Victron energy MultiGrid de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
EN NL FR DE ES SE Appendix
OPMERKING:
Deze handleiding is bedoeld voor producten met firmware xxxx400 of hoger (waarbij x staat voor een willekeurig getal).
Het firmware-nummer is te vinden op de microprocessor, na het verwijderen van het voorpaneel.
Oudere eenheden, waarvan het 7-cijferige nummer begint met 26 of 27, kunnen worden geüpdate. Begint het nummer met 19 of 20 dan
heeft u een oude microprocessor en is het niet mogelijk om deze de updaten naar 400 of hoger.
1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Algemeen
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u
het product in gebruik neemt.
Dit product is ontworpen en getest conform de internationale normen. De apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de bedoelde
toepassing.
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron (accu). Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan er een
gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de ingangs- en/of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselspanningsvoeding uit en
ontkoppel de accu voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Verwijder het paneel aan de voorkant
niet en stel het product niet in bedrijf als niet alle panelen zijn gemonteerd. Alle onderhoudswerkzaamheden dienen door gekwalificeerd
personeel te worden uitgevoerd.
Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas- of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de specificaties van de accufabrikant om
te waarborgen dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. Neem altijd de veiligheidsvoorschriften van de accufabrikant in acht.
WAARSCHUWING: til geen zware voorwerpen zonder hulp
Installatie
Lees de installatieaanwijzingen voordat u met de installatie begint.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardingsklem ter beveiliging). De in- en/of uitgangsklemmen van
de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product
bevindt zich een extra aardpunt. Als u vermoedt dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product buiten bedrijf worden gesteld
en worden beveiligd tegen per ongeluk opnieuw inschakelen; neem hiervoor contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang nooit een beveiliging door een ander
type component. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel.
Verwissel de nul en de fase niet bij het aansluiten van de AC.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt of de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen van het
product, zoals beschreven in de handleiding.
Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste bedrijfsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een vochtige of
stoffige omgeving.
Zorg ervoor dat er rondom het product steeds voldoende vrije ruimte is voor ventilatie en dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen, kunststofonderdelen,
gordijnen of andere soorten textiel enz. in de onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden.
Deze omvormer is voorzien van een interne scheidingstransformator die voor een nog betere isolatie zorgt.
Vervoer en opslag
Zorg er bij opslag of transport van het product voor dat de netstroom- en accukabels zijn losgekoppeld.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade als de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de originele
verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur dient te liggen tussen -20°C en 60°C.
Raadpleeg de handleiding van de accufabrikant voor informatie over transport, opslag, opladen, herladen en afvalverwijdering van de
accu.
2
2. BESCHRIJVING
2.1 Algemeen
De basis van de MultiGrid is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en omschakelautomaat in een compacte behuizing.
Daarnaast heeft de MultiGrid een groot aantal vaak unieke mogelijkheden:
Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen
In geval van een netspanningsstoring of als het aggregaat wordt uitgeschakeld, zal de MultiGrid overschakelen op omvormerbedrijf en
de voeding van de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere elektronische apparaten ongestoord
blijven functioneren (Uninterruptible Power Supply of UPS-functionaliteit). Dit maakt de MultiGrid zeer geschikt als noodstroomsysteem
in industriële en telecommunicatietoepassingen. De maximale wisselstroom die geschakeld kan worden bedraagt 16A of 50A,
afhankelijk van het model.
Extra AC-uitgang
Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang is er een extra uitgang beschikbaar die de belasting ontkoppelt als de accu in werking is.
Voorbeeld: een elektrische boiler die enkel in bedrijf mag zijn als het aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is.
Driefaseschakeling
Drie eenheden kunnen worden geconfigureerd voor driefase-uitgang. Maar dat is nog niet alles: tot 6 sets van drie eenheden kunnen
parallel worden geschakeld voor een omvormervermogen van 45kW / 54kVA en een laadcapaciteit van meer dan 1000A.
PowerControl – Maximaal benutten van beperkte walstroom
De MultiGrid kan enorm veel laadstroom leveren. Dat betekent een zware belasting voor de walaansluiting of het aggregaat. Daarom
kan er een maximale stroom ingesteld worden. De MultiGrid houdt dan rekening met andere stroomverbruikers en gebruikt voor het
opladen enkel de stroom die nog ‘over’ is.
PowerAssist – Doe meer met uw aggregaat en walstroom: met de ‘meehelp’-functie van de MultiGrid
Deze functie voegt nog een extra dimensie toe aan het principe PowerControl doordat de MultiGrid de capaciteit van de alternatieve
bron aanvult. Waar piekstroom zo vaak enkel kortstondig nodig is, zorgt de MultiGrid ervoor dat onvoldoende wal- of generatorstroom
onmiddellijk wordt gecompenseerd met stroom van de batterij. Als de belasting afneemt, wordt de reservestroom gebruikt om de accu
weer op te laden.
Met deze unieke functie is het ‘walstroomprobleem’ voorgoed opgelost: zwaar elektrisch gereedschap, afwasmachine,
wasmachine, elektrische kookplaat kunnen nu allemaal draaien met 16A walstroom of zelfs nog minder. Bovendien kan een
kleiner aggregaat worden geïnstalleerd.
Programmeerbare relais
De MultiGrid is voorzien van drie programmeerbare relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen worden
geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat.
Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten
De MultiGrid is voorzien van 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten.
Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een lithiumionaccu.
Frequentiewisseling
Als zonneomvormers zijn aangesloten op de uitgang van een MultiGrid wordt het teveel aan zonne-energie gebruikt om de accu's weer
op te laden. Zodra de absorptiespanning is bereikt, schakelt de MultiGrid de zonneomvormer uit door de uitgangsfrequentie met 1 Hz
aan te passen (bijvoorbeeld van 50 Hz naar 51 Hz). Zodra de accuspanning iets is gedaald, keert de frequentie terug naar normaal en
worden de zonneomvormers weer gestart.
Ingebouwde accumonitor (optioneel)
De ideale oplossing wanneer de MultiGrid onderdeel uitmaakt van een hybride systeem (dieselaggregaat, omvormer/laders, opslagaccu
en alternatieve energie). De ingebouwde accumonitor kan zo worden ingesteld dat deze het aggregaat start en stopt:
- Start van een vooringesteld % van het ontladingsniveau en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringestelde accuspanning en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
- Stop bij een vooringestelde accuspanning of
- stop (met een vooringestelde vertraging) nadat de bulklading is voltooid en/of
- stop (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
Zonne-energie
De MultiGrid is uiterst geschikt voor zonne-energietoepassingen. Hij kan in zowel autonome systemen worden gebruikt als ook in
netgekoppelde systemen.
Autonoom bedrijf als de netspanning uitvalt
Woningen of gebouwen voorzien van zonnepanelen of een kleine warmtekrachtcentrale of andere duurzame energiebronnen hebben in
potentie een autonome energievoorziening, waarmee essentiële apparatuur (CV-pompen, koelkasten, vriezers, internetaansluitingen) in
bedrijf kan worden gehouden tijdens een stroomuitval. Een probleem is echter dat de netgekoppelde duurzame energiebronnen
uitvallen zodra de netspanning uitvalt. Met een MultiGrid en accu’s kan dit probleem op eenvoudige wijze worden opgelost: de
MultiGrid kan de netspanning tijdens een stroomuitval vervangen. Als de duurzame energiebronnen meer vermogen dan nodig
produceren, zal de MultiGrid het teveel gebruiken om de accu’s op te laden, terwijl de MultiGrid bij een tekort extra vermogen zal
leveren via de accu.
3
EN NL FR DE ES SE Appendix
Programmeerbaar met DIP-schakelaars, VE.Net-paneel of pc
De MultiGrid wordt gebruiksklaar geleverd. Drie eigenschappen staan ter beschikking om, indien gewenst, bepaalde instellingen te
kunnen wijzigen:
─ De meest belangrijke instellingen kunnen op heel eenvoudige wijze worden gewijzigd, namelijk met DIP-schakelaars.
─ Alle instellingen, met uitzondering van het multifunctionele relais, kunnen worden gewijzigd met een VE.Net-paneel.
─ Alle instellingen kunnen worden gewijzigd met een pc en gratis software die kan worden gedownload op onze website
www.victronenergy.com
2.2 Acculader
Adaptief 4-traps laadalgoritme: bulk – absorptie – druppel – opslag
Het adaptieve accubeheersysteem, aangedreven door een microprocessor, kan worden ingesteld op verschillende soorten accu's. De
adaptieve functie past het laadproces automatisch aan aan het accugebruik.
De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd
Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en overmatige gasvorming te voorkomen. Na een
diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verlengd om de accu volledig op te laden.
Schade door overmatige gasvorming beperken: met de BatterySafe-modus
Als, om de laadtijd te verkorten, wordt gekozen voor een hoge laadstroom in combinatie met een hoge absorptiespanning, dan wordt
schade door overmatige gasvorming voorkomen door de stijgingssnelheid van de spanning automatisch te beperken als de
gasvormingsspanning is bereikt.
Minder onderhoud en veroudering als de accu niet wordt gebruikt: met de opslag-modus
De opslag-modus wordt geactiveerd als de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen. In de opslag-modus wordt de open spanning
verminderd tot 2,2V/cel (13,2V voor 12V-accu) om gasvorming en corrosie van de positieve platen tot een minimum te beperken. Eén
keer per week wordt de spanning weer verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit voorkomt stratificatie van het
elektrolyt en sulfatering, de hoofdoorzaak van voortijdig falen van de accu.
Twee DC-uitgangen om twee accu's op te laden
De hoofd-DC-aansluitklem kan de volledige uitgangsstroom leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het opladen van een startaccu, is
beperkt tot 4A en heeft een iets lagere uitgangsspanning.
Langere levensduur van de accu: door temperatuurcompensatie
De temperatuursensor (meegeleverd met het product) dient om de laadspanning te verminderen als de accutemperatuur stijgt. Dit is
vooral belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s die anders mogelijk uitdrogen door overlading.
Accuspanningsdetectie: de juiste laadspanning
Het spanningsverlies door de kabelweerstand kan worden gecompenseerd door gebruik te maken van de spanningsdetectievoorziening
om de spanning rechtstreeks op de DC-bus of op de aansluitklemmen van de accu te kunnen meten.
Meer over accu's en opladen
In ons boek ‘Altijd Stroom’ kunt u meer lezen over accu’s en het opladen van accu’s. Het is gratis verkrijgbaar op onze website (zie
www.victronenergy.com  Support  Technische Informatie). Voor meer informatie over adaptief opladen zie de Technische Informatie
op onze website.
2.3 ESS – Energy Storage Systems: energie teruggeven aan het elektriciteitsnet
Als de MultiGrid wordt gebruikt in een configuratie waarin deze energie teruggeeft aan het elektriciteitsnet, moet conformiteit met de
netcode mogelijk zijn door de netcode van het land waarin deze wordt gebruikt, in te stellen via VEConfigure.
Zodra de code is ingesteld, is een wachtwoord vereist om de netcodeconformiteit uit te schakelen of de met de netcode
samenhangende parameters te wijzigen.
Als de plaatselijke netcode niet wordt ondersteund door de MultiGrid, dient een extern gecertificeerd interface-apparaat te worden
gebruikt om de MultiGrid op het elektriciteitsnet aan te sluiten.
De MultiGrid kan ook worden gebruikt als bidirectionele omvormer in parallel bedrijf met het elektriciteitsnet, geïntegreerd in een door de
klant ontworpen systeem (PLC of ander systeem) dat de regellus en meting van het elektriciteitsnet verzorgt, zie
http://www.victronenergy.com/live/system_integration:hub4_grid_parallel
4
3. BEDIENING
3.1 Schakelaar on/off/charger only
Als de schakelaar op ‘on’ wordt gezet, is het apparaat volledig functioneel. De omvormer wordt ingeschakeld en de LED ‘inverter on’
gaat branden.
Als er op de ‘AC-in’-aansluiting spanning wordt aangesloten, zal deze, als de waarde binnen de specificaties valt, worden
doorgeschakeld naar de ‘AC-out’ aansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de LED ‘mains on’ gaat branden en de lader begint
met opladen. Afhankelijk van de laadmodus gaan de LEDs ‘bulk’ (bulklading), ‘absorption’ (absorptielading) of ‘float’ (druppellading)
branden.
Als de spanning op de ‘AC-in ‘-aansluiting wordt afgewezen, zal de omvormer worden ingeschakeld.
Als de schakelaar op ‘charger only’ wordt gezet, zal alleen de acculader van de Multi worden ingeschakeld (als er netspanning
beschikbaar is). In deze modus wordt de ingangsspanning tevens doorgeschakeld naar de ‘AC-out’-aansluiting.
OPMERKING: Als alleen de laadfunctie nodig is, moet erop worden gelet dat de schakelaar in de stand ‘charger only’ wordt gezet.
Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de netspanning de omvormer wordt ingeschakeld en uw accu’s leeg raken.
3.2 Afstandsbediening
De afstandsbediening is mogelijk met een 3-wegschakelaar of met het Multi Control-paneel.
Het Multi Control-paneel heeft een eenvoudige draaiknop, waarmee de maximale stroom van de AC-ingang kan worden ingesteld: zie
PowerControl en PowerAssist in hoofdstuk 2.
3.3 Egalisatie en geforceerde absorptie
3.3.1 Egalisatie
Tractie-accu's moeten regelmatig extra worden opgeladen. In de egalisatiemodus gaat de MultiGrid gedurende een uur met een
verhoogde spanning laden (1V boven de absorptiespanning voor een 12V-accu, 2V voor een 24V-accu). De laadstroom wordt dan
beperkt tot 1/4 van de ingestelde waarde. De LEDs ‘bulk’ en ‘absorption’ gaan dan afwisselend knipperen.
De egalisatiemodus levert een hogere laadspanning dan de meeste
gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten daarom worden losgekoppeld
voordat er extra wordt opgeladen.
3.3.2 Geforceerde absorptie
Onder bepaalde omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een bepaalde tijd met een absorptiespanning te laden. In de
modus Geforceerde Absorptie gaat de MultiGrid gedurende de ingestelde maximale absorptietijd met de normale absorptiespanning
laden. De LED ‘absorption’ gaat branden.
3.3.3 Egalisatie of geforceerde absorptie activeren
De MultiGrid is zowel via de afstandsbediening als met de schakelaar op het voorpaneel in deze beide toestanden te brengen.
Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (op het voorpaneel, op de afstandsbediening en op het paneel) in de stand ‘on’ worden gezet en
geen enkele schakelaar in de stand ‘charger only’ staat.
Om de MultiGrid in deze toestand te brengen, moet de onderstaande procedure worden gevolgd.
Als de schakelaar zich niet in de juiste stand bevindt nadat u deze procedure hebt gevolgd, kan deze eenvoudig eenmalig worden
omgeschakeld. Hiermee wordt de laadtoestand niet gewijzigd.
OPMERKING: het omschakelen van ‘on’ naar ‘charger only’ en terug, zoals hieronder beschreven, dient op een snelle manier te
gebeuren. De schakelaar moet zo worden omgeschakeld dat de middenstand als het ware wordt ‘overgeslagen’. Als de schakelaar ook
maar even in de stand ‘off’ blijft staan, loopt u het risico dat het apparaat wordt uitgeschakeld. In dat geval dient u weer bij stap 1 te
beginnen. Met name bij gebruik van de schakelaar op het voorpaneel is enige oefening gewenst. Bij gebruik van de afstandsbediening
is dit geen probleem.
Dit gaat als volgt:
1.
Controleer of alle schakelaars (bv. op het voorpaneel, op de afstandsbediening of de schakelaar op het afstandspaneel voor zover aanwezig) in
de stand ‘on’ staan.
2. Het activeren van de egalisatie of de geforceerde absorptie is alleen zinvol als de normale laadcyclus is voltooid (de lader bevindt zich dan in de
modus 'Float').
3. Activeren:
a. Zet de schakelaar snel van ‘on’ naar ‘charger only’ en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan.
b. Zet de schakelaar snel weer terug van ‘charger only’ naar ‘on’ en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan.
c. Zet de schakelaar nog eens snel van ‘on’ naar ‘charger only’ en laat de schakelaar in deze stand staan.
4. Op de MultiGrid (en, indien aangesloten, op het Multi Control-paneel) gaan nu de drie LEDs ‘Bulk’, ‘Absorption’ en ‘Float’ 5 keer knipperen.
5. Vervolgens gaan de LEDs ‘Bulk’, ‘Absorption’ en ‘Float’ elk gedurende 2 seconden branden.
a. Als de schakelaar op ‘on’ wordt gezet, terwijl de LED ‘Bulk’ brandt, schakelt de lader over op egalisatie.
b. Als de schakelaar op ‘on’ wordt gezet, terwijl de LED ‘Absorption’ brandt, schakelt de lader over op geforceerde absorptie.
c. Als de schakelaar op ‘on’ wordt gezet nadat de drie LEDs zijn gaan branden, schakelt de lader over op druppellading (Float).
d. Als de schakelaar niet is omgezet, blijft de MultiGrid in de modus ‘charger only’ en schakelt daarna over op druppellading.
5
EN NL FR DE ES SE Appendix
3.4 LED-aanduidingen
LED uit
LED knippert
LED brandt
Omvormer
Inverter
De omvormer is ingeschakeld en
levert stroom aan de belasting.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
Het nominale vermogen van de
omvormer is overschreden. De LED
‘overload’ (overbelasting) knippert
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Inverter
De omvormer is uitgeschakeld door
overbelasting of kortsluiting.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
De accu is bijna leeg.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Inverter
De omvormer is uitgeschakeld door
een te lage accuspanning.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
De interne temperatuur bereikt een
kritiek niveau.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
6
Charger
Inverter
De omvormer is uitgeschakeld,
omdat de temperatuur van de
elektronica te hoog is.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
- Als de LEDs afwisselend
knipperen, is de accu bijna leeg en
wordt het nominale vermogen
overschreden.
- Als ‘overload’ en ‘low battery’
tegelijkertijd knipperen, is de
rimpelspanning op de accu-
aansluitingen te hoog.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
De omvormer wordt uitgeschakeld
door een te hoge rimpelspanning op
de accu-aansluitingen.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Acculader
Charger
Inverter
De AC-ingangsspanning is
doorgeschakeld en de lader voert
een bulklading uit.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
De voedingsspanning is
doorgeschakeld en de lader is
ingeschakeld.
De ingestelde absorptiespanning is
echter nog niet bereikt.
(BatterySafe-modus)
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
De netspanning is doorgeschakeld
en de lader voert een
absorptielading uit.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
7
EN NL FR DE ES SE Appendix
Charger
Inverter
De netspanning is doorgeschakeld
en de lader voert een druppellading
uit.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Charger
Inverter
De netspanning is doorgeschakeld
en de lader bevindt zich in de
egalisatiemodus.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Speciale aanduidingen
PowerControl
Charger
Inverter
De AC-ingang is doorgeschakeld.
De AC-uitgangsspanning is gelijk
aan de vooringestelde maximale
ingangsstroom. De laadstroom is
verlaagd naar 0.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Power Assist
Charger
Inverter
De AC-ingang is doorgeschakeld,
maar de belasting vereist meer
stroom dan de vooringestelde
maximale ingangsstroom. De
omvormer is ingeschakeld om de
vereiste extra stroom te leveren.
Mains on
On
Inverter on
Bulk
Overload
Off
Absorption
Low battery
charger
only
Float
Temperature
Zie voor meer foutcodes paragraaf 7.3
8
4. Installatie
Dit product mag uitsluitend worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde
elektromonteur.
4.1 Locatie
De MultiGrid dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd, zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het
apparaat dient een ruimte van tenminste 10 cm te worden vrijgehouden voor koeling.
Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
• Kortere levensduur.
• Lagere laadstroom.
• Lager piekvermogen of volledige uitschakeling van de omvormer.
Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s.
De MultiGrid is geschikt voor wandmontage. Voor de montage bevat de behuizing aan de achterkant een haak en twee gaten (zie
bijlage G). Het apparaat kan horizontaal of verticaal worden geplaatst. Voor een optimale koeling wordt de voorkeur gegeven aan
verticale plaatsing.
De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed toegankelijk te
blijven.
Houd de afstand tussen het product en de accu zo klein mogelijk om het spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken.
Om veiligheidsredenen dient dit product te worden geïnstalleerd in een
hittebestendige omgeving. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld
chemicaliën, synthetische onderdelen, gordijnen of ander textiel, enz. in de directe
omgeving.
4.2 Aansluiten van de accukabels
Om de volledige capaciteit van het product te kunnen benutten, dient uitsluitend gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende
capaciteit en van accukabels met de juiste doorsnede. Zie tabel.
12/3000/120
24/3000/70
48/3000/35
Aanbevolen accucapaciteit (Ah)
400–1200
200–700
100–400
Aanbevolen DC-zekering
400A
300A
125A
Aanbevolen doorsnede (mm
2
) per +
en - aansluitklem
0 – 5 m
2x 50 mm
2
50 mm
2
35 mm
2
5 – 10 m
2x 70 mm
2
2x 50 mm
2
2x 35 mm
2
* ‘2x’ betekent twee plus- en twee min-kabels.
Opmerking: De interne weerstand is een belangrijke factor als met accu's met lage capaciteit wordt gewerkt. Raadpleeg uw leverancier
of de relevante hoofdstukken in ons boek ‘Altijd stroom’ dat via onze website kan worden gedownload.
Procedure
Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk:
Gebruik een momentsleutel met geïsoleerde steeksleutel om kortsluiting bij de
accu te voorkomen.
Maximaal aanhaalmoment: 11 Nm
Voorkom kortsluiting van de accukabels.
• Verwijder de vier schroeven aan de voorkant van de behuizing en verwijder het voorpaneel.
• Sluit de accukabels als volgt aan: zie bijlage A.
• Draai de moeren stevig vast om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te houden.
9
EN NL FR DE ES SE Appendix
4.3 Aansluiten van de AC-kabels
De MultiGrid is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met
een aardingsklem ter beveiliging). De wisselstroomingangs- en/of
-uitgangsklemmen en/of het aardingspunt aan de buitenkant van het
product moeten om veiligheidsredenen voorzien zijn van een
onderbrekingsvrij aardingspunt.
De MultiGrid is voorzien van een aardrelais (relais H, zie bijlage B) dat de
neutrale uitgang automatisch met de behuizing verbindt als er geen
externe wisselspanningsvoeding beschikbaar is. Als een externe
wisselspanningsvoeding beschikbaar is, zal het aardrelais zich openen
voordat het ingangsveiligheidsrelais zich sluit. Dit zorgt voor een goede
werking van de op de uitgang aangesloten aardlekschakelaar.
─ In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding worden
gewaarborgd met de aarddraad van de wisselspanningsingang.
Anders moet de behuizing worden geaard.
─ In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met een walstroomstekker) zal
onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aardverbinding
verbreken. In dat geval moet de behuizing worden verbonden met het
chassis (van het voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot).
Op boten is de hierboven beschreven verbinding met de aarde van de
walaansluiting niet aan te bevelen in verband met mogelijke galvanische
corrosie. De oplossing hiervoor is plaatsing van een isolatietransformator.
Aanhaalmoment: 2 Nm max. 2,3 Nm
U vindt de klemmenblokken op de printplaat, zie bijlage A.
Verwissel de nul en de fase niet bij het aansluiten van de AC.
• AC-in
De AC-ingangskabel moet zijn aangesloten op het klemmenblok ‘AC–in’.
Van links naar rechts: ‘PE’ (aarde), ‘L’ (fase) en ‘N’ (nul).
Dit product kan een gelijkstroom in de externe aardingsgeleider veroorzaken. Als een aardlekschakelaar of
aardlekbeveiliging wordt gebruikt voor ter bescherming in geval van direct of indirect contact, is alleen een
aardlekschakelaar of aardlekbeveiliging van type B toegestaan aan de voedingszijde van dit product.
De AC-ingang moet zijn beveiligd met een klasse A zekering of magnetische contactverbreker voor 50A of minder en de
doorsnede van de kabel moet hieraan zijn aangepast. Als de ingangswisselspanning lager ligt, moeten de zekering of
magnetische contactverbreker hieraan worden aangepast.
• AC-out-1
De AC-uitgangskabel kan direct worden aangesloten op het klemmenblok ‘AC-out’.
Van links naar rechts: ‘L’ (fase) ‘N’ (nul) en ‘PE’ (aarde).
Met de PowerAssist-functie kan de Multi tot 3kVA (dat is 3000 / 230 = 13A) bij piekvermogensbehoefte aan de uitgang toevoegen.
Samen met een maximale ingangsstroom van 50A betekent dit dat de uitgang tot 50 + 13 = 63A kan leveren.
Een aardlekschakelaar en een zekering of contactverbreker passend bij de verwachte belasting moet in serie worden
opgenomen in het uitgangsvermogen en de doorsnede van de kabel moet hieraan worden aangepast. Het maximaal
toelaatbare vermogen van de zekering of contactverbreker is 63A.
• AC-out-2
Zie paragraaf 4.3.1.
10
4.4 Optionele aansluitingen
Er zijn meerdere aansluitmogelijkheden:
4.4.1 Tweede accu
De MultiGrid heeft een aansluiting voor het opladen van een startaccu. Zie voor de aansluiting bijlage A.
4.4.2 Spanningsdetectie
Voor het compenseren van eventuele kabelverliezen tijdens het opladen kunnen twee detectiedraden worden aangesloten, waarmee de
spanning direct op de accu of op de plus- en min-verdeelpunten gemeten kan worden. Gebruik hiervoor een draad met een doorsnede
van 0,75 mm².
De MultiGrid zal tijdens het opladen van de accu het spanningsverlies over de DC-kabels compenseren tot max. 1 Volt (dat wil zeggen
1V over de plusaansluiting en 1V over de minaansluiting). Als het spanningsverlies groter dan 1V dreigt te worden, wordt de laadstroom
zodanig beperkt dat het spanningsverlies beperkt blijft tot 1V.
4.4.3 Temperatuursensor
De meegeleverde temperatuursensor kan worden gebruikt voor temperatuurgecompenseerd laden (zie bijlage A). De sensor is
geïsoleerd en moet op de minpool van de accu's worden gemonteerd.
4.4.4 Afstandsbediening
Het apparaat kan op twee manieren op afstand worden bediend.
• Met een externe schakelaar (aansluitklem H, zie bijlage A). Werkt alleen als de schakelaar op de MultiGrid op ‘on’ wordt gezet.
• Met een Multi Control-paneel (verbonden met één van de twee RJ48-stekkerbussen B, zie bijlage A). Werkt alleen als de
schakelaar op de MultiGrid op ‘on’ is gezet.
Er kan maar één afstandsbediening worden aangesloten, dat wil zeggen of een schakelaar of een Multi Control-paneel.
4.4.5. Programmeerbare relais
Dit model is voorzien van 3 programmeerbare relais.
Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat.
4.4.6 Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten
Dit model is voorzien van 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten.
Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een lithiumionaccu.
4.4.7 AC-hulpuitgang (AC-out-2)
Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang is er een tweede uitgang (AC-out-2) beschikbaar die de belasting ontkoppelt als de accu
in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler of airco die enkel mag werken als het aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is.
Als de accu werkt wordt de AC-out-2 onmiddellijk uitgeschakeld. Als er AC-voeding beschikbaar is, wordt de AC-out-2 opnieuw
gekoppeld met een vertraging van 2 minuten, zodat een aggregaat kan worden gestabiliseerd voordat er een zware belasting wordt
aangesloten.
4.4.8 Parallelle aansluiting
De MultiGrid kan parallel worden geschakeld met meerdere identieke apparaten. Hiervoor wordt een verbinding tussen de apparaten
gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels. Het systeem (één of meerdere MultiGrid-units plus een optioneel
bedieningspaneel) moet daarna worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5).
Bij het parallel schakelen van MultiGrid-units moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
• Maximaal zes parallel geschakelde units.
• Alleen identieke apparaten mogen parallel worden geschakeld.
• De DC-aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben.
• Als een plus- en min-DC-verdeelpunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de accu’s en het DC-verdeelpunt minstens gelijk
zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het verdeelpunt en de MultiGrid-units.
• Plaats de MultiGrid-units dicht bij elkaar, maar zorg voor minimaal 10cm ventilatieruimte onder, boven en aan de zijkant van de units.
• De UTP-kabels moeten direct van de ene unit op de andere worden aangesloten (en op het afstandspaneel). Er mag geen gebruik gemaakt worden
van aansluit-/verdeeldozen.
• Op slechts één unit in het systeem hoeft een accutemperatuursensor te worden aangesloten. Als de temperatuur van meerdere accu’s moet worden
gemeten, kunt u ook de sensoren van andere MultiGrid-units in het systeem aansluiten (max. 1 sensor per MultiGrid). De temperatuurcompensatie
tijdens het opladen van de accu reageert dan op de sensor die de hoogste temperatuur meet.
• De spanningssensor moet worden aangesloten op de master (zie paragraaf 5.5.1.4).
• Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem worden aangesloten.
4.4.9 Driefase-configuratie
De MultiGrid kan ook worden gebruikt in een 3-fase wye (Y)configuratie. Hiervoor wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt
met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels (dezelfde als voor parallelle schakeling). Het systeem (MultiGrid-units plus een optioneel
controlepaneel) dient daarna te worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5).
Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.8.
Opmerking: de MultiGrid is niet geschikt voor 3-fase delta (Δ) configuratie.
11
EN NL FR DE ES SE Appendix
5. Configuratie
• Instellingen mogen alleen worden gewijzigd door een gekwalificeerde
elektrotechnicus.
• Lees de aanwijzingen grondig door voordat u wijzigingen doorvoert.
• Tijdens het instellen van de lader moet de AC-ingang worden verwijderd.
5.1 Standaardinstellingen: klaar voor gebruik
De MultiGrid wordt geleverd met standaardfabrieksinstellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt voor toepassing van 1 apparaat.
Waarschuwing: het is mogelijk dat de standaard acculaadspanning niet geschikt is voor uw accu’s! Raadpleeg de
documentatie van de fabrikant of vraag advies bij uw acculeverancier!
MultiGrid-standaardfabrieksinstellingen
Frequentie omvormer 50 Hz
Ingangsfrequentiebereik 45 – 65 Hz
Ingangsspanningsbereik 180 – 265 VAC
Omvormerspanning 230 VAC
Standalone / parallel / 3-fase standalone
AES (Automatic Economy Switch) uit
Aardrelais aan
Lader aan/uit aan
Acculaadkarakteristiek viertraps adaptief met BatterySafe-modus
Laadstroom 75% van de maximale laadstroom
Accutype Victron Gel Deep Discharge (ook geschikt voor Victron AGM Deep Discharge)
Automatisch egalisatie laden uit
Absorptiespanning 14,4 / 28,8 / 57,6V
Absorptietijd tot 8 uur (afhankelijk van bulkladingstijd)
Druppelladingsspanning 13,8 / 27,6 / 55,2V
Opslagspanning 13,2 / 26,4 / 52,8V (niet instelbaar)
Herhaalde absorptietijd 1 uur
Absorptieherhalingsinterval 7 dagen
Bulkbeveiliging aan
AC-ingangsstroomlimiet 50A (= regelbare stroomlimiet voor PowerControl- en PowerAssist-functies)
UPS-functie aan
Dynamische stroombegrenzer uit
Zwakke AC uit
BoostFactor 2
Programmeerbaar relais alarmfunctie
Hulpuitgang 16A
PowerAssist aan
5.2 Uitleg bij de instellingen
Hieronder volgt een korte uitleg bij de instellingen die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie vindt u in de help-bestanden van de
softwareconfiguratieprogramma’s (zie paragraaf 5.3).
Frequentie omvormer
Uitgangsfrequentie als er geen AC op de ingang aanwezig is.
Instelbaar: 50 Hz; 60 Hz
Ingangsfrequentiebereik
Ingangsfrequentiebereik dat door de MultiGrid wordt geaccepteerd. De MultiGrid synchroniseert binnen dit bereik met de AC-
ingangsfrequentie. De frequentie op de uitgang is dan gelijk aan de frequentie op de ingang.
Instelbaar: 45 – 65 Hz; 45 – 55 Hz; 55 – 65 Hz
Ingangsspanningsbereik
Spanningsbereik dat door de MultiGrid wordt geaccepteerd. De MultiGrid synchroniseert binnen dit bereik met de AC-ingangsspanning.
De spanning op de uitgang is dan gelijk aan de spanning op de ingang.
Instelbaar: Ondergrens: 180 – 230V
Bovengrens: 230 – 270V
Opmerking: De fabrieksinstelling voor de ondergrens van 180V is bedoeld voor aansluiting op een instabiele netspanning of een
generator met instabiel AC-uitgangsspanning. Deze instelling kan leiden tot uitschakeling van het systeem als dit is aangesloten op een
‘borstelloze, zelfbekrachtigde, extern spanningsgeregelde, synchrone wisselstroomgenerator’ (synchrone generator met automatische
spanningsregelaar). De meeste generatoren met een vermogen van 10kVA of meer zijn synchrone generatoren met automatische
spanningsregelaar. De uitschakeling vindt plaats als de generator wordt gestopt en langzamer gaat draaien, terwijl de generator met
automatische spanningsregelaar tegelijkertijd ‘probeert’ om de uitgangsspanning van de generator op 230V te houden.
De oplossing is om de ondergrens te verhogen naar 210VAC (generatoren met automatische spanningsregelaar hebben over het
algemeen een zeer stabiele uitgangspanning) of om de Multi(s) los te koppelen van de generator als een generatorstopsignaal wordt
afgegeven (met behulp van een in serie met de generator geïnstalleerde AC-schakelaar).
12
Omvormerspanning
Uitgangsspanning van de MultiGrid bij accubedrijf.
Instelbaar: 210 – 245V
Standalone / parallel bedrijf / 2-3-fase-instelling
Met meerdere apparaten is het mogelijk om:
• het totale omvormervermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel geschakeld)
• een 3-fasesysteem te maken door te stapelen (enkel voor MultiGrid-units met een uitgangsspanning van 120V)
• een 3-fasesysteem te maken met een aparte autotransformator: zie datasheet en handleiding van de VE-autotransformator
• een 3-fasesysteem te maken
De standaardproductinstellingen zijn voor autonoom bedrijf. Zie voor parallel, driefase- of éénfasebedrijf paragraaf 5.3, 5.4 en 5.5.
AES (Automatic Economy Switch)
Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting verlaagd met ca. 20% door de
sinusspanning iets te 'versmallen'. Enkel van toepassing in standalone-configuratie.
Search Mode (zoekmodus)
In plaats van de AES-modus kan ook de search mode (enkel met behulp van VEConfigure) worden gekozen.
Als de 'search mode' is ingeschakeld, wordt het stroomverbruik bij nullast verlaagd met ca. 70%. De 'search mode' houdt in dat de
MultiGrid wordt uitgeschakeld als er geen belasting is of als deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de MultiGrid even inschakelen. Als
de uitgangsstroom een ingesteld niveau overschrijdt, blijft de omvormer werken. Zo niet, dan gaat de omvormer weer uit.
De belastingsniveaus ‘uitschakeling’ en ‘ingeschakeld blijven’ van de zoekmodus kunnen met VEConfigure worden ingesteld.
De fabrieksinstelling is:
Uitschakelen: 40 watt (lineaire belasting)
Inschakelen: 100 watt (lineaire belasting)
Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Enkel van toepassing in standalone-configuratie.
Aardrelais (zie bijlage B)
Met dit relais wordt de nulleider van de AC-uitgang met het frame geaard als het terugleverveiligheidsrelais open is. Dit om de correcte
werking van aardlekschakelaars in de uitgang veilig te stellen.
Acculaadalgoritme
De standaardinstelling is ‘viertraps adaptief met BatterySafe-modus’. Zie hoofdstuk 2 voor een beschrijving.
Dit is het aanbevolen laadalgoritme. Zie de helpbestanden van de softwareconfiguratieprogramma’s voor andere mogelijkheden.
De ‘vaste’ modus kan worden geselecteerd met DIP-schakelaars.
Accutype
De standaardinstelling is het meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200 en stationaire buisjesplaataccu’s
(OPzS). Deze instelling kan ook voor vele andere accu’s worden gebruikt: bv. Victron AGM Deep Discharge en andere AGM-accu’s en
vele soorten open vlakke-plaataccu’s. Met DIP-schakelaars kunnen vier laadspanningen worden ingesteld.
Met VEConfigure kan het laadalgoritme worden aangepast, zodat elk type accu (nikkelcadmiumaccu's, lithiumionaccu's) kan worden
opgeladen.
Absorptietijd
In de standaardinstelling ‘viertraps adaptief met BatterySafe-modus’ is de absorptietijd afhankelijk van de bulktijd (adaptieve
laadkarakteristiek), zodat de accu optimaal wordt opgeladen.
Als het ‘vaste’ laadalgoritme wordt gekozen, staat de absorptietijd vast. Voor de meeste accu’s is een maximale absorptietijd van 8 uur
geschikt. Als voor snelladen een extra hoge absorptiespanning is gekozen (kan alleen bij natte open accu’s!), wordt de voorkeur
gegeven aan 4 uur. Met DIP-schakelaars kan een tijd van acht of vier uur worden ingesteld.
Automatische egalisatielading
Deze instelling is bedoeld voor natte buisjesplaattractie- of OpzS-accu's. Bij deze instelling wordt de maximale absorptiespanning
verhoogd tot 2,83V/cel (34V voor een 24V-accu) nadat tijdens absorptieladen de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de
ingestelde maximumstroom.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Zie ’tubular plate traction battery charge curve’ (laadkarakteristiek van buisjesplaattractieaccu's) in VEConfigure.
Opslagspanning, herhaalde absorptietijd, absorptieherhalingsinterval
Zie hoofdstuk 2. Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Bulkbeveiliging
Als deze instelling op ‘on’ staat, wordt de bulklaadtijd beperkt tot max. 10 uur. Een langere laadtijd zou kunnen duiden op een
systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten accucel). Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
13
EN NL FR DE ES SE Appendix
AC-ingangsstroomlimiet
Dit is de instelling van de stroomlimiet, waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden.
PowerAssist-instellingsbereik: van 5,3A tot 50A
Fabrieksinstellingen: de maximumwaarde (50A).
Zie hoofdstuk 2, het boek ‘Altijd Stroom’ of de vele beschrijvingen van deze unieke functie op onze website www.victronenergy.com.
UPS-functie
Als deze instelling op ‘on’ staat en de wisselspanning op de ingang wegvalt, schakelt de MultiGrid praktisch zonder onderbreking over
naar omvormerbedrijf. De MultiGrid kan dan worden gebruikt als Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije voeding) voor
gevoelige apparatuur, zoals computers of communicatiesystemen.
De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor gebruik van deze instelling - de MultiGrid zou
voortdurend overschakelen naar omvormerbedrijf. Daarom kan ervoor gekozen worden om deze instelling uit te schakelen. De MultiGrid
reageert dan minder snel op afwijkingen in de ingangswisselspanning. Hierdoor wordt de omschakeltijd naar omvormerbedrijf wat
langer, maar de meeste apparatuur (de meeste computers, klokken of huishoudelijke apparatuur) ondervindt hier geen hinder van.
Advies: UPS-functie uitschakelen als de MultiGrid niet synchroniseert of voortdurend terugschakelt naar omvormerbedrijf.
Dynamische stroombegrenzer
Bedoeld voor aggregaten, waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een statische omvormer (zogenaamde
‘omvormer’-aggregaten). In deze aggregaten wordt het motortoerental verlaagd bij lage belasting: dat beperkt lawaai, brandstofverbruik
en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt bij een plotselinge verhoging van de
belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat de motor op toeren is.
Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, zal de MultiGrid beginnen met het leveren van extra vermogen op een laag
aggregaatuitgangsvermogen en langzaam meer leveren tot de ingestelde stroomlimiet is bereikt. Hierdoor krijgt de motor van het
aggregaat de tijd om op toeren te komen.
Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ aggregaten die traag reageren op plotselinge belastingvariaties.
WeakAC
Sterke vervorming van de ingangsspanning kan tot gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks werkt. Als WeakAC (lage
wisselspanning) wordt ingesteld, accepteert de lader ook een sterk vervormde spanning, ten koste van meer vervorming van de
opgenomen stroom.
Advies: WeakAC inschakelen als de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens zelden voor!). Zet tegelijk ook de ’dynamische
stroombegrenzer’ aan en reduceer desnoods de maximale laadstoom om overbelasting van het aggregaat te voorkomen.
Opmerking: als WeakAC is ingeschakeld, wordt de maximale laadstroom met ongeveer 20% verminderd.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
BoostFactor
Wijzig deze instelling alleen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy getrainde installateur!
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Programmeerbare relais
De MultiGrid is voorzien van drie programmeerbare relais. De relais kunnen echter voor allerlei andere toepassingen worden
geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat.
AC-hulpuitgang (AC-out-2)
Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang, is er een tweede uitgang (AC-out-2) beschikbaar die de belasting ontkoppelt als de accu
in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler of airco die enkel mag werken als het aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is.
Als de accu werkt, wordt de AC-out-2 onmiddellijk uitgeschakeld. Als er AC-voeding beschikbaar is, wordt de AC-out-2 opnieuw
gekoppeld met een vertraging van 2 minuten, zodat een aggregaat kan worden gestabiliseerd voordat er een zware belasting wordt
aangesloten.
14
5.3 Configuratie via de pc
Alle instellingen kunnen worden gewijzigd via een pc of met een VE.Net-paneel (behalve bij de multifunctionele relais en de
VirtualSwitch bij gebruik van VE.Net).
De meest algemene instellingen kunnen worden gewijzigd via de DIP-schakelaars (zie paragraaf 5.5).
OPMERKING:
Deze handleiding is bedoeld voor producten met firmware xxxx400 of hoger (waarbij x staat voor een willekeurig getal)
Het firmwarenummer is te vinden op de microprocessor, na het verwijderen van het voorpaneel.
Oudere eenheden, waarvan het 7-cijferige nummer begint met 26 of 27, kunnen worden geüpdate. Begint het nummer met 19 of 20 dan
heeft u een oude microprocessor en is het niet mogelijk om deze te updaten naar 400 of hoger.
Voor het wijzigen van instellingen via de pc heeft u het volgende nodig:
• VEConfigure3-software: kan gratis worden gedownload op www.victronenergy.com.
• Een MK3-USB (VE.Bus naar USB) interface
Als alternatief kan de MK2.2b interface (VE.Bus naar RS232) gebruikt worden (RJ45 UTP kabel is dan nodig).
5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup
VE.Bus Quick Configure Setup is een softwareprogramma, waarmee systemen met maximaal 3 Multi-units (parallel- of
driefasebedrijf) op eenvoudige wijze kunnen worden geconfigureerd.
U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com.
5.3.2 VE.Bus System Configurator
Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 of meer Multi-units moet de software VE.Bus System
Configurator worden gebruikt. U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com.
5.4 Configuratie met een VE.Net-paneel
Hiervoor hebt u een VE.Net-paneel en de ‘VE.Net-naar-VE.Bus-omvormer’ nodig.
Met VE.Net zijn alle parameters toegankelijk, met uitzondering van de multifunctionele relais en de VirtualSwitch.
15
EN NL FR DE ES SE Appendix
5.5 Configuratie met DIP-schakelaars
Een aantal instellingen kan worden gewijzigd met DIP-schakelaars (zie bijlage A, positie M).
Opmerking: Let er bij het wijzigen van de instellingen met DIP-schakelaars in een parallel of éénfase-/3-fasesysteem op dat niet alle
instellingen bij alle Multi-units van toepassing zijn. Dit, omdat sommige instellingen worden voorgeschreven door de Master of Leader.
Sommige instellingen zijn alleen relevant in de Master/Leader (d.w.z. deze zijn niet relevant in een slave of in een volger). Andere
instellingen zijn niet relevant voor slaves, maar wel relevant voor volgers.
Opmerking m.b.t. de gebruikte terminologie:
Een systeem, waarin meer dan één Multi wordt gebruikt om een enkele AC-fase te creëren, wordt een parallel systeem genoemd. In dit
geval zal één van de Multi's de hele fase regelen, deze wordt de master genoemd. De anderen, slaves genoemd, luisteren naar de
master om hun actie te bepalen.
Het is ook mogelijk om meer AC-fases (éénfase of 3-fase) met 2 of 3 Multi-units te creëren. In dat geval wordt de Multi in fase L1 de
Leader genoemd. De Multi's in fase L2 (en L3 indien beschikbaar) genereren dezelfde AC-frequentie, maar volgen L1 met een vaste
fasewissel. Deze Multi's worden volgers genoemd.
Als meer Multi's per fase worden gebruikt in een éénfase of 3-fasesysteem (bijvoorbeeld 6 Multi's worden gebruikt om een 3-
fasesysteem te bouwen met 2 Multi's per fase), is de Leader van het systeem ook de Master van fase L1. De volgers in fase L2 en L3
nemen ook de rol van Master op zich in fase L2 en L3. Alle anderen zijn dan slaves.
Het instellen van een parallel of éénfase/3-fasesysteem dient door software te gebeuren, zie paragraaf 5.3.
TIP: Als u zich niet wilt bezighouden of een Multi nu master, slave of volger is, is de eenvoudigste en meest directe manier om alle
instellingen op alle Multi's hetzelfde te doen.
Algemene procedure:
Schakel de Multi in, bij voorkeur zonder belasting en zonder wisselspanning op de ingangen. De Multi werkt dan in omvormerbedrijf.
Stap 1: Stel de DIP-schakelaars in voor:
- De vereiste stroomlimiet van de AC-ingang (niet van toepassing voor slaves)
- AES (Automatic Economy Switch) (alleen van toepassing voor systemen met 1 Multi per fase)
- Beperking van de laadstroom (alleen van toepassing voor Master/Leader)
Houd de knop 'Up' 2 seconden lang ingedrukt (bovenste knop rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie K) om de
instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld. U kunt nu de DIP-schakelaars weer gebruiken om de resterende
instellingen toe te passen (stap 2).
Stap 2: overige instellingen, stel de DIP-schakelaars in voor:
- Laadspanningen (alleen van toepassing voor Master/Leader)
- Absorptietijd (alleen van toepassing voor Master/Leader)
- Adaptief opladen (alleen van toepassing voor Master/Leader)
- Dynamische stroombegrenzer (niet van toepassing voor slaves)
- UPS-functie (niet van toepassing voor slaves)
- Omvormerspanning (niet van toepassing voor slaves)
- Omvormerfrequentie (alleen van toepassing voor Master/Leader)
Houd de knop 'Down' 2 seconden lang ingedrukt (onderste knop rechts van de DIP-schakelaars) om de instellingen op te slaan nadat
de DIP-schakelaars in de stand positie zijn gezet. U kunt de DIP-schakelaars nu in de gekozen stand laten staan, zodat u de ’overige
instellingen’ altijd terug kunt vinden.
Opmerkingen:
- De DIP-schakelaarfuncties worden beschreven van boven naar beneden. Omdat de bovenste DIP-schakelaar het hoogste nummer (8)
heeft, starten de beschrijvingen met schakelaar nummer 8.
- In parallelle of éénfase/3-fasesystemen moet deze procedure worden herhaald voor alle Multi's.
Gedetailleerde instructie:
5.5.1 Stap 1
5.5.1.1 Stroombegrenzing AC-ingang
(fabrieksinstelling: 50A)
Als de door de Multi opgenomen AC-ingangsstroom (door de aangesloten belastingen en de acculader) stijgt en de AC-
ingangsstroomlimiet bijna gaat overschrijden, zal de Multi eerst de eigen laadstroom verlagen (PowerControl) en vervolgens, indien
nodig, extra vermogen leveren via de accu (PowerAssist). Op deze manier zal de Multi proberen om te voorkomen dat de
ingangsstroom de ingestelde limiet overschrijdt.
De AC-ingangsstroomlimiet kan via de DIP-schakelaars worden ingesteld op acht verschillende waarden.
Met het Multi Control-paneel kan een variabele stroomlimiet worden ingesteld voor de AC-ingangsspanning.
16
Procedure
De AC-ingangsstroomlimiet kan worden ingesteld met de DIP-schakelaars ds8, ds7 en ds6 (fabrieksinstelling: 50A).
Procedure: stel de DIP-schakelaars in op de vereiste waarde:
ds8 ds7 ds6
off off off = 6A (1,4kVA bij 230V)
off off on = 10A (2,3kVA bij 230V)
off on off = 12A (2,8kVA bij 230V)
off on on = 16A (3,7kVA bij 230V)
on off off = 20A (4,6kVA bij 230V)
on off on = 25A (5,7kVA bij 230V)
on on off = 30A (6,9kVA bij 230V)
on on on = 50A (11,5kVA bij 230V)
Opmerking: Het door de fabrikant opgegeven continu vermogen van kleine aggregaten is soms aan de zeer optimistische kant.
De stroomgrens moet dan veel lager worden ingesteld dan uit de gegevens van de fabrikant blijkt.
5.5.1.2 AES (Automatic Economy Switch)
Procedure: stel ds5 in op de vereiste waarde:
ds5
off = AES uit
on = AES aan
Opmerking: De AES-optie is alleen effectief als de unit standalone wordt gebruikt.
5.5.1.3 Begrenzing acculaadstroom (standaardinstelling 75%)
Voor een lange levensduur dient bij loodzuuraccu's een laadstroom van 10% tot 20% van de capaciteit in Ah te worden toegepast.
Voorbeeld: optimale laadstroom van een 24V/500Ah-accubank: 50A tot 100A.
De meegeleverde temperatuursensor past automatisch de laadspanning aan aan de accutemperatuur.
Als een snellere lading – en dus een hogere stroom – is vereist:
- De meegeleverde temperatuursensor dient altijd te worden geplaatst, omdat snel opladen kan leiden tot een flinke temperatuurstijging
van de accubank. De laadspanning zal worden aangepast aan de hogere temperatuur (d.w.z. worden verlaagd) door de
temperatuursensor.
- De bulkladingstijd zal soms zo kort zijn dat een vaste absorptietijd meer voldoening brengt (voor ‘vaste’ absorptietijd zie ds5, stap 2).
Procedure
De acculaadstroom kan worden ingesteld in vier stappen, met de DIP-schakelaars ds4 en ds3 (fabrieksinstelling: 75%).
ds4 ds3
off off = 25%
off on = 50%
on off = 75%
on on = 100%
Opmerking: als WeakAC is ingeschakeld, wordt de maximale laadstroom verlaagd van 100% naar ongeveer 80%.
5.5.1.4 DIP-schakelaars ds2 en ds1 worden niet gebruikt tijdens stap 1.
17
EN NL FR DE ES SE Appendix
5.5.1.5 Voorbeelden
Voorbeelden van instellingen:
DS-8 AC-ingang
on
DS-7 AC-ingang
on
DS-6 AC-ingang
on
DS-5 AES
off
DS-4 laadstroom
on
DS-3 laadstroom
off
DS-2 n.v.t.
off
DS-1 n.v.t.
off
DS-8
on
DS-7
on
DS-6
on
DS-5
off
DS-4
on
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
DS-8
off
DS-7
on
DS-6
on
DS-5
off
DS-4
on
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
DS-8
on
DS-7
on
DS-6
off
DS-5
on
DS-4
off
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
Stap 1, voorbeeld 1
(fabrieksinstelling):
8, 7, 6 AC-in: 50A
5 AES: off
4, 3 laadstroom: 75%
2, 1 n.v.t.
Stap 1, voorbeeld 2:
8, 7, 6 AC-in: 50A
5 AES: off
4, 3 laden: 100%
2, 1 n.v.t.
Stap 1, voorbeeld 3:
8, 7, 6 AC-in: 16A
5 AES: off
4, 3 laden: 100%
2, 1 n.v.t.
Stap 1, voorbeeld 4:
8, 7, 6 AC-in: 30A
5 AES: on
4, 3 laden: 50%
2, 1 n.v.t.
Om de instellingen op te slaan nadat de DIP-schakelaars zijn ingesteld op de vereiste waarden: houd de knop 'Up' 2 seconden lang
ingedrukt (bovenste knop rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie J). De LEDs 'overbelasting' en 'accu bijna leeg' gaan
knipperen om aan te geven dat de instellingen zijn geaccepteerd.
Wij adviseren om de instellingen te noteren en deze notitie op een veilige plek te bewaren.
De DIP-schakelaars kunnen nu worden gebruikt om de resterende instellingen toe te passen (stap 2).
5.5.2 Stap 2: Overige instellingen
De resterende instellingen zijn niet van toepassing voor slaves.
Enkele van de resterende instellingen zijn niet van toepassing voor volgers (L2, L3). Deze instellingen worden door de Leader L1 aan
het hele systeem opgelegd. Als een instelling voor L2-, L3-apparaten niet van toepassing is, wordt dit uitdrukkelijk vermeld.
ds8-ds7: Instelling van de laadspanningen (niet van toepassing voor L2, L3)
ds8-ds7
Absorptie-
spanning
Druppellaad-
spanning
Opslag-
spanning
Geschikt voor
off off
14,1
28,2
56,4
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
Gel Victron Long Life (OPzV)
Gel Exide A600 (OPzV)
Gel MK-accu
off on
14,4
28,8
57,6
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
Gel Victron Deep Discharge
Gel Exide A200
AGM Victron Deep Discharge
Vaste buisjesplaataccu (OPzS)
on off
14,7
29,4
58,8
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
AGM Victron Deep Discharge
Buisjesplaat- of OPzS-accu’s in
semi-druppelmodus
AGM spiraalcelaccu's
on on
15,0
30,0
60,0
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
Buisjesplaattractie-accu’s of
OPzS-accu’s in cyclische modus
ds6: absorptietijd 8 of 4 uur (n.v.t. voor L2, L3) on = 8 uur off = 4 uur
ds5: adaptief laadalgoritme (n.v.t. voor L2, L3) on = actief off = inactief
(inactief = vaste absorptietijd)
ds4: dynamische stroombegrenzer on = actief off = inactief
ds3: UPS-functie on = actief off = inactief
ds2: omvormerspanning on = 230V off = 240V
ds1: omvormerfrequentie (n.v.t. voor L2, L3) on = 50 Hz off = 60 Hz
(het brede ingangsfrequentiebereik (45-55 Hz) staat standaard op 'on')
Opmerking:
- Als het ‘adaptieve laadalgoritme’ op 'on' staat, stelt ds6 de maximale absorptietijd in op 8 uur of 4 uur.
- Als het ‘adaptieve laadalgoritme’ op 'off' staat, wordt de absorptietijd door ds6 (vast) ingesteld op 8 uur of 4 uur.
18
Stap 2: Voorbeeldinstellingen
Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (omdat de fabrieksinstellingen worden ingevoerd via de pc worden alle DIP-schakelaars van een
nieuw product op ‘off’ gezet en vertegenwoordigen deze niet de daadwerkelijke instellingen in de microprocessor.).
DS-8 laadspanning
off
DS-7 laadspanning
on
DS-6 absorptietijd
on
DS-5 adaptief laden
on
DS-4 dyn.
stroombegr.
off
DS-3 UPS-functie:
on
DS-2 spanning
on
DS-1 frequentie
on
DS-8
off
DS-7
off
DS-6
on
DS-5
on
DS-4
off
DS-3
off
DS-2
on
DS-1
on
DS-8
on
DS-7
off
DS-6
on
DS-5
on
DS-4
on
DS-3
off
DS-2
off
DS-1
on
DS-8
on
DS-7
on
DS-6
off
DS-5
off
DS-4
off
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
Stap 2
Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling):
8, 7 GEL 14,4V
6 Absorptietijd: 8 uur
5 Adaptief laden: aan
4 Dynamische stroombegr.: uit
3 UPS-functie: aan
2 Spanning: 230V
1 Frequentie: 50 Hz
Stap 2
Voorbeeld 2:
8, 7 OPzV 14,1V
6 Abs.tijd: 8 uur
5 Adap. laden: aan
4 Dyn. stroombegr.: uit
3 UPS-functie: uit
2 Spanning: 230V
1 Frequentie: 50 Hz
Stap 2
Voorbeeld 3:
8, 7 AGM 14,7V
6 Abs.tijd: 8 uur
5 Adap. laden: aan
4 Dyn. stroombegr.: aan
3 UPS-functie: uit
2 Spanning: 240V
1 Frequentie: 50 Hz
Stap 2
Voorbeeld 4:
8, 7 buisjesplaat 15V
6 Abs.tijd: 4 uur
5 Vaste abs.tijd
4 Dyn. stroombegr.: uit
3 UPS-functie: aan
2 Spanning: 240V
1 Frequentie: 60 Hz
Om de instellingen op te slaan nadat de DIP-schakelaars zijn ingesteld op de vereiste waarden: houd de knop 'Down' 2 seconden lang
ingedrukt (onderste knop rechts van de DIP-schakelaars). De LEDs 'temperatuur' en 'accu bijna leeg' gaan knipperen om aan te
geven dat de instellingen zijn geaccepteerd.
De DIP-schakelaars kunnen in de gekozen stand worden gelaten, zodat de ’overige instellingen’ altijd weer terug te vinden zijn.
19
EN NL FR DE ES SE Appendix
6. Onderhoud
De MultiGrid vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat om alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom vocht en
olie/roet/dampen en houd het apparaat schoon.
7. Storingsaanduidingen
Via de onderstaande procedures kunnen de meeste fouten snel worden geïdentificeerd. Als u een fout niet kunt oplossen, neem dan
contact op met uw Victron Energy-leverancier.
7.1 Algemene storingsaanduidingen
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Geen uitgangsspanning op
AC-out-2.
Multi in omvormermodus
Multi schakelt niet over op
aggregaat of netvoeding.
Contactverbreker of zekering in
de AC-in-ingang is open door
overbelasting.
Overbelasting of kortsluiting bij
AC-out-1 of AC-out-2
verwijderen en
zekering/contactverbreker
resetten.
Omvormerbedrijf niet
gestart als ingeschakeld.
De accuspanning is veel te hoog
of te laag. Geen spanning op
DC-aansluiting.
Zorg dat de accuspanning
binnen het juiste bereik ligt.
De LED ‘accu bijna leeg’
knippert.
De accuspanning is laag.
Laad de accu op of controleer
de accu-aansluitingen.
De LED ‘accu bijna leeg’
brandt.
De omvormer schakelt uit, omdat
de accuspanning te laag is.
Laad de accu op of controleer
de accu-aansluitingen.
De LED ‘overbelasting’
knippert.
De omvormerbelasting is hoger
dan de nominale belasting.
Verlaag de belasting.
De LED ‘overbelasting’
brandt.
De omvormer is uitgeschakeld
door een veel te hoge belasting.
Verlaag de belasting.
De LED ‘temperatuur’
knippert of brandt.
De omgevingstemperatuur is
hoog of de belasting is te hoog.
Plaats de omvormer in een
koele en goed geventileerde
omgeving of verlaag de
belasting.
De LEDs ‘accu bijna leeg’
en ‘overbelasting’ knipperen
afwisselend.
Lage accuspanning en veel te
hoge belasting.
Laad de accu's, koppel de
belasting los of verlaag deze
of plaats accu's met een
grotere capaciteit. Monteer
kortere en/of dikkere
accukabels.
De LEDs ‘accu bijna leeg’
en ‘overbelasting’ knipperen
tegelijkertijd.
De rimpelspanning op de DC-
aansluiting overschrijdt 1,5Vrms.
Controleer de accukabels en
accu-aansluitingen. Controleer
of de accucapaciteit
voldoende hoog is en verhoog
deze, indien nodig.
De LEDs ‘accu bijna leeg’
en ‘overbelasting’ branden.
De omvormer is uitgeschakeld
door een veel te hoge
rimpelspanning op de ingang.
Plaats accu's met een grotere
capaciteit. Monteer kortere
en/of dikkere accukabels en
reset de omvormer
(uitschakelen en weer
inschakelen).
20
Eén alarm-LED
brandt en het
tweede knippert.
De omvormer is uitgeschakeld
doordat een alarm is geactiveerd
door een brandende LED. De
knipperende LED geeft aan dat de
omvormer door het alarm zou worden
uitgeschakeld.
Kijk in deze tabel voor de juiste
maatregelen m.b.t. deze
alarmtoestand.
De lader werkt niet.
De AC-ingangsspanning of -frequentie
ligt niet binnen het bereik.
Zorg ervoor dat de AC-
ingangsspanning tussen 185VAC en
265VAC ligt en dat de frequentie
binnen het bereik ligt
(fabrieksinstelling 45-65Hz).
Contactverbreker of zekering in de
AC-in-ingang is open door
overbelasting.
Overbelasting of kortsluiting bij AC-
out-1 of AC-out-2 verwijderen en
zekering/contactverbreker resetten.
De accuzekering is doorgebrand.
Vervang de accuzekering.
De vervorming van de AC-
ingangsspanning is te groot (normaal
gesproken aggregaatvoeding).
Schakel de instellingen WeakAC en
dynamische stroombegrenzer in.
De lader werkt niet.
De LED ‘Bulk’
knippert
De LED ‘Mains on’
brandt.
De MultiGrid bevindt zich in de modus
‘bulkbeveiliging’, dus de maximale
bulklaadtijd van 10 uur is overschreden.
Een dergelijk lange laadtijd zou kunnen
duiden op een systeemfout
(bijvoorbeeld een kortgesloten accucel).
Controleer uw accu's.
OPMERKING:
U kunt de foutmodus resetten door de
MultiGrid uit- en weer in te schakelen.
De standaardfabrieksinstelling van de
MultiGrid voor de modus
‘bulkbeveiliging’ is ingeschakeld. De
modus ‘bulkbeveiliging’ kan alleen
worden uitgeschakeld via
VEConfigure.
De accu wordt niet
volledig opgeladen.
De laadstroom is veel te hoog en start
zo een voortijdige absorptielading.
Stel de laadstroom in op een niveau
tussen 0,1 en 0,2 keer de
accucapaciteit.
Slechte accu aansluiting.
Controleer de accu aansluitingen.
De absorptiespanning is ingesteld op
een onjuist niveau (te laag).
Stel een juist niveau voor de
absorptiespanning in.
De druppellaadspanning is ingesteld op
een onjuist niveau (te laag).
Stel een juist niveau voor de
druppellaadspanning in.
De beschikbare oplaadtijd is te kort om
de accu volledig op te kunnen laden.
Kies een langere oplaadtijd of een
hogere laadstroom.
De absorptietijd is te kort. Bij adaptief
laden kan dit worden veroorzaakt door
een extreem hoge laadstroom ten
opzichte van de accucapaciteit, zodat
de bulkladingstijd te kort is.
Verlaag de laadstroom of kies de
‘vaste’ laadkarakteristieken.
De accu wordt
overladen.
De absorptiespanning is ingesteld op
een onjuist niveau (te hoog).
Stel een juist niveau voor de
absorptiespanning in.
De druppellaadspanning is ingesteld
op een onjuist niveau (te hoog).
Stel een juist niveau voor de
druppellaadspanning in.
Accu verkeert in slechte toestand.
Vervang de accu.
De accutemperatuur is te hoog (door
slechte ventilatie, veel te hoge
omgevingstemperatuur of veel te hoge
laadstroom).
Verbeter de ventilatie, plaats de
accu's in een koelere omgeving,
verlaag de laadstroom en sluit de
temperatuursensor aan.
De laadstroom
daalt naar 0 zodra
de absorptie-
ladingsfase wordt
gestart.
De accu is oververhit (>50°C)
─ Plaats de accu in een koelere
omgeving
─ Verlaag de laadstroom
─ Controleer of één van de
accucellen een interne
kortsluiting heeft
De accutemperatuursensor is defect
Koppel de temperatuursensorstekker
in de MultiGrid los. Als het opladen
weer goed werkt na ca. 1 minuut,
dient de temperatuursensor te
worden vervangen.
21
EN NL FR DE ES SE Appendix
7.2 Speciale LED-aanduidingen
(zie voor de normale LED-aanduidingen paragraaf 3.4)
De LEDs bulklading en absorptielading knipperen
synchroon (tegelijkertijd).
Storing spanningssensor. De spanning gemeten bij de spanningsdetectie-
aansluiting wijkt te veel af (meer dan 7V) van de spanning bij de positieve en
negatieve aansluiting van het apparaat. Het betreft waarschijnlijk een
aansluitfout.
Het apparaat blijft in normaal bedrijf.
OPMERKING: Als de LED ‘inverter on’ knippert in tegenfase, dan betreft dit
een VE.Bus-storingscode (zie onderstaand).
De LEDs absorptielading en druppellading
knipperen synchroon (tegelijkertijd).
De gemeten accutemperatuur heeft een uiterst onwaarschijnlijke waarde. De
sensor is waarschijnlijk defect of onjuist aangesloten. Het apparaat blijft in
normaal bedrijf.
OPMERKING: Als de LED ‘inverter on’ knippert in tegenfase, dan betreft dit
een VE.Bus-storingscode (zie onderstaand).
‘Mains on’ knippert en er is geen
uitgangsspanning.
Het apparaat bevindt zich in de modus ‘charger only’ en er is netvoeding
beschikbaar. Het apparaat weigert de netvoeding of is nog bezig met
synchroniseren.
7.3 VE.Bus LED-aanduidingen
Apparatuur, die is geïntegreerd in een VE.Bus-systeem (een parallel- of 3-faseconfiguratie) kan zogenaamde VE.Bus LED-
aanduidingen bieden. Deze LED-aanduidingen kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: OK-codes en storingscodes.
7.3.1 VE.Bus-OK-codes
Als de interne toestand van een apparaat is orde is, maar het apparaat nog niet kan worden gestart, omdat één of meer andere
apparaten in het systeem een storingsstatus aangeven, zullen de apparaten die in orde zijn een OK-code aangeven. Hierdoor is het
opsporen van storingen in een VE.Bus-systeem mogelijk, omdat apparaten die geen aandacht nodig hebben ook als zodanig kunnen
worden herkend.
Belangrijke aanwijzing: OK-codes worden alleen weergegeven als een apparaat zich niet in de omvormer- of oplaadmodus bevindt!
• Een knipperende LED ‘bulk’ geeft aan dat het apparaat kan omvormen.
• Een knipperende LED ‘float’ geeft aan dat het apparaat kan opladen.
OPMERKING: In principe moeten alle andere LEDs uit zijn. Als dat niet het geval is, is de code geen OK-code.
De volgende uitzonderingen zijn echter van toepassing:
• De bovenstaande speciale LED-aanduidingen kunnen samen met de OK-codes optreden.
• De LED ‘accu bijna leeg’ kan samen met de OK-code functioneren die aangeeft dat het apparaat kan opladen.
7.3.2 VE.Bus-storingscodes
Een VE.Bus-systeem kan verschillende storingscodes weergeven. Deze codes worden weergegeven met de LEDs ‘inverter on’, ‘bulk’,
‘absorption’ en ‘float’.
Om een VE.Bus-storingscode juist te kunnen interpreten, moet de volgende procedure worden gevolgd:
1. Het apparaat dient een storing te hebben (geen AC-uitgangsspanning).
2. Knippert de LED ‘inverter on’? Indien niet, dan is er geen VE.Bus-storingscode.
3. Als één of meer van de LEDs ‘bulk’, ‘absorption’ of ‘float’ knippert, dat dient dit knipperen in tegenfase van de LED ‘inverter
on’ te gebeuren, d.w.z. de knipperende LEDs zijn uit als de LED ‘inverter on’ aan is en omgekeerd. Is dit niet het geval, dan is
er geen VE.Bus-storingscode.
4. Controleer de LED ‘bulk’ en bepaal welke van de drie onderstaande tabellen gebruikt moet worden.
5. Kies de juiste kolom en rij (afhankelijk van de LEDs ‘absorption’ en ‘float’) en bepaal de storingscode.
6. Bepaal de betekenis van de code in onderstaande tabellen.
22
Aan alle onderstaande voorwaarden moet worden voldaan!:
1. Het apparaat heeft een storing! (Geen AC-uitgangsspanning)
2. Omvormer-LED knippert (tegengesteld tot de LEDs Bulk, Absorption of Float)
3. Tenminste één van de LEDs Bulk, Absorption en Float brandt of knippert
LED Bulk is uit LED Bulk knippert LED Bulk brandt
LED Absorption LED Absorption LED Absorption
uit
knippert
aan
uit
knippert
aan
uit
knippert
aan
LED Float
uit 0 3 6
LED Float
uit 9 12 15
LED Float
uit 18 21 24
knippert 1 4 7 knippert 10 13 16 knippert 19 22 25
aan 2 5 8 aan 11 14 17 aan 20 23 26
LED Bulk
LED Absorption
LED Float
Code Betekenis: Oorzaak / oplossing:
1
Het apparaat is uitgeschakeld, omdat
één van de andere fases in het systeem
is uitgeschakeld.
Controleer de falende fase.
3
Niet alle of meer dan de verwachte
apparaten zijn in het systeem
gevonden.
Het systeem is niet juist geconfigureerd. Configureer het systeem opnieuw.
Storing in de communicatiekabel. Controleer de kabels en schakel alle
apparatuur uit en daarna weer in.
4
Geen enkel ander apparaat
gedetecteerd.
Controleer de communicatiekabels.
5 Overspanning bij AC-uitgang. Controleer de AC-kabels.
10
Systeemtijdsynchronisatieprobleem
opgetreden.
Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden. Controleer de
communicatiekabels.
14
Apparaat kan geen gegevens
overdragen.
Controleer de communicatiekabels (er zou kortsluiting kunnen zijn ontstaan).
17
Eén van de apparaten heeft de rol van
‘master’ op zich genomen, omdat de
originele master heeft gefaald.
Controleer de falende unit. Controleer de communicatiekabels.
18 Overspanning is opgetreden. Controleer de AC-kabels.
22 Dit apparaat kan als ‘slave’ fungeren.
Dit apparaat is een verouderd en ongeschikt model. Het dient te worden
vervangen.
24 Overschakelsysteembeveiliging gestart.
Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden. Schakel alle
apparatuur uit en daarna weer in. Als het probleem opnieuw optreedt,
controleer dan de installatie.
Mogelijke oplossing: verhoog de ondergrens van de AC-
ingangsspanning naar 210VAC (fabrieksinstelling is 180VAC)
25
Firmware-incompatibiliteit. Eén van de
aangesloten apparaten heeft een te
oude firmware om met dit apparaat
samen te werken.
1) Schakel alle apparatuur uit.
2) Schakel het apparaat dat deze storing aangeeft in.
3) Schakel alle andere apparaten één voor één in tot de storingsmelding weer
optreedt.
4) Update de firmware in het laatste apparaat dat is ingeschakeld.
26 Interne fout.
Dient niet op te treden. Schakel alle apparatuur uit en daarna weer in. Neem
contact op met Victron Energy als het probleem blijft bestaan.
23
EN NL FR DE ES SE Appendix
8. Technische specificaties
MultiGrid
12/3000/120-50 230V 24/3000/70-50 230V 48/3000/35-50 230V
PowerControl / PowerAssist
Ja
AC-ingang
Ingangsspanningsbereik: 187-265 VAC Ingangsfrequentie: 45 – 65 Hz
Maximale doorvoerstroom (A) 50
Minimale AC-voedingsstroomcapaciteit voor
PowerAssist (A)
5,3
OMVORMER
Ingangsspanningsbereik (V DC)
9,5 – 17
19 – 33
38 – 66
Uitgang
(1)
Uitgangsspanning: 230 VAC ± 2% Frequentie
:
50 Hz ± 0,1%
Cont. uitgangsvermogen bij 25°C / 77°F (VA)
(3)
3000
3000
3000
Continu uitgangsvermogen bij 25°C / 77°F (W) 2400 2400 2400
Continu uitgangsvermogen bij 40°C / 104°F (W)
2200
2200
2200
Continu uitgangsvermogen bij 65°C / 150°F (W)
1700
1700
1700
Piekvermogen (W)
6000
6000
6000
Maximaal rendement (%)
93
94
95
Nullast (W)
20
20
25
Nullastvermogen in AES-modus (W)
15
15
20
Nullastvermogen in zoekmodus (W) 8 10 12
LADER
AC-ingang
Ingangsspanningsbereik: 187-265 VAC Ingangsfrequentie: 45 – 55 Hz
Vermogensfactor: 1
Laadspanning 'absorptielading' (V DC) 14,4 28,8 57,6
Laadspanning 'druppellading' (V DC) 13,8 27,6 55,2
Opslagmodus (V DC)
13,2
26,4
52,8
Laadstroom service-accu (A)
(4)
120
70
35
Laadstroom startaccu (A)
4 (alleen bij 12V- en 24V-modellen)
Accutemperatuursensor Ja
ALGEMEEN
Hulpuitgang
Max. 16A Schakelt uit als er geen externe AC-bron beschikbaar is
Programmeerbaar relais (5) Ja
Beveiligingen (2)
a - g
Algemene kenmerken
Bedrijfstemp.: -40 tot +65°C (-40 - 150°F (ventilatorkoeling)
Vochtigheidsgraad (geen condensvorming) : max. 95%
BEHUIZING
Algemene kenmerken
Materiaal en kleur: aluminium (blauw RAL 5012) Beschermklasse: IP 20,
verontreinigingsgraad 2, OVC3
Accu-aansluiting
M8 bouten (2 positieve en 2 negatieve aansluitingen)
230V AC-aansluitingen Schroefklemmen 13 mm² (6 AWG)
Gewicht (kg) 19
Afmetingen (hxbxd in mm)
362 x 258 x 218
NORMEN
Veiligheid
NEN-EN 60335-1, NEN-EN 60335-2-29, IEC 62109-1, IEC 62109-2
Emissie / immuniteit
NEN-EN 55014-1, NEN-EN 61000-3-3, NEN-EN 61000-6-3,
NEN-EN 61000-6-2, NEN-EN 61000-6-1
Ononderbroken stroomvoorziening IEC 62040-1, AS 62040.1.1
Anti-islanding VDE-AR-N 4105, G83/2, AS/NZS 4777.2, NRS 097-2-1
1) Kan worden aangepast aan 60 Hz; 120V 60 Hz op aanvraag
2) Beveiliging
a. Kortsluiting uitgang
b. Overbelasting
c. Accuspanning te hoog
d. Accuspanning te laag
e. Temperatuur te hoog
f. 230 VAC op omvormeruitgang
g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel
3) Niet-lineaire belasting, topfactor 3:1
4) Bij 25°C omgevingstemperatuur
5) Programmeerbaar relais dat kan worden ingesteld op een algemeen
alarm, DC-onderspanning of start/stop-functie aggregaat
Nominale AC-waarde: 230V / 4A
Nominale DC-waarde: 4A tot 35VDC en 1A tot 60VDC
EN:
A
AC input: Left to right: L (phase), N (neutral), PE (earth/ground).
B
2x RJ45 connector for remote control and/or parallel / three-phase operation
C
Load connection. AC out1. Left to right: L (phase), N (neutral), PE (earth/ground).
D
Load connection. AC out2.
Left to right: PE (earth/ground), L (phase), N (neutral).
E
Terminals
Temperature sensor
Aux input 1
Aux input 2
Starter battery plus +
(starter battery minus must be connected to service battery minus)
Programmable relay contacts K1
Programmable relay contacts K2
Voltage sense
F
Double M8 battery minus connection.
G
Double M8 battery positive connection.
H
Connector for remote switch:
Short left and middle terminal to switch ‘on’.
Short right and middle terminal to switch to ‘charger only’.
I
Alarm contact: (left to right) NC, NO, COM.
K
Pushbuttons for set-up mode.
L
Primary ground connection M8 (PE).
M
Dipswitches DS1- DS8 for set-up mode.
NL:
A
De AC-ingang: ‘PE’ (aarde), ‘L’ (fase) en ‘N’ (nul)
B
2x RJ45 connector voor afstandbedieningspaneel en/of parallel en 3-fase bedrijf.
C
Wisselspanning uitgang AC-out-1. Van links naar rechts: L (fase), N (nul), PE (aarde).
D
Wisselspanning uitgang AC-out-2
Van links naar rechts: N (nul), L (fase), PE (aarde).
E
Aansluitklemmen
Temperature sensor
Aux ingang 1
Aux ingang 2
Start accu plus +
(de min van start accu moet verbonden zijn met de min van de service accu)
Relais contacten K1
Relais contacten K2
Voltage sense
F
Dubbele M8 accu min aansluiting.
G
Dubbele M8 accu plus aansluiting.
H
Aansluitklemmen voor afstandbedieningsschakelaar.
Verbind de linker klem en de middelste klem om de MultiGrid aan te schakelen.
Verbind de rechter klem en de middelste klem voor ‘alleen laden’.
I
Alarm contact: (van links naar rechts) NC, NO, COM.
K
Drukknoppen om de instellingen in het micropressor geheugen op te slaan.
L
Primaire aarde M8.
M
Instel DIP switches DS1 tm DS8.

Documenttranscriptie

Deze handleiding is bedoeld voor producten met firmware xxxx400 of hoger (waarbij x staat voor een willekeurig getal). Het firmware-nummer is te vinden op de microprocessor, na het verwijderen van het voorpaneel. Oudere eenheden, waarvan het 7-cijferige nummer begint met 26 of 27, kunnen worden geüpdate. Begint het nummer met 19 of 20 dan heeft u een oude microprocessor en is het niet mogelijk om deze de updaten naar 400 of hoger. EN 1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN NL OPMERKING: Algemeen FR DE Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u het product in gebruik neemt. Dit product is ontworpen en getest conform de internationale normen. De apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de bedoelde toepassing. Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Verwijder het paneel aan de voorkant niet en stel het product niet in bedrijf als niet alle panelen zijn gemonteerd. Alle onderhoudswerkzaamheden dienen door gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd. Installatie Lees de installatieaanwijzingen voordat u met de installatie begint. Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardingsklem ter beveiliging). De in- en/of uitgangsklemmen van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product bevindt zich een extra aardpunt. Als u vermoedt dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen per ongeluk opnieuw inschakelen; neem hiervoor contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang nooit een beveiliging door een ander type component. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel. Verwissel de nul en de fase niet bij het aansluiten van de AC. Controleer voordat u het apparaat inschakelt of de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen van het product, zoals beschreven in de handleiding. Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste bedrijfsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een vochtige of stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er rondom het product steeds voldoende vrije ruimte is voor ventilatie en dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen, kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in de onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden. Deze omvormer is voorzien van een interne scheidingstransformator die voor een nog betere isolatie zorgt. Vervoer en opslag Zorg er bij opslag of transport van het product voor dat de netstroom- en accukabels zijn losgekoppeld. Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade als de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking. Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur dient te liggen tussen -20°C en 60°C. Raadpleeg de handleiding van de accufabrikant voor informatie over transport, opslag, opladen, herladen en afvalverwijdering van de accu. 1 Appendix WAARSCHUWING: til geen zware voorwerpen zonder hulp SE Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas- of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de specificaties van de accufabrikant om te waarborgen dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. Neem altijd de veiligheidsvoorschriften van de accufabrikant in acht. ES WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron (accu). Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan er een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de ingangs- en/of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselspanningsvoeding uit en ontkoppel de accu voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 2. BESCHRIJVING 2.1 Algemeen De basis van de MultiGrid is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en omschakelautomaat in een compacte behuizing. Daarnaast heeft de MultiGrid een groot aantal vaak unieke mogelijkheden: Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen In geval van een netspanningsstoring of als het aggregaat wordt uitgeschakeld, zal de MultiGrid overschakelen op omvormerbedrijf en de voeding van de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere elektronische apparaten ongestoord blijven functioneren (Uninterruptible Power Supply of UPS-functionaliteit). Dit maakt de MultiGrid zeer geschikt als noodstroomsysteem in industriële en telecommunicatietoepassingen. De maximale wisselstroom die geschakeld kan worden bedraagt 16A of 50A, afhankelijk van het model. Extra AC-uitgang Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang is er een extra uitgang beschikbaar die de belasting ontkoppelt als de accu in werking is. Voorbeeld: een elektrische boiler die enkel in bedrijf mag zijn als het aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is. Driefaseschakeling Drie eenheden kunnen worden geconfigureerd voor driefase-uitgang. Maar dat is nog niet alles: tot 6 sets van drie eenheden kunnen parallel worden geschakeld voor een omvormervermogen van 45kW / 54kVA en een laadcapaciteit van meer dan 1000A. PowerControl – Maximaal benutten van beperkte walstroom De MultiGrid kan enorm veel laadstroom leveren. Dat betekent een zware belasting voor de walaansluiting of het aggregaat. Daarom kan er een maximale stroom ingesteld worden. De MultiGrid houdt dan rekening met andere stroomverbruikers en gebruikt voor het opladen enkel de stroom die nog ‘over’ is. PowerAssist – Doe meer met uw aggregaat en walstroom: met de ‘meehelp’-functie van de MultiGrid Deze functie voegt nog een extra dimensie toe aan het principe PowerControl doordat de MultiGrid de capaciteit van de alternatieve bron aanvult. Waar piekstroom zo vaak enkel kortstondig nodig is, zorgt de MultiGrid ervoor dat onvoldoende wal- of generatorstroom onmiddellijk wordt gecompenseerd met stroom van de batterij. Als de belasting afneemt, wordt de reservestroom gebruikt om de accu weer op te laden. Met deze unieke functie is het ‘walstroomprobleem’ voorgoed opgelost: zwaar elektrisch gereedschap, afwasmachine, wasmachine, elektrische kookplaat kunnen nu allemaal draaien met 16A walstroom of zelfs nog minder. Bovendien kan een kleiner aggregaat worden geïnstalleerd. Programmeerbare relais De MultiGrid is voorzien van drie programmeerbare relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat. Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten De MultiGrid is voorzien van 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten. Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een lithiumionaccu. Frequentiewisseling Als zonneomvormers zijn aangesloten op de uitgang van een MultiGrid wordt het teveel aan zonne-energie gebruikt om de accu's weer op te laden. Zodra de absorptiespanning is bereikt, schakelt de MultiGrid de zonneomvormer uit door de uitgangsfrequentie met 1 Hz aan te passen (bijvoorbeeld van 50 Hz naar 51 Hz). Zodra de accuspanning iets is gedaald, keert de frequentie terug naar normaal en worden de zonneomvormers weer gestart. Ingebouwde accumonitor (optioneel) De ideale oplossing wanneer de MultiGrid onderdeel uitmaakt van een hybride systeem (dieselaggregaat, omvormer/laders, opslagaccu en alternatieve energie). De ingebouwde accumonitor kan zo worden ingesteld dat deze het aggregaat start en stopt: - Start van een vooringesteld % van het ontladingsniveau en/of - start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringestelde accuspanning en/of - start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau. - Stop bij een vooringestelde accuspanning of - stop (met een vooringestelde vertraging) nadat de bulklading is voltooid en/of - stop (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau. Zonne-energie De MultiGrid is uiterst geschikt voor zonne-energietoepassingen. Hij kan in zowel autonome systemen worden gebruikt als ook in netgekoppelde systemen. Autonoom bedrijf als de netspanning uitvalt Woningen of gebouwen voorzien van zonnepanelen of een kleine warmtekrachtcentrale of andere duurzame energiebronnen hebben in potentie een autonome energievoorziening, waarmee essentiële apparatuur (CV-pompen, koelkasten, vriezers, internetaansluitingen) in bedrijf kan worden gehouden tijdens een stroomuitval. Een probleem is echter dat de netgekoppelde duurzame energiebronnen uitvallen zodra de netspanning uitvalt. Met een MultiGrid en accu’s kan dit probleem op eenvoudige wijze worden opgelost: de MultiGrid kan de netspanning tijdens een stroomuitval vervangen. Als de duurzame energiebronnen meer vermogen dan nodig produceren, zal de MultiGrid het teveel gebruiken om de accu’s op te laden, terwijl de MultiGrid bij een tekort extra vermogen zal leveren via de accu. 2 EN Programmeerbaar met DIP-schakelaars, VE.Net-paneel of pc De MultiGrid wordt gebruiksklaar geleverd. Drie eigenschappen staan ter beschikking om, indien gewenst, bepaalde instellingen te kunnen wijzigen: ─ De meest belangrijke instellingen kunnen op heel eenvoudige wijze worden gewijzigd, namelijk met DIP-schakelaars. ─ Alle instellingen, met uitzondering van het multifunctionele relais, kunnen worden gewijzigd met een VE.Net-paneel. ─ Alle instellingen kunnen worden gewijzigd met een pc en gratis software die kan worden gedownload op onze website www.victronenergy.com NL 2.2 Acculader FR Adaptief 4-traps laadalgoritme: bulk – absorptie – druppel – opslag Het adaptieve accubeheersysteem, aangedreven door een microprocessor, kan worden ingesteld op verschillende soorten accu's. De adaptieve functie past het laadproces automatisch aan aan het accugebruik. DE De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en overmatige gasvorming te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verlengd om de accu volledig op te laden. ES Schade door overmatige gasvorming beperken: met de BatterySafe-modus Als, om de laadtijd te verkorten, wordt gekozen voor een hoge laadstroom in combinatie met een hoge absorptiespanning, dan wordt schade door overmatige gasvorming voorkomen door de stijgingssnelheid van de spanning automatisch te beperken als de gasvormingsspanning is bereikt. SE Minder onderhoud en veroudering als de accu niet wordt gebruikt: met de opslag-modus De opslag-modus wordt geactiveerd als de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen. In de opslag-modus wordt de open spanning verminderd tot 2,2V/cel (13,2V voor 12V-accu) om gasvorming en corrosie van de positieve platen tot een minimum te beperken. Eén keer per week wordt de spanning weer verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit voorkomt stratificatie van het elektrolyt en sulfatering, de hoofdoorzaak van voortijdig falen van de accu. Langere levensduur van de accu: door temperatuurcompensatie De temperatuursensor (meegeleverd met het product) dient om de laadspanning te verminderen als de accutemperatuur stijgt. Dit is vooral belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s die anders mogelijk uitdrogen door overlading. Accuspanningsdetectie: de juiste laadspanning Het spanningsverlies door de kabelweerstand kan worden gecompenseerd door gebruik te maken van de spanningsdetectievoorziening om de spanning rechtstreeks op de DC-bus of op de aansluitklemmen van de accu te kunnen meten. Meer over accu's en opladen In ons boek ‘Altijd Stroom’ kunt u meer lezen over accu’s en het opladen van accu’s. Het is gratis verkrijgbaar op onze website (zie www.victronenergy.com  Support  Technische Informatie). Voor meer informatie over adaptief opladen zie de Technische Informatie op onze website. 2.3 ESS – Energy Storage Systems: energie teruggeven aan het elektriciteitsnet Als de MultiGrid wordt gebruikt in een configuratie waarin deze energie teruggeeft aan het elektriciteitsnet, moet conformiteit met de netcode mogelijk zijn door de netcode van het land waarin deze wordt gebruikt, in te stellen via VEConfigure. Zodra de code is ingesteld, is een wachtwoord vereist om de netcodeconformiteit uit te schakelen of de met de netcode samenhangende parameters te wijzigen. Als de plaatselijke netcode niet wordt ondersteund door de MultiGrid, dient een extern gecertificeerd interface-apparaat te worden gebruikt om de MultiGrid op het elektriciteitsnet aan te sluiten. De MultiGrid kan ook worden gebruikt als bidirectionele omvormer in parallel bedrijf met het elektriciteitsnet, geïntegreerd in een door de klant ontworpen systeem (PLC of ander systeem) dat de regellus en meting van het elektriciteitsnet verzorgt, zie http://www.victronenergy.com/live/system_integration:hub4_grid_parallel 3 Appendix Twee DC-uitgangen om twee accu's op te laden De hoofd-DC-aansluitklem kan de volledige uitgangsstroom leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het opladen van een startaccu, is beperkt tot 4A en heeft een iets lagere uitgangsspanning. 3. BEDIENING 3.1 Schakelaar on/off/charger only Als de schakelaar op ‘on’ wordt gezet, is het apparaat volledig functioneel. De omvormer wordt ingeschakeld en de LED ‘inverter on’ gaat branden. Als er op de ‘AC-in’-aansluiting spanning wordt aangesloten, zal deze, als de waarde binnen de specificaties valt, worden doorgeschakeld naar de ‘AC-out’ aansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de LED ‘mains on’ gaat branden en de lader begint met opladen. Afhankelijk van de laadmodus gaan de LEDs ‘bulk’ (bulklading), ‘absorption’ (absorptielading) of ‘float’ (druppellading) branden. Als de spanning op de ‘AC-in ‘-aansluiting wordt afgewezen, zal de omvormer worden ingeschakeld. Als de schakelaar op ‘charger only’ wordt gezet, zal alleen de acculader van de Multi worden ingeschakeld (als er netspanning beschikbaar is). In deze modus wordt de ingangsspanning tevens doorgeschakeld naar de ‘AC-out’-aansluiting. OPMERKING: Als alleen de laadfunctie nodig is, moet erop worden gelet dat de schakelaar in de stand ‘charger only’ wordt gezet. Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de netspanning de omvormer wordt ingeschakeld en uw accu’s leeg raken. 3.2 Afstandsbediening De afstandsbediening is mogelijk met een 3-wegschakelaar of met het Multi Control-paneel. Het Multi Control-paneel heeft een eenvoudige draaiknop, waarmee de maximale stroom van de AC-ingang kan worden ingesteld: zie PowerControl en PowerAssist in hoofdstuk 2. 3.3 Egalisatie en geforceerde absorptie 3.3.1 Egalisatie Tractie-accu's moeten regelmatig extra worden opgeladen. In de egalisatiemodus gaat de MultiGrid gedurende een uur met een verhoogde spanning laden (1V boven de absorptiespanning voor een 12V-accu, 2V voor een 24V-accu). De laadstroom wordt dan beperkt tot 1/4 van de ingestelde waarde. De LEDs ‘bulk’ en ‘absorption’ gaan dan afwisselend knipperen. De egalisatiemodus levert een hogere laadspanning dan de meeste gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten daarom worden losgekoppeld voordat er extra wordt opgeladen. 3.3.2 Geforceerde absorptie Onder bepaalde omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een bepaalde tijd met een absorptiespanning te laden. In de modus Geforceerde Absorptie gaat de MultiGrid gedurende de ingestelde maximale absorptietijd met de normale absorptiespanning laden. De LED ‘absorption’ gaat branden. 3.3.3 Egalisatie of geforceerde absorptie activeren De MultiGrid is zowel via de afstandsbediening als met de schakelaar op het voorpaneel in deze beide toestanden te brengen. Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (op het voorpaneel, op de afstandsbediening en op het paneel) in de stand ‘on’ worden gezet en geen enkele schakelaar in de stand ‘charger only’ staat. Om de MultiGrid in deze toestand te brengen, moet de onderstaande procedure worden gevolgd. Als de schakelaar zich niet in de juiste stand bevindt nadat u deze procedure hebt gevolgd, kan deze eenvoudig eenmalig worden omgeschakeld. Hiermee wordt de laadtoestand niet gewijzigd. OPMERKING: het omschakelen van ‘on’ naar ‘charger only’ en terug, zoals hieronder beschreven, dient op een snelle manier te gebeuren. De schakelaar moet zo worden omgeschakeld dat de middenstand als het ware wordt ‘overgeslagen’. Als de schakelaar ook maar even in de stand ‘off’ blijft staan, loopt u het risico dat het apparaat wordt uitgeschakeld. In dat geval dient u weer bij stap 1 te beginnen. Met name bij gebruik van de schakelaar op het voorpaneel is enige oefening gewenst. Bij gebruik van de afstandsbediening is dit geen probleem. Dit gaat als volgt: 1. Controleer of alle schakelaars (bv. op het voorpaneel, op de afstandsbediening of de schakelaar op het afstandspaneel voor zover aanwezig) in 2. 3. 4. 5. 4 de stand ‘on’ staan. Het activeren van de egalisatie of de geforceerde absorptie is alleen zinvol als de normale laadcyclus is voltooid (de lader bevindt zich dan in de modus 'Float'). Activeren: a. Zet de schakelaar snel van ‘on’ naar ‘charger only’ en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan. b. Zet de schakelaar snel weer terug van ‘charger only’ naar ‘on’ en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan. c. Zet de schakelaar nog eens snel van ‘on’ naar ‘charger only’ en laat de schakelaar in deze stand staan. Op de MultiGrid (en, indien aangesloten, op het Multi Control-paneel) gaan nu de drie LEDs ‘Bulk’, ‘Absorption’ en ‘Float’ 5 keer knipperen. Vervolgens gaan de LEDs ‘Bulk’, ‘Absorption’ en ‘Float’ elk gedurende 2 seconden branden. a. Als de schakelaar op ‘on’ wordt gezet, terwijl de LED ‘Bulk’ brandt, schakelt de lader over op egalisatie. b. Als de schakelaar op ‘on’ wordt gezet, terwijl de LED ‘Absorption’ brandt, schakelt de lader over op geforceerde absorptie. c. Als de schakelaar op ‘on’ wordt gezet nadat de drie LEDs zijn gaan branden, schakelt de lader over op druppellading (Float). d. Als de schakelaar niet is omgezet, blijft de MultiGrid in de modus ‘charger only’ en schakelt daarna over op druppellading. 3.4 LED-aanduidingen EN LED uit LED knippert LED brandt Charger Mains on Absorption On Off charger only Charger Bulk Float On Off charger only On charger only Float On Temperature Inverter on charger only Temperature Inverter on Low battery Temperature On Inverter on Overload Off Float charger only Charger Mains on Low battery Temperature On Inverter on Overload Off Float De omvormer is uitgeschakeld door een te lage accuspanning. Inverter Bulk Absorption De accu is bijna leeg. Inverter Bulk Absorption De omvormer is uitgeschakeld door overbelasting of kortsluiting. Low battery Overload Off Charger Mains on Low battery Het nominale vermogen van de omvormer is overschreden. De LED ‘overload’ (overbelasting) knippert Inverter Bulk Absorption Overload Overload Off Charger Mains on Inverter on Appendix Float Temperature Inverter Bulk Absorption Low battery Inverter Charger Mains on De omvormer is ingeschakeld en levert stroom aan de belasting. SE Absorption Overload ES Mains on Inverter on DE Float Inverter FR Bulk NL Omvormer charger only De interne temperatuur bereikt een kritiek niveau. Low battery Temperature 5 Charger Mains on Bulk Absorption Float Inverter On Off charger only Charger Mains on Bulk On Off Float On charger only Charger Bulk Absorption Float On Off charger only Float On Bulk Absorption Float 6 Temperature Inverter on Low battery De omvormer wordt uitgeschakeld door een te hoge rimpelspanning op de accu-aansluitingen. Temperature Inverter on Overload Low battery De AC-ingangsspanning is doorgeschakeld en de lader voert een bulklading uit. Temperature Inverter on Overload Off charger only Charger Mains on Overload - Als de LEDs afwisselend knipperen, is de accu bijna leeg en wordt het nominale vermogen overschreden. - Als ‘overload’ en ‘low battery’ tegelijkertijd knipperen, is de rimpelspanning op de accuaansluitingen te hoog. Inverter Bulk Absorption Inverter on Inverter Charger Mains on Temperature Overload Off Acculader Mains on De omvormer is uitgeschakeld, omdat de temperatuur van de elektronica te hoog is. Inverter Bulk Absorption Low battery Low battery charger only Charger Mains on Overload Inverter Absorption Float Inverter on Low battery De voedingsspanning is doorgeschakeld en de lader is ingeschakeld. De ingestelde absorptiespanning is echter nog niet bereikt. (BatterySafe-modus) Temperature Inverter On Off charger only Inverter on Overload Low battery Temperature De netspanning is doorgeschakeld en de lader voert een absorptielading uit. Mains on Bulk Float Inverter on On Overload Off Low battery charger only De netspanning is doorgeschakeld en de lader voert een druppellading uit. NL Absorption Inverter EN Charger Temperature FR Charger Inverter on On Overload Bulk Off Float Low battery charger only De netspanning is doorgeschakeld en de lader bevindt zich in de egalisatiemodus. ES Absorption DE Mains on Inverter Temperature SE Speciale aanduidingen PowerControl Mains on Inverter Inverter on On Bulk Overload Off Absorption Float Power Assist Charger Mains on Low battery charger only Float De AC-ingang is doorgeschakeld. De AC-uitgangsspanning is gelijk aan de vooringestelde maximale ingangsstroom. De laadstroom is verlaagd naar 0. Temperature Inverter On Bulk Absorption Appendix Charger Inverter on Overload Off charger only Low battery De AC-ingang is doorgeschakeld, maar de belasting vereist meer stroom dan de vooringestelde maximale ingangsstroom. De omvormer is ingeschakeld om de vereiste extra stroom te leveren. Temperature Zie voor meer foutcodes paragraaf 7.3 7 4. Installatie Dit product mag uitsluitend worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde elektromonteur. 4.1 Locatie De MultiGrid dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd, zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een ruimte van tenminste 10 cm te worden vrijgehouden voor koeling. Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties: • Kortere levensduur. • Lagere laadstroom. • Lager piekvermogen of volledige uitschakeling van de omvormer. Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s. De MultiGrid is geschikt voor wandmontage. Voor de montage bevat de behuizing aan de achterkant een haak en twee gaten (zie bijlage G). Het apparaat kan horizontaal of verticaal worden geplaatst. Voor een optimale koeling wordt de voorkeur gegeven aan verticale plaatsing. De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed toegankelijk te blijven. Houd de afstand tussen het product en de accu zo klein mogelijk om het spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken. Om veiligheidsredenen dient dit product te worden geïnstalleerd in een hittebestendige omgeving. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld chemicaliën, synthetische onderdelen, gordijnen of ander textiel, enz. in de directe omgeving. 4.2 Aansluiten van de accukabels Om de volledige capaciteit van het product te kunnen benutten, dient uitsluitend gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende capaciteit en van accukabels met de juiste doorsnede. Zie tabel. Aanbevolen accucapaciteit (Ah) Aanbevolen DC-zekering 12/3000/120 400–1200 400A 24/3000/70 200–700 300A 48/3000/35 100–400 125A 2x 50 mm2 2x 70 mm2 50 mm2 2x 50 mm2 35 mm2 2x 35 mm2 Aanbevolen doorsnede (mm2) per + en - aansluitklem 0–5m 5 – 10 m * ‘2x’ betekent twee plus- en twee min-kabels. Opmerking: De interne weerstand is een belangrijke factor als met accu's met lage capaciteit wordt gewerkt. Raadpleeg uw leverancier of de relevante hoofdstukken in ons boek ‘Altijd stroom’ dat via onze website kan worden gedownload. Procedure Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk: Gebruik een momentsleutel met geïsoleerde steeksleutel om kortsluiting bij de accu te voorkomen. Maximaal aanhaalmoment: 11 Nm Voorkom kortsluiting van de accukabels. • • • 8 Verwijder de vier schroeven aan de voorkant van de behuizing en verwijder het voorpaneel. Sluit de accukabels als volgt aan: zie bijlage A. Draai de moeren stevig vast om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te houden. 4.3 Aansluiten van de AC-kabels EN NL De MultiGrid is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardingsklem ter beveiliging). De wisselstroomingangs- en/of -uitgangsklemmen en/of het aardingspunt aan de buitenkant van het product moeten om veiligheidsredenen voorzien zijn van een onderbrekingsvrij aardingspunt. FR De MultiGrid is voorzien van een aardrelais (relais H, zie bijlage B) dat de neutrale uitgang automatisch met de behuizing verbindt als er geen externe wisselspanningsvoeding beschikbaar is. Als een externe wisselspanningsvoeding beschikbaar is, zal het aardrelais zich openen voordat het ingangsveiligheidsrelais zich sluit. Dit zorgt voor een goede werking van de op de uitgang aangesloten aardlekschakelaar. ─ In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding worden gewaarborgd met de aarddraad van de wisselspanningsingang. Anders moet de behuizing worden geaard. ─ In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met een walstroomstekker) zal onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aardverbinding verbreken. In dat geval moet de behuizing worden verbonden met het chassis (van het voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot). Op boten is de hierboven beschreven verbinding met de aarde van de walaansluiting niet aan te bevelen in verband met mogelijke galvanische corrosie. De oplossing hiervoor is plaatsing van een isolatietransformator. DE ES SE Aanhaalmoment: 2 Nm max. 2,3 Nm 9 Appendix U vindt de klemmenblokken op de printplaat, zie bijlage A. Verwissel de nul en de fase niet bij het aansluiten van de AC. • AC-in De AC-ingangskabel moet zijn aangesloten op het klemmenblok ‘AC–in’. Van links naar rechts: ‘PE’ (aarde), ‘L’ (fase) en ‘N’ (nul). Dit product kan een gelijkstroom in de externe aardingsgeleider veroorzaken. Als een aardlekschakelaar of aardlekbeveiliging wordt gebruikt voor ter bescherming in geval van direct of indirect contact, is alleen een aardlekschakelaar of aardlekbeveiliging van type B toegestaan aan de voedingszijde van dit product. De AC-ingang moet zijn beveiligd met een klasse A zekering of magnetische contactverbreker voor 50A of minder en de doorsnede van de kabel moet hieraan zijn aangepast. Als de ingangswisselspanning lager ligt, moeten de zekering of magnetische contactverbreker hieraan worden aangepast. • AC-out-1 De AC-uitgangskabel kan direct worden aangesloten op het klemmenblok ‘AC-out’. Van links naar rechts: ‘L’ (fase) ‘N’ (nul) en ‘PE’ (aarde). Met de PowerAssist-functie kan de Multi tot 3kVA (dat is 3000 / 230 = 13A) bij piekvermogensbehoefte aan de uitgang toevoegen. Samen met een maximale ingangsstroom van 50A betekent dit dat de uitgang tot 50 + 13 = 63A kan leveren. Een aardlekschakelaar en een zekering of contactverbreker passend bij de verwachte belasting moet in serie worden opgenomen in het uitgangsvermogen en de doorsnede van de kabel moet hieraan worden aangepast. Het maximaal toelaatbare vermogen van de zekering of contactverbreker is 63A. • AC-out-2 Zie paragraaf 4.3.1. 4.4 Optionele aansluitingen Er zijn meerdere aansluitmogelijkheden: 4.4.1 Tweede accu De MultiGrid heeft een aansluiting voor het opladen van een startaccu. Zie voor de aansluiting bijlage A. 4.4.2 Spanningsdetectie Voor het compenseren van eventuele kabelverliezen tijdens het opladen kunnen twee detectiedraden worden aangesloten, waarmee de spanning direct op de accu of op de plus- en min-verdeelpunten gemeten kan worden. Gebruik hiervoor een draad met een doorsnede van 0,75 mm². De MultiGrid zal tijdens het opladen van de accu het spanningsverlies over de DC-kabels compenseren tot max. 1 Volt (dat wil zeggen 1V over de plusaansluiting en 1V over de minaansluiting). Als het spanningsverlies groter dan 1V dreigt te worden, wordt de laadstroom zodanig beperkt dat het spanningsverlies beperkt blijft tot 1V. 4.4.3 Temperatuursensor De meegeleverde temperatuursensor kan worden gebruikt voor temperatuurgecompenseerd laden (zie bijlage A). De sensor is geïsoleerd en moet op de minpool van de accu's worden gemonteerd. 4.4.4 Afstandsbediening Het apparaat kan op twee manieren op afstand worden bediend. • Met een externe schakelaar (aansluitklem H, zie bijlage A). Werkt alleen als de schakelaar op de MultiGrid op ‘on’ wordt gezet. • Met een Multi Control-paneel (verbonden met één van de twee RJ48-stekkerbussen B, zie bijlage A). Werkt alleen als de schakelaar op de MultiGrid op ‘on’ is gezet. Er kan maar één afstandsbediening worden aangesloten, dat wil zeggen of een schakelaar of een Multi Control-paneel. 4.4.5. Programmeerbare relais Dit model is voorzien van 3 programmeerbare relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat. 4.4.6 Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten Dit model is voorzien van 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten. Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een lithiumionaccu. 4.4.7 AC-hulpuitgang (AC-out-2) Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang is er een tweede uitgang (AC-out-2) beschikbaar die de belasting ontkoppelt als de accu in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler of airco die enkel mag werken als het aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is. Als de accu werkt wordt de AC-out-2 onmiddellijk uitgeschakeld. Als er AC-voeding beschikbaar is, wordt de AC-out-2 opnieuw gekoppeld met een vertraging van 2 minuten, zodat een aggregaat kan worden gestabiliseerd voordat er een zware belasting wordt aangesloten. 4.4.8 Parallelle aansluiting De MultiGrid kan parallel worden geschakeld met meerdere identieke apparaten. Hiervoor wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels. Het systeem (één of meerdere MultiGrid-units plus een optioneel bedieningspaneel) moet daarna worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5). Bij het parallel schakelen van MultiGrid-units moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: • • • • • • • • • Maximaal zes parallel geschakelde units. Alleen identieke apparaten mogen parallel worden geschakeld. De DC-aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben. Als een plus- en min-DC-verdeelpunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de accu’s en het DC-verdeelpunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het verdeelpunt en de MultiGrid-units. Plaats de MultiGrid-units dicht bij elkaar, maar zorg voor minimaal 10cm ventilatieruimte onder, boven en aan de zijkant van de units. De UTP-kabels moeten direct van de ene unit op de andere worden aangesloten (en op het afstandspaneel). Er mag geen gebruik gemaakt worden van aansluit-/verdeeldozen. Op slechts één unit in het systeem hoeft een accutemperatuursensor te worden aangesloten. Als de temperatuur van meerdere accu’s moet worden gemeten, kunt u ook de sensoren van andere MultiGrid-units in het systeem aansluiten (max. 1 sensor per MultiGrid). De temperatuurcompensatie tijdens het opladen van de accu reageert dan op de sensor die de hoogste temperatuur meet. De spanningssensor moet worden aangesloten op de master (zie paragraaf 5.5.1.4). Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem worden aangesloten. 4.4.9 Driefase-configuratie De MultiGrid kan ook worden gebruikt in een 3-fase wye (Y)configuratie. Hiervoor wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels (dezelfde als voor parallelle schakeling). Het systeem (MultiGrid-units plus een optioneel controlepaneel) dient daarna te worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5). Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.8. Opmerking: de MultiGrid is niet geschikt voor 3-fase delta (Δ) configuratie. 10 5. Configuratie Instellingen mogen alleen worden gewijzigd door een gekwalificeerde elektrotechnicus. Lees de aanwijzingen grondig door voordat u wijzigingen doorvoert. Tijdens het instellen van de lader moet de AC-ingang worden verwijderd. NL • • EN • 5.1 Standaardinstellingen: klaar voor gebruik De MultiGrid wordt geleverd met standaardfabrieksinstellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt voor toepassing van 1 apparaat. FR Waarschuwing: het is mogelijk dat de standaard acculaadspanning niet geschikt is voor uw accu’s! Raadpleeg de documentatie van de fabrikant of vraag advies bij uw acculeverancier! 50 Hz 45 – 65 Hz 180 – 265 VAC 230 VAC standalone uit aan aan viertraps adaptief met BatterySafe-modus 75% van de maximale laadstroom Victron Gel Deep Discharge (ook geschikt voor Victron AGM Deep Discharge) uit 14,4 / 28,8 / 57,6V tot 8 uur (afhankelijk van bulkladingstijd) 13,8 / 27,6 / 55,2V 13,2 / 26,4 / 52,8V (niet instelbaar) 1 uur 7 dagen aan 50A (= regelbare stroomlimiet voor PowerControl- en PowerAssist-functies) aan uit uit 2 alarmfunctie 16A aan DE ES SE Appendix MultiGrid-standaardfabrieksinstellingen Frequentie omvormer Ingangsfrequentiebereik Ingangsspanningsbereik Omvormerspanning Standalone / parallel / 3-fase AES (Automatic Economy Switch) Aardrelais Lader aan/uit Acculaadkarakteristiek Laadstroom Accutype Automatisch egalisatie laden Absorptiespanning Absorptietijd Druppelladingsspanning Opslagspanning Herhaalde absorptietijd Absorptieherhalingsinterval Bulkbeveiliging AC-ingangsstroomlimiet UPS-functie Dynamische stroombegrenzer Zwakke AC BoostFactor Programmeerbaar relais Hulpuitgang PowerAssist 5.2 Uitleg bij de instellingen Hieronder volgt een korte uitleg bij de instellingen die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie vindt u in de help-bestanden van de softwareconfiguratieprogramma’s (zie paragraaf 5.3). Frequentie omvormer Uitgangsfrequentie als er geen AC op de ingang aanwezig is. Instelbaar: 50 Hz; 60 Hz Ingangsfrequentiebereik Ingangsfrequentiebereik dat door de MultiGrid wordt geaccepteerd. De MultiGrid synchroniseert binnen dit bereik met de ACingangsfrequentie. De frequentie op de uitgang is dan gelijk aan de frequentie op de ingang. Instelbaar: 45 – 65 Hz; 45 – 55 Hz; 55 – 65 Hz Ingangsspanningsbereik Spanningsbereik dat door de MultiGrid wordt geaccepteerd. De MultiGrid synchroniseert binnen dit bereik met de AC-ingangsspanning. De spanning op de uitgang is dan gelijk aan de spanning op de ingang. Instelbaar: Ondergrens: 180 – 230V Bovengrens: 230 – 270V Opmerking: De fabrieksinstelling voor de ondergrens van 180V is bedoeld voor aansluiting op een instabiele netspanning of een generator met instabiel AC-uitgangsspanning. Deze instelling kan leiden tot uitschakeling van het systeem als dit is aangesloten op een ‘borstelloze, zelfbekrachtigde, extern spanningsgeregelde, synchrone wisselstroomgenerator’ (synchrone generator met automatische spanningsregelaar). De meeste generatoren met een vermogen van 10kVA of meer zijn synchrone generatoren met automatische spanningsregelaar. De uitschakeling vindt plaats als de generator wordt gestopt en langzamer gaat draaien, terwijl de generator met automatische spanningsregelaar tegelijkertijd ‘probeert’ om de uitgangsspanning van de generator op 230V te houden. De oplossing is om de ondergrens te verhogen naar 210VAC (generatoren met automatische spanningsregelaar hebben over het algemeen een zeer stabiele uitgangspanning) of om de Multi(s) los te koppelen van de generator als een generatorstopsignaal wordt afgegeven (met behulp van een in serie met de generator geïnstalleerde AC-schakelaar). 11 Omvormerspanning Uitgangsspanning van de MultiGrid bij accubedrijf. Instelbaar: 210 – 245V Standalone / parallel bedrijf / 2-3-fase-instelling Met meerdere apparaten is het mogelijk om: • het totale omvormervermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel geschakeld) • een 3-fasesysteem te maken door te stapelen (enkel voor MultiGrid-units met een uitgangsspanning van 120V) • een 3-fasesysteem te maken met een aparte autotransformator: zie datasheet en handleiding van de VE-autotransformator • een 3-fasesysteem te maken De standaardproductinstellingen zijn voor autonoom bedrijf. Zie voor parallel, driefase- of éénfasebedrijf paragraaf 5.3, 5.4 en 5.5. AES (Automatic Economy Switch) Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting verlaagd met ca. 20% door de sinusspanning iets te 'versmallen'. Enkel van toepassing in standalone-configuratie. Search Mode (zoekmodus) In plaats van de AES-modus kan ook de search mode (enkel met behulp van VEConfigure) worden gekozen. Als de 'search mode' is ingeschakeld, wordt het stroomverbruik bij nullast verlaagd met ca. 70%. De 'search mode' houdt in dat de MultiGrid wordt uitgeschakeld als er geen belasting is of als deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de MultiGrid even inschakelen. Als de uitgangsstroom een ingesteld niveau overschrijdt, blijft de omvormer werken. Zo niet, dan gaat de omvormer weer uit. De belastingsniveaus ‘uitschakeling’ en ‘ingeschakeld blijven’ van de zoekmodus kunnen met VEConfigure worden ingesteld. De fabrieksinstelling is: Uitschakelen: 40 watt (lineaire belasting) Inschakelen: 100 watt (lineaire belasting) Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Enkel van toepassing in standalone-configuratie. Aardrelais (zie bijlage B) Met dit relais wordt de nulleider van de AC-uitgang met het frame geaard als het terugleverveiligheidsrelais open is. Dit om de correcte werking van aardlekschakelaars in de uitgang veilig te stellen. Acculaadalgoritme De standaardinstelling is ‘viertraps adaptief met BatterySafe-modus’. Zie hoofdstuk 2 voor een beschrijving. Dit is het aanbevolen laadalgoritme. Zie de helpbestanden van de softwareconfiguratieprogramma’s voor andere mogelijkheden. De ‘vaste’ modus kan worden geselecteerd met DIP-schakelaars. Accutype De standaardinstelling is het meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200 en stationaire buisjesplaataccu’s (OPzS). Deze instelling kan ook voor vele andere accu’s worden gebruikt: bv. Victron AGM Deep Discharge en andere AGM-accu’s en vele soorten open vlakke-plaataccu’s. Met DIP-schakelaars kunnen vier laadspanningen worden ingesteld. Met VEConfigure kan het laadalgoritme worden aangepast, zodat elk type accu (nikkelcadmiumaccu's, lithiumionaccu's) kan worden opgeladen. Absorptietijd In de standaardinstelling ‘viertraps adaptief met BatterySafe-modus’ is de absorptietijd afhankelijk van de bulktijd (adaptieve laadkarakteristiek), zodat de accu optimaal wordt opgeladen. Als het ‘vaste’ laadalgoritme wordt gekozen, staat de absorptietijd vast. Voor de meeste accu’s is een maximale absorptietijd van 8 uur geschikt. Als voor snelladen een extra hoge absorptiespanning is gekozen (kan alleen bij natte open accu’s!), wordt de voorkeur gegeven aan 4 uur. Met DIP-schakelaars kan een tijd van acht of vier uur worden ingesteld. Automatische egalisatielading Deze instelling is bedoeld voor natte buisjesplaattractie- of OpzS-accu's. Bij deze instelling wordt de maximale absorptiespanning verhoogd tot 2,83V/cel (34V voor een 24V-accu) nadat tijdens absorptieladen de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de ingestelde maximumstroom. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Zie ’tubular plate traction battery charge curve’ (laadkarakteristiek van buisjesplaattractieaccu's) in VEConfigure. Opslagspanning, herhaalde absorptietijd, absorptieherhalingsinterval Zie hoofdstuk 2. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Bulkbeveiliging Als deze instelling op ‘on’ staat, wordt de bulklaadtijd beperkt tot max. 10 uur. Een langere laadtijd zou kunnen duiden op een systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten accucel). Niet instelbaar met DIP-schakelaars. 12 EN AC-ingangsstroomlimiet Dit is de instelling van de stroomlimiet, waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden. PowerAssist-instellingsbereik: van 5,3A tot 50A Fabrieksinstellingen: de maximumwaarde (50A). Zie hoofdstuk 2, het boek ‘Altijd Stroom’ of de vele beschrijvingen van deze unieke functie op onze website www.victronenergy.com. DE ES SE Appendix WeakAC Sterke vervorming van de ingangsspanning kan tot gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks werkt. Als WeakAC (lage wisselspanning) wordt ingesteld, accepteert de lader ook een sterk vervormde spanning, ten koste van meer vervorming van de opgenomen stroom. Advies: WeakAC inschakelen als de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens zelden voor!). Zet tegelijk ook de ’dynamische stroombegrenzer’ aan en reduceer desnoods de maximale laadstoom om overbelasting van het aggregaat te voorkomen. Opmerking: als WeakAC is ingeschakeld, wordt de maximale laadstroom met ongeveer 20% verminderd. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. FR Dynamische stroombegrenzer Bedoeld voor aggregaten, waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een statische omvormer (zogenaamde ‘omvormer’-aggregaten). In deze aggregaten wordt het motortoerental verlaagd bij lage belasting: dat beperkt lawaai, brandstofverbruik en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt bij een plotselinge verhoging van de belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat de motor op toeren is. Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, zal de MultiGrid beginnen met het leveren van extra vermogen op een laag aggregaatuitgangsvermogen en langzaam meer leveren tot de ingestelde stroomlimiet is bereikt. Hierdoor krijgt de motor van het aggregaat de tijd om op toeren te komen. Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ aggregaten die traag reageren op plotselinge belastingvariaties. NL UPS-functie Als deze instelling op ‘on’ staat en de wisselspanning op de ingang wegvalt, schakelt de MultiGrid praktisch zonder onderbreking over naar omvormerbedrijf. De MultiGrid kan dan worden gebruikt als Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije voeding) voor gevoelige apparatuur, zoals computers of communicatiesystemen. De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor gebruik van deze instelling - de MultiGrid zou voortdurend overschakelen naar omvormerbedrijf. Daarom kan ervoor gekozen worden om deze instelling uit te schakelen. De MultiGrid reageert dan minder snel op afwijkingen in de ingangswisselspanning. Hierdoor wordt de omschakeltijd naar omvormerbedrijf wat langer, maar de meeste apparatuur (de meeste computers, klokken of huishoudelijke apparatuur) ondervindt hier geen hinder van. Advies: UPS-functie uitschakelen als de MultiGrid niet synchroniseert of voortdurend terugschakelt naar omvormerbedrijf. BoostFactor Wijzig deze instelling alleen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy getrainde installateur! Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Programmeerbare relais De MultiGrid is voorzien van drie programmeerbare relais. De relais kunnen echter voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat. AC-hulpuitgang (AC-out-2) Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang, is er een tweede uitgang (AC-out-2) beschikbaar die de belasting ontkoppelt als de accu in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler of airco die enkel mag werken als het aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is. Als de accu werkt, wordt de AC-out-2 onmiddellijk uitgeschakeld. Als er AC-voeding beschikbaar is, wordt de AC-out-2 opnieuw gekoppeld met een vertraging van 2 minuten, zodat een aggregaat kan worden gestabiliseerd voordat er een zware belasting wordt aangesloten. 13 5.3 Configuratie via de pc Alle instellingen kunnen worden gewijzigd via een pc of met een VE.Net-paneel (behalve bij de multifunctionele relais en de VirtualSwitch bij gebruik van VE.Net). De meest algemene instellingen kunnen worden gewijzigd via de DIP-schakelaars (zie paragraaf 5.5). OPMERKING: Deze handleiding is bedoeld voor producten met firmware xxxx400 of hoger (waarbij x staat voor een willekeurig getal) Het firmwarenummer is te vinden op de microprocessor, na het verwijderen van het voorpaneel. Oudere eenheden, waarvan het 7-cijferige nummer begint met 26 of 27, kunnen worden geüpdate. Begint het nummer met 19 of 20 dan heeft u een oude microprocessor en is het niet mogelijk om deze te updaten naar 400 of hoger. Voor het wijzigen van instellingen via de pc heeft u het volgende nodig: • VEConfigure3-software: kan gratis worden gedownload op www.victronenergy.com. • Een MK3-USB (VE.Bus naar USB) interface Als alternatief kan de MK2.2b interface (VE.Bus naar RS232) gebruikt worden (RJ45 UTP kabel is dan nodig). 5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup VE.Bus Quick Configure Setup is een softwareprogramma, waarmee systemen met maximaal 3 Multi-units (parallel- of driefasebedrijf) op eenvoudige wijze kunnen worden geconfigureerd. U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com. 5.3.2 VE.Bus System Configurator Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 of meer Multi-units moet de software VE.Bus System Configurator worden gebruikt. U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com. 5.4 Configuratie met een VE.Net-paneel Hiervoor hebt u een VE.Net-paneel en de ‘VE.Net-naar-VE.Bus-omvormer’ nodig. Met VE.Net zijn alle parameters toegankelijk, met uitzondering van de multifunctionele relais en de VirtualSwitch. 14 5.5 Configuratie met DIP-schakelaars EN Een aantal instellingen kan worden gewijzigd met DIP-schakelaars (zie bijlage A, positie M). Opmerking: Let er bij het wijzigen van de instellingen met DIP-schakelaars in een parallel of éénfase-/3-fasesysteem op dat niet alle instellingen bij alle Multi-units van toepassing zijn. Dit, omdat sommige instellingen worden voorgeschreven door de Master of Leader. Sommige instellingen zijn alleen relevant in de Master/Leader (d.w.z. deze zijn niet relevant in een slave of in een volger). Andere instellingen zijn niet relevant voor slaves, maar wel relevant voor volgers. NL Opmerking m.b.t. de gebruikte terminologie: Een systeem, waarin meer dan één Multi wordt gebruikt om een enkele AC-fase te creëren, wordt een parallel systeem genoemd. In dit geval zal één van de Multi's de hele fase regelen, deze wordt de master genoemd. De anderen, slaves genoemd, luisteren naar de master om hun actie te bepalen. FR Het is ook mogelijk om meer AC-fases (éénfase of 3-fase) met 2 of 3 Multi-units te creëren. In dat geval wordt de Multi in fase L1 de Leader genoemd. De Multi's in fase L2 (en L3 indien beschikbaar) genereren dezelfde AC-frequentie, maar volgen L1 met een vaste fasewissel. Deze Multi's worden volgers genoemd. DE ES Als meer Multi's per fase worden gebruikt in een éénfase of 3-fasesysteem (bijvoorbeeld 6 Multi's worden gebruikt om een 3fasesysteem te bouwen met 2 Multi's per fase), is de Leader van het systeem ook de Master van fase L1. De volgers in fase L2 en L3 nemen ook de rol van Master op zich in fase L2 en L3. Alle anderen zijn dan slaves. Het instellen van een parallel of éénfase/3-fasesysteem dient door software te gebeuren, zie paragraaf 5.3. Als u zich niet wilt bezighouden of een Multi nu master, slave of volger is, is de eenvoudigste en meest directe manier om alle instellingen op alle Multi's hetzelfde te doen. SE TIP: Algemene procedure: Stap 1: Stel de DIP-schakelaars in voor: - De vereiste stroomlimiet van de AC-ingang - AES (Automatic Economy Switch) - Beperking van de laadstroom Appendix Schakel de Multi in, bij voorkeur zonder belasting en zonder wisselspanning op de ingangen. De Multi werkt dan in omvormerbedrijf. (niet van toepassing voor slaves) (alleen van toepassing voor systemen met 1 Multi per fase) (alleen van toepassing voor Master/Leader) Houd de knop 'Up' 2 seconden lang ingedrukt (bovenste knop rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie K) om de instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld. U kunt nu de DIP-schakelaars weer gebruiken om de resterende instellingen toe te passen (stap 2). Stap 2: overige instellingen, stel de DIP-schakelaars in voor: - Laadspanningen (alleen van toepassing voor Master/Leader) - Absorptietijd (alleen van toepassing voor Master/Leader) - Adaptief opladen (alleen van toepassing voor Master/Leader) - Dynamische stroombegrenzer (niet van toepassing voor slaves) - UPS-functie (niet van toepassing voor slaves) - Omvormerspanning (niet van toepassing voor slaves) - Omvormerfrequentie (alleen van toepassing voor Master/Leader) Houd de knop 'Down' 2 seconden lang ingedrukt (onderste knop rechts van de DIP-schakelaars) om de instellingen op te slaan nadat de DIP-schakelaars in de stand positie zijn gezet. U kunt de DIP-schakelaars nu in de gekozen stand laten staan, zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden. Opmerkingen: - De DIP-schakelaarfuncties worden beschreven van boven naar beneden. Omdat de bovenste DIP-schakelaar het hoogste nummer (8) heeft, starten de beschrijvingen met schakelaar nummer 8. - In parallelle of éénfase/3-fasesystemen moet deze procedure worden herhaald voor alle Multi's. Gedetailleerde instructie: 5.5.1 Stap 1 5.5.1.1 Stroombegrenzing AC-ingang (fabrieksinstelling: 50A) Als de door de Multi opgenomen AC-ingangsstroom (door de aangesloten belastingen en de acculader) stijgt en de ACingangsstroomlimiet bijna gaat overschrijden, zal de Multi eerst de eigen laadstroom verlagen (PowerControl) en vervolgens, indien nodig, extra vermogen leveren via de accu (PowerAssist). Op deze manier zal de Multi proberen om te voorkomen dat de ingangsstroom de ingestelde limiet overschrijdt. De AC-ingangsstroomlimiet kan via de DIP-schakelaars worden ingesteld op acht verschillende waarden. Met het Multi Control-paneel kan een variabele stroomlimiet worden ingesteld voor de AC-ingangsspanning. 15 Procedure De AC-ingangsstroomlimiet kan worden ingesteld met de DIP-schakelaars ds8, ds7 en ds6 (fabrieksinstelling: 50A). Procedure: stel de DIP-schakelaars in op de vereiste waarde: ds8 ds7 ds6 off off off = 6A (1,4kVA bij 230V) off off on = 10A (2,3kVA bij 230V) off on off = 12A (2,8kVA bij 230V) off on on = 16A (3,7kVA bij 230V) on off off = 20A (4,6kVA bij 230V) on off on = 25A (5,7kVA bij 230V) on on off = 30A (6,9kVA bij 230V) on on on = 50A (11,5kVA bij 230V) Opmerking:Het door de fabrikant opgegeven continu vermogen van kleine aggregaten is soms aan de zeer optimistische kant. De stroomgrens moet dan veel lager worden ingesteld dan uit de gegevens van de fabrikant blijkt. 5.5.1.2 AES (Automatic Economy Switch) Procedure: stel ds5 in op de vereiste waarde: ds5 off = AES uit on = AES aan Opmerking: De AES-optie is alleen effectief als de unit standalone wordt gebruikt. 5.5.1.3 Begrenzing acculaadstroom (standaardinstelling 75%) Voor een lange levensduur dient bij loodzuuraccu's een laadstroom van 10% tot 20% van de capaciteit in Ah te worden toegepast. Voorbeeld: optimale laadstroom van een 24V/500Ah-accubank: 50A tot 100A. De meegeleverde temperatuursensor past automatisch de laadspanning aan aan de accutemperatuur. Als een snellere lading – en dus een hogere stroom – is vereist: - De meegeleverde temperatuursensor dient altijd te worden geplaatst, omdat snel opladen kan leiden tot een flinke temperatuurstijging van de accubank. De laadspanning zal worden aangepast aan de hogere temperatuur (d.w.z. worden verlaagd) door de temperatuursensor. - De bulkladingstijd zal soms zo kort zijn dat een vaste absorptietijd meer voldoening brengt (voor ‘vaste’ absorptietijd zie ds5, stap 2). Procedure De acculaadstroom kan worden ingesteld in vier stappen, met de DIP-schakelaars ds4 en ds3 (fabrieksinstelling: 75%). ds4 ds3 off off = 25% off on = 50% on off = 75% on on = 100% Opmerking: als WeakAC is ingeschakeld, wordt de maximale laadstroom verlaagd van 100% naar ongeveer 80%. 5.5.1.4 DIP-schakelaars ds2 en ds1 worden niet gebruikt tijdens stap 1. 16 5.5.1.5 Voorbeelden EN Voorbeelden van instellingen: on on on on off off off on on on on on off off off DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on on on off off off off DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on on on off off off off Stap 1, voorbeeld 3: Stap 1, voorbeeld 4: 8, 7, 6 AC-in: 50A 5 AES: off 4, 3 laden: 100% 2, 1 n.v.t. 8, 7, 6 AC-in: 16A 5 AES: off 4, 3 laden: 100% 2, 1 n.v.t. 8, 7, 6 AC-in: 30A 5 AES: on 4, 3 laden: 50% 2, 1 n.v.t. DE Stap 1, voorbeeld 2: FR Stap 1, voorbeeld 1 (fabrieksinstelling): 8, 7, 6 AC-in: 50A 5 AES: off 4, 3 laadstroom: 75% 2, 1 n.v.t. off DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 NL DS-8 AC-ingang DS-7 AC-ingang DS-6 AC-ingang DS-5 AES DS-4 laadstroom DS-3 laadstroom DS-2 n.v.t. DS-1 n.v.t. SE Wij adviseren om de instellingen te noteren en deze notitie op een veilige plek te bewaren. De DIP-schakelaars kunnen nu worden gebruikt om de resterende instellingen toe te passen (stap 2). ds8-ds7: Instelling van de laadspanningen (niet van toepassing voor L2, L3) Absorptiespanning Druppellaadspanning Opslagspanning off off 14,1 28,2 56,4 13,8 27,6 55,2 13,2 26,4 52,8 off on 14,4 28,8 57,6 13,8 27,6 55,2 13,2 26,4 52,8 on off 14,7 29,4 58,8 13,8 27,6 55,2 13,2 26,4 52,8 on on 15,0 30,0 60,0 13,8 27,6 55,2 13,2 26,4 52,8 Geschikt voor Gel Victron Long Life (OPzV) Gel Exide A600 (OPzV) Gel MK-accu Gel Victron Deep Discharge Gel Exide A200 AGM Victron Deep Discharge Vaste buisjesplaataccu (OPzS) AGM Victron Deep Discharge Buisjesplaat- of OPzS-accu’s in semi-druppelmodus AGM spiraalcelaccu's Buisjesplaattractie-accu’s of OPzS-accu’s in cyclische modus ds6: absorptietijd 8 of 4 uur (n.v.t. voor L2, L3) on = 8 uur off = 4 uur ds5: adaptief laadalgoritme (n.v.t. voor L2, L3) on = actief off = inactief (inactief = vaste absorptietijd) ds4: dynamische stroombegrenzer on = actief off = inactief ds3: UPS-functie on = actief off = inactief ds2: omvormerspanning on = 230V off = 240V ds1: omvormerfrequentie (n.v.t. voor L2, L3) on = 50 Hz (het brede ingangsfrequentiebereik (45-55 Hz) staat standaard op 'on') off = 60 Hz Opmerking: - Als het ‘adaptieve laadalgoritme’ op 'on' staat, stelt ds6 de maximale absorptietijd in op 8 uur of 4 uur. Als het ‘adaptieve laadalgoritme’ op 'off' staat, wordt de absorptietijd door ds6 (vast) ingesteld op 8 uur of 4 uur. 17 Appendix 5.5.2 Stap 2: Overige instellingen De resterende instellingen zijn niet van toepassing voor slaves. Enkele van de resterende instellingen zijn niet van toepassing voor volgers (L2, L3). Deze instellingen worden door de Leader L1 aan het hele systeem opgelegd. Als een instelling voor L2-, L3-apparaten niet van toepassing is, wordt dit uitdrukkelijk vermeld. ds8-ds7 ES Om de instellingen op te slaan nadat de DIP-schakelaars zijn ingesteld op de vereiste waarden: houd de knop 'Up' 2 seconden lang ingedrukt (bovenste knop rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie J). De LEDs 'overbelasting' en 'accu bijna leeg' gaan knipperen om aan te geven dat de instellingen zijn geaccepteerd. Stap 2: Voorbeeldinstellingen Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (omdat de fabrieksinstellingen worden ingevoerd via de pc worden alle DIP-schakelaars van een nieuw product op ‘off’ gezet en vertegenwoordigen deze niet de daadwerkelijke instellingen in de microprocessor.). DS-8 laadspanning DS-7 laadspanning DS-6 absorptietijd DS-5 adaptief laden DS-4 dyn. stroombegr. DS-3 UPS-functie: DS-2 spanning DS-1 frequentie on on on off off on on on Stap 2 Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling): 8, 7 GEL 14,4V 6 Absorptietijd: 8 uur 5 Adaptief laden: aan 4 Dynamische stroombegr.: uit 3 UPS-functie: aan 2 Spanning: 230V 1 Frequentie: 50 Hz DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on on on off off off off Stap 2 Voorbeeld 2: 8, 7 OPzV 14,1V 6 Abs.tijd: 8 uur 5 Adap. laden: aan 4 Dyn. stroombegr.: uit 3 UPS-functie: uit 2 Spanning: 230V 1 Frequentie: 50 Hz DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on on on on off off off Stap 2 Voorbeeld 3: 8, 7 AGM 14,7V 6 Abs.tijd: 8 uur 5 Adap. laden: aan 4 Dyn. stroombegr.: aan 3 UPS-functie: uit 2 Spanning: 240V 1 Frequentie: 50 Hz DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on on off off off off off Stap 2 Voorbeeld 4: 8, 7 buisjesplaat 15V 6 Abs.tijd: 4 uur 5 Vaste abs.tijd 4 Dyn. stroombegr.: uit 3 UPS-functie: aan 2 Spanning: 240V 1 Frequentie: 60 Hz Om de instellingen op te slaan nadat de DIP-schakelaars zijn ingesteld op de vereiste waarden: houd de knop 'Down' 2 seconden lang ingedrukt (onderste knop rechts van de DIP-schakelaars). De LEDs 'temperatuur' en 'accu bijna leeg' gaan knipperen om aan te geven dat de instellingen zijn geaccepteerd. De DIP-schakelaars kunnen in de gekozen stand worden gelaten, zodat de ’overige instellingen’ altijd weer terug te vinden zijn. 18 6. Onderhoud EN De MultiGrid vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat om alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom vocht en olie/roet/dampen en houd het apparaat schoon. NL 7. Storingsaanduidingen Via de onderstaande procedures kunnen de meeste fouten snel worden geïdentificeerd. Als u een fout niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw Victron Energy-leverancier. Geen uitgangsspanning op AC-out-2. Multi schakelt niet over op aggregaat of netvoeding. Multi in omvormermodus Omvormerbedrijf niet gestart als ingeschakeld. De accuspanning is veel te hoog of te laag. Geen spanning op DC-aansluiting. De accuspanning is laag. De LEDs ‘accu bijna leeg’ en ‘overbelasting’ knipperen afwisselend. Lage accuspanning en veel te hoge belasting. De LEDs ‘accu bijna leeg’ en ‘overbelasting’ knipperen tegelijkertijd. De rimpelspanning op de DCaansluiting overschrijdt 1,5Vrms. De LEDs ‘accu bijna leeg’ en ‘overbelasting’ branden. De omvormer is uitgeschakeld door een veel te hoge rimpelspanning op de ingang. Laad de accu op of controleer de accu-aansluitingen. Laad de accu op of controleer de accu-aansluitingen. Verlaag de belasting. Verlaag de belasting. Appendix De omvormer schakelt uit, omdat de accuspanning te laag is. De omvormerbelasting is hoger dan de nominale belasting. De omvormer is uitgeschakeld door een veel te hoge belasting. De omgevingstemperatuur is hoog of de belasting is te hoog. Overbelasting of kortsluiting bij AC-out-1 of AC-out-2 verwijderen en zekering/contactverbreker resetten. Zorg dat de accuspanning binnen het juiste bereik ligt. SE De LED ‘accu bijna leeg’ knippert. De LED ‘accu bijna leeg’ brandt. De LED ‘overbelasting’ knippert. De LED ‘overbelasting’ brandt. De LED ‘temperatuur’ knippert of brandt. Contactverbreker of zekering in de AC-in-ingang is open door overbelasting. Oplossing ES Oorzaak DE Probleem FR 7.1 Algemene storingsaanduidingen Plaats de omvormer in een koele en goed geventileerde omgeving of verlaag de belasting. Laad de accu's, koppel de belasting los of verlaag deze of plaats accu's met een grotere capaciteit. Monteer kortere en/of dikkere accukabels. Controleer de accukabels en accu-aansluitingen. Controleer of de accucapaciteit voldoende hoog is en verhoog deze, indien nodig. Plaats accu's met een grotere capaciteit. Monteer kortere en/of dikkere accukabels en reset de omvormer (uitschakelen en weer inschakelen). 19 Eén alarm-LED brandt en het tweede knippert. De lader werkt niet. De omvormer is uitgeschakeld doordat een alarm is geactiveerd door een brandende LED. De knipperende LED geeft aan dat de omvormer door het alarm zou worden uitgeschakeld. De AC-ingangsspanning of -frequentie ligt niet binnen het bereik. Contactverbreker of zekering in de AC-in-ingang is open door overbelasting. De accuzekering is doorgebrand. De lader werkt niet. De LED ‘Bulk’ knippert De LED ‘Mains on’ brandt. De accu wordt niet volledig opgeladen. De accu wordt overladen. De laadstroom daalt naar 0 zodra de absorptieladingsfase wordt gestart. Zorg ervoor dat de ACingangsspanning tussen 185VAC en 265VAC ligt en dat de frequentie binnen het bereik ligt (fabrieksinstelling 45-65Hz). Overbelasting of kortsluiting bij ACout-1 of AC-out-2 verwijderen en zekering/contactverbreker resetten. Vervang de accuzekering. De vervorming van de ACingangsspanning is te groot (normaal gesproken aggregaatvoeding). De MultiGrid bevindt zich in de modus ‘bulkbeveiliging’, dus de maximale bulklaadtijd van 10 uur is overschreden. Schakel de instellingen WeakAC en dynamische stroombegrenzer in. De absorptiespanning is ingesteld op een onjuist niveau (te laag). Stel een juist niveau voor de absorptiespanning in. De druppellaadspanning is ingesteld op een onjuist niveau (te laag). De beschikbare oplaadtijd is te kort om de accu volledig op te kunnen laden. De absorptietijd is te kort. Bij adaptief laden kan dit worden veroorzaakt door een extreem hoge laadstroom ten opzichte van de accucapaciteit, zodat de bulkladingstijd te kort is. De absorptiespanning is ingesteld op een onjuist niveau (te hoog). De druppellaadspanning is ingesteld op een onjuist niveau (te hoog). Accu verkeert in slechte toestand. Stel een juist niveau voor de druppellaadspanning in. Kies een langere oplaadtijd of een hogere laadstroom. Verlaag de laadstroom of kies de ‘vaste’ laadkarakteristieken. De accutemperatuur is te hoog (door slechte ventilatie, veel te hoge omgevingstemperatuur of veel te hoge laadstroom). De accu is oververhit (>50°C) Verbeter de ventilatie, plaats de accu's in een koelere omgeving, verlaag de laadstroom en sluit de temperatuursensor aan. ─ Plaats de accu in een koelere omgeving ─ Verlaag de laadstroom ─ Controleer of één van de accucellen een interne kortsluiting heeft Koppel de temperatuursensorstekker in de MultiGrid los. Als het opladen weer goed werkt na ca. 1 minuut, dient de temperatuursensor te worden vervangen. Controleer uw accu's. OPMERKING: U kunt de foutmodus resetten door de Een dergelijk lange laadtijd zou kunnen MultiGrid uit- en weer in te schakelen. duiden op een systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten accucel). De standaardfabrieksinstelling van de MultiGrid voor de modus ‘bulkbeveiliging’ is ingeschakeld. De modus ‘bulkbeveiliging’ kan alleen worden uitgeschakeld via VEConfigure. De laadstroom is veel te hoog en start Stel de laadstroom in op een niveau zo een voortijdige absorptielading. tussen 0,1 en 0,2 keer de accucapaciteit. Slechte accu aansluiting. Controleer de accu aansluitingen. De accutemperatuursensor is defect 20 Kijk in deze tabel voor de juiste maatregelen m.b.t. deze alarmtoestand. Stel een juist niveau voor de absorptiespanning in. Stel een juist niveau voor de druppellaadspanning in. Vervang de accu. 7.2 Speciale LED-aanduidingen EN (zie voor de normale LED-aanduidingen paragraaf 3.4) De LEDs bulklading en absorptielading knipperen synchroon (tegelijkertijd). FR DE ‘Mains on’ knippert en er is geen uitgangsspanning. NL De LEDs absorptielading en druppellading knipperen synchroon (tegelijkertijd). Storing spanningssensor. De spanning gemeten bij de spanningsdetectieaansluiting wijkt te veel af (meer dan 7V) van de spanning bij de positieve en negatieve aansluiting van het apparaat. Het betreft waarschijnlijk een aansluitfout. Het apparaat blijft in normaal bedrijf. OPMERKING: Als de LED ‘inverter on’ knippert in tegenfase, dan betreft dit een VE.Bus-storingscode (zie onderstaand). De gemeten accutemperatuur heeft een uiterst onwaarschijnlijke waarde. De sensor is waarschijnlijk defect of onjuist aangesloten. Het apparaat blijft in normaal bedrijf. OPMERKING: Als de LED ‘inverter on’ knippert in tegenfase, dan betreft dit een VE.Bus-storingscode (zie onderstaand). Het apparaat bevindt zich in de modus ‘charger only’ en er is netvoeding beschikbaar. Het apparaat weigert de netvoeding of is nog bezig met synchroniseren. ES 7.3 VE.Bus LED-aanduidingen Apparatuur, die is geïntegreerd in een VE.Bus-systeem (een parallel- of 3-faseconfiguratie) kan zogenaamde VE.Bus LEDaanduidingen bieden. Deze LED-aanduidingen kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: OK-codes en storingscodes. SE Appendix 7.3.1 VE.Bus-OK-codes Als de interne toestand van een apparaat is orde is, maar het apparaat nog niet kan worden gestart, omdat één of meer andere apparaten in het systeem een storingsstatus aangeven, zullen de apparaten die in orde zijn een OK-code aangeven. Hierdoor is het opsporen van storingen in een VE.Bus-systeem mogelijk, omdat apparaten die geen aandacht nodig hebben ook als zodanig kunnen worden herkend. Belangrijke aanwijzing: OK-codes worden alleen weergegeven als een apparaat zich niet in de omvormer- of oplaadmodus bevindt! • • Een knipperende LED ‘bulk’ geeft aan dat het apparaat kan omvormen. Een knipperende LED ‘float’ geeft aan dat het apparaat kan opladen. OPMERKING: In principe moeten alle andere LEDs uit zijn. Als dat niet het geval is, is de code geen OK-code. De volgende uitzonderingen zijn echter van toepassing: • • De bovenstaande speciale LED-aanduidingen kunnen samen met de OK-codes optreden. De LED ‘accu bijna leeg’ kan samen met de OK-code functioneren die aangeeft dat het apparaat kan opladen. 7.3.2 VE.Bus-storingscodes Een VE.Bus-systeem kan verschillende storingscodes weergeven. Deze codes worden weergegeven met de LEDs ‘inverter on’, ‘bulk’, ‘absorption’ en ‘float’. Om een VE.Bus-storingscode juist te kunnen interpreten, moet de volgende procedure worden gevolgd: Het apparaat dient een storing te hebben (geen AC-uitgangsspanning). Knippert de LED ‘inverter on’? Indien niet, dan is er geen VE.Bus-storingscode. Als één of meer van de LEDs ‘bulk’, ‘absorption’ of ‘float’ knippert, dat dient dit knipperen in tegenfase van de LED ‘inverter on’ te gebeuren, d.w.z. de knipperende LEDs zijn uit als de LED ‘inverter on’ aan is en omgekeerd. Is dit niet het geval, dan is er geen VE.Bus-storingscode. 4. Controleer de LED ‘bulk’ en bepaal welke van de drie onderstaande tabellen gebruikt moet worden. 5. Kies de juiste kolom en rij (afhankelijk van de LEDs ‘absorption’ en ‘float’) en bepaal de storingscode. 6. Bepaal de betekenis van de code in onderstaande tabellen. 1. 2. 3. 21 Aan alle onderstaande voorwaarden moet worden voldaan!: Het apparaat heeft een storing! (Geen AC-uitgangsspanning) Omvormer-LED knippert (tegengesteld tot de LEDs Bulk, Absorption of Float) Tenminste één van de LEDs Bulk, Absorption en Float brandt of knippert LED Bulk is uit LED Bulk knippert knippert aan uit 0 3 6 knippert 1 4 7 aan 2 5 8 LED Bulk LED Absorption LED Float 22 LED Absorption uit LED Float LED Float LED Absorption LED Bulk brandt LED Absorption uit knippert aan uit 9 12 15 knippert 10 13 16 aan 11 14 17 LED Float 1. 2. 3. uit knippert aan uit 18 21 24 knippert 19 22 25 aan 20 23 26 Code Betekenis: Oorzaak / oplossing: 1 Het apparaat is uitgeschakeld, omdat één van de andere fases in het systeem is uitgeschakeld. Controleer de falende fase. 3 Niet alle of meer dan de verwachte apparaten zijn in het systeem gevonden. 4 Geen enkel ander apparaat gedetecteerd. Controleer de communicatiekabels. 5 Overspanning bij AC-uitgang. Controleer de AC-kabels. 10 Systeemtijdsynchronisatieprobleem opgetreden. Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden. Controleer de communicatiekabels. 14 Apparaat kan geen gegevens overdragen. Controleer de communicatiekabels (er zou kortsluiting kunnen zijn ontstaan). 17 Eén van de apparaten heeft de rol van ‘master’ op zich genomen, omdat de originele master heeft gefaald. Controleer de falende unit. Controleer de communicatiekabels. 18 Overspanning is opgetreden. Controleer de AC-kabels. 22 Dit apparaat kan als ‘slave’ fungeren. Dit apparaat is een verouderd en ongeschikt model. Het dient te worden vervangen. 24 Overschakelsysteembeveiliging gestart. 25 Firmware-incompatibiliteit. Eén van de aangesloten apparaten heeft een te oude firmware om met dit apparaat samen te werken. 26 Interne fout. Het systeem is niet juist geconfigureerd. Configureer het systeem opnieuw. Storing in de communicatiekabel. Controleer de kabels en schakel alle apparatuur uit en daarna weer in. Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden. Schakel alle apparatuur uit en daarna weer in. Als het probleem opnieuw optreedt, controleer dan de installatie. Mogelijke oplossing: verhoog de ondergrens van de ACingangsspanning naar 210VAC (fabrieksinstelling is 180VAC) 1) Schakel alle apparatuur uit. 2) Schakel het apparaat dat deze storing aangeeft in. 3) Schakel alle andere apparaten één voor één in tot de storingsmelding weer optreedt. 4) Update de firmware in het laatste apparaat dat is ingeschakeld. Dient niet op te treden. Schakel alle apparatuur uit en daarna weer in. Neem contact op met Victron Energy als het probleem blijft bestaan. 8. Technische specificaties 12/3000/120-50 230V 48/3000/35-50 230V Ja Ingangsspanningsbereik: 187-265 VAC 50 Minimale AC-voedingsstroomcapaciteit voor PowerAssist (A) 5,3 FR Maximale doorvoerstroom (A) Ingangsfrequentie: 45 – 65 Hz NL AC-ingang 24/3000/70-50 230V EN MultiGrid PowerControl / PowerAssist OMVORMER Ingangsspanningsbereik (V DC) 9,5 – 17 Uitgang (1) 19 – 33 Uitgangsspanning: 230 VAC ± 2% 38 – 66 Frequentie: 50 Hz ± 0,1% 3000 2400 2400 Continu uitgangsvermogen bij 40°C / 104°F (W) 2200 2200 2200 Continu uitgangsvermogen bij 65°C / 150°F (W) 1700 1700 1700 Piekvermogen (W) 6000 6000 6000 Maximaal rendement (%) 93 94 95 Nullast (W) 20 20 25 Nullastvermogen in AES-modus (W) 15 15 20 Nullastvermogen in zoekmodus (W) 8 10 12 LADER Laadspanning 'druppellading' (V DC) 13,8 27,6 55,2 Opslagmodus (V DC) 13,2 26,4 52,8 Laadstroom service-accu (A) (4) 120 70 35 Laadstroom startaccu (A) Appendix Laadspanning 'absorptielading' (V DC) Ingangsspanningsbereik: 187-265 VAC Ingangsfrequentie: 45 – 55 Hz Vermogensfactor: 1 14,4 28,8 57,6 AC-ingang SE 3000 2400 ES 3000 Continu uitgangsvermogen bij 25°C / 77°F (W) DE Cont. uitgangsvermogen bij 25°C / 77°F (VA) (3) 4 (alleen bij 12V- en 24V-modellen) Accutemperatuursensor Ja ALGEMEEN Hulpuitgang Max. 16A Schakelt uit als er geen externe AC-bron beschikbaar is Programmeerbaar relais (5) Ja Beveiligingen (2) a-g Bedrijfstemp.: -40 tot +65°C (-40 - 150°F (ventilatorkoeling) Vochtigheidsgraad (geen condensvorming) : max. 95% Algemene kenmerken BEHUIZING Algemene kenmerken Materiaal en kleur: aluminium (blauw RAL 5012) Beschermklasse: IP 20, verontreinigingsgraad 2, OVC3 Accu-aansluiting M8 bouten (2 positieve en 2 negatieve aansluitingen) 230V AC-aansluitingen Schroefklemmen 13 mm² (6 AWG) Gewicht (kg) 19 Afmetingen (hxbxd in mm) 362 x 258 x 218 NORMEN Veiligheid Emissie / immuniteit Ononderbroken stroomvoorziening NEN-EN 60335-1, NEN-EN 60335-2-29, IEC 62109-1, IEC 62109-2 NEN-EN 55014-1, NEN-EN 61000-3-3, NEN-EN 61000-6-3, NEN-EN 61000-6-2, NEN-EN 61000-6-1 IEC 62040-1, AS 62040.1.1 Anti-islanding VDE-AR-N 4105, G83/2, AS/NZS 4777.2, NRS 097-2-1 1) Kan worden aangepast aan 60 Hz; 120V 60 Hz op aanvraag 2) Beveiliging a. Kortsluiting uitgang b. Overbelasting c. Accuspanning te hoog d. Accuspanning te laag e. Temperatuur te hoog f. 230 VAC op omvormeruitgang g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel 3) Niet-lineaire belasting, topfactor 3:1 4) Bij 25°C omgevingstemperatuur 5) Programmeerbaar relais dat kan worden ingesteld op een algemeen alarm, DC-onderspanning of start/stop-functie aggregaat Nominale AC-waarde: 230V / 4A Nominale DC-waarde: 4A tot 35VDC en 1A tot 60VDC 23 EN: A B C D AC input: Left to right: L (phase), N (neutral), PE (earth/ground). 2x RJ45 connector for remote control and/or parallel / three-phase operation Load connection. AC out1. Left to right: L (phase), N (neutral), PE (earth/ground). Load connection. AC out2. Left to right: PE (earth/ground), L (phase), N (neutral). E Terminals Temperature sensor Aux input 1 Aux input 2 Starter battery plus + (starter battery minus must be connected to service battery minus) Programmable relay contacts K1 Programmable relay contacts K2 Voltage sense F Double M8 battery minus connection. G Double M8 battery positive connection. H Connector for remote switch: Short left and middle terminal to switch ‘on’. Short right and middle terminal to switch to ‘charger only’. I Alarm contact: (left to right) NC, NO, COM. K Pushbuttons for set-up mode. L Primary ground connection M8 (PE). M Dipswitches DS1- DS8 for set-up mode. NL: A B C D De AC-ingang: ‘PE’ (aarde), ‘L’ (fase) en ‘N’ (nul) 2x RJ45 connector voor afstandbedieningspaneel en/of parallel en 3-fase bedrijf. Wisselspanning uitgang AC-out-1. Van links naar rechts: L (fase), N (nul), PE (aarde). Wisselspanning uitgang AC-out-2 Van links naar rechts: N (nul), L (fase), PE (aarde). E Aansluitklemmen Temperature sensor Aux ingang 1 Aux ingang 2 Start accu plus + (de min van start accu moet verbonden zijn met de min van de service accu) Relais contacten K1 Relais contacten K2 Voltage sense F Dubbele M8 accu min aansluiting. G Dubbele M8 accu plus aansluiting. H Aansluitklemmen voor afstandbedieningsschakelaar. Verbind de linker klem en de middelste klem om de MultiGrid aan te schakelen. Verbind de rechter klem en de middelste klem voor ‘alleen laden’. I Alarm contact: (van links naar rechts) NC, NO, COM. K Drukknoppen om de instellingen in het micropressor geheugen op te slaan. L Primaire aarde M8. M Instel DIP switches DS1 tm DS8.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160

Victron energy MultiGrid de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor