8 agria Motorfrees 1000E
1
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
De motorhak mag enkelbediend wor-
den met 220-240 V 50/60 Hz
wisselstroom. De verlengkabel en de
kabeltrommel moeten steeds in perfecte
staat zijn. Regelmatig controleren!
De stekkers en stopcontacten moeten
uit rubber zijn of met rubber overtrokken,
en voldoen aan de norm DIN/VDE 0620.
De verlengkabel dient tijdens het wer-
ken uit de buurt van de werktuigen te
worden gehouden.
De stekker niet met het snoer, maar met
de stekker zelf uit het stopcontact
trekken.
De verlengkabel niet tegen kanten,
spitse of scherpe voorwerpen laten
schuren. De kabel niet tussen spleten
van deuren of vensters knellen. Voor de
werken dient de volledige lengte van de
kabel van de kabeltrommel te worden
afgewikkeld - Oververhittingsgevaar!
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
De werktuigen kunnen nalopen ten
gevolge van de vliegwielmassa van de
motor. Terwijl dit zich voordoet, niet te
dicht bij de werktuigen komen. Pas
wanneer de werktuigen volledig
stilstaan, de stekker eruit getrokken en
de condensator ontladen is, mag aan de
motorhak gewerkt worden.
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
Wachten tot het werktuig helemaal stil staat!
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedieningscomponen-
ten, alsmede van het functioneren ervan.
In het bijzonder dient u te weten hoe u
de motor in geval van nood snel en vei-
lig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatregelen
zijn getroffen en in de juiste positie zijn
gebracht.
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaamhe-
den nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
motorhak die afstand van de machine in
acht, waartoe u door de stuurstang ge-
dwongen wordt, vooral bij het nemen van
bochten!
Wanneer de hakwerktuigen vast zitten,
moet de motor worden afgezet, de stek-
ker eruit getrokken worden en de hak-
werktuigen met passend gereedschap
worden schoongemaakt.
Indien de verlengkabel beschadigd is,
dient de stekker onmiddellijk te worden
uitgetrokken! - De motorhak voordien niet
aanraken!
Indien de motorhak of het aanbouw-
werktuig beschadigd is, moet de machi-
ne onmiddellijk worden gestopt en de
motor worden afgezet. Laat de schade
direct herstellen!
Bij werkzaamheden op moeilijk bewerk-
bare, stenige of harde bodems bestaat
het gevaar dat u de controle over de
motorhak verliest. Houd rekening met
onverwachte bewegingen van de mo-
torhak en schakel de hakwerktuigen tij-
dig uit.
Bij werkzaamheden op hellingen bestaat
het gevaar dat de bestuurder en/of de
motorhak wegglijdt. Let op een veilige
positie bij het besturen van de motor-
hak. Let erop dat de wegglijdende mo-
torhak geen mensen, dieren, objecten
of uzelf in gevaar brengt of hieraan scha-
de toebrengt.
Verricht geen werkzaamheden op zeer
steile hellingen. Wees voorzichtig bij het
veranderen van rijrichting op hellingen.
Wanneer op hellend terrein wordt ge-
werkt, waarbij een verhoogd gevaar van