GEBRUIK VAN HET TOESTEL
1) Beschrijving van het bedieningskastje :
UU
UU
U
X ➔ Schuifknopje van de modi.
Y ➔ Draaiknop om de Comfort temperatuur in te stellen.
Z ➔ Draaiknop om de Eco temperatuur in te stellen.
V1 ➔ Controlelampje verwarming
V2 ➔ Controlelampje Comfort functie
V3 ➔ Controlelampje Eco functie
2) Afstelling van de comforttemperatuur :
Dit is de temperatuur die u verlangt wanneer u zich in de ruimte bevindt.
a) Het schuifknopje aanzetten X in
, het controlelampje V2 brandt.
b) Zet het wieltje Y op 5, het controlelampje V1 (elecktronisch) gaat aan als de omgevingstemperatuur lager is dan de
gewenste temperatuur.
c) Wacht enkele uren totdat de temperatuurwaarde stabiel blijft.
d) Als u de afstelling goed vindt (neem eventueel een thermometer om de temperatuur te controleren) markeert u de
stand voor eens en altijd.
Als u de afstelling niet goed vindt, regelt u het wieltje bij en voert u opnieuw punt c uit.
3) De Eco temperatuur instellen :
Het gaat om een daling in graden ten opzichte van de Comfort temperatuur. Het wordt aanbevolen om deze stand
te gebruiken wanneer u langer dan 2 uur afwezig bent of gedurende de nacht.
Let op: omdat deze daling geldt voor de Comfort temperatuur, is het belangrijk dat deze Comfort temperatuur eerst
wordt ingesteld voordat de eco daling wordt ingesteld.
a) Zet schuifregelaar X op
, het lampje V3 gaat branden.
b) Zet het wieltje Z op -3,5°C, het verwarmingslampje V1 gaat branden indien de temperatuur lager ligt dan de
gewenste Eco temperatuur.
c) Wacht enkele uren totdat de temperatuurwaarde stabiel blijft.
d) Als u de afstelling goed vindt (neem eventueel een thermometer om de temperatuur te controleren) markeert u de
stand voor eens en altijd.
Als u de afstelling niet goed vindt, regelt u het wieltje bij en voert u opnieuw punt c uit.
NB. De instelling van de meting op -3,5°C is bepaald in onze laboratoria. Afhankelijk van de kenmerken van uw
installatie kan het zijn dat de instelling van de daling niet precies -3,5°C oplevert. Stel in dit geval de afstelling bij
om de gewenste daling te verkrijgen.
4) Vorstbeschermingsmodus :
Dit is de modus waarmee u de temperatuur in de ruimte op ongeveer 7°C kunt handhaven als u lange tijd niet thuis bent
(meestal meer dan 24 uur).
a) Plaats het schuifknopje X op
.
5) Het controlelampje van de verwarming V1 :
Dit lampje geeft aan wanneer de weerstanden opgewarmd worden. Het is mogelijk dat het lampje knippert bij een
stabiele temperatuur.
6) Het toestel stoppen :
Om het toestel in positie Stilstand te brengen, de schuifknop op zetten.
7) Blokkering van de bedieningen :
VV
VV
V
Het is mogelijk de gebruik-reikwijdte van de wieltjes Y en Z te blokkeren of te
beperken en het schuifknopje schakelaar X te blokkeren om ongepaste
bedieningen van het toestel (kinderen, enz…) te beletten.
a) Haak het toestel van zijn wandsteun.
b) Op de achterkant van de thermostaatbehuizing, haal de pionnen P van hun
steunen.
c) Kies de positie B om de wieltjes te blokkeren of de positie L om de reikwijdte
van de wieltjes te beperken.
Kies een van de posities M om het schuifknopje te blokkeren in de gewenste
modus.
UU
UU
U
VV
VV
V
V3
V2
V1
5
-3,5
N