ESAB A2 TFD1 / A2 TGD1 Handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
Handleiding
-- 7 0 --
dha2d1ha
1 RICHTLIJN
OVEREENKOMSTIGHEIDSVERKLARING
Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå Sweden, verklaart o p eigen verantwoor-
delijkheid dat lasautomaat A2 T FD1 / A2 T GD1 van serienummer 452 overeenkom t
met nor m EN 60292 volgens richtlijn (89/392/EEG) van de Raad met toevoeging.
-- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- --------
Paul Karlsson
Managing Director
Esab Welding Equipment AB
695 81 LA
SWEDEN Tel: + 46 584 81000 Fax: + 46 584 12336
Laxå 97--07--14
2 VEILIGHEID
De gebruiker van een ESAB--lasautomaat draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de veilig-
heidsmaatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat met of in de buurt van het systeem
werkt.
De inhoud van deze aanbevelingen moet beschouwd worden als een aanvulling op de normale regels
die van toepassing zijn voor een werkplaats.
Alle bediening moet uitgevoerd worden volgens de gegeven instructies, en door personeel dat goed
op de hoogte is van de werking van de lasautomaat.
Een verkeerde manoeuvre, veroorzaakt door een verkeerde handeling, of een verkeerde inschakeling
van een functiesequentie, kan tot een abnormale situatie leiden waardoor de operateur gewond kan
raken en de machine beschadigd kan worden.
1. Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van:
S de bediening
S de plaats van de noodstop
S de werking
S de geldende veiligheidsvoorschriften
2. De operateur moet controleren:
S of er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasautomaat bevinden, voor hij
begint te werken.
S of er niemand op een verkeerde plaats staat wanneer de wagen of de slede verplaatst wor-
den.
3. In de werkplaats:
S mogen er geen machineonderdelen, gereedschap of ander materiaal liggen die de operateur
kunnen hinderen wanneer hij zich binnen het werkgebied verplaatst.
S moet alles zo gerangschikt zijn dat aan de eis betreffende de bereikbaarheid van de nood-
stop voldaan wordt.
4. Persoonlijke veiligheidsuitrusting
S Draag altijd de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals b.v. een lasbril, onont-
vlambare kleding, lashandschoenen.
S Draag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden e.d. die beklemd kunnen raken.
5. Overig
Onderdelen die onder spanning staan, zijn normaal beveiligd tegen aanraking.
S Controleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn.
S Alleen bevoegd personeel mag aan de elektrische eenheden werken.
S De benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een duidelijk aange-
geven plaats.
S W anneer de lasautomaat in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en mag er geen onder-
houd uitgevoerd worden.
NL
-- 7 1 --
dha2d1ha
WAARSCHUWING
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR VOOR U
OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK.
DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDE -
REN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN. VOLG DE VEILIGHEIDSVOOR-
SCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHU-
WINGSTEKST VAN DE PRODUCENT.
ELECTRISCHE SCHOK -- Kan dodelijk zijn
S Installeer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen.
S Raak delen die onder stroom staan en elektroden niet aan met onbedekte handen of met natte
beschermuitrusting.
S Zorg ervoor dat u geïsoleerd staat van de aarde en van het werkstuk.
S Zorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt.
ROOK EN GAS -- Kunnen uw gezondheid schaden
S Zorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt.
S Ververs regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook en het gas afgezo-
gen worden.
LICHTSTRALEN -- Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
S Bescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en draag altijd be-
schermende kleding.
S Scherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat niemand an-
ders gewond kan raken.
BRANDGEVAAR
S De vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen brandgevaarlijk mate-
riaal in de buurt is.
LAWAAI -- Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen
S Bescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming.
S Waarschuw omstanders voor de gevaren.
BIJ DEFECTEN -- Neem contact op met een vakman.
BESCHERM UZELF EN DE
ANDEREN!
3 INLEIDING
3.1 Algemeen
De A2 Multitrac lasautomaat heeft vierwielaandrijving en is bedoeld voor MIG/MAG
en booglassen onder poederdek van stompe-- en hoeknaden (met gelijkstroom of
wisselstroom).
De lasautomaat mag voor geen enkele andere toepassin g gebruikt wo rden.
De lasautom aat kan in gedemonteerde uitvoering (zuil en veiligheidsketting
gedemonteerd) door een opening met een diameter van tenminste 600 mm heen.
De positie van de contactbuis kan zowel horizontaal als verticaal ingesteld worden
via een schuifsysteem. De hoek wordt ingesteld door de draadaanvoereenheid te
draaien.
NL
-- 7 2 --
dha2d1ha
3.2 Technische gegevens
A2 MULTITRAC UP MIG/MAG
Aansluitspanning 42 V AC 42 V AC
Toegelaten belasting 800 A DC 600 A DC
Draaddimensies:
staal
roestvrij
gevulde draad
aluminium
1,6--4,0 mm
1,6--4,0 mm
1,6--4,0 mm
1,0--1,6 mm
1,0--1,6 mm
1,6--3,2 mm
1,0--2,4 mm
Draadaanvoersnelheid, maximum 9m/min 16 m/min
Remkoppel van de remnaaf 1,5 Nm 1,5 Nm
Rijsnelheid 0,1--1,7 m/min 0,1--1,7 m/min
Draaistraal bij rondnaadlassen, min 1500 mm 1500 mm
Draaddiameter bij inwendig verbindingslassen, mini-
mum
1100 mm 1100 mm
Draadgewicht, maximum 30 kg 30 kg
Inhoud poederreservoir
(Mag niet gevuld worden met voorverwarmd poeder)
6l
Gewicht (excl. draad en poeder) 47 kg 47 kg
Zijdelingse helling, maximum
25_ 25_
Continue A--gewogen geluidsdruk 68 dB 83 dB
Zie maatschets op bladzijde 122.
NL
-- 7 3 --
dha2d1ha
4 INSTALLATIE
WAARSCHUWING!
Met roterende delen loopt men het risico beklemd te raken.
Wees daarom extra voor zichtig.
1. Bedieningsbox PEG1, zie gebruiksaanwijzing 443 392.
2. Sluit de lasautomaat aan volgens het schema op blz. 73 en op blz. 74.
BOOGLASSEN ONDER POEDERDEK UP
S Sluit de bedieningskabel (2) aan tussen de lasstroombron (7) en
bedieningsbox PEG1.
S Sluit de retourleiding (3, 4, 5) aan tussen de lasstroombron (7) en het
werkstuk.
S Sluit de leiding (3, 4, 5) aan tussen de lasstroombron (7) en de shunt.
S Sluit de meetleiding (6) aan tussen de lasstroombron (7) en het werkstuk.
NL
-- 7 4 --
dha2d1ha
BOOGLASSEN MIG/MAG
S Sluit de bedieningskabel (6) aan tussen de lasstroombron (7) en
bedieningsbox PEG1.
S Sluit de retourleiding (8, 9, 10) aan tussen de lasstroombron (7) en het
werkstuk.
S Sluit de leiding (8, 9, 10) aan tussen de lasstroombron (7) en de shunt.
S Sluit de meetleiding (11) aan tussen de lasstroombron (7) en het werkstuk.
S Sluit de gasslang (4) aan tussen de reduceerklep (5) en de gasaansluiting
van de lasautomaat (1).
S Sluit de slangen voor het koelwater (2) aan tussen het koelaggregaat (3) en
de lasautomaat (1).
3. Kies het draadtype en het laspoeder (gas) zodat het lasmetaal op analysegebied
in grote lijnen overeenkomt met het basismateriaal. Kies de draaddimensie en
de lasgegevens volgens de aanbevolen waarden van de toevoegmateriaalleve-
rancier.
4. Lasdraad laden.
S Demonteer de draadtrommel van de remtrommel (2) en maak
de eindplaat (3) los.
S Plaats de draadspoel (1) op de draadtrommel en monteer de
eindplaat (3).
S Monteer resp. de draadtrommel en de wegwerpbobine op de
remnaaf (2).
LET OP de positie van de m eenemer.
BELANGRIJK!
Om te voorkomen dat de draadbobine van de remnaaf
glijdt; Vergrendel de bobine met behulp van de rode knop,
volgens de instructie die naast de remnaaf staat.
NL
dha20001
-- 7 5 --
dha2d1ha
S Controleer of de aanvoerrol (1) en de
contactschoenen (4) de juiste dimensie
hebben.
S Leid de elektroden door de twee kleinere
schroefogen.
S Plaats het uiteinde van de draad in
de groef van de aanvoerrol.
S Stel de druk van de draad tegen de
aanvoerrol in met behulp van de drukschroef (6).
OPGELET! Span niet harder aan dan dat het
aanvoeren veilig verloopt. De drukschroef mag
niet helemaal aangehaald worden, er moet nog
een beetje vering zijn.
S Voer de draad aan met behulp van elektrisch
schakelaar A 02 op de PEG-- box.
S Terwijl de draad wordt aangevoerd, moet hij gericht
worden met behulp van de knop (5) op de
richtrolinrichting, of met behulp van de speciale
richtinrichting voor kleine draden of dubbele draden.
Wanneer de richtinrichting juist ingesteld is, moet de
draad recht naar buiten komen door resp. de
contactschoenen en het contactmondstuk.
5. Aanvoerrol vervangen (zie slijtageonderdelen o p blz. 123).
S Enkele draad:
S M aak de knop (5) en de drukschroef ( 6) los.
S Maak het handschroefwiel (2) los.
S Vervang de aanvoerrol. Ze zijn gemerkt met de draaddimensie in
kwestie.
S Dubbele draad:
S Vervang de aanvoerrol met dubbele groeven op dezelfde manier als
voor de enkele draad.
S OPGELET! Vervang ook de drukrol. De speciale sferische drukrol voor
dubbele draad vervangt de standaard drukrol voor de enkele draad.
S Monteer de drukrol met de speciale astap ( best. nr. 146 253--001).
S Gevulde draad
S Vervang de aanvoerrol en de drukrol altijd per paar voor de
draaddimensie in kwestie. OBS! Voor de drukrol is een speciale astap
vereist. (best. nr. 2129 011--01).
S Haal de drukschroef m et een gematigde druk aan zodat de gevulde
draad niet vervormt.
6. Plaats de poederbuis zo dat hij niet doorbuigt en dat men een goed poederdek
krijgt (UP --lassen).
N.B.! De lengte van de poederslang moet worden afgestemd op de positie van
de laskop.
7. Controleer of de afstand tussen de wielen van de wagen en de lasnaad tijdens
het laden niet minder dan 50 mm bedraagt.
NL
-- 7 6 --
dha2d1ha
8. Laspoeder bijvullen (UP--lassen).
S Sluit de poederklep van het poederreservoir.
S Maak een eventuele cycloon voor de poederzuiger los. Vul laspoeder bij.
N.B.! Het laspoeder moet droog zijn. Probeer om indien mogelijk buitenshuis
en in vochtige omgevingen geen agglomererend laspoeder te gebruiken.
S Stel de hoogte van het poedermondstuk boven de lasuitrusting af zodat men
de geschikte poederhoeveelheid krijgt. Het poederdek moet zo hoog zijn dat
de lichtboog niet doorbreekt.
9. De wagen kan gemakkelijker verplaatst worden als de wielen ontkoppeld
worden. Dit doet men door knop A ( zie maatschets op blz. 122) tegen de klok in
te draaien.
5 INGEBRUIKNAME
De algemene veiligheidsvoorschriften voo r het gebruik van de hier b esch re-
ven uitrusting vindt u op pagina 70. Lees deze voorschriften zorgvuldig door,
voordat u de uitrusting in gebruik neemt.
1. Een nauwkeurige naadvoorbewerking is noodzakelijk voor een goed
lasresultaat.
OPGELET! Er mogen geen variërende spleetopeningen in de lasnaad zijn.
2. Om het risico van warmtebarsten te elimineren moet de breedte van de las
groter zijn dan de inbrandingsdiepte.
3. Las altijd een teststuk met de zelfde naadtype en dezelfde plaatdikte als het
werkstuk van de produktie.
OPGELET! Proeflas NOOIT rechtstreeks op het werkstuk in de produktie.
Bedieningsinstructies voor bedieningsbox PEG1
Zie gebruiksaanwijzing PEG1 best nr. 443 392.
NL
aza5dp08
-- 7 7 --
dha2d1ha
6 ONDERHOUD
1. Bedieningsbox PEG 1, zie gebruiksaanwijzing 443 392.
2. Ombouw van booglassen onder poederdek naar MIG/MAG--lassen zie
ombouwset 413 526--880.
3. Dagelijks
S Zorg ervoor dat de bewegende delen van de lasautomaat vrij blijven van
laspoeder en stof.
S Controleer of het contactmondstuk en alle elektrische leidingen aangesloten
zijn.
S Controleer of alle schroefverbindingen aangehaald zijn en of de besturing en
de aandrijfrollen niet versleten of beschadigd zijn.
4. Periodiek
S Controleer de draadbesturing, de aandrijfrollen en het contactmondstuk van
de draadaanvoereenheid. Vervang versleten of beschadigde komponenten
(zie slijtageonder delen op blz. 123).
S Controleer de schuiven, smeer indien ze klemmen.
S Smeer de ketting.
5. Ketting van de wagen van de vooras naar de achteras aanspannen
S Demonteer de wielen en de onderlegringen van de wagen. Maak de
schroeven van de Y--flenslagers los.
S Span de ketting door de achteras van de wagen parallel te verplaatsen in
verhouding tot de vooras.
S Het monteren gebeurt in omgekeerde volgorde.
6. Ketting van de wagen van de vooras naar de aandrijfmotor met transmissie
aanspannen.
S Span de ketting aan door de aandrijfmotor met transmissie te verplaatsen.
7. Controleer het remkoppel van de remnaaf. Het mag niet zo klein zijn dat de
draadtrommel blijft roteren wanneer de draadaanvoer stopt en het mag niet zo
groot zijn dat de aanvoerrollen slippen. De richtwaarde voor het remkoppel van
een draadtrommel van 30 kg is 1,5 Nm.
S Remkoppel bijstellen:
S Z et de vergrendelknop (006)
in de vergrendelstand.
S Duw een schroevedraaier
in de veren van de naaf.
Het met de klok meedraaien
van de veer (002) levert een lager
remkoppel op.
OBS! Draai evenveel aan alle veren.
NL
-- 7 8 --
dha2d1ha
7 STORINGZOEKEN
Uitrusting
S Gebruiksaanwijzing bedieningsbox PEG 1, best.nr. 443 392.
Controleer
S of de lasstroombron geschakeld is voor de juiste netspanning
S of alle 3 fasen spanning hebben (fasevolgorde niet belangrijk)
S of de lasleidingen en hun aansluitingen niet beschadigd zijn
S of de hendels in de gewenste positie staan
S of de netspanning uitgeschakeld is voor men begint te
repareren
MOGELIJKE STORINGEN
1. Symptoom De àmpère-- en voltwaarden vertonen grote variaties op de
cijferdisplay.
Oorzaak 1.1 Contactschoenen of contactmondstuk versleten of verkeerde
dimensie.
Maatregel Vervang de contactschoenen of het contactmondstuk.
Oorzaak 1.2 De druk op de aanvoerrollen is onvoldoende.
Maatregel Verhoog de druk op de aanvoerrollen.
2. Symptoom De draadaanvoer is ongelijkmatig.
Oorzaak 2.1 De druk op de aanvoerrollen is verkeerd ingesteld.
Maatregel Wijzig de druk op de aanvoerrollen.
Oorzaak 2.2 Verkeerde dimensie van de aanvoerrollen.
Maatregel Vervang de aanvoerrollen.
Oorzaak 2.3 De gleuven in de aanvoerrollen zijn versleten.
Maatregel Vervang de aanvoerrollen.
3. Symptoom De lasleiding en raken oververhit.
Oorzaak 3.1 Slechte elektrische aansluitingen.
Maatregel Maak alle elektrische aansluitingen schoon en haal ze aan.
Oorzaak 3.2 De lasleidingen hebben een te kleine dimensie.
Maatregel Vergroot de leidingdimensie of gebruik parallelle leidingen.
NL
Måttskiss Målskitse Målskisse Mittapiirustus Dimension drawing Mass-
bild Cotes d’encombrement Maatschets Croquis acotado Dimensioni
Esboço com dimensões Ó÷åäéÜãñáììá ìåãåèþí
Ó×ÅÄÉÁÑÁÌÌÁ ÌÅÃÅÈÙÍ
-- 122 --
dha2m11a
A2 TGD1
*1 Fillet weld *2 Butt joint
A2 TFD1
*1 Fillet weld *2 Butt joint
Reservdelsförteckn in g Reservedelsfortegnelse Reservedelsliste
Varaosaluettelo Spare parts list Ersatzteilliste L iste de pièces détachées
Reserveonderdelenlijst Lista de repuestos Elenco ricambi Lista de peças
sobressalentes Ðßíáêáò áíôáëëáêôéêþí ìåñþí
ÐÉíáÊ ÁÓ áíôáë ë áêôéêÙí ì åñ Ùí
-- 125 --
dha2r11a
Edition 9612
Ordering no. Denomination Notes
413 300--880 A2 Multitrac Automatic welding machine UP
413 400--880 A2 Multitrac Automatic welding machine MIG/MAG
C = Component designation in the circuit diagram
-- 129 --
dha2r11a
Item
no.
CNotesDenominationOrderingno.Qty
57 1 153 872--880 Wire reel
58 1 146 967--880 Brake hub
59 1 413 532--001 Attachment
60 1 192 238--489 Screw M10x16
61 1 413 597--001 Fuse chain
62 1 413 671--001 Chain attachment
66 1 416 984--880 Guide pin, compl.
-- 151 --
dha2r11a
Item
no.
Qty Orderingno. Denomination Notes C
413 542--880 Guide wheel bogey Optional equipment (A2 Multitrac)
01 1 145 131--004 Insulating sleeve
02 1 156 442--002 Clamp screw
03 2 2151 000--18 Washer D16/8.4x1.5
04 2 2126 01 1--09 Nut
05 1 413 548--880 Boom
06 1 145 230--880 Bogey

Documenttranscriptie

NL 1 RICHTLIJN OVEREENKOMSTIGHEIDSVERKLARING Esab Welding Equipment AB, 695 81 Laxå Sweden, verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat lasautomaat A2 TFD1 / A2 TGD1 van serienummer 452 overeenkomt met norm EN 60292 volgens richtlijn (89/392/EEG) van de Raad met toevoeging. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Laxå 97--07--14 Paul Karlsson Managing Director Esab Welding Equipment AB 695 81 LAXÅ SWEDEN 2 Tel: + 46 584 81000 Fax: + 46 584 12336 VEILIGHEID De gebruiker van een ESAB--lasautomaat draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de veiligheidsmaatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat met of in de buurt van het systeem werkt. De inhoud van deze aanbevelingen moet beschouwd worden als een aanvulling op de normale regels die van toepassing zijn voor een werkplaats. Alle bediening moet uitgevoerd worden volgens de gegeven instructies, en door personeel dat goed op de hoogte is van de werking van de lasautomaat. Een verkeerde manoeuvre, veroorzaakt door een verkeerde handeling, of een verkeerde inschakeling van een functiesequentie, kan tot een abnormale situatie leiden waardoor de operateur gewond kan raken en de machine beschadigd kan worden. 1. Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van: S de bediening S de plaats van de noodstop S de werking S de geldende veiligheidsvoorschriften 2. De operateur moet controleren: S of er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasautomaat bevinden, voor hij begint te werken. S of er niemand op een verkeerde plaats staat wanneer de wagen of de slede verplaatst worden. 3. In de werkplaats: S mogen er geen machineonderdelen, gereedschap of ander materiaal liggen die de operateur kunnen hinderen wanneer hij zich binnen het werkgebied verplaatst. S moet alles zo gerangschikt zijn dat aan de eis betreffende de bereikbaarheid van de noodstop voldaan wordt. 4. Persoonlijke veiligheidsuitrusting S Draag altijd de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals b.v. een lasbril, onontvlambare kleding, lashandschoenen. S Draag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden e.d. die beklemd kunnen raken. 5. Overig Onderdelen die onder spanning staan, zijn normaal beveiligd tegen aanraking. S Controleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn. S Alleen bevoegd personeel mag aan de elektrische eenheden werken. S De benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een duidelijk aangegeven plaats. S Wanneer de lasautomaat in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en mag er geen onderhoud uitgevoerd worden. dha2d1ha -- 70 -- NL WAARSCHUWING DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDEREN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN. VOLG DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHUWINGSTEKST VAN DE PRODUCENT. ELECTRISCHE SCHOK -- Kan dodelijk zijn S Installeer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen. S Raak delen die onder stroom staan en elektroden niet aan met onbedekte handen of met natte beschermuitrusting. S Zorg ervoor dat u geïsoleerd staat van de aarde en van het werkstuk. S Zorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt. ROOK EN GAS -- Kunnen uw gezondheid schaden S Zorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt. S Ververs regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook en het gas afgezogen worden. LICHTSTRALEN -- Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden S Bescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en draag altijd beschermende kleding. S Scherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat niemand anders gewond kan raken. BRANDGEVAAR S De vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen brandgevaarlijk materiaal in de buurt is. LAWAAI -- Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen S Bescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming. S Waarschuw omstanders voor de gevaren. BIJ DEFECTEN -- Neem contact op met een vakman. LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR VOOR U OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK. BESCHERM UZELF EN DE ANDEREN! 3 INLEIDING 3.1 Algemeen De A2 Multitrac lasautomaat heeft vierwielaandrijving en is bedoeld voor MIG/MAG en booglassen onder poederdek van stompe-- en hoeknaden (met gelijkstroom of wisselstroom). De lasautomaat mag voor geen enkele andere toepassing gebruikt worden. De lasautomaat kan in gedemonteerde uitvoering (zuil en veiligheidsketting gedemonteerd) door een opening met een diameter van tenminste 600 mm heen. De positie van de contactbuis kan zowel horizontaal als verticaal ingesteld worden via een schuifsysteem. De hoek wordt ingesteld door de draadaanvoereenheid te draaien. dha2d1ha -- 71 -- NL 3.2 Technische gegevens A2 MULTITRAC UP MIG/MAG Aansluitspanning 42 V AC 42 V AC Toegelaten belasting Draaddimensies: staal roestvrij gevulde draad aluminium Draadaanvoersnelheid, maximum 800 A DC 600 A DC 1,6--4,0 mm 1,6--4,0 mm 1,6--4,0 mm 1,0--1,6 mm 1,0--1,6 mm 1,6--3,2 mm 1,0--2,4 mm 16 m/min 9 m/min Remkoppel van de remnaaf Rijsnelheid Draaistraal bij rondnaadlassen, min Draaddiameter bij inwendig verbindingslassen, minimum Draadgewicht, maximum Inhoud poederreservoir (Mag niet gevuld worden met voorverwarmd poeder) Gewicht (excl. draad en poeder) Zijdelingse helling, maximum Continue A--gewogen geluidsdruk Zie maatschets op bladzijde 122. dha2d1ha -- 72 -- 1,5 Nm 1,5 Nm 0,1--1,7 m/min 0,1--1,7 m/min 1500 mm 1500 mm 1100 mm 1100 mm 30 kg 30 kg 6l 47 kg 47 kg 25_ 25_ 68 dB 83 dB NL 4 INSTALLATIE WAARSCHUWING! Met roterende delen loopt men het risico beklemd te raken. Wees daarom extra voorzichtig. 1. Bedieningsbox PEG1, zie gebruiksaanwijzing 443 392. 2. Sluit de lasautomaat aan volgens het schema op blz. 73 en op blz. 74. BOOGLASSEN ONDER POEDERDEK UP S Sluit de bedieningskabel (2) aan tussen de lasstroombron (7) en bedieningsbox PEG1. S Sluit de retourleiding (3, 4, 5) aan tussen de lasstroombron (7) en het werkstuk. S Sluit de leiding (3, 4, 5) aan tussen de lasstroombron (7) en de shunt. S Sluit de meetleiding (6) aan tussen de lasstroombron (7) en het werkstuk. dha2d1ha -- 73 -- NL BOOGLASSEN MIG/MAG S Sluit de bedieningskabel (6) aan tussen de lasstroombron (7) en bedieningsbox PEG1. S Sluit de retourleiding (8, 9, 10) aan tussen de lasstroombron (7) en het werkstuk. S Sluit de leiding (8, 9, 10) aan tussen de lasstroombron (7) en de shunt. S Sluit de meetleiding (11) aan tussen de lasstroombron (7) en het werkstuk. S Sluit de gasslang (4) aan tussen de reduceerklep (5) en de gasaansluiting van de lasautomaat (1). S Sluit de slangen voor het koelwater (2) aan tussen het koelaggregaat (3) en de lasautomaat (1). 3. Kies het draadtype en het laspoeder (gas) zodat het lasmetaal op analysegebied in grote lijnen overeenkomt met het basismateriaal. Kies de draaddimensie en de lasgegevens volgens de aanbevolen waarden van de toevoegmateriaalleverancier. 4. Lasdraad laden. S Demonteer de draadtrommel van de remtrommel (2) en maak de eindplaat (3) los. S Plaats de draadspoel (1) op de draadtrommel en monteer de eindplaat (3). S Monteer resp. de draadtrommel en de wegwerpbobine op de remnaaf (2). LET OP de positie van de meenemer. BELANGRIJK! Om te voorkomen dat de draadbobine van de remnaaf glijdt; Vergrendel de bobine met behulp van de rode knop, volgens de instructie die naast de remnaaf staat. dha2d1ha -- 74 -- NL S Controleer of de aanvoerrol (1) en de contactschoenen (4) de juiste dimensie hebben. S Leid de elektroden door de twee kleinere schroefogen. Plaats het uiteinde van de draad in de groef van de aanvoerrol. Stel de druk van de draad tegen de aanvoerrol in met behulp van de drukschroef (6). OPGELET! Span niet harder aan dan dat het aanvoeren veilig verloopt. De drukschroef mag niet helemaal aangehaald worden, er moet nog een beetje vering zijn. S S Voer de draad aan met behulp van elektrisch schakelaar A 02 op de PEG-- box. S Terwijl de draad wordt aangevoerd, moet hij gericht worden met behulp van de knop (5) op de richtrolinrichting, of met behulp van de speciale richtinrichting voor kleine draden of dubbele draden. Wanneer de richtinrichting juist ingesteld is, moet de draad recht naar buiten komen door resp. de contactschoenen en het contactmondstuk. 5. Aanvoerrol vervangen (zie slijtageonderdelen op blz. 123). S Enkele draad: S S S S S S dha20001 Maak de knop (5) en de drukschroef (6) los. Maak het handschroefwiel (2) los. Vervang de aanvoerrol. Ze zijn gemerkt met de draaddimensie in kwestie. Dubbele draad: S Vervang de aanvoerrol met dubbele groeven op dezelfde manier als voor de enkele draad. S OPGELET! Vervang ook de drukrol. De speciale sferische drukrol voor dubbele draad vervangt de standaard drukrol voor de enkele draad. S Monteer de drukrol met de speciale astap (best. nr. 146 253--001). Gevulde draad Vervang de aanvoerrol en de drukrol altijd per paar voor de draaddimensie in kwestie. OBS! Voor de drukrol is een speciale astap vereist. (best. nr. 2129 011--01). S Haal de drukschroef met een gematigde druk aan zodat de gevulde draad niet vervormt. 6. Plaats de poederbuis zo dat hij niet doorbuigt en dat men een goed poederdek krijgt (UP --lassen). N.B.! De lengte van de poederslang moet worden afgestemd op de positie van de laskop. 7. Controleer of de afstand tussen de wielen van de wagen en de lasnaad tijdens het laden niet minder dan 50 mm bedraagt. S dha2d1ha -- 75 -- NL 8. Laspoeder bijvullen (UP--lassen). S Sluit de poederklep van het poederreservoir. S Maak een eventuele cycloon voor de poederzuiger los. Vul laspoeder bij. N.B.! Het laspoeder moet droog zijn. Probeer om indien mogelijk buitenshuis en in vochtige omgevingen geen agglomererend laspoeder te gebruiken. S Stel de hoogte van het poedermondstuk boven de lasuitrusting af zodat men de geschikte poederhoeveelheid krijgt. Het poederdek moet zo hoog zijn dat de lichtboog niet doorbreekt. 9. De wagen kan gemakkelijker verplaatst worden als de wielen ontkoppeld worden. Dit doet men door knop A (zie maatschets op blz. 122) tegen de klok in te draaien. 5 INGEBRUIKNAME De algemene veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van de hier beschreven uitrusting vindt u op pagina 70. Lees deze voorschriften zorgvuldig door, voordat u de uitrusting in gebruik neemt. 1. Een nauwkeurige naadvoorbewerking is noodzakelijk voor een goed lasresultaat. OPGELET! Er mogen geen variërende spleetopeningen in de lasnaad zijn. 2. Om het risico van warmtebarsten te elimineren moet de breedte van de las groter zijn dan de inbrandingsdiepte. 3. Las altijd een teststuk met de zelfde naadtype en dezelfde plaatdikte als het werkstuk van de produktie. OPGELET! Proeflas NOOIT rechtstreeks op het werkstuk in de produktie. Bedieningsinstructies voor bedieningsbox PEG1 Zie gebruiksaanwijzing PEG1 best nr. 443 392. dha2d1ha -- 76 -- NL 6 ONDERHOUD 1. Bedieningsbox PEG 1, zie gebruiksaanwijzing 443 392. 2. Ombouw van booglassen onder poederdek naar MIG/MAG--lassen zie ombouwset 413 526--880. 3. Dagelijks S Zorg ervoor dat de bewegende delen van de lasautomaat vrij blijven van laspoeder en stof. S Controleer of het contactmondstuk en alle elektrische leidingen aangesloten zijn. S Controleer of alle schroefverbindingen aangehaald zijn en of de besturing en de aandrijfrollen niet versleten of beschadigd zijn. 4. Periodiek S Controleer de draadbesturing, de aandrijfrollen en het contactmondstuk van de draadaanvoereenheid. Vervang versleten of beschadigde komponenten (zie slijtageonderdelen op blz. 123). S Controleer de schuiven, smeer indien ze klemmen. S Smeer de ketting. 5. Ketting van de wagen van de vooras naar de achteras aanspannen S Demonteer de wielen en de onderlegringen van de wagen. Maak de schroeven van de Y--flenslagers los. S Span de ketting door de achteras van de wagen parallel te verplaatsen in verhouding tot de vooras. S Het monteren gebeurt in omgekeerde volgorde. 6. Ketting van de wagen van de vooras naar de aandrijfmotor met transmissie aanspannen. S Span de ketting aan door de aandrijfmotor met transmissie te verplaatsen. 7. Controleer het remkoppel van de remnaaf. Het mag niet zo klein zijn dat de draadtrommel blijft roteren wanneer de draadaanvoer stopt en het mag niet zo groot zijn dat de aanvoerrollen slippen. De richtwaarde voor het remkoppel van een draadtrommel van 30 kg is 1,5 Nm. S dha2d1ha Remkoppel bijstellen: S Zet de vergrendelknop (006) in de vergrendelstand. S Duw een schroevedraaier in de veren van de naaf. Het met de klok meedraaien van de veer (002) levert een lager remkoppel op. OBS! Draai evenveel aan alle veren. -- 77 -- aza5dp08 NL 7 STORINGZOEKEN Uitrusting S Gebruiksaanwijzing bedieningsbox PEG 1, best.nr. 443 392. S of de lasstroombron geschakeld is voor de juiste netspanning S of alle 3 fasen spanning hebben (fasevolgorde niet belangrijk) S of de lasleidingen en hun aansluitingen niet beschadigd zijn S of de hendels in de gewenste positie staan S of de netspanning uitgeschakeld is voor men begint te repareren Controleer MOGELIJKE STORINGEN 1. Symptoom De àmpère-- en voltwaarden vertonen grote variaties op de cijferdisplay. Oorzaak 1.1 Maatregel Contactschoenen of contactmondstuk versleten of verkeerde dimensie. Vervang de contactschoenen of het contactmondstuk. Oorzaak 1.2 Maatregel De druk op de aanvoerrollen is onvoldoende. Verhoog de druk op de aanvoerrollen. 2. Symptoom De draadaanvoer is ongelijkmatig. Oorzaak 2.1 Maatregel De druk op de aanvoerrollen is verkeerd ingesteld. Wijzig de druk op de aanvoerrollen. Oorzaak 2.2 Maatregel Verkeerde dimensie van de aanvoerrollen. Vervang de aanvoerrollen. Oorzaak 2.3 Maatregel De gleuven in de aanvoerrollen zijn versleten. Vervang de aanvoerrollen. 3. Symptoom De lasleidingen raken oververhit. Oorzaak 3.1 Maatregel Slechte elektrische aansluitingen. Maak alle elektrische aansluitingen schoon en haal ze aan. Oorzaak 3.2 Maatregel De lasleidingen hebben een te kleine dimensie. Vergroot de leidingdimensie of gebruik parallelle leidingen. dha2d1ha -- 78 -- Måttskiss Målskitse Målskisse Mittapiirustus Dimension drawing Massbild Cotes d’encombrement Maatschets Croquis acotado Dimensioni Esboço com dimensões Ó÷åäéÜãñáììá ìåãåèþí Ó×ÅÄÉÁÑÁÌÌÁ ÌÅÃÅÈÙÍ A2 TGD1 *1 Fillet weld *2 Butt joint *2 Butt joint A2 TFD1 *1 Fillet weld dha2m11a -- 122 -- Reservdelsförteckning Reservedelsfortegnelse Reservedelsliste Varaosaluettelo Spare parts list Ersatzteilliste Liste de pièces détachées Reserveonderdelenlijst Lista de repuestos Elenco ricambi Lista de peças sobressalentes Ðßíáêáò áíôáëëáêôéêþí ìåñþí ÐÉíáÊÁÓ áíôáëëáêôéêÙí ìåñÙí Edition 9612 Ordering no. Denomination Notes 413 300--880 A2 Multitrac Automatic welding machine UP 413 400--880 A2 Multitrac Automatic welding machine MIG/MAG C = Component designation in the circuit diagram dha2r11a -- 125 -- Item no. Qty Orderingno. Denomination 57 1 153 872--880 Wire reel 58 1 146 967--880 Brake hub 59 1 413 532--001 Attachment 60 1 192 238--489 Screw 61 1 413 597--001 Fuse chain 62 1 413 671--001 Chain attachment 66 1 416 984--880 Guide pin, compl. dha2r11a Notes M10x16 -- 129 -- C Item no. Qty Orderingno. Denomination Notes 413 542-- 880 Guide wheel bogey Optional equipment (A2 Multitrac) 01 1 145 131--004 Insulating sleeve 02 1 156 442--002 Clamp screw 03 2 2151 000--18 Washer 04 2 2126 011--09 Nut 05 1 413 548--880 Boom 06 1 145 230--880 Bogey dha2r11a D16/8.4x1.5 -- 151 -- C
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154

ESAB A2 TFD1 / A2 TGD1 Handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
Handleiding