Victron energy Quattro 3k 50-50A 230V (firmware xxxx4xx) de handleiding

Type
de handleiding
1
EN NL FR DE ES SE Appendix
OPMERKING:
Deze handleiding is bedoeld voor producten met firmware xxxx400 of hoger (waarbij x staat voor een willekeurig getal)
Het firmwarenummer is te vinden op de microprocessor, na het verwijderen van het voorpaneel.
Oudere eenheden, waarvan het 7-cijferige nummer begint met 26 of 27, kunnen worden geüpdate. Het nummer begint met 19
of 20 heeft u een oude microprocessor en is het niet mogelijk om deze te updaten naar 400 of hoger.
1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Algemeen
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen
voordat u het product in gebruik neemt.
Dit product is ontworpen en getest conform de internationale normen. De apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de
bedoelde toepassing.
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron (accu). Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld,
kan er een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de ingangs- en of uitgangsklemmen. Schakel altijd de
wisselspanningsvoeding uit en ontkoppel de accu voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Verwijder het paneel aan de
voorkant niet en stel het product niet in bedrijf als niet alle panelen zijn gemonteerd. Alle onderhoudswerkzaamheden dienen
door gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd.
Gebruik het product nooit op plaatsen, waar gas- of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de specificaties van de
accufabrikant om te waarborgen dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. Neem altijd de veiligheidsvoorschriften
van de accufabrikant in acht.
WAARSCHUWING: til geen zware voorwerpen zonder hulp.
Installatie
Lees de installatieaanwijzingen voordat u met de installatie begint.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardingsklem ter beveiliging). De in- en/of
uitgangsklemmen van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan
de buitenkant van het product bevindt zich een extra aardpunt. Als u vermoedt dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet
het product buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen per ongeluk opnieuw inschakelen; neem hiervoor contact
op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang nooit een beveiliging door een
ander type component. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt of de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen
van het product, zoals beschreven in de handleiding.
Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste bedrijfsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een
vochtige of stoffige omgeving.
Zorg ervoor dat er rondom het product steeds voldoende vrije ruimte is voor ventilatie en dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen,
kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in de onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden.
Vervoer en opslag
Zorg er bij opslag of transport van het product voor dat netstroom- en accukabels zijn losgekoppeld.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade als de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de
originele verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur dient te liggen tussen -20°C en 60°C.
Raadpleeg de handleiding van de accufabrikant voor informatie over transport, opslag, opladen, herladen en afvalverwijdering
van de accu.
2
2. BESCHRIJVING
2.1 Algemeen
De basis van de Quattro is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en omschakelautomaat in een compacte behuizing.
Daarnaast heeft de Quattro een groot aantal vaak unieke mogelijkheden:
Twee AC-ingangen; geïntegreerd overschakelsysteem tussen walstroom en aggregaat
De Quattro heeft twee AC-ingangen (AC-in-1 en AC-In-2) om twee onafhankelijke spanningsbronnen aan te kunnen sluiten.
Bijvoorbeeld twee aggregaten of een netvoeding en een aggregaat. De Quattro kiest automatisch de ingang, waar spanning
beschikbaar is.
Als er spanning beschikbaar is op beide ingangen, kiest de Quattro de AC-in-1-ingang, waarop normaal gesproken de voeding
is aangesloten.
Twee AC-uitgangen
Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang (AC-out-1), is er een extra uitgang (AC-out-2) beschikbaar die aansluiting van de
belasting verbreekt wanneer de accu in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler die enkel in bedrijf mag zijn als het
aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is.
Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen
In geval van een netspanningsstoring of als het aggregaat wordt uitgeschakeld, zal de Quattro overschakelen op
omvormerbedrijf en de voeding van de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere
elektronische apparaten ongestoord blijven functioneren (Uninterruptible Power Supply of UPS-functionaliteit). Dit maakt de
Quattro zeer geschikt als noodstroomsysteem in industriële en telecommunicatietoepassingen. De maximale wisselstroom die
geschakeld kan worden bedraagt 30 A.
Driefaseschakeling
Drie eenheden kunnen worden geconfigureerd voor driefase-uitgang. Maar dat is nog niet alles: tot 6 sets van drie eenheden
kunnen parallel worden geschakeld voor een omvormervermogen van 45 kW / 54 kVA en een laadcapaciteit van meer dan
1200 A.
PowerControl Maximaal benutten van beperkte walstroom
De Quattro kan enorm veel laadstroom leveren. Dat betekent een zware belasting voor de walaansluiting of het aggregaat.
Voor beide AC-ingangen kan daarom een maximale stroom worden ingesteld. De Quattro houdt dan rekening met andere
stroomverbruikers en gebruikt voor het opladen enkel de stroom die nog ‘over’ is.
- Ingang AC-in-1, waarop meestal een aggregaat is aangesloten, kan met DIP-schakelaars, met VE.Net of met een pc worden
ingesteld op een vast maximum, zodat het aggregaat nooit overbelast wordt.
- Ingang AC-in-2 kan worden ingesteld op een vast maximum. In mobiele toepassingen (schepen, voertuigen) zal echter
meestal een variabele instelling via het Multi Control Panel worden geselecteerd. Op deze manier kan de maximumstroom heel
eenvoudig worden aangepast aan de beschikbare walstroom.
PowerAssist Doe meer met uw aggregaat en walstroom: met de “meehelp”-functie van de Quattro
De Quattro werkt parallel aan het aggregaat of de walstroom. Een stroomtekort wordt automatisch gecompenseerd: de Quattro
verbruikt extra stroom van de accu en helpt zo mee. Het te veel aan stroom wordt gebruikt om de accu weer op te laden.
Met deze unieke functie is het ‘walstroomprobleem’ voorgoed opgelost: elektrisch gereedschap, afwasmachine,
wasmachine, elektrische kookplaat kunnen nu allemaal draaien met 16A-walstroom of zelfs nog minder. Bovendien kan een
kleiner aggregaat worden geïnstalleerd.
Drie programmeerbare relais
De Quattro is voorzien van 3 programmeerbare relais. De relais kunnen echter voor allerlei andere toepassingen worden
geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat.
Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten
De Quattro is voorzien van 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten.
Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een
lithiumionaccu.
Frequentiewisseling
Als zonneomvormers zijn aangesloten op de uitgang van een Multi of Quattro wordt het teveel aan zonne-energie gebruikt om
de accu's weer op te laden. Zodra de absorptiespanning is bereikt, schakelen de Multi of Quattro de zonneomvormer uit door
de uitgangsfrequentie met 1 Hz aan te passen (bijvoorbeeld van 50 Hz naar 51 Hz). Zodra de accuspanning iets is gedaald,
keert de frequentie terug naar normaal en worden de zonneomvormers weer gestart.
Ingebouwde accumonitor (optioneel)
De ideale oplossing als Multi’s of Quattro’s onderdeel uitmaken van een hybride systeem (dieselaggregaat, omvormer/laders,
opslagaccu en alternatieve energie). De ingebouwde accumonitor kan zo worden ingesteld dat deze het aggregaat start en
stopt:
- Start van een vooringesteld % van het ontladingsniveau en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringestelde accuspanning en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
- Stop bij een vooringestelde accuspanning of
- stop (met een vooringestelde vertraging) nadat de bulklading is voltooid en/of
- stop (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
Zonne-energie
De Quattro is uiterst geschikt voor zonne-energietoepassingen. Deze kan worden gebruikt voor het bouwen van autonome
systemen alsmede van netgekoppelde systemen.
3
EN NL FR DE ES SE Appendix
Noodstroom of autonoom bedrijf bij stroomuitval
Woningen of gebouwen voorzien van zonnepanelen of een kleine warmtekrachtcentrale (een stroomopwekkende centrale
verwarmingsketel) of andere duurzame energiebronnen hebben in potentie een autonome energievoorziening, waarmee
essentiële apparatuur (CV-pompen, koelkasten, vriezers, internetaansluitingen) in bedrijf kan worden gehouden tijdens een
stroomuitval. Een probleem hierbij is echter dat netgekoppelde zonnepanelen en/of kleine warmtekrachtcentrales uitvallen
zodra de stroom uitvalt. Met een Quattro en accu’s kan dit probleem op eenvoudige wijze worden opgelost: de Quattro kan de
netvoeding tijdens een stroomuitval vervangen. Als de duurzame energiebronnen meer vermogen dan nodig produceren,
zal de Quattro het teveel gebruiken om de accu’s op te laden; in het geval van een tekort zal de Quattro extra stroom via de
accu-energiebronnen leveren.
Programmeerbaar met DIP-schakelaars, VE.Net-paneel of pc
De Quattro wordt gebruiksklaar geleverd. Drie eigenschappen staan ter beschikking om, indien gewenst, bepaalde instellingen
te kunnen wijzigen:
- De meest belangrijke instellingen (inclusief parallel bedrijf van tot drie apparaten en 3-fasebedrijf) kan heel eenvoudig met
Quattro DIP-schakelaars worden gewijzigd.
- Alle instellingen, met uitzondering van het multifunctionele relais, kunnen worden gewijzigd met een VE.Net-paneel.
- Alle instellingen kunnen worden gewijzigd met een pc en gratis software die kan worden gedownload op onze website
www.victronenergy.com
2.2 Acculader
Adaptieve 4-traps laadkarakteristieken: bulk absorptie druppel opslag
Het adaptieve accubeheersysteem, aangedreven door een microprocessor, kan worden ingesteld op verschillende soorten
accu's. De adaptieve functie past het laadproces automatisch aan aan het accugebruik.
De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd
Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en overmatige gasvorming te voorkomen.
Na een diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verlengd om de accu volledig op te laden.
Schade door overmatige gasvorming beperken: met de BatterySafe-modus
Als, om de laadtijd te verkorten, wordt gekozen voor een hoge laadstroom in combinatie met een hoge absorptiespanning, dan
wordt schade door overmatige gasvorming voorkomen door de stijgingssnelheid van de spanning automatisch te beperken als
de gasvormingsspanning is bereikt.
Minder onderhoud en veroudering als de accu niet wordt gebruikt: met de opslag-modus
De opslag-modus wordt geactiveerd als de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen. In de opslag-modus wordt de open
spanning verminderd tot 2,2 V/cel (13,2 V voor 12V-accu) om gasvorming en corrosie van de positieve platen tot een minimum
te beperken. Eén keer per week wordt de spanning opnieuw verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit
voorkomt stratificatie van het elektrolyt en sulfatering, de hoofdoorzaak van voortijdig falen van de accu.
Twee DC-uitgangen om twee accu's op te laden
De hoofd-DC-aansluitklem kan de volledige uitgangsstroom leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het opladen van een
startaccu, is beperkt tot 4 A en heeft een iets lagere uitgangsspanning.
Langere levensduur van de accu: door temperatuurcompensatie
De temperatuursensor (meegeleverd met het product) dient om de laadspanning te verminderen als de accutemperatuur stijgt.
Dit is vooral belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s die anders mogelijk uitdrogen door overlading.
Accuspanningsdetectie: de juiste laadspanning
Het spanningsverlies door de kabelweerstand kan worden gecompenseerd door gebruik te maken van de
spanningsdetectievoorziening om de spanning rechtstreeks op de DC-bus of op de aansluitklemmen van de accu te kunnen
meten.
Meer over accu's en opladen
In ons boek ‘Altijd Stroom’ kunt u meer lezen over accu’s en het opladen van accu’s. Het is gratis verkrijgbaar op onze website
(zie www.victronenergy.com -> Support -> Technische Informatie). Voor meer informatie over adaptief opladen zie de
Technische Informatie op onze website.
2.3 Eigen verbruik zonne-energie-opslagsystemen
Voor meer informatie zie ons witboek Eigen verbruik en onafhankelijk zijn van het elektriciteitsnet met de Victron Energy
Storage Hub (opslaghub).
De bijbehorende software kan worden gedownload van onze website.
Als de Multi/Quattro wordt gebruikt in een configuratie, waarin deze energie teruggeeft aan het elektriciteitsnet, moet
conformiteit met de netcode mogelijk zijn door de netcode van het land, waarin deze wordt gebruikt, in te stellen via
VEConfigure.
Op deze manier kan de Multi/Quattro aan de plaatselijke voorschriften voldoen.
Zodra de code is ingesteld, is een wachtwoord vereist om de netcodeconformiteit uit te schakelen of de met de netcode
samenhangende parameters te wijzigen.
Als de plaatselijke netcode niet wordt ondersteund door de Multi/Quattro, dient een extern gecertificeerd interface-apparaat te
worden gebruikt om de Multi/Quattro op het elektriciteitsnet aan te sluiten.
De Multi/Quattro kan ook worden gebruikt als bidirectionele omvormer in parallel bedrijf met het elektriciteitsnet, geïntegreerd in
een door de klant ontworpen systeem (PLC of ander systeem) dat de regellus en meting van het elektriciteitsnet verzorgt, zie
http://www.victronenergy.com/live/system_integration:hub4_grid_parallel
4
3. BEDIENING
3.1 Schakelaar “On / stand by / charger only”
Als de schakelaar op “on” wordt gezet, is het apparaat volledig functioneel. De omvormer wordt ingeschakeld en de led
“inverter on” gaat branden.
Als er op de “AC-in”-aansluiting spanning wordt aangesloten, zal deze, als de waarde binnen de specificaties valt, worden
doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de led “mains on” gaat branden en de lader
begint met opladen. Afhankelijk van de laadmodus gaan de leds "bulk" (bulklading), "absorption" (absorptielading) of "float"
(druppellading) branden.
Als de spanning op de “AC-in ”-aansluiting wordt afgewezen, zal de omvormer worden ingeschakeld.
Als de schakelaar op “charger only” wordt gezet, zal alleen de acculader van de Quattro worden ingeschakeld (als er
netspanning beschikbaar is). In deze modus wordt de ingangsspanning tevens doorgeschakeld naar de “AC-out”-aansluiting.
OPMERKING: Als alleen de laadfunctie nodig is, moet erop worden gelet dat de schakelaar in de stand “charger only” wordt
gezet. Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de netspanning de omvormer wordt ingeschakeld en uw accu’s leeg
raken.
3.2 Afstandsbediening
De afstandsbediening is mogelijk met een 3-wegschakelaar of met het Multi Control-paneel.
Het Multi Control-paneel heeft een eenvoudige draaiknop, waarmee de maximale stroom van de AC-ingang kan worden
ingesteld: zie PowerControl en PowerAssist in hoofdstuk 2.
3.3 Egalisatie en geforceerde absorptie
3.3.1 Egalisatie
Tractie-accu's moeten regelmatig extra worden opgeladen. In de egalisatiemodus gaat de Quattro gedurende een uur met een
verhoogde spanning laden (1 V boven de absorptiespanning voor een 12V-accu, 2 V voor een 24V-accu). De laadstroom wordt
dan beperkt tot 1/4 van de ingestelde waarde. De leds “bulk” en “absorption” gaan dan afwisselend knipperen.
De egalisatiemodus levert een hogere laadspanning dan de meeste
gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten daarom worden losgekoppeld
voordat er extra wordt opgeladen.
3.3.2 Geforceerde absorptie
Onder bepaalde omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een bepaalde tijd met een absorptiespanning te
laden. In de modus Geforceerde Absorptie gaat de Quattro gedurende de ingestelde maximale absorptietijd met de normale
absorptiespanning laden. De led “absorption” gaat branden.
3.3.3 Egalisatie of geforceerde absorptie activeren
De Quattro kan zowel via de afstandsbediening als met de schakelaar op het voorpaneel in deze beide toestanden worden
gebracht. Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (op het voorpaneel, de afstandsbediening als op het paneel) in de stand “on”
worden gezet en geen enkele schakelaar in de stand “charger only” staat.
Om de Quattro is deze toestand te brengen, moet de onderstaande procedure worden gevolgd.
Als de schakelaar zich niet in de juiste stand bevindt nadat u deze procedure hebt gevolgd, kan deze eenvoudig eenmalig
worden omgeschakeld. Hiermee wordt de laadtoestand niet gewijzigd.
OPMERKING: het omschakelen van “on” naar “charger only” en terug, zoals hieronder beschreven, dient op een snelle manier
te gebeuren. De schakelaar moet zo worden omgeschakeld dat de middenstand als het ware wordt ‘overgeslagen’. Als de
schakelaar ook maar even in de stand “off” blijft staan, loopt u het risico dat het apparaat wordt uitgeschakeld. In dat geval
dient u weer bij stap 1 te beginnen. Met name bij gebruik van de schakelaar op het voorpaneel op de Compact is enige
oefening gewenst. Bij gebruik van de afstandsbediening is dit geen probleem.
Procedure:
Controleer of alle schakelaars (bv. op het voorpaneel, op de afstandsbediening of de schakelaar op het afstandspaneel voor zover aanwezig) in
de stand “on” staan.
Het activeren van de egalisatie of de geforceerde is alleen zinvol als de normale laadcyclus is voltooid (de lader bevindt zich dan in de modus
'Float').
Activeren:
a. Zet de schakelaar snel van "on" naar "charger only" en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan.
b. Zet de schakelaar snel weer terug van "charger only" naar "on" en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan.
c. Zet de schakelaar nog eens snel van "on" naar "charger only" en laat de schakelaar in deze stand staan.
Op de Quattro (en, indien aangesloten, op het MultiControl-paneel) gaan nu de drie leds “Bulk”, “Absorption” en “Float” 5 keer knipperen.
Vervolgens gaan de leds “Bulk”, “Absorption” en “Float” elk gedurende 2 seconden branden.
a. Als de schakelaar op “on” wordt gezet, terwijl de led “Bulk” brandt, schakelt de lader over op egalisatie.
b. Als de schakelaar op “on” wordt gezet, terwijl de led “Absorption” brandt, schakelt de lader over op geforceerde absorptie.
c. Als de schakelaar op “on” wordt gezet nadat de drie leds zijn gaan branden, schakelt de lader over op druppellading (Float).
d. Als de schakelaar niet is omgezet, blijft de Quattro in de modus “charger only” en schakelt daarna over op druppellading.
5
EN NL FR DE ES SE Appendix
3.4 Led-aanduidingen en hun betekenis
led uit
led knippert
led brandt
Omvormer
inverter
De omvormer is ingeschakeld en
levert stroom aan de belasting.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
Het nominale vermogen van de
omvormer is overschreden. De led
“overload” (overbelasting) knippert.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
inverter
De omvormer is uitgeschakeld door
overbelasting of kortsluiting.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
De accu is bijna leeg.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
De omvormer is
uitgeschakeld door
een te lage
accuspanning.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
De interne
temperatuur bereikt
een kritiek niveau.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
6
charger
inverter
De omvormer is uitgeschakeld door
een veel te hoge interne
temperatuur.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
Als de leds afwisselend
knipperen, is de accu bijna leeg en
is het nominaal vermogen
overschreden.
Als de leds “overload” en “low
battery” tegelijkertijd knipperen, is er
een veel te hoge rimpelspanning bij
de accuaansluiting.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
De omvormer is uitgeschakeld door
een veel te hoge rimpelspanning bij
de accuaansluiting.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
7
EN NL FR DE ES SE Appendix
Acculader
charger
inverter
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader bevindt zich in de
bulkladingsfase.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader werkt, maar de ingestelde
absorptiespanning is nog niet
bereikt (accubeveiligingsmodus)
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader bevindt zich in de
absorptieladingsfase.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader bevindt zich in de druppellaad-
of opslagfase.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
charger
inverter
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader bevindt zich in de
egalisatiemodus.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
8
Speciale aanduidingen
Ingesteld met beperkte ingangsstroom
charger
inverter
De wisselspanning bij AC1-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld. De AC-
ingangsstroom is gelijk aan de
belastingsstroom. De lader wordt
nu omlaag gestuurd naar 0 A.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
Ingesteld om extra stroom te leveren
charger
inverter
De wisselspanning bij AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld, maar de
belasting vereist meer stroom dan
het elektriciteitsnet kan leveren. De
omvormer wordt nu ingeschakeld
om extra stroom te leveren.
mains on
on
inverter on
Bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
Float
temperature
Voor de nieuwste en meest bijgewerkte informatie over de blink-codes
raadpleeg de Victron Toolkit-app. Klik op of scan de QR-code om naar
de Victron Support en Downloads/Software-pagina te gaan.
9
EN NL FR DE ES SE Appendix
4. INSTALLATIE
Dit product mag uitsluitend worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde
elektromonteur.
4.1 Locatie
De Quattro dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd, zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het
apparaat dient een vrije ruimte van tenminste 10 cm voor koeldoeleinden aanwezig te zijn.
Een veel te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
- kortere levensduur
- lagere laadstroom
- lager piekvermogen of omvormeruitschakeling.
Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s.
De Quattro is geschikt voor wandmontage. Voor de montage bevat de behuizing aan de achterkant een haak en twee gaten
(zie bijlage G). Het apparaat kan horizontaal of verticaal worden geplaatst. Voor een optimale koeling wordt de voorkeur
gegeven aan verticale plaatsing.
De binnenste gedeelte van het apparaat dient na installatie goed toegankelijk te
blijven.
De afstand tussen de Quattro en de accu dient zo klein mogelijk te zijn om het spanningsverlies via de accukabels tot een
minimum te beperken.
Installeer het product in een hittebestendige omgeving.
Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen,
kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in de
onmiddellijke omgeving bevinden.
De Quattro heeft geen interne DC-zekering. De DC-zekering dient
buiten de Quattro te worden geïnstalleerd.
4.2 De accukabels aansluiten
Om het volledige potentieel van de Quattro te kunnen benutten, moeten accu's met voldoende capaciteit en accukabels met de
juiste doorsnede worden gebruikt.
Zie tabel:
12/3000/120
24/3000/70
48/3000/35
Aanbevolen accucapaciteit (Ah)
4001200
200700
100400
Aanbevolen DC-zekering
400 A
300 A
125 A
Aanbevolen doorsnede (mm2)
per + en aansluitklem*, **
0 – 5 m***
2x 50 mm2
50 mm2
35 mm2
5 10 m***
2x 70 mm2
2x 50 mm2
2x 35 mm2
* Volg lokale installatieregels.
** De accukabels niet in een gesloten elektriciteitspijp plaatsen.
*** “2x" betekent twee plus-kabels en twee min-kabels.
Procedure
Ga voor het aansluiten van de accukabels als volgt te werk:
Gebruik een momentsleutel met geïsoleerde steeksleutel om kortsluiting bij de
accu te voorkomen.
Maximaal aanhaalmoment: 9 Nm
Voorkom kortsluiting van de accukabels. Om kortsluiting van de accu te
voorkomen, dient een geïsoleerde ringsleutel te worden gebruikt.
- Draai de vier onderste schroeven van het voorpaneel van de unit los en verwijder het onderste voorpaneel.
- Sluit de accukabels als volgt aan: + (rood) op de rechte klem en - (zwart) op de linker klem (Zie bijlage A).
- Draai de aansluitingen na montage van de bevestigingsonderdelen vast.
10
4.3 Aansluiting van de AC-kabels
De Quattro is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een
aardingsklem ter beveiliging). De wisselstroomingangs- en/of -uitgangsklemmen
en/of het aardingspunt aan de buitenkant van het product moeten om
veiligheidsredenen voorzien zijn van een onderbrekingsvrij aardingspunt. Zie
hiervoor de volgende aanwijzingen:
De Quattro is voorzien van een aardingsrelais (zie bijlage) dat de nuluitgang
automatisch met de behuizing verbindt als er geen externe
wisselstroomvoorziening beschikbaar is. Als er wel een externe
wisselstroomvoorziening beschikbaar is, gaat het aardingsrelais open voordat het
ingangsveiligheidsrelais zich sluit (relais H in bijlage B). Dit zorgt voor een goede
werking van de op de uitgang aangesloten aardlekschakelaar.
In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding worden gewaarborgd
met de aarddraad van de wisselspanningsingang. Anders moet de behuizing
worden geaard.
In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met een walstroomstekker) zal
onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aardverbinding verbreken. In
dat geval moet de behuizing worden verbonden met het chassis (van het voertuig)
of met de romp of aardplaat (van de boot).
Over het algemeen is de bovenstaand beschreven verbinding met de
walaardingsaansluiting niet aan te bevelen voor boten in verband met de
galvanische corrosie. De oplossing hiervoor is het gebruik van een
scheidingstransformator.
De omvormer komt met een geïntegreerde scheidingstransformator voor netfrequentie. Dit voorkomt de mogelijkheid van DC-
stroom op AC-stroompoorten. Daarom kunnen aardlekschakelaars van het type A worden gebruikt.
AC-in-1 (zie bijlage A)
Als er wisselstroomspanning beschikbaar is bij deze klemmen, zal de Quattro deze aansluiting gebruiken. Over het algemeen
zal een generator worden aangesloten op AC-in-1.
De ingang AC-in-1 moet zijn beveiligd met een zekering of magnetische contactverbreker voor 50 A of minder en de
doorsnede van de kabel moet hieraan zijn aangepast. Als de ingangswisselspanning lager ligt, moeten de zekering of
magnetische contactverbreker hieraan worden aangepast.
AC-in-2 (zie bijlage A)
Als er wisselstroomspanning beschikbaar is bij deze klemmen, zal de Quattro deze aansluiting gebruiken, behalve als er ook
spanning bij de
AC-in-1 beschikbaar is. De Quattro zal dan automatisch AC-in-1 kiezen. Over het algemeen wordt de netvoeding of
walspanning aangesloten op de AC-in-2.
De ingang AC-in-2 moet zijn beveiligd met een zekering of magnetische contactverbreker voor 50 A of minder en de
doorsnede van de kabel moet hieraan zijn aangepast. Als de ingangswisselspanning lager ligt, moeten de zekering of
magnetische contactverbreker hieraan worden aangepast.
Opmerking: De Quattro start misschien niet als er alleen wisselstroom bij AC-in-2 beschikbaar is en de gelijkstroom-
accuspanning 10% of meer onder de nominale spanning ligt (minder dan 11 volt in geval van een 12 volt-accu).
Oplossing: verbind de wisselstroomvoeding met AC-in-1 of laad de accu op.
AC-out-1 (zie bijlage A)
De wisselstroomvermogenskabel kan direct worden verbonden met het klemmenblok "AC-out".
Met de PowerAssist-functie kan de Quattro tot 3 kVA (dat is 3000 / 230 = 13 A) bij piekvermogensbehoefte aan de uitgang
toevoegen. Samen met een maximale ingangsstroom van 50 A betekent dit dat de uitgang tot 50 + 13 = 63 A kan leveren.
Een aardlekschakelaar en een zekering of contactverbreker passend bij de verwachte belasting moet in serie worden
opgenomen in het uitgangsvermogen en de doorsnede van de kabel moet hieraan worden aangepast. Het maximaal
toelaatbare vermogen van de zekering of contactverbreker is 63 A.
AC-out-2 (zie bijlage A)
Een tweede uitgang is beschikbaar die de belasting in geval van voeding via de accu onderbreekt. Op deze klemmen wordt
apparatuur aangesloten die alleen functioneert als wisselstroomspanning beschikbaar is bij AC-in-1 of AC-in-2, zoals bv. een
elektrische boiler of een airco. De belasting bij AC-out-2 wordt direct onderbroken als de Quattro overschakelt naar
accuvoeding. Zodra de wisselstroomvoeding weer bij AC-in-1 of AC-in-2 beschikbaar is, wordt de belasting bij AC-out-2 weer
met een vertraging van ca. 2 minuten aangesloten. Dit, zodat het aggregaat zich weer kan stabiliseren.
AC-out-2 kan belastingen aan tot 25 A. Een aardlekschakelaar en zekering met een max. vermogen van 25 A moet in serie
worden geschakeld met de AC-out-2.
Procedure
Gebruik een drieaderige kabel. De aansluitklemmen zijn duidelijk gecodeerd:
PE: aarde
N: nulleider
L: fase-/spanningsgeleider
11
EN NL FR DE ES SE Appendix
4.4 Aansluitopties
4.4.1 Startaccu (aansluitklem E, zie bijlage A)
De Quattro heeft een aansluiting voor het opladen van een startaccu. De uitgangsstroom is beperkt tot 4 A.
4.4.2 Spanningsdetectie (aansluitklem E, zie bijlage A)
Voor het compenseren van eventuele kabelverliezen tijdens het opladen kunnen twee detectiedraden worden aangesloten,
waarmee de spanning direct op de accu of op de plus- en min-verdeelpunten gemeten kan worden. Gebruik hiervoor een draad
met een doorsnede van 0,75 mm².
De Quattro zal tijdens het opladen van de accu het spanningsverlies over de DC-kabels compenseren tot max 1 Volt (d.w.z. 1
V over de plusaansluiting en 1 V over de minaansluiting). Als het spanningsverlies groter dan 1 V dreigt te worden, wordt de
laadstroom zodanig beperkt dat het spanningsverlies beperkt blijft tot 1 V.
4.4.3 Temperatuursensor (aansluitklem E, zie bijlage A)
Voor temperatuurgecompenseerd laden kan de temperatuursensor (meegeleverd met de Quattro) worden aangesloten. De
sensor is geïsoleerd en moet op de minklem van de accu worden geplaatst.
4.4.4 Afstandsbediening
De Quattro kan op twee manieren op afstand worden bediend:
Met een externe schakelaar (aansluitklem H, zie bijlage A). Werkt alleen als de schakelaar op de Quattro op “on” is gezet.
Met een Multi Control-paneel (verbonden met één van de twee RJ48-stekkerbussen B, zie bijlage A). Werkt alleen als de
schakelaar op de Quattro op “on” is gezet.
Met het Multi Control-paneel, alleen de stroomlimiet voor AC-in-2 kan worden ingesteld (m.b.t. PowerControl en PowerAssist).
De stroomlimiet voor AC-in-1 kan worden ingesteld met DIP-schakelaars of door software.
Er kan maar één afstandsbediening worden aangesloten, d.w.z. of een schakelaar of een Multi Control-paneel.
4.4.5. Programmeerbaar relais
De Quattro is voorzien van een multifunctioneel relais dat standaard is geprogrammeerd als alarmrelais. Het relais kan echter
voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat (hiervoor is
VEConfigure-software vereist).
4.4.6 AC-hulpuitgang (AC-out-2)
Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang (AC-out-1), is er een tweede uitgang (AC-out-2) beschikbaar die aansluiting van
de belasting verbreekt wanneer de accu in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler of airco die enkel mag werken als het
aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is.
Als de accu werkt, wordt de AC-out-2 onmiddellijk uitgeschakeld. Als er AC-voeding beschikbaar is, wordt de AC-out-2 opnieuw
gekoppeld met een vertraging van 2 minuten, zodat een aggregaat kan worden gestabiliseerd voordat er een zware belasting
wordt aangesloten.
4.4.7 Quattro's parallel schakelen (zie bijlage C)
De Quattro kan parallel worden geschakeld met meerdere identieke apparaten. Hiervoor wordt een verbinding tussen de
apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels. Het systeem (één of meerdere Quattro-units plus een
optioneel bedieningspaneel) moet daarna worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5).
Bij het parallel schakelen van Quattro-units moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- Maximaal zes parallel geschakelde units.
- Alleen identieke apparaten met hetzelfde vermogen mogen parallel worden geschakeld.
- De accucapaciteit dient verschillend te zijn.
- De DC-aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben.
- Als een plus- en min-DC-verdeelpunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de accu’s en het DC-
verdeelpunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het verdeelpunt en de
Quattro-units.
- Plaats de Quattro-units dicht bij elkaar, maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en aan de zijkant van de
units.
- De UTP-kabels moeten direct van de ene unit op de andere worden aangesloten (en op het afstandspaneel). Er mag geen
gebruik gemaakt worden van aansluit-/verdeeldozen.
- Op slechts één unit in het systeem hoeft een accutemperatuursensor te worden aangesloten. Als de temperatuur van
meerdere accu’s moet worden gemeten, kunt u ook de sensoren van andere Quattro-units in het systeem aansluiten (max. 1
sensor per Quattro). De temperatuurcompensatie tijdens het opladen van de accu reageert dan op de sensor die de hoogste
temperatuur meet.
- De spanningssensor moet worden aangesloten op de master (zie paragraaf 5.5.1.4).
- Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem worden aangesloten.
4.4.8 Driefaseconfiguratie (zie bijlage C)
De Quattro kan ook worden gebruikt in een 3-fase wye (Y) configuratie. Hiervoor wordt een verbinding tussen de apparaten
gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels (dezelfde als voor parallelle schakeling). Het systeem (Quattro-units plus
een optioneel controlepaneel) dient daarna te worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5).
Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.7.
Opmerking: de Quattro is niet geschikt voor 3-fase delta (Δ) configuratie.
12
5. CONFIGURATIE
- Instellingen mogen alleen worden gewijzigd door een gekwalificeerde
elektrotechnicus.
- Lees de aanwijzingen grondig door voordat u wijzigingen doorvoert.
- Tijdens het instellen van de lader moet de DC-zekering in de accuaansluitingen
worden verwijderd.
5.1 Standaardinstellingen: klaar voor gebruik
De Quattro wordt geleverd met standaardfabrieksinstellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt voor toepassing van 1
apparaat.
De instellingen hoeven daarom niet te worden gewijzigd in geval van standalone-gebruik.
Waarschuwing: mogelijk is de standaard acculaadspanning niet geschikt voor uw accu’s! Raadpleeg de
documentatie van de fabrikant of vraag advies bij uw acculeverancier!
Quattro-standaardfabrieksinstellingen
Frequentie omvormer 50 Hz
Ingangsfrequentiebereik 45 - 65 Hz
Ingangsspanningsbereik 180 - 265 VAC
Omvormerspanning 230 VAC
Standalone / parallel / 3-fase standalone
AES (Automatic Economy Switch) uit
Aardrelais aan
Lader aan/uit aan
Laadkarakteristieken viertraps adaptief met BatterySafe-modus
Laadstroom 75% van de maximale laadstroom
Accutype Victron Gel Deep Discharge
(ook geschikt voor Victron AGM Deep Discharge)
Automatisch egalisatie laden uit
Absorptiespanning 14,4 / 28,8 / 57,6 V
Absorptietijd tot 8 uur (afhankelijk van bulkladingstijd)
Druppelladingsspanning 13,8 / 27,6 / 55,2 V
Opslagspanning 13,2 V (niet instelbaar)
Herhaalde absorptietijd 1 uur
Absorptieherhalingsinterval 7 dagen
Bulkbeveiliging aan
Aggregaat (AC-in-1) / walstroom (AC-in-2) 50 A/16 A (= regelbare stroomlimiet voor PowerControl en
PowerAssist-functies)
UPS-functie aan
Dynamische stroombegrenzer uit
WeakAC uit
BoostFactor 2
Programmeerbaar relais alarmfunctie
PowerAssist aan
5.2 Uitleg bij de instellingen
Hieronder volgt een korte uitleg bij de instellingen die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie vindt u in de help-bestanden
van de softwareconfiguratieprogramma’s (zie paragraaf 5.3).
Frequentie omvormer
Uitgangsfrequentie als er geen AC op de ingang aanwezig is.
Instelbaar: 50 Hz; 60 Hz
Ingangsfrequentiebereik
Ingangsfrequentiebereik dat door de Quattro wordt geaccepteerd. De Quattro synchroniseert binnen dit bereik met de spanning
die beschikbaar is op AC-in-1 (voorkeursingang) of AC-in-2. Als de synchronisatie is voltooid is de uitgangsfrequentie gelijk aan
de ingangsfrequentie.
Instelbaar: 45 65 Hz; 45 55 Hz; 55 65 Hz
Ingangsspanningsbereik
Spanningsbereik dat door de Quattro wordt geaccepteerd. De Quattro synchroniseert binnen dit bereik met de spanning die
beschikbaar is op AC-in-1 (voorkeursingang) of op AC-in-2. Als het terugleverrelais is gesloten is de uitgangsspanning gelijk
aan de ingangsspanning.
Instelbaar:
Ondergrens: 180 - 230 V
Bovengrens: 230 - 270 V
Opmerking: De fabrieksinstelling voor de ondergrens van 180Vis bedoeld voor aansluiting op een instabiele netspanning of
een generator met instabiel AC-uitgangsspanning. Deze instelling kan leiden tot uitschakeling van het systeem als dit is
aangesloten op een ‘borstelloze, zelfbekrachtigde, extern spanningsgeregelde, synchrone wisselstroomgenerator’ (synchrone
generator met automatische spanningsregelaar). De meeste generatoren met een vermogen van 10 kVA of meer zijn
synchrone generatoren met automatische spanningsregelaar. De uitschakeling vindt plaats als de generator wordt gestopt en
langzamer gaat draaien, terwijl de generator met automatische spanningsregelaar tegelijkertijd ‘probeert’ om de
uitgangsspanning van de generator op 230 V te houden.
13
EN NL FR DE ES SE Appendix
De oplossing is om ondergrens te verhogen naar 210 VAC (generatoren met automatische spanningsregelaar hebben over het
algemeen een zeer stabiele uitgangspanning) of om de Multi(s) los te koppelen van de generator als een generatorstopsignaal
wordt afgegeven (met behulp van een in serie met de generator geïnstalleerde AC-schakelaar).
Omvormerspanning
Uitgangsspanning van de Quattro bij accubedrijf.
Instelbaar: 210 245 V
Standalone / parallel bedrijf / 2-3-fase-instelling
Met meerdere apparaten is het mogelijk om:
- het totale omvormervermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel geschakeld)
- een 3-fasesysteem te maken door te stapelen (enkel voor Quattro-units met een uitgangsspanning van 120 V)
- een 3-fasesysteem te maken.
Hiervoor moeten de apparaten onderling worden verbonden met RJ45 UTP-kabels. De standaard apparaatinstellingen zijn
echter zo gekozen dat elk apparaat als standalone werkt. Daarom moeten de apparaten opnieuw worden geconfigureerd.
AES (Automatic Economy Switch)
Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting verlaagd met ca. 20% door de
sinusspanning iets te 'versmallen'. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Enkel van toepassing in standalone-configuratie.
Search Mode (zoekmodus)
In plaats van de AES-modus kan ook de search mode (enkel met behulp van VEConfigure) worden gekozen.
Als de 'search mode' is ingeschakeld, wordt het stroomverbruik bij nullast verlaagd met ca. 70%. De 'search mode' houdt in dat
de Quattro wordt uitgeschakeld als er geen belasting is of als deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de Quattro even
inschakelen. Als de uitgangsstroom een ingesteld niveau overschrijdt, blijft de omzetter werken. Zo niet, dan gaat de omvormer
weer uit.
De belastingsniveaus “uitschakeling” en “ingeschakeld blijven” van de zoekmodus kunnen met VEConfigure worden ingesteld.
De fabrieksinstelling is:
Uitschakelen: 40 watt (lineaire belasting)
Inschakelen: 100 watt (lineaire belasting)
Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Enkel van toepassing in standalone-configuratie.
Aardrelais (zie bijlage B)
Met dit relais (H), wordt de nulleider van de AC-uitgang geaard met de behuizing als het terugleverveiligheidsrelais in de AC-in-
1- en de AC-in-2-ingangen open zijn. Dit om de correcte werking van aardlekschakelaars in de uitgangen veilig te stellen.
Als een niet geaarde uitgang gewenst is tijdens het omvormerbedrijf, dan moet deze functie worden uitgeschakeld. (Zie ook
paragraaf 4.5)
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Indien nodig, kan een extern aardrelais worden aangesloten (voor een éénfasesysteem met een aparte autotransformator).
Zie bijlage A.
Acculaadkarakteristiek
De standaardinstelling is ‘viertraps adaptief met BatterySafe-modus’. Zie hoofdstuk 2 voor een beschrijving.
Dit is de beste laadkarakteristiek. Zie de helpbestanden van de softwareconfiguratieprogramma’s voor andere mogelijkheden.
De ‘vaste’ modus kan worden geselecteerd met DIP-schakelaars.
Accutype
De standaardinstelling is het meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200 en stationaire
buisjesplaataccu’s (OPzS). Deze instelling kan ook voor vele andere accu’s worden gebruikt: bv. Victron AGM Deep Discharge
en andere AGM-accu’s en vele soorten open vlakke-plaataccu’s. Met DIP-schakelaars kunnen vier laadspanningen worden
ingesteld.
Met VEConfigure kan de laadkarakteristiek worden aangepast, zodat elk type accu (nikkelcadmiumaccu's, lithiumionaccu's) kan
worden opgeladen
Automatische egalisatielading
Deze instelling is bedoeld voor buisjesplaattractie-accu’s. Bij deze instelling wordt de maximale absorptiespanning verhoogd tot
2,83 V/cel (34 V voor een 24V-accu) nadat tijdens absorptieladen de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de ingestelde
maximumstroom.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Zie ’tubular plate traction battery charge curve’ (laadkarakteristiek van buisjesplaattractieaccu's) in VEConfigure.
Absorptietijd
Dit hangt af van de bulkladingstijd (adaptieve laadkarakteristiek), zodat de accu optimaal wordt opgeladen. Als de ‘vaste’
laadkarakteristiek wordt gekozen, staat de absorptietijd vast. Voor de meeste accu’s is een maximale absorptietijd van 8 uur
geschikt. Als voor snelladen een extra hoge absorptiespanning is gekozen (kan alleen bij natte open accu’s!), wordt de
voorkeur gegeven aan 4 uur. Met DIP-switches kan een tijd van acht of vier uur worden ingesteld. Bij de adaptieve
laadkarakteristiek bepaalt dit de maximale absorptietijd.
Opslagspanning, herhaalde absorptietijd, absorptieherhalingsinterval
Zie hoofdstuk 2. Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Bulkbeveiliging
Als deze instelling op ‘on’ staat, wordt de bulklaadtijd beperkt tot max. 10 uur. Een langere laadtijd zou kunnen duiden op een
systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten accucel). Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
14
AC-ingangsstroomlimiet AC-in-1 (aggregaat) / AC-in-2 (walstroom/elektriciteitsnet)
Dit zijn de stroomgrensinstellingen, waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden.
PowerAssist-instellingsbereik:
- Van 5,3 A tot 50 A voor ingang AC-in-1
- Van 5,3 A tot 50 A voor ingang AC-in-2
Fabrieksinstellingen: de maximumwaarde (16 A en 50 A).
In geval van parallel geschakelde units moeten voor het bereik de minimum- en maximumwaarden worden vermenigvuldigd
met het aantal parallel geschakelde units.
Zie hoofdstuk 2, het boek ‘Altijd Stroom’ of de vele beschrijvingen van deze unieke functie op onze website
www.victronenergy.com.
UPS-functie
Als deze instelling op ‘on’ staat en de wisselspanning op de ingang wegvalt, schakelt de Quattro praktisch zonder onderbreking
over naar omvormerbedrijf. De Quattro kan dan worden gebruikt als Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije
voeding) voor gevoelige apparatuur, zoals computers of communicatiesystemen.
De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor gebruik van deze instelling - de
Quattro zou voortdurend overschakelen op naar omvormerbedrijf. Daarom kan er voor gekozen worden om deze instelling uit
te schakelen. De Quattro reageert dan minder snel op spanningsafwijkingen bij AC-in-1 of AC-in-2. Hierdoor wordt de
omschakeltijd naar omvormerbedrijf wat langer, maar de meeste apparatuur (computers, klokken of huishoudelijke apparatuur)
ondervindt hier geen hinder van.
Advies: Schakel de UPS-functie uit als de Quattro niet synchroniseert of voortdurend terugschakelt naar omvormerbedrijf.
Dynamische stroombegrenzer
Bedoeld voor aggregaten, waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een statische omvormer (zogenaamde
‘omvormer’-aggregaten). Bij deze aggregaten wordt het toerental teruggeregeld als de belasting laag is: dat beperkt lawaai,
brandstofverbruik en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt bij een
plotselinge verhoging van de belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat de motor op toeren is.
Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, zal de Quattro beginnen met het leveren van extra vermogen op een laag
aggregaatuitgangsvermogen en langzaam meer leveren tot de ingestelde stroomlimiet is bereikt. Hierdoor krijgt de motor van
het aggregaat de tijd om op toeren te komen.
Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ aggregaten die traag reageren op plotselinge belastingvariaties.
WeakAC
Sterke vervorming van de ingangsspanning kan tot gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks werkt. Als WeakAC (lage
wisselspanning) wordt ingesteld, accepteert de lader ook een sterk vervormde spanning, ten koste van meer vervorming van
de opgenomen stroom.
Advies: WeakAC inschakelen als de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens zelden voor!). Zet tegelijk ook de
dynamische stroombegrenzer’ aan en reduceer desnoods de maximale laadstoom om overbelasting van het aggregaat te
voorkomen.
Opmerking: als WeakAC geactiveerd is, wordt de maximale laadstroom met ongeveer 20% verminderd.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
BoostFactor
Wijzig deze instelling alleen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy getrainde installateur!
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Drie programmeerbare relais
De Quattro is voorzien van 3 programmeerbare relais. Het relais kan voor allerlei andere toepassingen worden
geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat. De fabrieksinstelling van het relais in positie I (zie bijlage A,
rechts boven) is ‘alarm’.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Frequentiewisseling
Als zonneomvormers zijn aangesloten op de uitgang van een Multi of Quattro wordt het teveel aan zonne-energie gebruikt om
de accu's weer op te laden. Zodra de absorptiespanning is bereikt, schakelen de Multi of Quattro de zonneomvormer uit door
de uitgangsfrequentie met 1 Hz aan te passen (bijvoorbeeld van 50 Hz naar 51 Hz). Zodra de accuspanning iets is gedaald,
keert de frequentie terug naar normaal en worden de zonneomvormers weer gestart.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Ingebouwde accumonitor (optioneel)
De ideale oplossing als Multi’s of Quattro’s onderdeel uitmaken van een hybride systeem (dieselaggregaat, omvormer/laders,
opslagaccu en alternatieve energie). De ingebouwde accumonitor kan zo worden ingesteld dat deze het aggregaat start en
stopt:
- Start van een vooringesteld % van het ontladingsniveau en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringestelde accuspanning en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
- Stop bij een vooringestelde accuspanning of
- stop (met een vooringestelde vertraging) nadat de bulklading is voltooid en/of
- stop (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
15
EN NL FR DE ES SE Appendix
AC-hulpuitgang (AC-out-2)
Naast de ononderbroken uitgang (AC-out-1), is er een tweede uitgang (AC-out-2) beschikbaar die aansluiting van de belasting
ontkoppelt als de accu in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler of airco die enkel mag werken als het aggregaat draait of
er walstroom beschikbaar is.
Als de accu werkt, wordt de AC-out-2 onmiddellijk uitgeschakeld. Als er AC-voeding beschikbaar is, wordt de AC-out-2 opnieuw
gekoppeld met een vertraging van 2 minuten, zodat een aggregaat kan worden gestabiliseerd voordat er een zware belasting
wordt aangesloten.
5.3 Configuratie via de pc
Alle instellingen kunnen worden gewijzigd via een pc of met een VE.Net-paneel (behalve bij de multifunctionele relais en de
VirtualSwitch bij gebruik van VE.Net).
De meest algemene instellingen kunnen worden gewijzigd via de DIP-schakelaars (zie paragraaf 5.5).
OPMERKING:
Deze handleiding is bedoeld voor producten met firmware xxxx400 of hoger (waarbij x staat voor een willekeurig getal)
Het firmwarenummer is te vinden op de microprocessor, na het verwijderen van het voorpaneel.
Oudere eenheden, waarvan het 7-cijferige nummer begint met 26 of 27, kunnen worden geüpdate. Het nummer begint met 19
of 20 heeft u een oude microprocessor en is het niet mogelijk om deze te updaten naar 400 of hoger.
Voor het wijzigen van instellingen via de pc heeft u het volgende nodig:
VEConfigure3 software: kan gratis worden gedownload op www.victronenergy.com.
Een MK3-USB (VE.Bus naar USB) interface en een RJ45 UTP-kabel.
Als alternatief kan de interface MK2.2b (VE.Bus naar RS232) en een RJ45 UTP-kabel worden gebruikt.
5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup
VE.Bus Quick Configure Setup is een softwareprogramma, waarmee systemen met maximaal 3 Multi-units (parallel- of
driefasebedrijf) op eenvoudige wijze kunnen worden geconfigureerd.
U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com.
5.3.2 VE.Bus System Configurator
Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 of meer Multi-units moet de software VE.Bus
System Configurator worden gebruikt. U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com.
5.4 Configuratie met een VE.Net-paneel
Hiervoor hebt u een VE.Net-paneel en de ‘VE.Net-naar-VE.Bus-omvormer’ nodig.
Met VE.Net zijn alle parameters toegankelijk, met uitzondering van de multifunctionele relais en de VirtualSwitch.
5.5 Configuratie met DIP-schakelaars
Inleiding
Een aantal instellingen kan worden gewijzigd met DIP-schakelaars (zie bijlage A, positie M).
Opmerking: Let er bij het wijzigen van de instellingen met DIP-schakelaars in een parallel of éénfase-/3-fasesysteem op dat
niet alle instellingen bij alle Quattro-units van toepassing zijn. Dit, omdat sommige instellingen worden voorgeschreven door de
Master of Leader.
Sommige instellingen zijn alleen relevant in de Master/Leader (d.w.z. deze zijn niet relevant in een slave of in een volger).
Andere instellingen zijn niet relevant voor slaves, maar wel relevant voor volgers.
Opmerking m.b.t. de gebruikte terminologie:
Een systeem, waarin meer dan één Quattro wordt gebruikt om een enkele AC-fase te creëren, wordt een parallel systeem
genoemd. In dit geval zal één van de Quattro's de hele fase regelen, deze wordt de master genoemd. De anderen, slaves
genoemd, luisteren naar de master om hun actie te bepalen.
Het is ook mogelijk om meer AC-fases (éénfase of 3-fase) met 2 of 3 Quattro-units te creëren. In dat geval wordt de Quattro in
fase L1 de Leader genoemd. De Quattro in fase L2 (en L3 indien beschikbaar) genereren dezelfde AC-frequentie, maar volgen
L1 met een vaste fasewissel. Deze Quattro's worden volgers genoemd.
Als meer Quattro's per fase worden gebruikt in een éénfase of 3-fasesysteem (bijvoorbeeld 6 Quattro's worden gebruikt om een
3-fasesysteem te bouwen met 2 Quattro's per fase), is de Leader van het systeem ook de Master van fase L1. De volgers in
fase L2 en L3 nemen ook de rol van Master op zich in fase L2 en L3. Alle anderen zin dan slaves.
Het instellen van een parallel of éénfase/3-fasesystemen dient door software te gebeuren, zie paragraaf 5.3.
TIP: Als u zich niet wilt bezighouden met of een Quattro nu master, slave of volger is, is de eenvoudigste en meest directe
manier om alle instellingen op alle Quattro's hetzelfde te doen.
16
Algemene procedure:
Schakel de Quattro in, bij voorkeur onbelast en zonder wisselspanning op de ingangen. De Quattro werkt dan in
omvormerbedrijf.
Stap 1: Stel de DIP-schakelaars in voor:
- de vereiste stroomlimiet van de AC-ingang. (niet van toepassing voor slaves)
- beperking van de laadstroom. (alleen van toepassing voor Master/Leader)
Houd de knop 'Up' 2 seconden lang ingedrukt (bovenste knop rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie K) om de
instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld. U kunt nu de DIP-schakelaars weer gebruiken om de
resterende instellingen toe te passen (stap 2).
Stap 2: overige instellingen, stel de DIP-schakelaars in voor:
- Laadspanningen (alleen van toepassing voor Master/Leader)
- Absorptietijd (alleen van toepassing voor Master/Leader)
- Adaptief opladen (alleen van toepassing voor Master/Leader)
- Dynamische stroombegrenzer (niet van toepassing voor slaves)
- UPS-functie (niet van toepassing voor slaves)
- omvormerspanning (niet van toepassing voor slaves)
- omvormerfrequentie (alleen van toepassing voor Master/Leader)
Houd de knop 'Down' 2 seconden lang ingedrukt (onderste knop rechts van de DIP-schakelaars) om de instellingen op te
slaan nadat de DIP-schakelaars in de stand positie zijn gezet. U kunt de DIP-schakelaars nu in de gekozen stand laten staan,
zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden.
Opmerking:
- De DIP-schakelaarfuncties worden beschreven van boven naar beneden. Omdat de bovenste DIP-schakelaar het hoogste
nummer (8) heeft, starten de beschrijvingen met schakelaar nummer 8.
5.5.1 Stap 1
5.5.1.1 Stroombegrenzing AC-ingangen (standaard: AC-in-1: 50 A, AC-in-2: 16 A)
Als de door de Quattro opgenomen AC-ingangsstroom (door de aangesloten belastingen en de acculader) stijgt en de AC-
ingangsstroomlimiet bijna gaat overschrijden, zal de Quattro eerst de eigen laadstroom verlagen (PowerControl) en vervolgens,
indien nodig, extra vermogen leveren via de accu (PowerAssist). Op deze manier zal de Quattro proberen om te voorkomen dat
de ingangsstroom de ingestelde limiet overschrijdt.
De ingangsstroomlimiet van AC-in-1 (het aggregaat) kan via de DIP-schakelaars worden ingesteld op acht verschillende
waarden.
De ingangsstroomlimiet van AC-in-2 kan via de DIP-schakelaars worden ingesteld op twee verschillende waarden.
Met het Multi Control-paneel kan een variabele stroomlimiet worden ingesteld voor de AC-in-2-ingangsspanning.
Procedure
AC-in-1 kan worden ingesteld met de DIP-schakelaars ds8, ds7 en ds6 (fabrieksinstelling: 50 A).
Procedure: stel de DIP-schakelaars in op de vereiste waarde:
ds8 ds7 ds6
off off off = 6 A (1,4 kVA bij 230 V)
off off on = 10 A (2,3 kVA bij 230 V)
off on off = 12 A (2,8 kVA bij 230 V)
off on on = 16 A (3,7 kVA bij 230 V)
on off off = 20 A (4,6 kVA bij 230 V)
on off on = 25 A (5,7 kVA bij 230 V)
on on on = 30 A (6,9 kVA bij 230 V)
on on on = 50 A (11,5 kVA bij 230 V)
Opmerking: Het door de fabrikant opgegeven continu vermogen van kleine aggregaten is soms aan de zeer
optimistische kant. De stroomgrens moet dan veel lager worden ingesteld dan uit de gegevens van
de fabrikant blijkt.
17
EN NL FR DE ES SE Appendix
AC-in-2 kan in twee stappen worden ingesteld met DIP-schakelaar ds5 (fabrieksinstelling: 16 A).
Procedure: stel ds5 in op de vereiste waarde:
ds5
off = 16 A
on = 30 A
Meer dan 30 A: met VEConfigure-software of een Digital Multi Control Panel
Belangrijk: Als een paneel wordt aangesloten, wordt de stroomlimiet van AC-in-2 bepaalt door het paneel en niet door de in de
Quattro opgeslagen waarde.
5.5.1.2 Begrenzing laadstroom (standaardinstelling 75%)
Voor een lange levensduur dient bij loodzuuraccu's een laadstroom van 10% tot 20% van de capaciteit in Ah te worden
toegepast.
Voorbeeld: optimale laadstroom van een 24V/500Ah-accubank: 50 A tot 100 A.
De meegeleverde temperatuursensor past automatisch de laadspanning aan aan de accutemperatuur.
Als een snellere lading en dus een hogere stroom is vereist:
- De meegeleverde temperatuursensor dient te worden geplaatst op de accu, omdat snel opladen kan leiden tot een flinke
temperatuurstijging van de accubank. De laadspanning wordt aangepast aan de hogere temperatuur (d.w.z. worden verlaagd)
door de temperatuursensor.
- De bulkladingstijd zal soms zo kort zijn dat een vaste absorptietijd meer brengt (zie voor ‘vaste’ absorptietijd ds5, stap 2).
Procedure
De acculaadstroom kan worden ingesteld in vier stappen, met de DIP-schakelaars ds4 en ds3 (fabrieksinstelling: 75%).
ds4 ds3
off off = 25%
off on = 50%
on off = 75%
on on = 100%
Opmerking: als WeakAC is ingeschakeld, wordt de maximale laadstroom verlaagd van 100% naar ongeveer 80%.
5.5.1.3 DIP-schakelaars ds2 en ds1 worden niet gebruikt tijdens stap 1.
BELANGRIJKE OPMERKING:
Als de laatste 3 cijfers van de Multi-firmware in het bereik van 100 liggen (dus het firmwarenummer xxxx1xx is (x
staat voor een willekeurig nummer)), dan worden ds1 & ds2 gebruikt om een Multi in te stellen op standalone,
parallel- of driefasebedrijf. Raadpleeg hiervoor de betreffende handleiding.
5.5.1.4 Voorbeelden
Voorbeelden van instellingen:
Om de instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld: houd de knop 'Up' 2 seconden lang ingedrukt
(bovenste knop rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie K). De leds 'overbelasting' en 'accu bijna leeg' gaan
knipperen om aan te geven dat de instellingen zijn geaccepteerd.
Wij adviseren om de instellingen te noteren en deze notitie op een veilige plek te bewaren.
De DIP-schakelaars kunnen nu worden gebruikt om de resterende instellingen toe te passen (stap 2).
5.5.2 Stap 2: Overige instellingen
De resterende instellingen zijn niet van toepassing voor slaves.
Enkele van de resterende instellingen zijn niet van toepassing voor volgers (L2, L3). Deze instellingen worden door de Leader
L1 aan het hele systeem opgelegd. Als een instelling voor L2-, L3-apparaten niet van toepassing is, wordt dit uitdrukkelijk
vermeld.
ds8-ds7: Instelling van de laadspanningen (niet van toepassing voor L2, L3)
DS-8 AC-in-1
on
DS-7 AC-in-1
on
DS-6 AC-in-1
on
DS-5 AC-in-2
on
DS-4 Laadstroom
on
DS-3 Laadstroom
off
DS-2 Standalone-modus
off
DS-1 Standalone-modus
off
DS-8
on
DS-7
on
DS-6
on
DS-5
off
DS-4
on
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
DS-8
off
DS-7
on
DS-6
on
DS-5
off
DS-4
on
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
DS-8
on
DS-7
on
DS-6
off
DS-5
on
DS-4
off
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
Stap 1, standalone
Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling):
8, 7, 6 AC-in-1: 50 A
5 AC-in-2: 30 A
4, 3 Laadstroom: 75%
2, 1 Standalone-modus
Stap 1, standalone
Voorbeeld 2:
8, 7, 6 AC-in-1: 50 A
5 AC-in-2: 16 A
4, 3 laden: 100%
2, 1 Standalone
Stap 1, standalone
Voorbeeld 3:
8, 7, 6 AC-in-1: 16 A
5 AC-in-2: 16 A
4, 3 laden: 100%
2, 1 Standalone
Stap 1, standalone
Voorbeeld 4:
8, 7, 6 AC-in-1: 30 A
5 AC-in-2: 30 A
4, 3 laden: 50%
2, 1 Standalone
18
ds8-ds7
Absorptie-
spanning
Druppel-
spanning
Opslag-
spanning
Geschikt voor
off off
14,1
28,2
56,4
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
Gel Victron Long Life (OPzV)
Gel Exide A600 (OPzV)
Gel MK-accu
off on
14,4
28,8
57,6
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
Gel Victron Deep Discharge
Gel Exide A200
AGM Victron Deep Discharge
Vaste buisjesplaataccu (OPzS)
on off
14,7
29,4
58,8
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
AGM Victron Deep Discharge
Buisjesplaataccu's (OPzS) in
semi-druppelmodus
AGM spiraalcelaccu's
on on
15,0
30,0
60,0
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
Buisjesplaataccu’s (OPzS) in
cyclische modus
ds6: absorptietijd 8 of 4 uur (n.v.t. voor L2, L3) on = 8 uur off = 4 uur
ds5: adaptieve laadkarakteristiek (niet van toepassing voor L2, L3) on = actief off = inactief (vast
absorptietijd)
ds4: dynamische stroombegrenzer on = actief off = inactief
ds3: UPS-functie on = actief off = inactief
ds2: omvormerspanning on = 230 V off = 240 V
ds1: omvormerfrequentie (niet van toepassing voor L2, L3) on = 50 Hz off = 60 Hz
(het brede ingangsfrequentiebereik (45-55 Hz) staat standaard op 'on')
Opmerking:
- Als het “adaptieve laadalgoritme” op 'on' staat, stelt ds6 de maximale absorptietijd in op 8 uur of 4 uur.
- Als het “adaptieve laadalgoritme” op 'off' staat, wordt de absorptietijd door ds6 (vast) ingesteld op 8 uur of 4 uur.
Stap 2: Voorbeeldinstellingen
Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (omdat de fabrieksinstellingen worden ingevoerd via de pc worden alle DIP-schakelaars
van een nieuw product op ‘off’ gezet en vertegenwoordigen deze niet de daadwerkelijke instellingen in de microprocessor).
DS-8 laadspanning
off
DS-7 laadspanning
on
DS-6 absorptietijd
on
DS-5 adaptief laden
on
DS-4 dyn.
stroombegr.
off
DS-3 UPS-functie:
on
DS-2 spanning
on
DS-1 frequentie
on
DS-8
off
DS-7
off
DS-6
on
DS-5
on
DS-4
off
DS-3
off
DS-2
on
DS-1
on
DS-8
on
DS-7
off
DS-6
on
DS-5
on
DS-4
on
DS-3
off
DS-2
off
DS-1
on
DS-8
on
DS-7
on
DS-6
off
DS-5
off
DS-4
off
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
Stap 2
Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling):
8, 7 GEL 14,4 V
6 Absorptietijd: 8 uur
5 Adaptief laden: aan
4 Dynamische stroombegrenzing: uit
3 UPS-functie: aan
2 Spanning: 230 V
1 Frequentie: 50 Hz
Stap 2
Voorbeeld 2:
8, 7 OPzV 14,1 V
6 Absorptietijd: 8 uur
5 Adaptief laden: aan
4 Dyn. stroombegrenzing: uit
3 UPS-functie: uit
2 Spanning: 230 V
1 Frequentie: 50 Hz
Stap 2
Voorbeeld 3:
8, 7 AGM 14,7 V
6 Absorptietijd: 8 uur
5 Adaptief laden: aan
4 Dyn. stroombegrenzing: aan
3 UPS-functie: uit
2 Spanning: 240 V
1 Frequentie: 50 Hz
Stap 2
Voorbeeld 4:
8, 7 Buisjesplaat 15 V
6 Absorptietijd: 4 uur
5 Vaste absorptietijd
4 Dyn. stroombegrenzing: uit
3 UPS-functie: aan
2 Spanning: 240 V
1 Frequentie: 60 Hz
Om de instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld: houd de knop 'Down' 2 seconden lang ingedrukt
(onderste knop rechts van de DIP-schakelaars). De leds 'temperatuur' en 'accu bijna leeg' gaan knipperen om aan te
geven dat de instellingen zijn geaccepteerd.
De DIP-schakelaars kunnen in de gekozen stand worden gelaten, zodat de ’overige instellingen’ altijd weer terug te vinden zijn.
19
EN NL FR DE ES SE Appendix
6. ONDERHOUD
De Quattro vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat om alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom
vocht en olie/roet/dampen en houd het apparaat schoon.
7. STORINGSAANDUIDINGEN
Belangrijke opmerking:
Als de accu helemaal leeg is (accuspanning minder dan 10V / 20V of 40V), start de Quattro alleen met opladen als de
wisselspanning is aangesloten op AC-in-1.
De Quattro start pas met opladen als er wisselspanning is aangesloten op AC-in-2 als de accuspanning 10V / 20V of
40V overschrijdt.
7.1 Algemene storingsaanduidingen
Via de onderstaande procedures kunnen de meeste fouten snel worden geïdentificeerd. Als u een fout niet kunt oplossen,
neem dan contact op met uw Victron Energy-leverancier.
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De Quattro schakelt niet
over op aggregaat of
netvoeding.
Contactverbreker of zekering in de
AC-in-ingang is open door overbelasting.
Overbelasting of kortsluiting bij AC-out-1 of AC-out-2
verwijderen en zekering/contactverbreker resetten.
Omvormerbedrijf niet
gestart als ingeschakeld.
De accuspanning is veel te hoog of te laag. Geen
spanning op DC-aansluiting.
Zorg dat de accuspanning binnen het juiste bereik
ligt.
De led “accu bijna leeg”
knippert.
De accuspanning is laag.
Laad de accu op of controleer de accu-aansluitingen.
De led “accu bijna leeg”
brandt.
De omvormer schakelt uit, omdat de accuspanning
te laag is.
Laad de accu op of controleer de accu-aansluitingen.
De led “overbelasting”
knippert.
De omvormerbelasting is hoger dan de nominale
belasting.
Verlaag de belasting.
De led “overbelasting”
brandt.
De omvormer is uitgeschakeld door een veel te
hoge belasting.
Verlaag de belasting.
De led “temperatuur”
knippert of brandt.
De omgevingstemperatuur is hoog of de belasting
is te hoog.
Plaats de omvormer in een koele en goed
geventileerde omgeving of verlaag de belasting.
De leds “accu bijna leeg” en
“overbelasting” knipperen
afwisselend.
Lage accuspanning en veel te hoge belasting.
Laad de accu's, koppel de belasting los of verlaag
deze of plaats accu's met een grotere capaciteit.
Monteer kortere en/of dikkere accukabels.
De leds “accu bijna leeg” en
“overbelasting” knipperen
tegelijkertijd.
De rimpelspanning op de DC-aansluiting
overschrijdt 1,5 Vrms.
Controleer de accukabels en accu-aansluitingen.
Controleer of de accucapaciteit voldoende hoog is en
verhoog deze, indien nodig.
De leds “accu bijna leeg” en
“overbelasting” branden.
De omvormer is uitgeschakeld door een veel te
hoge rimpelspanning op de ingang.
Plaats accu's met een grotere capaciteit. Monteer
kortere en/of dikkere accukabels en reset de
omvormer (uitschakelen en weer inschakelen).
Eén alarmled brandt en het
tweede knippert.
De omvormer is uitgeschakeld doordat een alarm
is geactiveerd door een brandende led. De
knipperende led geeft aan dat de omvormer door
het alarm zou worden uitgeschakeld.
Kijk in deze tabel voor de juiste maatregelen m.b.t.
deze alarmtoestand.
De lader werkt niet.
De AC-ingangsspanning of -frequentie ligt niet binnen
het bereik.
Zorg ervoor dat de AC-ingangsspanning tussen 185
VAC en 265 VAC ligt en dat de frequentie binnen het
bereik ligt (fabrieksinstelling 45-65 Hz).
Contactverbreker of zekering in de
AC-in-ingang is open door overbelasting.
Overbelasting of kortsluiting bij AC-out-1 of AC-out-2
verwijderen en zekering/contactverbreker resetten.
De accuzekering is doorgebrand.
Vervang de accuzekering.
De vervorming van de AC-ingangsspanning is te
groot (normaal gesproken aggregaatvoeding).
Schakel de instellingen WeakAC en dynamische
stroombegrenzer in.
De lader werkt niet.
De led “Bulk” knippert en de
led "Mains on" brandt.
De Quattro bevindt zich in de modus ‘bulkbeveiliging,
dus de maximale bulklaadtijd van 10 uur is
overschreden.
Een dergelijk lange laadtijd zou kunnen duiden op
een systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten
accucel).
Controleer uw accu's.
OPMERKING: U kunt de foutmodus resetten door de
Quattro uit- en weer in te schakelen.
De standaardfabrieksinstelling van de Quattro voor de
modus “bulkbeveiliging” is ingeschakeld. De modus
“bulkbeveiliging” kan alleen worden uitgeschakeld via
VEConfigure.
De accu wordt niet volledig
opgeladen.
De laadstroom is veel te hoog en start zo een
voortijdige absorptielading.
Stel de laadstroom in op een niveau tussen 0,1 en 0,2
keer de accucapaciteit.
Slechte accuaansluiting.
Controleer de accuaansluitingen.
De absorptiespanning is ingesteld op een onjuist
niveau (te laag).
Stel een juist niveau voor de absorptiespanning in.
De druppellaadspanning is ingesteld op een onjuist
niveau (te laag).
Stel een juist niveau voor de druppellaadspanning in.
De beschikbare oplaadtijd is te kort om de accu
volledig op te kunnen laden.
Kies een langere oplaadtijd of een hogere laadstroom.
20
De absorptietijd is te kort. Bij adaptief laden kan dit
worden veroorzaakt door een extreem hoge
laadstroom ten opzichte van de accucapaciteit, zodat
de bulkladingstijd te kort is.
Verlaag de laadstroom of kies de ‘vaste’
laadkarakteristieken.
De accu wordt overladen.
De absorptiespanning is ingesteld op een onjuist
niveau (te hoog).
Stel een juist niveau voor de absorptiespanning in.
De druppellaadspanning is ingesteld op een onjuist
niveau (te hoog).
Stel een juist niveau voor de druppellaadspanning in.
Accu verkeert in slechte toestand.
Vervang de accu.
De accutemperatuur is te hoog (door slechte
ventilatie, veel te hoge omgevingstemperatuur of
veel te hoge laadstroom).
Verbeter de ventilatie, plaats de accu's in een koelere
omgeving, verlaag de laadstroom en sluit de
temperatuursensor aan.
De laadstroom daalt naar 0
zodra de
absorptieladingsfase wordt
gestart.
De accu is oververhit (>50°C)
Plaats de accu in een koelere omgeving
Verlaag de laadstroom
Controleer of één van de accucellen een interne
kortsluiting heeft
De accutemperatuursensor is defect
Koppel de temperatuursensorstekker in de Quattro los.
Als het opladen weer goed werkt na ca. 1 minuut,
dient de temperatuursensor te worden vervangen.
7.2 Speciale ledaanduidingen
(zie voor de normale ledaanduidingen paragraaf 3.4)
De leds bulklading en absorptielading knipperen
synchroon (tegelijkertijd).
Storing spanningssensor. De spanning gemeten bij de spanningsdetectie-aansluiting
wijkt te veel af (meer dan 7 V) van de spanning bij de positieve en negatieve
aansluiting van het apparaat. Het betreft waarschijnlijk een aansluitfout.
Het apparaat blijft in normaal bedrijf.
OPMERKING: Als de led "inverter on" knippert in tegenfase, dan betreft dit een
VE.Bus- storingscode (zie onderstaand).
De leds absorptielading en druppellading
knipperen synchroon (tegelijkertijd).
De gemeten accutemperatuur heeft een uiterst onwaarschijnlijke waarde. De sensor
is waarschijnlijk defect of onjuist aangesloten. Het apparaat blijft in normaal bedrijf.
OPMERKING: Als de led "inverter on" knippert in tegenfase, dan betreft dit een
VE.Bus- storingscode (zie onderstaand).
"Mains on" knippert en er is geen
uitgangsspanning.
Het apparaat bevindt zich in de modus "charger only" en er is netvoeding
beschikbaar. Het apparaat weigert de netvoeding of is nog bezig met synchroniseren.
7.3 VE.Bus-ledaanduidingen
Apparatuur, die is geïntegreerd in een VE.Bus-systeem (een parallel- of 3-faseconfiguratie) kan zogenaamde VE.Bus-
ledaanduidingen bieden. Deze ledaanduidingen kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: OK-codes en storingscodes.
7.3.1 VE.Bus-OK-codes
Als de interne toestand van een apparaat is orde is, maar het apparaat nog niet kan worden gestart, omdat één of meer andere
apparaten in het systeem een storingsstatus aangeven, zullen de apparaten die in orde zijn een OK-code aangeven. Hierdoor
is het opsporen van storingen in een VE.Bus-systeem mogelijk, omdat apparaten die geen aandacht nodig hebben ook als
zodanig kunnen worden herkend.
Belangrijke aanwijzing: OK-codes worden alleen weergegeven als een apparaat zich niet in de omvormer- of oplaadmodus
bevindt!
- Een knipperende led "bulk" geeft aan dat het apparaat kan omvormen.
- Een knipperende led "float" geeft aan dat het apparaat kan opladen.
OPMERKING: In principe moeten alle andere leds uit zijn. Als dat niet het geval is, is de code geen OK-code.
De volgende uitzonderingen zijn echter van toepassing:
- De bovenstaande speciale ledaanduidingen kunnen samen met de OK-codes optreden.
- De led "accu bijna leeg" kan samen met de OK-code functioneren die aangeeft dat het apparaat kan opladen.
7.3.2 VE.Bus-storingscodes
Een VE.Bus-systeem kan verschillende storingscodes weergeven. Deze codes worden weergegeven met de leds "inverter on",
"bulk", "absorption" en "float".
Om een VE.Bus-storingscode juist te kunnen interpreten, moet de volgende procedure worden gevolgd:
1. Het apparaat dient een storing te hebben (geen AC-uitgangsspanning).
2. Knippert de led "inverter on”? Indien niet, dan is er geen VE.Bus-storingscode.
3. Als één of meer van de leds "bulk", "absorption" of "float" knippert, dat dient dit knipperen in tegenfase van de led "inverter
on" te gebeuren, d.w.z. de knipperende leds zijn uit als de led "inverter on" aan is en omgekeerd. Is dit niet het geval, dan is er
geen VE.Bus-storingscode.
4. Controleer de led "bulk" en bepaal welke van de drie onderstaande tabellen gebruikt moet worden.
5. Kies de juiste kolom en rij (afhankelijk van de leds "absorption" en "float") en bepaal de storingscode.
6. Bepaal de betekenis van de code in onderstaande tabellen.
21
EN NL FR DE ES SE Appendix
Aan alle onderstaande voorwaarden moet worden voldaan!:
4. Het apparaat heeft een storing! (Geen AC-uitgangsspanning)
5. Omvormer-led knippert (tegengesteld tot de leds Bulk, Absorption of Float)
6. Tenminste één van de leds Bulk, Absorption en Float brandt of knippert
led Bulk is uit led Bulk knippert led Bulk brandt
led Absorption led Absorption led Absorption
uit
knipper
t
aan uit knippert
aa
n
uit knippert aan
led Float
uit 0 3 6
led Float
uit 9 12 15
led Float
uit 18 21 24
knipper
t
1 4 7 knippert 10 13 16 knippert 19 22 25
aan 2 5 8 aan 11 14 17 aan 20 23 26
led Bulk
led Absorption
led Float
Code Betekenis: Oorzaak / oplossing:
1
Het apparaat is uitgeschakeld, omdat
één van de andere fases in het
systeem is uitgeschakeld.
Controleer de falende fase.
3
Niet alle of meer dan de verwachte
apparaten zijn in het systeem
gevonden.
Het systeem is niet juist geconfigureerd. Configureer het systeem
opnieuw.
Storing in de communicatiekabel. Controleer de kabels en schakel alle
apparatuur uit en daarna weer in.
4
Geen enkel ander apparaat
gedetecteerd.
Controleer de communicatiekabels.
5 Overspanning bij AC-uitgang. Controleer de AC-kabels.
10
Systeemtijdsynchronisatieprobleem
opgetreden.
Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden. Controleer de
communicatiekabels.
14
Apparaat kan geen gegevens
overdragen.
Controleer de communicatiekabels (er zou kortsluiting kunnen zijn
ontstaan).
17
Eén van de apparaten heeft de rol van
‘master’ op zich genomen, omdat de
originele master heeft gefaald.
Controleer de falende unit. Controleer de communicatiekabels.
18 Overspanning is opgetreden. Controleer de AC-kabels.
22 Dit apparaat kan als ‘slave’ fungeren.
Dit apparaat is een verouderd en ongeschikt model. Het dient te worden
vervangen.
24
Overschakelsysteembeveiliging
gestart.
Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden. Schakel alle
apparatuur uit en daarna weer in. Als het probleem opnieuw optreedt,
controleer dan de installatie.
Mogelijke oplossing: verhoog de ondergrens van de AC-
ingangsspanning naar 210 VAC (fabrieksinstelling is 180 VAC)
25
Firmware-incompatibiliteit. Eén van de
aangesloten apparaten heeft een te
oude firmware om met dit apparaat
samen te werken.
1) Schakel alle apparatuur uit.
2) Schakel het apparaat dat deze storing aangeeft in.
3) Schakel alle andere apparaten één voor één in tot de storingsmelding
weer optreedt.
4) Update de firmware in het laatste apparaat dat is ingeschakeld.
26 Interne fout.
Dient niet op te treden. Schakel alle apparatuur uit en daarna weer in.
Neem contact op met Victron Energy als het probleem blijft bestaan.
22
8. TECHNISCHE SPECIFICATIES
Quattro
12/3000/120-50/50
230 V
24/3000/70-50/50
230 V
48/3000/35-50/50
230 V
PowerControl / PowerAssist
Ja
Geïntegreerde omschakelaar
Ja
AC-ingangen (2x)
Ingangsspanningsbereik: 187-265 VAC Ingangsfrequentie: 45 – 65Hz Vermogensfactor: 1
Maximum doorschakelstroom (A) AC-in-1: 50A AC-in-2: 50A
Minimale PowerAssist-stroom (A)
AC-in-1: 5,3A AC-in-2: 5,3A
OMVORMER
Ingangsspanningsbereik (V DC) 9,5 17 19 33 38 66
Uitgang (1)
Uitgangsspanning: 230 VAC ± 2% Frequentie: 50 Hz ± 0,1%
Cont. uitgangsvermogen bij 25°C (VA) (3)
3000
3000
3000
Continu uitgangsvermogen bij 25°C (W)
2400
2400
2400
Continu uitgangsvermogen bij 40°C (W)
2200
2200
2200
Continu uitgangsvermogen bij 65°C (W) 1700 1700 1700
Piekvermogen (W)
6000
6000
6000
Maximaal rendement (%)
93
94
95
Nullast (W)
20
20
25
Nullastvermogen in AES-modus (W) 15 15 20
Nullastvermogen in zoekmodus (W) 8 10 12
LADER
Laadspanning 'absorptielading' (V DC) 14,4 28,8 57,6
Laadspanning 'druppellading' (V DC)
13,8
27,6
55,2
Opslagmodus (V DC)
13,2
26,4
52,8
Laadstroom service-accu (A)
(4)
120
70
35
Laadstroom startaccu (A) 4
Accutemperatuursensor ja
ALGEMEEN
Extra AC-uitgang Max. Belasting: 25 A Schakelt uit als in omvormermodus
Programmeerbaar relais (5)
Ja
Beveiligingen (2)
a - g
Algemene kenmerken
Bedrijfstemp.: -40 tot +65°C (ventilatiekoeling) Vochtigheid (niet condenserend): max. 95%
BEHUIZING
Algemene kenmerken
Materiaal en kleur: aluminium (blauw RAL 5012) Beschermklasse: IP 21
Accuaansluiting
Vier M8 bouten (2 positieve en 2 negatieve aansluitingen)
230 V AC-aansluiting
Schroefklemmen 13 mm² (6 AWG)
Gewicht (kg)
19
Afmetingen (hxbxd in mm) 362 x 258 x 218
NORMEN
Veiligheid
NEN-EN 60335-1, NEN-EN 60335-2-29
Emissie / immuniteit
NEN-EN 55014-1, NEN-EN 55014-2, NEN-EN 61000-3-3
1) Kan worden ingesteld op 60Hz en op 240V
2) Beveiligingen
a. Kortsluiting uitgang
b. Overbelasting
c. Accuspanning te hoog
d. Accuspanning te laag
e. Temperatuur te hoog
f. 230 VAC op omvormeruitgang
g. Ingangsspanning met een te hoge
3) Niet-lineaire belasting, topfactor 3:1
4) Bij 25°C omgevingstemperatuur
5) Programmeerbaar relais dat kan worden ingesteld op
een algemeen
alarm, DC-onderspanning of start/stop-functie aggregaat
Nominale AC-waarde: 230V/4A
APPENDIX A: Connection overview
ANNEXE A : Vue d’ensemble des connections
ANHANG A: Übersicht Anschlüsse
APÉNDICE A: Conexiones generales
APPENDIX A: Anslutningsöversikt
EN:
NL:
A
AC input (generator input) AC-in-1. Left to right: GROUND (earth), L (phase), N (neutral).
B
2x RJ45 connector for remote panel and/or parallel and 3-phase operation.
C
AC output AC-out-1. Left to right: L (phase), N (neutral), GROUND (earth).
D
AC output AC-out-2. Left to right: L (phase), N (neutral).
E
Terminals for: (left to right)
Temperature sensor
Aux input 1
Aux input 2
GND-relay
Starter battery plus + (starter battery minus must be connected to service battery minus)
Programmable relay contacts K1
Programmable relay contacts K2
Voltage sense
F
Double M8 battery minus connection.
G
Double M8 battery positive connection.
H
Connector for remote switch:
Short left and middle terminal to switch “on”.
Short right and middle terminal to switch to “charger only”.
I
Alarm contact: (left to right) NC, NO, COM.
J
AC input (shore/grid supply) AC-in-2. Left to right: L (phase), N (neutral), GROUND (earth).
K
Pushbuttons for set-up mode
L
Primary ground connection (PE).
M
DIP switches for set-up mode.
N
Slide switches, factory setting SW1= right position, SW2 = right position.
SW1: No application. To be used for future features.
SW2: INT(R) = internal GND relay selected, EXT(L) = external GND relay selected (to connect ext GND relay: see E).
A
Wisselspanning ingang (generator) AC-in-1. Van links naar rechts: GROUND (aarde), L (fase), N (nul).
B
2x RJ45 connector voor afstandbedieningspaneel en/of parallel and 3-fase bedrijf.
C
Wisselspanning uitgang AC-out-1. Van links naar rechts: L (fase), N (nul), GROUND (aarde).
D
Wisselspanning uitgang AC-out-2. Van links naar rechts: L (fase), N (nul).
E
Aansluitklemmen voor: (van links naar rechts)
Temperature sensor
Aux ingang 1
Aux ingang 2
GND-relais
Start accu plus +
(de min van start accu moet vebonden zijn met de min van de service accu)
Relais contacten K1
Relais contacten K2
Voltage sense
F
Dubbele M8 accu min aansluiting.
G
Dubbele M8 accu plus aansluiting.
H
Aansluitklemmen voor afstandbedieningsschakelaar.
Verbind de linker klem en de middelste klem om de Quattro aan te schakelen.
Verbind de rechter klem en de middelste klem voor ‘alleen laden’.
I
Alarm contact: (van links naar rechts) NC, NO, COM.
J
Wisselspanning ingang (walstroom/netspanning) AC-in-2. Van links naar rechts: L (fase), N (nul), GROUND (aarde).
K
Drukknoppen om de instellingen in het micropressor geheugen op te slaan.
L
Primaire aarde M8.
M
Instel DIP switches.
N
Schuifschakelaars, fabrieksinstelling: SW1= rechter stand, SW2 = rechter stand
SW1: Niet in gebruik. Toepasbaar in de toekomst.
SW2: INT(naar rechts) = intern GND-relais geselecteerd, EXT(naar links) = extern GND-relais geselecteeerd (relais
aan te sluiten via klemmen, zie E).
APPENDIX B: Block diagram
ANNEXE B : Schéma bloc
ANHANG B: Blockschaltbild
APÉNDICE B: Diagrama de bloques
APPENDIX B: Blockdiagram
* See table in Chapter 4.2 “Recommended DC fuse”.
* Zie de tabel in Hst 4.2 “Aanbevolen DC zekering”
* Voir le tableau du Chapitre 4.2 « Fusible CC recommandé ».
* Ver tabla en Capítulo 4.2 “Fusible CC recomendado”.
* Se tabellen i avsnitt 4.2 "rekommenderad DC-säkring".

Documenttranscriptie

Deze handleiding is bedoeld voor producten met firmware xxxx400 of hoger (waarbij x staat voor een willekeurig getal) Het firmwarenummer is te vinden op de microprocessor, na het verwijderen van het voorpaneel. Oudere eenheden, waarvan het 7-cijferige nummer begint met 26 of 27, kunnen worden geüpdate. Het nummer begint met 19 of 20 heeft u een oude microprocessor en is het niet mogelijk om deze te updaten naar 400 of hoger. EN 1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN NL OPMERKING: Algemeen FR DE Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u het product in gebruik neemt. Dit product is ontworpen en getest conform de internationale normen. De apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de bedoelde toepassing. ES WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron (accu). Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan er een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de ingangs- en of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselspanningsvoeding uit en ontkoppel de accu voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. SE Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Verwijder het paneel aan de voorkant niet en stel het product niet in bedrijf als niet alle panelen zijn gemonteerd. Alle onderhoudswerkzaamheden dienen door gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd. Gebruik het product nooit op plaatsen, waar gas- of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de specificaties van de accufabrikant om te waarborgen dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. Neem altijd de veiligheidsvoorschriften van de accufabrikant in acht. Appendix WAARSCHUWING: til geen zware voorwerpen zonder hulp. Installatie Lees de installatieaanwijzingen voordat u met de installatie begint. Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardingsklem ter beveiliging). De in- en/of uitgangsklemmen van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product bevindt zich een extra aardpunt. Als u vermoedt dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen per ongeluk opnieuw inschakelen; neem hiervoor contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang nooit een beveiliging door een ander type component. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel. Controleer voordat u het apparaat inschakelt of de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen van het product, zoals beschreven in de handleiding. Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste bedrijfsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een vochtige of stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er rondom het product steeds voldoende vrije ruimte is voor ventilatie en dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen, kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in de onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden. Vervoer en opslag Zorg er bij opslag of transport van het product voor dat netstroom- en accukabels zijn losgekoppeld. Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade als de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking. Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur dient te liggen tussen -20°C en 60°C. Raadpleeg de handleiding van de accufabrikant voor informatie over transport, opslag, opladen, herladen en afvalverwijdering van de accu. 1 2. BESCHRIJVING 2.1 Algemeen De basis van de Quattro is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en omschakelautomaat in een compacte behuizing. Daarnaast heeft de Quattro een groot aantal vaak unieke mogelijkheden: Twee AC-ingangen; geïntegreerd overschakelsysteem tussen walstroom en aggregaat De Quattro heeft twee AC-ingangen (AC-in-1 en AC-In-2) om twee onafhankelijke spanningsbronnen aan te kunnen sluiten. Bijvoorbeeld twee aggregaten of een netvoeding en een aggregaat. De Quattro kiest automatisch de ingang, waar spanning beschikbaar is. Als er spanning beschikbaar is op beide ingangen, kiest de Quattro de AC-in-1-ingang, waarop normaal gesproken de voeding is aangesloten. Twee AC-uitgangen Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang (AC-out-1), is er een extra uitgang (AC-out-2) beschikbaar die aansluiting van de belasting verbreekt wanneer de accu in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler die enkel in bedrijf mag zijn als het aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is. Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen In geval van een netspanningsstoring of als het aggregaat wordt uitgeschakeld, zal de Quattro overschakelen op omvormerbedrijf en de voeding van de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere elektronische apparaten ongestoord blijven functioneren (Uninterruptible Power Supply of UPS-functionaliteit). Dit maakt de Quattro zeer geschikt als noodstroomsysteem in industriële en telecommunicatietoepassingen. De maximale wisselstroom die geschakeld kan worden bedraagt 30 A. Driefaseschakeling Drie eenheden kunnen worden geconfigureerd voor driefase-uitgang. Maar dat is nog niet alles: tot 6 sets van drie eenheden kunnen parallel worden geschakeld voor een omvormervermogen van 45 kW / 54 kVA en een laadcapaciteit van meer dan 1200 A. PowerControl – Maximaal benutten van beperkte walstroom De Quattro kan enorm veel laadstroom leveren. Dat betekent een zware belasting voor de walaansluiting of het aggregaat. Voor beide AC-ingangen kan daarom een maximale stroom worden ingesteld. De Quattro houdt dan rekening met andere stroomverbruikers en gebruikt voor het opladen enkel de stroom die nog ‘over’ is. - Ingang AC-in-1, waarop meestal een aggregaat is aangesloten, kan met DIP-schakelaars, met VE.Net of met een pc worden ingesteld op een vast maximum, zodat het aggregaat nooit overbelast wordt. - Ingang AC-in-2 kan worden ingesteld op een vast maximum. In mobiele toepassingen (schepen, voertuigen) zal echter meestal een variabele instelling via het Multi Control Panel worden geselecteerd. Op deze manier kan de maximumstroom heel eenvoudig worden aangepast aan de beschikbare walstroom. PowerAssist – Doe meer met uw aggregaat en walstroom: met de “meehelp”-functie van de Quattro De Quattro werkt parallel aan het aggregaat of de walstroom. Een stroomtekort wordt automatisch gecompenseerd: de Quattro verbruikt extra stroom van de accu en helpt zo mee. Het te veel aan stroom wordt gebruikt om de accu weer op te laden. Met deze unieke functie is het ‘walstroomprobleem’ voorgoed opgelost: elektrisch gereedschap, afwasmachine, wasmachine, elektrische kookplaat kunnen nu allemaal draaien met 16A-walstroom of zelfs nog minder. Bovendien kan een kleiner aggregaat worden geïnstalleerd. Drie programmeerbare relais De Quattro is voorzien van 3 programmeerbare relais. De relais kunnen echter voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat. Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten De Quattro is voorzien van 2 analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten. Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een lithiumionaccu. Frequentiewisseling Als zonneomvormers zijn aangesloten op de uitgang van een Multi of Quattro wordt het teveel aan zonne-energie gebruikt om de accu's weer op te laden. Zodra de absorptiespanning is bereikt, schakelen de Multi of Quattro de zonneomvormer uit door de uitgangsfrequentie met 1 Hz aan te passen (bijvoorbeeld van 50 Hz naar 51 Hz). Zodra de accuspanning iets is gedaald, keert de frequentie terug naar normaal en worden de zonneomvormers weer gestart. Ingebouwde accumonitor (optioneel) De ideale oplossing als Multi’s of Quattro’s onderdeel uitmaken van een hybride systeem (dieselaggregaat, omvormer/laders, opslagaccu en alternatieve energie). De ingebouwde accumonitor kan zo worden ingesteld dat deze het aggregaat start en stopt: - Start van een vooringesteld % van het ontladingsniveau en/of - start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringestelde accuspanning en/of - start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau. - Stop bij een vooringestelde accuspanning of - stop (met een vooringestelde vertraging) nadat de bulklading is voltooid en/of - stop (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau. Zonne-energie De Quattro is uiterst geschikt voor zonne-energietoepassingen. Deze kan worden gebruikt voor het bouwen van autonome systemen alsmede van netgekoppelde systemen. 2 FR DE ES 2.2 Acculader NL Programmeerbaar met DIP-schakelaars, VE.Net-paneel of pc De Quattro wordt gebruiksklaar geleverd. Drie eigenschappen staan ter beschikking om, indien gewenst, bepaalde instellingen te kunnen wijzigen: - De meest belangrijke instellingen (inclusief parallel bedrijf van tot drie apparaten en 3-fasebedrijf) kan heel eenvoudig met Quattro DIP-schakelaars worden gewijzigd. - Alle instellingen, met uitzondering van het multifunctionele relais, kunnen worden gewijzigd met een VE.Net-paneel. - Alle instellingen kunnen worden gewijzigd met een pc en gratis software die kan worden gedownload op onze website www.victronenergy.com EN Noodstroom of autonoom bedrijf bij stroomuitval Woningen of gebouwen voorzien van zonnepanelen of een kleine warmtekrachtcentrale (een stroomopwekkende centrale verwarmingsketel) of andere duurzame energiebronnen hebben in potentie een autonome energievoorziening, waarmee essentiële apparatuur (CV-pompen, koelkasten, vriezers, internetaansluitingen) in bedrijf kan worden gehouden tijdens een stroomuitval. Een probleem hierbij is echter dat netgekoppelde zonnepanelen en/of kleine warmtekrachtcentrales uitvallen zodra de stroom uitvalt. Met een Quattro en accu’s kan dit probleem op eenvoudige wijze worden opgelost: de Quattro kan de netvoeding tijdens een stroomuitval vervangen. Als de duurzame energiebronnen meer vermogen dan nodig produceren, zal de Quattro het teveel gebruiken om de accu’s op te laden; in het geval van een tekort zal de Quattro extra stroom via de accu-energiebronnen leveren. SE Adaptieve 4-traps laadkarakteristieken: bulk – absorptie – druppel – opslag Het adaptieve accubeheersysteem, aangedreven door een microprocessor, kan worden ingesteld op verschillende soorten accu's. De adaptieve functie past het laadproces automatisch aan aan het accugebruik. De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en overmatige gasvorming te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verlengd om de accu volledig op te laden. Minder onderhoud en veroudering als de accu niet wordt gebruikt: met de opslag-modus De opslag-modus wordt geactiveerd als de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen. In de opslag-modus wordt de open spanning verminderd tot 2,2 V/cel (13,2 V voor 12V-accu) om gasvorming en corrosie van de positieve platen tot een minimum te beperken. Eén keer per week wordt de spanning opnieuw verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit voorkomt stratificatie van het elektrolyt en sulfatering, de hoofdoorzaak van voortijdig falen van de accu. Twee DC-uitgangen om twee accu's op te laden De hoofd-DC-aansluitklem kan de volledige uitgangsstroom leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het opladen van een startaccu, is beperkt tot 4 A en heeft een iets lagere uitgangsspanning. Langere levensduur van de accu: door temperatuurcompensatie De temperatuursensor (meegeleverd met het product) dient om de laadspanning te verminderen als de accutemperatuur stijgt. Dit is vooral belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s die anders mogelijk uitdrogen door overlading. Accuspanningsdetectie: de juiste laadspanning Het spanningsverlies door de kabelweerstand kan worden gecompenseerd door gebruik te maken van de spanningsdetectievoorziening om de spanning rechtstreeks op de DC-bus of op de aansluitklemmen van de accu te kunnen meten. Meer over accu's en opladen In ons boek ‘Altijd Stroom’ kunt u meer lezen over accu’s en het opladen van accu’s. Het is gratis verkrijgbaar op onze website (zie www.victronenergy.com -> Support -> Technische Informatie). Voor meer informatie over adaptief opladen zie de Technische Informatie op onze website. 2.3 Eigen verbruik – zonne-energie-opslagsystemen Voor meer informatie zie ons witboek Eigen verbruik en onafhankelijk zijn van het elektriciteitsnet met de Victron Energy Storage Hub (opslaghub). De bijbehorende software kan worden gedownload van onze website. Als de Multi/Quattro wordt gebruikt in een configuratie, waarin deze energie teruggeeft aan het elektriciteitsnet, moet conformiteit met de netcode mogelijk zijn door de netcode van het land, waarin deze wordt gebruikt, in te stellen via VEConfigure. Op deze manier kan de Multi/Quattro aan de plaatselijke voorschriften voldoen. Zodra de code is ingesteld, is een wachtwoord vereist om de netcodeconformiteit uit te schakelen of de met de netcode samenhangende parameters te wijzigen. Als de plaatselijke netcode niet wordt ondersteund door de Multi/Quattro, dient een extern gecertificeerd interface-apparaat te worden gebruikt om de Multi/Quattro op het elektriciteitsnet aan te sluiten. De Multi/Quattro kan ook worden gebruikt als bidirectionele omvormer in parallel bedrijf met het elektriciteitsnet, geïntegreerd in een door de klant ontworpen systeem (PLC of ander systeem) dat de regellus en meting van het elektriciteitsnet verzorgt, zie http://www.victronenergy.com/live/system_integration:hub4_grid_parallel 3 Appendix Schade door overmatige gasvorming beperken: met de BatterySafe-modus Als, om de laadtijd te verkorten, wordt gekozen voor een hoge laadstroom in combinatie met een hoge absorptiespanning, dan wordt schade door overmatige gasvorming voorkomen door de stijgingssnelheid van de spanning automatisch te beperken als de gasvormingsspanning is bereikt. 3. BEDIENING 3.1 Schakelaar “On / stand by / charger only” Als de schakelaar op “on” wordt gezet, is het apparaat volledig functioneel. De omvormer wordt ingeschakeld en de led “inverter on” gaat branden. Als er op de “AC-in”-aansluiting spanning wordt aangesloten, zal deze, als de waarde binnen de specificaties valt, worden doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de led “mains on” gaat branden en de lader begint met opladen. Afhankelijk van de laadmodus gaan de leds "bulk" (bulklading), "absorption" (absorptielading) of "float" (druppellading) branden. Als de spanning op de “AC-in ”-aansluiting wordt afgewezen, zal de omvormer worden ingeschakeld. Als de schakelaar op “charger only” wordt gezet, zal alleen de acculader van de Quattro worden ingeschakeld (als er netspanning beschikbaar is). In deze modus wordt de ingangsspanning tevens doorgeschakeld naar de “AC-out”-aansluiting. OPMERKING: Als alleen de laadfunctie nodig is, moet erop worden gelet dat de schakelaar in de stand “charger only” wordt gezet. Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de netspanning de omvormer wordt ingeschakeld en uw accu’s leeg raken. 3.2 Afstandsbediening De afstandsbediening is mogelijk met een 3-wegschakelaar of met het Multi Control-paneel. Het Multi Control-paneel heeft een eenvoudige draaiknop, waarmee de maximale stroom van de AC-ingang kan worden ingesteld: zie PowerControl en PowerAssist in hoofdstuk 2. 3.3 Egalisatie en geforceerde absorptie 3.3.1 Egalisatie Tractie-accu's moeten regelmatig extra worden opgeladen. In de egalisatiemodus gaat de Quattro gedurende een uur met een verhoogde spanning laden (1 V boven de absorptiespanning voor een 12V-accu, 2 V voor een 24V-accu). De laadstroom wordt dan beperkt tot 1/4 van de ingestelde waarde. De leds “bulk” en “absorption” gaan dan afwisselend knipperen. De egalisatiemodus levert een hogere laadspanning dan de meeste gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten daarom worden losgekoppeld voordat er extra wordt opgeladen. 3.3.2 Geforceerde absorptie Onder bepaalde omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een bepaalde tijd met een absorptiespanning te laden. In de modus Geforceerde Absorptie gaat de Quattro gedurende de ingestelde maximale absorptietijd met de normale absorptiespanning laden. De led “absorption” gaat branden. 3.3.3 Egalisatie of geforceerde absorptie activeren De Quattro kan zowel via de afstandsbediening als met de schakelaar op het voorpaneel in deze beide toestanden worden gebracht. Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (op het voorpaneel, de afstandsbediening als op het paneel) in de stand “on” worden gezet en geen enkele schakelaar in de stand “charger only” staat. Om de Quattro is deze toestand te brengen, moet de onderstaande procedure worden gevolgd. Als de schakelaar zich niet in de juiste stand bevindt nadat u deze procedure hebt gevolgd, kan deze eenvoudig eenmalig worden omgeschakeld. Hiermee wordt de laadtoestand niet gewijzigd. OPMERKING: het omschakelen van “on” naar “charger only” en terug, zoals hieronder beschreven, dient op een snelle manier te gebeuren. De schakelaar moet zo worden omgeschakeld dat de middenstand als het ware wordt ‘overgeslagen’. Als de schakelaar ook maar even in de stand “off” blijft staan, loopt u het risico dat het apparaat wordt uitgeschakeld. In dat geval dient u weer bij stap 1 te beginnen. Met name bij gebruik van de schakelaar op het voorpaneel op de Compact is enige oefening gewenst. Bij gebruik van de afstandsbediening is dit geen probleem. Procedure: Controleer of alle schakelaars (bv. op het voorpaneel, op de afstandsbediening of de schakelaar op het afstandspaneel voor zover aanwezig) in de stand “on” staan. Het activeren van de egalisatie of de geforceerde is alleen zinvol als de normale laadcyclus is voltooid (de lader bevindt zich dan in de modus 'Float'). Activeren: a. Zet de schakelaar snel van "on" naar "charger only" en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan. b. Zet de schakelaar snel weer terug van "charger only" naar "on" en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan. c. Zet de schakelaar nog eens snel van "on" naar "charger only" en laat de schakelaar in deze stand staan. Op de Quattro (en, indien aangesloten, op het MultiControl-paneel) gaan nu de drie leds “Bulk”, “Absorption” en “Float” 5 keer knipperen. Vervolgens gaan de leds “Bulk”, “Absorption” en “Float” elk gedurende 2 seconden branden. a. Als de schakelaar op “on” wordt gezet, terwijl de led “Bulk” brandt, schakelt de lader over op egalisatie. b. Als de schakelaar op “on” wordt gezet, terwijl de led “Absorption” brandt, schakelt de lader over op geforceerde absorptie. c. Als de schakelaar op “on” wordt gezet nadat de drie leds zijn gaan branden, schakelt de lader over op druppellading (Float). d. Als de schakelaar niet is omgezet, blijft de Quattro in de modus “charger only” en schakelt daarna over op druppellading. 4 3.4 Led-aanduidingen en hun betekenis EN led uit led knippert led brandt charger mains on inverter on overload off charger only charger inverter on Bulk Float overload off charger only Bulk absorption Float on off charger only Float on off charger only Float on off charger only Float inverter on De accu is bijna leeg. low battery temperature inverter on low battery De omvormer is uitgeschakeld door een te lage accuspanning. temperature inverter on Bulk absorption temperature overload charger mains on low battery De omvormer is uitgeschakeld door overbelasting of kortsluiting. inverter Bulk absorption overload overload charger mains on inverter on inverter Bulk absorption temperature inverter charger mains on low battery Het nominale vermogen van de omvormer is overschreden. De led “overload” (overbelasting) knippert. Appendix charger mains on inverter on SE absorption temperature ES mains on low battery De omvormer is ingeschakeld en levert stroom aan de belasting. DE Float inverter on FR Bulk absorption NL Omvormer inverter on overload off charger only low battery De interne temperatuur bereikt een kritiek niveau. temperature 5 charger mains on inverter on Bulk absorption Float overload off charger only charger mains on Bulk on off temperature inverter on overload low battery charger only charger mains on low battery temperature on inverter on overload off absorption 6 – Als de leds afwisselend knipperen, is de accu bijna leeg en is het nominaal vermogen overschreden. – Als de leds “overload” en “low battery” tegelijkertijd knipperen, is er een veel te hoge rimpelspanning bij de accuaansluiting. inverter Bulk Float De omvormer is uitgeschakeld door een veel te hoge interne temperatuur. inverter absorption Float inverter on low battery charger only temperature De omvormer is uitgeschakeld door een veel te hoge rimpelspanning bij de accuaansluiting. Acculader mains on inverter on Bulk Float overload off charger only low battery temperature inverter inverter on overload off low battery charger only mains on inverter on Float overload off charger only charger mains on Float on Bulk absorption Float temperature inverter on overload off charger only charger mains on low battery De wisselspanning bij AC-in-1 of AC-in-2 is doorgeschakeld en de lader bevindt zich in de absorptieladingsfase. inverter Bulk absorption inverter on Appendix Bulk absorption temperature SE charger ES absorption De wisselspanning bij AC-in-1 of AC-in-2 is doorgeschakeld en de lader werkt, maar de ingestelde absorptiespanning is nog niet bereikt (accubeveiligingsmodus) DE on Bulk Float De wisselspanning bij AC-in-1 of AC-in-2 is doorgeschakeld en de lader bevindt zich in de bulkladingsfase. FR charger mains on inverter on NL absorption EN charger low battery De wisselspanning bij AC-in-1 of AC-in-2 is doorgeschakeld en de lader bevindt zich in de druppellaadof opslagfase. temperature inverter on off charger only inverter on overload low battery De wisselspanning bij AC-in-1 of AC-in-2 is doorgeschakeld en de lader bevindt zich in de egalisatiemodus. temperature 7 Speciale aanduidingen Ingesteld met beperkte ingangsstroom charger inverter mains on on Bulk absorption Float inverter on overload off charger only low battery De wisselspanning bij AC1-in-1 of AC-in-2 is doorgeschakeld. De ACingangsstroom is gelijk aan de belastingsstroom. De lader wordt nu omlaag gestuurd naar 0 A. temperature Ingesteld om extra stroom te leveren charger inverter mains on Bulk absorption Float on off charger only inverter on overload low battery De wisselspanning bij AC-in-1 of AC-in-2 is doorgeschakeld, maar de belasting vereist meer stroom dan het elektriciteitsnet kan leveren. De omvormer wordt nu ingeschakeld om extra stroom te leveren. temperature Voor de nieuwste en meest bijgewerkte informatie over de blink-codes raadpleeg de Victron Toolkit-app. Klik op of scan de QR-code om naar de Victron Support en Downloads/Software-pagina te gaan. 8 4. INSTALLATIE EN Dit product mag uitsluitend worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde elektromonteur. NL 4.1 Locatie FR De Quattro dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd, zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een vrije ruimte van tenminste 10 cm voor koeldoeleinden aanwezig te zijn. DE Een veel te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties: - kortere levensduur - lagere laadstroom - lager piekvermogen of omvormeruitschakeling. Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s. ES De Quattro is geschikt voor wandmontage. Voor de montage bevat de behuizing aan de achterkant een haak en twee gaten (zie bijlage G). Het apparaat kan horizontaal of verticaal worden geplaatst. Voor een optimale koeling wordt de voorkeur gegeven aan verticale plaatsing. SE De binnenste gedeelte van het apparaat dient na installatie goed toegankelijk te blijven. Appendix De afstand tussen de Quattro en de accu dient zo klein mogelijk te zijn om het spanningsverlies via de accukabels tot een minimum te beperken. Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen, kunststofonderdelen, gordijnen of andere soorten textiel enz. in de onmiddellijke omgeving bevinden. De Quattro heeft geen interne DC-zekering. De DC-zekering dient buiten de Quattro te worden geïnstalleerd. 4.2 De accukabels aansluiten Om het volledige potentieel van de Quattro te kunnen benutten, moeten accu's met voldoende capaciteit en accukabels met de juiste doorsnede worden gebruikt. Zie tabel: Aanbevolen accucapaciteit (Ah) Aanbevolen DC-zekering Aanbevolen doorsnede (mm2) per + en – aansluitklem*, ** 0 – 5 m*** 5 – 10 m*** 12/3000/120 400–1200 400 A 24/3000/70 200–700 300 A 48/3000/35 100–400 125 A 2x 50 mm2 2x 70 mm2 50 mm2 2x 50 mm2 35 mm2 2x 35 mm2 * Volg lokale installatieregels. ** De accukabels niet in een gesloten elektriciteitspijp plaatsen. *** “2x" betekent twee plus-kabels en twee min-kabels. Procedure Ga voor het aansluiten van de accukabels als volgt te werk: Gebruik een momentsleutel met geïsoleerde steeksleutel om kortsluiting bij de accu te voorkomen. Maximaal aanhaalmoment: 9 Nm Voorkom kortsluiting van de accukabels. Om kortsluiting van de accu te voorkomen, dient een geïsoleerde ringsleutel te worden gebruikt. - Draai de vier onderste schroeven van het voorpaneel van de unit los en verwijder het onderste voorpaneel. - Sluit de accukabels als volgt aan: + (rood) op de rechte klem en - (zwart) op de linker klem (Zie bijlage A). - Draai de aansluitingen na montage van de bevestigingsonderdelen vast. 9 4.3 Aansluiting van de AC-kabels De Quattro is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardingsklem ter beveiliging). De wisselstroomingangs- en/of -uitgangsklemmen en/of het aardingspunt aan de buitenkant van het product moeten om veiligheidsredenen voorzien zijn van een onderbrekingsvrij aardingspunt. Zie hiervoor de volgende aanwijzingen: De Quattro is voorzien van een aardingsrelais (zie bijlage) dat de nuluitgang automatisch met de behuizing verbindt als er geen externe wisselstroomvoorziening beschikbaar is. Als er wel een externe wisselstroomvoorziening beschikbaar is, gaat het aardingsrelais open voordat het ingangsveiligheidsrelais zich sluit (relais H in bijlage B). Dit zorgt voor een goede werking van de op de uitgang aangesloten aardlekschakelaar. In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding worden gewaarborgd met de aarddraad van de wisselspanningsingang. Anders moet de behuizing worden geaard. In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met een walstroomstekker) zal onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aardverbinding verbreken. In dat geval moet de behuizing worden verbonden met het chassis (van het voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot). Over het algemeen is de bovenstaand beschreven verbinding met de walaardingsaansluiting niet aan te bevelen voor boten in verband met de galvanische corrosie. De oplossing hiervoor is het gebruik van een scheidingstransformator. De omvormer komt met een geïntegreerde scheidingstransformator voor netfrequentie. Dit voorkomt de mogelijkheid van DCstroom op AC-stroompoorten. Daarom kunnen aardlekschakelaars van het type A worden gebruikt. AC-in-1 (zie bijlage A) Als er wisselstroomspanning beschikbaar is bij deze klemmen, zal de Quattro deze aansluiting gebruiken. Over het algemeen zal een generator worden aangesloten op AC-in-1. De ingang AC-in-1 moet zijn beveiligd met een zekering of magnetische contactverbreker voor 50 A of minder en de doorsnede van de kabel moet hieraan zijn aangepast. Als de ingangswisselspanning lager ligt, moeten de zekering of magnetische contactverbreker hieraan worden aangepast. AC-in-2 (zie bijlage A) Als er wisselstroomspanning beschikbaar is bij deze klemmen, zal de Quattro deze aansluiting gebruiken, behalve als er ook spanning bij de AC-in-1 beschikbaar is. De Quattro zal dan automatisch AC-in-1 kiezen. Over het algemeen wordt de netvoeding of walspanning aangesloten op de AC-in-2. De ingang AC-in-2 moet zijn beveiligd met een zekering of magnetische contactverbreker voor 50 A of minder en de doorsnede van de kabel moet hieraan zijn aangepast. Als de ingangswisselspanning lager ligt, moeten de zekering of magnetische contactverbreker hieraan worden aangepast. Opmerking: De Quattro start misschien niet als er alleen wisselstroom bij AC-in-2 beschikbaar is en de gelijkstroomaccuspanning 10% of meer onder de nominale spanning ligt (minder dan 11 volt in geval van een 12 volt-accu). Oplossing: verbind de wisselstroomvoeding met AC-in-1 of laad de accu op. AC-out-1 (zie bijlage A) De wisselstroomvermogenskabel kan direct worden verbonden met het klemmenblok "AC-out". Met de PowerAssist-functie kan de Quattro tot 3 kVA (dat is 3000 / 230 = 13 A) bij piekvermogensbehoefte aan de uitgang toevoegen. Samen met een maximale ingangsstroom van 50 A betekent dit dat de uitgang tot 50 + 13 = 63 A kan leveren. Een aardlekschakelaar en een zekering of contactverbreker passend bij de verwachte belasting moet in serie worden opgenomen in het uitgangsvermogen en de doorsnede van de kabel moet hieraan worden aangepast. Het maximaal toelaatbare vermogen van de zekering of contactverbreker is 63 A. AC-out-2 (zie bijlage A) Een tweede uitgang is beschikbaar die de belasting in geval van voeding via de accu onderbreekt. Op deze klemmen wordt apparatuur aangesloten die alleen functioneert als wisselstroomspanning beschikbaar is bij AC-in-1 of AC-in-2, zoals bv. een elektrische boiler of een airco. De belasting bij AC-out-2 wordt direct onderbroken als de Quattro overschakelt naar accuvoeding. Zodra de wisselstroomvoeding weer bij AC-in-1 of AC-in-2 beschikbaar is, wordt de belasting bij AC-out-2 weer met een vertraging van ca. 2 minuten aangesloten. Dit, zodat het aggregaat zich weer kan stabiliseren. AC-out-2 kan belastingen aan tot 25 A. Een aardlekschakelaar en zekering met een max. vermogen van 25 A moet in serie worden geschakeld met de AC-out-2. Procedure Gebruik een drieaderige kabel. De aansluitklemmen zijn duidelijk gecodeerd: PE: aarde N: nulleider L: fase-/spanningsgeleider 10 4.4 Aansluitopties EN 4.4.1 Startaccu (aansluitklem E, zie bijlage A) De Quattro heeft een aansluiting voor het opladen van een startaccu. De uitgangsstroom is beperkt tot 4 A. DE ES 4.4.4 Afstandsbediening De Quattro kan op twee manieren op afstand worden bediend: Met een externe schakelaar (aansluitklem H, zie bijlage A). Werkt alleen als de schakelaar op de Quattro op “on” is gezet. Met een Multi Control-paneel (verbonden met één van de twee RJ48-stekkerbussen B, zie bijlage A). Werkt alleen als de schakelaar op de Quattro op “on” is gezet. Met het Multi Control-paneel, alleen de stroomlimiet voor AC-in-2 kan worden ingesteld (m.b.t. PowerControl en PowerAssist). De stroomlimiet voor AC-in-1 kan worden ingesteld met DIP-schakelaars of door software. FR 4.4.3 Temperatuursensor (aansluitklem E, zie bijlage A) Voor temperatuurgecompenseerd laden kan de temperatuursensor (meegeleverd met de Quattro) worden aangesloten. De sensor is geïsoleerd en moet op de minklem van de accu worden geplaatst. NL 4.4.2 Spanningsdetectie (aansluitklem E, zie bijlage A) Voor het compenseren van eventuele kabelverliezen tijdens het opladen kunnen twee detectiedraden worden aangesloten, waarmee de spanning direct op de accu of op de plus- en min-verdeelpunten gemeten kan worden. Gebruik hiervoor een draad met een doorsnede van 0,75 mm². De Quattro zal tijdens het opladen van de accu het spanningsverlies over de DC-kabels compenseren tot max 1 Volt (d.w.z. 1 V over de plusaansluiting en 1 V over de minaansluiting). Als het spanningsverlies groter dan 1 V dreigt te worden, wordt de laadstroom zodanig beperkt dat het spanningsverlies beperkt blijft tot 1 V. SE Er kan maar één afstandsbediening worden aangesloten, d.w.z. of een schakelaar of een Multi Control-paneel. 4.4.6 AC-hulpuitgang (AC-out-2) Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang (AC-out-1), is er een tweede uitgang (AC-out-2) beschikbaar die aansluiting van de belasting verbreekt wanneer de accu in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler of airco die enkel mag werken als het aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is. Als de accu werkt, wordt de AC-out-2 onmiddellijk uitgeschakeld. Als er AC-voeding beschikbaar is, wordt de AC-out-2 opnieuw gekoppeld met een vertraging van 2 minuten, zodat een aggregaat kan worden gestabiliseerd voordat er een zware belasting wordt aangesloten. 4.4.7 Quattro's parallel schakelen (zie bijlage C) De Quattro kan parallel worden geschakeld met meerdere identieke apparaten. Hiervoor wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels. Het systeem (één of meerdere Quattro-units plus een optioneel bedieningspaneel) moet daarna worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5). Bij het parallel schakelen van Quattro-units moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: - Maximaal zes parallel geschakelde units. - Alleen identieke apparaten met hetzelfde vermogen mogen parallel worden geschakeld. - De accucapaciteit dient verschillend te zijn. - De DC-aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben. - Als een plus- en min-DC-verdeelpunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de accu’s en het DCverdeelpunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het verdeelpunt en de Quattro-units. - Plaats de Quattro-units dicht bij elkaar, maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en aan de zijkant van de units. - De UTP-kabels moeten direct van de ene unit op de andere worden aangesloten (en op het afstandspaneel). Er mag geen gebruik gemaakt worden van aansluit-/verdeeldozen. - Op slechts één unit in het systeem hoeft een accutemperatuursensor te worden aangesloten. Als de temperatuur van meerdere accu’s moet worden gemeten, kunt u ook de sensoren van andere Quattro-units in het systeem aansluiten (max. 1 sensor per Quattro). De temperatuurcompensatie tijdens het opladen van de accu reageert dan op de sensor die de hoogste temperatuur meet. - De spanningssensor moet worden aangesloten op de master (zie paragraaf 5.5.1.4). - Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem worden aangesloten. 4.4.8 Driefaseconfiguratie (zie bijlage C) De Quattro kan ook worden gebruikt in een 3-fase wye (Y) configuratie. Hiervoor wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels (dezelfde als voor parallelle schakeling). Het systeem (Quattro-units plus een optioneel controlepaneel) dient daarna te worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5). Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.7. Opmerking: de Quattro is niet geschikt voor 3-fase delta (Δ) configuratie. 11 Appendix 4.4.5. Programmeerbaar relais De Quattro is voorzien van een multifunctioneel relais dat standaard is geprogrammeerd als alarmrelais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat (hiervoor is VEConfigure-software vereist). 5. CONFIGURATIE - Instellingen mogen alleen worden gewijzigd door een gekwalificeerde elektrotechnicus. - Lees de aanwijzingen grondig door voordat u wijzigingen doorvoert. - Tijdens het instellen van de lader moet de DC-zekering in de accuaansluitingen worden verwijderd. 5.1 Standaardinstellingen: klaar voor gebruik De Quattro wordt geleverd met standaardfabrieksinstellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt voor toepassing van 1 apparaat. De instellingen hoeven daarom niet te worden gewijzigd in geval van standalone-gebruik. Waarschuwing: mogelijk is de standaard acculaadspanning niet geschikt voor uw accu’s! Raadpleeg de documentatie van de fabrikant of vraag advies bij uw acculeverancier! Quattro-standaardfabrieksinstellingen Frequentie omvormer Ingangsfrequentiebereik Ingangsspanningsbereik Omvormerspanning Standalone / parallel / 3-fase AES (Automatic Economy Switch) Aardrelais Lader aan/uit Laadkarakteristieken Laadstroom Accutype Automatisch egalisatie laden Absorptiespanning Absorptietijd Druppelladingsspanning Opslagspanning Herhaalde absorptietijd Absorptieherhalingsinterval Bulkbeveiliging Aggregaat (AC-in-1) / walstroom (AC-in-2) UPS-functie Dynamische stroombegrenzer WeakAC BoostFactor Programmeerbaar relais PowerAssist 50 Hz 45 - 65 Hz 180 - 265 VAC 230 VAC standalone uit aan aan viertraps adaptief met BatterySafe-modus 75% van de maximale laadstroom Victron Gel Deep Discharge (ook geschikt voor Victron AGM Deep Discharge) uit 14,4 / 28,8 / 57,6 V tot 8 uur (afhankelijk van bulkladingstijd) 13,8 / 27,6 / 55,2 V 13,2 V (niet instelbaar) 1 uur 7 dagen aan 50 A/16 A (= regelbare stroomlimiet voor PowerControl en PowerAssist-functies) aan uit uit 2 alarmfunctie aan 5.2 Uitleg bij de instellingen Hieronder volgt een korte uitleg bij de instellingen die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie vindt u in de help-bestanden van de softwareconfiguratieprogramma’s (zie paragraaf 5.3). Frequentie omvormer Uitgangsfrequentie als er geen AC op de ingang aanwezig is. Instelbaar: 50 Hz; 60 Hz Ingangsfrequentiebereik Ingangsfrequentiebereik dat door de Quattro wordt geaccepteerd. De Quattro synchroniseert binnen dit bereik met de spanning die beschikbaar is op AC-in-1 (voorkeursingang) of AC-in-2. Als de synchronisatie is voltooid is de uitgangsfrequentie gelijk aan de ingangsfrequentie. Instelbaar: 45 – 65 Hz; 45 – 55 Hz; 55 – 65 Hz Ingangsspanningsbereik Spanningsbereik dat door de Quattro wordt geaccepteerd. De Quattro synchroniseert binnen dit bereik met de spanning die beschikbaar is op AC-in-1 (voorkeursingang) of op AC-in-2. Als het terugleverrelais is gesloten is de uitgangsspanning gelijk aan de ingangsspanning. Instelbaar: Ondergrens: 180 - 230 V Bovengrens: 230 - 270 V Opmerking: De fabrieksinstelling voor de ondergrens van 180Vis bedoeld voor aansluiting op een instabiele netspanning of een generator met instabiel AC-uitgangsspanning. Deze instelling kan leiden tot uitschakeling van het systeem als dit is aangesloten op een ‘borstelloze, zelfbekrachtigde, extern spanningsgeregelde, synchrone wisselstroomgenerator’ (synchrone generator met automatische spanningsregelaar). De meeste generatoren met een vermogen van 10 kVA of meer zijn synchrone generatoren met automatische spanningsregelaar. De uitschakeling vindt plaats als de generator wordt gestopt en langzamer gaat draaien, terwijl de generator met automatische spanningsregelaar tegelijkertijd ‘probeert’ om de uitgangsspanning van de generator op 230 V te houden. 12 De oplossing is om ondergrens te verhogen naar 210 VAC (generatoren met automatische spanningsregelaar hebben over het algemeen een zeer stabiele uitgangspanning) of om de Multi(s) los te koppelen van de generator als een generatorstopsignaal wordt afgegeven (met behulp van een in serie met de generator geïnstalleerde AC-schakelaar). EN Omvormerspanning Uitgangsspanning van de Quattro bij accubedrijf. Instelbaar: 210 – 245 V NL FR Standalone / parallel bedrijf / 2-3-fase-instelling Met meerdere apparaten is het mogelijk om: - het totale omvormervermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel geschakeld) - een 3-fasesysteem te maken door te stapelen (enkel voor Quattro-units met een uitgangsspanning van 120 V) - een 3-fasesysteem te maken. DE Hiervoor moeten de apparaten onderling worden verbonden met RJ45 UTP-kabels. De standaard apparaatinstellingen zijn echter zo gekozen dat elk apparaat als standalone werkt. Daarom moeten de apparaten opnieuw worden geconfigureerd. Acculaadkarakteristiek De standaardinstelling is ‘viertraps adaptief met BatterySafe-modus’. Zie hoofdstuk 2 voor een beschrijving. Dit is de beste laadkarakteristiek. Zie de helpbestanden van de softwareconfiguratieprogramma’s voor andere mogelijkheden. De ‘vaste’ modus kan worden geselecteerd met DIP-schakelaars. Accutype De standaardinstelling is het meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200 en stationaire buisjesplaataccu’s (OPzS). Deze instelling kan ook voor vele andere accu’s worden gebruikt: bv. Victron AGM Deep Discharge en andere AGM-accu’s en vele soorten open vlakke-plaataccu’s. Met DIP-schakelaars kunnen vier laadspanningen worden ingesteld. Met VEConfigure kan de laadkarakteristiek worden aangepast, zodat elk type accu (nikkelcadmiumaccu's, lithiumionaccu's) kan worden opgeladen Automatische egalisatielading Deze instelling is bedoeld voor buisjesplaattractie-accu’s. Bij deze instelling wordt de maximale absorptiespanning verhoogd tot 2,83 V/cel (34 V voor een 24V-accu) nadat tijdens absorptieladen de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de ingestelde maximumstroom. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Zie ’tubular plate traction battery charge curve’ (laadkarakteristiek van buisjesplaattractieaccu's) in VEConfigure. Absorptietijd Dit hangt af van de bulkladingstijd (adaptieve laadkarakteristiek), zodat de accu optimaal wordt opgeladen. Als de ‘vaste’ laadkarakteristiek wordt gekozen, staat de absorptietijd vast. Voor de meeste accu’s is een maximale absorptietijd van 8 uur geschikt. Als voor snelladen een extra hoge absorptiespanning is gekozen (kan alleen bij natte open accu’s!), wordt de voorkeur gegeven aan 4 uur. Met DIP-switches kan een tijd van acht of vier uur worden ingesteld. Bij de adaptieve laadkarakteristiek bepaalt dit de maximale absorptietijd. Opslagspanning, herhaalde absorptietijd, absorptieherhalingsinterval Zie hoofdstuk 2. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Bulkbeveiliging Als deze instelling op ‘on’ staat, wordt de bulklaadtijd beperkt tot max. 10 uur. Een langere laadtijd zou kunnen duiden op een systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten accucel). Niet instelbaar met DIP-schakelaars. 13 Appendix Aardrelais (zie bijlage B) Met dit relais (H), wordt de nulleider van de AC-uitgang geaard met de behuizing als het terugleverveiligheidsrelais in de AC-in1- en de AC-in-2-ingangen open zijn. Dit om de correcte werking van aardlekschakelaars in de uitgangen veilig te stellen. Als een niet geaarde uitgang gewenst is tijdens het omvormerbedrijf, dan moet deze functie worden uitgeschakeld. (Zie ook paragraaf 4.5) Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Indien nodig, kan een extern aardrelais worden aangesloten (voor een éénfasesysteem met een aparte autotransformator). Zie bijlage A. SE Search Mode (zoekmodus) In plaats van de AES-modus kan ook de search mode (enkel met behulp van VEConfigure) worden gekozen. Als de 'search mode' is ingeschakeld, wordt het stroomverbruik bij nullast verlaagd met ca. 70%. De 'search mode' houdt in dat de Quattro wordt uitgeschakeld als er geen belasting is of als deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de Quattro even inschakelen. Als de uitgangsstroom een ingesteld niveau overschrijdt, blijft de omzetter werken. Zo niet, dan gaat de omvormer weer uit. De belastingsniveaus “uitschakeling” en “ingeschakeld blijven” van de zoekmodus kunnen met VEConfigure worden ingesteld. De fabrieksinstelling is: Uitschakelen: 40 watt (lineaire belasting) Inschakelen: 100 watt (lineaire belasting) Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Enkel van toepassing in standalone-configuratie. ES AES (Automatic Economy Switch) Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting verlaagd met ca. 20% door de sinusspanning iets te 'versmallen'. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Enkel van toepassing in standalone-configuratie. AC-ingangsstroomlimiet AC-in-1 (aggregaat) / AC-in-2 (walstroom/elektriciteitsnet) Dit zijn de stroomgrensinstellingen, waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden. PowerAssist-instellingsbereik: - Van 5,3 A tot 50 A voor ingang AC-in-1 - Van 5,3 A tot 50 A voor ingang AC-in-2 Fabrieksinstellingen: de maximumwaarde (16 A en 50 A). In geval van parallel geschakelde units moeten voor het bereik de minimum- en maximumwaarden worden vermenigvuldigd met het aantal parallel geschakelde units. Zie hoofdstuk 2, het boek ‘Altijd Stroom’ of de vele beschrijvingen van deze unieke functie op onze website www.victronenergy.com. UPS-functie Als deze instelling op ‘on’ staat en de wisselspanning op de ingang wegvalt, schakelt de Quattro praktisch zonder onderbreking over naar omvormerbedrijf. De Quattro kan dan worden gebruikt als Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije voeding) voor gevoelige apparatuur, zoals computers of communicatiesystemen. De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor gebruik van deze instelling - de Quattro zou voortdurend overschakelen op naar omvormerbedrijf. Daarom kan er voor gekozen worden om deze instelling uit te schakelen. De Quattro reageert dan minder snel op spanningsafwijkingen bij AC-in-1 of AC-in-2. Hierdoor wordt de omschakeltijd naar omvormerbedrijf wat langer, maar de meeste apparatuur (computers, klokken of huishoudelijke apparatuur) ondervindt hier geen hinder van. Advies: Schakel de UPS-functie uit als de Quattro niet synchroniseert of voortdurend terugschakelt naar omvormerbedrijf. Dynamische stroombegrenzer Bedoeld voor aggregaten, waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een statische omvormer (zogenaamde ‘omvormer’-aggregaten). Bij deze aggregaten wordt het toerental teruggeregeld als de belasting laag is: dat beperkt lawaai, brandstofverbruik en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt bij een plotselinge verhoging van de belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat de motor op toeren is. Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, zal de Quattro beginnen met het leveren van extra vermogen op een laag aggregaatuitgangsvermogen en langzaam meer leveren tot de ingestelde stroomlimiet is bereikt. Hierdoor krijgt de motor van het aggregaat de tijd om op toeren te komen. Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ aggregaten die traag reageren op plotselinge belastingvariaties. WeakAC Sterke vervorming van de ingangsspanning kan tot gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks werkt. Als WeakAC (lage wisselspanning) wordt ingesteld, accepteert de lader ook een sterk vervormde spanning, ten koste van meer vervorming van de opgenomen stroom. Advies: WeakAC inschakelen als de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens zelden voor!). Zet tegelijk ook de ’dynamische stroombegrenzer’ aan en reduceer desnoods de maximale laadstoom om overbelasting van het aggregaat te voorkomen. Opmerking: als WeakAC geactiveerd is, wordt de maximale laadstroom met ongeveer 20% verminderd. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. BoostFactor Wijzig deze instelling alleen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy getrainde installateur! Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Drie programmeerbare relais De Quattro is voorzien van 3 programmeerbare relais. Het relais kan voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat. De fabrieksinstelling van het relais in positie I (zie bijlage A, rechts boven) is ‘alarm’. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Frequentiewisseling Als zonneomvormers zijn aangesloten op de uitgang van een Multi of Quattro wordt het teveel aan zonne-energie gebruikt om de accu's weer op te laden. Zodra de absorptiespanning is bereikt, schakelen de Multi of Quattro de zonneomvormer uit door de uitgangsfrequentie met 1 Hz aan te passen (bijvoorbeeld van 50 Hz naar 51 Hz). Zodra de accuspanning iets is gedaald, keert de frequentie terug naar normaal en worden de zonneomvormers weer gestart. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Ingebouwde accumonitor (optioneel) De ideale oplossing als Multi’s of Quattro’s onderdeel uitmaken van een hybride systeem (dieselaggregaat, omvormer/laders, opslagaccu en alternatieve energie). De ingebouwde accumonitor kan zo worden ingesteld dat deze het aggregaat start en stopt: - Start van een vooringesteld % van het ontladingsniveau en/of - start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringestelde accuspanning en/of - start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau. - Stop bij een vooringestelde accuspanning of - stop (met een vooringestelde vertraging) nadat de bulklading is voltooid en/of - stop (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau. Niet instelbaar met DIP-schakelaars. 14 EN NL AC-hulpuitgang (AC-out-2) Naast de ononderbroken uitgang (AC-out-1), is er een tweede uitgang (AC-out-2) beschikbaar die aansluiting van de belasting ontkoppelt als de accu in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler of airco die enkel mag werken als het aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is. Als de accu werkt, wordt de AC-out-2 onmiddellijk uitgeschakeld. Als er AC-voeding beschikbaar is, wordt de AC-out-2 opnieuw gekoppeld met een vertraging van 2 minuten, zodat een aggregaat kan worden gestabiliseerd voordat er een zware belasting wordt aangesloten. 5.3 Configuratie via de pc FR Alle instellingen kunnen worden gewijzigd via een pc of met een VE.Net-paneel (behalve bij de multifunctionele relais en de VirtualSwitch bij gebruik van VE.Net). De meest algemene instellingen kunnen worden gewijzigd via de DIP-schakelaars (zie paragraaf 5.5). ES SE Voor het wijzigen van instellingen via de pc heeft u het volgende nodig: • VEConfigure3 software: kan gratis worden gedownload op www.victronenergy.com. • Een MK3-USB (VE.Bus naar USB) interface en een RJ45 UTP-kabel. Als alternatief kan de interface MK2.2b (VE.Bus naar RS232) en een RJ45 UTP-kabel worden gebruikt. DE OPMERKING: Deze handleiding is bedoeld voor producten met firmware xxxx400 of hoger (waarbij x staat voor een willekeurig getal) Het firmwarenummer is te vinden op de microprocessor, na het verwijderen van het voorpaneel. Oudere eenheden, waarvan het 7-cijferige nummer begint met 26 of 27, kunnen worden geüpdate. Het nummer begint met 19 of 20 heeft u een oude microprocessor en is het niet mogelijk om deze te updaten naar 400 of hoger. Appendix 5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup VE.Bus Quick Configure Setup is een softwareprogramma, waarmee systemen met maximaal 3 Multi-units (parallel- of driefasebedrijf) op eenvoudige wijze kunnen worden geconfigureerd. U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com. 5.3.2 VE.Bus System Configurator Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 of meer Multi-units moet de software VE.Bus System Configurator worden gebruikt. U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com. 5.4 Configuratie met een VE.Net-paneel Hiervoor hebt u een VE.Net-paneel en de ‘VE.Net-naar-VE.Bus-omvormer’ nodig. Met VE.Net zijn alle parameters toegankelijk, met uitzondering van de multifunctionele relais en de VirtualSwitch. 5.5 Configuratie met DIP-schakelaars Inleiding Een aantal instellingen kan worden gewijzigd met DIP-schakelaars (zie bijlage A, positie M). Opmerking: Let er bij het wijzigen van de instellingen met DIP-schakelaars in een parallel of éénfase-/3-fasesysteem op dat niet alle instellingen bij alle Quattro-units van toepassing zijn. Dit, omdat sommige instellingen worden voorgeschreven door de Master of Leader. Sommige instellingen zijn alleen relevant in de Master/Leader (d.w.z. deze zijn niet relevant in een slave of in een volger). Andere instellingen zijn niet relevant voor slaves, maar wel relevant voor volgers. Opmerking m.b.t. de gebruikte terminologie: Een systeem, waarin meer dan één Quattro wordt gebruikt om een enkele AC-fase te creëren, wordt een parallel systeem genoemd. In dit geval zal één van de Quattro's de hele fase regelen, deze wordt de master genoemd. De anderen, slaves genoemd, luisteren naar de master om hun actie te bepalen. Het is ook mogelijk om meer AC-fases (éénfase of 3-fase) met 2 of 3 Quattro-units te creëren. In dat geval wordt de Quattro in fase L1 de Leader genoemd. De Quattro in fase L2 (en L3 indien beschikbaar) genereren dezelfde AC-frequentie, maar volgen L1 met een vaste fasewissel. Deze Quattro's worden volgers genoemd. Als meer Quattro's per fase worden gebruikt in een éénfase of 3-fasesysteem (bijvoorbeeld 6 Quattro's worden gebruikt om een 3-fasesysteem te bouwen met 2 Quattro's per fase), is de Leader van het systeem ook de Master van fase L1. De volgers in fase L2 en L3 nemen ook de rol van Master op zich in fase L2 en L3. Alle anderen zin dan slaves. Het instellen van een parallel of éénfase/3-fasesystemen dient door software te gebeuren, zie paragraaf 5.3. TIP: Als u zich niet wilt bezighouden met of een Quattro nu master, slave of volger is, is de eenvoudigste en meest directe manier om alle instellingen op alle Quattro's hetzelfde te doen. 15 Algemene procedure: Schakel de Quattro in, bij voorkeur onbelast en zonder wisselspanning op de ingangen. De Quattro werkt dan in omvormerbedrijf. Stap 1: Stel de DIP-schakelaars in voor: - de vereiste stroomlimiet van de AC-ingang. - beperking van de laadstroom. (niet van toepassing voor slaves) (alleen van toepassing voor Master/Leader) Houd de knop 'Up' 2 seconden lang ingedrukt (bovenste knop rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie K) om de instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld. U kunt nu de DIP-schakelaars weer gebruiken om de resterende instellingen toe te passen (stap 2). Stap 2: overige instellingen, stel de DIP-schakelaars in voor: - Laadspanningen (alleen van toepassing voor Master/Leader) - Absorptietijd (alleen van toepassing voor Master/Leader) - Adaptief opladen (alleen van toepassing voor Master/Leader) - Dynamische stroombegrenzer (niet van toepassing voor slaves) - UPS-functie (niet van toepassing voor slaves) - omvormerspanning (niet van toepassing voor slaves) - omvormerfrequentie (alleen van toepassing voor Master/Leader) Houd de knop 'Down' 2 seconden lang ingedrukt (onderste knop rechts van de DIP-schakelaars) om de instellingen op te slaan nadat de DIP-schakelaars in de stand positie zijn gezet. U kunt de DIP-schakelaars nu in de gekozen stand laten staan, zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden. Opmerking: - De DIP-schakelaarfuncties worden beschreven van boven naar beneden. Omdat de bovenste DIP-schakelaar het hoogste nummer (8) heeft, starten de beschrijvingen met schakelaar nummer 8. 5.5.1 Stap 1 5.5.1.1 Stroombegrenzing AC-ingangen (standaard: AC-in-1: 50 A, AC-in-2: 16 A) Als de door de Quattro opgenomen AC-ingangsstroom (door de aangesloten belastingen en de acculader) stijgt en de ACingangsstroomlimiet bijna gaat overschrijden, zal de Quattro eerst de eigen laadstroom verlagen (PowerControl) en vervolgens, indien nodig, extra vermogen leveren via de accu (PowerAssist). Op deze manier zal de Quattro proberen om te voorkomen dat de ingangsstroom de ingestelde limiet overschrijdt. De ingangsstroomlimiet van AC-in-1 (het aggregaat) kan via de DIP-schakelaars worden ingesteld op acht verschillende waarden. De ingangsstroomlimiet van AC-in-2 kan via de DIP-schakelaars worden ingesteld op twee verschillende waarden. Met het Multi Control-paneel kan een variabele stroomlimiet worden ingesteld voor de AC-in-2-ingangsspanning. Procedure AC-in-1 kan worden ingesteld met de DIP-schakelaars ds8, ds7 en ds6 (fabrieksinstelling: 50 A). Procedure: stel de DIP-schakelaars in op de vereiste waarde: ds8 ds7 ds6 off off off = 6 A (1,4 kVA bij 230 V) off off on = 10 A (2,3 kVA bij 230 V) off on off = 12 A (2,8 kVA bij 230 V) off on on = 16 A (3,7 kVA bij 230 V) on off off = 20 A (4,6 kVA bij 230 V) on off on = 25 A (5,7 kVA bij 230 V) on on on = 30 A (6,9 kVA bij 230 V) on on on = 50 A (11,5 kVA bij 230 V) Opmerking: 16 Het door de fabrikant opgegeven continu vermogen van kleine aggregaten is soms aan de zeer optimistische kant. De stroomgrens moet dan veel lager worden ingesteld dan uit de gegevens van de fabrikant blijkt. EN AC-in-2 kan in twee stappen worden ingesteld met DIP-schakelaar ds5 (fabrieksinstelling: 16 A). Procedure: stel ds5 in op de vereiste waarde: ds5 off = 16 A on = 30 A Meer dan 30 A: met VEConfigure-software of een Digital Multi Control Panel ES SE Appendix Opmerking: als WeakAC is ingeschakeld, wordt de maximale laadstroom verlaagd van 100% naar ongeveer 80%. 5.5.1.3 DIP-schakelaars ds2 en ds1 worden niet gebruikt tijdens stap 1. BELANGRIJKE OPMERKING: Als de laatste 3 cijfers van de Multi-firmware in het bereik van 100 liggen (dus het firmwarenummer xxxx1xx is (x staat voor een willekeurig nummer)), dan worden ds1 & ds2 gebruikt om een Multi in te stellen op standalone, parallel- of driefasebedrijf. Raadpleeg hiervoor de betreffende handleiding. 5.5.1.4 Voorbeelden Voorbeelden van instellingen: on on on on on Stap 1, standalone Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling): 8, 7, 6 AC-in-1: 50 A 5 AC-in-2: 30 A 4, 3 Laadstroom: 75% 2, 1 Standalone-modus off off off DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on on on on off off off Stap 1, standalone Voorbeeld 2: 8, 7, 6 AC-in-1: 50 A 5 AC-in-2: 16 A 4, 3 laden: 100% 2, 1 Standalone DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on on on off off off off Stap 1, standalone Voorbeeld 3: 8, 7, 6 AC-in-1: 16 A 5 AC-in-2: 16 A 4, 3 laden: 100% 2, 1 Standalone DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on on on DE Procedure De acculaadstroom kan worden ingesteld in vier stappen, met de DIP-schakelaars ds4 en ds3 (fabrieksinstelling: 75%). ds4 ds3 off off = 25% off on = 50% on off = 75% on on = 100% DS-8 AC-in-1 DS-7 AC-in-1 DS-6 AC-in-1 DS-5 AC-in-2 DS-4 Laadstroom DS-3 Laadstroom DS-2 Standalone-modus DS-1 Standalone-modus FR 5.5.1.2 Begrenzing laadstroom (standaardinstelling 75%) Voor een lange levensduur dient bij loodzuuraccu's een laadstroom van 10% tot 20% van de capaciteit in Ah te worden toegepast. Voorbeeld: optimale laadstroom van een 24V/500Ah-accubank: 50 A tot 100 A. De meegeleverde temperatuursensor past automatisch de laadspanning aan aan de accutemperatuur. Als een snellere lading – en dus een hogere stroom – is vereist: - De meegeleverde temperatuursensor dient te worden geplaatst op de accu, omdat snel opladen kan leiden tot een flinke temperatuurstijging van de accubank. De laadspanning wordt aangepast aan de hogere temperatuur (d.w.z. worden verlaagd) door de temperatuursensor. - De bulkladingstijd zal soms zo kort zijn dat een vaste absorptietijd meer brengt (zie voor ‘vaste’ absorptietijd ds5, stap 2). NL Belangrijk: Als een paneel wordt aangesloten, wordt de stroomlimiet van AC-in-2 bepaalt door het paneel en niet door de in de Quattro opgeslagen waarde. off off off off Stap 1, standalone Voorbeeld 4: 8, 7, 6 AC-in-1: 30 A 5 AC-in-2: 30 A 4, 3 laden: 50% 2, 1 Standalone Om de instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld: houd de knop 'Up' 2 seconden lang ingedrukt (bovenste knop rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie K). De leds 'overbelasting' en 'accu bijna leeg' gaan knipperen om aan te geven dat de instellingen zijn geaccepteerd. Wij adviseren om de instellingen te noteren en deze notitie op een veilige plek te bewaren. De DIP-schakelaars kunnen nu worden gebruikt om de resterende instellingen toe te passen (stap 2). 5.5.2 Stap 2: Overige instellingen De resterende instellingen zijn niet van toepassing voor slaves. Enkele van de resterende instellingen zijn niet van toepassing voor volgers (L2, L3). Deze instellingen worden door de Leader L1 aan het hele systeem opgelegd. Als een instelling voor L2-, L3-apparaten niet van toepassing is, wordt dit uitdrukkelijk vermeld. ds8-ds7: Instelling van de laadspanningen (niet van toepassing voor L2, L3) 17 ds8-ds7 Absorptiespanning 14,1 28,2 56,4 Druppelspanning 13,8 27,6 55,2 Opslagspanning 13,2 26,4 52,8 off off off on 14,4 28,8 57,6 13,8 27,6 55,2 13,2 26,4 52,8 on off 14,7 29,4 58,8 13,8 27,6 55,2 13,2 26,4 52,8 on on 15,0 30,0 60,0 13,8 27,6 55,2 13,2 26,4 52,8 Geschikt voor Gel Victron Long Life (OPzV) Gel Exide A600 (OPzV) Gel MK-accu Gel Victron Deep Discharge Gel Exide A200 AGM Victron Deep Discharge Vaste buisjesplaataccu (OPzS) AGM Victron Deep Discharge Buisjesplaataccu's (OPzS) in semi-druppelmodus AGM spiraalcelaccu's Buisjesplaataccu’s (OPzS) in cyclische modus ds6: absorptietijd 8 of 4 uur (n.v.t. voor L2, L3) on = 8 uur off = 4 uur ds5: adaptieve laadkarakteristiek (niet van toepassing voor L2, L3) absorptietijd) on = actief off = inactief (vast ds4: dynamische stroombegrenzer on = actief off = inactief ds3: UPS-functie on = actief off = inactief ds2: omvormerspanning on = 230 V off = 240 V ds1: omvormerfrequentie (niet van toepassing voor L2, L3) (het brede ingangsfrequentiebereik (45-55 Hz) staat standaard op 'on') on = 50 Hz off = 60 Hz Opmerking: - Als het “adaptieve laadalgoritme” op 'on' staat, stelt ds6 de maximale absorptietijd in op 8 uur of 4 uur. Als het “adaptieve laadalgoritme” op 'off' staat, wordt de absorptietijd door ds6 (vast) ingesteld op 8 uur of 4 uur. Stap 2: Voorbeeldinstellingen Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (omdat de fabrieksinstellingen worden ingevoerd via de pc worden alle DIP-schakelaars van een nieuw product op ‘off’ gezet en vertegenwoordigen deze niet de daadwerkelijke instellingen in de microprocessor). DS-8 laadspanning DS-7 laadspanning DS-6 absorptietijd DS-5 adaptief laden DS-4 dyn. stroombegr. DS-3 UPS-functie: DS-2 spanning DS-1 frequentie on on on off off on on on Stap 2 Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling): 8, 7 GEL 14,4 V 6 Absorptietijd: 8 uur 5 Adaptief laden: aan 4 Dynamische stroombegrenzing: uit 3 UPS-functie: aan 2 Spanning: 230 V 1 Frequentie: 50 Hz DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on on on off off off off Stap 2 Voorbeeld 2: 8, 7 OPzV 14,1 V 6 Absorptietijd: 8 uur 5 Adaptief laden: aan 4 Dyn. stroombegrenzing: uit 3 UPS-functie: uit 2 Spanning: 230 V 1 Frequentie: 50 Hz DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on on on on off off off Stap 2 Voorbeeld 3: 8, 7 AGM 14,7 V 6 Absorptietijd: 8 uur 5 Adaptief laden: aan 4 Dyn. stroombegrenzing: aan 3 UPS-functie: uit 2 Spanning: 240 V 1 Frequentie: 50 Hz DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on on off off off off off Stap 2 Voorbeeld 4: 8, 7 Buisjesplaat 15 V 6 Absorptietijd: 4 uur 5 Vaste absorptietijd 4 Dyn. stroombegrenzing: uit 3 UPS-functie: aan 2 Spanning: 240 V 1 Frequentie: 60 Hz Om de instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld: houd de knop 'Down' 2 seconden lang ingedrukt (onderste knop rechts van de DIP-schakelaars). De leds 'temperatuur' en 'accu bijna leeg' gaan knipperen om aan te geven dat de instellingen zijn geaccepteerd. De DIP-schakelaars kunnen in de gekozen stand worden gelaten, zodat de ’overige instellingen’ altijd weer terug te vinden zijn. 18 EN 6. ONDERHOUD De Quattro vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat om alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom vocht en olie/roet/dampen en houd het apparaat schoon. NL 7. STORINGSAANDUIDINGEN DE 7.1 Algemene storingsaanduidingen Via de onderstaande procedures kunnen de meeste fouten snel worden geïdentificeerd. Als u een fout niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw Victron Energy-leverancier. De Quattro schakelt niet over op aggregaat of netvoeding. Omvormerbedrijf niet gestart als ingeschakeld. Contactverbreker of zekering in de AC-in-ingang is open door overbelasting. Overbelasting of kortsluiting bij AC-out-1 of AC-out-2 verwijderen en zekering/contactverbreker resetten. De accuspanning is veel te hoog of te laag. Geen spanning op DC-aansluiting. Zorg dat de accuspanning binnen het juiste bereik ligt. De led “accu bijna leeg” knippert. De led “accu bijna leeg” brandt. De led “overbelasting” knippert. De led “overbelasting” brandt. De led “temperatuur” knippert of brandt. De leds “accu bijna leeg” en “overbelasting” knipperen afwisselend. De leds “accu bijna leeg” en “overbelasting” knipperen tegelijkertijd. De leds “accu bijna leeg” en “overbelasting” branden. De accuspanning is laag. Laad de accu op of controleer de accu-aansluitingen. De omvormer schakelt uit, omdat de accuspanning te laag is. De omvormerbelasting is hoger dan de nominale belasting. De omvormer is uitgeschakeld door een veel te hoge belasting. De omgevingstemperatuur is hoog of de belasting is te hoog. Lage accuspanning en veel te hoge belasting. Laad de accu op of controleer de accu-aansluitingen. Eén alarmled brandt en het tweede knippert. De lader werkt niet. De lader werkt niet. De led “Bulk” knippert en de led "Mains on" brandt. De accu wordt niet volledig opgeladen. De rimpelspanning op de DC-aansluiting overschrijdt 1,5 Vrms. De omvormer is uitgeschakeld door een veel te hoge rimpelspanning op de ingang. Appendix Oplossing SE Oorzaak ES Probleem Verlaag de belasting. Verlaag de belasting. Plaats de omvormer in een koele en goed geventileerde omgeving of verlaag de belasting. Laad de accu's, koppel de belasting los of verlaag deze of plaats accu's met een grotere capaciteit. Monteer kortere en/of dikkere accukabels. Controleer de accukabels en accu-aansluitingen. Controleer of de accucapaciteit voldoende hoog is en verhoog deze, indien nodig. Plaats accu's met een grotere capaciteit. Monteer kortere en/of dikkere accukabels en reset de omvormer (uitschakelen en weer inschakelen). De omvormer is uitgeschakeld doordat een alarm Kijk in deze tabel voor de juiste maatregelen m.b.t. is geactiveerd door een brandende led. De deze alarmtoestand. knipperende led geeft aan dat de omvormer door het alarm zou worden uitgeschakeld. De AC-ingangsspanning of -frequentie ligt niet binnen Zorg ervoor dat de AC-ingangsspanning tussen 185 het bereik. VAC en 265 VAC ligt en dat de frequentie binnen het bereik ligt (fabrieksinstelling 45-65 Hz). Contactverbreker of zekering in de AC-in-ingang is open door overbelasting. De accuzekering is doorgebrand. Overbelasting of kortsluiting bij AC-out-1 of AC-out-2 verwijderen en zekering/contactverbreker resetten. Vervang de accuzekering. De vervorming van de AC-ingangsspanning is te groot (normaal gesproken aggregaatvoeding). De Quattro bevindt zich in de modus ‘bulkbeveiliging’, dus de maximale bulklaadtijd van 10 uur is overschreden. Een dergelijk lange laadtijd zou kunnen duiden op een systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten accucel). Schakel de instellingen WeakAC en dynamische stroombegrenzer in. Controleer uw accu's. De laadstroom is veel te hoog en start zo een voortijdige absorptielading. Slechte accuaansluiting. Stel de laadstroom in op een niveau tussen 0,1 en 0,2 keer de accucapaciteit. Controleer de accuaansluitingen. De absorptiespanning is ingesteld op een onjuist niveau (te laag). Stel een juist niveau voor de absorptiespanning in. De druppellaadspanning is ingesteld op een onjuist niveau (te laag). De beschikbare oplaadtijd is te kort om de accu volledig op te kunnen laden. Stel een juist niveau voor de druppellaadspanning in. FR Belangrijke opmerking: Als de accu helemaal leeg is (accuspanning minder dan 10V / 20V of 40V), start de Quattro alleen met opladen als de wisselspanning is aangesloten op AC-in-1. De Quattro start pas met opladen als er wisselspanning is aangesloten op AC-in-2 als de accuspanning 10V / 20V of 40V overschrijdt. OPMERKING: U kunt de foutmodus resetten door de Quattro uit- en weer in te schakelen. De standaardfabrieksinstelling van de Quattro voor de modus “bulkbeveiliging” is ingeschakeld. De modus “bulkbeveiliging” kan alleen worden uitgeschakeld via VEConfigure. Kies een langere oplaadtijd of een hogere laadstroom. 19 De accu wordt overladen. De laadstroom daalt naar 0 zodra de absorptieladingsfase wordt gestart. De absorptietijd is te kort. Bij adaptief laden kan dit Verlaag de laadstroom of kies de ‘vaste’ worden veroorzaakt door een extreem hoge laadkarakteristieken. laadstroom ten opzichte van de accucapaciteit, zodat de bulkladingstijd te kort is. De absorptiespanning is ingesteld op een onjuist Stel een juist niveau voor de absorptiespanning in. niveau (te hoog). De druppellaadspanning is ingesteld op een onjuist Stel een juist niveau voor de druppellaadspanning in. niveau (te hoog). Accu verkeert in slechte toestand. Vervang de accu. De accutemperatuur is te hoog (door slechte ventilatie, veel te hoge omgevingstemperatuur of veel te hoge laadstroom). De accu is oververhit (>50°C) Verbeter de ventilatie, plaats de accu's in een koelere omgeving, verlaag de laadstroom en sluit de temperatuursensor aan. Plaats de accu in een koelere omgeving Verlaag de laadstroom Controleer of één van de accucellen een interne kortsluiting heeft De accutemperatuursensor is defect Koppel de temperatuursensorstekker in de Quattro los. Als het opladen weer goed werkt na ca. 1 minuut, dient de temperatuursensor te worden vervangen. 7.2 Speciale ledaanduidingen (zie voor de normale ledaanduidingen paragraaf 3.4) De leds bulklading en absorptielading knipperen synchroon (tegelijkertijd). De leds absorptielading en druppellading knipperen synchroon (tegelijkertijd). "Mains on" knippert en er is geen uitgangsspanning. Storing spanningssensor. De spanning gemeten bij de spanningsdetectie-aansluiting wijkt te veel af (meer dan 7 V) van de spanning bij de positieve en negatieve aansluiting van het apparaat. Het betreft waarschijnlijk een aansluitfout. Het apparaat blijft in normaal bedrijf. OPMERKING: Als de led "inverter on" knippert in tegenfase, dan betreft dit een VE.Bus- storingscode (zie onderstaand). De gemeten accutemperatuur heeft een uiterst onwaarschijnlijke waarde. De sensor is waarschijnlijk defect of onjuist aangesloten. Het apparaat blijft in normaal bedrijf. OPMERKING: Als de led "inverter on" knippert in tegenfase, dan betreft dit een VE.Bus- storingscode (zie onderstaand). Het apparaat bevindt zich in de modus "charger only" en er is netvoeding beschikbaar. Het apparaat weigert de netvoeding of is nog bezig met synchroniseren. 7.3 VE.Bus-ledaanduidingen Apparatuur, die is geïntegreerd in een VE.Bus-systeem (een parallel- of 3-faseconfiguratie) kan zogenaamde VE.Busledaanduidingen bieden. Deze ledaanduidingen kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: OK-codes en storingscodes. 7.3.1 VE.Bus-OK-codes Als de interne toestand van een apparaat is orde is, maar het apparaat nog niet kan worden gestart, omdat één of meer andere apparaten in het systeem een storingsstatus aangeven, zullen de apparaten die in orde zijn een OK-code aangeven. Hierdoor is het opsporen van storingen in een VE.Bus-systeem mogelijk, omdat apparaten die geen aandacht nodig hebben ook als zodanig kunnen worden herkend. Belangrijke aanwijzing: OK-codes worden alleen weergegeven als een apparaat zich niet in de omvormer- of oplaadmodus bevindt! - Een knipperende led "bulk" geeft aan dat het apparaat kan omvormen. - Een knipperende led "float" geeft aan dat het apparaat kan opladen. OPMERKING: In principe moeten alle andere leds uit zijn. Als dat niet het geval is, is de code geen OK-code. De volgende uitzonderingen zijn echter van toepassing: - De bovenstaande speciale ledaanduidingen kunnen samen met de OK-codes optreden. - De led "accu bijna leeg" kan samen met de OK-code functioneren die aangeeft dat het apparaat kan opladen. 7.3.2 VE.Bus-storingscodes Een VE.Bus-systeem kan verschillende storingscodes weergeven. Deze codes worden weergegeven met de leds "inverter on", "bulk", "absorption" en "float". Om een VE.Bus-storingscode juist te kunnen interpreten, moet de volgende procedure worden gevolgd: 1. Het apparaat dient een storing te hebben (geen AC-uitgangsspanning). 2. Knippert de led "inverter on”? Indien niet, dan is er geen VE.Bus-storingscode. 3. Als één of meer van de leds "bulk", "absorption" of "float" knippert, dat dient dit knipperen in tegenfase van de led "inverter on" te gebeuren, d.w.z. de knipperende leds zijn uit als de led "inverter on" aan is en omgekeerd. Is dit niet het geval, dan is er geen VE.Bus-storingscode. 4. Controleer de led "bulk" en bepaal welke van de drie onderstaande tabellen gebruikt moet worden. 5. Kies de juiste kolom en rij (afhankelijk van de leds "absorption" en "float") en bepaal de storingscode. 6. Bepaal de betekenis van de code in onderstaande tabellen. 20 EN Aan alle onderstaande voorwaarden moet worden voldaan!: Het apparaat heeft een storing! (Geen AC-uitgangsspanning) Omvormer-led knippert (tegengesteld tot de leds Bulk, Absorption of Float) Tenminste één van de leds Bulk, Absorption en Float brandt of knippert led Bulk is uit led Bulk knippert led Bulk brandt uit 0 3 6 knipper t 1 4 7 aan 2 5 8 uit knippert uit 9 12 15 knippert 10 13 16 aan 11 14 17 led Float aan led Absorption aa n uit knippert aan uit 18 21 24 knippert 19 22 25 aan 20 23 26 DE uit led Float led Absorption knipper t FR led Absorption led Float NL 4. 5. 6. ES Code Betekenis: Oorzaak / oplossing: 1 Het apparaat is uitgeschakeld, omdat één van de andere fases in het systeem is uitgeschakeld. Controleer de falende fase. 3 Niet alle of meer dan de verwachte apparaten zijn in het systeem gevonden. Het systeem is niet juist geconfigureerd. Configureer het systeem opnieuw. Storing in de communicatiekabel. Controleer de kabels en schakel alle apparatuur uit en daarna weer in. 4 Geen enkel ander apparaat gedetecteerd. Controleer de communicatiekabels. 5 Overspanning bij AC-uitgang. Controleer de AC-kabels. 10 Systeemtijdsynchronisatieprobleem opgetreden. Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden. Controleer de communicatiekabels. 14 Apparaat kan geen gegevens overdragen. Controleer de communicatiekabels (er zou kortsluiting kunnen zijn ontstaan). 17 Eén van de apparaten heeft de rol van ‘master’ op zich genomen, omdat de originele master heeft gefaald. Controleer de falende unit. Controleer de communicatiekabels. 18 Overspanning is opgetreden. Controleer de AC-kabels. 22 Dit apparaat kan als ‘slave’ fungeren. Dit apparaat is een verouderd en ongeschikt model. Het dient te worden vervangen. 24 Overschakelsysteembeveiliging gestart. 25 Firmware-incompatibiliteit. Eén van de aangesloten apparaten heeft een te oude firmware om met dit apparaat samen te werken. 26 Interne fout. SE led Bulk led Absorption led Float Dient niet op te treden. Schakel alle apparatuur uit en daarna weer in. Neem contact op met Victron Energy als het probleem blijft bestaan. 21 Appendix Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden. Schakel alle apparatuur uit en daarna weer in. Als het probleem opnieuw optreedt, controleer dan de installatie. Mogelijke oplossing: verhoog de ondergrens van de ACingangsspanning naar 210 VAC (fabrieksinstelling is 180 VAC) 1) Schakel alle apparatuur uit. 2) Schakel het apparaat dat deze storing aangeeft in. 3) Schakel alle andere apparaten één voor één in tot de storingsmelding weer optreedt. 4) Update de firmware in het laatste apparaat dat is ingeschakeld. 8. TECHNISCHE SPECIFICATIES Quattro 12/3000/120-50/50 230 V 24/3000/70-50/50 230 V PowerControl / PowerAssist Ja Geïntegreerde omschakelaar AC-ingangen (2x) 48/3000/35-50/50 230 V Ja Ingangsspanningsbereik: 187-265 VAC Ingangsfrequentie: 45 – 65Hz Maximum doorschakelstroom (A) AC-in-1: 50A AC-in-2: 50A Minimale PowerAssist-stroom (A) AC-in-1: 5,3A AC-in-2: 5,3A Vermogensfactor: 1 OMVORMER Ingangsspanningsbereik (V DC) 9,5 – 17 Uitgang (1) 19 – 33 Uitgangsspanning: 230 VAC ± 2% 38 – 66 Frequentie: 50 Hz ± 0,1% Cont. uitgangsvermogen bij 25°C (VA) (3) 3000 3000 3000 Continu uitgangsvermogen bij 25°C (W) 2400 2400 2400 Continu uitgangsvermogen bij 40°C (W) 2200 2200 2200 Continu uitgangsvermogen bij 65°C (W) 1700 1700 1700 Piekvermogen (W) 6000 6000 6000 Maximaal rendement (%) 93 94 95 Nullast (W) 20 20 25 Nullastvermogen in AES-modus (W) 15 15 20 Nullastvermogen in zoekmodus (W) 8 10 12 Laadspanning 'absorptielading' (V DC) 14,4 28,8 57,6 Laadspanning 'druppellading' (V DC) 13,8 27,6 55,2 Opslagmodus (V DC) 13,2 26,4 52,8 Laadstroom service-accu (A) (4) 120 70 35 LADER Laadstroom startaccu (A) 4 Accutemperatuursensor ja ALGEMEEN Extra AC-uitgang Max. Belasting: 25 A Schakelt uit als in omvormermodus Programmeerbaar relais (5) Ja Beveiligingen (2) Algemene kenmerken a-g Bedrijfstemp.: -40 tot +65°C (ventilatiekoeling) Vochtigheid (niet condenserend): max. 95% BEHUIZING Algemene kenmerken Accuaansluiting 230 V AC-aansluiting Gewicht (kg) Afmetingen (hxbxd in mm) Materiaal en kleur: aluminium (blauw RAL 5012) Beschermklasse: IP 21 Vier M8 bouten (2 positieve en 2 negatieve aansluitingen) Schroefklemmen 13 mm² (6 AWG) 19 362 x 258 x 218 NORMEN Veiligheid Emissie / immuniteit 1) Kan worden ingesteld op 60Hz en op 240V 2) Beveiligingen a. Kortsluiting uitgang b. Overbelasting c. Accuspanning te hoog d. Accuspanning te laag e. Temperatuur te hoog f. 230 VAC op omvormeruitgang g. Ingangsspanning met een te hoge 22 NEN-EN 60335-1, NEN-EN 60335-2-29 NEN-EN 55014-1, NEN-EN 55014-2, NEN-EN 61000-3-3 3) Niet-lineaire belasting, topfactor 3:1 4) Bij 25°C omgevingstemperatuur 5) Programmeerbaar relais dat kan worden ingesteld op een algemeen alarm, DC-onderspanning of start/stop-functie aggregaat Nominale AC-waarde: 230V/4A APPENDIX A: ANNEXE A : ANHANG A: APÉNDICE A: APPENDIX A: Connection overview Vue d’ensemble des connections Übersicht Anschlüsse Conexiones generales Anslutningsöversikt EN: A B C D E F G H I J K L M N AC input (generator input) AC-in-1. Left to right: GROUND (earth), L (phase), N (neutral). 2x RJ45 connector for remote panel and/or parallel and 3-phase operation. AC output AC-out-1. Left to right: L (phase), N (neutral), GROUND (earth). AC output AC-out-2. Left to right: L (phase), N (neutral). Terminals for: (left to right) Temperature sensor Aux input 1 Aux input 2 GND-relay Starter battery plus + (starter battery minus must be connected to service battery minus) Programmable relay contacts K1 Programmable relay contacts K2 Voltage sense Double M8 battery minus connection. Double M8 battery positive connection. Connector for remote switch: Short left and middle terminal to switch “on”. Short right and middle terminal to switch to “charger only”. Alarm contact: (left to right) NC, NO, COM. AC input (shore/grid supply) AC-in-2. Left to right: L (phase), N (neutral), GROUND (earth). Pushbuttons for set-up mode Primary ground connection (PE). DIP switches for set-up mode. Slide switches, factory setting SW1= right position, SW2 = right position. SW1: No application. To be used for future features. SW2: INT(R) = internal GND relay selected, EXT(L) = external GND relay selected (to connect ext GND relay: see E). NL: A B C D E F G H I J K L M N Wisselspanning ingang (generator) AC-in-1. Van links naar rechts: GROUND (aarde), L (fase), N (nul). 2x RJ45 connector voor afstandbedieningspaneel en/of parallel and 3-fase bedrijf. Wisselspanning uitgang AC-out-1. Van links naar rechts: L (fase), N (nul), GROUND (aarde). Wisselspanning uitgang AC-out-2. Van links naar rechts: L (fase), N (nul). Aansluitklemmen voor: (van links naar rechts) Temperature sensor Aux ingang 1 Aux ingang 2 GND-relais Start accu plus + (de min van start accu moet vebonden zijn met de min van de service accu) Relais contacten K1 Relais contacten K2 Voltage sense Dubbele M8 accu min aansluiting. Dubbele M8 accu plus aansluiting. Aansluitklemmen voor afstandbedieningsschakelaar. Verbind de linker klem en de middelste klem om de Quattro aan te schakelen. Verbind de rechter klem en de middelste klem voor ‘alleen laden’. Alarm contact: (van links naar rechts) NC, NO, COM. Wisselspanning ingang (walstroom/netspanning) AC-in-2. Van links naar rechts: L (fase), N (nul), GROUND (aarde). Drukknoppen om de instellingen in het micropressor geheugen op te slaan. Primaire aarde M8. Instel DIP switches. Schuifschakelaars, fabrieksinstelling: SW1= rechter stand, SW2 = rechter stand SW1: Niet in gebruik. Toepasbaar in de toekomst. SW2: INT(naar rechts) = intern GND-relais geselecteerd, EXT(naar links) = extern GND-relais geselecteeerd (relais aan te sluiten via klemmen, zie E). APPENDIX B: ANNEXE B : ANHANG B: APÉNDICE B: APPENDIX B: Block diagram Schéma bloc Blockschaltbild Diagrama de bloques Blockdiagram * See table in Chapter 4.2 “Recommended DC fuse”. * Zie de tabel in Hst 4.2 “Aanbevolen DC zekering” * Voir le tableau du Chapitre 4.2 « Fusible CC recommandé ». * Ver tabla en Capítulo 4.2 “Fusible CC recomendado”. * Se tabellen i avsnitt 4.2 "rekommenderad DC-säkring".
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162

Victron energy Quattro 3k 50-50A 230V (firmware xxxx4xx) de handleiding

Type
de handleiding