Sony HVL-MT24AM de handleiding

Categorie
Camera knippert
Type
de handleiding
10
Example of storage
Adaptor ring ø49mm/ø55mm
Holder
Wide panel
Cord reel
Diuser
Arm
Case
Twin ash unit
2
Nederlands
Voordat u het product gebruikt, moet u deze gebruiksaanwijzing aandachtig
doorlezen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze later als
referentiemateriaal nodig hebt.
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of elektrische schokken te verkleinen, mag het apparaat
niet worden blootgesteld aan regen of vocht..
Plak de contacten van een lithiumbatterij af met plakband om kortsluiting te
voorkomen wanneer u de batterij weggooit. Houd u aan de plaatselijke regels voor
het wegwerpen van batterijen.
Houd batterijen en andere voorwerpen die ingeslikt kunnen worden uit de buurt
van jonge kinderen. Raadpleeg onmiddellijk een arts als een voorwerp per ongeluk
wordt ingeslikt.
Verwijder de batterijen onmiddellijk en gebruik het apparaat niet meer als...
h
et product is gevallen of blootgesteld aan een schok waarbij het inwendige
zichtbaar is geworden.
h
et product een vreemde geur, hitte of rook afgee.
Demonteer het apparaat niet. U kunt een elektrische schok krijgen wanneer u in
het product een circuit met een hoog voltage aanraakt.
Stel de batterijen niet bloot aan overmatige hitte zoals zonlicht, vuur en dergelijke.
3
Voor klanten in Europa
Verwijdering van oude elektrische en elektronische
apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit
product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het
moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat
dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u
voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen
voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling
van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen.
Voor meer details in verband met het recyclen van dit product,
neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of
de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
< Kennisgeving voor klanten in de landen waar EU-richtlijnen van
toepassing zijn >
De fabrikant van dit product is Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku
Tokyo, 108-0075 Japan. De geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en
productveiligheid is Sony Deutschland GmbH, Hedelnger Strasse 61, 70327
Stuttgart, Duitsland. Voor kwesties met betrekking tot service of garantie kunt u
het adres in de afzonderlijke service- en garantiedocumenten gebruiken.
Handelsmerk
is een handelsmerk van Sony Corporation.
4
Inhoudsopgave
Kenmerken .................................... 5
Onderdelen .................................... 6
Voorbereidingen
Batterijen plaatsen ...................... 10
De macroitser-controller
bevestigen en verwijderen ......... 12
De macroduoitser bevestigen
....................................................... 13
Automatische in/
uitschakelfunctie (ON/OFF) ..... 20
Basishandelingen
Basisitsmodi
(A-modus/M-modus) ................ 21
Programma automatisch itsen
(basishandelingen) ..................... 29
Uitgebreide functies
Handmatig itsen (M) ............... 31
Testits ......................................... 39
Modelleerits .............................. 40
Groothoekadapter ...................... 41
Diuser ........................................ 43
Aangepaste instellingen ............. 47
Aanvullende informatie
Voorbeelden van macroduoitser-
fotograe ...................................... 50
Graek diafragmabereik ............ 53
Compatibiliteit met andere
producten .................................... 55
Opmerkingen bij het gebruik .... 56
Onderhoud .................................. 57
Technische gegevens .................. 58
5
Voor gebruik
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie.
Deze itser is niet waterdicht, spatbestendig of stofbestendig.
Plaats deze itser niet op de volgende locaties
Plaats dit apparaat niet op de volgende locaties, ongeacht of het apparaat wordt
gebruikt of wordt opgeborgen. Hierdoor kan een storing optreden.
A
ls u deze itser neerzet op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan direct
zonlicht, zoals op het dashboard, of in de buurt van de verwarming, kan het
apparaat vervormen of defect raken.
Plaatsen waar sterke trillingen optreden
P
laatsen met een sterk elektromagnetisch veld
P
laatsen met veel zand
Bescherm het apparaat tegen zand en stof op plaatsen zoals het strand of
gebieden waar veel zand is of waar stofwolken kunnen ontstaan.
Hierdoor kan een storing optreden.
Kenmerken
De macroduoitser biedt exibele belichting voor macrofotograe in de natuur. De
itser is ideaal voor close-upfotograe van bloemen, insecten, kleine voorwerpen,
enzovoort.
D
e vrijheid om de bevestigingspositie en de hoek van de itsbuis te wijzigen
maakt expressievere fotograe mogelijk.
H
et gebruik van op twee lengten instelbare armen tussen de twee itseenheden
en houders maakt het mogelijk de belichting te wijzigen voor close-upfotograe
met hoge vergroting.
Met de bijgeleverde diuser wordt een zachtere belichting bereikt.
D
e bijgeleverde groothoekadapter vergroot de itsdekking tot een
brandpuntsafstand van 24 mm.
D
e functie modelleeritsen is beschikbaar om schaduwen op het onderwerp te
controleren voordat fotos worden gemaakt.
6
Onderdelen
Macroitser-controller
* Niet rechtstreeks aanraken.
Draaiknop handmatige
itserregeling (duoitser
B) (32)
Draaiknop handmatige
itserregeling (duoitser A) (32)
Bevestigingspunten
haspel (17)
Aansluiting
duoitsersnoer
(duoitser B) (14) *
Ontgrendelknop
duoitsersnoer (15)
Aansluiting
duoitsersnoer
(duoitser A) (14) *
Ontgrendelknop
itsvoet (12)
Flitsvoet
Bedieningspaneel
(7)
Deksel
batterijhouder (10)
7
Bedieningspaneel
Lampje duoitser B (23)
Lampje itser ON (20)
Lampje duoitser A (23)
Lampje TTL (31)
Lampje M (handmatige
itserregeling) (31)
Lampje
testitsen (39)
Lampje
modelleeritsen
(40)
Lampje itser OFF
(20)
Lampje AUTO (30)
Lampje itser gereed
(24)
Knop itser ON/OFF (20)
Knop A-B (selectieknop
duoitser A-B) (23)
Batterijlampje
(11)
Knop TTL/M/Test
(knop itsmodus
TTL/M/testitsen/
modelleeritsen) (31)
Knop TEST (knop
testitsen/
modelleeritsen) (39, 40)
Lampje CUSTOM
(49)
8
Macroduoitser
Duoitsereenheid*
Flitsbuis
Aansluitsnoer
Stekker
Houder (13)
Schoen
Ontgrendelnokjes
Bevestiging
Arm* (16)
Schoen
Basis
Adapterring (13)
ø49mm, ø55mm
Diuser* (43) Groothoekadapter*
(41)
Snoerhaspel* (17)
* Twee bijgeleverd
9
Opbergen (voorbeeld)
Adapterring ø49mm/ø55mm
Houder
Groothoekadapter
Snoerhaspel
Diuser
Arm
Draagtas
Duoitsereenheid
10
Batterijen plaatsen
De HVL-MT24AM kan worden gebruikt op:
* Batterijen niet bijgeleverd.
V
ier alkalinebatterijen (AA-formaat)
V
ier lithiumbatterijen (AA-formaat)
V
ier oplaadbare Ni-MH-batterijen (nikkelmetaalhydride) (AA-formaat)
Zorg ervoor dat oplaadbare Ni-MH-batterijen altijd worden opgeladen in de
aangegeven oplader.
1 Open het deksel van de batterijhouder, zoals in de
afbeelding wordt weergegeven.
2 Plaats de batterijen in de batterijhouder, zoals in de
afbeelding wordt weergegeven.
3 Sluit het deksel van de batterijhouder.
Volg de stappen voor het openen van het deksel van de batterijhouder in
omgekeerde volgorde.
H
et lampje op het bedieningspaneel gaat branden. Als dit niet het geval is, drukt
u op de knop itser ON/OFF.
11
Voorbereidingen
Batterijen controleren
Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, gaat het lampje op het bedieningspaneel
branden of knipperen.
Lampje aan
U kunt het beste de batterijen
vervangen. De itser kan in deze
toestand nog steeds worden gebruikt
als
(lampje itser gereed) op de
achterkant van het apparaat brandt.
Alleen het lampje knippert
Flitser kan niet worden gebruikt.
Plaats nieuwe batterijen.
A
ls er niets gaat branden wanneer op de knop itser ON/OFF van de
macroitser-controller wordt gedrukt, controleert u of de batterijen correct zijn
geplaatst.
12
De macroitser-controller bevestigen
en verwijderen
De macroitser-controller aan de camera
bevestigen
Schuif de itsvoet stevig en zo ver mogelijk in de schoen op de
camera.
De macroitser-controller wordt automatisch vergrendeld.
A
ls de ingebouwde itser van de camera is uitgeklapt, klapt u deze in voordat u
de macroitser-controller bevestigt.
De macroitser-controller van de camera
verwijderen
Houd de ontgrendelknop van de itsvoet , ingedrukt en
verwijder de macroitser-controller .
1
2
13
Voorbereidingen
Wordt vervolgd op de volgende pagina
De macroduoitser bevestigen
1 Schroef de juiste adapterring rechtsom op het objectief.
Er worden twee adapters bijgeleverd, een met een diameter van 49 mm en een
met een diameter van 55 mm.
2 Terwijl u de nokjes aan weerskanten van de houder
ingedrukt houdt, plaatst u de houder over de adapter.
Vervolgens laat u de nokjes los.
14
3 Verwijder de beschermkapjes van de aansluitingen van de
macroitser-controller.
Berg de kapjes op in de draagtas om te voorkomen dat ze zoekraken.
P
laats de kapjes na gebruik weer terug.
4 Plaats de duoitsereenheid in de schoen van een van de
houders.
Gebruik van een arm is eveneens mogelijk (p. 16).
5 Steek de stekker van de duoitsereenheid in de
aansluiting voor het duoitsersnoer op de macroitser-
controller.
15
Voorbereidingen
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Wanneer u de stekker wilt verwijderen, drukt u op
de ontgrendelknop voor het duoitsersnoer op de
macroitser-controller en trekt u de stekker recht uit de
aansluiting.
Verwijder de stekker niet door aan het aansluitsnoer te trekken.
6 Pas de posities van de itsbuizen desgewenst aan.
Beide itsbuizen van de duoitsereenheid kunnen aan elk van de vier
schoenen van de houder worden bevestigd.
B
eide itsbuizen van de duoitsereenheid kunnen worden gekanteld.
De houder kan worden gedraaid. Druk de ontgrendelnokjes in bij het
verwijderen of draaien van de houder.
16
De arm bevestigen
U kunt een arm gebruiken om de itsereenheid verder weg van het objectief te
positioneren.
1 Bevestig de arm door de basis in een van de vier schoenen
op de houder te schuiven.
2 Bevestig de itsbuis van de duoitsereenheid aan de
schoen van de arm.
3 Stel de arm in op een van de twee mogelijke lengten.
17
Voorbereidingen
Wordt vervolgd op de volgende pagina
4 Wanneer u de hoek wilt instellen op 60°, houdt u beide
einden van de arm vast en beweegt u de arm zodat deze
twee keer vastklikt.
De hoek van de arm kan op twee posities worden ingesteld, op 60° of op 90°.
H
oewel de arm voorbij de posities voor 60° en 90° kan worden bewogen om
breuk te voorkomen, mag u de arm alleen in deze twee posities gebruiken.
Tevens mag u twee armen niet aan elkaar bevestigen. Doet u dit toch, dan
kunnen de armen worden beschadigd.
60° positie 90° positie
Informatie over het gebruik van de
snoerhaspel
De snoerhaspel kan aan de zijkant van de macroitser-controller worden bevestigd
om loshangend aansluitsnoer van de duoitsereenheid op te wikkelen.
De snoerhaspel aan de macroitser-
controller bevestigen
Zoals in de afbeelding wordt weergegeven, stelt u eerst vast
wat de boven-en onderkant van de snoerhaspel ziji.
Vervolgens bevestigt u eerst de bovenkant en
daarna de onderkant van de snoerhaspel aan de
haspelbevestigingspunten aan de zijkant van de macroitser-
controller.
18
Voorbeeld van het opwikkelen van het aansluitsnoer
Zet het loshangende aansluitsnoer vast door het op de haspel te wikkelen en de
inkepingen in de rand te gebruiken, zoals in de aeelding wordt weergegeven.
De snoerhaspel verwijderen
Trek de onderkant van de snoerhaspel los van de macroitser-
controller en verwijder de snoerhaspel.
19
Voorbereidingen
Door de groothoekadapter aan de itsbuis te bevestigen, wordt de hoek van de
itsdekking vergroot (p. 41).
Bevestig de diuser aan de itsbuis om slagschaduwen te verzachten. Gebruik
de diuser altijd in combinatie met een arm (p. 43).
Zorg ervoor dat de itsbuis op het onderwerp is gericht. Voorkom dat het snoer
voor de itsbuis of het objectief hangt.
Z
ie pagina 50 voor fotograsche voorbeelden.
A
ls een arm wordt gebruikt bij het maken van extreme close-ups met een 50mm
F2.8 Macro-objectief, wordt het onderwerp wellicht niet voldoende belicht
(p. 52).
20
Automatische in-/uitschakelfunctie
(ON/OFF)
Druk op de knop itser ON/OFF op de achterkant van de
macroitser-controller.
De voeding van de macroitser-controller wordt ingeschakeld.
Wanneer de macroitser-controller wordt
ingeschakeld, gaat het lampje itser ON op het
bedieningspaneel branden.
Als u op de knop itser ON/OFF drukt terwijl de
macroitser-controller is ingeschakeld, wordt de
macroitser-controller uitgeschakeld en gaat het
lampje itser OFF branden.
H
et lampje itser OFF gaat na ongeveer 10
seconden uit.
Automatisch uitschakelen
Als de camera of macroitser-controller gedurende vier minuten niet wordt
gebruikt, wordt de voeding uitgeschakeld en verdwijnen de aanduidingen
automatisch om de batterijen te sparen.
U k
unt de automatische uitschakelfunctie uitschakelen of de tijd voor
automatisch uitschakelen wijzigen met de aangepaste instellingen (p. 47).
21
Basishandelingen
Basisitsmodi (A-modus/M-modus)
De belichtingsmodus van de camera moet worden ingesteld op de A-modus*
1
(diafragma-instelling), of de M-modus*
2
(handmatig).
Bij algemene close-upfotograe is de scherptediepte*
3
noodgedwongen vrij
klein, waardoor bij het fotograferen een kleiner diafragma is vereist. Daarom
verdient het aanbeveling de A- of M-modus te selecteren, waarbij u het
diafragma kunt selecteren.
Tevens wordt het gebruik van een macro-objectief aanbevolen.
In dit gedeelte wordt de basisprocedure beschreven voor itsen in de A- of M-
modus met TTL-meting (lampje TTL aan).
Bij de instructies op de volgende pagina wordt verondersteld dat u een van de
volgende camera's en macro-objectieven gebruikt.
Camera:
Een camera met A-modus (diafragma-instelling), of M-modus (handmatig).
Objectief: 50mm F2.8 Macro
100mm F2.8 Macro
Als u fotografeert in de P-modus, leest u pagina 29. Als u een ander objectief
gebruikt, raadpleegt u de graek voor het diafragmabereik op pagina 53.
*
1
A-modus: In de A-modus selecteert u zelf het diafragma en stelt de
camera automatisch de vereiste sluitertijd in voor een juiste
belichting.
*
2
M-modus: U kunt zowel het diafragma als de sluitertijd instellen.
U kunt een sluitertijd selecteren die langer is dan de
synchronisatiesnelheid van de camera.
*
3
Scherptediepte: Het bereik achter en voor het onderwerp dat scherp in beeld
wordt gebracht. Bij close-upfotograe is dit bereik kleiner en is
het onscherpe bereik groter.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
22
1 Zet de POWER-schakelaar van de camera op ON en
selecteer de A- of M-modus.
2 Druk op de knop itser ON/OFF om het lampje itser ON
op het bedieningspaneel in te schakelen.
3 Stel scherp op het onderwerp en controleer de
vergrotingsfactor.
U kunt de vergrotingsfactor controleren met de vergrotingsschaal op het
objectief. (De plaats van de vergrotingsschaal is aankelijk van het objectief.)
4 Wanneer u de M-modus gebruikt, selecteert u een
sluitertijd.
U kunt geen sluitertijd selecteren die korter is dan de synchronisatiesnelheid
van de camera.
5 Selecteer het diafragma.
Zie pagina 25 tot en met 28 om de juiste diafragmawaarde op te zoeken.
23
Basishandelingen
6 Selecteer de itser.
Druk op knop A-B op de achterkant van de macroitser-controller om het
lampje van duoitser A, het lampje van de duoitser B of beide lampjes van
de duoitsers in te schakelen. (De lampjes die branden, geven aan welke itser
afgaat.)
Gezien vanaf de achterkant (bedieningspaneel) is itser A aangesloten op de
linkeraansluiting en itser B op de rechteraansluiting.
Z
ie pagina 50 tot 52 voor het eect van het selecteren van de itser.
Flitser A
Flitser B
Wordt vervolgd op de volgende pagina
24
7 Wanneer de macroitser-controller is opgeladen, drukt u
op de sluiterknop om een foto te maken.
De macroitser-controller is opgeladen wanneer het lampje itser gereed op
het bedieningspaneel van de macroitser-controller en de aanduiding
in de
beeldzoeker van de camera allebei branden.
Wanneer de juiste belichting voor de zojuist genomen foto is verkregen,
knippert het lampje itser gereed
.
De foto is onderbelicht als deze wordt genomen voordat het opladen is voltooid.
U k
unt het beste een statief of een afstandsbediening gebruiken om trillen van
de camera te voorkomen.
V
oor de beste resultaten met de macroitsereenheden houdt u een afstand aan
van camera tot onderwerp van minder dan 0,5 m en een vergrotingsfactor van
meer dan 0,15 x (groter dan 1:7).
Schakel de macroitser-controller altijd uit als de duoitsereenheid niet is
aangesloten. Als de duoitsereenheid niet is bevestigd, maar de controller is wel
ingeschakeld, is de itssynchronisatie van de camera actief. Als gevolg daarvan
zal de omgeving niet juist worden belicht.
D
e AF-verlichting van de camera wordt afgedekt door de adapterring of de
duoitsereenheid en kan niet worden gebruikt om scherp te stellen.
25
Basishandelingen
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Diafragma,s selecteren bij TTL-itsen
De volgende tabellen bevatten waarden voor het gebruik van ISO 100 zonder
de groothoekadapter of diuser. Voor andere ISO-waarden of als u de
groothoekadapter of diuser gebruikt, past u de diafragma-instellingen aan
volgens de tabellen op pagina 27.
D
e in de tabellen vermelde diafragmabereiken zijn berekende waarden. Het
gebruikte objectief hee echter een eigen bruikbaar diafragmabereik.
V
oorbeeld: U gebruikt een 50mm F2.8 Macro-objectief met ISO
100, beide duoitsereenheden zonder arm en een
vergrotingsfactor van 1:1
H
et bereik van acceptabele diafragma's wordt berekend als
lopend van f/4 tot f/90 (zie de volgende tabel).
Het diafragmabereik van het objectief is echter f/2,8 tot f/32.
Dus met dit objectief loopt het werkelijk mogelijke bereik van
f/4 tot f/32.
D
e volgende tabellen bevatten gegevens voor bepaalde objectieven
en vergrotingsfactoren. Zie pagina 53 voor andere objectieven en
vergrotingsfactoren.
26
50mm F2.8 Macro (diafragmabereik van het objectief: f/2,8 - f/32)
Vergrotingsfactor
1:1 1:1.5 1:2 1:3 1:4
Zonder arm
4 ~ 90
2,8 ~ 64
5,6 ~ 128
4 ~ 90
8 ~ 180
5,6 ~ 128
5,6 ~ 128
4 ~ 90
4,5 ~ 108
3,5 ~ 76
Arm (kort),
60° positie
2,4 ~ 54
1,7 ~ 38
2,8 ~ 64
2 ~ 45
4 ~ 90
2,8 ~ 64
4 ~ 90
2,8 ~ 64
4,5 ~ 108
3,5 ~ 76
Arm (lang),
90° positie
1,4 ~ 32
1 ~ 22
1,4 ~ 32
1 ~ 22
2 ~ 45
1,4 ~ 32
2,4 ~ 54
1,7 ~ 38
2,8 ~ 64
2 ~ 45
Bovenste set getallen geldt voor twee duoitsereenheden.
Onderste set getallen geldt voor één duoitsereenheid.
100mm F2.8 Macro (diafragmabereik van het objectief: f/2,8 - f/32)
Vergrotingsfactor
1:1 1:1.5 1:2 1:3
Zonder arm
3,5 ~ 76
2,4 ~ 54
3,5 ~ 76
2,4 ~ 54
2,8 ~ 64
2 ~ 45
2,4 ~ 54
1,7 ~ 38
Arm (kort),
60° positie
2 ~ 45
1,4 ~ 32
2,8 ~ 64
2 ~ 45
2,8 ~ 64
2 ~ 45
2,8 ~ 64
2 ~ 45
Arm (lang),
90° positie
1,2 ~ 27
0,85 ~ 19
1,7 ~ 38
1,2 ~ 27
2 ~ 45
1,4 ~ 32
2 ~ 45
1,4 ~ 32
Bovenste set getallen geldt voor twee duoitsereenheden.
Onderste set getallen geldt voor één duoitsereenheid.
27
Basishandelingen
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Bij gebruik van een andere waarde dan ISO 100 of bij gebruik
van de groothoekadapter of diuser
Op de voorgaande tabellen moet een aanpassing worden toegepast.
Zonder groothoekadapter
of diuser
(Aanpassing belichting)
Met groothoekadapter
(Aanpassing belichting)
Met diuser
(Aanpassing belichting)
ISO 25 +2 stop +3,5 stop +4,5 stop
ISO 50 +1 stop +2,5 stop +3,5 stop
ISO 100 Geen wijziging +1,5 stop +2,5 stop
ISO 200 –1 stop +0,5 stop +1,5 stop
ISO 400 –2 stop –0,5 stop +0,5 stop
ISO 800 –3 stop –1,5 stop –0,5 stop
ISO 1600 –4 stop –2,5 stop –1,5 stop
f/stopschaal
een hele
stop
een halve stop
Minder belichting Meer belichting
Werken met de f/stopschaal
Bij de f/stopschaal links is een verplaatsing
van één stap verticaal gelijk aan één hele
f/stop meer of minder. Een verplaatsing
van één stap diagonaal is gelijk aan één
halve f/stop meer of minder.
De halve stop is de basis voor het instellen
van het diafragma in deze stap.
Wanneer u met een camera met 0,3-
stopinstellingen werkt, past u het diafragma
aan met de waarde die zo dicht mogelijk
ligt bij de waarde in de bovenstaande
tabel en gebruikt u het diafragma dat de
f/stopschaal benadert. Voor nauwkeurige
fotograe wordt bracketing aangeraden.
Voorbeeld:
Wanneer u met f/8 als uitgangspunt
de belichting vermindert met een hele
stop, krijgt u f/11.
Als u de belichting vermeerdert met
een halve stop, krijgt u f/6,7.
28
Het diafragma selecteren bij gebruik van een andere waarde
dan ISO 100 of bij gebruik van de groothoekadapter of
diuser
1 Stel met behulp van de tabel op pagina 26 het berekende acceptabele
diafragmabereik vast voor dezelfde conditie met ISO 100.
2
Stel met de tabel op pagina 27 de aanvullende aanpassing vast voor een
andere waarde dan ISO 100 of voor gebruik van de groothoekadapter of
diuser.
3 Controleer het met stap 1 en 2 berekende diafragmabereik met de
f/stopschaal.
4
Pas het resultaat van stap 3 toe op het werkelijke diafragmabereik
voor het gebruikte objectief en selecteer het bruikbare bereik om tot
bevredigende gewenste resultaten te komen.
Voorbeeld: U gebruikt een 50mm F2.8 Macro-objectief, beide duoitser-
eenheden, geen armen, een vergrotingsfactor van 1:2 en ISO
200
1
Stel het berekende acceptabele diafragmabereik vast voor het gebruik van
een 50mm F2.8 Macro-objectief, twee duoitsereenheden, geen armen,
vergrotingsfactor 1:2 en ISO 100.
f/8 - f/180 (zie de tabel op pagina 26)
2
Stel de aanvullende aanpassing vast voor ISO 200 en diuser met de tabel op
pagina 27.
Vergroot het diafragma met +1,5 stops (zie de tabel op pagina 27).
3 De uitkomst van het vergroten van het diafragma met +1,5 stop vanaf f/8 is
gelijk aan f/4,5. Vanaf f/180 levert een vergroting van +1,5 stop het resultaat
f/108 op.
4 Het werkelijke diafragmabereik van een 50mm F2.8 Macro-objectief is f/2,8
- f/32, dus de bovengrens van het aangepaste bereik f/4,5 - f/108, dus f/108,
valt buiten het bereik dat kan worden ingesteld. Het bruikbare bereik voor
bevredigende resultaten is daarom f/4,5 - f/32.
29
Basishandelingen
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Programma automatisch itsen
(basishandelingen)
De procedure voor de P-modus, inclusief de selectie van het
onderwerpprogramma, is dezelfde als voor de A- of M-modus. Bij de P-modus
wordt het diafragma echter automatisch ingesteld.
1 Zet de POWER-schakelaar van de camera op ON en
selecteer de P-modus.
2 Druk op de knop itser ON/OFF om het lampje itser ON
op het bedieningspaneel in te schakelen.
3
Stel scherp op het onderwerp en controleer de vergrotingsfactor.
4 Selecteer de itser.
5 Wanneer de macroitser-controller is opgeladen, drukt u
op de sluiterknop om een foto te maken.
30
Bij bepaalde camera's wordt in de P-modus automatisch geitst. In dat geval gaat
het lampje AUTO op de macroitsereenheid branden en gaat de itser mogelijk
niet af als de omgeving helder is verlicht.
Het itsprogramma van de P-modus is ontworpen voor algemene onderwerpen,
niet voor macro-onderwerpen. Bij het maken van macrofotos kan de
scherptediepte zeer klein zijn. Als het door de camera geselecteerde diafragma
buiten het aanvaardbare bereik valt, kan de juiste belichting niet worden
verkregen (p. 25 - 28).
31
Uitgebreide functies
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Handmatig itsen (M)
De normale TTL-itsmeting (rough e Lens = door het objectief) past de
itsintensiteit automatisch aan om de juiste belichting van het onderwerp te
verkrijgen. Handmatig itsen betekent een vaste itsintensiteit, ongeacht de
helderheid van het onderwerp en de camera-instelling.
I
n de handmatige itsmodus wordt de maximale itsintensiteit bereikt
wanneer de handmatige itserregeling wordt ingesteld op 1/1. Elke stap van het
itsintensiteit komt overeen met één diafragmastop. De instelling met één stap
wijzigen, bijvoorbeeld van 1/1 naar 1/2, staat gelijk aan het diafragma verkleinen
met één stop, bijvoorbeeld van f/4 naar f/5,6.
H
andmatig itsen kan alleen worden gebruikt wanneer op de camera de M-
modus is ingesteld. In andere modi wordt TTL-meting automatisch geselecteerd.
Om
dat bij handmatig itsen het reectievermogen van het onderwerp geen
invloed hee, is deze optie handig bij onderwerpen met een extreem hoog of
laag reectievermogen.
TTL-itsmeting Meting handmatig itsen
1 Selecteer de M-modus op de camera.
2 Druk op de knop TTL/M/Test zodat het lampje M
(handmatige itserregeling) gaat branden.
De modi verschijnen in deze volgorde: (Testitsen (p. 39), Modelleeritsen
(p. 40))
32
TTL-itsen
Testitsen
Handmatig itsen
Testitsen
TTL-itsen
Modelleeritsen
Handmatig itsen
Modelleeritsen
3 Selecteer de sluitertijd en het diafragma (p. 33 - 38).
4 Draai de betreende knop voor handmatige itserregeling
en selecteer de gewenste itsintensiteit (p. 33 - 38).
Gezien vanaf de achterkant (bedieningspaneel) bevindt de draaiknop voor
handmatige itserregeling van duoitser A zich links en bevindt die voor
duoitser B zich rechts. U kunt elke gewenste itsintensiteit instellen op de
bovenste schaal van 1/1 tot 1/64.
Flitser A Flitser B
Wanneer de juiste belichting is verkregen, knippert in de handmatige
itsmodus het lampje itser gereed
niet op het bedieningspaneel nadat
een foto is gemaakt.
B
ij het gebruik van aangepaste functies kan handmatig itsen mogelijk
worden geselecteerd zonder de M-modus in te stellen op de camera. De
stapgrootte voor de draaiknoppen voor handmatige itserregeling kan
worden gewijzigd van hele stops in halve stops (p. 47).
33
Uitgebreide functies
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Diafragma,s en itsintensiteit selecteren voor
handmatig itsen
De volgende tabellen bevatten de waarden voor gebruik van ISO 100
zonder groothoekadapter of diuser. Voor andere ISO-waarden of als u de
groothoekadapter of diuser gebruikt, past u de diafragma-instellingen aan
volgens de tabel op pagina 37. Wanneer u beide duoitsereenheden gebruikt,
wordt in de gegevens verondersteld dat de itsintensiteit van beide itsers gelijk
is. Zie pagina 36 als de itsereenheden op een verschillende itsintensiteit zijn
ingesteld.
D
e in de tabellen vermelde diafragmawaarden zijn berekende waarden. Het
gebruikte objectief hee echter een eigen bruikbaar diafragmabereik.
Voorbeeld:U gebruikt een 50mm F2.8 Macro-objectief met ISO 100,
beide duoitsereenheden zonder arm, itsintensiteit 1/1 en
vergrotingsfactor 1:1
H
et berekende diafragma is f/90 (zie de volgende tabel).
Het kleinst bereikbare diafragma met dit objectief is echter f/32.
Daarom zal het beeld worden overbelicht als u de itsintensiteit
instelt op 1/1.
Stelt u de itsintensiteit echter in op 1/8, dan bereikt u met f/32
een juiste belichting.
De volgende tabellen geven de diafragmawaarden weer waarbij de juiste
belichting van het verlichte gebied wordt verkregen. De werkelijke belichting
kan afwijken aankelijk van de vorm en positie van het onderwerp (p. 52). U
kunt het beste testfoto's maken of bracketing toepassen, met name wanneer het
onderwerp van opzij of van achter wordt belicht.
De volgende tabellen bevatten gegevens voor bepaalde objectieven
en vergrotingsfactoren. Zie pagina 54 voor andere objectieven en
vergrotingsfactoren.
34
50mm F2.8 Macro (diafragmabereik van het objectief: f/2,8 f/32)
Vergrotingsfactor
1:1 1:1.5 1:2 1:3 1:4
Flitsintensiteit
Zonder
arm
1/1 90 (64) 128 (90) 180 (128) 128 (90) 108 (76)
1/2 64 (45) 90 (64) 128 (90) 90 (64) 76 (54)
1/4 45 (32) 64 (45) 90 (64) 64 (45) 54 (38)
1/8 32 (22) 45 (32) 64 (45) 45 (32) 38 (27)
1/16 22 (16) 32 (22) 45 (32) 32 (22) 27 (19)
1/32 16 (11) 22 (16) 32 (22) 22 (16) 19 (13)
1/64 11 (8) 16 (11) 22 (16) 16 (11) 13 (9,5)
Arm
(kort),
60°
positie
1/1 54 (38) 64 (45) 90 (64) 90 (64) 108 (76)
1/2 38 (27) 45 (32) 64 (45) 64 (45) 76 (54)
1/4 27 (19) 32 (22) 45 (32) 45 (32) 54 (38)
1/8 19 (13) 22 (16) 32 (22) 32 (22) 38 (27)
1/16 13 (9,5) 16 (11) 22 (16) 22 (16) 27 (19)
1/32 9,5 (6,7) 11 (8) 16 (11) 16 (11) 19 (13)
1/64 6,7 (4,5) 8 (5,6) 11 (8) 11 (8) 13 (9,5)
Arm
(lang),
90°
positie
1/1 32 (22) 32 (22) 45 (32) 54 (38) 64 (45)
1/2 22 (16) 22 (16) 32 (22) 38 (27) 45 (32)
1/4 16 (11) 16 (11) 22 (16) 27 (19) 32 (22)
1/8 11 (8) 11 (8) 16 (11) 19 (13) 22 (16)
1/16 8 (5,6) 8 (5,6) 11 (8) 13 (9,5) 16 (11)
1/32 5,6 (4) 5,6 (4) 8 (5,6) 9,5 (6,7) 11 (8)
1/64 4 (2,8) 4 (2,8) 5,6 (4) 6,7 (4,5) 8 (5,6)
Gebruik de diafragmawaarden tussen haakjes ( ) wanneer u slechts één
duoitsereenheid gebruikt.
35
Uitgebreide functies
100mm F2.8 Macro (diafragmabereik van het objectief: f/2,8 f/32)
Vergrotingsfactor
1:1 1:1.5 1:2 1:3
Flitsintensiteit
Zonder
arm
1/1 76 (54) 76 (54) 64 (45) 54 (38)
1/2 54 (38) 54 (38) 45 (32) 38 (27)
1/4 38 (27) 38 (27) 32 (22) 27 (19)
1/8 27 (19) 27 (19) 22 (16) 19 (13)
1/16 19 (13) 19 (13) 16 (11) 13 (9,5)
1/32 13 (9,5) 13 (9,5) 11 (8) 9,5 (6,7)
1/64 9,5 (6,7) 9,5 (6,7) 8 (5,6) 6,7 (4,5)
Arm
(kort),
60°
positie
1/1 45 (32) 64 (45) 64 (45) 64 (45)
1/2 32 (22) 45 (32) 45 (32) 45 (32)
1/4 22 (16) 32 (22) 32 (22) 32 (22)
1/8 16 (11) 22 (16) 22 (16) 22 (16)
1/16 11 (8) 16 (11) 16 (11) 16 (11)
1/32 8 (5,6) 11 (8) 11 (8) 11 (8)
1/64 5,6 (4) 8 (5,6) 8 (5,6) 8 (5,6)
Arm
(lang),
90°
positie
1/1 27 (19) 38 (27) 45 (32) 45 (32)
1/2 19 (13) 27 (19) 32 (22) 32 (22)
1/4 13 (9,5) 19 (13) 22 (16) 22 (16)
1/8 9,5 (6,7) 13 (9,5) 16 (11) 16 (11)
1/16 6,7 (4,5) 9,5 (6,7) 11 (8) 11 (8)
1/32 4,5 (3,5) 6,7 (4,5) 8 (5,6) 8 (5,6)
1/64 3,5 (2,4) 4,5 (3,5) 5,6 (4) 5,6 (4)
Gebruik de diafragmawaarden tussen haakjes ( ) wanneer u slechts één
duoitsereenheid gebruikt.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
36
Wanneer de duoitsereenheden zijn ingesteld op
verschillende itsintensiteiten
De gegeven waarden in de voorgaande tabellen voor de beide duoitsereenheden
zijn erop gebaseerd dat beide duoitsereenheden zijn ingesteld op dezelfde
itsintensiteit.
Wanneer ze zijn ingesteld op verschillende itsintensiteiten, kan het voor de juiste
belichting benodigde diafragma worden berekend met de volgende formule:
Diafragma*
=
(diafragma itser A)
2
+ (diafragma itser B)
2
Voorbeeld:
U gebruikt een 100mm F2.8 Macro-objectief met beide
duoitsereenheden, zonder armen. Flitser A is ingesteld op een
itsintensiteit van 1/8, itser “B” op 1/16 en de vergrotingsfactor is 1:1
Het diafragma voor itser A, ingesteld op itsintensiteit 1/8, is f/19 en het
diafragma voor itser B, ingesteld op itsintensiteit 1/16, is f/13 (zie de tabel op
pagina 35).
Gebruik deze uitkomsten in de bovenstaande formule.
19
2
+ 13
2
= 361 + 169 = 530 22
Daarom gee de diafragma-instelling f/22 in het bovenstaande voorbeeld de
juiste belichting.
* Wanneer beide duoitsereenheden worden gebruikt.
37
Uitgebreide functies
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Bij gebruik van een andere waarde dan ISO 100 of bij gebruik
van de groothoekadapter of diuser
Op de voorgaande tabellen moet een aanpassing worden toegepast.
Zonder groothoekadapter
of diuser
(Aanpassing belichting)
Met groothoekadapter
(Aanpassing belichting)
Met diuser
(Aanpassing belichting)
ISO 25 +2 stop +3,5 stop +4,5 stop
ISO 50 +1 stop +2,5 stop +3,5 stop
ISO 100 Geen wijziging +1,5 stop +2,5 stop
ISO 200 –1 stop +0,5 stop +1,5 stop
ISO 400 –2 stop –0,5 stop +0,5 stop
ISO 800 –3 stop –1,5 stop –0,5 stop
ISO 1600 –4 stop –2,5 stop –1,5 stop
f/stopschaal
een hele
stop
een halve stop
Minder belichting Meer belichting
Werken met de f/stopschaal
B ij de f/stopschaal links is een
verplaatsing van één stap verticaal gelijk
aan één hele f/stop meer of minder. Een
verplaatsing van één stap diagonaal is
gelijk aan één halve f/stop meer of minder.
De halve stop is de basis voor het instellen
van het diafragma in deze stap. Wanneer
u met een camera met 0,3-stopinstellingen
werkt, past u het diafragma aan met
de waarde die zo dicht mogelijk ligt
bij de waarde in de bovenstaande tabel
en gebruikt u het diafragma dat de
f/stopschaal benadert. Voor nauwkeurige
fotograe wordt bracketing aangeraden.
Voorbeeld:
Wanneer u met f/8 als uitgangspunt
de belichting vermindert met een hele
stop, krijgt u f/11.
Als u de belichting vermeerdert met
een halve stop, krijgt u f/6,7.
38
Het diafragma selecteren bij gebruik van een andere waarde
dan ISO 100 of bij gebruik van de groothoekadapter of
diuser
1
Stel met behulp van de tabel op pagina 34 en 35 het berekende
acceptabele diafragma vast voor dezelfde conditie met ISO 100.
2
S
tel met de tabel op pagina 37 de aanvullende aanpassing vast voor een
andere waarde dan ISO 100 of voor gebruik van de groothoekadapter of
diuser.
3
Selecteer het met stap 1 en 2 berekende acceptabele diafragma met de
f/stopschaal.
V
oorbeeld: U gebruikt een 100mm F2.8 Macro-objectief, beide duoitser-
eenheden zonder arm, itsintensiteit 1/4, vergrotingsfactor
1:1, ISO 200 met de diuser
1
Stel het berekende acceptabele diafragma vast voor het gebruik van een 100mm
F2.8 Macro-objectief, twee duoitsereenheden, geen armen, itsintensiteit 1/4,
vergrotingsfactor 1:1 en ISO 100.
f/38 (zie de tabel op pagina 35)
2
Stel de aanvullende aanpassing vast voor ISO 200 en diuser met de tabel op
pagina 37.
Vergroot het diafragma met +1,5 stops (zie de tabel op pagina 37).
3 Het diafragma wordt vergroot met +1,5 stops. Uitgaande van f/38 is dat gelijk
aan f/22.
39
Uitgebreide functies
Testits
U kunt een testits uitvoeren voordat u foto's gaat maken. Gebruik de
testitsmodus wanneer u een itsmeter gebruikt in de handmatige itsmodus.
1 Druk op de knop TTL/M/Test zodat het lampje testitsen
gaat branden.
Controleer telkens of het juiste lampje brandt wanneer u op de knop TTL/M/
Test drukt om te schakelen tussen de lampjes TTL en M. (Zie pagina 32 voor
de volgorde waarin de lampjes aan- en uitgaan.)
2 Druk op de knop TEST (knop testitsen/modelleeritsen).
Bij TTL-itsmeting wordt met maximale intensiteit geitst wanneer de
knop TEST wordt ingedrukt.
B
ij de handmatige itsmodus wordt geitst met de geselecteerde intensiteit
wanneer de knop TEST wordt ingedrukt. Gebruik de handmatige
itsmodus wanneer u een itsmeter gebruikt.
40
Modelleerits
Met doorlopend itsen kunt u de schaduwen op het onderwerp controleren
voordat u foto's maakt.
De itser itst twee seconden met een frequentie van 40 itsen per seconde.
1 Druk op de knop TTL/M/Test zodat het lampje
modelleeritsen
gaat branden.
Controleer telkens of het juiste lampje brandt wanneer u op de knop TTL/M/
Test drukt om te schakelen tussen de lampjes TTL en M. (Zie pagina 32 voor
de volgorde waarin de lampjes aan- en uitgaan.)
2 Druk op de knop TEST (knop testitsen/modelleeritsen).
Druk de sluiterknop niet in terwijl de itser actief is.
D
e intensiteit van de schaduwen verschilt van de intensiteit bij het
daadwerkelijk fotograferen.
B
ij het gebruik van de itser in een heldere ruimte, in de open lucht of bij
indirect itsen, zijn de schaduwen lichter en is controleren dus moeilijker.
41
Uitgebreide functies
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Groothoekadapter
De duoitsereenheid hee een dekking van 60° horizontaal en 45° verticaal
(gelijk aan een objectief met een brandpuntsafstand van 35 mm). Door de
groothoekadapter te bevestigen vergroot u de hoeken tot 78° horizontaal en 60°
verticaal (gelijk aan een objectief met een brandpuntsafstand van 24 mm).
Met groothoekadapter
Zonder groothoekadapter
De groothoekadapter bevestigen
1
Bepaal welke kant de voorkant is van de
groothoekadapter.
Voorkant
2 Breng de uitsparing in de onderrand van de
groothoekadapter in lijn met het uitspringende deel van
de itsbuis en duw de groothoekadapter naar achter.
Duw tegen de groothoekadapter tot deze vastklikt.
42
De groothoekadapter verwijderen
Pak het bovenste nokje van de groothoekadapter vast en trek
dit naar voren terwijl u enigszins omlaag duwt.
Bij gebruik van de groothoekadapter is de lichtopbrengst van de itser lager. Zie
pagina 27 voor informatie over TTL-itsmeting en pagina 37 voor handmatige
itsmeting.
43
Uitgebreide functies
Diuser
U kunt slagschaduwen verzachten door de diuser aan de itsbuis te bevestigen.
Gebruik de diuser altijd in combinatie met een arm. Zo voorkomt u dat de
diuser in beeld komt.
Voorbeeld:
Met diuser Zonder diuser
De diuser gebruiken
1
Maak de clip van het paneel los van de diuser.
Deze kant kan niet
worden losgemaakt.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
44
2 Schuif het nokje door de sleuf naast de clip, zoals in de
afbeelding wordt weergegeven. Het lipje boven de sleuf
moet geheel passend in de uitsparing van het nokje
glijden.
3 Plaats de vier zijnokjes in de sleuven aan de zijkant van de
diuser.
Plaats aan de andere kant op dezelfde manier de vier zijnokjes in de sleuven.
Als u de diuser moeilijk kunt monteren, vouwt u deze op en probeert u
het opnieuw.
Opmerking
Forceer de diuser niet en trek er niet hard aan. Vouw de diuser niet
binnenstebuiten.
45
Uitgebreide functies
Wordt vervolgd op de volgende pagina
4 Terwijl u de diuser vasthoudt aan het bovenste nokje
van het paneel, drukt u deze tegen de voorkant van de
duoitsereenheid.
Duw tegen de diuser tot deze vastklikt.
Opmerkingen over het gebruik van de
diuser
Als de arm is ingesteld op een positie van 60° en wordt gebruikt in combinatie
met een groothoekobjectief, kan de diuser in beeld komen. Gebruik de diuser
altijd met de arm ingesteld op een positie van 90°.
Bij gebruik van de diuser is de lichtopbrengst van de itser lager. Zie pagina 27
voor informatie over TTL-itsmeting of pagina 37 voor handmatige itsmeting.
46
De diuser verwijderen
1
Pak het bovenste nokje van het paneel vast en verwijder
de diuser.
2 Maak het nokje los van het lipje, zoals in de afbeelding
wordt weergegeven. De diuser kan nu gemakkelijk
worden verwijderd.
3 Vouw de diuser weer op en zet deze vast door het paneel
er met de clip op vast te klemmen.
47
Uitgebreide functies
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Aangepaste instellingen
De verschillende itsinstellingen kunnen naar wens worden gewijzigd.
De volgende drie items kunnen worden gewijzigd.
W
achttijd tot automatisch uitschakelen
(4 minuten/15 minuten/60 minuten/Geen)
O
pnamemodi waarin handmatig itsen kan worden ingesteld
(Alleen M-modus/Alle modi)
S
tapgrootte itsintensiteit bij handmatig itsen
(Stappen van 1 EV/Stappen van 1/2 EV)
1 Druk drie seconden op de knop itser ON/OFF.
De lampjes AUTO, itser ON en itser OFF gaan branden en het item
(wachttijd tot automatisch uitschakelen) wordt weergegeven.
2 Druk op de knop A-B (selectieknop duoitser A-B) om het
item te selecteren en druk op de knop TTL/M/Test om de
gewenste instelling te selecteren.
Telkens wanneer op de knop A-B wordt gedrukt, verschijnt een van de drie
bovenstaande items op het bedieningspaneel (zie de volgende pagina).
48
1.Wachttijd tot automatisch uitschakelen
4 minuten 15 minuten
Alleen M-modus Alle modi
Stappen van 1 EV
Stappen van 1/2 EV
60 minuten Geen
2. Opnamemodi waarin handmatig flitsen kan worden ingesteld
3. Stapgrootte flitsintensiteit bij handmatig flitsen
Selecteer met de knop TTL/M/Test
Selecteer met de knop A-B
49
Uitgebreide functies
3 Nadat u uw selecties hebt gemaakt, drukt u op de knop
itser ON/OFF om de modus voor aangepaste instellingen
te verlaten.
Wanneer in de modus voor aangepaste instellingen een andere instelling
dan de standaardinstelling is geselecteerd, gaat het lampje CUSTOM op het
bedieningspaneel branden.
Wanneer "Alle modi" is geselecteerd (zie 2. Opnamemodi waarin
handmatig itsen kan worden ingesteld), kunt u in alle opnamemodi
handmatig itsen gebruiken.*
* Mogelijk wordt de juiste belichting alleen verkregen in de M-modus. Het
gebruik van de M-modus wordt daarom aanbevolen.
A
ls "Stappen van 1/2 EV" wordt geselecteerd voor item 3, gebruikt u de
grijze intensiteitswaarden op de onderste schaal van de draaiknoppen voor
handmatige itserregeling. De halve-stopwaarden zijn niet op de schaal
aangebracht.
De intensiteitswaarden zijn 1/1, 1/1,4, 1/2, 1/2,8, 1/4, 1/5,6 en 1/8.
D
e geselecteerde instellingen blijven bewaard, zelfs als de itsereenheid
wordt uitgeschakeld of de batterijen worden verwijderd.
50
Voorbeelden van macroduoitser-
fotograe
Tijdens het werken met de macroduoitser kunt u de positie en hoek van de
duoitsereenheden wijzigen om een expressievere belichting te bereiken.
Voorbeeld:
Alleen licht van boven Alleen licht van opzij Licht van boven en van opzij
Slagschaduwen van de onderwerpen kunnen worden verzacht door de diuser aan
de itsbuis te bevestigen (p. 43).
Voorbeeld:
Licht van boven met diuser
51
Aanvullende informatie
Wordt vervolgd op de volgende pagina
Fotograferen met twee duoitsers met armen
Belicht het onderwerp van de zijkanten met behulp van de armen om details te
accentueren en diepte te geven.
Voorbeeld:
Met armen vanaf de zijkanten
Zonder armen vanaf de voorkant
52
Opmerking
Als een close-uponderwerp vanaf de zijkant wordt verlicht met behulp van een
arm, kunnen slagschaduwen optreden. Flitslicht met een grote intensiteit van
achter het onderwerp kan lichtvlekken tot gevolg hebben.
Di
t f
enomeen treedt vrijwel zeker op met een 50mm F2.8 Macro-objectief
waarbij itsbuizen op armen zijn bevestigd.
Voorbeeld:
Met armen vanaf de zijkanten
Zonder armen vanaf de voorkant
53
Aanvullende informatie
Graek diafragmabereik
Het diafragmabereik voor macro-objectieven vindt u op pagina 25 (TTL) en pagina 33
(handmatig itsen). De hier gegeven diafragmabereiken zijn voor andere objectieven
dan macro-objectieven of voor situaties waarin de afstand tot het onderwerp groot is.
TTL-itsmeting
Lijnen grootste diafragma
Lijnen kleinste diafragma
Afstand
flitser-onderwerp
Diafragma
Lijnen kleinste diafragma
Lijnen grootste diafragma
In het volgende gedeelte leest u hoe u het diafragmabereik vaststelt bij gebruik van beide
duoitsereenheden, een afstand van 1,5 m tussen itser en onderwerp en ISO 100.
1 Trek een verticale lijn omhoog van de afstand itser-onderwerp totdat deze de
lijn kleinste diafragma bereikt ().
2
Trek vanaf een horizontale lijn naar links totdat deze de verticale ISO-lijn
bereikt die overeenkomt met de gebruikte camera ().
3
Trek vanaf een diagonale lijn omhoog en naar links. De uitkomst gee het
kleinste diafragma aan waarmee de juiste belichting wordt verkregen ().
4
Het grootste diafragma kan op dezelfde manier worden verkregen door gebruik te maken
van de lijn grootste diafragma (
). De uitkomsten van beide berekeningen leveren het
bruikbare diafragmabereik waarmee de juiste belichting wordt verkregen (
).
In dit voorbeeld kan de juiste belichting worden verkregen door het diafragma van
de camera in te stellen van grootste opening tot f/16.
W
anneer u slechts één duoitsereenheid gebruikt, gaat u uit van de stippellijnen.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
54
Meting handmatig itsen
In het volgende gedeelte leest u hoe u het diafragma vaststelt bij gebruik van beide
duoitsereenheden, een itsintensiteit van 1/1, een afstand van 1,5 m tussen itser
en onderwerp en ISO 100.
1
Trek een verticale lijn omhoog van de afstand itser-onderwerp totdat deze de
lijn itsintensiteit bereikt die overeenkomt met de ingestelde intensiteit ().
2 Trek vanaf een horizontale lijn naar links totdat deze de verticale ISO-lijn
bereikt die overeenkomt met de gebruikte camera ().
3
Trek vanaf een diagonale lijn omhoog en naar links. De uitkomst gee het
diafragma aan waarmee de juiste belichting wordt verkregen ().
In dit voorbeeld kan de juiste belichting worden verkregen door het diafragma van
de camera in te stellen op f/16.
W
anneer u slechts één duoitsereenheid gebruikt, gaat u uit van de getallen
tussen haakjes.
55
Aanvullende informatie
Compatibiliteit met andere producten
Objectief
Er worden adapterringen met een diameter van 49 mm en een diameter van 55
mm bijgeleverd.
O
bjectieven waarvan tijdens het automatisch scherpstellen de cilinder draait,
kunnen niet worden gebruikt.
W
anneer een groothoekobjectief wordt gebruikt, kan een deel van de houder in
beeld komen. Gebruik geen objectieven met een brandpuntsafstand kleiner dan
24 mm. Ligt de brandpuntsafstand tussen 24 mm en 27 mm, neem dan contact
op met een geautoriseerde Sony-handelaar.
A
ls u een lter gebruikt bij een brandpuntsafstand van minder dan 50 mm, kan
een deel van de houder in beeld komen.
56
Opmerkingen bij het gebruik
Tijdens de opnamen
Deze itsereenheid genereert fel licht en mag daarom niet vlak voor de ogen
worden gebruikt.
R
aak tijdens het gebruik de lamp van de itser niet aan. Deze kan heet worden
wanneer er wordt geitst.
Batterijen
Berg de macroitser-controller niet op terwijl de alkalinebatterijen in de
controller zijn geplaatst. Lekkage van de batterijen kan de batterijhouder
beschadigen.
Aankelijk van de temperatuur en de opslagcondities kan de batterijcapaciteit
die wordt weergegeven, lager zijn dan de daadwerkelijke batterijcapaciteit. De
weergegeven batterijcapaciteit wordt weer correct weergegeven nadat de itser
een aantal keren is gebruikt. Wanneer het lampje
knippert om aan te
geven dat de itser niet kan worden gebruikt, kunt u een aantal keren op de
knop itser ON/OFF drukken om de weergave van de juiste batterijcapaciteit te
herstellen. Als de batterijcapaciteit nog steeds niet correct wordt weergegeven,
vervangt u de batterijen.
W
anneer u lithiumbatterijen gebruikt en de batterijen heet worden als gevolg
van een hoge temperatuur of intensief gebruik, kan het lampje
gaan
knipperen en kan de itser enige tijd niet werken. Wacht totdat de batterijen zijn
afgekoeld voordat u de itser weer gebruikt.
N
i-MH-batterijen kunnen plotseling leeg zijn. Als tijdens het fotograferen het
lampje
begint te knipperen of de itser niet langer kan worden gebruikt,
vervangt u de batterijen of laadt u deze weer op.
D
e itsfrequentie en het aantal itsen dat wordt geleverd door nieuwe batterijen,
kunnen verschillen van de in de tabel weergegeven waarden, aankelijk van de
tijd die is verstreken na de productie van de batterijen.
57
Aanvullende informatie
Temperatuur
De itsereenheid mag worden gebruikt bij een temperatuur tussen 0 °C en 40
°C.
S
tel de itsereenheid niet bloot aan extreem hoge temperaturen (zoals direct
zonlicht in een auto) of aan een hoge luchtvochtigheid.
Om t
e voorkomen dat zich condens vormt op de itser, plaatst u deze in een
afgesloten plastic zak wanneer u de itser van een koude naar een warme
omgeving verplaatst. Laat de itser opwarmen tot kamertemperatuur voordat u
deze uit de zak verwijdert.
B
ij lagere temperaturen neemt de batterijcapaciteit af. Houd de camera en
reservebatterijen in een warme binnenzak wanneer u fotografeert bij koud weer.
Bij koud weer kan het lampje gaan branden, zelfs wanneer er nog enige
lading in de batterijen over is. Batterijen winnen weer enige capaciteit terug
wanneer ze opwarmen tot de normale bedrijfstemperatuur.
D
eze itsereenheid is niet waterdicht. Neem voorzorgsmaatregelen zodat de
itser niet in contact kan komen met water of zand wanneer deze bijvoorbeeld
wordt gebruikt aan het strand. Contact met water, zand, stof of zout kan een
storing veroorzaken.
Onderhoud
Verwijder de itser van de camera. Maak de itser schoon met een droge,
zachte doek. Als de itser in contact is gekomen met zand, wordt het oppervlak
beschadigd als u dit afveegt. Het zand moet daarom voorzichtig verwijderd worden
met een blaaskwastje. Voor hardnekkige vlekken gebruikt u een doek die licht is
bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel en veegt u de itser vervolgens droog
met een droge, zachte doek. Gebruik geen sterke oplosmiddelen, zoals thinner of
benzeen, omdat deze de afwerking kunnen beschadigen.
58
Technische gegevens
Richtgetal
Normaal itsen (ISO 100)
Flitsintensiteit
1 itsbuis 2 itsbuizen
Groothoekadapter
Diuser
1/1 17 24 11 7
1/2 12 17 8 5
1/4 8,5 12 5,6 3,5
1/8 6 8,5 4 2,5
1/16 4,2 6 2,8 1,8
1/32 3 4,2 2 1,3
1/64 2,1 3 1,4 0,9
Groothoekadapter en diuser voor één itsbuis.
Frequentie/Herhaling
Alkaline Lithium
Ni-MH
(1.550 mAh)
Frequentie (sec) 0,2~6 0,2~6 0,2~5
Herhaling (aantal) 200~4.000 500~10.000 150~3.000
H
erhaling is het geschatte aantal keren dat mogelijk is voordat
een nieuwe batterij volledig is uitgeput.
Flitsdekking
Flitsdekking
Duoitser
Groothoekadapter
Diuser
Verticaal 45° 60° 90°
Horizontaal 60° 78° 90°
59
Aanvullende informatie
Prestaties bij doorlopend itsen
40 itsen bij 5 itsen per seconde
(Fli
tsintensiteit 1/32, NiMH-batterijen)
Flitserregeling Flitserregeling met voorits,
directe TTL-meting, handmatig itsen
Afmetingen (Ongeveer)
Macroitser-controller
68 × 123 × 91 mm (b × h × d)
D
uoitsereenheid
43 × 41 × 37 mm (b × h × d)
Gewicht (Ongeveer)
M
acroitser-controller 235 g (zonder batterijen)
D
uoitsereenheid 33 g (per duoitsereenheid)
Bedrijfstemperatuur
0 °C tot 40 °C
Bijgeleverde toebehoren
Macroitser-controller (1), Duoitsereenheid (2),
Houder (1), Arm (2), Adapterring ø 49mm (1),
A
dapterring ø 55mm (1), Groothoekadapter (2),
Diuser (2), Snoerhaspel (2), Controllerdraagtas (1),
Flitserdraagtas (1), Handleiding en documentatie
De functies in deze gebruiksaanwijzing zijn aankelijk van de testomstandigheden
bij ons bedrijf.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens zijn voorbehouden zonder
voorafgaande kennisgeving.

Documenttranscriptie

Example of storage Adaptor ring ø49mm/ø55mm Holder Twin flash unit Wide panel Cord reel Arm Diffuser 10 Case Nederlands Voordat u het product gebruikt, moet u deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt. WAARSCHUWING Om het gevaar van brand of elektrische schokken te verkleinen, mag het apparaat niet worden blootgesteld aan regen of vocht.. Plak de contacten van een lithiumbatterij af met plakband om kortsluiting te voorkomen wanneer u de batterij weggooit. Houd u aan de plaatselijke regels voor het wegwerpen van batterijen. Houd batterijen en andere voorwerpen die ingeslikt kunnen worden uit de buurt van jonge kinderen. Raadpleeg onmiddellijk een arts als een voorwerp per ongeluk wordt ingeslikt. Verwijder de batterijen onmiddellijk en gebruik het apparaat niet meer als...  het product is gevallen of blootgesteld aan een schok waarbij het inwendige zichtbaar is geworden.  het product een vreemde geur, hitte of rook afgeeft. Demonteer het apparaat niet. U kunt een elektrische schok krijgen wanneer u in het product een circuit met een hoog voltage aanraakt. Stel de batterijen niet bloot aan overmatige hitte zoals zonlicht, vuur en dergelijke.  Voor klanten in Europa Verwijdering van oude elektrische en elektronische apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen) Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recycling van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. < Kennisgeving voor klanten in de landen waar EU-richtlijnen van toepassing zijn > De fabrikant van dit product is Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan. De geautoriseerde vertegenwoordiger voor EMC en productveiligheid is Sony Deutschland GmbH, Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart, Duitsland. Voor kwesties met betrekking tot service of garantie kunt u het adres in de afzonderlijke service- en garantiedocumenten gebruiken. Handelsmerk is een handelsmerk van Sony Corporation.  Inhoudsopgave Kenmerken..................................... 5 Aanvullende informatie Onderdelen..................................... 6 Voorbeelden van macroduoflitserfotografie....................................... 50 Voorbereidingen Grafiek diafragmabereik............. 53 Batterijen plaatsen....................... 10 De macroflitser-controller bevestigen en verwijderen.......... 12 De macroduoflitser bevestigen ....................................................... 13 Automatische in/ uitschakelfunctie (ON/OFF)...... 20 Basishandelingen Basisflitsmodi (A-modus/M-modus)................. 21 Programma automatisch flitsen (basishandelingen)...................... 29 Uitgebreide functies Handmatig flitsen (M)................ 31 Testflits.......................................... 39 Modelleerflits............................... 40 Groothoekadapter....................... 41 Diffuser......................................... 43 Aangepaste instellingen.............. 47  Compatibiliteit met andere producten..................................... 55 Opmerkingen bij het gebruik..... 56 Onderhoud................................... 57 Technische gegevens................... 58 Voor gebruik Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij uw camera voor meer informatie. Deze flitser is niet waterdicht, spatbestendig of stofbestendig. Plaats deze flitser niet op de volgende locaties Plaats dit apparaat niet op de volgende locaties, ongeacht of het apparaat wordt gebruikt of wordt opgeborgen. Hierdoor kan een storing optreden.  Als u deze flitser neerzet op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan direct zonlicht, zoals op het dashboard, of in de buurt van de verwarming, kan het apparaat vervormen of defect raken.  Plaatsen waar sterke trillingen optreden  Plaatsen met een sterk elektromagnetisch veld  Plaatsen met veel zand Bescherm het apparaat tegen zand en stof op plaatsen zoals het strand of gebieden waar veel zand is of waar stofwolken kunnen ontstaan. Hierdoor kan een storing optreden. Kenmerken De macroduoflitser biedt flexibele belichting voor macrofotografie in de natuur. De flitser is ideaal voor close-upfotografie van bloemen, insecten, kleine voorwerpen, enzovoort.  De vrijheid om de bevestigingspositie en de hoek van de flitsbuis te wijzigen maakt expressievere fotografie mogelijk.  Het gebruik van op twee lengten instelbare armen tussen de twee flitseenheden en houders maakt het mogelijk de belichting te wijzigen voor close-upfotografie met hoge vergroting.  Met de bijgeleverde diffuser wordt een zachtere belichting bereikt.  De bijgeleverde groothoekadapter vergroot de flitsdekking tot een brandpuntsafstand van 24 mm.  De functie modelleerflitsen is beschikbaar om schaduwen op het onderwerp te controleren voordat foto,s worden gemaakt.  Onderdelen Macroflitser-controller Draaiknop handmatige flitserregeling (duoflitser B) (32) Draaiknop handmatige flitserregeling (duoflitser A) (32) Bevestigingspunten haspel (17) Aansluiting duoflitsersnoer (duoflitser A) (14) * Aansluiting duoflitsersnoer (duoflitser B) (14) * Ontgrendelknop duoflitsersnoer (15) Ontgrendelknop flitsvoet (12) Flitsvoet Bedieningspaneel (7) Deksel batterijhouder (10) * Niet rechtstreeks aanraken.  Bedieningspaneel Lampje duoflitser A (23) Lampje TTL (31) Lampje duoflitser B (23) Lampje M (handmatige flitserregeling) (31) Lampje AUTO (30) Lampje testflitsen (39) Lampje flitser ON (20) Lampje modelleerflitsen (40) Lampje flitser OFF (20) Lampje flitser gereed (24) Lampje CUSTOM (49) Knop TEST (knop testflitsen/ modelleerflitsen) (39, 40) Knop flitser ON/OFF (20) Knop A-B (selectieknop duoflitser A-B) (23) Knop TTL/M/Test (knop flitsmodus Batterijlampje TTL/M/testflitsen/ (11) modelleerflitsen) (31)  Macroduoflitser Duoflitsereenheid* Flitsbuis Houder (13) Bevestiging Schoen Ontgrendelnokjes Aansluitsnoer Stekker Arm* (16) Schoen Adapterring (13) ø49mm, ø55mm Basis Diffuser* (43) Groothoekadapter* (41) Snoerhaspel* (17) * Twee bijgeleverd  Opbergen (voorbeeld) Adapterring ø49mm/ø55mm Houder Duoflitsereenheid Groothoekadapter Snoerhaspel Arm Diffuser Draagtas  Batterijen plaatsen De HVL-MT24AM kan worden gebruikt op: * Batterijen niet bijgeleverd.  Vier alkalinebatterijen (AA-formaat)  Vier lithiumbatterijen (AA-formaat)  Vier oplaadbare Ni-MH-batterijen (nikkelmetaalhydride) (AA-formaat) Zorg ervoor dat oplaadbare Ni-MH-batterijen altijd worden opgeladen in de aangegeven oplader. 1 Open het deksel van de batterijhouder, zoals in de afbeelding wordt weergegeven. 2 Plaats de batterijen in de batterijhouder, zoals in de afbeelding wordt weergegeven. 3 Sluit het deksel van de batterijhouder.  Volg de stappen voor het openen van het deksel van de batterijhouder in omgekeerde volgorde.  Het lampje op het bedieningspaneel gaat branden. Als dit niet het geval is, drukt u op de knop flitser ON/OFF. 10 Batterijen controleren Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, gaat het lampje branden of knipperen. op het bedieningspaneel Voorbereidingen Lampje aan U kunt het beste de batterijen vervangen. De flitser kan in deze toestand nog steeds worden gebruikt als (lampje flitser gereed) op de achterkant van het apparaat brandt. Alleen het lampje knippert Flitser kan niet worden gebruikt. Plaats nieuwe batterijen.  Als er niets gaat branden wanneer op de knop flitser ON/OFF van de macroflitser-controller wordt gedrukt, controleert u of de batterijen correct zijn geplaatst. 11 De macroflitser-controller bevestigen en verwijderen De macroflitser-controller aan de camera bevestigen Schuif de flitsvoet stevig en zo ver mogelijk in de schoen op de camera.  De macroflitser-controller wordt automatisch vergrendeld.  Als de ingebouwde flitser van de camera is uitgeklapt, klapt u deze in voordat u de macroflitser-controller bevestigt. De macroflitser-controller van de camera verwijderen Houd de ontgrendelknop van de flitsvoet , ingedrukt en verwijder de macroflitser-controller . 1 2 12 De macroduoflitser bevestigen 1 Terwijl u de nokjes aan weerskanten van de houder ingedrukt houdt, plaatst u de houder over de adapter. Vervolgens laat u de nokjes los. Wordt vervolgd op de volgende pagina 13 Voorbereidingen 2 Schroef de juiste adapterring rechtsom op het objectief. Er worden twee adapters bijgeleverd, een met een diameter van 49 mm en een met een diameter van 55 mm. 3 Verwijder de beschermkapjes van de aansluitingen van de macroflitser-controller.  Berg de kapjes op in de draagtas om te voorkomen dat ze zoekraken.  Plaats de kapjes na gebruik weer terug. 4 Plaats de duoflitsereenheid in de schoen van een van de houders. Gebruik van een arm is eveneens mogelijk (p. 16). 5 14 Steek de stekker van de duoflitsereenheid in de aansluiting voor het duoflitsersnoer op de macroflitsercontroller. Wanneer u de stekker wilt verwijderen, drukt u op de ontgrendelknop voor het duoflitsersnoer op de macroflitser-controller en trekt u de stekker recht uit de aansluiting. Verwijder de stekker niet door aan het aansluitsnoer te trekken. Voorbereidingen 6 Pas de posities van de flitsbuizen desgewenst aan.  Beide flitsbuizen van de duoflitsereenheid kunnen aan elk van de vier schoenen van de houder worden bevestigd.  Beide flitsbuizen van de duoflitsereenheid kunnen worden gekanteld.  De houder kan worden gedraaid. Druk de ontgrendelnokjes in bij het verwijderen of draaien van de houder. Wordt vervolgd op de volgende pagina 15 De arm bevestigen U kunt een arm gebruiken om de flitsereenheid verder weg van het objectief te positioneren. 1 Bevestig de arm door de basis in een van de vier schoenen op de houder te schuiven. 2 Bevestig de flitsbuis van de duoflitsereenheid aan de schoen van de arm. 3 Stel de arm in op een van de twee mogelijke lengten. 16 4 Wanneer u de hoek wilt instellen op 60°, houdt u beide einden van de arm vast en beweegt u de arm zodat deze twee keer vastklikt. 60° positie 90° positie Informatie over het gebruik van de snoerhaspel De snoerhaspel kan aan de zijkant van de macroflitser-controller worden bevestigd om loshangend aansluitsnoer van de duoflitsereenheid op te wikkelen. De snoerhaspel aan de macroflitsercontroller bevestigen Zoals in de afbeelding wordt weergegeven, stelt u eerst vast wat de boven-en onderkant van de snoerhaspel ziji. Vervolgens bevestigt u eerst de bovenkant en daarna de onderkant van de snoerhaspel aan de haspelbevestigingspunten aan de zijkant van de macroflitsercontroller. Wordt vervolgd op de volgende pagina 17 Voorbereidingen  De hoek van de arm kan op twee posities worden ingesteld, op 60° of op 90°.  Hoewel de arm voorbij de posities voor 60° en 90° kan worden bewogen om breuk te voorkomen, mag u de arm alleen in deze twee posities gebruiken. Tevens mag u twee armen niet aan elkaar bevestigen. Doet u dit toch, dan kunnen de armen worden beschadigd. Voorbeeld van het opwikkelen van het aansluitsnoer Zet het loshangende aansluitsnoer vast door het op de haspel te wikkelen en de inkepingen in de rand te gebruiken, zoals in de afbeelding wordt weergegeven. De snoerhaspel verwijderen Trek de onderkant van de snoerhaspel los van de macroflitsercontroller en verwijder de snoerhaspel. 18  Door de groothoekadapter aan de flitsbuis te bevestigen, wordt de hoek van de flitsdekking vergroot (p. 41).  Zorg ervoor dat de flitsbuis op het onderwerp is gericht. Voorkom dat het snoer voor de flitsbuis of het objectief hangt.  Zie pagina 50 voor fotografische voorbeelden.  Als een arm wordt gebruikt bij het maken van extreme close-ups met een 50mm F2.8 Macro-objectief, wordt het onderwerp wellicht niet voldoende belicht (p. 52). 19 Voorbereidingen  Bevestig de diffuser aan de flitsbuis om slagschaduwen te verzachten. Gebruik de diffuser altijd in combinatie met een arm (p. 43). Automatische in-/uitschakelfunctie (ON/OFF) Druk op de knop flitser ON/OFF op de achterkant van de macroflitser-controller. De voeding van de macroflitser-controller wordt ingeschakeld. Wanneer de macroflitser-controller wordt ingeschakeld, gaat het lampje flitser ON op het bedieningspaneel branden. Als u op de knop flitser ON/OFF drukt terwijl de macroflitser-controller is ingeschakeld, wordt de macroflitser-controller uitgeschakeld en gaat het lampje flitser OFF branden.  Het lampje flitser OFF gaat na ongeveer 10 seconden uit. Automatisch uitschakelen Als de camera of macroflitser-controller gedurende vier minuten niet wordt gebruikt, wordt de voeding uitgeschakeld en verdwijnen de aanduidingen automatisch om de batterijen te sparen.  U kunt de automatische uitschakelfunctie uitschakelen of de tijd voor automatisch uitschakelen wijzigen met de aangepaste instellingen (p. 47). 20 Basisflitsmodi (A-modus/M-modus) In dit gedeelte wordt de basisprocedure beschreven voor flitsen in de A- of Mmodus met TTL-meting (lampje TTL aan). Bij de instructies op de volgende pagina wordt verondersteld dat u een van de volgende camera's en macro-objectieven gebruikt. Camera: Een camera met A-modus (diafragma-instelling), of M-modus (handmatig). Objectief: 50mm F2.8 Macro 100mm F2.8 Macro Als u fotografeert in de P-modus, leest u pagina 29. Als u een ander objectief gebruikt, raadpleegt u de grafiek voor het diafragmabereik op pagina 53. *1 A-modus: In de A-modus selecteert u zelf het diafragma en stelt de camera automatisch de vereiste sluitertijd in voor een juiste belichting. U kunt zowel het diafragma als de sluitertijd instellen. *2 M-modus: U kunt een sluitertijd selecteren die langer is dan de synchronisatiesnelheid van de camera. *3 Scherptediepte: Het bereik achter en voor het onderwerp dat scherp in beeld wordt gebracht. Bij close-upfotografie is dit bereik kleiner en is het onscherpe bereik groter. Wordt vervolgd op de volgende pagina 21 Basishandelingen De belichtingsmodus van de camera moet worden ingesteld op de A-modus*1 (diafragma-instelling), of de M-modus*2 (handmatig).  Bij algemene close-upfotografie is de scherptediepte*3 noodgedwongen vrij klein, waardoor bij het fotograferen een kleiner diafragma is vereist. Daarom verdient het aanbeveling de A- of M-modus te selecteren, waarbij u het diafragma kunt selecteren. Tevens wordt het gebruik van een macro-objectief aanbevolen. 1 Zet de POWER-schakelaar van de camera op ON en selecteer de A- of M-modus. 2 Druk op de knop flitser ON/OFF om het lampje flitser ON op het bedieningspaneel in te schakelen. 3 Stel scherp op het onderwerp en controleer de vergrotingsfactor. U kunt de vergrotingsfactor controleren met de vergrotingsschaal op het objectief. (De plaats van de vergrotingsschaal is afhankelijk van het objectief.) 4 Wanneer u de M-modus gebruikt, selecteert u een sluitertijd. U kunt geen sluitertijd selecteren die korter is dan de synchronisatiesnelheid van de camera. 5 22 Selecteer het diafragma. Zie pagina 25 tot en met 28 om de juiste diafragmawaarde op te zoeken. 6 Selecteer de flitser. Druk op knop A-B op de achterkant van de macroflitser-controller om het lampje van duoflitser A, het lampje van de duoflitser B of beide lampjes van de duoflitsers in te schakelen. (De lampjes die branden, geven aan welke flitser afgaat.) Basishandelingen Gezien vanaf de achterkant (bedieningspaneel) is flitser A aangesloten op de linkeraansluiting en flitser B op de rechteraansluiting.  Zie pagina 50 tot 52 voor het effect van het selecteren van de flitser. Flitser A Flitser B Wordt vervolgd op de volgende pagina 23 7 Wanneer de macroflitser-controller is opgeladen, drukt u op de sluiterknop om een foto te maken. De macroflitser-controller is opgeladen wanneer het lampje flitser gereed op het bedieningspaneel van de macroflitser-controller en de aanduiding in de beeldzoeker van de camera allebei branden. Wanneer de juiste belichting voor de zojuist genomen foto is verkregen, knippert het lampje flitser gereed .  De foto is onderbelicht als deze wordt genomen voordat het opladen is voltooid.  U kunt het beste een statief of een afstandsbediening gebruiken om trillen van de camera te voorkomen.  Voor de beste resultaten met de macroflitsereenheden houdt u een afstand aan van camera tot onderwerp van minder dan 0,5 m en een vergrotingsfactor van meer dan 0,15 x (groter dan 1:7).  Schakel de macroflitser-controller altijd uit als de duoflitsereenheid niet is aangesloten. Als de duoflitsereenheid niet is bevestigd, maar de controller is wel ingeschakeld, is de flitssynchronisatie van de camera actief. Als gevolg daarvan zal de omgeving niet juist worden belicht.  De AF-verlichting van de camera wordt afgedekt door de adapterring of de duoflitsereenheid en kan niet worden gebruikt om scherp te stellen. 24 Diafragma,s selecteren bij TTL-flitsen Wordt vervolgd op de volgende pagina 25 Basishandelingen  De volgende tabellen bevatten waarden voor het gebruik van ISO 100 zonder de groothoekadapter of diffuser. Voor andere ISO-waarden of als u de groothoekadapter of diffuser gebruikt, past u de diafragma-instellingen aan volgens de tabellen op pagina 27.  De in de tabellen vermelde diafragmabereiken zijn berekende waarden. Het gebruikte objectief heeft echter een eigen bruikbaar diafragmabereik. Voorbeeld: U gebruikt een 50mm F2.8 Macro-objectief met ISO 100, beide duoflitsereenheden zonder arm en een vergrotingsfactor van 1:1  Het bereik van acceptabele diafragma's wordt berekend als lopend van f/4 tot f/90 (zie de volgende tabel). Het diafragmabereik van het objectief is echter f/2,8 tot f/32. Dus met dit objectief loopt het werkelijk mogelijke bereik van f/4 tot f/32.  De volgende tabellen bevatten gegevens voor bepaalde objectieven en vergrotingsfactoren. Zie pagina 53 voor andere objectieven en vergrotingsfactoren. 50mm F2.8 Macro (diafragmabereik van het objectief: f/2,8 - f/32) Vergrotingsfactor Zonder arm Arm (kort), 60° positie Arm (lang), 90° positie 1:1 1:1.5 1:2 1:3 1:4 4 ~ 90 5,6 ~ 128 8 ~ 180 5,6 ~ 128 4,5 ~ 108 2,8 ~ 64 4 ~ 90 5,6 ~ 128 4 ~ 90 3,5 ~ 76 2,4 ~ 54 2,8 ~ 64 4 ~ 90 4 ~ 90 4,5 ~ 108 1,7 ~ 38 2 ~ 45 2,8 ~ 64 2,8 ~ 64 3,5 ~ 76 1,4 ~ 32 1,4 ~ 32 2 ~ 45 2,4 ~ 54 2,8 ~ 64 1 ~ 22 1 ~ 22 1,4 ~ 32 1,7 ~ 38 2 ~ 45 Bovenste set getallen geldt voor twee duoflitsereenheden. Onderste set getallen geldt voor één duoflitsereenheid. 100mm F2.8 Macro (diafragmabereik van het objectief: f/2,8 - f/32) Vergrotingsfactor 1:1 1:1.5 1:2 1:3 3,5 ~ 76 3,5 ~ 76 2,8 ~ 64 2,4 ~ 54 Zonder arm 2,4 ~ 54 2,4 ~ 54 2 ~ 45 1,7 ~ 38 Arm (kort), 2 ~ 45 2,8 ~ 64 2,8 ~ 64 2,8 ~ 64 60° positie 1,4 ~ 32 2 ~ 45 2 ~ 45 2 ~ 45 Arm (lang), 1,2 ~ 27 1,7 ~ 38 2 ~ 45 2 ~ 45 90° positie 0,85 ~ 19 1,2 ~ 27 1,4 ~ 32 1,4 ~ 32 Bovenste set getallen geldt voor twee duoflitsereenheden. Onderste set getallen geldt voor één duoflitsereenheid. 26 Bij gebruik van een andere waarde dan ISO 100 of bij gebruik van de groothoekadapter of diffuser Op de voorgaande tabellen moet een aanpassing worden toegepast. f/stopschaal een halve stop Minder belichting een hele stop Werken met de f/stopschaal Meer belichting Bij de f/stopschaal links is een verplaatsing van één stap verticaal gelijk aan één hele f/stop meer of minder. Een verplaatsing van één stap diagonaal is gelijk aan één halve f/stop meer of minder. De halve stop is de basis voor het instellen van het diafragma in deze stap. Wanneer u met een camera met 0,3stopinstellingen werkt, past u het diafragma aan met de waarde die zo dicht mogelijk ligt bij de waarde in de bovenstaande tabel en gebruikt u het diafragma dat de f/stopschaal benadert. Voor nauwkeurige fotografie wordt bracketing aangeraden. Voorbeeld: Wanneer u met f/8 als uitgangspunt de belichting vermindert met een hele stop, krijgt u f/11. Als u de belichting vermeerdert met een halve stop, krijgt u f/6,7. Wordt vervolgd op de volgende pagina 27 Basishandelingen ISO 25 ISO 50 ISO 100 ISO 200 ISO 400 ISO 800 ISO 1600 Zonder groothoekadapter Met groothoekadapter Met diffuser of diffuser (Aanpassing belichting) (Aanpassing belichting) (Aanpassing belichting) +2 stop +3,5 stop +4,5 stop +1 stop +2,5 stop +3,5 stop Geen wijziging +1,5 stop +2,5 stop –1 stop +0,5 stop +1,5 stop –2 stop –0,5 stop +0,5 stop –3 stop –1,5 stop –0,5 stop –4 stop –2,5 stop –1,5 stop Het diafragma selecteren bij gebruik van een andere waarde dan ISO 100 of bij gebruik van de groothoekadapter of diffuser 1 Stel met behulp van de tabel op pagina 26 het berekende acceptabele diafragmabereik vast voor dezelfde conditie met ISO 100. 2 Stel met de tabel op pagina 27 de aanvullende aanpassing vast voor een andere waarde dan ISO 100 of voor gebruik van de groothoekadapter of diffuser. 3 Controleer het met stap 1 en 2 berekende diafragmabereik met de f/stopschaal. 4 Pas het resultaat van stap 3 toe op het werkelijke diafragmabereik voor het gebruikte objectief en selecteer het bruikbare bereik om tot bevredigende gewenste resultaten te komen. Voorbeeld: U gebruikt een 50mm F2.8 Macro-objectief, beide duoflitsereenheden, geen armen, een vergrotingsfactor van 1:2 en ISO 200 1 Stel het berekende acceptabele diafragmabereik vast voor het gebruik van een 50mm F2.8 Macro-objectief, twee duoflitsereenheden, geen armen, vergrotingsfactor 1:2 en ISO 100. f/8 - f/180 (zie de tabel op pagina 26) 2 Stel de aanvullende aanpassing vast voor ISO 200 en diffuser met de tabel op pagina 27. Vergroot het diafragma met +1,5 stops (zie de tabel op pagina 27). 3 De uitkomst van het vergroten van het diafragma met +1,5 stop vanaf f/8 is gelijk aan f/4,5. Vanaf f/180 levert een vergroting van +1,5 stop het resultaat f/108 op. 4 Het werkelijke diafragmabereik van een 50mm F2.8 Macro-objectief is f/2,8 - f/32, dus de bovengrens van het aangepaste bereik f/4,5 - f/108, dus f/108, valt buiten het bereik dat kan worden ingesteld. Het bruikbare bereik voor bevredigende resultaten is daarom f/4,5 - f/32. 28 Programma automatisch flitsen (basishandelingen) De procedure voor de P-modus, inclusief de selectie van het onderwerpprogramma, is dezelfde als voor de A- of M-modus. Bij de P-modus wordt het diafragma echter automatisch ingesteld. Zet de POWER-schakelaar van de camera op ON en selecteer de P-modus. 2 Druk op de knop flitser ON/OFF om het lampje flitser ON op het bedieningspaneel in te schakelen. 3 Stel scherp op het onderwerp en controleer de vergrotingsfactor. 4 Selecteer de flitser. 5 Wanneer de macroflitser-controller is opgeladen, drukt u op de sluiterknop om een foto te maken. Basishandelingen 1 Wordt vervolgd op de volgende pagina 29  Bij bepaalde camera's wordt in de P-modus automatisch geflitst. In dat geval gaat het lampje AUTO op de macroflitsereenheid branden en gaat de flitser mogelijk niet af als de omgeving helder is verlicht.  Het flitsprogramma van de P-modus is ontworpen voor algemene onderwerpen, niet voor macro-onderwerpen. Bij het maken van macrofoto,s kan de scherptediepte zeer klein zijn. Als het door de camera geselecteerde diafragma buiten het aanvaardbare bereik valt, kan de juiste belichting niet worden verkregen (p. 25 - 28). 30 Handmatig flitsen (M) TTL-flitsmeting Meting handmatig flitsen 1 Selecteer de M-modus op de camera. 2 Druk op de knop TTL/M/Test zodat het lampje M (handmatige flitserregeling) gaat branden. De modi verschijnen in deze volgorde: (Testflitsen (p. 39), Modelleerflitsen (p. 40)) Wordt vervolgd op de volgende pagina 31 Uitgebreide functies De normale TTL-flitsmeting (Through The Lens = door het objectief) past de flitsintensiteit automatisch aan om de juiste belichting van het onderwerp te verkrijgen. Handmatig flitsen betekent een vaste flitsintensiteit, ongeacht de helderheid van het onderwerp en de camera-instelling.  In de handmatige flitsmodus wordt de maximale flitsintensiteit bereikt wanneer de handmatige flitserregeling wordt ingesteld op 1/1. Elke stap van het flitsintensiteit komt overeen met één diafragmastop. De instelling met één stap wijzigen, bijvoorbeeld van 1/1 naar 1/2, staat gelijk aan het diafragma verkleinen met één stop, bijvoorbeeld van f/4 naar f/5,6.  Handmatig flitsen kan alleen worden gebruikt wanneer op de camera de Mmodus is ingesteld. In andere modi wordt TTL-meting automatisch geselecteerd.  Omdat bij handmatig flitsen het reflectievermogen van het onderwerp geen invloed heeft, is deze optie handig bij onderwerpen met een extreem hoog of laag reflectievermogen. TTL-flitsen Testflitsen Handmatig flitsen Testflitsen TTL-flitsen Modelleerflitsen Handmatig flitsen Modelleerflitsen 3 Selecteer de sluitertijd en het diafragma (p. 33 - 38). 4 Draai de betreffende knop voor handmatige flitserregeling en selecteer de gewenste flitsintensiteit (p. 33 - 38).  Gezien vanaf de achterkant (bedieningspaneel) bevindt de draaiknop voor handmatige flitserregeling van duoflitser A zich links en bevindt die voor duoflitser B zich rechts. U kunt elke gewenste flitsintensiteit instellen op de bovenste schaal van 1/1 tot 1/64. Flitser A Flitser B  Wanneer de juiste belichting is verkregen, knippert in de handmatige flitsmodus het lampje flitser gereed niet op het bedieningspaneel nadat een foto is gemaakt.  Bij het gebruik van aangepaste functies kan handmatig flitsen mogelijk worden geselecteerd zonder de M-modus in te stellen op de camera. De stapgrootte voor de draaiknoppen voor handmatige flitserregeling kan worden gewijzigd van hele stops in halve stops (p. 47). 32 Diafragma,s en flitsintensiteit selecteren voor handmatig flitsen Wordt vervolgd op de volgende pagina 33 Uitgebreide functies  De volgende tabellen bevatten de waarden voor gebruik van ISO 100 zonder groothoekadapter of diffuser. Voor andere ISO-waarden of als u de groothoekadapter of diffuser gebruikt, past u de diafragma-instellingen aan volgens de tabel op pagina 37. Wanneer u beide duoflitsereenheden gebruikt, wordt in de gegevens verondersteld dat de flitsintensiteit van beide flitsers gelijk is. Zie pagina 36 als de flitsereenheden op een verschillende flitsintensiteit zijn ingesteld.  De in de tabellen vermelde diafragmawaarden zijn berekende waarden. Het gebruikte objectief heeft echter een eigen bruikbaar diafragmabereik. Voorbeeld:U gebruikt een 50mm F2.8 Macro-objectief met ISO 100, beide duoflitsereenheden zonder arm, flitsintensiteit 1/1 en vergrotingsfactor 1:1  Het berekende diafragma is f/90 (zie de volgende tabel). Het kleinst bereikbare diafragma met dit objectief is echter f/32. Daarom zal het beeld worden overbelicht als u de flitsintensiteit instelt op 1/1. Stelt u de flitsintensiteit echter in op 1/8, dan bereikt u met f/32 een juiste belichting.  De volgende tabellen geven de diafragmawaarden weer waarbij de juiste belichting van het verlichte gebied wordt verkregen. De werkelijke belichting kan afwijken afhankelijk van de vorm en positie van het onderwerp (p. 52). U kunt het beste testfoto's maken of bracketing toepassen, met name wanneer het onderwerp van opzij of van achter wordt belicht.  De volgende tabellen bevatten gegevens voor bepaalde objectieven en vergrotingsfactoren. Zie pagina 54 voor andere objectieven en vergrotingsfactoren. 50mm F2.8 Macro (diafragmabereik van het objectief: f/2,8 – f/32) Zonder arm Arm (kort), 60° positie Arm (lang), 90° positie 34 Vergrotingsfactor 1:1 1:1.5 1:2 1:3 1:4 Flitsintensiteit 1/1 90 (64) 128 (90) 180 (128) 128 (90) 108 (76) 1/2 64 (45) 90 (64) 128 (90) 90 (64) 76 (54) 1/4 45 (32) 64 (45) 90 (64) 64 (45) 54 (38) 1/8 32 (22) 45 (32) 64 (45) 45 (32) 38 (27) 1/16 22 (16) 32 (22) 45 (32) 32 (22) 27 (19) 1/32 16 (11) 22 (16) 32 (22) 22 (16) 19 (13) 1/64 11 (8) 16 (11) 22 (16) 16 (11) 13 (9,5) 1/1 54 (38) 64 (45) 90 (64) 90 (64) 108 (76) 1/2 38 (27) 45 (32) 64 (45) 64 (45) 76 (54) 1/4 27 (19) 32 (22) 45 (32) 45 (32) 54 (38) 1/8 19 (13) 22 (16) 32 (22) 32 (22) 38 (27) 1/16 13 (9,5) 16 (11) 22 (16) 22 (16) 27 (19) 1/32 9,5 (6,7) 11 (8) 16 (11) 16 (11) 19 (13) 1/64 6,7 (4,5) 8 (5,6) 11 (8) 11 (8) 13 (9,5) 1/1 32 (22) 32 (22) 45 (32) 54 (38) 64 (45) 1/2 22 (16) 22 (16) 32 (22) 38 (27) 45 (32) 1/4 16 (11) 16 (11) 22 (16) 27 (19) 32 (22) 1/8 11 (8) 11 (8) 16 (11) 19 (13) 22 (16) 1/16 8 (5,6) 8 (5,6) 11 (8) 13 (9,5) 16 (11) 1/32 5,6 (4) 5,6 (4) 8 (5,6) 9,5 (6,7) 11 (8) 1/64 4 (2,8) 4 (2,8) 5,6 (4) 6,7 (4,5) 8 (5,6) Gebruik de diafragmawaarden tussen haakjes ( ) wanneer u slechts één duoflitsereenheid gebruikt. 100mm F2.8 Macro (diafragmabereik van het objectief: f/2,8 – f/32) Uitgebreide functies Vergrotingsfactor 1:1 1:1.5 1:2 1:3 Flitsintensiteit 1/1 76 (54) 76 (54) 64 (45) 54 (38) 1/2 54 (38) 54 (38) 45 (32) 38 (27) 1/4 38 (27) 38 (27) 32 (22) 27 (19) Zonder 1/8 27 (19) 27 (19) 22 (16) 19 (13) arm 1/16 19 (13) 19 (13) 16 (11) 13 (9,5) 1/32 13 (9,5) 13 (9,5) 11 (8) 9,5 (6,7) 1/64 9,5 (6,7) 9,5 (6,7) 8 (5,6) 6,7 (4,5) 1/1 45 (32) 64 (45) 64 (45) 64 (45) 1/2 32 (22) 45 (32) 45 (32) 45 (32) Arm 1/4 22 (16) 32 (22) 32 (22) 32 (22) (kort), 1/8 16 (11) 22 (16) 22 (16) 22 (16) 60° 1/16 11 (8) 16 (11) 16 (11) 16 (11) positie 1/32 8 (5,6) 11 (8) 11 (8) 11 (8) 1/64 5,6 (4) 8 (5,6) 8 (5,6) 8 (5,6) 1/1 27 (19) 38 (27) 45 (32) 45 (32) 1/2 19 (13) 27 (19) 32 (22) 32 (22) Arm 1/4 13 (9,5) 19 (13) 22 (16) 22 (16) (lang), 1/8 9,5 (6,7) 13 (9,5) 16 (11) 16 (11) 90° 1/16 6,7 (4,5) 9,5 (6,7) 11 (8) 11 (8) positie 1/32 4,5 (3,5) 6,7 (4,5) 8 (5,6) 8 (5,6) 1/64 3,5 (2,4) 4,5 (3,5) 5,6 (4) 5,6 (4) Gebruik de diafragmawaarden tussen haakjes ( ) wanneer u slechts één duoflitsereenheid gebruikt. Wordt vervolgd op de volgende pagina 35 Wanneer de duoflitsereenheden zijn ingesteld op verschillende flitsintensiteiten De gegeven waarden in de voorgaande tabellen voor de beide duoflitsereenheden zijn erop gebaseerd dat beide duoflitsereenheden zijn ingesteld op dezelfde flitsintensiteit. Wanneer ze zijn ingesteld op verschillende flitsintensiteiten, kan het voor de juiste belichting benodigde diafragma worden berekend met de volgende formule: Diafragma* (diafragma flitser A)2 + (diafragma flitser B)2 = Voorbeeld: U gebruikt een 100mm F2.8 Macro-objectief met beide duoflitsereenheden, zonder armen. Flitser “A” is ingesteld op een flitsintensiteit van 1/8, flitser “B” op 1/16 en de vergrotingsfactor is 1:1 Het diafragma voor flitser A, ingesteld op flitsintensiteit 1/8, is f/19 en het diafragma voor flitser B, ingesteld op flitsintensiteit 1/16, is f/13 (zie de tabel op pagina 35). Gebruik deze uitkomsten in de bovenstaande formule. 192 + 132 = 361 + 169 = 530 22 Daarom geeft de diafragma-instelling f/22 in het bovenstaande voorbeeld de juiste belichting. * Wanneer beide duoflitsereenheden worden gebruikt. 36 Bij gebruik van een andere waarde dan ISO 100 of bij gebruik van de groothoekadapter of diffuser Op de voorgaande tabellen moet een aanpassing worden toegepast. f/stopschaal een halve stop Minder belichting een hele stop Werken met de f/stopschaal Meer belichting B ij de f/stopschaal links is een verplaatsing van één stap verticaal gelijk aan één hele f/stop meer of minder. Een verplaatsing van één stap diagonaal is gelijk aan één halve f/stop meer of minder. De halve stop is de basis voor het instellen van het diafragma in deze stap. Wanneer u met een camera met 0,3-stopinstellingen werkt, past u het diafragma aan met de waarde die zo dicht mogelijk ligt bij de waarde in de bovenstaande tabel en gebruikt u het diafragma dat de f/stopschaal benadert. Voor nauwkeurige fotografie wordt bracketing aangeraden. Voorbeeld: Wanneer u met f/8 als uitgangspunt de belichting vermindert met een hele stop, krijgt u f/11. Als u de belichting vermeerdert met een halve stop, krijgt u f/6,7. Wordt vervolgd op de volgende pagina 37 Uitgebreide functies ISO 25 ISO 50 ISO 100 ISO 200 ISO 400 ISO 800 ISO 1600 Zonder groothoekadapter Met groothoekadapter Met diffuser of diffuser (Aanpassing belichting) (Aanpassing belichting) (Aanpassing belichting) +2 stop +3,5 stop +4,5 stop +1 stop +2,5 stop +3,5 stop Geen wijziging +1,5 stop +2,5 stop –1 stop +0,5 stop +1,5 stop –2 stop –0,5 stop +0,5 stop –3 stop –1,5 stop –0,5 stop –4 stop –2,5 stop –1,5 stop Het diafragma selecteren bij gebruik van een andere waarde dan ISO 100 of bij gebruik van de groothoekadapter of diffuser 1 Stel met behulp van de tabel op pagina 34 en 35 het berekende acceptabele diafragma vast voor dezelfde conditie met ISO 100. 2 Stel met de tabel op pagina 37 de aanvullende aanpassing vast voor een andere waarde dan ISO 100 of voor gebruik van de groothoekadapter of diffuser. 3 Selecteer het met stap 1 en 2 berekende acceptabele diafragma met de f/stopschaal. Voorbeeld: U gebruikt een 100mm F2.8 Macro-objectief, beide duoflitsereenheden zonder arm, flitsintensiteit 1/4, vergrotingsfactor 1:1, ISO 200 met de diffuser 1 Stel het berekende acceptabele diafragma vast voor het gebruik van een 100mm F2.8 Macro-objectief, twee duoflitsereenheden, geen armen, flitsintensiteit 1/4, vergrotingsfactor 1:1 en ISO 100. f/38 (zie de tabel op pagina 35) 2 Stel de aanvullende aanpassing vast voor ISO 200 en diffuser met de tabel op pagina 37. Vergroot het diafragma met +1,5 stops (zie de tabel op pagina 37). 3 Het diafragma wordt vergroot met +1,5 stops. Uitgaande van f/38 is dat gelijk aan f/22. 38 Testflits U kunt een testflits uitvoeren voordat u foto's gaat maken. Gebruik de testflitsmodus wanneer u een flitsmeter gebruikt in de handmatige flitsmodus. 1 Druk op de knop TTL/M/Test zodat het lampje testflitsen gaat branden. 2 Druk op de knop TEST (knop testflitsen/modelleerflitsen).  Bij TTL-flitsmeting wordt met maximale intensiteit geflitst wanneer de knop TEST wordt ingedrukt.  Bij de handmatige flitsmodus wordt geflitst met de geselecteerde intensiteit wanneer de knop TEST wordt ingedrukt. Gebruik de handmatige flitsmodus wanneer u een flitsmeter gebruikt. 39 Uitgebreide functies Controleer telkens of het juiste lampje brandt wanneer u op de knop TTL/M/ Test drukt om te schakelen tussen de lampjes TTL en M. (Zie pagina 32 voor de volgorde waarin de lampjes aan- en uitgaan.) Modelleerflits Met doorlopend flitsen kunt u de schaduwen op het onderwerp controleren voordat u foto's maakt. De flitser flitst twee seconden met een frequentie van 40 flitsen per seconde. 1 Druk op de knop TTL/M/Test zodat het lampje gaat branden. modelleerflitsen Controleer telkens of het juiste lampje brandt wanneer u op de knop TTL/M/ Test drukt om te schakelen tussen de lampjes TTL en M. (Zie pagina 32 voor de volgorde waarin de lampjes aan- en uitgaan.) 2 Druk op de knop TEST (knop testflitsen/modelleerflitsen).  Druk de sluiterknop niet in terwijl de flitser actief is.  De intensiteit van de schaduwen verschilt van de intensiteit bij het daadwerkelijk fotograferen.  Bij het gebruik van de flitser in een heldere ruimte, in de open lucht of bij indirect flitsen, zijn de schaduwen lichter en is controleren dus moeilijker. 40 Groothoekadapter De duoflitsereenheid heeft een dekking van 60° horizontaal en 45° verticaal (gelijk aan een objectief met een brandpuntsafstand van 35 mm). Door de groothoekadapter te bevestigen vergroot u de hoeken tot 78° horizontaal en 60° verticaal (gelijk aan een objectief met een brandpuntsafstand van 24 mm). Uitgebreide functies Met groothoekadapter Zonder groothoekadapter De groothoekadapter bevestigen 1 Bepaal welke kant de voorkant is van de groothoekadapter. Voorkant 2 Breng de uitsparing in de onderrand van de groothoekadapter in lijn met het uitspringende deel van de flitsbuis en duw de groothoekadapter naar achter. Duw tegen de groothoekadapter tot deze vastklikt. Wordt vervolgd op de volgende pagina 41 De groothoekadapter verwijderen Pak het bovenste nokje van de groothoekadapter vast en trek dit naar voren terwijl u enigszins omlaag duwt. Bij gebruik van de groothoekadapter is de lichtopbrengst van de flitser lager. Zie pagina 27 voor informatie over TTL-flitsmeting en pagina 37 voor handmatige flitsmeting. 42 Diffuser U kunt slagschaduwen verzachten door de diffuser aan de flitsbuis te bevestigen. Gebruik de diffuser altijd in combinatie met een arm. Zo voorkomt u dat de diffuser in beeld komt. Voorbeeld: Uitgebreide functies Met diffuser Zonder diffuser De diffuser gebruiken 1 Maak de clip van het paneel los van de diffuser. Deze kant kan niet worden losgemaakt. Wordt vervolgd op de volgende pagina 43 2 Schuif het nokje door de sleuf naast de clip, zoals in de afbeelding wordt weergegeven. Het lipje boven de sleuf moet geheel passend in de uitsparing van het nokje glijden.  3 Plaats de vier zijnokjes in de sleuven aan de zijkant van de diffuser. Plaats aan de andere kant op dezelfde manier de vier zijnokjes in de sleuven.   Als u de diffuser moeilijk kunt monteren, vouwt u deze op en probeert u het opnieuw. Opmerking Forceer de diffuser niet en trek er niet hard aan. Vouw de diffuser niet binnenstebuiten. 44 4 Terwijl u de diffuser vasthoudt aan het bovenste nokje van het paneel, drukt u deze tegen de voorkant van de duoflitsereenheid. Duw tegen de diffuser tot deze vastklikt. Opmerkingen over het gebruik van de diffuser  Als de arm is ingesteld op een positie van 60° en wordt gebruikt in combinatie met een groothoekobjectief, kan de diffuser in beeld komen. Gebruik de diffuser altijd met de arm ingesteld op een positie van 90°.  Bij gebruik van de diffuser is de lichtopbrengst van de flitser lager. Zie pagina 27 voor informatie over TTL-flitsmeting of pagina 37 voor handmatige flitsmeting. Wordt vervolgd op de volgende pagina 45 Uitgebreide functies  De diffuser verwijderen 1 Pak het bovenste nokje van het paneel vast en verwijder de diffuser. 2 Maak het nokje los van het lipje, zoals in de afbeelding wordt weergegeven. De diffuser kan nu gemakkelijk worden verwijderd. 3 Vouw de diffuser weer op en zet deze vast door het paneel er met de clip op vast te klemmen. 46 Aangepaste instellingen De verschillende flitsinstellingen kunnen naar wens worden gewijzigd. De volgende drie items kunnen worden gewijzigd.  Wachttijd tot automatisch uitschakelen (4 minuten/15 minuten/60 minuten/Geen)  Opnamemodi waarin handmatig flitsen kan worden ingesteld (Alleen M-modus/Alle modi)  Stapgrootte flitsintensiteit bij handmatig flitsen (Stappen van 1 EV/Stappen van 1/2 EV) 2 Uitgebreide functies 1 Druk drie seconden op de knop flitser ON/OFF. De lampjes AUTO, flitser ON en flitser OFF gaan branden en het item (wachttijd tot automatisch uitschakelen) wordt weergegeven. Druk op de knop A-B (selectieknop duoflitser A-B) om het item te selecteren en druk op de knop TTL/M/Test om de gewenste instelling te selecteren. Telkens wanneer op de knop A-B wordt gedrukt, verschijnt een van de drie bovenstaande items op het bedieningspaneel (zie de volgende pagina). Wordt vervolgd op de volgende pagina 47 Selecteer met de knop TTL/M/Test 1. Wachttijd tot automatisch uitschakelen Selecteer met de knop A-B 4 minuten 15 minuten Alleen M-modus Alle modi 3. Stapgrootte flitsintensiteit bij handmatig flitsen Stappen van 1 EV Stappen van 1/2 EV 48 60 minuten Geen 2. Opnamemodi waarin handmatig flitsen kan worden ingesteld 3 Nadat u uw selecties hebt gemaakt, drukt u op de knop flitser ON/OFF om de modus voor aangepaste instellingen te verlaten.  Wanneer "Alle modi" is geselecteerd (zie 2. Opnamemodi waarin handmatig flitsen kan worden ingesteld), kunt u in alle opnamemodi handmatig flitsen gebruiken.* * Mogelijk wordt de juiste belichting alleen verkregen in de M-modus. Het gebruik van de M-modus wordt daarom aanbevolen.  Als "Stappen van 1/2 EV" wordt geselecteerd voor item 3, gebruikt u de grijze intensiteitswaarden op de onderste schaal van de draaiknoppen voor handmatige flitserregeling. De halve-stopwaarden zijn niet op de schaal aangebracht. De intensiteitswaarden zijn 1/1, 1/1,4, 1/2, 1/2,8, 1/4, 1/5,6 en 1/8.  De geselecteerde instellingen blijven bewaard, zelfs als de flitsereenheid wordt uitgeschakeld of de batterijen worden verwijderd. 49 Uitgebreide functies  Wanneer in de modus voor aangepaste instellingen een andere instelling dan de standaardinstelling is geselecteerd, gaat het lampje CUSTOM op het bedieningspaneel branden. Voorbeelden van macroduoflitserfotografie Tijdens het werken met de macroduoflitser kunt u de positie en hoek van de duoflitsereenheden wijzigen om een expressievere belichting te bereiken. Voorbeeld: Alleen licht van boven Alleen licht van opzij Licht van boven en van opzij Slagschaduwen van de onderwerpen kunnen worden verzacht door de diffuser aan de flitsbuis te bevestigen (p. 43). Voorbeeld: Licht van boven met diffuser 50 Fotograferen met twee duoflitsers met armen Belicht het onderwerp van de zijkanten met behulp van de armen om details te accentueren en diepte te geven. Voorbeeld: Met armen vanaf de zijkanten Aanvullende informatie Zonder armen vanaf de voorkant Wordt vervolgd op de volgende pagina 51 Opmerking Als een close-uponderwerp vanaf de zijkant wordt verlicht met behulp van een arm, kunnen slagschaduwen optreden. Flitslicht met een grote intensiteit van achter het onderwerp kan lichtvlekken tot gevolg hebben.  Dit fenomeen treedt vrijwel zeker op met een 50mm F2.8 Macro-objectief waarbij flitsbuizen op armen zijn bevestigd. Voorbeeld: Met armen vanaf de zijkanten Zonder armen vanaf de voorkant 52 Grafiek diafragmabereik Het diafragmabereik voor macro-objectieven vindt u op pagina 25 (TTL) en pagina 33 (handmatig flitsen). De hier gegeven diafragmabereiken zijn voor andere objectieven dan macro-objectieven of voor situaties waarin de afstand tot het onderwerp groot is. TTL-flitsmeting Lijnen kleinste diafragma Diafragma Afstand flitser-onderwerp In het volgende gedeelte leest u hoe u het diafragmabereik vaststelt bij gebruik van beide duoflitsereenheden, een afstand van 1,5 m tussen flitser en onderwerp en ISO 100. 1 Trek een verticale lijn omhoog van de afstand flitser-onderwerp totdat deze de lijn kleinste diafragma bereikt (). 2 Trek vanaf  een horizontale lijn naar links totdat deze de verticale ISO-lijn bereikt die overeenkomt met de gebruikte camera (). 3 Trek vanaf  een diagonale lijn omhoog en naar links. De uitkomst geeft het kleinste diafragma aan waarmee de juiste belichting wordt verkregen (). 4 Het grootste diafragma kan op dezelfde manier worden verkregen door gebruik te maken van de lijn grootste diafragma (). De uitkomsten van beide berekeningen leveren het bruikbare diafragmabereik waarmee de juiste belichting wordt verkregen (). In dit voorbeeld kan de juiste belichting worden verkregen door het diafragma van de camera in te stellen van grootste opening tot f/16.  Wanneer u slechts één duoflitsereenheid gebruikt, gaat u uit van de stippellijnen. Wordt vervolgd op de volgende pagina 53 Aanvullende informatie Lijnen grootste diafragma Meting handmatig flitsen Diafragma Lijn flitsintensiteit 1/1 1/2 (1/1) 1/4 (1/2) 1/8 (1/4) 1/16 (1/8) 1/32 (1/16) 1/64 (1/32) (1/64) Afstand flitser-onderwerp In het volgende gedeelte leest u hoe u het diafragma vaststelt bij gebruik van beide duoflitsereenheden, een flitsintensiteit van 1/1, een afstand van 1,5 m tussen flitser en onderwerp en ISO 100. 1 Trek een verticale lijn omhoog van de afstand flitser-onderwerp totdat deze de lijn flitsintensiteit bereikt die overeenkomt met de ingestelde intensiteit (). 2 Trek vanaf  een horizontale lijn naar links totdat deze de verticale ISO-lijn bereikt die overeenkomt met de gebruikte camera (). 3 Trek vanaf  een diagonale lijn omhoog en naar links. De uitkomst geeft het diafragma aan waarmee de juiste belichting wordt verkregen (). In dit voorbeeld kan de juiste belichting worden verkregen door het diafragma van de camera in te stellen op f/16.  Wanneer u slechts één duoflitsereenheid gebruikt, gaat u uit van de getallen tussen haakjes. 54 Compatibiliteit met andere producten Objectief  Er worden adapterringen met een diameter van 49 mm en een diameter van 55 mm bijgeleverd.  Objectieven waarvan tijdens het automatisch scherpstellen de cilinder draait, kunnen niet worden gebruikt.  Wanneer een groothoekobjectief wordt gebruikt, kan een deel van de houder in beeld komen. Gebruik geen objectieven met een brandpuntsafstand kleiner dan 24 mm. Ligt de brandpuntsafstand tussen 24 mm en 27 mm, neem dan contact op met een geautoriseerde Sony-handelaar.  Als u een filter gebruikt bij een brandpuntsafstand van minder dan 50 mm, kan een deel van de houder in beeld komen. Aanvullende informatie 55 Opmerkingen bij het gebruik Tijdens de opnamen  Deze flitsereenheid genereert fel licht en mag daarom niet vlak voor de ogen worden gebruikt.  Raak tijdens het gebruik de lamp van de flitser niet aan. Deze kan heet worden wanneer er wordt geflitst. Batterijen  Berg de macroflitser-controller niet op terwijl de alkalinebatterijen in de controller zijn geplaatst. Lekkage van de batterijen kan de batterijhouder beschadigen.  Afhankelijk van de temperatuur en de opslagcondities kan de batterijcapaciteit die wordt weergegeven, lager zijn dan de daadwerkelijke batterijcapaciteit. De weergegeven batterijcapaciteit wordt weer correct weergegeven nadat de flitser knippert om aan te een aantal keren is gebruikt. Wanneer het lampje geven dat de flitser niet kan worden gebruikt, kunt u een aantal keren op de knop flitser ON/OFF drukken om de weergave van de juiste batterijcapaciteit te herstellen. Als de batterijcapaciteit nog steeds niet correct wordt weergegeven, vervangt u de batterijen.  Wanneer u lithiumbatterijen gebruikt en de batterijen heet worden als gevolg van een hoge temperatuur of intensief gebruik, kan het lampje gaan knipperen en kan de flitser enige tijd niet werken. Wacht totdat de batterijen zijn afgekoeld voordat u de flitser weer gebruikt.  Ni-MH-batterijen kunnen plotseling leeg zijn. Als tijdens het fotograferen het lampje begint te knipperen of de flitser niet langer kan worden gebruikt, vervangt u de batterijen of laadt u deze weer op.  De flitsfrequentie en het aantal flitsen dat wordt geleverd door nieuwe batterijen, kunnen verschillen van de in de tabel weergegeven waarden, afhankelijk van de tijd die is verstreken na de productie van de batterijen. 56 Temperatuur Onderhoud Verwijder de flitser van de camera. Maak de flitser schoon met een droge, zachte doek. Als de flitser in contact is gekomen met zand, wordt het oppervlak beschadigd als u dit afveegt. Het zand moet daarom voorzichtig verwijderd worden met een blaaskwastje. Voor hardnekkige vlekken gebruikt u een doek die licht is bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel en veegt u de flitser vervolgens droog met een droge, zachte doek. Gebruik geen sterke oplosmiddelen, zoals thinner of benzeen, omdat deze de afwerking kunnen beschadigen. 57 Aanvullende informatie  De flitsereenheid mag worden gebruikt bij een temperatuur tussen 0 °C en 40 °C.  Stel de flitsereenheid niet bloot aan extreem hoge temperaturen (zoals direct zonlicht in een auto) of aan een hoge luchtvochtigheid.  Om te voorkomen dat zich condens vormt op de flitser, plaatst u deze in een afgesloten plastic zak wanneer u de flitser van een koude naar een warme omgeving verplaatst. Laat de flitser opwarmen tot kamertemperatuur voordat u deze uit de zak verwijdert.  Bij lagere temperaturen neemt de batterijcapaciteit af. Houd de camera en reservebatterijen in een warme binnenzak wanneer u fotografeert bij koud weer. Bij koud weer kan het lampje gaan branden, zelfs wanneer er nog enige lading in de batterijen over is. Batterijen winnen weer enige capaciteit terug wanneer ze opwarmen tot de normale bedrijfstemperatuur.  Deze flitsereenheid is niet waterdicht. Neem voorzorgsmaatregelen zodat de flitser niet in contact kan komen met water of zand wanneer deze bijvoorbeeld wordt gebruikt aan het strand. Contact met water, zand, stof of zout kan een storing veroorzaken. Technische gegevens Richtgetal Normaal flitsen (ISO 100) Flitsintensiteit 1 flitsbuis 2 flitsbuizen Groothoekadapter 1/1 17 24 11 1/2 12 17 8 1/4 8,5 12 5,6 1/8 6 8,5 4 1/16 4,2 6 2,8 1/32 3 4,2 2 1/64 2,1 3 1,4 Groothoekadapter en diffuser voor één flitsbuis. Diffuser 7 5 3,5 2,5 1,8 1,3 0,9 Frequentie/Herhaling Frequentie (sec) Herhaling (aantal) Alkaline Lithium 0,2~6 200~4.000 0,2~6 500~10.000 Ni-MH (1.550 mAh) 0,2~5 150~3.000  Herhaling is het geschatte aantal keren dat mogelijk is voordat een nieuwe batterij volledig is uitgeput. Flitsdekking Flitsdekking Verticaal Horizontaal 58 Duoflitser Groothoekadapter Diffuser 45° 60° 60° 78° 90° 90° Prestaties bij doorlopend flitsen 40 flitsen bij 5 flitsen per seconde (Flitsintensiteit 1/32, NiMH-batterijen) Flitserregeling Flitserregeling met voorflits, directe TTL-meting, handmatig flitsen Afmetingen (Ongeveer) Macroflitser-controller 68 × 123 × 91 mm (b × h × d) Duoflitsereenheid 43 × 41 × 37 mm (b × h × d) 235 g (zonder batterijen) 33 g (per duoflitsereenheid) Bedrijfstemperatuur 0 °C tot 40 °C Bijgeleverde toebehoren Macroflitser-controller (1), Duoflitsereenheid (2), Houder (1), Arm (2), Adapterring ø 49mm (1), Adapterring ø 55mm (1), Groothoekadapter (2), Diffuser (2), Snoerhaspel (2), Controllerdraagtas (1), Flitserdraagtas (1), Handleiding en documentatie De functies in deze gebruiksaanwijzing zijn afhankelijk van de testomstandigheden bij ons bedrijf. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens zijn voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. 59 Aanvullende informatie Gewicht (Ongeveer) Macroflitser-controller Duoflitsereenheid
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293

Sony HVL-MT24AM de handleiding

Categorie
Camera knippert
Type
de handleiding