9
8
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
xx
xx
xxx
C) De zen-tuin
Het spel wordt opgebouwd zoals het basis-
spel. Bovendien zijn de 16 zen-tuinonder-
delen nodig. Deze worden goed gemengd en
met de afbeelding naar beneden naast het
puntenplan gelegd. Daarna worden 5 wille-
keurige zen-tuinonderdelen omgedraaid.
Het spel verloopt zoals het basisspel. De spelers kunnen
tijdens hun beurt in plaats van een gewoon tuinonderdeel
één open zen-tuinonderdeel nemen en op hun spelbord leg-
gen. Voor elk gebruikt zen-tuinonderdeel wordt een nieuw
omgedraaid.
Bij het leggen van de zen-tuinonderdelen moet je hierop
letten:
• Een zen-tuinonderdeel mag alleen op een vrij veld van het
onderste niveau van het spelbord gelegd worden, nooit
op al geplaatste tuinonderdelen. Daarna zet je op het
lantaarnveld van de betreffende kolom een lantaarn.
•
Voor elk geplaatst zen-tuinonderdeel krijgt de speler een
punt en mag hij zijn puntensteen evenveel plaatsen vooruit
zetten.
• Als een zen-tuinonderdeel volledig omringd is door tuin-
onderdelen (de rand van het spelbord telt ook als grens),
krijgt de speler voor elk object op een veld vlak naast
de zen-tuin een punt én een extra punt voor het zen-
tuin onderdeel. Hiermee is de puntentelling voor dit zen-
tuinonderdeel afgerond.
• Als de kikker (zie uitbreiding ‘De kikker’) objecten ver-
bergt op een veld vlak naast de zen-tuin, krijg je voor deze
objecten toch punten.
• De speler mag pas een volgend zen-tuinonderdeel nemen
als zijn laatst gelegde zen-tuinonderdeel volledig door
andere tuinonderdelen omringd is (ook de rand van het
spelbord telt daarbij als grens).
• Een zen-tuinonderdeel mag ook in latere beurten niet
door een ander deel bedekt worden. In het zen-tuinonder-
deel mag zich bovendien geen kikker bewegen
(zie uitbreiding ‘De kikker’).
Voorbeelden:
De speler krijgt 4 punten voor het omringen van het zen-
tuinonderdeel met de buksboom en 5 punten voor het om-
ringen van het zen-tuinonderdeel met de azaleastruik. Voor
het zen-tuinonderdeel met de ahorn heeft hij tot nu toe één
punt gekregen, aangezien het nog niet volledig omringd is.
D) 7!
Het spel verloopt zoals het basisspel.
Bovendien krijgt elke speler aan het einde
van het spel voor zijn rijen en kolommen op
de volgende manier punten:
Voor elke rij en kolom waarin zich exact 7
objecten bevinden, krijgt de speler 7 punten
en zet hij zijn puntensteen zoveel vooruit.
Voorbeelden:
In dit voorbeeld krijgt de speler: 2 x 7 punten = 14 punten.
E) De kikker
Het spel wordt opgebouwd zoals het
basisspel. Bovendien krijgt elke speler een
kikkersteen en legt die met de zilveren kikker
naar boven op een willekeurig veld op zijn
spelbord.
Het spel verloopt zoals het basisspel. Je mag
je kikker voor of na je gewone beurt één
veld bewegen.
Daarbij geldt:
• Beweeg de kikker horizontaal of verticaal naar een
naburig veld.
• De kikker mag nooit naar een zen-tuinonderdeel ver-
plaatst worden (zie uitbreiding ‘De zen-tuin’).
• De kikker blijft ofwel op hetzelfde niveau, of mag maxi-
maal één niveau hoger geplaatst worden.
• Telkens wanneer de kikker een hoger niveau bereikt,
krijg je daarvoor meteen punten: niveau 1 = 1 punt,
niveau 2 = 2 punten enz.
• De kikker gaat nooit naar lagere niveaus.
• De zilveren kikker mag nooit op objecten gezet
worden.
• Als de zilveren kikker het 4e niveau bereikt, verandert
hij in een gouden kikker. Draai nu de kikkersteen om.
• De gouden kikker mag naar objecten gaan.
Aan het einde van het spel nemen jullie de kikkersteen uit
het spel en tellen jullie de overige punten (grootste aantal
en afhankelijk van uitbreiding: ‘De kleurrijke tuin’, ‘De grote
weide’ en ‘7!’). De kikker heeft geen invloed op de finale
puntentelling!
Auteur:
Illustraties:
Redactie:
Michael Kiesling
Studio Vieleck
Tim Rogasch
© HABA-Spiele Bad Rodach 2019, Art.-Nr. 305249