Trumatic E 4000

Truma Trumatic E 4000, Trumatic E 2800 A, Trumatic E 4000 A Operating and Installation Instructions

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Truma Trumatic E 4000 Operating and Installation Instructions. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Trumatic
E 2800
E 2800 A
E 4000
E 4000 A
Truma
Gerätetechnik GmbH & Co
Postfach 1252
D-85637 Putzbrunn
Service
Telefon 0049 (0)89 4617-142
Telefax 0049 (0)89 4617-159
http://www.truma.com
Istruzioni per l’uso Pagina 23
Istruzioni di montaggio
Da tenere nel veicolo!
Gebrauchsanweisung
Seite 1
Einbauanweisung
Im Fahrzeug mitzuführen!
Operating instructions Page 8
Installation instructions
To be kept in the vehicle!
Mode d’emploi Page 15
Instructions de montage
À garder dans le véhicule !
Gebruiksaanwijzing Pagina 31
Inbouwhandleiding
In voertuig meenemen!
Brugsanvisning Side 39
Monteringsanvisning
Skal medbringes i køretøjet!
Instrucciones de uso Página 45
Instrucciones de montaje
¡Ilévalas en el vehículo!
Bruks- och monteringsanvisningar på svenska
kan rekvireras från tillverkaren Truma eller från
Truma-Service i Sverige.
Käyttö- ja asennusohjeita on saatavissa
Truma-valmistajalta tai Truma-huollosta.
Bruksanvisningen og monteringsveiledningen
på ditt språk kan fås hos produsenten Truma
eller hos Truma-Service i ditt land.
Τις δηγίες ρήσης και τπθέτησης στη
µητρική σας γλώσσα µπρείτε να τις λάετε
απ τν κατασκευαστή Truma ή απ τ
σέρις Truma στη ώρα σας.
Instruções de utilizaçaõ e de montagem
podem ser solicitadas junto ao fabricante Truma
ou da assistência técnica da Truma no seu país.
Návod k použití a montáži ve svém jazyce obdržíte
na požádání u firmy Truma nebo u jejího servisního
zástupce ve vaší zemi.
Návod na použitie a montážny návod vo Vašej
krajinskej reči si môžete vyžiadať u výrobcu
Truma alebo v servise Truma vo Vašej krajine.
A magyar nyelvü használati és szerelési utasítást
a gyártónál a Truma cégnél vagy a Truma
magyarországi képviseleténél lehet beszerezni.
Instrukcję obsługi i montażu w ojczystym
języku mogą Państwo dostać u producenta
(Truma) lub w serwisie Trumy w swoim kraju.
Einbaubeispiel
1 Bedienteil (nach Wahl)
2 Zeitschaltuhr
(Sonderzubehör)
3 Verbrennungsluft-Zuführung
4 Abgasführung
5 Elektronische Steuereinheit
6 Stromzuführung
7 Gasanschluß
W Warmluft
U Umluft
Esempio d´installazione
1 Quadro di comando (a scelta)
2 Orologio temporizzatore
(accessorio extra)
3 Aria dicombustione
4 Scarico gas
5 Scheda elettronica
6 Alimentazione elettrica
7 Collegamento gas
W Aria calda
U Aria di ritorno
Installatievoorbeeld
1 Bedieningspaneel
(speciale accessoire)
2 Tijdklokschakelaar
(extra onderdeel)
3 Verbrandingslucht
4 Rookgassen
5 Elektronischbesturingskastje
6 Stroomvoorziening
7 Gasaansluiting
W Warmelucht
U Omgeringslucht
Indbygningseksempel
1 Betjeningsdel (ønsket type)
2 Tidsur (ekstra tilbehør)
3 Forbrændingsluft-tilførsel
4 Forbrændingsgasudledning
5 Elektronisk styreenhed
6 Strømtilførsel
7 Gastilslutning
W Varmluft
U Cirkulationsluft
Installation example
1 Control panel (of your choice)
2 Time switch
(special accessory)
3 Combustion air
4 Flue gas
5 Electronic control unit
6 Power supply
7 Gas connection
W Warm air
U Return air
Example d’installation
1 Pièce de commande
(au choix)
2 Minuterie (en option)
3 Air de combustion
4 Gas d’échappement
5 Commande électronique
6 Alimentation électrique
7 Raccordement au gaz
W Air chaud
U Air de circulation
Einbauvarianten
Installation options
Variantes
d’installation
Varianti
d’installazione
Inbowvarianten
Indbygningsvarianter
Variantes de montaje
Ejemplo de montaje
1 Sección de mandos
(a elección)
2 Interruptor de tiempo
(accesorio opcional)
3 Alimentación de aire de
combuston
4 Descarga de gas de
escape
5 Unidad electrónica de
control
6 Alimentación de corriente
7 Conexión del gas
W Aire caliente
U Aire circulante
US 2
3
4
5
NO!
2
1
Nicht zulässig in:
Not allowed in:
Interdit en:
J2
D
US 3
C
E
F
G1
G2
G3
A3
B1A1
B2
J1
A2
H4
H5
H6
Ø 55 mm
2
7
7
6
1
3
5
4
H1
H2
H3
Gebruiksaanwijzing
Voor ingebruikname die-
nen eerst de gebruiksaan-
wijzing en de „belangrijke
bedieningsvoorschriften“
te worden doorgenomen!
De eigenaar van het voertuig
is ervoor verantwoordelijk dat
het apparaat op correcte wij-
ze kan worden bediend.
De bij het apparaat geleverde
gele sticker met waarschu-
wingen voor de gebruiker
moet door de inbouwer of de
eigenaar van het voertuig op
een voor elke gebruiker dui-
delijk zichtbare plaats in het
voertuig worden aangebracht
(bijv. op de deur van de kle-
renkast). Als u deze sticker
niet hebt, moet u die bij
Truma aanvragen.
Bedieningselement
met schuifschakelaar
a = Schuifschakelaar
Verwarmen - Uit -
Ventilatie
b = Schuifschakelaar voor
volledige belasting (groot
vlammensymbool) en
gedeeltelijke last (klein
vlammensymbool)
Bedieningselement
met draaischakelaar
(leverbaar vanaf 08/2002)
c = Draaischakelaar
„Verwarmen“
Vollast (groot vlam
symbool) en
deellast (klein vlam
symbool)
d = Draaischakelaar „Uit“
Trumatic E
1
3
5
7
9
d
c
e
ab
e = Draaischakelaar
„Ventilatie“
Vollast (groot symbool)
Deellast (klein symbool)
Inbedrijf nemen
verwarmen
1. Schoorsteenafdekkap
afnemen.
2. Open de gasfles en de
snelsluitkraan in de gas-
toevoerleiding.
3. Gewenste ruimtetempera-
tuur met de draaiknop instel-
len.
4. Inschakelen van de verwar-
ming:
Bedieningselement met
schuifschakelaar:
Schakelaar (a) op verwarmen
en schakelaar (b) op het ge-
wenste vermogen zetten.
Bedieningselement met
draaischakelaar:
Draaischakelaar op het ge-
wenste vermogen (c) zetten.
Bij lage buitentemperatuur
verwarming op volle belasting
laten aanlopen.
Opmerking: De verwarming
Trumatic E is getest en toege-
laten voor gebruik, ook tij-
dens het rijden. De ventilator-
ondersteunde brander garan-
deert een perfect functione-
ren, ook bij extreme windom-
standigheden. Evtl. moeten
nationale beperkingen voor
het gebruik van vloeibare
gasapparatuur gedurende
het rijden in acht worden ge-
nomenen.
Inbedrijfname
ventilatie
Bedieningselement met
schuifschakelaar:
Schakelaar (a) op ventilatie en
schakelaar (b) op het gewens-
te vermogen zetten.
Bedieningselement met
draaischakelaar:
Draaischakelaar op het ge-
wenste vermogen (e) zetten.
Uitschakelen
Schuifschakelaar (a) resp.
draaischakelaar (d) in het
midden zetten. Wanneer de
verwarming na een verwar-
mingsfase wordt uitgescha-
keld, kan de ventilator vanwe-
ge het gebruik van de rest-
warmte nog nalopen.
Wanneer het apparaat gedu-
rende langere tijd niet wordt
gebruikt, de Schoorsteenaf-
dekkap erop plaatsen en het
snelsluitventiel in de gastoe-
voerleiding en de gasfles slui-
ten.
Groen controlelampje
„in werking”
(onder draaiknop)
Als het apparaat aanstaat
(verwarmen of ventilatie),
moet het groene controle-
lampje branden (de ventilator
werkt ). Brandt het controle-
lampje niet, moet u de even-
tuele (hoofd-) schakelaar con-
troleren. Gebruik hiervoor de
handleiding van de voertuig-
producent.
Bij het verwarmen, terwijl de
vlam brandt, verdubbelt de
lichtsterkte van het groene
controlelampje. Daarmee kan
ook het schakelpunt van dat
moment voor de ruimtetem-
peratuur worden vastgesteld.
Zekeringen
Afbeelding H4: De toestel-
lenbeveiliging (F1) is op de
elektronische regelplatine.
Belangrijke opmerking: De
fijnzekering mag enkel door
een bouwidentieke zekering
worden vervangen:
3,15 AT (traag) EN 60127-2-3
Rood controlelampje
„storing”
Bij een storing gaat het rode
controlelampje onafgebroken
branden. Mogelijke oorzaken
zijn: geen gastoevoer, onvol-
doende verbrandingslucht,
sterk vervuild beluchtings-
rotor, defecte zekering, enz.
De storing kunt u opheffen
door het apparaat eerst uit en
dan weer in te schakelen.
Knipperen duidt op een te
geringe of te hoge bedrijfs-
spanning voor de verwarming
(evtl. batterij opladen).
Bij storingen kunt u altijd bij
de Truma-Service-centrale in
Duitsland terecht, Telefoon:
(089) 4617-142. Voor andere
landen: zie internationale ser-
vice (pagina 57).
Accessoires
Afb. H6:
1. Voorschakelapparaat VG 2
- ten behoeve van verwarmin-
gen voor bestuurderscabines
van voertuigen voor het trans-
port van gevaarlijke stoffen
en tankwagens volgens ADR
(mag niet in combinatie met
een tijdschakelklok worden
gebruikt).
2. Buitenschakelaar AS
- voor het in- resp. uitschake-
len van de verwarming buiten
het voertuig, bijvoorbeeld bij
laadruimte-verwarmingen (le-
verbaar met 4 m of 10 m aan-
sluitkabel).
3. Akoestische storings-
melder ASM - geeft een
akoestisch signaal bij een
eventuele storing.
4. Tijdschakelklok ZUE
- t.b.v. het voorprogrammeren
van 3 inschakeltijden binnen
7 dagen, compl. met 4 m
aansluitkabel (geschikt voor
12 V en 24 V boordnet).
5. Voeler FF
- controleert de ruimtetempe-
ratuur, onafhankelijk van de
positie van het bedienings-
element (leverbaar met 4 m
of 10 m aansluitkabel).
6. Multi-contactdoos MSD
- voor het aansluiten van
meerdere accessoires (b.v.
tijdschakelklok en voeler).
Verlengkabel voor acces-
soires - Posities 1 - 6
met 4 m of 10 m (zonder
afbeelding).
7. Direktschakelaar DIS
- voor gebruik van de verwar-
ming, alleen in hoogste stand
zonder temperatuurregeling
(leverbaar met 4 m of 10 m
aansluitkabel. Vervangt het
bedieningselement.
Of direct-vaste tempera-
tuurschakelaar DFS
- voor gebruik van de
verwarming ingesteld op een
vast ingestelde temperatuur
(40°C - 70°C al naar gelang de
uitvoering). Vervangt het be-
dieningselement.
Alle elektrische accessoires
zijn voorzien van een stekker
en kunnen afzonderlijk wor-
den aangesloten.
Belangrijke bedie-
ningsvoorschriften
1. Indien de schoorsteen in de
buurt van een te openend
raam (resp. een dakraam) -
vooral onmiddellijk eronder -
werd geplaatst, moet dit gedu-
rende het bedrijf blijven geslo-
ten (zie waarschuwingsbord).
2. Regelmatig, vooral na lan-
ge reizen, moet worden ge-
controleerd of de gecombi-
neerde aan-/afvoerpijp niet is
beschadigd en of de aanslui-
tingen nog intact zijn. Dit
geldt ook voor het toestel zelf
en de schoorsteen.
31
Trumatic
E 2800, E 2800 A
E 4000, E 4000 A
Vloeibaargas-
verwarming met
elektronische sturing,
luchtverdeling en
thermostaat
3. Na een kleine interne gas-
ontploffing (foutieve ontste-
king) moet de rookgasafvoer
door een vakbekwaam mon-
teur worden gecontroleerd!
4. Bij de verwarmingen die
buiten het voertuig zijn ge-
monteerd, dienen de flexibele
luchtbuizen regelmatig op be-
schadigingen te worden ge-
controleerd. Door een be-
schadigde buis kunnen even-
tuele rookgassen in het voer-
tuig terecht komen.
5. De warmte-uitlaat voor de
rookgasavoer en de toevoer
van verbrandingslucht moet
altijd wprden gehouden van
vuil (sneeuwblubber, blade-
ren, enz.).
6. De ingebouwde tempera-
tuurbegrenzer sluit de gas-
toevoer af wanneer het appa-
raat te heet wordt. Daarom
mogen de warme-luchtuitla-
ten en de recirculatieopening
niet worden afgesloten.
7. Bij een storing van de elek-
tronische printplaat, moet de-
ze goed verpakt worden te-
ruggestuurd. Als u dit niet
doet, vervalt iedere aanspraak
op garantie. Ter vervanging
mogen enkel originele print-
platen worden gebruikt!
8. In Duitsland moet de
warmtewisselaar krachtens
§ 22a StVZO bij in motor-
voertuigen ingebouwde ka-
chels tien jaar na de eerste in-
gebruikname (het jaar van de
eerste ingebruikname moet
duurzaam op het fabrieks-
plaatje zijn aangebracht) door
de fabrikant of een van diens
hoofddealers vervangen wor-
den door een origineel reser-
veonderdeel. Het verwar-
mingstoestel moet dan wor-
den voorzien van een plaatje,
met daarop de verkoop- da-
tum van de warmtewisselaar
en de tekst „Origineel reser-
veonderdeel“ (als rookgasaf-
voerbuizen worden gelegd in
ruimten die door personen
worden gebruikt, moeten de-
ze buizen eveneens na 10 jaar
door originele reserveonder-
delen worden vervangen).
De eigenaar van het voer-
tuig is verantwoordelijk
voor het laten uitvoeren
van de keuring en het ver-
vangen van onderdelen.
9. Bij rookgasleiding onder de
vloer moet de vloer van het
voertuig dicht zijn. Bovendien
moeten ten minste drie kan-
ten onder de voertuigbodem
vrij zijn, om een ongehinderd
wegtrekken van het rookgas
te garanderen (sneeuw, spoi-
lers, enz.).
10. Wanneer de verwarming
uit is, moet de afdekkap van
de schoorsteen in de wand er
steeds op geplaatst worden.
Dit geldt in het bijzonder bij
het wassen van de wagen en
voor boten.
Richtlijnen voor
mobiele verwarmings-
installaties
Door de beroepsorganisaties
worden de mobiele laadruim-
teverwarmingen van Truma
toegelaten. Het gaat hierbij
om complete verwarmingsin-
stallaties die naar behoefte
gewoon met de te laden goe-
deren in de laadruimte wor-
den geplaatst. De kachels zijn
volkomen onafhankelijk en er
es geen buitenaansluiting
voor nodig.
De toelating geldt uitsluitend
voor de originele, mobiele
laad-ruimtekachels van
Truma. Eventuele imitaties
van derden zijn niet toegela-
ten! Truma biedt geen enkele
garantie voor veiligheid en
werking van om het even
welke imitatiekachel voor mo-
biele laadruimtes.
Gebruik in voer-/vaartuigen
bestemd voor het transport
van gevaarlijke goederen is
niet geoorloofd.
Algemene
veiligheidsinstructies
Bij lekken in de gasinstal-
latie of wanneer een gas-
reuk wordt waargenomen:
- alle open vlammen
blussen!
- niet roken!
- de apparate uitschakelen!
- sluit de gasfles!
- open de ramen!
- zet geen elektrische
apparaten aan!
- laat de hele installatie
door een vakbekwaam
monteur controlen!
Reparaties mogen
alleen door vakbe-
kwame monteurs
worden uitgevoerd!
Let op: na elke demontage
van de rookgasafvoerbuis
moet een nieuwe O-ring ge-
monteerd worden!
1. Elke verandering aan het
toestel (incl. de rookgas-
afvoerbuis en de schoor-
steen) of het gebruik van niet-
originele Truma-reserveonder-
delen of accessoires die be-
langrijk zijn voor het functio-
neren van het toestel evenals
het niet in acht nemen van de
instructies in de Inbouwhand-
leiding en de Gebruiksaanwij-
zing maken de garantie on-
geldig en hebben tot gevolg
dat aansprakelijkheidseisen
komen te vervallen. Boven-
dien vervalt hierdoor de ge-
bruikstoelating voor het appa-
raat en in sommige landen
ook voor het voertuig.
2. De bedrijfsdruk voor de
gastoevoer, 30 mbar (resp.
28 mbar butaan/37 mbar
propaan) of 50 mbar, moet
gelijk zijn aan de bedrijfs-
druk van het apparaat (zie
fabrieksplaatje).
3. Alleen voor Duitsland:
Gasinstallaties voor vloeibaar
gas voor vrijetijdsvoertuigen
moeten aan het DVGW-werk-
blad G 607 resp. G 608 voor
watersportvoertuigen vol-
doen.
Bij industrieel benutte voertui-
gen dient er rekening te wor-
den gehouden met de desbe-
treffende ongevallenpreven-
tievoorschriften van de on-
gevallenverzekeringen
(BGV D 34).
De controle van de gasin-
stallatie dient alle 2 jaren
van een deskundige voor
vloeibaar gas (DVFG, TÜV,
DEKRA) te worden herhaald.
Ze dient op het overeenkom-
stig onderzoekattest (G 607,
G 608 resp. BGG 935) te wor-
den bevestigd. Verantwoor-
delijk voor de aanleiding
van de controle is de bezit-
ter van het voertuig.
4. In anderen landen dient
er telkens rekening te worden
gehouden met de geldige
technische en administratieve
voorschriften voor de keuring
en met de dichtheidstest voor
installaties met vloeibaar gas.
Tot uw eigen zekerheid is het
noodzakelijk de gehele gasin-
stallatie, het toestel en de uit-
laatgasgeleiding regelmatig
(uiterlijk alle 2 jaren) van een
deskundige te laten controle-
ren.
Meer informatie over de voor-
schriften in de verschillende
landen kunt u aanvragen bij
onze dealers in het buitenland
(zie internationale service, pa-
gina 57).
5. Bij het tanken en wan-
neer het voertuig in de ga-
rage staat, mag de kachel
niet worden gebruikt.
6. Bij de eerste ingebruikna-
me van een fabrieknieuw ap-
paraat (en na een langere stil-
stand) kan zich kort een lichte
rook - en geurontwikkeling
voordoen. Het is raadzaam
het apparaat direct met de
hoogste temperatuurinstelling
te laten branden en voor een
goede beluchting van de
ruimte te zorgen.
7. Een abnormaal brander-ge-
raas of een afblazende vlam
duidt op een defecte regelaar.
Laat deze regelaar in dat ge-
val nakijken.
8. Voorwerpen die gevoelig
zijn voor warmte (b.v. spuit-
bussen) mogen niet in het in-
bouwframe van de verwar-
ming worden opgeborgen
omdat het hier eventueel tot
verhoogde temperaturen kan
komen.
Voor de gasinstallatie mogen
enkel gasdrukregelaars met
een beveiliging tegen over-
druk worden toegepast! Dit
zijn b.v. gasdrukregelaars
voor vrijetijdsvoertuigen vol-
gens DIN 4811 resp. VP 306
met veiligheidsklep, voor be-
drijfsmatig gebruikte voertui-
gen volgens BGV D 34
§ 11 lid 4. met beveiliging te-
gen ongeoorloofd hoge druk-
stijging. Wij adviseren Truma-
voertuigregelaars resp. voor
de tweeflessen-gasinstallatie
in enkel van buiten toeganke-
lijke fleskasten de Truma-Trio-
matic met automatische re-
serve-omschakeling. De
Truma-regelaars zijn speciaal
voor de zware omstandighe-
den in caravans, boten en
voertuigen ontwikkeld. Naast
een veiligheidsventiel zijn ze
ook uitgerust met een mano-
meter, waarmee de dichtheid
van de gasinstallatie kan wor-
den gecontroleerd.
Sluit de regelaars altijd zeer
zorgvuldig met de hand op de
gasflessen aan! Bij tempera-
turen van rond de 0°C en la-
ger moet op de regelaars een
ontdooiingsinstallatie (Eis-Ex)
worden aangesloten. U dient
regelmatig te controleren of
de aansluitingsslangen van de
regelaars nog niet versleten
zijn. Als u het toestel 's winters
gebruikt, mag u alleen winter-
vaste slangen gebruiken De
gasflessen moeten altijd volle-
dig rechtop staan!
Wanneer de drukregelaars
bloot staan aan weersinvloe-
den, speciaal bij de vrachtwa-
gen - dient de regelaar steeds
door de Truma-beschermkap
te worden beschermd (serie-
accessoire van vrachtwagen
aanbouwset).
32
33
Technische
gegevens
Gassoort: vloeibaar gas
(propaan/butaan)
Bedrijfsdruk:
30 of 50 mbar
(zie fabriekslabel)
Nominaal
warmtevermogen
E 2800 (A): 2800 W
E 4000 (A): 3700 W
Gasverbruik
E 2800 (A): 110 / 225 g/h
E 4000 (A): 150 / 310 g/h
Luchtverplaatsing
E 2800 (A): 70 / 140 m
3
/h
E 4000 (A): 120 / 190 m
3
/h
Stroomverbruik bij 12 V
E 2800 (A): 0,5 / 0,8 A
E 4000 (A): 1,0 / 2,3 A
Stroomverbruik bij 24 V
E 2800 (A): 0,4 / 0,6 A
E 4000 (A): 0,6 / 1,06 A
Ruststroom:
0,01 A
Gewicht:
ca. 10 kg
Conformiteitsverklaring:
De Trumatic E is door de
DVGW gekeurd en is con-
form de EG-richtlijn voor
gastoestellen (90/396/EWG)
evenals de andere geldende
EG-richtlijnen. Voor EU-lan-
den is het CE-product-identifi-
catienummer beschikbaar:
E 2800 (A): CE-0085AP0231
E 4000 (A): CE-0085AP0232
Algemene typegoedkeu-
ring van de constructie
door de Duitse inspectie
van vrachtwagens:
E 2800 (A): S 140
E 4000 (A): S 139
Inbouwhandleiding
Pagina met afbeel-
dingen openslaan
s.v.p.!
Inbouw en reparatie van
de kachel mogen alleen
door een vakbekwaam
monteur worden uitge-
voerd. Voor begin van de
werkzaamheden moet eerst
deze inbouwhandleiding zorg-
vuldig worden doorgenomen!
Gebruiksdoel
Dit apparaat is geconstrueerd
voor de inbouw in voertuigen
(reisvoertuigen, caravans, bo-
ten, Vrachtwagens). Andere
toepassingen zijn in overleg
met Truma mogelijk.
Toelating
Conformiteitsverklaring:
De Trumatic E is door de
DVGW gekeurd en is con-
form de EG-richtlijn voor
gastoestellen (90/396/EWG)
evenals de andere geldende
EG-richtlijnen. Voor EU-lan-
den is het CE-product-identifi-
catienummer beschikbaar:
E 2800 (A): CE-0085AP0231
E 4000 (A): CE-0085AP0232
De kachel mag worden ge-
bruikt in door personen ge-
bruikte ruimtes (van motor-
voertuigen) en ook tijdens het
rijden.
Inbouw in de binnenruimte
van autobussen is niet toege-
laten.
Bij een keuring of service-
beurt van het voertuig con-
form §§ 19, 20 en 21 StVZO
moet ook de inbouw worden
gekeurd. Bij inbouw achteraf
moet § 19 StVZO in acht wor-
den genomen.
Algemene typegoedkeu-
ring van de constructie
door de Duitse automo-
bielinspectie:
E 2800 (A): S 140
E 4000 (A): S 139
Voorschriften
Elke verandering aan het toe-
stel (incl. de rookgas-afvoer-
buis en de warmte-uitlaat) of
het gebruik van niet-originele
Truma reserveonderdelen of
accessoires die belangrijk zijn
voor het functioneren van het
toestel evenals het niet in
acht nemen van de instruc-
ties in de Inbouwhandleiding
en de Gebruiksaanwijzing
maken de garantie ongeldig
en hebben tot gevolg dat aan-
sprakelijkheidseisen komen te
vervallen. Bovendien vervalt
hierdoor de gebruikstoelating
voor het apparaat en in som-
mige landen ook voor het
voertuig.
De bedrijfsdruk voor de
gastoevoer, 30 mbar (resp.
28 mbar butaan/37 mbar pro-
paan) of 50 mbar, moet gelijk
zijn aan de bedrijfs-druk van
het apparaat (zie fabrieks-
plaatje).
Het fabrieksplaatje uit de
gebruiks- en inbouwaan-
wijzing halen en op een
duidelijk zichtbare plaats
die tegen beschadigingen
is beschermd op de ver-
warming plakken. Het jaar
van eerste inbedrijfneming
moet op het fabrieksplaat-
je worden aangekruist.
Bij inbouw van het appa-
raat dienen de technische
en administratieve voor-
schriften van het land
waarin het voertuig voor
het eerst wordt toegelaten
te worden nageleefd.
In Duitsland b.v. moeten
gastoestellen, plaatsing van
de gasflessen, kabelverleg-
ging alsook keuring en dicht-
heidstest aan het DVGW-
werkblad G 607 voor installa-
ties met vloeibaar gas in vrij-
etijdsvoertuigen resp. G 608
voor installaties met vloeibaar
gas op watersportvoertuigen
beantwoorden.
Bij industrieel genutte voertui-
gen dient er rekening te wor-
den gehouden met de over-
eenkomstige ongevallenpre-
ventievoorschriften van de
ongevallenverzekeringen
(BGV D 34).
Meer informatie over de voor-
schriften in de verschillende
landen kunt u aanvragen bij
onze dealers in het buitenland
(zie internationale service).
Uitlaatgasleidingen en
schoorstenen moeten zo zijn
verlegd, dat uitlaatgazen niet
in het voertuig kunnen bin-
nendringen. Onderdelen die
voor het bedrijf van het voer-
tuig belangrijk zijn, mogen in
hun werking niet worden be-
lemmerd. De monding van de
uitlaatgaspijp dient naar bo-
ven, naar opzij of bij uitlaat-
gasgeleiding onder de voer-
tuigbodem tot in de buurt van
de zijdelingse of achterste be-
perking van de bestuurders-
cabine of van het voertuig
worden gebracht.
Verdeling van de warme
lucht: Aanzuigopeningen
voor verwarmingslucht moe-
ten zo zijn gerangschickt, dat
een aanzuigen van uitlaatga-
zen van de voertuigmotor en
het verwarmingstoestel niet
kan plaatsvinden. Bij de in-
bouw moeten maatregelen
worden genomen om te voor-
komen dat de in het interieur
van het voertuig gebrachte
verwarmingslucht kan wor-
den verontreinigd (bijv. door
oliedampen). Aan deze voor-
waarde wordt bijvoorbeeld
voldaan bij luchtkachels in re-
circulatiestand (zowel bij in-
bouw binnen als bij inbouw
buiten). (Bij frisseluchtgebruik
mag de frisselucht niet uit de
motorruimte of uit de buurt
van de uitlaat of de rookgas-
afvoer-warmte-uitlaat van de
kachel worden aangezogen.)
Aanwijzingen voor in-
bouw in bedrijfsauto’s
De TÜV-gekeurde flessenhou-
der (art.-nr. 39741-00) - zie af-
beelding J1 - is onderdeel van
de algemene typegoedkeu-
ring van de constructie door
de Duitse inspectie van
vrachtwagens voor de ver-
warmingen Trumatic E, con-
form StVZO § 22 a. Volgens
deze verordening mogen
2 gasflessen met ieder max.
15 kg inhoud aangesloten zijn
en gedurende het rijden voor
de werking van de verwar-
mingen worden gebruikt. Ter
bescherming van het flessen-
ventiel en de gasdrukregelaar
is alleen de met de flessen-
houder meegeleverde be-
schermkap noodzakelijk.
Ter voorkoming van diefstal
of om optische redenen kan
de gasfles ook door de af-
sluitbare flessenkast (art.-nr.
39010-21100) - zie afbeelding
J2 - omsloten worden. De
kast wordt tezamen met de
flessenhouder aan het voer-
tuigframe vastgeschroefd.
Bij inbouw van het verwar-
mingstoestel in bijzonderen
voertuigen (bijvoorbeeld voer-
tuigen voor het transport van
gevaarlijk stoffen) moeten de
voor dergelijke voertuigen
geldende voorschriften in
acht worden genomen.
Aanwijzingen
voor de inbouw in
bestuurderscabines
1. Bij verwarmingen met de
opening van de rookgasaf-
voerbuis onder de vloer van
het voertuig, moet de afvoer
- warmte-uitlaat tot bij de zij -
of achterkant van de voertuig-
cabine of het voertuig komen,
waardoor niet te verwachten
valt dat rookgassen in de
ruimte van het voertuig zullen
binnendringen.
2. Montagehandleidingen en
inbouwsets voor de be-
treffende types zijn bij Truma
verkrijgbaar.
3. In Duitsland is bij voertui-
gen voor gevaarlijke stoffen
en tankwagens in het toepas-
singsgebied van de ADR de
verwarming alleen toegelaten
met het Truma voorschakel-
apparaat.
Inbouwvoorschriften
voor vast gemonteer-
de laadruimtekachels
1. Inwendige inbouw van ka-
chels verdient de voorkeur.
Wanneer het binnendringen
van water in de kachel door
schoonmaakwerkzaamheden
mogelijk is, moeten de voor
buitenmontage bedoelde ka-
cheltypen (E 2800 A,
E 4000 A) worden gebruikt.
2. Bij gebrek aan plaats in de
laadruimte moet de kachel
met bodemschoorsteen aan
de voorzijde van het voertuig
worden gemonteerd. Als de
kachel onder de vloer met
een wandschoorsteen wordt
ingebouwd, dient u er met al-
le geschikte middelen voor te
zorgen dat door de omge-
vingslucht- en verbrandings-
kringloop vuil noch vocht in
de kachel terecht kan komen.
3. Montage in voer-/vaartui-
gen bestemd voor het trans-
port van gevaarlijke goederen
is niet geoorloofd.
Aanwijzingen voor de
inbouw in boten
Voor de inbouw in boten
moeten de inbouwvoorschrif-
ten inhoudelijk worden toege-
past Verder moet op het vol-
gende worden gelet:
1. In Duitsland dienen voor
sportboten de „technische re-
gels“ van het DVGW-werk-
blad G 608 en voor de be-
roeps-binnenscheepvaart de
„Richtlijnen voor bouw, uit-
rusting, keuring en werking
van vloeibare gasinstallaties
voor huishoudelijke doelein-
den op vaartuigen in de bin-
nenscheepvaart“ (BGR 146)
in acht te worden genomen.
Vervolgens mag de vloeibare
gasinstallatie alleen door de
ongevallenverzekering in de
binnenscheepvaart erkende
installateurs worden inge-
bouwd en door deskenigen
van deze ongevallenverzeke-
ring worden gekeurd. In an-
dere landen dienen de aldaar
geldende voorschriften te
worden opgevolgd.
34
getande sok en beveilig een
en ander met de zwarte
schroef (12).
Schuif de afdichting (10) over
de verbrandingslucht-toevoer-
buis (5) op de steun (2). De
brede rand moet omhoog wij-
zen, de smalle rand met de
afloop-uitsnijding omlaag.
Steek de complete voorge-
monteerde schoorsteen in de
opening van de voer-/vaar-
tuigwand.
Steek het lamel-inzetstuk (13)
in het binnengedeelte van de
schoorsteen (11). Bevestig
schoorsteenrooster (14),
schoorsteen-binnengedeelte
(11) en afdichting (10) met
vier schroeven (15). (Let op
de montagepositie. De tekst
„Top” bij het schoorsteenge-
deelte moet boven zijn, de af-
loop-uitsnijding in de af-dich-
ting moet beneden zijn.) Het
naar boven uitstekende ge-
deelte dicht de afdekkap (16)
af en kan aan de voer-/vaar-
tuigwand worden vastge-
lijmd. Door neerzetten van de
schoorsteenkap wordt het
vastlijmen gemakkelijker.
Dubbele-
buizenaansluiting op
de verwarming
Afb. 1: stuik de rookgasbuis
(1) bij het begin ineen, zodat
de windingen tegen elkaar
liggen. Schuif de klem (4)
over de rookgasbuis (1).
Schuif de rookgasbuis over
de O-ring op de sok (2). Haak
de klem (4) aan en schroef
deze vast. Bevestig de ver-
brandingslucht-aanvoerbuis (5)
met de klem (7) op de sok (6).
4
Inwendige
montage met
dakschoorsteenset
Zie montagevarianten 2
(blz. US 2).
Monteer de dakschoorsteen
op een zo recht mogelijk op-
pervlak, waar de wind aan al-
le kanten omheen kan stro-
men. Van de verwarming
naar de schoorsteen moet de
buis direct, over de gehele
lengte stijgend (max. 2 m) ge-
legd kunnen worden.
Montage van de con-
denswaterafscheider
Tussen verwarming en dub-
bele buis dient een condens-
waterafscheider te worden ge-
monteerd, waardoor condens-
en regenwater kan weglopen.
Let op: de dubbele rookgas-
buis mag niet doorhangen; de
laagste plaats moet de con-
denswaterafscheider zijn.
Afb. A3: schuif de klem (4)
geheel geopend over de O-
ring op de rookgassok (2).
Schuif de rookgasmof (17)
over de O-ring op de rookgas-
sok (2) (als de condenswater-
afscheider met de verwar-
ming horizontaal wordt ge-
mon-teerd, moet de afvoer
(18) omlaag wijzen). Hang de
klem (4) in en schroef deze
vast. Draai de afvoer (18)
vast.
Montage van de
dakschoorsteen
Afb. A3: boor een opening
met Ø 83 mm (bij holle ruim-
ten in het bereik van de
schoorsteenboring met hout
op-vullen). Het afdichten ge-
beurt door middel van de bij-
gevoegde rubber afdichting
(22). Breng bij gestructureer-
de oppervlakken plastisch
carrosserie-afdicht-middel -
geen silicone - aan.
Bij dikkere daken sluit u de
dubbele rookgasbuis eerst
van buiten op de schoorsteen
aan.
Schuif de rubber afdichtring
(22) en de klem (4) op het
schoorsteen-binnenstuk (23).
Stuik de rookgasbuis (1) bij
het begin ineen, zodat de
windingen tegen elkaar lig-
gen, en schuif hem over de
O-ring op de sok (24). Haak
de klem (4) aan en schroef
deze vast. Schuif de verbran-
dingslucht-aanvoerbuis (5) op
de getande sok en beveilig
een en ander met de zwarte
schroef (25).
Bevestig het schoorsteenge-
deelte (23) met 6 schroeven
(26). Steek het schoorsteen-
dakje (27) op de schoorsteen
en beveilig het met 2 schroe-
ven (28).
Let op: de rookgasopeningen
van het schoorsteendak moe-
ten dwars op de rijrichting
staan.
Breng de afdekkap (29) altijd
aan als de verwarming niet in
gebruik is.
Aansluiting van de
gecombineerde aan-/
afvoerbuis op de
kachel
Afb. A3: druk de rookgas-
buis (1) aan het begin samen,
zodat de windingen tegen el-
kaar liggen. Buisklem (4) over
35
2. De inbouw van verwarmin-
gen met een warmte-uitlaat
in de vloer is niet mogelijk.
3. Verdere aanwijzingen voor
de inbouw kunt u vinden in
de montagehandleiding voor
de bootverwarming Trumatic E.
1
Plaatskeuze
1. Het apparaat en de rook-
gasafvoer moeten zo worden
geplaatst dat deze altijd goed
toegankelijk zijn voor onder-
houdswerkzaamheden en
makkelijk in- en uitgebouwd
kunnen worden.
Om een gelijkmatige opwar-
ming van het voertuig te be-
reiken, moet de verwarming
zo centraal mogelijk in (of
onder het voertuig) worden
gemonteerd, waardoor de
luchtverdelingsbuizen onge-
veer even lang kunnen wor-
den gelegd.
Schoorstenen dienen zodanig
te zijn opgesteld dat binnen-
dringen van rookgassen in
het interieur niet te verwach-
ten is. Houd er daarom bij
keuze van een plaats rekening
mee dat direct erboven en
30 cm opzij geen te openen
vensters, luiken of ventilatieo-
peningen mogen zijn. Wan-
neer dit niet mogelijk is, dient
een aan de binnenzijde van
het venster (resp. van het
luik) aangebracht waarschu-
wingsbord te waarschuwen
dat het venster resp. luik tij-
dens het bedrijf gesloten
moet blijven. Ventilaties voor
koelkasten dienen dan geslo-
ten naar het interieur te wor-
den uitgevoerd.
2
Rookgasgeleiding
Voor de verwarmingen
Trumatic E 2800 (A) en
E 4000 (A) mogen voor de
montage met wand- resp.
dakschoorsteen alleen de
Truma-rookgasbuis AA 3
(art.-nr. 39320-00) resp. bij
montage op een boot de
Truma roestvrij stalen rook-
gasbuis AEM 3 (art.-nr.
39360-00) en de verbran-
dings-lucht-toevoerbuis ZR
(art.-nr. 39580-00) worden ge-
bruikt, aangezien de toestel-
len alleen met deze buizen
zijn gekeurd en goedgekeurd.
Let op: na elke demontage
dient een nieuwe O-ring te
worden gemonteerd.
Geoorloofde
buislengten
1. Inwendige montage met
wandschoorsteen (zie
montagevarianten 1,
blz. US 2):
- Buislengten tot max.
30 cm kunnen horizontaal
of met een inclinatie van
maximaal 5 cm worden
gelegd.
- Buislengten tot max.
100 cm moeten met een
stijging van minstens 5 cm
ten opzichte van de
wandschoorsteen worden
gelegd.
2. Inwendige montage met
dakschoorsteen (zie
inbouwvarianten 2,
blz. US 2):
- Buislengten tot max.
200 cm moeten met een
stijgingshoek van minstens
45° worden gelegd.
3. Montage onder de bodem
met wandschoorsteen
(zie montagevariant 5,
blz. US 2):
- Buislengten tot max.
30 cm kunnen horizontaal
of met een inclinatie tot
maximaal 5 cm worden
gelegd. Teven dienen zij
tegen beschadiging door
steenslag te worden
beschermd.
3
Inwendige montage
met wandschoor-
steenset
Zie montagevarianten 1
(blz. US 2).
Montage van de
wandschoorsteen
Afb. A2: monteer de wand-
schoorsteen op een zo recht
mogelijk oppervlak, waar de
wind aan alle kanten omheen
kan stromen. Boor een ope-
ning (8) met Ø 83 mm (bij
holle ruimten in het bereik
van de schoorsteenboring
met hout opvullen). Het af-
dichten gebeurt door middel
van de bijgevoegde rubber af-
dichting (10). Breng bij ge-
structureerde oppervlakken
plastisch carrosserieafdicht-
middel - geen silicone - aan.
Schuif de klem (4) op het
schoorsteen-binnenstuk (11).
Stuik de rookgasbuis (1) bij
het begin ineen, zodat de
windingen tegen elkaar lig-
gen, en schuif hem over de
O-ring op de sok (2). Haak de
klem (4) aan en schroef deze
vast. Schuif de verbrandings-
lucht-aanvoerbuis (5) op de
de rookafvoerbuis (1) schui-
ven. Steek de rookgasafvoer-
buis (1) over de O-ring op de
rookgasmof (17). Plaats de
rookgasafvoerbuisspanner (4)
op de rookgasmof (17), haak
deze in en schroef het geheel
vast. Plaats het aansluitstuk
(19) met de brede kant over
de rookgasafvoerbuis en
schuif de-ze stevig over het
aansluitstuk (6) op de kachel.
Het boorgat in het aansluit-
stuk (19) moet op dezelfde
hoogte als de afvoer (18) lig-
gen. Slang pilaar (20) vast-
schroeven.
Druk de verbrandingslucht-
toevoerbuis (5) stevig op het
aansluitstuk (19) en zet deze
met de buisklem (7) vast.
Boor voor de condensslang
(21) in de voertuigbodem een
opening van Ø 10 mm. Sluit
de condensslang op de slang-
pilaar (20) aan en steek de
slang door de opening. Let
op: wegens vorstgevaar mag
de slang niet meer dan 2 cm
onder de voertuigbodem uit-
steken!
5
Montage onder de
vloer met warmte-
uitlaat-set voor in
de wand
Zie inbouwvariant Afb. 5
(Blz US 2).
Bouw de warmte-uitlaat voor
in de wand tegen een zo
loodrecht mogelijk oppervlak
van een buitenwand (voertuig
voertuigspoiler) (zie punt 3 in-
bouw binnen met warmte-uit-
laat-set voor in de wand).
Let op: wanneer de warmte-
uitlaat voor in de wand met
fixeerhoeken of i.d. onder de
vloer wordt ingebouwd,
moet de vloer van het voer-
tuig dicht zijn (zie punt 6 in-
bouw binnen met warmte-uit-
laat in de vloer).
6
Inbouw binnen met
warmte-uitlaat voor
in de vloer
Zie inbouwvariant Afb. 2
(blz US 2).
Bij het gebruik van de warm-
te-uitlaat in de vloer moeten
eventuele beperkingen in de
nationale voorschriften van
het land van bestemming in
acht worden genomen.
De verwarming mag alleen
staande worden gemonteerd.
Bij voertuigen die een
woon- en verblijfdoel heb-
ben, moet de voertuigbo-
dem dicht zijn en mogen
er geen openingen naar
het interieur zijn, zoals bij-
voorbeeld luchtopeningen vor
de koelkast, open pedaalga-
ten, beluchtingsschuiven,
holle dubbele bodem. De ont-
luchtingsopening van de gas-
fleskast mag niet in de bo-
dem zitten, maar moet aan de
zij-kant direct boven de vloer
door de buitenwand worden
geleid.
De warmte-uitlaat in de vloer
mag niet in het opspatgebied
van de wielen liggen (evtl.
spatbescherming aanbren-
gen) en moet vrij staan, zodat
de functie niet door dragers,
assen traversen e.d wordt
verstoord. Bovendien moeten
ten minste drie kanten onder
de voertuigvloer vrij zijn om
een ongehinderde afvoer van
de rookgassen te garanderen.
Montage van de
bodemschoorsteen
Afb. B 1: de rechthoekige
opening voor de rookgasaf-
voer (30) moet dwars op de
rijrichting liggen.
Let op: de bodemschoor-
steen mag niet worden veran-
derd!
Boor in de voertuigbodem
een opening met Ø 83 mm.
Dicht de ruimte tussen de
schoorsteen en de voertuig-
bodem met plastisch carros-
seriedichtmiddel (31) - geen
siliconen! - af. Zet de bodem-
schoorsteen (32) met schroe-
ven (33) vast.
7
Uitwendige
montage met
bodemschoorsteen
Zie inbouwvariant Afb. 4
(Blz US 2).
De verwarming mag uitslui-
tend met het -aansluitstuk
voor de warmte-uitlaat lood-
recht naar beneden worden
gemonteerd. De verwarming
kan buiten het voertuig aan
een loodrechte wand (b.v. de
achterwand van de cabine of
de opgebouwde voorwand
van een vrachtwagen) wor-
den bevestigd. Bij trekkers
van opleggercombinaties let-
ten op voldoende afstand tus-
sen de achterwand van de ca-
bine en oplegger (rekening
houden met draai- en knikbe-
wegingen).
Montage van de
bodemschoorsteen
Afb. C: schuif de schoor-
steen (32) over de O-ring op
het rookgasafvoeraansluitstuk
(35) van de kachel. De zij-
waartse, rechthoekige ope-
ningen (30) moeten dwars op
de rijrichting liggen. Teken
vier flensboorgaten op het ka-
chelhuis af en boor de gaten
met een korte boor (Ø 2,5 mm).
Zet de schoorsteen met
4 schroeven (33) vast.
8
Bevestiging van de
verwarming
Inwendige montage
met wand- of dak-
schoorsteen
Afb. D: naar gelang de mon-
tagepositie schroeft u de ver-
warming met de bijgevoegde
klamp (a) of hoeken (b) stevig
vast.
Inwendige
montage met
bodemschoorsteen
Bij gebruik van een bodem-
schoorsteen plaatst u de ver-
warming op de schoorsteeno-
pening en schroeft hem met
4 hoeken stevig vast (zie afb. 2).
Uitwendige montage
Afb. E: de montage vindt
plaats door middel van mon-
tagehouders. Bevestig beide
houders (36) met doorsteek-
schroeven (minstens M 5)
vast en duurzaam. Bevestig
het U-profiel (37) met de
meegeleverde schroeven (38)
aan de buitenkant van de ka-
chel. Zet de kachel met
4 schroeven M 6 x 10 (39) en
zichzelf borgende moeren
vast. Plaats aan de buitenzijde
van het vaartuig twee be-
schermende kappen (40).
Om condenswater af te voe-
ren boort u op het laagste
punt ca. 20 mm van de rand
een gat (Ø 8 mm) in de ka-
chelmantel. Zorg ervoor dat
de boor niet meer dan 10 mm
in de kachelmantel door-
dringt, aangezien dit tot be-
schadiging van het binnenge-
deelte kan leiden. Plaats het
meegeleverde rubberen buis-
je (deze moet ca. 4 cm naar
beneden wijzen, Afb. C + E:d).
9
Warmeluchtverdeling
en recirculatie bij
inbouw binnen
Warmeluchtverdeling
Afb. F: de warme lucht (W)
wordt door de verwarming
via 2 sokken uitgeblazen, di-
rect dan wel via een warme-
luchtbuis VR (Ø 72 mm).
Leg van de verwarming naar
de eerste luchtuittrede alleen
buis VR (Ø 72 mm) tot ca.
1,5 m lengte. Ter voorkoming
van oververhitting dient het
eerste luchtspoor niet-af-
sluitbaar te zijn (zwenkope-
ning SCW 2, eindstuk ENE).
Na de eerste luchtuittrede
kan ook buis ÜR (Ø 65 mm)
verder worden gelegd. War-
me-luchtbuizen die een op-
pervlaktetemperatuur van
meer dan 80°C hebben (voor-
al tot de eerste luchtuittrede
bij E 4000), moeten met een
aanrakingsbeveiliging (bijv.
Truma-isolatiebuis I 80) wor-
den afgedekt. Beveilig alle
buisaansluitingen met plaat-
schroeven. Bevestig buizen
met klemmen.
Het warme-luchtsysteem is
voor elk voertuigtype afzon-
derlijk volgens een modulair
principe ontworpen. Er zijn
dan ook veel accessoires be-
schikbaar (zie catalogus).
Schema’s met de optimale in-
bouwsituaties voor warme-
luchtinstallaties in alle gang-
bare soorten caravans en
campers kunnen gratis wor-
den aangevraagd bij de
Truma Servicecentrale.
Circulatielucht-
terugleiding
Afb. F: de circulatielucht (U)
wordt door de verwarming di-
rect weer aangezogen.
Wanneer de verwarming in
een stuwkast o.i.d. is gemon-
teerd, dient u daarin een over-
eenkomstig grote opening
(ca. 200 mm
2
) voor de circula-
tielucht-retourgeleiding aan te
brengen.
Let op: zorg ervoor dat de
luchtwegen naar de verwar-
ming steeds vrij blijven.
10
Verdeling van
warme lucht en
terugvoer van
omgevingslucht bij
uitwendige montage
Zie Inbouwvarianten 4 + 5
(Blz. US 2).
De toevoer van warme lucht
en de retourluchtaanvoer tus-
sen kachel en voertuig moet,
vooral in het steenslaggebied,
met flexibele luchtbuizen van
het type LF of, in het be-
schermde gebied, met lucht-
buizen van het type LI
(Ø 106 mm) worden bewerk-
steligd.
Een beschermkast over de
gehele verwarmingsinstallatie
beschermt deze tegen be-
schadigingen en weersinvloe-
den en dient als extra isolatie.
36
Montage van het
opbouw-bedienings-
element
1. Afb. H2:
Gat Ø 22 mm voor de kabel-
doorvoering boren.
2. De bedieningselementka-
bel (8) doorsteken en naar de
elektronische regeleenheid
verleggen.
3. Bedieningselement (9) met
2 schroeven (10) bevestigen
en draaiknop (11) opsteken.
Opmerking: Voor een ver-
zonken montage van het be-
dieningselement levert Truma
als speciale toebehoren een
bedieningselementframe BR
(art.-nr. 39980-01).
Montage van het
speciale-bedienings-
element
Afb. H3: Voor voorhanden
inbouwuitsparingen.
1. Afdekplaat uit de inbouw-
uitsparing verwijderen.
2. Bedieningselementkabel
(12) aan het bedieningsele-
ment (14) aansluiten, door de
inbouwuitsparing naar achte-
ren doorvoeren en naar de
elektronische regeleenheid
verleggen.
3. Bedieningselement (14) in-
drukken tot de frontvlakte ge-
lijk ligt.
Opmerking: Indien geen in-
bouwuitsparing voorhanden
is, kan het bedieningselement
met de meegeleverde frame
voor verzonken montage wor-
den gemonteerd.
Is een verzonken montage
niet mogelijk, levert Truma
desgewenst een opbouwfra-
me (15) (art.-nr. 39050-11600)
als speciale toebehoren.
12
Montage van
de elektronische
regeleenheid
1. Afb. H4: Deksel van de re-
geleenheid losschroeven.
Let Op: De stekkers aan de
elektronische regeleenheid
mogen enkel losgetrokken en
aangesloten worden als van
tevoren de voedingsspanning
werd afgeklemd. Stekker
recht lostrekken!
2. Stekker van de bedienings-
elementkabel (1) volgens af-
beelding aan de rode pennen-
lijst van de regeleenheid aan-
sluiten.
Opmerking: Indien een
schakelklok of een afstand-
sensor is ingebouwd, de stek-
ker hiervan aan de zwarte
pennenlijst aansluiten. Bij ge-
lijktijdige toepassing van
meerdere onderdelen ge-
schiedt de aansluiting via het
multistopcontact (afbeelding
H6: 6).
3. Onderdeel aan een goed
bereikbare, tegen vochtigheid
beschermde plek met 2 schroe-
ven bevestigen (mag niet over
65°C worden verwarmd).
4. Deksel van de regeleenheid
losschroeven.
Bij verwarmingen die buiten
het voertuig zijn gemonteerd
moet de elektronische stuur-
eenheid in de binnenruimte
van het voertuig zodanig wor-
den bevestigd dat deze tegen
vocht en beschadiging is be-
schermd. In de vloer resp. in
de wand een opening van
Ø 25 mm boren, stekker (af-
beelding H4: 2) van de 20-po-
ligen kabel van de stuureen-
heid aftrekken en door de
opening leiden. Met kabelvul-
ling afdichten. Stekker er
weer insteken.
In uitzonderingsgevallen kan
de elektronische stuureen-
heid met beschermkast voor
buiten aanwezige elektronica
(speciale accessoire art.-nr.
39950-00) buiten het voertuig
worden gemonteerd.
13
Elektrische aan-
sluiting 12 V/24 V
Elektrische leidingen, scha-
kel- en stuurapparaten voor
verwarmingstoestellen moe-
ten zo in het voertuig worden
geplaatst dat ze onder norma-
le bedrijfsomstandigheden
probleemloos kunnen wer-
ken. Alle wanddoorvoeringen
van leidingen die naar buiten
voeren, moeten spatwater-
dicht zijn uitgevoerd.
Voordat u met elektrische
onderdelen begint te wer-
ken, moet u de stroomtoe-
voer naar het apparaat af-
sluiten. Het volstaat niet
het apparaat uit te schake-
len vanaf het bediening-
spaneel!
Bij elektrisch laswerk aan het
koetswerk moet het apparaat
volledig worden losgekoppeld
van de stroomkring van het
voertuig.
Let op: als u de polen ver-
keerd aansluit, bestaat het
risico dat de kabels in
brand raken. Bovendien
vervalt hierdoor elke aan-
spraak op garantie of ver-
antwoordelijkheid.
37
Afb. G1: boor twee openin-
gen Ø 100 mm. Voorzie de
twee aansluitsokken (41) aan
de flens van afdichtmiddel en
schroef deze aan de openin-
gen buiten vast. Leg het roos-
ter (47) in de circulatielucht-
retourgeleiding tussen de
aanzuigsok en de voer-/vaar-
tuigwand. Steek de draad-
klem LFS (42) op de luchtbui-
zen (43). Schuif de luchtbui-
zen over de sok van de ver-
warming (44) en de aansluit-
sokken (41) en bevestig een
en ander met draadklem LFS
(42). Dicht de overgangen
met silicone af.
Afb. G2: holle dubbele wan-
den moeten in de buurt van
de luchtcirculatie worden af-
gedicht. Plaats hiervoor twee
opgerolde stroken blik of
buis-stukken (45) Ø 97 tot
100 mm in de openingen.
Afb. G3: in het interieur van
het voer/-vaartuig kan de war-
me lucht door middel van
luchtbuis LI (Ø 106 mm) wor-
den verdergeleid. Bevestig de
luchtbuis door middel mit een
tweede aansluitsstuk (41) bij
de opening aan de binnenkant.
Beide aansluitstukken kunnen
door de wand heen aan el-
kaar worden vastgeschroefd.
Afb. G1: als u verdeling van
warme lucht in het interieur
an het voer-/vaartuig wilt,
kunt u met vier schrueven bo-
ven de toevoer van warme
lucht een luchtverdeler (46)
aanbrengen.
Let Op: sluit de ope-ning
voor de luchtterugvoer niet af
en verklein deze niet!
De luchtverdeler (46) heeft
2 aansluitingen voor de buis
VR (Ø 72 mm), die geen van
beide afgesloten mogen wor-
den. De meegeleverde be-
schermingsplaat (48) dient als
warmtebeveiliging en moet
over de luchtverdeler (46)
worden aangebracht. Als af-
sluitbescherming kan een
tweede beschermingsplaat
(49) boven de opening voor
de luchtterugvoer worden
vastgeschroefd (accessoire:
art.-nr. 39010-11500).
Het warme-luchtsysteem is
voor elk voertuigtype afzon-
derlijk volgens een modulair
principe ontworpen. Er zijn
dan ook heel wat accessoires
beschikbaar (zie catalogus).
Schema’s met de optimale in-
bouwsituaties voor warme-
luchtinstallaties in alle gang-
bare soorten caravans en
campers kunnen gratis wor-
den aangevraagd bij de Truma
Servicecentrale.
11
Montage van het
bedieningselement
Let Op: Bij toepassing van
voertuig-, resp. fabrieksspeci-
fieke bedieningselementen
dient de elektrische aanslui-
ting in overeenstemming met
de Truma aansluitbeschrijvin-
gen plaats te hebben. Iedere
wijziging van de desbetreffen-
de Truma-onderdelen leidt tot
wegval van de garantie als-
ook tot uitsluiting van aan-
sprakelijkheidsclaims. De in-
bouwer (fabrikant) is voor een
gebruiksaanwijzing voor de
gebruiker alsook voor het be-
drukken van de bedienings-
elementen verantwoordelijk!
Let er bij de plaatsingskeuze
op, dat de bedieningselemen-
ten niet aan direkte warmte-
uitstraling mogen worden
blootgezet. Lengte van de
aansluitkabel 4 m of 10 m.
Is een montage enkel achter
gordijnen of soortgelijke plaat-
sen met temperatuurschom-
melingen mogelijk, moet een
afstandssensor voor de ruimte-
temperatuur worden toegepast
(speciale toebehoren).
Montage van het
Inbouw-bedienings-
element
(leverbaar vanaf 08/2002)
Opmerking: Is een verzon-
ken montage van het bedie-
ningselement niet mogelijk,
levert Truma desgewenst een
opbouwframe (1) (art.-nr.
40000-52600) als speciale
toebehoren.
1. Afb. H1:
Gat Ø 55 mm boren.
2. De bedieningselementkabel
(2) aan het bedieningsele-
ment (3) aansluiten en vervol-
gens de achterste afdekkap
(4) als trekontlasting opsteken.
3. De kabel naar achteren
doorschuiven en naar de
elektronische regeleenheid
verleggen.
4. Het bedieningselement
met 4 schroeven (5) bevesti-
gen en afdekframe (6) opste-
ken.
Opmerking: Als afsluiteen-
heid in richting afdekframe le-
vert Truma als speciale toebe-
horen een setz zijdelen (7)
art.-nr. 34000-61200.
38
De rode kabel is plus, de
blauwe kabel min!
Sluit het apparaat met een ka-
bel van 2 x 1,5 mm
2
op het
beveiligde boordnet aan (cen-
trale zekering 5 - 10 A); bij
een lengte van meer dan 6 m
gebruikt u een kabel van 2 x
2,5 mm
2
. Sluit de minpool
aan op de centrale massa. Bij
een directe aansluiting op de
accu, moeten de plus- en de
minleiding worden beveiligd.
Voer de aansluitingen volledig
geïsoleerd in Faston uit (auto-
vlakstekersysteem 6,3 mm).
Op de toevoerleidingen mo-
gen geen andere stroomafne-
mende toestellen worden
aangesloten!
Bij gebruik van omvormers
moet u ermee rekening hou-
den dat het apparaat alleen
met veilige laagspanning en
conform de richtlijn EN 60742
mag worden gebruikt!
Opmerking: Voor de aanslui-
ting van meerdere apparaten
adviseren wij de elektronisch
geregelde Truma-netadapter
NT (230/12 V, 6 A, art.-nr.
39900-01, of 230/24 V,
3 A, art.-nr. 39900-02 afbeel-
ding H5). De Truma-netadap-
ter is ook voor het herladen
van loodaccu‘s geschikt (niet
voor gelbatterijen). Andere
oplaadapparatuur kunnen al-
leen met een auto-accu als
buffer worden gebruikt. Bij de
berekening van de prestatie-
behoefte rekening houden
met de aanloopstroom. Het
topniveau van netadapters
kan verschillend zijn. Rimpel
U
BR
≤ 1 V met belasting is
nog mogelijk.
Tip: om de accu te sparen,
wordt het gebruik van zonne-
collectoren aanbevolen. Voor
meer informatie hierover kunt
u terecht bij de vakhandel.
14
Gasaansluiting
De gastoevoerleiding Ø 8 mm
wordt met een knelkoppeling
op het aansluitstuk aangeslo-
ten. Houd deze bij het aan-
draaien stevig vast met een
tweede sleutel!
Let op: het gasaansluitstuk
op het toestel mag niet wor-
den ingekort of verbogen.
Zorg ervoor dat bij het aan-
sluiten op de boiler de gaslei-
dingen vrij zijn van vuil, splin-
ters en dergelijke!
De buizen moeten zodanig
worden geplaatst dat het toe-
stel makkelijk kan worden uit-
gebouwd voor onderhouds-
werkzaamheden.
Het aantal koppelingen in
gasleidingen die gelegd zijn in
door personen gebruikte
ruimtes moet tot het tech-
nisch onvermijdelijke mini-
mum worden beperkt. De
gasinstallatie moet voldoen
aan de technische en admini-
stratieve voorschriften van
het bestemmingsland.
15
Functiecontrole
Na de inbouw moet de dicht-
heit van de gasleiding vol-
gens het principe van de ver-
minderde druk worden ge-
controleerd. Aansuitend alle
functies volgens de gebruiks-
aanwijzing controleren. De
gebruiksaanwijzing met inge-
vulde garantiekaart aan de ex-
ploitant overhandigen.
Het fabrieksplaatje uit de
gebruiks- en inbouwaan-
wijzing halen en op een
duidelijk zichtbare plaats
die tegen beschadigingen
is beschermd op de ver-
warming plakken. Het jaar
van eerste inbedrijfneming
moet op het fabrieksplaat-
je worden aangekruist.
16
Waarschuwingen
De bij het apparaat geleverde
gele sticker met waarschu-
wingen voor de gebruiker
moet door de inbouwer of de
eigenaar van het voertuig op
een voor elke gebruiker dui-
delijk zichtbare plaats in het
voertuig worden aangebracht
(bijv. op de deur van de kle-
renkast). Als u deze sticker
niet hebt, moet u die bij Tru-
ma aanvragen.
prétentions à dommages-in-
térêts de l’acheteur ou d’un
tiers, sont exclues. Les dispo-
sitions de la législation sur la
responsabilité sur le produit
ne sont pas mises en cause.
Les frais de mise à contribu-
tion du service après-vente
usine Truma pour remédier à
une carence couverte par la
garantie, en particulier les
frais de transport, de manu-
tention, de main-d’oeuvre et
de matériel, sont à la charge
du fabricant, pour autant que
le SAV intervient sur le terri-
toire de la République Fédé-
rale d’Allemagne. Les mis-
sions de SAV à l’étranger ne
sont pas couvertes par la ga-
rantie.
Des frais supplémentaires
dus à des difficultés de dé-
pose et de repose de l’appa-
reil (par ex. démontage et re-
montage de meubles ou de
parties de la carrosserie) ne
sont pas reconnus en tant
que prestation de garantie.
3. Invocation du cas de
garantie
L’adresse du fabricant est :
Truma Gerätetechnik GmbH
& Co. KG, Wernher-von-
Braun-Straße 12, D-85640
Putzbrunn. En Allemagne, in-
former systématiquement la
centrale de service Truma
chez le fabricant en cas de
dérangements; à l’étranger,
les partenaires de SAV res-
pectifs (voir liste des
adresses) sont à la disposition
des clients. Préciser la nature
de la réclamation. En outre,
pré-senter l’attestation de ga-
rantie dûment remplie ou
communiquer le numéro de
série de l’appareil et la date
de l’achat.
Pour que le fabricant puisse
vérifier si l’on se trouve en
présence d’un cas de garan-
tie, l’utilisateur final doit ame-
ner ou envoyer à ses risques
l’appareil au fabricant. Si le
dommage porte sur un corps
de chauffe (échangeur de
chaleur), expédier aussi le dé-
tendeur.
Pour l’envoi à l’usine, le trans-
port doit être réalisé en régi-
me ordinaire. En cas d’appli-
cation de la garantie, l’usine
se charge des frais de trans-
port ou des coûts d’envoi et
de retour. Sinon, l’usine en
avise le client et lui commu-
nique le montant du coût de
la réparation qu’il devra sup-
porter; dans ce cas, les frais
d’expédition sont également
à la charge du client.
Dichiarazione
di garanzia della
Casa Truma
1. Evento di garanzia
La Casa riconosce la garanzia
per guasti dell’apparecchio,
dovuti a difetti di materiale o
di produzione. Restano inalte-
rati i diritti di garanzia legali
da far eventualmente valere
nei confronti del venditore.
Non si presta alcuna garanzia:
- in caso di pezzi soggetti ad
usura e in caso di logora-
mento naturale dovuto
ll’uso,
- impiego di ricambi non ori-
ginali Truma negli apparec-
chi e di regolatori per pres-
sione gas non idonei,
- a seguito dell’inosservanza
delle istruzioni d’uso e di
montaggio Truma,
- a seguito di un utilizzo
improprio,
- a seguito di un imballaggio
per il trasporto improprio e
non autorizzato da Truma.
2. Campo di applicazione
della garanzia
La garanzia vale per difetti di
cui alla cifra 1, che si verifica-
no nel giro di 24 mesi dalla
stipulazione del contratto di
acquisto tra il venditore e il
consumatore finale. Il costrut-
tore rimedierà a tali guasti ri-
parandoli, ma potrà decidere
se effettuare una riparazione
o una sostituzione. Nel caso
in cui il costruttore decida di
prestare garanzia, il periodo di
garanzia, relativamente al
pezzo riparato o sostituito,
non avrà inizio dal momento
della riparazione o sostituzio-
ne, bensì sarà valido il vec-
chio periodo di garanzia. Si
escludono ulteriori rivendica-
zioni, in particolare richieste
di risarcimento danni da parte
dell’acquirente o terzi. Resta-
no salve le norme della legge
sulla responsabilità di
prodotto.
I costi del servizio di assisten-
za Truma, intervenuto per eli-
minare il difetto in garanzia, -
in particolar modo i costi di
trasporto, di percorso, di lavo-
ro e di materiale - vanno a ca-
rico della Casa, se il servizio
di assistenza interviene all’in-
terno del territorio federale.
Eventuali interventi del servi-
zio di assistenza all’estero
non sono coperti da garanzia.
Eventuali costi aggiuntivi,
dovuti a condizioni difficili di
smontaggio e di montaggio
dell’apparecchio, es. smon-
taggio di parti di mobili e di
carrozzeria, non possono
essere riconosciuti in garan-
zia.
3. Rivalsa del diritto
di garanzia
L’indirizzo del costruttore è il
seguente: Truma Gerätetech-
nik GmbH & Co. KG, Wern-
her-von-Braun-Straße 12,
D-85640 Putzbrunn. In caso
di guasti, in Germania occor-
rerà contattare il centralino
del servizio di assistenza
Truma; all’estero sono dispo-
nibili i rispettivi partner di as-
sistenza (vedi elenco con indi-
rizzi). I reclami devono essere
dettagliati. E inoltre necessa-
rio presentare il certificato di
garanzia correttamente com-
pilato o indicare il numero di
fabbricazione dell’ apparec-
chio e la data d’acquisto.
Perché il costruttore possa
verificare se sussiste il diritto
alla garanzia, il consumatore
finale dovrà farsi carico a pro-
prio rischio del trasporto o
della spedizione dell’apparec-
chio presso il costruttore
stesso. Per danni su radiatori
(scambiatori di calore) inviare
anche il regolatore per la
pressione del gas.
In caso di recapito presso lo
stabilimento la spedizione do-
vrà avvenire come merce. Se
si presta garanzia, lo stabili-
mento sosterrà i costi di tra-
sporto ovvero i costi di invio e
della spedizione di ritorno. Se
l’evento di garanzia non si ve-
rifica, la Casa trasmette al
cliente una segnalazione spe-
cifica, indicando i costi di ri-
parazione che la Casa non si
assume; in tal caso anche i
costi di trasporto vanno a ca-
rico del cliente.
54
Garantieverklaring
van de fabrikant
Truma
1. Gevallen waarin op
garantie aanspraak kan
worden gemaakt
De fabrikant biedt garantie
voor defecten aan het toestel
die worden veroorzaakt door
materiaal- of fabricagefouten.
Daarnaast blijven ook de bij
de wet bepaalde voorwaar-
den voor aanspraak op garan-
tie van kracht.
Er kan geen aanspraak op de
garantie worden gemaakt:
- Voor aan slijtage onderhevi-
ge onderdelen en natuurlijke
slijtage,
- het gebruik van niet-origine-
le Truma-onderdelen in de
toestellen en het gebruik
van ongeschkite gasdrukre-
gelaars,
- indien de inbouw- en ge-
bruiksaanwijzingen van
Truma niet werden aange-
houden,
- als gevolg van ondeskundig
gebruik,
- als gevolg van een ondes-
kundige, niet door Truma
geleverde transportverpak-
king.
2. Omvang van de garantie
De garantie geldt voor defec-
ten in de zin van punt 1, die
binnen de 24 maanden na het
sluiten van de verkoop-over-
enkomst tussen de verkoper
en de eindgebruiker onstaan.
De fabrikant zal dergelijke ge-
breken alsnog verhelpen,
d.w.z. naar eigen keuze her-
stellen of voor een vervan-
gende levering zorgdragen.
Indien de fabrikant dit onder
garantie verhelpt, begint de
garantietermijn voor het gere-
pareerde of vervangen onder-
deel niet opnieuw, maar valt
het verder onder de oude ga-
rantietermijn. Andere aan-
spraken, met name vervan-
ging bij schade voor de koper
of derden is uitgesloten. De
voorschriften van de wet op
produkt-aansprakelijheid blij-
ven onverminderd gelden.
De kosten voor het beroep
dat op de eigen service-afde-
ling van Truma wordt gedaan
om een defect te herstellen
dat onder de garantie valt,
met name transport-, ver-
plaatsings-, arbeids- en mate-
riaalkosten, worden door de
fabrikant gedragen, als de
service-afdeling in Duitsland
wordt ingezet. Werkzaam-
heden van de service-afdeling
in het buitenland worden niet
door de garantie gedekt.
Bijkomende kosten voor extra
in- en uitbouwwerkzaamhe-
den aan het toestel (bijv. de-
montage van meubel- of car-
rosserie-onderdelen) vallen
niet onder de garantie.
3. Indienen van
garantieclaim
Het adres van de fabrikant
luidt: Truma Gerätetechnik
GmbH & Co. KG, Wernher-
von-Braun-Straße 12, D-85640
Putzbrunn. In principe moet
in Duitsland altijd de service-
afdeling van Truma worden
ingelicht. In het buitenland
staan hiervoor de verschillen-
de servicepartners (zie adres-
senlijst) ter beschikking van
de klant. Klachten dienen na-
der te worden toegelicht. Bo-
vendien dient de garantie-
oorkonde correct ingevuld te
worden overhandigd of moe-
55
Declaración de
garantía del
fabricante Truma
1. Caso de garantía
El fabricante concede garan-
tía por defectos del aparato
que sean consecuencia de fa-
llo del material o de fabrica-
ción. Además, persisten los
derechos de reclamación por
garantía legales frente al ven-
dedor.
No existe derecho de
garantía:
- para consumibles y daños
ocurridos por desgaste
natural,
- como consecuencia de la
utilización de piezas no ori-
ginales de Truma en los apa-
ratos y con la utilización de
reguladores de gas inade-
cuados,
- al no cumplir las instruccio-
nes de montaje y las ins-
trucciones para el uso de
Truma,
- por daños a causa de mane-
jo inadecuado,
- por daños a causa de emba-
laje de transporte inadecua-
do, no autorizado por
Truma.
2. Alcance de la garantía
La garantía es válida para de-
fectos en el sentido del párra-
fo 1 que apparezcan en el pla-
zo de 24 meses a partir del
cierre del contrato de venta
entre el vendedor y el consu-
midor final. El fabricante eli-
minará tales defectos me-
diante reparación posterior,
esto es, mediante repaso o
suministro de componentes
de recambio, según su crite-
rio. Concede el fabricante la
garantía, el plazo de garantía
con respecto a las piezas re-
paradas o sustituidas no se
comienza a contar de nuevo,
sino que prevalece el plazo
antiguo en curso. Están ex-
cluidas otras demandas, en
particular las demandas por
daños y perjuicios del com-
prador o terceros. Las norma-
tivas de la ley de asunción de
responsabilidad permanecen
inalteradas.
Los costos por utilización del
Servicio de Asistencia de
Truma para solucionar un de-
fecto que quede comprendi-
do entre los de garantía - es-
pecialmente los costos de
transporte, desplazamiento,
de trabajo y material los so-
portará el fabricante en tanto
se utilice el Servicio de Asis-
tencia dentro de Alemania.
Los Servicios de Asistencia
en el extranjero no están cu-
biertos por la garantía.
Los costes adicionales debi-
dos a desmontajes/montajes
dificultosos del aparato (por
ejemplo, desmontaje de pie-
zas de mobiliario o de la ca-
rrocería) no se reconocerán
como comprendidos en los
servicios de garantía.
3. Utilización de la garantía
Dirección del fabricante:
Truma Gerätetechnik GmbH
& Co. KG, Wernher-von-
Braun-Straße 12, D-85640
Putzbrunn. En Alemania las
averías se comunican básica-
mente a la Central de Servicio
Truma del fabricante; en el
extranjero se encuentran a su
disposición los correspon-
dientes Servicios asociados
(vea la guía de direcciones).
Las reclamaciones se especi-
ficarán detenidamente. Ade-
más, se presentará el certifi-
cado de garantía correcta-
mente completado o, se indi-
cará el número de fábrica del
aparato así como la fecha de
adquisición.
A fin de que el fabricante
pueda comprobar si se trata
de un caso de garantía, el
cliente deberá llevar o enviar
el aparato por propia cuenta y
riesgo al fabricante. En caso
de daños en radiadores (inter-
cambiador de calor) se envia-
rá también el regulador de
presión.
Para el envío a la fábrica, la
expedición se realizará como
mercancía facturada. En caso
de garantía, los costos por
efectos de transporte, o de
envío y devolución, corren
por cuenta del fabricante. Si
no existe caso de garantía,
entonces el fabricante infor-
mará al cliente y le indicará
los costes de reparación que
no serán por cuenta del fabri-
cante; en este caso, los gas-
tos de envío serán también a
cargo del cliente.
Productens
garantierklæring
1. Garantisager
Producenten yder garanti for
mangler på apparatet, som
skyldes materiale- eller pro-
duktionsfejl. I tillæg hertil
gælder de lovmæssige garan-
tibestemmelser overfor for-
handleren.
Garantien dækker ikke ved
skader på apparatet:
- som følge af sliddele og
naturligt slid,
- som følge af anvendelse af
dele, som ikke er originale
Truma-dele, i apparatet og
ved avendelse af en uegnet
trykregulator,
- som følge af manglende
overholdelse af Trumas
monterings – og brugsanvis-
ninger,
- som følge af forkert håndte-
ring,
- som følge af ukorrekt og
ikke af Truma foranlediget
transportemballage.
2. Garantiens omfang
Garantien gælder for mangler
i henhold til punkt 1 som ops-
tår inden for 24 måneder fra
købsaftalens indgåelse mel-
lem forhandler og slutbruger.
Producenten afhjælper sådan-
ne mangler efter eget valg
ved reparation eller levering
af reservedele. Såfremt pro-
ducenten yder garanti, be-
gynder garantiperioden for de
reparerede eller udskiftede
dele ikke forfra; den påbe-
gyndte periode fortsættes.
Videregående krav, særligt er-
statningskrav fra køber eller
tredjemand er udelukket. Be-
stemmelserne i loven om pro-
duktansvar bevarer deres gyl-
dighed.
Udgifter i forbindelse med
henvendelse til Trumas fa-
brikskundeservice for at ud-
bedre en mangel i henhold til
garantien - specielt transport-,
arbejds- og materialeomkost-
ninger, dækkes af producen-
ten såfremt kundeservicen i
Tyskland benyttes. Reparatio-
ner udført af en kundeservice-
afdeling i ulandet dækkes ikke
af garantien.
Yderligere omkostninger som
følge af vanskelige afmonte-
rings- og monteringsbetingel-
ser for apparatet (f.eks. nød-
vendig afmontering af møbel-
eller karosseridele) kan ikke
godkendes som garantiy-
delse.
3. Fremsættelse af
garantiekrav
Producentens adresse: Truma
Gerätetechnik GmbH & Co.
KG, Wernher-von-Braun-
Straße 12, D-85640 Putz-
brunn. Ved fejl, opstået i Tysk-
land, kontaktes generelt pro-
ducentes Truma-serviceafde-
ling. I udlandet står de re-
spektive servicepartnere (se
adresselisten) til rådighed.
Reklamationen skal beskrives
detaljeret. Desuden skal det
udfyldte garantibevis fore-
lægges eller apparatets serie-
nummer samt købsdato.
For at producenten kan kon-
trollere om der foreligger et
garantitilfælde, skal slutbru-
geren transportere eller sende
anlægget til producenten for
egen risiko. Ved skade på var-
melegemer (varmevekslere)
skal gastrykregulatoren med-
sendes.
Ved indsendelse til fabrikken
skal forsendelsen foretages
pr. fragtpost. I garantitilfælde
overtager fabrikken transport-
omkostninger samt omkost-
ninger i forbindelse med ind-
sendelse og tilbagesendelse.
Hvis der ikke er tale om en
garantisag, giver producenten
besked til kunden om dette
og angiver reparationsom-
kostningerne, som ikke dæk-
kes af producenten. I givet
fald påhviler det også kunden
at betale forsendelsesomkost-
ninger.
ten zowel het serienummer
van het apparaat als de koop-
datum ervan worden opgege-
ven.
Om de fabrikant in staat te
stellen, te controleren of er
sprake is van een geval dat
onder de garantie valt, moet
de consument het toestel
voor zijn risico naar de fabri-
kant brengen of naar deze op-
sturen. Bij schade aan ver-
warmingselementen (warm-
tewisselaars) moet ook de
gasdrukregelaar worden mee-
gestuurd.
Bij opsturen naar de fabriek
dient het toestel als vracht-
goed verzonden te worden.
Indien het geval onder de ga-
rantie valt, draagt de fabriek
de transportkosten resp. kos-
ten van opsturen en terugstu-
ren. Als niet op garantie aan-
spraak kan worden gemaakt,
informeert de fabrikant de
klant hierover en geeft aan
welke kosten niet voor reke-
ning van de fabrikant zijn. Bo-
vendien zijn in dit geval de
verzendkosten voor rekening
van de klant.
57 Service
Mobiler Werkskundendienst
In Deutschland stehen 30 Service-Techniker für Kundendienst,
Prüfung der Gasanlagen und Reparatur zu Ihrer Verfügung -
selbstverständlich auch nach Ablauf der Garantiezeit. Die
Zentrale beordert den nächstgelegenen Truma-Techniker auf
kürzestem Anfahrtsweg zu Ihnen.
Bitte setzen Sie sich mit der Service-Zentrale in Putzbrunn in
Verbindung oder benutzen Sie die Kundendienst-Anforderungs-
karte (letzte Umschlagseite).
Telefon (089) 4617-142
Telefax (089) 4617-159
http://www.truma.com
Technische Beratung:
Telefon (089) 4617-141 oder -147
Internationaler Service und Vertrieb
Verkauf und Service für Freizeitfahrzeuge:
Globus Mobil Park, 8942 Wörschach 300,
Tel. 0043 (0)3682 241 60, Fax 0043 (0)3682 241 06
K. Hofer Ges. m.b.H. & Co KG, Erdbergstraße 34, 1030 Wien,
Tel. 0043 (0)1 715 11 75, Fax 0043 (0)1 712 50 22
Wohnmobil-Handels-Center-Innsbruck-GmbH,
Josef-Wilberger-Str. 45, 6020 Innsbruck,
Tel. 0043 (0)512 20 50 11, Fax 0043 (0)512 205 01 14
Wohnwagen Pusch, Linzer Straße 138, 4810 Gmunden,
Tel 0043 (0)7612 67 94 50, 0043 (0)7612 676 00
Verkauf und Service für Nutzfahrzeuge:
Geissler GmbH, Neusarling 127, 3373 Kemmelbach/Ybbs,
Tel. 0043 (0)7412 522 25, Fax 0043 (0)7412 522 25 17
Karl Krammer GmbH, Triester Str. 204, 1232 Wien,
Tel. 0043 (0)1 667 15 75, Fax 0043 (0)1 667 15 75 15
Wölfel GmbH, Bosch-Dienst, Industriezentrum NÖ-Süd,
Straße 3, 2355 Wr. Neudorf,
Tel. 0043 (0)2236 624 31, Fax 0043 (0)2236 62 43 15 19
Dometic Pty Ltd, 6 Treforest Drive, Clayton, Vic. 3168,
Tel. 0061 (0)3 95 45 56 55, Fax 0061 (0)3 95 45 59 66
Gautzsch Gimeg N.V., Drie Sleutelsstraat 74, 9300 Aalst,
Tel. 0032 (0)53 70 66 77, Fax 0032 (0)53 21 61 62
Tachograph Ltd., P. Brovki Str. 15, 220072 Minsk,
Tel. 00375 (0)17 22 66 82 02, Fax 00375 (0)17 21 00 03 86
Selzam AG, Harzachstrasse 8, 8404 Winterthur,
Tel. 0041 (0)52 233 25 21, Fax 0041 (0)52 232 97 15
KOV, Karosárna a slévárna, Sokoloská 615, 28101 Velim,
Tel. 00420 (0)321 76 35 58, Fax 00420 (0)321 76 33 37
A. C. Lemvigh-Müller, Kronprinsessegade 26, 1306 Kopenhagen K.,
Tel. 0045 33 11 05 32, Fax 0045 33 11 95 97
Stimme, S.L., Poligono Industr. Mediterraneo,
Calle Ildefonso Carrascosa 2, 46560 Massalfassar (Valencia),
Tel. 0034 961 40 00 58, Fax 0034 961 40 24 62
Parkli HL, Mustjöe 39, 10617 Tallinn,
Tel. 00372 655 00 00, Fax 00372 656 26 30
Euro Accessoires, ZAE Parc de Champagne – B.P. 89,
07303 Tournon-sur-Rhône Cédex,
Tel. 0033 (0)4 75 06 92 92, Fax 0033 (0)4 75 06 92 96
Kehä Caravan Tukku Oy, Koskelontie 15, 02920 Espoo,
Tel. 00358 (0)9 84 94 30 34, Fax 00358 (0)9 84 94 30 30
Truma (UK) Limited, Truma House, Eastern Avenue,
Burton Upon Trent, Staffordshire, DE13 0BB,
Tel. 0044 (0)1283 52 82 01, Fax 0044 (0)1283 52 82 02
G. Bournas - G. Efthimiou O.E., P. Ralli 36 & Ag. Annis,
12241 Egaleo - Athen,
Tel. 0030 (0)103 46 14 14, Fax 0030 (0)103 42 34 03
Virág Trans Bt., újhegyi út 7, 1108 Budapest,
Tel. 0036 (0)1 263 14 66, Fax 0036 (0)1 261 32 49
Klimamobil, Stefanovecki zavoj 17a, 10040 Zagreb,
Tel. 00385 (0)1 291 01 43, Fax 00385 (0)1 295 05 21
Dimatec S.p.A., Via Galileo Galilei, 7, 22070 Guanzate (CO),
Tel. 0039 031 352 90 61, Fax 0039 031 352 96 89
Afl-Húsbílar ehf., Gránufélagsgata 49, 600 Akureyri,
Tel. 00354 462 79 50, Fax 00354 461 26 80
Bilaraf Ltd., Audbrekka 20, 200 Kópavogur,
Tel. 00354 564 04 00, Fax 00354 564 04 04
Carac Industry Co., Ltd., 1-4-2 Heiwadai, Nerimaku,
Tokyo 179-0083,
Tel. 0081 (0)3 3931 02 20, Fax 0081 (0)3 3931 07 06
Ets Geiben s.à.r.l., 260, route d’Esch, 4451 Belvaux,
Tel. 00352 59 15 19, Fax 00352 59 44 55
Autokurtas, Lazdijy str. 20, 3018 Kaunas,
Tel. 00370 (0)7 39 10 90, 00370 (0)7 39 14 54
Neptus A.S., Høymyrmarka 7, 1391 Vollen,
Tel. 0047 66 75 99 50, Fax 0047 66 75 99 51
Gautzsch Gimeg B.V., Strijkviertel 25, 3454 PH De Meern,
Tel. 0031 (0)30 662 95 22, Fax 0031 (0)30 666 53 97
Leisure Appliances New Zealand Ltd, 58 Kemp Street, Kilbirnie,
Wellington, Tel. 0064 (0)4 387 42 00, Fax 0064 (0)4 387 42 02
Serada Marine & Leisure Ltd, 8 Greenmount Drive, East Tamaki,
Auckland, Tel. 0064 (0)9 273 89 09, Fax 0064 (0)9 273 89 10
J.C.L. Andrade, Lda., Apartado 719, Lugar do Padrao, E.N. 327 -
S. Miguel do Souto, 4524-906 Souto V.F.R., Sta. Maria da Feira,
Tel. 00351 25 680 10 34, Fax 00351 25 680 14 88
Marcampo - Artigos de Campismo, Lda.,
Av. Almirante Gago Coutinho, 56D, 1700-031 Lissabon,
Tel. 00351 21 848 67 76, Fax 00351 21 847 06 99
Truma Polska Sp. z o.o., ul. Kuczkowskiego 3/2U, 31-619 Krakau,
Tel. 0048 (0)12 641 02 41, Fax 0048 (0)12 641 02 41
Comapnija Poliauto, Hawskaja str. 3, ab 3., 113162 Moskau,
Tel. 007 (0)95 232 00 39, Fax 007 095 958 27 57
Alde International Systems AB, Wrangels Allé 90, 29111 Färlöv,
Kristianstad, Tel. 0046 (0)44 712 74, Fax 0046 (0)44 718 48
Prebil d.o.o., Opekarska 14, 1000 Ljubljana,
Tel. 0038 (0)61 542 63 70, Fax 0038 (0)61 542 63 71
Tamex spol. s r.o., Kovácsova c. 359, 85110 Bratislava,
Tel. 00421 (0)2 44 45 49 20, Fax 00421 (0)2 44 45 49 35
Karyat Karavan Yat San. Tic. Ltd. Sti.,
Kusdili Cad. Efes Ishani Kat: 3, No: 171 Kadiköy, 81310 Istanbul,
Tel. 0090 (0)216 418 73 96, Fax 0090 (0)216 418 73 97
01. 03. 2002
Service
Garantie-Karte
Guarantee Card
Bon de Garantie
Certificato di Garanzia
Garantiebon
Garantikort
Tarjeta de garantía
Bitte genauen Standort angeben
(falls abweichend vom Absender)
Truma Gerätetechnik
GmbH & Co
Service-Zentrale
Postfach 12 52
D-85637 Putzbrunn
Postkarte
Absender (bitte Druckbuchstaben einsetzen!)
Name, Vorname
Straße, Hausnummer
Postleitzahl Wohnort
Standort
Telefon
Postleitzahl Ort/Gemeinde
weitere Hinweise (evtl. Telefon, Standplatz-Nr. usw.)
39010-86300 · 02 · 02/2002 · 2’ B+W · ©
Vom Händler auszufüllen. Door de dealer in te vullen.
To be filled in by the dealer. Udfyldes af forhandleren.
A remplir par le commerçant. A ser rellendada por el commerciente.
Da far compilare dal rivenditore.
Anforderung des
Werkskunden-
dienstes
Baujahr
Fabrik-Nr. (siehe Fabrikschild am Gerät)
Bitte unbedingt ausfüllen!
Trumatic
E 2800
E 2800 A
E 4000
E 4000 A
Betriebsdruck:
30 mbar
50 mbar
Betriebsspannung:
12 V
24 V
Montage:
innen
außen
Gasprüfung gewünscht
Nur gültig für Deutschland!
Applicable for Germany only!
Valable seulement pour l’Alle-
magne!
Festgestellte Mängel:
(bitte kurz beschreiben)
Verkaufsdatum
Date of sale
Date de vente
Data di vendita
Verkoopdatum
Salgsdato
Fecha de venta
02/2002 · Truma, Postfach 1252, D-85637 Putzbrunn
Garantie-Karte
Guarantee Card
Bon de Garantie
Certificato di Garanzia
Garantiebon
Garantikort
Tarjeta de garantía
Fabrik-Nummer
Serial number
No. de fabrication
No. di matricola
Serie-nummer
Seriennummer
Número de fábrica
Trumatic
E 2800
E 2800 A
E 4000
E 4000 A
Händler-Adresse
Dealer’s address
Adresse du commerçant
Timbro del rivenditore
Dealeradres
Forhandleradresse
Dirección del comerciante
/