Chamberlain CB11 de handleiding

Categorie
Garagedeuropener
Type
de handleiding
MONTAGE VAN DE BESTURINGSBOX
De besturing CB11 wordt in een speciale, waterdichte box (203391)
gemonteerd. De afstanden die voor de montage moeten worden
aangehouden uitmeten en boorgaten bepalen. Kunststof met behulp
van een schroevendraaier uit de gaten verwijderen. Kabelconnectoren
met trekontlasting naar binnen leiden. Box tegen het oppervlak,
waartegen het gemonteerd moet worden houden. Schroeven door de
bevestigingsgaten in de achterwand aan het oppervlak vastschroeven.
De motorbesturing bestaat uit microprocessorgestuurde elektronica en is
voorzien van de modernste techniek. De besturing beschikt voor een
veilig gebruik over alle noodzakelijk aansluitmogelijkheden en functies.
Door vocht en water raakt de besturing beschadigd. Voorkom te allen
tijde dat er water, vocht, of stuwwater in de besturing komt. Alle
openingen en kabeldoorvoeren moeten altijd waterdicht afgesloten zijn.
De besturingsbox met de motorbesturing moet met de kabeldoorvoeren
naar onderen gemonteerd worden. De box mag niet blootgesteld worden
aan direct zonlicht. Met de elektronica kan de trek- en duwkracht zeer
nauwkeurig ingesteld worden. De deur kan bij de juiste montage/instelling
met de hand vastgehouden worden. Tijdens gebruik kan de deur altijd
per afstandsbediening, toets of sleutelschakelaar stopgezet worden.
De deurvleugel moet voor de „OPEN”- en „DICHT”-posities een
stabiele aanslag hebben, aangezien de deuraandrijvingen niet over
een eindschakelaar beschikken.
STROOMVERDELING
De kabel die vanaf de aandrijfarm loopt, moet op een gangbare,
waterdichte verdeler worden aangesloten. De kabel van de verdeler
naar de besturing kan dan vast aangelegd worden. Het is vaak
mogelijk de aandrijving die direct naast de besturing bevestigd wordt,
direct naar de box te leiden. Leg de verdeler nooit onderaards aan!
Volgende kabeldoorsnedes mogen over het algemeen niet
onderschreden worden:
• 100-230 volt 1,5 mm² of groter
• 0-24 volt 0,5 mm² of groter
Tips: Deurbelkabel leveren in de praktijk vaak problemen op,
aangezien ze bij grotere lengtes te veel spanning verliezen. Leg de
kabels in verschillende kabelkanalen, d.w.z. kabel - motor en kabel -
fotocelbeveiliging, vooral bij sleutelschakelaars, starttoetsen (van de
behuizing), anders kunnen er bij langere kabellengtes storingen
ontstaan.
NL-1
TECHNISCHE GEGEVENS
Spanning: 230 V~ ±10 % 50 Hz
Verbruik max.: 22 mA
Aandrijving max.: 230 V~ 50 Hz 1000 W max
Stroomtoevoer toebehoren: 24 Vdc / 0,5 A max
Werktemperatuur: -25 ºC ÷ 55 ºC
Bedrijfsvormen:
standaard/standaard met dodeman in sluiten/
automatisch met stop/
residential/kanaalscheiding/parkeerplaats/ Dodeman
Max. looptijd: 80 sec
Pauze tijd: 0 ÷ 150 sec
Afmetingen: 124x152 mm (zonder box)
BEGIN MET HET LEZEN VAN DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES!
Deze waarschuwingstekens betekenen ”voorzichtig!” en zijn een aansporing om goed op te letten, omdat het
veronachtzamen ervan lichamelijk letsel of materiële schade teweeg kan brengen. Lees deze instructies a.u.b. zorgvuldig.
Deze hekaandrijving is zo geconstrueerd en gecontroleerd dat deze tijdens installatie en gebruik bij nauwkeurige naleving
van de betreffende veiligheidsinstructies voldoende veilig is.
Het niet opvolgen van de onderstaande veiligheidsinstructies kan ernstig lichamelijk letsel of materiële schade veroorzaken.
Elektrische leidingen moeten worden aangelegd in
overeenstemming met lokale bouwvoorschriften en
reglementen met betrekking tot elektrische installaties.
De elektrische kabel mag alleen worden aangesloten
op een correct geaard net.
Bij de montage moet rekening worden gehouden met de
actieradius van de draaiende vleugel in relatie tot
omringende objecten (bijvoorbeeld de muur van een
gebouw) en het daarmee verbonden risico van beknelling..
Schakel de electriciteit naar de besturing uit voordat u
reparaties uitvoert of beschermingen verwijdert.In de
uiteindelijke configuratie van de installatie is een
scheidingsinrichting nodig, zodat alle polen kunnen
worden uitgeschakeld met behulp van een schakelaar
(contactopening minstens 3 mm) of een aparte
zekering.
Ga bij de omgang met gereedschap en kleine
onderdelen voorzichtig te werk en draag geen ringen,
horloges of loshangende kleding, als u bezig bent met
installatie- of reparatiewerkzaamheden aan een hek.
Zie er op toe dat deze aanwijzingen worden
opgevolgd door personen die de aandrijving
monteren, onderhouden of bedienen.
Bewaar de gebruiksaanwijzing op een plaats waar u
er snel bij kunt.
Verwijder alle aan het hek aangebrachte sloten om
schade aan het hek te voorkomen.
Het is van belang dat het hek altijd soepel kan
bewegen. Hekken die blijven steken of klemmen,
dienen onmiddellijk te worden gerepareerd. Probeer
niet het hek zelf te repareren. Roep daarvoor de hulp in
van een vakman.
Houd extra accessoires uit de buurt van kinderen. Sta
kinderen niet toe drukschakelaars en afstandsbedieningen
te bedienen. Een zich sluitend hek kan zwaar letsel
veroorzaken.
Na de installatie dient te worden gecontroleerd of het
mechanisme juist is ingesteld en of de aandrijving, het
veiligheidssysteem en de noodontgrendeling, indien
aanwezig, goed functioneren.
Na het monteren van de hekaandrijving mogen er
geen plekken zijn die gevaar van beknelling of
verwonding opleveren voor levende wezens.
Als zich een voetgangerspoortje in het hek bevindt,
mag de aandrijving niet starten of doorlopen wanneer
dit poortje niet correct is gesloten.
BELANGRIJKE INSTRUCTIES VOOR MONTAGE EN GEBRUIK
ATTENTIE
709438
MOTOREN:
Motor 1 “Master” moet als eerste opengaan, de andere motor
heet Motor 2 “Second”. Als er maar een motor gebruikt wordt,
blijft de aansluiting van motor 2 vrij.
De kabels van de condensatoren die bij de motoren meegeleverd
worden, moeten samen met de kabels voor de draairichting
(bruin/zwart) naar de contacten OP en CL geleid worden. De
condensatoren kunnen, om plaats te sparen, ook in de verdelers
ondergebracht worden. Zorg ervoor dat ze goed bevestigd zijn en
een goede elektrische verbinding maken. De condensatoren
zorgen voor de kracht van de motoren.
Sluit eerst de motoren als volgt aan:
Motor 1
4 bruin & condensator 1
5 blauw
6 zwart & condensator 1
—————————————————————
Motor 2
7 zwart & condensator 2
8 blauw
9 bruin & condensator 2
Voor de ingebruikname, zie paragraaf Eerste
ingebruikname/basisinstelling.
Aanwijzing: bij de eerste ingebruikname moeten tijdens de
eerste loop de deurvleugels OPENGAAN. Als een of beide
vleugels zich sluit, in plaats van open te gaan, moeten bij
deze motor de bruine en zwarte kabel omgewisseld worden!
Eerst moet de stroomtoevoer onderbroken worden!
Typische opbouw van een installatie:
1. Motor
2. Besturing
3. Fotocelbeveiliging (actief sluiten), hoogte max. 200 mm
Eerste fotocelbeveiliging.
4. Fotocelbeveiliging (actief openen), hoogte max. 200 mm
Tweede fotocelbeveiliging.
5. Knipperlicht (optioneel)
Belangrijke optische aanwijzing die wijst op bewegingen van de
deur.
6. Sleutelschakelaar/Codeslot
Wordt aan de buitenzijde aangebracht. Met een sleutel of door het
invoeren van een nummer wordt de deur geopend.
7. Contactlijsten (optie)
Beveiligt de deur bij aanraking. Contactlijsten kunnen op de deur
of aan de posten worden aangebracht. Contactlijsten moeten,
indien mogelijk, tot 2,5 m hoogte aangebracht worden.
8. Fotocelbeveiliging (actief openen/sluiten), hoogte max. 200 mm
(optioneel)
9. Detectielus ingang (optioneel)
10. Veiligheidsdetectielus in het zwenkbereik van de deur
(optioneel)
11. Detectielus uitgang (optioneel)
De besturing voldoet aan de meest recente EN-
richtlijnen. Een van deze richtlijnen schrijft voor dat de
sluitkrachten aan de deurkant niet meer mogen zijn dan 400 N (40
kg) binnen de laatste 500 mm voor deur DICHT. Bij een
deuropening van 500 mm mag de maximale kracht aan de
deurkant 1400 N (140 kg) bedragen. Als dit niet gegarandeerd kan
worden, moet er altijd een contactlijst, indien mogelijk, tot een
hoogte van 2,5 m aan de deur of aan de tegenoverliggende post
worden aangebracht (EN12453).
NL-2
709438
OPBOUW VAN DE BESTURING
PUNT BESCHRIJVING FUNCTIE
1 M1, contact:1,2,3 Voedingskabel
2 M2, contact:4,5,6 Aandrijving 1 (Master)
Contact:7,8,9 Aandrijving 2 (Second)
3 M3, contact:10,11 Aansluiting voor E-slot 24 V
Contact:12,13 Deurbeveiliging/verlichting
Contact:13,14 Knipperlicht
4 M4, contact:15,16 Aansluiting voor toebehoren
24V
Contact:17,20 Impulsgever kanaal 1
Contact:18,20 Impulsgever kanaal 2
Contact:19,20 Noodstopschakelaar/moet
overbrugd worden, zonder
aangesloten schakelaar
5 M5,contact:21,24 Fotocelbeveiliging actief OPEN
Contact:22,24 Fotocelbeveiliging actief DICHT
Contact:23,24 Fotocelbeveiliging actief
OPEN+ DICHT
Contact:25,26 Contactlijst 8,2 kOhm
Contact:27,28 Antenne
6 CN1/CN2, stekker aansluiting radiomodule
7 CH1, druktoets Leren/wissen radiokanaal 1
8 CH2, druktoets Leren/wissen radiokanaal 2
9 L1, druktoets Aanleren traject
10 JMP1, jumper Programmering
fotocelbeveiliging
11 DIP1 Dipschakelaar blok
12 PT4, potentiometer Krachtinstelling aandrijving 2
13 PT3, potentiometer Krachtinstelling aandrijving 1
14 PT2, potentiometer Automatisch sluiten
15 PT1, potentiometer Vleugelvertraging
NL-3
BESCHRIJVING VAN DE LED’s
RODE LED’s moeten uitgeschakeld zijn. Duiden op storingen;
uitgezonderd niet-aangesloten Failsafe fotocelbeveiligingen. (zie
beschrijving „JUMPER“)
(voorbeeld: kortsluiting, fotocelbeveiligingen en/of contactlijst)
PUNT BESCHRIJVING
LED A ROOD leren/wissen radiokanaal 1
LED B ROOD starten impulskanaal 1
LED C ROOD leren/wissen radiokanaal 2
LED D ROOD starten impulskanaal 2
LED E ROOD fotocelbeveiliging actief OPEN
LED F ROOD fotocelbeveiliging actief SLUITEN
LED G ROOD fotocelbeveiliging actief OPEN/SLUITEN
LED H ROOD contactlijst
LED I GROEN stop
LED J ROOD leerprogramma (traject)
709438
NL-4
PROGRAMMA’S
De besturing beschikt over 7 modi (programma’s). Het gewenste
programma wordt met de dipschakelaar “ON” (AAN) of “OFF” (UIT)
ingesteld.
DIP1
DIP2
DIP3
DIP4
DIP5
DIP6
DIP7
DIP8
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
De verschillende werkwijzen van de aandrijvingen (zie
aparte tabel)
E-slot
Zodra er een impuls gegeven wordt, drukt de
aandrijving de deur richting DICHT en wordt gedurende
een seconde het relais voor de vrijgave van het E-slot
geopend. (Werking op basis van verschillende op de
markt verkrijgbare E-sloten.)
Werking gedeactiveerd
Instelling voor Chamberlain fotocelbeveiligingen
(770E/771E), komt overeen met EN60225-2-103.
Instelling voor relaisgestuurde fotocelbeveiligingen
(100263E) of andere relais-fotocelbeveiligingen.
Voorknipperen van de knipperlichten gedurende 2
seconden voordat de aandrijving start.
Voorknipperen gedeactiveerd
Nadat de deur volledig geopend is, drukt aandrijving 1
met maximale kracht de deur gedurende 1 seconde in
richting „OPEN”.
Werking gedeactiveerd
Nadat de deur volledig gesloten is, wordt aandrijving 1
gedurende 2 seconden uitgeschakeld, zodat het E-slot
kan vastklikken. Vervolgens drukt de aandrijving
nog 1 seconde met maximale kracht in richting
„DICHT”.
Werking gedeactiveerd
POTENTIOMETER
PT1 (TRIMMER 1): VLEUGELVERTRAGING (BIPART DELAY)
Stuurt de vleugelvertraging aan bij vleugels die elkaar overlappen. In
stand OPEN = 1 of 3 sec. In stand DICHT = 0-20 sec. Motor 1 Master
wordt eerst geopend en als laatste gesloten. Om te voorkomen dat er
niemand tussen de twee sluitende vleugels geklemd wordt, moet de
vleugelvertraging altijd ingesteld worden. Volledig naar links gedraaid:
vleugelvertraging UIT
PT2 (TRIMMER 2): AUTOMATISCH SLUITEN (TIMER TO CLOSE)
De wachttijd van de deur in de stand DEUR OPEN kan gedefinieerd
worden: 0-150 sec. nadat de ingestelde tijd afgelopen is, wordt de
deur gesloten. Alleen mogelijk met aangesloten failsafe
fotocellen 771E.Volledig naar links gedraaid: automatisch sluiten UIT
De besturing voldoet aan de meest recente EN-richtlijnen.
Een van deze richtlijnen schrijft voor dat de sluitkrachten aan de
deurkant niet meer mogen zijn dan 400 N (40 kg) binnen de laatste
500 mm voor de stand deur DICHT. Bij een deuropening van 500 mm
mag de maximale kracht aan de deurkant 1400 N (140 kg) bedragen.
Als dit niet gegarandeerd kan worden, moet er altijd een contactlijst,
indien mogelijk, tot een hoogte van 2,5 m aan de deur of aan de
tegenoverliggende post worden aangebracht (EN12453).
PT3 (TRIMMER 3): INSTELLING VAN KRACHT (FORCE 1
MASTER)
De werkkracht van de motor wordt gedefinieerd met motor 1 =
Master. De benodigde kracht is afhankelijk van het gewicht en de
functie van de deur.
PT4 (TRIMMER 4): INSTELLING VAN KRACHT (FORCE 2
SECOND)
De werkkracht van de motor wordt gedefinieerd met motor 2 =
Second. De benodigde kracht is afhankelijk van het gewicht en de
functie van de deur.
7094238
ALLE veranderingen/instellingen die U
aan de besturing voorneemt, ALTIJD stekker
uit het stopcontact, anders worden de nieuwe
veranderingen/instellingen niet door de
besturing geaccepteerd.
ALLE veranderingen/instellingen die U
aan de besturing voorneemt, ALTIJD stekker
uit het stopcontact, anders worden de nieuwe
veranderingen/instellingen niet door de
besturing geaccepteerd.
NL-5
Aparte tabel voor de instelling van de werkwijzen
Deur gesloten:
1. impuls opent, de volgende
zet stop, de volgende sluit,
de volgende zet stop, de
volgende opent etc.
Deur gesloten:
1. impuls opent voetganger, de
volgende zet stop, de volgende
sluit, de volgende zet stop, de
volgende opent etc.
Impuls tijdens sluiten zet de
deur stop
Impuls tijdens sluiten zet de deur
stop
Impuls tijdens openen zet de
deur stop
Impuls tijdens openen zet de deur
stop
Impuls tijdens pauze sluit de
deur onmiddellijk
Impuls tijdens pauze sluit de deur
onmiddellijk
Standaard
Standaard &
Dodeman in sluiten
Deur gesloten:
1. impuls opent, de volgende
zet stop, de volgende sluit, de
volgende zet stop, de
volgende opent etc.
Deur open:
Continu signaal voor sluiten
noodzakelijk, loslaten
bewerkstelligt stopzetten
Impuls tijdens sluiten zet de
deur stop
Radiosignaal gedeactiveerd,
veiligheidsinrichtingen
gedeactiveerd
Impuls tijdens openen zet de
deur stop
Impuls tijdens automatisch
sluiten sluit de deur onmiddellijk
Automatische inrichting met stop
Deur gesloten:
1. impuls opent, de volgende
zet stop, de volgende sluit, de
volgende opent
Deur gesloten:
1. impuls opent voetganger, de
volgende zet stop, de volgende sluit
Deur geopend:
1. impuls sluit, de volgende
opent
Impuls tijdens voetganger
stopt, de volgende sluit
Residential
Deur gesloten:
1. impuls opent, de volgende
sluit, de volgende opent, de
volgende sluit etc.
Deur gesloten:
1. impuls opent, voetganger, de
volgende sluit onmiddellijk
Impuls tijdens voetganger sluit
de deur onmiddellijk
Impuls tijdens automatisch sluiten
sluit de deur onmiddellijk
Impuls tijdens automatisch
sluiten opent de deur
onmiddellijk
Impuls tijdens automatisch sluiten
sluit de deur onmiddellijk.
Kanaalscheiding Deur gesloten:
1. impuls opent, de volgende zet
stop, de volgende opent, de
volgende zet stop etc.
Deur open:
1. impuls sluit, de volgende zet
stop, de volgende sluit etc
Impuls tijdens sluiten zet de
deur stop
Impuls tijdens openen zet de deur
stop
DIP1
AAN
AAN
UIT
UIT
AAN
AAN
UIT
DIP2
AAN
UIT
UIT
AAN
AAN
UIT
UIT
DIP3
UIT
AAN
AAN
UIT
AAN
UIT
UIT
Impulsgever/kanaal 1
Impulsgever/kanaal 2
Parkeerplaats Deur gesloten:
1. impuls opent beide vleugels
volledig, verdere impulsen
worden genegeerd.
Deur gesloten:
1. impuls opent voetganger
volledig, verdere impulsen
worden genegeerd.
Impuls tijdens voetganger opent
ook de tweede vleugel
Impuls tijdens sluiten opent de
vleugels onmiddellijk
Impuls tijdens sluiten opent de
vleugels onmiddellijk
Dodeman
Deur gesloten:
Continu signaal noodzakelijk,
loslaten bewerkstelligt
stopzetten
Deur open:
Continu signaal noodzakelijk,
loslaten bewerkstelligt stopzetten
Radiosignaal gedeactiveerd,
veiligheidsinrichtingen
gedeactiveerd
Radiosignaal gedeactiveerd,
veiligheidsinrichtingen
gedeactiveerd
709438
TOEBEHOREN
NL-6
FOTOCELBEVEILIGINGEN (OPTIONEEL)
De fotocelbeveiligingen zorgen voor het beveiligen van de deur en
moeten gebruikt worden. De montageplaats is afhankelijk van de
constructie van de deur. Overeenkomstig EN12453 moet één paar
fotocelbeveiligingen buiten op een hoogte van 200 mm actief in de
stand „Sluiten” geïnstalleerd worden; een tweede paar wordt binnen
op een hoogte van 200 mm actief in „Openen” geplaatst. Een derde
paar fotocelbeveiligingen is actief in de stand „Sluiten” en „Openen”
en kan optioneel geïnstalleerd worden. De fotocelbeveiligingen
bestaan uit een zender en een ontvangergedeelte en moeten
tegenover elkaar liggen. Met een schroevendraaier kan de behuizing
van het fotocelbeveiliging (kunststof) geopend worden. Het
fotocelbeveiliging wordt met kleine schroeven en pluggen aan de
wand bevestigd. Het is mogelijk twee verschillende
fotocelbeveiligingsystemen te gebruiken. (Zie beschrijving
dipschakelaar). Als de functie „Automatisch sluiten” beschikbaar moet
zijn, moet het Chamberlain-Failsafe fotocelbeveiliging geïnstalleerd
worden. Een combinatie van de fotocelbeveiligingen is niet mogelijk.
Het Chamberlain-Failsafe systeem (2-kabel systeem) beschikt aan
beide zijden over een kleine, van buiten waarneembare LED (lampje)
om de toestand van het fotocelbeveiliging aan te geven. Er zijn twee
modellen van het Chamberlain-Failsafe systeem verkrijgbaar. Het ene
systeem is ideaal voor montage aan wanden die tegenover elkaar
staan. Het andere systeem is ideaal voor montage aan de
binnenzijde van de deur, aangezien de beslagen voor de montage
ingesloten zijn.
Diagnose aan het Chamberlain-Failsafe fotocelbeveiliging
LED constant = OK
LED knippert = fotocelbeveiliging blokkeert besturing
LED uit = geen stroom, verkeerde aansluiting of polen verkeerd
aangesloten
Diagnose aan de besturing
LED uit = OK
LED constant aan = besturing blokkeert
LED knippert = OK geen fotocelbeveiliging aangesloten
Kabeldoorsnede: 0,5 mm
2
of groter.
Spanning: 12/24 volt AC/DC.
Geen onbuigzame koperen leidingen gebruiken. Kabels met 230 volt
niet parallel of in hetzelfde kanaal leggen.
open/öffnen/ouvrir/open
close/schliessen/fermer/sluiten
close/schliessen/
fermer/sluiten
open/öffnen/
ouvrir/open
JUMPER
PROGRAMMERING VAN DE FAILSAFE FOTOCELLE(N) 771E/770E
1. Vóór de eerste ingebruikname !!.
2. Bij aansluiting/verwijderen van een nieuwe fotocel.
- Besturing uitschakelen( stekker uit het stopcontact trekken).
- Het opsteekbruggetje (jumper) op de hiervoor voorgeziene pinnen
steken.
- Dipschakelaar 5 op ON zetten.
- Fotocel(len) volgens het schema aansluiten.
- Besturing aanzetten (stekker erin) en 30 sec. wachten.
- Het opsteekbruggetje (jumper) eraf trekken, even wachten.
(Antaal aangeslotene fotocellen worden onthouden)
PROGRAMMERING VAN RELAIS-FOTOCELLEN BIJV. 100263
De besturing moet gedurende een paar seconden van het stroomnet
losgekoppeld worden. Alle contacten waaraan geen fotocelbeveiliging
aangesloten is, moeten met COM overbrugd worden. (21-24, 22-24,
23-24). De relais-fotocelbeveiligingen worden door de contacten 15-16
van stroom voorzien. Dipschakelaar 5 moet op OFF staan. De jumper
moet eraf getrokken worden.
Aanwijzing: relais-fotocelbeveiligingen mogen overeenkomstig
EN12978 niet meer voor nieuwe installatie gebruikt worden,
aangezien ze zichzelf niet kunnen testen (failsafe).
GEBRUIK ZONDER FOTOCELLEN
GEVAAR: niet toegestaan voor normaal gebruik. In dat geval moeten
contactlijsten de deur beveiligen.
De besturing moet gedurende een paar seconden van het stroomnet
losgekoppeld worden. De contacten 21-22-23-24 moeten allemaal
overbrugd worden. Dipschakelaar 5 moet op OFF staan. De jumper
moet eraf getrokken worden.
Aanwijzing: fotocelbeveiligingen van verschillende constructie mogen
NIET met elkaar gecombineerd worden.
709438
NL-7
TOETS/SLEUTELSCHAKELAAR (OPTIONEEL)
De besturing/aandrijving kan over verschillende ingangen
geactiveerd worden. Dit kan met een handzender of
sleutelschakelaar (Contacten 17 +20) gedaan worden.
Handzender = zie punt Aanleren van de handzender
Schakelingang 1 = input besturing 1, Normaal gebruik
Schakelingang 2 = input besturing 2, Actief bij speciale instellingen
(zie beschrijving dipschakelaar)
NOODSTOP (OPTIONEEL) 600084
Als er een schakelaar aangesloten wordt, kan hiermee de
installatie stopgezet of geblokkeerd worden. Een beweging van de
vleugels wordt onmiddellijk onderbroken. De contacten 19 en 20
moeten overbrugd worden als er geen schakelaar geïnstalleerd is.
AANSLUITING DETECTIELUS (OPTIONEEL)
Er kan een detectielus (203292 1-kanaals, 203308 2-kanaals) op
de besturing worden aangesloten. Met een 2-kanaals installatie
kunnen er 2 detectielussen gescheiden of samen gebruikt worden.
Aanwijzing:
de beschrijving heeft uitsluitend betrekking op de
afzonderlijke contactringen. Als er een 2-kanaals installatie gebruikt
wordt, kunnen er ook twee contactringen achter elkaar gelegd
worden om de rijrichting van voertuigen te herkennen. In dat geval
zijn er meer aansluitcombinaties mogelijk.
Voor de opening ingang of uitgang
Aansluiting aan contact 17 + 20. Dipschakelaar in functie
parkeerplaats. Automatisch sluiten geactiveerd (aanbevolen).
Voor het beveiligen van het zwenkbereik van de deur
Aansluiting op contact 19 + 20 (stop). Relaisuitgang bij gebruik
van Failsafe fotocelbeveiligingen op NO (sluiten). Bij gebruik van
relais-fotocelbeveiligingen als NC (opener). Functie Automatisch
sluiten niet aanbevolen.
Attentie: enige beveiliging die niet aan de EN-norm voldoet,
dus niet toegestaan!
24 VDC - UITGANG
Voor relais-fotocelbeveiligingen of andere apparatuur (bijv.
ontvanger)
max. 500 mA
Geen onbuigzame koperen leidingen gebruiken. Kabels
met 230 volt niet parallel of in hetzelfde kanaal leggen.
ELEKTRISCH SLOT (OPTIONEEL) 600022 (24V)
Een elektrisch slot kan met de contacten 10 en 11 op de besturing
worden aangesloten.
Kabeldoorsnede: 0,5 mm
2
of groter.
Spanning: 24 volt AC/DC.
DEURBEVEILIGING/VERLICHTING (OPTIONEEL)
Om de toestand van de deur te kunnen bewaken, kan er een
gloeilamp 24V/3W worden aangesloten. Als alternatief kan er ook met
een relais (toebehoren) verlichting worden voorgeschakeld.
Kabeldoorsnede: 0,5 mm
2
of groter.
Spanning: 24 V
KNIPPERLICHT (OPTIONEEL) FLA24-2
Er kan een knipperlicht op de besturing worden aangesloten. Dit
knipperlicht waarschuwt personen voor de bewegende deur. Het
knipperlicht moet hoog en duidelijk zichtbaar aangebracht worden. De
besturing geeft een constant signaal af, dat wordt omgezet in een
knipperlicht.
Kabeldoorsnede: 0,5 mm
2
of groter.
Spanning: 24 V DC
Geen onbuigzame koperen leidingen gebruiken. Kabels met
230 volt niet parallel of in hetzelfde kanaal leggen.
709438
NL-8
EERSTE INGEBRUIKNAME
BASISINSTELLING
Voer de punten nauwkeurig één voor één uit. Begin in geval van
twijfel opnieuw. Neem voldoende tijd voor deze instellingen.
1. Zijn alle voor het gebruik noodzakelijke aansluitingen aangesloten?
Motoren, fotocelbeveiligingen, veiligheidscontactlijst, stopschakelaar.
2. Zorg ervoor dat zich niemand in de buurt van deur bevindt of kan
bevinden.
3. Controleer de LED’s (lampjes) op werking en ga na of ze functies
blokkeren. Rode LED’s (lampjes) mogen niet constant branden. De
groene LED moet branden.
4. Instellen van de dipschakelaar programma standaard 1=”ON”, 2=
„ON“, 3=„OFF“. Later kunnen er altijd correcties worden uitgevoerd.
5. Is er een E-slot geïnstalleerd? Indien ja, dipschakelaar 4=“ON“
6. Kracht instellen potentiometer „FORCE 1“ „FORCE 2“. Op
maximaal 30% instellen. Bij zeer lichte deuren zelfs minder. Eerst
proberen, dan corrigeren! Alleen in kleine stappen de kracht
verhogen.
7. Als er twee motoren aangesloten zijn, moet de vleugelvertraging
(„Bipart Delay“) ingesteld zijn. De potentiometer op ca. 50% zetten.
Latere correcties kunnen te allen tijde uitgevoerd worden.
8. Besturing uitschakelen( stekker uit het stopcontact trekken).
8.1 Het opsteekbruggetje (jumper) op de hiervoor voorgeziene pinnen
steken.
8.2 Dipschakelaar 5 op ON zetten.
8.3 Fotocel(len) volgens het schema aansluiten.
8.4 Besturing aanzetten (stekker erin) en 30 sec. wachten.
8.5 Het opsteekbruggetje (jumper) eraf trekken, even wachten. De
LED´s van de aangesloten fotocellen moeten UIT zijn, de LED´s van
de NIET aangesloten fotocellen KNIPPEREN. De fotocellen zijn nu
geactiveerd.
1
3
6
7
AANLEREN / WISSEN VAN DE HANDZENDER
Druk op de toets CH1. De LED „Learn1“ brandt rood. Druk
vervolgens gedurende ca. 5 seconden een toets van de handzender
in. De LED „Learn 1“ knippert nu. Klaar. Voer dezelfde stappen uit
voor CH2, maar druk nu een nog vrije toets van de handzender in.
Er kunnen maximaal 128 handzenders aangeleerd worden.
Druk voor het wissen van de aangeleerde handzenders de toets
CH1 in tot de LED uitgaat. Voer dezelfde stappen uit voor CH2.
RADIOMODULE (OPTIONEEL)
Om de besturing via een radiografisch signaal te kunnen
gebruiken, moet er eerst een radiomodule op de insteekplaatsen
CN1/CN2 worden geïnstalleerd. Volgende modules zijn
verkrijgbaar: 801221 (433.92 MHz),801429 (27.145 MHz), 207542
(315.15 MHz China)
CONTACTLIJST (OPTIONEEL)
Op de besturing kan een contactlijst die volgens het 8,2-kOhm-
principe werkt aangesloten worden. D.w.z. dat er aan het eind van
de contactlijst een testweerstand met 8,2 kOhm wordt aangesloten.
Deze zorgt voor de voortdurende controle van het stroomcircuit. De
besturing wordt geleverd met een ingebouwde 8,2 kOhm
weerstand. Er worden meerdere klemstroken in serie aangesloten.
Kabeldoorsnede: 0,5 mm
2
of groter.
ANTENNE (OPTIONEEL) ANT4X-1LM
De besturing is standaard met een draadantenne uitgerust.
Op de contacten 27 en 28 kan een buitenantenne (toebehoren)
worden aangesloten. Zo is de bereik groter. De antenne dient zo
hoog mogelijk gemonteerd te worden.
Geen onbuigzame koperen leidingen gebruiken. Kabels
met 230 volt niet parallel of in hetzelfde kanaal leggen.
709438
NL-9
Programmering van de tijd voor het traject standaard (zonder
soft-stop, langzaamloop)
Aanwijzing: als er maar een aandrijving (1-vleugel) gebruikt
wordt, dan zijn de leerstappen voor vleugel 2 anders.
Bij programmering “Standard”: aanwijzing zie in de tekst.
Bij programmering “Advanced” de punten 5, 6, 7, 8 overslaan
door toets L1 in te drukken.
Toets L1 moet in dit programma 2x ingedrukt worden.
1. De vleugels moeten gesloten en vergrendeld zijn.
2. Toets L1 kort indrukken (1 seconde), beide vleugels gaan open.
Aanwijzing: als een vleugel zich sluit, in plaats van open te gaan,
moeten bij deze motor de bruine en zwarte kabel omgewisseld
worden! Stroom uitschakelen (opnieuw starten), vervolgens
opnieuw beginnen met de programmering.
3. Toets L1 weer indrukken zodra beide vleugels de eindaanslag
bereikt hebben (+ twee seconden laten brommen). Alleen vleugel 2
loopt nu aan en wordt gesloten. Als vleugel 2 gesloten is, loopt
vleugel 1 automatisch aan en wordt gesloten.
Aanwijzing: wacht, als er maar een vleugel gebruikt wordt, (ca. 15
seconden) zonder een toets in te drukken. Vleugel 1 loopt
automatisch aan.
Verder met het afronden van de installatie.
Programmering van het traject „Advanced” (individueel)
Toets L1 moet in dit programma in totaal 9x ingedrukt worden. Bij
elke druk op de toets wordt er een positie (tijd) opgeslagen. Daardoor
is het mogelijk soft-stop (langzaamloop) op te slaan, zodat de deur of
de toepassing individueel aangepast kan worden. Zeer lange of bijna
geen soft-stop-fases zijn ook mogelijk.
Vleugel 1 = „Master“
Vleugel 2 = „Second“
1. De vleugels moeten gesloten en vergrendeld zijn.
2. L1 indrukken; langer dan 5 seconden = tot vleugel 1 start
(opengaat). Toets loslaten!!
3. L1 weer indrukken; soft-stop OPEN voor vleugel 1 begint vanaf
deze positie.
4. L1 nogmaals indrukken nadat de eindaanslag OPEN al 2 sec.
bereikt is (windlast)
Vleugel 2 start nu automatisch.
5. L1 weer indrukken; soft-stop OPEN voor vleugel 2 begint vanaf
deze positie.
6. L1 nogmaals indrukken nadat de eindaanslag OPEN al 2 sec.
bereikt is (windlast)
Vleugel 2 start nu automatisch en sluit vervolgens.
7. L1 weer indrukken; soft-stop DICHT voor vleugel 2 begint vanaf
deze positie.
8. L1 nogmaals indrukken nadat de eindaanslag DICHT al 2 sec.
bereikt is (windlast)
Vleugel 1 start nu automatisch.
9. L1 weer indrukken; soft-stop DICHT voor vleugel 1 begint vanaf
deze positie.
10. L1 nogmaals indrukken nadat de eindaanslag DICHT al 2
sec.bereikt is (windlast)
Klaar.
Voltooien van de installatie/programmering:
Als het traject geprogrammeerd is, kunnen de handzenders
geleerd (niet nodig bij kits) of gewist worden.
1. Start de deur met de handzender of een aangesloten toets en
observeer het verloop. Sluit de deur weer ZONDER dat u een
instelling geprogrammeerd heeft.
2. Als de deur niet volledig sluit, moet de potentiometer op een
waarde ingesteld worden die het resultaat is uit voorgaande
pogingen. (Bijv. looptijd verhogen, kracht corrigeren.
Vleugelvertraging) Attentie: de vleugel moet minstens een seconde
tegen de aanslag aankomen, zodat hij ook bij wind (langzamer) de
aanslag bereikt. Het is niet mogelijk dit met verhoogde kracht te
compenseren. Het programmeren van de looptijd moet herhaald
worden.
3. Doe nu een tweede poging, voer dezelfde stappen uit en sluit de
deur eerst, voordat u weer instellingen programmeert.
4. Controleer, als alle instellingen geprogrammeerd zijn, de werking
van de fotocelbeveiligingen, toetsen, knipperlichten, handzenders,
toebehoren etc. Als u Automatisch sluiten wilt, zet dan de
potentiometer voor de pauze op deur OPEN (“timer to close”).
5. Toon iedereen die met de deur om moet kunnen gaan welke
bewegingen de deur maakt, hoe de veiligheidsfuncties werken en hoe
de aandrijving met de hand bevestigd kan worden.
709438
NL-10
709438
De aandrijving opent het hek niet volledig
1. Zijn de pijlermaten A+B correct?
2. Is de looptijd van de besturing correct
geprogrammeerd?
3. Is de kracht correct ingesteld?
1. A+B-maat controleren
2. Eventueel opnieuw programmeren,
plus ca. 3 seconden
3. Kracht corrigeren (bij wind draait de
aandrijving iets langzamer)
De besturing reageert niet wanneer ik de DIP-
schakelaars verander.
Besturing stroomloos schakelen, dan
DIP-schakelaars veranderen.
"Automatisch sluiten” werkt niet
1. Werkt alleen wanneer de fotocellen
met 2 kabels 770E(ML) of 771E(ML)
geïnstalleerd is.
2. Vervolgens potentiometer voor
“Automatisch sluiten” rechtsom draaien.
De aandrijving reageert helemaal niet, geen LED
brandt, eventueel stroomonderbreking
1. Stroomdraad en nulleider controleren
2. Zekeringenkast woning controleren
Aandrijving werkt niet / reageert niet op indrukken
van de knop.
1. Aansluiting knop los
2. Aansluiting STOP-schakelaar los, STOP-
LED is uit.
3. Hindernis blokkeert fotocel in
bewegingsrichting
4. Contactlijst is beschadigd of heeft een
hindernis geraakt.
5. Aandrijving is nog ontgrendeld
1. Knoppen- en COM-aansluitingen
controleren
2. Aansluitingen van de STOP-
schakelaar (STOP en COM)
controleren.
3. Hindernis verwijderen
4. Hindernis verwijderen, alsmede
aansluitingen en bedrading controleren.
5. Aandrijving vergrendelen
Direct nadat het hek zich in beweging heeft
gezet, stopt het en keert het terug.
Hindernis in het hekbereik
Hekbereik controleren op hindernissen
De aandrijving zoemt weliswaar maar heeft geen
kracht
1. Condensator is niet correct aangesloten op
bruine en zwarte kabel.
2. Kracht is niet ingesteld.
3. Aandrijving is ontgrendeld
1. Bedrading condensator controleren
2. Potentiometer voor kracht rechtsom
draaien
3. Aandrijving vergrendelen
De aandrijving werkt alleen wanneer ik de
handzender ingedrukt houdt.
1. Besturing in dodemansbedrijf
2. Een beveiligingsvoorziening functioneert niet
juist. (fotocel, contactlijst)
1. Besturing stroomloos schakelen, dan
DIP-schakelaars veranderen.
2. LED's bekijken, fouten zoeken en
verhelpen.
De aandrijving reageert niet hoewel de besturing
aangesloten is. (LED's branden)
1. Handzender niet geprogrammeerd
2. LED's geven fouten aan
3. Fotocel verkeerd aangesloten
4. Brug niet aanwezig tussen STOP en COM
5. Klem voor motoren eventueel niet correct
aangesloten
1. Handzender programmeren
2. Fouten zoeken en verhelpen (zie
beschrijving LED's)
3. Aansluiting/programmering fotocel
controleren
4. Eenvoudige draadbrug aansluiten
5. Klem en aansluitingen controleren
Wat is de vermoedelijke levensduur van een hekaandrijving?
Een correct geïnstalleerde hekaandrijving kan bij gebruik voor
particuliere toepassingen meer dan10 jaar storingsvrij werken. Zowel
het hek als ook de aandrijving moeten regelmatig worden
gecontroleerd en volgens het schema worden onderhouden.
Wat gebeurt er tijdens een stroomonderbreking?
Alle Chamberlain-hekaandrijvingen beschikken over een
ontgrendelingssysteem om het hek tijdens een stroomonderbreking met
de hand te kunnen bedienen.
Hoe lang duurt de installatie van een hekaandrijving?
Afhankelijk van uw vaardigheden neemt de montage van de
mechanische onderdelen ca. 3 tot 8 uur in beslag. Het hek moet worden
voorbereid, zodat het gereed is voor installatie. De elektrische aansluiting
duurt ca. 1 tot 2 uur. Elke gebruiker moet tenminste 30 minuten worden
geïnstrueerd in de bediening; hierbij moeten de functies worden getoond
en veiligheidsaspecten, beveiligingsvoorzieningen, alsmede de
handelwijze tijdens een stroomonderbreking worden uitgelegd.
Is het mogelijk om slechts een vleugel te openen?
(voetgangersfunctie)
Ja, dat is mogelijk. Dit proces kan radiografisch worden geactiveerd
(hiervoor is minimaal een 2-kanaals handzender noodzakelijk) of via het
indrukken van een knop. (Zie instelling van de functiewijzen “Standaard”)
Veel gestelde vragen
De aandrijving stopt plotseling en werkt pas weer
na een langere pauze.
Wordt het hek continu gebruikt, bereikt de
motor de uitschakeltemperatuur.
Beveiligingsvoorziening, omdat de aandrijving
niet geschikt is voor continubedrijf.
Motor voldoende laten afkoelen (min. 15
minuten).
709438
NL-11
Besturing werkt niet meer met handzender, alleen
nog met schakelaar en dan alleen zolang er een
toets ingedrukt wordt en vastgehouden wordt.
Toets (1) Open of met toets (2) DICHT
1.Instelling dipschakelaar niet naar wens
2.Een veiligheidsfotocelbeveiliging, contactlijst
of stop blokkeren de besturing
3.Er is slechts een fotocelbeveiliging voor
OPEN aangesloten
1.Correctie van de dipschakelaar.
Verhelpen van de storing noodzakelijk.
Als de storing niet gerepareerd kan
worden, dan moet er een “reset” en een
nieuwe programmering uitgevoerd
worden (zie fotocelbeveiliging).
2.Er moet ten minste een
fotocelbeveiliging actief op DICHT of
OPEN & DICHT aangesloten zijn.
De installatie wordt niet automatisch gesloten,
maar wordt automatisch GEOPEND
De motorkabels zijn verkeerd aangesloten Motorkabels (bruin,zwart) omwisselen.
Besturing werkt niet met handzender 1.Handzender niet geprogrammeerd
2.Een fotocelbeveiliging blokkeert
1.Handzender programmeren.
2.Fotocelbeveiligingen controleren.
Deur kan alleen geopend worden
1.Fotocelbeveiliging blokkeert
2.Instelling dipschakelaar niet naar wens
1.Controle van de werking en
aansluiting noodzakelijk.
2.Dipschakelaar controleren.
De besturing doet het niet Geen traject geleerd Traject aanleren.
Zie eerste ingebruikname.
De vleugels worden niet volledig geopend 1.Kracht te laag bij veel wind
(deuren over het volledige oppervlak)
2.Deur loopt stroef/zwaar
1.Kracht opnieuw instellen (verhogen).
2.Stroefheid verhelpen.
3.Besturing nieuw programmeren.
(Externe radiografische) universele ontvanger
werkt niet
Controleer of de polen in de juiste
richting liggen (contacten 15/16)
Kabel “+” en “-” omwisselen.
Het bereik van de zender is te gering
De installatie van een buitenantenne wordt geadviseerd, omdat de besturing met de korte
kabelantenne zich in de meeste gevallen achter de pijler of vlak bij de grond bevindt. De
optimale antennepositie moet altijd zo hoog mogelijk zijn. Chamberlain biedt als toebehoren
een bijbehorende antenne met montageset aan onder de omschrijving ANT4X-1EML.
De hekpijler is zo dik dat ik niet kan voldoen aan
de A+B-maat.
Pijler uitsparen of hek verplaatsen
De aandrijving is zo sterk dat hij het hek/de pijler
verbuigt
1. A+B-maat correct?
2. Kracht te hoog?
3. Hek versterken?
1. A+B-maat controleren
2. Potentiometer voor kracht linksom
draaien
3. Eventueel aandrijving op een
versterkingsplaat schroeven. (pijler)
Eventueel bij trek- en drukpunt een
versterkingsplaat aanbrengen.
(hekvleugel)
Geschikte schroeven en pluggen
gebruiken
Kunnen verschillende A+B-maten aan beide zijden
worden gebruikt?
Over het algemeen wel, maar de vleugels bewegen dan met verschillende snelheden.
Worden de A+B-maat sterk gewijzigd ten opzichte van de norm, dan resulteert dat in een
slecht bewegen van het hek en een hogere belasting van het beslag. (aanzienlijk lagere
levensduur van de installatie)
Het hek moet een stijging volgen Niet aanbevolen! Hek wijzigen! Het hek kan ongecontroleerd (gevaarlijk) bewegen,
wanneer de aandrijving ontgrendeld is. In de stijgingsrichting is een hogere kracht nodig;
in tegenovergestelde richting heeft de aandrijving dan teveel kracht.
De krachtinstelling is gewijzigd, er is echter geen
verschil vast te stellen.
Besturing gedurende enkele seconden van het lichtnet loskoppelen om de zelfcontrole van
de kaart te activeren.

Documenttranscriptie

NL-1 ATTENTIE BELANGRIJKE INSTRUCTIES VOOR MONTAGE EN GEBRUIK BEGIN MET HET LEZEN VAN DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES! Deze waarschuwingstekens betekenen ”voorzichtig!” en zijn een aansporing om goed op te letten, omdat het veronachtzamen ervan lichamelijk letsel of materiële schade teweeg kan brengen. Lees deze instructies a.u.b. zorgvuldig. Deze hekaandrijving is zo geconstrueerd en gecontroleerd dat deze tijdens installatie en gebruik bij nauwkeurige naleving van de betreffende veiligheidsinstructies voldoende veilig is. Het niet opvolgen van de onderstaande veiligheidsinstructies kan ernstig lichamelijk letsel of materiële schade veroorzaken. Ga bij de omgang met gereedschap en kleine onderdelen voorzichtig te werk en draag geen ringen, horloges of loshangende kleding, als u bezig bent met installatie- of reparatiewerkzaamheden aan een hek. Elektrische leidingen moeten worden aangelegd in overeenstemming met lokale bouwvoorschriften en reglementen met betrekking tot elektrische installaties. De elektrische kabel mag alleen worden aangesloten op een correct geaard net. Bij de montage moet rekening worden gehouden met de actieradius van de draaiende vleugel in relatie tot omringende objecten (bijvoorbeeld de muur van een gebouw) en het daarmee verbonden risico van beknelling.. Verwijder alle aan het hek aangebrachte sloten om schade aan het hek te voorkomen. Na de installatie dient te worden gecontroleerd of het mechanisme juist is ingesteld en of de aandrijving, het veiligheidssysteem en de noodontgrendeling, indien aanwezig, goed functioneren. Als zich een voetgangerspoortje in het hek bevindt, mag de aandrijving niet starten of doorlopen wanneer dit poortje niet correct is gesloten. MONTAGE VAN DE BESTURINGSBOX De besturing CB11 wordt in een speciale, waterdichte box (203391) gemonteerd. De afstanden die voor de montage moeten worden aangehouden uitmeten en boorgaten bepalen. Kunststof met behulp van een schroevendraaier uit de gaten verwijderen. Kabelconnectoren met trekontlasting naar binnen leiden. Box tegen het oppervlak, waartegen het gemonteerd moet worden houden. Schroeven door de bevestigingsgaten in de achterwand aan het oppervlak vastschroeven. De motorbesturing bestaat uit microprocessorgestuurde elektronica en is voorzien van de modernste techniek. De besturing beschikt voor een veilig gebruik over alle noodzakelijk aansluitmogelijkheden en functies. Door vocht en water raakt de besturing beschadigd. Voorkom te allen tijde dat er water, vocht, of stuwwater in de besturing komt. Alle openingen en kabeldoorvoeren moeten altijd waterdicht afgesloten zijn. De besturingsbox met de motorbesturing moet met de kabeldoorvoeren naar onderen gemonteerd worden. De box mag niet blootgesteld worden aan direct zonlicht. Met de elektronica kan de trek- en duwkracht zeer nauwkeurig ingesteld worden. De deur kan bij de juiste montage/instelling met de hand vastgehouden worden. Tijdens gebruik kan de deur altijd per afstandsbediening, toets of sleutelschakelaar stopgezet worden. De deurvleugel moet voor de „OPEN”- en „DICHT”-posities een stabiele aanslag hebben, aangezien de deuraandrijvingen niet over een eindschakelaar beschikken. STROOMVERDELING De kabel die vanaf de aandrijfarm loopt, moet op een gangbare, waterdichte verdeler worden aangesloten. De kabel van de verdeler naar de besturing kan dan vast aangelegd worden. Het is vaak mogelijk de aandrijving die direct naast de besturing bevestigd wordt, direct naar de box te leiden. Leg de verdeler nooit onderaards aan! Volgende kabeldoorsnedes mogen over het algemeen niet onderschreden worden: • 100-230 volt 1,5 mm² of groter • 0-24 volt 0,5 mm² of groter Tips: Deurbelkabel leveren in de praktijk vaak problemen op, aangezien ze bij grotere lengtes te veel spanning verliezen. Leg de kabels in verschillende kabelkanalen, d.w.z. kabel - motor en kabel fotocelbeveiliging, vooral bij sleutelschakelaars, starttoetsen (van de behuizing), anders kunnen er bij langere kabellengtes storingen ontstaan. Het is van belang dat het hek altijd soepel kan bewegen. Hekken die blijven steken of klemmen, dienen onmiddellijk te worden gerepareerd. Probeer niet het hek zelf te repareren. Roep daarvoor de hulp in van een vakman. Houd extra accessoires uit de buurt van kinderen. Sta kinderen niet toe drukschakelaars en afstandsbedieningen te bedienen. Een zich sluitend hek kan zwaar letsel veroorzaken. Schakel de electriciteit naar de besturing uit voordat u reparaties uitvoert of beschermingen verwijdert.In de uiteindelijke configuratie van de installatie is een scheidingsinrichting nodig, zodat alle polen kunnen worden uitgeschakeld met behulp van een schakelaar (contactopening minstens 3 mm) of een aparte zekering. Zie er op toe dat deze aanwijzingen worden opgevolgd door personen die de aandrijving monteren, onderhouden of bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing op een plaats waar u er snel bij kunt. Na het monteren van de hekaandrijving mogen er geen plekken zijn die gevaar van beknelling of verwonding opleveren voor levende wezens. TECHNISCHE GEGEVENS Spanning: 230 V~ ±10 % 50 Hz Verbruik max.: 22 mA Aandrijving max.: 230 V~ 50 Hz 1000 W max Stroomtoevoer toebehoren: 24 Vdc / 0,5 A max Werktemperatuur: -25 ºC ÷ 55 ºC Bedrijfsvormen: standaard/standaard met dodeman in sluiten/ automatisch met stop/ residential/kanaalscheiding/parkeerplaats/ Dodeman Max. looptijd: 80 sec Pauze tijd: 0 ÷ 150 sec Afmetingen: 124x152 mm (zonder box) 709438 NL-2 Typische opbouw van een installatie: 1. Motor 2. Besturing 3. Fotocelbeveiliging (actief sluiten), hoogte max. 200 mm Eerste fotocelbeveiliging. 4. Fotocelbeveiliging (actief openen), hoogte max. 200 mm Tweede fotocelbeveiliging. 5. Knipperlicht (optioneel) Belangrijke optische aanwijzing die wijst op bewegingen van de deur. 6. Sleutelschakelaar/Codeslot Wordt aan de buitenzijde aangebracht. Met een sleutel of door het invoeren van een nummer wordt de deur geopend. 7. Contactlijsten (optie) Beveiligt de deur bij aanraking. Contactlijsten kunnen op de deur of aan de posten worden aangebracht. Contactlijsten moeten, indien mogelijk, tot 2,5 m hoogte aangebracht worden. 8. Fotocelbeveiliging (actief openen/sluiten), hoogte max. 200 mm (optioneel) 9. Detectielus ingang (optioneel) 10. Veiligheidsdetectielus in het zwenkbereik van de deur (optioneel) 11. Detectielus uitgang (optioneel) De besturing voldoet aan de meest recente ENrichtlijnen. Een van deze richtlijnen schrijft voor dat de sluitkrachten aan de deurkant niet meer mogen zijn dan 400 N (40 kg) binnen de laatste 500 mm voor deur DICHT. Bij een deuropening van 500 mm mag de maximale kracht aan de deurkant 1400 N (140 kg) bedragen. Als dit niet gegarandeerd kan worden, moet er altijd een contactlijst, indien mogelijk, tot een hoogte van 2,5 m aan de deur of aan de tegenoverliggende post worden aangebracht (EN12453). MOTOREN: Motor 1 “Master” moet als eerste opengaan, de andere motor heet Motor 2 “Second”. Als er maar een motor gebruikt wordt, blijft de aansluiting van motor 2 vrij. De kabels van de condensatoren die bij de motoren meegeleverd worden, moeten samen met de kabels voor de draairichting (bruin/zwart) naar de contacten OP en CL geleid worden. De condensatoren kunnen, om plaats te sparen, ook in de verdelers ondergebracht worden. Zorg ervoor dat ze goed bevestigd zijn en een goede elektrische verbinding maken. De condensatoren zorgen voor de kracht van de motoren. Sluit eerst de motoren als volgt aan: Motor 1 4 bruin & condensator 1 5 blauw 6 zwart & condensator 1 ————————————————————— Motor 2 7 zwart & condensator 2 8 blauw 9 bruin & condensator 2 Voor de ingebruikname, zie paragraaf Eerste ingebruikname/basisinstelling. Aanwijzing: bij de eerste ingebruikname moeten tijdens de eerste loop de deurvleugels OPENGAAN. Als een of beide vleugels zich sluit, in plaats van open te gaan, moeten bij deze motor de bruine en zwarte kabel omgewisseld worden! Eerst moet de stroomtoevoer onderbroken worden! 709438 OPBOUW VAN DE BESTURING PUNT BESCHRIJVING FUNCTIE 1 M1, contact:1,2,3 Voedingskabel 2 M2, contact:4,5,6 Aandrijving 1 (Master) Contact:7,8,9 Aandrijving 2 (Second) 3 M3, contact:10,11 Aansluiting voor E-slot 24 V Contact:12,13 Deurbeveiliging/verlichting NL-3 BESCHRIJVING VAN DE LED’s RODE LED’s moeten uitgeschakeld zijn. Duiden op storingen; uitgezonderd niet-aangesloten Failsafe fotocelbeveiligingen. (zie beschrijving „JUMPER“) (voorbeeld: kortsluiting, fotocelbeveiligingen en/of contactlijst) Contact:13,14 Knipperlicht PUNT BESCHRIJVING M4, contact:15,16 Aansluiting voor toebehoren 24V LED A ROOD leren/wissen radiokanaal 1 Contact:17,20 Impulsgever kanaal 1 LED B ROOD starten impulskanaal 1 Contact:18,20 Impulsgever kanaal 2 LED C ROOD leren/wissen radiokanaal 2 Contact:19,20 Noodstopschakelaar/moet overbrugd worden, zonder aangesloten schakelaar LED D ROOD starten impulskanaal 2 LED E ROOD fotocelbeveiliging actief OPEN M5,contact:21,24 Fotocelbeveiliging actief OPEN LED F ROOD fotocelbeveiliging actief SLUITEN Contact:22,24 Fotocelbeveiliging actief DICHT LED G ROOD fotocelbeveiliging actief OPEN/SLUITEN Contact:23,24 Fotocelbeveiliging actief OPEN+ DICHT LED H ROOD contactlijst Contact:25,26 Contactlijst 8,2 kOhm LED I GROEN stop Contact:27,28 Antenne LED J ROOD leerprogramma (traject) 6 CN1/CN2, stekker aansluiting radiomodule 7 CH1, druktoets Leren/wissen radiokanaal 1 8 CH2, druktoets Leren/wissen radiokanaal 2 4 5 9 L1, druktoets Aanleren traject 10 JMP1, jumper Programmering fotocelbeveiliging 11 DIP1 Dipschakelaar blok 12 PT4, potentiometer Krachtinstelling aandrijving 2 13 PT3, potentiometer Krachtinstelling aandrijving 1 14 PT2, potentiometer Automatisch sluiten 15 PT1, potentiometer Vleugelvertraging 709438 NL-4 PROGRAMMA’S De besturing beschikt over 7 modi (programma’s). Het gewenste programma wordt met de dipschakelaar “ON” (AAN) of “OFF” (UIT) ingesteld. DIP1 AAN UIT DIP2 AAN UIT DIP3 AAN UIT AAN DIP4 UIT AAN DIP5 UIT AAN DIP6 UIT De verschillende werkwijzen van de aandrijvingen (zie aparte tabel) E-slot Zodra er een impuls gegeven wordt, drukt de aandrijving de deur richting DICHT en wordt gedurende een seconde het relais voor de vrijgave van het E-slot geopend. (Werking op basis van verschillende op de markt verkrijgbare E-sloten.) Werking gedeactiveerd Instelling voor Chamberlain fotocelbeveiligingen (770E/771E), komt overeen met EN60225-2-103. Instelling voor relaisgestuurde fotocelbeveiligingen (100263E) of andere relais-fotocelbeveiligingen. Voorknipperen van de knipperlichten gedurende 2 seconden voordat de aandrijving start. Voorknipperen gedeactiveerd AAN Nadat de deur volledig geopend is, drukt aandrijving 1 met maximale kracht de deur gedurende 1 seconde in richting „OPEN”. UIT Werking gedeactiveerd AAN Nadat de deur volledig gesloten is, wordt aandrijving 1 gedurende 2 seconden uitgeschakeld, zodat het E-slot kan vastklikken. Vervolgens drukt de aandrijving nog 1 seconde met maximale kracht in richting „DICHT”. Werking gedeactiveerd DIP7 DIP8 UIT ALLE veranderingen/instellingen die U aan de besturing voorneemt, ALTIJD stekker uit het stopcontact, anders worden de nieuwe veranderingen/instellingen niet door de besturing geaccepteerd. POTENTIOMETER PT1 (TRIMMER 1): VLEUGELVERTRAGING (BIPART DELAY) Stuurt de vleugelvertraging aan bij vleugels die elkaar overlappen. In stand OPEN = 1 of 3 sec. In stand DICHT = 0-20 sec. Motor 1 Master wordt eerst geopend en als laatste gesloten. Om te voorkomen dat er niemand tussen de twee sluitende vleugels geklemd wordt, moet de vleugelvertraging altijd ingesteld worden. Volledig naar links gedraaid: vleugelvertraging UIT PT2 (TRIMMER 2): AUTOMATISCH SLUITEN (TIMER TO CLOSE) De wachttijd van de deur in de stand DEUR OPEN kan gedefinieerd worden: 0-150 sec. nadat de ingestelde tijd afgelopen is, wordt de deur gesloten. Alleen mogelijk met aangesloten failsafe fotocellen 771E.Volledig naar links gedraaid: automatisch sluiten UIT De besturing voldoet aan de meest recente EN-richtlijnen. Een van deze richtlijnen schrijft voor dat de sluitkrachten aan de deurkant niet meer mogen zijn dan 400 N (40 kg) binnen de laatste 500 mm voor de stand deur DICHT. Bij een deuropening van 500 mm mag de maximale kracht aan de deurkant 1400 N (140 kg) bedragen. Als dit niet gegarandeerd kan worden, moet er altijd een contactlijst, indien mogelijk, tot een hoogte van 2,5 m aan de deur of aan de tegenoverliggende post worden aangebracht (EN12453). PT3 (TRIMMER 3): INSTELLING VAN KRACHT (FORCE 1 MASTER) De werkkracht van de motor wordt gedefinieerd met motor 1 = Master. De benodigde kracht is afhankelijk van het gewicht en de functie van de deur. PT4 (TRIMMER 4): INSTELLING VAN KRACHT (FORCE 2 SECOND) De werkkracht van de motor wordt gedefinieerd met motor 2 = Second. De benodigde kracht is afhankelijk van het gewicht en de functie van de deur. ALLE veranderingen/instellingen die U aan de besturing voorneemt, ALTIJD stekker uit het stopcontact, anders worden de nieuwe veranderingen/instellingen niet door de besturing geaccepteerd. 7094238 Standaard DIP1 AAN DIP2 AAN DIP3 UIT Standaard & Dodeman in sluiten AAN AAN UIT Automatische inrichting met stop AAN UIT UIT Impulsgever/kanaal 1 Impulsgever/kanaal 2 Deur gesloten: 1. impuls opent, de volgende zet stop, de volgende sluit, de volgende zet stop, de volgende opent etc. Deur gesloten: 1. impuls opent voetganger, de volgende zet stop, de volgende sluit, de volgende zet stop, de volgende opent etc. Impuls tijdens sluiten zet de deur stop Impuls tijdens openen zet de deur stop Impuls tijdens pauze sluit de deur onmiddellijk Impuls tijdens sluiten zet de deur stop Impuls tijdens openen zet de deur stop Deur gesloten: 1. impuls opent, de volgende zet stop, de volgende sluit, de volgende zet stop, de volgende opent etc. Impuls tijdens sluiten zet de deur stop Impuls tijdens openen zet de deur stop Impuls tijdens automatisch sluiten sluit de deur onmiddellijk Deur gesloten: 1. impuls opent, de volgende zet stop, de volgende sluit, de volgende opent Impuls tijdens pauze sluit de deur onmiddellijk Deur open: Continu signaal voor sluiten noodzakelijk, loslaten bewerkstelligt stopzetten Radiosignaal gedeactiveerd, veiligheidsinrichtingen gedeactiveerd Deur gesloten: 1. impuls opent voetganger, de volgende zet stop, de volgende sluit Deur geopend: 1. impuls sluit, de volgende opent Impuls tijdens voetganger stopt, de volgende sluit Residential AAN UIT UIT Deur gesloten: 1. impuls opent, de volgende sluit, de volgende opent, de volgende sluit etc. Deur gesloten: 1. impuls opent, voetganger, de volgende sluit onmiddellijk Impuls tijdens voetganger sluit Impuls tijdens automatisch sluiten de deur onmiddellijk sluit de deur onmiddellijk Impuls tijdens automatisch sluiten opent de deur onmiddellijk Impuls tijdens automatisch sluiten sluit de deur onmiddellijk. Kanaalscheiding Parkeerplaats AAN AAN AAN AAN UIT UIT Dodeman UIT UIT UIT Deur gesloten: 1. impuls opent, de volgende zet stop, de volgende opent, de volgende zet stop etc. Deur open: 1. impuls sluit, de volgende zet stop, de volgende sluit etc Impuls tijdens sluiten zet de deur stop Impuls tijdens openen zet de deur stop Deur gesloten: 1. impuls opent beide vleugels volledig, verdere impulsen worden genegeerd. Deur gesloten: 1. impuls opent voetganger volledig, verdere impulsen worden genegeerd. Impuls tijdens voetganger opent ook de tweede vleugel Impuls tijdens sluiten opent de vleugels onmiddellijk Impuls tijdens sluiten opent de vleugels onmiddellijk Deur gesloten: Continu signaal noodzakelijk, loslaten bewerkstelligt stopzetten Deur open: Continu signaal noodzakelijk, loslaten bewerkstelligt stopzetten Radiosignaal gedeactiveerd, veiligheidsinrichtingen gedeactiveerd Radiosignaal gedeactiveerd, veiligheidsinrichtingen gedeactiveerd 709438 NL-5 Aparte tabel voor de instelling van de werkwijzen NL-6 TOEBEHOREN FOTOCELBEVEILIGINGEN (OPTIONEEL) De fotocelbeveiligingen zorgen voor het beveiligen van de deur en moeten gebruikt worden. De montageplaats is afhankelijk van de constructie van de deur. Overeenkomstig EN12453 moet één paar fotocelbeveiligingen buiten op een hoogte van 200 mm actief in de stand „Sluiten” geïnstalleerd worden; een tweede paar wordt binnen op een hoogte van 200 mm actief in „Openen” geplaatst. Een derde paar fotocelbeveiligingen is actief in de stand „Sluiten” en „Openen” en kan optioneel geïnstalleerd worden. De fotocelbeveiligingen bestaan uit een zender en een ontvangergedeelte en moeten tegenover elkaar liggen. Met een schroevendraaier kan de behuizing van het fotocelbeveiliging (kunststof) geopend worden. Het fotocelbeveiliging wordt met kleine schroeven en pluggen aan de wand bevestigd. Het is mogelijk twee verschillende fotocelbeveiligingsystemen te gebruiken. (Zie beschrijving dipschakelaar). Als de functie „Automatisch sluiten” beschikbaar moet zijn, moet het Chamberlain-Failsafe fotocelbeveiliging geïnstalleerd worden. Een combinatie van de fotocelbeveiligingen is niet mogelijk. Het Chamberlain-Failsafe systeem (2-kabel systeem) beschikt aan beide zijden over een kleine, van buiten waarneembare LED (lampje) om de toestand van het fotocelbeveiliging aan te geven. Er zijn twee modellen van het Chamberlain-Failsafe systeem verkrijgbaar. Het ene systeem is ideaal voor montage aan wanden die tegenover elkaar staan. Het andere systeem is ideaal voor montage aan de binnenzijde van de deur, aangezien de beslagen voor de montage ingesloten zijn. Diagnose aan het Chamberlain-Failsafe fotocelbeveiliging LED constant = OK LED knippert = fotocelbeveiliging blokkeert besturing LED uit = geen stroom, verkeerde aansluiting of polen verkeerd aangesloten Diagnose aan de besturing LED uit = OK LED constant aan = besturing blokkeert LED knippert = OK geen fotocelbeveiliging aangesloten open/öffnen/ouvrir/open close/schliessen/fermer/sluiten open/öffnen/ ouvrir/open close/schliessen/ fermer/sluiten Kabeldoorsnede: 0,5 mm2 of groter. Spanning: 12/24 volt AC/DC. Geen onbuigzame koperen leidingen gebruiken. Kabels met 230 volt niet parallel of in hetzelfde kanaal leggen. JUMPER PROGRAMMERING VAN DE FAILSAFE FOTOCELLE(N) 771E/770E 1. Vóór de eerste ingebruikname !!. 2. Bij aansluiting/verwijderen van een nieuwe fotocel. - Besturing uitschakelen( stekker uit het stopcontact trekken). - Het opsteekbruggetje (jumper) op de hiervoor voorgeziene pinnen steken. - Dipschakelaar 5 op ON zetten. - Fotocel(len) volgens het schema aansluiten. - Besturing aanzetten (stekker erin) en 30 sec. wachten. - Het opsteekbruggetje (jumper) eraf trekken, even wachten. (Antaal aangeslotene fotocellen worden onthouden) PROGRAMMERING VAN RELAIS-FOTOCELLEN BIJV. 100263 De besturing moet gedurende een paar seconden van het stroomnet losgekoppeld worden. Alle contacten waaraan geen fotocelbeveiliging aangesloten is, moeten met COM overbrugd worden. (21-24, 22-24, 23-24). De relais-fotocelbeveiligingen worden door de contacten 15-16 van stroom voorzien. Dipschakelaar 5 moet op OFF staan. De jumper moet eraf getrokken worden. Aanwijzing: relais-fotocelbeveiligingen mogen overeenkomstig EN12978 niet meer voor nieuwe installatie gebruikt worden, aangezien ze zichzelf niet kunnen testen (failsafe). GEBRUIK ZONDER FOTOCELLEN GEVAAR: niet toegestaan voor normaal gebruik. In dat geval moeten contactlijsten de deur beveiligen. De besturing moet gedurende een paar seconden van het stroomnet losgekoppeld worden. De contacten 21-22-23-24 moeten allemaal overbrugd worden. Dipschakelaar 5 moet op OFF staan. De jumper moet eraf getrokken worden. Aanwijzing: fotocelbeveiligingen van verschillende constructie mogen NIET met elkaar gecombineerd worden. 709438 NL-7 ELEKTRISCH SLOT (OPTIONEEL) 600022 (24V) Een elektrisch slot kan met de contacten 10 en 11 op de besturing worden aangesloten. Kabeldoorsnede: 0,5 mm2 of groter. Spanning: 24 volt AC/DC. DEURBEVEILIGING/VERLICHTING (OPTIONEEL) Om de toestand van de deur te kunnen bewaken, kan er een gloeilamp 24V/3W worden aangesloten. Als alternatief kan er ook met een relais (toebehoren) verlichting worden voorgeschakeld. Kabeldoorsnede: 0,5 mm2 of groter. Spanning: 24 V KNIPPERLICHT (OPTIONEEL) FLA24-2 Er kan een knipperlicht op de besturing worden aangesloten. Dit knipperlicht waarschuwt personen voor de bewegende deur. Het knipperlicht moet hoog en duidelijk zichtbaar aangebracht worden. De besturing geeft een constant signaal af, dat wordt omgezet in een knipperlicht. Kabeldoorsnede: 0,5 mm2 of groter. Spanning: 24 V DC Geen onbuigzame koperen leidingen gebruiken. Kabels met 230 volt niet parallel of in hetzelfde kanaal leggen. TOETS/SLEUTELSCHAKELAAR (OPTIONEEL) De besturing/aandrijving kan over verschillende ingangen geactiveerd worden. Dit kan met een handzender of sleutelschakelaar (Contacten 17 +20) gedaan worden. Handzender = zie punt Aanleren van de handzender Schakelingang 1 = input besturing 1, Normaal gebruik Schakelingang 2 = input besturing 2, Actief bij speciale instellingen (zie beschrijving dipschakelaar) NOODSTOP (OPTIONEEL) 600084 Als er een schakelaar aangesloten wordt, kan hiermee de installatie stopgezet of geblokkeerd worden. Een beweging van de vleugels wordt onmiddellijk onderbroken. De contacten 19 en 20 moeten overbrugd worden als er geen schakelaar geïnstalleerd is. AANSLUITING DETECTIELUS (OPTIONEEL) Er kan een detectielus (203292 1-kanaals, 203308 2-kanaals) op de besturing worden aangesloten. Met een 2-kanaals installatie kunnen er 2 detectielussen gescheiden of samen gebruikt worden. Aanwijzing: de beschrijving heeft uitsluitend betrekking op de afzonderlijke contactringen. Als er een 2-kanaals installatie gebruikt wordt, kunnen er ook twee contactringen achter elkaar gelegd worden om de rijrichting van voertuigen te herkennen. In dat geval zijn er meer aansluitcombinaties mogelijk. Voor de opening ingang of uitgang Aansluiting aan contact 17 + 20. Dipschakelaar in functie parkeerplaats. Automatisch sluiten geactiveerd (aanbevolen). Voor het beveiligen van het zwenkbereik van de deur Aansluiting op contact 19 + 20 (stop). Relaisuitgang bij gebruik van Failsafe fotocelbeveiligingen op NO (sluiten). Bij gebruik van relais-fotocelbeveiligingen als NC (opener). Functie Automatisch sluiten niet aanbevolen. Attentie: enige beveiliging die niet aan de EN-norm voldoet, dus niet toegestaan! 24 VDC - UITGANG Voor relais-fotocelbeveiligingen of andere apparatuur (bijv. ontvanger) max. 500 mA Geen onbuigzame koperen leidingen gebruiken. Kabels met 230 volt niet parallel of in hetzelfde kanaal leggen. 709438 NL-8 CONTACTLIJST (OPTIONEEL) Op de besturing kan een contactlijst die volgens het 8,2-kOhmprincipe werkt aangesloten worden. D.w.z. dat er aan het eind van de contactlijst een testweerstand met 8,2 kOhm wordt aangesloten. Deze zorgt voor de voortdurende controle van het stroomcircuit. De besturing wordt geleverd met een ingebouwde 8,2 kOhm weerstand. Er worden meerdere klemstroken in serie aangesloten. Kabeldoorsnede: 0,5 mm2 of groter. ANTENNE (OPTIONEEL) ANT4X-1LM De besturing is standaard met een draadantenne uitgerust. Op de contacten 27 en 28 kan een buitenantenne (toebehoren) worden aangesloten. Zo is de bereik groter. De antenne dient zo hoog mogelijk gemonteerd te worden. Geen onbuigzame koperen leidingen gebruiken. Kabels met 230 volt niet parallel of in hetzelfde kanaal leggen. RADIOMODULE (OPTIONEEL) Om de besturing via een radiografisch signaal te kunnen gebruiken, moet er eerst een radiomodule op de insteekplaatsen CN1/CN2 worden geïnstalleerd. Volgende modules zijn verkrijgbaar: 801221 (433.92 MHz),801429 (27.145 MHz), 207542 (315.15 MHz China) AANLEREN / WISSEN VAN DE HANDZENDER Druk op de toets CH1. De LED „Learn1“ brandt rood. Druk vervolgens gedurende ca. 5 seconden een toets van de handzender in. De LED „Learn 1“ knippert nu. Klaar. Voer dezelfde stappen uit voor CH2, maar druk nu een nog vrije toets van de handzender in. Er kunnen maximaal 128 handzenders aangeleerd worden. Druk voor het wissen van de aangeleerde handzenders de toets CH1 in tot de LED uitgaat. Voer dezelfde stappen uit voor CH2. EERSTE INGEBRUIKNAME BASISINSTELLING Voer de punten nauwkeurig één voor één uit. Begin in geval van twijfel opnieuw. Neem voldoende tijd voor deze instellingen. 1. Zijn alle voor het gebruik noodzakelijke aansluitingen aangesloten? Motoren, fotocelbeveiligingen, veiligheidscontactlijst, stopschakelaar. 2. Zorg ervoor dat zich niemand in de buurt van deur bevindt of kan bevinden. 3. Controleer de LED’s (lampjes) op werking en ga na of ze functies blokkeren. Rode LED’s (lampjes) mogen niet constant branden. De groene LED moet branden. 4. Instellen van de dipschakelaar programma standaard 1=”ON”, 2= „ON“, 3=„OFF“. Later kunnen er altijd correcties worden uitgevoerd. 5. Is er een E-slot geïnstalleerd? Indien ja, dipschakelaar 4=“ON“ 6. Kracht instellen potentiometer „FORCE 1“ „FORCE 2“. Op maximaal 30% instellen. Bij zeer lichte deuren zelfs minder. Eerst proberen, dan corrigeren! Alleen in kleine stappen de kracht verhogen. 7. Als er twee motoren aangesloten zijn, moet de vleugelvertraging („Bipart Delay“) ingesteld zijn. De potentiometer op ca. 50% zetten. Latere correcties kunnen te allen tijde uitgevoerd worden. 8. Besturing uitschakelen( stekker uit het stopcontact trekken). 8.1 Het opsteekbruggetje (jumper) op de hiervoor voorgeziene pinnen steken. 8.2 Dipschakelaar 5 op ON zetten. 8.3 Fotocel(len) volgens het schema aansluiten. 8.4 Besturing aanzetten (stekker erin) en 30 sec. wachten. 8.5 Het opsteekbruggetje (jumper) eraf trekken, even wachten. De LED´s van de aangesloten fotocellen moeten UIT zijn, de LED´s van de NIET aangesloten fotocellen KNIPPEREN. De fotocellen zijn nu geactiveerd. 1 3 6 7 709438 NL-9 Programmering van de tijd voor het traject standaard (zonder soft-stop, langzaamloop) Aanwijzing: als er maar een aandrijving (1-vleugel) gebruikt wordt, dan zijn de leerstappen voor vleugel 2 anders. Bij programmering “Standard”: aanwijzing zie in de tekst. Bij programmering “Advanced” de punten 5, 6, 7, 8 overslaan door toets L1 in te drukken. Toets L1 moet in dit programma 2x ingedrukt worden. 1. De vleugels moeten gesloten en vergrendeld zijn. 2. Toets L1 kort indrukken (1 seconde), beide vleugels gaan open. Aanwijzing: als een vleugel zich sluit, in plaats van open te gaan, moeten bij deze motor de bruine en zwarte kabel omgewisseld worden! Stroom uitschakelen (opnieuw starten), vervolgens opnieuw beginnen met de programmering. 3. Toets L1 weer indrukken zodra beide vleugels de eindaanslag bereikt hebben (+ twee seconden laten brommen). Alleen vleugel 2 loopt nu aan en wordt gesloten. Als vleugel 2 gesloten is, loopt vleugel 1 automatisch aan en wordt gesloten. Aanwijzing: wacht, als er maar een vleugel gebruikt wordt, (ca. 15 seconden) zonder een toets in te drukken. Vleugel 1 loopt automatisch aan. Verder met het afronden van de installatie. Programmering van het traject „Advanced” (individueel) Toets L1 moet in dit programma in totaal 9x ingedrukt worden. Bij elke druk op de toets wordt er een positie (tijd) opgeslagen. Daardoor is het mogelijk soft-stop (langzaamloop) op te slaan, zodat de deur of de toepassing individueel aangepast kan worden. Zeer lange of bijna geen soft-stop-fases zijn ook mogelijk. Vleugel 1 = „Master“ Vleugel 2 = „Second“ 1. De vleugels moeten gesloten en vergrendeld zijn. 2. L1 indrukken; langer dan 5 seconden = tot vleugel 1 start (opengaat). Toets loslaten!! 3. L1 weer indrukken; soft-stop OPEN voor vleugel 1 begint vanaf deze positie. 4. L1 nogmaals indrukken nadat de eindaanslag OPEN al 2 sec. bereikt is (windlast) Vleugel 2 start nu automatisch. 5. L1 weer indrukken; soft-stop OPEN voor vleugel 2 begint vanaf deze positie. 6. L1 nogmaals indrukken nadat de eindaanslag OPEN al 2 sec. bereikt is (windlast) Vleugel 2 start nu automatisch en sluit vervolgens. 7. L1 weer indrukken; soft-stop DICHT voor vleugel 2 begint vanaf deze positie. 8. L1 nogmaals indrukken nadat de eindaanslag DICHT al 2 sec. bereikt is (windlast) Vleugel 1 start nu automatisch. 9. L1 weer indrukken; soft-stop DICHT voor vleugel 1 begint vanaf deze positie. 10. L1 nogmaals indrukken nadat de eindaanslag DICHT al 2 sec.bereikt is (windlast) Klaar. Voltooien van de installatie/programmering: Als het traject geprogrammeerd is, kunnen de handzenders geleerd (niet nodig bij kits) of gewist worden. 1. Start de deur met de handzender of een aangesloten toets en observeer het verloop. Sluit de deur weer ZONDER dat u een instelling geprogrammeerd heeft. 2. Als de deur niet volledig sluit, moet de potentiometer op een waarde ingesteld worden die het resultaat is uit voorgaande pogingen. (Bijv. looptijd verhogen, kracht corrigeren. Vleugelvertraging) Attentie: de vleugel moet minstens een seconde tegen de aanslag aankomen, zodat hij ook bij wind (langzamer) de aanslag bereikt. Het is niet mogelijk dit met verhoogde kracht te compenseren. Het programmeren van de looptijd moet herhaald worden. 3. Doe nu een tweede poging, voer dezelfde stappen uit en sluit de deur eerst, voordat u weer instellingen programmeert. 4. Controleer, als alle instellingen geprogrammeerd zijn, de werking van de fotocelbeveiligingen, toetsen, knipperlichten, handzenders, toebehoren etc. Als u Automatisch sluiten wilt, zet dan de potentiometer voor de pauze op deur OPEN (“timer to close”). 5. Toon iedereen die met de deur om moet kunnen gaan welke bewegingen de deur maakt, hoe de veiligheidsfuncties werken en hoe de aandrijving met de hand bevestigd kan worden. 709438 Wat is de vermoedelijke levensduur van een hekaandrijving? Een correct geïnstalleerde hekaandrijving kan bij gebruik voor particuliere toepassingen meer dan10 jaar storingsvrij werken. Zowel het hek als ook de aandrijving moeten regelmatig worden gecontroleerd en volgens het schema worden onderhouden. Hoe lang duurt de installatie van een hekaandrijving? Afhankelijk van uw vaardigheden neemt de montage van de mechanische onderdelen ca. 3 tot 8 uur in beslag. Het hek moet worden voorbereid, zodat het gereed is voor installatie. De elektrische aansluiting duurt ca. 1 tot 2 uur. Elke gebruiker moet tenminste 30 minuten worden geïnstrueerd in de bediening; hierbij moeten de functies worden getoond en veiligheidsaspecten, beveiligingsvoorzieningen, alsmede de handelwijze tijdens een stroomonderbreking worden uitgelegd. Wat gebeurt er tijdens een stroomonderbreking? Alle Chamberlain-hekaandrijvingen beschikken over een ontgrendelingssysteem om het hek tijdens een stroomonderbreking met de hand te kunnen bedienen. Is het mogelijk om slechts een vleugel te openen? (voetgangersfunctie) Ja, dat is mogelijk. Dit proces kan radiografisch worden geactiveerd (hiervoor is minimaal een 2-kanaals handzender noodzakelijk) of via het indrukken van een knop. (Zie instelling van de functiewijzen “Standaard”) Aandrijving werkt niet / reageert niet op indrukken van de knop. 1. Aansluiting knop los 2. Aansluiting STOP-schakelaar los, STOPLED is uit. 3. Hindernis blokkeert fotocel in bewegingsrichting 4. Contactlijst is beschadigd of heeft een hindernis geraakt. 5. Aandrijving is nog ontgrendeld 1. Knoppen- en COM-aansluitingen controleren 2. Aansluitingen van de STOPschakelaar (STOP en COM) controleren. 3. Hindernis verwijderen 4. Hindernis verwijderen, alsmede aansluitingen en bedrading controleren. 5. Aandrijving vergrendelen Direct nadat het hek zich in beweging heeft gezet, stopt het en keert het terug. Hindernis in het hekbereik Hekbereik controleren op hindernissen De aandrijving opent het hek niet volledig 1. Zijn de pijlermaten A+B correct? 2. Is de looptijd van de besturing correct geprogrammeerd? 3. Is de kracht correct ingesteld? 1. A+B-maat controleren 2. Eventueel opnieuw programmeren, plus ca. 3 seconden 3. Kracht corrigeren (bij wind draait de aandrijving iets langzamer) De aandrijving zoemt weliswaar maar heeft geen kracht 1. Condensator is niet correct aangesloten op bruine en zwarte kabel. 2. Kracht is niet ingesteld. 3. Aandrijving is ontgrendeld 1. Bedrading condensator controleren 2. Potentiometer voor kracht rechtsom draaien 3. Aandrijving vergrendelen Besturing stroomloos schakelen, dan DIP-schakelaars veranderen. De besturing reageert niet wanneer ik de DIPschakelaars verander. De aandrijving werkt alleen wanneer ik de handzender ingedrukt houdt. 1. Besturing in dodemansbedrijf 2. Een beveiligingsvoorziening functioneert niet juist. (fotocel, contactlijst) 1. Werkt alleen wanneer de fotocellen met 2 kabels 770E(ML) of 771E(ML) geïnstalleerd is. 2. Vervolgens potentiometer voor “Automatisch sluiten” rechtsom draaien. "Automatisch sluiten” werkt niet De aandrijving reageert niet hoewel de besturing aangesloten is. (LED's branden) 1. Handzender niet geprogrammeerd 2. LED's geven fouten aan 3. Fotocel verkeerd aangesloten 4. Brug niet aanwezig tussen STOP en COM 5. Klem voor motoren eventueel niet correct aangesloten 1. Handzender programmeren 2. Fouten zoeken en verhelpen (zie beschrijving LED's) 3. Aansluiting/programmering fotocel controleren 4. Eenvoudige draadbrug aansluiten 5. Klem en aansluitingen controleren 1. Stroomdraad en nulleider controleren 2. Zekeringenkast woning controleren De aandrijving reageert helemaal niet, geen LED brandt, eventueel stroomonderbreking De aandrijving stopt plotseling en werkt pas weer na een langere pauze. 1. Besturing stroomloos schakelen, dan DIP-schakelaars veranderen. 2. LED's bekijken, fouten zoeken en verhelpen. Wordt het hek continu gebruikt, bereikt de motor de uitschakeltemperatuur. Beveiligingsvoorziening, omdat de aandrijving niet geschikt is voor continubedrijf. Motor voldoende laten afkoelen (min. 15 minuten). 709438 NL-10 Veel gestelde vragen 1. A+B-maat correct? 2. Kracht te hoog? 3. Hek versterken? Kunnen verschillende A+B-maten aan beide zijden worden gebruikt? Over het algemeen wel, maar de vleugels bewegen dan met verschillende snelheden. Worden de A+B-maat sterk gewijzigd ten opzichte van de norm, dan resulteert dat in een slecht bewegen van het hek en een hogere belasting van het beslag. (aanzienlijk lagere levensduur van de installatie) Het hek moet een stijging volgen Niet aanbevolen! Hek wijzigen! Het hek kan ongecontroleerd (gevaarlijk) bewegen, wanneer de aandrijving ontgrendeld is. In de stijgingsrichting is een hogere kracht nodig; in tegenovergestelde richting heeft de aandrijving dan teveel kracht. De krachtinstelling is gewijzigd, er is echter geen verschil vast te stellen. Besturing gedurende enkele seconden van het lichtnet loskoppelen om de zelfcontrole van de kaart te activeren. Het bereik van de zender is te gering De installatie van een buitenantenne wordt geadviseerd, omdat de besturing met de korte kabelantenne zich in de meeste gevallen achter de pijler of vlak bij de grond bevindt. De optimale antennepositie moet altijd zo hoog mogelijk zijn. Chamberlain biedt als toebehoren een bijbehorende antenne met montageset aan onder de omschrijving ANT4X-1EML. De hekpijler is zo dik dat ik niet kan voldoen aan de A+B-maat. Pijler uitsparen of hek verplaatsen Besturing werkt niet meer met handzender, alleen nog met schakelaar en dan alleen zolang er een toets ingedrukt wordt en vastgehouden wordt. Toets (1) Open of met toets (2) DICHT 1.Instelling dipschakelaar niet naar wens 2.Een veiligheidsfotocelbeveiliging, contactlijst of stop blokkeren de besturing 3.Er is slechts een fotocelbeveiliging voor OPEN aangesloten 1.Correctie van de dipschakelaar. Verhelpen van de storing noodzakelijk. Als de storing niet gerepareerd kan worden, dan moet er een “reset” en een nieuwe programmering uitgevoerd worden (zie fotocelbeveiliging). 2.Er moet ten minste een fotocelbeveiliging actief op DICHT of OPEN & DICHT aangesloten zijn. De installatie wordt niet automatisch gesloten, maar wordt automatisch GEOPEND De motorkabels zijn verkeerd aangesloten Motorkabels (bruin,zwart) omwisselen. Besturing werkt niet met handzender 1.Handzender niet geprogrammeerd 2.Een fotocelbeveiliging blokkeert 1.Handzender programmeren. 2.Fotocelbeveiligingen controleren. Deur kan alleen geopend worden 1.Fotocelbeveiliging blokkeert 2.Instelling dipschakelaar niet naar wens 1.Controle van de werking en aansluiting noodzakelijk. 2.Dipschakelaar controleren. De besturing doet het niet Geen traject geleerd Traject aanleren. Zie eerste ingebruikname. De vleugels worden niet volledig geopend 1.Kracht te laag bij veel wind (deuren over het volledige oppervlak) 2.Deur loopt stroef/zwaar 1.Kracht opnieuw instellen (verhogen). 2.Stroefheid verhelpen. 3.Besturing nieuw programmeren. (Externe radiografische) universele ontvanger werkt niet Controleer of de polen in de juiste richting liggen (contacten 15/16) Kabel “+” en “-” omwisselen. 709438 NL-11 1. A+B-maat controleren 2. Potentiometer voor kracht linksom draaien 3. Eventueel aandrijving op een versterkingsplaat schroeven. (pijler) Eventueel bij trek- en drukpunt een versterkingsplaat aanbrengen. (hekvleugel) Geschikte schroeven en pluggen gebruiken De aandrijving is zo sterk dat hij het hek/de pijler verbuigt
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Chamberlain CB11 de handleiding

Categorie
Garagedeuropener
Type
de handleiding