Philips AC4080/10 Handleiding

Categorie
Luchtbevochtigers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

95
NL
Nederlands
Inhoud
1 Belangrijk 96
Veiligheid 96
2 Uw luchtzuiverings- en
luchtbevochtigingscombi
-
natie 100
Overzicht 100
3 Aan de slag 101
Filters plaatsen 101
Bevochtiging voorbereiden 101
4 Het apparaat gebruiken 102
De luchtkwaliteitsindicator 102
Het apparaat in- en
uitschakelen 102
De bedrijfsmodus wijzigen 103
De ventilatorsnelheid
wijzigen 104
De timer instellen 105
De luchtvochtigheidsgraad
instellen 105
Waterniveau 105
5 Schoonmaken 106
Schoonmaakschema 106
Maak de behuizing van het
apparaat schoon 106
De luchtkwaliteitssensor
reinigen 106
Het waterreservoir en
het bevochtigingslter
schoonmaken 107
Het voorlter reinigen en
het bevochtigingslter
ontkalken 107
6 De lters vervangen 108
De werking van het
HealthyAir Protect Lock 108
Filter 2 vervangen 108
Het bevochtigingslter
vervangen 109
7 De levensduurteller van het
lter terugzetten 109
8 Problemen oplossen 110
9 Garantie en service 112
Onderdelen of accessoires
bestellen 112
10 Kennisgevingen 112
Elektromagnetische velden
(EMV) 112
Recycling 112
96
NL
1 Belangrijk
Veiligheid
Lees deze
gebruiksaanwijzing
zorgvuldig door voordat
u het apparaat gaat
gebruiken. Bewaar de
gebruiksaanwijzing om deze
zo nodig later te kunnen
raadplegen.
Gevaar
Zorg ervoor dat er
geen ontvlambare
schoonmaakmiddelen,
water of andere
vloeistoen in het
apparaat komen. Zo
voorkomt u elektrische
schokken en/of
brandgevaar.
Maak het apparaat niet
schoon met (ontvlambare)
schoonmaakmiddelen,
water of andere
vloeistoen. Zo voorkomt
u elektrische schokken
en/of brandgevaar.
Spuit geen brandbare
materialen zoals
insecticiden of parfum
rond het apparaat.
Het water in het
waterreservoir is niet
drinkbaar. Drink dit
water niet en gebruik het
ook niet voor dieren of
planten. Giet het water uit
het waterreservoir in de
afvoer.
Waarschuwing
Controleer of het
voltage aangegeven
op de onderkant of
de achterkant van het
apparaat overeenkomt
met de plaatselijke
netspanning voordat u het
apparaat gaat aansluiten.
Indien het netsnoer
beschadigd is, moet
het worden vervangen
door Philips, een door
Philips geautoriseerd
servicecentrum
of personen met
vergelijkbare kwalicaties
om gevaar te voorkomen.
Gebruik het apparaat
niet als de stekker, het
netsnoer of het apparaat
zelf beschadigd is.
Dit apparaat kan
worden gebruikt door
97
NL
Nederlands
kinderen vanaf 8 jaar
en door personen met
verminderde lichamelijke,
zintuiglijke of geestelijke
capaciteiten of weinig
ervaring en kennis, mits
zij toezicht of instructie
hebben ontvangen
aangaande veilig gebruik
van het apparaat, en zij de
gevaren van het gebruik
begrijpen. Kinderen
mogen niet met het
apparaat spelen. Reiniging
en onderhoud dienen
niet zonder toezicht
door kinderen te worden
uitgevoerd.
De luchtinlaat en -uitlaat
mogen niet worden
geblokkeerd. Leg dus
geen voorwerpen boven
op de luchtuitlaat of voor
de luchtinlaat.
Let op
Dit apparaat is geen
vervanging voor goede
ventilatie, regelmatig
stofzuigen of het gebruik
van een afzuigkap of
ventilator tijdens het
koken.
Als het stopcontact niet
goed is gemonteerd,
wordt de stekker van het
apparaat warm. Steek de
stekker van het apparaat
in een correct gemonteerd
stopcontact.
Plaats en gebruik het
apparaat altijd op een
droge, stabiele, vlakke en
horizontale ondergrond.
Laat minimaal 20 cm
vrij achter en aan beide
zijden van het apparaat.
Laat boven het apparaat
minimaal 30 cm vrij.
Plaats geen voorwerpen
op het apparaat en ga er
niet op zitten.
Plaats het apparaat
niet direct onder een
airconditioning. Zo
voorkomt u dat er
condensdruppels op het
apparaat terechtkomen.
Zorg dat alle lters correct
zijn geplaatst voordat u
het apparaat inschakelt.
Gebruik alleen
oorspronkelijke, speciaal
voor dit apparaat
bestemde lters van
Philips. Gebruik geen
andere lters.
Stoot niet met harde
voorwerpen tegen het
98
NL
apparaat (dit geldt in
het bijzonder voor de
luchtinlaat en -uitlaat).
Gebruik altijd beide
handvatten aan de
zijkanten van het apparaat
om het op te tillen of te
verplaatsen.
Steek geen vingers of
objecten in de luchtinlaat
of -uitlaat om lichamelijk
letsel of schade aan het
apparaat te voorkomen.
Gebruik dit apparaat niet
als u insectenwerende
middelen hebt gebruikt
die rook verspreiden
of in ruimten waar zich
olieresten bevinden, waar
wierook wordt gebrand of
waar chemische dampen
hangen.
Gebruik het apparaat niet
in de buurt van apparaten
die op gas werken,
verwarmingsapparatuur of
open haarden.
Haal altijd de stekker
uit het stopcontact
na gebruik en voordat
u het reservoir vult,
voor reiniging of ander
onderhoud.
Gebruik het apparaat
niet in een ruimte
waar zich grote
temperatuurverschillen
voordoen, omdat hierdoor
condens in het apparaat
kan ontstaan.
Plaats het apparaat
op ten minste 2 meter
afstand van elektrische
apparaten die
radiogolven ontvangen
(bijvoorbeeld TV's,
radio's en radiograsche
klokken) om storingen te
voorkomen.
Als het apparaat lange
tijd niet wordt gebruikt,
kunnen bacteriën
op de lters groeien.
Controleer de lters als de
luchtbevochtiger lange tijd
niet is gebruikt. Vervang
de lters als deze erg vuil
zijn (zie het hoofdstuk 'De
lters vervangen').
Het apparaat is
uitsluitend bedoeld
voor huishoudelijk
gebruik bij normale
gebruiksomstandigheden.
Gebruik het apparaat
niet in vochtige ruimten
of in ruimten met een
99
NL
Nederlands
hoge temperatuur, zoals
een badkamer, toilet of
keuken.
Koolmonoxide (CO)
en radon (Rn) worden
niet door dit apparaat
verwijderd. Het apparaat
kan niet als beveiliging
worden gebruikt
bij ongevallen met
verbrandingsprocessen of
gevaarlijke chemicaliën.
Maak het waterreservoir
elke dag schoon.
Vul het waterreservoir
alleen met koud
kraanwater. Gebruik geen
grondwater of heet water.
Vul het waterreservoir niet
met andere stoen dan
water. Doe geen parfum in
het waterreservoir.
Reinig het
waterreservoir en de
bevochtigingslterlade
als u de
luchtbevochtigingsfunctie
lange tijd niet hebt
gebruikt. Droog het
bevochtigingslter.
Verwijder eerst
de stekker uit het
stopcontact wanneer u
het apparaat verplaatst.
Leeg vervolgens het
waterreservoir. Draag
het apparaat horizontaal
aan beide handvatten
aan de zijkanten van het
apparaat.
100
NL
2 Uw luchtzuive-
rings- en lucht-
bevochtigings-
combinatie
Gefeliciteerd met uw aankoop en
welkom bij Philips!
Als u volledig wilt proteren van de
ondersteuning die Philips biedt, kunt u
uw product registreren op
www.philips.com/welcome.
De VitaShield IPS-technologie en de
NanoCloud-technologie van Philips
zorgen ervoor dat u 'altijd gezonde
lucht' inademt.
De VitaShield IPS-technologie
verwijdert eectief verontreinigingen
(ultrajne deeltjes, allergenen, bacteriën
en virussen) met een grootte van
>0,02 micron, waaronder bacteriën en
virussen*.
De NanoCloud-technologie
maakt gebruik van een speciaal
bevochtigingslter dat H2O-moleculen
toevoegt aan de droge lucht en dat
gezonde vochtige lucht produceert
zonder vorming van waternevel. Het
bevochtigingslter houdt bacteriën,
calcium en andere deeltjes in het water
vast.
Volgens een microbiologisch
risicobeoordelingsrapport van de
Wereldgezondheidsorganisatie (WGO)
uit 2008 zijn het virus dat vogelgriep
veroorzaakt en de legionellabacterie,
hepatitisvirussen en het SARS
coronavirus groter dan 0,02 micron.
Lees deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig door voordat u het
apparaat gaat gebruiken. Bewaar de
gebruiksaanwijzing om deze zo nodig
later te kunnen raadplegen.
Overzicht
A Luchtkwaliteitssensor
B Filter 1: voorlter
C Filter 2: 2-in-1 HEPA-lter & actief
koolstolter AC4158
D Waterreservoir
E Filter 3: bevochtigingslter AC4155
101
NL
Nederlands
3 Aan de slag
Filters plaatsen
Het apparaat wordt met alle lters
gemonteerd geleverd. Verwijder de
verpakking van de lters voordat
u het apparaat kunt gebruiken.
Verwijder alle lters, verwijder de
verpakking van de lters en plaats
de lters terug in het apparaat
zoals hierna beschreven:
Tip
Plaats het apparaat bij het verwijderen
of plaatsen van de lters tegen een muur
voor meer stabiliteit.
Opmerking
Plaats de lters in de juiste positie.
Zorg ervoor dat u eerst lter 2 in het
apparaat plaatst en daarna pas het
voorlter.
Zorg dat de kant met het label in uw
richting wijst.
1 Maak de onderkant van de
voorpaneel van het apparaat los en
trek dan voorzichtig het bovenste
gedeelte van het voorpaneel naar u
toe (afb. b).
2 Om het voorlter te verwijderen,
drukt u de twee uitsteeksels omlaag
en trekt u het lter naar u toe
(afb. c).
3 Verwijder lter 2 uit het apparaat
(afb. d ).
4 Verwijder het verpakkingsmateriaal
van lter 2 (afb. e).
5 Plaats het uitgepakte lter 2 terug in
het apparaat (afb. f).
6 Plaats het voorlter terug in het
apparaat (afb. g).
Opmerking
Zorg dat de kant met de twee
uitsteeksels in uw richting wijst, en dat
alle haakjes van het voorlter op de
juiste manier op de luchtreiniger zijn
bevestigd.
7 Plaats het voorpaneel terug door
eerst het paneel bovenop het
apparaat te plaatsen (1). Druk
vervolgens zachtjes het paneel
tegen het apparaat (2) aan (afb. h).
Bevochtiging
voorbereiden
1
Verwijder alle
verpakkingsmaterialen van het
bevochtigingslter (afb. i).
2 Trek het waterreservoir aan de
zijkant uit het apparaat (afb. j ).
3 Plaats het bevochtigingslter terug
in het waterreservoir (afb. k ).
4 Verwijder het deksel van de
watervulopening (afb. l).
5 Vul het waterreservoir met koud
kraanwater (afb. m).
Opmerking
Als u het reservoir vult met water, zorgt
u ervoor dat u de MAX-aanduiding van
het waterniveau niet overschrijdt.
6 Nadat u het water hebt bijgevuld,
plaatst u het deksel terug op de
watervulopening (afb. n).
7 Duw het waterreservoir terug in het
apparaat (afb. o).
102
NL
4 Het apparaat
gebruiken
De
luchtkwaliteitsindicator
Kleur van de
luchtkwaliteitsindicator
Luchtkwali-
teitsniveau
Blauw Goed
Paars Fair
Rood Vreselijk
De luchtkwaliteitsindicator
gaat automatisch branden
wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld en toont vervolgens
alle kleuren herhaaldelijk. Na
een korte tijd selecteert de
luchtkwaliteitsindicator de kleur die
overeenkomt met de luchtkwaliteit
van de omgeving.
Opmerking
De luchtkwaliteit wordt door
de ingebouwde sensor
gemeten. Vervolgens licht de
luchtkwaliteitsindicator automatisch
op in de kleur die bij de betreende
luchtkwaliteit hoort. Als de lucht schoon
is, licht de luchtkwaliteitsindicator
blauw op. Als de luchtkwaliteit slechter
wordt, verandert de kleur van de
luchtkwaliteitsindicator in paars of rood.
Het apparaat in- en
uitschakelen
In de standaardmodus werkt het
apparaat als luchtzuivering in
combinatie met luchtbevochtiging.
1 Steek de adapter in het stopcontact.
» Alle lampjes gaan één keer aan
en uit.
2 Druk op om het apparaat in te
schakelen (afb. p ).
» De lampjes voor PURIFY en
HUMIDIFY branden.
» De luchtkwaliteit wordt eerst
een tijdje door de ingebouwde
sensor gemeten. Vervolgens
licht de luchtkwaliteitsindicator
automatisch op in de kleur die
bij de betreende luchtkwaliteit
hoort.
» Het apparaat schakelt over naar
de modus AUTO en de gewenste
luchtvochtigheid is standaard50%
(afb. q ).
3 Druk gedurende 2 seconden op
om het apparaat uit te schakelen
(afb. r ).
Opmerking
Als de stekker in het stopcontact blijft
nadat het apparaat is uitgeschakeld
met de aan-uitknop , dan werkt het
apparaat verder volgens de laatste
instellingen wanneer deze weer
wordt ingeschakeld.
103
NL
Nederlands
De bedrijfsmodus
wijzigen
Naast de modus waarin het apparaat
luchtzuivering combineert met
bevochtiging, kunt u het apparaat ook
gebruiken in een modus met alleen
luchtzuivering.
1 Leeg het waterreservoir.
2 Nadat het apparaat is ingeschakeld,
drukt u eenmaal op
.
» Het lampje voor HUMIDIFY en de
vochtigheidsindicatoren gaan uit.
» De bevochtigingsfunctie wordt
gedeactiveerd. Het apparaat
werkt in de modus met alleen
luchtzuivering (afb. s ).
3 Druk op om de
bevochtigingsfunctie in te
schakelen.
Opmerking
In de modus met alleen luchtzuivering
reageert de bevochtingsknop niet.
Het apparaat kan niet in een modus met
alleen bevochtigen werken.
De gevoeligheid van de
luchtkwaliteitssensor
instellen
De gevoeligheid van de
luchtkwaliteitssensor van dit apparaat
kan worden aangepast. Er zijn drie
gevoeligheidsniveaus:
Extra gevoelig (standaardinstelling)
Sensitive
Standaard
De gevoeligheid van de
luchtkwaliteitsensor kan op de volgende
manier worden aangepast:
Opmerking
Als het apparaat is ingesteld op
een hogere gevoeligheid, wordt
de luchtzuiveraar allergischer voor
de verontreinigende stoen in de
lucht. Wanneer de luchtzuiveraar
in de modus AUTO staat, is het
waarschijnlijker om te kiezen voor
een hogere ventilatorsnelheid
dan de standaardsnelheid. De
luchtkwaliteitssensor selecteert de juiste
kleur van de luchtkwaliteitsindicator
in overeenstemming met de hogere
gevoeligheid.
1 Haal de stekker van het apparaat uit
het stopcontact.
2 Steek na een tijdje de stekker weer
in het stopcontact.
3 Houd de knop voor de
ventilatorsnelheid
en de
bevochtigingsknop
tegelijkertijd 3
seconden ingedrukt (afb. t).
» Een of meerdere
ventilatorsnelheidlampjes
knipperen om het ingestelde
gevoeligheidsniveau van de
luchtkwaliteitssensor weer te
geven.
Ventilatorsnel-
heidlampje
Gevoeligheidsni-
veau
Extra gevoelig
Sensitive
+ Standaard
4 Druk op de knop voor
ventilatorsnelheid
om het
gevoeligheidsniveau van de
luchtkwaliteitssensor aan te passen
(afb. u).
5 Houd 2 seconden ingedrukt om
de instelling op te slaan en het
apparaat uit te schakelen.
104
NL
Handmatig
De gewenste ventilatorsnelheid kan
handmatig worden ingesteld.
Druk één of meerdere keren op de
knop voor ventilatorsnelheid
om
de gewenste snelheid te kiezen (
of
) (afb. u).
Opmerking
Wanneer in de modus Handmatig
de luchtkwaliteit het gewenste
niveau bereikt (in de modus alleen
luchtzuivering) of wanneer de
luchtkwaliteit en luchtvochtigheid
gelijktijdig het gewenste niveau
bereiken (combi-modus), blijft het
apparaat werken met de geselecteerde
ventilatorsnelheid.
Tip
Als de luchtkwaliteitsindicator blauw
is, betekent dit dat de luchtkwaliteit
goed is en dat u een lagere
ventilatorsnelheid kunt selecteren. Als
de luchtkwaliteitsindicator echter rood
of paars wordt, betekent dit dat de
luchtkwaliteit slecht of redelijk is. U kunt
een hogere ventilatorsnelheid kiezen om
de lucht snel te reinigen.
Slaapmodus
In de slaapmodus werkt het apparaat
heel stil.
Druk op de knop voor
ventilatorsnelheid
om de
slaapmodus te kiezen (afb. w).
» De slaapmodusindicator gaat
branden.
Als u een andere ventilatorsnelheid wilt
selecteren, drukt u op de knop voor
ventilatorsnelheid
.
Opmerking
Als u tijdens het wijzigen van het
gevoeligheidsniveau geen instellingen
wijzigt of niet gedurende 2 seconden op
drukt nadat u instellingen hebt gewijzigd,
zal het apparaat weer normaal verder
werken zonder de wijzigingen op te slaan.
Nadat het gevoeligheidsniveau is
veranderd en opgeslagen, begint het
apparaat zodra het wordt ingeschakeld
automatisch op het ingestelde
gevoeligheidsniveau te werken.
De ventilatorsnelheid
wijzigen
AUTO
In de modus AUTO kiest het apparaat
de juiste ventilatorsnelheid in
overeenstemming met de luchtkwaliteit.
Druk op de knop voor
ventilatorsnelheid
om de modus
AUTO te kiezen (afb. v).
AUTO en één van de
ventilatorsnelheidindicatoren (
of
) gaat branden.
Opmerking
Wanneer in de modus AUTO de
luchtkwaliteit het gewenste niveau
bereikt (in de modus met alleen
luchtzuivering) of wanneer de
luchtkwaliteit en luchtvochtigheid
gelijktijdig het gewenste niveau
bereiken (combi-modus), gaat het
apparaat werken met een lagere
ventilatorsnelheid en gaat de
ventilatorsnelheidsindicator ( of ) uit.
105
NL
Nederlands
Opmerking
Wanneer het apparaat overschakelt naar
de slaapmodus, gaan de indicatoren
na 1 minuut uit en blijft het apparaat
werken.
De timer instellen
Met de timerfunctie kunt u het apparaat
zo instellen dat deze gedurende een
bepaald aantal uren in werking is.
Wanneer de ingestelde tijd is verstreken,
schakelt de timer het apparaat
automatisch uit.
1 Druk op de timerknop om de
timer te activeren (afb. x).
» Het lampje voor de timer ( ,
of
) gaat branden.
2 Druk herhaaldelijk op de timerknop
om het aantal uren te selecteren
gedurende welke het apparaat in
werking moet zijn. Het bijbehorende
timerlampje gaat aan.
Als u de timerfunctie wilt uitschakelen,
drukt u herhaaldelijk op de timerknop
tot het timerlampje (
, of ) uitgaat.
De
luchtvochtigheidsgraad
instellen
Opmerking
Zorg ervoor dat het waterreservoir
gevuld is met water wanneer u gebruik
wilt maken van de bevochtigingsfunctie
(zie het hoofdstuk 'Aan de slag', sectie
'Voorbereiding voor bevochtiging').
Druk één of meerdere keren op
de bevochtigingsknop
om de
gewenste luchtvochtigheid van
40%, 50% of 60% in te stellen
(afb. y).
» De bijbehorende
vochtigheidsindicator (40%, 50%
of 60%) begint te knipperen.
» Wanneer het apparaat de
gewenste vochtigheidsgraad
bereikt, blijft de
vochtigheidsindicator branden.
Opmerking
Als u de vochtigheidsgraad in een
kortere tijd wilt verhogen, kunt u een
hogere ventilatorsnelheid kiezen.
Waterniveau
Het waterniveau in het waterreservoir is
zichtbaar door het waterniveauvenster
aan de zijkant van het apparaat
(afb. z). Wanneer er niet genoeg water
in het waterreservoir is, gaat het lampje
knipperen om aan te geven dat u het
waterreservoir moet bijvullen (afb. {).
Opmerking
Als er geen water in het waterreservoir
zit, blijft het lampje voor water
bijvullen branden en knippert de
bevochtigingsindicator om u eraan te
herinneren dat de bevochtigingsfunctie
niet werkt. Wanneer het waterreservoir
weer met water is gevuld, wordt de
bevochtigingsfunctie hervat.
Het lampje voor water bijvullen gaat
niet branden in de modus voor alleen
luchtzuivering.
106
NL
5 Schoonmaken
Opmerking
Haal altijd de stekker uit het stopcontact
voordat u het apparaat schoonmaakt.
Dompel het apparaat nooit in water of
een andere vloeistof.
Maak het apparaat nooit schoon met
schurende, agressieve of brandbare
schoonmaakmiddelen zoals bleek of
alcohol.
Alleen het voorlter en het
bevochtigingslter zijn wasbaar. Het
luchtzuiveringslter mag niet worden
gewassen of gestofzuigd.
Schoonmaakschema
Frequentie Schoonmaakmethode
Wanneer
nodig
Veeg het oppervlak van
het apparaat schoon
met een zachte, droge
doek.
Elke week Spoel het
bevochtigingslter af.
Spoel het waterreservoir
om.
Als de
indicator
voor lter
vervangen
/ gaat
branden
Maak het voorlter
schoon.
Ontkalk het
bevochtigingslter met
een mengsel van azijn
en water.
Om de twee
maanden
Reinig de
luchtkwaliteitssensor
en de
luchtvochtigheidssensor
met een droog
wattenstaafje.
Maak de behuizing van
het apparaat schoon
Maak regelmatig de binnen- en
buitenkant van het apparaat schoon om
ophoping van stof te voorkomen.
1 Stof de behuizing van het apparaat
af met een zachte, droge doek.
2 Gebruik een zachte, droge doek om
de luchtinlaat en -uitlaat schoon te
maken.
De luchtkwaliteitssensor
reinigen
Reinig de luchtkwaliteitssensor om de
twee maanden om deze optimaal te
laten functioneren. Reinig deze vaker als
u het apparaat in een stoge omgeving
gebruikt.
Opmerking
Als de vochtigheidsgraad in de
ruimte zeer hoog is, bestaat de
kans op condensvorming op de
luchtkwaliteitssensor. Hierdoor kan het
gebeuren dat de luchtkwaliteitsindicator
aangeeft dat de luchtkwaliteit slecht is,
terwijl dit niet zo is. In dit geval moet u
de luchtkwaliteitssensor reinigen of een
van de handmatige snelheidsinstellingen
gebruiken.
1 Reinig de inlaat en uitlaat van de
luchtkwaliteitssensor met een
zachte borstel (afb. | ).
2 Verwijder de kap van de
luchtkwaliteitssensor (afb. } ).
3 Reinig de sensor, de stonlaat en de
stofuitlaat met een licht bevochtigd
wattenstaafje (afb. ~).
4 Maak deze droog met een droog
wattenstaafje.
107
NL
Nederlands
5 Plaats de kap van de sensor weer
terug.
Het waterreservoir en
het bevochtigingslter
schoonmaken
Reinig het waterreservoir en het
bevochtigingslter wekelijks om deze
hygiënisch te houden.
1 Trek de watertank uit de zijkant van
het apparaat (afb. j).
2 Verwijder het bevochtigingslter uit
het waterreservoir (afb. ).
3 Spoel het bevochtigingslter af
onder een lopende kraan (afb. ).
Opmerking
Schrob het bevochtigingslter niet en
plaats dit niet in direct zonlicht.
4 Ontgrendel de rand van het deksel
van het waterreservoir en verwijder
het van het waterreservoir (afb. ).
5 Spoel het waterreservoir af onder
een lopende kraan (afb. ).
Opmerking
Gebruik indien nodig een mild
schoonmaakmiddel voor het
schoonmaken van het waterreservoir.
Spoel in dit geval het waterreservoir
grondig om.
6 Droog het waterreservoir en het
deksel af met een zachte, droge
doek.
7 Plaats het deksel weer op het
waterreservoir en vergrendel dit.
8 Plaats het bevochtigingslter terug
in het waterreservoir (afb. k).
9 Plaats het waterreservoir terug in
het apparaat (afb. o).
Het voorlter reinigen en
het bevochtigingslter
ontkalken
Indicatielampje
lterstatus
Doe dit
Het lterlampje
/ gaat
branden
Het voorlter
reinigen en het
bevochtigingslter
ontkalken
Opmerking
Alleen het voorlter en het
bevochtigingslter zijn wasbaar. Filter 2 is
niet wasbaar.
Het lterlampje / gaat ongeveer
eenmaal per maand aan (afb. ƒ).
1 Maak het voorlter schoon onder
de kraan. Als het voorlter heel
vuil is, kunt u een zachte borstel
gebruiken om het stof weg te
borstelen (afb. ).
2 Laat het voorlter aan de lucht
drogen.
Opmerking
Zorg dat het voorlter helemaal droog
is. Als het voorlter nog vochtig is,
kunnen bacteriën zich in het lter
vermenigvuldigen en de levensduur van
het voorlter verkorten.
3 Week het bevochtigingslter in een
ruime bak met witte azijn en een
gelijke hoeveelheid kraanwater.
Opmerking
Witte azijn bevat 5% azijnzuur.
Als er witte aanslag (kalkaanslag) op het
lter zit, zorg dan dat de kant met de
witte aanslag onder water is.
108
NL
4 Laat het bevochtigingslter een uur
in de oplossing weken (afb. ).
5 Gooi de water-azijnoplossing weg.
6 Spoel het bevochtigingslter
onder de kraan schoon om
azijnresten weg te spoelen. Draai
het bevochtigingslter tijdens
het spoelen zodat de voor- en
achterkant worden schoongespoeld
(afb. ).
7 Laat overtollig water uit het
bevochtigingslter druppelen en
laat het lter drogen aan de lucht.
8 Na het terugplaatsen van het
voorlter en het bevochtigingslter
in het apparaat kan de
levensduurteller van het lter
worden gereset. (Zie hoofdstuk 7
'De levensduurteller van het lter
terugzetten')
6 De filters
vervangen
De werking van het
HealthyAir Protect Lock
Dit apparaat is voorzien van een
vergrendeling die ervoor zorgt dat de
lters optimaal functioneren wanneer
het apparaat in bedrijf is. Wanneer
het lter bijna vol is en moet worden
vervangen, begint het specieke
lterlampje (
/ ) te knipperen.
Als u het lter niet op tijd vervangt:
» Stopt het apparaat met werken
en wordt het vergrendeld.
» Blijft het specieke lterlampje
( / ) continu branden.
Opmerking
Het apparaat wordt vergrendeld nadat
het lterlampje ongeveer 2 weken
knippert.
Filter 2 vervangen
Opmerking
Filter 2 mag niet
worden gewassen of
gestofzuigd.
Vervang lter 2 wanneer het lterlampje
begint te knipperen (afb. ).
1 Verwijder de lters met het label op
het lter. Pak de lters aan beide
kanten vast en gooi ze voorzichtig in
de prullenbak (afb. d).
109
NL
Nederlands
7 De
levensduurteller
van het filter
terugzetten
Als u de lters vervangt, is het belangrijk
dat u na aoop ook de levensduurteller
van de lters terugzet. Zo werkt het
apparaat synchroon aan de levensduur
van de lters.
1 Houd de resetknop gedurende
3 seconden ingedrukt. Het
lterlampje gaat uit en het apparaat
werkt automatisch verder in de
standaardinstellingen (combi-
modus met de ventilatorsnelheid
op AUTO) (afb. ˆ).
Opmerking
Raak het geplooide oppervlak van het
lter niet aan en ruik niet aan het lter.
Het lter bevat vervuilende stoen uit de
lucht.
Was uw handen nadat u de gebruikte
lters hebt weggegooid.
2 Verwijder al het
verpakkingsmateriaal van het
nieuwe lter 2 (afb. e).
3 Plaats het nieuwe lter 2 in het
apparaat (g. f ).
4 Nadat het voorlter weer in
het apparaat is geplaatst, kan
de levensduurteller van lter 2
worden gereset. (Zie hoofdstuk 7
'De levensduurteller van het lter
terugzetten')
Het bevochtigingslter
vervangen
Vervang het bevochtigingslter als
het lterlampje
begint te knipperen
(afb. ).
1 Verwijder het gebruikte
bevochtigingslter uit het
waterreservoir (afb. ).
2 Verwijder al het
verpakkingsmateriaal van het
nieuwe bevochtigingslter (afb. i).
3 Plaats het nieuwe
bevochtigingslter in het
waterreservoir (afb. k ).
4 Duw het waterreservoir terug in het
apparaat (afb. o).
5 Reset de levensduurteller van
het lter. (Zie hoofdstuk 7 'De
levensduurteller van het lter
terugzetten')
110
NL
8 Problemen oplossen
Dit hoofdstuk behandelt in het kort de problemen die u kunt tegenkomen tijdens het
gebruik van uw apparaat. Als u er niet in slaagt het probleem op te lossen met behulp
van de onderstaande informatie, neem dan contact op met het Consumer Care Centre
in uw land.
Probleem Mogelijke oplossing
Het apparaat werkt niet,
maar de stekker zit wel in
het stopcontact.
Het lampje voor lter vervangen brandt continu maar u
hebt het betreende lter niet vervangen en nu is het
apparaat vergrendeld. Vervang in dit geval het lter en
reset de levensduurteller van het lter.
Het lampje voor water bijvullen
knippert. Controleer
of het waterreservoir goed is geïnstalleerd.
Het apparaat werkt
niet terwijl het wel is
ingeschakeld.
Wanneer de lters vol zijn maar nog niet vervangen,
stopt het apparaat met werken en wordt het vergrendeld.
Vervang de lters en zet de levensduurteller van het lter
terug.
Het waterreservoir lekt. Het is normaal dat het deksel van het waterreservoir
enigszins nat is als u deze van het apparaat afhaalt. Als
er echter water blijft druppelen van de onderkant van het
waterreservoir, neemt u contact op met het Consumer
Care Centre in uw land.
Er zit witte aanslag op
het bevochtigingslter.
De witte aanslag is kalkaanslag en bestaat uit mineralen
uit het water. Kalkaanslag op het bevochtigingslter
beïnvloedt de bevochtigingsprestaties. Daarom dient u
het bevochtigingslter te ontkalken als het lterlampje
/
knippert (zie het hoofdstuk 'Het voorlter reinigen en
het bevochtigingslter ontkalken').
Er komt geen lucht uit de
luchtuitlaat.
Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact en
schakel het apparaat in.
De luchtstroom afkomstig
uit de luchtuitlaat is
aanzienlijk zwakker dan
voorheen.
Het voorlter is vuil. Maak het voorlter schoon
(zie het hoofdstuk 'Het voorlter reinigen en het
bevochtigingslter ontkalken').
Zorg ervoor dat u al het verpakkingsmateriaal van alle
lters hebt verwijderd.
111
NL
Nederlands
Probleem Mogelijke oplossing
De luchtkwaliteit wordt
niet beter, ook niet
als het apparaat al
gedurende een langere
tijd is ingeschakeld.
Een van de lters is niet in het apparaat geplaatst. Zorg
dat alle lters correct zijn geplaatst in de volgende
volgorde, te beginnen met het binnenste lter: 1) lter
2; 2) voorlter.
De luchtkwaliteitsensor is vochtig. De
vochtigheidsgraad in de ruimte is hoog en veroorzaakt
condens. Zorg dat de luchtkwaliteitssensor schoon en
droog is (zie het hoofdstuk ‘De luchtkwaliteitssensor
reinigen’).
De kleur van de
luchtkwaliteitsindicator
blijft ongewijzigd.
De luchtkwaliteitssensor is verontreinigd. Reinig
de luchtkwaliteitssensor (zie het hoofdstuk 'De
luchtkwaliteitssensor reinigen').
De ruimte wordt onvoldoende geventileerd. Open een
raam om de luchtcirculatie te verbeteren.
Ik zie geen waterdamp
uit het apparaat
komen. Werkt de
luchtbevochtiger wel?
Als waterdamp erg jn is, is deze onzichtbaar. Met de
NanoCloud-bevochtigingstechnologie produceert het
apparaat gezonde, bevochtigde lucht zonder nevel.
Het apparaat produceert
een rare geur.
De eerste paar keer dat u het apparaat gebruikt, komt er
mogelijk een geur van plastic vrij. Dit is normaal. Echter,
als het apparaat een brandgeur produceert, neem dan
contact op met uw Philips-dealer of een door Philips
geautoriseerd servicecentrum. Het apparaat kan ook
een onaangename geur produceren wanneer één van
de lters vuil is. Maak in dit geval het betreende lter
schoon of vervang het.
Ik heb schonere lucht
nodig omdat ik een
allergie heb.
U kunt de gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor
veranderen (zie het hoofdstuk 'Het apparaat gebruiken',
sectie 'De gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor
instellen') om het apparaat de lucht nog beter te laten
reinigen.
Het apparaat maakt
teveel geluid.
Controleer of u al het verpakkingsmateriaal van de
lters hebt verwijderd.
Als het apparaat nog steeds te luid is, kunt u de
snelheid van de ventilator lager zetten.
Het apparaat blijft
aangeven dat er een lter
moet vervangen, maar
dat heb ik al gedaan.
Misschien hebt u niet goed op de resettoets
gedrukt.
Steek de stekker in het stopcontact, druk op de knop
om het apparaat in te schakelen en houd de resettoets
3 seconden ingedrukt.
112
NL
9 Garantie en
service
Als u informatie nodig hebt of als u een
probleem hebt, gaat u naar de Philips-
website (www.philips.com) of neemt u
contact op met het Philips Consumer
Care Centre in uw land (u vindt het
telefoonnummer in het 'worldwide
guarantee'-vouwblad). Als er geen
Consumer Care Centre in uw land is, ga
dan naar uw Philips-dealer.
Onderdelen of
accessoires bestellen
Als u een onderdeel moet vervangen
of als u een extra onderdeel wilt
kopen, kunt u contact opnemen met
uw Philips-dealer of gaat u naar www.
philips.com/support.
Als u problemen hebt bij het bestellen
van onderdelen, neem dan contact op
met het Philips Consumer Care Centre
in uw land (u vindt het telefoonnummer
in het 'worldwide guarantee'-
vouwblad).
10 Kennisgevingen
Elektromagnetische
velden (EMV)
Dit Philips-apparaat voldoet aan alle
toepasbare richtlijnen en voorschriften
met betrekking tot blootstelling aan
elektromagnetische velden.
Naleving van norm voor
elektromagnetische velden (EMF)
Koninklijke Philips N.V. maakt en
verkoopt vele consumentenproducten
die net als andere elektronische
apparaten elektromagnetische signalen
kunnen uitstralen en ontvangen.
Een van de belangrijkste zakelijke
principes van Philips is ervoor te zorgen
dat al onze producten voldoen aan alle
geldende vereisten inzake gezondheid en
veiligheid en ervoor te zorgen dat onze
producten ruimschoots voldoen aan de
EMF-normen die gelden op het ogenblik
dat onze producten worden vervaardigd.
Philips streeft ernaar geen producten te
ontwikkelen, te maken en op de markt
te brengen die schadelijk kunnen zijn
voor de gezondheid. Philips bevestigt
dat als zijn producten correct voor het
daartoe bestemde gebruik worden
aangewend, deze volgens de nieuwste
wetenschappelijke onderzoeken op het
moment van de publicatie van deze
handleiding veilig zijn om te gebruiken.
Philips speelt een actieve rol in de
ontwikkeling van internationale EMV-
en veiligheidsnormen, wat Philips in
staat stelt in te spelen op toekomstige
normen en deze tijdig te integreren in
zijn producten.
Recycling
Dit symbool betekent dat dit product
niet bij het gewone huishoudelijke afval
mag worden weggegooid (2012/19/EU).
Volg de geldende regels in uw land
voor de gescheiden inzameling van
elektrische en elektronische producten.
Als u correct verwijdert, voorkomt u
negatieve gevolgen voor het milieu en
de volksgezondheid.

Documenttranscriptie

Inhoud Belangrijk   Veiligheid   2 Uw luchtzuiverings- en luchtbevochtigingscombinatie   Overzicht   96 96 100 100 3 Aan de slag   101 Filters plaatsen   101 Bevochtiging voorbereiden   101 4 Het apparaat gebruiken   De luchtkwaliteitsindicator   Het apparaat in- en uitschakelen   De bedrijfsmodus wijzigen   De ventilatorsnelheid wijzigen   De timer instellen   De luchtvochtigheidsgraad instellen   Waterniveau   102 102 5 Schoonmaken   Schoonmaakschema   Maak de behuizing van het apparaat schoon   De luchtkwaliteitssensor reinigen   Het waterreservoir en het bevochtigingsfilter schoonmaken   106 106 102 103 104 105 105 105 Het voorfilter reinigen en het bevochtigingsfilter ontkalken   107 6 De filters vervangen   De werking van het HealthyAir Protect Lock   Filter 2 vervangen   Het bevochtigingsfilter vervangen   108 108 108 109 7 De levensduurteller van het filter terugzetten   109 8 Problemen oplossen   110 9 Garantie en service   Onderdelen of accessoires bestellen   112 10 Kennisgevingen   Elektromagnetische velden (EMV)   Recycling   112 112 112 112 106 106 107 NL 95 Ne de r la nd s 1 1 Belangrijk • Veiligheid Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar de gebruiksaanwijzing om deze zo nodig later te kunnen raadplegen. Waarschuwing • Gevaar • • • Zorg ervoor dat er geen ontvlambare schoonmaakmiddelen, water of andere vloeistoffen in het apparaat komen. Zo voorkomt u elektrische schokken en/of brandgevaar. Maak het apparaat niet schoon met (ontvlambare) schoonmaakmiddelen, water of andere vloeistoffen. Zo voorkomt u elektrische schokken en/of brandgevaar. Spuit geen brandbare materialen zoals • • • 96 NL insecticiden of parfum rond het apparaat. Het water in het waterreservoir is niet drinkbaar. Drink dit water niet en gebruik het ook niet voor dieren of planten. Giet het water uit het waterreservoir in de afvoer. Controleer of het voltage aangegeven op de onderkant of de achterkant van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning voordat u het apparaat gaat aansluiten. Indien het netsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door Philips, een door Philips geautoriseerd servicecentrum of personen met vergelijkbare kwalificaties om gevaar te voorkomen. Gebruik het apparaat niet als de stekker, het netsnoer of het apparaat zelf beschadigd is. Dit apparaat kan worden gebruikt door • • • • • Let op • • Dit apparaat is geen vervanging voor goede ventilatie, regelmatig stofzuigen of het gebruik van een afzuigkap of ventilator tijdens het koken. Als het stopcontact niet goed is gemonteerd, • • wordt de stekker van het apparaat warm. Steek de stekker van het apparaat in een correct gemonteerd stopcontact. Plaats en gebruik het apparaat altijd op een droge, stabiele, vlakke en horizontale ondergrond. Laat minimaal 20 cm vrij achter en aan beide zijden van het apparaat. Laat boven het apparaat minimaal 30 cm vrij. Plaats geen voorwerpen op het apparaat en ga er niet op zitten. Plaats het apparaat niet direct onder een airconditioning. Zo voorkomt u dat er condensdruppels op het apparaat terechtkomen. Zorg dat alle filters correct zijn geplaatst voordat u het apparaat inschakelt. Gebruik alleen oorspronkelijke, speciaal voor dit apparaat bestemde filters van Philips. Gebruik geen andere filters. Stoot niet met harde voorwerpen tegen het NL 97 Ne de r la nd s • kinderen vanaf 8 jaar en door personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke capaciteiten of weinig ervaring en kennis, mits zij toezicht of instructie hebben ontvangen aangaande veilig gebruik van het apparaat, en zij de gevaren van het gebruik begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud dienen niet zonder toezicht door kinderen te worden uitgevoerd. De luchtinlaat en -uitlaat mogen niet worden geblokkeerd. Leg dus geen voorwerpen boven op de luchtuitlaat of voor de luchtinlaat. • • • • • 98 apparaat (dit geldt in het bijzonder voor de luchtinlaat en -uitlaat). Gebruik altijd beide handvatten aan de zijkanten van het apparaat om het op te tillen of te verplaatsen. Steek geen vingers of objecten in de luchtinlaat of -uitlaat om lichamelijk letsel of schade aan het apparaat te voorkomen. Gebruik dit apparaat niet als u insectenwerende middelen hebt gebruikt die rook verspreiden of in ruimten waar zich olieresten bevinden, waar wierook wordt gebrand of waar chemische dampen hangen. Gebruik het apparaat niet in de buurt van apparaten die op gas werken, verwarmingsapparatuur of open haarden. Haal altijd de stekker uit het stopcontact na gebruik en voordat u het reservoir vult, voor reiniging of ander onderhoud. NL • • • • • Gebruik het apparaat niet in een ruimte waar zich grote temperatuurverschillen voordoen, omdat hierdoor condens in het apparaat kan ontstaan. Plaats het apparaat op ten minste 2 meter afstand van elektrische apparaten die radiogolven ontvangen (bijvoorbeeld TV's, radio's en radiografische klokken) om storingen te voorkomen. Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt, kunnen bacteriën op de filters groeien. Controleer de filters als de luchtbevochtiger lange tijd niet is gebruikt. Vervang de filters als deze erg vuil zijn (zie het hoofdstuk 'De filters vervangen'). Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik bij normale gebruiksomstandigheden. Gebruik het apparaat niet in vochtige ruimten of in ruimten met een • • • • • Leeg vervolgens het waterreservoir. Draag het apparaat horizontaal aan beide handvatten aan de zijkanten van het apparaat. Ne de r la nd s • hoge temperatuur, zoals een badkamer, toilet of keuken. Koolmonoxide (CO) en radon (Rn) worden niet door dit apparaat verwijderd. Het apparaat kan niet als beveiliging worden gebruikt bij ongevallen met verbrandingsprocessen of gevaarlijke chemicaliën. Maak het waterreservoir elke dag schoon. Vul het waterreservoir alleen met koud kraanwater. Gebruik geen grondwater of heet water. Vul het waterreservoir niet met andere stoffen dan water. Doe geen parfum in het waterreservoir. Reinig het waterreservoir en de bevochtigingsfilterlade als u de luchtbevochtigingsfunctie lange tijd niet hebt gebruikt. Droog het bevochtigingsfilter. Verwijder eerst de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat verplaatst. NL 99 2 Uw luchtzuiverings- en luchtbevochtigingscombinatie Gefeliciteerd met uw aankoop en welkom bij Philips! Als u volledig wilt profiteren van de ondersteuning die Philips biedt, kunt u uw product registreren op www.philips.com/welcome. De VitaShield IPS-technologie en de NanoCloud-technologie van Philips zorgen ervoor dat u 'altijd gezonde lucht' inademt. De VitaShield IPS-technologie verwijdert effectief verontreinigingen (ultrafijne deeltjes, allergenen, bacteriën en virussen) met een grootte van >0,02 micron, waaronder bacteriën en virussen*. De NanoCloud-technologie maakt gebruik van een speciaal bevochtigingsfilter dat H2O-moleculen toevoegt aan de droge lucht en dat gezonde vochtige lucht produceert zonder vorming van waternevel. Het bevochtigingsfilter houdt bacteriën, calcium en andere deeltjes in het water vast. Volgens een microbiologisch risicobeoordelingsrapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) uit 2008 zijn het virus dat vogelgriep veroorzaakt en de legionellabacterie, hepatitisvirussen en het SARS coronavirus groter dan 0,02 micron. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar de gebruiksaanwijzing om deze zo nodig later te kunnen raadplegen. 100 NL Overzicht A Luchtkwaliteitssensor B Filter 1: voorfilter C Filter 2: 2-in-1 HEPA-filter & actief koolstoffilter AC4158 D Waterreservoir E Filter 3: bevochtigingsfilter AC4155 3 Aan de slag 6 Plaats het voorfilter terug in het apparaat (afb. g). Opmerking Het apparaat wordt met alle filters gemonteerd geleverd. Verwijder de verpakking van de filters voordat u het apparaat kunt gebruiken. Verwijder alle filters, verwijder de verpakking van de filters en plaats de filters terug in het apparaat zoals hierna beschreven: Tip • Plaats het apparaat bij het verwijderen of plaatsen van de filters tegen een muur voor meer stabiliteit. Opmerking • Plaats de filters in de juiste positie. • Zorg ervoor dat u eerst filter 2 in het apparaat plaatst en daarna pas het voorfilter. • Zorg dat de kant met het label in uw richting wijst. 1 2 3 4 5 Maak de onderkant van de voorpaneel van het apparaat los en trek dan voorzichtig het bovenste gedeelte van het voorpaneel naar u toe (afb. b). Om het voorfilter te verwijderen, drukt u de twee uitsteeksels omlaag en trekt u het filter naar u toe (afb. c). Verwijder filter 2 uit het apparaat (afb. d ). Verwijder het verpakkingsmateriaal van filter 2 (afb. e). • Zorg dat de kant met de twee uitsteeksels in uw richting wijst, en dat alle haakjes van het voorfilter op de juiste manier op de luchtreiniger zijn bevestigd. 7 Plaats het voorpaneel terug door eerst het paneel bovenop het apparaat te plaatsen (1). Druk vervolgens zachtjes het paneel tegen het apparaat (2) aan (afb. h). Bevochtiging voorbereiden 1 Verwijder alle 2 3 4 5 verpakkingsmaterialen van het bevochtigingsfilter (afb. i). Trek het waterreservoir aan de zijkant uit het apparaat (afb. j ). Plaats het bevochtigingsfilter terug in het waterreservoir (afb. k ). Verwijder het deksel van de watervulopening (afb. l). Vul het waterreservoir met koud kraanwater (afb. m). Opmerking • Als u het reservoir vult met water, zorgt u ervoor dat u de MAX-aanduiding van het waterniveau niet overschrijdt. 6 7 Nadat u het water hebt bijgevuld, plaatst u het deksel terug op de watervulopening (afb. n). Duw het waterreservoir terug in het apparaat (afb. o). Plaats het uitgepakte filter 2 terug in het apparaat (afb. f). NL 101 Ne de r la nd s Filters plaatsen 4 Het apparaat gebruiken De luchtkwaliteitsindicator Kleur van de luchtkwaliteitsindicator Blauw Paars Rood Luchtkwaliteitsniveau Goed Fair Vreselijk Het apparaat in- en uitschakelen In de standaardmodus werkt het apparaat als luchtzuivering in combinatie met luchtbevochtiging. 1 2 De luchtkwaliteitsindicator gaat automatisch branden wanneer het apparaat wordt ingeschakeld en toont vervolgens alle kleuren herhaaldelijk. Na een korte tijd selecteert de luchtkwaliteitsindicator de kleur die overeenkomt met de luchtkwaliteit van de omgeving. Opmerking • De luchtkwaliteit wordt door de ingebouwde sensor gemeten. Vervolgens licht de luchtkwaliteitsindicator automatisch op in de kleur die bij de betreffende luchtkwaliteit hoort. Als de lucht schoon is, licht de luchtkwaliteitsindicator blauw op. Als de luchtkwaliteit slechter wordt, verandert de kleur van de luchtkwaliteitsindicator in paars of rood. 102 NL 3 Steek de adapter in het stopcontact. »» Alle lampjes gaan één keer aan en uit. Druk op om het apparaat in te schakelen (afb. p ). »» De lampjes voor PURIFY en HUMIDIFY branden. »» De luchtkwaliteit wordt eerst een tijdje door de ingebouwde sensor gemeten. Vervolgens licht de luchtkwaliteitsindicator automatisch op in de kleur die bij de betreffende luchtkwaliteit hoort. »» Het apparaat schakelt over naar de modus AUTO en de gewenste luchtvochtigheid is standaard50% (afb. q ). Druk gedurende 2 seconden op om het apparaat uit te schakelen (afb. r ). Opmerking • Als de stekker in het stopcontact blijft nadat het apparaat is uitgeschakeld met de aan-uitknop , dan werkt het apparaat verder volgens de laatste instellingen wanneer deze weer wordt ingeschakeld. Opmerking • Als het apparaat is ingesteld op een hogere gevoeligheid, wordt de luchtzuiveraar allergischer voor de verontreinigende stoffen in de lucht. Wanneer de luchtzuiveraar in de modus AUTO staat, is het waarschijnlijker om te kiezen voor een hogere ventilatorsnelheid dan de standaardsnelheid. De luchtkwaliteitssensor selecteert de juiste kleur van de luchtkwaliteitsindicator in overeenstemming met de hogere gevoeligheid. Naast de modus waarin het apparaat luchtzuivering combineert met bevochtiging, kunt u het apparaat ook gebruiken in een modus met alleen luchtzuivering. 1 2 3 Leeg het waterreservoir. Nadat het apparaat is ingeschakeld, drukt u eenmaal op . »» Het lampje voor HUMIDIFY en de vochtigheidsindicatoren gaan uit. »» De bevochtigingsfunctie wordt gedeactiveerd. Het apparaat werkt in de modus met alleen luchtzuivering (afb. s ). Druk op om de bevochtigingsfunctie in te schakelen. 1 2 3 Opmerking • In de modus met alleen luchtzuivering De gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor van dit apparaat kan worden aangepast. Er zijn drie gevoeligheidsniveaus: • Extra gevoelig (standaardinstelling) • Sensitive • Standaard De gevoeligheid van de luchtkwaliteitsensor kan op de volgende manier worden aangepast: Steek na een tijdje de stekker weer in het stopcontact. Houd de knop voor de ventilatorsnelheid en de bevochtigingsknop tegelijkertijd 3 seconden ingedrukt (afb. t). »» Een of meerdere ventilatorsnelheidlampjes knipperen om het ingestelde gevoeligheidsniveau van de luchtkwaliteitssensor weer te geven. reageert de bevochtingsknop niet. • Het apparaat kan niet in een modus met alleen bevochtigen werken. De gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor instellen Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact. Ventilatorsnelheidlampje + 4 5 Gevoeligheidsniveau Extra gevoelig Sensitive Standaard Druk op de knop voor ventilatorsnelheid om het gevoeligheidsniveau van de luchtkwaliteitssensor aan te passen (afb. u). Houd 2 seconden ingedrukt om de instelling op te slaan en het apparaat uit te schakelen. NL 103 Ne de r la nd s De bedrijfsmodus wijzigen Opmerking • Als u tijdens het wijzigen van het gevoeligheidsniveau geen instellingen wijzigt of niet gedurende 2 seconden op drukt nadat u instellingen hebt gewijzigd, zal het apparaat weer normaal verder werken zonder de wijzigingen op te slaan. • Nadat het gevoeligheidsniveau is veranderd en opgeslagen, begint het apparaat zodra het wordt ingeschakeld automatisch op het ingestelde gevoeligheidsniveau te werken. De ventilatorsnelheid wijzigen AUTO In de modus AUTO kiest het apparaat de juiste ventilatorsnelheid in overeenstemming met de luchtkwaliteit. • Druk op de knop voor ventilatorsnelheid om de modus AUTO te kiezen (afb. v). • AUTO en één van de ventilatorsnelheidindicatoren ( of ) gaat branden. Opmerking • Wanneer in de modus AUTO de luchtkwaliteit het gewenste niveau bereikt (in de modus met alleen luchtzuivering) of wanneer de luchtkwaliteit en luchtvochtigheid gelijktijdig het gewenste niveau bereiken (combi-modus), gaat het apparaat werken met een lagere ventilatorsnelheid en gaat de ventilatorsnelheidsindicator ( of ) uit. 104 NL Handmatig De gewenste ventilatorsnelheid kan handmatig worden ingesteld. • Druk één of meerdere keren op de knop voor ventilatorsnelheid om de gewenste snelheid te kiezen ( of ) (afb. u). Opmerking • Wanneer in de modus Handmatig de luchtkwaliteit het gewenste niveau bereikt (in de modus alleen luchtzuivering) of wanneer de luchtkwaliteit en luchtvochtigheid gelijktijdig het gewenste niveau bereiken (combi-modus), blijft het apparaat werken met de geselecteerde ventilatorsnelheid. Tip • Als de luchtkwaliteitsindicator blauw is, betekent dit dat de luchtkwaliteit goed is en dat u een lagere ventilatorsnelheid kunt selecteren. Als de luchtkwaliteitsindicator echter rood of paars wordt, betekent dit dat de luchtkwaliteit slecht of redelijk is. U kunt een hogere ventilatorsnelheid kiezen om de lucht snel te reinigen. Slaapmodus In de slaapmodus werkt het apparaat heel stil. • Druk op de knop voor ventilatorsnelheid om de slaapmodus te kiezen (afb. w). »» De slaapmodusindicator gaat branden. Als u een andere ventilatorsnelheid wilt selecteren, drukt u op de knop voor ventilatorsnelheid . • Wanneer het apparaat overschakelt naar de slaapmodus, gaan de indicatoren na 1 minuut uit en blijft het apparaat werken. De timer instellen Met de timerfunctie kunt u het apparaat zo instellen dat deze gedurende een bepaald aantal uren in werking is. Wanneer de ingestelde tijd is verstreken, schakelt de timer het apparaat automatisch uit. 1 2 Druk op de timerknop om de timer te activeren (afb. x). »» Het lampje voor de timer ( , of ) gaat branden. Druk herhaaldelijk op de timerknop om het aantal uren te selecteren gedurende welke het apparaat in werking moet zijn. Het bijbehorende timerlampje gaat aan. Als u de timerfunctie wilt uitschakelen, drukt u herhaaldelijk op de timerknop tot het timerlampje ( , of ) uitgaat. De luchtvochtigheidsgraad instellen Opmerking • Zorg ervoor dat het waterreservoir gevuld is met water wanneer u gebruik wilt maken van de bevochtigingsfunctie (zie het hoofdstuk 'Aan de slag', sectie 'Voorbereiding voor bevochtiging'). • 40%, 50% of 60% in te stellen (afb. y). »» De bijbehorende vochtigheidsindicator (40%, 50% of 60%) begint te knipperen. »» Wanneer het apparaat de gewenste vochtigheidsgraad bereikt, blijft de vochtigheidsindicator branden. Opmerking • Als u de vochtigheidsgraad in een kortere tijd wilt verhogen, kunt u een hogere ventilatorsnelheid kiezen. Waterniveau Het waterniveau in het waterreservoir is zichtbaar door het waterniveauvenster aan de zijkant van het apparaat (afb. z). Wanneer er niet genoeg water in het waterreservoir is, gaat het lampje knipperen om aan te geven dat u het waterreservoir moet bijvullen (afb. {). Opmerking •• Als er geen water in het waterreservoir zit, blijft het lampje voor water bijvullen branden en knippert de bevochtigingsindicator om u eraan te herinneren dat de bevochtigingsfunctie niet werkt. Wanneer het waterreservoir weer met water is gevuld, wordt de bevochtigingsfunctie hervat. •• Het lampje voor water bijvullen gaat niet branden in de modus voor alleen luchtzuivering. Druk één of meerdere keren op de bevochtigingsknop om de gewenste luchtvochtigheid van NL 105 Ne de r la nd s Opmerking 5 Schoonmaken Opmerking • Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat schoonmaakt. • Dompel het apparaat nooit in water of een andere vloeistof. • Maak het apparaat nooit schoon met schurende, agressieve of brandbare schoonmaakmiddelen zoals bleek of alcohol. • Alleen het voorfilter en het bevochtigingsfilter zijn wasbaar. Het luchtzuiveringsfilter mag niet worden gewassen of gestofzuigd. Schoonmaakschema Frequentie Wanneer nodig Schoonmaakmethode Veeg het oppervlak van het apparaat schoon met een zachte, droge doek. Elke week Spoel het bevochtigingsfilter af. Spoel het waterreservoir om. Maak het voorfilter Als de schoon. indicator voor filter Ontkalk het vervangen bevochtigingsfilter met / gaat een mengsel van azijn branden en water. Om de twee Reinig de maanden luchtkwaliteitssensor en de luchtvochtigheidssensor met een droog wattenstaafje. 106 NL Maak de behuizing van het apparaat schoon Maak regelmatig de binnen- en buitenkant van het apparaat schoon om ophoping van stof te voorkomen. 1 2 Stof de behuizing van het apparaat af met een zachte, droge doek. Gebruik een zachte, droge doek om de luchtinlaat en -uitlaat schoon te maken. De luchtkwaliteitssensor reinigen Reinig de luchtkwaliteitssensor om de twee maanden om deze optimaal te laten functioneren. Reinig deze vaker als u het apparaat in een stoffige omgeving gebruikt. Opmerking • Als de vochtigheidsgraad in de ruimte zeer hoog is, bestaat de kans op condensvorming op de luchtkwaliteitssensor. Hierdoor kan het gebeuren dat de luchtkwaliteitsindicator aangeeft dat de luchtkwaliteit slecht is, terwijl dit niet zo is. In dit geval moet u de luchtkwaliteitssensor reinigen of een van de handmatige snelheidsinstellingen gebruiken. 1 2 3 4 Reinig de inlaat en uitlaat van de luchtkwaliteitssensor met een zachte borstel (afb. | ). Verwijder de kap van de luchtkwaliteitssensor (afb. } ). Reinig de sensor, de stofinlaat en de stofuitlaat met een licht bevochtigd wattenstaafje (afb. ~). Maak deze droog met een droog wattenstaafje. Plaats de kap van de sensor weer terug. Het waterreservoir en het bevochtigingsfilter schoonmaken Reinig het waterreservoir en het bevochtigingsfilter wekelijks om deze hygiënisch te houden. 1 2 3 Verwijder het bevochtigingsfilter uit het waterreservoir (afb. ). Spoel het bevochtigingsfilter af onder een lopende kraan (afb. €). • Schrob het bevochtigingsfilter niet en plaats dit niet in direct zonlicht. 5 Indicatielampje filterstatus Het filterlampje / gaat branden Trek de watertank uit de zijkant van het apparaat (afb. j). Opmerking 4 Het voorfilter reinigen en het bevochtigingsfilter ontkalken Ontgrendel de rand van het deksel van het waterreservoir en verwijder het van het waterreservoir (afb. ). Spoel het waterreservoir af onder een lopende kraan (afb. ‚). • Alleen het voorfilter en het bevochtigingsfilter zijn wasbaar. Filter 2 is niet wasbaar. • Het filterlampje / gaat ongeveer eenmaal per maand aan (afb. ƒ). 1 2 7 8 9 Droog het waterreservoir en het deksel af met een zachte, droge doek. Plaats het deksel weer op het waterreservoir en vergrendel dit. Plaats het bevochtigingsfilter terug in het waterreservoir (afb. k). Plaats het waterreservoir terug in het apparaat (afb. o). Maak het voorfilter schoon onder de kraan. Als het voorfilter heel vuil is, kunt u een zachte borstel gebruiken om het stof weg te borstelen (afb. „). Laat het voorfilter aan de lucht drogen. Opmerking • Zorg dat het voorfilter helemaal droog is. Als het voorfilter nog vochtig is, kunnen bacteriën zich in het filter vermenigvuldigen en de levensduur van het voorfilter verkorten. schoonmaakmiddel voor het schoonmaken van het waterreservoir. Spoel in dit geval het waterreservoir grondig om. 6 Het voorfilter reinigen en het bevochtigingsfilter ontkalken Opmerking Opmerking • Gebruik indien nodig een mild Doe dit 3 Week het bevochtigingsfilter in een ruime bak met witte azijn en een gelijke hoeveelheid kraanwater. Opmerking • Witte azijn bevat 5% azijnzuur. • Als er witte aanslag (kalkaanslag) op het filter zit, zorg dan dat de kant met de witte aanslag onder water is. NL 107 Ne de r la nd s 5 4 5 6 7 8 Laat het bevochtigingsfilter een uur in de oplossing weken (afb. …). Gooi de water-azijnoplossing weg. Spoel het bevochtigingsfilter onder de kraan schoon om azijnresten weg te spoelen. Draai het bevochtigingsfilter tijdens het spoelen zodat de voor- en achterkant worden schoongespoeld (afb. €). Laat overtollig water uit het bevochtigingsfilter druppelen en laat het filter drogen aan de lucht. Na het terugplaatsen van het voorfilter en het bevochtigingsfilter in het apparaat kan de levensduurteller van het filter worden gereset. (Zie hoofdstuk 7 'De levensduurteller van het filter terugzetten') 6 De filters vervangen De werking van het HealthyAir Protect Lock Dit apparaat is voorzien van een vergrendeling die ervoor zorgt dat de filters optimaal functioneren wanneer het apparaat in bedrijf is. Wanneer het filter bijna vol is en moet worden vervangen, begint het specifieke filterlampje ( / ) te knipperen. Als u het filter niet op tijd vervangt: »» Stopt het apparaat met werken en wordt het vergrendeld. »» Blijft het specifieke filterlampje ( / ) continu branden. Opmerking • Het apparaat wordt vergrendeld nadat het filterlampje ongeveer 2 weken knippert. Filter 2 vervangen Opmerking • Filter 2 mag niet worden gewassen of gestofzuigd. Vervang filter 2 wanneer het filterlampje begint te knipperen (afb. †). 1 108 NL Verwijder de filters met het label op het filter. Pak de filters aan beide kanten vast en gooi ze voorzichtig in de prullenbak (afb. d). Opmerking 7 • Raak het geplooide oppervlak van het filter niet aan en ruik niet aan het filter. Het filter bevat vervuilende stoffen uit de lucht. • Was uw handen nadat u de gebruikte filters hebt weggegooid. 2 3 4 Verwijder al het verpakkingsmateriaal van het nieuwe filter 2 (afb. e). Plaats het nieuwe filter 2 in het apparaat (fig. f ). Nadat het voorfilter weer in het apparaat is geplaatst, kan de levensduurteller van filter 2 worden gereset. (Zie hoofdstuk 7 'De levensduurteller van het filter terugzetten') Het bevochtigingsfilter vervangen De levensduurteller van het filter terugzetten Als u de filters vervangt, is het belangrijk dat u na afloop ook de levensduurteller van de filters terugzet. Zo werkt het apparaat synchroon aan de levensduur van de filters. 1 Houd de resetknop gedurende 3 seconden ingedrukt. Het filterlampje gaat uit en het apparaat werkt automatisch verder in de standaardinstellingen (combimodus met de ventilatorsnelheid op AUTO) (afb. ˆ). Vervang het bevochtigingsfilter als het filterlampje begint te knipperen (afb. ‡). 2 3 4 5 Verwijder het gebruikte bevochtigingsfilter uit het waterreservoir (afb. ). Ne de r la nd s 1 Verwijder al het verpakkingsmateriaal van het nieuwe bevochtigingsfilter (afb. i). Plaats het nieuwe bevochtigingsfilter in het waterreservoir (afb. k ). Duw het waterreservoir terug in het apparaat (afb. o). Reset de levensduurteller van het filter. (Zie hoofdstuk 7 'De levensduurteller van het filter terugzetten') NL 109 8 Problemen oplossen Dit hoofdstuk behandelt in het kort de problemen die u kunt tegenkomen tijdens het gebruik van uw apparaat. Als u er niet in slaagt het probleem op te lossen met behulp van de onderstaande informatie, neem dan contact op met het Consumer Care Centre in uw land. Probleem Mogelijke oplossing Het apparaat werkt niet, maar de stekker zit wel in het stopcontact. •• Het lampje voor filter vervangen brandt continu maar u hebt het betreffende filter niet vervangen en nu is het apparaat vergrendeld. Vervang in dit geval het filter en reset de levensduurteller van het filter. •• Het lampje voor water bijvullen knippert. Controleer of het waterreservoir goed is geïnstalleerd. Het apparaat werkt niet terwijl het wel is ingeschakeld. Wanneer de filters vol zijn maar nog niet vervangen, stopt het apparaat met werken en wordt het vergrendeld. Vervang de filters en zet de levensduurteller van het filter terug. Het waterreservoir lekt. Het is normaal dat het deksel van het waterreservoir enigszins nat is als u deze van het apparaat afhaalt. Als er echter water blijft druppelen van de onderkant van het waterreservoir, neemt u contact op met het Consumer Care Centre in uw land. Er zit witte aanslag op het bevochtigingsfilter. De witte aanslag is kalkaanslag en bestaat uit mineralen uit het water. Kalkaanslag op het bevochtigingsfilter beïnvloedt de bevochtigingsprestaties. Daarom dient u het bevochtigingsfilter te ontkalken als het filterlampje / knippert (zie het hoofdstuk 'Het voorfilter reinigen en het bevochtigingsfilter ontkalken'). Er komt geen lucht uit de luchtuitlaat. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact en schakel het apparaat in. De luchtstroom afkomstig •• Het voorfilter is vuil. Maak het voorfilter schoon (zie het hoofdstuk 'Het voorfilter reinigen en het uit de luchtuitlaat is bevochtigingsfilter ontkalken'). aanzienlijk zwakker dan •• Zorg ervoor dat u al het verpakkingsmateriaal van alle voorheen. filters hebt verwijderd. 110 NL Mogelijke oplossing De luchtkwaliteit wordt niet beter, ook niet als het apparaat al gedurende een langere tijd is ingeschakeld. •• Een van de filters is niet in het apparaat geplaatst. Zorg dat alle filters correct zijn geplaatst in de volgende volgorde, te beginnen met het binnenste filter: 1) filter 2; 2) voorfilter. •• De luchtkwaliteitsensor is vochtig. De vochtigheidsgraad in de ruimte is hoog en veroorzaakt condens. Zorg dat de luchtkwaliteitssensor schoon en droog is (zie het hoofdstuk ‘De luchtkwaliteitssensor reinigen’). De kleur van de luchtkwaliteitsindicator blijft ongewijzigd. •• De luchtkwaliteitssensor is verontreinigd. Reinig de luchtkwaliteitssensor (zie het hoofdstuk 'De luchtkwaliteitssensor reinigen'). •• De ruimte wordt onvoldoende geventileerd. Open een raam om de luchtcirculatie te verbeteren. Ik zie geen waterdamp uit het apparaat komen. Werkt de luchtbevochtiger wel? Als waterdamp erg fijn is, is deze onzichtbaar. Met de NanoCloud-bevochtigingstechnologie produceert het apparaat gezonde, bevochtigde lucht zonder nevel. Het apparaat produceert een rare geur. De eerste paar keer dat u het apparaat gebruikt, komt er mogelijk een geur van plastic vrij. Dit is normaal. Echter, als het apparaat een brandgeur produceert, neem dan contact op met uw Philips-dealer of een door Philips geautoriseerd servicecentrum. Het apparaat kan ook een onaangename geur produceren wanneer één van de filters vuil is. Maak in dit geval het betreffende filter schoon of vervang het. Ik heb schonere lucht nodig omdat ik een allergie heb. U kunt de gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor veranderen (zie het hoofdstuk 'Het apparaat gebruiken', sectie 'De gevoeligheid van de luchtkwaliteitssensor instellen') om het apparaat de lucht nog beter te laten reinigen. Het apparaat maakt teveel geluid. •• Controleer of u al het verpakkingsmateriaal van de filters hebt verwijderd. •• Als het apparaat nog steeds te luid is, kunt u de snelheid van de ventilator lager zetten. Het apparaat blijft aangeven dat er een filter moet vervangen, maar dat heb ik al gedaan. Misschien hebt u niet goed op de resettoets gedrukt. Steek de stekker in het stopcontact, druk op de knop om het apparaat in te schakelen en houd de resettoets 3 seconden ingedrukt. NL Ne de r la nd s Probleem 111 9 Garantie en service Als u informatie nodig hebt of als u een probleem hebt, gaat u naar de Philipswebsite (www.philips.com) of neemt u contact op met het Philips Consumer Care Centre in uw land (u vindt het telefoonnummer in het 'worldwide guarantee'-vouwblad). Als er geen Consumer Care Centre in uw land is, ga dan naar uw Philips-dealer. Onderdelen of accessoires bestellen Als u een onderdeel moet vervangen of als u een extra onderdeel wilt kopen, kunt u contact opnemen met uw Philips-dealer of gaat u naar www. philips.com/support. Als u problemen hebt bij het bestellen van onderdelen, neem dan contact op met het Philips Consumer Care Centre in uw land (u vindt het telefoonnummer in het 'worldwide guarantee'vouwblad). Naleving van norm voor elektromagnetische velden (EMF) Koninklijke Philips N.V. maakt en verkoopt vele consumentenproducten die net als andere elektronische apparaten elektromagnetische signalen kunnen uitstralen en ontvangen. Een van de belangrijkste zakelijke principes van Philips is ervoor te zorgen dat al onze producten voldoen aan alle geldende vereisten inzake gezondheid en veiligheid en ervoor te zorgen dat onze producten ruimschoots voldoen aan de EMF-normen die gelden op het ogenblik dat onze producten worden vervaardigd. Philips streeft ernaar geen producten te ontwikkelen, te maken en op de markt te brengen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Philips bevestigt dat als zijn producten correct voor het daartoe bestemde gebruik worden aangewend, deze volgens de nieuwste wetenschappelijke onderzoeken op het moment van de publicatie van deze handleiding veilig zijn om te gebruiken. Philips speelt een actieve rol in de ontwikkeling van internationale EMVen veiligheidsnormen, wat Philips in staat stelt in te spelen op toekomstige normen en deze tijdig te integreren in zijn producten. 10 Kennisgevingen Recycling Elektromagnetische velden (EMV) Dit symbool betekent dat dit product niet bij het gewone huishoudelijke afval mag worden weggegooid (2012/19/EU). Volg de geldende regels in uw land voor de gescheiden inzameling van elektrische en elektronische producten. Als u correct verwijdert, voorkomt u negatieve gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. Dit Philips-apparaat voldoet aan alle toepasbare richtlijnen en voorschriften met betrekking tot blootstelling aan elektromagnetische velden. 112 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114

Philips AC4080/10 Handleiding

Categorie
Luchtbevochtigers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor