versterker. Controleer dan de aansluitingen van de voorluidspreker die geen geluid geeft. Doet zich een probleem voor dat hierboven niet vermeld staat, zie dan het hoofdstuk “Verhelpen van storingen” op blz. 54. 22NL Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/ versterker 1 ?/1 aan/uit-schakelaar Druk hierop om de tuner/versterker in te schakelen. 2 Aanduidingskeuzetoets (DISPLAY) Druk meermalen op deze toets om de aanduidingen in het uitleesvenster als volgt om te schakelen: v Zelf ingevoerde naam van de beeld/geluidsbron* v Eerst gekozen weergavebron v Klankbeeld dat vast is gekozen voor dit weergave-apparaat Bij keuze van de tuner voor radio-ontvangst v Ingevoerde naam van de voorkeurzender* of vaste zendernaam** v Afstemfrequentie v Programmatype-aanduiding** v Radiotekst** v Juiste tijd** v Klankbeeld dat vast is gekozen voor deze afstemband of voorkeurzender * De gekozen “index” naam verschijnt alleen als u zelf een naam voor deze beeld/geluidsbron of voorkeurzender hebt ingevoerd (zie blz. 49). De gekozen naam verschijnt niet als er alleen spaties zijn ingevoerd of als de naam gelijk is aan die van de functietoets. ** Deze aanduidingen verschijnen alleen tijdens RDS ontvangst (Zie blz. 46). 23NL Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker In dit hoofdstuk wordt de plaats en functie van de toetsen en regelaars op het voorpaneel beschreven, met een uitleg van de voornaamste bedieningshandelingen van de tuner/versterker. Bedieningsorganen op het voorpaneel Bedieningsorganen op het voorpaneel 1 2 3 5 4 6 8 MASTER VOLUME + MULTI CHANNEL DECODING ?/1 – SPEAKERS DISPLAY LEVEL SURR Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker DIMMER PRESET/ – PTY SELECT + – TUNING + EQ SET UP MUTING A PHONES DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING CINEMA STUDIO EX NAME B C A FUNCTION B INPUT MODE MEMORY SHIFT PTY MULTI /2CH A. DIRECT SOUND FIELD FM MODE FM/AM A.F.D. MODE EQUALIZER 2CH MODE ENTER qa 7 3 Uitleesvenster-verlichtingstoets (DIMMER) Druk herhaaldelijk op DIMMER om de helderheid van het uitleesvenster te regelen (5 stappen). In de laagste stand zijn het uitleesvenster en de blauwe LED gedoofd. Wanneer dan echter op een willekeurige toets wordt gedrukt, licht het uitleesvenster even maximaal op. 4 De volgende toetsen zijn voor de bediening van de ingebouwde tuner. Zie voor nadere bijzonderheden het hoofdstuk “Radio-ontvangst” vanaf blz. 42. Voorkeurzender/programmatype-toestsen (PRESET/PTY SELECT +/–) Druk hierop om alle te ontvangen radiozenders te doorzoeken. Met deze toets kiest u tevens de programmatypen bij gebruik van de PTY afstemming. Afstemtoetsen (TUNING +/–) Voor het afstemmen via het doorzoeken van alle beschikbare radiozenders. Geheugentoets (MEMORY) Druk hierop om een radiozender in het geheugen vast te leggen als voorkeurzender. Geheugengroep-keuzetoets (SHIFT) Hiermee kiest u een groep voorkeurzenders in het afstemgeheugen. Programmatype-keuzetoets (PTY) Druk hierop om radiozenders op te zoeken aan de hand van het programmatype dat ze uitzenden. Deze PTY toets werkt niet tijdens AM ontvangst. FM stereo/mono-keuzetoets (FM MODE) Als de aanduiding “STEREO” in het uitleesvenster knippert en de FM stereo uitzending niet erg goed klinkt, drukt u op deze toets. Dan zal er geen stereoeffect meer zijn, maar de ontvangst zal beter klinken. 24NL 0 9 Afstemband-keuzetoets (FM/AM) Hiermee kiest u de FM of AM afstemband. 5 Meerkanaals-decodeerlampje (MULTI CHANNEL DECODING) Dit indicatorlampje licht op wanneer het apparaat signalen in een meerkanaals-formaat aan het decoderen is. 6 Gebruik de CINEMA STUDIO EX toetsen om te genieten van CINEMA STUDIO EX geluidseffecten. A/B/C toetsen Indrukken om de klankbeelden CINEMA STUDIO EX A, B of C in te stellen (blz 30). 7 Gebruik deze klankbeeldtoetsen (SOUND FIELD) voor weergave met een akoestiekeffect. Zie voor nadere bijzonderheden het hoofdstuk “Genieten van Surround Sound akoestiek” vanaf blz. 28. Decodeertoets/indicator (A.F.D.) Druk deze toets in om de tuner/versterker automatisch te laten waarnemen wat voor geluidssignaal er binnenkomt en de vereiste decodering toe te passen (indien nodig). Klankbeeld-keuzetoetsen/indicator (MODE) Druk hierop om het gewenste klankbeeld te gaan kiezen (zie blz. 29). Stereo-weergavetoets/indicator (2CH) Druk hierop om alleen geluid te horen via de linker en rechter voorluidsprekers. 8 Totaalvolumeregelaar (MASTER VOLUME) Na instellen op de gewenste geluidsbron draait u aan deze knop om de geluidssterkte naar wens in te stellen. 9 Functiekeuzeknop (FUNCTION) Draai hieraan om in te stellen op het apparaat dat u wilt gebruiken. Draaien voor weergave Videorecorder VIDEO 1 of VIDEO 2 DVD videospeler of laserdisc-speler DVD/LD TV of satelliet-ontvanger TV/SAT Minidisc-recorder of cassettedeck MD/TAPE Compact disc speler of SACD-speler CD/SACD Ingebouwde tuner TUNER Platenspeler PHONO Na het kiezen van het weergave-apparaat schakelt u dat apparaat in en start u de weergave van de geluidsbron. • Na het kiezen van een videorecorder, DVD videospeler of laserdisc-speler schakelt u ook het TV-toestel in en stelt u dit in op weergave van de gekozen component/beeldbron. Beeld/geluidsbron-keuzetoets (MODE) Druk hierop om naast de gekozen weergavebron een aanvullende beeld/geluidsbron te kiezen. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: Standaard aanduidingen t V:XXX t A:XXX Eerst gekozen weergavebron T Druk op de MODE toets om in te stellen op En draai aan de FUNCTION knop voor keuze van V:XXX Een beeldbron voor weergave in combinatie met de eerder gekozen geluidsbron A:XXX Een geluidsbron voor weergave in combinatie met de eerder gekozen beeldbron Kies de stand Om AUTO 2CH Geef voorrang aan analoge audiosignalen via de AUDIO IN (L/R) aansluitingen wanneer er geen digitale signalen zijn. COAXIAL FIXED Digitale audiosignalen worden ingevoerd via de DIGITAL COAXIAL ingangsaansluitingen. OPTICAL FIXED Digitale audiosignalen worden ingevoerd via de DIGITAL OPTICAL ingangsaansluitingen ANALOG 2CH FIXED Analoge audiosignalen worden ingevoerd via de AUDIO IN (L/ R) aansluitingen. Wanneer MULTI CH aan een bepaalde functie wordt toegekend via het SET UP menu (pagina 51), verschijnen “AUTO MULTI CH” en “MULTI CH FIXED” in plaats van “AUTO 2CH” en ”ANALOG 2CH FIXED”. Kies de stand Om AUTO MULTI CH Geef voorrang aan analoge audiosignalen via de MULTI CH IN aansluitingen wanneer er geen digitale signalen zijn. MULTI CH FIXED Analoge audiosignalen worden ingevoerd via de MULTI CH IN aansluitingen. qa Geluiddempingstoets (MUTING) Druk hierop om de geluidsweergave te dempen. MUTING verschijnt in het uitleesvenster wanneer het geluid is onderdrukt. 25NL Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker Voor keuze van de q; Ingangssignaal-keuzetoets (INPUT MODE) Druk op INPUT MODE om de ingangsstand voor uw digitale componenten te kiezen. Bij elke druk op de toets verandert de ingangsstand van de geselecteerde component. Bedieningsorganen op het voorpaneel MASTER VOLUME + MULTI CHANNEL DECODING ?/1 – SPEAKERS DISPLAY LEVEL SURR DIMMER PRESET/ – PTY SELECT + – TUNING + SET UP EQ MUTING A PHONES DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING CINEMA STUDIO EX NAME B A C FUNCTION B INPUT MODE MEMORY SHIFT PTY MULTI /2CH A. DIRECT SOUND FIELD FM MODE FM/AM A.F.D. MODE EQUALIZER 2CH MODE ENTER Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker w; wf wd ws wa ql qk qj qh qs 6.1 CH DECODING-keuzetoets Druk op 6.1 CH DECODING om de 6.1-kanaals matrixparameter in het SET UP menu te regelen (pagina 51). Deze functie werkt alleen voor het multikanaalsformaat [3/2]. Deze functie werkt met de volgende geluidsvelden. • A.F.D.* • NORMAL SURROUND • CINEMA STUDIO EX A-C • SEMI CINEMA STUDIO EX A-C • NIGHT THEATER • MONO MOVIE • STEREO MOVIE • V. MULTI DIMENSION • VIRTUAL MULTI REAR • V. SEMI M. DIMENSION • VIRTUAL ENHANCED A, B * Alleen op de “AUTO”. Betreffende “VIRTUAL MATRIX 6.1” weergave Hoewel deze receiver is uitgerust met een 5.1kanaalsversterker, kan toch het 6.1-kanaals surroundgeluid van 6.1-kanaalsbronnen worden weergegeven (pagina 29). Voor een efficiënte “VIRTUAL MATRIX 6.1” weergave moet u de 6.1CH DECODING functie gebruiken wanneer u “CINEMA STUDIO EX A-C” of “SEMI CINEMA STUDIO EX A-C” kiest. De geluidskarakteristieken van CINEMA STUDIO en 3D sound imaging creëren een virtuele surround achterluidspreker, zodat u een surround effect als in een echte bioscoop verkrijgt. U kunt AUTO/ON/OFF kiezen met de 6.1CH DECODING toets (pagina 51). 26NL qg qf qd qs qd Grafiek-toonregeling aan/uit-toets (EQUALIZER) Druk hierop om de equalizer toonregeling in of uit te schakelen. Bij inschakelen van de equalizer licht in het uitleesvenster de aanduiding EQ op. Als u de klankkleur vast hebt bijgeregeld met de EQ parameters (zie blz. 36) en de cursortoetsen, zal het geluid worden weergegeven met de vastgelegde klankkleur-instellingen, telkens wanneer u de equalizer toonregeling inschakelt. • De equalizer is niet compatibel met 96kHz digitale audiosignalen en via MULTI CH IN in of 2CH ANALOG DIRECT. qf DIGITAL CONCERT HALL toetsen Gebruik de DIGITAL CONCERT HALL toetsen om te genieten van DIGITAL CONCERT HALL geluidseffecten. A/B toetsen Indrukken om de klankbeelden DIGITAL CONCERT HALL A of B in te stellen (blz 30). qg MULTI/2CH A. DIRECT Druk op MULTI/2CH A. DIRECT om de geluidsbron te beluisteren die is aangesloten op MULTI CH IN of de analoge 2-kanaalsingangen. In de stand 2CH ANALOG DIRECT kunnen alleen geluidssterkte en voorluidsprekerbalans worden geregeld. In de stand MULTI DIRECT kunt u de balans en de geluidssterkte van alle luidsprekers regelen. Wanneer deze functie is aangeschakeld, staan de surroundeffecten af. Kies de stand Om MULTI Beluister de audiobron die is aangesloten op MULTI CH IN. De MULTI CH IN indicator licht op in het uitleesvenster. Deze stand is geschikt voor analoge bronnen van hoge kwaliteit. 2CH A. DIRECT Beluister de audiobron die is aangesloten op analoge 2kanaalsingangen. Deze stand is geschikt voor analoge bronnen van hoge kwaliteit. qh Insteltoets (SET UP) Druk hierop om de voorbereidingsstand in te schakelen en druk dan op de cursortoetsen (w;) om in te stellen op een van de onderstaande voorbereidingsfuncties te kiezen. Vervolgens maakt u de gewenste instellingen met de instelknop (ql). Voor details, zie “Instellingen met de SET UP toets” vanaf pagina 51. Bedieningsorganen en basisbediening van de tuner/versterker qj Naamgevingstoets (NAME) Druk hierop om de naamgevingsfunctie in te schakelen en namen in te voeren voor de voorkeurzenders en andere weergavebronnen (zie blz. 49). qk Invoertoets (ENTER) Druk hierop om de gekozen lettertekens vast te leggen bij naamgeving van de voorkeurzenders en andere weergavebronnen. ql Instelknop Draai hieraan om de gekozen luidsprekerniveau-, akoestiek- of equalizerparameter (enz.) naar wens in te stellen. w; Cursortoetsen ( / ) Druk hierop om de diverse luidsprekerniveau-, akoestiek- en equalizerparameters (enz.) te kiezen. wa Equalizermenu-keuzetoets (EQ) Druk hierop voor keuze van de equalizerparameters (zie blz. 36). De indicator van de toets licht op en dan kunt u de verschillende equalizerparameters gaan instellen. ws Akoestiekmenu-keuzetoets (SURR) Druk hierop voor keuze van de akoestiekparameters (zie blz. 34). De indicator van de toets licht op en dan kunt u de verschillende akoestiekparameters (effectniveau, wandbekleding e.d.) gaan instellen. wd Luidsprekermenu-keuzetoets (LEVEL) Druk hierop voor keuze van de luidsprekerniveauparameters (zie blz. 35). De indicator van de toets licht op en dan kunt u de verschillende luidsprekerniveauparameters (voorbalans, surroundbalans e.d.) gaan instellen. wf SPEAKERS-keuzetoets Zet de SPEAKERS op ON. Druk nogmaals op OFF. Hoofdtelefoon-aansluiting (PHONES) Hierop kunt u een hoofdtelefoon aansluiten. • Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, produceren de luidsprekers en ”SP geen geluid. OFF” licht op in het display. 27NL Genieten van Surround Sound akoestiek Dit hoofdstuk geeft aan hoe u de tuner/versterker kunt instellen voor geluidsweergave met akoestiekeffecten en vaste klankbeelden. Hiermee kunt u genieten van meerkanaals Surround Sound bij het afspelen van Dolby Digital of DTS videomateriaal. U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke geluidsweergave door eenvoudigweg een van de voorgeprogrammeerde “klankbeelden” te kiezen die de tuner/versterker biedt. Zo kunt u uw luisterkamer laten klinken als een bioscoopzaal of een concertzaal. U kunt de klankbeelden ook naar eigen inzicht aanpassen door de diverse akoestiekparameters bij te stellen. Deze tuner/versterker beschikt over een aantal verschillende klankbeeldfuncties. De “cinema” klankbeelden zijn bedoeld voor de weergave van video- of filmgeluid (van DVD discs of laserdiscs) met meerkanaals-geluidssporen of Dolby Pro Logic geluid. Naast het decoderen van de diverse kanalen, bieden enkele van deze klankbeelden ook akoestiekeffecten zoals u die in de bioscoop kunt horen. De “virtuele” klankbeelden bieden enkele indrukwekkende toepassingen van de Sony Digital Cinema Sound technologie voor digitale signaalverwerking. Deze kunnen het geluid weg verplaatsen van de feitelijke luidspreker-opstelling om de aanwezigheid van een aantal “virtuele” luidsprekers te simuleren. De klankbeelden voor muziek (enz.) zijn bedoeld voor weergave van gewone muziekbronnen en TVuitzendingen. Hierbij wordt er aan het signaal van de geluidsbron een nagalm toegevoegd om het ruimtelijk effect van een concertzaal of een stadion (enz.) te simuleren. Gebruik deze klankbeelden voor de weergave van gewone stereo geluidsbronnen zoals muziek-CD’s of stereo radio-uitzendingen van muziek of sportevenementen e.d. Zie voor nadere bijzonderheden over de diverse klankbeelden de beschrijving op blz. 30 t/m 31. A.F.D. decodering Dit “Auto Format Decoding” klankbeeld presenteert het geluid precies zo als het is gecodeerd, zonder enige bijregeling, nagalm e.d. DCS (Digital Cinema Sound) Geluidsvelden met het merkteken DCS werken met DCStechnologie. Wanneer deze geluidsvelden zijn geselecteerd, licht “Digital Cinema Sound” in het uitleesvenster op. DCS is de conceptnaam van de surroundtechnologie voor huisbioscoopsystemen ontwikkeld door Sony. DCS maakt gebruik van DSP (Digital Signal Processor) technologie om de geluidskarakteristieken van de montagestudio in Hollywood exact weer te geven. Voor een optimaal gebruik van de Surround akoestiekfuncties zult u het aantal en de opstelling van uw luidsprekers in de tuner/versterker moeten vastleggen. Zie het hoofdstuk “Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek” vanaf blz. 17 voor de nodige instellingen van de luidspreker-parameters om ten volle te kunnen genieten van de Surround Sound akoestiek. 28NL EQ LEVEL SURR CINEMA STUDIO EX DIGITAL CONCERT HALL MASTER VOLUME + MULTI CHANNEL DECODING ?/1 – SPEAKERS DISPLAY LEVEL SURR DIMMER PRESET/ – PTY SELECT + – TUNING + EQ SET UP MUTING DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING CINEMA STUDIO EX NAME A PHONES B C A FUNCTION B INPUT MODE MEMORY SHIFT PTY MULTI /2CH A. DIRECT SOUND FIELD FM MODE FM/AM A.F.D. MODE 2CH EQUALIZER Kiezen van een klankbeeld U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke geluidsweergave door eenvoudigweg uit de voorgeprogrammeerde klankbeelden datgene te kiezen dat het best past bij de geluidsbron die u wilt horen. MODE ENTER Cursortoetsen Instelknop Klankbeeldtoetsen 1 Druk op de SOUND FIELD MODE toets. Het laatst gekozen klankbeeld wordt in het uitleesvenster aangegeven. 2 Draai aan de instelknop of druk op een cursortoets ( of ) om het gewenste klankbeeld te kiezen. Zie pagina 30-31 voor informatie over elk geluidsveld. EQUALIZER MULTI/2CH A. DIRECT Kort overzicht van de toetsen die u gebruikt voor de klankbeeld-akoestiek Uitschakelen van het klankbeeld Druk op de A.F.D., 2CH-toets of de MULTI/2CH A. DIRECT weergavetoets (zie blz. 31). Akoestiekmenu-keuzetoets (SURR): Druk hierop om de akoestiek-parameters in het huidige klankbeeld naar wens aan te passen. Tip EQ toets: Indrukken om de equalizerparameters in het huidige geluidsveld te personaliseren. Cursortoetsen ( / ): Druk hierop om de gewenste parameters te kiezen na indrukken van de LEVEL, SURR, EQ of SET UP toets. Instelknop: Draai hieraan om de gekozen parameter in te stellen of het gewenste klankbeeld te kiezen (enz.). Klankbeeldtoetsen (SOUND FIELD) Decodeertoets (A.F.D.): Druk deze toets in om de tuner/versterker automatisch te laten waarnemen wat voor geluidssignaal er binnenkomt en de vereiste decodering toe te passen (indien nodig). Klankbeeld-keuzetoets (MODE): Druk hierop om de klankbeeld-keuzestand in te schakelen. Stereo-weergavetoets (2CH): Druk hierop om alleen geluid te horen via de linker en rechter voorluidsprekers. Grafiek-toonregeltoets (EQUALIZER): Voor in- en uitschakelen van de equalizer grafiek-toonregeling. Filmstudio-klankbeeldtoetsen (CINEMA STUDIO EX: Druk hierop om een CINEMA STUDIO EX A ~ C klankbeeld te kiezen. MULTI/2CH A. DIRECT-toets: Druk hierop om een analoge geluidsbron te beluisteren zonder digitale bijregeling. Bij indrukken hiervan worden de equalizer, basversterking, klankbeelden (enz.) alle uitgeschakeld. Wanneer geluidssignalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz worden ingevoerd, worden de geluidssignalen automatisch uitgevoerd in stereo en staat het geluidsveld af. z Aan de verpakking kunt u zien met welk akoestieksysteem het beeldmateriaal op een videodisc e.d. is opgenomen. Alle officiële Dolby Digital discs zijn voorzien van het beeldmerk en Dolby Surround discs zijn voorzien van het A beeldmerk. z 6.1-kanaals matrixdecodering Bij sommige films die na de zomer van 1999 werden uitgebracht, is een extra kanaal toegevoegd aan het bestaande 5.1kanaalssysteem. Dit nieuwe kanaal werkt met luidsprekers achter de luisterpositie. In de bioscoop worden bevinden deze luidsprekers zich op de achterwand, aan weerskanten van het venster van de projectiekamer. Het 6.1-kanaalssysteem in bioscopen heet Dolby Surround EX. Voor videofilms worden deze 6.1 kanaal met behulp van matrixcodering omgezet in 5.1 kanalen, en zijn er evenveel kanalen als bij Dolby Digital en DTS. Opnames op DVD werken met evenveel signalen. Veel bioscopen projecteren films met matrixgecodeerde 5.1-kanaalsignalen en dat klinkt onnatuurlijk. Wanneer echter gebruik wordt gemaakt van een matrixdecoder om surround middenluidsprekersignalen te produceren, wordt hetzelfde 6.1kanaalsgeluid gesimuleerd als met Dolby Surround in de bioscoop. Dit toestel is uitgerust met een matrixdecoder voor 6.1kanaalsgeluidsweergave. Dankzij Virtual 3D-technologie kunnen de surround achtersignalen zelfs zonder surround achterluidsprekers worden geproduceerd. Wanneer geen middenluidspreker wordt gebruikt, kan dit kanaal worden benut om surround achtersignalen te produceren. Bij 6.1 CH DECODING worden luidsprekers op de achter- en zijwanden in de bioscoop gesimuleerd. Ook reflectie en nagalm worden gesimuleerd, zodat u kunt genieten van hetzelfde fantastische geluid als in een bioscoop met Dolby Surround EX. DIGITAL CONCERT HALL toetsen: Druk hierop om een DIGITAL CONCERT HALL A ~ B klankbeeld te kiezen. 29NL Genieten van Surround Sound akoestiek Luidsprekermenu-keuzetoets (LEVEL): Druk hierop om de niveauparameters te personaliseren. Kiezen van een klankbeeld Informatie over klankbeelden x NORMAL SURROUND Geluidsmateriaal met meerkanaals akoestieksignalen wordt weergegeven zoals het is opgenomen. Standaard tweekanaals geluid wordt gedecodeerd volgens het Dolby Pro Logic systeem om er een akoestiekeffect aan toe te voegen. Genieten van Surround Sound akoestiek x CINEMA STUDIO EX A–C1)2) D C S Maakt gebruik van driedimensionale geluidsbewerking van V. MULTI DIMENSION om op basis van één enkele set surroundluidsprekers 5 sets virtuele luidsprekers te creëren die de luisteraar omringen. U kunt 6.1-kanaals surround geluid weergeven door een virtuele surround achterluidspreker te creëren met de “VIRTUAL MATRIX 6.1” weergavefunctie (qs op pagina 26). • CINEMA STUDIO EX A reproduceert de geluidskarakteristiek van de klassieke montagestudio van Sony Pictures Entertainment. • CINEMA STUDIO EX B reproduceert de geluidskarakteristieken van de mengstudio van Sony Pictures Entertainment, momenteel één van de meest geavanceerde in Hollywood. • CINEMA STUDIO EX C reproduceert de geluidskarakteristiek van de BGM-opnamestudio van Sony Pictures Entertainment. x SEMI CINEMA STUDIO EX A–C1) D C S Maakt gebruik van driedimensionale geluidsbewerking van V. SEMI M. DIMENSION om op basis van het geluid van de voorluidsprekers (zonder surroundluidsprekers) 5 sets virtuele luidsprekers te creëren die de luisteraar omringen. U kunt 6.1-kanaals surround geluid weergeven door een virtuele surround achterluidspreker te creëren met de “VIRTUAL MATRIX 6.1” weergavefunctie (qs op pagina 26). • SEMI CINEMA STUDIO EX A reproduceert de geluidskarakteristiek van de klassieke montagestudio van Sony Pictures Entertainment. • SEMI CINEMA STUDIO EX B reproduceert de geluidskarakteristieken van de mengstudio van Sony Pictures Entertainment, momenteel één van de meest geavanceerde in Hollywood. • SEMI CINEMA STUDIO EX C reproduceert de geluidskarakteristiek van de BGM-opnamestudio van Sony Pictures Entertainment. x NIGHT THEATER Geeft een intieme bioscoop-akoestiek bij het kijken naar een speelfilm ‘s avonds laat, met het geluid zacht ingesteld. x MONO MOVIE Voegt een bioscoop-akoestiek toe aan oude films met een mono geluidsspoor. 30NL x STEREO MOVIE Voegt een bioscoop-akoestiek toe aan films met een stereo geluidsspoor. x V. MULTI DIMENSION1) (Virtuele luidsprekers rondom) D C S Creëert met 3D geluidsverwerking een heel stel “virtuele surroundluidsprekers” boven normale luisterhoogte, op basis van slechts twee werkelijke surroundluidsprekers. Dit klankbeeld omvat 5 paar virtuele luidsprekers rondom en in een hoek van ongeveer 30° boven de luisteraar. x VIRTUAL MULTI REAR1) (Virtuele luidsprekers achter) D C S Creëert met 3D geluidsverwerking wel 3 stel “virtuele surroundluidsprekers” met maar 1 stel werkelijke surroundluidsprekers. x V. SEMI M. DIMENSION1) (Virtuele luidsprekers rondom gesimuleerd) D C S Creëert met 3D geluidsverwerking een aantal virtuele surroundluidsprekers uit het geluid van de voorkanalen, zonder werkelijke surroundluidsprekers te gebruiken. Dit klankbeeld omvat 5 paar virtuele luidsprekers rondom en in een hoek van ongeveer 30° boven de luisteraar. x VIRTUAL ENHANCED A1) (Virtuele luidsprekers rondom gesimuleerd A) D C S Creëert met 3D geluidsverwerking drie paar virtuele surroundluidsprekers uit het geluid van de voorkanalen, zonder werkelijke surroundluidsprekers te gebruiken. x VIRTUAL ENHANCED B1) (Virtuele luidsprekers achter gesimuleerd B) D C S Creëert met 3D geluidsverwerking een enkel paar virtuele surroundluidsprekers uit het geluid van de voorkanalen, zonder werkelijke surroundluidsprekers te gebruiken. x DIGITAL CONCERT HALL A, B2) Reproduceert de akoestiek van een concertzaal met behulp van een multiluidsprekersysteem en 3dimensionale geluidsbewerking voor software met 2kanaalssignalen zoals bijvoorbeeld CD’s. • DIGITAL CONCERT HALL A reproduceert de akoestiek van het CONCERTGEBOUW in Amsterdam, dat befaamd is voor zijn ruim klankspectrum wegens de specifieke reflectie. • DIGITAL CONCERT HALL B reproduceert de akoestiek van het MUSIKVEREIN in Wenen, dat befaamd is voor zijn zaalresonantie en uniek nagalmeffect. x CHURCH Geeft de akoestiek van een stenen kerkgewelf. x OPERA HOUSE Geeft de akoestiek van een operazaal. x JAZZ CLUB Geeft de akoestiek van een jazz-club. Gebruik de toetsen op het voorpaneel om de volgende weergavefuncties in te schakelen. x DISCO/CLUB Geeft de akoestiek van een discotheek/danszaal. A.F.D. (Automatische formaatdecodering) Neemt automatisch waar welk soort geluidssignaal er binnenkomt (Dolby Digital, DTS, Dolby Pro Logic of standaard 2-kanaals stereo) en zorgt voor een juiste decodering waar nodig. Deze functie neemt het geluidsspoor zoals het is opgenomen/gecodeerd, en presenteert het zonder enige bijregeling, nagalm of effecten. x LIVE HOUSE Geeft de akoestiek van een muziektheater met 300 zitplaatsen. x ARENA Geeft de akoestiek van een concertzaal met 1000 zitplaatsen. x GAME Geeft de meest treffende geluids- en akoestiekeffecten van videospelletjes. Wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten, kunt u alleen de volgende geluidsvelden selecteren: x HEADPHONE (2CH) Weergave via 2 kanalen (stereo). Het geluid van standaard tweekanaals (stereo) bronnen wordt helemaal niet bewerkt. Meerkanaals surround formaten worden gemengd tot twee kanalen. x HEADPHONE (DIRECT) Analoge signalen worden weergegeven zonder digitale verwerking door de equalizer, geluidsveld, enz. MULTI/2CH A. DIRECT (Multi/2 CH Analog Direct) Analoge ingangssignalen worden niet digitaal verwerkt. Dit is ideaal voor analoge bronnen van hoge kwaliteit. In de stand 2CH A. DIRECT kunnen alleen geluidssterkte en voorluidsprekerbalans worden geregeld. In de stand MULTI DIRECT kunt u de balans en de geluidssterkte van alle luidsprekers regelen. Wanneer deze functie is aangeschakeld, staan equalizer, geluidsveld enz. af. Opmerking Bij instellen op de 2 CHANNEL tweekanaals-weergave zal de lagetonenluidspreker geen geluid weergeven. Om gewoon tweekanaals stereo geluid weer te geven via de linker en rechter voorluidsprekers plus een lagetonenluidspreker, gebruikt u de AUTO FORMAT DECODING functie. x HEADPHONE THEATER Biedt het ruimtelijk klankbeeld van een theaterzaal bij het luisteren via een gewone hoofdtelefoon. 1) “VIRTUAL” klankbeeld: Klankbeeld met gesimuleerde extra luidsprekers. Als u echter in het SURROUND akoestiekmenu de “VIR. SPEAKERS” parameter uitschakelt bij gebruik van de “CINEMA STUDIO EX A~C” of SEMI CINEMA STUDIO EX A~C” klankbeelden, zal de akoestiek van elk van deze filmstudio’s worden weergegeven zonder de aanwezigheid van “virtuele” luidsprekers te simuleren. 2) Dit klankbeeld kunt u direct kiezen met de betreffende toets op het voorpaneel. Opmerkingen • De effecten van de gesimuleerde virtuele luidsprekers kunnen soms bijgeluiden in de weergave veroorzaken. • Bij weergave van klankbeelden met gesimuleerde virtuele luidsprekers zal er geen direct geluid van de surroundluidsprekers te horen zijn. 31NL Genieten van Surround Sound akoestiek x STADIUM Geeft de sfeer van een live-concert in een openluchtstadion. 2CH (2-kanaals) Hierbij wordt het geluid alleen weergegeven door de linker en rechter voorluidsprekers. Gewoon twee-kanaals stereo geluid wordt weergegeven zonder door de klankbeeld-circuits te passeren. Meerkanaals-geluid wordt ook samengemengd tot gewone stereo weergave. Uitleg van de meerkanaals-akoestiekaanduidingen 1 2 3 4 OPTCOAXMULTI CH IN a DTS MPEG SP.OFF 5 6 7 a DIGITAL L.F.E. 9 L SW Genieten van Surround Sound akoestiek 2 COAX Deze aanduiding licht op bij weergave van een digitaal signaal dat binnenkomt via de COAXIAL aansluiting. 3 MULTI CH IN Licht op wanneer MULTI CH IN is gekozen. 4 MPEG Licht op wanneer MPEG-signalen binnenkomen. Opmerking Alleen de 2 voorkanalen zijn compatibel met MPEG. Multikanaals surround sound wordt gemengd en uitgevoerd via de 2 voorkanalen. 5 ; DIGITAL Deze indicator licht op wanneer de receiver signalen decodeert die zijn opgenomen in Dolby Digital formaat. 6 PRO LOGIC Deze aanduiding licht op wanneer het apparaat een twee-kanaals signaal verwerkt met Pro Logic technieken om zo een middenkanaal en akoestiekachterkanalen samen te stellen.* * Deze indicator licht echter niet op als de midden- en surroundluidsprekers zijn ingesteld op “NO” of de SPEAKER toets op “OFF” staat en het A.F.D. of NORMAL SURROUND geluidsveld is geselecteerd. Opmerking Pro Logic decodering werkt niet met MPEG signalen. C SL D.RANGE EQ PRO LOGIC 1 OPT Deze aanduiding licht op bij weergave van een digitaal signaal dat binnenkomt via de OPTICAL aansluiting. 32NL 8 SR SSB 7 R STEREO MONO MEMORY RDS SLEEP L.F.E. Licht op bij weergave van een disc met LFE (Low Frequency Effect) kanaal. Wanneer het geluid van het LFE kanaal ook daadwerkelijk wordt weergegeven, lichten de balkjes onder de letters op om het geluidsniveau aan te geven. Aangezien het LFE signaal meestal niet voortdurend aanwezig is, kunnen de niveaubalkjes tijdens weergave sterk fluctueren (en soms geheel doven). 8 SW Licht op wanneer subwooferkeuze op “YES” (pagina 18) staat en het audiosignaal wordt uitgevoerd via de SUB WOOFER aansluiting(en). 9 Weergavekanaal-aanduidingen Aan de oplichtende letters kunt u zien welke geluidskanalen er worden weergegeven. De kadertjes rond de letters geven aan hoe de receiver het brongeluid mengt (op basis van de luidsprekerinstelling). Bij geluidsvelden als “DIGITAL CONCERT HALL” voegt de receiver nagalm toe aan het brongeluid. L: Linksvoor R: Rechtsvoor C: Midden (mono) SL: Linksachter SR: Rechtsachter S: Surroundluidsprekers (mono of alleen de achterweergave na Pro Logic verwerking) SB: Surround Back (surround achtercomponenten verkregen door 6.1-matrixdecodering) Voorbeeld: Opnameformaat (voor/surround): 3/2 Uitgangskanaal: Geen surroundluidsprekers Geluidsveld: A.F.D. L SL C R SR q; OPTCOAXMULTI CH IN a DTS MPEG SP.OFF a DIGITAL L.F.E. qd C SL D.RANGE EQ PRO LOGIC qh qg qf L SW qs R SR SSB STEREO MONO MEMORY RDS SLEEP qa Genieten van Surround Sound akoestiek q; Afstemaanduidingen Deze aanduidingen lichten op bij gebruik van de tuner voor het afstemmen op radiozenders e.d. Zie blz. 42 t/m 47 voor de bediening van de tuner voor radio-ontvangst. qa SLEEP Licht op wanneer de sleep timer is geactiveerd. qs EQ Licht op wanneer de equalizer werkt. qd D. RANGE Deze aanduiding licht op wanneer de compressiefunctie voor het dynamisch bereik is ingeschakeld. Zie blz. 35 voor het instellen van de dynamiek-compressie. qf DTS Deze aanduiding licht op wanneer er DTS signalen binnenkomen. Opmerking Voor weergave van een DTS-formaat disc moet u digitale verbindingen gemaakt hebben en mag de INPUT MODE toets NIET in de ANALOG stand staan (zie q; op blz. 25). qg SP. OFF Licht op wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten of de SPEAKERS toets op OFF staat. qh ; Deze aanduiding licht op wanneer er Dolby Digital signalen binnenkomen. 33NL Bijregelen van de klankbeelden Door de surroundparameters en de equalizing van de voor-, midden-, surround- en surround achterluidsprekers te regelen, kunt u de geluidsvelden afstemmen op de specifieke luisteromgeving. Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven. Om een bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel de gewenste veranderingen aan te brengen. Zie het overzicht op blz. 37 – 41 voor de parameters waarmee u een bepaald klankbeeld kunt bijregelen. Voor de beste weergave van meerkanaals Surround Sound Genieten van Surround Sound akoestiek Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en volg de aanwijzingen onder “Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek” vanaf blz. 17 alvorens u een klankbeeld gaat aanpassen. Aanpassen van de akoestiekparameters Het SURR menu biedt een aantal parameters waarmee u allerlei verschillende aspecten van het gekozen klankbeeld kunt aanpassen. De instellingen die u in dit menu kiest worden voor elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd. 1 Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met een meerkanaals Surround geluidsspoor. 2 Druk op de SURR toets. De toets licht op en de eerste parameter wordt aangegeven. 3 Druk op de cursortoetsen ( of ) om in te stellen op de parameter die u wilt bijregelen. 4 Draai aan de instelknop om de gewenste stand te kiezen. De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd. Pro Logic (PRO LOGIC) Oorspronkelijke instelling: AUTO Hiermee kan de Pro Logic decodeerinstelling worden gespecifieerd. • In de stand “AUTO” verricht de receiver PRO LOGIC decodering alleen met de Dolby surround-gecodeerde flag ON of indien Pro Logic-decodering een beter geluidsveld oplevert. • In de stand “ON” verricht de receiver PRO LOGIC decodering van surroundsignalen zonder rekening te houden met de Dolby surround-gedecodeerde flag. • In de stand “OFF” verricht de receiver geen PRO LOGIC-decodering. Opmerking Pro Logic decodering werkt niet met MPEG signalen. Effectniveau (EFFECT) Oorspronkelijke instelling: (afhankelijk van het klankbeeld) Hiermee kunt u de “présence” van het huidige surroundeffect regelen. Wandbekleding (WALL S_I_H) Oorspronkelijke instelling: gemiddeld Hiermee kunt u het niveau van de hoge frequenties regelen om de akoestiek van uw luisteromgeving te wijzigen door een zachtere (S) of hardere (H) muur te simuleren. De gemiddelde stand geldt voor een standaard halfharde wand (van hout). Weerkaatsing (REVERB S_I_L) Oorspronkelijke instelling: gemiddeld Hiermee kunt u de snelle reflecties regelen om een grote (L) of kleine (S) ruimte te simuleren. De gemiddelde stand geeft een standaard ruimte, zonder bijregeling. Voor-nagalm (FRONT REVERB) Oorspronkelijke instelling: STD Deze parameter is beschikbaar wanneer “DIGITAL CONCERT HALL A, B” is gekozen. Met deze parameter kunt u een hoeveelheid nagalm toevoegen aan de voorsignalen, afhankelijk van het originele nagalmeffect. • Kies “WET” om de voor-nagalm te versterken. • Kies “DRY” om de voor-nagalm te verzwakken. Schermdiepte (SCREEN DEPTH) Oorspronkelijke instelling: MID In een bioscoop wordt de indruk gewekt alsof het geluid direct komt vanaf de beelden die op het scherm verschijnen. Met deze parameter kunt u in uw luisterkamer hetzelfde effect bereiken door het geluid van de voorluidsprekers te verschuiven tot “binnenin” het scherm. De “DEEP” stand geeft het beeldscherm-geluid de grootste diepte. 34NL Virtuele luidsprekers (VIR. SPEAKERS) Oorspronkelijke instelling: ON Hiermee kunt u de virtuele luidsprekers die worden gesimuleerd bij de CINEMA STUDIO EX A, B, C en SEMI CINEMA STUDIO EX A, B, C klankbeelden aan en uit zetten. Bijregelen van de luidspreker-instelparameters Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een aantal parameters waarmee u de balans en de geluidssterkte van elke luidspreker naar wens kunt instellen. De instellingen die u in dit menu maakt, zijn van toepassing op alle klankbeelden. Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met een meerkanaals Surround geluidsspoor. 2 Druk op de LEVEL toets. De toets licht op en de eerste parameter wordt aangegeven. 3 Druk op de cursortoetsen ( of ) om in te stellen op de parameter die u wilt bijregelen. 4 Draai aan de instelknop om de gewenste stand te kiezen. De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd. Voorluidspreker-balans (FRONT L_I_R) Oorspronkelijke instelling: midden Hiermee kunt u de onderlinge geluidsbalans van de linker en rechter luidsprekers naar wens bijregelen. Balans van de surroundluidsprekers (SURROUND L_I_R) Oorspronkelijke instelling: midden Hiermee kunt u de balans van de linker en rechter surroundluidsprekers bijregelen. Niveau van de middenluidspreker (CENTER LEVEL XXX dB) Oorspronkelijke instelling: 0 dB Hiermee kunt u de geluidssterkte van de middenluidspreker instellen. Niveau van de surroundluidsprekers (SURROUND LEVEL XXX dB) Oorspronkelijke instelling: 0 dB Hiermee kunt u de geluidssterkte van beide surroundluidsprekers (links en rechts) instellen. Niveau van de lagetonen-luidspreker (S. WOOFER LEVEL XXX dB) Oorspronkelijke instelling: 0 dB Hiermee kunt u de geluidssterkte van de lagetonenluidspreker instellen. Laagfrequentie-effect (LFE MIX XXX dB) Oorspronkelijke instelling: 0 dB Hiermee kunt u het niveau van de LFE (Low Frequency Effect) kanaalsuitgang van de lagetonenluidspreker regelen zonder dat dit een invloed heeft op het niveau van de lage frequenties die via het Dolby Digital of DTS omleidingscircuit van de voor-, midden- of surroundkanalen naar de lagetonenluidspreker worden gestuurd. • Voor het LFE-mengniveau produceert “0 dB” het volledige LFE-signaal op het mengniveau zoals dat werd ingesteld door de opnametechnicus. • Kies “OFF” om het geluid van het LFE-kanaal van de lagetonenluidspreker te onderdrukken. De lage tonen van de voor-, midden- en achterkanalen die door de basverdelingscircuits worden overgeheveld naar de lagetonen-luidspreker worden echter wel weergegeven, volgens de keuze gemaakt voor elk luidsprekerpaar bij de luidspreker-instellingen (zie blz. 17 t/m 21). Dynamiekcompressie (D. RANGE COMP.) Oorspronkelijke instelling: OFF (uit) Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een speelfilmgeluidsspoor comprimeren, dus verkleinen. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als u ‘s avonds laat een speelfilm wilt bekijken; dan kunt u het geluid zacht zetten en toch een rijke, volle klank behouden. Wij raden de instelling “MAX” aan. • Kies “OFF” om het geluidsspoor ongecomprimeerd weer te geven. • Kies “STD” om het geluidsspoor weer te geven met de dynamiek die de opnametechnicus heeft bedoeld. • Kies “0.1” – “0.9” om de dynamiek in kleine stappen te comprimeren tot u het gewenste geluid verkrijgt. • Kies “MAX” om de dynamiek sterk te comprimeren. Opmerking De dynamiekcompressie werkt alleen met Dolby Digital geluidsbronnen. 35NL Genieten van Surround Sound akoestiek 1 Surround back-niveau (SURR BACK LEVEL XXX dB) Oorspronkelijke instelling: 0 dB Hiermee kan het niveau van de surround achterluidspreker worden geregeld. Bijregelen van de klankbeelden De equalizer regelen Met het EQ menu kunt u de equalizing van de voor-, midden-, surround- en surround achterluidsprekers regelen. De instellingen worden voor elk geluidsveld apart opgeslagen. 1 Start de weergave van een programmabron die is gecodeerd met meerkanaals surround sound. 2 Druk op EQ. De toets licht op en de eerste parameter verschijnt. 3 Druk op de cursortoetsen ( of ) om de parameter (versterking (dB), bandbreedte, frequentie (Hz)) te kiezen die u wilt regelen. Genieten van Surround Sound akoestiek 4 Draai aan de jog knop om de gewenste instelling te kiezen. De instelling wordt automatisch verricht. Niveau (dB) Midrange-regeling middenluidspreker (niveau/ frequentie) Hiermee kunnen versterking en frequentie van middentonen worden geregeld. Treble-regeling middenluidspreker (niveau/ frequentie) Hiermee kunnen versterking en frequentie van hoge tonen worden geregeld. Bass-regeling surroundluidspreker (niveau/ frequentie) Hiermee kunnen versterking en frequentie van lage tonen worden geregeld. Treble-regeling surroundluidspreker (niveau/ frequentie) Hiermee kunnen versterking en frequentie van hoge tonen worden geregeld. Bass-regeling surround achterluidspreker (niveau/frequentie) Hiermee kunnen versterking en frequentie van lage tonen worden geregeld. Frequentie (Hz) De equalizer aan-/uitschakelen Druk op EQUALIZER. De EQ indicator in het uitleesvenster licht op wanneer de equalizer wordt aangeschakeld. Wanneer u de equalizer instelt met de EQ parameters, worden de instellingen voor elk geluidsveld apart opgeslagen en gereproduceerd bij het aanschakelen van de equalizer. Bass-regeling voorluidspreker (niveau/ frequentie) Hiermee kunnen versterking en frequentie van lage tonen worden geregeld. Bass-regeling middenluidspreker (niveau/ frequentie) Hiermee kunnen versterking en frequentie van middentonen worden geregeld. Treble-regeling voorluidspreker (niveau/ frequentie) Hiermee kunnen versterking en frequentie van hoge tonen worden geregeld. Bass-regeling middenluidspreker (niveau/ frequentie) Hiermee kunnen versterking en frequentie van lage tonen worden geregeld. 36NL Treble-regeling surround achterluidspreker (niveau/frequentie) Hiermee kunnen versterking en frequentie van hoge tonen worden geregeld. Terugstellen van de bijgeregelde klankbeelden op de oorspronkelijke fabrieksinstelling 1 Als de tuner/versterker aan staat, drukt u op de ?/1 toets om het apparaat uit te schakelen. 2 Houd de SOUND FIELD MODE toets ingedrukt en schakel het apparaat weer in met de ?/1 toets. De aanduiding “S.F Initialize” verschijnt in het uitleesvenster en dan zijn alle klankbeelden tegelijk teruggesteld op de fabrieksinstellingen. Instelbare parameters voor de verschillende klankbeelden De ingestelde SURR en EQ parameters worden in elk geluidsveld opgeslagen. De ingestelde LEVEL parameters gelden voor alle geluidsvelden. < SURR PRO LOGIC EFFECT LEVEL WALL TYPE REVERB TIME > FRONT REVERB SCREEN DEPTH VIRTUAL SPEAKERS 2CH A.F.D. AUTO z CINEMA STUDIO EX A z z z z CINEMA STUDIO EX B z z z z CINEMA STUDIO EX C z z z z SEMI CINEMA STUDIO EX A z z z z SEMI CINEMA STUDIO EX B z z z z SEMI CINEMA STUDIO EX C z z z z NIGHT THEATER z z z z MONO MOVIE z z z z STEREO MOVIE z z z z V. MULTI DIMENSION z VIRTUAL MULTI REAR z V. SEMI M. DIMENSION z VIRTUAL ENHANCED A z VIRTUAL ENHANCED B z DIGITAL CONCERT HALL A z z z DIGITAL CONCERT HALL B z z z CHURCH z z z z OPERA HOUSE z z z z JAZZ CLUB z z z z DISCO/CLUB z z z z LIVE HOUSE z z z z ARENA z z z z STADIUM z z z z GAME z z z z z z HEADPHONE (2CH) HEADPHONE (DIRECT) HEADPHONE THEATER MULTI CH IN 2CH ANALOG DIRECT PCM96K 37NL Genieten van Surround Sound akoestiek NORMAL SURROUND Bijregelen van de klankbeelden Instelbare parameters voor de verschillende klankbeelden (vervolg) < FRONT BAL LEVEL SURR BAL CENTER LEVEL SURR LEVEL > SURR BACK LEVEL SUB WOOFER LEVEL LFE MIX1) D. RANGE COMP.1) z z Genieten van Surround Sound akoestiek 2CH z A.F.D. z z z z z z z z NORMAL SURROUND z z z z z z z z CINEMA STUDIO EX A z z z z z z z z CINEMA STUDIO EX B z z z z z z z z CINEMA STUDIO EX C z z z z z z z z SEMI CINEMA STUDIO EX A z z z z z SEMI CINEMA STUDIO EX B z z z z z SEMI CINEMA STUDIO EX C z z z z z NIGHT THEATER z z z z z z z z MONO MOVIE z z z z z z z z STEREO MOVIE z z z z z z z z V. MULTI DIMENSION z z z z z z z z VIRTUAL MULTI REAR z z z z z z z z V. SEMI M. DIMENSION z z z z z VIRTUAL ENHANCED A z z z z z VIRTUAL ENHANCED B z z z DIGITAL CONCERT HALL A DIGITAL CONCERT HALL B CHURCH OPERA HOUSE z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z z 2) z z 2) z z 2) z z 2) z z 2) z z z z JAZZ CLUB z z z z z z z z DISCO/CLUB z z z z z z LIVE HOUSE ARENA z z z z z z z z z z z z 2) z z 2) z z 2) z z STADIUM z z z z z z z z GAME z z z z z z z z HEADPHONE (2CH) z HEADPHONE (DIRECT) z HEADPHONE THEATER z MULTI CH IN z 2CH ANALOG DIRECT z PCM96K z 1) z z z z z z Deze parameters kunnen niet altijd beschikbaar zijn of effectief werken, afhankelijk van de geluidsbron. Zie voor de preciese werking de gedetailleerde beschrijving onder “Bijregelen van de luidspreker-instelparameters” (op blz. 35). 2) Wanneer deze geluidsvelden worden gekozen, wordt er geen signaal uitgevoerd via SUB WOOFER wanneer het luidsprekerformaat is ingesteld op “LARGE”. De subwoofer werkt echter wel wanneer het digitale ingangssignaal L.F.E.-signalen bevat. 38NL Instelbare parameters voor de verschillende klankbeelden (vervolg) < EQ < BASS GAIN BASS FREQ 2CH z z A.F.D. z NORMAL SURROUND FRONT MID GAIN > TREBLE GAIN > TREBLE FREQ z z z z z z z z z z z z z z z CINEMA STUDIO EX A z z z z z z CINEMA STUDIO EX B z z z z z z CINEMA STUDIO EX C z z z z z z SEMI CINEMA STUDIO EX A z z z z z z SEMI CINEMA STUDIO EX B z z z z z z SEMI CINEMA STUDIO EX C z z z z z z NIGHT THEATER z z z z z z MONO MOVIE z z z z z z STEREO MOVIE z z z z z z V. MULTI DIMENSION z z z z z z VIRTUAL MULTI REAR z z z z z z V. SEMI M. DIMENSION z z z z z z VIRTUAL ENHANCED A z z z z z z VIRTUAL ENHANCED B z z z z z z DIGITAL CONCERT HALL A z z z z z z DIGITAL CONCERT HALL B z z z z z z CHURCH z z z z z z OPERA HOUSE z z z z z z JAZZ CLUB z z z z z z DISCO/CLUB z z z z z z LIVE HOUSE z z z z z z ARENA z z z z z z STADIUM z z z z z z GAME z z z z z z HEADPHONE (2CH) z z z z z z z z z z z z HEADPHONE (DIRECT) HEADPHONE THEATER MULTI CH IN 2CH ANALOG DIRECT PCM96K 39NL Genieten van Surround Sound akoestiek MID FREQ Bijregelen van de klankbeelden Instelbare parameters voor de verschillende klankbeelden (vervolg) < EQ < BASS GAIN BASS FREQ A.F.D. z z NORMAL SURROUND z CINEMA STUDIO EX A CENTER MID GAIN > MID FREQ TREBLE GAIN > TREBLE FREQ z z z z z z z z z z z z z z z CINEMA STUDIO EX B z z z z z z CINEMA STUDIO EX C z z z z z z SEMI CINEMA STUDIO EX A z z z z z z SEMI CINEMA STUDIO EX B z z z z z z SEMI CINEMA STUDIO EX C z z z z z z NIGHT THEATER z z z z z z MONO MOVIE z z z z z z STEREO MOVIE z z z z z z V. MULTI DIMENSION z z z z z z VIRTUAL MULTI REAR z z z z z z V. SEMI M. DIMENSION z z z z z z VIRTUAL ENHANCED A z z z z z z VIRTUAL ENHANCED B z z z z z z DIGITAL CONCERT HALL A z z z z z z DIGITAL CONCERT HALL B z z z z z z CHURCH z z z z z z OPERA HOUSE z z z z z z JAZZ CLUB z z z z z z DISCO/CLUB z z z z z z LIVE HOUSE z z z z z z ARENA z z z z z z STADIUM z z z z z z GAME z z z z z z 2CH Genieten van Surround Sound akoestiek HEADPHONE (2CH) HEADPHONE (DIRECT) HEADPHONE THEATER MULTI CH IN 2CH ANALOG DIRECT PCM96K 40NL Instelbare parameters voor de verschillende klankbeelden (vervolg) < EQ < BASS GAIN SURROUND/SURROUND BACK BASS FREQ > TREBLE GAIN > TREBLE FREQ 2CH z z z z NORMAL SURROUND z z z z CINEMA STUDIO EX A z z z z CINEMA STUDIO EX B z z z z CINEMA STUDIO EX C z z z z NIGHT THEATER z z z z MONO MOVIE z z z z STEREO MOVIE z z z z V. MULTI DIMENSION z z z z VIRTUAL MULTI REAR z z z z DIGITAL CONCERT HALL A z z z z DIGITAL CONCERT HALL B z z z z CHURCH z z z z OPERA HOUSE z z z z JAZZ CLUB z z z z DISCO/CLUB z z z z LIVE HOUSE z z z z ARENA z z z z STADIUM z z z z GAME z z z z SEMI CINEMA STUDIO EX A SEMI CINEMA STUDIO EX B SEMI CINEMA STUDIO EX C V. SEMI M. DIMENSION VIRTUAL ENHANCED A VIRTUAL ENHANCED B HEADPHONE (2CH) HEADPHONE (DIRECT) HEADPHONE THEATER MULTI CH IN 2CH ANALOG DIRECT PCM96K 41NL Genieten van Surround Sound akoestiek A.F.D. Radioontvangst In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u op FM of AM radiozenders afstemt en hoe u voorkeurzenders in het geheugen vastlegt. Met deze tuner/versterker kunt u op radiozenders afstemmen op de volgende manieren: Automatische FM zenderopslag in alfabetische volgorde (AUTOBETICAL) U kunt de tuner/versterker automatisch 30 van de best doorkomende FM radiozenders en FM RDS zenders in het afstemgeheugen laten vastleggen (zie blz. 44). Directe afstemming Als u de zendfrequentie van de gewenste radiozender kent, kunt u deze direct kiezen met de cijfertoetsen van de bijgeleverde afstandsbediening (zie blz. 44). Automatische zoekafstemming Als u de zendfrequentie van de gewenste radiozender niet kent, kunt u de tuner/versterker alle beschikbare zenders in uw gebied laten doorzoeken (zie blz. 45). Geheugenafstemming Na het afstemmen op een zender met de directe afstemming of de automatische zoekafstemming kunt u de zender, als die goed klinkt, vastleggen in het afstemgeheugen van de tuner/versterker (zie blz. 45). Dan kunt u voortaan die zogenoemde voorkeurzender rechtstreeks kiezen, door met de bijgeleverde afstandsbediening de letter-en-cijfer code ervan in te voeren (zie blz. 45). Zo kunt u tot 30 voorkeurzenders voor de FM en AM voorinstellen. U kunt de tuner/ versterker ook alle vastgelegde voorkeurzenders laten doorzoeken (zie blz. 46). RDS informatiezenders RDS (Radio Data Systeem) is een radio-informatiesysteem waarmee radiozenders naast de gewone radio-uitzending allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. Deze receiver beschikt over twee handige RDS-functies: — Aangeven van RDS informatie in het uitleesvenster (zie blz. 46) — Opzoeken van een radiozender aan de hand van het programmatype (PTY) (zie blz. 47) De RDS informatie wordt alleen uitgezonden door FM zenders.* * Niet alle FM radiozenders bieden de RDS informatie en niet alle RDS zenders bieden dezelfde functies. Als u niet bekend bent met de plaatselijk beschikbare RDS functies, kunt u voor nadere bijzonderheden het best contact opnemen met de plaatselijke radiozenders. Alvorens u begint, dient u te zorgen dat: • Er een FM en een AM antenne op de tuner/versterker zijn aangesloten (zie blz. 5). 42NL PRESET/PTY SELECT +/– Kort overzicht van de toetsen die u gebruikt voor de radio-ontvangst TUNING +/– MEMORY MASTER VOLUME + MULTI CHANNEL DECODING ?/1 Aanduidingskeuzetoets (DISPLAY): Druk hierop om de RDS informatie in het uitleesvenster te zien. – SPEAKERS DISPLAY LEVEL SURR PRESET/ – PTY SELECT + DIMMER – EQ TUNING + SET UP MUTING DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING CINEMA STUDIO EX NAME A PHONES B C A FUNCTION B INPUT MODE MEMORY SHIFT PTY MULTI /2CH A. DIRECT SOUND FIELD FM MODE FM/AM A.F.D. MODE EQUALIZER 2CH MODE ENTER FM/AM FM MODE PTY SHIFT AV ?/1 SLEEP FUNCTION ?/1 FUNCTION VIDEO 2 VIDEO 3 DVD/LD TV/SAT PHONO MD/TAPE FN SHIFT AUX CD/SACD TUNER MENU F 2 G 4 3 g ENTER 5 6 Cijfertoetsen f TITLE 7 Functiekeuzeknop (FUNCTION): Draaien om de tuner of een andere bron te kiezen. 8 9 SHIFT Programmatype-keuzetoets (PTY): Hiermee kunt u radiozenders opzoeken aan de hand van het programmatype dat ze uitzenden. RETURN 0 >10 – /– – POSITION SWAP = + ENTER D.TUNING D.SKIP/ CH/PRESET – SUB CH + 0 ) DISPLAY P IN P 9 ( DISC JUMP WIDE TV/ VIDEO P p ANT TV/VTR SOUND FIELD 2CH/OFF A.F.D. MULTI/2 CH A. DIRECT – MODE + MUTING TEST TONE MAIN MENU MASTER VOL D.TUNING FM stereo/mono-keuzetoets (FM MODE): Als de aanduiding “STEREO” in het uitleesvenster knippert en de FM stereo uitzending niet erg goed klinkt, drukt u op deze toets. Dan zal er geen stereo-effect meer zijn, maar de ontvangst zal beter klinken. Opmerking MENU Als de “STEREO” aanduiding helemaal niet oplicht bij normale ontvangst van een FM radio-uitzending, drukt u op deze toets zodat de “STEREO” aanduiding gaat branden. Afstemband-keuzetoets (FM/AM): Druk hierop om de FM of AM afstemband te kiezen. AV SYSTEM Geheugengroep-keuzetoets (SHIFT): Hiermee kiest u een geheugengroep (A, B of C) voor het vastleggen van of afstemmen op een voorkeurzender in het afstemgeheugen. Op de afstandsbediening D. TUNING: Druk op deze toets om rechtstreeks een frequentie in te voeren met behulp van de cijfertoetsen. Cijfertoetsen: Hiermee voert u een cijferwaarde in om de frequentie rechtstreeks in te voeren, radiozenders vast te leggen of af te stemmen op voorkeurzenders. 43NL Radio-ontvangst 1 Afstemtoetsen (PRESET/PTY SELECT +/–): Druk hierop om alle vastgelegde voorkeurzenders te overlopen of om programmatypes te kiezen. Afstemtoetsen (TUNING +/–): Druk hierop om alle te ontvangen radiozenders te doorzoeken. SYSTEM STANDBY VIDEO 1 VIDEO Geheugentoets (MEMORY): Gebruik deze om radiozenders in het geheugen vast te leggen als voorkeurzenders. Automatisch vastleggen van FM zenders in alfabetische volgorde (“Auto-betical” voorinstelling) Met deze automatische zenderopslag kunt u maximaal 30 FM radiozenders en FM RDS zenders in het afstemgeheugen van de tuner/versterker vastleggen, zonder doublures. Hierbij kiest de tuner/versterker automatisch alleen de best doorkomende zenders. Als u bepaalde FM of AM zenders handmatig in het afstemgeheugen wilt vastleggen, volg dan de aanwijzingen onder “Voorinstellen van radiozenders” op blz. 45. Zie voor nadere bijzonderheden over de hierbij gebruikte toetsen het “Kort overzicht van de toetsen die u gebruikt voor de radio-ontvangst ” op blz. 43. 1 2 Directe afstemming Zie voor nadere bijzonderheden over de hierbij gebruikte toetsen het “Kort overzicht van de toetsen die u gebruikt voor de radio-ontvangst ” op blz. 43. 1 Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op de tuner voor radio-ontvangst. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. 2 Kies met de FM/AM toets de FM of AM afstemband. 3 Druk op de D. TUNING toets van de afstandsbediening. 4 Voer met de cijfertoetsen de gewenste afstemfrequentie in van de afstandsbediening. Druk op de ?/1 toets om de tuner/versterker uit te schakelen. Radio-ontvangst Houd de MEMORY toets ingedrukt en druk nogmaals op de ?/1 toets om de tuner/versterker weer in te schakelen. De aanduiding “Autobetical select” verschijnt en de tuner/versterker gaat op zoek naar alle plaatselijk te ontvangen FM radiozenders en FM RDS zenders en legt deze in het afstemgeheugen vast. Bij elke RDS informatiezender controleert de tuner/ versterker eerst of er andere zenders zijn die hetzelfde programma uitzenden, om daarvan dan alleen de duidelijkst doorkomende zender vast te leggen. De gekozen RDS informatiezenders worden gesorteerd op alfabetische volgorde van hun officiële Program Service zendernaam, en krijgen dan elk een letterplus-cijfer voorinstelcode toegewezen. Zie voor nadere bijzonderheden betreffende de RDS informatiezenders blz. 46. De gewone FM radiozenders krijgen ook een letterplus-cijfer code en worden dan na de RDS zenders vastgelegd. Na afloop van het vastleggen verschijnt de aanduiding “Autobetical finish” even in het uitleesvenster en dan keert de tuner/versterker terug naar de normale bedieningsfuncties. Opmerkingen • Druk niet op enige toets tot de tuner/versterker klaar is met het doorzoeken van de beschikbare zenders. • Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig zijn deze procedure opnieuw uit te voeren, om de best te ontvangen zenders in uw nieuwe woongebied vast te leggen. • Zie voor het afstemmen op de vastgelegde voorkeurzenders de aanwijzingen op blz. 46. • De FM MODE stereo/mono instelling wordt ook samen met elke zender vastgelegd. • Als u na het opslaan van zenders met deze functie uw FM antenne verplaatst, kunnen de vastgelegde instellingen niet meer geldig zijn. In dat geval volgt u weer de bovenstaande aanwijzingen om de FM zenders opnieuw vast te leggen. 44NL Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz 1 b 0 b 2 b 5 b 0 Voorbeeld 2: AM 1350 kHz (U hoeft de laatste “0” niet in te voeren bij gebruik van een afstemschaal met intervallen van 10 kHz.) 1 b 3 b 5 b 0 Als u niet op een bepaalde zender kunt afstemmen en de ingevoerde cijfers knipperen Controleer of u de juiste frequentie hebt ingevoerd. Bij een vergissing herhaalt u de stappen 3 en 4. Als de ingevoerde cijfers nog steeds knipperen, wordt deze frequentie in uw ontvangstgebied niet gebruikt. 5 Bij afstemmen op een AM radiozender verstelt u de richting van de AM kaderantenne zo dat de ontvangst optimaal klinkt. 6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 als u op een andere zender wilt afstemmen. z Als u voor de frekwentie een getal invoert dat niet deelbaar is door het geldende afsteminterval De ingevoerde waarde zal automatisch naar boven of beneden worden afgerond. Het interval van de afstemschaal is: FM: 50 kHz AM: 9 kHz Automatische zoekafstemming Zie voor nadere bijzonderheden over de hierbij gebruikte toetsen het “Kort overzicht van de toetsen die u gebruikt voor de radio-ontvangst ” op blz. 43. 1 Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op de tuner voor radio-ontvangst. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. 2 Kies met de FM/AM toets de FM of AM afstemband. 3 Geheugenafstemming Zie voor nadere bijzonderheden over de hierbij gebruikte toetsen het “Kort overzicht van de toetsen die u gebruikt voor de radio-ontvangst ” op blz. 43. Voor u kunt afstemmen op een voorkeurzender, dient u eerst het “Voorinstellen van radiozenders” te verrichten volgens de onderstaande aanwijzingen. Voorinstellen van radiozenders Druk op de TUNING + of TUNING – toets. Druk op de + toets om de afstemband in oplopende volgorde te doorzoeken; op de – toets om van hoog naar laag te zoeken. Telkens wanneer er een zender wordt gevonden, stopt de tuner/versterker met zoeken. Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op de tuner voor radio-ontvangst. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. 2 Stem af op de radiozender die u wilt voorinstellen, met de directe afstemming (zie blz. 44) of de automatische zoekafstemming (deze pagina). 3 Druk op de MEMORY toets. In het uitleesvenster licht enkele seconden lang de aanduiding “MEMORY” op. Verricht de stappen 4 t/m 6 voordat deze “MEMORY” aanduiding dooft. 4 Druk op de SHIFT toets om een geheugengroep (A, B of C) te kiezen. Telkens wanneer u op de SHIFT toets drukt, verschijnt de volgende groepsletter, “A”, “B” of “C” in het uitleesvenster. 5 Druk op de PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY SELECT – toets om een zendernummer te kiezen. Als de “MEMORY” aanduiding dooft voordat u de zender hebt kunnen vastleggen, gaat u terug naar stap 3. 6 Druk weer op de MEMORY toets om de ontvangen radiozender in het geheugen vast te leggen. Als de “MEMORY” aanduiding dooft voordat u de zender hebt kunnen vastleggen, gaat u terug naar stap 3. 7 Herhaal de stappen 2 t/m 6 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen. Wanneer de tuner/versterker het einde van de afstemschaal bereikt Dan wordt de zoekafstemming vanaf het andere einde herhaald in dezelfde richting. 4 Om door te gaan met zoeken, drukt u nogmaals op de TUNING + of TUNING – toets. Een andere zender voorinstellen onder een reeds gebruikt nummer Herhaal de stappen 1 t/m 6 om een nieuwe zender onder hetzelfde nummer vast te leggen. 45NL Radio-ontvangst 1 Geheugenafstemming Afstemmen op vastgelegde voorkeurzenders Op radiozenders die in het afstemgeheugen zijn vastgelegd, kunt u afstemmen op een van de volgende twee manieren. Afstemmen door alle voorkeurzenders te doorlopen 1 2 Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op de tuner voor radio-ontvangst. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. Druk enkele malen op de PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY SELECT – toets om te zoeken naar de gewenste zender. Telkens wanneer u op deze toets drukt, gaat de tuner/ versterker één voorkeurzender verder in de gekozen richting en de onderstaande volgorde: Radio-ontvangst nA1˜A2˜...˜A0˜B1˜B2˜...˜B0N nC0˜...C2˜C1N Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) Ontvangst van RDS informatieuitzendingen Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM band met de directe afstemming (zie blz. 44), de automatische zoekafstemming of de geheugenafstemming (zie blz. 45). Bij afstemming op een zender die RDS informatie uitzendt, zal automatisch de zendernaam samen met de RDS indicator in het uitleesvenster verschijnen. Opmerking De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd de RDS signalen niet duidelijk genoeg uitzendt of als de signaalsterkte onvoldoende is. Aangeven van RDS informatie in het uitleesvenster Wanneer u tijdens ontvangst van een RDS zender meermalen op de DISPLAY toets drukt, verspringt de RDS informatie in het uitleesvenster als volgt: z U kunt de voorkeurzenders automatisch doornemen op zoek naar een bepaald programmatype. v Zendernaam (PS)a) Zie blz. 47. v Afstemfrequentiea) Afstemmen op een voorkeurzender waarvan u het nummer kent 1 2 v Programmatype (PTY)b) Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op de tuner voor radio-ontvangst. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. Druk op de SHIFT toets om een geheugengroep (A, B of C) te kiezen en kies dan het nummer van de gewenste voorkeurzender met de cijfertoetsen op de bijgeleverde afstandsbediening. v Radiotekst (RT)c) v Tijdsaanduiding (CT) (in een 24-uurs aanduiding) v Gekozen klankbeeld a) Deze informatie wordt ook aangegeven voor FM zenders die geen RDS informatie uitzenden. b) Soort programma dat er wordt uitgezonden (zie blz. 47). c) Tekstberichten die door de RDS zender worden uitgezonden. Opmerkingen • Als er een nooduitzending of waarschuwingsbericht door de overheid wordt uitgezonden, gaat in het uitleesvenster de aanduiding “Alarm-Alarm!” knipperen. • Als een radiozender een bepaalde RDS functie niet verzorgt, zal het uitleesvenster “No XX” (bijvoorbeeld “No Clock Time”) aangeven. • Wanneer een zender radiotekst uitzendt, verschijnt deze in het uitleesvenster met hetzelfde tempo als waarmee het bericht wordt uitgezonden. De snelheid van de tekst is dus alleen afhankelijk van de snelheid van de uitzending. 46NL Doorzoeken van voorkeurzenders via het programmatype U kunt afstemmen op een voorkeurzender van uw keuze door in te stellen op het gewenste programmatype. De tuner/versterker doorloopt dan het afstemgeheugen, op zoek naar een voorkeurzender die op dat moment het door u gekozen soort uitzending verzorgt. 1 Druk op de PTY toets. 2 Druk op de PRESET/PTY SELECT + of PRESET/PTY SELECT – toets om in te stellen op het gewenste programmatype. Zie het overzicht op de volgende pagina voor nadere informatie over de programmatypen. 3 Varied Speech Gevarieerde uitzendingen, zoals vraaggesprekken, quizprogramma’s en allerlei amusement Pop Music Populaire muziek Rock Music Rockmuziek M.o.R. Music “Easy listening” muziek Light Classics M Lichte klassieken, met vocale, instrumentale en koormuziek Serious Classics Klassieke muziekuitvoeringen, orkestrale werken en kamermuziek, opera enz. Other Music Alle muziek die niet in de bovenstaande categorieën past, zoals rhythm & blues of reggae Weather & Metr Weerbericht Finance Beursberichten, financieel en zakennieuws Children’s Progs Kinderprogramma’s Social Affairs Programma’s over mensen en hun bezigheden Religion Programma’s over godsdienst en religieuze zaken Phone In Programma’s waarin luisteraars via de telefoon of in een publiek forum kunnen reageren Travel & Touring Programma’s over reizen. Niet voor aankondigingen die met de TP/TA verkeersinformatiefuncties te vinden zijn Overzicht van de beschikbare programmatypen Aanduiding programmatype Beschrijving News Nieuwsuitzendingen Current Affairs Actualiteitenprogramma’s die op de achtergronden van het huidige nieuws ingaan Leisure & Hobby Programma’s over vrijetijdsbesteding en hobbies als vissen, tuinieren, koken e.d. Information Uitzendingen betreffende de weersverwachting, nieuws voor consumenten, medisch advies e.d. Jazz Music Jazz en geïmproviseerde muziek Country Music Country & western muziek National Music Programma’s met de nationale of streekmuziek van een bepaald gebied Sport Sportverslagen en -uitslagen Education Educatieve programma’s, met wetenswaardigheden en praktische tips Oldies Music Hits van vroeger Folk Music Volksmuziekprogramma’s Drama Hoorspelen en andere radioseries Documentary Documentaires Cultures Programma’s over nationale en regionale cultuur, zoals taalkwesties en sociale vraagstukken None Programma’s die buiten de bovenstaande categorieën vallen Science Uitzendingen over natuurwetenschappen en technologie 47NL Radio-ontvangst Druk nogmaals op de PTY toets. Terwijl de tuner/versterker de vooringestelde radiozenders doorneemt, verschijnen in het uitleesvenster afwisselend de aanduiding “PTY SEARCH” en het gekozen programmatype. Wanneer de tuner/versterker een uitzending van het door u gekozen type vindt, stopt het zoeken. Als de tuner/versterker geen voorkeurzender vindt die het door u gekozen soort uitzending verzorgt, verschijnt er “PTY not found” in het uitleesvenster. Aanduiding programmatype Beschrijving Overige bedieningsfuncties NAME Cursortoetsen SET UP MASTER VOLUME + MULTI CHANNEL DECODING ?/1 – SPEAKERS DISPLAY LEVEL SURR DIMMER PRESET/ – PTY SELECT + – TUNING + SET UP EQ MUTING DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING CINEMA STUDIO EX NAME A PHONES B C A FUNCTION B INPUT MODE MEMORY SHIFT PTY MULTI /2CH A. DIRECT SOUND FIELD FM MODE FM/AM A.F.D. MODE EQUALIZER 2CH MODE ENTER Instelknop ENTER FUNCTION Kort overzicht van de toetsen die u in dit hoofdstuk tegenkomt Naamgevingstoets (NAME): Druk hierop om uw voorkeurzenders en andere weergavebronnen elk een eigen naam te geven. Instelknop: Kies hiermee de lettertekens bij de naamgeving van voorkeurzenders en andere weergavebronnen. Cursortoetsen ( / ): Zet hiermee de cursor op de gewenste plaats bij het invoeren van namen voor de voorkeurzenders en andere weergavebronnen. Functiekeuzeknop (FUNCTION): Draai hieraan om in te stellen op de tuner voor radio-ontvangst of op een andere geluidsbron. Insteltoets (SET UP): Druk hierop om de bedieningsinstelling te maken. Invoertoets (ENTER): Druk hierop om de ingevoerde naam voor een voorkeurzender of andere weergavebron in het geheugen vast te leggen. 48NL Naamgeving van voorkeurzenders en beeld/ geluidsbronnen U kunt een naam (indexnaam) van maximum 8 tekens invoeren voor voorkeurzenders en beeld/geluidsbronnen. Deze namen (zoals bijvoorbeeld “VHS”) worden dan in het uitleesvenster aangegeven wanneer u instelt op weergave van de betreffende beeld/geluidsbron. U kunt niet meer dan één naam tegelijk invoeren voor elke voorkeurzender of beeld/geluidsbron. Deze functie kan handig zijn voor het uit elkaar houden van soortgelijke apparatuur. Zo kunt u bijvoorbeeld twee videorecorders onderscheiden met de typenamen “VHS” en “8mm”. Bovendien kunt u hiermee componenten benoemen die zijn aangesloten op stekkerbussen bedoeld voor andere apparatuur, zoals een tweede CD-speler die is aangesloten op de MD/TAPE aansluitingen. Opnemen Deze tuner/versterker maakt het opnemen vanaf en op de aangesloten apparatuur bijzonder eenvoudig. U hoeft de apparaten voor weergave en voor opname niet afzonderlijk op elkaar aan te sluiten; na het kiezen van een weergavebron op de tuner/versterker kunt u gewoon gaan opnemen met behulp van de bedieningsorganen op de betrokken apparatuur. Voor u begint dient u te controleren of alle apparaten naar behoren zijn aangesloten. FUNCTION – SPEAKERS Om een naam te geven aan een voorkeurzender Draai aan de FUNCTION knop om in te stellen op de tuner. Dan wordt er afgestemd op de laatst ontvangen zender. Voer de gewenste naam in met de instelknop en de cursortoetsen, als volgt: Draai aan de instelknop om een letterteken te kiezen en druk dan op de toets om de cursor op de plaats van de volgende letter te zetten. – TUNING + EQ MUTING NAME A PHONES DIGITAL CONCERT HALL 6.1 CH DECODING CINEMA STUDIO EX B C A FUNCTION B INPUT MODE MEMORY SHIFT PTY MULTI /2CH A. DIRECT SOUND FIELD FM MODE FM/AM A.F.D. MODE EQUALIZER 2CH MODE . ENTER Weergavebron (afspeelapparatuur) Opname-apparatuur (cassettedeck, minidiscrecorder, videorecorder) l: Audio-signaalstroom .: Video-signaalstroom Opnemen op een audiocassette of minidisc Via deze tuner/versterker kunt u opnamen maken op een cassette of een minidisc. Zie voor nadere details van de bediening de gebruiksaanwijzing van uw cassettedeck of minidisc-recorder. 1 Stel in op de geluidsbron die u wilt opnemen. 2 Breng het weergave-apparaat in gereedheid voor afspelen. Plaats bijvoorbeeld de op te nemen compact disc in de CD-speler. Invoegen van een spatie Draai aan de instelknop tot er een spatie in het uitleesvenster verschijnt. 3 Plaats een voor opnemen geschikte cassette of minidisc in het opname-apparaat en stel zo nodig het opnameniveau in. Bij een vergissing in de letterkeuze Druk net zovaak op de of cursortoets tot de foute letter gaat knipperen en kies dan met de instelknop het juiste letterteken. 4 Start het opnemen op het opname-apparaat en start dan de weergave van de geluidsbron. Druk op de ENTER toets. Invoeren van namen voor nog andere voorkeurzenders Herhaal de stappen 2 t/m 5. 49NL Overige bedieningsfuncties 4 DIMMER SET UP . Druk op de NAME toets. PRESET/ – PTY SELECT + l Stem af op de voorkeurzender die u van een naam wilt voorzien. Als u niet weet hoe u kunt afstemmen op een voorkeurzender, volgt u de aanwijzingen onder “Afstemmen op vastgelegde voorkeurzenders” op blz. 46. 3 5 LEVEL SURR Om een naam te geven aan een beeld/ geluidsbron Stel in op de beeld/geluidsbron (component) die u een naam wilt geven en ga dan door naar stap 3. 2 DISPLAY l 1 MASTER VOLUME + MULTI CHANNEL DECODING ?/1 Opnemen Automatisch uitschakelen met de sluimerfunctie Opnemen op een videocassette Met deze tuner/versterker kunt u beelden opnemen vanaf een videorecorder, TV of laserdisc-speler. Ook bestaat de mogelijkheid om tijdens kopiëren of monteren van videoopnamen een nieuw geluidsspoor in te voegen vanaf een geluidsbron naar keuze. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw videorecorder of laserdiscspeler. 1 Stel in op de beeld/geluidsbron die u wilt opnemen. 2 Breng het weergave-apparaat in gereedheid voor afspelen. Plaats bijvoorbeeld de op te nemen laserdisc in de laserdisc-speler. 3 Plaats een voor opnemen geschikte videocassette in de videorecorder (VIDEO 1 of VIDEO 2) die u voor opnemen gebruikt. 4 Start het opnemen op de opname-videorecorder en start dan de weergave van de videocassette of de laserdisc die u wilt opnemen. Overige bedieningsfuncties z Tijdens kopiëren of monteren van video-opnamen kunt u een nieuw geluidsspoor invoegen vanaf een geluidsbron naar keuze. Zoek op de videoband het punt op waar u het nieuwe geluid wilt invoegen, stel in op de geluidsbron en start de weergave daarvan. Het geluid van het gekozen weergave-apparaat zal op het geluidsspoor van de videoband worden opgenomen in plaats van het oorspronkelijke geluidsspoor. Om terug te keren naar het oorspronkelijke geluidsspoor voor de rest van de video-opnamen, stelt u weer in op de videogeluidsbron. Opmerkingen • Zorg dat er zowel digitale als analoge aansluitingen zijn gemaakt op de TV/SAT en DVD/LD ingangen. Het is niet mogelijk analoge opnamen te maken als er alleen digitale aansluitingen zijn gemaakt. • Bepaalde geluidsbronnen kunnen zijn voorzien van een kopieerbeveiliging die het opnemen blokkeert. Een dergelijke geluidsbron zult u niet kunnen opnemen. • U kunt geen digitaal audiosignaal opnemen van een component die is aangesloten op de analoge MD/TAPE OUT aansluitingen. Om een digitaal audiosignaal op te nemen, moet een digitale component zijn aangesloten op de DIGITAL MD/ TAPE OUT aansluitingen. • Geluidsregelingen hebben geen invloed op het uitgangssignaal via MD/TAPE OUT. • Wanneer MULTI/2CH A. DIRECT is ingesteld op MULTI DIRECT, worden geen audiosignalen uitgevoerd via REC OUT. • Er worden geen signalen uitgevoerd via DIGITAL OUT (MD/ TAPE OPTICAL OUT) wanneer u MULTI/2CH A. DIRECT op 2CH A. DIRECT zet. 50NL U kunt de tuner/versterker automatisch laten uitschakelen na een tijdsduur die u zelf kiest, zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen. Druk op de SLEEP toets van de afstandsbediening wanneer de tuner/versterker staat ingeschakeld. Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt, verspringt de sluimertijd als volgt. n 2:00:00 n 1:30:00n 1:00:00 n 0:30:00 n OFF Het uitleesvenster dooft nadat u de sluimertijd hebt ingesteld. Bij gebruik van de Sleep Timer, licht “SLEEP” op in het uitleesvenster. Tips • U kunt de tijd naar believen instellen. Druk op SLEEP en stel de tijd in met behulp van de jog knop en cursortoetsen ( of ) op de receiver. De sluimertijd verandert met tussenstappen van 1 seconde. U kunt maximum 5 uur opgeven. • Druk op SLEEP om te controleren na hoeveel tijd de receiver uitschakelt. De resterende tijd verschijnt in het display. Instellingen met de SET UP toets Met de SET UP toets kunnen behalve de luidsprekerparameters ook nog de volgende instellingen worden verricht. 6.1ch Matrix (6.1 CH DECODING) Met deze parameter produceren de surroundkanalen het juiste surroundgeluid. De standaard instelling is “AUTO”. 1 Druk op de SET UP toets. 2 Druk op de cursortoetsen ( of ) om het onderdeel “6.1 CH DECODING” te kiezen. 3 Draai aan de instelknop om in te stellen op “AUTO”, “ON” of “OFF”. Sound Field Link Wanneer dit op “ON” staat, wordt het geluidsveld dat laatst aan een programmabron was toegekend automatisch toegepast wanneer die wordt gekozen. Indien u bijvoorbeeld een CD beluistert met STADIUM als geluidsveld en u na het overschakelen naar een andere programmabron weer terugkeert naar CD, wordt STADIUM opnieuw gekozen. Indien u deze functie niet wilt gebruiken, zet ze dan op “OFF”. De standaard instelling is “ON”. 1 Druk op de SET UP toets. 2 Druk op de cursortoetsen ( of ) om het onderdeel “S. FIELD LINK” te kiezen. 3 Draai aan de instelknop om in te stellen op “ON” of “OFF”. Opmerkingen Multikanaalstoewijzing Hiermee kan een functie worden toegewezen aan MULTI CH. U kunt TUNER of PHONO niet toewijzen. 1 Druk op de SET UP toets. 2 Druk op de cursortoetsen ( of ) om het onderdeel “MULTI CH” te kiezen. 3 Draai aan de instelknop om in te stellen op “NONE” , “VIDEO1 “, “VIDEO 2”, “DVD/LD”, “TV/SAT”, “MD/ TAPE” of “CD/SACD”. CONTROL A1 automatische aanschakeling instellen Laat de receiver automatisch aanschakelen wanneer de component die is aangesloten met CONTROL A1 kabels (zie pagina 12) aan staat en de weergave is gestart. Wanneer de parameter op “OFF” staat, kunt u de receiver in de wachtstand minder stroom laten verbruiken. De standaard instelling is “ON”. 1 Druk op de SET UP toets. 2 Druk op de cursortoetsen ( of ) om het onderdeel “A1 AUTO POWER” te kiezen. 3 Draai aan de instelknop om in te stellen op “ON” of “OFF”. Instellen van het CONTROL A1 bedieningssysteem Laat de deze receiver automatisch omschakelen naar de Sony componenten die zijn aangesloten met CONTROL A1 kabels (zie pagina 12) wanneer de aangesloten component zich in de weergavestand bevindt. De standaard instelling is “ON”. 1 Druk op de SET UP toets. 2 Druk op de cursortoetsen ( of ) om het onderdeel “AUTO FUNCTION” te kiezen. 3 Draai aan de instelknop om in te stellen op “ON” of “OFF”. 51NL Overige bedieningsfuncties • U kunt deze parameter instellen met 6.1 CH DECODING op het voorpaneel. • Wanneer hij is ingesteld op “AUTO”, verricht de receiver alleen 6.1-kanaals matrixdecodering wanneer de 6.1ch signaaldecodeerflag ON is. • In de stand “ON” verricht de receiver alleen 6.1-kanaals matrixdecodering wanneer de surroundsignalen 2-kanaals zijn, ongeacht de instelling van de 6.1ch decodeerflag. • In de stand “OFF” verricht de receiver geen 6.1-kanaals matrixdecodering. • Tijdens “A.F.D.” staat deze parameter altijd op “AUTO” en kan de instelling niet worden gewijzigd. • Bij 6.1 channel matrix-decodering en met de surroundachterluidspreker op “NO” kunt u genieten van surroundachtersignalen met Virtual 3D-technologie, ook zonder dat er effectief een surround-achterluidspreker is aangesloten (kadertje rond SB licht niet op). Wanneer de surroundachterluidspreker op “YES” staat, worden de surroundachtersignalen uitgevoerd via de aangesloten luidspreker ( SB licht op). Merk op dat u de surround achterluidspreker alleen kunt instellen wanneer de middenluidspreker op “NO” staat (pagina 18). CONTROL A1 bedieningssysteem Om te beginnen Aansluitingen Deze handleiding verklaart de basisfuncties van het CONTROL A1 bedieningssysteem. Bepaalde stereocomponenten beschikken over speciale extra functies, zoals de “CD synchroon-opname” op cassettedecks, waarvoor ook CONTROL A1 aansluitingen nodig zijn. Zie daarom tevens de bij uw stereo-component(en) geleverde gebruiksaanwijzingen. Overige bedieningsfuncties Het CONTROL A1 bedieningssysteem is ontwikkeld ter vereenvoudiging van de bediening van stereo-installaties bestaande uit afzonderlijke Sony stereo-componenten. De CONTROL A1 aansluitingen verschaffen een speciale signaalbaan voor besturingssignalen, om automatische bedieningsfuncties mogelijk te maken die men gewoonlijk slechts op geïntegreerde systemen aantreft. Op dit moment bieden de CONTROL A1 aansluitingen u met een Sony CD-speler, versterker (of tuner/ versterker) , minidisc-recorder en cassettedeck het gemak van de automatische geluidsbron-keuze en de synchroonopnamestart. In de toekomst zal het CONTROL A1 aansluitsysteem gaan fungeren als een multifunctie-aansluitbus, waarmee u allerlei functies van verschillende componenten volautomatisch zult kunnen bedienen. Verbind met behulp van mono snoeren met (2-polige) ministekkers de CONTROL A1 aansluitingen op het achterpaneel van elk apparaat in serie door. Zo kunt u maximaal 10 componenten die geschikt zijn voor het CONTROL A1 systeem onderling doorverbinden, in elke gewenste volgorde. Van elk type apparaat kunt u er echter slechts één tegelijk aansluiten (dus slechts 1 CD-speler, 1 minidisc-recorder, 1 cassettedeck en 1 tuner/versterker). (Afhankelijk van het model kan het wel eens mogelijk zijn meer dan één compact disc speler of minidisc-speler aan te sluiten. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de betreffende componenten.) Voorbeeld Versterker CD(Tuner/ speler versterker) Minidisc- Cassettedeck Andere recorder component In het CONTROL A1 bedieningssysteem lopen de bedieningssignalen beide kanten op, dus er is geen verschil tussen IN en OUT aansluitingen. Als een component meer dan een CONTROL A1 aansluiting heeft, kunt u naar keuze één hiervan gebruiken, of op elk ervan een verschillende geluidscomponent aansluiten. Aansluitvoorbeelden CONTROL A1 Opmerkingen • Het CONTROL A1 bedieningssysteem is zo ontworpen dat er geleidelijk meer en meer functies aan kunnen worden toegevoegd. Dit betekent echter niet dat de nieuwe functies ook beschikbaar zullen zijn op de aangesloten oudere apparatuur. • Gebruik geen tweeweg-afstandsbediening wanneer de CONTROL A1 aansluitingen via een PC-interface aansluitset zijn verbonden met een personal computer waarop het “MD Editor” programma of een soortgelijk toepassingsprogramma draait. Gebruik ook de aangesloten apparatuur niet op een manier die niet overeenkomt met de functies van het toepassingsprogramma, want dan kan het programma niet naar behoren werken. Overeenkomsten tussen CONTROL A1 en CONTROL A1 Het CONTROL A1 bedieningssysteem is uitgebracht in een vernieuwde versie, CONTROL A1 genaamd, hetgeen het standaard bedieningssysteem is voor de Sony 300-disc CDwisselaar en andere recente Sony apparatuur. Componenten met CONTROL A1 bedieningsaansluitingen en die met CONTROL A1 aansluitingen zijn onderling te verbinden en samen te gebruiken. In principe zijn de meeste functies van het CONTROL A1 bedieningssysteem ook beschikbaar in het nieuwe CONTROL A1 bedieningssysteem. Bij een onderlinge verbinding tussen CONTROL A1 aansluitingen en CONTROL A1 aansluitingen kan het aantal beschikbare bedieningsfuncties echter beperkt zijn, afhankelijk van de aangesloten apparatuur. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparatuur. 52NL CONTROL A1 CD-speler Minidisc-recorder Betreffende CONTROL A1 aansluitingen U kunt zonder probleem alle CONTROL A1 aansluitingen verbinden met de nieuwere CONTROL A1 aansluitingen. Voor nadere bijzonderheden over de wijze van aansluiten en de mogelijkheden wordt u verwezen naar de de gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparatuur. Betreffende de aansluitsnoeren Bij bepaalde componenten die geschikt zijn voor het CONTROL A1 systeem wordt een aansluitsnoer bijgeleverd. Dan kunt u dat snoer voor het aansluiten gebruiken. Beschikt u niet over een dergelijk bijgeleverd snoer, gebruik dan een los in de audiohandel verkrijgbaar ministekker-snoer van minder dan 2 meter lengte met 2polige (mono) ministekkers, zonder weerstand (zoals het Sony RK-G69HG aansluitsnoer). Basis-bedieningsfuncties De CONTROL A1 bedieningsfuncties zullen werken zolang de te bedienen component(en) is/zijn ingeschakeld, ook al staan de andere aangesloten componenten alle uitgeschakeld. Automatische geluidsbronkeuze Als u een voor het CONTROL A1 systeem geschikte Sony versterker (of tuner/versterker) hebt aangesloten op andere Sony componenten via mono ministekker-snoeren, dan zal de geluidsbron-keuzeschakelaar van de versterker (of tuner/versterker) automatisch instellen op de juiste geluidsbron, zodra u de op weergavetoets van een een van de aangesloten componenten drukt. Opmerkingen Overige bedieningsfuncties • Er moet een voor het CONTROL A1 systeem geschikte Sony versterker (of tuner/versterker) zijn aangesloten via mono ministekker-snoeren om de automatische geluidsbron-keuze te kunnen gebruiken. • Deze automatische geluidsbron-keuze werkt alleen als de componenten zijn aangesloten op de ingangsaansluitingen van de versterker (of tuner/versterker) die overeenkomen met de namen van de geluidsbron-keuzetoetsen. Op bepaalde versterkers kunt u de namen van de geluidsbron-keuzetoetsen omschakelen. Zie in dat geval voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de versterker. • Tijdens opnemen kunt u beter niet het afspelen starten van een andere component dan de opnamebron. Hierdoor zou namelijk de automatische geluidsbron-keuze overschakelen op de andere component. Synchroon-opnamefunctie Met deze functie kunt u automatisch de weergave van de gekozen geluidsbron en de opname op een andere component tegelijk starten. 1 Stel de geluidsbron-keuzeschakelaar van de versterker (of tuner/versterker) in op de geluidsbron voor weergave. 2 Zet de geluidsbron in de weergave-pauzestand (let op dat het N en het X lampje beide oplichten). 3 Zet het opname-apparaat in de opnamepauzestand (REC-PAUSE). 4 Druk op de PAUSE toets van het opname-apparaat. De geluidsbron schakelt van de pauzestand over op weergave en even later begint automatisch het opnemen. Wanneer de weergave van de geluidsbron eindigt, zal het opnemen ook automatisch stoppen. Opmerkingen • Zet niet meer dan één geluidsbron tegelijk in de weergavepauzestand. • Bepaalde opname-componenten beschikken over een speciale synchroon-opnamefunctie op basis van het CONTROL A1 bedieningssysteem, zoals de “CD synchroon-opname” op cassettedecks. Zie voor nadere bijzonderheden daaromtrent de bij uw opname-component geleverde gebruiksaanwijzing. 53NL Aanvullende informatie Verhelpen van storingen Als bij het gebruik van de tuner/versterker een van de volgende problemen zich voordoet, neemt u dan de controlepunten even door om het probleem te verhelpen. Zie ook de paragraaf “Controleren van de aansluitingen” op blz. 22 om zeker te stellen dat alle aansluitingen in orde zijn. Mocht de storing niet zo gemakkelijk te verhelpen zijn, raadpleeg dan a.u.b. de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Er klinkt niet of nauwelijks geluid. , Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. , Controleer of de tuner/versterker wel is ingesteld op de juiste geluidsbron. , Druk op de SPEAKERS toets wanneer SP. OFF verschijnt in het uitleesvenster. , Controleer of er een hoofdtelefoon is aangesloten op PHONES. , Druk op MUTING wanner MUTING verschijnt in het uitleesvenster. , Het beveiligingscircuit van de tuner/versterker is in werking getreden, vanwege een kortsluiting. Schakel de tuner/versterker uit, verhelp de kortsluiting en schakel het apparaat weer in. De weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld. , Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. , Stel de weergave beter in met de voorbalansparameter (FRONT BALANCE) in het LEVEL menu. Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden. , Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. , Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een transformator of een motor en ten minste 3 meter (10 feet) van een TV-toestel of tl-verlichting. , Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de buurt van een ingeschakeld TV-toestel. , Sluit een aardingsdraad aan op de U SIGNAL GND platenspeler-aardaansluiting (alleen wanneer een platenspeler is aangesloten). , Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil. Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus of zuivere alcohol. Het geluid van een digitale bron valt soms weg. , Zorg dat er signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz worden doorgegeven aan de DVD/LD IN OPTICAL of COAXIAL ingangsaansluitingen. 54NL De middenluidspreker geeft geen geluid. , Zorg dat de klankbeeldfunctie is ingeschakeld (druk op de SOUND FIELD MODE toets). , Kies de CENTER MODE instelling die past bij uw luidspreker-opstelling (zie blz. 29 t/m 31). , Stel de geluidssterkte van de luidsprekers evenwichtig in (zie blz. 21). , Zorg dat de formaatparameter voor de middenluidspreker is ingesteld op “SMALL” of “LARGE” (zie blz. 18). De surroundluidsprekers geven niet of nauwelijks geluid. , Zorg dat de klankbeeldfunctie is ingeschakeld (druk op de SOUND FIELD MODE toets). , Kies de CENTER MODE instelling die past bij uw luidspreker-opstelling (zie blz. 29 t/m 31). , Stel de geluidssterkte van de luidsprekers evenwichtig in (zie blz. 21). , Zorg dat de formaatparameter voor de surroundluidsprekers is ingesteld op “SMALL” of “LARGE” (zie blz. 18). De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid. , Controleer of de lagetonen-luidspreker op YES staat (zie blz 18). , Controleer of de 2CH mode niet is geselecteerd (zie blz 31). Geen Dolby Digital of DTS multikanaalsgeluid. , Controleer of de DVD, enz. die wordt afgespeeld, is opgenomen in Dolby Digital of DTS. , Wanneer u de DVD-speler, enz. aansluit op de digitale ingangen van deze receiver, moet u de geluidsinstellingen (instellingen voor audiouitgang) van de aangesloten component controleren. Het afstemmen op een radiozender lukt niet. , Controleer of de antennes goed zijn aangesloten. Verstel zonodig de stand van de antennes en sluit een buitenantenne aan. , Mogelijk is de signaalsterkte te gering voor ontvangst (bij gebruik van de automatische zoekafstemming). Gebruik de directe afstemming. , Zorg dat het afsteminterval juist is ingesteld (voor direct afstemmen op AM radiozenders) (zie blz. 44 en 57). , Er zijn nog geen zenders vooringesteld of de vastgelegde voorkeurzenders zijn uit het geheugen gewist (bij gebruik van de geheugenafstemming). Leg de gewenste zenders in het afstemgeheugen vast (zie blz. 45). , Druk op de DISPLAY toets zodat de afstemfrequentie in het uitleesvenster verschijnt. De RDS informatiefuncties werken niet. , Controleer of de tuner/versterker wel is afgestemd op een RDS informatiezender op de FM afstemband. , Stem af op een krachtiger FM RDS zender. De gewenste RDS informatie verschijnt niet in het uitleesvenster. , Neem contact op met de radiozender en informeer of deze wel of geen RDS signalen uitzendt. Ook zenders die gewoonlijk wel RDS informatie uitzenden kunnen deze soms tijdelijk buiten werking stellen. Er wordt niets aangegeven in het uitleesvenster. , Wanneer het display dooft meteen nadat de receiver werd aangeschakeld, drukt u op DIMMER om de display mode te wijzigen. Op het TV-scherm is geen beeld of slechts een onduidelijk beeld zichtbaar. , Stel de tuner/versterker op de juiste beeld/ geluidsbron in. , Stel het TV-toestel in op de gewenste beeldweergave. , Zet het TV-toestel iets verder van de audioapparatuur vandaan. De afstandsbediening werkt niet. , Richt de afstandsbediening recht op de g afstandsbedieningssensor voorop de tuner/ versterker. , Verwijder eventuele obstakels tussen de afstandsbediening en de tuner/versterker. , Als de batterijen in de afstandsbediening leeg kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe. , Controleer of u wel de juiste toets op de afstandsbediening hebt ingedrukt. , Als de afstandsbediening staat ingesteld op bediening van alleen het TV-toestel, kies dan eerst met de component-keuzetoets op de afstandsbediening een andere beeld/geluidsbron dan de TV, dan kunt u daarna het gewenste apparaat bedienen. Pagina’s met aanwijzingen voor het wissen van het geheugen van de tuner/versterker Voor wissen van Leest u Het gehele geheugen pagina 16 De zelf aangepaste klankbeelden pagina 36 55NL Aanvullende informatie Het opnemen lukt niet. , Controleer of alle audio/video-apparatuur naar behoren is aangesloten. , Kies de broncomponent door aan FUNCTION te draaien. , Bij het opnemen van een digitale geluidsbron dient u de INPUT MODE ingangssignaal-keuzetoets op “ANALOG 2CH FIXED” te zetten (zie blz. 25) voor u gaat opnemen met een opname-apparaat dat is aangesloten op de analoge MD/TAPE aansluitingen. , Bij het opnemen van een digitale geluidsbron dient u de INPUT MODE ingangssignaal-keuzetoets op “COAXIAL FIXED” of “OPTICAL FIXED” te zetten (zie blz. 25) voor u gaat opnemen met een opname-apparaat dat is aangesloten op de DIGITAL MD/TAPE OUT aansluitingen. Het geluid wordt niet met akoestiekeffect weergegeven. , Zorg dat de klankbeeldfunctie is ingeschakeld (druk op de SOUND FIELD MODE toets). Technische gegevens Versterker-gedeelte UITGANGSVERMOGEN Nominaal uitgangsvermogen bij stereo-weergave (8 ohms 1 kHz, THD 0,7 %) 100 W + 100 W Referentie-uitgangsvermogen (8 ohms 1 kHz, THD 0,7 %) FRONT1): 100 W + 100 W CENTER1): 100 W SURROUND1): 100 W + 100 W 1) Bij bepaalde klankbeeld-akoestiekinstellingen en geluidsbronnen kan de middenluidspreker soms geen geluid weergeven. Frequentiebereik PHONO: RIAA compensatiecurve ±0,5 dB MULTI CH IN, CD/SACD, MD/TAPE, DVD/LD, TV/SAT, VIDEO 1, 2: 10 Hz – 50 kHz +0,5/–2 dB (zonder klankbeeld of equalizertoonregeling) Aanvullende informatie Ingangen (analoog) PHONO: Gevoeligheid: 4 mV Impedantie: 50 kOhm Signaal/ ruisverhouding2): 86 dB (A, 4 mV3)) MULTI CH IN, CD/SACD, MD/TAPE, DVD/LD, TV/SAT, VIDEO 1, 2: Gevoeligheid: 250 mV Impedantie: 50 kOhm Signaal/ ruisverhouding2): 96 dB (A, 250 mV3)) 2) INPUT SHORT 3) Netwerk-gewogen, ingangsniveau Ingangen (digitaal) DVD/LD IN(coaxiaal): Gevoeligheid: – Impedantie: 75 ohm Signaal/ ruisverhouding: 100 dB (A, 20 kHz LPF) DVD/LD IN, TV/SAT IN, MD/TAPE IN (optisch): Gevoeligheid: – Impedantie: – Signaal/ ruisverhouding: 100 dB (A, 20 kHz LPF) Uitgangen MD/TAPE (OUT); VIDEO 1, 2 (AUDIO OUT): Uitgangsspanning: 250 mV Impedantie: 10 kOhm SUB WOOFER: Uitgangsspanning: 2V Impedantie: 1 kOhm PHONES: Geschikt voor hoogen laagohmige hoofdtelefoons Bemonsteringsfrequentie 48 kHz (TV/SAT, MD/TAPE OPTICAL IN) 96 kHz (DVD/LD, OPTICAL IN, COAXIAL IN) EQ toonregeling BASS: 99 Hz – 1,0 kHz (21 stappen) MID: 198 Hz – 10,0 kHz (37 stappen) TREBLE: 1,0 kHz – 10 kHz (23 stappen) Versterking: +6/–10 dB, in stappen van 1 dB 56NL FM tuner-gedeelte AM tuner-gedeelte Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz Afstembereik 531 – 1602 kHz Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch Antenne Tussenfrequentie 10,7 MHz Gevoeligheid Mono: 18,3 dBf, 2,2 µV/75 ohm Stereo: 38,3 dBf, 22,5 µV/75 ohm Bruikbare gevoeligheid 11,2 dBf, 1µV/75 ohm Signaal/ruisverhouding Mono: 76 dB Stereo: 70 dB Harmonische vervorming bij 1 kHz Mono: 0,3% Stereo: 0,5% Frequentiebereik 30 Hz – 15 kHz +0,5/–2 dB Selectiviteit 60 dB bij 400 kHz Systeem Kaderantenne Tussenfrequentie 450 kHz Bruikbare gevoeligheid 50 dB/meter (bij 999 kHz) Signaal/ruisverhouding 54 dB (bij 50 mV/ meter) Harmonische vervorming 0,5% (bij 50 mV/meter, 400 Hz) Selectiviteit 35 dB Video-gedeelte Ingangsspanning Video: 1 Vt-t, 75 ohm S-video Y: 1 Vt-t, 75 ohm C: 0,286 Vt-t, 75 ohm Uitgangsspanning Video: 1 Vt-t, 75 ohm S-video Y: 1 Vt-t, 75 ohm C: 0,286 Vt-t, 75 ohm Tuner-gedeelte: Quartz PLL kwartsen fasegekoppeld digitaal synthesizer afstemsysteem Voorversterkergedeelte: Ruisarme NF-type equalizerversterker Eindversterkergedeelte: Zuiver complementaire SEPP versterker Stroomvoorziening 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik 220 watt Wachtstand: 0,9 watt Netstroomuitgangen 1 switched, total 100 W Afmetingen (b/h/d) 430 × 157,5 × 369 mm, incl. uitstekende onderdelen en knoppen Gewicht (ca.) 9,5 kg Bijgeleverd toebehoren Zie blz. 4. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. 57NL Aanvullende informatie Kanaalscheiding 45 dB bij 1 kHz Algemeen Verklarende woordenlijst Akoestiek-weergave Geluidsweergave die bestaat uit drie geluidscomponenten: direct geluid, rechtstreeks weerkaatst geluid (vroege weerkaatsingen) en een (latere) nagalm. De akoestiek van de ruimte waarin u luistert beïnvloedt de wijze waarop u deze drie geluidscomponenten hoort. De akoestiek-weergave combineert deze geluidscomponenten op een dusdanige manier dat diverse luisteromgevingen, zoals een concertzaal, kunnen worden nagebootst. • Geluidscomponenten Vroege weerkaatsingen Nagalm Digital Cinema Sound Dit is een algemene term voor de akoestiek-weergave die geboden wordt door de digitale signaalverwerkingstechniek ontwikkeld door Sony. In tegenstelling tot de eerdere akoestische klankbeelden die voornamelijk bedoeld waren voor muziekweergave, is de Digital Cinema Sound specifiek ontworpen voor het weergeven van filmgeluid. Direct geluid • Weergave van het geluid via de surroundluidsprekers Direct geluid Aanvullende informatie Niveau Vroege weerkaatsingen Nagalm Vroege weerkaatsingstijd Tijd Dolby Pro Logic Surround Als een van de decodeersystemen voor Dolby Surround geluid, zorgt de Dolby Pro Logic Surround dat een twee-kanaals geluidsspoor wordt omgezet in vier gescheiden kanalen. Vergeleken met het eerdere Dolby Surround systeem, zorgt de Dolby Pro Logic Surround voor een meer natuurlijk klankbeeld met vloeiender verlopende bewegingen en precieser gelokaliseerd geluid. Om de voordelen van Dolby Pro Logic Surround optimaal te horen, heeft u een paar surroundluidsprekers en een middenluidspreker nodig. De surroundluidsprekers geven het geluid in mono weer. 58NL Dolby Digital Dit is een weergavesysteem voor de bioscoop, meer geavanceerd dan de Dolby Pro Logic Surround. Hierbij geven de surroundluidsprekers stereo geluid weer met een breder frequentiebereik, en is tevens voorzien in een afzonderlijk “subwoofer” lagetonenkanaal voor de diepste bassen. Dit systeem wordt ook aangeduid als “5.1”, met vijf gewone voor-, midden- en achterluidsprekers plus het subwooferkanaal dat voor 0.1 telt (aangezien het alleen dient voor de ultralage tonen). Alle zes kanalen worden bij dit systeem afzonderlijk opgenomen, voor een optimale kanaalscheiding. En omdat alle signalen digitaal verwerkt worden, is er minder verlies aan kwaliteit. Overzicht van de instellingen met de SURR, LEVEL, EQ en SET UP toetsen U kunt een heel stel geluidsinstellingen zelf naar wens aanpassen met de LEVEL, SURR, EQ en SET UP toetsen, de instelknop en de cursortoetsen. Hieronder volgt een overzicht van de beschikbare instellingen. Druk op de Druk op de of cursortoets om in te stellen op: Draai aan de instelknop om een instelling te kiezen: Zie blz. SURR toets PRO LOGIC AUTO, ON, OFF 34 EFFECT afhankelijk van het klankbeeld (in 21 stapjes) WALL S__I__H van –8 tot +8 (in stapjes van 1 tegelijk) REVERB S__I__L van –8 tot +8 (in stapjes van 1 tegelijk) FRONT REVERB DRY, WET, STD SCREEN DEPTH DEEP, MID, OFF VIR. SPEAKERS ON, OFF FRONT L__I__R van –8 dB tot +8 dB (in stapjes van 1 dB) SURROUND L__I__R van –8 dB tot +8 dB (in stapjes van 1 dB) CENTER LEVEL XXX dB van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB) SURROUND LEVEL XXX dB van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB) SURR BACK LEVEL XXX dB van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB) S. WOOFER LEVEL XXX dB van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB) LFE MIX XXX dB OFF, van –20 dB tot 0 dB (in stapjes van 1 dB) D. RANGE COMP. OFF, van 0,1 tot 0,9 (in stapjes van 0,1), STD, MAX FRONT BASS GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB) FRONT BASS FREQUENCY van 99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stapjes) FRONT MID GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB) FRONT MID FREQUENCY van 198 Hz tot 10,0 kHz (in 37 stapjes) FRONT TREBLE GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB) FRONT TREBLE FREQUENCY van 1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stapjes) CENTER BASS GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB) CENTER BASS FREQUENCY van 99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stapjes) CENTER MID GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB) CENTER MID FREQUENCY van 198 Hz tot 10,0 kHz (in 37 stapjes) CENTER TREBLE GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB) CENTER TREBLE FREQUENCY van 1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stapjes) SURROUND BASS GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB) SURROUND BASS FREQUENCY van 99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stapjes) SURROUND TREBLE GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB) SURROUND TREBLE FREQUENCY van 1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stapjes) SURROUND BACK BASS GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB) SURROUND BACK BASS FREQUENCY van 99 Hz tot 1,0 kHz (in 21 stapjes) SURROUND BACK TREBLE GAIN van –10 dB tot +6 dB (in stapjes van 1 dB) SURROUND BACK TREBLE FREQUENCY van 1,0 kHz tot 10 kHz (in 23 stapjes) LEVEL toets EQ toets 35 36 Aanvullende informatie 59NL Overzicht van de instellingen met de SURR, LEVEL, EQ en SET UP toetsen Druk op de Druk op de of cursortoets om in te stellen op: Draai aan de instelknop om een instelling te kiezen: Zie blz. SET UP FRONT LARGE, SMALL 17 CENTER LARGE, SMALL, NO SURROUND LARGE, SMALL, NO SURR BACK LARGE, SMALL, NO SUB WOOFER YES, NO FRONT XX.X meter van 1,0 meter (3 feet) tot 12,0 meter (40 feet) (in stapjes van 10 cm) CENTER XX.X meter van 1,0 meter (3 feet) tot 12,0 meter (40 feet) (in stapjes van 10 cm) SURROUND XX.X meter van 1,0 meter (3 feet) tot 12,0 meter (40 feet) (in stapjes van 10 cm) SURR BACK XX.X meter van 1,0 meter (3 feet) tot 12,0 meter (40 feet) (in stapjes van 10 cm) SUB WOOFER XX.X meter van 1,0 meter (3 feet) tot 12,0 meter (40 feet) (in stapjes van 10 cm) S.W PHASE NORMAL, REVERSE DISTANCE UNIT meter, feet SURR POSI. SIDE, MIDDLE, BEHIND SURR HEIGHT HIGH, LOW SURR BACK HGT. FRONT SP > XXX Hz HIGH, LOW 1) 1) Aanvullende informatie 1) CENTER SP > XXX Hz 40 Hz tot 200 Hz (in stapjes van 10 Hz) SURROUND SP > XXX Hz1) 40 Hz tot 200 Hz (in stapjes van 10 Hz) SURR BACK SP > XXX Hz1) 40 Hz tot 200 Hz (in stapjes van 10 Hz) LFE HIGH CUT > XXX Hz 40 Hz tot 200 Hz (in stapjes van 10 Hz) 6.1 CH DECODING AUTO, ON, OFF MULTI CH NONE, alle werken (behalve TUNER en PHONO) S.FIELD LINK ON, OFF A1 AUTO POWER ON, OFF AUTO FUNCTION ON, OFF Alleen als voor de luidsprekers het formaat “SMALL” is gekozen. 60NL 40 Hz tot 200 Hz (in stapjes van 10 Hz) 51 Beschrijving van de afstandsbediening De systeemcomponenten kunnen worden bediend met de afstandsbediening. De onderstaande tabellen geven een overzicht van de instellingen van elke toets. Toets Voor bediening van Funktie Toets Voor bediening van SLEEP Tuner/versterker Activateert de sluimerfunctie en de tijdsspanne waarna de receiver automatisch uitschakelt. ENTER AV ?/1 TV/VCR/ In/uitschakelen van de stroom. CD-speler/ DVD-speler/ minidisc-recorder/ VCD-speler/ laserdisc-speler/ DAT deck TV/ Druk hierop om de waarde in te videorecorder/ voeren na het kiezen van een SAT/ kanaal, disc of muziekstuk. cassettedeck/ laserdisc-speler/ VCD-speler/ minidisc-recorder/ DAT deck SHIFT Tuner/versterker Druk herhaaldelijk om een geheugenpagina te kiezen voor het voorinstellen van radiozenders of het afstemmen op vooringestelde radiozenders. -/-- TV D.TUNING Tuner/versterker Direct invoeren van radiozenders. ./> CD-speler/ Overslaan van muziekstukken. minidisc-recorder/ DVD-speler/ laserdisc-speler/ VCD-speler/ cassettedeck/ videorecorder/ DAT deck m/M CD-speler/ DVD-speler/ VCD-speler Tuner/versterker Om de receiver aan of af te zetten. VIDEO/ VIDEO 1 Tuner/versterker Om video te kijken. (VTR mode 3) VIDEO 2 Tuner/versterker Om video te kijken. (VTR mode 1) VIDEO 3 Tuner/versterker Om video te kijken. (VTR mode 2) DVD/LD Tuner/versterker Om een DVD of beeldplaat te bekijken. TV/SAT Tuner/versterker Om TV-beelden of beelden van een satellietontvanger te bekijken. MD/TAPE Tuner/versterker Om een Minidisc of audiocassette te beluisteren. CD/SACD Tuner/versterker Om een compact disc te beluisteren. TUNER Tuner/versterker Om radioprogramma’s te beluisteren. PHONO Tuner/versterker Om een platenspeler te beluisteren. AUX Tuner/versterker Om audio-apparatuur te beluisteren. FN SHIFT* Afstandsbediening Samen gebruiken om een andere functie te selecteren. 0-9 Tuner/versterker TV/ videorecorder/ SAT >10 Kiezen van kanaalnummers. CD-speler/ Kiezen van muziekstuk-nummers cassettedeck/ boven de 10. minidisc-recorder/ VCD-speler/ laserdisc-speler Zoeken van muziekstukken (voorwaarts of terugwaarts). cassettedeck/ Vooruitspoelen of terugspoelen. minidisc-recorder/ videorecorder/ laserdisc-speler/ DAT deck n Cassettedeck N CD-speler/ Starten van de weergave. cassettedeck/ minidisc-recorder/ videorecorder/ DVD-speler/ VCD-speler/ laserdisc-speler/ DAT deck Gebruik de “SHIFT” toets om het voorinstelzendernummer te kiezen tijdens DIRECT TUNING of MEMORY mode. CD-speler/ Kiezen van muziekstuk-nummers. minidisc-recorder/ Met 0 kiest u muziekstuknummer VCD-speler/ 10. laserdisc-speler/ DAT deck Om met de nummertoetsen kanaalnummers te kunnen kiezen, bestaande uit één of twee cijfers. Starten van de weergave van de achterkant van de cassette. * De VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, PHONO en MD/TAPE functie werkt met 2 toetsen. Om een bovenvermelde functie te kiezen, drukt u tegelijkertijd op FN SHIFT (function shift) en de gewenste functietoets. Druk bijvoorbeeld op FN SHIFT en CD/SACD om de MD/TAPE functie te kiezen. Opmerking Wanneer een functietoets (VIDEO, DVD/LD, TV/SAT) wordt ingedrukt, kan de ingangsmode van de TV mogelijk niet naar de gewenste mode overschakelen. Druk dan op de TV/VIDEO toets om de ingangsmode van de TV te wijzigen. 61NL Aanvullende informatie ?/1 Funktie Beschrijving van de afstandsbediening Toets X x Voor bediening van Funktie CD-speler/ Tijdelijk onderbreken van de cassettedeck/ weergave of opname. (Ook voor minidisc-recorder/ het starten van de opname van videorecorder/ apparatuur die in de opnameDVD-speler/ pauzestand staat.) VCD-speler/ laserdisc-speler/ DAT deck CD-speler/ Stoppen van de weergave. cassettedeck/ minidisc-recorder/ videorecorder/ DVD speler/ VCD-speler/ laserdisc-speler/ DAT deck Toets Voor bediening van Funktie TEST TONE Tuner/versterker Indrukken om de testtoon te laten horen. MAIN MENU Tuner/versterker Druk herhaaldelijk op deze toets om één van de vijf cursor modes te kiezen: LEVEL, SURROUND, EQ, NAME en SET UP. MASTER VOL +/– Tuner/versterker Om het hoofdvolume van de receiver te regelen. ENU </> Tuner/versterker Om een menu item te kiezen. MENU +/– Tuner/versterker Om instellingen te verrichten of te wijzigen. MENU DVD speler Om het DVD menu te tonen. F/f/G/g DVD speler Om een menu item te kiezen. POSITION** TV Veranderen van de plaats van het inzetbeeld. ENTER DVD speler Om de selectie in te voeren. SWAP** TV Verwisselen van het inzetbeeld en het gewone beeld. RETURN DVD speler Om terug te keren naar het vorige menu of het menu te verlaten. DISC CD-speler Discs kiezen (alleen meervoudige disc-wisselaar). TITLE DVD speler Om de DVD titel te tonen. SUB CH +/–** TV Om voorinstelkanalen voor het kleine beeld te kiezen. ** Uitsluitend voor Sony TV’s voorzien van de beeld-in-beeld funktie. D. SKIP/CH/ Tuner/versterker PRESET +/– Doorlopen en kiezen van vooringestelde zenders. Opmerkingen Aanvullende informatie TV/VCR/SAT Kiezen van kanalen. CD-speler Overslaan van compact discs (alleen meervoudige discwisselaar). DISPLAY TV/ videorecorder/ DVD speler/ VCD-speler/ laserdisc-speler Om informatie op het TV-scherm te selecteren. P IN P** TV In werking stellen van de beeldin-beeld funktie. JUMP TV Schakelt om tussen vorige en huidige kanalen. WIDE TV Kiest de breedbeeldstand. ANT TV/ VTR Videorecorder Kiezen van het uitgangssignaal van de antenne-aansluiting: TVsignaal of videoprogramma. TV/VIDEO TV/videorecorder Kiezen van het ingangssignaal: TV-signaal of videoprogramma. A. F. D. Tuner/versterker Auto Format Decoding. 2CH/OFF Tuner/versterker Om geluidsveld af te zetten of 2CH mode te kiezen. MODE +/– Tuner/versterker Om de geluidsveldstand te kiezen. MULTI/2CH Tuner/versterker Kies MULTI CH IN en 2CH A. DIRECT ANALOG DIRECT als bron. MUTING 62NL Tuner/versterker Om het geluid van de receiver uit te schakelen. • Sommige functies die in dit hoofdstuk uitgelegd staan werken niet met bepaalde receivermodellen. • De bovenstaande uitleg is louter bedoeld als voorbeeld. Sommige componenten werken dan ook niet of worden anders bediend dan hierboven beschreven. • Bij de instelling zijn de functies VIDEO, VIDEO 3 en AUX niet beschikbaar. Veranderen van de toewijzingen van een funktiekeuzetoets Als de toewijzingen van de FUNCTION toetsen (hierboven) zoals deze in de fabriek zijn ingesteld, niet overeenstemmen met die van uw apparatuur, is het mogelijk om deze instellingen aan te passen. Indien u bijvoorbeeld beschikt over een MD-speler en een cassettedeck, en niet over een CD-speler, kunt u de CD/ SACD-toets toekennen aan uw cassettedeck. Merk op dat de instellingen van de TUNER en FN SHIFT (VIDEO 1, VIDEO 2, VIDEO 3, PHONO en MD/TAPE) functietoets niet kan worden gewijzigd. AV ?/1 AV ?/1 SLEEP ?/1 ?/1 SYSTEM STANDBY FUNCTION VIDEO 1 VIDEO 2 VIDEO 3 VIDEO DVD/LD TV/SAT PHONO MD/TAPE FN SHIFT AUX CD/SACD TUNER 1 MENU F 2 G 4 3 g ENTER 5 6 8 SHIFT 9 RETURN >10 >10 = POSITION SWAP = + 0 – /– – Nummertoetsen f TITLE 7 Funktiekeuzetoetsen – SUB CH + 0 ) DISPLAY P IN P ENTER Houd de Funktiekeuzetoetsen waarvan u de toewijzing wilt veranderen, ingedrukt (bijvoorbeeld CD/SACD). 2 Druk op de betreffende toets van de component die u aan de functietoets wilt toekennen (bijvoorbeeld 4 - Cassettedeck). De volgende cijfertoetsen zijn bedoeld om de functies te selecteren: Bedienen Drukt u op CD-speler 1 DAT deck 2 Minidisc-recorder 3 Cassettedeck A 4 Cassettedeck B 5 Laserdisc-speler 6 Videorecorder (bedieningsstand VTR 1*) 7 Videorecorder (bedieningsstand VTR 2*) 8 Videorecorder (bedieningsstand VTR 3*) 9 TV-toestel 0 DSS (Digital Satellite System) >10 D.TUNING DVD D.SKIP/ CH/PRESET VCD-speler ENTER . ANT TV/VTR ( DISC WIDE TV/ VIDEO P p * Sony videorecorders worden bediend in een VTR 1, 2 of 3 stand. Deze bedieningsstanden komen overeen met resp. Beta, 8mm en VHS. MULTI/2CH A. DIRECT – MODE + MUTING TEST TONE MAIN MENU MASTER VOL Nu kan het cassettedeck worden bediend met de CD/ SACD-toets. MENU MASTER VOL – Een toets in de fabrieksinstelling zetten Voer de bovenstaande procedure opnieuw uit. Alle functietoetsen in de fabrieksinstelling zetten Druk tegelijk op ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL –. 63NL Aanvullende informatie 9 JUMP SOUND FIELD 2CH/OFF A.F.D. ENTER 1 Index A E Aanduidingen in het uitleesvenster 24 Aanpassen van de klankbeelden 34-41 Aansluiten 4-15 antennes 5 audio-apparatuur 6 CONTROL A1 12 digitale componenten 8 luidsprekersysteem 14 netsnoer 11 video-apparatuur 7 MULTI CH IN meerkanaalsgeluidsbron 10 Afstemmen direct 44 doornemen van zenders. Zie Automatische zoekafstemming op voorkeurzenders 45 Akoestiek-weergave 28-41 Autobetical zenderopslag 44 Automatische zoekafstemming 45 N Naamgeving 49 Filterfrequentie kiezen 21 O G, H Ontvangen van zenders Zie Afstemmen Opnemen audiocassette of minidisc 49 videocassette 50 Geheugenafstemming automatisch voorinstellen 44 voorkeurzender kiezen 46 voorinstellen van zenders 45 I, J P, Q Instellen akoestiekparameters 34 effectniveau 34 equalizer toonregeling 36 helderheid van het uitleesvenster 24 klankkleur 36 luidsprekervolume 21 K Kiezen beeld/geluidsbron 25 klankbeelden 29 weergave-component 25 Klankbeeld aanpassen 34-41 instelbare parameters 37-41 kiezen 29 terugstellen 36 voorgeprogrammeerd 30-31 Klankkleur 36 Kopiëren. Zie Opnemen Aanvullende informatie Basisbediening 23-27 Batterijen 4 Bijgeleverd toebehoren 4 Bijregelen. Zie Instellen C Controleren van de aansluitingen 22 D 64NL Monteren. Zie Opnemen F B Digital Cinema Sound 58 Directe afstemming 44 Dolby Digital 58 Dolby Pro Logic Surround 58 Doornemen van zenders alle radiozenders. Zie Automatische zoekafstemming via het programmatype. Zie PTY voorkeurzenders. Zie Geheugenafstemming M Effectniveau 34 Equalizer toonregeling 36 Parameters 37-41 PTY programmatype 47 R Radio-ontvangst Zie Afstemmen RDS 46-47 S Sluimerfunctie 50 Surround akoestiek 28-41 T Testtoon 21 Toonregeling (equalizer) 36 U Uitpakken 4 V Voorkeurzenders afstemmen 45 automatisch vastleggen 44 vastleggen 46 L Luidsprekers aansluiten 14 impedantie 15 opstelling 17-21 volumeregeling 21 W, X, Y Wissen van het geheugen 16 Z Zendernamen. Zie Naamgeving
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191

Sony STR-DE875 de handleiding

Categorie
Dvd spelers
Type
de handleiding