Sony HT-SL7A de handleiding

Type
de handleiding
2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag
u de ventilatie-openingen van het apparaat niet
afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d.
Plaats nooit een brandende kaars bovenop het
apparaat.
Om gevaar voor brand of een elektrische schok te
voorkomen, mag u nooit een met vloeistof gevuld
voorwerp, zoals een vaas, een glas of beker op het
apparaat zetten.
Gooi de batterij niet weg maar
lever deze in als klein chemisch
afval (KCA).
Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten
ruimte zoals een boekenkast of een inbouwkast.
Deze stereo-installatie is voorzien van Dolby* Digital
en Pro Logic Surround akoestiek en het DTS**
Digital Surround akoestieksysteem.
* Onder licentie van Dolby Laboratories.
De namen “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbele-D
symbool zijn handelsmerken van Dolby
Laboratories.
**“DTS” en “DTS Digital Surround” zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
Tip
De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de
bediening met de toetsen op de versterker zelf.
U kunt echter ook de toetsen van de bijgeleverde
afstandsbediening gebruiken, met dezelfde of
soortgelijke namen als die op de versterker.
Zie voor een gedetailleerde beschrijving van de
afstandsbediening blz. 31 t/m 34.
Demonstratiefunctie
De eerste keer dat u de stroom inschakelt, begint
er een demonstratie van de mogelijkheden van het
apparaat. Aan het begin van de demonstratie
verschijnt het volgende bericht tweemaal in het
uitleesvenster:
“NOW DEMONSTRATION MODE IF YOU
FINISH DEMONSTRATION PLEASE PRESS
POWER KEY WHILE THIS MESSAGE
APPEARS IN THE DISPLAY THANK YOU”
Voorkomen dat de demonstratie
verschijnt
Wanneer het bericht op het scherm verschijnt,
drukt u op de ?/1 aan/uit-toets om de versterker
uit te schakelen. Dan zal de volgende keer dat u
de versterker aan zet, de demonstratie uitblijven.
Om de demonstratie weer te zien
Houd de SET UP toets ingedrukt en druk op de de
?/1 aan/uit-toets om de versterker aan te zetten.
Opmerkingen
Bij inschakelen van de demonstratie wordt het
geheugen van de versterker gewist. Welke
instellingen er verdwijnen, staat beschreven
onder “Het geheugen van de versterker wissen”
op blz. 13.
Er wordt geen geluid weergegeven zolang de
demonstratiefunctie is ingeschakeld.
De demonstratiefunctie kan niet geannuleerd
worden met een druk op de ?/1 aan/uit-toets
nadat het bericht al uit het uitleesvenster is
verdwenen. Om de demonstratiefunctie uit te
schakelen nadat het bericht al is verdwenen,
drukt u eerst tweemaal op de ?/1 aan/uit-toets
om de demonstratie weer te starten. Vervolgens
drukt u nogmaals op de ?/1 toets terwijl het
bericht nog in het uitleesvenster te zien is.
3
NL
Inhoudsopgave
Bedieningsorganen
Voorpaneel ............................................ 4
Aansluiten van de apparatuur
Vereiste aansluitsnoeren ........................ 5
Aansluiten van audio-apparatuur........... 6
Aansluiten van video-apparatuur........... 7
Aansluiten van digitale apparatuur ........ 8
Meerkanaals-ingangsaansluitingen ....... 9
Andere aansluitingen ...........................10
Aansluiten en opstellen van
de luidsprekers
Luidspreker-aansluitingen ....................11
Voorbereidingen treffen voor
weergave ....................................... 13
Luidspreker-opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek... 13
Controleren van de aansluitingen ........ 18
Basisbediening
Keuze van het weergave-apparaat .......18
Genieten van Surround Sound
akoestiek
Keuze van een klankbeeld ...................19
Betekenis van de meerkanaals Surround
aanduidingen ................................. 21
Bijregelen van de klankbeelden .......... 22
Andere bedieningsfuncties
Automatisch uitschakelen met de
sluimerfunctie................................ 24
Instellingen met de SET UP toets........ 24
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen......................... 25
Verhelpen van storingen...................... 25
Technische gegevens ........................... 27
Tabel voor de instellingen met
de LEVEL, SURR en SET UP
toetsen ........................................... 29
Instelbare parameters voor elk van
de klankbeelden............................. 30
Voor het gebruik van de
afstandsbediening .......................... 31
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen .............31
Aanpassen van de fabrieksinstellingen
van de FUNCTION
componentkeuzetoetsen
..................................... Achterpagina
NL
4
NL
AUX 6 (18)
Cursortoetsen (U/u) qh (14,
22–24)
DVD 3 (18)
LEVEL qj (22)
MASTER VOLUME qa (17, 18)
Meerkanaals-decodeerlampje
(MULTI CHANNEL
DECODING) 5
MULTI CH IN 8 (18)
MUTING qd (18)
Hoofdtelefoon-aansluiting
(PHONES) ql (18)
SET UP q; (14, 24)
SOUND FIELD +/– qs (19, 23)
SURR 9 (23)
TEST TONE qf (17)
TUNER 7 (18)
TV 4 (18)
Uitleesvenster qk (21)
VIDEO 2 (18)
?/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (13,
17, 18, 23)
+/– qg (14, 22–24)
Bedieningsorganen
Voorpaneel
De lijst geeft de bedieningsorganen in alfabetische volgorde.
Zie voor nadere bijzonderheden de tussen haakjes ( ) aangegeven bladzijnummers.
1 2 3 456 7 8 9 0 qa qs
ql
qk
qj qfqgqh
qd
Bedieningsorganen/Aansluiten van de apparatuur
5
NL
Vereiste aansluitsnoeren
Alvorens met aansluiten te beginnen
Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan.
Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde
zijn.
Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen.
Voor het aansluiten van de optische digitaalkabel neemt u de dopjes van de aansluitbussen en dan steekt
u de stekkers er recht in tot ze vastklikken.
Let op dat de optische digitaalkabel niet geknikt of verwrongen wordt.
A Audio-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
wit (L) wit (L)
rood (R) rood (R)
B S-Video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd)
geel (video) geel (video)
C Optische digitaalkabel (niet bijgeleverd)
zwart zwart
D Coaxiale digitaalkabel (bijgeleverd)
oranje oranje
E Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd)
zwart zwart
Aansluiten van de apparatuur
5
6
NL
LINE
L
R
OUTPUT
A
TUNER MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
VIDEO
DVDTVAUX
L
R
MONITOR OUT
OPTICAL OPTICAL COAXIAL AUDIO IN
IN
ININININ
S-VIDEO
DIGITAL
FRONT
SURROUND
SUB WOOFER
CENTER
OUT
Aansluiten van audio-apparatuur
Tuner
Nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (A E) vindt u op blz. 5.
Tip
Om te kiezen welk video-ingangssignaal u wilt zien in
combinatie met de audiosignalen van de TUNER
aansluitingen, maakt u de instelling voor het TUNER
video-ingangssignaal in het SET UP menu (zie blz. 24).
7
NL
Aansluiten van de apparatuur
Aansluiten van video-apparatuur
Geluidseffecten toepassen
op het TV-geluid
U kunt de audio-uitgangsaansluitingen van uw
TV-toestel verbinden met de VIDEO AUDIO
IN stekkerbussen van de versterker, om het
geluid van de TV weer te geven met een
akoestiekeffect naar keuze. In dit geval mag u
de video-uitgangsaansluiting van het
TV-toestel niet verbinden met de VIDEO IN
stekkerbus van de versterker.
Als u de TV-zenders wilt kiezen met deze
afstandsbediening, zult u de VIDEO toets
moeten toewijzen aan TV-bediening (zie blz.
34).
Videorecorder
TV of videomonitor
BA
B
S-VIDEO
OUT
R
AUDIO
OUT
OUTPUT
L
INPUT
S-VIDEO
IN
TUNER MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
VIDEO
DVDTVAUX
L
R
OPTICAL OPTICAL COAXIAL AUDIO IN
IN
ININININ
S-VIDEO
DIGITAL
FRONT
SURROUND
SUB WOOFER
CENTER
OUT
MONITOR OUT
8
NL
B
BD
C
DIGITAL
OPTICAL
OUTPUT
OUTPUT
S-VIDEO
OUT
DIGITAL
COAXIAL
OUTPUT
OUTPUT
S-VIDEO
OUT
TUNER MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
VIDEO
DVDTVAUX
L
R
OPTICAL OPTICAL COAXIAL AUDIO IN
IN
ININININ
S-VIDEO
DIGITAL
FRONT
SURROUND
SUB WOOFER
CENTER
OUT
MONITOR OUT
Aansluiten van digitale apparatuur
DVD-
videospeler
(enz.)
U kunt de digitale uitgangsaansluitingen van uw DVD-videospeler of satelliet-ontvanger (enz.)
verbinden met de digitale ingangsaansluitingen van deze versterker, om thuis te genieten van een
indrukwekkend bioscoopgeluid met meerkanaals Surround akoestiek. Om deze meerkanaals
Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers,
twee achterluidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker.
Digitale
satelliet-
ontvanger
(enz.)
Opmerkingen
De OPTICAL ingangsaansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 48 kHz,
44,1 kHz en 32 kHz.
De COAXIAL ingangsaansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 96 kHz,
48 kHz, 44,1 kHz en 32 kHz.
9
NL
Aansluiten van de apparatuur
Meerkanaals-ingangsaansluitingen
Alhoewel deze versterker is uitgerust met een eigen meerkanaals-decodeertrap, is hij tevens voorzien
van een compleet stel meerkanaals-ingangsaansluitingen. Via deze ingangen kunt u genieten van
meerkanaals akoestiekweergave van andere geluidsbronnen dan alleen Dolby Digital of DTS
gecodeerd materiaal. Als uw DVD videospeler beschikt over meerkanaals-uitgangen, kunt u deze
rechtstreeks aansluiten op deze versterker, om te luisteren naar de geluidsweergave via de
meerkanaals-decodeertrap van de DVD videospeler. Bovendien kunt u op de meerkanaals-ingangen
desgewenst ook een externe meerkanaals-decodeereenheid aansluiten.
Om de meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig
(twee voorluidsprekers, twee achterluidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale
lagetonenluidspreker. Zie de gebruiksaanwijzing van uw DVD videospeler, meerkanaals-
decodeereenheid e.d. voor nadere bijzonderheden over de vereiste meerkanaals aansluitingen.
Tips
Om te kiezen welk video-ingangssignaal u wilt zien in combinatie met de audiosignalen van de MULTI CH
INPUT aansluitingen, maakt u de instelling voor het MULTI CH IN video-ingangssignaal in het SET UP
menu (zie blz. 24).
U kunt ook snoer A gebruiken in plaats van de 2 snoeren E.
Opmerkingen
Wanneer u de hieronder aangegeven aansluitingen maakt, kunt u het geluidsniveau van de akoestiekluidsprekers
en de lagetonen-luidspreker instellen op uw DVD videospeler of meerkanaals-decodeereenheid.
Zie blz. 11 voor nadere bijzonderheden over het aansluiten van de luidsprekers.
DVD videospeler,
meerkanaalsdecodeereenheid,
enz.
L
R
MULTI CH OUT
FRONT
SURROUND
CENTER
SUB
WOOFER
AAE E
TUNER MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
VIDEO
DVDTVAUX
L
R
OPTICAL OPTICAL COAXIAL AUDIO IN
IN
ININININ
S-VIDEO
DIGITAL
FRONT
SURROUND
SUB WOOFER
CENTER
OUT
MONITOR OUT
10
NL
Andere aansluitingen
Naar een stopcontact
Netsnoer
Aansluiten van het netsnoer
Alvorens u de netsnoerstekker van deze
versterker in het stopcontact steekt, dient u
eerst alle luidsprekers aan te sluiten op de
versterker (zie blz. 11).
Sluit de netsnoeren van uw audio/video-
apparatuur aan op een gewoon wandstopcontact.
Opmerking
Als de stekker ongeveer twee weken lang niet op het
stopcontact is aangesloten, worden alle gegevens uit
het geheugen van de versterker gewist en dan volgt er
een demonstratie van de mogelijkheden wanneer u
het apparaat weer inschakelt.
AUX hulpaansluitingen
Voor aansluiten van extra audio/
video-apparatuur
Gebruik een optisch digitaal aansluitsnoer (niet
bijgeleverd) om de optische uitgangsaansluiting
van uw CD-speler, minidisc-recorder of
videospelapparaat aan te sluiten op de AUX
OPTICAL aansluitbus van de versterker, zodat
u stereo geluidsbronnen kunt beluisteren met
ruimtelijke surround sound akoestiek.
Gebruik een S-video aansluitsnoer (niet
bijgeleverd) om de S-video uitgangsaansluiting
van uw video-apparatuur aan te sluiten op de
AUX S-VIDEO IN aansluitbus van de
versterker.
BC
DIGITAL
OPTICAL
OUTPUT
OUTPUT
S-VIDEO
OUT
TUNER MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
VIDEO
DVDTVAUX
L
R
OPTICAL OPTICAL COAXIAL AUDIO IN
IN
ININININ
S-VIDEO
DIGITAL
FRONT
SURROUND
SUB WOOFER
CENTER
OUT
MONITOR OUT
Audio/video-
apparatuur
b
11
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
E
e
Ee Ee
AA
A
E
e
E
e
A
A
INPUT
AUDIO
IN
B
b
SPEAKERS
(IMPEDANCE USE 8–16)
SUB
WOOFER
+
RL RL
+
+
+
SURROUND
CENTER
FRONT
OUT
Luidspreker-aansluitingen
Schakel vooral dit toestel uit, voordat u de luidsprekers gaat aansluiten.
Vereiste aansluitsnoeren
A Luidsprekersnoeren (bijgeleverd)
(+) (+)
(–) (–)
B Mono-audiosnoer (bijgeleverd)
zwart zwart
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Linker
voorluidspreker
Rechter
voorluidspreker
Middenluidspreker
Linker
akoestiekluidspreker
Rechter
akoestiekluidspreker
Actieve lagetonen-
luidspreker
Tip
Om te voorkomen dat de luidsprekers tijdens het luisteren
wegglijden of teveel trillingen doorgeven, kunt u de
bijgeleverde voetjes onder de luidsprekers aanbrengen.
wordt vervolgd
Aansluiten op een
wandstopcontact
(Eerst uitschakelen
met de aan/uit-
schakelaar
(POWER) voordat u
het netsnoer
aansluit.)
12
NL
Om kortsluiting van de
luidsprekers te voorkomen
Kortsluiting in de luidsprekercircuits kan
schade aan de versterker veroorzaken. Om dit
te voorkomen, dient u bij het aansluiten van de
luidsprekers de volgende aanwijzingen in acht
te nemen.
Zorg dat de gestripte uiteinden van de
luidsprekerdraden elkaar niet raken; laat
ze niet zover uitsteken dat ze kortsluiting
met andere aansluitpunten of metalen
delen van de versterker kunnen maken.
Onjuist aangesloten
luidsprekersnoeren
De draad van een luidsprekersnoer raakt
een andere aansluitklem.
De gestripte uiteinden van de
luidsprekerdraden raken elkaar, omdat er
teveel van de isolatie is verwijderd.
Luidspreker-aansluitingen (vervolg)
Na het aansluiten van alle
geluidsbronnen, luidsprekers en het
netsnoer dient u voor het gebruik
eerst een testtoon weer te geven om
te controleren of alle luidsprekers
naar behoren zijn aangesloten.
Nadere aanwijzingen voor het
weergeven van een testtoon vindt u
op bladzijde 17.
Als een van de luidsprekers geen geluid geeft
bij weergave van de testtoon, of als het geluid
klinkt via een andere luidspreker dan er op de
versterker wordt aangegeven, kan er
kortsluiting zijn in de luidspreker-
aansluitingen. In dat geval dient u de
aansluitingen van de luidsprekers nog eens te
controleren.
Om schade aan uw
luidsprekers te vermijden
Draai altijd eerst het volume terug, voordat u
de versterker uitschakelt. Bij weer inschakelen
van de versterker zal het geluid onmiddellijk
klinken op de laatst gekozen geluidssterkte
voor het uitschakelen.
13
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
wordt vervolgd
Voorbereidingen treffen
voor weergave
Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de
versterker hebt ingeschakeld, dient u het
geheugen van het apparaat te wissen.
Vervolgens kiest u de luidspreker-instellingen
(formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere
voorbereidingen die nodig zijn voor weergave.
Uitleg
Om de geluidsweergave tijdens het instellen te
kunnen controleren (voor de best klinkende
instellingen) dient u eerst te zorgen dat alle
aansluitingen in orde zijn (zie blz. 18).
Het geheugen van de
versterker wissen
Voor het eerste gebruik van de versterker of
wanneer u het geheugen van het apparaat wilt
wissen, gaat u als volgt te werk.
Overigens is dit wissen niet nodig als er
automatisch een demonstratie begint wanneer u
het apparaat inschakelt.
1 Schakel de versterker uit.
2 Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar
5 seconden lang ingedrukt.
Een demonstratie van de mogelijkheden begint
(zie blz. 2) en al de volgende onderdelen worden
gewist of in de uitgangsstand teruggesteld:
Alle klankbeeldparameters worden
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
Alle instellingen die zijn gemaakt met
de SET UP toets keren terug naar de
fabrieksinstellingen.
De klankbeelden die zijn vastgelegd
voor de diverse geluidsbronnen
verdwijnen uit het geheugen.
De centrale geluidssterkte wordt
teruggesteld op to “MIN”.
Mogelijke voorbereidingen
voor weergave
Alvorens u de versterker in gebruik neemt, dient u
met de SET UP toets bepaalde instellingen aan te
passen aan de configuratie van uw stereo-installatie.
Zie voor de instelbare parameters de tabel op blz. 29.
Zie verder blz. 13 t/m 17 voor de luidspreker-
instellingen en blz. 24 voor de andere instellingen.
Luidspreker-opstelling
voor meerkanaals
Surround akoestiek
Voor de beste, ruimtelijk klinkende
akoestiekweergave zouden alle luidsprekers in
principe op gelijke afstand van uw luisterplaats
(A) moeten staan.
Deze versterker biedt u echter de mogelijkheid
de middenluidspreker tot ongeveer 1,5 meter
dichterbij te zetten (B) en de
achterluidsprekers tot ongeveer 4,5 meter
dichterbij (C) uw luisterplaats.
Bovendien kunnen de voorluidsprekers zowel
dichterbij als verderaf gezet worden, van 1,0 tot
12,0 meter van uw luisterplaats (A).
U kunt kiezen of u de achterluidsprekers achter
uw luisterplaats wilt zetten of aan weerszijden
er naast, afhankelijk van de vorm van uw
kamer, e.d.
Plaats de lagetonen-luidspreker op dezelfde
afstand van uw luisterplaats als de (linker of
rechter) voorluidspreker.
Met de achterluidsprekers naast uw luisterplaats
Met de achterluidsprekers achter uw luisterplaats
Opmerking
Zet de middenluidspreker niet verder van uw
luisterplaats dan de voorluidsprekers.
45°
90°
20°
B
CC
AA
45°
90°
20°
B
CC
AA
Lagetonen-
luidspreker
Lagetonen-
luidspreker
14
NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
Instellen van de
luidsprekerparameters
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op een cursortoets (U of u) om in
te stellen op de parameter die u wilt
bijregelen.
3 Druk op de + of toets om de gewenste
waarde voor de parameter te kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch
vastgelegd.
4 Herhaal de stappen 2 t/m 3 totdat u alle
bij te regelen parameters naar wens
hebt ingesteld.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke
instelling
L
R
(FRONT) XX.X m DIST. 5.0 m
C
(CENTER) XX.X m DIST. 5.0 m
SL
SR
(SURR) XX.X m DIST. 3.5 m
SL
SR
(SURR) PL. XXX PL. BEHD.
SL
SR
(SURR) HGT. XXX HGT. LOW
x Afstand van de voorluidsprekers
(
L
R
)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de linker of rechter voorluidspreker (afstand A
op pagina 13).
x Afstand van de middenluidspreker (
C
)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de middenluidspreker. U kunt de afstand van de
middenluidspreker gelijk kiezen aan die van de
voorluidsprekers (afstand A op blz. 13) tot
ongeveer 1,5 meter dichter bij uw luisterplaats
(afstand B op blz. 13).
x Afstand van de achterluidsprekers
(
SL
SR
)
Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot
de (linker of rechter) achterluidspreker. U kunt
de afstand van de achterluidsprekers gelijk
kiezen aan die van de voorluidsprekers (afstand
A op blz. 13) tot ongeveer 4,5 meter dichter
bij uw luisterplaats (afstand C op blz. 13).
Uitleg
U kunt de weergave van de tuner/versterker
aanpassen aan de plaats van de aangesloten
luidsprekers, door de luidsprekerafstand in te voeren.
Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker
verder af te zetten dan de linker en rechter
voorluidsprekers. Bovendien kunt u de
middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter dichter bij
uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers.
Evenmin kunt u de achterluidsprekers verder van uw
luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En ook
weer niet meer dan 4,5 meter dichterbij.
Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste
opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de
weergave van akoestiekeffecten.
Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan
de feitelijke afstand, zal het geluid via die
luidspreker(s) met een grotere vertraging worden
weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers
klinken dan verder weg.
Als u bijvoorbeeld de afstandsinstelling van de
middenluidspreker 1 tot 2 meter dichterbij kiest dan
de feitelijke afstand, zal dit een vrij natuurgetrouw
effect geven alsof u zich “in” het beeldscherm
bevindt. En als u geen goed akoestiekeffect verkrijgt
omdat de achterluidsprekers te dichtbij staan, kunt u
door het verminderen van de luidsprekerafstand
(dichterbij kiezen dan de werkelijke afstand) een
dieper ruimtelijk effect creëren.
Door deze parameters bij te regelen terwijl u
aandachtig naar een geluidsbron luistert, kunt u vaak
een aanzienlijke verbetering in akoestiek
bewerkstelligen. Probeer het maar eens!
15
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
wordt vervolgd
Uitleg
Deze instelling is speciaal bestemd voor de Digital
Cinema Sound klankbeelden in het “VIRTUAL”
genre. Bij de Digital Cinema Sound klankbeelden is
de luidspreker-opstelling niet zo’n overheersende
factor als bij de andere akoestiekfuncties. Al de
“VIRTUAL” klankbeelden zijn gebaseerd op de
veronderstelling dat de achterluidsprekers geheel
achter de luisterplaats zouden staan of hangen, maar
het klankbeeld blijft grotendeels zoals bedoeld, ook
wanneer de achterluidsprekers nogal opzij en ver
uiteen staan. Als de achterluidsprekers echter pal
naast de luisteraar hangen en recht op oorhoogte
gericht zijn, zullen de “VIRTUAL” klankbeelden
alleen klinken zoals ze zijn bedoeld indien u voor de
opstelling van de achterluidsprekers de stand
“PL. SIDE” hebt gekozen.
Ook dat geldt echter niet in alle gevallen, aangezien
de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald
door een heel stel variabelen, zodat u misschien wel
betere resultaten bereikt met de “PL. BEHD.”
opstelling als de luidsprekers hoog boven uw
luisterplaats hangen, ook al is dat pal ter weerszijden
ervan.
Daarom kunt u wellicht het best een favoriete
geluidsbron met meerkanaals Surround Sound
afspelen en dan goed luisteren welk effect elke
instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al kan
dit wel eens leiden tot een andere instelling dan
hierboven aangegeven onder “Opstelling van de
achterluidsprekers”. Kies de stand die een fraai open,
ruimtelijk gevoel oplevert, met een zo hecht
mogelijke samenhang tussen het geluid van de
voorluidsprekers en dat van de achterluidsprekers.
Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen
de verschillende instellingen, kies dan de stand
“PL. BEHD.” en gebruik dan de luidsprekerafstand-
parameter en de geluidssterkte-instellingen om de
weergave optimaal af te regelen.
45°
90°
20°
B
B
A
A
60
30
A
B
A
B
x Opstelling van de achterluidsprekers
(
SL
SR
)*
Met deze parameter kunt u de plaats van uw
achterluidsprekers invoeren, voor een juiste
werking van de Digital Cinema Sound
klankbeelden in het “VIRTUAL” genre.
Zie de onderstaande afbeelding.
Stel in op “PL. SIDE” als de plaats van uw
achterluidsprekers valt binnen het zijgebied A.
Stel in op “PL. BEHD.” als de plaats van uw
achterluidsprekers valt binnen het zijgebied B.
Deze instelling is alleen van invloed op de
“VIRTUAL” klankbeelden.
x Hoogte van de achterluidsprekers
(
SL
SR
)*
Met deze parameter kiest u de hoogte van uw
achterluidsprekers, voor een juiste werking van
de Digital Cinema Sound klankbeelden in het
“VIRTUAL” genre. Zie de onderstaande
afbeelding.
Stel in op “HGT. LOW” als de plaats van uw
achterluidsprekers valt binnen het zijgebied A.
Stel in op “HGT. HIGH” als de plaats van uw
achterluidsprekers valt binnen het zijgebied B.
Deze instelling is alleen van invloed op de
“VIRTUAL” klankbeelden.
* Deze parameters zijn niet beschikbaar als er voor
het “Formaat van de achterluidsprekers” de stand
“NO” is gekozen.
16
NL
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
Alleen indien u andere dan de
bijgeleverde luidsprekers gebruikt, zal
het nodig zijn de volgende parameters
in te stellen.
Het luidsprekerformaat en de keuze van een
lagetonen-luidspreker zijn vooraf ingesteld op
“MICRO SP.” (micro-satellietluidsprekers),
overeenkomstig het bijgeleverde
luidsprekersysteem. Als u andere luidsprekers
aansluit, schakel de instelling dan over naar
“NORM. SP” (normale luidsprekers) om het
luidsprekerformaat en de keuze van een lagetonen-
luidspreker aan te passen. Om in te stellen op
“NORM. SP.” schakelt u het apparaat uit en dan
weer in terwijl u cursortoets U ingedrukt houdt.
(Om terug te schakelen naar “MICRO SP.” doet u
ditzelfde nogmaals.)
Parameter Oorspronkelijke
instelling
L
R
(FRONT) LARGE
C
(CENTER) LARGE
SL
SR
(SURR) LARGE
SW
(SUB WOOFER) S.W. YES
In de “MICRO SP.” stand ligt de configuratie vast
en kunt u deze niet aanpassen.
x Formaat van de voorluidsprekers
(
L
R
)
Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Klinkt het geluid vervormd, of is de
ruimtelijke weergave van meerkanaals
surround-sound niet naar wens, met te
weinig basweergave, dan kiest u de stand
“SMALL” om de basverdelingscircuits in te
schakelen, zodat de laagste frequenties van
de voorkanalen worden overgeheveld naar
de aparte lagetonen-luidspreker.
Als u voor de voorluidsprekers de stand
“SMALL” kiest, worden de
middenluidspreker en de achterluidsprekers
ook automatisch ingesteld op “SMALL”
(tenzij u eerder de stand “NO” hebt
gekozen).
x Formaat van de middenluidspreker (
C
)
Is er een grote middenluidspreker aangesloten
die alle lage tonen zonder problemen kan
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op
“SMALL”, kunt u de middenluidspreker niet
instellen op “LARGE”.
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van het middenkanaal
worden overgeheveld naar de voorluidsprekers
(als die op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de
aparte lagetonen-luidspreker.*
1
Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan
de stand “NO”. Al het geluid van het
middenkanaal wordt dan weergegeven door
de voorluidsprekers.*
2
x Formaat van de achterluidsprekers
(
SL
SR
)
Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten die
alle lage tonen zonder problemen kunnen
weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”.
Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op
“SMALL”, kunt u de achterluidsprekers niet
instellen op “LARGE”.
Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke
weergave van meerkanaals surround-sound niet
naar wens, met te weinig basweergave, dan
kiest u de stand “SMALL” om de
basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de
laagste frequenties van de achterkanalen
worden overgeheveld naar de aparte lagetonen-
luidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die hier beter op zijn berekend.
Sluit u geen achterluidsprekers aan, kies dan de
stand “NO”.*
3
Uitleg
*1–*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro
Logic standen voor de middenkanaal-aanpassing
*1 NORMAL
*2 PHANTOM
*3 3 STEREO
17
NL
Aansluiten en opstellen van de luidsprekers
Uitleg
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze
van het LARGE of SMALL luidsprekerformaat
voor elk stel luidsprekers, of de ingebouwde
akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet
naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen.
Als de lage tonen uit een bepaald kanaal worden
verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die
frequenties overbrengen naar de aparte lagetonen-
luidspreker of naar een ander stel “LARGE”
luidsprekers die er beter op zijn berekend.
Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate
van richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het
gehele frequentiespectrum van de verschillende
kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt
u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch de stand
“LARGE” kiezen, als u de lage tonen ook door die
luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u
grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de
laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers
best “SMALL” kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst,
kiest u dan voor alle luidsprekers de stand “LARGE”.
x Aanwezigheid van een lagetonen-
luidspreker (
SW
)
Als u een lagetonen-luidspreker hebt
aangesloten, stelt u hierbij in op “S.W. YES”.
Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker,
dan stelt u in op “S.W. NO”. Dan worden de
basverdelingscircuits ingeschakeld om de
laagste frequenties (LFE signalen) weer te
geven via de andere luidsprekers.
Om volledig profijt te trekken van de Dolby
Digital basverdelingscircuits willen wij u
aanbevelen om de bovengrensfrequentie voor
de lagetonen-luidspreker zo hoog mogelijk in te
stellen.
Bijregelen van de geluidssterkte
van de luidsprekers
Stel alle luidsprekers op een evenredige geluidssterkte
in vanaf uw luisterplaats, met de afstandsbediening.
Opmerking
Dit apparaat is voorzien van een nieuwe testtoon in de
frequentieband rond 800 Hz, om het instellen van de
luidsprekers te vergemakkelijken.
1 Druk op de ?/1 toets om de
versterker in te schakelen.
wordt vervolgd
POWER LEVEL
POWER
spanningslampje
2 Draai de MASTER VOLUME knop van
de versterker naar rechts (totdat de
waarde 10 of 20 in het uitleesvenster
verschijnt).
3 Schakel de stroom van de lagetonen-
luidspreker in.
4 Draai de LEVEL knop van de lagetonen-
luidspreker naar rechts (tot ongeveer
de stand).
5 Druk op de TEST TONE toets.
Dan hoort u de testtoon achtereenvolgens via
elk van de luidsprekers.
Linksvoor t midden t rechtsvoor t
rechtsachter t linksachter t lagetonen-
luidspreker
6 Stel nu met de LEVEL parameters de
geluidssterkte zo in dat de testtoon op
uw luisterplaats voor uw gehoor via alle
luidsprekers even luid doorkomt.
Om de balans en de geluidssterkte van de
luidsprekers bij te regelen, drukt u eerst op
de MENU </> toets van de
afstandsbediening om in te stellen op de
parameter die u wilt bijregelen (zie blz. 22).
Vervolgens kiest u het gewenste niveau met
de MENU +/– toetsen.
7 Druk weer op de TEST TONE toets om
de testtoon uit te schakelen.
Tip
U kunt ook alle luidsprekers tegelijk harder of zachter
zetten. Draai hiervoor aan de MASTER VOLUME
regelknop van de tuner/versterker of druk op de MASTER
VOL +/– toetsen van de afstandsbediening.
Opmerkingen
De testtoon wordt niet weergegeven wanneer de
MULTI CH IN functie is ingeschakeld.
Tijdens het afstellen toont het uitleesvenster de
balans van de voorluidsprekers, de balans van de
achterluidsprekers en het niveau van de
middenluidspreker, de achterluidsprekers en de
lagetonen-luidspreker.
Ofschoon u deze instellingen ook kunt maken
met de toetsen op het voorpaneel van de versterker,
via het LEVEL instelmenu (bij weergave van de
testtoon schakelt de versterker automatisch over
naar het LEVEL instelmenu), willen wij u toch
aanbevelen om zo mogelijk de hierboven
beschreven werkwijze te volgen en de
geluidssterkte bij te regelen met de
afstandsbediening, vanaf uw favoriete luisterplaats.
Voor de beste geluidskwaliteit is het aanbevolen de
lagetonen-luidspreker niet al te luid in te stellen.
18
NL
Tip
Na de instelling met behulp van de testtoon kan het
nuttig zijn de geluidssterkte van de afzonderlijke
luidsprekers precies af te stellen terwijl u luistert naar
een CD, een DVD e.d. Alhoewel u met de testtoon
alle luidsprekers prima evenwichtig kunt instellen
voor de beste gemiddelde geluidskwaliteit, zult u met
uw favoriete muziek of filmgeluid de weergave beter
zo kunnen regelen dat die precies goed klinkt.
Bovendien zijn bij de meeste weergavebronnen de
geluidssporen voor de middenluidspreker en de
achterkanalen iets zachter opgenomen dan die voor de
voorluidsprekers.
Bij het luisteren naar muziek of filmgeluid dat is
opgenomen met meerkanaals “surround sound” zult u
bemerken dat het luider instellen van de
middenluidspreker en de achterluidsprekers een
hechter geïntegreerd geluidsbeeld vooraan geeft en
een betere cohesie tussen het voorgeluid en de
akoestiek rondom. Vaak verkrijgt men het beste
resultaat door de middenluidspreker ongeveer 1 dB
luider te zetten en de achterluidsprekers ongeveer
1~2 dB luider.
Met andere woorden, voor een evenwichtig
klankbeeld met perfect gelocaliseerde instrumenten of
dialoog willen we u aanraden om tijdens het afspelen
van uw geluidsbronnen de weergave op het oor fijn te
regelen. Aanpassingen van slechts 1 dB kunnen soms
een enorm verschil maken in de totale klank en dus in
uw luisterplezier.
Controleren van de aansluitingen
Na het aansluiten van al uw audio/video-
apparatuur op de versterker volgt u de
onderstaande aanwijzingen om te controleren
of alle aansluitingen in orde zijn.
1 Druk op de ?/1 toets om de versterker
in te schakelen.
2 Druk op een van de weergavebron-
keuzetoetsen om in te stellen op een
apparaat (geluidsbron) dat u hebt
aangesloten (bijv. de DVD-videospeler).
3 Schakel het betreffende apparaat in en
start de weergave van de geluidsbron.
4 Draai aan de MASTER VOLUME knop
om de geluidssterkte naar wens in te
stellen.
Als u na de bovenstaande handelingen geen
normale geluidsweergave verkrijgt, neem dan
de controlelijst onder “Verhelpen van
storingen” op blz. 25 door en tref de vereiste
maatregelen om het probleem te verhelpen.
Basisbediening
Keuze van het weergave-
apparaat
Weergavebron-keuzetoetsen
Druk op een van de weergavebron-keuzetoetsen
om een beeld- en/of geluidsbron te kiezen.
Voor keuze van de drukt u op
Videorecorder VIDEO
DVD-videospeler DVD
Digitale satelliet-ontvanger (enz.)
TV
Tuner TUNER
Andere audio/video AUX
component
Na het kiezen van het weergave-apparaat
schakelt u dat apparaat in en start u de
weergave van de geluidsbron.
MULTI CH IN afzonderlijk
beeld en geluid
Druk op de MULTI CH IN toets om te
luisteren naar de geluidsbron aangesloten op de
MULTI CH INPUT aansluitingen, samen met
de beelden van de gekozen weergavebron.
Wanneer een afzonderlijke MULTI CH IN
geluidsbron is gekozen, zullen de parameters
voor klankbeelden en akoestiekeffecten niet
meer werken.
MUTING geluiddemping
Druk op de MUTING toets om de
geluidsweergave te dempen. De aanduiding
“MUTING” verschijnt in het uitleesvenster
wanneer het geluid gedempt is. De geluiddemping
wordt geannuleerd wanneer u de stroom
uitschakelt of de stekker uit het stopcontact trekt.
PHONES hoofdtelefoon-aansluiting
Op de PHONES stekkerbus kunt u een
hoofdtelefoon aansluiten.
Zolang er een hoofdtelefoon is aangesloten,
zullen de luidsprekers geen geluid geven.
Luidspreker-opstelling voor meerkanaals
Surround akoestiek (vervolg)
19
NL
Basisbediening/Genieten van Surround Sound akoestiek
Genieten van Surround Sound akoestiek
U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke
geluidsweergave door eenvoudigweg een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen die de versterker biedt. Zo kunt u uw
luisterkamer even indrukwekkend laten klinken
als een bioscoopzaal of een concertzaal. U kunt
de klankbeelden ook naar eigen inzicht
aanpassen door de diverse akoestiekparameters
bij te stellen.
Voor een optimaal gebruik van de ruimtelijke
akoestiekfuncties zult u het aantal en de
opstelling van uw luidsprekers in de tuner/
versterker moeten vastleggen. Zie het
hoofdstuk Luidspreker-opstelling voor
meerkanaals Surround akoestiek vanaf blz. 13
voor de nodige instellingen van de luidspreker-
parameters om ten volle te kunnen genieten van
de Surround Sound akoestiek.
Keuze van een klankbeeld
De eenvoudigste manier om te genieten van
ruimtelijke akoestiekweergave is door een van
de voorgeprogrammeerde klankbeelden te
kiezen dat het best past bij de muziek die u
beluistert.
Druk enkele malen op de SOUND FIELD
+/ toets om in te stellen op het gewenste
klankbeeld.
Het gekozen klankbeeld wordt in het
uitleesvenster aangegeven. Zie blz. 1920 voor
nadere bijzonderheden over de verschillende
klankbeelden.
Uitschakelen van het klankbeeld
Druk op de A.F.D. toets of de 2CH ST. toets
(zie blz. 20).
Tips
De versterker onthoudt voor elke geluidsbron afzonderlijk
het laatst gekozen klankbeeld (Sound Field Link). Telkens
wanneer u een geluidsbron kiest, wordt automatisch het
laatst daarvoor gekozen klankbeeld toegepast. Als u
bijvoorbeeld een DVD afspeelt met het HALL
concertzaal-klankbeeld en u schakelt over naar een andere
geluidsbron, dan zal de eerstvolgende keer dat u een DVD
afspeelt weer automatisch het HALL klankbeeld gelden.
Aan de verpakking kunt u zien met welk
akoestieksysteem het beeldmateriaal op een
videodisc e.d. is opgenomen.
Alle officiële Dolby Digital discs zijn voorzien van
het beeldmerk en Dolby Surround discs zijn
voorzien van het beeldmerk.
Betreffende DCS (Digital Cinema
Sound)
DCS is een algemene term voor de digitale
signaalverwerking voor thuistheater-akoestiek
die ontwikkeld is door Sony. Het DCS systeem
recreëert met een Digitale Signaal Processor
(DSP) de akoestische eigenschappen van een
echte filmmuziekstudio in Hollywood.
Zo biedt het DCS systeem bij u thuis een
spectaculair bioscoopgeluid dat de complete
filmervaring van actie, dialoog en
achtergrondgeluiden optimaal presenteert zoals
de makers van de film die bedoeld hebben.
x NORM.SURR. (Normal Surround)
Geluidsbronnen met meerkanaals Surround
signalen worden net zo weergegeven als ze zijn
opgenomen. Geluidsbronnen met 2-kanaals
stereo geluid worden gedecodeerd met Dolby
Pro Logic om akoestiekeffecten te bereiken.
x STUDIO AC (Cinema Studio AC)
DCS
CINEMA STUDIO A levert de karakteristieke
klank van de Sony Pictures Entertainment
klassieke filmmontage-studio.
CINEMA STUDIO B levert de karakteristieke
klank van de Sony Pictures Entertainment
filmgeluid-mengstudio, een van de meest
geavanceerde studios in Hollywood.
CINEMA STUDIO C levert de karakteristieke
klank van de Sony Pictures Entertainment
opnamestudio voor filmmuziek.
wordt vervolgd
20
NL
x V.M.DIMENS.* (Virtual Multi Dimension)
DCS
Deze functie gebruikt de ruimtelijke 3D
geluidsverwerking om een heel stel virtuele
achterluidsprekers boven normale
luisterhoogte te simuleren, op basis van slechts
twee werkelijke achterluidsprekers. Dit
klankbeeld biedt 4 paar virtuele luidsprekers
rondom en in een hoek van ongeveer 30° boven
de luisteraar.
x V.SEMI M.D.* (Virtual Semi Multi
Dimension) DCS
Ook hierbij wordt met de ruimtelijke 3D
geluidsverwerking een heel stel virtuele
achterluidsprekers gesimuleerd, op basis van
het geluid van de linker en rechter
voorluidsprekers, zonder dat er werkelijke
achterluidsprekers gebruikt worden. Dit
klankbeeld biedt 5 paar virtuele luidsprekers
rondom en in een hoek van ongeveer 30° boven
de luisteraar.
x HALL
Reproduceert de akoestiek van een
rechthoekige concertzaal.
x JAZZ (Jazz Club)
Geeft de akoestische sfeer van een typische
jazz-club.
x L.HOUSE (Live House)
Geeft de akoestiek van een muziektheater met
300 zitplaatsen.
x GAME
Geeft de meest treffende geluids- en
akoestiekeffecten aan videospelletjes.
* VIRTUAL klankbeeld: Klankbeeld met
gesimuleerde extra luidsprekers.
Opmerkingen
De effecten die verkregen worden met behulp van
virtuele luidsprekers kunnen soms wat storing in de
weergave veroorzaken.
Bij het luisteren naar klankbeelden die werken met
virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de
echte achterluidsprekers horen.
Gebruik de toetsen op de afstandsbediening
voor de bediening van de volgende
akoestiekfuncties.
A.F.D. (AUTO FORMAT DECODING)
Deze neemt automatisch waar welk soort
geluidssignaal er binnenkomt (Dolby Digital,
DTS of standaard 2-kanaals stereo) en zorgt
voor een juiste decodering, waar nodig. Deze
functie neemt het geluidsspoor zoals het is
opgenomen/gecodeerd, en presenteert het
zonder enige bijregeling, nagalm of effecten.
2CH ST. (2 CHANNEL)
Hierbij geven alleen de linker en rechter
voorluidsprekers geluid weer. Bij standaard
2-kanaals (stereo) geluidsbronnen wordt er
helemaal geen akoestiekverwerking toegepast.
Meerkanaals-geluidsbronnen worden
samengemengd tot de gewone twee kanalen.
Opmerkingen
De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid weer als
er is gekozen voor NORM SP. luidsprekers (zie
blz. 16) en voor 2CH ST. weergave. Om te
luisteren naar gewone 2-kanaals (stereo)
geluidsbronnen via de linker en rechter
voorluidsprekers en een lagetonen-luidspreker, stelt
u in op het A.F.D. klankbeeld.
Wanneer u de stand MICRO SP. kiest, zorgt de
ingebouwde geluidsprocessor dat de lage tonen
automatisch worden uitgestuurd via de lagetonen-
luidspreker.
Keuze van een klankbeeld (vervolg)
21
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
1 ; DIGITAL: Deze aanduiding licht op
wanneer de versterker signalen decodeert die
zijn opgenomen in het Dolby Digital formaat.
2 PRO LOGIC: Deze aanduiding licht op
wanneer de versterker de Pro Logic
signaalverwerking toepast op een 2-kanaals
geluidsbron, om aparte signalen te verkrijgen
voor een middenluidspreker en
achterluidsprekers. De aanduiding licht echter
niet op als u voor de aanwezigheid van een
middenluidspreker en achterluidsprekers de
stand NO hebt gekozen en als er is ingesteld
op het A.F.D. of NORMAL
SURROUND klankbeeld.
3 DTS: Deze aanduiding licht op wanneer er
DTS signalen binnenkomen.
4 D.RANGE: Deze dynamisch bereik
aanduiding licht op wanneer de
compressiefunctie voor het dynamisch bereik
is ingeschakeld. Zie blz. 23 voor het instellen
van de dynamiek-compressie.
5 COAX: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de
COAXIAL ingangsaansluiting.
6 OPT: Deze aanduiding licht op wanneer er
een digitaal signaal binnenkomt via de
OPTICAL ingangsaansluiting.
7 Weergavekanaal-aanduidingen: Aan de
oplichtende letters kunt u zien welke
geluidskanalen er worden weergegeven.
L: linker voorluidspreker, R: rechter
voorluidspreker, C: middenluidspreker
(mono), SL: linksachter, SR: rechtsachter,
S: middenachterluidspreker (mono of
achterkanalen gebaseerd op 6.1-kanaals
matrix-decodering), SW: lagetonen-
luidspreker.
Aan de oplichtende vakjes rond de letters kunt
u zien via welke luidsprekers het geluid van
de diverse kanalen wordt weergegeven.
8
L F E
: Deze aanduiding licht op wanneer
de afgespeelde disc een apart LFE (Low
Frequency Effect) lagetonen-kanaal bevat en
wanneer het geluidssignaal van het LFE
kanaal op dat moment ook wordt
weergegeven.
9 SLEEP: Deze aanduiding licht op wanneer
de sluimerfunctie is ingeschakeld.
q; SP.OFF: Deze aanduiding licht op wanneer
er een hoofdtelefoon is aangesloten.
Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen
PRO LOGIC
D.RANGE
DTS
OPTSP. OFF
SLEEP
SL
SW
S SR
L C R
L F E
DIGITAL
a
COAX
7
19 0 2 3
456
8
22
NL
Bijregelen van de
klankbeelden
U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen
door de akoestiekparameters en de
geluidssterkte-parameters voor de luidsprekers
voor, midden en achter zo in te stellen dat het
geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft,
zullen de nieuwe instellingen in het geheugen
bewaard blijven, tenzij de versterker langer dan
twee weken geen stroom krijgt. Om een
bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen,
hoeft u enkel de gewenste veranderingen aan te
brengen.
In het overzicht op blz. 30 kunt u zien met
welke parameters u een bepaald klankbeeld
kunt bijregelen.
Voor de beste weergave van
meerkanaals Surround Sound
Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en
volg de aanwijzingen onder Luidspreker-
opstelling voor meerkanaals Surround
akoestiek vanaf blz. 13 alvorens u een
klankbeeld gaat aanpassen.
Aanpassen van de
luidsprekerniveau-parameters
Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een
aantal parameters waarmee u de balans en de
geluidssterkte van elke luidspreker naar wens
kunt instellen. De instellingen die u in dit menu
maakt, zijn van toepassing op alle klankbeelden.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk op de LEVEL toets.
De toets licht op en de eerste parameter
wordt aangegeven.
3 Druk op een cursortoets (U of u) om in
te stellen op de parameter die u wilt
bijregelen.
4 Druk op de + of toets om de gewenste
waarde voor de parameter te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch
vastgelegd.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke
instelling
FRONT BALANCE* BALANCE
SURR BALANCE* BALANCE
CENTER LEVEL* CTR 0 dB
SURR LEVEL* SURR 0 dB
SUB WOOFER LEVEL* S.W. 0 dB
LFE MIX LEVEL L.F.E. 0 dB
DYNAMIC RANGE COMP COMP. OFF
* Deze parameters kunnen afzonderlijk worden
ingesteld voor de MULTI CH IN geluidsbron.
Voorluidspreker-balans (
L
R
)
Hiermee stelt u de weergave via de linker en
rechter voorluidsprekers evenwichtig in.
Achterluidspreker-balans (
SL
SR
)
Hiermee stelt u de weergave via de linker en
rechter achterluidsprekers evenwichtig in.
Geluidssterkte van de
middenluidspreker ( )
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor
de middenluidspreker.
Geluidssterkte van de
achterluidsprekers ( )
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van
de linker en rechter achterluidsprekers.
Geluidssterkte van de lagetonen-
luidspreker ( )
Hiermee regelt u de geluidssterkte van de
lagetonen-luidspreker.
LaagFrequentEffect mengniveau ( )
Met deze parameter kunt u de geluidssterkte
bijregelen van het afzonderlijke LFE (Low
Frequency Effect) kanaal dat wordt weergegeven
via de lagetonen-luidspreker, zonder hierbij de
gewone lage tonen te beïnvloeden die door de
Dolby Digital of DTS basverdelingscircuits van de
voor-, midden- en achterkanalen worden
overgeheveld naar de aparte lagetonen-luidspreker.
Bij het LFE mengniveau 0 dB wordt het volledige
LFE signaal uitgestuurd op het mengniveau dat is
gekozen door de opnamestudio-technicus.
Om de weergave van het LFE lagetonenkanaal
door de lagetonen-luidspreker te dempen, kiest u de
OFF stand. De lage tonen van de voor-, midden-
en achterkanalen die door de basverdelingscircuits
worden overgeheveld naar de lagetonen-luidspreker
worden echter wel weergegeven, volgens de keuze
gemaakt voor elk luidsprekerpaar bij de
luidspreker-instellingen (zie blz. 16 en 17).
C
SL
SR
SW
LFE
23
NL
Genieten van Surround Sound akoestiek
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke instelling
EFFECT LEVEL (hangt af van het gekozen
klankbeeld)
WALL TYPE WALL MID
REVERBERATION REVB. MID
TIME
Effectniveau (EFFECT)
Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk
van het gekozen akoestiekeffect naar wens
instellen.
Wandbekleding (WALL)
Hiermee simuleert u de hardheid van de
wandbekleding van uw kamer, door het variëren
van de hoeveelheid hoge tonen: de S (soft)
instelling geeft een zachte wandbekleding aan en
de H (hard) instelling een harde wandbekleding.
De gemiddelde stand geldt voor een standaard
halfharde wand (van hout).
Weerkaatsing (REVERB)
Met deze parameter kunt u de tijdsduur van de
vroege weerkaatsingen bijregelen om zo een
langere (L) of een kortere (S) ruimte te
simuleren. De gemiddelde stand geeft een
standaard ruimte, zonder bijregeling.
Terugstellen van alle
bijgeregelde klankbeelden op
de fabrieksinstellingen
1 Als de versterker nog aan staat, drukt u
op de ?/1 toets om het apparaat uit te
schakelen.
2 Houd de SOUND FIELD + toets
ingedrukt en druk op de ?/1 toets.
De aanduiding S.F. CLR. verschijnt in het
uitleesvenster en alle klankbeelden worden
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
Dynamiekcompressie (
D. RANGE
)
Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een
speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus
verkleinen. Dit kan handig om s avonds laat
een speelfilm te bekijken; met het geluid zacht
behoudt u toch een rijke, volle klank.
Wij willen u aanraden de MAX stand te
gebruiken.
Om het geluidsspoor normaal weer te geven,
zonder compressie, kiest u de COMP. OFF
stand.
Om het geluidsspoor normaal weer te geven
met het volledig dynamisch bereik, zoals
gekozen door de opnamestudio-technicus, kiest
u de COMP. STD stand.
Met de standen COMP. 0.1”–“COMP. 0.9
kunt u het dynamisch bereik geleidelijk steeds
verder comprimeren, om precies het gewenste
effect te bereiken.
In de COMP. MAX stand wordt het
dynamisch bereik drastisch beperkt.
Opmerking
De dynamiekcompressie werkt alleen voor Dolby
Digital geluidsbronnen.
Aanpassen van de
akoestiekparameters
Het SURR akoestiekmenu biedt een aantal
parameters waarmee u allerlei verschillende
aspecten van het gekozen klankbeeld kunt
aanpassen. De instellingen die u in dit menu
kiest worden voor elk klankbeeld afzonderlijk
vastgelegd.
1 Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2 Druk op de SURR toets.
De toets licht op en de eerste parameter
wordt aangegeven.
3 Druk op een cursortoets (U of u) om in
te stellen op de parameter die u wilt
bijregelen.
4 Druk op de + of toets om de gewenste
waarde voor de parameter te kiezen.
De gekozen waarde wordt automatisch
vastgelegd.
24
NL
Automatisch uitschakelen
met de sluimerfunctie
U kunt de versterker automatisch laten
uitschakelen na een tijdsduur die u zelf kiest,
zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen.
Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening wanneer de stoom is
ingeschakeld.
Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt,
verspringt de sluimertijd als volgt:
2-00-00 t 1-30-00 t 1-00-00 t 0-30-00
t OFF
Het uitleesvenster dooft nadat u de sluimertijd
hebt ingesteld.
Tips
U kunt de sluimertijd precies naar wens instellen.
Druk eerst op de SLEEP toets en stel dan de
gewenste sluimertijd in met de cursortoetsen (U of
u) van de versterker. De sluimertijd verspringt in
stapjes van 1 minuut bij een instelling van 1 minuut
tot een 5 uur lange sluimertijd, en in stapjes van
1 seconde wanneer de sluimertijd minder dan
1 minuut bedraagt.
Om de resterende sluimertijd voor het uitschakelen
van de versterker te controleren, drukt u op de
SLEEP toets. De resterende tijd tot het uitschakelen
verschijnt in het uitleesvenster.
Andere bedieningsfuncties
Instellingen met de SET
UP toets
Met de SET UP toets kunt u op de volgende
wijze diverse instellingen maken.
1 Druk op de SET UP toets.
2 Druk op de cursortoetsen (U of u) om
de parameter te kiezen die u wilt
instellen.
Wanneer u instelt op MULTI VI. of
TUNER VI. verschijnt in het uitleesvenster
na ongeveer 2 seconden de aanduiding
M[XXX] of T[XXX].
3 Druk op de + of toets om de gewenste
waarde voor de parameter te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch in
het geheugen vastgelegd.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle
nuttige parameters naar wens hebt
ingesteld.
Oorspronkelijke instellingen
Parameter Oorspronkelijke
instelling
MULTI VI. DVD
TUNER VI. OFF
x MULTI CH IN videosignaal-keuze
Hiermee kiest u welke beelden u wilt zien
tijdens het luisteren naar de geluidsbron
aangesloten op de MULTI CH INPUT
aansluitingen.
x TUNER videosignaal-keuze
Hiermee kiest u welke beelden u wilt zien
tijdens het luisteren naar het inkomend geluid
via de TUNER aansluitingen.
25
NL
Andere bedieningsfuncties/
A
anvullende informatie
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat
terechtkomen, trek dan de stekker van de versterker
uit het stopcontact en laat het apparaat eerst door een
onderhoudsmonteur controleren, alvorens het weer in
gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de versterker in gebruik te
nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De
bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje
op het achterpaneel van de versterker.
Zolang de stekker van het netsnoer in het
stopcontact zit, blijft er spanning op het apparaat
staan, ook al is de versterker zelf uitgeschakeld.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt
de versterker geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken;
trek nooit aan het snoer.
Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Hitte in het inwendige
Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan
worden, wijst dat niet op storing in de werking.
Vooral bij afspelen op hoog volume kunnen de boven-,
onder- en zijpanelen na verloop van tijd heet worden.
Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan.
Opstelling
Zet de versterker op een goed geventileerde plaats,
met voldoende luchtdoorstroming om de inwendige
onderdelen te koelen, in het belang van een
langdurige betrouwbare werking.
Plaats de versterker niet dichtbij een warmtebron of
in direct zonlicht. Vermijd plaatsen met veel stof,
vocht en mechanische trillingen of schokken.
Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatie-
openingen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het
belang van een storingsvrije werking.
Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de
luidsprekers op een ondergrond plaatst die een
speciale behandeling heeft ondergaann (met was,
olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor
vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de
ondergrond kan gaan verkleuren.
Aansluiten
Voor het maken van enige aansluiting, schakelt u
eerst de versterker uit en trekt u de stekker uit het
stopcontact.
Schoonmaken
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningsorganen met een zachte doek, licht
bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik
geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen
oplosmiddelen zoals wasbenzine of alcohol (spiritus).
Mocht u verder nog vragen of problemen met de
bediening van de versterker hebben, aarzel dan niet
contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Verhelpen van storingen
Als bij het gebruik van de versterker een van de
volgende problemen zich voordoet, neemt u
dan de controlepunten even door om het
probleem te verhelpen. Zie ook de paragraaf
“Controleren van de aansluitingen” op blz. 18
om zeker te stellen dat alle aansluitingen in
orde zijn. Mocht de storing niet zo gemakkelijk
te verhelpen zijn, raadpleeg dan a.u.b. de
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Er wordt geen geluid weergegeven, van geen
enkele geluidsbron.
Controleer of de versterker en de andere
apparaten allemaal zijn ingeschakeld.
Controleer of de MASTER VOLUME knop niet
in de “MIN” stand staat.
Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
Druk op de MUTING toets om de
geluiddemping uit te schakelen.
Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten op de PHONES stekkerbus. Zolang
er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen de
luidsprekers geen geluid geven.
Controleer of de “demonstratiefunctie” van de
versterker niet is ingeschakeld (zie blz. 2).
Een bepaalde geluidsbron is niet te horen.
Controleer of de geluidsbron juist is aangesloten
op de audio-ingangen voor het betreffende
apparaat.
Controleer of alle stekkers van de
aansluitsnoeren stevig in de stekkerbussen
zitten, zowel bij de versterker als bij het
geluidsbron-apparaat zelf.
wordt vervolgd
26
NL
Verhelpen van storingen (vervolg)
Er komt geen geluid uit een van de
voorluidsprekers.
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES
stekkerbus om te controleren of de
hoofdtelefoon wel goed geluid geeft (zie blz. 18).
Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts
via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis
zijn met de aansluitingen van het weergave-
apparaat op de versterker. Controleer dan of alle
stekkers van het aansluitsnoer aan beide zijden,
op de versterker en de geluidsbron zelf, stevig in
de stekkerbussen zijn gestoken.
Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid
geeft, kan er iets mis zijn met de aansluiting van
de niet werkende luidspreker op de tuner/
versterker. Controleer dan de aansluitingen van
de luidspreker die geen geluid geeft.
Er klinkt niet of nauwelijks geluid.
Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
Controleer of de versterker wel is ingesteld op de
juiste geluidsbron.
Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
Druk op de MUTING toets om de geluiddemping
uit te schakelen, als die is ingeschakeld.
Het thermisch beveiligingscircuit van de
versterker is in werking getreden, vanwege
oververhitting (in het uitleesvenster knippert de
aanduiding OVERHEAT). Schakel de
versterker eenmaal uit, wacht een tijdje en
schakel hem dan weer in.
Het overstroom-beveiligingscircuit van de versterker is
in werking getreden, vanwege kortsluiting of een te
lage impedantie (in het uitleesvenster knippert de
aanduiding PROTECT). Schakel de versterker uit,
verhelp het probleem dat de kortsluiting veroorzaakt en
schakel ongeveer 20 seconden later de stroom weer in.
De weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld.
Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
Stel de weergave evenwichtig in met de
parameters van het LEVEL menu.
Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden.
Controleer of alle luidsprekers en andere
apparaten juist en stevig zijn aangesloten.
Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of een motor en ten minste 3 meter
van een TV-toestel of tl-verlichting.
Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de
buurt van een ingeschakeld TV-toestel.
Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil.
Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus
of zuivere alcohol.
De middenluidspreker geeft geen geluid.
Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de SOUND FIELD +/ toets).
Kies een klankbeeld met het woord CINEMA
of VIRTUAL in de naam (zie blz. 19 en 20).
Stel de geluidssterkte van de middenluidspreker
wat hoger in (zie blz. 17).
Zorg dat de parameter voor het
middenluidsprekerformaat staat ingesteld op
SMALL of LARGE (zie blz. 16).
De achterluidsprekers/middenachterluidsprekers
geven niet of nauwelijks geluid.
Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de SOUND FIELD +/ toets).
Kies een klankbeeld met het woord CINEMA
of VIRTUAL in de naam (zie blz. 19 t/m 20).
Stel de geluidssterkte van de middenluidspreker
wat hoger in (zie blz. 17).
Zorg dat de parameter voor het formaat van de
achterluidsprekers/middenachterluidsprekers staat
ingesteld op SMALL of LARGE (zie blz. 16).
De actieve lagetonen-luidspreker geeft geen geluid.
Als er is gekozen voor NORM SP.
luidsprekers, kiest u dan voor de aanwezigheid
van een lagetonen-luidspreker de stand S.W.
YES (zie blz. 17).
Controleer of er niet is ingesteld op 2CH ST. voor
eenvoudige tweekanaals-weergave (zie blz. 20).
Er verschijnt PCM-kHz in het uitleesvenster.
De bemonsteringsfrequentie is hoger dan 48
kHz. Schakel zo mogelijk de geluidsbron over
naar een frequentie van 48 kHz.
Het akoestiekeffect werkt niet.
Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld
(druk op de SOUND FIELD +/ toets).
Op het TV-scherm is geen beeld of slechts een
onduidelijk beeld zichtbaar.
Stel de versterker op de juiste beeld/geluidsbron in.
Stel het TV-toestel in op de gewenste beeldweergave.
De afstandsbediening werkt niet.
Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor voorop de versterker.
Verwijder eventuele obstakels tussen de
afstandsbediening en de versterker.
Als de batterijen in de afstandsbediening leeg
kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe.
Controleer of u wel de juiste toets op de
afstandsbediening hebt ingedrukt.
Als de afstandsbediening staat ingesteld op bediening
van alleen het TV-toestel, kies dan eerst met de
afstandsbediening een andere beeld/geluidsbron dan
de TV, dan kunt u daarna
de versterker of
het
gewenste apparaat bedienen.
27
NL
A
anvullende informatie
Pagina’s met aanwijzingen voor het wissen
van het geheugen van de versterker
Voor wissen van Leest u
Het gehele geheugen pagina 13
De zelf aangepaste klankbeelden
pagina 23
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
UITGANGSVERMOGEN
Nominaal uitgangsvermogen bij stereo-
weergave
(aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,3 % THV)
80 W + 80 W
Muziekvermogen, referentie
(bij 0,3 % THV) Voor
1)
: 80 W/kanaal
Midden
1)
: 80 W
Achter
1)
: 80 W/kanaal
1) Afhankelijk van de klankbeeld-instellingen en de
geluidsbron kan er soms hierdoor geen geluid
worden weergegeven.
Frequentiebereik
MICRO SP.: 150 Hz – 20 kHz
0/–3 dB
150 Hz (6 dB/octaaf)
Laagfilter AAN
NORMAL SP.: 20 Hz – 20 kHz
+/–0,5 dB
Ingangen (Analoog) Gevoeligheid: 250 mV
Impedantie: 50 kOhm
Signaal/ruisverhouding
2)
:
80 dB (A, 250 mV
3)
)
2) INPUT ingangen kortgesloten.
3) Netwerk-gewogen, ingangsniveau.
Ingangen (Digitaal)
DVD (Coaxiaal) Gevoeligheid: –
Impedantie: 75 kOhm
Signaal/ruisverhouding:
96 dB (A, 20 kHz LPF)
TV, AUX (Optisch) Gevoeligheid: –
Impedantie: –
Signaal/ruisverhouding:
96 dB (A, 20 kHz LPF)
Uitgangen
FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R,
SUB WOOFER Uitgangsspanning: 2 V
Impedantie: 1 kOhm
Video-gedeelte
Ingangen
S-video: Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Uitgangen
S-video: Y: 1 Vt-t, 75 ohm
C: 0,286 Vt-t, 75 ohm
Algemeen
Stroomvoorziening 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik 98 W
Stroomverbruik (in de gebruiksklaar-stand)
1,9 W
Afmetingen (b/h/d) 430 × 83 × 289 mm
incl. uitstekende
onderdelen en knoppen
Gewicht (ca.) 3,1 kg
Luidsprekers
SS-MSP1 Voor-, midden- en achterluidsprekers
Luidsprekersysteem Breedband-luidsprekers,
magnetisch afgeschermd
Luidsprekereenheden 8 cm conus-type
Luidsprekerboxen Basreflexkast
Nominale impedantie 8 ohm
Opgenomen vermogen
(maximaal 100 watt
ingangsvermogen)
Rendement
85 dB (bij 1 watt, op 1 meter)
Frequentiebereik 160 Hz – 20.000 Hz
Afmetingen (b/h/d) Ca. 92 x 133 x 115 mm
incl. voorrooster
Gewicht Ca. 1 kg
wordt vervolgd
28
NL
SA-WMSP1 Lagetonen-luidspreker
Luidsprekersysteem Actieve lagetonen-
luidspreker, magnetisch
afgeschermd
Luidsprekereenheden Woofer: 20 cm conus-type
Luidsprekerbox Akoestisch geladen
basreflexkast
Continu RMS uitgangsvermogen
(aan 8 ohm, 20 - 250 Hz)
50 watt
Frequentiebereik 28 Hz - 200 Hz
Hogetonen-filtergrensfrequentie
150 Hz
Ingangsaansluiting
LINE IN (tulpstekkerbus)
Stroomvoorziening
Modellen met landcode CEL, CEK:
230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Modellen met landcode CN:
220 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik 50 W
Afmetingen (b/h/d) 270 x 325 x 385 mm
inclusief het voorpaneel
Gewicht Ca. 10 kg
Bijgeleverd toebehoren
Afstandsbediening (1)
R6 (AA-formaat) batterijen (2)
Luidsprekers
Voorluidsprekers (2)
Middenluidspreker (1)
Akoestiek-achterluidsprekers (2)
Lagetonen-luidspreker (1)
Luidsprekersnoeren (5)
Luidsprekervoetjes (24)
Coaxiaal digitaal aansluitsnoer (1)
Mono audio-aansluitsnoer (1)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
Technische gegevens (vervolg)
29
NL
A
anvullende informatie
Tabel voor de instellingen met de LEVEL, SURR en SET UP
toetsen
Voor het bijregelen van de akoestiek kunt u de onderstaande instellingen maken met de LEVEL,
SURR en SET UP toetsen, de cursortoetsen en de +/– toetsen. De tabel toont de parameters, elk met
hun eigen instelbereik.
Druk op Druk op U of u voor keuze van Druk op + of – voor keuze van Pagina
LEVEL FRONT BALANCE L8 tot R8 (in stappen van 1) 22
SURR BALANCE L8 tot R8 (in stappen van 1)
CENTER LEVEL –10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SURR LEVEL –10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
SUB WOOFER LEVEL –10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB)
LFE MIX LEVEL OFF, –20 dB tot 0 dB (in stappen van 1 dB)
DYNAMIC RANGE COMP OFF, 0,1 tot 0,9 (in stappen van 0,1), STD, MAX
SURR EFFECT LEVEL afhankelijk van het klankbeeld (in 16 stappen) 23
WALL TYPE S (8 tot 1), MID, H (1 tot 8) (in stappen van 1)
REVERBERATION TYPE S (8 tot 1), MID, L (1 tot 8) (in stappen van 1)
SET UP
L
R
(FRONT) LARGE, SMALL 14
C
(CENTER) LARGE, SMALL, NO
SL
SR
(SURR) LARGE, SMALL, NO
(SUB WOOFER) S.W. YES, S.W. NO
L
R
(FRONT) XX.X m
1,0 meter tot 12,0 meter (in stappen van 0,1 meter)
C
(CENTER) XX.X m
1,0 meter tot 12,0 meter (in stappen van 0,1 meter)
SL
SR
(SURR) XX.X m
1,0 meter tot 12,0 meter (in stappen van 0,1 meter)
SL
SR
(SURR) PL. XXX PL. SIDE, PL. BEHD.
SL
SR
(SURR) HGT. XXX HGT. LOW, HGT. HIGH
MULTI VI. TV, DVD, VIDEO, AUX, OFF 24
TUNER VI. TV, DVD, VIDEO, AUX, OFF
SW
30
NL
< LEVEL >
FRONT SURR CENTER
SURR
SUB WOOFER
LFE D.RANGE
BAL. BAL. LEVEL LEVEL
LEVEL
MIX COMP.
2CH zzz
A.F.D. zzzzzzz
NORM.SURR. zzzzzzz
STUDIO A zzzzzzz
STUDIO B zzzzzzz
STUDIO C zzzzzzz
V.M.DIMENS. zzzzzzz
V.SEMI M.D. zzzzz
HALL zzzzzzz
JAZZ zzzzzzz
L.HOUSE zzzzzzz
GAME zzzzzzz
MULTI CH IN zzzzz
Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden
De bijgeregelde LEVEL luidsprekerniveau-parameters gelden voor alle klankbeelden. De
bijgeregelde SURR akoestiekparameters parameters worden voor elk klankbeeld afzonderlijk
vastgelegd.
< SURR >
EFFECT WALL REVERB
LEVEL TYPE TIME
2CH
A.F.D.
NORM.SURR.
STUDIO A z
STUDIO B z
STUDIO C z
V.M.DIMENS.
V.SEMI M.D.
HALL zzz
JAZZ zzz
L.HOUSE zzz
GAME zzz
MULTI CH IN
31
NL
A
anvullende informatie
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen
U kunt de afstandsbediening gebruiken om de
componenten van uw stereo-installatie te bedienen.
Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de
functies van de diverse toetsen.
Toets(en) Voor afstands- Functie
bediening van
SLEEP Versterker
Instellen van de
sluimerfunctie en de tijdsduur
waarna de versterker
automatisch moet worden
uitgeschakeld.
AV ?/1
TV-toestel/
In- en uitschakelen van
Videorecorder/
de audio- en video-
CD-speler/
apparatuur.
DVD-speler/
Minidisc-recorder/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DAT-cassettedeck
?/1 Versterker In- en uitschakelen van
de tuner/versterker.
VIDEO Versterker Videocassette-weergave.
DVD Versterker Video-weergave van een
DVD of laserdisc.
TV Versterker TV-kijken, gewone of
satelliet-uitzendingen.
AUX Versterker
Luisteren naar
aangesloten audio-apparatuur.
TUNER Versterker Luisteren naar de radio.
MULTI CH
Versterker
Luisteren naar geluid dat
binnenkomt via de MULTI
CH INPUT aansluitingen.
0-9 Tuner
Samen met de SHIFT toets
indrukken voor keuze van een
voorkeurzendernummer tijdens
directe afstemming (DIRECT
TUNING) of geheugen-
afstemming (MEMORY).
CD-speler/
Keuze van beeld/
Minidisc-recorder/
muziekstuknummers.
Video-CD speler/
Toets 0 voor beeld/
Laserdisc-speler/
muziekstuk 10.
DAT-cassettedeck
TV-toestel/
Keuze van
Videorecorder/
zendernummers.
Satelliet-ontvanger
>10
CD-speler/
Keuze van beeld/
Minidisc-recorder/
muziekstuknummers
Cassettedeck/
boven de 10.
Laserdisc-speler/
Video-CD speler
wordt vervolgd
Voor het gebruik van de
afstandsbediening
Batterijen in de
afstandsbediening aanbrengen
Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in het
batterijvak van de afstandsbediening met de +
en polen in de juiste richting. Bij het gebruik
van de afstandsbediening richt u deze op de
afstandsbedieningssensor voorop de versterker.
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer
zes maanden meegaan. Wanneer de versterker niet
langer goed op de afstandsbediening reageert, dient u
beide batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
Laat de afstandsbediening niet op een erg warme of
vochtige plaats liggen.
Gebruik geen oude en nieuwe batterij tegelijk.
Zorg dat de afstandsbedieningssensor niet wordt
blootgesteld aan directe zonnestraling of fel
lamplicht. Dit kan de juiste werking ervan
verstoren.
Als u de afstandsbediening voorlopig een tijdlang
niet meer gebruikt, kunt u de batterijen er beter uit
verwijderen, om schade door eventuele
batterijlekkage en corrosie te vermijden.
]
]
}
}
32
NL
Toets(en) Voor afstands- Functie
bediening van
X
CD-speler/
Pauzeren van de
Minidisc-recorder/
weergave of opname.
Cassettedeck/
(Ook voor beginnen met
Videorecorder/
opnemen vanuit de
DVD-videospeler/
opnamepauzestand.)
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DAT-cassettedeck
x
CD-speler/
Stoppen met afspelen.
Minidisc-recorder/
Cassettedeck/
Videorecorder/
DVD-videospeler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DAT-cassettedeck
POSITION*
TV-toestel Verplaatsen van het
inzetbeeld.
SWAP* TV-toestel Verwisselen van het
hoofdbeeld en het
inzetbeeld.
DISC CD-speler Keuze van discs (alleen
voor een CD-wisselaar).
SUB CH TV-toestel Keuze van het
+/* zendernummer voor het
inzetbeeld.
D. SKIP/CH/
Tuner Doorzoeken en kiezen
PRESET +/
van voorkeurzenders.
TV-toestel/
Keuze van
Videorecorder/
voorkeurzenders.
Satelliet-ontvanger
CD-speler
Wisselen van discs
Minidisc-recorder/
(alleen voor een CD-
DVD-videospeler/
wisselaar).
Video-CD speler/
DISPLAY
TV-toestel/
Keuze van de informatie
Videorecorder/
op het TV-scherm.
Laserdisc-speler/
DVD-videospeler/
Video-CD speler
P IN P* TV-toestel Inschakelen van de
inzetbeeldfunctie.
JUMP TV-toestel Overschakelen tussen de
vorige en de huidige
zender.
WIDE TV-toestel Inschakelen van de
breedbeeldfunctie.
Overzicht van de
afstandsbedieningstoetsen (vervolg)
Toets(en) Voor afstands- Functie
bediening van
ENTER
TV-toestel/
Na keuze van een zender,
Videorecorder/
disc of beeld/muziekstuk
Satelliet-ontvanger/
met de cijfertoetsen,
Cassettedeck/
drukt u hierop om uw
Laserdisc-speler/
keuze in te voeren.
Video-CD speler/
Minidisc-recorder/
DAT-cassettedeck
SHIFT Tuner Meermalen indrukken om
een geheugengroep te
kiezen voor het
vastleggen of afstemmen
op een voorkeurzender.
-/-- TV-toestel Keuze van een enkel-
cijfer of twee-cijfer
zendernummer.
D.TUNING
Tuner Directe keuze van een
bekende radiozender.
./>
CD-speler/
Doorgaan naar een ander
Minidisc-recorder/
beeld/muziekstuk.
DVD-videospeler/
Laserdisc-speler/
Video-CD speler/
Cassettedeck/
Videorecorder/
DAT-cassettedeck
m/M
CD-speler/
Beeld/muziekstukken
DVD-videospeler/
doorzoeken (voor- of
Video-CD speler/
achterwaarts).
Minidisc-recorder/
Laserdisc-speler
Cassettedeck/
Snel vooruit of
Videorecorder/
terugwaarts zoeken.
DAT-cassettedeck
Beeld/muziekstukken
doorzoeken, bij
indrukken tijdens
afspelen.
n Cassettedeck Doorgaan met afspelen
van de andere kant.
N
CD-speler/
Beginnen met afspelen.
Minidisc-recorder/
Cassettedeck/
Videorecorder/
DVD-videospeler/
Video-CD speler/
Laserdisc-speler/
DAT-cassettedeck
33
NL
A
anvullende informatie
Toets(en) Voor afstands- Functie
bediening van
ANT Videorecorder Keuze van het
TV/VTR uitgangssignaal van de
antenne-aansluiting:
TV-ontvangst of video-
weergave.
TV/VIDEO
TV-toestel Keuze van het inkomend
beeldsignaal of TV-
ontvangst.
FM/AM Tuner
Keuze van de afstemband.
A.F.D. Versterker Automatische Formaat
Decodering.
2CH/OFF Versterker Uitschakelen van het
klankbeeld of keuze van
gewone 2-kanaals
weergave (2CH).
MODE +/ Versterker Keuze van een
klankbeeld.
MUTING Versterker Demping van het geluid
van de versterker.
TEST Versterker Indrukken voor weergave
TONE van de testtoon.
MAIN Versterker Keuze van de
MENU instelfunctie van de
versterker.
MASTER Versterker
De totale geluidssterkte van
VOL +/
de tuner/versterker regelen.
MENU </> Versterker Keuze van menu-
onderdelen.
MENU +/ Versterker Bijregelen of instellingen
aanpassen.
MENU
DVD-videospeler
Weergave van het DVD
keuzemenu.
F/f/G/g
DVD-videospeler
Keuze van menu-
onderdelen.
ENTER
DVD-videospeler
Invoeren van uw keuze.
RETURN
DVD-videospeler
Sluiten of terugkeren
naar het vorige menu.
TITLE
DVD-videospeler
Aangeven van de DVD titel.
* Alleen voor Sony televisies met inzetbeeldfunctie.
Opmerkingen
Sommige van de hier genoemde functies kunnen niet
altijd werken, afhankelijk van uw model versterker.
De beschrijvingen hierboven gelden slechts als voorbeeld.
Afhankelijk van de aangesloten apparatuur kunnen
sommige functies niet beschikbaar zijn of anders
werken dan staat vermeld.
34
NL
FUNCTION
componentkeuzetoetsen
Cijfertoetsen
Aanpassen van de
fabrieksinstellingen van
de FUNCTION
componentkeuzetoetsen
Als de fabrieksinstellingen voor de
FUNCTION toetsen niet overeenkomen met de
componenten van uw stereo-installatie, kunt u
deze instellingen wijzigen. Als u bijvoorbeeld
beschikt over een minidisc-recorder en een
cassettedeck, maar geen DVD-speler, dan kunt
u de functie van de DVD toets zonder bezwaar
omschakelen naar bediening van uw
cassettedeck.
1
Houd de FUNCTION componentkeuzetoets
waaraan u een andere beeld/geluidsbron
wilt toewijzen ingedrukt (bijvoorbeeld de
DVD toets).
2 Druk op de cijfertoets die overeenkomt
met de nieuw toe te wijzen beeld/
geluidsbron (bijvoorbeeld toets 4 voor
een cassettedeck).
De cijfertoetsen voor toewijzing van de
diverse beeld/geluidsbronnen zijn als volgt:
Voor bediening van een
Drukt u op cijfertoets
CD-speler 1
DAT-cassettedeck 2
Minidisc-recorder 3
Cassettedeck A 4
Cassettedeck B 5
Laserdisc-speler 6
Videorecorder 7
(afstandsbedieningsstand VTR 1*)
Videorecorder 8
(afstandsbedieningsstand VTR 2*)
Videorecorder 9
(afstandsbedieningsstand VTR 3*)
TV-toestel 0
Digitale satelliet-ontvanger (DSS) >10
DVD-videospeler ENTER
Video-CD speler .
Tuner D.SKIP/CH/
PRESET +
* Sony videorecorders worden bediend in een
VTR 1, 2 of 3 stand. Deze bedieningsstanden
komen overeen met resp. Beta, 8-mm en VHS
videorecorders.
Na deze twee stappen kunt u de DVD toets
gebruiken voor de bediening van uw
cassettedeck.
Terugstellen van een toets op de
fabrieksinstelling
Volg opnieuw de bovenstaande aanwijzingen.
Alle toetsen tegelijk terugstellen op
hun oorspronkelijke fabrieksinstelling
Druk de ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL –
toets alle drie tegelijk in.
P
p
DISC
9
(
0
)
=
+
>10
0
789
456
123
ENTER
TUNER
MULTI CH
DVD
AUX
VIDEO
TV
SYSTEM
STANDBY
SHIFT
POSITION
DISPLAY
MODE
JUMP
A.F.D.
MUTING
2CH/OFF
WIDE
P IN P
SWAP
D.SKIP/
CH/PRESET
– /– –
– SUB CH +
ANT
TV/VTR
TV/
VIDEO
FM/AM
SOUND FIELD
+
MAIN MENU
g
MENU
MASTER
VOL
TEST TONE
D.TUNING
RETURN
MENU
ENTER
TITLE
f
F
G
g
SLEEP
AV
?/1
?/1
AV SYSTEM
>10
ENTER
D.SKIP/CH/
PRESET +
?/1
AV ?/1
MASTER VOL –
=
Sony Corporation Printed in Malaysia

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. Om oververhitting en brandgevaar te vermijden, mag u de ventilatie-openingen van het apparaat niet afdekken met kranten, een tafelkleed, gordijnen e.d. Plaats nooit een brandende kaars bovenop het apparaat. Om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen, mag u nooit een met vloeistof gevuld voorwerp, zoals een vaas, een glas of beker op het apparaat zetten. Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten ruimte zoals een boekenkast of een inbouwkast. Deze stereo-installatie is voorzien van Dolby* Digital en Pro Logic Surround akoestiek en het DTS** Digital Surround akoestieksysteem. * Onder licentie van Dolby Laboratories. De namen “Dolby”, “Pro Logic” en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. ** “DTS” en “DTS Digital Surround” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. 2NL Tip De aanwijzingen in deze handleiding beschrijven de bediening met de toetsen op de versterker zelf. U kunt echter ook de toetsen van de bijgeleverde afstandsbediening gebruiken, met dezelfde of soortgelijke namen als die op de versterker. Zie voor een gedetailleerde beschrijving van de afstandsbediening blz. 31 t/m 34. Demonstratiefunctie De eerste keer dat u de stroom inschakelt, begint er een demonstratie van de mogelijkheden van het apparaat. Aan het begin van de demonstratie verschijnt het volgende bericht tweemaal in het uitleesvenster: “NOW DEMONSTRATION MODE IF YOU FINISH DEMONSTRATION PLEASE PRESS POWER KEY WHILE THIS MESSAGE APPEARS IN THE DISPLAY THANK YOU” Voorkomen dat de demonstratie verschijnt Wanneer het bericht op het scherm verschijnt, drukt u op de ?/1 aan/uit-toets om de versterker uit te schakelen. Dan zal de volgende keer dat u de versterker aan zet, de demonstratie uitblijven. Om de demonstratie weer te zien Houd de SET UP toets ingedrukt en druk op de de ?/1 aan/uit-toets om de versterker aan te zetten. Opmerkingen • Bij inschakelen van de demonstratie wordt het geheugen van de versterker gewist. Welke instellingen er verdwijnen, staat beschreven onder “Het geheugen van de versterker wissen” op blz. 13. • Er wordt geen geluid weergegeven zolang de demonstratiefunctie is ingeschakeld. • De demonstratiefunctie kan niet geannuleerd worden met een druk op de ?/1 aan/uit-toets nadat het bericht al uit het uitleesvenster is verdwenen. Om de demonstratiefunctie uit te schakelen nadat het bericht al is verdwenen, drukt u eerst tweemaal op de ?/1 aan/uit-toets om de demonstratie weer te starten. Vervolgens drukt u nogmaals op de ?/1 toets terwijl het bericht nog in het uitleesvenster te zien is. Inhoudsopgave Bedieningsorganen Voorpaneel ............................................ 4 Aansluiten van de apparatuur Vereiste aansluitsnoeren ........................ 5 Aansluiten van audio-apparatuur ........... 6 Aansluiten van video-apparatuur ........... 7 Aansluiten van digitale apparatuur ........ 8 Meerkanaals-ingangsaansluitingen ....... 9 Andere aansluitingen ........................... 10 Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Luidspreker-aansluitingen ....................11 Voorbereidingen treffen voor weergave ....................................... 13 Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek ... 13 Controleren van de aansluitingen ........ 18 Basisbediening Andere bedieningsfuncties Automatisch uitschakelen met de sluimerfunctie ................................ 24 Instellingen met de SET UP toets ........ 24 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ......................... 25 Verhelpen van storingen ...................... 25 Technische gegevens ........................... 27 Tabel voor de instellingen met de LEVEL, SURR en SET UP toetsen ........................................... 29 Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden ............................. 30 Voor het gebruik van de afstandsbediening .......................... 31 Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen ............. 31 Aanpassen van de fabrieksinstellingen van de FUNCTION componentkeuzetoetsen ..................................... Achterpagina NL Keuze van het weergave-apparaat ....... 18 Genieten van Surround Sound akoestiek Keuze van een klankbeeld ................... 19 Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen ................................. 21 Bijregelen van de klankbeelden .......... 22 3NL Bedieningsorganen De lijst geeft de bedieningsorganen in alfabetische volgorde. Zie voor nadere bijzonderheden de tussen haakjes ( ) aangegeven bladzijnummers. Voorpaneel 1 2 3 456 7 8 ql qk AUX 6 (18) Cursortoetsen (U/u) qh (14, 22–24) DVD 3 (18) LEVEL qj (22) MASTER VOLUME qa (17, 18) Meerkanaals-decodeerlampje (MULTI CHANNEL DECODING) 5 MULTI CH IN 8 (18) MUTING qd (18) Hoofdtelefoon-aansluiting (PHONES) ql (18) SET UP q; (14, 24) SOUND FIELD +/– qs (19, 23) SURR 9 (23) TEST TONE qf (17) TUNER 7 (18) TV 4 (18) Uitleesvenster qk (21) VIDEO 2 (18) ?/1 (Aan/uit-schakelaar) 1 (13, 17, 18, 23) +/– qg (14, 22–24) 4NL 9 0 qjqh qgqf qa qs qd Aansluiten van de apparatuur Alvorens met aansluiten te beginnen • Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan. • Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopcontact aan nadat alle andere aansluitingen in orde zijn. • Zorg dat alle aansluitingen stevig vast zitten, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen. • Voor het aansluiten van de optische digitaalkabel neemt u de dopjes van de aansluitbussen en dan steekt u de stekkers er recht in tot ze vastklikken. • Let op dat de optische digitaalkabel niet geknikt of verwrongen wordt. A Audio-aansluitsnoer (niet bijgeleverd) wit (L) rood (R) wit (L) rood (R) B S-Video-aansluitsnoer (niet bijgeleverd) geel (video) geel (video) Bedieningsorganen/Aansluiten van de apparatuur Vereiste aansluitsnoeren C Optische digitaalkabel (niet bijgeleverd) zwart zwart D Coaxiale digitaalkabel (bijgeleverd) oranje oranje E Mono-audiosnoer (niet bijgeleverd) zwart zwart 5NL Aansluiten van audio-apparatuur Nadere bijzonderheden over de vereiste aansluitsnoeren (A – E) vindt u op blz. 5. IN IN IN IN MONITOR OUT S-VIDEO L OUT CENTER R DIGITAL OPTICAL OPTICAL COAXIAL AUX TV DVD AUDIO IN IN FRONT VIDEO TUNER A OUTPUT LINE Tuner L R Tip Om te kiezen welk video-ingangssignaal u wilt zien in combinatie met de audiosignalen van de TUNER aansluitingen, maakt u de instelling voor het TUNER video-ingangssignaal in het SET UP menu (zie blz. 24). 6NL SURROUND SUB WOOFER MULTI CH INPUT SUB WOOFER Aansluiten van video-apparatuur Aansluiten van de apparatuur TV of videomonitor INPUT S-VIDEO IN B IN IN IN IN MONITOR OUT S-VIDEO L OUT CENTER R DIGITAL OPTICAL OPTICAL COAXIAL AUX TV DVD AUDIO IN IN VIDEO TUNER B FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH INPUT SUB WOOFER A OUTPUT S-VIDEO OUT Videorecorder AUDIO OUT L R Geluidseffecten toepassen op het TV-geluid U kunt de audio-uitgangsaansluitingen van uw TV-toestel verbinden met de VIDEO AUDIO IN stekkerbussen van de versterker, om het geluid van de TV weer te geven met een akoestiekeffect naar keuze. In dit geval mag u de video-uitgangsaansluiting van het TV-toestel niet verbinden met de VIDEO IN stekkerbus van de versterker. Als u de TV-zenders wilt kiezen met deze afstandsbediening, zult u de VIDEO toets moeten toewijzen aan TV-bediening (zie blz. 34). 7NL Aansluiten van digitale apparatuur U kunt de digitale uitgangsaansluitingen van uw DVD-videospeler of satelliet-ontvanger (enz.) verbinden met de digitale ingangsaansluitingen van deze versterker, om thuis te genieten van een indrukwekkend bioscoopgeluid met meerkanaals Surround akoestiek. Om deze meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers, twee achterluidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker. OUTPUT DVDvideospeler (enz.) S-VIDEO OUT OUTPUT DIGITAL COAXIAL B IN IN D IN MONITOR OUT IN S-VIDEO L OUT CENTER R DIGITAL OPTICAL OPTICAL COAXIAL AUX TV DVD C AUDIO IN IN VIDEO TUNER FRONT SURROUND SUB WOOFER MULTI CH INPUT SUB WOOFER B S-VIDEO OUT OUTPUT DIGITAL OPTICAL Digitale satellietontvanger (enz.) OUTPUT Opmerkingen • De OPTICAL ingangsaansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 48 kHz, 44,1 kHz en 32 kHz. • De COAXIAL ingangsaansluitingen zijn geschikt voor bemonsteringsfrequenties van 96 kHz, 48 kHz, 44,1 kHz en 32 kHz. 8NL Meerkanaals-ingangsaansluitingen Om de meerkanaals Surround Sound op zijn best te horen, zijn er vijf gewone luidsprekers nodig (twee voorluidsprekers, twee achterluidsprekers en een middenluidspreker) plus een speciale lagetonenluidspreker. Zie de gebruiksaanwijzing van uw DVD videospeler, meerkanaalsdecodeereenheid e.d. voor nadere bijzonderheden over de vereiste meerkanaals aansluitingen. Aansluiten van de apparatuur Alhoewel deze versterker is uitgerust met een eigen meerkanaals-decodeertrap, is hij tevens voorzien van een compleet stel meerkanaals-ingangsaansluitingen. Via deze ingangen kunt u genieten van meerkanaals akoestiekweergave van andere geluidsbronnen dan alleen Dolby Digital of DTS gecodeerd materiaal. Als uw DVD videospeler beschikt over meerkanaals-uitgangen, kunt u deze rechtstreeks aansluiten op deze versterker, om te luisteren naar de geluidsweergave via de meerkanaals-decodeertrap van de DVD videospeler. Bovendien kunt u op de meerkanaals-ingangen desgewenst ook een externe meerkanaals-decodeereenheid aansluiten. Tips • Om te kiezen welk video-ingangssignaal u wilt zien in combinatie met de audiosignalen van de MULTI CH INPUT aansluitingen, maakt u de instelling voor het MULTI CH IN video-ingangssignaal in het SET UP menu (zie blz. 24). • U kunt ook snoer A gebruiken in plaats van de 2 snoeren E. Opmerkingen • Wanneer u de hieronder aangegeven aansluitingen maakt, kunt u het geluidsniveau van de akoestiekluidsprekers en de lagetonen-luidspreker instellen op uw DVD videospeler of meerkanaals-decodeereenheid. • Zie blz. 11 voor nadere bijzonderheden over het aansluiten van de luidsprekers. IN IN IN IN MONITOR OUT S-VIDEO L OUT CENTER R DIGITAL OPTICAL OPTICAL COAXIAL AUX TV DVD AUDIO IN IN FRONT VIDEO TUNER SUB WOOFER SURROUND SUB WOOFER MULTI CH INPUT A FRONT A E SURROUND CENTER L E DVD videospeler, meerkanaalsdecodeereenheid, enz. R MULTI CH OUT SUB WOOFER 9NL Andere aansluitingen IN IN IN IN MONITOR OUT S-VIDEO L OUT CENTER R DIGITAL OPTICAL OPTICAL COAXIAL AUX TV DVD C AUDIO IN IN FRONT VIDEO TUNER SURROUND SUB WOOFER MULTI CH INPUT SUB WOOFER B S-VIDEO OUT OUTPUT Audio/videoapparatuur DIGITAL OPTICAL OUTPUT AUX hulpaansluitingen Aansluiten van het netsnoer Voor aansluiten van extra audio/ video-apparatuur Alvorens u de netsnoerstekker van deze versterker in het stopcontact steekt, dient u eerst alle luidsprekers aan te sluiten op de versterker (zie blz. 11). Gebruik een optisch digitaal aansluitsnoer (niet bijgeleverd) om de optische uitgangsaansluiting van uw CD-speler, minidisc-recorder of videospelapparaat aan te sluiten op de AUX OPTICAL aansluitbus van de versterker, zodat u stereo geluidsbronnen kunt beluisteren met ruimtelijke “surround sound” akoestiek. Gebruik een S-video aansluitsnoer (niet bijgeleverd) om de S-video uitgangsaansluiting van uw video-apparatuur aan te sluiten op de AUX S-VIDEO IN aansluitbus van de versterker. 10NL Sluit de netsnoeren van uw audio/videoapparatuur aan op een gewoon wandstopcontact. Opmerking Als de stekker ongeveer twee weken lang niet op het stopcontact is aangesloten, worden alle gegevens uit het geheugen van de versterker gewist en dan volgt er een demonstratie van de mogelijkheden wanneer u het apparaat weer inschakelt. Netsnoer b Naar een stopcontact Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Luidspreker-aansluitingen Vereiste aansluitsnoeren A Luidsprekersnoeren (bijgeleverd) (+) (+) (–) (–) B Mono-audiosnoer (bijgeleverd) zwart zwart Actieve lagetonenluidspreker Rechter voorluidspreker Middenluidspreker Linker voorluidspreker INPUT AUDIO IN E e A B b E e A e E A Aansluiten op een wandstopcontact (Eerst uitschakelen met de aan/uitschakelaar (POWER) voordat u het netsnoer aansluit.) + + + – – Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Schakel vooral dit toestel uit, voordat u de luidsprekers gaat aansluiten. + OUT – SUB WOOFER R L SURROUND – R CENTER L FRONT SPEAKERS (IMPEDANCE USE 8–16Ω) A E A e Rechter akoestiekluidspreker E e Linker akoestiekluidspreker Tip Om te voorkomen dat de luidsprekers tijdens het luisteren wegglijden of teveel trillingen doorgeven, kunt u de bijgeleverde voetjes onder de luidsprekers aanbrengen. wordt vervolgd 11NL Luidspreker-aansluitingen (vervolg) Om kortsluiting van de luidsprekers te voorkomen Kortsluiting in de luidsprekercircuits kan schade aan de versterker veroorzaken. Om dit te voorkomen, dient u bij het aansluiten van de luidsprekers de volgende aanwijzingen in acht te nemen. Zorg dat de gestripte uiteinden van de luidsprekerdraden elkaar niet raken; laat ze niet zover uitsteken dat ze kortsluiting met andere aansluitpunten of metalen delen van de versterker kunnen maken. Onjuist aangesloten luidsprekersnoeren Na het aansluiten van alle geluidsbronnen, luidsprekers en het netsnoer dient u voor het gebruik eerst een testtoon weer te geven om te controleren of alle luidsprekers naar behoren zijn aangesloten. Nadere aanwijzingen voor het weergeven van een testtoon vindt u op bladzijde 17. Als een van de luidsprekers geen geluid geeft bij weergave van de testtoon, of als het geluid klinkt via een andere luidspreker dan er op de versterker wordt aangegeven, kan er kortsluiting zijn in de luidsprekeraansluitingen. In dat geval dient u de aansluitingen van de luidsprekers nog eens te controleren. Om schade aan uw luidsprekers te vermijden Draai altijd eerst het volume terug, voordat u de versterker uitschakelt. Bij weer inschakelen van de versterker zal het geluid onmiddellijk klinken op de laatst gekozen geluidssterkte voor het uitschakelen. De draad van een luidsprekersnoer raakt een andere aansluitklem. De gestripte uiteinden van de luidsprekerdraden raken elkaar, omdat er teveel van de isolatie is verwijderd. 12NL Voorbereidingen treffen voor weergave Uitleg Om de geluidsweergave tijdens het instellen te kunnen controleren (voor de best klinkende instellingen) dient u eerst te zorgen dat alle aansluitingen in orde zijn (zie blz. 18). Het geheugen van de versterker wissen Voor het eerste gebruik van de versterker of wanneer u het geheugen van het apparaat wilt wissen, gaat u als volgt te werk. Overigens is dit wissen niet nodig als er automatisch een demonstratie begint wanneer u het apparaat inschakelt. 1 Schakel de versterker uit. 2 Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar Voor de beste, ruimtelijk klinkende akoestiekweergave zouden alle luidsprekers in principe op gelijke afstand van uw luisterplaats (A) moeten staan. Deze versterker biedt u echter de mogelijkheid de middenluidspreker tot ongeveer 1,5 meter dichterbij te zetten (B) en de achterluidsprekers tot ongeveer 4,5 meter dichterbij (C) uw luisterplaats. Bovendien kunnen de voorluidsprekers zowel dichterbij als verderaf gezet worden, van 1,0 tot 12,0 meter van uw luisterplaats (A). U kunt kiezen of u de achterluidsprekers achter uw luisterplaats wilt zetten of aan weerszijden er naast, afhankelijk van de vorm van uw kamer, e.d. Plaats de lagetonen-luidspreker op dezelfde afstand van uw luisterplaats als de (linker of rechter) voorluidspreker. Met de achterluidsprekers naast uw luisterplaats B 5 seconden lang ingedrukt. Een demonstratie van de mogelijkheden begint (zie blz. 2) en al de volgende onderdelen worden gewist of in de uitgangsstand teruggesteld: • Alle klankbeeldparameters worden teruggesteld op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. • Alle instellingen die zijn gemaakt met de SET UP toets keren terug naar de fabrieksinstellingen. • De klankbeelden die zijn vastgelegd voor de diverse geluidsbronnen verdwijnen uit het geheugen. • De centrale geluidssterkte wordt teruggesteld op to “MIN”. Mogelijke voorbereidingen voor weergave Alvorens u de versterker in gebruik neemt, dient u met de SET UP toets bepaalde instellingen aan te passen aan de configuratie van uw stereo-installatie. Zie voor de instelbare parameters de tabel op blz. 29. Zie verder blz. 13 t/m 17 voor de luidsprekerinstellingen en blz. 24 voor de andere instellingen. Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de versterker hebt ingeschakeld, dient u het geheugen van het apparaat te wissen. Vervolgens kiest u de luidspreker-instellingen (formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere voorbereidingen die nodig zijn voor weergave. Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek Lagetonenluidspreker A A 45° C C 90° 20° Met de achterluidsprekers achter uw luisterplaats Lagetonenluidspreker B A A 45° C C 90° 20° Opmerking Zet de middenluidspreker niet verder van uw luisterplaats dan de voorluidsprekers. wordt vervolgd 13NL Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek (vervolg) x Afstand van de voorluidsprekers ( L R ) Instellen van de luidsprekerparameters Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de linker of rechter voorluidspreker (afstand A op pagina 13). 1 Druk op de SET UP toets. 2 Druk op een cursortoets (U of u) om in te stellen op de parameter die u wilt bijregelen. 3 Druk op de + of – toets om de gewenste waarde voor de parameter te kiezen. De gekozen waarde wordt automatisch vastgelegd. 4 Herhaal de stappen 2 t/m 3 totdat u alle bij te regelen parameters naar wens hebt ingesteld. Oorspronkelijke instellingen Parameter L C 14NL R (FRONT) XX.X m (CENTER) XX.X m Oorspronkelijke instelling DIST. 5.0 m DIST. 5.0 m SL SR (SURR) XX.X m DIST. 3.5 m SL SR (SURR) PL. XXX PL. BEHD. SL SR (SURR) HGT. XXX HGT. LOW x Afstand van de middenluidspreker ( C ) Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de middenluidspreker. U kunt de afstand van de middenluidspreker gelijk kiezen aan die van de voorluidsprekers (afstand A op blz. 13) tot ongeveer 1,5 meter dichter bij uw luisterplaats (afstand B op blz. 13). x Afstand van de achterluidsprekers ( SL SR ) Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de (linker of rechter) achterluidspreker. U kunt de afstand van de achterluidsprekers gelijk kiezen aan die van de voorluidsprekers (afstand A op blz. 13) tot ongeveer 4,5 meter dichter bij uw luisterplaats (afstand C op blz. 13). Uitleg U kunt de weergave van de tuner/versterker aanpassen aan de plaats van de aangesloten luidsprekers, door de luidsprekerafstand in te voeren. Het is echter niet mogelijk de middenluidspreker verder af te zetten dan de linker en rechter voorluidsprekers. Bovendien kunt u de middenluidspreker niet meer dan 1,5 meter dichter bij uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. Evenmin kunt u de achterluidsprekers verder van uw luisterplaats zetten dan de voorluidsprekers. En ook weer niet meer dan 4,5 meter dichterbij. Deze beperkingen gelden omdat een onjuiste opstelling van de luidsprekers niet geschikt is voor de weergave van akoestiekeffecten. Wanneer u de luidsprekerafstand dichterbij kiest dan de feitelijke afstand, zal het geluid via die luidspreker(s) met een grotere vertraging worden weergegeven. Met andere woorden, de luidsprekers klinken dan verder weg. Als u bijvoorbeeld de afstandsinstelling van de middenluidspreker 1 tot 2 meter dichterbij kiest dan de feitelijke afstand, zal dit een vrij natuurgetrouw effect geven alsof u zich “in” het beeldscherm bevindt. En als u geen goed akoestiekeffect verkrijgt omdat de achterluidsprekers te dichtbij staan, kunt u door het verminderen van de luidsprekerafstand (dichterbij kiezen dan de werkelijke afstand) een dieper ruimtelijk effect creëren. Door deze parameters bij te regelen terwijl u aandachtig naar een geluidsbron luistert, kunt u vaak een aanzienlijke verbetering in akoestiek bewerkstelligen. Probeer het maar eens! x Opstelling van de achterluidsprekers ( SL SR )* • Stel in op “PL. SIDE” als de plaats van uw achterluidsprekers valt binnen het zijgebied A. • Stel in op “PL. BEHD.” als de plaats van uw achterluidsprekers valt binnen het zijgebied B. Deze instelling is alleen van invloed op de “VIRTUAL” klankbeelden. 90° A A 45° B B 20° x Hoogte van de achterluidsprekers ( SL SR )* Met deze parameter kiest u de hoogte van uw achterluidsprekers, voor een juiste werking van de Digital Cinema Sound klankbeelden in het “VIRTUAL” genre. Zie de onderstaande afbeelding. • Stel in op “HGT. LOW” als de plaats van uw achterluidsprekers valt binnen het zijgebied A. Deze instelling is speciaal bestemd voor de Digital Cinema Sound klankbeelden in het “VIRTUAL” genre. Bij de Digital Cinema Sound klankbeelden is de luidspreker-opstelling niet zo’n overheersende factor als bij de andere akoestiekfuncties. Al de “VIRTUAL” klankbeelden zijn gebaseerd op de veronderstelling dat de achterluidsprekers geheel achter de luisterplaats zouden staan of hangen, maar het klankbeeld blijft grotendeels zoals bedoeld, ook wanneer de achterluidsprekers nogal opzij en ver uiteen staan. Als de achterluidsprekers echter pal naast de luisteraar hangen en recht op oorhoogte gericht zijn, zullen de “VIRTUAL” klankbeelden alleen klinken zoals ze zijn bedoeld indien u voor de opstelling van de achterluidsprekers de stand “PL. SIDE” hebt gekozen. Ook dat geldt echter niet in alle gevallen, aangezien de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald door een heel stel variabelen, zodat u misschien wel betere resultaten bereikt met de “PL. BEHD.” opstelling als de luidsprekers hoog boven uw luisterplaats hangen, ook al is dat pal ter weerszijden ervan. Daarom kunt u wellicht het best een favoriete geluidsbron met meerkanaals Surround Sound afspelen en dan goed luisteren welk effect elke instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al kan dit wel eens leiden tot een andere instelling dan hierboven aangegeven onder “Opstelling van de achterluidsprekers”. Kies de stand die een fraai open, ruimtelijk gevoel oplevert, met een zo hecht mogelijke samenhang tussen het geluid van de voorluidsprekers en dat van de achterluidsprekers. Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen de verschillende instellingen, kies dan de stand “PL. BEHD.” en gebruik dan de luidsprekerafstandparameter en de geluidssterkte-instellingen om de weergave optimaal af te regelen. Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Met deze parameter kunt u de plaats van uw achterluidsprekers invoeren, voor een juiste werking van de Digital Cinema Sound klankbeelden in het “VIRTUAL” genre. Zie de onderstaande afbeelding. Uitleg wordt vervolgd • Stel in op “HGT. HIGH” als de plaats van uw achterluidsprekers valt binnen het zijgebied B. Deze instelling is alleen van invloed op de “VIRTUAL” klankbeelden. B A B 60 A 30 * Deze parameters zijn niet beschikbaar als er voor het “Formaat van de achterluidsprekers” de stand “NO” is gekozen. 15NL Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek (vervolg) Alleen indien u andere dan de bijgeleverde luidsprekers gebruikt, zal het nodig zijn de volgende parameters in te stellen. Het luidsprekerformaat en de keuze van een lagetonen-luidspreker zijn vooraf ingesteld op “MICRO SP.” (micro-satellietluidsprekers), overeenkomstig het bijgeleverde luidsprekersysteem. Als u andere luidsprekers aansluit, schakel de instelling dan over naar “NORM. SP” (normale luidsprekers) om het luidsprekerformaat en de keuze van een lagetonenluidspreker aan te passen. Om in te stellen op “NORM. SP.” schakelt u het apparaat uit en dan weer in terwijl u cursortoets U ingedrukt houdt. (Om terug te schakelen naar “MICRO SP.” doet u ditzelfde nogmaals.) Parameter L C SL SW R (FRONT) (CENTER) SR (SURR) (SUB WOOFER) Oorspronkelijke instelling LARGE LARGE LARGE S.W. YES In de “MICRO SP.” stand ligt de configuratie vast en kunt u deze niet aanpassen. x Formaat van de voorluidsprekers ( L R ) • Zijn er grote voorluidsprekers aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”. • Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals surround-sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van de voorkanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonen-luidspreker. • Als u voor de voorluidsprekers de stand “SMALL” kiest, worden de middenluidspreker en de achterluidsprekers ook automatisch ingesteld op “SMALL” (tenzij u eerder de stand “NO” hebt gekozen). 16NL x Formaat van de middenluidspreker ( C ) • Is er een grote middenluidspreker aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kan weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”. Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de middenluidspreker niet instellen op “LARGE”. • Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals surround-sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van het middenkanaal worden overgeheveld naar de voorluidsprekers (als die op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de aparte lagetonen-luidspreker.*1 • Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan de stand “NO”. Al het geluid van het middenkanaal wordt dan weergegeven door de voorluidsprekers.*2 x Formaat van de achterluidsprekers ( SL SR ) • Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”. Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de achterluidsprekers niet instellen op “LARGE”. • Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals surround-sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van de achterkanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel “LARGE” luidsprekers die hier beter op zijn berekend. • Sluit u geen achterluidsprekers aan, kies dan de stand “NO”.*3 Uitleg *1–*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro Logic standen voor de middenkanaal-aanpassing *1 NORMAL *2 PHANTOM *3 3 STEREO 2 Draai de MASTER VOLUME knop van Uitleg x Aanwezigheid van een lagetonenluidspreker ( SW ) • Als u een lagetonen-luidspreker hebt aangesloten, stelt u hierbij in op “S.W. YES”. • Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker, dan stelt u in op “S.W. NO”. Dan worden de basverdelingscircuits ingeschakeld om de laagste frequenties (LFE signalen) weer te geven via de andere luidsprekers. • Om volledig profijt te trekken van de Dolby Digital basverdelingscircuits willen wij u aanbevelen om de bovengrensfrequentie voor de lagetonen-luidspreker zo hoog mogelijk in te stellen. Bijregelen van de geluidssterkte van de luidsprekers Stel alle luidsprekers op een evenredige geluidssterkte in vanaf uw luisterplaats, met de afstandsbediening. Opmerking Dit apparaat is voorzien van een nieuwe testtoon in de frequentieband rond 800 Hz, om het instellen van de luidsprekers te vergemakkelijken. POWER LEVEL POWER spanningslampje 1 Druk op de ?/1 toets om de versterker in te schakelen. de versterker naar rechts (totdat de waarde 10 of 20 in het uitleesvenster verschijnt). 3 Schakel de stroom van de lagetonenluidspreker in. 4 Draai de LEVEL knop van de lagetonenluidspreker naar rechts (tot ongeveer de stand). 5 Druk op de TEST TONE toets. Dan hoort u de testtoon achtereenvolgens via elk van de luidsprekers. Linksvoor t midden t rechtsvoor t rechtsachter t linksachter t lagetonenluidspreker 6 Stel nu met de LEVEL parameters de geluidssterkte zo in dat de testtoon op uw luisterplaats voor uw gehoor via alle luidsprekers even luid doorkomt. Om de balans en de geluidssterkte van de luidsprekers bij te regelen, drukt u eerst op de MENU </> toets van de afstandsbediening om in te stellen op de parameter die u wilt bijregelen (zie blz. 22). Vervolgens kiest u het gewenste niveau met de MENU +/– toetsen. Aansluiten en opstellen van de luidsprekers Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van het LARGE of SMALL luidsprekerformaat voor elk stel luidsprekers, of de ingebouwde akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als de lage tonen uit een bepaald kanaal worden verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die frequenties overbrengen naar de aparte lagetonenluidspreker of naar een ander stel “LARGE” luidsprekers die er beter op zijn berekend. Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate van richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het gehele frequentiespectrum van de verschillende kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch de stand “LARGE” kiezen, als u de lage tonen ook door die luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat die de laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers best “SMALL” kiezen. Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst, kiest u dan voor alle luidsprekers de stand “LARGE”. 7 Druk weer op de TEST TONE toets om de testtoon uit te schakelen. Tip U kunt ook alle luidsprekers tegelijk harder of zachter zetten. Draai hiervoor aan de MASTER VOLUME regelknop van de tuner/versterker of druk op de MASTER VOL +/– toetsen van de afstandsbediening. Opmerkingen • De testtoon wordt niet weergegeven wanneer de MULTI CH IN functie is ingeschakeld. • Tijdens het afstellen toont het uitleesvenster de balans van de voorluidsprekers, de balans van de achterluidsprekers en het niveau van de middenluidspreker, de achterluidsprekers en de lagetonen-luidspreker. • Ofschoon u deze instellingen ook kunt maken met de toetsen op het voorpaneel van de versterker, via het LEVEL instelmenu (bij weergave van de testtoon schakelt de versterker automatisch over naar het LEVEL instelmenu), willen wij u toch aanbevelen om zo mogelijk de hierboven beschreven werkwijze te volgen en de geluidssterkte bij te regelen met de afstandsbediening, vanaf uw favoriete luisterplaats. • Voor de beste geluidskwaliteit is het aanbevolen de lagetonen-luidspreker niet al te luid in te stellen. wordt vervolgd 17NL Basisbediening Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek (vervolg) Tip Na de instelling met behulp van de testtoon kan het nuttig zijn de geluidssterkte van de afzonderlijke luidsprekers precies af te stellen terwijl u luistert naar een CD, een DVD e.d. Alhoewel u met de testtoon alle luidsprekers prima evenwichtig kunt instellen voor de beste gemiddelde geluidskwaliteit, zult u met uw favoriete muziek of filmgeluid de weergave beter zo kunnen regelen dat die precies goed klinkt. Bovendien zijn bij de meeste weergavebronnen de geluidssporen voor de middenluidspreker en de achterkanalen iets zachter opgenomen dan die voor de voorluidsprekers. Bij het luisteren naar muziek of filmgeluid dat is opgenomen met meerkanaals “surround sound” zult u bemerken dat het luider instellen van de middenluidspreker en de achterluidsprekers een hechter geïntegreerd geluidsbeeld vooraan geeft en een betere cohesie tussen het voorgeluid en de akoestiek rondom. Vaak verkrijgt men het beste resultaat door de middenluidspreker ongeveer 1 dB luider te zetten en de achterluidsprekers ongeveer 1~2 dB luider. Met andere woorden, voor een evenwichtig klankbeeld met perfect gelocaliseerde instrumenten of dialoog willen we u aanraden om tijdens het afspelen van uw geluidsbronnen de weergave op het oor fijn te regelen. Aanpassingen van slechts 1 dB kunnen soms een enorm verschil maken in de totale klank en dus in uw luisterplezier. Controleren van de aansluitingen Na het aansluiten van al uw audio/videoapparatuur op de versterker volgt u de onderstaande aanwijzingen om te controleren of alle aansluitingen in orde zijn. 1 Druk op de ?/1 toets om de versterker 2 in te schakelen. Druk op een van de weergavebronkeuzetoetsen om in te stellen op een apparaat (geluidsbron) dat u hebt aangesloten (bijv. de DVD-videospeler). 3 Schakel het betreffende apparaat in en start de weergave van de geluidsbron. 4 Draai aan de MASTER VOLUME knop om de geluidssterkte naar wens in te stellen. Als u na de bovenstaande handelingen geen normale geluidsweergave verkrijgt, neem dan de controlelijst onder “Verhelpen van storingen” op blz. 25 door en tref de vereiste NL maatregelen om het probleem te verhelpen. 18 Keuze van het weergaveapparaat Weergavebron-keuzetoetsen Druk op een van de weergavebron-keuzetoetsen om een beeld- en/of geluidsbron te kiezen. Voor keuze van de drukt u op Videorecorder VIDEO DVD-videospeler DVD Digitale satelliet-ontvanger (enz.) TV Tuner TUNER Andere audio/video component AUX Na het kiezen van het weergave-apparaat schakelt u dat apparaat in en start u de weergave van de geluidsbron. MULTI CH IN afzonderlijk beeld en geluid Druk op de MULTI CH IN toets om te luisteren naar de geluidsbron aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen, samen met de beelden van de gekozen weergavebron. • Wanneer een afzonderlijke MULTI CH IN geluidsbron is gekozen, zullen de parameters voor klankbeelden en akoestiekeffecten niet meer werken. MUTING geluiddemping Druk op de MUTING toets om de geluidsweergave te dempen. De aanduiding “MUTING” verschijnt in het uitleesvenster wanneer het geluid gedempt is. De geluiddemping wordt geannuleerd wanneer u de stroom uitschakelt of de stekker uit het stopcontact trekt. PHONES hoofdtelefoon-aansluiting Op de PHONES stekkerbus kunt u een hoofdtelefoon aansluiten. • Zolang er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen de luidsprekers geen geluid geven. Genieten van Surround Sound akoestiek Keuze van een klankbeeld De eenvoudigste manier om te genieten van ruimtelijke akoestiekweergave is door een van de voorgeprogrammeerde klankbeelden te kiezen dat het best past bij de muziek die u beluistert. Druk enkele malen op de SOUND FIELD +/– toets om in te stellen op het gewenste klankbeeld. Het gekozen klankbeeld wordt in het uitleesvenster aangegeven. Zie blz. 19–20 voor nadere bijzonderheden over de verschillende klankbeelden. Betreffende DCS (Digital Cinema Sound) DCS is een algemene term voor de digitale signaalverwerking voor thuistheater-akoestiek die ontwikkeld is door Sony. Het DCS systeem recreëert met een Digitale Signaal Processor (DSP) de akoestische eigenschappen van een echte filmmuziekstudio in Hollywood. Zo biedt het DCS systeem bij u thuis een spectaculair bioscoopgeluid dat de complete filmervaring van actie, dialoog en achtergrondgeluiden optimaal presenteert zoals de makers van de film die bedoeld hebben. x NORM.SURR. (Normal Surround) Geluidsbronnen met meerkanaals Surround signalen worden net zo weergegeven als ze zijn opgenomen. Geluidsbronnen met 2-kanaals stereo geluid worden gedecodeerd met Dolby Pro Logic om akoestiekeffecten te bereiken. x STUDIO A–C (Cinema Studio A–C) DCS • CINEMA STUDIO A levert de karakteristieke klank van de Sony Pictures Entertainment klassieke filmmontage-studio. • CINEMA STUDIO B levert de karakteristieke klank van de Sony Pictures Entertainment filmgeluid-mengstudio, een van de meest geavanceerde studio’s in Hollywood. • CINEMA STUDIO C levert de karakteristieke klank van de Sony Pictures Entertainment opnamestudio voor filmmuziek. Basisbediening/Genieten van Surround Sound akoestiek U kunt genieten van een fraaie ruimtelijke geluidsweergave door eenvoudigweg een van de voorgeprogrammeerde klankbeelden te kiezen die de versterker biedt. Zo kunt u uw luisterkamer even indrukwekkend laten klinken als een bioscoopzaal of een concertzaal. U kunt de klankbeelden ook naar eigen inzicht aanpassen door de diverse akoestiekparameters bij te stellen. Voor een optimaal gebruik van de ruimtelijke akoestiekfuncties zult u het aantal en de opstelling van uw luidsprekers in de tuner/ versterker moeten vastleggen. Zie het hoofdstuk “Luidspreker-opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek” vanaf blz. 13 voor de nodige instellingen van de luidsprekerparameters om ten volle te kunnen genieten van de Surround Sound akoestiek. wordt vervolgd Uitschakelen van het klankbeeld Druk op de A.F.D. toets of de 2CH ST. toets (zie blz. 20). Tips • De versterker onthoudt voor elke geluidsbron afzonderlijk het laatst gekozen klankbeeld (Sound Field Link). Telkens wanneer u een geluidsbron kiest, wordt automatisch het laatst daarvoor gekozen klankbeeld toegepast. Als u bijvoorbeeld een DVD afspeelt met het HALL concertzaal-klankbeeld en u schakelt over naar een andere geluidsbron, dan zal de eerstvolgende keer dat u een DVD afspeelt weer automatisch het HALL klankbeeld gelden. • Aan de verpakking kunt u zien met welk akoestieksysteem het beeldmateriaal op een videodisc e.d. is opgenomen. Alle officiële Dolby Digital discs zijn voorzien van het beeldmerk en Dolby Surround discs zijn voorzien van het beeldmerk. 19NL Keuze van een klankbeeld (vervolg) x V.M.DIMENS.* (Virtual Multi Dimension) DCS A.F.D. (AUTO FORMAT DECODING) Deze functie gebruikt de ruimtelijke 3D geluidsverwerking om een heel stel “virtuele achterluidsprekers” boven normale luisterhoogte te simuleren, op basis van slechts twee werkelijke achterluidsprekers. Dit klankbeeld biedt 4 paar virtuele luidsprekers rondom en in een hoek van ongeveer 30° boven de luisteraar. Deze neemt automatisch waar welk soort geluidssignaal er binnenkomt (Dolby Digital, DTS of standaard 2-kanaals stereo) en zorgt voor een juiste decodering, waar nodig. Deze functie neemt het geluidsspoor zoals het is opgenomen/gecodeerd, en presenteert het zonder enige bijregeling, nagalm of effecten. x V.SEMI M.D.* (Virtual Semi Multi Dimension) DCS Hierbij geven alleen de linker en rechter voorluidsprekers geluid weer. Bij standaard 2-kanaals (stereo) geluidsbronnen wordt er helemaal geen akoestiekverwerking toegepast. Meerkanaals-geluidsbronnen worden samengemengd tot de gewone twee kanalen. Ook hierbij wordt met de ruimtelijke 3D geluidsverwerking een heel stel “virtuele achterluidsprekers” gesimuleerd, op basis van het geluid van de linker en rechter voorluidsprekers, zonder dat er werkelijke achterluidsprekers gebruikt worden. Dit klankbeeld biedt 5 paar virtuele luidsprekers rondom en in een hoek van ongeveer 30° boven de luisteraar. x HALL Reproduceert de akoestiek van een rechthoekige concertzaal. x JAZZ (Jazz Club) Geeft de akoestische sfeer van een typische jazz-club. x L.HOUSE (Live House) Geeft de akoestiek van een muziektheater met 300 zitplaatsen. x GAME Geeft de meest treffende geluids- en akoestiekeffecten aan videospelletjes. * “VIRTUAL” klankbeeld: Klankbeeld met gesimuleerde extra luidsprekers. Opmerkingen • De effecten die verkregen worden met behulp van virtuele luidsprekers kunnen soms wat storing in de weergave veroorzaken. • Bij het luisteren naar klankbeelden die werken met virtuele luidsprekers zult u geen geluid direct uit de echte achterluidsprekers horen. 20NL Gebruik de toetsen op de afstandsbediening voor de bediening van de volgende akoestiekfuncties. 2CH ST. (2 CHANNEL) Opmerkingen • De lagetonen-luidspreker geeft geen geluid weer als er is gekozen voor “NORM SP.” luidsprekers (zie blz. 16) en voor “2CH ST.” weergave. Om te luisteren naar gewone 2-kanaals (stereo) geluidsbronnen via de linker en rechter voorluidsprekers en een lagetonen-luidspreker, stelt u in op het “A.F.D.” klankbeeld. • Wanneer u de stand “MICRO SP.” kiest, zorgt de ingebouwde geluidsprocessor dat de lage tonen automatisch worden uitgestuurd via de lagetonenluidspreker. Betekenis van de meerkanaals Surround aanduidingen 9 0 SLEEP 1 2 3 a DIGITAL PRO LOGIC DTS LFE SL S SR 8 6 5 D.RANGE 4 7 1 ; DIGITAL: Deze aanduiding licht op wanneer de versterker signalen decodeert die zijn opgenomen in het Dolby Digital formaat. 2 PRO LOGIC: Deze aanduiding licht op wanneer de versterker de Pro Logic signaalverwerking toepast op een 2-kanaals geluidsbron, om aparte signalen te verkrijgen voor een middenluidspreker en achterluidsprekers. De aanduiding licht echter niet op als u voor de aanwezigheid van een middenluidspreker en achterluidsprekers de stand “NO” hebt gekozen en als er is ingesteld op het “A.F.D.” of “NORMAL SURROUND” klankbeeld. 3 DTS: Deze aanduiding licht op wanneer er DTS signalen binnenkomen. 4 D.RANGE: Deze dynamisch bereik aanduiding licht op wanneer de compressiefunctie voor het dynamisch bereik is ingeschakeld. Zie blz. 23 voor het instellen van de dynamiek-compressie. 5 COAX: Deze aanduiding licht op wanneer er een digitaal signaal binnenkomt via de COAXIAL ingangsaansluiting. 7 Weergavekanaal-aanduidingen: Aan de oplichtende letters kunt u zien welke geluidskanalen er worden weergegeven. L: linker voorluidspreker, R: rechter voorluidspreker, C: middenluidspreker (mono), SL: linksachter, SR: rechtsachter, S: middenachterluidspreker (mono of achterkanalen gebaseerd op 6.1-kanaals matrix-decodering), SW: lagetonenluidspreker. Aan de oplichtende vakjes rond de letters kunt u zien via welke luidsprekers het geluid van de diverse kanalen wordt weergegeven. 8 Genieten van Surround Sound akoestiek SW SP. OFF OPT COAX L C R LFE : Deze aanduiding licht op wanneer de afgespeelde disc een apart LFE (Low Frequency Effect) lagetonen-kanaal bevat en wanneer het geluidssignaal van het LFE kanaal op dat moment ook wordt weergegeven. 9 SLEEP: Deze aanduiding licht op wanneer de sluimerfunctie is ingeschakeld. q; SP.OFF: Deze aanduiding licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten. 6 OPT: Deze aanduiding licht op wanneer er een digitaal signaal binnenkomt via de OPTICAL ingangsaansluiting. 21NL Bijregelen van de klankbeelden U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen door de akoestiekparameters en de geluidssterkte-parameters voor de luidsprekers voor, midden en achter zo in te stellen dat het geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt. Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven, tenzij de versterker langer dan twee weken geen stroom krijgt. Om een bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel de gewenste veranderingen aan te brengen. In het overzicht op blz. 30 kunt u zien met welke parameters u een bepaald klankbeeld kunt bijregelen. Voor de beste weergave van meerkanaals Surround Sound Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en volg de aanwijzingen onder “Luidsprekeropstelling voor meerkanaals Surround akoestiek” vanaf blz. 13 alvorens u een klankbeeld gaat aanpassen. Aanpassen van de luidsprekerniveau-parameters Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een aantal parameters waarmee u de balans en de geluidssterkte van elke luidspreker naar wens kunt instellen. De instellingen die u in dit menu maakt, zijn van toepassing op alle klankbeelden. 1 Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met een meerkanaals Surround geluidsspoor. 2 Druk op de LEVEL toets. De toets licht op en de eerste parameter wordt aangegeven. 3 Druk op een cursortoets (U of u) om in te stellen op de parameter die u wilt bijregelen. 4 Druk op de + of – toets om de gewenste waarde voor de parameter te kiezen. 22NL De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd. Oorspronkelijke instellingen Parameter Oorspronkelijke instelling FRONT BALANCE* BALANCE SURR BALANCE* BALANCE CENTER LEVEL* CTR 0 dB SURR LEVEL* SURR 0 dB SUB WOOFER LEVEL* S.W. 0 dB LFE MIX LEVEL L.F.E. 0 dB DYNAMIC RANGE COMP COMP. OFF * Deze parameters kunnen afzonderlijk worden ingesteld voor de MULTI CH IN geluidsbron. Voorluidspreker-balans ( R L ) Hiermee stelt u de weergave via de linker en rechter voorluidsprekers evenwichtig in. Achterluidspreker-balans ( SL SR ) Hiermee stelt u de weergave via de linker en rechter achterluidsprekers evenwichtig in. Geluidssterkte van de middenluidspreker ( C ) Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor de middenluidspreker. Geluidssterkte van de achterluidsprekers ( SL SR ) Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van de linker en rechter achterluidsprekers. Geluidssterkte van de lagetonenluidspreker ( SW ) Hiermee regelt u de geluidssterkte van de lagetonen-luidspreker. LaagFrequentEffect mengniveau ( LFE ) Met deze parameter kunt u de geluidssterkte bijregelen van het afzonderlijke LFE (Low Frequency Effect) kanaal dat wordt weergegeven via de lagetonen-luidspreker, zonder hierbij de gewone lage tonen te beïnvloeden die door de Dolby Digital of DTS basverdelingscircuits van de voor-, midden- en achterkanalen worden overgeheveld naar de aparte lagetonen-luidspreker. • Bij het LFE mengniveau “0 dB” wordt het volledige LFE signaal uitgestuurd op het mengniveau dat is gekozen door de opnamestudio-technicus. • Om de weergave van het LFE lagetonenkanaal door de lagetonen-luidspreker te dempen, kiest u de “OFF” stand. De lage tonen van de voor-, middenen achterkanalen die door de basverdelingscircuits worden overgeheveld naar de lagetonen-luidspreker worden echter wel weergegeven, volgens de keuze gemaakt voor elk luidsprekerpaar bij de luidspreker-instellingen (zie blz. 16 en 17). Dynamiekcompressie ( D. RANGE ) • Om het geluidsspoor normaal weer te geven, zonder compressie, kiest u de “COMP. OFF” stand. • Om het geluidsspoor normaal weer te geven met het volledig dynamisch bereik, zoals gekozen door de opnamestudio-technicus, kiest u de “COMP. STD” stand. • Met de standen “COMP. 0.1”–“COMP. 0.9” kunt u het dynamisch bereik geleidelijk steeds verder comprimeren, om precies het gewenste effect te bereiken. • In de “COMP. MAX” stand wordt het dynamisch bereik drastisch beperkt. Opmerking De dynamiekcompressie werkt alleen voor Dolby Digital geluidsbronnen. Aanpassen van de akoestiekparameters Het SURR akoestiekmenu biedt een aantal parameters waarmee u allerlei verschillende aspecten van het gekozen klankbeeld kunt aanpassen. De instellingen die u in dit menu kiest worden voor elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd. 1 Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met een meerkanaals Surround geluidsspoor. 2 Druk op de SURR toets. De toets licht op en de eerste parameter wordt aangegeven. 3 Druk op een cursortoets (U of u) om in te stellen op de parameter die u wilt bijregelen. Oorspronkelijke instellingen Parameter Oorspronkelijke instelling EFFECT LEVEL (hangt af van het gekozen klankbeeld) WALL TYPE WALL MID REVERBERATION TIME REVB. MID Effectniveau (EFFECT) Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk van het gekozen akoestiekeffect naar wens instellen. Wandbekleding (WALL) Hiermee simuleert u de hardheid van de wandbekleding van uw kamer, door het variëren van de hoeveelheid hoge tonen: de S (soft) instelling geeft een zachte wandbekleding aan en de H (hard) instelling een harde wandbekleding. De gemiddelde stand geldt voor een standaard halfharde wand (van hout). Weerkaatsing (REVERB) Met deze parameter kunt u de tijdsduur van de vroege weerkaatsingen bijregelen om zo een langere (L) of een kortere (S) ruimte te simuleren. De gemiddelde stand geeft een standaard ruimte, zonder bijregeling. Genieten van Surround Sound akoestiek Hiermee kunt u het dynamisch bereik van een speelfilm-geluidsspoor comprimeren, dus verkleinen. Dit kan handig om ‘s avonds laat een speelfilm te bekijken; met het geluid zacht behoudt u toch een rijke, volle klank. Wij willen u aanraden de “MAX” stand te gebruiken. Terugstellen van alle bijgeregelde klankbeelden op de fabrieksinstellingen 1 Als de versterker nog aan staat, drukt u op de ?/1 toets om het apparaat uit te schakelen. 2 Houd de SOUND FIELD + toets ingedrukt en druk op de ?/1 toets. De aanduiding “S.F. CLR.” verschijnt in het uitleesvenster en alle klankbeelden worden teruggesteld op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. 4 Druk op de + of – toets om de gewenste waarde voor de parameter te kiezen. De gekozen waarde wordt automatisch vastgelegd. 23NL Andere bedieningsfuncties Automatisch uitschakelen met de sluimerfunctie U kunt de versterker automatisch laten uitschakelen na een tijdsduur die u zelf kiest, zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen. Druk op de SLEEP toets van de afstandsbediening wanneer de stoom is ingeschakeld. Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt, verspringt de sluimertijd als volgt: 2-00-00 t 1-30-00 t 1-00-00 t 0-30-00 t OFF Het uitleesvenster dooft nadat u de sluimertijd hebt ingesteld. Tips • U kunt de sluimertijd precies naar wens instellen. Druk eerst op de SLEEP toets en stel dan de gewenste sluimertijd in met de cursortoetsen (U of u) van de versterker. De sluimertijd verspringt in stapjes van 1 minuut bij een instelling van 1 minuut tot een 5 uur lange sluimertijd, en in stapjes van 1 seconde wanneer de sluimertijd minder dan 1 minuut bedraagt. • Om de resterende sluimertijd voor het uitschakelen van de versterker te controleren, drukt u op de SLEEP toets. De resterende tijd tot het uitschakelen verschijnt in het uitleesvenster. Instellingen met de SET UP toets Met de SET UP toets kunt u op de volgende wijze diverse instellingen maken. 1 Druk op de SET UP toets. 2 Druk op de cursortoetsen (U of u) om de parameter te kiezen die u wilt instellen. Wanneer u instelt op MULTI VI. of TUNER VI. verschijnt in het uitleesvenster na ongeveer 2 seconden de aanduiding M[XXX] of T[XXX]. 3 Druk op de + of – toets om de gewenste waarde voor de parameter te kiezen. De gekozen instelling wordt automatisch in het geheugen vastgelegd. 4 Herhaal de stappen 2 en 3 totdat u alle nuttige parameters naar wens hebt ingesteld. Oorspronkelijke instellingen Parameter Oorspronkelijke instelling MULTI VI. DVD TUNER VI. OFF x MULTI CH IN videosignaal-keuze Hiermee kiest u welke beelden u wilt zien tijdens het luisteren naar de geluidsbron aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen. x TUNER videosignaal-keuze Hiermee kiest u welke beelden u wilt zien tijdens het luisteren naar het inkomend geluid via de TUNER aansluitingen. 24NL Aanvullende informatie Aansluiten Voorzorgsmaatregelen Voor het maken van enige aansluiting, schakelt u eerst de versterker uit en trekt u de stekker uit het stopcontact. Veiligheid Schoonmaken Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terechtkomen, trek dan de stekker van de versterker uit het stopcontact en laat het apparaat eerst door een onderhoudsmonteur controleren, alvorens het weer in gebruik te nemen. Reinig de behuizing, het voorpaneel en de bedieningsorganen met een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik geen schuurspons of schuurmiddelen en ook geen oplosmiddelen zoals wasbenzine of alcohol (spiritus). Stroomvoorziening Hitte in het inwendige Alhoewel het apparaat tijdens gebruik nogal warm kan worden, wijst dat niet op storing in de werking. Vooral bij afspelen op hoog volume kunnen de boven-, onder- en zijpanelen na verloop van tijd heet worden. Pas hiervoor op en raak de behuizing liever niet aan. Opstelling • Zet de versterker op een goed geventileerde plaats, met voldoende luchtdoorstroming om de inwendige onderdelen te koelen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Plaats de versterker niet dichtbij een warmtebron of in direct zonlicht. Vermijd plaatsen met veel stof, vocht en mechanische trillingen of schokken. • Zet niets bovenop het apparaat dat de ventilatieopeningen aan de bovenzijde kan blokkeren, in het belang van een storingsvrije werking. • Wees voorzichtig wanneer u het apparaat of de luidsprekers op een ondergrond plaatst die een speciale behandeling heeft ondergaann (met was, olie, polijstmiddel, enz.) aangezien er hierdoor vlekken op de ondergrond kunnen ontstaan of de ondergrond kan gaan verkleuren. Mocht u verder nog vragen of problemen met de bediening van de versterker hebben, aarzel dan niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Verhelpen van storingen Als bij het gebruik van de versterker een van de volgende problemen zich voordoet, neemt u dan de controlepunten even door om het probleem te verhelpen. Zie ook de paragraaf “Controleren van de aansluitingen” op blz. 18 om zeker te stellen dat alle aansluitingen in orde zijn. Mocht de storing niet zo gemakkelijk te verhelpen zijn, raadpleeg dan a.u.b. de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Er wordt geen geluid weergegeven, van geen enkele geluidsbron. • Controleer of de versterker en de andere apparaten allemaal zijn ingeschakeld. • Controleer of de MASTER VOLUME knop niet in de “MIN” stand staat. • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. • Druk op de MUTING toets om de geluiddemping uit te schakelen. • Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten op de PHONES stekkerbus. Zolang er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen de luidsprekers geen geluid geven. • Controleer of de “demonstratiefunctie” van de versterker niet is ingeschakeld (zie blz. 2). Andere bedieningsfuncties/Aanvullende informatie • Controleer, alvorens de versterker in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning staat vermeld op het naamplaatje op het achterpaneel van de versterker. • Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit, blijft er spanning op het apparaat staan, ook al is de versterker zelf uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt de versterker geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken; trek nooit aan het snoer. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten. Een bepaalde geluidsbron is niet te horen. • Controleer of de geluidsbron juist is aangesloten op de audio-ingangen voor het betreffende apparaat. • Controleer of alle stekkers van de aansluitsnoeren stevig in de stekkerbussen zitten, zowel bij de versterker als bij het geluidsbron-apparaat zelf. wordt vervolgd 25NL Verhelpen van storingen (vervolg) Er komt geen geluid uit een van de voorluidsprekers. • Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES stekkerbus om te controleren of de hoofdtelefoon wel goed geluid geeft (zie blz. 18). Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis zijn met de aansluitingen van het weergaveapparaat op de versterker. Controleer dan of alle stekkers van het aansluitsnoer aan beide zijden, op de versterker en de geluidsbron zelf, stevig in de stekkerbussen zijn gestoken. Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid geeft, kan er iets mis zijn met de aansluiting van de niet werkende luidspreker op de tuner/ versterker. Controleer dan de aansluitingen van de luidspreker die geen geluid geeft. Er klinkt niet of nauwelijks geluid. • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. • Controleer of de versterker wel is ingesteld op de juiste geluidsbron. • Controleer of er geen hoofdtelefoon is aangesloten. • Druk op de MUTING toets om de geluiddemping uit te schakelen, als die is ingeschakeld. • Het thermisch beveiligingscircuit van de versterker is in werking getreden, vanwege oververhitting (in het uitleesvenster knippert de aanduiding “OVERHEAT”). Schakel de versterker eenmaal uit, wacht een tijdje en schakel hem dan weer in. • Het overstroom-beveiligingscircuit van de versterker is in werking getreden, vanwege kortsluiting of een te lage impedantie (in het uitleesvenster knippert de aanduiding “PROTECT”). Schakel de versterker uit, verhelp het probleem dat de kortsluiting veroorzaakt en schakel ongeveer 20 seconden later de stroom weer in. De weergave van links en rechts klinkt onevenwichtig of de kanalen zijn verwisseld. • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. • Stel de weergave evenwichtig in met de parameters van het LEVEL menu. Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden. 26NL • Controleer of alle luidsprekers en andere apparaten juist en stevig zijn aangesloten. • Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een transformator of een motor en ten minste 3 meter van een TV-toestel of tl-verlichting. • Plaats de geluidsapparatuur niet te dicht in de buurt van een ingeschakeld TV-toestel. • Wellicht zijn de stekkers en aansluitbussen vuil. Veeg ze schoon met een doekje met wat spiritus of zuivere alcohol. De middenluidspreker geeft geen geluid. • Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld (druk op de SOUND FIELD +/– toets). • Kies een klankbeeld met het woord “CINEMA” of “VIRTUAL” in de naam (zie blz. 19 en 20). • Stel de geluidssterkte van de middenluidspreker wat hoger in (zie blz. 17). • Zorg dat de parameter voor het middenluidsprekerformaat staat ingesteld op “SMALL” of “LARGE” (zie blz. 16). De achterluidsprekers/middenachterluidsprekers geven niet of nauwelijks geluid. • Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld (druk op de SOUND FIELD +/– toets). • Kies een klankbeeld met het woord “CINEMA” of “VIRTUAL” in de naam (zie blz. 19 t/m 20). • Stel de geluidssterkte van de middenluidspreker wat hoger in (zie blz. 17). • Zorg dat de parameter voor het formaat van de achterluidsprekers/middenachterluidsprekers staat ingesteld op “SMALL” of “LARGE” (zie blz. 16). De actieve lagetonen-luidspreker geeft geen geluid. • Als er is gekozen voor “NORM SP.” luidsprekers, kiest u dan voor de aanwezigheid van een lagetonen-luidspreker de stand “S.W. YES” (zie blz. 17). • Controleer of er niet is ingesteld op “2CH ST.” voor eenvoudige tweekanaals-weergave (zie blz. 20). Er verschijnt “PCM-kHz” in het uitleesvenster. • De bemonsteringsfrequentie is hoger dan 48 kHz. Schakel zo mogelijk de geluidsbron over naar een frequentie van 48 kHz. Het akoestiekeffect werkt niet. • Zorg dat de klankbeeldfuncties zijn ingeschakeld (druk op de SOUND FIELD +/– toets). Op het TV-scherm is geen beeld of slechts een onduidelijk beeld zichtbaar. • Stel de versterker op de juiste beeld/geluidsbron in. • Stel het TV-toestel in op de gewenste beeldweergave. De afstandsbediening werkt niet. • Richt de afstandsbediening recht op de afstandsbedieningssensor voorop de versterker. • Verwijder eventuele obstakels tussen de afstandsbediening en de versterker. • Als de batterijen in de afstandsbediening leeg kunnen zijn, vervangt u ze dan alle door nieuwe. • Controleer of u wel de juiste toets op de afstandsbediening hebt ingedrukt. • Als de afstandsbediening staat ingesteld op bediening van alleen het TV-toestel, kies dan eerst met de afstandsbediening een andere beeld/geluidsbron dan de TV, dan kunt u daarna de versterker of het gewenste apparaat bedienen. Pagina’s met aanwijzingen voor het wissen van het geheugen van de versterker Voor wissen van Leest u Het gehele geheugen pagina 13 De zelf aangepaste klankbeelden pagina 23 Uitgangen FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R, SUB WOOFER Uitgangsspanning: 2 V Impedantie: 1 kOhm Video-gedeelte Ingangen S-video: Technische gegevens Uitgangen S-video: Y: 1 Vt-t, 75 ohm C: 0,286 Vt-t, 75 ohm Versterker-gedeelte Algemeen UITGANGSVERMOGEN Nominaal uitgangsvermogen bij stereoweergave (aan 8 ohm bij 1 kHz, bij 0,3 % THV) 80 W + 80 W Stroomvoorziening 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik 98 W Muziekvermogen, referentie (bij 0,3 % THV) Voor1): 80 W/kanaal Midden1): 80 W Achter1): 80 W/kanaal 1) Afhankelijk van de klankbeeld-instellingen en de geluidsbron kan er soms hierdoor geen geluid worden weergegeven. Frequentiebereik MICRO SP.: NORMAL SP.: Ingangen (Analoog) TV, AUX (Optisch) Afmetingen (b/h/d) 430 × 83 × 289 mm incl. uitstekende onderdelen en knoppen Gewicht (ca.) 3,1 kg Luidsprekers 150 Hz – 20 kHz 0/–3 dB 150 Hz (6 dB/octaaf) Laagfilter AAN 20 Hz – 20 kHz +/–0,5 dB Gevoeligheid: 250 mV Impedantie: 50 kOhm Signaal/ ruisverhouding2): 80 dB (A, 250 mV3)) 2) INPUT ingangen kortgesloten. 3) Netwerk-gewogen, ingangsniveau. Ingangen (Digitaal) DVD (Coaxiaal) Stroomverbruik (in de gebruiksklaar-stand) 1,9 W Aanvullende informatie Y: 1 Vt-t, 75 ohm C: 0,286 Vt-t, 75 ohm SS-MSP1 Voor-, midden- en achterluidsprekers Luidsprekersysteem Breedband-luidsprekers, magnetisch afgeschermd Luidsprekereenheden 8 cm conus-type Luidsprekerboxen Basreflexkast Nominale impedantie 8 ohm Opgenomen vermogen (maximaal 100 watt ingangsvermogen) Rendement 85 dB (bij 1 watt, op 1 meter) Gevoeligheid: – Impedantie: 75 kOhm Signaal/ruisverhouding: 96 dB (A, 20 kHz LPF) Frequentiebereik 160 Hz – 20.000 Hz Afmetingen (b/h/d) Ca. 92 x 133 x 115 mm incl. voorrooster Gevoeligheid: – Impedantie: – Signaal/ruisverhouding: 96 dB (A, 20 kHz LPF) Gewicht Ca. 1 kg wordt vervolgd 27NL Technische gegevens (vervolg) SA-WMSP1 Lagetonen-luidspreker Luidsprekersysteem Actieve lagetonenluidspreker, magnetisch afgeschermd Luidsprekereenheden Woofer: 20 cm conus-type Luidsprekerbox Akoestisch geladen basreflexkast Continu RMS uitgangsvermogen (aan 8 ohm, 20 - 250 Hz) 50 watt Frequentiebereik 28 Hz - 200 Hz Hogetonen-filtergrensfrequentie 150 Hz Ingangsaansluiting LINE IN (tulpstekkerbus) Stroomvoorziening Modellen met landcode CEL, CEK: 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Modellen met landcode CN: 220 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik 50 W Afmetingen (b/h/d) 270 x 325 x 385 mm inclusief het voorpaneel Gewicht Ca. 10 kg Bijgeleverd toebehoren Afstandsbediening (1) R6 (AA-formaat) batterijen (2) Luidsprekers • Voorluidsprekers (2) • Middenluidspreker (1) • Akoestiek-achterluidsprekers (2) • Lagetonen-luidspreker (1) Luidsprekersnoeren (5) Luidsprekervoetjes (24) Coaxiaal digitaal aansluitsnoer (1) Mono audio-aansluitsnoer (1) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. 28NL Tabel voor de instellingen met de LEVEL, SURR en SET UP toetsen Voor het bijregelen van de akoestiek kunt u de onderstaande instellingen maken met de LEVEL, SURR en SET UP toetsen, de cursortoetsen en de +/– toetsen. De tabel toont de parameters, elk met hun eigen instelbereik. Druk op Druk op U of u voor keuze van Druk op + of – voor keuze van Pagina LEVEL FRONT BALANCE L8 tot R8 (in stappen van 1) 22 L8 tot R8 (in stappen van 1) CENTER LEVEL –10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB) SURR LEVEL –10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB) SUB WOOFER LEVEL –10 dB tot +10 dB (in stappen van 1 dB) LFE MIX LEVEL OFF, –20 dB tot 0 dB (in stappen van 1 dB) DYNAMIC RANGE COMP OFF, 0,1 tot 0,9 (in stappen van 0,1), STD, MAX EFFECT LEVEL afhankelijk van het klankbeeld (in 16 stappen) WALL TYPE S (8 tot 1), MID, H (1 tot 8) (in stappen van 1) REVERBERATION TYPE SET UP L C SL SW L C R (FRONT) (CENTER) SR (SURR) (SUB WOOFER) R (FRONT) XX.X m (CENTER) XX.X m 23 S (8 tot 1), MID, L (1 tot 8) (in stappen van 1) LARGE, SMALL Aanvullende informatie SURR SURR BALANCE 14 LARGE, SMALL, NO LARGE, SMALL, NO S.W. YES, S.W. NO 1,0 meter tot 12,0 meter (in stappen van 0,1 meter) 1,0 meter tot 12,0 meter (in stappen van 0,1 meter) SL SR (SURR) XX.X m 1,0 meter tot 12,0 meter (in stappen van 0,1 meter) SL SR (SURR) PL. XXX PL. SIDE, PL. BEHD. SL SR (SURR) HGT. XXX HGT. LOW, HGT. HIGH MULTI VI. TV, DVD, VIDEO, AUX, OFF TUNER VI. TV, DVD, VIDEO, AUX, OFF 24 29NL Instelbare parameters voor elk van de klankbeelden De bijgeregelde LEVEL luidsprekerniveau-parameters gelden voor alle klankbeelden. De bijgeregelde SURR akoestiekparameters parameters worden voor elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd. < LEVEL FRONT BAL. SURR BAL. CENTER LEVEL > SURR SUB WOOFER LFE LEVEL LEVEL MIX 2CH z z z A.F.D. z z z z z z z NORM.SURR. z z z z z z z STUDIO A z z z z z z z STUDIO B z z z z z z z STUDIO C z z z z z z z V.M.DIMENS. z z z z z z z V.SEMI M.D. z z z z HALL z z z z z z z JAZZ z z z z z z z L.HOUSE z z z z z z z GAME z z z z z z z MULTI CH IN z z z z z z < SURR EFFECT LEVEL WALL TYPE REVERB TIME > 2CH A.F.D. NORM.SURR. STUDIO A z STUDIO B z STUDIO C z V.M.DIMENS. V.SEMI M.D. HALL z z z JAZZ z z z L.HOUSE z z z GAME z z z MULTI CH IN 30NL D.RANGE COMP. Voor het gebruik van de afstandsbediening Batterijen in de afstandsbediening aanbrengen ] } U kunt de afstandsbediening gebruiken om de componenten van uw stereo-installatie te bedienen. Het onderstaande bedieningsoverzicht toont de functies van de diverse toetsen. Toets(en) Voor afstandsbediening van SLEEP Versterker AV ?/1 TV-toestel/ In- en uitschakelen van Videorecorder/ de audio- en videoCD-speler/ apparatuur. DVD-speler/ Minidisc-recorder/ Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DAT-cassettedeck ?/1 Versterker } ] Tip Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer zes maanden meegaan. Wanneer de versterker niet langer goed op de afstandsbediening reageert, dient u beide batterijen door nieuwe te vervangen. Instellen van de sluimerfunctie en de tijdsduur waarna de versterker automatisch moet worden uitgeschakeld. In- en uitschakelen van de tuner/versterker. VIDEO Versterker Videocassette-weergave. DVD Versterker Video-weergave van een DVD of laserdisc. TV Versterker TV-kijken, gewone of satelliet-uitzendingen. AUX Versterker Luisteren naar aangesloten audio-apparatuur. TUNER Versterker Luisteren naar de radio. Opmerkingen • Laat de afstandsbediening niet op een erg warme of vochtige plaats liggen. • Gebruik geen oude en nieuwe batterij tegelijk. • Zorg dat de afstandsbedieningssensor niet wordt blootgesteld aan directe zonnestraling of fel lamplicht. Dit kan de juiste werking ervan verstoren. • Als u de afstandsbediening voorlopig een tijdlang niet meer gebruikt, kunt u de batterijen er beter uit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden. Functie Aanvullende informatie Leg de R6 (AA-formaat) batterijen in het batterijvak van de afstandsbediening met de + en – polen in de juiste richting. Bij het gebruik van de afstandsbediening richt u deze op de afstandsbedieningssensor voorop de versterker. Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen MULTI CH Versterker Luisteren naar geluid dat binnenkomt via de MULTI CH INPUT aansluitingen. 0-9 Tuner Samen met de “SHIFT” toets indrukken voor keuze van een voorkeurzendernummer tijdens directe afstemming (DIRECT TUNING) of geheugenafstemming (MEMORY). CD-speler/ Minidisc-recorder/ Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DAT-cassettedeck Keuze van beeld/ muziekstuknummers. Toets 0 voor beeld/ muziekstuk 10. TV-toestel/ Keuze van Videorecorder/ zendernummers. Satelliet-ontvanger >10 CD-speler/ Keuze van beeld/ Minidisc-recorder/ muziekstuknummers Cassettedeck/ boven de 10. Laserdisc-speler/ Video-CD speler wordt vervolgd 31NL Overzicht van de afstandsbedieningstoetsen (vervolg) Toets(en) Voor afstandsbediening van ENTER Na keuze van een zender, disc of beeld/muziekstuk met de cijfertoetsen, drukt u hierop om uw keuze in te voeren. SHIFT Tuner Meermalen indrukken om een geheugengroep te kiezen voor het vastleggen of afstemmen op een voorkeurzender. -/-- TV-toestel Keuze van een enkelcijfer of twee-cijfer zendernummer. CD-speler/ Minidisc-recorder/ Cassettedeck/ Videorecorder/ DVD-videospeler/ Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DAT-cassettedeck x CD-speler/ Stoppen met afspelen. Minidisc-recorder/ Cassettedeck/ Videorecorder/ DVD-videospeler/ Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DAT-cassettedeck Verplaatsen van het inzetbeeld. SWAP* TV-toestel Verwisselen van het hoofdbeeld en het inzetbeeld. DISC CD-speler Keuze van discs (alleen voor een CD-wisselaar). SUB CH +/–* TV-toestel Keuze van het zendernummer voor het inzetbeeld. D. SKIP/CH/ Tuner PRESET +/– n N 32NL Cassettedeck Doorgaan met afspelen van de andere kant. CD-speler/ Beginnen met afspelen. Minidisc-recorder/ Cassettedeck/ Videorecorder/ DVD-videospeler/ Video-CD speler/ Laserdisc-speler/ DAT-cassettedeck Doorzoeken en kiezen van voorkeurzenders. TV-toestel/ Keuze van Videorecorder/ voorkeurzenders. Satelliet-ontvanger m/M CD-speler/ Beeld/muziekstukken DVD-videospeler/ doorzoeken (voor- of Video-CD speler/ achterwaarts). Minidisc-recorder/ Laserdisc-speler Cassettedeck/ Snel vooruit of Videorecorder/ terugwaarts zoeken. DAT-cassettedeck Beeld/muziekstukken doorzoeken, bij indrukken tijdens afspelen. Pauzeren van de weergave of opname. (Ook voor beginnen met opnemen vanuit de opnamepauzestand.) POSITION* TV-toestel Directe keuze van een bekende radiozender. ./> CD-speler/ Doorgaan naar een ander Minidisc-recorder/ beeld/muziekstuk. DVD-videospeler/ Laserdisc-speler/ Video-CD speler/ Cassettedeck/ Videorecorder/ DAT-cassettedeck Functie X Functie TV-toestel/ Videorecorder/ Satelliet-ontvanger/ Cassettedeck/ Laserdisc-speler/ Video-CD speler/ Minidisc-recorder/ DAT-cassettedeck D.TUNING Tuner Toets(en) Voor afstandsbediening van CD-speler Wisselen van discs Minidisc-recorder/ (alleen voor een CDDVD-videospeler/ wisselaar). Video-CD speler/ DISPLAY TV-toestel/ Keuze van de informatie Videorecorder/ op het TV-scherm. Laserdisc-speler/ DVD-videospeler/ Video-CD speler P IN P* TV-toestel Inschakelen van de inzetbeeldfunctie. JUMP TV-toestel Overschakelen tussen de vorige en de huidige zender. WIDE TV-toestel Inschakelen van de breedbeeldfunctie. Toets(en) Voor afstandsbediening van ANT TV/VTR Functie Videorecorder Keuze van het uitgangssignaal van de antenne-aansluiting: TV-ontvangst of videoweergave. Keuze van het inkomend beeldsignaal of TVontvangst. FM/AM Tuner Keuze van de afstemband. A.F.D. Versterker Automatische Formaat Decodering. 2CH/OFF Versterker Uitschakelen van het klankbeeld of keuze van gewone 2-kanaals weergave (2CH). MODE +/– Versterker Keuze van een klankbeeld. MUTING Versterker Demping van het geluid van de versterker. TEST TONE Versterker Indrukken voor weergave van de testtoon. MAIN MENU Versterker Keuze van de instelfunctie van de versterker. MASTER Versterker VOL +/– De totale geluidssterkte van de tuner/versterker regelen. MENU </> Versterker Keuze van menuonderdelen. MENU +/– Versterker Bijregelen of instellingen aanpassen. MENU Aanvullende informatie TV/VIDEO TV-toestel DVD-videospeler Weergave van het DVD keuzemenu. F/f/G/g DVD-videospeler Keuze van menuonderdelen. ENTER DVD-videospeler Invoeren van uw keuze. RETURN DVD-videospeler Sluiten of terugkeren naar het vorige menu. TITLE DVD-videospeler Aangeven van de DVD titel. * Alleen voor Sony televisies met inzetbeeldfunctie. Opmerkingen • Sommige van de hier genoemde functies kunnen niet altijd werken, afhankelijk van uw model versterker. • De beschrijvingen hierboven gelden slechts als voorbeeld. Afhankelijk van de aangesloten apparatuur kunnen sommige functies niet beschikbaar zijn of anders werken dan staat vermeld. 33NL Aanpassen van de fabrieksinstellingen van de FUNCTION componentkeuzetoetsen Als de fabrieksinstellingen voor de FUNCTION toetsen niet overeenkomen met de componenten van uw stereo-installatie, kunt u deze instellingen wijzigen. Als u bijvoorbeeld beschikt over een minidisc-recorder en een cassettedeck, maar geen DVD-speler, dan kunt u de functie van de DVD toets zonder bezwaar omschakelen naar bediening van uw cassettedeck. AV ?/1 AV ?/1 SLEEP ?/1 ?/1 SYSTEM STANDBY VIDEO DVD TV AUX TUNER MULTI CH 1 MENU F 2 G 4 3 f TITLE 8 9 0 >10 – /– – POSITION SWAP = + – SUB CH + 2 Druk op de cijfertoets die overeenkomt met de nieuw toe te wijzen beeld/ geluidsbron (bijvoorbeeld toets 4 voor een cassettedeck). De cijfertoetsen voor toewijzing van de diverse beeld/geluidsbronnen zijn als volgt: Voor bediening van een ENTER D.TUNING D.SKIP/ CH/PRESET 0 ) DISPLAY P IN P 9 ( DISC JUMP WIDE TV/ VIDEO P p FM/AM – MODE + MUTING 1 DAT-cassettedeck 2 Minidisc-recorder 3 Cassettedeck A 4 Cassettedeck B 5 Laserdisc-speler 6 Videorecorder (afstandsbedieningsstand VTR 1*) 7 Videorecorder (afstandsbedieningsstand VTR 2*) 8 Videorecorder (afstandsbedieningsstand VTR 3*) 9 Digitale satelliet-ontvanger (DSS) ENTER Video-CD speler D.SKIP/CH/ PRESET + Tuner ANT TV/VTR SOUND FIELD 2CH/OFF A.F.D. Drukt u op cijfertoets CD-speler DVD-videospeler RETURN SHIFT >10 = Cijfertoetsen 6 waaraan u een andere beeld/geluidsbron wilt toewijzen ingedrukt (bijvoorbeeld de DVD toets). TV-toestel g ENTER 5 7 FUNCTION componentkeuzetoetsen 1 Houd de FUNCTION componentkeuzetoets 0 >10 ENTER . D.SKIP/CH/ PRESET + * Sony videorecorders worden bediend in een VTR 1, 2 of 3 stand. Deze bedieningsstanden komen overeen met resp. Beta, 8-mm en VHS videorecorders. MASTER TEST TONE MAIN MENU VOL MENU MASTER VOL – Na deze twee stappen kunt u de DVD toets gebruiken voor de bediening van uw cassettedeck. g AV SYSTEM Terugstellen van een toets op de fabrieksinstelling Volg opnieuw de bovenstaande aanwijzingen. Alle toetsen tegelijk terugstellen op hun oorspronkelijke fabrieksinstelling Druk de ?/1, AV ?/1 en MASTER VOL – toets alle drie tegelijk in. 34NLSony Corporation Printed in Malaysia
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136

Sony HT-SL7A de handleiding

Type
de handleiding