Haba 305250 de handleiding

Type
de handleiding
Een veelzijdig legspel
voor 2 - 4 spelers
vanaf 8 jaar
Michael Kiesling
TL A106092 1/20
3
2
INHOUD VAN HET SPEL
OPBOUW VAN HET SPEL
VERLOOP VAN HET SPEL
A
H
B
G
D
F
E
I
C
4 kikkerstenen
Een overzicht van alle tuinonderdelen
vind je op het inlegstuk aan de onder-
kant van de doos.
Heel veel Japanners zijn meesters in tuinaanleg. Met veel
gevoel voor elegantie ontstaan ware kunstwerken. Niets
wordt aan het toeval overgelaten, alles is tot in het detail
gepland.
Word zelf een Japanse architect en creëer je eigen tuin.
Alleen wie op verschillende niveaus stenen, struiken en
bomen handig plaatst en vijvers en pagodes aanlegt
volgens de Miyabi-kunst, wordt de beste tuinbouwmees-
ter van het seizoen.
‘Miyabi’ is Japans en betekent elegantie, gratie of sierlijkheid.
Leg het puntenplan in het midden op tafel A en de bouw-
fase-ring op het veld met de ‘1’ B .
Elk neemt een spelbord C en legt het open voor zich
neer. Bovendien krijgt elke speler 6 lantaarns in een
kleur D en de twee qua kleur bijbehorende puntenste-
nen. Overtollige spelborden, lantaarns, puntenstenen en
uitbreidingskaartjes leggen jullie aan de kant.
Elke speler zet een van zijn puntenstenen links naast het
eerste puntenveld van het puntenplan E . De andere
puntensteen zet je op het veld ‘0’ van de puntenlijst met
stappen van 50 F .
Leg de 6 bonuskaartjes open naast het puntenplan G .
Houd de infofiche en de in elkaar gezette bonsai bij de
hand H .
Leg alle 96 tuinonderdelen I met de afbeelding naar
beneden in het deksel van de doos.
Het spel bestaat uit verschillende bouwfases, waarin jullie
je eigen Japanse tuin ontwerpen. Het aantal bouwfases is
gebaseerd op het aantal spelers en aangeduid op het
puntenplan.
2 spelers (
• •
) = 6 bouwfases
3 spelers (
• • •
) = 5 bouwfases
4 spelers (
• • • •
) = 4 bouwfases
4 spelborden tuin
24 houten lantaarns
5 uitbreidingskaartjes
voor gevorderden
1 puntenplan
96 tuinonderdelen
6 bonuskaartjes
1 infofiche
8 houten
puntenstenen
16 zen-tuinonderdelen
1 bonsai
(2-delig)
1 bouwfase-ring
ahorn pagode vis azaleastruik buksboom steen
5
4
4x
4x
2x
2x
6x
6x
3x
3x
8x
8x
4x
4x
7
6
9
8
5
Lantaarnvelden
Verloop van een bouwfase
Bij het begin van elke
bouwfase legt iedere
speler zijn lantaarns boven
zijn spelbord klaar als
voorraad.
Hoeveel tuinonderdelen jullie per
bouwfase nodig hebben, is afhankelijk
van het aantal spelers. Deze informa-
tie vinden jullie op de infofiche. Neem
het gepaste aantal verschillende
tuinonderdelen (rechte stukken van
1, 2 of 3 blokjes en een hoekstuk
van 3 blokjes) uit de doos en leg die
met de afbeelding naar boven in het
midden op tafel.
Per bouwfase is elke speler meerdere keren aan de
beurt. De jongste speler krijgt de bonsai en start de eerste
bouwfase.
Je beurt bestaat uit: tuinonderdeel leggen resp. passen,
lantaarn plaatsen en punten toekennen.
Daarna is het kloksgewijs de beurt aan de volgende speler.
1. Tuinonderdeel leggen
Kies één willekeurig tuinonderdeel uit het midden van de
tafel en leg het zo op je spelbord dat het past.
Daarbij gelden de volgende regels:
Aan de linkerrand van het spelbord zie je dat voor elk
soort object een bepaalde horizontale rij op het spelbord
is gemaakt. Leg je tuinonderdeel zo dat de daarop afge-
beelde objecten zich in de juiste rij bevinden.
Bij elke verticale kolom op het spelbord hoort een lan-
taarnveld. Leg het tuinonderdeel ook zo dat de daarop
weergegeven objecten in een kolom met een leeg lan-
taarnveld staan.
De lege groene velden van een tuinonderdeel mag je in
elke willekeurige rij of kolom leggen, ongeacht of het lan-
taarnveld van de kolom leeg of bezet is.
Het tuinonderdeel moet op het spelbord binnen het vier-
kante rooster van 6x6 passen en mag niet over de velden
uitsteken.
Tuinonderdelen mogen op andere, al gelegde tuinonder-
delen geplaatst worden, maar alleen met het volledige
oppervlak. Je mag daarbij objecten op tuinonderdelen
bedekken. Ook alle andere legregels blijven van kracht.
Als je geen tuinonderdelen kan leggen, moet je voor de rest
van de huidige bouwfase passen (lantaarn plaatsen en pun-
ten toekennen vallen weg); de andere spelers spelen verder.
2. Lantaarn plaatsen
Neem een lantaarn uit je voorraad. Plaats die op het lan-
taarnveld in de kolom waarin objecten bijgekomen zijn.
Voorbeeld:
3. Punten toekennen
Voor het geplaatste tuinonderdeel krijg je onmiddellijk de
volgende punten:
Aantal objecten op het tuinonderdeel, vermenigvuldigd
met het niveau waarin je het gelegd hebt.
Let op!
Bij de vijvers telt elke vis als een object.
Voorbeelden:
Beweeg je puntensteen op het puntenplan evenveel velden
vooruit. Als je je puntensteen over het veld met 50 zet,
begin je opnieuw bij 0 en zet je je tweede puntensteen een
veld verder op de puntenlijst van 50.
Let op bij niveau 5:
: voor elk soort object is er een bonuskaartje, dat extra
punten oplevert. Het bonuskaartje van een soort
object krijg je als je als eerste een tuinonderdeel met
een overeenkomstig object in het vijfde niveau legt.
Zet je puntensteen het aantal punten vooruit dat op
het bonuskaartje staat. Daarna draai je het bonus-
kaartje om: het is uit het spel.
Einde van een bouwfase
Nadat alle spelers ofwel
al hun lantaarnvelden met lantaarns bezet hebben of
gepast hebben,
eindigt een bouwfase.
Ongebruikte tuinonderdelen uit deze bouwfase leggen jullie
aan de kant; deze zijn uit het spel.
De bouwfase-ring wordt een veld verder gezet. Begin aan
de volgende bouwfase door jullie lantaarns weer als voor-
raad klaar te leggen en de tuinonderdelen voor de volgende
bouwfase uit de doos te nemen. De bonsai wordt door-
gegeven aan de linker medespeler; hij start de volgende
bouwfase.
Voor het tuinonderdeel met de
3 pagodes krijgt de speler:
3 pagodes x niveau 1 = 3
punten
Voor het tuinonderdeel met de
2 vissen in de vijver krijgt de
speler in een latere bouwfase:
2 vissen x niveau 2 = 4 punten
Verkeerde rij
Steekt uit
het rooster
van 6 x 6
Lantaarnveld
al bezet
7
6
2
1
x
x
x
x
x
x
x
x
xx
UITBREIDINGENEINDE VAN HET SPEL
= 9 0 =
= 8 10 =
= 8 5 =
= 7 8 =
= 6 7 =
= 6 4 =
15
12
6
9
4
8
4
3
7
6
3
7
Het spel bevat verschillende uitbreidingskaartjes. Beslis vóór
een spel met welke uitbreidingen jullie willen spelen en leg
de bijhorende uitbreidingskaartjes naast het puntenplan.
Misschien moet jullie ook nog ander spelmateriaal klaarleg-
gen. In principe kunnen jullie de uitbreidingskaartjes naar
wens combineren. Wij adviseren om ze in deze volgorde te
introduceren om het spel langzaam moeilijker te maken.
A) De kleurrijke tuin
Het spel verloopt zoals het basisspel.
Bovendien kent elke speler aan het einde
van het spel punten toe aan zijn grootste
aaneengesloten groep naast elkaar (ho-
rizontaal of verticaal) liggende objecten.
Verschillende niveaus onderbreken een
dergelijke groep niet, maar een leeg groen
veld wel. Voor elk afzonderlijk object van
deze groep krijgt de speler 1 punt, d.w.z. dat
hij zijn puntensteen evenveel velden vooruit
mag zetten.
Voorbeeld:
De grootste aaneengesloten groep bestaat uit 27 objecten.
De speler krijgt daarvoor: 27 x 1 punt = 27 punten.
Het spel eindigt na de laatste bouwfase.
Nu vindt de
afsluitende puntentelling
plaats: er worden
punten toegekend voor de
meeste objecten
in de afzonder-
lijke rijen.
Daartoe wordt rij voor rij beoordeeld:
De speler met de meeste zichtbare objecten in een rij krijgt
het hoogste aantal punten van beide punten links aan de
rand van de rij. De speler met het tweede hoogste aantal
zichtbare objecten krijgt het kleinste aantal punten. Ook
hiervoor zetten de betreffende spelers hun puntensteen
vooruit. De andere spelers krijgen niks.
Als er gelijke stand voor het meeste aantal objecten is,
krijgen de betreffende spelers telkens het hoogste aantal
punten. Er zijn dan echter geen punten voor de speler(s)
met het tweede hoogste aantal objecten. Als er gelijke stand
voor de tweede plaats van het aantal objecten is, krijgen de
betreffende spelers telkens dat aantal punten.
Iedereen telt nu de waarden van zijn beide puntenstenen op.
Wie het hoogste aantal punten heeft, wint het spel!
De winnaar is de beste tuinbouwmeester van het seizoen.
Bij een gelijke stand zijn er meerdere winnaars.
Voorbeelden:
B) De grote weide
Het spel verloopt zoals het basisspel.
Daarnaast kent elke speler aan het einde
van het spel punten toe aan zijn grootste
aaneengesloten groep, die uitsluitend uit
lege groene tuinvelden zonder objecten
bestaat. Verschillende niveaus onderbreken
een dergelijke groep niet. Voor elk leeg
groen tuinveld van deze groep krijgt de spe-
ler 2 punten, d.w.z. dat hij zijn puntensteen
evenveel velden vooruit mag zetten.
Voorbeeld:
De grootste aaneengesloten groep bestaat uit 6 lege
groene tuinvelden. De speler krijgt daarvoor: 6 x 2 punten
= 12 punten.
9
8
+
1
+
2
+
3
+
4
1
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
=
x
x
x
x
x
xx
xx
xxx
7
7
C) De zen-tuin
Het spel wordt opgebouwd zoals het basis-
spel. Bovendien zijn de 16 zen-tuinonder-
delen nodig. Deze worden goed gemengd en
met de afbeelding naar beneden naast het
puntenplan gelegd. Daarna worden 5 wille-
keurige zen-tuinonderdelen omgedraaid.
Het spel verloopt zoals het basisspel. De spelers kunnen
tijdens hun beurt in plaats van een gewoon tuinonderdeel
één open zen-tuinonderdeel nemen en op hun spelbord leg-
gen. Voor elk gebruikt zen-tuinonderdeel wordt een nieuw
omgedraaid.
Bij het leggen van de zen-tuinonderdelen moet je hierop
letten:
Een zen-tuinonderdeel mag alleen op een vrij veld van het
onderste niveau van het spelbord gelegd worden, nooit
op al geplaatste tuinonderdelen. Daarna zet je op het
lantaarnveld van de betreffende kolom een lantaarn.
Voor elk geplaatst zen-tuinonderdeel krijgt de speler een
punt en mag hij zijn puntensteen evenveel plaatsen vooruit
zetten.
Als een zen-tuinonderdeel volledig omringd is door tuin-
onderdelen (de rand van het spelbord telt ook als grens),
krijgt de speler voor elk object op een veld vlak naast
de zen-tuin een punt én een extra punt voor het zen-
tuin onderdeel. Hiermee is de puntentelling voor dit zen-
tuinonderdeel afgerond.
Als de kikker (zie uitbreiding ‘De kikker’) objecten ver-
bergt op een veld vlak naast de zen-tuin, krijg je voor deze
objecten toch punten.
De speler mag pas een volgend zen-tuinonderdeel nemen
als zijn laatst gelegde zen-tuinonderdeel volledig door
andere tuinonderdelen omringd is (ook de rand van het
spelbord telt daarbij als grens).
Een zen-tuinonderdeel mag ook in latere beurten niet
door een ander deel bedekt worden. In het zen-tuinonder-
deel mag zich bovendien geen kikker bewegen
(zie uitbreiding ‘De kikker’).
Voorbeelden:
De speler krijgt 4 punten voor het omringen van het zen-
tuinonderdeel met de buksboom en 5 punten voor het om-
ringen van het zen-tuinonderdeel met de azaleastruik. Voor
het zen-tuinonderdeel met de ahorn heeft hij tot nu toe één
punt gekregen, aangezien het nog niet volledig omringd is.
D) 7!
Het spel verloopt zoals het basisspel.
Bovendien krijgt elke speler aan het einde
van het spel voor zijn rijen en kolommen op
de volgende manier punten:
Voor elke rij en kolom waarin zich exact 7
objecten bevinden, krijgt de speler 7 punten
en zet hij zijn puntensteen zoveel vooruit.
Voorbeelden:
In dit voorbeeld krijgt de speler: 2 x 7 punten = 14 punten.
E) De kikker
Het spel wordt opgebouwd zoals het
basisspel. Bovendien krijgt elke speler een
kikkersteen en legt die met de zilveren kikker
naar boven op een willekeurig veld op zijn
spelbord.
Het spel verloopt zoals het basisspel. Je mag
je kikker voor of na je gewone beurt één
veld bewegen.
Daarbij geldt:
Beweeg de kikker horizontaal of verticaal naar een
naburig veld.
De kikker mag nooit naar een zen-tuinonderdeel ver-
plaatst worden (zie uitbreiding ‘De zen-tuin’).
De kikker blijft ofwel op hetzelfde niveau, of mag maxi-
maal één niveau hoger geplaatst worden.
Telkens wanneer de kikker een hoger niveau bereikt,
krijg je daarvoor meteen punten: niveau 1 = 1 punt,
niveau 2 = 2 punten enz.
• De kikker gaat nooit naar lagere niveaus.
De zilveren kikker mag nooit op objecten gezet
worden.
Als de zilveren kikker het 4e niveau bereikt, verandert
hij in een gouden kikker. Draai nu de kikkersteen om.
• De gouden kikker mag naar objecten gaan.
Aan het einde van het spel nemen jullie de kikkersteen uit
het spel en tellen jullie de overige punten (grootste aantal
en afhankelijk van uitbreiding: ‘De kleurrijke tuin’, ‘De grote
weide’ en ‘7!’). De kikker heeft geen invloed op de finale
puntentelling!
Auteur:
Illustraties:
Redactie:
Michael Kiesling
Studio Vieleck
Tim Rogasch
© HABA-Spiele Bad Rodach 2019, Art.-Nr. 305249
10
VERLOOP VAN HET SPEL
EINDE VAN HET SPEL
DOEL VAN HET SPEL
VOORBEREIDING VAN HET SPEL
Leg tuinonderdelen op een slimme manier op het eigen spelbord, volg daarbij de Miyabi-regels en haal tijdens het spel
en bij de afsluitende puntentelling de meeste punten.
Leg het puntenplan in het midden op tafel, de bouwfase-ring op het veld ‘1, de puntenstenen van elke andere
speler vóór het eerste puntenveld en elke andere puntensteen onder op het veld ‘0’.
• Elke speler krijgt: 1 spelbord, 6 lantaarns in zijn kleur.
• Leg de 6 bonuskaartjes open neer. Houd de infofiche en de bonsai bij de hand.
• 96 tuinonderdelen verdekt in het deksel van de doos.
• Meerdere bouwfases (aantal afhankelijk van aantal spelers, zie puntenplan)
• Verloop van een bouwfase:
∞ Leg de tuinonderdelen volgens de infofiche open neer. Elke speler houdt zijn lantaarn bij de hand.
∞ Speel om de buurt kloksgewijs, de startspeler (bonsai) begint:
1. Kies een tuinonderdeel en leg het neer (pas als dat niet gaat).
Regel bij leggen: in het rooster/object in de juiste rij, bijbehorend lantaarnveld nog vrij / voorwaarde
voor hogere niveaus: het tuinonderdeel ligt volledig op al eerder neergelegde tuinonderdelen.
2. Lantaarn plaatsen
3. Ken de punten toe (object x niveau): beweeg de puntensteen vooruit.
De bouwfase eindigt als alle spelers hun lantaarnvelden hebben bezet of hebben gepast. Zet de bouwfa-
se-ring een veld verder. Geef de bonsai door aan de linkermedespeler.
Bonuskaartje: wie het eerst een tuinonderdeel met een object – waarvan het bonuskaartje nog open ligt – in het
5e niveau legt, krijgt de punten van het bonuskaartje toegekend. Draai daarna het bonuskaartje om.
Na de laatste bouwfase:
Afsluitende beoordeling: punten voor de meeste objecten in de afzonderlijke rijen (volgens de informatie op het
spelbord)
SPELREGELS IN HET KORT
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6

Haba 305250 de handleiding

Type
de handleiding