Truma Trumatic E 2800 A Operating and Installation Instructions

Type
Operating and Installation Instructions

Deze handleiding is ook geschikt voor

Trumatic
E 2800
E 2800 A
E 4000
E 4000 A
Truma
Gerätetechnik GmbH & Co
Postfach 1252
D-85637 Putzbrunn
Service
Telefon 0049 (0)89 4617-142
Telefax 0049 (0)89 4617-159
http://www.truma.com
Istruzioni per l’uso Pagina 23
Istruzioni di montaggio
Da tenere nel veicolo!
Gebrauchsanweisung
Seite 1
Einbauanweisung
Im Fahrzeug mitzuführen!
Operating instructions Page 8
Installation instructions
To be kept in the vehicle!
Mode d’emploi Page 15
Instructions de montage
À garder dans le véhicule !
Gebruiksaanwijzing Pagina 31
Inbouwhandleiding
In voertuig meenemen!
Brugsanvisning Side 39
Monteringsanvisning
Skal medbringes i køretøjet!
Instrucciones de uso Página 45
Instrucciones de montaje
¡Ilévalas en el vehículo!
Bruks- och monteringsanvisningar på svenska
kan rekvireras från tillverkaren Truma eller från
Truma-Service i Sverige.
Käyttö- ja asennusohjeita on saatavissa
Truma-valmistajalta tai Truma-huollosta.
Bruksanvisningen og monteringsveiledningen
på ditt språk kan fås hos produsenten Truma
eller hos Truma-Service i ditt land.
Τις δηγίες ρήσης και τπθέτησης στη
µητρική σας γλώσσα µπρείτε να τις λάετε
απ τν κατασκευαστή Truma ή απ τ
σέρις Truma στη ώρα σας.
Instruções de utilizaçaõ e de montagem
podem ser solicitadas junto ao fabricante Truma
ou da assistência técnica da Truma no seu país.
Návod k použití a montáži ve svém jazyce obdržíte
na požádání u firmy Truma nebo u jejího servisního
zástupce ve vaší zemi.
Návod na použitie a montážny návod vo Vašej
krajinskej reči si môžete vyžiadať u výrobcu
Truma alebo v servise Truma vo Vašej krajine.
A magyar nyelvü használati és szerelési utasítást
a gyártónál a Truma cégnél vagy a Truma
magyarországi képviseleténél lehet beszerezni.
Instrukcję obsługi i montażu w ojczystym
języku mogą Państwo dostać u producenta
(Truma) lub w serwisie Trumy w swoim kraju.
Einbaubeispiel
1 Bedienteil (nach Wahl)
2 Zeitschaltuhr
(Sonderzubehör)
3 Verbrennungsluft-Zuführung
4 Abgasführung
5 Elektronische Steuereinheit
6 Stromzuführung
7 Gasanschluß
W Warmluft
U Umluft
Esempio d´installazione
1 Quadro di comando (a scelta)
2 Orologio temporizzatore
(accessorio extra)
3 Aria dicombustione
4 Scarico gas
5 Scheda elettronica
6 Alimentazione elettrica
7 Collegamento gas
W Aria calda
U Aria di ritorno
Installatievoorbeeld
1 Bedieningspaneel
(speciale accessoire)
2 Tijdklokschakelaar
(extra onderdeel)
3 Verbrandingslucht
4 Rookgassen
5 Elektronischbesturingskastje
6 Stroomvoorziening
7 Gasaansluiting
W Warmelucht
U Omgeringslucht
Indbygningseksempel
1 Betjeningsdel (ønsket type)
2 Tidsur (ekstra tilbehør)
3 Forbrændingsluft-tilførsel
4 Forbrændingsgasudledning
5 Elektronisk styreenhed
6 Strømtilførsel
7 Gastilslutning
W Varmluft
U Cirkulationsluft
Installation example
1 Control panel (of your choice)
2 Time switch
(special accessory)
3 Combustion air
4 Flue gas
5 Electronic control unit
6 Power supply
7 Gas connection
W Warm air
U Return air
Example d’installation
1 Pièce de commande
(au choix)
2 Minuterie (en option)
3 Air de combustion
4 Gas d’échappement
5 Commande électronique
6 Alimentation électrique
7 Raccordement au gaz
W Air chaud
U Air de circulation
Einbauvarianten
Installation options
Variantes
d’installation
Varianti
d’installazione
Inbowvarianten
Indbygningsvarianter
Variantes de montaje
Ejemplo de montaje
1 Sección de mandos
(a elección)
2 Interruptor de tiempo
(accesorio opcional)
3 Alimentación de aire de
combuston
4 Descarga de gas de
escape
5 Unidad electrónica de
control
6 Alimentación de corriente
7 Conexión del gas
W Aire caliente
U Aire circulante
US 2
3
4
5
NO!
2
1
Nicht zulässig in:
Not allowed in:
Interdit en:
J2
D
US 3
C
E
F
G1
G2
G3
A3
B1A1
B2
J1
A2
H4
H5
H6
Ø 55 mm
2
7
7
6
1
3
5
4
H1
H2
H3
Gebruiksaanwijzing
Voor ingebruikname die-
nen eerst de gebruiksaan-
wijzing en de „belangrijke
bedieningsvoorschriften“
te worden doorgenomen!
De eigenaar van het voertuig
is ervoor verantwoordelijk dat
het apparaat op correcte wij-
ze kan worden bediend.
De bij het apparaat geleverde
gele sticker met waarschu-
wingen voor de gebruiker
moet door de inbouwer of de
eigenaar van het voertuig op
een voor elke gebruiker dui-
delijk zichtbare plaats in het
voertuig worden aangebracht
(bijv. op de deur van de kle-
renkast). Als u deze sticker
niet hebt, moet u die bij
Truma aanvragen.
Bedieningselement
met schuifschakelaar
a = Schuifschakelaar
Verwarmen - Uit -
Ventilatie
b = Schuifschakelaar voor
volledige belasting (groot
vlammensymbool) en
gedeeltelijke last (klein
vlammensymbool)
Bedieningselement
met draaischakelaar
(leverbaar vanaf 08/2002)
c = Draaischakelaar
„Verwarmen“
Vollast (groot vlam
symbool) en
deellast (klein vlam
symbool)
d = Draaischakelaar „Uit“
Trumatic E
1
3
5
7
9
d
c
e
ab
e = Draaischakelaar
„Ventilatie“
Vollast (groot symbool)
Deellast (klein symbool)
Inbedrijf nemen
verwarmen
1. Schoorsteenafdekkap
afnemen.
2. Open de gasfles en de
snelsluitkraan in de gas-
toevoerleiding.
3. Gewenste ruimtetempera-
tuur met de draaiknop instel-
len.
4. Inschakelen van de verwar-
ming:
Bedieningselement met
schuifschakelaar:
Schakelaar (a) op verwarmen
en schakelaar (b) op het ge-
wenste vermogen zetten.
Bedieningselement met
draaischakelaar:
Draaischakelaar op het ge-
wenste vermogen (c) zetten.
Bij lage buitentemperatuur
verwarming op volle belasting
laten aanlopen.
Opmerking: De verwarming
Trumatic E is getest en toege-
laten voor gebruik, ook tij-
dens het rijden. De ventilator-
ondersteunde brander garan-
deert een perfect functione-
ren, ook bij extreme windom-
standigheden. Evtl. moeten
nationale beperkingen voor
het gebruik van vloeibare
gasapparatuur gedurende
het rijden in acht worden ge-
nomenen.
Inbedrijfname
ventilatie
Bedieningselement met
schuifschakelaar:
Schakelaar (a) op ventilatie en
schakelaar (b) op het gewens-
te vermogen zetten.
Bedieningselement met
draaischakelaar:
Draaischakelaar op het ge-
wenste vermogen (e) zetten.
Uitschakelen
Schuifschakelaar (a) resp.
draaischakelaar (d) in het
midden zetten. Wanneer de
verwarming na een verwar-
mingsfase wordt uitgescha-
keld, kan de ventilator vanwe-
ge het gebruik van de rest-
warmte nog nalopen.
Wanneer het apparaat gedu-
rende langere tijd niet wordt
gebruikt, de Schoorsteenaf-
dekkap erop plaatsen en het
snelsluitventiel in de gastoe-
voerleiding en de gasfles slui-
ten.
Groen controlelampje
„in werking”
(onder draaiknop)
Als het apparaat aanstaat
(verwarmen of ventilatie),
moet het groene controle-
lampje branden (de ventilator
werkt ). Brandt het controle-
lampje niet, moet u de even-
tuele (hoofd-) schakelaar con-
troleren. Gebruik hiervoor de
handleiding van de voertuig-
producent.
Bij het verwarmen, terwijl de
vlam brandt, verdubbelt de
lichtsterkte van het groene
controlelampje. Daarmee kan
ook het schakelpunt van dat
moment voor de ruimtetem-
peratuur worden vastgesteld.
Zekeringen
Afbeelding H4: De toestel-
lenbeveiliging (F1) is op de
elektronische regelplatine.
Belangrijke opmerking: De
fijnzekering mag enkel door
een bouwidentieke zekering
worden vervangen:
3,15 AT (traag) EN 60127-2-3
Rood controlelampje
„storing”
Bij een storing gaat het rode
controlelampje onafgebroken
branden. Mogelijke oorzaken
zijn: geen gastoevoer, onvol-
doende verbrandingslucht,
sterk vervuild beluchtings-
rotor, defecte zekering, enz.
De storing kunt u opheffen
door het apparaat eerst uit en
dan weer in te schakelen.
Knipperen duidt op een te
geringe of te hoge bedrijfs-
spanning voor de verwarming
(evtl. batterij opladen).
Bij storingen kunt u altijd bij
de Truma-Service-centrale in
Duitsland terecht, Telefoon:
(089) 4617-142. Voor andere
landen: zie internationale ser-
vice (pagina 57).
Accessoires
Afb. H6:
1. Voorschakelapparaat VG 2
- ten behoeve van verwarmin-
gen voor bestuurderscabines
van voertuigen voor het trans-
port van gevaarlijke stoffen
en tankwagens volgens ADR
(mag niet in combinatie met
een tijdschakelklok worden
gebruikt).
2. Buitenschakelaar AS
- voor het in- resp. uitschake-
len van de verwarming buiten
het voertuig, bijvoorbeeld bij
laadruimte-verwarmingen (le-
verbaar met 4 m of 10 m aan-
sluitkabel).
3. Akoestische storings-
melder ASM - geeft een
akoestisch signaal bij een
eventuele storing.
4. Tijdschakelklok ZUE
- t.b.v. het voorprogrammeren
van 3 inschakeltijden binnen
7 dagen, compl. met 4 m
aansluitkabel (geschikt voor
12 V en 24 V boordnet).
5. Voeler FF
- controleert de ruimtetempe-
ratuur, onafhankelijk van de
positie van het bedienings-
element (leverbaar met 4 m
of 10 m aansluitkabel).
6. Multi-contactdoos MSD
- voor het aansluiten van
meerdere accessoires (b.v.
tijdschakelklok en voeler).
Verlengkabel voor acces-
soires - Posities 1 - 6
met 4 m of 10 m (zonder
afbeelding).
7. Direktschakelaar DIS
- voor gebruik van de verwar-
ming, alleen in hoogste stand
zonder temperatuurregeling
(leverbaar met 4 m of 10 m
aansluitkabel. Vervangt het
bedieningselement.
Of direct-vaste tempera-
tuurschakelaar DFS
- voor gebruik van de
verwarming ingesteld op een
vast ingestelde temperatuur
(40°C - 70°C al naar gelang de
uitvoering). Vervangt het be-
dieningselement.
Alle elektrische accessoires
zijn voorzien van een stekker
en kunnen afzonderlijk wor-
den aangesloten.
Belangrijke bedie-
ningsvoorschriften
1. Indien de schoorsteen in de
buurt van een te openend
raam (resp. een dakraam) -
vooral onmiddellijk eronder -
werd geplaatst, moet dit gedu-
rende het bedrijf blijven geslo-
ten (zie waarschuwingsbord).
2. Regelmatig, vooral na lan-
ge reizen, moet worden ge-
controleerd of de gecombi-
neerde aan-/afvoerpijp niet is
beschadigd en of de aanslui-
tingen nog intact zijn. Dit
geldt ook voor het toestel zelf
en de schoorsteen.
31
Trumatic
E 2800, E 2800 A
E 4000, E 4000 A
Vloeibaargas-
verwarming met
elektronische sturing,
luchtverdeling en
thermostaat
3. Na een kleine interne gas-
ontploffing (foutieve ontste-
king) moet de rookgasafvoer
door een vakbekwaam mon-
teur worden gecontroleerd!
4. Bij de verwarmingen die
buiten het voertuig zijn ge-
monteerd, dienen de flexibele
luchtbuizen regelmatig op be-
schadigingen te worden ge-
controleerd. Door een be-
schadigde buis kunnen even-
tuele rookgassen in het voer-
tuig terecht komen.
5. De warmte-uitlaat voor de
rookgasavoer en de toevoer
van verbrandingslucht moet
altijd wprden gehouden van
vuil (sneeuwblubber, blade-
ren, enz.).
6. De ingebouwde tempera-
tuurbegrenzer sluit de gas-
toevoer af wanneer het appa-
raat te heet wordt. Daarom
mogen de warme-luchtuitla-
ten en de recirculatieopening
niet worden afgesloten.
7. Bij een storing van de elek-
tronische printplaat, moet de-
ze goed verpakt worden te-
ruggestuurd. Als u dit niet
doet, vervalt iedere aanspraak
op garantie. Ter vervanging
mogen enkel originele print-
platen worden gebruikt!
8. In Duitsland moet de
warmtewisselaar krachtens
§ 22a StVZO bij in motor-
voertuigen ingebouwde ka-
chels tien jaar na de eerste in-
gebruikname (het jaar van de
eerste ingebruikname moet
duurzaam op het fabrieks-
plaatje zijn aangebracht) door
de fabrikant of een van diens
hoofddealers vervangen wor-
den door een origineel reser-
veonderdeel. Het verwar-
mingstoestel moet dan wor-
den voorzien van een plaatje,
met daarop de verkoop- da-
tum van de warmtewisselaar
en de tekst „Origineel reser-
veonderdeel“ (als rookgasaf-
voerbuizen worden gelegd in
ruimten die door personen
worden gebruikt, moeten de-
ze buizen eveneens na 10 jaar
door originele reserveonder-
delen worden vervangen).
De eigenaar van het voer-
tuig is verantwoordelijk
voor het laten uitvoeren
van de keuring en het ver-
vangen van onderdelen.
9. Bij rookgasleiding onder de
vloer moet de vloer van het
voertuig dicht zijn. Bovendien
moeten ten minste drie kan-
ten onder de voertuigbodem
vrij zijn, om een ongehinderd
wegtrekken van het rookgas
te garanderen (sneeuw, spoi-
lers, enz.).
10. Wanneer de verwarming
uit is, moet de afdekkap van
de schoorsteen in de wand er
steeds op geplaatst worden.
Dit geldt in het bijzonder bij
het wassen van de wagen en
voor boten.
Richtlijnen voor
mobiele verwarmings-
installaties
Door de beroepsorganisaties
worden de mobiele laadruim-
teverwarmingen van Truma
toegelaten. Het gaat hierbij
om complete verwarmingsin-
stallaties die naar behoefte
gewoon met de te laden goe-
deren in de laadruimte wor-
den geplaatst. De kachels zijn
volkomen onafhankelijk en er
es geen buitenaansluiting
voor nodig.
De toelating geldt uitsluitend
voor de originele, mobiele
laad-ruimtekachels van
Truma. Eventuele imitaties
van derden zijn niet toegela-
ten! Truma biedt geen enkele
garantie voor veiligheid en
werking van om het even
welke imitatiekachel voor mo-
biele laadruimtes.
Gebruik in voer-/vaartuigen
bestemd voor het transport
van gevaarlijke goederen is
niet geoorloofd.
Algemene
veiligheidsinstructies
Bij lekken in de gasinstal-
latie of wanneer een gas-
reuk wordt waargenomen:
- alle open vlammen
blussen!
- niet roken!
- de apparate uitschakelen!
- sluit de gasfles!
- open de ramen!
- zet geen elektrische
apparaten aan!
- laat de hele installatie
door een vakbekwaam
monteur controlen!
Reparaties mogen
alleen door vakbe-
kwame monteurs
worden uitgevoerd!
Let op: na elke demontage
van de rookgasafvoerbuis
moet een nieuwe O-ring ge-
monteerd worden!
1. Elke verandering aan het
toestel (incl. de rookgas-
afvoerbuis en de schoor-
steen) of het gebruik van niet-
originele Truma-reserveonder-
delen of accessoires die be-
langrijk zijn voor het functio-
neren van het toestel evenals
het niet in acht nemen van de
instructies in de Inbouwhand-
leiding en de Gebruiksaanwij-
zing maken de garantie on-
geldig en hebben tot gevolg
dat aansprakelijkheidseisen
komen te vervallen. Boven-
dien vervalt hierdoor de ge-
bruikstoelating voor het appa-
raat en in sommige landen
ook voor het voertuig.
2. De bedrijfsdruk voor de
gastoevoer, 30 mbar (resp.
28 mbar butaan/37 mbar
propaan) of 50 mbar, moet
gelijk zijn aan de bedrijfs-
druk van het apparaat (zie
fabrieksplaatje).
3. Alleen voor Duitsland:
Gasinstallaties voor vloeibaar
gas voor vrijetijdsvoertuigen
moeten aan het DVGW-werk-
blad G 607 resp. G 608 voor
watersportvoertuigen vol-
doen.
Bij industrieel benutte voertui-
gen dient er rekening te wor-
den gehouden met de desbe-
treffende ongevallenpreven-
tievoorschriften van de on-
gevallenverzekeringen
(BGV D 34).
De controle van de gasin-
stallatie dient alle 2 jaren
van een deskundige voor
vloeibaar gas (DVFG, TÜV,
DEKRA) te worden herhaald.
Ze dient op het overeenkom-
stig onderzoekattest (G 607,
G 608 resp. BGG 935) te wor-
den bevestigd. Verantwoor-
delijk voor de aanleiding
van de controle is de bezit-
ter van het voertuig.
4. In anderen landen dient
er telkens rekening te worden
gehouden met de geldige
technische en administratieve
voorschriften voor de keuring
en met de dichtheidstest voor
installaties met vloeibaar gas.
Tot uw eigen zekerheid is het
noodzakelijk de gehele gasin-
stallatie, het toestel en de uit-
laatgasgeleiding regelmatig
(uiterlijk alle 2 jaren) van een
deskundige te laten controle-
ren.
Meer informatie over de voor-
schriften in de verschillende
landen kunt u aanvragen bij
onze dealers in het buitenland
(zie internationale service, pa-
gina 57).
5. Bij het tanken en wan-
neer het voertuig in de ga-
rage staat, mag de kachel
niet worden gebruikt.
6. Bij de eerste ingebruikna-
me van een fabrieknieuw ap-
paraat (en na een langere stil-
stand) kan zich kort een lichte
rook - en geurontwikkeling
voordoen. Het is raadzaam
het apparaat direct met de
hoogste temperatuurinstelling
te laten branden en voor een
goede beluchting van de
ruimte te zorgen.
7. Een abnormaal brander-ge-
raas of een afblazende vlam
duidt op een defecte regelaar.
Laat deze regelaar in dat ge-
val nakijken.
8. Voorwerpen die gevoelig
zijn voor warmte (b.v. spuit-
bussen) mogen niet in het in-
bouwframe van de verwar-
ming worden opgeborgen
omdat het hier eventueel tot
verhoogde temperaturen kan
komen.
Voor de gasinstallatie mogen
enkel gasdrukregelaars met
een beveiliging tegen over-
druk worden toegepast! Dit
zijn b.v. gasdrukregelaars
voor vrijetijdsvoertuigen vol-
gens DIN 4811 resp. VP 306
met veiligheidsklep, voor be-
drijfsmatig gebruikte voertui-
gen volgens BGV D 34
§ 11 lid 4. met beveiliging te-
gen ongeoorloofd hoge druk-
stijging. Wij adviseren Truma-
voertuigregelaars resp. voor
de tweeflessen-gasinstallatie
in enkel van buiten toeganke-
lijke fleskasten de Truma-Trio-
matic met automatische re-
serve-omschakeling. De
Truma-regelaars zijn speciaal
voor de zware omstandighe-
den in caravans, boten en
voertuigen ontwikkeld. Naast
een veiligheidsventiel zijn ze
ook uitgerust met een mano-
meter, waarmee de dichtheid
van de gasinstallatie kan wor-
den gecontroleerd.
Sluit de regelaars altijd zeer
zorgvuldig met de hand op de
gasflessen aan! Bij tempera-
turen van rond de 0°C en la-
ger moet op de regelaars een
ontdooiingsinstallatie (Eis-Ex)
worden aangesloten. U dient
regelmatig te controleren of
de aansluitingsslangen van de
regelaars nog niet versleten
zijn. Als u het toestel 's winters
gebruikt, mag u alleen winter-
vaste slangen gebruiken De
gasflessen moeten altijd volle-
dig rechtop staan!
Wanneer de drukregelaars
bloot staan aan weersinvloe-
den, speciaal bij de vrachtwa-
gen - dient de regelaar steeds
door de Truma-beschermkap
te worden beschermd (serie-
accessoire van vrachtwagen
aanbouwset).
32
33
Technische
gegevens
Gassoort: vloeibaar gas
(propaan/butaan)
Bedrijfsdruk:
30 of 50 mbar
(zie fabriekslabel)
Nominaal
warmtevermogen
E 2800 (A): 2800 W
E 4000 (A): 3700 W
Gasverbruik
E 2800 (A): 110 / 225 g/h
E 4000 (A): 150 / 310 g/h
Luchtverplaatsing
E 2800 (A): 70 / 140 m
3
/h
E 4000 (A): 120 / 190 m
3
/h
Stroomverbruik bij 12 V
E 2800 (A): 0,5 / 0,8 A
E 4000 (A): 1,0 / 2,3 A
Stroomverbruik bij 24 V
E 2800 (A): 0,4 / 0,6 A
E 4000 (A): 0,6 / 1,06 A
Ruststroom:
0,01 A
Gewicht:
ca. 10 kg
Conformiteitsverklaring:
De Trumatic E is door de
DVGW gekeurd en is con-
form de EG-richtlijn voor
gastoestellen (90/396/EWG)
evenals de andere geldende
EG-richtlijnen. Voor EU-lan-
den is het CE-product-identifi-
catienummer beschikbaar:
E 2800 (A): CE-0085AP0231
E 4000 (A): CE-0085AP0232
Algemene typegoedkeu-
ring van de constructie
door de Duitse inspectie
van vrachtwagens:
E 2800 (A): S 140
E 4000 (A): S 139
Inbouwhandleiding
Pagina met afbeel-
dingen openslaan
s.v.p.!
Inbouw en reparatie van
de kachel mogen alleen
door een vakbekwaam
monteur worden uitge-
voerd. Voor begin van de
werkzaamheden moet eerst
deze inbouwhandleiding zorg-
vuldig worden doorgenomen!
Gebruiksdoel
Dit apparaat is geconstrueerd
voor de inbouw in voertuigen
(reisvoertuigen, caravans, bo-
ten, Vrachtwagens). Andere
toepassingen zijn in overleg
met Truma mogelijk.
Toelating
Conformiteitsverklaring:
De Trumatic E is door de
DVGW gekeurd en is con-
form de EG-richtlijn voor
gastoestellen (90/396/EWG)
evenals de andere geldende
EG-richtlijnen. Voor EU-lan-
den is het CE-product-identifi-
catienummer beschikbaar:
E 2800 (A): CE-0085AP0231
E 4000 (A): CE-0085AP0232
De kachel mag worden ge-
bruikt in door personen ge-
bruikte ruimtes (van motor-
voertuigen) en ook tijdens het
rijden.
Inbouw in de binnenruimte
van autobussen is niet toege-
laten.
Bij een keuring of service-
beurt van het voertuig con-
form §§ 19, 20 en 21 StVZO
moet ook de inbouw worden
gekeurd. Bij inbouw achteraf
moet § 19 StVZO in acht wor-
den genomen.
Algemene typegoedkeu-
ring van de constructie
door de Duitse automo-
bielinspectie:
E 2800 (A): S 140
E 4000 (A): S 139
Voorschriften
Elke verandering aan het toe-
stel (incl. de rookgas-afvoer-
buis en de warmte-uitlaat) of
het gebruik van niet-originele
Truma reserveonderdelen of
accessoires die belangrijk zijn
voor het functioneren van het
toestel evenals het niet in
acht nemen van de instruc-
ties in de Inbouwhandleiding
en de Gebruiksaanwijzing
maken de garantie ongeldig
en hebben tot gevolg dat aan-
sprakelijkheidseisen komen te
vervallen. Bovendien vervalt
hierdoor de gebruikstoelating
voor het apparaat en in som-
mige landen ook voor het
voertuig.
De bedrijfsdruk voor de
gastoevoer, 30 mbar (resp.
28 mbar butaan/37 mbar pro-
paan) of 50 mbar, moet gelijk
zijn aan de bedrijfs-druk van
het apparaat (zie fabrieks-
plaatje).
Het fabrieksplaatje uit de
gebruiks- en inbouwaan-
wijzing halen en op een
duidelijk zichtbare plaats
die tegen beschadigingen
is beschermd op de ver-
warming plakken. Het jaar
van eerste inbedrijfneming
moet op het fabrieksplaat-
je worden aangekruist.
Bij inbouw van het appa-
raat dienen de technische
en administratieve voor-
schriften van het land
waarin het voertuig voor
het eerst wordt toegelaten
te worden nageleefd.
In Duitsland b.v. moeten
gastoestellen, plaatsing van
de gasflessen, kabelverleg-
ging alsook keuring en dicht-
heidstest aan het DVGW-
werkblad G 607 voor installa-
ties met vloeibaar gas in vrij-
etijdsvoertuigen resp. G 608
voor installaties met vloeibaar
gas op watersportvoertuigen
beantwoorden.
Bij industrieel genutte voertui-
gen dient er rekening te wor-
den gehouden met de over-
eenkomstige ongevallenpre-
ventievoorschriften van de
ongevallenverzekeringen
(BGV D 34).
Meer informatie over de voor-
schriften in de verschillende
landen kunt u aanvragen bij
onze dealers in het buitenland
(zie internationale service).
Uitlaatgasleidingen en
schoorstenen moeten zo zijn
verlegd, dat uitlaatgazen niet
in het voertuig kunnen bin-
nendringen. Onderdelen die
voor het bedrijf van het voer-
tuig belangrijk zijn, mogen in
hun werking niet worden be-
lemmerd. De monding van de
uitlaatgaspijp dient naar bo-
ven, naar opzij of bij uitlaat-
gasgeleiding onder de voer-
tuigbodem tot in de buurt van
de zijdelingse of achterste be-
perking van de bestuurders-
cabine of van het voertuig
worden gebracht.
Verdeling van de warme
lucht: Aanzuigopeningen
voor verwarmingslucht moe-
ten zo zijn gerangschickt, dat
een aanzuigen van uitlaatga-
zen van de voertuigmotor en
het verwarmingstoestel niet
kan plaatsvinden. Bij de in-
bouw moeten maatregelen
worden genomen om te voor-
komen dat de in het interieur
van het voertuig gebrachte
verwarmingslucht kan wor-
den verontreinigd (bijv. door
oliedampen). Aan deze voor-
waarde wordt bijvoorbeeld
voldaan bij luchtkachels in re-
circulatiestand (zowel bij in-
bouw binnen als bij inbouw
buiten). (Bij frisseluchtgebruik
mag de frisselucht niet uit de
motorruimte of uit de buurt
van de uitlaat of de rookgas-
afvoer-warmte-uitlaat van de
kachel worden aangezogen.)
Aanwijzingen voor in-
bouw in bedrijfsauto’s
De TÜV-gekeurde flessenhou-
der (art.-nr. 39741-00) - zie af-
beelding J1 - is onderdeel van
de algemene typegoedkeu-
ring van de constructie door
de Duitse inspectie van
vrachtwagens voor de ver-
warmingen Trumatic E, con-
form StVZO § 22 a. Volgens
deze verordening mogen
2 gasflessen met ieder max.
15 kg inhoud aangesloten zijn
en gedurende het rijden voor
de werking van de verwar-
mingen worden gebruikt. Ter
bescherming van het flessen-
ventiel en de gasdrukregelaar
is alleen de met de flessen-
houder meegeleverde be-
schermkap noodzakelijk.
Ter voorkoming van diefstal
of om optische redenen kan
de gasfles ook door de af-
sluitbare flessenkast (art.-nr.
39010-21100) - zie afbeelding
J2 - omsloten worden. De
kast wordt tezamen met de
flessenhouder aan het voer-
tuigframe vastgeschroefd.
Bij inbouw van het verwar-
mingstoestel in bijzonderen
voertuigen (bijvoorbeeld voer-
tuigen voor het transport van
gevaarlijk stoffen) moeten de
voor dergelijke voertuigen
geldende voorschriften in
acht worden genomen.
Aanwijzingen
voor de inbouw in
bestuurderscabines
1. Bij verwarmingen met de
opening van de rookgasaf-
voerbuis onder de vloer van
het voertuig, moet de afvoer
- warmte-uitlaat tot bij de zij -
of achterkant van de voertuig-
cabine of het voertuig komen,
waardoor niet te verwachten
valt dat rookgassen in de
ruimte van het voertuig zullen
binnendringen.
2. Montagehandleidingen en
inbouwsets voor de be-
treffende types zijn bij Truma
verkrijgbaar.
3. In Duitsland is bij voertui-
gen voor gevaarlijke stoffen
en tankwagens in het toepas-
singsgebied van de ADR de
verwarming alleen toegelaten
met het Truma voorschakel-
apparaat.
Inbouwvoorschriften
voor vast gemonteer-
de laadruimtekachels
1. Inwendige inbouw van ka-
chels verdient de voorkeur.
Wanneer het binnendringen
van water in de kachel door
schoonmaakwerkzaamheden
mogelijk is, moeten de voor
buitenmontage bedoelde ka-
cheltypen (E 2800 A,
E 4000 A) worden gebruikt.
2. Bij gebrek aan plaats in de
laadruimte moet de kachel
met bodemschoorsteen aan
de voorzijde van het voertuig
worden gemonteerd. Als de
kachel onder de vloer met
een wandschoorsteen wordt
ingebouwd, dient u er met al-
le geschikte middelen voor te
zorgen dat door de omge-
vingslucht- en verbrandings-
kringloop vuil noch vocht in
de kachel terecht kan komen.
3. Montage in voer-/vaartui-
gen bestemd voor het trans-
port van gevaarlijke goederen
is niet geoorloofd.
Aanwijzingen voor de
inbouw in boten
Voor de inbouw in boten
moeten de inbouwvoorschrif-
ten inhoudelijk worden toege-
past Verder moet op het vol-
gende worden gelet:
1. In Duitsland dienen voor
sportboten de „technische re-
gels“ van het DVGW-werk-
blad G 608 en voor de be-
roeps-binnenscheepvaart de
„Richtlijnen voor bouw, uit-
rusting, keuring en werking
van vloeibare gasinstallaties
voor huishoudelijke doelein-
den op vaartuigen in de bin-
nenscheepvaart“ (BGR 146)
in acht te worden genomen.
Vervolgens mag de vloeibare
gasinstallatie alleen door de
ongevallenverzekering in de
binnenscheepvaart erkende
installateurs worden inge-
bouwd en door deskenigen
van deze ongevallenverzeke-
ring worden gekeurd. In an-
dere landen dienen de aldaar
geldende voorschriften te
worden opgevolgd.
34
getande sok en beveilig een
en ander met de zwarte
schroef (12).
Schuif de afdichting (10) over
de verbrandingslucht-toevoer-
buis (5) op de steun (2). De
brede rand moet omhoog wij-
zen, de smalle rand met de
afloop-uitsnijding omlaag.
Steek de complete voorge-
monteerde schoorsteen in de
opening van de voer-/vaar-
tuigwand.
Steek het lamel-inzetstuk (13)
in het binnengedeelte van de
schoorsteen (11). Bevestig
schoorsteenrooster (14),
schoorsteen-binnengedeelte
(11) en afdichting (10) met
vier schroeven (15). (Let op
de montagepositie. De tekst
„Top” bij het schoorsteenge-
deelte moet boven zijn, de af-
loop-uitsnijding in de af-dich-
ting moet beneden zijn.) Het
naar boven uitstekende ge-
deelte dicht de afdekkap (16)
af en kan aan de voer-/vaar-
tuigwand worden vastge-
lijmd. Door neerzetten van de
schoorsteenkap wordt het
vastlijmen gemakkelijker.
Dubbele-
buizenaansluiting op
de verwarming
Afb. 1: stuik de rookgasbuis
(1) bij het begin ineen, zodat
de windingen tegen elkaar
liggen. Schuif de klem (4)
over de rookgasbuis (1).
Schuif de rookgasbuis over
de O-ring op de sok (2). Haak
de klem (4) aan en schroef
deze vast. Bevestig de ver-
brandingslucht-aanvoerbuis (5)
met de klem (7) op de sok (6).
4
Inwendige
montage met
dakschoorsteenset
Zie montagevarianten 2
(blz. US 2).
Monteer de dakschoorsteen
op een zo recht mogelijk op-
pervlak, waar de wind aan al-
le kanten omheen kan stro-
men. Van de verwarming
naar de schoorsteen moet de
buis direct, over de gehele
lengte stijgend (max. 2 m) ge-
legd kunnen worden.
Montage van de con-
denswaterafscheider
Tussen verwarming en dub-
bele buis dient een condens-
waterafscheider te worden ge-
monteerd, waardoor condens-
en regenwater kan weglopen.
Let op: de dubbele rookgas-
buis mag niet doorhangen; de
laagste plaats moet de con-
denswaterafscheider zijn.
Afb. A3: schuif de klem (4)
geheel geopend over de O-
ring op de rookgassok (2).
Schuif de rookgasmof (17)
over de O-ring op de rookgas-
sok (2) (als de condenswater-
afscheider met de verwar-
ming horizontaal wordt ge-
mon-teerd, moet de afvoer
(18) omlaag wijzen). Hang de
klem (4) in en schroef deze
vast. Draai de afvoer (18)
vast.
Montage van de
dakschoorsteen
Afb. A3: boor een opening
met Ø 83 mm (bij holle ruim-
ten in het bereik van de
schoorsteenboring met hout
op-vullen). Het afdichten ge-
beurt door middel van de bij-
gevoegde rubber afdichting
(22). Breng bij gestructureer-
de oppervlakken plastisch
carrosserie-afdicht-middel -
geen silicone - aan.
Bij dikkere daken sluit u de
dubbele rookgasbuis eerst
van buiten op de schoorsteen
aan.
Schuif de rubber afdichtring
(22) en de klem (4) op het
schoorsteen-binnenstuk (23).
Stuik de rookgasbuis (1) bij
het begin ineen, zodat de
windingen tegen elkaar lig-
gen, en schuif hem over de
O-ring op de sok (24). Haak
de klem (4) aan en schroef
deze vast. Schuif de verbran-
dingslucht-aanvoerbuis (5) op
de getande sok en beveilig
een en ander met de zwarte
schroef (25).
Bevestig het schoorsteenge-
deelte (23) met 6 schroeven
(26). Steek het schoorsteen-
dakje (27) op de schoorsteen
en beveilig het met 2 schroe-
ven (28).
Let op: de rookgasopeningen
van het schoorsteendak moe-
ten dwars op de rijrichting
staan.
Breng de afdekkap (29) altijd
aan als de verwarming niet in
gebruik is.
Aansluiting van de
gecombineerde aan-/
afvoerbuis op de
kachel
Afb. A3: druk de rookgas-
buis (1) aan het begin samen,
zodat de windingen tegen el-
kaar liggen. Buisklem (4) over
35
2. De inbouw van verwarmin-
gen met een warmte-uitlaat
in de vloer is niet mogelijk.
3. Verdere aanwijzingen voor
de inbouw kunt u vinden in
de montagehandleiding voor
de bootverwarming Trumatic E.
1
Plaatskeuze
1. Het apparaat en de rook-
gasafvoer moeten zo worden
geplaatst dat deze altijd goed
toegankelijk zijn voor onder-
houdswerkzaamheden en
makkelijk in- en uitgebouwd
kunnen worden.
Om een gelijkmatige opwar-
ming van het voertuig te be-
reiken, moet de verwarming
zo centraal mogelijk in (of
onder het voertuig) worden
gemonteerd, waardoor de
luchtverdelingsbuizen onge-
veer even lang kunnen wor-
den gelegd.
Schoorstenen dienen zodanig
te zijn opgesteld dat binnen-
dringen van rookgassen in
het interieur niet te verwach-
ten is. Houd er daarom bij
keuze van een plaats rekening
mee dat direct erboven en
30 cm opzij geen te openen
vensters, luiken of ventilatieo-
peningen mogen zijn. Wan-
neer dit niet mogelijk is, dient
een aan de binnenzijde van
het venster (resp. van het
luik) aangebracht waarschu-
wingsbord te waarschuwen
dat het venster resp. luik tij-
dens het bedrijf gesloten
moet blijven. Ventilaties voor
koelkasten dienen dan geslo-
ten naar het interieur te wor-
den uitgevoerd.
2
Rookgasgeleiding
Voor de verwarmingen
Trumatic E 2800 (A) en
E 4000 (A) mogen voor de
montage met wand- resp.
dakschoorsteen alleen de
Truma-rookgasbuis AA 3
(art.-nr. 39320-00) resp. bij
montage op een boot de
Truma roestvrij stalen rook-
gasbuis AEM 3 (art.-nr.
39360-00) en de verbran-
dings-lucht-toevoerbuis ZR
(art.-nr. 39580-00) worden ge-
bruikt, aangezien de toestel-
len alleen met deze buizen
zijn gekeurd en goedgekeurd.
Let op: na elke demontage
dient een nieuwe O-ring te
worden gemonteerd.
Geoorloofde
buislengten
1. Inwendige montage met
wandschoorsteen (zie
montagevarianten 1,
blz. US 2):
- Buislengten tot max.
30 cm kunnen horizontaal
of met een inclinatie van
maximaal 5 cm worden
gelegd.
- Buislengten tot max.
100 cm moeten met een
stijging van minstens 5 cm
ten opzichte van de
wandschoorsteen worden
gelegd.
2. Inwendige montage met
dakschoorsteen (zie
inbouwvarianten 2,
blz. US 2):
- Buislengten tot max.
200 cm moeten met een
stijgingshoek van minstens
45° worden gelegd.
3. Montage onder de bodem
met wandschoorsteen
(zie montagevariant 5,
blz. US 2):
- Buislengten tot max.
30 cm kunnen horizontaal
of met een inclinatie tot
maximaal 5 cm worden
gelegd. Teven dienen zij
tegen beschadiging door
steenslag te worden
beschermd.
3
Inwendige montage
met wandschoor-
steenset
Zie montagevarianten 1
(blz. US 2).
Montage van de
wandschoorsteen
Afb. A2: monteer de wand-
schoorsteen op een zo recht
mogelijk oppervlak, waar de
wind aan alle kanten omheen
kan stromen. Boor een ope-
ning (8) met Ø 83 mm (bij
holle ruimten in het bereik
van de schoorsteenboring
met hout opvullen). Het af-
dichten gebeurt door middel
van de bijgevoegde rubber af-
dichting (10). Breng bij ge-
structureerde oppervlakken
plastisch carrosserieafdicht-
middel - geen silicone - aan.
Schuif de klem (4) op het
schoorsteen-binnenstuk (11).
Stuik de rookgasbuis (1) bij
het begin ineen, zodat de
windingen tegen elkaar lig-
gen, en schuif hem over de
O-ring op de sok (2). Haak de
klem (4) aan en schroef deze
vast. Schuif de verbrandings-
lucht-aanvoerbuis (5) op de
de rookafvoerbuis (1) schui-
ven. Steek de rookgasafvoer-
buis (1) over de O-ring op de
rookgasmof (17). Plaats de
rookgasafvoerbuisspanner (4)
op de rookgasmof (17), haak
deze in en schroef het geheel
vast. Plaats het aansluitstuk
(19) met de brede kant over
de rookgasafvoerbuis en
schuif de-ze stevig over het
aansluitstuk (6) op de kachel.
Het boorgat in het aansluit-
stuk (19) moet op dezelfde
hoogte als de afvoer (18) lig-
gen. Slang pilaar (20) vast-
schroeven.
Druk de verbrandingslucht-
toevoerbuis (5) stevig op het
aansluitstuk (19) en zet deze
met de buisklem (7) vast.
Boor voor de condensslang
(21) in de voertuigbodem een
opening van Ø 10 mm. Sluit
de condensslang op de slang-
pilaar (20) aan en steek de
slang door de opening. Let
op: wegens vorstgevaar mag
de slang niet meer dan 2 cm
onder de voertuigbodem uit-
steken!
5
Montage onder de
vloer met warmte-
uitlaat-set voor in
de wand
Zie inbouwvariant Afb. 5
(Blz US 2).
Bouw de warmte-uitlaat voor
in de wand tegen een zo
loodrecht mogelijk oppervlak
van een buitenwand (voertuig
voertuigspoiler) (zie punt 3 in-
bouw binnen met warmte-uit-
laat-set voor in de wand).
Let op: wanneer de warmte-
uitlaat voor in de wand met
fixeerhoeken of i.d. onder de
vloer wordt ingebouwd,
moet de vloer van het voer-
tuig dicht zijn (zie punt 6 in-
bouw binnen met warmte-uit-
laat in de vloer).
6
Inbouw binnen met
warmte-uitlaat voor
in de vloer
Zie inbouwvariant Afb. 2
(blz US 2).
Bij het gebruik van de warm-
te-uitlaat in de vloer moeten
eventuele beperkingen in de
nationale voorschriften van
het land van bestemming in
acht worden genomen.
De verwarming mag alleen
staande worden gemonteerd.
Bij voertuigen die een
woon- en verblijfdoel heb-
ben, moet de voertuigbo-
dem dicht zijn en mogen
er geen openingen naar
het interieur zijn, zoals bij-
voorbeeld luchtopeningen vor
de koelkast, open pedaalga-
ten, beluchtingsschuiven,
holle dubbele bodem. De ont-
luchtingsopening van de gas-
fleskast mag niet in de bo-
dem zitten, maar moet aan de
zij-kant direct boven de vloer
door de buitenwand worden
geleid.
De warmte-uitlaat in de vloer
mag niet in het opspatgebied
van de wielen liggen (evtl.
spatbescherming aanbren-
gen) en moet vrij staan, zodat
de functie niet door dragers,
assen traversen e.d wordt
verstoord. Bovendien moeten
ten minste drie kanten onder
de voertuigvloer vrij zijn om
een ongehinderde afvoer van
de rookgassen te garanderen.
Montage van de
bodemschoorsteen
Afb. B 1: de rechthoekige
opening voor de rookgasaf-
voer (30) moet dwars op de
rijrichting liggen.
Let op: de bodemschoor-
steen mag niet worden veran-
derd!
Boor in de voertuigbodem
een opening met Ø 83 mm.
Dicht de ruimte tussen de
schoorsteen en de voertuig-
bodem met plastisch carros-
seriedichtmiddel (31) - geen
siliconen! - af. Zet de bodem-
schoorsteen (32) met schroe-
ven (33) vast.
7
Uitwendige
montage met
bodemschoorsteen
Zie inbouwvariant Afb. 4
(Blz US 2).
De verwarming mag uitslui-
tend met het -aansluitstuk
voor de warmte-uitlaat lood-
recht naar beneden worden
gemonteerd. De verwarming
kan buiten het voertuig aan
een loodrechte wand (b.v. de
achterwand van de cabine of
de opgebouwde voorwand
van een vrachtwagen) wor-
den bevestigd. Bij trekkers
van opleggercombinaties let-
ten op voldoende afstand tus-
sen de achterwand van de ca-
bine en oplegger (rekening
houden met draai- en knikbe-
wegingen).
Montage van de
bodemschoorsteen
Afb. C: schuif de schoor-
steen (32) over de O-ring op
het rookgasafvoeraansluitstuk
(35) van de kachel. De zij-
waartse, rechthoekige ope-
ningen (30) moeten dwars op
de rijrichting liggen. Teken
vier flensboorgaten op het ka-
chelhuis af en boor de gaten
met een korte boor (Ø 2,5 mm).
Zet de schoorsteen met
4 schroeven (33) vast.
8
Bevestiging van de
verwarming
Inwendige montage
met wand- of dak-
schoorsteen
Afb. D: naar gelang de mon-
tagepositie schroeft u de ver-
warming met de bijgevoegde
klamp (a) of hoeken (b) stevig
vast.
Inwendige
montage met
bodemschoorsteen
Bij gebruik van een bodem-
schoorsteen plaatst u de ver-
warming op de schoorsteeno-
pening en schroeft hem met
4 hoeken stevig vast (zie afb. 2).
Uitwendige montage
Afb. E: de montage vindt
plaats door middel van mon-
tagehouders. Bevestig beide
houders (36) met doorsteek-
schroeven (minstens M 5)
vast en duurzaam. Bevestig
het U-profiel (37) met de
meegeleverde schroeven (38)
aan de buitenkant van de ka-
chel. Zet de kachel met
4 schroeven M 6 x 10 (39) en
zichzelf borgende moeren
vast. Plaats aan de buitenzijde
van het vaartuig twee be-
schermende kappen (40).
Om condenswater af te voe-
ren boort u op het laagste
punt ca. 20 mm van de rand
een gat (Ø 8 mm) in de ka-
chelmantel. Zorg ervoor dat
de boor niet meer dan 10 mm
in de kachelmantel door-
dringt, aangezien dit tot be-
schadiging van het binnenge-
deelte kan leiden. Plaats het
meegeleverde rubberen buis-
je (deze moet ca. 4 cm naar
beneden wijzen, Afb. C + E:d).
9
Warmeluchtverdeling
en recirculatie bij
inbouw binnen
Warmeluchtverdeling
Afb. F: de warme lucht (W)
wordt door de verwarming
via 2 sokken uitgeblazen, di-
rect dan wel via een warme-
luchtbuis VR (Ø 72 mm).
Leg van de verwarming naar
de eerste luchtuittrede alleen
buis VR (Ø 72 mm) tot ca.
1,5 m lengte. Ter voorkoming
van oververhitting dient het
eerste luchtspoor niet-af-
sluitbaar te zijn (zwenkope-
ning SCW 2, eindstuk ENE).
Na de eerste luchtuittrede
kan ook buis ÜR (Ø 65 mm)
verder worden gelegd. War-
me-luchtbuizen die een op-
pervlaktetemperatuur van
meer dan 80°C hebben (voor-
al tot de eerste luchtuittrede
bij E 4000), moeten met een
aanrakingsbeveiliging (bijv.
Truma-isolatiebuis I 80) wor-
den afgedekt. Beveilig alle
buisaansluitingen met plaat-
schroeven. Bevestig buizen
met klemmen.
Het warme-luchtsysteem is
voor elk voertuigtype afzon-
derlijk volgens een modulair
principe ontworpen. Er zijn
dan ook veel accessoires be-
schikbaar (zie catalogus).
Schema’s met de optimale in-
bouwsituaties voor warme-
luchtinstallaties in alle gang-
bare soorten caravans en
campers kunnen gratis wor-
den aangevraagd bij de
Truma Servicecentrale.
Circulatielucht-
terugleiding
Afb. F: de circulatielucht (U)
wordt door de verwarming di-
rect weer aangezogen.
Wanneer de verwarming in
een stuwkast o.i.d. is gemon-
teerd, dient u daarin een over-
eenkomstig grote opening
(ca. 200 mm
2
) voor de circula-
tielucht-retourgeleiding aan te
brengen.
Let op: zorg ervoor dat de
luchtwegen naar de verwar-
ming steeds vrij blijven.
10
Verdeling van
warme lucht en
terugvoer van
omgevingslucht bij
uitwendige montage
Zie Inbouwvarianten 4 + 5
(Blz. US 2).
De toevoer van warme lucht
en de retourluchtaanvoer tus-
sen kachel en voertuig moet,
vooral in het steenslaggebied,
met flexibele luchtbuizen van
het type LF of, in het be-
schermde gebied, met lucht-
buizen van het type LI
(Ø 106 mm) worden bewerk-
steligd.
Een beschermkast over de
gehele verwarmingsinstallatie
beschermt deze tegen be-
schadigingen en weersinvloe-
den en dient als extra isolatie.
36
Montage van het
opbouw-bedienings-
element
1. Afb. H2:
Gat Ø 22 mm voor de kabel-
doorvoering boren.
2. De bedieningselementka-
bel (8) doorsteken en naar de
elektronische regeleenheid
verleggen.
3. Bedieningselement (9) met
2 schroeven (10) bevestigen
en draaiknop (11) opsteken.
Opmerking: Voor een ver-
zonken montage van het be-
dieningselement levert Truma
als speciale toebehoren een
bedieningselementframe BR
(art.-nr. 39980-01).
Montage van het
speciale-bedienings-
element
Afb. H3: Voor voorhanden
inbouwuitsparingen.
1. Afdekplaat uit de inbouw-
uitsparing verwijderen.
2. Bedieningselementkabel
(12) aan het bedieningsele-
ment (14) aansluiten, door de
inbouwuitsparing naar achte-
ren doorvoeren en naar de
elektronische regeleenheid
verleggen.
3. Bedieningselement (14) in-
drukken tot de frontvlakte ge-
lijk ligt.
Opmerking: Indien geen in-
bouwuitsparing voorhanden
is, kan het bedieningselement
met de meegeleverde frame
voor verzonken montage wor-
den gemonteerd.
Is een verzonken montage
niet mogelijk, levert Truma
desgewenst een opbouwfra-
me (15) (art.-nr. 39050-11600)
als speciale toebehoren.
12
Montage van
de elektronische
regeleenheid
1. Afb. H4: Deksel van de re-
geleenheid losschroeven.
Let Op: De stekkers aan de
elektronische regeleenheid
mogen enkel losgetrokken en
aangesloten worden als van
tevoren de voedingsspanning
werd afgeklemd. Stekker
recht lostrekken!
2. Stekker van de bedienings-
elementkabel (1) volgens af-
beelding aan de rode pennen-
lijst van de regeleenheid aan-
sluiten.
Opmerking: Indien een
schakelklok of een afstand-
sensor is ingebouwd, de stek-
ker hiervan aan de zwarte
pennenlijst aansluiten. Bij ge-
lijktijdige toepassing van
meerdere onderdelen ge-
schiedt de aansluiting via het
multistopcontact (afbeelding
H6: 6).
3. Onderdeel aan een goed
bereikbare, tegen vochtigheid
beschermde plek met 2 schroe-
ven bevestigen (mag niet over
65°C worden verwarmd).
4. Deksel van de regeleenheid
losschroeven.
Bij verwarmingen die buiten
het voertuig zijn gemonteerd
moet de elektronische stuur-
eenheid in de binnenruimte
van het voertuig zodanig wor-
den bevestigd dat deze tegen
vocht en beschadiging is be-
schermd. In de vloer resp. in
de wand een opening van
Ø 25 mm boren, stekker (af-
beelding H4: 2) van de 20-po-
ligen kabel van de stuureen-
heid aftrekken en door de
opening leiden. Met kabelvul-
ling afdichten. Stekker er
weer insteken.
In uitzonderingsgevallen kan
de elektronische stuureen-
heid met beschermkast voor
buiten aanwezige elektronica
(speciale accessoire art.-nr.
39950-00) buiten het voertuig
worden gemonteerd.
13
Elektrische aan-
sluiting 12 V/24 V
Elektrische leidingen, scha-
kel- en stuurapparaten voor
verwarmingstoestellen moe-
ten zo in het voertuig worden
geplaatst dat ze onder norma-
le bedrijfsomstandigheden
probleemloos kunnen wer-
ken. Alle wanddoorvoeringen
van leidingen die naar buiten
voeren, moeten spatwater-
dicht zijn uitgevoerd.
Voordat u met elektrische
onderdelen begint te wer-
ken, moet u de stroomtoe-
voer naar het apparaat af-
sluiten. Het volstaat niet
het apparaat uit te schake-
len vanaf het bediening-
spaneel!
Bij elektrisch laswerk aan het
koetswerk moet het apparaat
volledig worden losgekoppeld
van de stroomkring van het
voertuig.
Let op: als u de polen ver-
keerd aansluit, bestaat het
risico dat de kabels in
brand raken. Bovendien
vervalt hierdoor elke aan-
spraak op garantie of ver-
antwoordelijkheid.
37
Afb. G1: boor twee openin-
gen Ø 100 mm. Voorzie de
twee aansluitsokken (41) aan
de flens van afdichtmiddel en
schroef deze aan de openin-
gen buiten vast. Leg het roos-
ter (47) in de circulatielucht-
retourgeleiding tussen de
aanzuigsok en de voer-/vaar-
tuigwand. Steek de draad-
klem LFS (42) op de luchtbui-
zen (43). Schuif de luchtbui-
zen over de sok van de ver-
warming (44) en de aansluit-
sokken (41) en bevestig een
en ander met draadklem LFS
(42). Dicht de overgangen
met silicone af.
Afb. G2: holle dubbele wan-
den moeten in de buurt van
de luchtcirculatie worden af-
gedicht. Plaats hiervoor twee
opgerolde stroken blik of
buis-stukken (45) Ø 97 tot
100 mm in de openingen.
Afb. G3: in het interieur van
het voer/-vaartuig kan de war-
me lucht door middel van
luchtbuis LI (Ø 106 mm) wor-
den verdergeleid. Bevestig de
luchtbuis door middel mit een
tweede aansluitsstuk (41) bij
de opening aan de binnenkant.
Beide aansluitstukken kunnen
door de wand heen aan el-
kaar worden vastgeschroefd.
Afb. G1: als u verdeling van
warme lucht in het interieur
an het voer-/vaartuig wilt,
kunt u met vier schrueven bo-
ven de toevoer van warme
lucht een luchtverdeler (46)
aanbrengen.
Let Op: sluit de ope-ning
voor de luchtterugvoer niet af
en verklein deze niet!
De luchtverdeler (46) heeft
2 aansluitingen voor de buis
VR (Ø 72 mm), die geen van
beide afgesloten mogen wor-
den. De meegeleverde be-
schermingsplaat (48) dient als
warmtebeveiliging en moet
over de luchtverdeler (46)
worden aangebracht. Als af-
sluitbescherming kan een
tweede beschermingsplaat
(49) boven de opening voor
de luchtterugvoer worden
vastgeschroefd (accessoire:
art.-nr. 39010-11500).
Het warme-luchtsysteem is
voor elk voertuigtype afzon-
derlijk volgens een modulair
principe ontworpen. Er zijn
dan ook heel wat accessoires
beschikbaar (zie catalogus).
Schema’s met de optimale in-
bouwsituaties voor warme-
luchtinstallaties in alle gang-
bare soorten caravans en
campers kunnen gratis wor-
den aangevraagd bij de Truma
Servicecentrale.
11
Montage van het
bedieningselement
Let Op: Bij toepassing van
voertuig-, resp. fabrieksspeci-
fieke bedieningselementen
dient de elektrische aanslui-
ting in overeenstemming met
de Truma aansluitbeschrijvin-
gen plaats te hebben. Iedere
wijziging van de desbetreffen-
de Truma-onderdelen leidt tot
wegval van de garantie als-
ook tot uitsluiting van aan-
sprakelijkheidsclaims. De in-
bouwer (fabrikant) is voor een
gebruiksaanwijzing voor de
gebruiker alsook voor het be-
drukken van de bedienings-
elementen verantwoordelijk!
Let er bij de plaatsingskeuze
op, dat de bedieningselemen-
ten niet aan direkte warmte-
uitstraling mogen worden
blootgezet. Lengte van de
aansluitkabel 4 m of 10 m.
Is een montage enkel achter
gordijnen of soortgelijke plaat-
sen met temperatuurschom-
melingen mogelijk, moet een
afstandssensor voor de ruimte-
temperatuur worden toegepast
(speciale toebehoren).
Montage van het
Inbouw-bedienings-
element
(leverbaar vanaf 08/2002)
Opmerking: Is een verzon-
ken montage van het bedie-
ningselement niet mogelijk,
levert Truma desgewenst een
opbouwframe (1) (art.-nr.
40000-52600) als speciale
toebehoren.
1. Afb. H1:
Gat Ø 55 mm boren.
2. De bedieningselementkabel
(2) aan het bedieningsele-
ment (3) aansluiten en vervol-
gens de achterste afdekkap
(4) als trekontlasting opsteken.
3. De kabel naar achteren
doorschuiven en naar de
elektronische regeleenheid
verleggen.
4. Het bedieningselement
met 4 schroeven (5) bevesti-
gen en afdekframe (6) opste-
ken.
Opmerking: Als afsluiteen-
heid in richting afdekframe le-
vert Truma als speciale toebe-
horen een setz zijdelen (7)
art.-nr. 34000-61200.
38
De rode kabel is plus, de
blauwe kabel min!
Sluit het apparaat met een ka-
bel van 2 x 1,5 mm
2
op het
beveiligde boordnet aan (cen-
trale zekering 5 - 10 A); bij
een lengte van meer dan 6 m
gebruikt u een kabel van 2 x
2,5 mm
2
. Sluit de minpool
aan op de centrale massa. Bij
een directe aansluiting op de
accu, moeten de plus- en de
minleiding worden beveiligd.
Voer de aansluitingen volledig
geïsoleerd in Faston uit (auto-
vlakstekersysteem 6,3 mm).
Op de toevoerleidingen mo-
gen geen andere stroomafne-
mende toestellen worden
aangesloten!
Bij gebruik van omvormers
moet u ermee rekening hou-
den dat het apparaat alleen
met veilige laagspanning en
conform de richtlijn EN 60742
mag worden gebruikt!
Opmerking: Voor de aanslui-
ting van meerdere apparaten
adviseren wij de elektronisch
geregelde Truma-netadapter
NT (230/12 V, 6 A, art.-nr.
39900-01, of 230/24 V,
3 A, art.-nr. 39900-02 afbeel-
ding H5). De Truma-netadap-
ter is ook voor het herladen
van loodaccu‘s geschikt (niet
voor gelbatterijen). Andere
oplaadapparatuur kunnen al-
leen met een auto-accu als
buffer worden gebruikt. Bij de
berekening van de prestatie-
behoefte rekening houden
met de aanloopstroom. Het
topniveau van netadapters
kan verschillend zijn. Rimpel
U
BR
≤ 1 V met belasting is
nog mogelijk.
Tip: om de accu te sparen,
wordt het gebruik van zonne-
collectoren aanbevolen. Voor
meer informatie hierover kunt
u terecht bij de vakhandel.
14
Gasaansluiting
De gastoevoerleiding Ø 8 mm
wordt met een knelkoppeling
op het aansluitstuk aangeslo-
ten. Houd deze bij het aan-
draaien stevig vast met een
tweede sleutel!
Let op: het gasaansluitstuk
op het toestel mag niet wor-
den ingekort of verbogen.
Zorg ervoor dat bij het aan-
sluiten op de boiler de gaslei-
dingen vrij zijn van vuil, splin-
ters en dergelijke!
De buizen moeten zodanig
worden geplaatst dat het toe-
stel makkelijk kan worden uit-
gebouwd voor onderhouds-
werkzaamheden.
Het aantal koppelingen in
gasleidingen die gelegd zijn in
door personen gebruikte
ruimtes moet tot het tech-
nisch onvermijdelijke mini-
mum worden beperkt. De
gasinstallatie moet voldoen
aan de technische en admini-
stratieve voorschriften van
het bestemmingsland.
15
Functiecontrole
Na de inbouw moet de dicht-
heit van de gasleiding vol-
gens het principe van de ver-
minderde druk worden ge-
controleerd. Aansuitend alle
functies volgens de gebruiks-
aanwijzing controleren. De
gebruiksaanwijzing met inge-
vulde garantiekaart aan de ex-
ploitant overhandigen.
Het fabrieksplaatje uit de
gebruiks- en inbouwaan-
wijzing halen en op een
duidelijk zichtbare plaats
die tegen beschadigingen
is beschermd op de ver-
warming plakken. Het jaar
van eerste inbedrijfneming
moet op het fabrieksplaat-
je worden aangekruist.
16
Waarschuwingen
De bij het apparaat geleverde
gele sticker met waarschu-
wingen voor de gebruiker
moet door de inbouwer of de
eigenaar van het voertuig op
een voor elke gebruiker dui-
delijk zichtbare plaats in het
voertuig worden aangebracht
(bijv. op de deur van de kle-
renkast). Als u deze sticker
niet hebt, moet u die bij Tru-
ma aanvragen.
prétentions à dommages-in-
térêts de l’acheteur ou d’un
tiers, sont exclues. Les dispo-
sitions de la législation sur la
responsabilité sur le produit
ne sont pas mises en cause.
Les frais de mise à contribu-
tion du service après-vente
usine Truma pour remédier à
une carence couverte par la
garantie, en particulier les
frais de transport, de manu-
tention, de main-d’oeuvre et
de matériel, sont à la charge
du fabricant, pour autant que
le SAV intervient sur le terri-
toire de la République Fédé-
rale d’Allemagne. Les mis-
sions de SAV à l’étranger ne
sont pas couvertes par la ga-
rantie.
Des frais supplémentaires
dus à des difficultés de dé-
pose et de repose de l’appa-
reil (par ex. démontage et re-
montage de meubles ou de
parties de la carrosserie) ne
sont pas reconnus en tant
que prestation de garantie.
3. Invocation du cas de
garantie
L’adresse du fabricant est :
Truma Gerätetechnik GmbH
& Co. KG, Wernher-von-
Braun-Straße 12, D-85640
Putzbrunn. En Allemagne, in-
former systématiquement la
centrale de service Truma
chez le fabricant en cas de
dérangements; à l’étranger,
les partenaires de SAV res-
pectifs (voir liste des
adresses) sont à la disposition
des clients. Préciser la nature
de la réclamation. En outre,
pré-senter l’attestation de ga-
rantie dûment remplie ou
communiquer le numéro de
série de l’appareil et la date
de l’achat.
Pour que le fabricant puisse
vérifier si l’on se trouve en
présence d’un cas de garan-
tie, l’utilisateur final doit ame-
ner ou envoyer à ses risques
l’appareil au fabricant. Si le
dommage porte sur un corps
de chauffe (échangeur de
chaleur), expédier aussi le dé-
tendeur.
Pour l’envoi à l’usine, le trans-
port doit être réalisé en régi-
me ordinaire. En cas d’appli-
cation de la garantie, l’usine
se charge des frais de trans-
port ou des coûts d’envoi et
de retour. Sinon, l’usine en
avise le client et lui commu-
nique le montant du coût de
la réparation qu’il devra sup-
porter; dans ce cas, les frais
d’expédition sont également
à la charge du client.
Dichiarazione
di garanzia della
Casa Truma
1. Evento di garanzia
La Casa riconosce la garanzia
per guasti dell’apparecchio,
dovuti a difetti di materiale o
di produzione. Restano inalte-
rati i diritti di garanzia legali
da far eventualmente valere
nei confronti del venditore.
Non si presta alcuna garanzia:
- in caso di pezzi soggetti ad
usura e in caso di logora-
mento naturale dovuto
ll’uso,
- impiego di ricambi non ori-
ginali Truma negli apparec-
chi e di regolatori per pres-
sione gas non idonei,
- a seguito dell’inosservanza
delle istruzioni d’uso e di
montaggio Truma,
- a seguito di un utilizzo
improprio,
- a seguito di un imballaggio
per il trasporto improprio e
non autorizzato da Truma.
2. Campo di applicazione
della garanzia
La garanzia vale per difetti di
cui alla cifra 1, che si verifica-
no nel giro di 24 mesi dalla
stipulazione del contratto di
acquisto tra il venditore e il
consumatore finale. Il costrut-
tore rimedierà a tali guasti ri-
parandoli, ma potrà decidere
se effettuare una riparazione
o una sostituzione. Nel caso
in cui il costruttore decida di
prestare garanzia, il periodo di
garanzia, relativamente al
pezzo riparato o sostituito,
non avrà inizio dal momento
della riparazione o sostituzio-
ne, bensì sarà valido il vec-
chio periodo di garanzia. Si
escludono ulteriori rivendica-
zioni, in particolare richieste
di risarcimento danni da parte
dell’acquirente o terzi. Resta-
no salve le norme della legge
sulla responsabilità di
prodotto.
I costi del servizio di assisten-
za Truma, intervenuto per eli-
minare il difetto in garanzia, -
in particolar modo i costi di
trasporto, di percorso, di lavo-
ro e di materiale - vanno a ca-
rico della Casa, se il servizio
di assistenza interviene all’in-
terno del territorio federale.
Eventuali interventi del servi-
zio di assistenza all’estero
non sono coperti da garanzia.
Eventuali costi aggiuntivi,
dovuti a condizioni difficili di
smontaggio e di montaggio
dell’apparecchio, es. smon-
taggio di parti di mobili e di
carrozzeria, non possono
essere riconosciuti in garan-
zia.
3. Rivalsa del diritto
di garanzia
L’indirizzo del costruttore è il
seguente: Truma Gerätetech-
nik GmbH & Co. KG, Wern-
her-von-Braun-Straße 12,
D-85640 Putzbrunn. In caso
di guasti, in Germania occor-
rerà contattare il centralino
del servizio di assistenza
Truma; all’estero sono dispo-
nibili i rispettivi partner di as-
sistenza (vedi elenco con indi-
rizzi). I reclami devono essere
dettagliati. E inoltre necessa-
rio presentare il certificato di
garanzia correttamente com-
pilato o indicare il numero di
fabbricazione dell’ apparec-
chio e la data d’acquisto.
Perché il costruttore possa
verificare se sussiste il diritto
alla garanzia, il consumatore
finale dovrà farsi carico a pro-
prio rischio del trasporto o
della spedizione dell’apparec-
chio presso il costruttore
stesso. Per danni su radiatori
(scambiatori di calore) inviare
anche il regolatore per la
pressione del gas.
In caso di recapito presso lo
stabilimento la spedizione do-
vrà avvenire come merce. Se
si presta garanzia, lo stabili-
mento sosterrà i costi di tra-
sporto ovvero i costi di invio e
della spedizione di ritorno. Se
l’evento di garanzia non si ve-
rifica, la Casa trasmette al
cliente una segnalazione spe-
cifica, indicando i costi di ri-
parazione che la Casa non si
assume; in tal caso anche i
costi di trasporto vanno a ca-
rico del cliente.
54
Garantieverklaring
van de fabrikant
Truma
1. Gevallen waarin op
garantie aanspraak kan
worden gemaakt
De fabrikant biedt garantie
voor defecten aan het toestel
die worden veroorzaakt door
materiaal- of fabricagefouten.
Daarnaast blijven ook de bij
de wet bepaalde voorwaar-
den voor aanspraak op garan-
tie van kracht.
Er kan geen aanspraak op de
garantie worden gemaakt:
- Voor aan slijtage onderhevi-
ge onderdelen en natuurlijke
slijtage,
- het gebruik van niet-origine-
le Truma-onderdelen in de
toestellen en het gebruik
van ongeschkite gasdrukre-
gelaars,
- indien de inbouw- en ge-
bruiksaanwijzingen van
Truma niet werden aange-
houden,
- als gevolg van ondeskundig
gebruik,
- als gevolg van een ondes-
kundige, niet door Truma
geleverde transportverpak-
king.
2. Omvang van de garantie
De garantie geldt voor defec-
ten in de zin van punt 1, die
binnen de 24 maanden na het
sluiten van de verkoop-over-
enkomst tussen de verkoper
en de eindgebruiker onstaan.
De fabrikant zal dergelijke ge-
breken alsnog verhelpen,
d.w.z. naar eigen keuze her-
stellen of voor een vervan-
gende levering zorgdragen.
Indien de fabrikant dit onder
garantie verhelpt, begint de
garantietermijn voor het gere-
pareerde of vervangen onder-
deel niet opnieuw, maar valt
het verder onder de oude ga-
rantietermijn. Andere aan-
spraken, met name vervan-
ging bij schade voor de koper
of derden is uitgesloten. De
voorschriften van de wet op
produkt-aansprakelijheid blij-
ven onverminderd gelden.
De kosten voor het beroep
dat op de eigen service-afde-
ling van Truma wordt gedaan
om een defect te herstellen
dat onder de garantie valt,
met name transport-, ver-
plaatsings-, arbeids- en mate-
riaalkosten, worden door de
fabrikant gedragen, als de
service-afdeling in Duitsland
wordt ingezet. Werkzaam-
heden van de service-afdeling
in het buitenland worden niet
door de garantie gedekt.
Bijkomende kosten voor extra
in- en uitbouwwerkzaamhe-
den aan het toestel (bijv. de-
montage van meubel- of car-
rosserie-onderdelen) vallen
niet onder de garantie.
3. Indienen van
garantieclaim
Het adres van de fabrikant
luidt: Truma Gerätetechnik
GmbH & Co. KG, Wernher-
von-Braun-Straße 12, D-85640
Putzbrunn. In principe moet
in Duitsland altijd de service-
afdeling van Truma worden
ingelicht. In het buitenland
staan hiervoor de verschillen-
de servicepartners (zie adres-
senlijst) ter beschikking van
de klant. Klachten dienen na-
der te worden toegelicht. Bo-
vendien dient de garantie-
oorkonde correct ingevuld te
worden overhandigd of moe-
55
Declaración de
garantía del
fabricante Truma
1. Caso de garantía
El fabricante concede garan-
tía por defectos del aparato
que sean consecuencia de fa-
llo del material o de fabrica-
ción. Además, persisten los
derechos de reclamación por
garantía legales frente al ven-
dedor.
No existe derecho de
garantía:
- para consumibles y daños
ocurridos por desgaste
natural,
- como consecuencia de la
utilización de piezas no ori-
ginales de Truma en los apa-
ratos y con la utilización de
reguladores de gas inade-
cuados,
- al no cumplir las instruccio-
nes de montaje y las ins-
trucciones para el uso de
Truma,
- por daños a causa de mane-
jo inadecuado,
- por daños a causa de emba-
laje de transporte inadecua-
do, no autorizado por
Truma.
2. Alcance de la garantía
La garantía es válida para de-
fectos en el sentido del párra-
fo 1 que apparezcan en el pla-
zo de 24 meses a partir del
cierre del contrato de venta
entre el vendedor y el consu-
midor final. El fabricante eli-
minará tales defectos me-
diante reparación posterior,
esto es, mediante repaso o
suministro de componentes
de recambio, según su crite-
rio. Concede el fabricante la
garantía, el plazo de garantía
con respecto a las piezas re-
paradas o sustituidas no se
comienza a contar de nuevo,
sino que prevalece el plazo
antiguo en curso. Están ex-
cluidas otras demandas, en
particular las demandas por
daños y perjuicios del com-
prador o terceros. Las norma-
tivas de la ley de asunción de
responsabilidad permanecen
inalteradas.
Los costos por utilización del
Servicio de Asistencia de
Truma para solucionar un de-
fecto que quede comprendi-
do entre los de garantía - es-
pecialmente los costos de
transporte, desplazamiento,
de trabajo y material los so-
portará el fabricante en tanto
se utilice el Servicio de Asis-
tencia dentro de Alemania.
Los Servicios de Asistencia
en el extranjero no están cu-
biertos por la garantía.
Los costes adicionales debi-
dos a desmontajes/montajes
dificultosos del aparato (por
ejemplo, desmontaje de pie-
zas de mobiliario o de la ca-
rrocería) no se reconocerán
como comprendidos en los
servicios de garantía.
3. Utilización de la garantía
Dirección del fabricante:
Truma Gerätetechnik GmbH
& Co. KG, Wernher-von-
Braun-Straße 12, D-85640
Putzbrunn. En Alemania las
averías se comunican básica-
mente a la Central de Servicio
Truma del fabricante; en el
extranjero se encuentran a su
disposición los correspon-
dientes Servicios asociados
(vea la guía de direcciones).
Las reclamaciones se especi-
ficarán detenidamente. Ade-
más, se presentará el certifi-
cado de garantía correcta-
mente completado o, se indi-
cará el número de fábrica del
aparato así como la fecha de
adquisición.
A fin de que el fabricante
pueda comprobar si se trata
de un caso de garantía, el
cliente deberá llevar o enviar
el aparato por propia cuenta y
riesgo al fabricante. En caso
de daños en radiadores (inter-
cambiador de calor) se envia-
rá también el regulador de
presión.
Para el envío a la fábrica, la
expedición se realizará como
mercancía facturada. En caso
de garantía, los costos por
efectos de transporte, o de
envío y devolución, corren
por cuenta del fabricante. Si
no existe caso de garantía,
entonces el fabricante infor-
mará al cliente y le indicará
los costes de reparación que
no serán por cuenta del fabri-
cante; en este caso, los gas-
tos de envío serán también a
cargo del cliente.
Productens
garantierklæring
1. Garantisager
Producenten yder garanti for
mangler på apparatet, som
skyldes materiale- eller pro-
duktionsfejl. I tillæg hertil
gælder de lovmæssige garan-
tibestemmelser overfor for-
handleren.
Garantien dækker ikke ved
skader på apparatet:
- som følge af sliddele og
naturligt slid,
- som følge af anvendelse af
dele, som ikke er originale
Truma-dele, i apparatet og
ved avendelse af en uegnet
trykregulator,
- som følge af manglende
overholdelse af Trumas
monterings – og brugsanvis-
ninger,
- som følge af forkert håndte-
ring,
- som følge af ukorrekt og
ikke af Truma foranlediget
transportemballage.
2. Garantiens omfang
Garantien gælder for mangler
i henhold til punkt 1 som ops-
tår inden for 24 måneder fra
købsaftalens indgåelse mel-
lem forhandler og slutbruger.
Producenten afhjælper sådan-
ne mangler efter eget valg
ved reparation eller levering
af reservedele. Såfremt pro-
ducenten yder garanti, be-
gynder garantiperioden for de
reparerede eller udskiftede
dele ikke forfra; den påbe-
gyndte periode fortsættes.
Videregående krav, særligt er-
statningskrav fra køber eller
tredjemand er udelukket. Be-
stemmelserne i loven om pro-
duktansvar bevarer deres gyl-
dighed.
Udgifter i forbindelse med
henvendelse til Trumas fa-
brikskundeservice for at ud-
bedre en mangel i henhold til
garantien - specielt transport-,
arbejds- og materialeomkost-
ninger, dækkes af producen-
ten såfremt kundeservicen i
Tyskland benyttes. Reparatio-
ner udført af en kundeservice-
afdeling i ulandet dækkes ikke
af garantien.
Yderligere omkostninger som
følge af vanskelige afmonte-
rings- og monteringsbetingel-
ser for apparatet (f.eks. nød-
vendig afmontering af møbel-
eller karosseridele) kan ikke
godkendes som garantiy-
delse.
3. Fremsættelse af
garantiekrav
Producentens adresse: Truma
Gerätetechnik GmbH & Co.
KG, Wernher-von-Braun-
Straße 12, D-85640 Putz-
brunn. Ved fejl, opstået i Tysk-
land, kontaktes generelt pro-
ducentes Truma-serviceafde-
ling. I udlandet står de re-
spektive servicepartnere (se
adresselisten) til rådighed.
Reklamationen skal beskrives
detaljeret. Desuden skal det
udfyldte garantibevis fore-
lægges eller apparatets serie-
nummer samt købsdato.
For at producenten kan kon-
trollere om der foreligger et
garantitilfælde, skal slutbru-
geren transportere eller sende
anlægget til producenten for
egen risiko. Ved skade på var-
melegemer (varmevekslere)
skal gastrykregulatoren med-
sendes.
Ved indsendelse til fabrikken
skal forsendelsen foretages
pr. fragtpost. I garantitilfælde
overtager fabrikken transport-
omkostninger samt omkost-
ninger i forbindelse med ind-
sendelse og tilbagesendelse.
Hvis der ikke er tale om en
garantisag, giver producenten
besked til kunden om dette
og angiver reparationsom-
kostningerne, som ikke dæk-
kes af producenten. I givet
fald påhviler det også kunden
at betale forsendelsesomkost-
ninger.
ten zowel het serienummer
van het apparaat als de koop-
datum ervan worden opgege-
ven.
Om de fabrikant in staat te
stellen, te controleren of er
sprake is van een geval dat
onder de garantie valt, moet
de consument het toestel
voor zijn risico naar de fabri-
kant brengen of naar deze op-
sturen. Bij schade aan ver-
warmingselementen (warm-
tewisselaars) moet ook de
gasdrukregelaar worden mee-
gestuurd.
Bij opsturen naar de fabriek
dient het toestel als vracht-
goed verzonden te worden.
Indien het geval onder de ga-
rantie valt, draagt de fabriek
de transportkosten resp. kos-
ten van opsturen en terugstu-
ren. Als niet op garantie aan-
spraak kan worden gemaakt,
informeert de fabrikant de
klant hierover en geeft aan
welke kosten niet voor reke-
ning van de fabrikant zijn. Bo-
vendien zijn in dit geval de
verzendkosten voor rekening
van de klant.
57 Service
Mobiler Werkskundendienst
In Deutschland stehen 30 Service-Techniker für Kundendienst,
Prüfung der Gasanlagen und Reparatur zu Ihrer Verfügung -
selbstverständlich auch nach Ablauf der Garantiezeit. Die
Zentrale beordert den nächstgelegenen Truma-Techniker auf
kürzestem Anfahrtsweg zu Ihnen.
Bitte setzen Sie sich mit der Service-Zentrale in Putzbrunn in
Verbindung oder benutzen Sie die Kundendienst-Anforderungs-
karte (letzte Umschlagseite).
Telefon (089) 4617-142
Telefax (089) 4617-159
http://www.truma.com
Technische Beratung:
Telefon (089) 4617-141 oder -147
Internationaler Service und Vertrieb
Verkauf und Service für Freizeitfahrzeuge:
Globus Mobil Park, 8942 Wörschach 300,
Tel. 0043 (0)3682 241 60, Fax 0043 (0)3682 241 06
K. Hofer Ges. m.b.H. & Co KG, Erdbergstraße 34, 1030 Wien,
Tel. 0043 (0)1 715 11 75, Fax 0043 (0)1 712 50 22
Wohnmobil-Handels-Center-Innsbruck-GmbH,
Josef-Wilberger-Str. 45, 6020 Innsbruck,
Tel. 0043 (0)512 20 50 11, Fax 0043 (0)512 205 01 14
Wohnwagen Pusch, Linzer Straße 138, 4810 Gmunden,
Tel 0043 (0)7612 67 94 50, 0043 (0)7612 676 00
Verkauf und Service für Nutzfahrzeuge:
Geissler GmbH, Neusarling 127, 3373 Kemmelbach/Ybbs,
Tel. 0043 (0)7412 522 25, Fax 0043 (0)7412 522 25 17
Karl Krammer GmbH, Triester Str. 204, 1232 Wien,
Tel. 0043 (0)1 667 15 75, Fax 0043 (0)1 667 15 75 15
Wölfel GmbH, Bosch-Dienst, Industriezentrum NÖ-Süd,
Straße 3, 2355 Wr. Neudorf,
Tel. 0043 (0)2236 624 31, Fax 0043 (0)2236 62 43 15 19
Dometic Pty Ltd, 6 Treforest Drive, Clayton, Vic. 3168,
Tel. 0061 (0)3 95 45 56 55, Fax 0061 (0)3 95 45 59 66
Gautzsch Gimeg N.V., Drie Sleutelsstraat 74, 9300 Aalst,
Tel. 0032 (0)53 70 66 77, Fax 0032 (0)53 21 61 62
Tachograph Ltd., P. Brovki Str. 15, 220072 Minsk,
Tel. 00375 (0)17 22 66 82 02, Fax 00375 (0)17 21 00 03 86
Selzam AG, Harzachstrasse 8, 8404 Winterthur,
Tel. 0041 (0)52 233 25 21, Fax 0041 (0)52 232 97 15
KOV, Karosárna a slévárna, Sokoloská 615, 28101 Velim,
Tel. 00420 (0)321 76 35 58, Fax 00420 (0)321 76 33 37
A. C. Lemvigh-Müller, Kronprinsessegade 26, 1306 Kopenhagen K.,
Tel. 0045 33 11 05 32, Fax 0045 33 11 95 97
Stimme, S.L., Poligono Industr. Mediterraneo,
Calle Ildefonso Carrascosa 2, 46560 Massalfassar (Valencia),
Tel. 0034 961 40 00 58, Fax 0034 961 40 24 62
Parkli HL, Mustjöe 39, 10617 Tallinn,
Tel. 00372 655 00 00, Fax 00372 656 26 30
Euro Accessoires, ZAE Parc de Champagne – B.P. 89,
07303 Tournon-sur-Rhône Cédex,
Tel. 0033 (0)4 75 06 92 92, Fax 0033 (0)4 75 06 92 96
Kehä Caravan Tukku Oy, Koskelontie 15, 02920 Espoo,
Tel. 00358 (0)9 84 94 30 34, Fax 00358 (0)9 84 94 30 30
Truma (UK) Limited, Truma House, Eastern Avenue,
Burton Upon Trent, Staffordshire, DE13 0BB,
Tel. 0044 (0)1283 52 82 01, Fax 0044 (0)1283 52 82 02
G. Bournas - G. Efthimiou O.E., P. Ralli 36 & Ag. Annis,
12241 Egaleo - Athen,
Tel. 0030 (0)103 46 14 14, Fax 0030 (0)103 42 34 03
Virág Trans Bt., újhegyi út 7, 1108 Budapest,
Tel. 0036 (0)1 263 14 66, Fax 0036 (0)1 261 32 49
Klimamobil, Stefanovecki zavoj 17a, 10040 Zagreb,
Tel. 00385 (0)1 291 01 43, Fax 00385 (0)1 295 05 21
Dimatec S.p.A., Via Galileo Galilei, 7, 22070 Guanzate (CO),
Tel. 0039 031 352 90 61, Fax 0039 031 352 96 89
Afl-Húsbílar ehf., Gránufélagsgata 49, 600 Akureyri,
Tel. 00354 462 79 50, Fax 00354 461 26 80
Bilaraf Ltd., Audbrekka 20, 200 Kópavogur,
Tel. 00354 564 04 00, Fax 00354 564 04 04
Carac Industry Co., Ltd., 1-4-2 Heiwadai, Nerimaku,
Tokyo 179-0083,
Tel. 0081 (0)3 3931 02 20, Fax 0081 (0)3 3931 07 06
Ets Geiben s.à.r.l., 260, route d’Esch, 4451 Belvaux,
Tel. 00352 59 15 19, Fax 00352 59 44 55
Autokurtas, Lazdijy str. 20, 3018 Kaunas,
Tel. 00370 (0)7 39 10 90, 00370 (0)7 39 14 54
Neptus A.S., Høymyrmarka 7, 1391 Vollen,
Tel. 0047 66 75 99 50, Fax 0047 66 75 99 51
Gautzsch Gimeg B.V., Strijkviertel 25, 3454 PH De Meern,
Tel. 0031 (0)30 662 95 22, Fax 0031 (0)30 666 53 97
Leisure Appliances New Zealand Ltd, 58 Kemp Street, Kilbirnie,
Wellington, Tel. 0064 (0)4 387 42 00, Fax 0064 (0)4 387 42 02
Serada Marine & Leisure Ltd, 8 Greenmount Drive, East Tamaki,
Auckland, Tel. 0064 (0)9 273 89 09, Fax 0064 (0)9 273 89 10
J.C.L. Andrade, Lda., Apartado 719, Lugar do Padrao, E.N. 327 -
S. Miguel do Souto, 4524-906 Souto V.F.R., Sta. Maria da Feira,
Tel. 00351 25 680 10 34, Fax 00351 25 680 14 88
Marcampo - Artigos de Campismo, Lda.,
Av. Almirante Gago Coutinho, 56D, 1700-031 Lissabon,
Tel. 00351 21 848 67 76, Fax 00351 21 847 06 99
Truma Polska Sp. z o.o., ul. Kuczkowskiego 3/2U, 31-619 Krakau,
Tel. 0048 (0)12 641 02 41, Fax 0048 (0)12 641 02 41
Comapnija Poliauto, Hawskaja str. 3, ab 3., 113162 Moskau,
Tel. 007 (0)95 232 00 39, Fax 007 095 958 27 57
Alde International Systems AB, Wrangels Allé 90, 29111 Färlöv,
Kristianstad, Tel. 0046 (0)44 712 74, Fax 0046 (0)44 718 48
Prebil d.o.o., Opekarska 14, 1000 Ljubljana,
Tel. 0038 (0)61 542 63 70, Fax 0038 (0)61 542 63 71
Tamex spol. s r.o., Kovácsova c. 359, 85110 Bratislava,
Tel. 00421 (0)2 44 45 49 20, Fax 00421 (0)2 44 45 49 35
Karyat Karavan Yat San. Tic. Ltd. Sti.,
Kusdili Cad. Efes Ishani Kat: 3, No: 171 Kadiköy, 81310 Istanbul,
Tel. 0090 (0)216 418 73 96, Fax 0090 (0)216 418 73 97
01. 03. 2002
Service
Garantie-Karte
Guarantee Card
Bon de Garantie
Certificato di Garanzia
Garantiebon
Garantikort
Tarjeta de garantía
Bitte genauen Standort angeben
(falls abweichend vom Absender)
Truma Gerätetechnik
GmbH & Co
Service-Zentrale
Postfach 12 52
D-85637 Putzbrunn
Postkarte
Absender (bitte Druckbuchstaben einsetzen!)
Name, Vorname
Straße, Hausnummer
Postleitzahl Wohnort
Standort
Telefon
Postleitzahl Ort/Gemeinde
weitere Hinweise (evtl. Telefon, Standplatz-Nr. usw.)
39010-86300 · 02 · 02/2002 · 2’ B+W · ©
Vom Händler auszufüllen. Door de dealer in te vullen.
To be filled in by the dealer. Udfyldes af forhandleren.
A remplir par le commerçant. A ser rellendada por el commerciente.
Da far compilare dal rivenditore.
Anforderung des
Werkskunden-
dienstes
Baujahr
Fabrik-Nr. (siehe Fabrikschild am Gerät)
Bitte unbedingt ausfüllen!
Trumatic
E 2800
E 2800 A
E 4000
E 4000 A
Betriebsdruck:
30 mbar
50 mbar
Betriebsspannung:
12 V
24 V
Montage:
innen
außen
Gasprüfung gewünscht
Nur gültig für Deutschland!
Applicable for Germany only!
Valable seulement pour l’Alle-
magne!
Festgestellte Mängel:
(bitte kurz beschreiben)
Verkaufsdatum
Date of sale
Date de vente
Data di vendita
Verkoopdatum
Salgsdato
Fecha de venta
02/2002 · Truma, Postfach 1252, D-85637 Putzbrunn
Garantie-Karte
Guarantee Card
Bon de Garantie
Certificato di Garanzia
Garantiebon
Garantikort
Tarjeta de garantía
Fabrik-Nummer
Serial number
No. de fabrication
No. di matricola
Serie-nummer
Seriennummer
Número de fábrica
Trumatic
E 2800
E 2800 A
E 4000
E 4000 A
Händler-Adresse
Dealer’s address
Adresse du commerçant
Timbro del rivenditore
Dealeradres
Forhandleradresse
Dirección del comerciante

Documenttranscriptie

Trumatic E 2800 E 2800 A E 4000 E 4000 A Bruks- och monteringsanvisningar på svenska kan rekvireras från tillverkaren Truma eller från Truma-Service i Sverige. Gebrauchsanweisung Einbauanweisung Käyttö- ja asennusohjeita on saatavissa Truma-valmistajalta tai Truma-huollosta. Operating instructions Installation instructions Seite 1 Im Fahrzeug mitzuführen! Page 8 To be kept in the vehicle! Bruksanvisningen og monteringsveiledningen på ditt språk kan fås hos produsenten Truma eller hos Truma-Service i ditt land. Mode d’emploi Instructions de montage Τις οδηγίες χρήσης και τοποθέτησης στη µητρική σας γλώσσα µπορείτε να τις λάβετε απ τον κατασκευαστή Truma ή απ το σέρβις Truma στη χώρα σας. Istruzioni per l’uso Istruzioni di montaggio Instruções de utilizaçaõ e de montagem podem ser solicitadas junto ao fabricante Truma ou da assistência técnica da Truma no seu país. Gebruiksaanwijzing Inbouwhandleiding Návod k použití a montáži ve svém jazyce obdržíte na požádání u firmy Truma nebo u jejího servisního zástupce ve vaší zemi. Brugsanvisning Monteringsanvisning Návod na použitie a montážny návod vo Vašej krajinskej reči si môžete vyžiadať u výrobcu Truma alebo v servise Truma vo Vašej krajine. Instrucciones de uso Instrucciones de montaje Page 15 À garder dans le véhicule ! Pagina 23 Da tenere nel veicolo! Pagina 31 In voertuig meenemen! Side 39 Skal medbringes i køretøjet! Página 45 ¡Ilévalas en el vehículo! A magyar nyelvü használati és szerelési utasítást a gyártónál a Truma cégnél vagy a Truma magyarországi képviseleténél lehet beszerezni. Instrukcję obsługi i montażu w ojczystym języku mogą Państwo dostać u producenta (Truma) lub w serwisie Trumy w swoim kraju. Truma Gerätetechnik GmbH & Co Postfach 1252 D-85637 Putzbrunn Service Telefon 0049 (0)89 4617-142 Telefax 0049 (0)89 4617-159 e-mail: [email protected] http://www.truma.com Einbaubeispiel 1 Bedienteil (nach Wahl) 2 Zeitschaltuhr (Sonderzubehör) 3 Verbrennungsluft-Zuführung 4 Abgasführung 5 Elektronische Steuereinheit 6 Stromzuführung 7 Gasanschluß W Warmluft U Umluft Esempio d´installazione 1 Quadro di comando (a scelta) 2 Orologio temporizzatore (accessorio extra) 3 Aria dicombustione 4 Scarico gas 5 Scheda elettronica 6 Alimentazione elettrica 7 Collegamento gas W Aria calda U Aria di ritorno Installatievoorbeeld 1 Bedieningspaneel (speciale accessoire) 2 Tijdklokschakelaar (extra onderdeel) 3 Verbrandingslucht 4 Rookgassen 5 Elektronischbesturingskastje 6 Stroomvoorziening 7 Gasaansluiting W Warmelucht U Omgeringslucht Installation example 1 Control panel (of your choice) 2 Time switch (special accessory) 3 Combustion air 4 Flue gas 5 Electronic control unit 6 Power supply 7 Gas connection W Warm air U Return air Indbygningseksempel 1 Betjeningsdel (ønsket type) 2 Tidsur (ekstra tilbehør) 3 Forbrændingsluft-tilførsel 4 Forbrændingsgasudledning 5 Elektronisk styreenhed 6 Strømtilførsel 7 Gastilslutning W Varmluft U Cirkulationsluft Ejemplo de montaje 1 Sección de mandos (a elección) 2 Interruptor de tiempo (accesorio opcional) 3 Alimentación de aire de combuston 4 Descarga de gas de escape 5 Unidad electrónica de control 6 Alimentación de corriente 7 Conexión del gas W Aire caliente U Aire circulante Example d’installation 1 Pièce de commande (au choix) 2 Minuterie (en option) 3 Air de combustion 4 Gas d’échappement 5 Commande électronique 6 Alimentation électrique 7 Raccordement au gaz W Air chaud U Air de circulation 1 Einbauvarianten Installation options Variantes d’installation Varianti d’installazione Inbowvarianten Indbygningsvarianter Variantes de montaje 3 2 4 5 NO! Nicht zulässig in: Not allowed in: Interdit en: US 2 A1 B1 E H1 m 2 Ø 55 m 4 3 5 1 7 7 6 A2 H2 B2 F H3 C G1 H4 A3 H5 H6 D G2 G3 J1 US 3 J2 Trumatic E 2800, E 2800 A E 4000, E 4000 A Vloeibaargasverwarming met elektronische sturing, luchtverdeling en thermostaat e = Draaischakelaar „Ventilatie“ Vollast (groot symbool) Deellast (klein symbool) Inbedrijf nemen verwarmen 1. Schoorsteenafdekkap afnemen. 2. Open de gasfles en de snelsluitkraan in de gastoevoerleiding. Gebruiksaanwijzing Voor ingebruikname dienen eerst de gebruiksaanwijzing en de „belangrijke bedieningsvoorschriften“ te worden doorgenomen! De eigenaar van het voertuig is ervoor verantwoordelijk dat het apparaat op correcte wijze kan worden bediend. De bij het apparaat geleverde gele sticker met waarschuwingen voor de gebruiker moet door de inbouwer of de eigenaar van het voertuig op een voor elke gebruiker duidelijk zichtbare plaats in het voertuig worden aangebracht (bijv. op de deur van de klerenkast). Als u deze sticker niet hebt, moet u die bij Truma aanvragen. Bedieningselement met schuifschakelaar b a a = Schuifschakelaar Verwarmen - Uit Ventilatie b = Schuifschakelaar voor volledige belasting (groot vlammensymbool) en gedeeltelijke last (klein vlammensymbool) Bedieningselement met draaischakelaar (leverbaar vanaf 08/2002) 3 1 d 9 c c = Draaischakelaar „Verwarmen“ Vollast (groot vlam symbool) en deellast (klein vlam symbool) d = Draaischakelaar „Uit“ 31 4. Inschakelen van de verwarming: Bedieningselement met schuifschakelaar: Schakelaar (a) op verwarmen en schakelaar (b) op het gewenste vermogen zetten. Bedieningselement met draaischakelaar: Draaischakelaar op het gewenste vermogen (c) zetten. Bij lage buitentemperatuur verwarming op volle belasting laten aanlopen. Opmerking: De verwarming Trumatic E is getest en toegelaten voor gebruik, ook tijdens het rijden. De ventilatorondersteunde brander garandeert een perfect functioneren, ook bij extreme windomstandigheden. Evtl. moeten nationale beperkingen voor het gebruik van vloeibare gasapparatuur gedurende het rijden in acht worden genomenen. Inbedrijfname ventilatie Bedieningselement met schuifschakelaar: Schakelaar (a) op ventilatie en schakelaar (b) op het gewenste vermogen zetten. Bedieningselement met draaischakelaar: Draaischakelaar op het gewenste vermogen (e) zetten. Groen controlelampje „in werking” (onder draaiknop) Als het apparaat aanstaat (verwarmen of ventilatie), moet het groene controlelampje branden (de ventilator werkt ). Brandt het controlelampje niet, moet u de eventuele (hoofd-) schakelaar controleren. Gebruik hiervoor de handleiding van de voertuigproducent. Bij het verwarmen, terwijl de vlam brandt, verdubbelt de lichtsterkte van het groene controlelampje. Daarmee kan ook het schakelpunt van dat moment voor de ruimtetemperatuur worden vastgesteld. Zekeringen Afbeelding H4: De toestellenbeveiliging (F1) is op de elektronische regelplatine. Belangrijke opmerking: De fijnzekering mag enkel door een bouwidentieke zekering worden vervangen: 3,15 AT (traag) EN 60127-2-3 Rood controlelampje „storing” Bij een storing gaat het rode controlelampje onafgebroken branden. Mogelijke oorzaken zijn: geen gastoevoer, onvoldoende verbrandingslucht, sterk vervuild beluchtingsrotor, defecte zekering, enz. De storing kunt u opheffen door het apparaat eerst uit en dan weer in te schakelen. Knipperen duidt op een te geringe of te hoge bedrijfsspanning voor de verwarming (evtl. batterij opladen). Bij storingen kunt u altijd bij de Truma-Service-centrale in Duitsland terecht, Telefoon: (089) 4617-142. Voor andere landen: zie internationale service (pagina 57). e 5 7 Trumatic E 3. Gewenste ruimtetemperatuur met de draaiknop instellen. snelsluitventiel in de gastoevoerleiding en de gasfles sluiten. Uitschakelen Schuifschakelaar (a) resp. draaischakelaar (d) in het midden zetten. Wanneer de verwarming na een verwarmingsfase wordt uitgeschakeld, kan de ventilator vanwege het gebruik van de restwarmte nog nalopen. Wanneer het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, de Schoorsteenafdekkap erop plaatsen en het Accessoires 2. Buitenschakelaar AS - voor het in- resp. uitschakelen van de verwarming buiten het voertuig, bijvoorbeeld bij laadruimte-verwarmingen (leverbaar met 4 m of 10 m aansluitkabel). 3. Akoestische storingsmelder ASM - geeft een akoestisch signaal bij een eventuele storing. 4. Tijdschakelklok ZUE - t.b.v. het voorprogrammeren van 3 inschakeltijden binnen 7 dagen, compl. met 4 m aansluitkabel (geschikt voor 12 V en 24 V boordnet). 5. Voeler FF - controleert de ruimtetemperatuur, onafhankelijk van de positie van het bedieningselement (leverbaar met 4 m of 10 m aansluitkabel). 6. Multi-contactdoos MSD - voor het aansluiten van meerdere accessoires (b.v. tijdschakelklok en voeler). Verlengkabel voor accessoires - Posities 1 - 6 met 4 m of 10 m (zonder afbeelding). 7. Direktschakelaar DIS - voor gebruik van de verwarming, alleen in hoogste stand zonder temperatuurregeling (leverbaar met 4 m of 10 m aansluitkabel. Vervangt het bedieningselement. Of direct-vaste temperatuurschakelaar DFS - voor gebruik van de verwarming ingesteld op een vast ingestelde temperatuur (40°C - 70°C al naar gelang de uitvoering). Vervangt het bedieningselement. Alle elektrische accessoires zijn voorzien van een stekker en kunnen afzonderlijk worden aangesloten. Belangrijke bedieningsvoorschriften 1. Indien de schoorsteen in de buurt van een te openend raam (resp. een dakraam) vooral onmiddellijk eronder werd geplaatst, moet dit gedurende het bedrijf blijven gesloten (zie waarschuwingsbord). Afb. H6: 1. Voorschakelapparaat VG 2 - ten behoeve van verwarmingen voor bestuurderscabines van voertuigen voor het transport van gevaarlijke stoffen en tankwagens volgens ADR (mag niet in combinatie met een tijdschakelklok worden gebruikt). 2. Regelmatig, vooral na lange reizen, moet worden gecontroleerd of de gecombineerde aan-/afvoerpijp niet is beschadigd en of de aansluitingen nog intact zijn. Dit geldt ook voor het toestel zelf en de schoorsteen. 3. Na een kleine interne gasontploffing (foutieve ontsteking) moet de rookgasafvoer door een vakbekwaam monteur worden gecontroleerd! 4. Bij de verwarmingen die buiten het voertuig zijn gemonteerd, dienen de flexibele luchtbuizen regelmatig op beschadigingen te worden gecontroleerd. Door een beschadigde buis kunnen eventuele rookgassen in het voertuig terecht komen. 5. De warmte-uitlaat voor de rookgasavoer en de toevoer van verbrandingslucht moet altijd wprden gehouden van vuil (sneeuwblubber, bladeren, enz.). 6. De ingebouwde temperatuurbegrenzer sluit de gastoevoer af wanneer het apparaat te heet wordt. Daarom mogen de warme-luchtuitlaten en de recirculatieopening niet worden afgesloten. 7. Bij een storing van de elektronische printplaat, moet deze goed verpakt worden teruggestuurd. Als u dit niet doet, vervalt iedere aanspraak op garantie. Ter vervanging mogen enkel originele printplaten worden gebruikt! 8. In Duitsland moet de warmtewisselaar krachtens § 22a StVZO bij in motorvoertuigen ingebouwde kachels tien jaar na de eerste ingebruikname (het jaar van de eerste ingebruikname moet duurzaam op het fabrieksplaatje zijn aangebracht) door de fabrikant of een van diens hoofddealers vervangen worden door een origineel reserveonderdeel. Het verwarmingstoestel moet dan worden voorzien van een plaatje, met daarop de verkoop- datum van de warmtewisselaar en de tekst „Origineel reserveonderdeel“ (als rookgasafvoerbuizen worden gelegd in ruimten die door personen worden gebruikt, moeten deze buizen eveneens na 10 jaar door originele reserveonderdelen worden vervangen). De eigenaar van het voertuig is verantwoordelijk voor het laten uitvoeren van de keuring en het vervangen van onderdelen. 9. Bij rookgasleiding onder de vloer moet de vloer van het voertuig dicht zijn. Bovendien moeten ten minste drie kanten onder de voertuigbodem vrij zijn, om een ongehinderd wegtrekken van het rookgas te garanderen (sneeuw, spoilers, enz.). 10. Wanneer de verwarming uit is, moet de afdekkap van de schoorsteen in de wand er steeds op geplaatst worden. Dit geldt in het bijzonder bij het wassen van de wagen en voor boten. Richtlijnen voor mobiele verwarmingsinstallaties Door de beroepsorganisaties worden de mobiele laadruimteverwarmingen van Truma toegelaten. Het gaat hierbij om complete verwarmingsinstallaties die naar behoefte gewoon met de te laden goederen in de laadruimte worden geplaatst. De kachels zijn volkomen onafhankelijk en er es geen buitenaansluiting voor nodig. De toelating geldt uitsluitend voor de originele, mobiele laad-ruimtekachels van Truma. Eventuele imitaties van derden zijn niet toegelaten! Truma biedt geen enkele garantie voor veiligheid en werking van om het even welke imitatiekachel voor mobiele laadruimtes. Gebruik in voer-/vaartuigen bestemd voor het transport van gevaarlijke goederen is niet geoorloofd. Algemene veiligheidsinstructies Bij lekken in de gasinstallatie of wanneer een gasreuk wordt waargenomen: - alle open vlammen blussen! - niet roken! - de apparate uitschakelen! - sluit de gasfles! - open de ramen! - zet geen elektrische apparaten aan! - laat de hele installatie door een vakbekwaam monteur controlen! Reparaties mogen alleen door vakbekwame monteurs worden uitgevoerd! Let op: na elke demontage van de rookgasafvoerbuis moet een nieuwe O-ring gemonteerd worden! 1. Elke verandering aan het toestel (incl. de rookgasafvoerbuis en de schoorsteen) of het gebruik van nietoriginele Truma-reserveonderdelen of accessoires die belangrijk zijn voor het functioneren van het toestel evenals het niet in acht nemen van de instructies in de Inbouwhand- leiding en de Gebruiksaanwijzing maken de garantie ongeldig en hebben tot gevolg dat aansprakelijkheidseisen komen te vervallen. Bovendien vervalt hierdoor de gebruikstoelating voor het apparaat en in sommige landen ook voor het voertuig. te laten branden en voor een goede beluchting van de ruimte te zorgen. 2. De bedrijfsdruk voor de gastoevoer, 30 mbar (resp. 28 mbar butaan/37 mbar propaan) of 50 mbar, moet gelijk zijn aan de bedrijfsdruk van het apparaat (zie fabrieksplaatje). 8. Voorwerpen die gevoelig zijn voor warmte (b.v. spuitbussen) mogen niet in het inbouwframe van de verwarming worden opgeborgen omdat het hier eventueel tot verhoogde temperaturen kan komen. 3. Alleen voor Duitsland: Gasinstallaties voor vloeibaar gas voor vrijetijdsvoertuigen moeten aan het DVGW-werkblad G 607 resp. G 608 voor watersportvoertuigen voldoen. Bij industrieel benutte voertuigen dient er rekening te worden gehouden met de desbetreffende ongevallenpreventievoorschriften van de ongevallenverzekeringen (BGV D 34). De controle van de gasinstallatie dient alle 2 jaren van een deskundige voor vloeibaar gas (DVFG, TÜV, DEKRA) te worden herhaald. Ze dient op het overeenkomstig onderzoekattest (G 607, G 608 resp. BGG 935) te worden bevestigd. Verantwoordelijk voor de aanleiding van de controle is de bezitter van het voertuig. 4. In anderen landen dient er telkens rekening te worden gehouden met de geldige technische en administratieve voorschriften voor de keuring en met de dichtheidstest voor installaties met vloeibaar gas. Tot uw eigen zekerheid is het noodzakelijk de gehele gasinstallatie, het toestel en de uitlaatgasgeleiding regelmatig (uiterlijk alle 2 jaren) van een deskundige te laten controleren. Meer informatie over de voorschriften in de verschillende landen kunt u aanvragen bij onze dealers in het buitenland (zie internationale service, pagina 57). 5. Bij het tanken en wanneer het voertuig in de garage staat, mag de kachel niet worden gebruikt. 7. Een abnormaal brander-geraas of een afblazende vlam duidt op een defecte regelaar. Laat deze regelaar in dat geval nakijken. Voor de gasinstallatie mogen enkel gasdrukregelaars met een beveiliging tegen overdruk worden toegepast! Dit zijn b.v. gasdrukregelaars voor vrijetijdsvoertuigen volgens DIN 4811 resp. VP 306 met veiligheidsklep, voor bedrijfsmatig gebruikte voertuigen volgens BGV D 34 § 11 lid 4. met beveiliging tegen ongeoorloofd hoge drukstijging. Wij adviseren Trumavoertuigregelaars resp. voor de tweeflessen-gasinstallatie in enkel van buiten toegankelijke fleskasten de Truma-Triomatic met automatische reserve-omschakeling. De Truma-regelaars zijn speciaal voor de zware omstandigheden in caravans, boten en voertuigen ontwikkeld. Naast een veiligheidsventiel zijn ze ook uitgerust met een manometer, waarmee de dichtheid van de gasinstallatie kan worden gecontroleerd. Sluit de regelaars altijd zeer zorgvuldig met de hand op de gasflessen aan! Bij temperaturen van rond de 0°C en lager moet op de regelaars een ontdooiingsinstallatie (Eis-Ex) worden aangesloten. U dient regelmatig te controleren of de aansluitingsslangen van de regelaars nog niet versleten zijn. Als u het toestel 's winters gebruikt, mag u alleen wintervaste slangen gebruiken De gasflessen moeten altijd volledig rechtop staan! Wanneer de drukregelaars bloot staan aan weersinvloeden, speciaal bij de vrachtwagen - dient de regelaar steeds door de Truma-beschermkap te worden beschermd (serieaccessoire van vrachtwagen aanbouwset). 6. Bij de eerste ingebruikname van een fabrieknieuw apparaat (en na een langere stilstand) kan zich kort een lichte rook - en geurontwikkeling voordoen. Het is raadzaam het apparaat direct met de hoogste temperatuurinstelling 32 Technische gegevens Gassoort: vloeibaar gas (propaan/butaan) Bedrijfsdruk: 30 of 50 mbar (zie fabriekslabel) Nominaal warmtevermogen E 2800 (A): 2800 W E 4000 (A): 3700 W Gasverbruik E 2800 (A): 110 / 225 g/h E 4000 (A): 150 / 310 g/h Luchtverplaatsing E 2800 (A): 70 / 140 m3/h E 4000 (A): 120 / 190 m3/h Stroomverbruik bij 12 V E 2800 (A): 0,5 / 0,8 A E 4000 (A): 1,0 / 2,3 A Stroomverbruik bij 24 V E 2800 (A): 0,4 / 0,6 A E 4000 (A): 0,6 / 1,06 A Ruststroom: 0,01 A Gewicht: ca. 10 kg Conformiteitsverklaring: De Trumatic E is door de DVGW gekeurd en is conform de EG-richtlijn voor gastoestellen (90/396/EWG) evenals de andere geldende EG-richtlijnen. Voor EU-landen is het CE-product-identificatienummer beschikbaar: E 2800 (A): CE-0085AP0231 E 4000 (A): CE-0085AP0232 Algemene typegoedkeuring van de constructie door de Duitse inspectie van vrachtwagens: E 2800 (A): S 140 E 4000 (A): S 139 33 Inbouwhandleiding met afbeel Pagina dingen openslaan vervallen. Bovendien vervalt hierdoor de gebruikstoelating voor het apparaat en in sommige landen ook voor het voertuig. s.v.p.! Inbouw en reparatie van de kachel mogen alleen door een vakbekwaam monteur worden uitgevoerd. Voor begin van de werkzaamheden moet eerst deze inbouwhandleiding zorgvuldig worden doorgenomen! Gebruiksdoel Dit apparaat is geconstrueerd voor de inbouw in voertuigen (reisvoertuigen, caravans, boten, Vrachtwagens). Andere toepassingen zijn in overleg met Truma mogelijk. Toelating Conformiteitsverklaring: De Trumatic E is door de DVGW gekeurd en is conform de EG-richtlijn voor gastoestellen (90/396/EWG) evenals de andere geldende EG-richtlijnen. Voor EU-landen is het CE-product-identificatienummer beschikbaar: E 2800 (A): CE-0085AP0231 E 4000 (A): CE-0085AP0232 De kachel mag worden gebruikt in door personen gebruikte ruimtes (van motorvoertuigen) en ook tijdens het rijden. Inbouw in de binnenruimte van autobussen is niet toegelaten. Bij een keuring of servicebeurt van het voertuig conform §§ 19, 20 en 21 StVZO moet ook de inbouw worden gekeurd. Bij inbouw achteraf moet § 19 StVZO in acht worden genomen. Algemene typegoedkeuring van de constructie door de Duitse automobielinspectie: E 2800 (A): S 140 E 4000 (A): S 139 Voorschriften Elke verandering aan het toestel (incl. de rookgas-afvoerbuis en de warmte-uitlaat) of het gebruik van niet-originele Truma reserveonderdelen of accessoires die belangrijk zijn voor het functioneren van het toestel evenals het niet in acht nemen van de instructies in de Inbouwhandleiding en de Gebruiksaanwijzing maken de garantie ongeldig en hebben tot gevolg dat aansprakelijkheidseisen komen te De bedrijfsdruk voor de gastoevoer, 30 mbar (resp. 28 mbar butaan/37 mbar propaan) of 50 mbar, moet gelijk zijn aan de bedrijfs-druk van het apparaat (zie fabrieksplaatje). Het fabrieksplaatje uit de gebruiks- en inbouwaanwijzing halen en op een duidelijk zichtbare plaats die tegen beschadigingen is beschermd op de verwarming plakken. Het jaar van eerste inbedrijfneming moet op het fabrieksplaatje worden aangekruist. Bij inbouw van het apparaat dienen de technische en administratieve voorschriften van het land waarin het voertuig voor het eerst wordt toegelaten te worden nageleefd. In Duitsland b.v. moeten gastoestellen, plaatsing van de gasflessen, kabelverlegging alsook keuring en dichtheidstest aan het DVGWwerkblad G 607 voor installaties met vloeibaar gas in vrijetijdsvoertuigen resp. G 608 voor installaties met vloeibaar gas op watersportvoertuigen beantwoorden. Bij industrieel genutte voertuigen dient er rekening te worden gehouden met de overeenkomstige ongevallenpreventievoorschriften van de ongevallenverzekeringen (BGV D 34). Meer informatie over de voorschriften in de verschillende landen kunt u aanvragen bij onze dealers in het buitenland (zie internationale service). Uitlaatgasleidingen en schoorstenen moeten zo zijn verlegd, dat uitlaatgazen niet in het voertuig kunnen binnendringen. Onderdelen die voor het bedrijf van het voertuig belangrijk zijn, mogen in hun werking niet worden belemmerd. De monding van de uitlaatgaspijp dient naar boven, naar opzij of bij uitlaatgasgeleiding onder de voertuigbodem tot in de buurt van de zijdelingse of achterste beperking van de bestuurderscabine of van het voertuig worden gebracht. Verdeling van de warme lucht: Aanzuigopeningen voor verwarmingslucht moeten zo zijn gerangschickt, dat een aanzuigen van uitlaatga- zen van de voertuigmotor en het verwarmingstoestel niet kan plaatsvinden. Bij de inbouw moeten maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de in het interieur van het voertuig gebrachte verwarmingslucht kan worden verontreinigd (bijv. door oliedampen). Aan deze voorwaarde wordt bijvoorbeeld voldaan bij luchtkachels in recirculatiestand (zowel bij inbouw binnen als bij inbouw buiten). (Bij frisseluchtgebruik mag de frisselucht niet uit de motorruimte of uit de buurt van de uitlaat of de rookgasafvoer-warmte-uitlaat van de kachel worden aangezogen.) Aanwijzingen voor inbouw in bedrijfsauto’s De TÜV-gekeurde flessenhouder (art.-nr. 39741-00) - zie afbeelding J1 - is onderdeel van de algemene typegoedkeuring van de constructie door de Duitse inspectie van vrachtwagens voor de verwarmingen Trumatic E, conform StVZO § 22 a. Volgens deze verordening mogen 2 gasflessen met ieder max. 15 kg inhoud aangesloten zijn en gedurende het rijden voor de werking van de verwarmingen worden gebruikt. Ter bescherming van het flessenventiel en de gasdrukregelaar is alleen de met de flessenhouder meegeleverde beschermkap noodzakelijk. Ter voorkoming van diefstal of om optische redenen kan de gasfles ook door de afsluitbare flessenkast (art.-nr. 39010-21100) - zie afbeelding J2 - omsloten worden. De kast wordt tezamen met de flessenhouder aan het voertuigframe vastgeschroefd. Bij inbouw van het verwarmingstoestel in bijzonderen voertuigen (bijvoorbeeld voertuigen voor het transport van gevaarlijk stoffen) moeten de voor dergelijke voertuigen geldende voorschriften in acht worden genomen. Aanwijzingen voor de inbouw in bestuurderscabines 1. Bij verwarmingen met de opening van de rookgasafvoerbuis onder de vloer van het voertuig, moet de afvoer - warmte-uitlaat tot bij de zij of achterkant van de voertuigcabine of het voertuig komen, waardoor niet te verwachten valt dat rookgassen in de ruimte van het voertuig zullen binnendringen. 2. Montagehandleidingen en inbouwsets voor de betreffende types zijn bij Truma verkrijgbaar. 3. In Duitsland is bij voertuigen voor gevaarlijke stoffen en tankwagens in het toepassingsgebied van de ADR de verwarming alleen toegelaten met het Truma voorschakelapparaat. Inbouwvoorschriften voor vast gemonteerde laadruimtekachels 1. Inwendige inbouw van kachels verdient de voorkeur. Wanneer het binnendringen van water in de kachel door schoonmaakwerkzaamheden mogelijk is, moeten de voor buitenmontage bedoelde kacheltypen (E 2800 A, E 4000 A) worden gebruikt. 2. Bij gebrek aan plaats in de laadruimte moet de kachel met bodemschoorsteen aan de voorzijde van het voertuig worden gemonteerd. Als de kachel onder de vloer met een wandschoorsteen wordt ingebouwd, dient u er met alle geschikte middelen voor te zorgen dat door de omgevingslucht- en verbrandingskringloop vuil noch vocht in de kachel terecht kan komen. 3. Montage in voer-/vaartuigen bestemd voor het transport van gevaarlijke goederen is niet geoorloofd. Aanwijzingen voor de inbouw in boten Voor de inbouw in boten moeten de inbouwvoorschriften inhoudelijk worden toegepast Verder moet op het volgende worden gelet: 1. In Duitsland dienen voor sportboten de „technische regels“ van het DVGW-werkblad G 608 en voor de beroeps-binnenscheepvaart de „Richtlijnen voor bouw, uitrusting, keuring en werking van vloeibare gasinstallaties voor huishoudelijke doeleinden op vaartuigen in de binnenscheepvaart“ (BGR 146) in acht te worden genomen. Vervolgens mag de vloeibare gasinstallatie alleen door de ongevallenverzekering in de binnenscheepvaart erkende installateurs worden ingebouwd en door deskenigen van deze ongevallenverzekering worden gekeurd. In andere landen dienen de aldaar geldende voorschriften te worden opgevolgd. 34 2. De inbouw van verwarmingen met een warmte-uitlaat in de vloer is niet mogelijk. 3. Verdere aanwijzingen voor de inbouw kunt u vinden in de montagehandleiding voor de bootverwarming Trumatic E. 1 Plaatskeuze 1. Het apparaat en de rookgasafvoer moeten zo worden geplaatst dat deze altijd goed toegankelijk zijn voor onderhoudswerkzaamheden en makkelijk in- en uitgebouwd kunnen worden. Om een gelijkmatige opwarming van het voertuig te bereiken, moet de verwarming zo centraal mogelijk in (of onder het voertuig) worden gemonteerd, waardoor de luchtverdelingsbuizen ongeveer even lang kunnen worden gelegd. Schoorstenen dienen zodanig te zijn opgesteld dat binnendringen van rookgassen in het interieur niet te verwachten is. Houd er daarom bij keuze van een plaats rekening mee dat direct erboven en 30 cm opzij geen te openen vensters, luiken of ventilatieopeningen mogen zijn. Wanneer dit niet mogelijk is, dient een aan de binnenzijde van het venster (resp. van het luik) aangebracht waarschuwingsbord te waarschuwen dat het venster resp. luik tijdens het bedrijf gesloten moet blijven. Ventilaties voor koelkasten dienen dan gesloten naar het interieur te worden uitgevoerd. 2 Rookgasgeleiding Voor de verwarmingen Trumatic E 2800 (A) en E 4000 (A) mogen voor de montage met wand- resp. dakschoorsteen alleen de Truma-rookgasbuis AA 3 (art.-nr. 39320-00) resp. bij montage op een boot de Truma roestvrij stalen rookgasbuis AEM 3 (art.-nr. 39360-00) en de verbrandings-lucht-toevoerbuis ZR (art.-nr. 39580-00) worden gebruikt, aangezien de toestellen alleen met deze buizen zijn gekeurd en goedgekeurd. Let op: na elke demontage dient een nieuwe O-ring te worden gemonteerd. 35 Geoorloofde buislengten 1. Inwendige montage met wandschoorsteen (zie montagevarianten 1, blz. US 2): - Buislengten tot max. 30 cm kunnen horizontaal of met een inclinatie van maximaal 5 cm worden gelegd. - Buislengten tot max. 100 cm moeten met een stijging van minstens 5 cm ten opzichte van de wandschoorsteen worden gelegd. 2. Inwendige montage met dakschoorsteen (zie inbouwvarianten 2, blz. US 2): - Buislengten tot max. 200 cm moeten met een stijgingshoek van minstens 45° worden gelegd. 3. Montage onder de bodem met wandschoorsteen (zie montagevariant 5, blz. US 2): - Buislengten tot max. 30 cm kunnen horizontaal of met een inclinatie tot maximaal 5 cm worden gelegd. Teven dienen zij tegen beschadiging door steenslag te worden beschermd. 3 Inwendige montage met wandschoorsteenset Zie montagevarianten 1 (blz. US 2). Montage van de wandschoorsteen Afb. A2: monteer de wandschoorsteen op een zo recht mogelijk oppervlak, waar de wind aan alle kanten omheen kan stromen. Boor een opening (8) met Ø 83 mm (bij holle ruimten in het bereik van de schoorsteenboring met hout opvullen). Het afdichten gebeurt door middel van de bijgevoegde rubber afdichting (10). Breng bij gestructureerde oppervlakken plastisch carrosserieafdichtmiddel - geen silicone - aan. Schuif de klem (4) op het schoorsteen-binnenstuk (11). Stuik de rookgasbuis (1) bij het begin ineen, zodat de windingen tegen elkaar liggen, en schuif hem over de O-ring op de sok (2). Haak de klem (4) aan en schroef deze vast. Schuif de verbrandingslucht-aanvoerbuis (5) op de getande sok en beveilig een en ander met de zwarte schroef (12). Schuif de afdichting (10) over de verbrandingslucht-toevoerbuis (5) op de steun (2). De brede rand moet omhoog wijzen, de smalle rand met de afloop-uitsnijding omlaag. Steek de complete voorgemonteerde schoorsteen in de opening van de voer-/vaartuigwand. Steek het lamel-inzetstuk (13) in het binnengedeelte van de schoorsteen (11). Bevestig schoorsteenrooster (14), schoorsteen-binnengedeelte (11) en afdichting (10) met vier schroeven (15). (Let op de montagepositie. De tekst „Top” bij het schoorsteengedeelte moet boven zijn, de afloop-uitsnijding in de af-dichting moet beneden zijn.) Het naar boven uitstekende gedeelte dicht de afdekkap (16) af en kan aan de voer-/vaartuigwand worden vastgelijmd. Door neerzetten van de schoorsteenkap wordt het vastlijmen gemakkelijker. Dubbelebuizenaansluiting op de verwarming Afb. 1: stuik de rookgasbuis (1) bij het begin ineen, zodat de windingen tegen elkaar liggen. Schuif de klem (4) over de rookgasbuis (1). Schuif de rookgasbuis over de O-ring op de sok (2). Haak de klem (4) aan en schroef deze vast. Bevestig de verbrandingslucht-aanvoerbuis (5) met de klem (7) op de sok (6). 4 Inwendige montage met dakschoorsteenset Zie montagevarianten 2 (blz. US 2). Monteer de dakschoorsteen op een zo recht mogelijk oppervlak, waar de wind aan alle kanten omheen kan stromen. Van de verwarming naar de schoorsteen moet de buis direct, over de gehele lengte stijgend (max. 2 m) gelegd kunnen worden. Montage van de condenswaterafscheider Tussen verwarming en dubbele buis dient een condenswaterafscheider te worden gemonteerd, waardoor condensen regenwater kan weglopen. Let op: de dubbele rookgasbuis mag niet doorhangen; de laagste plaats moet de condenswaterafscheider zijn. Afb. A3: schuif de klem (4) geheel geopend over de Oring op de rookgassok (2). Schuif de rookgasmof (17) over de O-ring op de rookgassok (2) (als de condenswaterafscheider met de verwarming horizontaal wordt gemon-teerd, moet de afvoer (18) omlaag wijzen). Hang de klem (4) in en schroef deze vast. Draai de afvoer (18) vast. Montage van de dakschoorsteen Afb. A3: boor een opening met Ø 83 mm (bij holle ruimten in het bereik van de schoorsteenboring met hout op-vullen). Het afdichten gebeurt door middel van de bijgevoegde rubber afdichting (22). Breng bij gestructureerde oppervlakken plastisch carrosserie-afdicht-middel geen silicone - aan. Bij dikkere daken sluit u de dubbele rookgasbuis eerst van buiten op de schoorsteen aan. Schuif de rubber afdichtring (22) en de klem (4) op het schoorsteen-binnenstuk (23). Stuik de rookgasbuis (1) bij het begin ineen, zodat de windingen tegen elkaar liggen, en schuif hem over de O-ring op de sok (24). Haak de klem (4) aan en schroef deze vast. Schuif de verbrandingslucht-aanvoerbuis (5) op de getande sok en beveilig een en ander met de zwarte schroef (25). Bevestig het schoorsteengedeelte (23) met 6 schroeven (26). Steek het schoorsteendakje (27) op de schoorsteen en beveilig het met 2 schroeven (28). Let op: de rookgasopeningen van het schoorsteendak moeten dwars op de rijrichting staan. Breng de afdekkap (29) altijd aan als de verwarming niet in gebruik is. Aansluiting van de gecombineerde aan-/ afvoerbuis op de kachel Afb. A3: druk de rookgasbuis (1) aan het begin samen, zodat de windingen tegen elkaar liggen. Buisklem (4) over de rookafvoerbuis (1) schuiven. Steek de rookgasafvoerbuis (1) over de O-ring op de rookgasmof (17). Plaats de rookgasafvoerbuisspanner (4) op de rookgasmof (17), haak deze in en schroef het geheel vast. Plaats het aansluitstuk (19) met de brede kant over de rookgasafvoerbuis en schuif de-ze stevig over het aansluitstuk (6) op de kachel. Het boorgat in het aansluitstuk (19) moet op dezelfde hoogte als de afvoer (18) liggen. Slang pilaar (20) vastschroeven. Druk de verbrandingsluchttoevoerbuis (5) stevig op het aansluitstuk (19) en zet deze met de buisklem (7) vast. Boor voor de condensslang (21) in de voertuigbodem een opening van Ø 10 mm. Sluit de condensslang op de slangpilaar (20) aan en steek de slang door de opening. Let op: wegens vorstgevaar mag de slang niet meer dan 2 cm onder de voertuigbodem uitsteken! 5 Montage onder de vloer met warmteuitlaat-set voor in de wand Zie inbouwvariant Afb. 5 (Blz US 2). Bouw de warmte-uitlaat voor in de wand tegen een zo loodrecht mogelijk oppervlak van een buitenwand (voertuig voertuigspoiler) (zie punt 3 inbouw binnen met warmte-uitlaat-set voor in de wand). Let op: wanneer de warmteuitlaat voor in de wand met fixeerhoeken of i.d. onder de vloer wordt ingebouwd, moet de vloer van het voertuig dicht zijn (zie punt 6 inbouw binnen met warmte-uitlaat in de vloer). 6 Inbouw binnen met warmte-uitlaat voor in de vloer Zie inbouwvariant Afb. 2 (blz US 2). Bij het gebruik van de warmte-uitlaat in de vloer moeten eventuele beperkingen in de nationale voorschriften van het land van bestemming in acht worden genomen. De verwarming mag alleen staande worden gemonteerd. Bij voertuigen die een woon- en verblijfdoel hebben, moet de voertuigbodem dicht zijn en mogen er geen openingen naar het interieur zijn, zoals bij- voorbeeld luchtopeningen vor de koelkast, open pedaalgaten, beluchtingsschuiven, holle dubbele bodem. De ontluchtingsopening van de gasfleskast mag niet in de bodem zitten, maar moet aan de zij-kant direct boven de vloer door de buitenwand worden geleid. De warmte-uitlaat in de vloer mag niet in het opspatgebied van de wielen liggen (evtl. spatbescherming aanbrengen) en moet vrij staan, zodat de functie niet door dragers, assen traversen e.d wordt verstoord. Bovendien moeten ten minste drie kanten onder de voertuigvloer vrij zijn om een ongehinderde afvoer van de rookgassen te garanderen. Montage van de bodemschoorsteen Afb. B 1: de rechthoekige opening voor de rookgasafvoer (30) moet dwars op de rijrichting liggen. Let op: de bodemschoorsteen mag niet worden veranderd! Boor in de voertuigbodem een opening met Ø 83 mm. Dicht de ruimte tussen de schoorsteen en de voertuigbodem met plastisch carrosseriedichtmiddel (31) - geen siliconen! - af. Zet de bodemschoorsteen (32) met schroeven (33) vast. 7 Uitwendige montage met bodemschoorsteen Zie inbouwvariant Afb. 4 (Blz US 2). De verwarming mag uitsluitend met het -aansluitstuk voor de warmte-uitlaat loodrecht naar beneden worden gemonteerd. De verwarming kan buiten het voertuig aan een loodrechte wand (b.v. de achterwand van de cabine of de opgebouwde voorwand van een vrachtwagen) worden bevestigd. Bij trekkers van opleggercombinaties letten op voldoende afstand tussen de achterwand van de cabine en oplegger (rekening houden met draai- en knikbewegingen). de rijrichting liggen. Teken vier flensboorgaten op het kachelhuis af en boor de gaten met een korte boor (Ø 2,5 mm). Zet de schoorsteen met 4 schroeven (33) vast. 8 Bevestiging van de verwarming Inwendige montage met wand- of dakschoorsteen Afb. D: naar gelang de montagepositie schroeft u de verwarming met de bijgevoegde klamp (a) of hoeken (b) stevig vast. Inwendige montage met bodemschoorsteen Bij gebruik van een bodemschoorsteen plaatst u de verwarming op de schoorsteenopening en schroeft hem met 4 hoeken stevig vast (zie afb. 2). Uitwendige montage Afb. E: de montage vindt plaats door middel van montagehouders. Bevestig beide houders (36) met doorsteekschroeven (minstens M 5) vast en duurzaam. Bevestig het U-profiel (37) met de meegeleverde schroeven (38) aan de buitenkant van de kachel. Zet de kachel met 4 schroeven M 6 x 10 (39) en zichzelf borgende moeren vast. Plaats aan de buitenzijde van het vaartuig twee beschermende kappen (40). Om condenswater af te voeren boort u op het laagste punt ca. 20 mm van de rand een gat (Ø 8 mm) in de kachelmantel. Zorg ervoor dat de boor niet meer dan 10 mm in de kachelmantel doordringt, aangezien dit tot beschadiging van het binnengedeelte kan leiden. Plaats het meegeleverde rubberen buisje (deze moet ca. 4 cm naar beneden wijzen, Afb. C + E:d). 9 Warmeluchtverdeling en recirculatie bij inbouw binnen Warmeluchtverdeling Montage van de bodemschoorsteen Afb. C: schuif de schoorsteen (32) over de O-ring op het rookgasafvoeraansluitstuk (35) van de kachel. De zijwaartse, rechthoekige openingen (30) moeten dwars op Afb. F: de warme lucht (W) wordt door de verwarming via 2 sokken uitgeblazen, direct dan wel via een warmeluchtbuis VR (Ø 72 mm). Leg van de verwarming naar de eerste luchtuittrede alleen buis VR (Ø 72 mm) tot ca. 1,5 m lengte. Ter voorkoming van oververhitting dient het eerste luchtspoor niet-afsluitbaar te zijn (zwenkopening SCW 2, eindstuk ENE). Na de eerste luchtuittrede kan ook buis ÜR (Ø 65 mm) verder worden gelegd. Warme-luchtbuizen die een oppervlaktetemperatuur van meer dan 80°C hebben (vooral tot de eerste luchtuittrede bij E 4000), moeten met een aanrakingsbeveiliging (bijv. Truma-isolatiebuis I 80) worden afgedekt. Beveilig alle buisaansluitingen met plaatschroeven. Bevestig buizen met klemmen. Het warme-luchtsysteem is voor elk voertuigtype afzonderlijk volgens een modulair principe ontworpen. Er zijn dan ook veel accessoires beschikbaar (zie catalogus). Schema’s met de optimale inbouwsituaties voor warmeluchtinstallaties in alle gangbare soorten caravans en campers kunnen gratis worden aangevraagd bij de Truma Servicecentrale. Circulatieluchtterugleiding Afb. F: de circulatielucht (U) wordt door de verwarming direct weer aangezogen. Wanneer de verwarming in een stuwkast o.i.d. is gemonteerd, dient u daarin een overeenkomstig grote opening (ca. 200 mm2) voor de circulatielucht-retourgeleiding aan te brengen. Let op: zorg ervoor dat de luchtwegen naar de verwarming steeds vrij blijven. 10 Verdeling van warme lucht en terugvoer van omgevingslucht bij uitwendige montage Zie Inbouwvarianten 4 + 5 (Blz. US 2). De toevoer van warme lucht en de retourluchtaanvoer tussen kachel en voertuig moet, vooral in het steenslaggebied, met flexibele luchtbuizen van het type LF of, in het beschermde gebied, met luchtbuizen van het type LI (Ø 106 mm) worden bewerksteligd. Een beschermkast over de gehele verwarmingsinstallatie beschermt deze tegen beschadigingen en weersinvloeden en dient als extra isolatie. 36 Afb. G1: boor twee openingen Ø 100 mm. Voorzie de twee aansluitsokken (41) aan de flens van afdichtmiddel en schroef deze aan de openingen buiten vast. Leg het rooster (47) in de circulatieluchtretourgeleiding tussen de aanzuigsok en de voer-/vaartuigwand. Steek de draadklem LFS (42) op de luchtbuizen (43). Schuif de luchtbuizen over de sok van de verwarming (44) en de aansluitsokken (41) en bevestig een en ander met draadklem LFS (42). Dicht de overgangen met silicone af. Afb. G2: holle dubbele wanden moeten in de buurt van de luchtcirculatie worden afgedicht. Plaats hiervoor twee opgerolde stroken blik of buis-stukken (45) Ø 97 tot 100 mm in de openingen. Afb. G3: in het interieur van het voer/-vaartuig kan de warme lucht door middel van luchtbuis LI (Ø 106 mm) worden verdergeleid. Bevestig de luchtbuis door middel mit een tweede aansluitsstuk (41) bij de opening aan de binnenkant. Beide aansluitstukken kunnen door de wand heen aan elkaar worden vastgeschroefd. Afb. G1: als u verdeling van warme lucht in het interieur an het voer-/vaartuig wilt, kunt u met vier schrueven boven de toevoer van warme lucht een luchtverdeler (46) aanbrengen. Let Op: sluit de ope-ning voor de luchtterugvoer niet af en verklein deze niet! De luchtverdeler (46) heeft 2 aansluitingen voor de buis VR (Ø 72 mm), die geen van beide afgesloten mogen worden. De meegeleverde beschermingsplaat (48) dient als warmtebeveiliging en moet over de luchtverdeler (46) worden aangebracht. Als afsluitbescherming kan een tweede beschermingsplaat (49) boven de opening voor de luchtterugvoer worden vastgeschroefd (accessoire: art.-nr. 39010-11500). Het warme-luchtsysteem is voor elk voertuigtype afzonderlijk volgens een modulair principe ontworpen. Er zijn dan ook heel wat accessoires beschikbaar (zie catalogus). Schema’s met de optimale inbouwsituaties voor warmeluchtinstallaties in alle gangbare soorten caravans en campers kunnen gratis worden aangevraagd bij de Truma Servicecentrale. 37 11 Montage van het bedieningselement Montage van het opbouw-bedieningselement Let Op: Bij toepassing van voertuig-, resp. fabrieksspecifieke bedieningselementen dient de elektrische aansluiting in overeenstemming met de Truma aansluitbeschrijvingen plaats te hebben. Iedere wijziging van de desbetreffende Truma-onderdelen leidt tot wegval van de garantie alsook tot uitsluiting van aansprakelijkheidsclaims. De inbouwer (fabrikant) is voor een gebruiksaanwijzing voor de gebruiker alsook voor het bedrukken van de bedieningselementen verantwoordelijk! 1. Afb. H2: Gat Ø 22 mm voor de kabeldoorvoering boren. Let er bij de plaatsingskeuze op, dat de bedieningselementen niet aan direkte warmteuitstraling mogen worden blootgezet. Lengte van de aansluitkabel 4 m of 10 m. Is een montage enkel achter gordijnen of soortgelijke plaatsen met temperatuurschommelingen mogelijk, moet een afstandssensor voor de ruimtetemperatuur worden toegepast (speciale toebehoren). Montage van het Inbouw-bedieningselement (leverbaar vanaf 08/2002) Opmerking: Is een verzonken montage van het bedieningselement niet mogelijk, levert Truma desgewenst een opbouwframe (1) (art.-nr. 40000-52600) als speciale toebehoren. 2. De bedieningselementkabel (8) doorsteken en naar de elektronische regeleenheid verleggen. 3. Bedieningselement (9) met 2 schroeven (10) bevestigen en draaiknop (11) opsteken. Opmerking: Voor een verzonken montage van het bedieningselement levert Truma als speciale toebehoren een bedieningselementframe BR (art.-nr. 39980-01). Montage van het speciale-bedieningselement Afb. H3: Voor voorhanden inbouwuitsparingen. 1. Afdekplaat uit de inbouwuitsparing verwijderen. 2. Bedieningselementkabel (12) aan het bedieningselement (14) aansluiten, door de inbouwuitsparing naar achteren doorvoeren en naar de elektronische regeleenheid verleggen. 3. Bedieningselement (14) indrukken tot de frontvlakte gelijk ligt. 1. Afb. H1: Gat Ø 55 mm boren. Opmerking: Indien geen inbouwuitsparing voorhanden is, kan het bedieningselement met de meegeleverde frame voor verzonken montage worden gemonteerd. 2. De bedieningselementkabel (2) aan het bedieningselement (3) aansluiten en vervolgens de achterste afdekkap (4) als trekontlasting opsteken. Is een verzonken montage niet mogelijk, levert Truma desgewenst een opbouwframe (15) (art.-nr. 39050-11600) als speciale toebehoren. 3. De kabel naar achteren doorschuiven en naar de elektronische regeleenheid verleggen. 12 Montage van de elektronische regeleenheid 4. Het bedieningselement met 4 schroeven (5) bevestigen en afdekframe (6) opsteken. 1. Afb. H4: Deksel van de regeleenheid losschroeven. Opmerking: Als afsluiteenheid in richting afdekframe levert Truma als speciale toebehoren een setz zijdelen (7) art.-nr. 34000-61200. Let Op: De stekkers aan de elektronische regeleenheid mogen enkel losgetrokken en aangesloten worden als van tevoren de voedingsspanning werd afgeklemd. Stekker recht lostrekken! 2. Stekker van de bedieningselementkabel (1) volgens afbeelding aan de rode pennenlijst van de regeleenheid aansluiten. Opmerking: Indien een schakelklok of een afstandsensor is ingebouwd, de stekker hiervan aan de zwarte pennenlijst aansluiten. Bij gelijktijdige toepassing van meerdere onderdelen geschiedt de aansluiting via het multistopcontact (afbeelding H6: 6). 3. Onderdeel aan een goed bereikbare, tegen vochtigheid beschermde plek met 2 schroeven bevestigen (mag niet over 65°C worden verwarmd). 4. Deksel van de regeleenheid losschroeven. Bij verwarmingen die buiten het voertuig zijn gemonteerd moet de elektronische stuureenheid in de binnenruimte van het voertuig zodanig worden bevestigd dat deze tegen vocht en beschadiging is beschermd. In de vloer resp. in de wand een opening van Ø 25 mm boren, stekker (afbeelding H4: 2) van de 20-poligen kabel van de stuureenheid aftrekken en door de opening leiden. Met kabelvulling afdichten. Stekker er weer insteken. In uitzonderingsgevallen kan de elektronische stuureenheid met beschermkast voor buiten aanwezige elektronica (speciale accessoire art.-nr. 39950-00) buiten het voertuig worden gemonteerd. 13 Elektrische aansluiting 12 V/24 V Elektrische leidingen, schakel- en stuurapparaten voor verwarmingstoestellen moeten zo in het voertuig worden geplaatst dat ze onder normale bedrijfsomstandigheden probleemloos kunnen werken. Alle wanddoorvoeringen van leidingen die naar buiten voeren, moeten spatwaterdicht zijn uitgevoerd. Voordat u met elektrische onderdelen begint te werken, moet u de stroomtoevoer naar het apparaat afsluiten. Het volstaat niet het apparaat uit te schakelen vanaf het bedieningspaneel! Bij elektrisch laswerk aan het koetswerk moet het apparaat volledig worden losgekoppeld van de stroomkring van het voertuig. Let op: als u de polen verkeerd aansluit, bestaat het risico dat de kabels in brand raken. Bovendien vervalt hierdoor elke aanspraak op garantie of verantwoordelijkheid. De rode kabel is plus, de blauwe kabel min! Sluit het apparaat met een kabel van 2 x 1,5 mm2 op het beveiligde boordnet aan (centrale zekering 5 - 10 A); bij een lengte van meer dan 6 m gebruikt u een kabel van 2 x 2,5 mm2. Sluit de minpool aan op de centrale massa. Bij een directe aansluiting op de accu, moeten de plus- en de minleiding worden beveiligd. Voer de aansluitingen volledig geïsoleerd in Faston uit (autovlakstekersysteem 6,3 mm). Op de toevoerleidingen mogen geen andere stroomafnemende toestellen worden aangesloten! Bij gebruik van omvormers moet u ermee rekening houden dat het apparaat alleen met veilige laagspanning en conform de richtlijn EN 60742 mag worden gebruikt! Opmerking: Voor de aansluiting van meerdere apparaten adviseren wij de elektronisch geregelde Truma-netadapter NT (230/12 V, 6 A, art.-nr. 39900-01, of 230/24 V, 3 A, art.-nr. 39900-02 afbeelding H5). De Truma-netadapter is ook voor het herladen van loodaccu‘s geschikt (niet voor gelbatterijen). Andere oplaadapparatuur kunnen alleen met een auto-accu als buffer worden gebruikt. Bij de berekening van de prestatiebehoefte rekening houden met de aanloopstroom. Het topniveau van netadapters kan verschillend zijn. Rimpel UBR ≤ 1 V met belasting is nog mogelijk. Het aantal koppelingen in gasleidingen die gelegd zijn in door personen gebruikte ruimtes moet tot het technisch onvermijdelijke minimum worden beperkt. De gasinstallatie moet voldoen aan de technische en administratieve voorschriften van het bestemmingsland. 15 Functiecontrole Na de inbouw moet de dichtheit van de gasleiding volgens het principe van de verminderde druk worden gecontroleerd. Aansuitend alle functies volgens de gebruiksaanwijzing controleren. De gebruiksaanwijzing met ingevulde garantiekaart aan de exploitant overhandigen. Het fabrieksplaatje uit de gebruiks- en inbouwaanwijzing halen en op een duidelijk zichtbare plaats die tegen beschadigingen is beschermd op de verwarming plakken. Het jaar van eerste inbedrijfneming moet op het fabrieksplaatje worden aangekruist. 16 Waarschuwingen De bij het apparaat geleverde gele sticker met waarschuwingen voor de gebruiker moet door de inbouwer of de eigenaar van het voertuig op een voor elke gebruiker duidelijk zichtbare plaats in het voertuig worden aangebracht (bijv. op de deur van de klerenkast). Als u deze sticker niet hebt, moet u die bij Truma aanvragen. Tip: om de accu te sparen, wordt het gebruik van zonnecollectoren aanbevolen. Voor meer informatie hierover kunt u terecht bij de vakhandel. 14 Gasaansluiting De gastoevoerleiding Ø 8 mm wordt met een knelkoppeling op het aansluitstuk aangesloten. Houd deze bij het aandraaien stevig vast met een tweede sleutel! Let op: het gasaansluitstuk op het toestel mag niet worden ingekort of verbogen. Zorg ervoor dat bij het aansluiten op de boiler de gasleidingen vrij zijn van vuil, splinters en dergelijke! De buizen moeten zodanig worden geplaatst dat het toestel makkelijk kan worden uitgebouwd voor onderhoudswerkzaamheden. 38 prétentions à dommages-intérêts de l’acheteur ou d’un tiers, sont exclues. Les dispositions de la législation sur la responsabilité sur le produit ne sont pas mises en cause. Les frais de mise à contribution du service après-vente usine Truma pour remédier à une carence couverte par la garantie, en particulier les frais de transport, de manutention, de main-d’oeuvre et de matériel, sont à la charge du fabricant, pour autant que le SAV intervient sur le territoire de la République Fédérale d’Allemagne. Les missions de SAV à l’étranger ne sont pas couvertes par la garantie. Des frais supplémentaires dus à des difficultés de dépose et de repose de l’appareil (par ex. démontage et remontage de meubles ou de parties de la carrosserie) ne sont pas reconnus en tant que prestation de garantie. 3. Invocation du cas de garantie L’adresse du fabricant est : Truma Gerätetechnik GmbH & Co. KG, Wernher-vonBraun-Straße 12, D-85640 Putzbrunn. En Allemagne, informer systématiquement la centrale de service Truma chez le fabricant en cas de dérangements; à l’étranger, les partenaires de SAV respectifs (voir liste des adresses) sont à la disposition des clients. Préciser la nature de la réclamation. En outre, pré-senter l’attestation de garantie dûment remplie ou communiquer le numéro de série de l’appareil et la date de l’achat. Pour que le fabricant puisse vérifier si l’on se trouve en présence d’un cas de garantie, l’utilisateur final doit amener ou envoyer à ses risques l’appareil au fabricant. Si le dommage porte sur un corps de chauffe (échangeur de chaleur), expédier aussi le détendeur. Pour l’envoi à l’usine, le transport doit être réalisé en régime ordinaire. En cas d’application de la garantie, l’usine se charge des frais de transport ou des coûts d’envoi et de retour. Sinon, l’usine en avise le client et lui communique le montant du coût de la réparation qu’il devra supporter; dans ce cas, les frais d’expédition sont également à la charge du client. Dichiarazione di garanzia della Casa Truma 1. Evento di garanzia La Casa riconosce la garanzia per guasti dell’apparecchio, dovuti a difetti di materiale o di produzione. Restano inalterati i diritti di garanzia legali da far eventualmente valere nei confronti del venditore. Non si presta alcuna garanzia: - in caso di pezzi soggetti ad usura e in caso di logoramento naturale dovuto ll’uso, - impiego di ricambi non originali Truma negli apparecchi e di regolatori per pressione gas non idonei, - a seguito dell’inosservanza delle istruzioni d’uso e di montaggio Truma, - a seguito di un utilizzo improprio, - a seguito di un imballaggio per il trasporto improprio e non autorizzato da Truma. 2. Campo di applicazione della garanzia La garanzia vale per difetti di cui alla cifra 1, che si verificano nel giro di 24 mesi dalla stipulazione del contratto di acquisto tra il venditore e il consumatore finale. Il costruttore rimedierà a tali guasti riparandoli, ma potrà decidere se effettuare una riparazione o una sostituzione. Nel caso in cui il costruttore decida di prestare garanzia, il periodo di garanzia, relativamente al pezzo riparato o sostituito, non avrà inizio dal momento della riparazione o sostituzione, bensì sarà valido il vecchio periodo di garanzia. Si escludono ulteriori rivendicazioni, in particolare richieste di risarcimento danni da parte dell’acquirente o terzi. Restano salve le norme della legge sulla responsabilità di prodotto. I costi del servizio di assistenza Truma, intervenuto per eliminare il difetto in garanzia, in particolar modo i costi di trasporto, di percorso, di lavoro e di materiale - vanno a carico della Casa, se il servizio di assistenza interviene all’interno del territorio federale. Eventuali interventi del servizio di assistenza all’estero non sono coperti da garanzia. Eventuali costi aggiuntivi, dovuti a condizioni difficili di smontaggio e di montaggio dell’apparecchio, es. smontaggio di parti di mobili e di carrozzeria, non possono essere riconosciuti in garanzia. 3. Rivalsa del diritto di garanzia L’indirizzo del costruttore è il seguente: Truma Gerätetechnik GmbH & Co. KG, Wernher-von-Braun-Straße 12, D-85640 Putzbrunn. In caso di guasti, in Germania occorrerà contattare il centralino del servizio di assistenza Truma; all’estero sono disponibili i rispettivi partner di assistenza (vedi elenco con indirizzi). I reclami devono essere dettagliati. E inoltre necessario presentare il certificato di garanzia correttamente compilato o indicare il numero di fabbricazione dell’ apparecchio e la data d’acquisto. Perché il costruttore possa verificare se sussiste il diritto alla garanzia, il consumatore finale dovrà farsi carico a proprio rischio del trasporto o della spedizione dell’apparecchio presso il costruttore stesso. Per danni su radiatori (scambiatori di calore) inviare anche il regolatore per la pressione del gas. In caso di recapito presso lo stabilimento la spedizione dovrà avvenire come merce. Se si presta garanzia, lo stabilimento sosterrà i costi di trasporto ovvero i costi di invio e della spedizione di ritorno. Se l’evento di garanzia non si verifica, la Casa trasmette al cliente una segnalazione specifica, indicando i costi di riparazione che la Casa non si assume; in tal caso anche i costi di trasporto vanno a carico del cliente. Garantieverklaring van de fabrikant Truma 1. Gevallen waarin op garantie aanspraak kan worden gemaakt De fabrikant biedt garantie voor defecten aan het toestel die worden veroorzaakt door materiaal- of fabricagefouten. Daarnaast blijven ook de bij de wet bepaalde voorwaarden voor aanspraak op garantie van kracht. Er kan geen aanspraak op de garantie worden gemaakt: - Voor aan slijtage onderhevige onderdelen en natuurlijke slijtage, - het gebruik van niet-originele Truma-onderdelen in de toestellen en het gebruik van ongeschkite gasdrukregelaars, - indien de inbouw- en gebruiksaanwijzingen van Truma niet werden aangehouden, - als gevolg van ondeskundig gebruik, - als gevolg van een ondeskundige, niet door Truma geleverde transportverpakking. 2. Omvang van de garantie De garantie geldt voor defecten in de zin van punt 1, die binnen de 24 maanden na het sluiten van de verkoop-overenkomst tussen de verkoper en de eindgebruiker onstaan. De fabrikant zal dergelijke gebreken alsnog verhelpen, d.w.z. naar eigen keuze herstellen of voor een vervangende levering zorgdragen. Indien de fabrikant dit onder garantie verhelpt, begint de garantietermijn voor het gerepareerde of vervangen onderdeel niet opnieuw, maar valt het verder onder de oude garantietermijn. Andere aanspraken, met name vervanging bij schade voor de koper of derden is uitgesloten. De voorschriften van de wet op produkt-aansprakelijheid blijven onverminderd gelden. De kosten voor het beroep dat op de eigen service-afdeling van Truma wordt gedaan om een defect te herstellen dat onder de garantie valt, met name transport-, verplaatsings-, arbeids- en materiaalkosten, worden door de fabrikant gedragen, als de service-afdeling in Duitsland wordt ingezet. Werkzaamheden van de service-afdeling in het buitenland worden niet door de garantie gedekt. Bijkomende kosten voor extra in- en uitbouwwerkzaamheden aan het toestel (bijv. demontage van meubel- of carrosserie-onderdelen) vallen niet onder de garantie. 3. Indienen van garantieclaim Het adres van de fabrikant luidt: Truma Gerätetechnik GmbH & Co. KG, Wernhervon-Braun-Straße 12, D-85640 Putzbrunn. In principe moet in Duitsland altijd de serviceafdeling van Truma worden ingelicht. In het buitenland staan hiervoor de verschillende servicepartners (zie adressenlijst) ter beschikking van de klant. Klachten dienen nader te worden toegelicht. Bovendien dient de garantieoorkonde correct ingevuld te worden overhandigd of moe54 ten zowel het serienummer van het apparaat als de koopdatum ervan worden opgegeven. Om de fabrikant in staat te stellen, te controleren of er sprake is van een geval dat onder de garantie valt, moet de consument het toestel voor zijn risico naar de fabrikant brengen of naar deze opsturen. Bij schade aan verwarmingselementen (warmtewisselaars) moet ook de gasdrukregelaar worden meegestuurd. Bij opsturen naar de fabriek dient het toestel als vrachtgoed verzonden te worden. Indien het geval onder de garantie valt, draagt de fabriek de transportkosten resp. kosten van opsturen en terugsturen. Als niet op garantie aanspraak kan worden gemaakt, informeert de fabrikant de klant hierover en geeft aan welke kosten niet voor rekening van de fabrikant zijn. Bovendien zijn in dit geval de verzendkosten voor rekening van de klant. af reservedele. Såfremt producenten yder garanti, begynder garantiperioden for de reparerede eller udskiftede dele ikke forfra; den påbegyndte periode fortsættes. Videregående krav, særligt erstatningskrav fra køber eller tredjemand er udelukket. Bestemmelserne i loven om produktansvar bevarer deres gyldighed. Udgifter i forbindelse med henvendelse til Trumas fabrikskundeservice for at udbedre en mangel i henhold til garantien - specielt transport-, arbejds- og materialeomkostninger, dækkes af producenten såfremt kundeservicen i Tyskland benyttes. Reparationer udført af en kundeserviceafdeling i ulandet dækkes ikke af garantien. Yderligere omkostninger som følge af vanskelige afmonterings- og monteringsbetingelser for apparatet (f.eks. nødvendig afmontering af møbeleller karosseridele) kan ikke godkendes som garantiydelse. 3. Fremsættelse af garantiekrav Productens garantierklæring 1. Garantisager Producenten yder garanti for mangler på apparatet, som skyldes materiale- eller produktionsfejl. I tillæg hertil gælder de lovmæssige garantibestemmelser overfor forhandleren. Garantien dækker ikke ved skader på apparatet: - som følge af sliddele og naturligt slid, - som følge af anvendelse af dele, som ikke er originale Truma-dele, i apparatet og ved avendelse af en uegnet trykregulator, - som følge af manglende overholdelse af Trumas monterings – og brugsanvisninger, - som følge af forkert håndtering, - som følge af ukorrekt og ikke af Truma foranlediget transportemballage. 2. Garantiens omfang Garantien gælder for mangler i henhold til punkt 1 som opstår inden for 24 måneder fra købsaftalens indgåelse mellem forhandler og slutbruger. Producenten afhjælper sådanne mangler efter eget valg ved reparation eller levering 55 Producentens adresse: Truma Gerätetechnik GmbH & Co. KG, Wernher-von-BraunStraße 12, D-85640 Putzbrunn. Ved fejl, opstået i Tyskland, kontaktes generelt producentes Truma-serviceafdeling. I udlandet står de respektive servicepartnere (se adresselisten) til rådighed. Reklamationen skal beskrives detaljeret. Desuden skal det udfyldte garantibevis forelægges eller apparatets serienummer samt købsdato. For at producenten kan kontrollere om der foreligger et garantitilfælde, skal slutbrugeren transportere eller sende anlægget til producenten for egen risiko. Ved skade på varmelegemer (varmevekslere) skal gastrykregulatoren medsendes. Ved indsendelse til fabrikken skal forsendelsen foretages pr. fragtpost. I garantitilfælde overtager fabrikken transportomkostninger samt omkostninger i forbindelse med indsendelse og tilbagesendelse. Hvis der ikke er tale om en garantisag, giver producenten besked til kunden om dette og angiver reparationsomkostningerne, som ikke dækkes af producenten. I givet fald påhviler det også kunden at betale forsendelsesomkostninger. en el extranjero no están cubiertos por la garantía. Declaración de garantía del fabricante Truma 1. Caso de garantía El fabricante concede garantía por defectos del aparato que sean consecuencia de fallo del material o de fabricación. Además, persisten los derechos de reclamación por garantía legales frente al vendedor. No existe derecho de garantía: - para consumibles y daños ocurridos por desgaste natural, - como consecuencia de la utilización de piezas no originales de Truma en los aparatos y con la utilización de reguladores de gas inadecuados, - al no cumplir las instrucciones de montaje y las instrucciones para el uso de Truma, - por daños a causa de manejo inadecuado, - por daños a causa de embalaje de transporte inadecuado, no autorizado por Truma. 2. Alcance de la garantía La garantía es válida para defectos en el sentido del párrafo 1 que apparezcan en el plazo de 24 meses a partir del cierre del contrato de venta entre el vendedor y el consumidor final. El fabricante eliminará tales defectos mediante reparación posterior, esto es, mediante repaso o suministro de componentes de recambio, según su criterio. Concede el fabricante la garantía, el plazo de garantía con respecto a las piezas reparadas o sustituidas no se comienza a contar de nuevo, sino que prevalece el plazo antiguo en curso. Están excluidas otras demandas, en particular las demandas por daños y perjuicios del comprador o terceros. Las normativas de la ley de asunción de responsabilidad permanecen inalteradas. Los costos por utilización del Servicio de Asistencia de Truma para solucionar un defecto que quede comprendido entre los de garantía - especialmente los costos de transporte, desplazamiento, de trabajo y material los soportará el fabricante en tanto se utilice el Servicio de Asistencia dentro de Alemania. Los Servicios de Asistencia Los costes adicionales debidos a desmontajes/montajes dificultosos del aparato (por ejemplo, desmontaje de piezas de mobiliario o de la carrocería) no se reconocerán como comprendidos en los servicios de garantía. 3. Utilización de la garantía Dirección del fabricante: Truma Gerätetechnik GmbH & Co. KG, Wernher-vonBraun-Straße 12, D-85640 Putzbrunn. En Alemania las averías se comunican básicamente a la Central de Servicio Truma del fabricante; en el extranjero se encuentran a su disposición los correspondientes Servicios asociados (vea la guía de direcciones). Las reclamaciones se especificarán detenidamente. Además, se presentará el certificado de garantía correctamente completado o, se indicará el número de fábrica del aparato así como la fecha de adquisición. A fin de que el fabricante pueda comprobar si se trata de un caso de garantía, el cliente deberá llevar o enviar el aparato por propia cuenta y riesgo al fabricante. En caso de daños en radiadores (intercambiador de calor) se enviará también el regulador de presión. Para el envío a la fábrica, la expedición se realizará como mercancía facturada. En caso de garantía, los costos por efectos de transporte, o de envío y devolución, corren por cuenta del fabricante. Si no existe caso de garantía, entonces el fabricante informará al cliente y le indicará los costes de reparación que no serán por cuenta del fabricante; en este caso, los gastos de envío serán también a cargo del cliente. Service Mobiler Werkskundendienst In Deutschland stehen 30 Service-Techniker für Kundendienst, Prüfung der Gasanlagen und Reparatur zu Ihrer Verfügung selbstverständlich auch nach Ablauf der Garantiezeit. Die Zentrale beordert den nächstgelegenen Truma-Techniker auf kürzestem Anfahrtsweg zu Ihnen. Bitte setzen Sie sich mit der Service-Zentrale in Putzbrunn in Verbindung oder benutzen Sie die Kundendienst-Anforderungskarte (letzte Umschlagseite). Telefon (089) 4617-142 Telefax (089) 4617-159 e-mail: [email protected] http://www.truma.com Technische Beratung: Telefon (089) 4617-141 oder -147 Internationaler Service und Vertrieb Verkauf und Service für Freizeitfahrzeuge: Globus Mobil Park, 8942 Wörschach 300, Tel. 0043 (0)3682 241 60, Fax 0043 (0)3682 241 06 K. Hofer Ges. m.b.H. & Co KG, Erdbergstraße 34, 1030 Wien, Tel. 0043 (0)1 715 11 75, Fax 0043 (0)1 712 50 22 Wohnmobil-Handels-Center-Innsbruck-GmbH, Josef-Wilberger-Str. 45, 6020 Innsbruck, Tel. 0043 (0)512 20 50 11, Fax 0043 (0)512 205 01 14 Wohnwagen Pusch, Linzer Straße 138, 4810 Gmunden, Tel 0043 (0)7612 67 94 50, 0043 (0)7612 676 00 Kehä Caravan Tukku Oy, Koskelontie 15, 02920 Espoo, Tel. 00358 (0)9 84 94 30 34, Fax 00358 (0)9 84 94 30 30 Truma (UK) Limited, Truma House, Eastern Avenue, Burton Upon Trent, Staffordshire, DE13 0BB, Tel. 0044 (0)1283 52 82 01, Fax 0044 (0)1283 52 82 02 G. Bournas - G. Efthimiou O.E., P. Ralli 36 & Ag. Annis, 12241 Egaleo - Athen, Tel. 0030 (0)103 46 14 14, Fax 0030 (0)103 42 34 03 Virág Trans Bt., újhegyi út 7, 1108 Budapest, Tel. 0036 (0)1 263 14 66, Fax 0036 (0)1 261 32 49 Klimamobil, Stefanovecki zavoj 17a, 10040 Zagreb, Tel. 00385 (0)1 291 01 43, Fax 00385 (0)1 295 05 21 Dimatec S.p.A., Via Galileo Galilei, 7, 22070 Guanzate (CO), Tel. 0039 031 352 90 61, Fax 0039 031 352 96 89 Afl-Húsbílar ehf., Gránufélagsgata 49, 600 Akureyri, Tel. 00354 462 79 50, Fax 00354 461 26 80 Bilaraf Ltd., Audbrekka 20, 200 Kópavogur, Tel. 00354 564 04 00, Fax 00354 564 04 04 Carac Industry Co., Ltd., 1-4-2 Heiwadai, Nerimaku, Tokyo 179-0083, Tel. 0081 (0)3 3931 02 20, Fax 0081 (0)3 3931 07 06 Ets Geiben s.à.r.l., 260, route d’Esch, 4451 Belvaux, Tel. 00352 59 15 19, Fax 00352 59 44 55 Autokurtas, Lazdijy str. 20, 3018 Kaunas, Tel. 00370 (0)7 39 10 90, 00370 (0)7 39 14 54 Neptus A.S., Høymyrmarka 7, 1391 Vollen, Tel. 0047 66 75 99 50, Fax 0047 66 75 99 51 Verkauf und Service für Nutzfahrzeuge: Geissler GmbH, Neusarling 127, 3373 Kemmelbach/Ybbs, Tel. 0043 (0)7412 522 25, Fax 0043 (0)7412 522 25 17 Karl Krammer GmbH, Triester Str. 204, 1232 Wien, Tel. 0043 (0)1 667 15 75, Fax 0043 (0)1 667 15 75 15 Wölfel GmbH, Bosch-Dienst, Industriezentrum NÖ-Süd, Straße 3, 2355 Wr. Neudorf, Tel. 0043 (0)2236 624 31, Fax 0043 (0)2236 62 43 15 19 Dometic Pty Ltd, 6 Treforest Drive, Clayton, Vic. 3168, Tel. 0061 (0)3 95 45 56 55, Fax 0061 (0)3 95 45 59 66 Gautzsch Gimeg B.V., Strijkviertel 25, 3454 PH De Meern, Tel. 0031 (0)30 662 95 22, Fax 0031 (0)30 666 53 97 Leisure Appliances New Zealand Ltd, 58 Kemp Street, Kilbirnie, Wellington, Tel. 0064 (0)4 387 42 00, Fax 0064 (0)4 387 42 02 Serada Marine & Leisure Ltd, 8 Greenmount Drive, East Tamaki, Auckland, Tel. 0064 (0)9 273 89 09, Fax 0064 (0)9 273 89 10 J.C.L. Andrade, Lda., Apartado 719, Lugar do Padrao, E.N. 327 S. Miguel do Souto, 4524-906 Souto V.F.R., Sta. Maria da Feira, Tel. 00351 25 680 10 34, Fax 00351 25 680 14 88 Gautzsch Gimeg N.V., Drie Sleutelsstraat 74, 9300 Aalst, Tel. 0032 (0)53 70 66 77, Fax 0032 (0)53 21 61 62 Marcampo - Artigos de Campismo, Lda., Av. Almirante Gago Coutinho, 56D, 1700-031 Lissabon, Tel. 00351 21 848 67 76, Fax 00351 21 847 06 99 Tachograph Ltd., P. Brovki Str. 15, 220072 Minsk, Tel. 00375 (0)17 22 66 82 02, Fax 00375 (0)17 21 00 03 86 Truma Polska Sp. z o.o., ul. Kuczkowskiego 3/2U, 31-619 Krakau, Tel. 0048 (0)12 641 02 41, Fax 0048 (0)12 641 02 41 Selzam AG, Harzachstrasse 8, 8404 Winterthur, Tel. 0041 (0)52 233 25 21, Fax 0041 (0)52 232 97 15 Comapnija Poliauto, Hawskaja str. 3, ab 3., 113162 Moskau, Tel. 007 (0)95 232 00 39, Fax 007 095 958 27 57 KOV, Karosárna a slévárna, Sokoloská 615, 28101 Velim, Tel. 00420 (0)321 76 35 58, Fax 00420 (0)321 76 33 37 Alde International Systems AB, Wrangels Allé 90, 29111 Färlöv, Kristianstad, Tel. 0046 (0)44 712 74, Fax 0046 (0)44 718 48 A. C. Lemvigh-Müller, Kronprinsessegade 26, 1306 Kopenhagen K., Tel. 0045 33 11 05 32, Fax 0045 33 11 95 97 Prebil d.o.o., Opekarska 14, 1000 Ljubljana, Tel. 0038 (0)61 542 63 70, Fax 0038 (0)61 542 63 71 Stimme, S.L., Poligono Industr. Mediterraneo, Calle Ildefonso Carrascosa 2, 46560 Massalfassar (Valencia), Tel. 0034 961 40 00 58, Fax 0034 961 40 24 62 Tamex spol. s r.o., Kovácsova c. 359, 85110 Bratislava, Tel. 00421 (0)2 44 45 49 20, Fax 00421 (0)2 44 45 49 35 Euro Accessoires, ZAE Parc de Champagne – B.P. 89, 07303 Tournon-sur-Rhône Cédex, Tel. 0033 (0)4 75 06 92 92, Fax 0033 (0)4 75 06 92 96 57 Service Karyat Karavan Yat San. Tic. Ltd. Sti., Kusdili Cad. Efes Ishani Kat: 3, No: 171 Kadiköy, 81310 Istanbul, Tel. 0090 (0)216 418 73 96, Fax 0090 (0)216 418 73 97 01. 03. 2002 Parkli HL, Mustjöe 39, 10617 Tallinn, Tel. 00372 655 00 00, Fax 00372 656 26 30 ✂ Garantie-Karte Guarantee Card Bon de Garantie Certificato di Garanzia Garantiebon Garantikort Tarjeta de garantía ✂ Absender (bitte Druckbuchstaben einsetzen!) Postkarte Name, Vorname Straße, Hausnummer Postleitzahl Wohnort Telefon Bitte genauen Standort angeben (falls abweichend vom Absender) Standort Postleitzahl Ort/Gemeinde weitere Hinweise (evtl. Telefon, Standplatz-Nr. usw.) Truma Gerätetechnik GmbH & Co Service-Zentrale Postfach 12 52 D-85637 Putzbrunn ✂ Vom Händler auszufüllen. To be filled in by the dealer. A remplir par le commerçant. Da far compilare dal rivenditore. Door de dealer in te vullen. Udfyldes af forhandleren. A ser rellendada por el commerciente. ✂ Händler-Adresse Dealer’s address Adresse du commerçant Timbro del rivenditore Dealeradres Forhandleradresse Dirección del comerciante ✂ Bitte unbedingt ausfüllen! Anforderung des Werkskundendienstes Fabrik-Nr. (siehe Fabrikschild am Gerät) Nur gültig für Deutschland! Applicable for Germany only! Valable seulement pour l’Allemagne! Baujahr Festgestellte Mängel: (bitte kurz beschreiben) Trumatic E 2800 E 2800 A E 4000 E 4000 A Betriebsdruck: 30 mbar 50 mbar Betriebsspannung: 12 V 24 V Montage: innen außen ✂ Gasprüfung gewünscht 39010-86300 · 02 · 02/2002 · 2’ B+W · © Fabrik-Nummer Serial number No. de fabrication No. di matricola Serie-nummer Seriennummer Número de fábrica Verkaufsdatum Date of sale Date de vente Data di vendita Verkoopdatum Salgsdato Fecha de venta 02/2002 · Truma, Postfach 1252, D-85637 Putzbrunn Garantie-Karte Guarantee Card Bon de Garantie Certificato di Garanzia Garantiebon Garantikort Tarjeta de garantía Trumatic E 2800 E 2800 A E 4000 E 4000 A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62

Truma Trumatic E 2800 A Operating and Installation Instructions

Type
Operating and Installation Instructions
Deze handleiding is ook geschikt voor