Bartscher 1051993 Handleiding

Type
Handleiding
G-1KB 1K2000
1051993
Bartscher GmbH
Franz-Kleine-Str. 28
D-33154 Salzkotten
Duitsland
tel. +49 5258 971-0
fax: +49 5258 971-120
Klantendienst service: +49 5258 971-197
www.bartscher.com
51BP2528
Versie: 1.0
Datum van opmaak: 2023-03-01
NL
2
1051993 1 / 26
Originele gebruiksaanwijzing
1 Veiligheid ....................................................................................................... 2
1.1 Symboolverklaring ................................................................................... 2
1.2 Veiligheidsaanwijzingen ........................................................................... 3
1.3 Gebruik volgens bestemming .................................................................. 6
1.4 Oneigenlijk gebruik .................................................................................. 6
2 Algemeen ...................................................................................................... 7
2.1 Aansprakelijkheid en vrijwaring ................................................................ 7
2.2 Auteursrecht ............................................................................................ 7
2.3 Conformiteitsverklaring ............................................................................ 7
3 Transport, verpakking en opslag ................................................................... 8
3.1 Transportinspectie ................................................................................... 8
3.2 Verpakking ............................................................................................... 8
3.3 Opslag ..................................................................................................... 8
4 Technische Gegevens ................................................................................... 9
4.1 Technische Gegevens ............................................................................. 9
4.2 Functies van het apparaat ..................................................................... 12
4.3 Onderdelenoverzicht .............................................................................. 13
5 Installatieinstructie ....................................................................................... 14
5.1 Uitpakken en plaatsing ........................................................................... 15
5.2 Gasaansluiting ....................................................................................... 16
6 Gebruiksinstructie ........................................................................................ 22
7 Reiniging en onderhoud .............................................................................. 24
7.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het reinigen ................... 24
7.2 Reiniging ................................................................................................ 24
7.3 Onderhoud ............................................................................................. 25
8 Mogelijke storingen ...................................................................................... 26
9 Verwijdering ................................................................................................. 26
Veiligheid
2 / 26 1051993
NL
Diese Bedienungsa nleitung besc hreibt die Installa tion, Bedienu ng und Wartu ng des Geräts u nd gilt als wic htige Informationsqu elle und N achschlagewer k. Die Kenntnis aller enthaltene n Sicherheitshin weise und Handlu ngsanw eisungen schaf ft die Voraussetz ung für das sich ere und sac hgerechte Ar beiten mit de m Gerät. Darüber hi naus müssen die für de n Einsatzbereic h des Geräts gelt enden örtlichen Unfallverhütungs vorschriften u nd allgemeine n Sicherheitsb estimmungen eing ehalten werden. Diese Bedi enungsanleit ung ist Bestan dteil des Produ kts und muss i n unmittelbarer N ähe des Ger äts für das In¬stall ations-, Bedie nungs-, Wartungs- und Reinigu ngspersonal jed erzeit zugängl ich auf¬bewahrt w erden. Wenn d as Gerät an eine dritte Pers on
weitergegeben wird, muss die B edienungsanlei tung mit ausgehä ndigt werden.
Lees voor het gebruik de gebruiksaanwijzing door en bewaar
hem op een goed bereikbare plaats!
Deze handleiding bevat de beschrijving van de installatie, de bediening en het
onderhoud van het apparaat en dient als belangrijke informatiebron en naslagwerk.
De kennis en het in acht nemen van alle hier beschreven veiligheidsvoorschriften
en instructies is een voorwaarde voor veilig en juist gebruik van het apparaat.
Bovendien zijn de bepalingen inzake ongevallenpreventie, gezondheids- en
veiligheidsvoorschriften en wettelijke voorschriften die van kracht zijn op het
toepassingsgebied van het apparaat van toepassing.
Lees deze gebruikershandleiding voordat u met het apparaat gaat werken, en vóór
de inbedrijfsstelling, om schade aan personen en zaken te voorkomen. Onjuist
gebruik kan beschadigingen veroorzaken.
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het product en moet in de directe
nabijheid van het apparaat worden bewaard en te allen tijde beschikbaar zijn.
Wanneer het apparaat wordt overgedragen, is het ook noodzakelijk deze
gebruiksaanwijzing erbij te leveren.
1 Veiligheid
Het apparaat is gemaakt volgens de laatste stand van de techniek. Het kan echter
een bron van gevaar vormen als het apparaat niet in overeenstemming met zijn
bestemming gebruikt wordt. Alle personen die het apparaat gebruiken, moeten zich
houden aan de aanbevelingen en veiligheidsaanwijzingen in deze handleiding.
1.1 Symboolverklaring
Belangrijke veiligheids- en technische instructies zijn in deze gebruiksaanwijzing
aangeduid door symbolen. Deze instructies moeten bij het gebruik van dit apparaat
absoluut in acht worden genomen om letsel, ongelukken, of materiële schade te
vermijden.
Veiligheid
1051993 3 / 26
NL
, die
1.2 Veiligheidsaanwijzingen
Veiligheid bij het gebruik van gaskruk fornuis
Gebruik het gasaangedreven apparaat niet in het geval van een storing of
schade, of in het geval van een vermoedelijke storing of schade. Bij storingen
het apparaat van de gastoevoer loskoppelen (gasafsluiter sluiten) en direct
contact opnemen met de klantenservice.
WAARSCHUWING! Gevaar voor brand!
Gebruik geen open vuur om te controleren op gaslekken!
Controleer regelmatig op lekken met schuim (lekdetectiespray).
WAARSCHUWING!
Verstikkingsgevaar en explosie door ontsnappend gas!
Volg deze regels als u gas ruikt:
sluit onmiddellijk de gasregelaar en de gaskraan
Veiligheid
4 / 26 1051993
NL
steek geen open vuur aan, doof het vuur
rook niet
gebruik geen elektrische apparaten in de buurt van het apparaat op gas
als de bron van het gaslek niet precies kan worden gelokaliseerd,
waarschuw dan onmiddellijk de brandweer of het gasbedrijf.
Brandbare materialen
Het apparaat nooit gebruiken in de buurt van brandbare, licht ontvlambare
materialen (bijv. benzine, spiritus, alcohol). Hoge temperaturen veroorzaken
verdamping van deze materialen en als gevolg van contact met
ontstekingsbronnen kan een explosie plaatsvinden.
Gebruik het apparaat alleen met de hiervoor bestemde materialen en met de
juiste temperatuurinstellingen. Materialen, voedselproducten en etensresten in
het apparaat kunnen ontbranden.
Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt om het risico van brand
te voorkomen.
Laat het apparaat nooit onbeheerd achter, vooral niet bij het verwarmen van
vetten en oliën, aangezien deze brand kunnen veroorzaken.
Als er brand uitbreekt, sluit u de gasafsluiter. Blus een vlam nooit met water,
smoor de vlam met een deksel of een brandwerende deken. Na het blussen
zorgen voor genoeg frisse lucht.
Veiligheid
1051993 5 / 26
NL
Hete oppervlakken
Het oppervlak van het apparaat wordt tijdens het werk heet. Er bestaat gevaar
voor verbranding. Ook na het uitschakelen blijft het apparaat nog enige tijd heet.
Geen enkel heet oppervlakken van het apparaat aanraken. Gebruik de daarvoor
voorziene bedieningselementen en handgrepen.
Het apparaat pas na volledig afkoelen verplaatsen en reinigen.
Het is verboden hete oppervlakken met koud water of brandbare vloeistoffen te
begieten.
Exploitatie alleen onder toezicht
Het apparaat mag alleen onder toezicht worden geëxploiteerd.
Blijf altijd in de directe nabijheid van het apparaat.
Bedienend personeel
Het apparaat mag alleen worden bediend door gekwalificeerd en geschoold
vakpersoneel.
Dit apparaat mag niet worden bediend door personen (inclusief kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden, evenals door personen
met beperkte ervaring en / of beperkte kennis.
Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het
apparaat spelen of het starten.
Onjuist gebruik
Onjuist gebruik of verboden gebruik kan het apparaat beschadigen.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het zich in goede staat bevindt en
veilig werken mogelijk maakt.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als alle aansluitingen zijn uitgevoerd
volgens de voorschriften.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt als het schoon is.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Nooit zelf het apparaat repareren.
Verboden om veranderingen of modificaties aan het apparaat aan te brengen.
Veiligheid
6 / 26 1051993
NL
1.3 Gebruik volgens bestemming
Elk gebruik van het apparaat voor andere doeleinden en / of afwijkend van het
normale bedoelde gebruik zoals hieronder beschreven, is verboden en wordt
beschouwd als onbedoeld gebruik.
Het volgende gebruik is in overeenstemming met het beoogde gebruik:
Het koken en verwarmen van gerechten met gebruik van geschikt
kookgerei.
Het apparaat mag alleen buiten worden gebruikt.
1.4 Oneigenlijk gebruik
Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan personen en zaken veroorzaakt door
gevaarlijke elektrische spanning, brand en hoge temperaturen. Met behulp van het
apparaat kan alleen werk worden uitgevoerd dat in deze handleiding wordt
beschreven.
Het volgende gebruik is niet in overeenstemming met het beoogde gebruik:
gebruik in gesloten ruimtes
het verwarmen van ruimtes.
Algemeen
1051993 7 / 26
NL
2 Algemeen
2.1 Aansprakelijkheid en vrijwaring
Alle gegevens en aanwijzingen die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn
samengesteld rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele
technische stand van zaken en onze langdurige inzichten en ervaring. In het geval
van het bestellen van speciale modellen of extra opties, en in het geval van het
gebruik van de nieuwste technische kennis, kan het geleverde apparaat onder
bepaalde omstandigheden verschillen van de uitleg en de talrijke tekeningen in
deze handleiding.
De producent is niet aansprakelijk voor de schade en storingen die zijn ontstaan als
gevolg van:
het niet in acht nemen van de aanwijzingen,
oneigenlijk gebruik,
het aanbrengen van technische wijzigingen door de gebruiker,
de toepassing van ongeoorloofde reserveonderdelen.
Wij behouden ons het recht voor om technische veranderingen in het product aan
te brengen die leiden tot verbetering van de gebruikseigenschappen en de verdere
ontwikkeling van het apparaat.
2.2 Auteursrecht
De gebruiksaanwijzing en de erin opgenomen teksten, tekeningen, foto’s en andere
afbeeldingen zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets (ook gedeeltelijk) uit deze
uitgave mag in ongeacht welke vorm worden verveelvoudigd, verwerkt en/of
gepubliceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Overtreding van het bovenstaande verplicht tot schadevergoeding. Wij behouden
ons het recht voor tot verdere vorderingen.
2.3 Conformiteitsverklaring
Het apparaat beantwoordt aan de actuele EU-normen en richtlijnen. Dit bevestigen
we in de EG-verklaring van Conformiteit. Indien gewenst, sturen we u graag de
betreffende Verklaring van Conformiteit toe.
Transport, verpakking en opslag
8 / 26 1051993
NL
3 Transport, verpakking en opslag
3.1 Transportinspectie
Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder
transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde
apparaat niet of alleen onder voorbehoud aannemen. De schade opschrijven op de
transportdocumenten/ het leveringsdocument van de leverancier. Vervolgens
reclameren. Verborgen gebreken onmiddellijk nadat ze zijn geconstateerd,
reclameren, omdat eisen tot schadevergoeding alleen binnen de reclamatieperiode
mogelijk zijn.
Neem contact op met onze klantenservice als er onderdelen of accessoires
ontbreken.
3.2 Verpakking
Gooi de buitenste doos van uw apparaat niet weg. U kunt het nodig hebben tijdens
een verhuizing, of als u het apparaat naar ons servicecentrum wilt sturen bij
schade.
De verpakking en de afzonderlijke componenten zijn gemaakt van recyclebare
materialen. In het bijzonder: kunststof folie en zakken, kartonnen verpakking.
Als u de verpakking wilt weggooien, dient u de geldende voorschriften in uw land in
acht te nemen. Verpakkingsmateriaal dat hergebruikt kan worden, recyclen.
3.3 Opslag
Zorg ervoor dat de verpakkingen verzegeld zijn tot de installatie en houd ze in
overeenstemming met de op de buitenkant aangebrachte plaatsingmarkering en
opslagmarkering. Bewaar de pakketten alleen onder de volgende voorwaarden:
in een afgesloten ruimte
droog en stofvrij
verwijderd houden van corrosief materiaal
op een plaats beschermd tegen zonlicht
beschermd tegen mechanische schokken.
Bij langere bewaring (> 3 maanden) regelmatig de algemene toestand van alle
bestanddelen en van de verpakking controleren. Als het nodig is de verpakking
vervangen voor een nieuwe.
voor het opbergen het apparaat van de gasfles afhalen.
Technische Gegevens
1051993 9 / 26
NL
4 Technische Gegevens
4.1 Technische Gegevens
Benaming:
Kruk-kooktoestel G-1KB 1K2000
Art. nr.:
1051993
Materiaal:
roestvast staal
Grootte kookzone van tot in mm:
600
Pandiameter in mm:
400 - 600
Draagvermogen in kg, max.:
60
Aansluitingswaarde:
20 kW
Afmetingen (b x d x h) in mm:
600 x 600 x 500
Gewicht in kg:
22,7
Recht op technische veranderingen voorbehouden!
Versie / eigenschappen
Bedrijfsmodus: gas
Soort gas: vloeibaar gas
Gasbrander:
enkelcircuit-brander
sterke brander
Ontstekingstype: handmatige ontsteking
Ontstekingsbeveiliging
Belangrijke aanwijzingen:
Alleen buiten te gebruiken
Levering zonder gasaansluitingsset
Een drukregelaar van max. 50 mbar.
Technische Gegevens
10 / 26 1051993
NL
Gasdruktabel / landen van bestemming
Gas-categorie:
Gassoort / gasdruk
Land van bestemming
I2E
G20: 20 mbar
LU
I2E+
G20/G25: 20/25 mbar
LU
I3B/P
G30/G31: 30 mbar
IS, MT, NL
I3B/P
G30/G31: 50 mbar
LU
II2E+3+
G20/G25: 20/25 mbar
G30/G31: 28-30/37 mbar
BE, FR
II2H3+
G20: 20 mbar
G30/G31: 28-30/37 mbar
AL, CY, GR, IE, IT, LT, MK,
PT, GB, CZ, SK, SI, ES, CH,
TR
II2H3B/P
G20: 20 mbar
G30/G31: 30 mbar
AL, BG, CY, HR, DK, EE, FI,
GR, LV, LT, MK, NO, RO, SK,
SI, SE, TR
II2H3B/P
G20: 20 mbar
G30/G31: 50 mbar
AT, SK, CH
II2HS3B/P
G20: 25 mbar
G30/G31: 30 mbar
G25.1: 25 mbar
HU
II2ELwLs3B/P
G20: 20 mbar
G27: 20 mbar
G2.350: 13 mbar
G30/G31: 37 mbar
PL
II2ELs3B/P
G20: 20 mbar
G2.350: 13 mbar
G30/G31: 37 mbar
PL
Technische Gegevens
1051993 11 / 26
NL
Gas-categorie:
Gassoort / gasdruk
Land van bestemming
II2E3B/P
G20: 20 mbar
G30/G31: 30 mbar
RO
II2L3B/P
G25: 20 mbar
G30/G31: 30 mbar
RO
III1a2H3+
G110: 8 mbar
G20: 20 mbar
G30/G31: 28-30/37 mbar
IT
III1e2H3B/P
G150.1: 8 mbar
G20: 20 mbar
G30/G31: 30 mbar
SE
III1ab2H3B/P
G110: 8 mbar
G120: 8 mbar
G20: 20 mbar
G30/G31: 30 mbar
SE
Tab. 1
Eigenschappen van branders en sproeiers
Normaal vermogen
20 kW
Gereduceerd vermogen
4 kW
Gassoort /
gasdruk
Sproeier
Hoofdbrander
Ø 1/100 mm
Sproeier
Ontsteker
brander
1/100 mm
Instelling
van primaire
lucht
X (mm)
Druk aan het
mondstuk bij
verminderd
debiet (mbar)
VLOEIBAAR
GAS
G30/G31 50
mbar
185
Instelmoge-
lijkheid
open
2,5
AARDGAS
G20/G25 - 20
mbar
320 (G20)
380 (G25)
Instelmoge-
lijkheid
1,0
0,8
Tab. 2
Technische Gegevens
12 / 26 1051993
NL
Gas-verbruik
Model /
Art. nr.:
Nominaal
verwarmings-
vermogen
(kW)
Gas-verbruik
Aantal
branders
G20
(m3/h)
G30/G31
(kg/h)
G-1KB 1K2000 /
1051993
20
2116
1419
1 x 20 kW
Tab. 3
4.2 Functies van het apparaat
Het uitzonderlijk grote kookveld, dat zich onderscheidt door zijn hoge laadvermogen
en 20 kW vermogen, maakt het gemakkelijk om voedsel in grotere hoeveelheden in
de open lucht te bereiden. Grote en zware potten, paella- en gietijzeren pannen zijn
geen uitdaging voor deze gaskruk.
Technische Gegevens
1051993 13 / 26
NL
4.3 Onderdelenoverzicht
Afb. 1
1. Branderdeksel
2. Brandertulp
3. Thermische vlambewaking
4. Gietijzeren rooster
5. Frame
6. Gastoevoer
7. Gasaansluiting
8. Gasregelaar
9. Opvangcontainer
10. Poten (4x)
Installatieinstructie
14 / 26 1051993
NL
5 Installatieinstructie
VOORZICHTIG!
In het geval van onjuiste installatie, bediening, onderhoud of bij het niet
juist hanteren van het apparaat kan dat leiden tot letsel en
beschadigingen.
De plaatsing en de installatie, alsook reparaties mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door een geautoriseerde technische service volgens de
geldende voorschriften in het land van plaatsing.
AANWIJZING!
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid of garantie voor schade
die kan worden toegeschreven aan het niet naleven van de
aanwijzingen of onjuiste installatie.
De volgende toepasselijke eisen en voorschriften moeten in acht worden genomen:
1. DVGW TRGI (Technische voorschriften betreffende de gasinstallatie);
2. TRF (Technische voorschriften betreffende vloeibaar gas);
3. DVGW G 631 (Installatie van gasverbruiksinrichtingen voor de
professionele keuken).
Bovendien moeten de relevante bouw- en bedrijfsvoorschriften, voorschriften ter
voorkoming van ongevallen en VDE-voorschriften op de plaats van opstelling in
acht worden genomen.
Installatieinstructie
1051993 15 / 26
NL
5.1 Uitpakken en plaatsing
Pak het apparaat uit en verwijder alle externe en interne verpakkingselementen
en transportbeveiliging.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verstikking!
Houdt verpakkingsmateriaal zoals plasticfolie en piepschuim uit handen
van kinderen.
Als er beschermfolie op het apparaat zit, verwijdert u deze. De folie dient
langzaam van het apparaat te worden getrokken zodat er geen lijmresten
achterblijven. Eventuele lijmresten verwijderen met een geschikt oplosmiddel.
Pas op dat u het typeplaatje en de waarschuwingsinstructies op het apparaat
niet beschadigt.
Het apparaat nooit in een vochtige of natte omgeving neerzetten.
Het apparaat moet zo worden ingesteld dat de verbindingen gemakkelijk
toegankelijk zijn om snel uit te schakelen als dat nodig is.
Plaats het apparaat op een oppervlak met de volgende eigenschappen:
recht, met voldoende draagkracht, bestand tegen water, droog en
bestand tegen hoge temperaturen
groot genoeg om probleemloos met het apparaat te werken
goed bereikbaar
goede ventilatie.
Stellen Sie das G erät in eine m gut belüfteten Ra um auf, wenn möglich, unter ein er Abzugs haube (siehe DV GW Arbeitsblatt G 631).
Das Gerät muss beim Aufstellen mit einer Ver ankerung am Bo den durch die Winkel gegen U mkippen gesichert sein.
Stellen Sie das G erät so auf, d ass die Verbrenn ungsluftzufuhr u nd die Abgasfü hrung nicht beei nträchtigt werden.
Plaats het apparaat buiten of in een grote, open en goed geventileerde ruimte.
Zorg ervoor dat er zich geen obstakels of voorwerpen op de installatieplaats
bevinden die kunnen worden blootgesteld aan hoge vlam temperaturen (bijv.
takken, meubels, gordijnen of andere brandbare voorwerpen).
Plaats het apparaat nooit direct naast muren, wanden, meubels of andere
voorwerpen die zijn gemaakt van brandbaar materiaal. Houdt aan de zijkanten
een afstand van minstens 300 mm vrij.
Als deze minimale afstand niet mogelijk is en het apparaat direct tegen muren,
wanden, meubels of andere brandbare voorwerpen moet worden geïnstalleerd,
moeten beschermende materialen (bijv. folie gemaakt van hittebestendig
materiaal) worden aangebracht die bestand zijn tegen een temperatuur van ten
minste 65 °C.
Zorg voor voldoende afstand aan de zijkant in geval van onderhoud of reparatie.
Installatieinstructie
16 / 26 1051993
NL
5.2 Gasaansluiting
Belangrijke aanwijzingen
Voordat u het apparaat installeert en aansluit op de gastoevoer, moet u
zorgvuldig het vaste deel van het gassysteem controleren, dat moet voldoen
aan de nationale bouwvoorschriften.
Afhankelijk van het type gas moet de doorsnede van de gastoevoerleiding
worden gekozen in overeenstemming met de toepasselijke voorschriften en
correct worden geïnstalleerd.
De verbinding kan permanent of afneembaar zijn; als slangen worden gebruikt,
moeten deze zijn gemaakt van roestvrij staal volgens DIN 3383 deel 1 of 3384.
• Zorg ervoor dat de slangleidingen niet op of nabij hete oppervlakken lopen, niet
onder druk of trekkracht staan en niet in aanraking komen met scherpe randen
of andere voorwerpen die deze leiding zouden kunnen beschadigen.
Als afdichtingsmiddelen of afdichtingsmaterialen worden gebruikt voor
schroefdraadverbindingen, moeten deze worden getest en goedgekeurd door
DVGW.
Controleer of de gasfles (indien aanwezig) correct is geïnstalleerd, beschermd
en op een droge plaats staat.
Voordat u het apparaat installeert, moet u ervoor zorgen dat het is ingesteld op
ter plaatse beschikbare gas en druk (zie Typeplaatje op het apparaat en tabel
1). Als de standaardinstellingen niet overeenkomen, moet het apparaat worden
omgebouwd naar een andere gassoort (paragraaf “Ombouw naar een andere
gassoort / vereiste instellingen”).
Als de gasleidingdruk hoger of lager is dan 10% van de nominale druk, moet
een gasdrukregelaar worden geïnstalleerd om ervoor te zorgen dat de gasdruk
wordt gestabiliseerd.
Een typegekeurde gasafsluiter moet op een gemakkelijk toegankelijke plaats
tussen de gastoevoer en het apparaat worden geïnstalleerd, zodat de
gastoevoer indien nodig op elk moment kan worden onderbroken.
De gasaansluiting bevindt zich aan de rechterzijde van het toestel.
Installatieinstructie
1051993 17 / 26
NL
Aansluiting van het apparaat
1. Verwijder de dop van het
gasaansluitstuk.
2. Sluit een uiteinde van een geschikte
gasleiding aan op de gasaansluitpoort
aan de rechterkant van het rek.
3. Sluit het andere uiteinde aan op een
gasfles of de gastoevoer op de plaats
van installatie.
Afb. 2
4. Voer ten slotte een lektest uit op alle aansluitpunten tussen de gasbron en het
toestel. Gebruik hiervoor zeepsop, een geschikte lekzoekspray of andere niet-
corrosieve schuimmiddelen.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen open vuur om te controleren op lekken!
5. Borstel de aansluitpunten (ook op de gasafsluiter) met het gekozen middel.
AANWIJZING!
Tijdens de test mogen er geen blaarvorming optreden, dan is de
verbinding goed vast.
Werking van het toestel met vooraf ingestelde gassoort
Controleer of de gegevens op het typeplaatje van het toestel overeenkomen met de
gasvoorziening die op de installatieplaats beschikbaar is.
Controleer ook of aan de volgende voorwaarden is voldaan.
Controle van de gastoevoerdruk (fig. 3)
De juiste toevoerdruk staat vermeld op het typeplaatje van het toestel en in tabel 2
“Kenmerken van branders en mondstukken” .
De toevoerdruk moet worden gemeten met een u-buismanometer of een
elektronische manometer met een schaalverdeling van minstens 0,1%.
Installatieinstructie
18 / 26 1051993
NL
1. Verwijder schroef "A" van
drukaansluiting "B".
2. Sluit de manometer aan.
3. Meet de gasdruk terwijl het toestel in
werking is.
4. Verwijder vervolgens de
manometerslang.
5. Schroef schroef "A" terug in
drukaansluiting "B".
Afb. 3
Instellen van de primaire lucht (fig. 6)
De primaire lucht is in de fabriek ingesteld. Controleer echter of deze is ingesteld op
de waarde "H" afhankelijk van de gassoort, zoals aangegeven in tabel 2
.”Kenmerken van branders en mondstukken”
Ombouw naar een andere gassoort / vereiste instellingen
Op het typeplaatje is aangegeven met welk soort gas het apparaat door de
fabriek is voorbereid en afgeleverd (vloeibaar gas).
Als de standaardinstellingen van het apparaat niet overeenkomen met de
gassoorten die op de plaats van installatie beschikbaar zijn, sluit het apparaat
dan niet aan op de gastoevoer.
Om het apparaat om te bouwen naar de bestaande gassoort, moeten de
mondstukken worden vervangen en de nodige instellingen worden gemaakt.
VOORZICHTIG!
Deze ombouw mag alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde
gasinstallateur rekening houdend met de technische gegevens door
vervanging van het brandermondstuk en de resulterende instellingen.
Installatieinstructie
1051993 19 / 26
NL
Om het toestel aan te passen aan een andere gassoort zijn de volgende
stappen nodig:
wijziging van het mondstuk van de hoofdbrander,
instelling van de verminderde capaciteit,
instelling van het mondstuk van de ontstekingsbrander.
AANWIJZING!
Alle injectiemondstukken voor de verschillende gassoorten, gemarkeerd
met de respectievelijke diameter (in honderdsten van een millimeter),
worden meegeleverd en zitten in kleine zakjes.
Vervangen van het mondstuk van de hoofdbrander / afstellen van de primaire
lucht (fig. 4)
1. Verwijder de bovenste beschermkap.
2. Draai draadpen "A" los om de
luchtinstelbuis te verplaatsen.
3. Schroef het mondstuk van
hoofdbrander "U" los.
4. Vervang de hoofdbrandermondstuk
door het mondstuk zoals aangegeven
in tabel 2 in het hoofdstuk “Kenmerken
van branders en mondstukken” .
5. Schroef het mondstuk vast.
Afb. 4
6. Stel afstand "X" in voor primaire lucht zoals aangegeven in tabel 2.
7. Plaats de bovenste beschermkap terug.
Installatieinstructie
20 / 26 1051993
NL
Instelling van verminderde luchtdoorvoer (fig. 5)
1. Ontsteek de brander.
2. Draai de gasregelaar op de lage
vlamstand.
3. Verwijder de draairegelaar.
4. Draai de vlamregelschroef door gat "E"
op het bedieningspaneel los of draai
deze vast totdat een gelijkmatige en
stabiele vlam wordt verkregen.
Zie Tabel 2 in het hoofdstuk “Kenmerken
van branders en mondstukken”.
Afb. 5
AANWIJZING!
Bij toevoer van vloeibaar gas moet de regelschroef van de vlam volledig
worden ingedraaid.
Instellen van de primaire lucht (fig. 6)
De primaire lucht is goed afgesteld als de
vlammen stabiel zijn, d.w.z. als de vlam
niet ontbrandt als de brander koud is en er
geen vlamomkering is als de brander heet
is.
De afstand voor het afstellen van de
primaire lucht is weergegeven in figuur 6
en in tabel 2 in het hoofdstuk”Kenmerken
van branders en mondstukken”
1. Om de primaire lucht in te stellen,
schroeft u de draadpen "A" los en
verplaatst u de huls naar de gewenste
afstand.
Afb. 6
Installatieinstructie
1051993 21 / 26
NL
Afstellen van de ontstekingsbrander (fig. 7)
De ontstekingsbrander is uitgerust met een
verstelbaar mondstuk.
1. Om sproeier "G" in de groep te
verstellen, draait u sluiting "L" los met
een korte schroevendraaier.
2. Draai sproeier "G" vast of los.
Om af te stellen voor vloeibaar
petroleumgas (LPG) moet sproeier "G"
volledig ingedraaid zijn.
Afb. 7
OPGELET!
Na wijziging of aanpassing van de gassoort is het absoluut noodzakelijk
dat de betreffende sticker die bij de brandermondstuk wordt geleverd, op
het typeplaatje van het apparaat wordt aangebracht!
Gebruiksinstructie
22 / 26 1051993
NL
6 Gebruiksinstructie
WAARSCHUWING!
Verbrennungsgefahr durch hohe aufsteigende Flammen!
Buig nooit over het kookgedeelte tijdens het ontstekingsproces.
Verbrandingsgevaar door hete onderdelen of oppervlakken
Raak het hete oppervlak van de gasbrander nooit aan tijdens het werk of
direct erna.
Gebruik pannenlappen of beschermende handschoenen.
Przed pierwszym u życiem w yczyścić urządzeni e i wyposażenie zg odnie ze ws kazówkami za wartymi w pu nkcie 6 „Czyszc zenie”. Uw ażać, aby do ins talacji elektr ycznej i skrzyn ki rozdzielczej nie do stała się wo da. Następnie do kładnie osuszyć urządzenie i elementy wypos ażenia.
Setzen Sie die Boden-Abdec kung in das Bec ken ein. Osłona pełni funkcję rozp órki pomiędzy el ementem grze wczym a tacką na resztki jedze nia itd.
Setzen Sie de n Schaltkasten mit Heizelement vorsichtig auf d en hinteren R and des Gerätes. Sworzeń w d olnej części s krzynki rozdzielczej musi wchodzić w otwór w urz ądzeniu głównym . W taki spos ób skrzyn ka rozdzielcza jest prawidłowo ust awiona.
Vóór het eerste gebruik
1. Voor het eerste gebruik van het apparaat, dient deze te worden gereinigd
volgens de aanwijzingen in punt “Reiniging”.
2. Plaats de lekbak onder de brander.
3. Controleer voordat u het gebruikt of het apparaat in goede staat verkeert en zich
in een goed geventileerde ruimte bevindt.
4. Zorg ervoor dat er zich geen voorwerpen rond of onder het apparaat bevinden
die de hoeveelheid lucht die nodig is voor verbranding kunnen beperken.
5. Voer de volgende instructies voor inbedrijfstelling uit.
Reinigen Sie das Gerät und Zub ehörteile vor d em Gebrauch gr ündlich nach den Anweisungen i m Abschnitt 6 „R einigung“. U ważać, a by do instalacji elektrycznej i s krzynki rozdzielcz ej nie dostała się woda. Następ nie dokładnie o suszyć urządz enie i ele menty wyposażeni a.
Setzen Sie die Boden-Abdec kung in das Bec ken ein. Osłona pełni funkcję rozp órki pomiędzy el ementem ver warming en een bakje voor eten sresten enz.
Plaats het bedieni ngskastje met verwarmingsele ment voorzich tig op de achter kant van het a pparaat. De pen aan de onder kant van het be dieningskastje m oet in het gat in het hoofdappara at komen. Z o is het bedi eningskastje c orrect geplaats t.
Inbedrijfstelling van het apparaat
Het ontsteken van de brander
Afb. 8
1. Open de gasafsluitkraan in de
gastoevoerleiding.
2. Draai de gasregelaar (7, fig. 1) naar de
UIT-markering. O (“off”), afb. 8).
3. Druk op de gasregelaar (7).
4. Houd de gasregelaar (7) ingedrukt en
draai deze linksom naar de stand voor de
regelvlam (“Pilot”).
Dit opent de klep en het gas bereikt de
brander via de gastoevoerleiding.
5. Ontsteek de vlam door een lucifer tegen de ontstekingsbrander te houden.
Gebruiksinstructie
1051993 23 / 26
NL
6. Zodra de vlam brandt, houdt u de gasregelaar nog enkele seconden ingedrukt
zodat het thermokoppel kan opwarmen.
7. Laat de gasregelaar los.
8. Als de vlam dooft, herhaalt u het stookproces zoals hierboven beschreven.
Instellen van de ontstekingsvlam
1. De ontstekingsvlam kan worden ingesteld door de gasregelaar te draaien
naar de stand max. met een groot vlamsymbool
of
naar de stand min. met een klein vlamsymbool
Voorbereiden van de gerechten
1. Stel vervolgens de vlam af op het te bereiden voedsel. Zet hiervoor de
gasregelaar (7, afb.1) in de gewenste stand.
2. Plaats een geschikte steelpan of pan
met het benodigde voedsel op het
gietijzeren frame.
De grootte van het verwarmingsveld is 600
mm.
De diameter van het kookoppervlak van de
pot/pan moet tussen 400 - 600 mm liggen.
3. Bereid de gewenste gerechten op
gaskruk fornuis: voedsel kan worden
gekookt, gebakken, geroosterd,
gestoofd, enz.
Afb. 9
Reiniging en onderhoud
24 / 26 1051993
NL
Uitschakelen van het apparaat
1. Schakel het apparaat na afloop van het kookproces uit.
2. Onderbreek de gastoevoer naar de brander door de gasafsluiter te sluiten.
3. Om de hoofdbrander uit te schakelen, draait u de gasregelaar met de klok mee
naar de "Pilot"-positie.
4. Om ook de ontstekingsvlam uit te schakelen, draait u de gasregelaar naar de O
("uit") stand.
7 Reiniging en onderhoud
7.1 Aanwijzingen betreffende de veiligheid tijdens het
reinigen
Sluit de gasklep op de gastoevoer voor het reinigen.
Het apparaat geheel laten afkoelen.
Gebruik geen waterstraal onder druk om het apparaat te reinigen.
Gebruik geen scherpe of metalen voorwerpen (mes, vork, enz.) om het apparaat
schoon te maken. Scherpe voorwerpen kunnen het apparaat beschadigen
Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen of bijtende schoonmaakmiddelen.
Zij kunnen het oppervlak beschadigen.
Het apparaat nooit reinigen met brandbare of explosieve vloeistoffen. Dampen
kunnen brand of explosie veroorzaken wanneer het apparaat wordt gestart.
Gebruik geen staalwol, staalborstels of spatels, deze kunnen ijzerdeeltjes
achterlaten. Deze materialen kunnen oxideren en roest op het apparaat
achterlaten.
7.2 Reiniging
1. Het apparaat regelmatig reinigen aan het eind van de werkdag of als het nodig
is ook in de tussentijd of als het apparaat langere tijd niet is gebruikt.
2. Verwijder de branderkap.
3. Maak de branderkap en de brandertulp schoon met warm water en een mild
schoonmaakmiddel.
4. Controleer de branderopeningen. Als ze verstopt zijn, maak ze dan schoon met
een staalwollen pad om de afzettingen te verwijderen, maar zonder de
componenten van de ontstekingsunit te beschadigen
5. Was het toestelrek en het gietijzeren rooster met warm water en een mild
reinigingsmiddel. Gebruik een zachte doek of spons.
Reiniging en onderhoud
1051993 25 / 26
NL
6. Trek de lekbak uit en verwijder eventuele etensresten.
7. Was de lekbak met warm water met een mild schoonmaakmiddel en een zachte
doek.
8. Veeg de gereinigde onderdelen en oppervlakken af met een schone, vochtige
doek.
9. Droog grondig tenslotte gereinigde onderdelen en oppervlakken af met een
zachte doek.
7.3 Onderhoud
OPGELET!
De onderhoudsintervallen moeten in acht worden genomen!
Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten alleen worden
uitgevoerd door een erkende gasdeskundige.
Om de effictiviteit te behouden, moet het apparaat minimaal twee keer per jaar
worden onderhouden. Onderhoud omvat:
controle van de staat van vervangingsonderdelen
reiniging van de thermische vlambewaking
controle van openingen van de brander voor netheid
bediening van het apparaat.
We raden aan om versleten onderdelen tijdens onderhoud te vervangen om
verdere servicewerkzaamheden en plotselinge apparaatstoringen te voorkomen.
Daarnaast raden we u aan een onderhoudscontract af te sluiten met een bewezen
servicecentrum.
Mogelijke storingen
26 / 26 1051993
NL
8 Mogelijke storingen
Mögliche
De onderstaande tabel beschrijft mogelijke oorzaken en methoden voor het
verwijderen van storingen of fouten die optreden tijdens de werking van het
apparaat. Neem contact op met het servicecentrum als storingen niet kunnen
worden verholpen.
Probleem
Mogelijke oorzaken
Verwijdering
De brander ontsteekt
niet
Drukverlies in de
gastoevoerleiding
Controleer de gastoevoer,
controleer de
gastoevoerleiding op
lekkage
Verstopte sproeier
Neem contact op met de
service
De gasregelaar was niet lang
genoeg ingedrukt, zodat het
thermokoppel niet genoeg
opwarmtijd had om de
noodzakelijke warmteafgifte te
genereren.
Herhaal het
ontstekingsproces
De ontstekingsvlam
blijft niet aan
Het thermokoppel is
verontreinigd
Controleer het
thermokoppel en reinig
met klein staalborsteltje
Beschadigd thermo-element
Neem contact op met de
service
9 Verwijdering
Aan het einde van zijn levensduur moet het gebruikte apparaat worden afgevoerd in
overeenstemming met de nationale en lokale voorschriften. Neem contact op met
een gespecialiseerd afvalverwerkingsbedrijf of neem contact op met de
afvalverwerkers in uw gemeente.
Om mogelijk misbruik en de daarmee samenhangende risico's uit te sluiten, moet u
ervoor zorgen dat het apparaat niet opnieuw kan worden opgestart voordat u het
weggooit en vervolgens afgeven bij het juiste lokale inzamelpunt.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Bartscher 1051993 Handleiding

Type
Handleiding