VEILIGHEID
-- 2 9 --df00f1ha
VEILIGHEID
De gebruiker van een ESAB--lasautomaat draagt de uiteindelijke verantwoordelijk-
heid voor de veiligheidsmaatregelen die van toepassing zijn voor het personeel dat
met of in de buurt van het systeem werkt.
De inhoud van deze aanbevelingen moet beschouwd worden als een aanvulling op
de normale regels die van toepassing zijn voor een werkplaats.
Alle bediening moet uitgevoerd worden volgens de gegeven instructies, en door per-
soneel dat goed op de hoogte is van de werking van de lasautomaat.
Een verkeerde manoeuvre, veroorzaakt door een verkeerde handeling, of een ver-
keerde inschakeling van een functiesequentie, kan tot een abnormale situatie leiden
waardoor de operateur gewond kan raken en de machine beschadigd kan worden.
1. Al het personeel dat met de machine werkt, moet goed op de hoogte zijn van:
S de bediening
S de plaats van de noodstop
S de werking
S de geldende veiligheidsvoorschriften
Om dit te vergemakkelijken zijn alle elektrische schakelaars, drukknoppen en
potentiometers voorzien van een plaatje of een label dat aangeeft om welk type
geactiveerde beweging of inschakeling het bij de handeling in kwestie gaat.
2. De operateur moet controleren:
S of er zich geen onbevoegden binnen het werkgebied van de lasautomaat be-
vinden, voor hij begint te werken.
S of er niemand op een verkeerde plaats staat wanneer de wagen of de slede
verplaatst worden.
3. In de werkplaats:
S mogen er geen machineonderdelen, gereedschap of ander materiaal liggen
die de operateur kunnen hinderen wanneer hij zich binnen het werkgebied
verplaatst.
S moet alles zo gerangschikt zijn dat aan de eis betreffende de bereikbaarheid
van de noodstop voldaan wordt.
4. Persoonlijke veiligheidsuitrusting
S Draag altijd de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsuitrusting zoals b.v.
een lasbril, onontvlambare kleding, lashandschoenen.
S Draag nooit loszittende kleding zoals sjaals, armbanden e.d. die beklemd
kunnen raken.
5. Overig
Onderdelen die onder spanning staan, zijn normaal beveiligd tegen aanraking.
S Controleer of de aangeduide retourleiders goed aangesloten zijn.
S Alleen bevoegd personeel mag aan de elektrische eenheden werken.
S De benodigde brandblusuitrusting moet gemakkelijk bereikbaar zijn op een
duidelijk aangegeven plaats.
S Wanneer de lasautomaat in gebruik is, mag hij niet gesmeerd worden en
mag er geen onderhoud uitgevoerd worden.