Dolmar AM3753, AM3653, AM3846 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Dolmar AM3753 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
61 NEDERLANDS
NEDERLANDS (Originele instructies)
TECHNISCHE GEGEVENS
Model: AM3846 AM3653 AM3753
 460 mm 534 mm
Nullasttoerental 2.500 min
-1
2.300 min
-1
Maximumtoerental 3.300 min
-1
2.800 min
-1
Onderdeelnummer van vervan-


191D51-9 191D52-7

grasmaaier *1
191D49-6 191D50-1

grasmaaier *2
191D47-0 191D48-8
Afmetingen
(l x b x h)
L: 1.610 mm t/m
1.690 mm
B: 535 mm
H: 980 mm t/m
1.095 mm
L: 1.630 mm tot 1.715 mm
B: 590 mm
H: 990 mm tot 1.095 mm
 2,5 of 5,0 km/h - 2,5 of 5,0 km/h
Nominale spanning 
Nettogewicht

de grasmaaier is aangebracht
35,3 - 39,0 kg 35,5 - 39,3 kg 39,0 - 42,8 kg


36,0 - 39,7 kg 36,2 - 40,0 kg 39,7 - 43,5 kg
Beschermingsklasse IPX4
*1.

. 
 

De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen.
 -
binatie, overeenkomstig de EPTA-procedure 01/2014, worden getoond in de tabel.
Toepasselijke accu’s
BL1815N / BL1820 / BL1820B / BL1830 / BL1830B / BL1840 / BL1840B / BL1850 / BL1850B / BL1860B
 
WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend de accu’s die hierboven worden genoemd. Gebruik van enige
andere accu kan leiden tot letsel en/of brand.
Symbolen
Hieronder staan de symbolen die voor het gereedschap
worden gebruikt. Zorg ervoor dat u weet wat ze beteke-
nen alvorens het gereedschap te gebruiken.
Wees vooral voorzichtig en let goed op.

Gevaar: let op weggeworpen voorwerpen.
Omstanders moeten een afstand van zeker
15 meter bewaren tot het gereedschap.



uitgeschakeld.

-
houden, achterlaten of opbergen van de
grasmaaier.
Elektrisch gevaar. Contact met water kan
een elektrische schok veroorzaken.
Giet er geen water op.
Ni-MH
Li-ion
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap en accu’s niet
met het huisvuil mee!

elektrische en elektronische apparaten,


daarvan binnen de nationale wetgeving,
dienen elektrisch gereedschap, accu’s en

hebben bereikt, gescheiden te worden
ingezameld en te worden afgevoerd naar

geldende milieu-eisen.
62 NEDERLANDS
Gebruiksdoeleinden
De machine is bedoeld om het gazon te maaien.
Geluidsniveau

volgens EN60335-2-77:
OPMERKING:
-

Model AM3846
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 82,7 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
WA
): 90,9 dB (A)
Onzekerheid (K): 3 dB (A)
Model AM3653
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 78,1 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
WA
): 90,4 dB (A)
Onzekerheid (K): 3 dB (A)
Model AM3753
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 78,1 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
WA
): 90,4 dB (A)
Onzekerheid (K): 3 dB (A)

OPMERKING: De opgegeven geluidsemissiewaar-
-
thode en kan/kunnen worden gebruikt om dit gereed-

OPMERKING: De opgegeven geluidsemissiewaar-
de(n) kan/kunnen ook worden gebruikt voor een
beoordeling vooraf van de blootstelling.
WAARSCHUWING:
Draag gehoorbescherming.
WAARSCHUWING:
De geluidsemissie tijdens het
gebruik van het elektrisch gereedschap in de praktijk kan
verschillen van de opgegeven waarde(n) afhankelijk van
de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt, met
name van het soort werkstuk waarmee wordt gewerkt.
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat veiligheids-

gebruiker die zijn gebaseerd op een schatting van de bloot-
stelling onder praktijkomstandigheden (rekening houdend
met alle fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur
gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en
stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur).
Trilling
De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals
vastgesteld volgens EN60335-2-77:
OPMERKING:

grasmaaier.
Model AM3846
Trillingsemissie (a
h
): 2,5 m/s
2
of lager
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
Model AM3653
Trillingsemissie (a
h
): 2,5 m/s
2
of lager
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
Model AM3753
Trillingsemissie (a
h
): 2,5 m/s
2
of lager
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
OPMERKING:
gemeten volgens een standaardtestmethode en kan/
kunnen worden gebruikt om dit gereedschap te ver-

OPMERKING: De opgegeven totale trillingswaar-
de(n) kan/kunnen ook worden gebruikt voor een
beoordeling vooraf van de blootstelling.
WAARSCHUWING: De trillingsemissie tij-
dens het gebruik van het elektrisch gereedschap
in de praktijk kan verschillen van de opgegeven
waarde(n) afhankelijk van de manier waarop het
gereedschap wordt gebruikt, met name van het
soort werkstuk waarmee wordt gewerkt.
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat veilig-
-
ming van de gebruiker die zijn gebaseerd op een
schatting van de blootstelling onder praktijkom-
standigheden (rekening houdend met alle fasen
van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende
welke het gereedschap is uitgeschakeld en statio-
nair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur).
EG-verklaring van conformiteit
Alleen voor Europese landen


VEILIGHEIDSWAAR-
SCHUWINGEN
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING: Lees alle veiligheids-
waarschuwingen en alle instructies. Het niet vol-
gen van de waarschuwingen en instructies kan leiden
tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
Instructie
1.
Lees de gebruiksaanwijzingen aandachtig door.
Zorg dat u vertrouwd bent met de bedieningsorga-
nen en het correcte gebruik van de grasmaaier.
2.
Laat nooit kinderen of anderen die niet vertrouwd
zijn met deze instructies de grasmaaier bedienen.
De toegestane leeftijd van gebruikers kan ook zijn
vastgelegd in de plaatselijke wetgeving.
3.
Gebruik de grasmaaier nooit met personen, in het
bijzonder kinderen, of huisdieren dicht in de buurt.
4. Onthoud dat de bediener of gebruiker aanspra-
kelijk is voor ongelukken met letsel aan andere
personen of schade aan hun eigendommen.
5. Houd toezicht op kinderen om te zorgen dat ze
niet met de grasmaaier gaan spelen.
63 NEDERLANDS
6. Lichamelijke conditie - Gebruik de grasmaaier
niet onder de invloed van alcohol, stimule-
rende of verdovende middelen, of na het inne-
men van medicijnen.
Voorbereidingen
1.
Draag bij gebruik van de grasmaaier altijd
stevig schoeisel en een lange broek. Gebruik
de grasmaaier niet wanneer u op blote voeten
loopt of open sandalen draagt. Draag geen
juwelen of kleding die erg ruim valt of waarvan
koordjes of bandjes los bungelen. Deze kunnen
door de bewegende delen gegrepen worden.
2. Inspecteer de grasmaaier vóór gebruik altijd
visueel op beschadigde, ontbrekende of
verkeerd gemonteerde beschermkappen of
schilden.
3. Zorg dat er geen andere personen in de buurt
zijn voordat u met maaien begint. Stop de
grasmaaier wanneer er iemand nadert.
4. Steek de contactsleutel pas in de grasmaaier
wanneer die klaar voor gebruik is.
5. Draag tijdens het gebruik van elektrisch
gereedschap altijd een veiligheidsbril om
uw ogen te beschermen tegen letsel. De bril
moet voldoen aan ANSI Z87.1 in de Verenigde
Staten, aan EN 166 in Europa, en aan AS/
NZS 1336 in Australië en Nieuw-Zeeland. In
Australië en Nieuw-Zeeland is het wettelijk
verplicht om tevens een spatscherm te dragen
om uw gezicht te beschermen.
Het is de verantwoordelijkheid van de werk-
gever om ervoor te zorgen dat geschikte
beschermingsmiddelen gebruikt worden door
de gebruikers van het gereedschap en anderen
in de onmiddellijke omgeving van de werkplek.
6. Controleer vóór gebruik zorgvuldig de snijbla-
den en de bouten van de snijbladen op barsten
of andere beschadigingen. Vervang gebarsten
of beschadigde snijbladen of bouten van de
snijbladen onmiddellijk.
7. Verwijder vóór het maaien eerst obstakels en
voorwerpen zoals stenen, ijzerdraad, glas,
botten en grote takken uit uw werkgebied, om
schade aan de grasmaaier en persoonlijk letsel
te voorkomen.
8. Als het snijblad van de grasmaaier een voor-
werp raakt, kan ernstig letsel worden veroor-
zaakt. Controleer altijd vóór het maaien het
gras op voorwerpen die hinder of gevaar kun-
nen veroorzaken en verwijder ze op afdoende
wijze.
9. Kijk uit voor kuilen, sporen, hobbels, stenen en
andere verborgen voorwerpen.

gras kunnen obstakels verborgen zitten.
10. Terwijl het regent mag u de contactsleutel niet
erin steken of verwijderen.
11. Gebruik persoonlijke-veiligheidsmid-
delen. Draag altijd oogbescherming.
Veiligheidsmiddelen, zoals stofmaskers, slipvaste
veiligheidsschoenen, veiligheidshelm en gehoor-


Bediening
1. Reik niet te ver. Zorg altijd voor een goede
balans. Zorg altijd dat u stevig staat op hellin-
gen. Loop gewoon en ren niet.
2. Schakel de grasmaaier uit, verwijder de
contactsleutel, en verzeker u ervan dat alle
bewegende delen volledig tot stilstand zijn
gekomen:
- wanneer u de grasmaaier achterlaat;

vrijmaken van het uitwerpkanaal;
- voor het controleren, reinigen of werken aan
de grasmaaier;
- na het raken van een vreemd voorwerp.
Inspecteer de grasmaaier op beschadigingen
en voer reparatiewerkzaamheden uit alvo-
rens de grasmaaier opnieuw te starten en te
bedienen,
- als de grasmaaier op ongebruikelijke manier
begint te trillen.
3. Gebruik de grasmaaier in geen geval wanneer
de beveiligingskappen of schermen defect
zijn, of wanneer beveiligingsdelen zoals de
keerschotten en/of grasmand afwezig zijn.
4. Vermijd het gebruik van de grasmaaier onder
slechte weersomstandigheden, met name
wanneer de kans op bliksem bestaat.
5. Draag tijdens het gebruik van de grasmaaier
altijd oogbescherming en stevige schoenen.
6. Gebruik de grasmaaier alleen bij daglicht of
helder kunstlicht.
7. Schakel de grasmaaier zorgvuldig in volgens
de voorschriften, met uw voeten op veilige
afstand van de snijblad(en).
8. Wees voorzichtig uw handen en voeten niet te
verwonden aan het snijblad.
9. Zorg er altijd voor dat de ventilatieopeningen
vrij zijn van vuil.
10. Maai altijd horizontaal langs een glooiing,
nooit omhoog en omlaag. Wees uiterst voor-
zichtig wanneer u op een hellend vlak van
richting verandert. Probeer niet om te maaien
op al te steile hellingen.
11. Wees uiterst voorzichtig wanneer u de gras-
maaier achteruit laat rijden of naar u toe trekt.
12. Stop de snijblad(en) wanneer u de grasmaaier
moet kantelen om hem te verplaatsen over een
ander oppervlak dan gras, en ook wanneer
u de grasmaaier vervoert van of naar het te
maaien terrein.
64 NEDERLANDS
13. Kantel de grasmaaier niet wanneer u de motor
inschakelt, behalve wanneer het noodzakelijk
is de grasmaaier iets te kantelen om de motor
te starten. In dat geval kantelt u hem niet
verder dan strikt noodzakelijk en tilt u alleen
het van u afgerichte deel iets omhoog. Zorg
er altijd voor dat u beide handen op de bedie-
ningspositie houdt voordat u de grasmaaier
weer op de grond laat zakken.
14. Plaats nooit uw handen of voeten onder of
vlakbij de draaiende onderdelen. Blijf steeds
uit de buurt van de uitwerpopening.
15. Vervoer de grasmaaier niet terwijl de gras-
maaier is ingeschakeld.
16. Gebruik de grasmaaier niet wanneer het gras
nat is.
17. Houd de handgreep altijd stevig vast.
18. Raak het snijblad of andere scherpe randen
niet aan bij het optillen of dragen van de
grasmaaier.
19. Houd uw handen en voeten uit de buurt van
het draaiende snijblad. Let op - Het snij-
blad blijft nadraaien nadat de grasmaaier is
uitgeschakeld.
20. Stop onmiddellijk met het gebruik wanneer u
iets vreemds opmerkt. Schakel de grasmaaier
uit en verwijder de contactsleutel. Inspecteer
vervolgens de grasmaaier.
21. Als de grasmaaier is uitgerust met een maai-
hoogte-instelling, mag u nooit de maaihoogte
veranderen terwijl de grasmaaier draait.
22. Laat de schakelhendel los en wacht tot het
snijblad gestopt is voordat u een tuinpad,
trottoir, oprijlaan, straat of weg oversteekt, of
enig terrein waar grind ligt. Verwijder de con-
tactsleutel ook wanneer u de grasmaaier even
achterlaat, wanneer u een eindje verder iets
moet oprapen, of als u om enige andere reden
afgeleid bent van waar u mee bezig was.
23. Als de grasmaaier een vreemd voorwerp raakt,
gaat u als volgt te werk:
- Stop de grasmaaier, laat de schakelhendel
los en wacht tot het snijblad helemaal tot stil-
stand is gekomen.
- Verwijder de contactsleutel en de accu.
- Controleer de grasmaaier zorgvuldig op
beschadigingen.
- Vervang het snijblad als het op enige wijze
beschadigd is. Repareer alle beschadigingen
voordat u de grasmaaier opnieuw start en in
gebruik neemt.
24. Start de grasmaaier niet terwijl u recht voor de
uitwerpopening staat.
25. Als de grasmaaier abnormaal gaat trillen of
schudden (onmiddellijk controleren)
- inspecteer op schade;
- vervang of repareer alle beschadigde delen;
- controleer op loszittende delen en zet die
goed vast.
26. Richt het uitgeworpen materiaal nooit op
iemand. Voorkom dat materiaal wordt uitge-
worpen tegen een muur of obstakel. Het mate-
riaal kan terugkaatsen naar de gebruiker. Zet het

oversteekt.
27. Trek de grasmaaier niet naar achteren behalve
indien absoluut noodzakelijk. Wanneer u niet
anders kan dan de grasmaaier achteruit te bewe-

-

28. Schakel de motor uit en wacht tot het snijblad
volledig tot stilstand is gekomen, voordat u
de grasvanger verwijdert. Denk eraan dat het

uitgeschakeld.
29. Als u het gereedschap op een modderige
ondergrond, natte helling of gladde plaats
gebruikt, let u erop dat u stevig staat.
30. Vermijd werken in een ongunstige omgeving
waarin een verhoogde vermoeidheid van de
gebruiker kan worden verwacht.
31. Gebruik het gereedschap niet bij slecht weer
waarin het zicht beperkt is. Als u dit toch doet,
kan dat een val of verkeerde bediening veroorza-
ken als gevolg van het slechte zicht.
32. Dompel het gereedschap niet onder in een
waterplas.
33. Wanneer natte bladeren of vuil blijft kleven aan
de aanzuigmond (ventilatieopening) als gevolg
van de regen, verwijdert u deze.
34. Gebruik het gereedschap niet in de sneeuw.
35. Als het maaisel nat is, hoopt het zich waar-
schijnlijk op aan de binnenkant van het
gereedschap. Controleer regelmatig de staat
van het gereedschap en verwijder zo nodig het
aanklevende gras.
36. Let bij het gebruik van het gereedschap op
leidingen en kabels.
37. Gebruik geen bekabelde voeding, zoals een
accuadapter of draagbare voedingseenheid
met dit gereedschap. De kabel van een derge-


Onderhoud en opslag
1. Vervang alle versleten of beschadigde onder-
delen, voor uw veiligheid. Gebruik uitslui-
tend originele vervangingsonderdelen en
accessoires.
2. Inspecteer en onderhoud de grasmaaier
regelmatig.
3. Indien niet in gebruik, bewaart u de grasmaaier
buiten bereik van kinderen.
4. Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven
stevig zijn aangedraaid, om het gereedschap
veilig te kunnen gebruiken.
5. Controleer veelvuldig de grasmand op slijtage
en beschadigingen. Voor de opslag, verzekert
u uzelf ervan dat de grasmand leeg is. Vervang
een versleten grasmand uit veiligheidsover-
wegingen altijd door een origineel, nieuw
vervangingsonderdeel.
6. Gebruik uitsluitend de in deze handleiding
door de fabrikant voorgeschreven snijbladen.
7. Wees uiterst voorzichtig tijdens het bijstellen
van de grasmaaier om te voorkomen dat uw
vingers bekneld raken tussen het draaiende
snijblad en de vaste delen van de grasmaaier.
65 NEDERLANDS
8. Controleer veelvuldig of de snijbladbevesti-
gingsbout stevig vast zit.
9. Laat de grasmaaier altijd eerst afkoelen voor-
dat u hem opbergt.
10. Onthoud goed bij onderhoud aan de snijbla-
den dat ook als de stroom is uitgeschakeld, de
snijbladen nog wel kunnen bewegen.
11. Haal de veiligheidsvoorzieningen niet uit
elkaar en knoei er niet aan. Controleer regel-
matig of ze correct werken. Doe nooit iets dat
de beoogde werking van een veiligheidsvoor-
ziening hindert of de bescherming die een
veiligheidsvoorziening biedt vermindert.
12. Laat het gereedschap niet onbeheerd buiten in
de regen staan.
13. Was het gereedschap niet met water onder
hoge druk.
14. Als u het gereedschap wast, verwijdert u de
accu en contactsleutel en sluit u het accu-
deksel, en giet u water op de onderkant van
het gereedschap waaraan het snijblad is
bevestigd.
15. Wanneer u de machine opbergt, vermijdt u
direct zonlicht en regen, en bergt u het op een
plaats op die niet heet of vochtig wordt.
16. Voer inspectie en onderhoud uit op een plaats
waar regen kan worden vermeden.
17. Nadat u het gereedschap hebt gebruikt, ver-
wijdert u het aanklevende vuil en laat u het
gereedschap volledig drogen voordat u hem
opbergt.
bestaat de kans op een storing als gevolg van
bevriezing.
Gebruik en verzorging van gereedschap dat op een
accu werkt
1. Laad alleen op met de acculader aanbevolen
door de fabrikant. Een acculader die geschikt
is voor een bepaald type accu, kan brandgevaar
opleveren indien gebruikt met een ander type
accu.
2. Gebruik elektrisch gereedschap uitsluitend
met de daarvoor bestemde accu. Gebruik van
andere accu’s kan gevaar voor letsel of brandge-
vaar opleveren.
3. Als de accu niet wordt gebruikt, houdt u deze
uit de buurt van metalen voorwerpen, zoals
paperclips, muntgeld, sleutels, spijkers,
schroeven en andere kleine metalen voorwer-
pen die een kortsluiting kunnen veroorzaken
tussen de accupolen. Kortsluiting tussen de
accupolen kan leiden tot brandwonden of brand.
4. Onder zware gebruiksomstandigheden kan
vloeistof uit de accu komen. Voorkom aanra-
king! Als u er per ongeluk mee in aanraking
komt, spoelt u het er met water af. Als de vloei-
stof in uw ogen komt, raadpleegt u tevens een
arts. Vloeistof uit de accu kan irritatie en brand-
wonden veroorzaken.
5. Gebruik geen accu of gereedschap dat
beschadigd of gewijzigd is. Beschadigde of

vertonen dat kan leiden tot brand, explosie of
gevaar van letsel.
6. Stel een accu of gereedschap niet bloot
aan vuur of buitensporige temperaturen.
Blootstelling aan vuur of temperaturen hoger dan
130 °C kunnen een explosie veroorzaken.
7. Volg alle oplaadinstructies en laad de accu
of het gereedschap niet op buiten het tem-
peratuurbereik opgegeven in de instructies.

het opgegeven bereik kan de accu beschadigen
en de kans op brand vergroten.
Elektrische veiligheid en accu
1. Werp de accu(’s) niet in een vuur. De accu kan
exploderen. Raadpleeg de lokale regelgeving voor

2. Open of vervorm de accu(’s) niet. Het elektrolyt
is agressief en kan letsel toebrengen aan de ogen

3. Laad de accu niet op in de regen of op een
natte plaats.
4. Laad de accu niet buitenshuis op.
5. Raak de lader, inclusief de stekker en de con-
tacten van de lader, niet met natte handen aan.
6. Vervang de accu niet in de regen.
7. Laat de aansluitpunten van de accu niet nat
worden met een vloeistof, zoals water, en
dompel de accu niet onder. Laat de accu niet
in de regen liggen en laad of berg de accu niet
op een vochtige of natte plaats op. Als de aan-
sluitpunten nat worden of vloeistof binnendringt
in de accu, kan kortsluiting ontstaan in de accu
en bestaat de kans op oververhitting, brand of
explosie.
8. Nadat de accu vanaf het gereedschap of de
acculader is verwijderd, vergeet u niet het
accudeksel op de accu te bevestigen en deze
op een droge plaats op te bergen.
9. Vervang de accu niet met natte handen.
Reparatie
1. Laat uw elektrisch gereedschap repareren
door een vakbekwame reparateur die gebruik
maakt van uitsluitend identieke vervangings-
onderdelen. Zo bent u ervan verzekerd dat de
veiligheid van het elektrisch gereedschap behou-

2. Repareer nooit een beschadigde accu. Het
repareren van een accu mag uitsluitend wor-
den uitgevoerd door de fabrikant of een erkend
servicecentrum.
BEWAAR DEZE
VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden
door een vals gevoel van comfort en bekendheid
met het gereedschap (na veelvuldig gebruik) en
neem alle veiligheidsvoorschriften van het betref-
fende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwij-
zing kan leiden tot ernstige verwondingen.
66 NEDERLANDS
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor een accu
1. Lees alle voorschriften en waarschuwingen op
(1) de acculader, (2) de accu, en (3) het product
waarvoor de accu wordt gebruikt, alvorens de
accu in gebruik te nemen.
2. Neem de accu niet uit elkaar.
3. Als de gebruikstijd van een opgeladen accu
aanzienlijk korter is geworden, moet u het
gebruik ervan onmiddellijk stopzetten.
Voortgezet gebruik kan oververhitting, brand-

4. Als elektrolyt in uw ogen is terechtgeko-
men, spoelt u uw ogen met schoon water
en roept u onmiddellijk de hulp van een
dokter in. Elektrolyt in de ogen kan blindheid
veroorzaken.
5. Voorkom kortsluiting van de accu:
(1) Raak de accuklemmen nooit aan met een
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet in een bak waarin
andere metalen voorwerpen zoals spij-
kers, munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van
een grote stroomafgifte, oververhitting, brand-
wonden, en zelfs defecten.
6. Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50°C of hoger.
7. Werp de accu nooit in het vuur, ook niet wan-
neer hij zwaar beschadigd of volledig versleten

8. Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
en hem niet blootstelt aan schokken of stoten.
9. Gebruik nooit een beschadigde accu.
10. De bijgeleverde lithium-ionbatterijen zijn
onderhevig aan de vereisten in de wetgeving


derden en transporteurs moeten speciale vereis-
ten ten aanzien van verpakking en etikettering
worden nageleefd.
Als voorbereiding van het artikel dat wordt



regelgeving.
Blootliggende contactpunten moeten worden
afgedekt met tape en de accu moet zodanig
worden verpakt dat deze niet kan bewegen in de
verpakking.
11. Wanneer u de accu wilt weggooien, verwijdert
u de accu vanaf het gereedschap en gooit
u hem op een veilige manier weg. Volg bij
het weggooien van de accu de plaatselijke
voorschriften.
12. Gebruik de accu’s uitsluitend met de gereed-
schappen die door Makita zijn aanbevolen. Als
de accu’s worden aangebracht in niet-compatibele
gereedschappen, kan dat leiden tot brand, bui-
tensporige warmteontwikkeling, een explosie of
lekkage van elektrolyt.
13. Als u het gereedschap gedurende een lange
tijd niet denkt te gaan gebruiken, moet de accu
vanaf het gereedschap worden verwijderd.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
LET OP: Gebruik uitsluitend originele Makita
accu’s. Het gebruik van niet-originele accu’s, of

-
zaakt. Ook vervalt daarmee de garantie van Makita
op het gereedschap en de lader van Makita.
Tips voor een maximale levens-
duur van de accu
1.
Laad de accu op voordat hij volledig ontladen is.
Stop het gebruik van het gereedschap en laad de
accu op telkens wanneer u vaststelt dat het ver-
mogen van het gereedschap is afgenomen.
2. Laad een volledig opgeladen accu nooit
opnieuw op. Te lang opladen verkort de
levensduur van de accu.
3. Laad de accu op bij een omgevingstempe-
ratuur tussen 10°C en 40°C. Laat een warme
accu afkoelen alvorens hem op te laden.
4.
Laad de accu op als u deze gedurende een lange
tijd (meer dan zes maanden) niet gaat gebruiken.
MONTAGE
WAARSCHUWING: Zorg er altijd voor dat
de contactsleutel en de accu zijn verwijderd,
alvorens u enig werk aan de grasmaaier gaat
uitvoeren. Als u de contactsleutel en de accu niet

als de grasmaaier plotseling zou starten.
WAARSCHUWING: Start nooit de grasmaaier
voordat het geheel naar behoren is gemonteerd.
-
stand bedienen, kan na per ongeluk inschakelen

De handgreep aanbrengen
KENNISGEVING: Bij het aanbrengen van
de handgrepen leidt u de kabels zodat ze niet
bekneld raken door iets tussen de handgrepen.
Als de kabel beschadigd is, werkt mogelijk de
schakelaar van de grasmaaier niet.
1.


Fig.1: 1. Onderste handgreep 2. Bout
2.
-

3. 
de opening in de bovenste handgreep en steek ver-
volgens de bout vanaf de binnenkant erdoor, en draai

13. Voer dezelfde procedure uit aan de andere kant.
Fig.2: 1. Bout 2. Onderste handgreep 3. Moer
4. Opening 5. Bovenste handgreep
67 NEDERLANDS
LET OP: Houd de bovenste handgreep stevig
vast, zodat deze niet uit uw hand valt. Anders kan
de handgreep vallen en letsel veroorzaken.
4. Bevestig de kabelklem aan de handgreep.

openingen in de handgreep zodat de uitstekende nok-
ken in de openingen passen. Geleid de kabels zoals
aangegeven in de afbeelding.
Fig.3: 1. Kabel 2. Kabelklem
Het mulch-inzetstuk verwijderen
1. Open de achterklep.
Fig.4: 1. Achterklep
2. 
omlaag houdt.
Fig.5: 1. Hendel 2. Mulch-inzetstuk
De grasmand aanbrengen en
verwijderen
Om de grasmand aan te brengen, volgt u de onder-
staande stappen.
1. Open de achterklep.
Fig.6: 1. Achterklep
2. Pak het handvat van de grasmand vast en haak
vervolgens de grasmand aan de stang van het maai-
dek, zoals aangegeven in de afbeelding.
Fig.7: 1. Stang 2. Handvat 3. Grasmand

-
vat vast te pakken.
Het mulch-inzetstuk aanbrengen
1. 
Fig.8: 1. Achterklep 2. Grasmand
2. 
omlaag houdt en laat daarna de hendel los om het
mulch-inzetstuk te vergrendelen.
Fig.9: 1. Hendel 2. Mulch-inzetstuk
Het uitworp-hulpstuk aanbrengen
Voor AM3653/AM3753
1. 
Fig.10: 1. Achterklep 2. Grasmand
2. 
omlaag houdt en laat daarna de hendel los om het
mulch-inzetstuk te vergrendelen.
Fig.11: 1. Hendel 2. Mulch-inzetstuk
3. -
worp-hulpstuk aan.
Steek de haken van het uitworp-hulpstuk onder de

Fig.12: 1.2. Uitworp-hulpstuk
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP: Schakel het gereedschap altijd uit
voordat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP: Houd het apparaat en de accu stevig
vast tijdens het aanbrengen of verwijderen van de
accu. Als u het apparaat en de accu niet stevig vast-
houdt, kunnen deze uit uw handen glippen waardoor
het apparaat of de accu kan worden beschadigd of

LET OP:
Zorg dat u voor gebruik het accudeksel
stevig afsluit. Anders zou er modder, vuil en water in kunnen
komen en het gereedschap of de accu kunnen beschadigen.
LET OP:
Schuif de accu altijd volledig naar binnen
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Als u dit niet
doet, kan de accu per ongeluk uit het apparaat vallen en

LET OP: Druk de accu er niet met kracht in.
Als de accu er niet soepel in schuift, houdt u die waar-

OPMERKING: Het apparaat werkt niet met slechts
één accu.
De accu aanbrengen:
1. Trek de vergrendelhendel omhoog en open
daarna het accudeksel.
Fig.13: 1. Accudeksel 2. Vergrendelhendel
2. -
raat en schuif daarna de accu erin tot deze met een

Fig.14: (1) Accupoort 1 (2) Accupoort 2 (3) Accu
OPMERKING: Breng minstens 2 accu’s aan in
accupoort 1 of accupoort 2.
3. Steek de contactsleutel in op de plaats die in de
afbeelding is aangegeven, zover de sleutel gaat.
Fig.15: 1. Contactsleutel
4. 
vergrendeld met de borghendel.
De accu verwijderen:
1.
Trek de vergrendelhendel omhoog en open het accudeksel.
2. 
de voorkant van de accu verschuift.
3. Trek de contactsleutel eruit.
4. Sluit het accudeksel.
De accu’s omschakelen
Fig.16: 1. Accukeuzeschakelaar

4 accu’s kunnen in het apparaat worden aangebracht.
Alvorens het apparaat te gebruiken, selecteert u
accupoort 1 of accupoort 2 door de accukeuzeschake-
laar te draaien.
68 NEDERLANDS
OPMERKING:
-
bracht, verzekert u zich ervan de accupoort te selecteren waarin de

Beveiligingssysteem voor apparaat/accu
Het apparaat is uitgerust met een beveiligingssysteem voor
apparaat/accu. Dit systeem schakelt automatisch de voeding
naar de motor uit om de levensduur van het apparaat en de
-
matisch stoppen als het apparaat of de accu aan één van de
volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Overbelastingsbeveiliging
Als de accu wordt gebruikt op een manier waardoor een
abnormaal hoge stroom wordt getrokken, stopt het apparaat

dat gebeurt, schakelt u het apparaat uit en stopt u de toe-
passing die ertoe leidde dat het apparaat overbelast raakte.
Schakel vervolgens het apparaat in om het weer te starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het apparaat of de accu oververhit is, stopt het

branden. In dat geval laat u het apparaat en de accu
afkoelen, voordat u het apparaat opnieuw inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het apparaat auto-

dat geval de accu vanaf het apparaat en laad de accu’s op
of vervang de accu’s door volledig opgeladen accu’s.
De resterende acculading controleren
Alleen voor accu’s met indicatorlampjes
Fig.17: 1.2. Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende acculading te

Indicatorlampjes Resterende
acculading
Brandt Uit Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een

opgetreden in
de accu.
OPMERKING:
-
-

Bedieningspaneel
Op het bedieningspaneel bevinden zich de hoofdscha-
kelaar, de functieschakelknop en de indicatoren van de
resterende acculading.
Fig.18:
1.2. Functieschakellamp
3.4. Testknop
5. Functieschakelknop 6. Hoofdschakelaar
Hoofdschakelaar
WAARSCHUWING: Zet altijd de hoofdscha-
kelaar uit indien niet in gebruik.
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u op de

het gereedschap uit te schakelen, drukt u nogmaals op
de hoofdschakelaar.
OPMERKING:
rood of groen knippert, raadpleegt u de instructies
voor het apparaat-/accubeveiligingssysteem.
OPMERKING: Dit gereedschap maakt gebruik van
de automatische uitschakelfunctie. Om onbedoeld
starten te voorkomen wordt de hoofdschakelaar auto-
matisch uitgeschakeld wanneer de schakelhendel


hoofdschakelaar is ingeschakeld.
Functieschakelknop
U kunt de bedieningsfunctie veranderen door op de func-
tieschakelknop te drukken. Wanneer het gereedschap
wordt ingeschakeld, start het gereedschap in de normale
functie. Als u op de functieschakelknop drukt, schakelt het
apparaat om naar de geluidsonderdrukkingsfunctie en gaat
de functieschakellamp groen branden. In de geluidsonder-
-
maaien verlagen. Als u nogmaals op de functieschakelknop
drukt, keert het gereedschap terug naar de normale functie.
De resterende acculading controleren
Druk op de testknop om de resterende acculadingen

resterende acculading aan.
Toestand van accu-indicator
Resterende
acculading
Aan
Uit
50% tot 100%
20% tot 50%
0% tot 20%
69 NEDERLANDS
OPMERKING:-
rende acculading dienen slechts ter referentie. De

van de gebruiksomstandigheden.
OPMERKING: Stop het apparaat voordat u op de
testknop drukt om de resterende acculadingen weer
te geven.
De trekkerschakelaar gebruiken
WAARSCHUWING: Alvorens u de accu aan-
brengt, controleert u eerst of de schakelhendel
goed werkt en bij loslaten automatisch naar de
oorspronkelijke stand terugkeert. Bediening van
het apparaat met een schakelaar die niet goed werkt
kan leiden tot ongecontroleerde bewegingen, met

OPMERKING: De grasmaaier start niet zonder dat
u de schakelknop indrukt, ook al trekt u de schakel-
hendel in.
OPMERKING:
vanwege overbelasting wanneer u lang of dicht gras
in één keer probeert te maaien. Stel in dat geval de
maaihoogte hoger in.
Deze grasmaaier is voorzien van een contactsleutel en
een handgreepschakelaar. Als er iets niet in orde is met

-

Voor AM3846/AM3753
1. Breng de accu’s aan. Plaats de contactsleutel en
sluit daarna het accudeksel.
2. Selecteer de accu’s die moeten worden gebruikt
door de accukeuzeschakelaar te draaien.
3. Druk op de hoofdschakelaar.
4. 
schakelknop ingedrukt houdt. Laat de schakelknop los
zodra de motor begint te draaien.
Fig.19: 1. Schakelknop 2. Schakelhendel
OPMERKING: Als de contactsleutel niet is geplaatst,
-

5. 


Fig.20: 1.
OPMERKING:

vast te houden zonder de schakelhendel naar u toe
te trekken.
6. 
om het apparaat te stoppen.
Voor AM3653
1. Breng de accu’s aan. Steek de contactsleutel in
het contactslot en sluit dan het accudeksel.
2. Selecteer de accu’s die moeten worden gebruikt
door de accukeuzeschakelaar te draaien.
3. Druk op de hoofdschakelaar.
4. 
schakelknop ingedrukt houdt. Laat de schakelknop los
zodra de motor begint te draaien.
Fig.21: 1. Schakelknop 2. Schakelhendel
OPMERKING: Als de contactsleutel niet is geplaatst,
-

5. Laat de schakelhendel los om de motor te
stoppen.
De maaihoogte instellen
WAARSCHUWING: Plaats bij het instellen
van de maaihoogte nooit uw hand of voet onder
de grasmaaierbehuizing.
WAARSCHUWING: Controleer vóór het
gebruik zorgvuldig of de hendel juist in de gleuf
valt.
De maaihoogte is instelbaar binnen een bereik van 20
mm tot 100 mm.
-
hoogte-instelhendel tot buiten het maaidek en verplaats
deze naar de gewenste maaihoogte.
Fig.22: 1. Maaihoogte-instelhendel
De onderstaande tabel toont het verband tussen het

Cijfer Maaihoogte
1 20 mm
2 26 mm
3 32 mm
4 39 mm
5 47 mm
6 55 mm
7 63 mm
8 74 mm
9 86 mm
10 100 mm
Houd het voorhandvat of de onderste handgreep met
één hand vast en verplaats vervolgens de maaihoog-
te-instelhendel met de andere hand.
Fig.23: 1. Maaihoogte-instelhendel 2. Onderste
handgreep 3. Voorhandvat
OPMERKING: De waarden voor de maaihoogte




OPMERKING: Met een maaiproef in een min-
der opvallende plaats kunt u door uitproberen de
gewenste hoogte vinden.
70 NEDERLANDS
Grasniveau-indicator
De grasniveau-indicator geeft de hoeveelheid gemaaid
gras aan. Zolang de grasmand nog niet vol is, zal de

Fig.24: 1. Grasniveau-indicator



Fig.25: 1. Grasniveau-indicator
OPMERKING: Deze indicator is slechts een grove
-

De hoogte van de handgreep
afstellen
LET OP: Voordat u de bouten verwij-
dert, houdt u de bovenste handgreep stevig
vast. Anders kan de handgreep vallen en letsel
veroorzaken.
De hoogte van de handgreep kan worden afgesteld op
twee hoogten.
1. 

daarna de onderste bouten los.
Fig.26: 1. Bovenste bout 2. Onderste bout
2. Stel de hoogte van de handgreep af en draai
daarna de bovenste en onderste bouten stevig vast.
De rijsnelheid afstellen
Voor AM3846/AM3753
Fig.27: 1. Snelheidshendel

snelheidshendel. Om de snelheid te verlagen, trekt u
de hendel naar u toe, en om de snelheid te verhogen
kantelt u de hendel naar voren.
Het mulch-inzetstuk gebruiken

naar de grond terug te voeren zonder het maaisel op
te vangen in de grasmand. Wanneer u het apparaat
met het mulch-inzetstuk gebruikt, moet u de grasmand

KENNISGEVING: Wanneer u het apparaat met
het mulch-inzetstuk gebruikt, verzekert u zich
ervan dat de totale lengte van het gras 30 mm of
meer is, of de maailengte 15 mm of minder is.
Fig.28: (1) 30 mm of meer (2) 15 mm of minder
Het uitworp-hulpstuk gebruiken
Voor AM3653/AM3753

aan de rechterkant van de machine op de grond te wer-
pen zonder het maaisel op te vangen in de grasmand.
Wanneer u het apparaat met het uitworp-hulpstuk
gebruikt, moet u het mulch-inzetstuk aanbrengen en de

Elektronische functies
Het gereedschap is uitgerust met elektronische aanstu-

 
Elektronische toerentalregeling voor het aanhou-
den van een constant toerental. Maakt een onbe-


 
De functie zachte-start minimaliseert de start-

Elektrische rem
Dit apparaat is voorzien van een elektrische rem. Als

de grasmaaier snel stil te zetten nadat de schakelhen-
del is losgelaten, laat u het apparaat onderhouden door
een erkend Makita/Dolmar-servicecentrum.
BEDIENING
Maaien
WAARSCHUWING: Voor het maaien verwij-
dert u alle takken en stenen van het te maaien
terrein. Bovendien kunt u beter ook van tevoren
alle onkruid uit het te maaien grasveld wieden.
WAARSCHUWING: Draag bij het maaien
altijd een beschermende bril of een veiligheidsbril
met volledig gesloten zijkantbescherming.
LET OP: Als het maaisel of een vreemd voor-
werp zich ophoopt binnenin het maaidek, moet u
eerst de contactsleutel en accu verwijderen, en
handschoenen aantrekken voordat u het maaisel
of vreemde voorwerp verwijdert.
KENNISGEVING: Gebruik deze machine alleen
voor het maaien van een gazon. Maai geen
onkruid met deze machine.
Fig.29

-
veer 7 tot 14 meter per 10 seconden.
Fig.30



elke baan met de helft of een derde van de breedte van

Fig.31: 1. Maaibreedte 2. Overlapping 3.
-
men dat het graspatroon in één richting wordt gevormd.
Fig.32
Controleer regelmatig het gemaaide gras in de gras-

elke periodieke inspectie dient u de grasmaaier uit te
schakelen en daarna de contactsleutel en de accu te

71 NEDERLANDS
KENNISGEVING: Als u de grasmaaier gebruikt
met een volle grasmand kan het snijblad niet soe-
pel draaien, hetgeen de motor overmatig belast,
waardoor de kans op defecten toeneemt.
Maaien van erg lang gras
Probeer niet om lang gras in één keer te maaien. Maai in plaats
daarvan het gazon in meerdere maaibeurten. Laat een dag of

Fig.33
OPMERKING: Als u erg lang gras in één keer hele-
maal kort maait, kan het gras afsterven. Tevens kan
de binnenkant van het maaidek verstopt raken door
het gemaaide gras.
De grasmand legen
WAARSCHUWING: Om ongelukken te voor-
komen, controleert u regelmatig de grasmand op
schade of verzwakking door slijtage. Vervang zo
nodig de grasmand.
1. 
(voor AM3846/AM3753), of laat de schakelhendel los
(voor AM3653).
2. 
3. 
door het handvat vast te pakken.
Fig.34: 1. Achterklep 2. Handvat 3. Grasmand
4. Leeg de grasmand.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING: Zorg altijd dat de con-
tactsleutel en de accu uit de grasmaaier zijn
verwijderd voordat u de grasmaaier opbergt of
draagt, of voordat u inspectie of onderhoud gaat
verrichten.
WAARSCHUWING: Verwijder altijd de con-
tactsleutel wanneer de grasmaaier niet in gebruik
is. Bewaar de contactsleutel op een veilige plaats,
buiten bereik van kinderen.
WAARSCHUWING: Draag handschoenen bij
het verrichten van inspectie of onderhoud.
WAARSCHUWING: Draag bij het verrichten
van inspectie of onderhoud altijd een bescher-
mende bril of een veiligheidsbril met zijkappen.
KENNISGEVING: Gebruik nooit benzine, was-
benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor
kunnen verkleuring, vervormingen en barsten
worden veroorzaakt.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
product te handhaven, dienen alle reparaties, onder-
houd en afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita/Dolmar-servicecentrum of het fabrieks-
-
nele Makita/Dolmar-vervangingsonderdelen.
Onderhoud
1. 
daarna het accudeksel.
2. 
maaihoogte-instelhendel bovenop komt. Reinig het
maaisel dat zich heeft opgehoopt op de onderkant van
het maaidek.
3. Giet water op de onderkant van het gereedschap

KENNISGEVING: Was het gereedschap niet met
water onder hoge druk.
4. Controleer of alle moeren, bouten, schroeven enz.
stevig vast zitten.
5. Inspecteer de bewegende onderdelen op schade,

onderdelen moeten worden gerepareerd of vervangen.
6. Berg de grasmaaier op een veilige plaats op bui-
ten bereik van kinderen.
Voor AM3846/AM3753
KENNISGEVING: Giet geen water op het
gedeelte aangegeven in de afbeelding. Als u water
giet op de motoreenheid kan een storing in het appa-
raat worden veroorzaakt.
Fig.35: 1. Gebied waar geen water op mag worden
gegoten
De grasmaaier dragen
Wanneer u de grasmaaier draagt, houdt u het voor-
handvat en achterhandvat met twee personen vast,
zoals aangegeven in de afbeelding.
Fig.36: 1. Voorhandvat 2. Achterhandvat
Opbergen
Berg de grasmaaier binnenshuis op, in een koele, droge
en afgesloten ruimte. Berg de grasmaaier en de accula-
der niet op op een plaats waar de temperatuur tot 40 °C
of hoger kan oplopen.
Het snijblad van de grasmaaier
aanbrengen of verwijderen
WAARSCHUWING: Nadat de schakelhen-
del is losgelaten, blijft het snijblad nog enkele
seconden nadraaien. Voer geen enkele handeling
uit voordat het snijblad volledig tot stilstand is
gekomen.
WAARSCHUWING: Verwijder altijd eerst de
contactsleutel en de accu voordat u het snijblad
gaat verwijderen of aanbrengen. Als u de contact-
sleutel en de accu niet verwijdert, kan dat leiden
tot ernstig letsel.
WAARSCHUWING: Draag bij het hanteren
van het snijblad altijd handschoenen.
72 NEDERLANDS
Het snijblad van de grasmaaier verwijderen
Voor modellen uitgerust met een recht
snijblad van de grasmaaier
1. 
maaihoogte-instelhendel bovenop komt.
2. 
een opening in het maaidek.
3. 
Fig.37: 1.2. Pen
3.
4.

Fig.38: 1.2.-
maaier 3. Bout 4. Uitstekende nok
KENNISGEVING:
Bij het aanbrengen van het
snijblad van de grasmaaier, verzekert u zich ervan dat
de uitstekende nokken op de snijbladvoet in de ope-
ningen van het snijblad van de grasmaaier vallen.
Voor modellen uitgerust met zwenkende
snijbladen van de grasmaaier
1. 
maaihoogte-instelhendel bovenop komt.
2.
Om de grondplaat te blokkeren steekt u de pen door
een opening in de grondplaat in een opening in het maaidek.
3. 
Fig.39: 1. Pen 2. Grondplaat 3.
4. 
Fig.40: 1.2. Grondplaat 3. Bout
4. Uitstekende nok
KENNISGEVING: Bij het aanbrengen van de
snijbladen van de grasmaaier, verzekert u zich
ervan dat de uitstekende nokken op de snijblad-
voet in de openingen van de grondplaat vallen.
5. -


Fig.41: 1. Grondplaat 2.
3.
6. -
blad van de grasmaaier en de bout, in die volgorde.
Fig.42: 1. Boutgat 2. Bout 3.-
maaier 4. Veerring 5. Ring 6. Moer
KENNISGEVING: Bij het aanbrengen van de
afzonderlijke snijbladen van de grasmaaier, draait
u de moeren vast met een aanhaalkoppel van 30
N• m.
KENNISGEVING: Bij het aanbrengen van één
snijblad van de grasmaaier, verzekert u zich ervan
de veerring aan te brengen in de richting zoals
aangegeven in de afbeelding.
KENNISGEVING: Bij het aanbrengen van één
snijblad van de grasmaaier, verzekert u zich ervan
de bout in een boutgat te steken dat is aangege-
ven in de afbeelding.
Het snijblad van de grasmaaier
monteren
WAARSCHUWING: Breng het snijblad van
de grasmaaier zorgvuldig aan. Het heeft een
boven- en onderkant.
WAARSCHUWING: Draai de bout rechtsom
stevig aan om het snijblad vast te zetten.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het snij-
blad van de grasmaaier en alle bevestigingsdelen
correct zijn aangebracht en stevig zijn vastgezet.
WAARSCHUWING: Als u het snijblad ver-
vangt, volgt u altijd de instructies die in deze
handleiding worden gegeven.
KENNISGEVING: Na het aanbrengen van de
snijbladen van de grasmaaier, verwijdert u de pen
uit het maaidek.


volgorde.
73 NEDERLANDS
PROBLEMEN OPLOSSEN
Alvorens u verzoekt om reparatie, kunt u zelf als volgt het probleem opsporen en oplossen. Als u een probleem


met gebruikmaking van originele Makita/Dolmar-vervangingsonderdelen.
Probleemomschrijving Waarschijnlijke oorzaak (storing) Oplossing
De grasmaaier start niet. 
aangebracht.
Plaats twee opgeladen accu’s.
Probleem met de accu (onvoldoende
spanning)

vervangt u de accu.
De contactsleutel is niet ingestoken. Steek de contactsleutel er in.
De accukeuzeschakelaar staat niet in

-
bracht met behulp van de accukeuzeschakelaar.
Na kortstondig gebruik stopt de
motor al gauw.
 
vervangt u de accu.
De maaihoogte is te laag. Vergroot de maaihoogte.
Maaisel heeft zich opgehoopt in de
grasmaaier.

grasmaaier.
Het maximale motortoerental wordt
niet bereikt.
 Breng de accu aan zoals beschreven in deze
handleiding.
De accuspanning valt weg. 
vervangt u de accu.
 
reparatie.

draait niet rond:

Een vreemd voorwerp, zoals een tak, is


 
reparatie.
Abnormale trillingen:




OPTIONELE
ACCESSOIRES
LET OP: Deze accessoires of hulpstukken
worden aanbevolen voor gebruik met het Makita/
Dolmar-gereedschap dat in deze gebruiksaan-
wijzing wordt beschreven. Het gebruik van andere
accessoires of hulpstukken kan gevaar voor persoon-
-
stukken uitsluitend voor de aangegeven doeleinden.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze
accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw plaat-

 
Originele accu en acculader van Makita/Dolmar
OPMERKING:
-
daard toebehoren. Deze kunnen van land tot land
verschillen.
1/140