ProForm PETL40707 de handleiding

Type
de handleiding
Sticker met
serienummer
Modelnr. PETL40707.0
Serienr.
OPGELET
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand
-
leiding door voordat u dit appa-
raat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op
uw volledige tevredenheid.
Mocht u nog vragen hebben,
mochten sommige onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn
neem dan contact op met de win-
kel waar u dit produkt hebt ge-
kocht.
Onze website:
www.iconsupport.eu
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
GEBRUIKSAANWIJZING
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
D
E LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATESEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laataste Pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laataste Pagina
2
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
De stickers met waarschuwing hier getoond
zijn op de aangegeven plaatsen geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet lees-
baar is, het nummer op de kaft van deze
handleiding en vraag voor een vervang-
sticker. Plak de sticker op de aangegeven
plaats. Opmerking: De stickers worden niet op
ware groote weergegeven.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is bij-
zonder belangrijk voor mensen ouder dan 35
of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals
voorgeschreven.
4. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen,
luchtroosters blokkeert. Leg een kleed onder
de loopband om de vloer te beschermen.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6.
Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
7.
Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die
minder dan 136 kg wegen worden gebruikt.
9. Laat nooit meer dan een persoon op de loop-
band.
10. Draag geschikte kleding wanneer u de loop-
band gebruikt. Draag geen losse kleding die
in de loopband verstrikt kan raken.
Sportkleding voor mannen en vrouwen aan-
bevolen.
Gebruik de loopband nooit op blote
voeten, op sokken of op sandalen. Draag al-
tijd sportschoenen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 12). Geen elk ander appa-
raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
12. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een snoer van 1,5 mof korter.
13. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elec-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het electrische snoer of
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 26 als de loopband
niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN
TE SCHAKELEN op pagina 14).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de handle-
uningen wanneer u de loopband gebruikt.
17.
De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om
schokkende versnellingen te voorkomen.
18.
De polssensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van de
gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de
metingen beônvloeden. De polssensor is
alleen als hulpmiddel bedoeld voor algemene
hartslag meting.
19. Laat de loopband nooit alleen staan als het
oefentoestel draait. Verwijder altijd de sleutel,
trek het stroomsnoer uit de stekker, en zet de
reset/off stroomschakelaar op de “off”-posi-
tie als de loopband niet wordt gebruikt.
(Raadpleeg de tekening op pagina 5 voor de
positie van de stroomonderbreker.)
WAARSCHUWING: L
ees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico van
ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het
gebruik van dit produkt.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
2
0. Voltooi eerst de montage van de loopband
v
oordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op
pagina 24). U moet zeker 20 kg kunnen tillen
om de loopband te kunnen uitklappen,
inklappen of verplaatsen.
21. Zorg ervoor dat de sluitknop volledig ges-
loten is voordat u de loopband inklapt of ver-
plaatst.
22. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
23. Steek geen enkel onderwerp in welke opening
dan ook van de loopband.
24.
GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
n
a gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Eveneens de stekker uit het stopcontact
trekken vûr het schoonmaken van de loop-
b
and, voor het plegen van onderhoud en
voor het bijregelen zoals beschreven is in
deze handleiding. Verwijder nooit de mo-
t
orkap tenzij een technicus dat aangeeft.
Ander onderhoud dan datgene wat vermeld
staat in deze handleiding moet door een tech-
nicus uitgevoerd worden.
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge-
bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet
commercieel of voor verhuur.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
F
ijn dat u voor de nieuwe PROFORM
®
P
F 3.8 loopband
g
ekozen heeft. De PF 3.8 loopband combineert gea-
vanceerde technologie met een innovatief ontwerp
zodat u bij u thuis uw lichamelijke conditie kunt op-
bouwen en verbeteren. En wanneer u de loopband niet
gebruikt kunt u de PF 3.8 loopband inklappen zodat hij
minder ruimte in beslag neemt dan andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voordat u de loopband begint te gebruiken.
Raadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog
v
ragen hebben nadat u de handleiding hebt
d
oorgelezen. Voordat u met ons contact opneemt,
schrijf het productnummer en serienummer even op. De
plaats waar u beide stickers kunt vinden wordt op de
kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de
tekening hieronder en de verschillende onderdelen.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Staander
Accessoire Houder
Sleutel/Klip
Aan/uit Knop
Stroomonderbreker
Loopband
Loopplatform met Kussent
Voetkussentje
Stroomsnoer
Achterroller
Bijstelbouten
Bedieningspaneel
Boekhouder
Ventilator
Hartslagsensor
6
MONTAGE
De montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en
verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft.
Opmerking: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens
het vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking
bevindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de
b
ovenkant van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
Tijdens de montage zult u de meegeleverde inbussleutels , uw eigen kruiskopschroeven-
draaier , en engelse sleutels nodig hebben , en draadschaar .
Bekijk de tekeningen hieronder om u te helpen met het zoeken naar onderdelen. Het nummer tussen haakjes
onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind van
deze handleiding. Het getal na de haakjes geeft het aantal onderdeeltjes aan wat nodig is voor de montage.
Opmerking: Sommige kleine onderdelen kunnen al gemonteerd zijn. Wanneer een onderdeel zich niet in
de zak met onderdelen bevindt, kijk dan om te zien of het al gemonteerd is. Om schade aan de plastic on-
derdelen te vermijden, gebruik nooit elektrisch gereedschap voor de montage. Extra hardware kan wor
-
den bijgeleverd.
3/8" Moer (8)–6
1" Tekschroef (2)–4
Tussenstuk voor het
Kussen van de
Basis (13)–2
3
3/8" Sterring
(9)–7
1/4" Sterring
(10)–6
3/8" x 4 1/2" Bout (6)–4
5
1/4" x 1/2" Bout
(7)–6
3/8" x 1 1/4" Bout (5)–3
3/8" x 2" Bout (4)–4
1. Zorg ervoor dat het stroomsnoer niet
aangesloten is.
Verwijder de 3/8" Moer (8), de 3/8" x 2" Bout (4)
en de transportbeugel (C) van de Basis (83).
Verwijder de transportbeugel aan de andere
kant van de loopband. Gooi de transportbeugels
weg.
83
4
C
8
1
7
4. Neem de Rechter Staander (78) en het
Tussenstuk van de Rechter Staander (79), die
met stickers gemarkeerd zijn. Steek de Draad
van de Staander (38) door het Tussenstuk van
de Rechter Staander zoals getoond.
Raadpleeg de inzet-tekening. Draai het draad-
bandje in de Rechter Staander (78) stevig rond
het uiteinde van de Draad van de Staander (38).
Met de hulp van een tweede persoon, houd de
Rechter Staander bij de Basis (83). Trek dan
aan het andere uiteinde van het draadbandje
totdat de Draad van de Staander volledig door
de Rechter Staander wordt geleid.
83
38
78
79
38
4
83
4
8
3
84
Draad
bandje
78
38
2
. Met de hulp van een tweede persoon, leg de
loopband op de linkerkant. Vouw het Onderstel
(56) gedeeltelijk zodat de loopband stabieler is;
vouw het Onderstel nog niet helemaal.
Verwijder de twee aangegeven bouten (A) en de
transportbeugel (B).
Snijd het bandje rond de Draad van de Staander
(38) naar de Basis (83) af. Zoek het bandje in
het aangegeven gat in de Basis en gebruik het
bandje om de Draad van de Staander uit het gat
te trekken.
Maak een Kussen van de Basis (81) aan de
Basis (83) vast op de aangegeven plaats met
een Tussenstuk voor het Kussen van de Basis
(13) en een 1" Tekschroef (2). Maak dan een
ander Kussen van de Basis (81) met slechts één
1" Tekschroef (2) vast.
3. Verwijder de 3/8" Moer (8), de 3/8" x 2" Bout (4)
en de transportbeugel (C) van de Basis (83).
Maak een Wiel (84) vast met de Bout en de
Moer die u heeft verwijderd.
Draai de Moer niet
te strak vast. Het wiel moet vrij kunnen
draaien.
83
2
56
B
A
81
2
81
2
3
8
Bandje
Gat
13
8
76
74
6
83
80
80
77
9
7
6. Met de hulp van een tweede persoon, leg de loop-
band voorzichtig op de rechterkant. Vouw het
Onderstel (56) gedeeltelijk zodat de loopband sta-
bieler is;
vouw het Onderstel nog niet hele-
maal.
Verwijder de twee aangegeven bouten (A) en de
transportbeugel (B).
Maak een Kussen van de Basis (81) aan de Basis
(83) op de aangegeven plaats vast met een 1"
Tekschroef (2) en een Tussenstuk voor het
Kussen van de Basis (13). Maak dan een ander
Kussen van de Basis (81) met slechts één 1"
Tekschroef (2) vast.
Maak een Wiel (84) vast met de Bout en de Moer
die u heeft verwijderd. Draai de Moer niet te strak
vast. Het wiel moet vrij kunnen draaien. Gooi
de transportbeugel weg.
7. Met de hulp van een tweede Persoon, houd een
Tussenstuk voor de Bout (80) aan de binnenkant
van het onderste uiteinde van de Linker Staander
(74). Steek een 3/8" x 4 1/2" Bout (6) met een
3/8" Sterring (9) in de Linker Staander en het
Tussenstuk voor de Bout. Herhaal deze stap voor
het tweede Tussenstuk voor de Bout (80), de 3/8"
x 4 1/2" Bout (6) en de 3/8" Sterring (9).
Plaats de Linker Staander (74) en het Tussenstuk
van de Linker Staander (76) zoals getoond. Houd
het Tussenstuk van de Linker Staander en de
Linker Staander tegen de Basis (83). Draai de
twee 3/8" x 4 1/2" Bouten (6) met uw vingers vast;
draai de Bouten nog niet strak vast.
Druk een Eindkapje voor de Basis (77) in de
Basis (83).
6
83
B
A
84
56
4
8
81
2
81
13
2
5. Houd een Tussenstuk voor de Bout (80) aan de
b
innenkant van het onderste uiteinde van de
Rechter Staander (78). Steek een 3/8" x 4 1/2"
Bout (6) met een 3/8" Sterring (9) in de Rechter
Staander en het Tussenstuk voor de Bout.
H
erhaal deze stap voor het tweede Tussenstuk
voor de Bout (80), de 3/8" x 4 1/2" Bout (6) en
de 3/8" Sterring (9).
Houd het Tussenstuk voor de Rechter Staander
(79) en de Rechter Staander (78) tegen de
Basis (83).
Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander (38) niet gekneld raakt. Draai de
3/8" x 4 1/2" Bouten (6) met uw vingers vast;
draai de Bouten nog niet strak vast.
Druk een Eindkapje voor de Basis (77) in de
Basis (83).
79
7
8
38
9
77
8
0
80
6
5
83
9
10. Steek de aangegeven aansluitstukken in de
Rechter Staander (78).
Steek de voorkant van de beugels op de Brug
(95) in de Staanders (74, 78), en steek dan de
beugels volledig in de Staanders.
Zorg ervoor
dat de plastic uiteinden van de Brug (95) in de
Staanders zitten. Zorg ervoor dat de draden
niet gekneld raken.
Maak de Brug (95) met zes 1/4" x 1/2" Bouten (7)
en zes 1/4" Sterringen (10) vast; zet de zes
Bouten eerst op hun plaats en draai ze dan
vast.
Raadpleeg stap 4 en 6. Draai de vier 3/8" x 4
1/2" Bouten (6) strak vast.
10
7
95
Aansluitstukken
Voorkant
Rand
74
78
10
7
7
7
10
9. Laat een tweede persoon de Brug (95) bij de
Rechter Staander (78) houden. Verwijder het
draadbandje van de Draad van de Staander (38).
Verbind de Draad van de Staander (38) met de
Brugdraad (52).
Raadpleeg de Inzet-tekening.
De aansluitstukken moeten eenvoudig op
elkaar schuiven en vastklikken. Als dat niet het
geval is, draai een aansluitstuk om en probeer
opnieuw. ALS DE AANSLUITSTUKKEN NIET
GOED AANGESLOTEN ZIJN, KAN HET BEDI-
ENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS
DE STROOM WORDT INGESCHAKELD.
78
95
52
Draadbandje
9
38
38
52
8. Maak de Vergrendelingsbeugel (114) aan de
B
asis (83) vast met twee 3/8" x 2" Bouten (4) en
3/8" Moeren (8).
Met de hulp van een tweede persoon, zet de
l
oopband opnieuw met de Basis (83) plat op de
vloer.
8
114
83
8
4
12. Neem de Opbergvergrendeling (53). Verwijder
het bandje aan het uiteinde van de buis. Zorg
ervoor dat de huls over het aangegeven gat
geschoven is en dat de Vergrendelingsknop
(54) in het gat vastzit. Trek aan de huls om er-
voor te zorgen dat ze goed vastzit.
12
54
Huls
Gat
Buis
53
11.Met de hulp van een tweede persoon, houd het
b
edieningspaneelmontuur bij de Brug (95).
Verbind de Draad van de Brug (52) met de
draad van het bedieningspaneelmontuur.
Raadpleeg de inzet-tekening van stap 9. De
a
ansluitstukken moeten eenvoudig op elkaar
schui
ven en vastklikken. Als dat niet het geval
is, draai dan een aansluitstuk om en probeer op-
nieuw. ALS DE AANSLUITSTUKKEN NIET
GOED AANGESLOTEN ZIJN, KAN HET BEDI-
ENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS
DE STROOM WORDT INGESCHAKELD.
Verbind de Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel (101) met de aardingsdraad
van het bedieningspaneelmontuur. Steek de
draden in het bedieningspaneelmontuur.
Maak het bedieningspaneelmontuur met drie
3/8" x 1 1/4" Bouten (5) en drie 3/8" Sterringen
(9) vast.
Zorg ervoor dat de draden niet
gekneld raken.
Bedieningspaneel-
montuur
52
101
95
5
9
1
1
10
1
1
Als u de optionele borstkas-sensoren heeft gekocht (zie pagina 23), volg onderstaande stappen om de
ontvanger van de borstkas-sensoren te installeren.
1. Zorg ervoor dat het stroomsnoer niet aanges-
loten is. Verwijder de aangegeven 1/2"
Schroeven (1) en de Toegangsdeurtje (87) aan
de Achterkant van het Bedieningspaneel (91).
2. Verbind de draad van de ontvanger (A) met de
aangegeven draad aan de Achterkant van het
Bedieningspaneel (91). Houd de ontvanger
zodat het cilindertje georiënteerd is zoals
aangegeven, en naar de Achterkant van het
Bedieningspaneel gericht is. Maak de ont
-
vanger aan de plastic aansluitstukjes op het
Toegangsdeur (87) vast met de twee bi-
jgeleverde schroefjes.
3.
Zorg ervoor dat de draden niet gekneld raken.
Maak het Toegangsdeurtje (87) opnieuw vast
met de 1/2" Schroeven (1). Gooi de andere
draden die bij de ontvanger werden geleverd,
weg.
A
87
Cilindertje
1
91
Draad
Schroefjes
14. Zorg ervoor dat alle onderdelen strak vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er doorzichtige
plastic vellen op de waarschuwingstickers hangen, verwijder het plastic. Om de vloer of het tapijt te bescher-
men, plaats een matje onder de loopband. Opmerking: Extra hardware kan worden bijgeleverd. Bewaar de
bijgeleverde hexagonale sleutels op een veilige plaats; de grote hexagonale sleutel wordt gebruikt om de
loopband bij te stellen (raadpleeg pagina 27 en 28).
13. Til het Onderstel (56) op tot de aangegeven
p
ositie.
L
aat een tweede persoon het
Onderstel vasthouden totdat deze stap
voltooid is.
O
riënteer de Opbergvergrendeling (53) zodat de
grote staaf en de Vergrendelingsknop (54) in de
aangegeven positie staan. Maak het onderste
uiteinde van de Opbergvergrendeling aan de
beugel op de Basis (83) vast met een 3/8" x 2"
Bout (4) en een 3/8" Moer (8).
Maak het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (53) aan de beugel op het
Onderstel (56) vast met een 3/8" x 2" Bout (4)
en een 3/8" Moer (8). Opmerking: Waarschijnlijk
moet u het Onderstel heen en weer bewegen
om de Opbergvergrendeling op dezelfde hoogte
als de beugel te brengen.
Laat het Onderstel (56) zakken (raadpleeg HOE
DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN op pagina
25).
5
3
8
8
Grote
Staaf
83
4
56
1
3
4
54
12
DE AL INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult
u
de loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om
zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een
snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. Belangrijk: Als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fa-
brikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het
stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in
een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met
alle plaatselijke regelingen. Belangrijk: De loopband kan niet op
een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut ge-
bruikt worden.
Stopcontact van de
Loopband
1
Stopcontact
2
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is.
Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de
stekker niet in het stopcontact past.
13
8 km/h
6 km/h
4 km/h
2 km/h
10 km/h
12 km/h
13 km/h
14 km/h
15 km/h
16 km/h
DE STICKER MET WAARSCHUWING PLAKKEN
De waarschuwing op het bedieningspaneel is in het
engels. Deze waarschuwing bestaat ook in diverse
talen op het inbegrepen vel. Plak de sticker met uw
taal op het bedieningspaneel.
KENMERKEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het revolutionaire bedieningspaneel van deze loop-
band biedt een reeks eigenschappen zodat uw oe
-
feningen efficiënter en aangenamer worden. Als u de
handmatige modus van het bedieningspaneel gebruikt,
kunt u de snelheid en de helling van de loopband met
één druk op de toets bijstellen. Als u oefent, zal voort-
durend informatie over uw vorderingen op de display
verschijnen. U kunt zelfs uw hartslag meten met de
handsensoren of de optionele borstkas-sensoren.
Daarnaast beschikt het bedieningspaneel over zes
vooraf ingestelde oefenprogramma's en acht afvalpro-
gramma's. Bij elke oefening wordt de snelheid en de
helling van de loopband automatisch bijgesteld voor
een efficiënt trainingsprogramma.
U kunt ook twee eigen programma's aanmaken en ze
opslaan voor later gebruik.
Op het bedieningspaneel kunt u ook een fitness-ver-
slag raadplegen, dat automatisch informatie over uw
oefeningen opslaat zodat u uw vorderingen kunt con-
troleren.
Om de elektriciteit inteschakelen, volg de stappen
op pagina 14. Om de instellingen van het bedien-
ingspaneel bij te personaliseren,
raadpleeg pagina
14. Om uzelf als Gebruiker 1 of Gebruiker 2 te iden
-
tificeren, zie pagina 15. Om de handmatige modus
te gebruiken, zie pagina 16. Om een vooraf in-
gesteld oefening of een afvalprogramma te ge
-
bruiken, zie pagina 17. Om een ceeroefening aan te
maken, zie pagina 19. Om een nieuw programma te
gebruiken, zie pagina 20. Om een fitness-verslag te
raadplegen, zie pagina 22. Om het fitness-verslag te
resetten, zie pagina 23.
Opmerking: Als er een doorzichtig plastic velletje
op het bedieningspaneel hangt, verwijder het. Om
schade aan de loopband te vermijden, draag
propere sportschoenen bij uw oefeningen. Als u de
loopband voor het eerst gebruikt, controleer of de
loopband recht loopt. Centreer de band indien
nodig (zie pagina 28).
SCHEMA VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Klip
Sleutel
Keuzetoets
Navigatietoets
HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
B
ELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen bloodgesteld is gewesst, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische com-
ponenten beschadigen.
Steek het snoer in (zie
pagina 12). Zoek vervol-
gens naar de reset/off
stroomonderbreker op het
onderstel van de loopband
bij het snoer. Plaats de
stroomonderbreker in de reset positie.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel bevat een
demo instelling ontworpen om de loopband in de
winkel te kunnen gebruiken. De demo instelling is
gekozen wanneer de displays gaan branden zodra
het snoer in het stopcontact ingestoken is en de
stroomonderbreker zich in de reset positie vindt.
Druk, om de demo instelling uit te schakkelen, een
paar seconden op de Stop toets. Raadpleeg DE IN-
FORMATIEMODUS op pagina 23 om de demo in-
stelling uit te schakkelen wanneer de displays bli-
jven branden.
Ga vervolgens op de voetbalken van de loopband
staan. Zoek naar de klip dat aan de sleutel vastzit
(raadpleeg tekening op pagina 13) en schuif de klip in
de band van uw kleding. Steek dan de sleutel in het
bedieningspaneel. De display zullen gaan branden.
BELANGRIJK: In geval van nood kan de sleutel uit
het bedieningspaneel getrokken worden zodat de
loopband tot stilstand komt. Test de klip door een
paar stapjes naar achteren te nemen. Stel de klip
wat bij wanneer de sleutel niet uit het bedien-
ingspaneel getrokken wordt.
HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPA-
NEEL BIJ TE PERSONALISEREN
Het bedieningspaneel heeft een gebruikersmodus
waar u uzelf als Gebruiker 1 of Gebruiker 2 kunt in-
stellen. U kunt ook gebruikersinformatie invoeren voor-
dat u met de oefeningen begint of het bedieningspa-
neel bijstellen. De ingevoerde gebruikersinformatie
wordt opgeslagen in het fitness-verslag. Zo kunt u uw
vorderingen bijhouden (zie HOE UW FITNESS-VER
-
SLAG TE RAADPLEGEN op pagina 22).
Volg onderstaande stappen om de instellingen van het
bedieningspaneel bij te stellen.
1.
Selecteer de gebruikersmodus.
Om de gebruikersmodus te selecteren [SELECT],
moet u op de Keuzetoets drukken (raadpleeg de
tekening op pagina 13). Het bedieningspaneel kan
informatie opslaan en de vorderingen van twee ge-
bruikers bijhouden.
Als u de gebruikersmodus selecteert, zal het woord
LOGIN enkele seconden op de display verschijnen
e
n dan zal het menu van de gebruikersmodus ver-
schijnen.
Belangrijk: Om de opties van het menu te mark-
eren, druk de navigatietoets naar omhoog, om-
laag, links of rechts. Om de opties in het menu
te selecteren, druk op de Keuzetoets.
Opmerking: Om de gebruikersmodus te verlaten,
druk herhaaldelijk op de Terug-toets [BACK] totdat
de handmatige modus geselecteerd is (zie pagina
16). Om terug van de handmatige modus naar de
gebruikersmodus te gaan, druk op de Keuzetoets.
2. Voer de gebruikersinformatie in.
Om uw gebruikersinformatie in te voeren, moet u
eerst de optie [SETUP] markeren en op de
Keuzetoets drukken. Het setup-menu zal op de
display verschijnen.
Markeer eerst de optie SETUP USER 1 of SETUP
USER 2 en druk op de Keuzetoets. Het menu voor
gebruikersinformatie zal op de display verschijnen.
U kunt nu uw naam [ENTER NAME] en uw gewicht
[ENTER WEIGHT] intoetsen. Markeer de gewen-
ste optie van het menu en druk op de Keuzetoets.
Een flikkerende cursor zal in een veld van de dis-
play verschijnen. Om een nummer of een letter
boven de cursor in te voeren, druk de
Navigatietoets naar boven of naar beneden. Om
de cursor te bewegen, druk de Navigatietoets naar
links of naar rechts. Als u alle nummers en letters
in het veld heeft ingevoerd, druk dan op de
Keuzetoets. Herhaal deze handeling om alle
gewenste gebruikersinformatie in te voeren.
Opmerking: Voor meer informatie over de optie
RESET JOURNAL (verslag), zie pagina 23.
Reset
Positie
14
15
Om het menu voor de gebruikerinformatie te ver-
laten, druk op de Terug-toets [BACK]. Het setup-
m
enu zal dan op de display verschijnen.
3
. Kies de standaard gebruikersinstellingen.
In het bedieningspaneel kunt u informatie van twee
verschillende gebruikers opslaan en recupereren.
Met de standaard gebruikerinstellingen kunt u de
gebruikersinformatie kiezen die zal worden
geladen en opgeslagen als u het bedieningspaneel
aanzet bij het begin van een oefensessie.
Om standaard gebruikersinstellingen te selecteren,
moet u eerst de optie SELECT DEFAULT USER
van het setupmenu markeren en op de Keuzetoets
[SELECT] drukken. Een lijst met standaard ge-
bruikersopties zal dan op de display verschijnen.
Om een standaard gebruikersoptie te selecteren,
druk de Navigatietoets naar boven of naar bene-
den totdat het pijltje naast de gewenste optie staat.
Druk dan op de Keuzetoets. Als u een optie kiest,
zal een “x” verschijnen in het vakje naast de gese-
lecteerde optie.
Opmerking: U kunt het welkomscherm ook aan of
uitzetten via dit menu. Als de optie welkomscherm
tonen [SHOW WELCOME SCREEN] geselecteerd
is, dan zal een welkomstbericht met de naam van
de geselecteerde gebruiker op de display verschij-
nen telkens als u het bedieningspaneel aanzet.
Om het standaard gebruikersmenu te verlaten,
druk op de Terug-toets. Het setup-menu zal op de
display worden weergegeven.
4. Stel de datum en de tijd in.
Als u de datum en de tijd instelt, kan het bedien
-
ingspaneel uw vorderingen in het fitness-verslag
opslaan.
Om de tijd en de datum in te stellen, moet u
eerst de optie CHANGE DATE OR TIME mark-
eren in het setup-menu en op de Keuzetoets
drukken. De datuminstellingen zullen dan op de
display verschijnen.
Om de datum in te stellen, moet u eerst de
Navigatietoets [NAVIGATION] naar links of naar
rechts drukken om het maand-, dag- of jaarveld te
markeren. Druk dan de Navigatietoets naar boven
of naar beneden om de gewenste maand, dag of
j
aar te kiezen.
A
ls u de datum heeft bijgesteld, druk op de
Keuzetoets. De tijdinstelling zal dan op de display
verschijnen.
Om de tijd in te stellen, druk eerst de
Navigatietoets naar links of naar rechts om het uur-
en minuutveld te selecteren. Druk dan de
Navigatietoets naar boven of naar beneden om het
gewenste uur of minuten te selecteren.
Zorg er-
voor dat u het correcte AM of PM-uur instelt in
het uurveld.
Als u de tijdinstellingen heeft ingevo-
erd, druk op de Keuzetoets. Het bedieningspaneel
zal de gebruikersmodus verlaten.
HOE UZELF TE IDENTIFICEREN ALS GEBRUIKER
1 OF GEBRUIKER 2
In het bedieningspaneel kan informatie worden opges-
lagen om vorderingen bij de oefensessies van twee
personen te volgen. Om uzelf te identificeren als
Gebruiker 1 of Gebruiker 2 voor een oefensessie, druk
eerst op de Keuzetoets [SELECT] en ga naar de ge-
bruikersmodus.
Het woord LOGIN zal enkele seconden op de display
verschijnen en het menu van de gebruikersmodus zal
verschijnen. Druk de Navigatietoets [NAVIGATION]
naar boven of naar beneden om USER 1 of USER 2 te
markeren. Opmerking: Als u de instellingen van het
bedieningspaneel heeft gepersonaliseerd (zie pagina
14), dan zal in plaats van USER 1 of USER 2, de in-
gevoerde naam op de display verschijnen.
Druk dan op de Keuzetoets om uw keuze te bevesti-
gen. Het bedieningspaneel zal dan de gebruik
-
ersmodus verlaten.
HOE DE HANDMATIGE MODUS TE GEBRUIKEN
1
. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
R
aadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE
SCHAKELEN op pagina 14.
2. Personaliseer de instellingen van het bedien-
ingspaneel, als u dat wilt.
Raadpleeg HOE DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN op
pagina 14.
3. Selecteer de handmatige modus.
Telkens als u de sleutel in het oefentoestel steekt,
zal de handmatige modus worden geselecteerd.
Als u een oefening heeft geselecteerd, druk op de
toets Klassieke Oefeningen starten/afsluiten
[CLASSIC WORKOUT ENTER/EXIT] om naar de
handmatige modus terug te keren.
4. Start de loopband en stel de snelheid bij.
Om de loopband te starten, druk op de Starttoets
[START], de Snelheid + [SPEED] toets, of een van
de tien genummerde toetsen. Opmerking: Als u de
toetsen heeft ingedrukt, kan het een tijdje duren
voordat de loopband de gewenste snelheid bereikt.
Als u op de Starttoets of de Snelheid + toets drukt,
zal de loopband beginnen te bewegen met een
snelheid van 2 km/u. Tijdens de oefening kunt u de
snelheid van de loopband bijstellen door op de
Snelheid + of – toetsen te drukken. Telkens als u
op de toets drukt, zal de snelheid met 0,1 km/u.
verhogen. Als u de toets ingedrukt houdt, dan zal
de snelheid met 0,5 km/u. verhogen. Als u op een
van de tien genummerde snelheidstoetsen drukt,
dan zal de loopband geleidelijk de snelheid ver-
hogen totdat de gewenste snelheid bereikt is.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. Om de loopband opnieuw te starten, druk
op de Starttoets, de Snelheid + toets of een van de
tien genummerde snelheidstoetsen.
5. De helling van de loopband naar wens bi-
jstellen.
Om de helling van de loopband te veranderen,
druk op de Helling omhoog [INCLINE INCREASE]
of omlaag-toetsen [INCLINE DECREASE], of een
van de zes genummerde hellingpercentagetoet-
sen. Telkens als u op de toetsen drukt, zal de
helling geleidelijk worden bijgesteld totdat de gese
-
lecteerde hellingsgraad wordt bereikt.
6. Volg uw vorderingen op de display.
A
ls u op de loopband stapt of loopt, zal de vol-
gende informatie op de display verschijnen:
De verlopen tijd [TIME].
De gestapte of gelopen [DISTANCE] afstand.
De snelheid [SPEED] van de loopband.
De hellingsgraad [INCLINE] van de loopband.
Het aantal calorieën [CALORIES] dat u bij be-
nadering heeft verbrand.
De datum [JAN, FEB, MAR, APR, MAY, JUN,
JUL, AUG, SEPT, OCT, NOV, DEC].
Uw hartslag. Opmerking: Uw hartslag kan
slechts worden weergegeven als u de hand-
sensoren of de optionele borstkas-sensoren
gebruikt.
Op de display kan ook de afbeelding van een
loper worden getoond. Als u de snelheid van
de loopband verhoogd of verlaagd, zal de
loper sneller of trager beginnen te lopen.
Het bedieningspaneel beschikt over twee display-
opties. Afhankelijk van de gekozen optie, zal ver-
schillende informatie worden getoond. Druk de
Navigatie[NAVIGATION] toets herhaaldelijk naar
links of naar rechts om de gewenste display-optie
te selecteren.
Opmerking: Onafhankelijk van de geselecteerde
display-modus, zullen de snelheids- of hellingsin-
stellingen enkele seconden op de display verschij-
nen telkens als u de instellingen wijzigt. Uw hart
-
slag zal ook op de display verschijnen telkens als u
de handsensoren gebruikt (zie stap 7 op pagina
17).
Opmerking: Op het bedieningspaneel kunnen de
snelheid en de afstand in mijlen of kilometers wor-
den weergegeven. Om de geselecteerde meeteen
-
heid te zien of de eenheid te wijzigen, zie de IN-
FORMATIEMODUS op pagina 23.
Opmerking:
Voor uw gemak, worden alle instructies van dit
onderdeel in kilometers weergegeven.
16
7. Meet uw hartslag als u dat wilt.
U kunt uw hartslag meten met de handsensoren of
met de optionele borstkas-sensoren (zie pagina 23
v
oor meer informatie over de optionele borstkas-
sensoren). Opmerking: Als u de handsensoren en
d
e borstkas-sensoren tegelijkertijd gebruikt, zal het
bedieningspaneel uw hartslag niet correct
weergeven.
Voordat u de handsensoren gebruikt, verwijder de
doorzichtige plastic velletjes van de metalen con-
tacten. Zorg ervoor dat uw handen proper zijn.
Om uw hart-
slag te meten,
zet een voet
op de voetle-
uning
en houd
de metalen
contacten van
de handleun-
ing vast –
houd uw han-
den stil. Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal
een hartsymbool op de display beginnen te
flikkeren en dan wordt uw hartslag weergegeven.
Voor een correcte hartslagweergave, houd de
handsensoren 15 seconden vast.
Opmerking: Als u een oefening heeft gekozen, dan
zal uw hartslag op de display worden weergegeven
samen met de andere informatie.
8. Zet de ventilator aan als u dat wilt.
U kunt de ventilator snel of traag laten draaien.
Druk herhaaldelijk op de Ventilatortoets [FAN] om
de ventilatorsnelheid te kiezen of de ventilator uit
te schakelen. Opmerking: Als de ventilator aan
staat en de loopband wordt uitgeschakeld, dan zal
de ventilator automatisch na enkele minuten wor-
den afgezet.
9. Als u uw oefeningen heeft beëindigd, verwijder
de sleutel uit het bedieningspaneel.
Ga op de voetleuningen staan, druk op de
Stoptoets [STOP] en stel de helling van de loop-
band op de laagste stand. De helling moet op
de laagste stand staan als u de loopband in de
opbergpositie wilt vouwen zonder het oefen-
toestel te beschadigen. Verwijder de sleutel uit
het bedieningspaneel en zet het toestel op een
veilige plaats.
Als u de loopband wilt stopzetten, zet de reset/off-
stroomschakelaar op de “off”-positie en trek het
stroomsnoer uit de stekker. Belangrijk: Als u dat
niet doet, kunnen de elektrische onderdelen
van de loopband snel verslijten.
HOE EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING OF
EEN AFVALPROGRAMMA TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE DE ELEKTRICIEIT IN TE SCHAKELEN
o
p pagina 14.
2. Kies het oefenmenu.
Om het oefenmenu te kiezen, druk op de toets
Klassieke Oefeningen starten/afsluiten [CLASSIC
WORKOUT ENTER/EXIT]. Het oefenmenu zal op
de display verschijnen.
3. Kies een vooraf ingestelde oefening of een af-
valprogramma.
Om een van de zes vooraf ingestelde oefeningen
te kiezen of een van de afvalprogramma’s, druk de
Navigatietoets eerst naar links of naar rechts om
de optie vooraf ingestelde oefeningen [PRESET
WROKOUTS] of de optie afvalprogramma's
[WEIGHT LOSS WORKOUTS] te markeren en
druk dan op de Keuzetoets.
Druk de Navigatietoets naar links en naar rechts of
naar boven en naar beneden totdat de naam van
de gewenste vooraf ingestelde oefening of het
gewenste afvalprogramma op de display verschi-
jnt.
Opmerking: Om naar het vorige menu terug
te keren, druk op de Terug-toets [BACK]. Om
naar de handmatige modus te gaan, druk op de
toets Klassieke Oefeningen starten/afsluiten.
Als u een vooraf ingestelde oefening of een afval-
programma kiest, dan zal de naam van de oefen-
ing, de duur van de oefening [PROG TIME], de
maximale helling [MAX INC] en de maximale snel-
heid [MAX SPD] op de display worden getoond. Er
zal ook een profiel van de snelheidsinstellingen
van de oefening op de display verschijnen.
De vooraf ingestelde oefening is onderverdeeld in
30 segmenten van één minuut. Elk afvalpro-
gramma is onderverdeeld in 20, 30, 40 of 45 seg-
menten van één minuut. U moet voor elk segment
de snelheid en de helling programmeren.
Opmerking: U kunt voor verschillende opeenvol
-
gende segmenten dezelfde snelheid en/of helling
programmeren.
Contactpunten
17
18
4. Druk op de Starttoets [START] om de oefening
te starten.
Nadat u op de Starttoets heeft gedrukt, zal de loop-
b
and automatisch de snelheid en de helling van
het eerste segment starten. Houd de handleunin-
g
en vast en begin te stappen.
5. Volg uw vorderingen op de display.
Als u de vooraf ingestelde oefening of het afvalpro-
gramma selecteert, verschijnt op de display de
resterende tijd [TIME] van de oefening, de gelopen
[DISTANCE] of gestapte afstand, het aantal calo-
rieën [CALORIES] dat u bij benadering heeft ver-
brand, de hellingsgraad [INCLINE] en de snelheid
[SPEED] van de loopband.
Het profiel van de snelheidsinstellingen van de oe-
feningen verschijnt ook op de display. Het pijltje
onder het profiel geeft uw vorderingen aan.
Aan het einde van het eerste segment van één
minuut, zult u een aantal pieptonen horen. Als er
een andere snelheid en/of hellingsgraad voor het
tweede segment geprogrammeerd is, dan zal de
snelheid en/of hellingsgraad op het bedieningspa-
neel beginnen te knipperen om u te waarschuwen.
De loopband zal dan de snelheid en de hellings-
graad automatisch aanpassen aan het tweede
segment.
De oefening zal zo verdergaan tot het pijltje aan de
rechterkant van het profiel komt. De loopband zal
dan beginnen te vertragen en stoppen.
Als de snelheids- of hellinginstellingen van het
huidige segment te hoog of te laag zijn, dan kunt u
de instellingen wijzigen door op de Snelheids- of
Hellingtoetsen te drukken. Als het volgende seg-
m
ent begint,
z
al de loopband de snelheid en de
helling automatisch aan het nieuwe segment
a
anpassen.
Om de oefening te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. Om de oefening opnieuw te starten, druk
op de Starttoets. De loopband begint te draaien
met een snelheid van 2 km/u. Als het volgende
segment van de oefening begint, dan zal de loop-
band de snelheid en de helling automatisch aan
het volgende segment aanpassen.
6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Raadpleeg stap 7 op pagina 17.
7. Zet de ventilator aan als u dat wilt.
Raadpleeg stap 8 op pagina 17.
8. Als u uw oefening heeft beëindigd, verwijder de
sleutel uit het bedieningspaneel.
Raadpleeg stap 9 op pagina 17.
19
HOE EEN LEEROEFENING TE MAKEN
1
. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
R
aadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE
SCHAKELEN op pagina 14.
2. Kies het oefenmenu.
Om het oefenmenu te kiezen, druk op de Klassieke
Oefeningen starten/afsluiten [CLASSIC WORK-
OUT ENTER/EXIT]. Het oefenmenu zal dan op de
display verschijnen.
3. Kies een leeroefening.
Om een van de twee leeroefeningen te selecteren,
druk eerst de Navigatietoets [NAVIGATION] naar
links of naar rechts om de optie leeroefening
[LEARN WORKOUTS] te markeren en druk dan op
de Keuzetoets.
Druk de Navigatietoets naar links en naar rechts of
naar boven en naar beneden totdat de naam van
de gewenste leerprogramma op de display verschi-
jnt. Opmerking: Om naar het vorige menu terug te
keren, druk op de Terug-toets [BACK]. Om naar de
handmatige modus te gaan, druk op de toets
Klassieke Oefeningen starten/afsluiten.
Als u een leeroefening kiest, dan zal de naam van
de oefening, de duur van de oefening, de maxi-
male helling en de maximale snelheid op de dis-
play worden getoond. Er zal ook een profiel van de
snelheidsinstellingen van de oefening op de dis-
play verschijnen. Opmerking: Als er meer dan drie
segmenten van het profiel op de display verschij-
nen, ga naar HOE EEN LEERPROGRAMMA TE
GEBRUIKEN op pagina 20.
4. Druk op de Starttoets [START] om de oefening
te starten en de gewenste instellingen te pro-
g
rammeren.
E
lk leerprogramma kan tot 40 segmenten van één
minuut hebben. U kunt een bepaalde snelheid en
een helling instellen voor elk segment.
Om een snelheidsinstelling te programmeren voor
het eerste segment, druk op de Snelheid + en –
[SPEED] toetsen of een van de genummerde snel-
heidstoetsen. Om een hellingsgraad voor elk seg-
ment te programmeren, druk op de helling omhoog
[INCLINE] en omlaagtoetsen of een van de zes
genummerde graadpercentagetoetsen.
Aan het einde van het eerste segment, zal het pro-
gramma de huidige snelheidsinstellingen en
hellingsgraad in het geheugen opslaan.
Programmeer een snelheidsinstelling en een
hellingsniveau voor het tweede segment zoals hi-
erboven werd beschreven.
Stel de snelheid en hellingsgraad van uw oefening
in voor een programma van maximaal veertig
minuten. Druk twee keer op de Stoptoets [STOP]
en druk dan op de Klassieke Oefeningen
starten/afsluiten-toets als u uw oefening heeft
voltooid. De oefening zal dan in het geheugen wor-
den opgeslagen.
5. Als u uw oefening heeft beëindigd, verwijder de
sleutel van het bedieningspaneel.
Raadpleeg stap 9 op pagina 17.
20
HOE EEN LEERPROGRAMMA TE GEBRUIKEN
1
. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
R
aadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE
SCHAKELEN op pagina 14.
2. Selecteer het oefenmenu.
Om het oefenmenu te selecteren, druk op de
Klassieke Oefeningen starten/afsluiten [CLASSIC
WORKOUTS ENTER/EXIT]-toets. Het oefenmenu
zal op de display verschijnen.
3. Selecteer een leeroefening.
Om een van de twee leeroefeningen te selecteren,
druk eerst de Navigatietoets naar links of naar
rechts voor de optie LEEROEFENING [LEARN
WORKOUTS] en druk op de Keuzetoets [SE-
LECT].
Druk dan de Navigatietoets [NAVIGATION] naar
links, rechts, omhoog of omlaag totdat de naam
van het gewenste leeroefening op de display ver-
schijnt. Opmerking: om terug naar het vorig menu
te gaan, druk op de Terug-toets. Om naar de hand-
matige modus te gaan, druk op de toets Klassieke
Oefeningen starten/afsluiten.
Als een leeroefening selecteert, zal de naam van
de oefening, de duur, de maximale hellingsgraad
en de maximale snelheidsinstelling op de display
verschijnen. Daarnaast wordt een profiel van de
snelheidsinstellingen van de oefening op de dis-
play weergegeven. Opmerking: Als slechts drie
segmenten van het profiel op de display verschij-
nen, raadpleeg HOE EEN LEEROEFENING TE
MAKEN op pagina 19.
Voor elk leeroefening kunt u 40 segmenten van
één minuut programmeren. U kunt één snelhei-
d
sinstelling en één hellingsgraad instellen voor elk
segment. Opmerking: U kunt dezelfde snelheid
e
n/of helling programmeren voor opeenvolgende
segmenten.
4. Druk op de Starttoets [START] om de oefening
te starten.
Als u op de Starttoets heeft gedrukt, zal de loop-
band automatisch met de eerste snelheidsinstellin-
gen en hellingsgraad van de oefening starten.
Houd de handleuningen vast en begin te stappen.
5. Volg uw vorderingen op de display.
Als u een leeroefening heeft geselecteerd, zal de
resterende oefentijd, de gelopen of gewandelde af-
stand, de snelheid van de loopband, de hellings-
graad en het aantal calorieën dat u bij benadering
heeft verbrand, op de display verschijnen.
Daarnaast zal een profiel van snelheidsinstellingen
van de oefening op de display worden getoond.
Een pijltje onder het profiel geeft uw vorderingen
aan.
Aan het einde van het eerste segment van één
minuut, zult u een aantal pieptonen horen. Als er
een andere snelheid en/of hellingsgraad voor het
tweede segment geprogrammeerd is, dan zal de
snelheid en/of hellingsgraad op het bedieningspa-
neel beginnen te knipperen om u te waarschuwen.
De loopband zal dan de snelheid en de hellings-
graad automatisch aanpassen aan het tweede
segment.
21
De oefening zal zo verdergaan tot het pijltje aan de
rechterkant van het profiel komt. De loopband zal
d
an beginnen te vertragen en stoppen.
A
ls de snelheids- of hellinginstellingen van het
huidige segment te hoog of te laag zijn, dan kunt u
de instellingen wijzigen door op de Snelheids- of
Hellingtoetsen te drukken. Als het volgende seg-
ment begint, zal de loopband de snelheid en de
helling automatisch aan het nieuwe segment
aanpassen.
Om de oefening te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. Om de oefening opnieuw te starten, druk
op de Starttoets. De loopband begint te draaien met
een snelheid van 2 km/u. Als het volgende segment
van de oefening begint, dan zal de loopband de
snelheid en de helling automatisch aan het vol-
gende segment aanpassen.
6. Verander de oefening naar wens.
Als u dat wilt, kunt u tijdens uw oefensessie de in-
stellingen wijzigen. Om de snelheid of een
hellingsgraad van het huidige segment te veran-
deren, moet u gewoon op de Snelheids- en
Hellingstoetsen drukken. Als het huidige segment
voltooid is, zullen de nieuwe instellingen in het
g
eheugen worden opgeslagen.
O
m de duur van
de oefening te verhogen, wacht eerst tot de oe-
f
ening voltooid is. Druk dan op de Starttoets en pro-
grammeer de snelheids- en hellingsinstellingen voor
alle nieuwe segmenten; leeroefeningen kunnen in
40 segmenten worden onderverdeeld.
Als u alle
nieuwe segmenten heeft toegevoegd, druk twee
keer op de Stoptoets en dan op de toets Classic
Workouts Enter/Exit (Klassieke Oefeningen
starten/afsluiten).
7. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Raadpleeg stap 7 op pagina 17.
8. Zet de ventilator aan als u dat wilt.
Raadpleeg stap 8 op pagina 17.
9. Als u de oefening heeft beëindigd, verwijder de
sleutel van het bedieningspaneel.
Raadpleeg stap 9 op pagina 17.
22
HOE HET FITNESS-VERSLAG TE RAADPLEGEN
1
. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
R
aadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE
SCHAKELEN op pagina 14.
2. Geef aan of u Gebruiker 1 of Gebruiker 2 bent.
Raadpleeg pagina 15.
3. Selecteer het fitness-verslag.
Om het fitness-verslag te selecteren,
druk op de
toets Fitness-Verslag Openen/Afsluiten FITNESS
JOURNAL OPEN/CLOSE]. Op het bedieningspa-
neel zal de opgeslagen informatie van het verslag
voor de geselecteerde gebruiker worden
weergegeven.
Opmerking: Als u het fitness-verslag heeft geraad-
pleegd, druk op de Terug-toets om naar het vorige
menu of de display terug te keren.
In het fitness-verslag kan de volgende informatie
voor het huidige jaar worden weergegeven:
Tijd [TIME]—Het totaal aantal uren dat u op de
loopband heeft gewandeld of gelopen.
Afstand [DISTANCE]—De totale afstand die u op
de loopband heeft gewandeld of gelopen.
Calorieën [CALORIES]—Het totaal aantal calo-
rieën dat u bij benadering heeft verbrand.
Gemiddelde snelheid [AVG. SPD]—Uw gemid-
delde loop- of wandelsnelheid.
Gemiddeld tempo [AVG. PACE]—Uw gemiddeld
loop- of wandeltempo in minuten per kilometer of
per mijl.
Verticale voeten [VERTICAL FT.]—De afstand
die u heeft geklommen in voeten of meters.
Gewicht [--KG]—Uw gewicht, dat u in de gebruik
-
ersinformatie heeft ingevoerd.
4.
Oefeninformatie per jaar weergeven.
Als u het fitness-verslag selecteer, zullen de jaarto-
talen op de display verschijnen.
Om de oefeninformatie voor een ander jaar weer te
geven, druk de Navigatietoets naar boven of naar
b
eneden om het jaar te veranderen. Opmerking:
Het fitness-verslag kan informatie voor 11 verschil-
l
ende jaren opslaan.
5. De oefeninformatie per maand weergeven.
Na een paar seconden, zal het maandmenu op de
display verschijnen.
Om de oefeninformatie per maand weer te geven,
druk de Navigatietoets naar boven of naar bene-
den om de gewenste maand aan de rechterkant
van de display te markeren. Druk dan op de
Keuzetoets. De oefeninformatie voor de gese-
lecteerde maand zal op de display verschijnen.
6. De oefeninformatie per week weergeven.
Na een paar seconden, zal het weekmenu [WEEK]
op de display verschijnen.
Om de oefeninformatie per week weer te geven,
druk de Navigatietoets naar boven of naar bene-
den om de gewenste week aan de rechterkant van
de display te markeren. Druk dan op de
Keuzetoets. De oefeninformatie voor de gese-
lecteerde week zal op de display verschijnen.
7. De oefeninformatie per dag weergeven.
Na een paar seconden, zal het dagmenu op de
display verschijnen.
Om de oefeninformatie per dag weer te geven,
druk de Navigatietoets naar links of naar rechts tot-
dat een pijltje boven de gewenste dag aan de
rechterkant van de display verschijnt. Druk dan op
de Keuzetoets [SELECT]. De oefeninformatie voor
de geselecteerde dag zal op de display verschij-
nen.
8.
Het fitness-verslag verder raadplegen.
Herhaal stappen 3 tot 6 om de oefeninformatie
voor het gewenste jaar, maand, week of dag weer
te geven.
9.
Het fitness-verslag afsluiten.
Druk op de toets Fitness-Verslag Openen/Afsluiten
om het fitness-verslag af te sluiten.
Opmerking: Om de oefeninformatie, die in het fit-
ness-verslag opgeslagen is, te wissen, raadpleeg
HOE HET FITNESS-VERSLAG TE RESETTEN op
pagina 23.
23
HOE HET FITNESSVERSLAG TE RESETTEN
1
. De gebruikersmodus selecteren.
R
aadpleeg stap 1 op pagina 14.
2. Het Fitness-verslag resetten.
Om de oefeninformatie die in het fitness-verslag is
opgeslagen, te wissen, moet u eerst de optie mark-
eren [SETUP] en dan op de Keuzetoets drukken.
Het setup-menu zal op de display verschijnen.
Markeer dan de optie setup gebruiker 1 of 2
[SETUP USER 1 OR SETUP USER 2] en druk op
de Keuzetoets. Het gebruikersinformatiemenu zal
dan op de display verschijnen.
Markeer dan de optie verslag resetten [RESET
JOURNAL] en druk op de Keuzetoets. Er zal een
bevestiging op de display verschijnen. Om de infor-
matie van het fitness-verslag te wissen, gebruik de
linker en rechter Navigatietoetsen om de optie ver-
slag resetten te markeren en druk op de
Keuzetoets. Om de informatie in het fitness-verslag
te behouden, markeer de optie (annuleren [CAN-
CEL] en druk op de Keuzetoets.
Als u op de Keuzetoets heeft gedrukt, zal het ge
-
bruikersinformatiemenu opnieuw op de display
worden weergegeven.
3.
De gebruikersmodus afsluiten.
Druk herhaaldelijk op de Terug-toets om de ge-
bruikersinformatiemenu’s af te sluiten.
DE INFORMATIEMODUS
H
et bedieningspaneel beschikt over een infor-
matiemodus om de gebruiksinformatie van de loop-
b
and te controleren. U kunt ook een meeteenheid voor
het bedieningspaneel kiezen.
Om de informatiemodus te selecteren, houd de
Stoptoets [STOP] ingedrukt, steek de sleutel in het be-
dieningspaneel en laat dan de Stoptoets los. Als de in-
formatiemodus geselecteerd is, zal de volgende infor-
matie op de display verschijnen:
De display toont het totaal aantal uren dat de loopband
gebruikt is en het totaal aantal kilometers of mijlen dat
de loopband heeft gedraaid.
Op de display wordt ook de gekozen meeteenheid
weergegeven. Het woord
metric
(Metriek) wordt ge-
bruikt om kilometers aan te duiden en het woord
eng-
lish
(Engels) voor mijlen. Om de meeteenheid te ve-
randeren, druk op de Snelheid + toets.
Opmerking: Op het bedieningspaneel kan een demon-
stratiemodus worden weergegeven, zodat u de loop-
band in een winkel kan tentoonstellen. Terwijl de
demo-modus is ingeschakeld, zal het bedieningspa-
neel correct werken als u het stroomsnoer in de
stekker steekt, de reset/off stroomschakelaar op de
reset-positie zet en de sleutel in het bedieningspaneel
steekt. Als u de sleutel verwijdert, zullen de displays
blijven branden, maar de toetsen zullen niet werken.
Als de demo-modus wordt aangezet, zal het woord
ON
op de display verschijnen zolang de informatie-modus
geselecteerd is. Om de demo-modus aan of uit te
zetten, druk op de Snelheid – button.
Om de informatie-modus te verlaten, verwijder de sleu-
tel van het bedieningspaneel.
DE OPTIONELE BORSTKAS-SENSOREN
Met de optionele borstkas-sensoren, kunt u zonder
handen uw hartslag controleren tijdens een oefening.
Om de optionele borstkas-sensoren te kopen, tele-
foneer naar het nummer op de eerste pagina van
deze handleiding.
24
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATESEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
P
laats de helling in de laagste stand voordat u de loop-
band opbergt. U kunt, als u dit niet doet, de loopband
permanent beschadigen. Haal de sleutel uit het bedien-
ingspaneel en trek de stekker uit het stopcontact.
OPEGELET: U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de
loopband te kunnen uitklappen, inklappen of verplaat-
sen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats
die door de pijl rechts wordt aangegeven. OPGELET:
Om letsels te vermijden, til het onderstel nooit op
aan de plastic voetsteunen. Zorg ervoor dat u uw
benen buigt en uw rug rechthoudt als u het onders-
tel optilt – til nooit vanuit uw rug. Til de loopband half
omhoog.
2. Til het onderstel zover op totdat de vergrendelingsknop
in de opbergstand klikt. Controleer dat de vergrendel-
ingsknop vastzit in de opbergstand.
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbe-
dekking te beschermen. Houd de loopband uit direct
zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgev-
ing waar de temperatuur hoger dan 30º C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst, klap de loopband op in de
opbergstand zoals beschreven hierboven. Controleer dat de
vergrendelingsknop vastzit in de opbergstand.
1.
Houd een handleuning vast en plaats uw andere hand op
het loopvlak. Plaats een voet tegen een van de wielen.
2.
Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de voor-
wieltjes. Verplaats de loopband voorzichtig naar de
gewenste plaats. Wees heel voorzichtig tijdens het ver-
plaatsen van de loopband zodat u het risico op per-
soonlijk letsel voork-omt. Verplaats de loopband niet
over een oneffen ondergrond.
3.
Plaats weer een voet op het onderstel en kantel de loop-
band tot deze weer rechtop staat.
Basis
Handleuning
Onderstel
Wiel
Sluitknop
Onderstel
25
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
1. Houd de loopband met uw rechterhand vast zoals
getoond. Trek de vergrendelingsknop naar links en houd
deze vast. Soms is het nodig het onderstel naar voren te
duwen terwijl u de knop naar links trekt. Draai het onder-
stel naar beneden totdat het voorbij de sluitpen is.
2. Houdt de loopband met beide handen goed vast en
laat de loopband op de vloer zakken. OPGELET: Til
het apparaat niet alleen bij de plastic voetbalken op
en laat het onderstel niet op de grond vallen. Buig
door uw knieën en houdt u rug recht om het risico op
persoonlijk letsel te vermijden.
Sluitknop
26
PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen.
Zoek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben,
n
eem dan contact op met onze klantendienst.
PROBLEEM: De stroom is niet ingeschakeld
OPLOSSING:
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in een geaard stopcontact (zie pagina 13 ).
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 mof korter. De loop-
band kan niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bedien-
ingspaneel zit.
c. Controleer de reset/off stroomonderbreker die
zich op het onderstel bij het snoer van de loop-
band bevindt. Als de knop uitsteekt zoals
aangegeven is de stroomonderbreker doorgesla-
gen. Wacht 5 minuten en druk de schakelaar op-
nieuw in om de stroomonderbreker opnieuw in
werking te stellen (te resetten).
PROBLEEM: Stroomuitval tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de reset/off stroomonderbreker (zie tekening hierboven). Als de stroomonderbreker
is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt,
haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspaneel.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
SYMPTOM: Die Neigung des Laufgeräts ändert sich nicht richtig
OPLOSSING: a. Druk terwijl de sleutel in het bedieningspaneel is geschoven op een van de helling toetsen.
Haal de sleutel er uit terwijl de helling van de loopband zich aanpast. Steek de sleutel na
een paar seconden weer in het bedieningspaneel. De loopband zal dan automatisch de helling
tot de maximale helling aanpassen om vervolgens naar de laagste stand terug te keren.
Hierdoor wordt het hellingssysteem opnieuw gekalibreerd.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet correct
OPLOSSING: a. Verwijder de sleutel van het bedieningspaneel
en trek het snoer uit de stekker. Verwijder de
drie 3/4" Schroeven (12) en verwijder de Kap
(61) voorzichtig.
Doorgeslagen
Resetten
c
61
12
27
Zoek de Snelheidssensor (71) en de Magneet
(50) aan de Voorste Katrol (51). Draai de Katrol
t
otdat de Magneet op dezelfde hoogte als de
Snelheidssensor komt.
Zorg ervoor dat er
o
ngeveer 3 mm ruimte tussen de Magneet en
de Snelheidssensor zit.
Indien nodig, draai de
3/4" Schroef van de Snelheidssensor (15) los,
verschuif de Snelheidssensor en draai de
Schroef opnieuw vast. Maak de Kap opnieuw
vast en laat de loopband enkele minuten draaien
om te controleren of de snelheid correct wordt
gemeten.
PROBLEEM: De display van het bedieningspaneel blijft branden als de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt verwijderd.
OPLOSSING:
a. Het bedieningspaneel beschikt over een demo-modus. Deze modus wordt gebruikt als de
loopband in een winkel wordt tentoongesteld. Als de displays blijven branden als u de sleutel
uit het bedieningspaneel haalt, dan is de demo-modus geactiveerd. Om de demo-modus uit te
schakelen, houd de Stop-knop enkele seconden ingedrukt. Als de displays nog steeds bran-
den, raadpleeg DE INFORMATIE-MODUS op pagina 23 om de demo-modus uit te schakelen.
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING:
a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en
DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met
de meegele-verde sleutel beide bouten van de
achterroller een 1/4 slag tegen de klok in.
Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u
de loopband 5 à 7 cm van het loopplatform kun-
nen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het
midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in
en laat de loopband een paar minuten draaien.
Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u erop
loopt.
Zicht
van
Boven
50
15
7
1
3
mm
51
Bouten van de Achterroller
5-7 cm
b
28
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
O
PLOSSING: a
. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT wan-
neer de loopband niet goed in het midden ligt.
Als de loopband naar links is verschoven
,
draai met de meegeleverde sleutel de linker bout
van de achterroller een 1/2 slag met de klok mee.
Als de loopband naar rechts is verschoven,
draai dan de bout van de achterroller een 1/2
slag tegen de klok in. Zorg ervoor dat u de band
niet te strak aandraait. Steek de stekker en de
sleutel weer in en laat de loopband een paar
minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
haal
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
wanneer de loopband slipt. Draai met de
meegeleverde sleutel beide bouten van de
achterroller een 1/4 slag met de klok mee.
Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u
de loopband 5 à 7 cm van het loopplatform kun-
nen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het
midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer
in en laat de loopband een paar minuten draaien.
Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
a
b
29
De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoe-
ren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie
raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts.
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivascu-
lair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit
het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen
door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram
hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor ver-
branding en voor een aerobic oefening.
Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u
eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftij-
den zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie
getallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven
uw trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn
voor vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is
voor aerobic oefeningen aanbevolen.
Vet verbruiken—Om effectief vet te verbranden moet
U voor een langere tijd op een betrekkelijke lage inten-
siteit oefenen. Tijdens de eerste minuten van uw oefe-
ning gebruikt uw lichaam makkelijke bereikbare
kool-
hydraten
. Pas na de eerste paar minuten begint uw li-
chaam
vet
als energie te verbruiken. Stel de snelheid
en de helling van de loopband bij todat uw hartslag
rond het laagste getal van uw trainingszone ligt als u
vet wilt verbranden. Stel voor maximale vet verbran-
d
ing, de snelheid en helling van de loopband bij totdat
uw hartslag rond het middelste getal van uw trainings-
zone ligt.
Aerobic oefening—Uw oefening moet aerobic zijn als
het uw doel is uw cardiovasculair systeem te verbete-
ren. Een aerobic oefening is een activiteit met een ho-
gere zuurstof toevoer voor een langere tijd. Deze ho-
gere intensiteit vraagt een grotere prestatie van uw
hart om bloed naar uw spieren te pompen. Het vereist
ook een grotere prestatie van uw longen om het bloed
van zuurstof te voorzien. Stel de snelheid en de helling
van de loopband bij totdat uw hartslag rond het hoog
-
ste getal van uw trainingszone ligt als u een aerobic
oefening wilt uitvoeren.
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarm-
fase door 5 à 10 minuten de spieren te strekken en wat
lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefening
verhoogt uw lichaamstemperatuur, uw hartslag en bevor-
dert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensiteit
van uw oefening na het opwarmen zodat uw hartslag
binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 30 minuten
vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van uw oefen-
programma uw oefening tot 20 minuten). Haal diep en
regelmatig adem. Houdt nooit uw adem in.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 mi-
nuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw
spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen
na de oefening.
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet
u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust
tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u
als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te
hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te
oefenen.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig
ander oefenprogramma begint. Dit is bijzon-
d
er belangrijk voor mensen ouder dan 35 of
m
ensen met gezondheidsproblemen.
De pols-sensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van de
gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de
hartslag metingen beïnvloeden. De pols-sen-
sor is alleen als hulpmiddel bedoeld.
30
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PETL40707.0 R
0807A
Om de hieronder aangegeven onderdelen te identificeren, raadpleeg de VERGROTE TEKENING aan het einde
van deze handleiding.
N
r. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1
29 1/2" Schroef
2 4 1" Tekschroef
3 1 Inbussleutel
4 6 3/8" x 2" Bout
5 3 3/8" x 1 1/4" Bout
6 4 3/8" x 4 1/2" Bout
7 6 1/4" x 1/2" Bout
8 8 3/8" Moer
9 7 3/8" Sterring
10 6 1/4" Sterring
11 5 3/4" Tekschroef
12 8 3/4" Schroef
13 2 Tussenstuk voor het Kussen van de
Basis
14 2 1 1/2" Schroef
15 5 3/4" Schroef van de
Snelheidssensor/Schroef Achterste
voet
16 2 1 3/4" Schroef
17 2 5/16" x 1 1/2" Bout
18 2 5/16" x 3 5/8" Bout
19 2 3/8" x 1" Bout
20 2 Bout van de achterste rol
21 1 3/8" x 1 3/4" Bout van de motor
22 1 3/8" x 1 1/2" Bout
23 2 3/8" x 1" Bout
24 7 1/2" Aardingsschroef
25 8 1 1/4" Schroef van de voetleuning
26 2 1/4" x 3/8" Bout
27 2 3/8" x 3/4" Bout
28 1 3/8" x 4" Bout
29 4 Schroef van de riemgeleider
30
2 1/4" Tussenring
31 2 1/4" Slottussenring
32 1 3/8" Sterring
33 6 1/4" Kooimoer
34 3 3/8" Slotmoer
35 2 3/8" Moer met rand
36 4 5/16" Moer met rand
37 3 Kapclip
38 1 Draad van de staander
39 3 Kooimoer
40 2 Voetkussentje Sticker
41 1 Linker voetleuning
42 1 Waarschuwingssticker
43 2 Loopplatform met Kussent
44 1 Loopplatform
45
1
Loopband
46
2
Riemgeleider
47 2 Eindkapje van het Onderstel
4
8 2 Tussenring van het onderstel
49 2 Tussenstuk van de Voorste Rol
50 1 Magneet
51 1 Voorste roller/katrol
52 1 Brugdraad
53 1 Opbergvergrendeling
54 1 Vergrendelingsknop
55 1 Rechter voetleuning
56 1 Onderstel
57 2 Achterste rolbeugel
58 1 Achterste rol
59 1 Linker achterste voet
60 1 Rechter achterste voet
61 1 Kap
62 1 Aandrijfriem
63 1 Beugel van de motor
64 1 Motor
65 1 Onderstel van de lift
66 3 Draadband
67 1 Aardingsdraad van de Achterste Rol
68 1 Snoer
69 1 Plugadapter
70 1 Controller
71 1 Snelheidssensor
72 1 Clip van de snelheidssensor
73 1 Onderpan
74 1 Linker staander
75 1 Hellingsmotor
76 1 Tussenstuk van de Linker staander
77 2 Eindkapje voor de Basis
78 1 Rechter Staander
79 1 Tussenstuk voor de Rechter
staander
80 4 Tussenstuk voor de Bout
81 4 Kussen van de basis
82 2 Waarschuwingssticker
83 1 Basis
84 2 Wiel
85 3 Los te maken opbinddraad
86 8 8" Bandje
87 1 Toegangsdeur
88 1 Boekhouder
89 1 Bedieningspaneel
90 1 Ventilator van het bedieningspaneel
91 1 Achterkant van het
Bedieningspaneel
92 1 Plastic Bevestigingsbandje van het
Bedieningspaneel
93
1
Onderstel van het Bedieningspaneel
31
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
9
4 1 Glashouder
95 1 Brug
96 1 Basis van de Handleuning
97 1 Linker Handgreep
9
8 1 Rechter Handgreep
99 2 Houder van het bedieningspaneel
100 1 Sleutel/clip
101 1 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel
102 1 Inzetstuk van de Linker Achterste
Voet
103 1 Inzetstuk van de Rechter Achterste
Voet
104 1 Tussenstuk voor de Motor van de
Lift
105 1 Houder van de elektronica
106
1 Reset/off stroomonderbreker
107
1 Aardingsdraad voor het Onderstel
van de Lift
108
1 5/32" Inbussleutel
109 1 Filter
1
10 1 Transformer
111 1 Stekkerdoos
112 4 1/2" Schroef van het bedieningspa-
neel
1
13 2 #10 Sterring
114 1 Vergrendelingsbengel
115 1 15 1/2" Draadband
116 1 1/2" Aardingsschroef van het
Bedieningspaneel
117 2 Bus van de motor
* 10" Blauwe Draad, M/F
* 10" Blauwe Draad, 2F
* 6" Blauwe Draad, 2F
* 10" Rode Draad, M/F
* 8" Zwarte Draad, M/F
* 8" Groene Draad, F/R
*
Gebruikersaanwijzing
*Deze onderdelen woorden niet getoond.
Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden ve-
randerd.
4
4
54
53
8
8
17
17
18
18
20
20
31
30
31
30
60
59
12
12
29
29
46
46
25
25
25
47
25
25
25
25
25
40
41
36
36
36
49
50
47
48
36
43
44
42
45
49
51
55
40
58
43
56
57
57
48
103
102
3
108
15
15
14
14
113
113
32
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. PETL40707.0 R0807A
11
11
11
11
72
15
71
37
37
37
12
12
12
19
19
24
106
24
67
26
27
32
64
63
27
28
34
35
62
61
65
66
73
105
107
68
69
111
117
70
1
1
1
1
110
109
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. PETL40707.0 R0807A
33
81
2
81
2
81
2
4
84
8
8
84
4
6
9
6
6
9
9
7
10
7
10
7
10
7
1
0
2
1
22
34
34
75
23
23
8
8
77
77
74
78
83
82
76
79
82
86
85
80
80
80
13
81
2
13
38
104
4
114
115
8
34
GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. PETL40707.0 R0807A
1
1
1
1
1
5
9
12
16
16
116
101
33
1
90
1
1
112
1
112
1
1
1
1
112
93
94
95
88
89
1
8
7
97
96
98
12
92
99
99
9
1
100
52
52
39
33
33
12
12
35
GEDETAILLEERDE TEKENING D—Modelnr. PETL40707.0 R0807A
Part No. 256166 R0807A
Printed in China
© 2007 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen te bestellen, bekijk dan de kaft van deze handleiding. Zorg ervoor dat u de volgende infor-
m
atie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
het modelnummer en serienummer van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TE-
KENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronisch product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge-
gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor-
den gerecycled aan het einde van de levenscyclus.
Gebruik recycling installaties die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort
afval in uw streek. Zo zult u het milieu helpen beschermen en de Europese nor-
men voor milieubescherming helpen verbeteren. Als u meer informatie nodig
hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem contact op met uw plaat-
selijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

ProForm PETL40707 de handleiding

Type
de handleiding